Nieuwsflitsen TWEEDE JAARGANG | JULI 2014 | NR 3 Zoals u in de vorige nieuwsflits (nr. 2 van juni 2014) heeft kunnen lezen, was er op donderdag 15 mei 2014 een informatiebijeenkomst voor ouders en leerkrachten over passend onderwijs en de ontwikkelingen van Amstelronde. De vragen die toen door de aanwezigen zijn gesteld, hebben we in nieuwsflits nr.2 beantwoord. De belangstelling voor die bijeenkomst was zo groot dat de directie van Amstelronde een tweede informatieavond heeft georganiseerd op donderdag 5 juni 2014. De belangstelling was opnieuw zeer groot en ook toen zijn er vragen gesteld. Sommige van die vragen zijn op de avond zelf beantwoord maar de meeste zijn blijven liggen. Beloofd is om voor de zomervakantie alle deelnemers maar ook alle scholen van Amstelronde de antwoorden op deze vragen te sturen. In het vervolg van deze nieuwsflits, treft u de vragen en antwoorden aan. Voor meer info: www.Amstelronde.nl
Beantwoording vragen informatieavond Amstelronde passend onderwijs 5 juni 2014 Op 5 juni 2014 was er een tweede informatiebijeenkomst voor ouders en leerkrachten over Passend onderwijs en over de manier waarop Amstelronde passend onderwijs 1 invulling geeft aan dit beleid. In het tweede deel van de avond was er gelegenheid tot het stellen van vragen. Hieronder zijn de ruim 40 vragen verzameld en voorzien van een antwoord. De antwoorden zijn geformuleerd met de ‘kennis van nu’. Passend onderwijs is blijvend in ontwikkeling, ook binnen Amstelronde. 1. Is er een leerlingenmaximum per klas? Antwoord: De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs ligt rond de 23 leerlingen, maar op dat getal valt veel af te dingen. Het gemiddelde wordt namelijk berekend op basis van het geld dat een school via de lumpsum krijgt. Die lumpsum is mede gebaseerd op het aantal leerlingen per leerkracht. Zo ontvangt een school 0,0595 FTE leerkracht per leerling onderbouw en 0, 0414 FTE leerkracht per leerling bovenbouw. Hier moeten deels ook directie 1
Amstelronde passend onderwijs is het samenwerkingsverband van ruim 45 scholen, dat verantwoordelijk is voor beleid en organisatie van Passend onderwijs voor de scholen van primair onderwijs in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, OuderAmstel en Uithoorn
WWW.AMSTELRONDE.NL
(daar is ook een directietoeslag voor) en onderwijsondersteunend personeel uit worden betaald. Schoolbesturen mogen het geld uit de lumpsum naar eigen inzichten inzetten. De één zet zijn geld in voor meer ondersteuning in en om de klas, de ander kiest voor kleinere klassen. Het is daarom ook lastig om een landelijk gemiddelde groepsgrootte te geven, aangezien de grootte van een klas sterk afhankelijk is van het beleid op school. In werkelijkheid bepaalt het type kinderen op een school en de visie van de school op onderwijs eigenlijk hoe groot een klas is. 2. De leerkracht kan gebruik maken van een ‘netwerk’. Wordt de ouder als eerste benaderd? En een vergelijkbare vraag: De leerkracht signaleert. Vaak signaleert de ouder al eerder een probleem. Wanneer wordt de ouder erbij betrokken (en naar geluisterd)? Antwoord: Ouders zijn erg belangrijk en het contact met ouders wordt door de meeste scholen gezien als een wezenlijke voorwaarde om goed onderwijs te kunnen bieden aan uw kind. Scholen zullen dan ook snel met ouders contact zoeken, zeker als het vragen betreft over de ontwikkeling van uw kind of de voortgang en vorderingen wat betreft het onderwijs aan uw kind. Overigens bent u als ouder ook zelf in de gelegenheid om bij de leerkracht of directeur van de school uw vragen over het onderwijs aan uw kind voor te leggen. 3. Is er controle of de leerkracht de verandering kan managen? Antwoord: Deze controle vindt allereerst op het niveau van de school zelf plaats. De directie van de school heeft onder meer tot taak om te controleren over leerkrachten voldoende kwaliteit in huis hebben om datgene te doen waarvoor ze zijn aangesteld. Als daar iets aan schort is de directie van de school (in overleg met het schoolbestuur) in de eerste plaats verantwoordelijk om door scholing en professionalisering van leerkrachten ervoor te zorgen dat de kwaliteit goed is. Vanuit de overheid wordt de kwaliteit van scholen bewaakt door de onderwijsinspectie. Zij beoordelen regelmatig de kwaliteit van het onderwijs van elke school afzonderlijk. 4. Als mijn school ondermaats presteert in passend onderwijs bieden; waar klop ik dan aan? Antwoord: Zie het antwoord op de vorige vraag. In eerste instantie is de schooldirectie daarvoor het eerst aangewezen aanspreekpunt. Indien dat onvoldoende oplevert kunt u zich wenden tot de MR (medezeggenschapsraad) van de school. Zij zijn het medezeggenschapsorgaan van de school en houden zich ook bezig met de kwaliteit van het onderwijs op de school. Ook kunt u terecht bij het schoolbestuur (bevoegd gezag) van de school met uw vragen hierover. 5. Is een school een beetje dom wanneer er veel ‘zorgleerlingen’ geaccepteerd worden? Antwoord: Het beleid van Amstelronde en van veel schoolbesturen is dat een school een afspiegeling dient te zijn van de buurt waarin de school staat. Het is prettig als kinderen naar school kunnen vlakbij waar ze wonen. Dat betekent dat scholen per definitie van elkaar verschillen zowel wat betreft populatie als wat betreft wat ze aan kunnen c.q. te bieden hebben op het gebied van ondersteuning van kinderen. Er zijn scholen waar meer ‘zorgleerlingen’ zitten dan op andere scholen. Daarnaast hebben scholen zorgplicht en sommige scholen vatten dit op door in principe alle kinderen die zich melden ook aan te nemen. Feitelijk betekent zorgplicht niet anders dan dat een school ouders ondersteunt bij het zoeken naar de meest passende onderwijsplek, zo mogelijk op de school zelf of anders op een andere school in de buurt. 6. Wie mag een ondersteuningsteam aanvragen voor een kind? Ouders ook? En wie bepaalt vervolgens dat het ondersteuningsteam er dan ook komt? Antwoord: Als school (leerkracht, ib, directie) er in overleg met ouders over de vragen hun kind niet uitkomt dan is de volgende stap om een ondersteuningsteam te organiseren.
WWW.AMSTELRONDE.NL
2
Ouders kunnen die mogelijkheid ook zelf aangeven, alleen ook de school zal dit dan ook noodzakelijk moeten vinden. Het zou zo moeten zijn dat een ondersteuningsteam gezien wordt als een mogelijkheid om een volgende stap te zetten en antwoorden te krijgen op vragen die voorheen niet beantwoord konden worden. Voor alle partijen levert het organiseren van een ondersteuningsteam dan een win-win situatie op. 7. Wat als het ondersteuningsteam het niet met elkaar eens is? Antwoord: Dat kan voorkomen en als dat hardnekkig is dan zullen andere wegen bewandeld worden. Te denken valt aan: onafhankelijk voorzitter die met (deelnemers van) het ondersteuningsteam (opnieuw) in overleg gaat maar ook zijn hierin vormen van mediation denkbaar. 8. Wat zijn de voordelen voor het pedagogisch klimaat wanneer er in het reguliere bao meer kinderen komen met gedragsproblematiek? Antwoord: Er komen in principe niet meer kinderen met gedragsproblematiek in het reguliere basisonderwijs. De kinderen die het betreft zitten al in het reguliere basisonderwijs of in het speciaal basisonderwijs of in het speciaal onderwijs. Meer algemeen gesteld is het zo dat meer diversiteit in een klas en op een school voordelen oplevert voor de kwaliteit van leren en het pedagogisch klimaat. Kinderen zullen daarin meer dan op een school waar minder diversiteit is, leren dat kinderen veel van elkaar verschillen. Dit biedt mogelijkheden om een sterk pedagogisch klimaat te scheppen waarin iedereen tot optimaal leren komt. 9. Hoe zit het met de aanname van een kind, kun je weigeren als school? Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 5. Scholen kunnen een kind weigeren maar een school heeft wel zorgplicht (zie antwoord op vraag 5). 10. Wat te doen wanneer ouders consequent blijven weigeren hun kind te laten plaatsen op een SBO/SO school? Antwoord: zie ook het antwoord op vraag 7. We streven ernaar om in het ondersteuningsteam overeenstemming te bereiken over wat een kind nodig heeft op basis van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte die zijn vastgesteld. Soms kan het lang duren voordat ouders accepteren dat een SBO/SO school de meest passende onderwijsplek is voor hun kind. 11. Rugzak kind verlaat in 2015 de basisschool; wat voor ondersteuningsplan hebben de VO scholen? Antwoord: Voor het voortgezet onderwijs (VO) geldt ook Passend onderwijs. Dat betekent dat een VO school waar een kind met extra ondersteuning (want de rugzak bestaat niet meer) naar toe gaat ervoor moet zorgen dat dit kind de beste ondersteuning krijgt die het nodig heeft. Zorgplicht geldt dus ook hier. Het samenwerkingsverband VO heeft een eigen ondersteuningsplan waarin beschreven staat hoe hiermee omgegaan wordt. 12. Is er bij Amstelronde bekend dat veel schooluitval op VO is gelinkt aan het gebrek aan Passend onderwijs aan de bovenkant op het basisonderwijs? Antwoord: Dat is bij Amstelronde niet bekend. Bekend is wel dat er veel oorzaken kunnen zijn waarom er een relatief hoge schooluitval is op het VO. 13. Is er een doorgaande lijn naar het voortgezet onderwijs (middelbare school)? Antwoord: In de overgang van het PO naar het VO is er een overdracht (soms zelfs een zogenaamde ‘warme overdracht’). De basisschool heeft contact met de school voor VO, zeker in die gevallen dat er sprake is van extra ondersteuning van een kind op de basisschool. De bedoeling is dat deze doorgaande lijn wordt voortgezet in het voortgezet onderwijs.
WWW.AMSTELRONDE.NL
3
14. Hoe gaat de overgang naar het VO? Is nu al zorgwekkend! Is er overleg van Amstelronde met het VO? Antwoord: zie ook het antwoord op vraag 13. Er zijn afspraken tussen Amstelronde en het samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden. Er is ook overleg om afspraken nader op elkaar af te stemmen. 15. Blijft bij VSO Lwoo bestaan? Is passend onderwijs ook bezig met vervolgonderwijs na SBO/SO? Antwoord: Lwoo (leerwegondersteunend onderwijs) blijft vooralsnog (2014 – 2015) bestaan. Passend onderwijs geldt ook voor het voortgezet onderwijs (zie antwoorden op vragen 13 en 14). 16. Hoe zit het met de veiligheid in een klas als daar meerdere 3 en 4 cluster kinderen in zitten? Antwoord: Zie ook de antwoorden op de vragen 5 en 8. Het ligt niet voor de hand dat er meerdere cluster 3 en 4 kinderen in een klas zitten. Dat is nu niet het geval en in de toekomst zullen er ook niet meer kinderen met extra ondersteuning met deze onderwijsbehoefte bij komen. 17. Er komt een loket? Wanneer? Door wie bemand? Wanneer en met wat ga ik naar het loket en wanneer naar school? Antwoord: met ingang van het schooljaar 2014 – 2015 is er een onderwijsloket. Dit zal bereikbaar zijn via telefoon en via email. In principe zoeken scholen (intern begeleiders, directeuren) contact met het onderwijsloket. Ouders kunnen daar in principe ook aankloppen maar het eerste aanspreekpunt voor ouders is de school van hun kind. 18. Zitten er regels waaraan je het geld moet besteden binnen het ondersteuningsplan? Vb school stopt al het geld in het maken van een +klas of we stoppen al het geld in onderwijsassistenten? Antwoord: Alle scholen moeten voldoen aan de basiskwaliteit van de inspectie (basisarrangement) en ook hebben scholen afgesproken te voldoen aan de basisondersteuning (netwerkschool) met als ambitie (in 2018) dat 80% van de scholen een ‘smalle ondersteuningsschool’ zal zijn. Daarvoor zijn de ondersteuningsmiddelen die ze ontvangen vanuit Amstelronde bestemd. Daarnaast zijn scholen (schoolbesturen) autonoom om de middelen die hiervan over zijn te besteden aan zaken die te maken hebben met (aanvullende) extra ondersteuning en dat kan zijn een +klas of onderwijsassistenten, afhankelijk van de missie en visie en het onderwijsconcept van de school. 19. Voorlopig elk kind evenveel geld; en daarna? Waarom lost deze herverdeling het probleem van toename van kinderen met extra zorg op? (zie 1e grafiek) Antwoord: De middelen per kind nemen toe vanaf 2015 – 2020. Er wordt geen toename verwacht van kinderen met extra zorg. De verwachting is dat we komende jaren meer middelen kunnen inzetten om ongeveer evenveel ondersteuningsvragen als nu, te kunnen beantwoorden. 20. Door vertraging bij de VIA vorig jaar kreeg een groep kinderen na 1-10-13 een rugzakje en daardoor komend jaar niet meer, buiten eigen schuld dus. Is coulance voor hen mogelijk? Antwoord: Nee dat is niet mogelijk. Er zijn meer kinderen die na 1-10-2013 nog een rugzak hebben gekregen. Voor deze kinderen met een rugzakje geldt dat ze niet vallen onder de compensatieregeling rugzakken 2014 – 2015 van Amstelronde. Dus deze scholen ontvangen niet het schooldeel van de rugzak maar wel kan aanspraak gemaakt worden op de inzet van ambulante begeleiding vanuit cluster 3 of 4.
WWW.AMSTELRONDE.NL
4
21. Hoe kan een IB-er nu een arrangement aanvragen voor komend schooljaar voor een kind dat geen rugzakje meer krijgt. Als ouder is de situatie erg onzeker. Antwoord: De intern begeleider organiseert samen met de onderwijsspecialist Amstelronde (Amstelrondespecialist) een ondersteuningsteam, waarin ouders en eventueel andere deskundigen uitgenodigd worden. Het ondersteuningsteam bepaalt op basis van het groeidocument de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van het kind en bepaalt wat nodig is (arrangement) en stelt dit met elkaar vast. 22. Naast het bedrag dat je per leerling als school krijgt, ontvang je ook de middelen voor de zorgleerlingen (dus voor de rec 3 en rec 4 leerlingen). Indien nodig? Antwoord: Scholen ontvangen een bedrag per leerling en dat is voor 2014-2015 €100,- per leerling. Dat loopt de komende jaren op naar ongeveer € 165,- per leerling. Daarvan financieren scholen dat wat nodig is voor de extra ondersteuning van kinderen. De huidige regeling leerlinggebonden financiering (rugzak) stopt per 1 augustus 2014. Het samenwerkingsverband ontvangt per die datum de middelen die horen bij het zogeheten ‘schooldeel’ van de rugzak. Binnen Amstelronde is voor de overgang naar het nieuwe systeem voor 2014 – 2015 een compensatieregeling rugzak afgesproken. Dit betekent dat scholen (schoolbesturen) voor kinderen met een rugzakje cluster 3 of 4, die op school zaten op 1-10-2013 en nog steeds op school zitten op 1 augustus 2014 (en bij ongewijzigd beleid ook nog een geldende rugzak zouden hebben), het schooldeel van de rugzak doorbetaald krijgen door Amstelronde. Het deel ambulante begeleiding (AB) van de rugzak blijft komend jaar nog in tact. De middelen voor de personeelskosten voor AB gaan in 2014-2015 nog naar de SO schoolbesturen waar AB in dienst is. Met ingang van 2015-2016 komen deze middelen ook naar het samenwerkingsverband en die heeft de verplichting om deze middelen her te besteden bij het SO voor de inzet van dit personeel. 23. Wie neemt de taak plus expertise over van de ambulant begeleider op school? Antwoord: Het komende jaar blijft de ambulant begeleider (AB) nog gewoon werkzaam en er kan gebruik gemaakt worden van deze expertise vanuit cluster 3 en 4. Zie ook het antwoord op vraag 22. 24. Is er een maximaal percentage aan SBO kinderen die op een basisschool mag komen? Antwoord: In passend onderwijs gaan we steeds meer uit van het denken in onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van kinderen. Dat betekent dat bovenstaande vraag niet te beantwoorden is. Gekeken wordt naar wat een kind nodig heeft (onderwijs- en ondersteuningsbehoefte) en de school kijkt of zij de benodigde (extra) ondersteuning kan bieden op de eigen school. En wat eventueel nodig is om dat wel te kunnen. Ook kan de conclusie zijn dat de school het niet kan bieden en dat het kind de beste ondersteuning krijgt in het SBO. 25. Kan budget voor scholen ook gebruikt worden voor onderwijsassistenten of andere permanente begeleiders? Antwoord: dat bepaalt de school zelf. In het ondersteuningsteam op school (ouders, leerkracht, IB, directie en Amstelrondespecialist) wordt op grond van de in kaart gebrachte onderwijs- en ondersteuningsbehoefte (middels het groeidocument) wat nodig is. Dit kan extra handen zijn in de vorm van onderwijsassistenten of andere begeleiders. 26. Kinderen die nu op het SO zitten, blijven daar. Geldt dat ook voor het SBO? Antwoord: Ja dat geldt in principe ook voor het SBO. Er zal wel steeds meer gekeken worden of het nog steeds nodig is dat een kind gebruik maakt van SO of SBO. 27. Leidt voorgestelde werkwijze niet tot versnippering? Elke keer wiel uitvinden voor docenten per school.
WWW.AMSTELRONDE.NL
5
Antwoord: Vanuit het samenwerkingsverband heeft de Amstelrondespecialist een goed overzicht van datgene wat op de scholen in de kern en in het hele gebied door afstemming met de collega Amstelrondespecialisten, aan arrangementen wordt bedacht en afgesproken. De voorgestelde werkwijze maakt het mogelijk dat er veel maatwerk mogelijk is. 28. Hoe worden docenten gespecialiseerd op dit gebied van kids met beperkingen? Antwoord: In de voorbereiding naar Passend onderwijs zijn veel scholen al enige tijd bezig om op een andere manier te gaan kijken naar kinderen. Deze andere manier van kijken naar kinderen vindt onder meer plaats door ‘handelingsgericht werken’. Hierbij wordt niet gekeken naar ‘wat een kind heeft’ maar meer naar ‘wat een kind nodig heeft’. Wat zijn de onderwijsen ondersteuningsbehoeften van dit kind en wat is er voor nodig om daaraan tegemoet te komen. Het is een geleidelijk proces waarbij leerkrachten eigenlijk weer met nadruk gewezen worden op hun uiteindelijke opdracht. Namelijk goed kijken naar kinderen en op basis daarvan nagaan wat het onderwijs moet bieden om daaraan tegemoet te komen. De leerkracht doet er toe. 29. Op de website van Amstelronde en de informatie die u vanavond geeft, zit geen concreet beeld hoe passend onderwijs wordt gerealiseerd voor hoogbegaafde kinderen? Antwoord: Passend onderwijs gaat over de aanvullende onderwijsbehoeften van alle kinderen dus het gaat ook over kinderen die hoogbegaafd zijn. Als de onderwijsbehoeften liggen op het gebied van hoogbegaafdheid dan zal de school daarop een aanbod organiseren. In het ondersteuningsteam zal de vraag van het kind (en de ouders) aan de orde komen en nader worden onderzocht. Gekeken zal worden of de school hierop zelf de ondersteuning kan bieden of dat er iets anders nodig is (bijvoorbeeld door samenwerking met andere scholen of de inzet van expertise op dit gebied van elders). Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van het ondersteuningsbudget van de school. Vanaf 1 augustus 2015 komen er vanuit overheidswege extra middelen beschikbaar voor samenwerkingsverbanden om passend onderwijs (meer) mogelijk te maken voor de doelgroep ‘hoogbegaafde’ kinderen. In 2014 – 2015 zal er binnen Amstelronde in overleg met de scholen en de schoolbesturen nagedacht worden om te komen tot een plan van aanpak hoe deze middelen adequaat en efficiënt ingezet kunnen worden. 30. Er verandert veel en er blijft veel veranderen. Hoe blijven we op de hoogte? Kunnen we ons inschrijven voor een soort nieuwsbrief met actieve infovoorziening vanuit Amstelronde? Antwoord: Scholen worden regelmatig geïnformeerd via zogeheten ‘Nieuwsflitsen’ die ze vanuit Amstelronde ontvangen. Deze informatie is ook bedoeld voor ouders en andere belangstellenden. Verder is de website beschikbaar (www.amstelronde.nl) en deze site wordt de komende tijd verder gevuld en zal ook recente informatie bevatten zodat scholen, ouders en andere belangstellenden goed geïnformeerd blijven. 31. Kunnen wij een mail ontvangen met deze presentatie? Antwoord: Als het goed is heeft elke deelnemer aan deze bijeenkomst korte tijd na deze informatieavond de presentatie digitaal ontvangen. Zo niet laat het ons dan weten via:
[email protected] dan sturen we de presentatie alsnog toe. 32. Wie zijn de bestuurders en overige functionarissen van Amstelronde, de MR en de OPR? Hoe worden ze geselecteerd? Door wie? Wat zijn de criteria? Kan je je als ouder aanmelden voor functies? Antwoord: Het bestuur van Amstelronde bestaat uit vijf bestuursleden (een schoolbestuurder per gemeente en een bestuurder vanuit SBO/SO), de namen van deze functionarissen zullen binnenkort op de site komen. Ook die van de leden van de OPR (Ondersteuningsplanraad). Deze bestaat uit tien leden: per gemeente (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel, Uithoorn) een ouderlid en een personeelslid. Als ouder kun je je aanmelden voor de oudergeleding van
WWW.AMSTELRONDE.NL
6
de OPR als er een vacature ontstaat in een bepaalde kern. Dit zal kenbaar worden gemaakt via een brief die via de MR van de scholen bij ouders komt. Amstelronde heeft nog geen MR. Deze is overigens alleen toegankelijk voor personeelsleden van Amstelronde. Aangezien we pas per 1 augustus 2014 meer dan 2 medewerkers in dienst hebben, is er nu nog geen MR. Als ouder kun je je aanmelden voor een plaats in de OPR (oudergeleding) 33. Is er een bewaking op de uitvoering van het behandelplan en plaatsing? Vanuit ouders hoor je vaak dat het niet werkt, terwijl de BO overtuigd is van haar aanpak. Antwoord: Als in het ondersteuningsteam, waarin ouders participeren, een besluit is genomen tot een bepaalde aanpak of behandelplan dan wordt dit na enige tijd geëvalueerd ook met ouders en andere betrokkenen. Als ouders niet tevreden zijn zullen zij dat aan de orde moeten stellen bij de school en in overleg met leerkracht, IB en directie nadere afspraken hierover maken. 34. Kinderen die speciale ondersteuning nodig hebben ontvangen dat op de basisschool maar hoe valt dat te regelen op de naschoolse opvang waar ze naar toe gaan? Antwoord: Als die speciale ondersteuning ook moet plaatsvinden op naschoolse opvang dan zal in overleg getreden moeten worden met de leiding hiervan. Gekeken kan worden of en zo ja wat van die speciale ondersteuning ook op de naschoolse opvang kan plaatsvinden. 35. Welk lid van Amstelronde is geschoold in: talentmanagement? Screening, diagnostiek, passend onderwijs aan de bovenkant? Antwoord: Amstelrondespecialisten hebben kennis van bovengenoemde zaken maar zijn in principe niet de aangewezen functionarissen om diagnostiek te verrichten. Daarvoor maakt de school meestal gebruik van de inzet van de schoolbegeleidingsdienst. 36. Hoe worden leerkrachten concreet ondersteund? Antwoord: Dat is zeer uiteenlopend en afhankelijk van wat de leerkracht zelf aangeeft aan ondersteuning nodig te hebben. Dit kan bijvoorbeeld variëren van een collegiaal overleg tot coachingsgesprek na afloop van een observatie, school video interactie begeleiding of coteaching in de klas. Afhankelijk van wat de school aan expertise zelf in huis heeft of eventueel via andere deskundigen (andere basisschool, SBO, SO, ambulante begeleiding, etc.). 37. Wordt voorzien dat er uiteindelijk per samenwerkingsverband of regio ‘objectieve’ criteria worden vastgesteld voor toelating of niet? Antwoord: Nee het is niet de bedoeling dat we naar ‘objectieve’ criteria gaan voor toelating of niet. Aan die situatie komt met de invoering van passend onderwijs juist een einde. Er waren voor de toelating tot het speciaal onderwijs of voor toekenning van een rugzak, landelijke indicatiecriteria vastgelegd. Deze hebben er niet toe geleid dat het aantal plaatsen in het SO of het aantal rugzakjes in het land gelijk verdeeld zijn. Integendeel. 38. Wat zijn precies de taken van de Amstelronde onderwijsspecialist? En Welke specialisaties hebben de Amstelrondespecialisten? En: Waaraan voldoet de Amstelrondespecialist? Antwoord: Er is een uitgebreide functiebeschrijving van de Amstelrondespecialist opgesteld en deze is ook bij de werving van de kandidaten gebruikt en heeft toen enige tijd op de site gestaan. 39. Alle kinderen krijgen budget maar wie bepalen welke kinderen gebruik kunnen maken van dit budget? Antwoord: Als school of ouders zorgen hebben om een kind en denken dat er iets meer zou
WWW.AMSTELRONDE.NL
7
moeten gebeuren dan gemiddeld dan kan school in overleg met ouders zelf over dit budget beschikken om te gebruiken voor de inzet van (extra) ondersteuning. Als school of ouders daar zelf niet uitkomen of de vraag ingewikkeld is voor de school dan wordt een ondersteuningsteam georganiseerd met ouders, leerkracht, IB, directie, Amstelrondespecialist en eventuele andere deskundige(n). Zij bepalen op grond van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van het kind en op grond van wat in het groeidocument is beschreven wat nodig is (arrangement). Voor de realisering van dit arrangement kan budget nodig zijn. Dit wordt in principe betaald uit het eigen ondersteuningsbudget van de school. 40. Gezegd werd: niet alle scholen kunnen alle zorg leveren. Komt er vanuit Amstelronde een ‘menukaart’ van scholen die inzicht geeft in wie waarin wel goed is? Antwoord: Die menukaart is er al. Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel. Daarin beschrijven ze wat ze kunnen bieden aan (extra) ondersteuning. Daarin geven scholen ook aan wat hun ambitie is en wat ze op dit moment (nog) niet kunnen c.q. waar hun grens ligt. Een profiel van een school kan veranderen, bijvoorbeeld omdat er wisselingen zijn van het personeel en mensen met veel ervaring op een bepaald gebied niet meer werkzaam zijn. Scholen zullen hun schoolondersteuningsprofiel dus regelmatig aanpassen aan de geldende realiteit. 41. Komen er specialisaties op het gebied van ondersteuning bij de basisscholen? Antwoord: Het beleid van Amstelronde is er niet op gericht om scholen te krijgen die zich gaan specialiseren, bijvoorbeeld een school voor dyslectische kinderen, voor kinderen die hoogbegaafd zijn of kinderen met autisme. Eigenlijk krijg je dan weer vormen van speciaal onderwijs en dat staat haaks op thuisnabij organiseren van goed onderwijs. We streven ernaar dat scholen een ‘smalle ondersteuningsschool’ worden dat betekent dat ze een vrij grote range aan verschillende onderwijsbehoeften op een goede manier aan kunnen. 42. Komt er op alle scholen ook eindelijk hulp van specialisten op/in school tijdens schooltijd (logopedie, ergotherapie, fysiotherapie, etc)? Antwoord: Scholen kunnen met de eigen ondersteuningsmiddelen en afgestemd op wat nodig is voor de onderwijsbehoefte van kinderen veel organiseren. Daar zijn natuurlijk ook grenzen aan. Het onderwijs heeft in principe geen geld voor logopedie, ergotherapie en fysiotherapie. Het onderwijs wordt betaald door de Rijksoverheid om goed onderwijs te geven en daarvoor is het geld bedoeld. 43. Hoe weet ik wie er in het ondersteuningsteam van onze BO zit? Bijvoorbeeld wie is de Amstelrondespecialist? Antwoord: Dat kunt u navragen op uw school. Daar weet men ook de naam van de Amstelrondespecialist die actief is in de kern waar uw school zich bevindt. 44. Is er voldoende kennis bij de scholen over welke BO geschikt is voor ieder kind? Antwoord: Daarvoor is het onder meer nodig dat scholen niet alleen hun eigen schoolondersteuningsprofiel maar ook dat van andere scholen leren kennen. Dat zal in de komende periode, waarin veel meer dan voorheen het accent komt op samenwerken, steeds duidelijker worden. Scholen zullen in de toekomst elkaar beter kennen, ook inhoudelijk. Zie ook antwoord op vraag 40.
WWW.AMSTELRONDE.NL
8