Bedrijfs Interne Milieuzorg
2005-2008 Plan van aanpak
BIM- Programma Borsele
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Inleiding - Milieubeleidsplan - BANS-regeling - Capaciteit - Evaluatie
Bladzijde. 3 3 4 4 4
Hoofdstuk 2 - Projecten
5/6
Hoofdstuk 3 - Nadere toelichting projecten - Nadere toelichting opbouw BANS onderdelen.
7/8/9 10
Bijlage 1: Voorbeeld projectblad.
11
BIM- Programma Borsele
2
Hoofdstuk 1 Inleiding Het doel van bedrijfsinterne milieuzorg (BIM) is het inzichtelijk maken van de milieubelasting van de gemeentelijke organisatie. Vervolgens willen we dit beheersbaar maken en terugdringen. In 1993 zijn de uitgangspunten voor BIM reeds in een een B&W-besluit uiteengezet. Deze zijn nog steeds actueel. De grondslag voor het ontwikkelen en uitvoeren van BIM ligt in de volgende uitgangspunten:
de gemeente heeft een sterke voorbeeldfunctie voor bedrijven en burgers; de gemeente moet als handhavende/ toezichthoudende instantie op o.a. de milieuregelgeving geloofwaardig overkomen bij bedrijven en burgers; de gemeente moet als overheid juist een bijdrage leveren aan de nationale en regionale milieu- en duurzaamheiddoelstellingen; de gemeente moet zich, als overheid, tot een gesprekspartner op niveau ontwikkelen als het gaat om duurzame, bedrijfsinterne onderwerpen; *1 het uitvoeren van BIM heeft commercieel, financieel en milieurendement
Milieubeleidsplan In het gemeentelijke milieubeleidsplan (MBP), !Voor een gezond en veilig Borsele’ 2004-2007 en het daaruit volgende milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) is bedrijfsinterne milieuzorg één van de onderwerpen. Het milieubeleidsplan geeft het belang van BIM-beleid aan. ! Een beleid dat de komende beleidsperiode moet worden verankerd in de gemeentelijke organisatie . !Het moet structureel onderdeel uit gaan maken van de werkwijze van alle afdelingen . Kortom; Het BIM-beleid moet minder ad hoc worden uitgevoerd. Het moet een vast onderdeel binnen de beleidsontwikkeling en de uitvoeringsstrategie van de gemeente worden. BANS-regeling Dit jaar heeft de gemeente, onder begeleiding van de Novem en adviesbureau Ecofys een subsidieaanvraag in het kader van de landelijke BANS-regeling ingediend. Het subsidiebedrag van €92.470,- is inmiddels toegekend. Deze subsidie is bedoeld om de beleidsmatige uitvoering van het gemeentelijke energie- en klimaatbeleid in de periode van te versterken. Aangezien dit een nieuw beleidsterrein is voor de gemeente Borsele is er voor gekozen om ons vooralsnog op het basispakket te richten. Uit de verschillende menukaarten zijn drie thema s gekozen waarvan wij verwachten dat daar de meeste winst te behalen valt. Eén van deze thema s is energiebesparing in gemeentelijke gebouwen. De doelstellingen uit dit thema, waarvan de uitvoering overigens tot medio 2008 zal doorlopen zijn opgenomen onder hoofdstuk 2. Beleidsstukken waarin BIM wordt aangehaald en een rol wordt toebedeeld zijn er dus voldoende. Deze stukken bevatten ook allemaal doelstellingen. De doelstellingen uit hoofdstuk 2 zijn allemaal rechtstreeks van het Milieu Beleids Plan, Milieu Uitvoerings Programma en de BANS-regeling afgeleid. Al deze nieuwe beleidsstukken vormen de reden om een plan van aanpak te ontwikkelen. Het plan van aanpak voor BIM biedt een integraal kader aan voor het opzetten van het gemeentelijke BIM-beleid. Nu er tevens een tijdsplanning en een ruwe taakverdeling is kan met het uitvoeren van de doelstellingen worden gestart.
BIM- Programma Borsele
3
Capaciteit De uren die gemoeid zijn met het uitvoeren van BANS-gerelateerde projecten kunnen op het BANS- budget worden geboekt. De overige uren worden op het budget van BIM gepost. Hier zijn reeds uren op vrijgemaakt. Evaluatie Na elk jaar zal er een evaluatie worden uitgevoerd om de voortgang van het plan van aanpak te volgen. Hierin zal uiteraard worden gekeken naar de positieve kanten maar ook de onderdelen die minder succesvol waren zullen onder de loep worden genomen. Na vier jaar zal het gehele plan van aanpak en haar resultaten onder de loep worden genomen. Vervolgens zal er een plan van aanpak voor de daarop volgende periode worden opgesteld. *1 - Tijdens een bijeenkomst met bedrijven die gebruik maken van de MKB-milieubarometer werd ontbrekende kennis bij het bevoegde gezag als een van de voornaamste kritische punten aangekaart. Aangezien de Zeeuwse overheden nu zelf met dit instrument werken kunnen beide partijen nu !op niveau met elkaar communiceren. Het mes snijdt in dit geval dus aan meerdere kanten. De overheid krijgt middels dit systeem inzicht in haar eigen milieubelasting. Vanuit dit standpunt kunnen mogelijke besparingen worden gerealiseerd. Zowel op financieel als op milieutechnisch vlak. Daarnaast verbetert het de communicatie met het bedrijfsleven. Men kan nu van elkaar leren en met elkaar samenwerken.
BIM- Programma Borsele
4
Hoofdstuk 2
Projecten
In de onderstaande tabel staan alle projecten aangegeven. Allen direct of indirect afgeleid van de eerder genoemde beleidsstukken. De looptijd en de planning van de projecten zijn vrij ruw opgezet. In de praktijk kan dit enigszins afwijken. Hetzelfde geldt uiteraard voor de reeds benoemde interne en externe actoren. In hoofdstuk 3 staan de projecten nader toegelicht.
Nr.
Projectomschrijving
Looptijd project
Interne actoren
Externe actoren
1
Vanaf 2004 het organiseren van een structureel BIM-overleg
2004-2007
ROM, Buitendienst, IZ, P&O, Automatisering
nvt
2
Alle gemeentelijke gebouwen aan de geldende milieueisen laten voldoen.
2004-2007
ROM, Buitendienst, Brandweer, IZ, Welzijn.
Beheerders gebouwen, Stichtingsbesturen, Schoolbesturen, etc
3
Opstellen beleidsnotitie duurzaam inkopen
2005
ROM, Buitendienst, Woonomgeving, BoWo, IZ
nvt
4
Onderzoek naar mogelijkheden van energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen
2004-2005
ROM, Buitendienst, Welzijn.
Beheerders gebouwen, Stichtingsbesturen, Schoolbesturen, etc.
5
Monitoren milieugegevens van het gemeentehuis middels de MKBMilieubarometer.
2003-2007
ROM, IZ, Financiën.
Provincie, Stimular.
6
Monitoren milieurelevante gegevens gemeentelijke werkplaats te Heinkenszand middels de MKB-Milieubarometer.
2004-2007
ROM, Buitendienst, Financiën, IZ.
Provincie, Stimular.
7 8
Voorlichting van nieuw en tijdelijk personeel. Behandelen BIM-tips.
2003-2007 2003-2007
ROM, P&O. Alle afdelingen.
nvt Mogelijk extern bureau
BIM- Programma Borsele
5
9 10
Jaarlijkse fietsactie eigen personeel. Voorzitter BIM/Energiewerkgroep samenwerkingsverband.
2003-2007 2003-2007
BIM-Coordinator BIM- energiecoördinator
COS-Zeeland Overige werkgroepleden
11*
Toepassen van een met 4% - 8%, verscherpte Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) bij nieuwbouw.
2005-2007
ROM, Buitendienst.
Beheerders gebouwen. Stichtingsbesturen, Schoolbesturen, Extern bureau.
12*
Bij renovaties uitvoeren van vaste en kostenneutrale energiemaatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame Utiliteitsbouw
2005-2007
ROM, BoWo, Buitendienst, Woonomgeving.
Beheerders gebouwen. Stichtingsbesturen, Schoolbesturen, Extern bureau.
13*
Actief inkoopbeleid inzake energie. (aandacht voor de bron van herkomst).
2005-2007
ROM, IZ, Financiën.
Leveranciers energie.
14*
Bij renovaties uitvoeren van energiemaatregelen met een terugverdientijd van < 5 jaar.
2005-2007
ROM, BoWo, Buitendienst.
Beheerders gebouwen. Stichtingsbesturen, Schoolbesturen, Extern bureau.
15*
Realiseren van een innovatief voorbeeld gebouw.
2005-2007
ROM, BoWo, Buitendienst, Woonomgeving, Financiën, etc.
Extern bureau, Novem, Provincie, etc.
- Bron: milieubeleidsplan ‘Voor een gezond en veilig Borsele’ 2004-2007, BANS klimaatbeleid.
* De doelstellingen die voortkomen uit de BANS-regeling zijn onderverdeeld in een aantal taakstellingen. Deze zijn als onder hoofdstuk 3.1 beschreven.
BIM- Programma Borsele
6
Hoofdstuk 3.
Nadere toelichting projecten
1. BIM-overleg In het BIM-overleg zal een grote verscheidenheid aan onderwerpen de revue passeren. Van duurzame inkoop van kantoorartikelen tot duurzaam bouwen bij gemeentelijke gebouwen. In het verleden is er eerder een dergelijk overleg geweest. Dit overleg was toen jammerlijk genoeg geen lang leven beschoren. Om een herhaling van zetten te voorkomen wordt er voor een ietwat afwijkende deelnemersgroep gekozen. De overleggroep zal uit een aantal vaste personen bestaan Te weten; één van de leden van het MT, BIM-coördinator, afdeling automatisering, afdeling interne zaken, chef werkplaats en de gebouwenbeheerder. Gezien de verscheidenheid aan onderwerpen kan de samenstelling van de overleggroep nog wel eens variëren. 2. Gemeentelijke gebouwen versus milieuvoorschriften Bedrijven en particulieren moeten aan milieuregels voldoen. Dit geldt net zo goed voor de gemeente. Sterker nog: eigenlijk heeft de gemeente een voorbeeldfunctie te vervullen in deze. Waarom zou een regulier bedrijf aan de milieuvoorschriften voldoen als de instantie die daarop toeziet dat ook niet doet? Het streven is om alle gemeentelijke gebouwen in deze planperiode aan de geldende milieuvoorschriften te laten voldoen. Om hier toe te komen zal eerst een overzicht moeten worden gemaakt met daarin de mogelijke tekortkomingen. Aan de hand daarvan kan een plan van aanpak worden opgesteld met daarin een kostenoverzicht en een tijdsplanning. Hierop aansluitend zal, conform art. 21.1 Wet Milieubeheer, jaarlijks een rapportage worden opgesteld met betrekking op de handhaving en de vergunningverlening bij de gemeentelijke gebouwen. Deze rapportage zal aan B&W en de raad kenbaar worden gemaakt. 3. Beleidsnotitie duurzaam inkopen Medio 2005 zal een notitie !duurzaam inkopen worden opgesteld. Deze notitie zal gericht zijn op duurzaamheid binnen het gemeentelijke inkoopbeleid. De verwachting is dat er nog winst valt te behalen op het vlak van energiebesparing, afvalpreventie, milieu en gezondheid. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) op het vlak van inkoopbeleid. Naast de beoogde winst is dit ook een communicatiemiddel naar de bedrijven en de burgers toe. 4. Energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen De gemeente is grootverbruiker van energie als het gaat om het jaarlijkse verbruik van haar gemeentelijke gebouwen. Dit maakt de energienota s tot een zeer belastende post op de gemeentelijke begroting. En energie zal er in de toekomst niet goedkoper op worden. Een goede reden om deze energieverbruiken eens goed in beeld te brengen. Waar ligt de oorzaak van het verbruik, is het verbruik constant en nog belangrijker is de vraag waar er besparingen zijn te behalen. Al met al moeten de antwoorden op deze gegevens een monitoringsinstrument opleveren waar goed en duidelijk mee te werken valt. Aan de hand hiervan kan dan een intern beleid worden opgesteld om het verbruik en dus ook de kosten terug te dringen. Hierbij zal uiteraard ook de nodige aandacht worden besteed aan de toepassingsmogelijkheden van duurzame energiebronnen.
BIM- Programma Borsele
7
5. Monitoren middels MKB-milieubarometer Vorig jaar is begonnen met het inventariseren van de milieurelevante gegevens van het gemeentehuis. Deze gegevens zijn allen ingevoerd in het softwaresysteem de ‘MKBmilieubarometer’. Met dit systeem kan precies worden berekend wat bijvoorbeeld de milieukosten per werknemer of per vierkante meter oppervlak gebouwinhoud is. Ook in de komende jaren zal deze inventarisatie plaatsvinden. Zodat er een jaarlijkse vergelijking kan worden gemaakt. Aangezien de andere Zeeuwse overheden ook met de milieubarometer werken zullen ook de gemeentelijke resultaten vergeleken worden. 6. Monitoren middels MKB-milieubarometer (werkplaats) Afhankelijk van de resultaten van de monitoring/benchmark bij de gemeentelijke gebouwen zal worden bekeken of er ook een monitoring opgezet wordt voor de gemeentelijke werkplaats in Heinkenszand. Mogelijk kan hiermee een soort van digitaal logboek op worden gezet waar alle milieugegevens van de werkplaats in worden verwerkt. Op deze manier heeft het ook vanuit efficiëntie een grote meerwaarde. 7. Voorlichting personeel Nieuw en tijdelijk personeel zal bij de introductie worden ingelicht over de relevante BIMonderwerpen. 8. BIM-tips Middels de ideeënbus of via e-mail kunnen werknemers van de gemeente tips doorgeven met betrekking tot bedrijfsinterne milieuzorg. De BIM-coördinator zal de tips in ontvangst nemen en beoordelen. Deze beoordeling vindt plaats op uitvoerbaarheid, kosten, terugverdientijd, is het vernieuwend, wat is de milieubesparing, etc. Wanneer een tip uitvoerbaar blijkt te zijn zal hier ook voor worden gepleit bij de verschillende betrokken afdelingen. Daarnaast zal een uitvoerbaar idee worden beloond met een BIM- taart. 9. Jaarlijkse fietsactie Al een aantal jaar nemen de Borselse ambtenaren deel aan de landelijke fietsactie. Werknemers van de gemeente voorkomen, door met de fiets naar het werk te komen, CO2 uitstoot. Daarnaast schenkt de gemeente €0,01 per gefietste kilometer aan het goede doel. In 2004 is, in heel Nederland, €100.000,- bij elkaar gefietst. Hiermee worden projecten in derde wereldlanden mee ondersteund. Ook in de toekomst zal dit project doorlopen. 10. Regionale BIM/Energiewerkgroep. Binnen het samenwerkingsverband zijn zoals bekend allerlei werkgroepen gevormd. Deze werkgroepen bespreken specifieke marktontwikkelingen, trends, lopende projecten samenwerkingsmogelijkheden, etc. In het verleden zijn hier projecten als ‘BIM op scholen, en de Ecokit uitgekomen. Het gaat hier vaak om projecten waar een stukje educatie wordt gecombineerd met het verkrijgen van financiële en milieutechnische winst. Ook in de komende jaren zullen er weer projecten naar voren komen. Wanneer een nieuw project zich voordoet zal worden beoordeeld of de gemeente Borsele hieraan deelneemt. Borsele is voorzitter van deze werkgroep en zorgt dus voor het actief blijven van de werkgroep. Daarnaast zorgt de voorzitter voor een jaarverslag en een jaarprogramma. 11. Verscherpen van de EPC met 4-8% bij nieuwbouw De EPC is de coëfficiënt die de energieprestatie van een woning of utiliteitsgebouw aangeeft. Deze wordt berekend op basis van de gebouweigenschappen, de gebouwgebonden installaties en een gestandaardiseerd bewonersgedrag. In de Energie Prestatie Normen staat aangegeven hoe de EPC van een woning of een utiliteitsgebouw moet worden berekend. De bestaande EPC-normen staan genoemd onder art. 228a en verschillen naar gelang de functie van het gebouw. BIM- Programma Borsele
8
12. Toepassen van kostenneutrale energiemaatregelen Bij toekomstige renovaties zal worden geïnventariseerd welke energiemaatregelen er kunnen worden genomen. Daarbij wordt ook onderzocht wat de terugverdientijd van de verschillende aanpassingen zou zijn. Doel is om alle kostenneutrale toepassingen ook daadwerkelijk toe te gaan passen. Hiertoe zal medio 2005 een lijst worden opgesteld waar alle geplande ver- en nieuwbouwplannen van 2005-2008 in worden beschreven. Naar aanleiding van deze plannen zal worden gekeken naar de mogelijkheden van duurzame/energiezuinige maatregelen 13. Actief inkoopbeleid De energiemarkt is op dit moment vrij dynamisch. Mede door de vrije markt kunnen er verschuivingen in vraag en aanbod plaats gaan vinden. Mogelijk zelfs in de verschillende bronnen van energie. Op dit moment is deze verschuiving al een beetje zichtbaar. Enerzijds een idealistische afweging maar aan de andere kant een ook een commerciële. In de toekomst zal dit ook steeds meer een financiële afweging gaan worden. Kijk maar naar de discussie rond de aankoop van groene stroom. In de toekomst zullen deze discussies hoogstwaarschijnlijk alleen maar toenemen. Daarnaast zal de prijs van stroom stijgen. Het is daarmee des te interessanter om naast het besparen van energie voor een gedeelte van je eigen stroomvoorziening te gaan zorgen. In de BANS-regeling is dan ook de doelstelling opgenomen om 40% van het eigen energieverbruik door duurzame energiebronnen te laten dragen. 14. Energietechnische maatregelen met een terugverdientijd >5 jaar Overeenkomstig de voorschriften uit de Wet Milieubeheer is het mogelijk om een bedrijf te vragen om de maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar ook daadwerkelijk te realiseren. Uit het onderzoek naar de energiebesparingmogelijkheden, uit punt vier, komen deze maatregelen gedeeltelijk naar voren. Naast gemeentelijke gebouwen zal er voor dit onderwerp namelijk ook worden gekeken naar onderwerpen als openbare verlichting, pompen, installaties etc. Uiteindelijk zullen deze maatregelen wederom in onderhoudsplannen en dergelijke moeten worden opgenomen. 15. Innovatief voorbeeldgebouw Het realiseren van een innovatief voorbeeldgebouw biedt vele mogelijkheden maar heeft ook zijn negatieve kansen. Zo zal er van te voren goed moeten worden beoordeeld wat voor gebouw er wordt gekozen. Wat de mogelijke meerkosten zijn en hoe deze meerkosten ten opzichte van de terugverdientijd staan. Daarnaast is het de vraag wanneer hier het beste mee gestart kan worden. Zo is een gebouw dat nu in theorie als innovatief bestempeld kan worden over vijf jaar waarschijnlijk niet meer zo innovatief van aard. Wij zijn namelijk een van de vele gemeenten die dit onderwerp in hun beleid hebben verwerkt. Daarnaast zou het natuurlijk een meerwaarde voor het project hebben als het gebouw een maatschappelijke meerwaarde vormt. Mogelijk in educatief opzicht.
BIM- Programma Borsele
9
3.1. Nadere toelichting BANS- onderwerpen De doelstellingen 11 t/m 15 komen rechtstreeks voort uit de BANS-regeling. In de regeling wordt elke doelstelling ondersteund door een aantal taakstellingen, die uiteindelijk moeten leiden tot het behalen van de doelstelling. Hieronder zullen de taakstellingen schematisch worden weergegeven. Om de uitvoering van deze doelstellingen te verwezenlijken zal per onderwerp uit het thema een projectblad worden opgesteld. Hierin zullen onder andere de kosten, partners intern en extern, looptijd van het project etc. worden opgenomen. EPC 4-8% aanscherpen bij nieuwbouw: Inventarisatie van nieuw te bouwen gebouwen binnen de gemeente. Opties voor energiebesparingsmaatregelen onderzoeken. Nagaan wat de consequenties van een verscherpte EPC zijn (terugverdientijd, investeringskosten, etc). Besluitvorming over te nemen maatregelen. Opnemen in programma van eisen, jaarplannen. Communicatie over de gemeentelijke aanscherping richting bouwpartijen en publiek. Bij renovaties toepassen van Nationaal Pakket Duurzame Utiliteitsbouw (NPDU): Aanschaf en kennisopbouw over het pakket NPDU. Inventarisatie van de renovatieplannen binnen de gemeente. Afwegen consequenties. Besluitvorming en implementatie. Inkoop van duurzame energie: Minimaal 40% van het gemeentelijke energieverbruik afkomstig van duurzame energiebronnen. Participeren in het VZG traject inkoop van energie (elektra en gas). Doelstellingen in relatie brengen tot ontwikkelingen in de energiemarkt. Communicatie over het aandeel duurzame energie naar het publiek. Energiebeheer: Inventarisatie gebouwen met een significant energieverbruik. Selectie energiemonitoringssysteem. Opleiden van energiecoördinator t.b.v. registratiesysteem. Implementatie. In beeld brengen energieverbruik, (rapporteren aan college). Communicatie naar het publiek d.m.v. een afleesbaar monitoringsysteem in het gemeentehuis. Monitoringsgegevens evalueren met gebouwenbeheerders. Uitvoeren van alle energiemaatregelen met een terugverdientijd van <5 jaar bij renovaties: Inventariseren mogelijkheden van openbare verlichting. Inventarisatie overige pompen, installaties. Taakstellingen vastleggen in beleid. Opnemen in onderhoudsplannen. Kennisontwikkeling via nationaal pakket Grond Weg en Waterbouw. Realiseren van een innovatief voorbeeldgebouw: Vaststellen van de ambitie en selectie van een te bouwen gebouw als innovatief voorbeeld project. Besluitvorming Opstellen van een plan van aanpak en implementatie van het project. BIM- Programma Borsele
10
Bijlage 1.
Voorbeeld projectblad
Projectblad: Energiebeheer Trekker project: Gebouwenbeheerder. Intern betrokkenen: Gebouwenbeheerder, energiecoordinator, hoofd interne zaken. Extern betrokkenen: Mogelijk adviesbureau t.b.v. energiescan Doelstellingen: - Inventarisatie gebouwen met significant energieverbruik; - Selectie energiemonitoringssysteem; - Opleiden energiecoördinator/gebouwenbeheerder t.b.v. registratiesysteem; - Implementatie; - Terugkoppelen/ evalueren metingen en bespreken overschrijdingen; - In beeld brengen energieverbruik en mogelijke besparingen; - Periodieke rapportage aan college; - Communicatie over energieverbruik naar publiek; Middelen: Voor het gemeentehuis kan gebruik worden gemaakt van de MKBmilieubarometer. Hier worden de jaarlijkse verbruiken al gemonitoord. Om dit te intensiveren naar bijvoorbeeld een wekelijks/maandelijks verbruik kunnen we hier zelf een systeem voor opzetten. Hier is ook de aansluiting met de toekomstige eisen voor utiliteitsbouw in terug te vinden. In de toekomst zullen o.a. overheidsgebouwen namelijk van een, voor het publiek, afleesbaar, meetinstrument moeten zijn voorzien. Voor de overige gemeentelijke gebouwen, zoals scholen, zullen we zelf een monitoringssysteem opzetten dat vergelijkbaar is met de MKB-milieubarometer. Tijdspad: Het streven is om in 2005 alle verbruiken van de afgelopen 2 jaar in kaart te hebben. Vervolgens zal dit gemonitoord worden. Vervolgens zal aansluiting worden gezocht met andere projecten uit de menukaart. Zoals de communicatie naar de burger middels een afleesbaar monitoringssysteem in het gemeentehuis. Tijdsbesteding planperiode: Planjaar Tijdsbesteding
2005 75 uur
2006 20 uur
2007 15 uur
2008 15 uur
Externe kosten: Mogelijk een energiescan een thermografisch onderzoek of een energiebesparingplan.
BIM- Programma Borsele
11