Ondersteuningsplan1 2014 – 2018 APRIL 2014 Amstelronde passend onderwijs – PO 27-08 Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn
1
Definitief vastgesteld door bestuur Amstelronde passend onderwijs op 1 april 2014
Voorwoord Voor u ligt het concept ondersteuningsplan 2014 – 2018 van Amstelronde passend onderwijs. Dit is de regio die gevormd wordt door de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. In het ondersteuningsplan staat hoe wij passend onderwijs organiseren voor alle leerlingen in de regio Amstelronde. Samen met alle reguliere basisscholen, het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs zorgen we dat iedere leerling naar school kan en het beste onderwijs krijgt dat voor hem of haar nodig is. De scholen binnen Amstelronde werken met elkaar samen om het onderwijs steeds beter te laten aansluiten bij de grote diversiteit aan onderwijsbehoeften van leerlingen. Vanaf het moment dat duidelijk werd dat de regio voor passend onderwijs zou gaan bestaan uit bovengenoemde gemeenten zijn er in bestuurlijke zin voorbereidingen getroffen om te komen tot een nieuw samenwerkingsverband. Op 20 september 2011 vond de eerste gezamenlijke bijeenkomst plaats met alle besturen die scholen voor regulier of speciaal onderwijs hebben in dit gebied. Het zogeheten ‘breed bestuurlijk overleg’ (BBO). De beoogde invoeringsdatum voor passend onderwijs was toen nog 1 augustus 2013. Vanaf 20 september 2011 is er een bestuurlijke voorbereidingsgroep gestart, het ‘dagelijks bestuur’ (DB) bestaande uit twee bestuurders van de samenwerkingsverband Amstelzijde en twee van Amstelland Zuid en de Veenlanden en de beide coördinatoren. Het DB is vanaf september 2011 ongeveer maandelijks bij elkaar geweest. Op 11 mei 2012 kwam de brief van OCW waarin aangegeven werd dat de invoering van passend onderwijs met een jaar wordt uitgesteld en dat invoering plaatsvindt per 1 augustus 2014. Inhoudelijk is in cursusjaar 2011-2012 gewerkt aan een concept hoofdlijnennotitie. Op 18 september 2012 is er voor bestuurders, directeuren en intern begeleiders (IB) een meedenkmiddag georganiseerd waarin naast inhoudelijke thema’s de officiële start van Amstelronde werd gemarkeerd. Vanaf die tijd zijn er twee werkgroepen (bestuurlijke voorbereiding en inhoud en financiën) in het leven geroepen. Op 26 februari 2013 heeft de installatievergadering plaatsgevonden van het bestuur Amstelronde. Daarmee zijn bovengenoemde werkgroepen opgeheven. Er is een voorlopige directie benoemd die gestart is met de opbouw van het concept ondersteuningsplan. De conceptversies in ontwikkeling, zijn vanaf september 2013 voorgelegd aan bestuur, BBO en kernoverleggen Aalsmeer, Uithoorn en de Noord- en Zuid overleggen (zoals georganiseerd in Amstelveen en Ouder-Amstel) en OOGO voorbereidingscommissie en in januari 2014 aan de OPR (Ondersteuningsplanraad). In juni 2013 is de eerste conceptversie van het ondersteuningsplan besproken in het BBO van Amstelronde passend onderwijs. Op 14 januari 2014 is de definitieve concept versie door het BBO goedgekeurd. Op 1 april 2014 zal het bestuur Amstelronde het ondersteuningsplan definitief vaststellen. José Geijsel en Peter Truijens directie Amstelronde passend onderwijs
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 2
Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................ 6 1.1 Het ondersteuningsplan ...................................................................... 7 1.2 Samenhang met andere documenten ................................................... 8 1.3 Planperiode en overgangsperiode ....................................................... 10 1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan ........................... 11 2. Missie en visie ...................................................................................... 12 2.1 Missie van Amstelronde .................................................................... 12 2.2 Visie van Amstelronde ...................................................................... 13 2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen ............................................ 14 2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk middenveld ....................................................................................................................................................... 14 2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen ............................................. 14 2.3.3 Samenwerking met andere domeinen ................................................................ 14 3. Beoogde resultaten passend onderwijs .................................................... 16 3.1 Startsituatie .................................................................................... 16 3.2 Kwalitatieve resultaten ..................................................................... 16 3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen ..................... 20 3.3 Kwantitatieve resultaten ................................................................... 25 4. Inrichting passend onderwijs .................................................................. 27 4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis ........................ 27 4.2 Basisondersteuning .......................................................................... 28 4.3 Extra ondersteuning ......................................................................... 28 4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool ............... 29 4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school ..................................... 30 4.4.2 Ontwikkelingsperspectief ......................................................................................... 31 4.4.3 Deskundigenadvies .................................................................................................... 31 4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) ........................................................................ 32 4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen ..................... 34 4.4.6 Leerlingen uit een andere regio ............................................................................ 35 4.5 Doorgaande lijn ............................................................................... 36 4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen ................................... 36 Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 3
4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen ............................................................ 36 4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs ................... 37 4.5.4 Passend voortgezet onderwijs ............................................................................... 38 4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) .................................................................................... 38 5. Samenwerking met ouders .................................................................... 39 5.1 Ouders als educatief partner.............................................................. 39 5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen .......................................... 39 5.3 Ouders en medezeggenschap ............................................................ 40 6. Organisatie van het samenwerkingsverband ............................................ 41 6.1 Bestuurlijke uitgangspunten .............................................................. 41 6.2 Inrichting van de organisatie ............................................................. 42 6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR) .......................................................... 43 6.4 Personeel ........................................................................................ 44 6.5 Geschillenregeling ............................................................................ 45 7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid .................................. 47 7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten ..................................................... 48 7.2 Organisatie van de samenwerking ...................................................... 48 7.3 Samenwerking met jeugdhulp ........................................................... 48 7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs ............................... 49 7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs ........................... 50 7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs ........................................... 50 8. Kwaliteitsontwikkeling ........................................................................... 52 8.1 Monitoring en evaluatie..................................................................... 52 8.2 Planning- & controlcyclus .................................................................. 54 8.3 Verantwoording ............................................................................... 55 9. Financiën ............................................................................................. 56 9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget............................................ 56 9.2. Meerjarenbegroting ..................................................................... 60 Lijst met afkortingen................................................................................. 65 Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde.................................... 67 Bijlage 1b de netwerkschool ...................................................................... 71 Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool .................................................. 72 Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 4
Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel ................................. 73 Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde ................................................... 74 Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde ................................................. 77 Bijlage 4: Ondertekende instemmingsverklaring…………………………………………………80
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 5
1. Inleiding Op 1 augustus 2014 wordt de wetswijziging passend onderwijs van kracht. Passend onderwijs gaat over alle kinderen en jongeren in de leeftijd tot 23 jaar en heeft betrekking op alle reguliere en speciale onderwijsvoorzieningen die kunnen bijdragen aan een succesvolle schoolloopbaan2. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Zij werken samen in het nieuwe samenwerkingsverband Amstelronde passend onderwijs. De invoering van de gewijzigde wet betekent:
Zorgplicht voor schoolbesturen is van kracht. Veranderde bekostiging van de nieuwe samenwerkingsverbanden gaat van start. Leerlinggebonden financiering (rugzakje) verdwijnt, de huidige samenwerkingsverbanden WSNS en de REC’s worden opgeheven en de verplichte landelijke indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CvI) stopt evenals de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die de beschikking afgeeft voor het Speciaal Basisonderwijs. Middelen voor lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen) en middelen voor preventieve ambulante begeleiding (PAB) en het budget dat nu gebruikt wordt voor het schooldeel van de rugzak, gaan per 1 augustus 2014 naar het samenwerkingsverband passend onderwijs. Middelen voor ambulante begeleiding (AB) gaan één jaar later, namelijk op 1 augustus 2015 over naar het samenwerkingsverband met de verplichting tot her besteding van de middelen aan het speciaal onderwijs voor de inzet van AB, tot 1 augustus 2016.
Alle scholen3 voor regulier en speciaal primair onderwijs in de regio Amstelronde maken deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband. De regiogrens van het nieuwe samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de grenzen van de gemeenten: Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het samenwerkingsverband met nummer PO-2708 heeft de naam: Amstelronde passend onderwijs (hierna: Amstelronde). Het algemene doel van het Amstelronde is om passend onderwijs te organiseren. Passend onderwijs betekent voor Amstelronde: ‘Goed onderwijs voor alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en begeleiding voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel mogelijk, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest adequate wijze wordt gegeven’. Amstelronde krijgt een grote mate van beleidsvrijheid om het onderwijs aan leerlingen zo goed mogelijk in te richten en het daarmee mogelijk te maken aan bovenstaande missie te kunnen voldoen. Het ondersteuningsplan beschrijft de manier waarop Amstelronde zorgt voor een inhoudelijk sterk onderwijsaanbod, voor snelle en adequate hulp en ondersteuning, zo min mogelijk bureaucratie, korte lijnen en een transparante verdeling 2
Referentiekader Passend Onderwijs, http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/referentiekader_pao_versie_def_januari_201 3_0.pdf 3 Met uitzondering van twee particuliere scholen en de reformatorische basisschool de Akker in Amstelveen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 6
van middelen in een organisatorisch en financieel systeem dat het geven van passend onderwijs beloont.
1.1 Het ondersteuningsplan In het ondersteuningsplan staan de afspraken die scholen in deze regio hebben gemaakt met de gemeenten (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn) en het voortgezet onderwijs (samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden). Het ondersteuningsplan is een wettelijk verplicht verantwoordingsdocument dat ten minste één keer per vier jaar wordt opgesteld. Het geeft de wijze aan waarop het samenwerkingsverband organisatie en financiering van passend onderwijs vorm geeft. Het wordt opgesteld na ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) met de gemeente(n), waarbij afspraken zijn gemaakt over aansluiting van onderwijs en gemeentelijke zorgtaken. Het ondersteuningsplan wordt door het bestuur van het samenwerkingsverband vastgesteld nadat de Ondersteuningsplanraad (OPR) hierop instemming heeft verleend. Het voorliggende ondersteuningsplan geldt voor de periode 2014-2018. Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet: a. Het niveau van basisondersteuning dat op alle vestigingen van scholen in het samenwerkingsverband aanwezig is. b. De manier waarop het samenwerkingsverband een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen organiseert, zodat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. c. De afspraken (procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting. d. De procedure en de criteria voor de plaatsing van leerlingen op de speciale scholen voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal onderwijs en voor voortgezet speciaal onderwijs. e. De procedure en het beleid voor de terugplaatsing of overplaatsing naar het basisonderwijs en voortgezet onderwijs voor leerlingen van wie de duur van de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgelopen. f.
De beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
g. De manier waarop het samenwerkingsverband ouders informatie verstrekt over de ondersteuningsvoorzieningen en over de ondersteuningsmogelijkheden voor ouders. h. De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van het budget voor lichte ondersteuning aan de scholen voor speciaal basisonderwijs. i.
De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van middelen voor zware ondersteuning voor leerlingen die na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen in het (v)so, inclusief de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 7
middelen aan het samenwerkingsverband door scholen bij een ontoereikend budget voor lichte ondersteuning4.
1.2 Samenhang met andere documenten Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar (jaarplannen) waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en de benodigde activiteiten met begroting per jaarplan worden uitgeschreven. De jaarplannen, die als bijlage aan het ondersteuningsplan worden toegevoegd en een uitwerking vormen van het ondersteuningsplan, worden tenminste jaarlijks voor 1 mei, te beginnen in 2015, ter instemming voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad (OPR). De jaarplannen zullen ook besproken worden in het kernoverleg, het bestuur van Amstelronde en de OOGO beleidscommissie. Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijk kader. In relatie tot andere documenten die van belang zijn, is de tijdtabel als volgt:
Jaarlijks: - schoolgids; - herijking gegevens schoolondersteuningsprofiel5 op schoolniveau; - herijking ondersteuningsplan samenwerkingsverband. 1e jaar: herziening ondersteuningsplan samenwerkingsverband. 3e jaar: herziening schoolondersteuningsprofiel (op swv niveau) inclusief ambities. 4e jaar: herziening schoolplan.
Toezichtkader inspectie Met de invoering van passend onderwijs krijgen samenwerkingsverbanden veel taken en verantwoordelijkheden. Bovendien gaan er in samenwerkingsverbanden veel middelen om. Daarom ontwikkelt de Inspectie van het Onderwijs een apart toezichtkader voor samenwerkingsverbanden6. Het toezichtkader van de inspectie is risicogericht. Als uit een risicoanalyse blijkt dat er signalen of aanwijzingen zijn dat het samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert, voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit. Tijdens dat kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie aan de hand van een waarderingskader vast of er tekortkomingen zijn. Voor de risicodetectie hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes parameters: 1. Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs: zijn er leerlingen die niet deelnemen aan het onderwijs? 2. Spreiding en doorstroom in het onderwijs: aan welke onderwijsinstelling volgen de leerlingen die extra ondersteuning krijgen onderwijs?
4
http://www.passendonderwijs.nl/samenwerkingsverbanden/takensamenwerkingsverbanden/ondersteuningsplan/ 5 In bijlage 1d wordt het wettelijk kader van het schoolondersteuningsprofiel beschreven. 6 http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Toezicht/Toezichtkaders
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 8
3. (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen: wat is het aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband en in hoeverre wijkt dit af van het landelijk gemiddelde? 4. Signalen: zijn er signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van passend onderwijs in een regio? 5. Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen: de inspectie ontwikkelt een (risico)analysemodel voor het ondersteuningsplan. Hierin komen vragen aan de orde zoals: Hoe zijn de schoolbesturen in het samenwerkingsverband aan elkaar verbonden? Is er sprake van een structuur waarin ze kunnen komen tot een verdeling van inzet van personele en financiële middelen op het gebied van ondersteuning? 6. De deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar: de inspectietaak is met ingang van 1 juli 2012 uitgebreid met het beoordelen en bevorderen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De vraag is aan de orde of er in de scholen voldoende deskundigheid aanwezig is en of de leraren voldoende vakbekwaam zijn op het gebied van pedagogische en didactische ondersteuning van de leerling die extra ondersteuning nodig heeft. De inspectie ontwikkelt op dit moment een werkwijze om uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van de leraar.
Toezicht op de samenwerkingsverbanden versus toezicht op de scholen Er is verschil tussen de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en die van het samenwerkingsverband. Zo is volgens de wet het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. De zorgplicht ligt bij de school en het schoolbestuur is dus verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Maar in de praktijk liggen de verantwoordelijkheden van de school en het samenwerkingsverband heel dicht bij elkaar. Want hoe het schoolbestuur de zorgplicht kan invullen, wordt deels beïnvloed door hoe het samenwerkingsverband op orde is. En een samenwerkingsverband is bij het creëren van een ‘samenhangend geheel van voorzieningen’ afhankelijk van de aangesloten schoolbesturen. Als er sprake is van tekortkomingen in kwaliteit kan de inspectie om een samenhangend geheel van maatregelen vragen, aan zowel het samenwerkingsverband als de schoolbesturen. Om het toezicht te kunnen monitoren dient de inspectie het eerste ondersteuningsplan uiterlijk 1 mei 2014 te ontvangen. Jaarlijks zal het bestuur van het samenwerkingsverband een jaarverslag opleveren bij de inspectie waarin aangegeven wordt wat de opbrengsten zijn geweest. Dit jaarverslag zal ter kennisneming ook naar de vier gemeenten worden gestuurd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 9
1.3 Planperiode en overgangsperiode De planperiode van dit ondersteuningsplan loopt van 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2018. Het is de eerste keer dat een ondersteuningsplan wordt geschreven en dat dit plan voor vier jaar wordt geschreven. Aangezien er wat betreft concrete uitwerking van een en ander nog veel onduidelijk is, kan het plan na de startperiode mogelijk enige bijstelling nodig hebben. Bij elke formele aanpassing van het plan zal het plan weer voor 4 jaar worden vastgesteld. In elk geval dient voor de periode van 2018 tot 2022 een nieuw ondersteuningsplan geschreven te worden. Bij de invoering van passend onderwijs in de regio Amstelronde kiest het bestuur voor een zorgvuldige en doortastende aanpak. Deze aanpak is gericht op het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen. Hierbij is duidelijk dat scholen in dit gebied de afgelopen jaren al stappen in de goede richting hebben gezet. Dit blijkt onder meer uit de relatief lage gemiddelden van deelnamepercentages voor leerlingen in het speciaal (basis) onderwijs en het gebruik van rugzakjes. De gemiddelden hiervan zijn lager dan de landelijke gemiddelden. De keuze voor een zorgvuldige en doortastende aanpak komt onder meer tot uiting in het gegeven dat er sinds eind februari 2013 een bestuur voor Amstelronde operationeel is. Ook heeft het bestuur beide coördinatoren van de huidige samenwerkingsverbanden WSNS met ingang van 1 mei 2013 benoemd in de directie van Amstelronde (tijdelijk tot 1 augustus 2015). Te beginnen met een omvang per persoon van 1 dag per week met ingang van 1 mei 2013. Per 1 november 2013 uit te breiden naar 1 ½ tot 2 dagen per persoon per week. In de overgangsperiode zijn drie fasen te onderscheiden: 1. 1 augustus 2013 – 1 augustus 2014 Dit is de fase van afbouw van de huidige WSNS samenwerkingsverbanden Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden en de uiteindelijke liquidatie van beide verbanden per 31 juli 2013. Dit is ook de fase van de verdere voorbereiding, het oefenen en experimenteren en het geleidelijk overgaan naar andere werkwijzen en aanpakken. Bijvoorbeeld wordt hierbij gedoeld op het ‘leren arrangeren’ op schoolniveau. De huidige wetgeving (WPO, WSNS, WEC, LGF) is nog van toepassing tot 1 augustus 2014. 2. 1 augustus 2014 – 1 augustus 2016 Op 1 augustus 2014 gaat passend onderwijs van start. Dat wil zeggen dat naast de middelen van lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen), het schooldeel van de huidige rugzakmiddelen rechtstreeks naar het samenwerkingsverband gaat. De middelen voor de ambulante begeleiding (AB) worden tot 1 augustus 2016 herbesteed bij het Speciaal onderwijs (SO) voor de inzet van AB. In deze periode komt bestuur Amstelronde met een voorstel over hoe met ingang van 1 augustus 2015 het management en aansturing van Amstelronde gaat plaatsvinden, aangezien de huidige directie tot 1 augustus 2015 benoemd is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 10
3. 1 augustus 2015 – 1 augustus 2020 Vanaf 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2020 vindt de zogenaamde ‘verevening’ plaats. Dit is de compensatie voor samenwerkingsverbanden, negatief dan wel positief, afgezet tegen het landelijk gemiddelde gebruik van speciaal onderwijs en rugzak. Voor Amstelronde pakt dit positief uit, dat wil zeggen in de periode 20152020 komt er gefaseerd geld bij (in 2020 oplopend tot € 1.254.410,- extra). Zie hiervoor de kengetallen zoals te vinden op www.passendonderwijs.nl7 en paragraaf 3.5. Vanaf 1 augustus 2015 komen ook de middelen voor ambulante begeleiding (AB) naar de samenwerkingsverbanden.
1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan Tijdpad
Procedure
Juni – december 2013
Bespreken van (delen van) concept ondersteuningsplan Amstelronde, zoals bestuur, kernoverleg Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid, ambtelijke OOGO voorbereidingscommissie; Ondersteuningsplanraad (OPR).
14 januari 2014
Voorleggen concept ondersteuningsplan Amstelronde aan breed bestuurlijk overleg (BBO), waarin alle bij Amstelronde aangesloten schoolbesturen vertegenwoordigd zijn.
1 februari 2014
Ter instemming voorleggen aan Ondersteuningsplanraad (OPR heeft wettelijk instemmingsrecht).
4 en 6 februari 2014
Aangepaste conceptversie ondersteuningsplan ligt ter bespreking voor aan de kernoverleggen Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn
20 februari 2014
Bestuurlijk OOGO met portefeuillehouders van de vier betrokken gemeenten, bestuur en directie Amstelronde op basis van voorbereiding door ambtelijke voorbereidingscommissie OOGO
1 april 2014
Concept ondersteuningsplan Amstelronde ligt ter definitieve vaststelling voor bij bestuur Amstelronde passend onderwijs
1 mei 2014
Verzending van definitieve ondersteuningsplan Amstelronde passend onderwijs naar onderwijsinspectie
7
http://swv.passendonderwijs.nl/PO2708/
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 11
2. Missie en visie Met de invoering van passend onderwijs heeft Amstelronde de wettelijke verplichting en de maatschappelijke opdracht om alle kinderen een passend onderwijsaanbod te bieden. Alle kinderen in de basisschoolleeftijd in de regio Amstelronde kunnen in principe op basisscholen in deze regio passend onderwijs krijgen. Scholen kunnen hierbij zelf en met gebruikmaking van anderen ondersteuning organiseren. Met basisscholen worden alle basisscholen bedoeld, dus ook de speciale scholen voor basisonderwijs. Daarbij wil Amstelronde aansluiten bij de eigen ontwikkeling en de eigen kracht van de scholen. Passend onderwijs betekent niet dat álle kinderen op de reguliere basisschool onderwijs volgen. Voor sommige kinderen is het beter om onderwijs te volgen op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Amstelronde wil bovenstaande realiseren door een sluitende, gebiedsgerichte aanpak. De activiteiten van Amstelronde zullen zich vooral richten op het realiseren van meer expertise in en nabij de school.
2.1 Missie van Amstelronde De missie van de schoolbesturen in het samenwerkingsverband Amstelronde is om: Goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en begeleiding voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel mogelijk, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest adequate wijze wordt gegeven. De tien uitgangspunten daarbij zijn:
Onderwijs en ondersteuning organiseren we zo thuis nabij mogelijk. We gaan uit van de kracht en het zelf organiserend vermogen van leerkrachten, leerlingen, ouders, scholen en kernen 8. We brengen het onderwijs naar het kind en niet het kind naar het onderwijs. Het belangrijkste werk vindt plaats in de klas, op school en in de kern. We gaan arrangeren in plaats van indiceren. We bieden hulp op basis van vragen en sturen door resultaten regelmatig te evalueren. We bieden hulp gericht op de organisatie en het systeem rond het kind en zoeken daarbij aansluiting met de zorgstructuren binnen de kernen. Ondersteuning nemen we niet over, we helpen leerkracht, ouders, leerling en schoolteam het zelf te kunnen. Het gaat om importeren van expertise in plaats van exporteren van problemen. De school hoeft niet alles zelf te kunnen, maar heeft een hoge ambitie om passend onderwijs te bieden.
8
Amstelronde werkt organisatorisch vanuit vier kernen: Aalsmeer, Uithoorn, Noord (scholen ten noorden van de A9) en Zuid (scholen ten zuiden van de A9). Er is vijf maal per jaar een kernoverleg waarin directeuren en IBers per kern bij elkaar komen. In het kernoverleg staat beleidsvoorbereiding en –uitvoering van passend onderwijs op de agenda.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 12
2.2 Visie van Amstelronde Om bovenstaande missie te kunnen realiseren, is het noodzakelijk een dekkend netwerk van onderwijsvoorzieningen te ontwikkelen. Dit zo thuisnabij mogelijk en op basis van integraal georganiseerde ondersteuning. Amstelronde ziet goed onderwijs binnen de scholen hierbij als basale voorwaarde. Kwaliteit doet ertoe: Een goede kwaliteit van de basisondersteuning zorgt ervoor dat scholen minder verwijzen en de kosten lager zijn. We vertrouwen scholen in hun professionaliteit, zelf organiserend vermogen en daarmee het vervullen van de zorgplicht. Uitgangspunt is dat de leerkracht het verschil maakt door goed om te gaan met de verschillen in de klas. De leerkrachten doen dit onder andere door te differentiëren, handelings- en opbrengstgericht te werken en zich blijvend te professionaliseren. Ondersteuning van het dagelijkse systeem: Het snel signaleren van hulpvragen ten aanzien van de ontwikkeling van kinderen in de dagelijkse lespraktijk moet leiden tot passende ondersteuning in de klas, op school, in de wijk, de buurt, het dorp of de gemeente. Door het laagdrempelig beschikbaar maken van ondersteuning op basis van onderwijskundige vragen van leerkrachten (onder verantwoordelijkheid van de scholen) en opvoedkundige vragen van ouders (onder verantwoordelijkheid van en gefinancierd door de gemeenten) kan passend onderwijs en passende begeleiding of zorg geboden worden op de eigen school in de kern, de buurt, het dorp of de gemeente. Verbinden in een maatschappelijke context: Verbinding en samenwerking op het niveau van de gemeente, de kern of het dorp, moeten een antwoord geven op de schotten die tussen de domeinen (jeugd-)zorg, onderwijs, sociale zekerheid, wonen en zorg zijn georganiseerd. We streven naar daadkrachtige ondersteuningsteams in scholen. Herkenbaar voor professionals, leerlingen en ouders. Bestuurlijke inrichting: Het verleggen van geldstromen betekent dat een omslag nodig is in cultuur, beleid en sturing. We doen centraal wat nodig is en decentraal wat kan. Daarbij streven we ernaar om zoveel mogelijk ondersteuningskracht en middelen in en onder verantwoordelijkheid van de scholen te realiseren. Aansluitend bij de uitgangspunten ‘eigen kracht’ en ‘zelf organiserend vermogen’ van Amstelronde
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 13
2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen 2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk middenveld Het ministerie van OCW wil met de invoering van Passend Onderwijs het onderwijs voor alle leerlingen verbeteren. Het benutten van talent, de professionalisering van leerkrachten en de samenhang met de jeugdhulp staan hierbij voorop. Passend Onderwijs staat niet op zichzelf. Bestaande stelsels, zoals de (algemene) zorg, jeugdzorg en sociale zekerheid, hebben hun grenzen bereikt als het gaat om de financierbaarheid en maatschappelijke effecten. De uitgangspunten van de minister rondom Passend Onderwijs vertonen dan ook grote overeenkomsten met de veranderende wetgeving op deze aangrenzende gebieden. Het verleggen van geldstromen en verantwoordelijkheden naar het maatschappelijk middenveld staat telkens centraal. Kinderen, jongeren en hun gezinnen maar ook de leerkrachten dienen op basis van hun vragen direct en in de eigen thuis- of schoolsituatie ondersteuning te krijgen. Een groot verschil met de vorige wetgeving waarbij op basis van loketten en indicatieorganen de zorgmiddelen beschikbaar werden gesteld.
2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen Passend Onderwijs is een politiek antwoord op verschillende ontwikkelingen, zoals de groei van het (voortgezet) speciaal onderwijs en het toenemende aantal leerlingen met een rugzakje. Passend Onderwijs gaat over een verdelingsvraagstuk voor samenwerkingsverbanden. Door de groei van het aantal leerlingen met een indicatie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs is een financieel vraagstuk ontstaan. Tegelijkertijd maakt de overheid zich zorgen over de stigmatiserende werking van de onafhankelijke indicatiestelling. Deze is van invloed op het uitplaatsen van leerlingen uit het thuisnabije reguliere onderwijs naar speciale voorzieningen. Ook lijkt dit fenomeen volgens OCW een effect te hebben op de kansen op deelname op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Dit betekent dat er een beweging in gang is gezet naar het niveau van de wijk, de buurt , het dorp of de gemeente. Het zelf organiserend vermogen van gezinnen en scholen staat hierbij centraal. Besturen krijgen nadrukkelijk de verantwoordelijkheden voor de onderwijskwaliteit en de kwaliteit van zorg die daar sterk mee samenhangt.
2.3.3 Samenwerking met andere domeinen De schoolbesturen in het PO en VO en de gemeenten werken samen aan de gewenste veranderingen in het jeugd- en onderwijsdomein. De gezamenlijke visie en ambities kunnen als volgt samengevat worden: 1. a. De leerkracht in de klas kan zelf meer kinderen de passende ondersteuning bieden die zij nodig hebben. b. Kinderen die in aanvulling op deze ondersteuning nog ondersteuning of zorg
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 14
van andere professionals nodig hebben krijgen deze zoveel mogelijk in de school of de eigen buurt aangeboden (= basisondersteuning/basiszorg). 2. Een kind waarvan de onderwijsbehoefte de basisondersteuning van de school ontstijgt komt in aanmerking voor extra ondersteuning in de vorm van een arrangement, georganiseerd op de eigen school of op een andere basisschool of school voor speciaal (basis) onderwijs. Het bieden van gespecialiseerde zorg voor de jeugd gebeurt in afstemming met de gemeente die vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor alle vormen van jeugdzorg. In een gebiedsgerichte aanpak zijn teams met professionals van verschillende organisaties (gemeente, zorg, onderwijs) met elkaar verbonden. Zij werken op basis van de vraag en zijn beschikbaar en zichtbaar in de school en in de wijk. Opbrengsten en resultaten worden geëvalueerd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 15
3. Beoogde resultaten passend onderwijs In dit hoofdstuk wordt ingegaan op (operationele) doelstellingen, in termen van kwalitatief en kwantitatief te behalen resultaten. Deze doelstellingen komen voort uit de missie en visie die Amstelronde heeft verwoord in Hoofdstuk 2.
3.1 Startsituatie De scholen van Amstelronde zijn al vanaf de invoering van Weer Samen Naar School en de leerlinggebonden financiering (lgf, het rugzakje) bezig om ervoor te zorgen dat kinderen zo thuisnabij mogelijk passend onderwijs krijgen. Dit heeft ertoe geleid dat er op dit moment, vergeleken met de landelijke gemiddelden, relatief weinig gebruik gemaakt wordt van het speciaal onderwijs en het rugzakje. Zie onderstaande tabel, waarvan de cijfers gebaseerd zijn op 20139 Deelname % op basis van de leerlingtelling 1-10-2013
PO2708 Landelijk
sbo10 2,55% 2,60%
so cat 111 0,80% 1,34%
so cat 212 0,08% 0,09%
so cat 313 0,11% 0,21%
so totaal14 0,99% 1,64%
rugzakken15 0,85% 0,95%
Zoals uit bovenstaande cijfers blijkt staat Amstelronde wat betreft deelname aan het speciaal basisonderwijs (sbo) iets onder het landelijk gemiddelde. Voor wat betreft het aantal leerlingen in scholen voor speciaal onderwijs (categorieën 1 t/m 3) staat Amstelronde ruim onder het landelijk gemiddelde. Ook het aantal rugzakken ligt onder het landelijk gemiddelde. Gezien de eerder geformuleerde missie en visie van Amstelronde is de ambitie te streven naar een deelnamepercentage van 2% voor het speciaal basisonderwijs en 1% voor het speciaal onderwijs.
3.2 Kwalitatieve resultaten Amstelronde streeft in de komende periode onderstaande kwalitatieve resultaten na. 1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op alle scholen. 2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en ondersteuningsnetwerk voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd. 3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs
9
Deze cijfers zijn afkomstig van www.passendonderwijs.nl . sbo is speciaal basisonderwijs. 11 SO categorie 1 zijn leerlingen cluster 4, ZMLK en LZ. 12 SO categorie 2 zijn leerlingen met een lichamelijke beperking (LG). 13 SO categorie 3 zijn leerlingen met een meervoudige beperking (MG). 14 Hierin zijn niet meegerekend de leerlingen in het Speciaal Onderwijs cluster 1 (slechtziende en blinde kinderen) en in cluster 2 (dove kinderen of kinderen met een ernstige spraak taalstoornis). Scholen voor cluster 1 en 2 vallen qua financiering buiten het wetsvoorstel passend onderwijs. 15 Ook dit betreft uitsluitend de rugzakken cluster 3 en 4 (categorie I, II en III) en niet cluster 1 en 2. 10
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 16
4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en zorgpartners in staat gesteld worden (handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt gerealiseerd. 5. Alle kinderen naar school. Nadere uitwerking van bovenstaande kwalitatieve resultaten:
1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op alle scholen. Het bieden van kwalitatief goed onderwijs is een verantwoordelijkheid van het betreffende schoolbestuur. Om kinderen een passend aanbod te kunnen bieden, wordt geïnvesteerd in didactische en signalerende kwaliteiten van leerkrachten, het nastreven van een pedagogisch klimaat van hoge maar realistische verwachtingen en een schoolcultuur waarin het benutten van de mogelijkheden van het kind als uitdaging wordt gezien. Amstelronde heeft geen directe verantwoordelijkheid inzake de onderwijskwaliteit van scholen. Dit ligt immers bij het betreffende bevoegd gezag van de school. Echter, de gevolgen kunnen wel direct merkbaar zijn in het realiseren van onze missie waardoor sprake is van een indirecte verantwoordelijkheid. Daarnaast zal de onderwijsinspectie het samenwerkingsverband aanspreken op het realiseren van de basisondersteuning en het aantal thuiszitters binnen de regio. Ten behoeve van bovengenoemde indirecte verantwoordelijkheid heeft het bevoegd gezag van de school bij een toegekend arrangement ‘zwak of zeer zwak’ de verantwoordelijkheid om dit te melden bij het bestuur van Amstelronde. Doelstelling voor alle scholen: Alle deelnemende scholen beschikken vanaf schooljaar 2015-2016 over een basisarrangement van de inspectie en behouden dit in de toekomst.
2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en ondersteuningsnetwerk voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd. Basisondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als ‘door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd’. Amstelronde stelt als ambitieniveau voor de basisondersteuning dat in 2018 80% van de scholen een ‘smalle ondersteuningsschool’ is. Dit betekent dat de huidige basisondersteuning gesteld wordt op die van een ‘netwerkschool’. In de komende vier jaar zullen scholen aan de hand van aangereikte indicatoren in staat gesteld worden om na te gaan in hoeverre ze gevorderd zijn op weg naar een ‘smalle ondersteuningsschool’. Om in de toekomst te kunnen voldoen aan het gestelde niveau van basisondersteuning zal Amstelronde de komende jaren de overdracht van de ondersteuningsmiddelen naar de scholen gefaseerd gaan verhogen. Op deze wijze zijn scholen in staat om de vastgestelde basisondersteuning in de toekomst te kunnen bieden. Doelstelling:
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 17
Het merendeel van de scholen (80%) is per 1 augustus 2018 in staat om te voldoen aan de basisondersteuning die gesteld wordt op het niveau van smalle ondersteuningsschool. Voor kinderen met ondersteuningsbehoefte waaraan de basisondersteuning niet kan voldoen, organiseert de school extra ondersteuning. Extra ondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als ‘alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen’. Amstelronde stelt scholen in staat om extra ondersteuning in de vorm van arrangementen te organiseren, waarbij de volgende uitgangspunten gelden: gericht op onderwijsbehoeften en niet op kindkenmerken gericht op tijdelijke interventie waarna het kind weer kan functioneren binnen de basisondersteuning Doelstelling: Voor elk kind zal per augustus 2014 extra ondersteuning beschikbaar zijn, wanneer dit nodig is.
3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs Om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te kunnen bieden, gaan de drie huidige SBOvoorzieningen intensief samenwerken en in samenwerking met het speciaal onderwijs investeren in verbrede toelating. Hierdoor zal een aantal kinderen dat op dit moment verwezen wordt naar het speciaal onderwijs (vaak niet thuisnabij) binnen de SBOvoorziening of het regulier basisonderwijs (meer thuisnabij) passend onderwijs krijgen. Daarnaast is de verwachting dat meer kinderen regulier geplaatst kunnen worden omdat op termijn het niveau van basisondersteuning stapsgewijs verhoogd wordt. Amstelronde wil dit realiseren door: het opzetten van een pilot voor verbrede toelating (samenwerking tussen drie SBO scholen en SO cluster 3 en 4); stapsgewijs overdragen van ondersteuningsmiddelen naar het onderwijsveld ‘extra ondersteuning’ zoveel mogelijk gericht op terugplaatsing binnen het regulier basisonderwijs Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs betekent overigens nog steeds dat er kinderen zullen zijn (en blijven) voor wie een plaats in het Speciaal onderwijs de meest passende plek is. Dit geldt in elk geval voor kinderen die via plaatsbekostiging (via het medische circuit en/of de zorginstelling) een plaats in het SO krijgen toebedeeld. Doelstelling: 1) Meer kinderen volgen vanaf augustus 2016 meer thuisnabij passend onderwijs 2) Het (speciaal) basisonderwijs is in staat, in het kader van ‘verbrede toelating’, een passend aanbod voor een aantal kinderen die nu aangewezen zijn op speciaal onderwijs te realiseren.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 18
4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en zorgpartners in staat gesteld worden (handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt gerealiseerd. Amstelronde bevordert dat scholen steeds meer in staat zijn om op schoolniveau die ondersteuning te organiseren die nodig is om een goed passend aanbod te creëren en te organiseren die nodig is om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van het kind en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. In het ondersteuningsteam zijn, indien relevant, ook zorgpartners en/of instanties vanuit de gemeente (zoals CJG), aanwezig. Deze worden uitgenodigd door directie en IB van de school in samenspraak met de Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband. Amstelronde heeft daartoe in de voorbereiding van de start van passend onderwijs ondersteuning geboden door het faciliteren van pilots om de werkwijze van het werken in ondersteuningsteam te kunnen uitvoeren. Amstelronde zal dit de komende periode blijven ondersteunen en daartoe ook middelen inzetten om het ondersteuningsteam op school verder te professionaliseren. Doelstelling: Meer scholen zijn in staat om een ondersteuningsteam adequaat, efficiënt en resultaatgericht te organiseren, waarbij de driehoek school, ouders en kind optimaal wordt benut en waarbij samenwerking georganiseerd is met zorgpartners en gemeenten.
5. Alle kinderen naar school Een belangrijke reden voor het invoeren van de zorgplicht is het voorkomen van thuiszitters16 en het bevorderen dat alle kinderen naar school gaan door onder meer een eenduidig aannamebeleid. Deze verantwoordelijkheid van het voorkomen van thuiszitters, wordt met de wetgeving passend onderwijs niet meer alleen belegd bij de autonome schoolbesturen maar ook bij het bestuur van het samenwerkingsverband. De onderwijsinspectie heeft ‘thuiszitters’ opgenomen als parameter binnen het toezichtskader. Amstelronde heeft een ‘plaatsingsprotocol’ (bijlage) beschikbaar. Hierin zijn afspraken gemaakt tussen schoolbesturen aangesloten bij Amstelronde ten aanzien van plaatsing van kinderen. Ook is een ‘thuiszittersprotocol’ (bijlage) beschikbaar waarin afspraken zijn gemaakt tussen de vier gemeenten en Amstelronde over hoe om te gaan met verzuim. In dit protocol is opgenomen wat van de scholen en de schoolbesturen wordt verwacht en wat de positie en verantwoordelijkheid is van het schoolbestuur, het samenwerkingsverband en leerplicht. Doelstelling: Schoolbesturen hebben per 1 augustus 2014 op niveau van Amstelronde een eenduidig plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol vastgesteld en passen dit toe.
16
Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 19
3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen Basisscholen In de regio Amstelronde gaan veruit de meeste leerlingen naar het reguliere onderwijs. Er gaan 13.696 (97,4%) leerlingen naar een reguliere basisschool (teldatum 1-10-2013). In de regio zijn 41 verschillende basisscholen met één of meer vestigingen. De basisscholen zijn verdeeld over 12 verschillende besturen. Het samenwerkingsverband is interzuilair dat betekent dat algemeen bijzondere, protestants-christelijke, openbare en rooms-katholieke scholen zijn aangesloten. De scholen zijn verdeeld over de vier gemeenten van het samenwerkingsverband:
Aalsmeer Amstelveen Ouder-Amstel Uithoorn
Wat betreft de organisatie van de ondersteuning werkt Amstelronde in vier kernoverleggen, te weten: Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid (dat wil zeggen het gebied ten Noorden van de A9: Amstelveen Noord en Ouder-Amstel en het gebied ten zuiden van de A9: Amstelveen centrum en zuid). Dit wordt in hoofdstuk 6 (Organisatie) nader uitgewerkt. Kernoverleg Aalsmeer
Kernoverleg Noord
Kernoverleg Uithoorn
Kernoverleg Zuid
Antonius School Jozef School Oosteinderschool De Wegwijzer De Hoeksteen De Graankorrel De Brug OBS Samen Eén OBS de Zuidooster OBS Kudelstaart
1e Amstelveense Montessorischool Michiel de Ruyter Piet Hein Martin Luther Kingschool Jan Hekmanschool Grote Beer Amstelschool Brede School Rembrandt Roelof Venema school Joost v.d.Vondelschool Het Kofschip Bekemaschool
De Kwikstaart
2e Amstelveense Montessorischool De Pionier De Zwaluw De Westwijzer Karel Eykman school Het Palet-zuid WillemAlexanderschool De Cirkel De Horizon De Triangel Vrije School Parcival
De Regenboog De Vuurvogel ’t Startnest ’t LAB De Zon De Springschans Toermalijn De Kajuit
Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) In de regio gaan er 359 (2,55%) leerlingen naar het speciaal basisonderwijs (teldatum 110-2013). Er zijn drie scholen voor speciaal basisonderwijs, verdeeld over twee schoolbesturen. Het SBO is voor leerlingen die extra ondersteuning en voorzieningen
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 20
nodig hebben maar in principe niet in aanmerking komen voor het speciaal onderwijs. SBO scholen bieden onderwijs aan leerlingen van 4 t/m 13 jaar en deze scholen hebben dezelfde kerndoelen als reguliere basisscholen. Ze hebben echter meer middelen waardoor klassen meestal kleiner zijn, leerkrachten extra expertise hebben en er op school ondersteuning is van een orthopedagoog of psycholoog. Soms hebben SBO scholen ook de beschikking over andere specialisten zoals logopedist, kinderfysiotherapeut, speltherapeut, dyslexiebehandelaar, etc. Hierdoor zijn SBO scholen in staat het onderwijs verder af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling. Binnen de regio Amstelronde zijn er, behalve de Pionier (SO-school cluster 4 van de Bascule, Duivendrecht), geen scholen voor speciaal onderwijs. Om die reden hebben de drie SBO scholen in Amstelronde de ambitie om een deel van de kinderen die nu naar het Speciaal onderwijs gaan (m.n. SO categorie 1: zml, lzk, cluster 4), in een ‘verbrede’ toelating op te nemen17. Dit komt ten goede aan het uitgangspunt dat zoveel mogelijk thuisnabije onderwijsondersteuning geboden kan worden. De SBO scholen van Amstelronde zijn.
De Dolfijn De Schakel Wending
www.dedolfijn.nl www.sbodeschakel.nl www.sbo-wending.nl
Als onderdeel van de verbrede toelating van de SBO scholen kan gerekend worden de huidige JRK voorziening op de Dolfijn en Schakel. Amstelronde wil vooralsnog een deel van de financiering van de JRK voorziening voor haar rekening nemen. Dat wil zeggen dat beide schoolbesturen in het kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 – 2015 middelen krijgen om de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop van dit overgangsjaar en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit Amstelronde deels bekostigd zal worden in het tweede jaar. Met de drie SBO scholen van Amstelronde zullen nadere resultaatafspraken gemaakt worden hierover en over de verbrede toelating. Scholen voor speciaal onderwijs (SO), Categorie 1, 2 en 3 In de regio gaan 139 (0,99 %) leerlingen naar het speciaal onderwijs (Categorie 1, 2 en 3, teldatum 1-10-2013). Daarnaast gaan ook nog 39 kinderen, woonachtig in dit gebied, naar scholen voor cluster 1 of 2. Het speciaal onderwijs is voor leerlingen die vanwege min of meer ernstige leer- of gedragsproblemen, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of vanwege gedragsstoornissen extra zorg op school nodig hebben. De leerlingen krijgen in het speciaal onderwijs specifiek gerichte aandacht en ondersteuning en volgen het onderwijs in kleinere klassen dan in het reguliere onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Er zijn ook aanvullende expertise en voorzieningen aanwezig om deze kinderen onderwijs op maat te kunnen bieden. In het gebied van Amstelronde is slechts één school voor speciaal onderwijs aanwezig, namelijk de Pionier (school verbonden aan het Paedologisch Instituut, categorie I, cluster 4, De Bascule in Duivendrecht); www.depionier.info
17
De Parcivalschool (Vrije School in Amstelveen) heeft momenteel een instapklas voor ZML leerlingen. Dit kan ook gerekend worden tot een verbrede toelatingsmogelijkheid.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 21
De meeste kinderen die in dit gebied wonen en naar het speciaal onderwijs gaan, moeten hiervoor naar Amsterdam, Haarlemmermeer of Haarlem of nog verder weg (zie onderstaande tabel) In de praktijk betekent dat in veel gevallen dat ze met een busje naar de bewuste school voor speciaal onderwijs worden vervoerd en na school weer terug naar huis. Onder meer om deze reden ligt het voor de hand dat de drie scholen voor speciaal basisonderwijs plannen ontwikkelen om sommige van deze kinderen die aangewezen zijn op verder weg gelegen scholen voor speciaal onderwijs, meer thuisnabij in het speciaal basisonderwijs te kunnen opvangen en goed onderwijs te geven. Tabel: aantal kinderen op scholen voor Speciaal Onderwijs18 Naam
Plaats
naam bevoegd gezag
cat 1
Prof Dr Leo Kannerschool
Oegstgeest
1
Stichting Mozarthof
Hilversum
Stg. Prof Dr Kanneronderwijsgroep Stichting Mozarthof
Mytylsch De Trappenberg
Huizen
De Waterlelie
Cruquius
Professor Waterinkschool
cat 2
Cat 3
totaal 1
1
1
8
8
Amsterdam
De Kleine Prins, Sticht. S.O. Stg. Epilepsie Instell. Ned. Stichting de Bascule
2
2
Professor Waterinkschool
Amsterdam
Stichting de Bascule
2
2
Professor Waterinkschool
Stichting de Bascule
1
1
De Schelp
Amsterdam Zuidoost Haarlem
1
1
2
O.G. Heldringschool
Amsterdam
2
2
4
Alphons Laudyschool
Amsterdam
Alb Schweitzerschool
Haarlem
St.Kath. Onderwijs 'Sint Bavo' Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond. Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond. Stichting Spaarnesant
Prof Dr Gunningschool
Haarlem
Dr A V Voorthuysenschool
Haarlem
Stg. Dunamare Onderwijsgroep Stichting Spaarnesant
Dr A V Voorthuysenschool
Hoofddorp
Stichting Spaarnesant
22
Mytylsch De Regenboog
Haarlem
Stichting Spaarnesant
Opb school zmok De Spinaker Mytylschool
Alkmaar
Stichting Ronduit
Amsterdam Zuidoost Amsterdam Zuidoost Amsterdam
Stichting Orion
Stichting Orion
3
3
Stichting Orion
3
3
Van Koetsveldschool
Amsterdam Zuidoost Amsterdam
Stichting Orion
6
6
Gerhardschool
Amsterdam
Stichting Orion
1
1
Mr de Jonghschool
Amsterdam
Stichting Orion
7
7
Van Detschool
Amsterdam
Stichting Orion
24
24
De Pionier
Duivendrecht
Stichting de Bascule
12
12
De Buitenrif
Hoofddorp
Stichting de Bascule
1
1
De Pionier
Hoofddorp
Stichting de Bascule
5
5
Zonnehuisschool
Zeist
Stg Zonnehuizen Kind en Jeugd
1
1
Tyltylschool Coronelschool WB Noteboomschool
2
5
5
1
1
1
1
1
1 1 5
3
1
23 8 1
6
Stichting Orion
6 7
112
18
2
11
16
7
139
Op basis van gegevens op teldatum 1-10-2013
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 22
Samenwerking cluster 1 en 2 Na invoering van passend onderwijs zal het onderwijs in cluster 1 en 2 vanwege de schaalgrootte en de specialistische expertise in een landelijk systeem georganiseerd worden. Dit betekent dat cluster 1 en 2 wettelijk geen deel uitmaken van het samenwerkingsverband. Net als in cluster 1 wordt voor cluster 2 een beperkt aantal instellingen ingericht dat het onderwijs, de indicatie en de ondersteuning gaat verzorgen. Cluster 1 Cluster 1 is verantwoordelijk voor kinderen die blind of slechtziend zijn. Visio en Bartiméus hebben hun krachten gebundeld in VISIS Onderwijs en werken samen om passend onderwijs aan kinderen met een visuele beperking gestalte te geven. Het streven van VISIS Onderwijs is zoveel mogelijk kinderen met een visuele beperking op reguliere basisscholen onderwijs te laten volgen. Om dat te realiseren wordt ondersteuning op maat geboden. Op basis van de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht wordt een begeleidingsplan opgesteld en uitgevoerd. Ondersteuning kan bestaan uit: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Een kwart van de kinderen met een visuele beperking is aangewezen op een onderwijsinstelling van Visio of Bartiméus. Wanneer sprake is van (een vermoeden van) visuele beperking kunnen ouders (ondersteund door een verwijzer zoals de school) hun kind aanmelden bij Visio of Bartiméus. Na onderzoek beoordeelt de Commissie van Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op ambulante begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor kinderen met een visuele beperking. Cluster 2 Cluster 2 is verantwoordelijk voor kinderen die doof of slechthorend zijn, of ernstige spraak-taalmoeilijkheden hebben. Siméa is de overkoepelende, landelijke organisatie voor cluster 2 instellingen. Cluster 2 gaat haar ondersteuningsverplichting aan haar doelgroep vormgeven door middel van arrangementen. Deze zijn te onderscheiden in licht (kortdurende ondersteuning), medium (intensieve ondersteuning, mogelijk geclusterd op een basisschool) en intensief (plaatsing op een onderwijsinstelling binnen cluster 2). Hiermee komt de huidige rugzaksystematiek (‘schooldeel’ en ‘AB-deel’) cluster 2 te vervallen. Toekenning van een arrangement vindt plaats door de Commissie van Onderzoek waarbij niet alleen de ernst van de beperking bepalend is, maar ook de onderwijsbehoefte van het kind. Ouders en reguliere scholen kunnen rekenen op begeleiding bij het traject om de toelaatbaarheid en het onderwijsarrangement vast te stellen. Dat zal de taak worden van trajectbegeleiders vanuit de instelling. De instellingen streven naar een laagdrempelige en toegankelijke informatie-, consultatie- en adviesfunctie waar ouders, reguliere scholen en hulpverleners met cluster 2 gerelateerde vragen terecht kunnen. Hierdoor wordt handelingsverlegenheid eerder gesignaleerd en kan er, indien nodig, tijdig en adequaat ondersteuning worden geboden. Het uiteindelijke doel is dat voor ieder kind met een auditieve en/of communicatieve beperking, passend onderwijs kan worden gerealiseerd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 23
Samenwerking Amstelronde en cluster 1 en 2 Hoewel cluster 1 en 2 wettelijk geen onderdeel uitmaken van het samenwerkingsverband, wil Amstelronde in het belang van kinderen op onze scholen met een specifieke visuele dan wel auditieve onderwijsbehoefte een samenwerking aangaan. Amstelronde organiseert afstemming en samenwerking om basisscholen ook ten aanzien van onderwijsbehoeften van deze kinderen adequaat te kunnen informeren en waar mogelijk in contact te brengen met de gewenste expertise. Concreet betekent dit dat vanuit het loket van Amstelronde contact gezocht wordt met een contactpersoon uit cluster 1 en 2 indien de onderwijsbehoefte van het kind hiertoe aanleiding geeft. Deze contactpersoon fungeert als ‘spil’ tussen Amstelronde en cluster 1 of 2 en is toegerust om ook daadwerkelijk actie te ondernemen op de ondersteuningsvraag vanuit de school. Amstelronde wil er voor waken dat er een extra schijf ontstaat. Tevens is het mogelijk om vanuit de school direct contact op te nemen met de betreffende contactpersoon. Samenwerking met de Waterlelie school voor speciaal onderwijs (epilepsie) Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van schoolproblemen, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’ in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en SEIN. Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is handelingsgericht en langer durend van aard. In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs. Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag. Voor meer informatie zie www.lwoe.nl Onderwijs aan zieke leerlingen in relatie tot passend onderwijs Met de invoering van passend onderwijs en de daarmee verbonden zorgplicht is iedere school verplicht onderwijs en begeleiding voor haar leerlingen te verzorgen, ook als deze wordt opgenomen in een ziekenhuis of revalidatiecentrum, langdurig ziek is of op een andere manier geen onderwijs kan volgen als gevolg van een ziekte. Omdat thuisonderwijs niet in de onderwijswetgeving is geregeld is onderwijs aan huis altijd een tijdelijke oplossing voor kinderen die op een erkende school staan ingeschreven. Het is
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 24
voor ouders en scholen van groot belang om goed geïnformeerd te zijn over de faciliteiten die de dienstverlening onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen (OZL) zonder bijkomende kosten kan bieden. Consulenten OZL, die allen deel uitmaken van het netwerk Ziek Zijn en Onderwijs (Ziezon), hadden tot op heden doorgaans de taak om de begeleiding van zieke leerlingen uit te voeren en in deze begeleidingsperiode eventueel toe te werken naar een rugzakaanvraag voor een clusterschool. In het verleden was er bij de inzet van een consulent dus veelal sprake van een kortdurend en afgebakend traject waarbij telkens een einddatum werd afgesproken. Met de invoering van passend onderwijs kunnen consulenten OZL nog steeds een belangrijke rol spelen, zowel bij de initiële begeleiding als door te adviseren bij de totstandkoming van een arrangement. OC&W heeft het budget dat beschikbaar is voor de financiering van de onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen niet toegekend aan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Dit budget blijft ongewijzigd bij de instellingen waar de consulenten in dienst zijn zonder wijziging in taakomschrijving. Voor meer informatie zie: www.ziezon.nl.
3.3 Kwantitatieve resultaten In deze paragraaf beschrijft Amstelronde haar kwantitatieve resultaten te bereiken in 2018. SBO en SO deelname Zoals hiervoor aangegeven streeft Amstelronde naar een deelnamepercentage van het Speciaal basisonderwijs (SBO) van 2% en naar een deelnamepercentage van het Speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3 van 1% in 2018. Daarmee dient rekening gehouden te worden met eventuele rechtstreekse instroom van leerlingen die vanuit hun voorschoolse periode directe instromen naar scholen voor SBO en SO van genoemde categorieën. Hierop heeft het samenwerkingsverband geen invloed. Thuiszitters. Amstelronde streeft naar nul thuiszitters in 2018. Toch zullen zich, door omstandigheden waar geen invloed op is, thuiszitters (blijven) voordoen. In dat geval streeft Amstelronde naar een zo snel en adequaat mogelijke oplossing waarbij in samenwerking tussen school (van herkomst), ouders, leerplicht, samenwerkingsverband, school (van toekomst) en eventuele andere instanties, een vlotte plaatsing op een school mogelijk wordt 19. Doorlooptijden van processen binnen het samenwerkingsverband Amstelronde streeft naar een zo snel mogelijke dienstverlening vanuit het samenwerkingsverband met korte lijnen naar vaste contactpersonen binnen elke regio (Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid). Daarbij zal telefonisch contact zijn tussen de school en een Amstelrondespecialist20 vanuit het samenwerkingsverband, waarna overgegaan kan worden tot vlotte en adequate actie. Binnen maximaal één werkweek is er contact gerealiseerd tussen de school en de Amstelrondespecialist om nader af te stemmen en/of 19 20
Zie het plaatsingsprotocol . Amstelrondespecialist is de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 25
nadere afspraken te maken.. Beroep op doorzettingsmacht Het kan in voorkomen dat een school een leerling niet wil of kan plaatsen. In overleg met het betreffende schoolbestuur, de (beoogde) school, het samenwerkingsverband en leerplicht zal gezocht worden naar een oplossing. Amstelronde is op zoek naar mogelijkheden om in gevallen waarin de oplossing op bovengenoemde wijze niet tot stand komt, doorzettingsmacht te organiseren en te beleggen bij de directie Amstelronde. . Klachten en beroep en bezwaar Het samenwerkingsverband gaat mediation inzetten als er een verschil van mening ontstaat over de te kiezen oplossing. Het is mogelijk om een erkende mediator uit het eigen samenwerkingsverband bij een geschil te vragen maar ook kan een onafhankelijke partij (van elders bijvoorbeeld uit een ander samenwerkingsverband). Het gaat bij mediation niet om ‘gelijk krijgen’ en ‘winnen’, zoals bij een juridisch procedure of bij een geschillencommissie het geval is. De mediator spant zich in om de belangen van alle betrokkenen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. De mediator doet geen uitspraak over het geschil of conflict, maar begeleidt de betrokkenen in hun overleg en onderhandelingen. Een andere mogelijkheid voor ouders en school is om gebruik te maken van het landelijke netwerk van onderwijsconsulenten21, die ook bemiddeling tussen ouders en school verzorgen. Wanneer ouders en school er samen niet uitkomen en wanneer de klacht het samenwerkingsverband betreft, kunnen ouders en/of school het geschil ook voorleggen aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs22 waarbij het samenwerkingsverband is aangesloten (zie ook par. 6.5). De commissie hoort de partijen, toetst of het besluit en/of de handeling in redelijkheid en na afweging van de belangen van alle betrokkenen is genomen en/of uitgevoerd en doet een voor alle partijen bindende uitspraak. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan de rechter of de commissie gelijke behandeling.
21 22
http://www.onderwijsconsulenten.nl/over-ons/netwerk.dot http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passend-onderwijs/
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 26
4. Inrichting passend onderwijs In dit hoofdstuk geeft Amstelronde inzicht in hoe zij, in de praktijk, haar samenhangend en dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen heeft ingericht. Daarbij wordt het proces beschreven van preventie, signalering en eerste aanpak tot aan een daadwerkelijk arrangement (de route). Daarnaast worden de voorzieningen omschreven, die het samenwerkingsverband heeft ingericht om de betreffende arrangementen uit te voeren (aanbod). Jeugdhulp en onderwijsondersteuning maken beiden deel uit van een samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen voor alle jeugdigen binnen het samenwerkingsverband. In dit hoofdstuk beschrijft het samenwerkingsverband haar eigen voorzieningen. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de aansluitende preventieve voorzieningen vanuit gemeenten (bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin), als de meer aansluitende curatieve interventies (vanuit bijvoorbeeld de jeugdhulp).
4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis Kernelementen van de wetswijziging passend onderwijs zijn de zorgplicht, de niet vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen en budgetfinanciering. Het geheel van maatregelen dat betrekking heeft op de onderwijsondersteuning van zittende en nieuwe leerlingen (aanmelding, inschrijving en toelating) vat de wetgever samen in het juridisch begrip zorgplicht. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten alle scholen voor regulier en (voortgezet) speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar samenwerken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat leerlingen – al dan niet met extra ondersteuning - een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. De scholen en schoolbesturen van Amstelronde zien de basis voor de zorgplicht in het realiseren van goed onderwijs. De scholen van Amstelronde willen de lat hoog leggen voor wat betreft de ambitie om goed onderwijs te realiseren voor alle leerlingen. De verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren ligt bij de schoolbesturen zelf. Het samenwerkingsverband zal dit zoveel mogelijk in samenspraak met de scholen en schoolbesturen ondersteunen en faciliteren. Het is de opdracht voor scholen en schoolbesturen in het samenwerkingsverband om tot een continuüm van onderwijs te komen zodat een dekkend netwerk van thuisnabije onderwijsondersteuning ontstaat.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 27
4.2 Basisondersteuning Wettelijk is vastgesteld dat het samenwerkingsverband een niveau van basisondersteuning vaststelt in het ondersteuningsplan. De wet biedt ruimte om een eigen invulling te geven aan de afspraken over het niveau van basisondersteuning. De basisondersteuning zorgt dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten van het onderwijs en de onderwijsondersteuning. Daarmee wordt ook duidelijk welke bekwaamheidseisen aan het personeel kunnen worden gesteld. Een verbreding van interventies in de onderwijsondersteuningsstructuur binnen de school heeft consequenties voor het handelen van leerkrachten en ondersteuners op school. In Amstelronde moeten alle scholen voldoen aan het basisarrangement van de inspectie23. Het bestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor deze basiskwaliteit van het primaire proces. De basisondersteuning omvat meer dan de basiskwaliteit. Bij basisondersteuning gaat het om het afgesproken geheel van interventies (bij voorkeur preventief soms ook curatief) die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met zorgpartners, worden uitgevoerd. Een hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen extra ondersteuning en/of jeugdhulp nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van onderwijs- en zorgarrangementen die de school zoveel mogelijk zelf organiseert. Voor alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen hanteren we het begrip ‘extra ondersteuning’. Alle scholen hebben hun schoolondersteuningsprofiel24 (sop) beschreven, zodat er zicht is op de mogelijkheden van de basisschool zelf en van de andere basisscholen in de buurt of in de gemeente. Ook is er zicht op het sop van de scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO). Binnen Amstelronde is het ambitieniveau voor de basisondersteuning gesteld op het niveau van de ‘smalle ondersteuningsschool’ (zie bijlage 1). Dit ambitieniveau dient in augustus 2018 voor 80% van de scholen bereikt te zijn. Om dit relatief hoge niveau van basisondersteuning te kunnen bereiken, zullen scholen voldoende middelen moeten krijgen om dit verantwoord en adequaat te kunnen realiseren. Dat betekent dat het huidige niveau van basisondersteuning gesteld wordt op dat van een netwerkschool.
4.3 Extra ondersteuning Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende infrastructuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle kinderen met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te kunnen bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het samenwerkingsverband. 23
Indien de onderwijsinspectie geen tekortkomingen constateert komt de school in aanmerking voor het basisarrangement. Zie ook: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Primair+onderwijs 24 het schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO)
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 28
De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van licht en tijdelijk tot intensief en langdurend of structureel van aard. Volgens de uitgangspunten van Amstelronde zal deze extra ondersteuning zo thuisnabij mogelijk plaatsvinden, waarbij gebruik gemaakt wordt van het zelf organiserend vermogen van scholen. De doelstelling van passend onderwijs is niet het aantonen van extra onderwijsbehoeften en daar middelen aan te koppelen, maar het onderwijs zodanig aanpassen dat een extra onderwijsbehoefte geen belemmering meer vormt. Basisscholen kunnen dus (in principe) geen extra middelen aanvragen door het aantonen van extra onderwijsbehoeften van leerlingen. Het samenwerkingsverband geeft scholen direct de beschikking over een deel van de ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op maat en tijdig kunnen inzetten. Het bedrag wordt bepaald door het aantal leerlingen van de school (lump sum financiering). Een school kan deze extra middelen direct gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden of om dit aan te wenden voor de extra ondersteuning. Deze middelen kunnen ingezet worden voor inzet van expertise vanuit de school zelf of het inhuren van expertise van buitenaf. Ook kunnen de middelen (op termijn) ingezet worden om bij te dragen in de kosten van een (tijdelijke of deeltijd) plaatsing op een school voor speciaal (basis) onderwijs (SBO of SO). Voorbeelden van arrangementen zijn:
Tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de leerkracht en/of het schoolteam op de eigen school (bijvoorbeeld: co-teaching). Een tijdelijke plaats voor een leerling in een voorziening binnen de eigen school of binnen een bovenschoolse voorziening, bijvoorbeeld een te organiseren opvangklas voor kinderen met gedragshulpvragen. Een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg (een onderwijs- en zorgarrangement). Een tijdelijke plaats of observatie binnen speciaal (basis) onderwijs.
4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool In de wetswijziging passend onderwijs is vastgelegd dat ouders hun kind schriftelijk aanmelden bij de school van hun voorkeur. Schoolbesturen spreken lokaal beleid af over aanmelding en inschrijving van leerlingen. Een schriftelijke aanmelding houdt in dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit doen zij minimaal tien weken voordat zij plaatsing op een basisschool willen. Ouders kunnen aangeven als zij vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs vormt die informatie, eventueel aangevuld met informatie vanuit de voorschoolse periode, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen of een kind extra ondersteuning nodig heeft. De school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 29
Als een school de leerling niet kan toelaten, moet de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een andere reguliere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Voor het speciaal (basis) onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Voor leerlingen waarvan, voordat ze naar de basisschool gaan, bekend is dat ze extra ondersteuning nodig hebben (bijvoorbeeld omdat ze van geboorte af aan al extra zorg nodig hebben, bijvoorbeeld kinderen die in een Medisch Kinderdagverblijf (MKD) opgevangen worden) en waarvan duidelijk is dat ze rechtstreeks instromen in het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs, dient het samenwerkingsverband een TLV af te geven. De kosten voor plaatsing van deze kinderen is niet te herleiden naar een basisschool van herkomst aangezien deze kinderen geen basisschool van herkomst hebben. Dat betekent dat de kosten van deze rechtstreekse instroom voor rekening zijn van Amstelronde.
4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school Passend onderwijs gaat ervan uit dat voor elk kind de meest passende onderwijsplek en de meest adequate ondersteuning wordt geboden. Het liefst op de eigen school, zo dicht mogelijk bij huis en binnen het samenwerkingsverband. Het doorlopen van de route en daarmee het vinden van de meest geschikte plek voor ondersteuning, begint op de basisschool zelf. Dit gebeurt vanuit het denkkader van Handelingsgericht werken (HGW). Handelingsgericht werken stelt de onderwijs ondersteuningsbehoefte(n) van leerlingen centraal (in plaats van hun beperkingen) en zet sterk in op continue afstemming tussen school (leerkracht), leerling en ouders. Daarnaast gaat HGW uit van doelgericht, systematisch en transparant werken. Een eerste richtlijn is dan ook de afspraak dat alle scholen handelingsgericht werken. Dit betekent ook dat scholen werken volgens (de zorgindicatoren van) het inspectiekader. Dit zijn basisvoorwaarden voor de eerste stap in het arrangeertraject: het signaleren en opschrijven van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling. Het zorgt ervoor dat in handelingsgerichte termen op papier kan worden gezet wat een leerling nodig heeft om een volgende stap te maken in zijn of haar ontwikkeling. Voor de leerkracht betekent dit concreet dat hij de cyclus van HGW in de klas doorloopt en op de juiste wijze de niveaus van ondersteuning volgt. Meer algemeen vraagt het van de leerkracht dat deze moet kunnen reflecteren op het eigen gedrag zodat zij25 systematisch en professioneel op de gesignaleerde onderwijs- en ondersteuningsbehoefte(n) van het kind kan inspelen, eventueel met behulp van extern advies en/of ondersteuning. Ondersteuningsteam Op het moment dat de leerkracht, ondanks het doorlopen van de HGW-cyclus en haar eigen professionaliteit, handelingsverlegen raakt, roept zij de hulp in van de interne begeleider. Indien ook leerkracht en intern begeleider er samen niet uitkomen, wordt de hulp ingeroepen van het ondersteuningsteam (OT), ook wel zorgteam genoemd. Dit team is wisselend van samenstelling. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag of –vragen die 25
Overal in de tekst waar zij of haar verwijst naar ‘de leerkracht’ kan ook hij of hem gelezen worden. Hiervoor is gekozen omdat het merendeel van de leerkrachten in het basisonderwijs vrouw is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 30
er liggen, zal het ondersteuningsteam bestaan uit: leerkracht, intern begeleider, ouder(s)/verzorger(s), directielid school, GGD (jeugdverpleegkundige of schoolarts), maatschappelijk werk (schoolmaatschappelijk of jeugdmaatschappelijk werk) expertise vanuit de onderwijskant (Amstelrondespecialist) en indien nodig expertise vanuit de thuis- en/of gezinskant (gezinsspecialist). Deze laatste functionaris kan samen met maatschappelijk werk inschatten of er meer of andere ondersteuning nodig is in het gezin, via de sociale wijkteams waar (veel) gemeenten mee (gaan) werken. Indien zich vragen voordoen die voornamelijk liggen op het vlak van thuis- en gezinsproblematiek, dan zal dit zo snel mogelijk opgepakt moeten worden door instanties die daarop ingezet kunnen worden. Zo kan de school zich concentreren op haar hoofdtaak: het verzorgen van goed onderwijs. Het ondersteuningsteam heeft als taak om de ondersteuningsvraag van het kind, door actieve inbreng van alle deelnemers van dit overleg, te verhelderen en op zoek te gaan naar een passende aanpak die vlot, bij voorkeur op de school zelf en in zo licht mogelijke vorm, gerealiseerd kan worden. Een ondersteuningsteam is een op actie gericht team, dat snel en adequaat overgaat tot handelen. Indien bij de ondersteuningsvraag van een kind gedacht wordt aan speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) worden deskundigen vanuit SBO of SO van de beoogde school uitgenodigd in het OT. Inhoudelijk vindt dan in dat geval in het Ondersteuningsteam de voorbereiding plaats voor de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV).
4.4.2 Ontwikkelingsperspectief Voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft dient een ontwikkelingsperspectief26 (OPP) opgesteld te worden. Deze verplichting bestaat al voor alle leerlingen in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, maar is met passend onderwijs ook van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning ontvangen in de reguliere basisschool. De school stelt in geval van extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief (OPP) op en moet dit voorleggen aan de ouders. Er ligt een wetsvoorstel dat regelt dat ouders instemmingsrecht hebben op het handelingsdeel van het plan. In het ontwikkelingsperspectief voor een leerling in het regulier onderwijs zijn in ieder geval opgenomen:
de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces; het te verwachten uitstroomniveau van de leerling en een onderbouwing daarvan; de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning
Scholen voor speciaal onderwijs nemen in hun ontwikkelingsperspectief alleen de eerste twee punten op.
4.4.3 Deskundigenadvies Het samenwerkingsverband is verplicht om, bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van een leerling tot het SBO of het (V)SO, een deskundigenadvies in te winnen. Per 26
Het ontwikkelingsperspectief is een onderbouwde set uitspraken over wat een haalbaar einddoel (uitstroomniveau) is voor een bepaalde leerling en wat de school gaat doen om daar te komen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 31
Algemene Maatregel van Bestuur is vastgelegd dat het deskundigenadvies noodzakelijk is als er gedacht wordt aan SBO of (V)SO, bestaand uit twee deskundigen, waarvan tenminste één een orthopedagoog is. Voor de toekenning van andere vormen van extra ondersteuning is een deskundigenadvies niet verplicht. Ouders kunnen hier wel om vragen en dan zal het samenwerkingsverband dit adequaat moeten organiseren. De in paragraaf 4.4.1 voorgestelde werkwijze van arrangeren op schoolniveau door middel van het ondersteuningsteam (of zorgteam), met daarin in elk geval een Amstelrondespecialist (vanuit het samenwerkingsverband), heeft als voordeel dat hiermee voldaan wordt aan de wettelijke verplichting tot het inrichten van een deskundigenadvies. Dit deskundigenadvies is verplicht voorafgaand aan een verwijzing naar het SBO of SO en facultatief (op aanvraag van ouders) bij het inzetten van extra ondersteuning. Door het opleggen van deze verplichting is geborgd dat het samenwerkingsverband relevante deskundigheid betrekt bij de beslissing over het wel of niet verwijzen van leerlingen naar speciale voorzieningen in of buiten het samenwerkingsverband.
4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Per 1 augustus 2014 verdwijnt de leerlinggebonden financiering (het rugzakje), de Regionale Expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte landelijke indicatiestelling voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (door de Commissie voor Indicatiestelling, CvI) verdwijnt. Ook de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die nu nog de beschikkingen voor het speciaal basisonderwijs (SBO) afgeeft, verdwijnt. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning en organiseert het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Er komen vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen:
SBO Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
(zml, lzk, cluster 4) (lg) (mg)
Het gaat daarbij om de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3. Het inrichten en uitrusten van een ondersteuningsteam op elke school (zoals hiervoor beschreven) garandeert dat er aan de voorkant van het traject voldoende expertise in de school aanwezig is. Dit impliceert dat het samenwerkingsverband erop kan vertrouwen dat scholen tot een weloverwogen afweging komen welk arrangement het beste past bij de ondersteuningsbehoefte van een leerling. De conclusie van het Ondersteuningsteam (OT) kan zijn dat een leerling het best geholpen is met plaatsing op het SBO of het SO. De TLV wordt (als onderdeel van het arrangeren en met behulp van beschikbare expertise) op het niveau van de school in het OT voorbereid. Toch is het wettelijk verplicht dat het samenwerkingsverband de TLV afgeeft. Na voorbereiding van de TLV door het OT vindt door het samenwerkingsverband een procedurele toetsing plaats. Bij een dergelijke toets wordt gecontroleerd of alle
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 32
verplichte en gewenste stappen in het proces op juiste wijze zijn doorlopen. Met name wordt gekeken of ouders in voldoende mate betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de beslissing tot een TLV. Enerzijds wordt hiermee voldaan aan de wettelijke verplichting en anderzijds wordt hiermee het vertrouwen in de arrangeercapaciteit van scholen uitgesproken. Het samenwerkingsverband geeft een TLV af als door vier partijen in het overleg overeenstemming is bereikt en daarvoor getekend is, te weten: school van herkomst, ouders, beoogde SBO of SO school en een deskundige (in het kader van het verplichte deskundigenadvies). Een tweede aspect betreft het deskundigenadvies dat verplicht is bij een TLV en facultatief is bij extra ondersteuning. Indien in het ondersteuningsteam op school een orthopedagoog aanwezig is, wordt voldaan aan de eerste eis die gesteld wordt aan het deskundigenadvies. Toch kan het voorkomen dat ouders en school structureel van mening verschillen over het in het ondersteuningsteam vormgegeven arrangement. In dat geval kan het primaire deskundigenadvies (in het ondersteuningsteam) niet nog eens de eigen beslissing beoordelen. Op het niveau van het samenwerkingsverband organiseert Amstelronde de tweede deskundigheid door de Amstelrondespecialist vanuit een van de andere drie kernen. Plaatsing in het Speciaal onderwijs zonder TLV Een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is in sommige gevallen niet nodig. Er zijn kinderen die op medische indicatie (bijv. door de kinderpsychiater) rechtstreeks verwezen kunnen worden op een school voor speciaal onderwijs, waar passend onderwijs geboden kan worden. De kosten voor het speciaal onderwijs voor deze kinderen (het onderwijsdeel) zijn voor rekening van het samenwerkingsverband. Compensatiemaatregel AWBZ 2014-2015 De afgelopen jaren zijn steeds meer kinderen met zeer complexe problematiek speciaal onderwijs gaan volgen. De financiering in het speciaal onderwijs bleek in een aantal gevallen tekort te schieten om deze kinderen op verantwoorde wijze aan het speciaal onderwijs te kunnen laten deelnemen. Om de begeleiding van deze leerlingen binnen de school te kunnen garanderen, is de mogelijkheid geschapen om AWBZ-middelen in te zetten binnen het onderwijs. Het ministerie van OCW stelt daarnaast sinds 1 januari 2010 jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar via een compensatieregeling welke wordt uitgevoerd onder regie van het REC. Per 1 augustus 2014 wordt dit budget onderdeel van het ‘zware ondersteuningsbudget’ van het samenwerkingsverband (€3,98 per kind). Amstelronde maakt het mogelijk om extra ondersteuning in de vorm van een ondersteuningsbudget toe te kennen aan kinderen die voorheen middelen ontvingen uit de compensatiemaatregel AWBZ om onderwijs mogelijk te maken. Ten behoeve van 2014-2015 geldt de volgende procedure: A. Wanneer een leerling op school behoefte heeft aan een x-aantal uren persoonlijke verzorging (PV) verpleging (VP) en/of begeleiding (BG) brengt de school dat per categorie (PV< VP< BG) in kaart. Voor de uren die de school niet volledig kan leveren, klopt zij aan bij de ouders om gebruik te maken van de richtlijn “afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs“ (2004). Het Centrum
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 33
Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze aanvraag in behandeling nemen, of het Bureau Jeugdzorg (als het gaat om een kind met een psychiatrische stoornis). B. Het indicatieorgaan AWBZ (CIZ of BJZ) indiceert vervolgens (de totale zorgbehoefte 24/7) en is verplicht op het indicatiebesluit expliciet aan te geven hoeveel uren persoonlijke verzorging, verpleging en/of begeleiding er ten behoeve van inzet op school nodig zijn. C. Bij een negatieve AWBZ-indicatie of een indicatie voor minder uren dan door de school benodigd (zoals vastgesteld onder A), kan de school zich wenden tot het samenwerkingsverband met een vraag naar middelen voor extra zorg voor 2, 4 of 6 uur per week. (€ 3.000, € 6.000, of € 9.000). De school onderbouwt daarbij de noodzaak voor de gevraagde omvang van de benodigde middelen. Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert het samenwerkingsverband de volgende criteria: 1. Een school kan per leerling slechts één aanvraag indienen (voor een heel schooljaar, dan wel voor de periode vanaf 1 januari tot aan 1 augustus van datzelfde schooljaar). 2. Een school betrekt in ieder geval de ouders van de leerling, de ambulant begeleider of de commissie van begeleiding bij de aanvraag. Als een leerling in een instelling woont, wordt een vertegenwoordiger van de instelling bij de aanvraag betrokken. 3. Voor elke leerling met een behoefte aan extra zorg, kan de vergoeding worden aangevraagd ongeacht de school(soort) waar de leerling verblijft. De school toont aan: a. dat de leerling meer zorg nodig heeft dan de school redelijkerwijs kan bieden en b. dat die zorg meer is dan het aantal uren AWBZ-zorg dat ten behoeve van inzet op school is opgenomen in het AWBZ-indicatiebesluit van het kind. D. Per schooljaar worden twee momenten voor toekenning gehanteerd. Aanvragen voor een heel schooljaar worden ingediend vóór 1 september en uiterlijk in oktober beoordeeld. Aanvragen voor de tweede helft van het schooljaar worden vóór 1 januari ingediend en uiterlijk in februari beoordeeld. Symbiose De huidige wettelijke regeling van symbiose maakt het voor leerlingen in het speciaal onderwijs mogelijk om een deel van het onderwijs op een reguliere basisschool of een school voor speciaal (basis)onderwijs te volgen. (Speciaal) Basisonderwijs en speciaal onderwijs maken onderling afspraken over het programma en de bekostiging en leggen dit vast in een symbioseovereenkomst. Er zijn geen voorwaarden voor de minimale lengte en het minimale aantal uren. Deze flexibilisering maakt het voor scholen gemakkelijk om een onderwijsarrangement te bieden dat past bij de mogelijkheden van de leerling. De afspraken die worden gemaakt, worden opgenomen in het ontwikkelingsperspectief van de leerling.
4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen Er is een categorie kinderen die (vanaf geboorte) zoveel zorg en ondersteuning nodig hebben dat op voorhand duidelijk is dat zij naar het speciaal basisonderwijs of speciaal
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 34
onderwijs gaan. Ook voor deze kinderen is een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het samenwerkingsverband nodig. Deze wordt afgegeven voor de hele basisschoolperiode. Bij de start van het onderwijs in deze situatie is er geen basisschool in beeld. Immers ouders wisten op voorhand dat hun kind naar het speciaal (basis) onderwijs zou gaan en hebben hun kind niet bij het reguliere onderwijs aangemeld. De ouders vragen een TLV aan bij het samenwerkingsverband, samen met de daarvoor geselecteerde hulpverleners. Het samenwerkingsverband heeft afspraken gemaakt 27 met de instanties die in een vroeg stadium de ouders en het kind, waarvan bekend is dat het ook op school extra ondersteuning nodig heeft, begeleiden. Het betreft de JGZ, MEE, Ons Tweede Thuis28. De hulpverlenende instantie zoekt samen met ouders een school naar keuze en kan vervolgens een TLV aanvragen bij het samenwerkingsverband. Een tweede deskundige, bijvoorbeeld de orthopedagoog van het speciaal (basis) onderwijs, is nodig om het deskundigenadvies te vervolmaken. Daarna verstrekt het samenwerkingsverband de TLV. Bij ernstig meervoudig beperkte leerlingen (EMB)29 hanteert Amstelronde een vereenvoudigde procedure van toelaatbaarheid. Dit om te voorkomen dat de toelaatbaarheid tot het SO, categorie 3, telkens uitvoerig moet worden beoordeeld waarmee overbodige bureaucratie wordt voorkomen. Deze vereenvoudigde procedure, geldend voor bovengenoemde leerlingen houdt in dat: * toelaatbaarheidsverklaringen voor EMB leerlingen als beschreven onder A, B en C eenmalig worden afgegeven en vervolgens geldig zijn gedurende het hele verblijf op het SO. Veel leerlingen maken de overstap naar het voortgezet (speciaal) onderwijs op de leeftijd van 12 jaar, maar in elk geval verlaten de leerlingen het speciaal onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt; * bij de overstap van SO naar VSO een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring moet worden aangevraagd bij het SWV VO. Deze verklaring is vervolgens geldig gedurende het hele verblijf op het VSO. In elk geval verlaten de leerlingen het voortgezet speciaal onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 20 jaar hebben bereikt.
4.4.6 Leerlingen uit een andere regio Het zal met enige regelmaat voorkomen dat een leerling uit een andere regio in de regio Amstelronde komt wonen. De leerling die in een ander samenwerkingsverband extra ondersteuning heeft gekregen, zal dit in onze regio ook nodig hebben. Indien het kind een TLV uit een andere regio heeft voor SBO of SO, zal het samenwerkingsverband dit in principe overnemen met het oog op het verminderen van de bureaucratie. Wanneer er 27
Deze afspraken moeten nog gemaakt en vastgelegd worden. Aanvullen met andere relevante instanties en voorzieningen in de regio. 29 A. een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan), of B. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of C. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen 28
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 35
sprake is van een andere vorm van ondersteuning, zal de school volgens de werkwijze van het ondersteuningsteam (zorgteam), samen met ouders en eventuele deskundigen kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste geboden kunnen worden. School, ouders en de Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband zoeken gezamenlijk naar de best haalbare oplossing. Daarnaast zijn er leerlingen niet woonachtig in de regio die het SBO in dit samenwerkingsverband bezoeken. Ook komt het voor dat leerlingen woonachtig in het gebied van Amstelronde naar een SBO school gaan in een ander samenwerkingsverband. In de eerste situatie is er sprake van inkomend grensverkeer in de tweede situatie is dat uitgaand grensverkeer. De regeling grensverkeer, zoals nu bestaat, blijft binnen passend onderwijs, ongewijzigd gehandhaafd.
4.5 Doorgaande lijn In deze paragraaf beschrijft Amstelronde welke afspraken zij heeft gemaakt met zowel voor- en vroegschoolse voorzieningen als met het voortgezet onderwijs over de doorgaande lijn in (extra) ondersteuning. Daarbij wordt duidelijk gemaakt wat er op het niveau van het samenwerkingsverband gebeurt en wat de verantwoordelijkheid van individuele scholen/instellingen is. De subparagrafen geven dus een overzicht van de afspraken, opgedeeld in beleidsafspraken enerzijds en afspraken over werkwijzen in de praktijk anderzijds.
4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen Voor bijna alle kinderen is de overstap van een voorschoolse voorziening (peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) naar de basisschool een ingrijpende gebeurtenis. De meeste kinderen zijn prima in staat om deze overstap naar de basisschool goed te maken. Voor kinderen die in de voorschoolse periode al veel zorg en ondersteuning nodig hebben, is het van belang dat dit goed wordt gecontinueerd als ze naar de basisschool gaan. Deze doorgaande zorglijn blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig te realiseren. Dit heeft te maken met het gegeven dat er tussen en vaak zelfs binnen bepaalde gemeenten diverse (commerciële) aanbieders zijn die voorschoolse voorzieningen organiseren. Alle betrokkenen zijn verantwoordelijk om te komen tot goede afspraken met name waar het gaat om het afstemmen van de overdracht van kinderen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben van de voorschoolse periode naar de basisschoolperiode.
4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen Amstelronde ziet als belangrijke voorwaarde voor het realiseren van passend onderwijs dat er concrete en praktische afspraken gemaakt worden tussen de voorschoolse voorzieningen en de (speciale) basisscholen van Amstelronde. Het betreft praktische afspraken tussen het samenwerkingsverband en voorschoolse voorzieningen met betrekking tot de overdracht van leerlingen naar het primair onderwijs, afspraken over continuïteit van ondersteuning en afspraken over de overdracht en bescherming van leerlinggegevens. In alle gevallen wordt hier ook aangegeven wat de rol van ouders in deze overdrachtsfase is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 36
4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs De overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is voor bijna alle leerlingen een grote gebeurtenis. De meeste leerlingen zijn prima in staat deze overstap goed te maken. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, vormt deze overstap een extra risico. Het is een cruciaal moment in hun schoolcarrière. Een juiste plaatsing kan demotivatie, afstroom en schoolverzuim voorkomen. Bij de overstap is het basisschooladvies leidend criterium. Op grond van een lange ervaring met het kind geeft het basisonderwijs, mede gebaseerd op gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem, advies aan kind en ouders. Het voortgezet onderwijs is wettelijk verplicht naast het basisschooladvies een tweede gegeven mee te laten wegen, bijvoorbeeld een Citoeindtoets. Om de overgang zo optimaal mogelijk te laten verlopen hebben scholen voor PO en VO afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de Kernprocedure Amstelland . Deze zijn vastgelegd door het samenwerkingsverband VO Amstelland en de Meerlanden 30. De kernprocedure is een set van afspraken die de schoolbesturen van het voortgezet onderwijs in de regio Amstelland samen met schoolbesturen van het basisonderwijs hebben gemaakt. Deze afspraken gaan over het proces van de overstap van leerlingen van een school voor primair onderwijs naar een school voor regulier voortgezet onderwijs. Scholen in de genoemde regio’s hebben met elkaar afgesproken dat zij zich zullen houden aan de afspraken van de kernprocedure. Het doel van de kernprocedure is het proces van de overgang van de school voor primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs van de individuele leerling zo goed mogelijk laten verlopen. Het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en de inschrijving van de leerling op een school voor voortgezet onderwijs staan hierbij centraal. De kernprocedure richt zich op vier onderdelen: 1. Zo goed mogelijke advisering van de basisschool 2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO school 3. Helder en eerlijk proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating 4. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces.
Bij de overgang van leerlingen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, organiseren basisscholen, indien nodig en relevant, een warme overdracht naar de school voor voortgezet onderwijs waar de leerling naar toe gaat. In elk geval zal dit dienen te gebeuren bij leerlingen die extra ondersteuning hebben gehad op de basisschool. Hiermee wordt de kans op het optimaal doorzetten van een doorgaande lijn in de ondersteuning van de jongere vergroot. Sommige leerlingen zijn gebaat bij ondersteuning die slechts op één of enkele scholen? voor voortgezet onderwijs geboden kan worden. Het is voor ouders mogelijk om al eerder met deze school in gesprek te gaan over de overgang naar het voortgezet onderwijs.
30
http://www.swvamstellandmeerlanden.nl/index.php?id=87
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 37
4.5.4 Passend voortgezet onderwijs Voor het voortgezet onderwijs (VO) geldt, net als voor het basisonderwijs, de wet- en regelgeving ten aanzien van passend onderwijs. Dat wil zeggen dat ook VO scholen gehouden zijn om zo goed mogelijk ondersteuning te bieden aan leerlingen, afgestemd op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling. Alle VO scholen van het samenwerkingsverband VO werken aan een goed functionerende ondersteuningsstructuur. Dit bestaat uit het tijdig signaleren, preventief handelen, handelingsbekwame docenten, ondersteuning van professionals, onderwijs en nietonderwijs gerelateerde ondersteuningsvragen. De VO scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 in het schoolondersteuningsprofiel beschreven welke ondersteuning zij kunnen bieden. Het samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden, heeft de volgende prioriteiten gesteld: - Actieonderzoek (ongeoorloofd) schoolverzuim - Vaststellen afspraken over basis- en extra ondersteuning - Professionalisering docenten, zorgcoördinatoren, mentoren - Herinrichting van de Rebound - Uitbreiding ZMOK plaatsen ALTRA Hoofddorp - Inrichten van een bovenschools ZAT - PO-VO overgang (kernprocedures) herzien/aanscherpen - Afstemming gemeenten (januari 2013)
4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Ouders van kinderen die op het basisonderwijs een TLV hebben en die in groep 8 (of eindgroep SBO of SO) zitten en die hun kind willen aanmelden voor een school die extra ondersteuning kan bieden (zoals een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, VSO), dienen hun kind voor schooljaar 2014 – 2015 aan te melden bij het regioloket van samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden. Het verdient aanbeveling dit proces rond november van het laatste jaar (groep 8) te laten lopen om de ouders in het voorjaar de kans te geven hun kind aan te melden bij een VSO naar keuze. Vanaf schooljaar 2015 – 2016 lopen ook de aanmeldingen voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PRO) via het regioloket. Voor komend schooljaar lopen de aanmeldingen voor LWOO en PRO nog via de Regionale Verwijzingscomissie (RVC).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 38
5. Samenwerking met ouders Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het samenwerkingsverband ziet ouders als gelijkwaardige partners die een stem hebben in het kiezen van een passend onderwijsaanbod. Scholen komen sneller tot een passende oplossing met de ouders die zich een gelijkwaardige partner voelen. Dit laatste is alleen mogelijk wanneer ouders actief betrokken zijn bij de totstandkoming van oplossingen. De scholen van Amstelronde geven ouders de mogelijkheid om mee te denken en mee te praten over de ondersteuning die zij voor hun kind belangrijk en het meest wenselijk vinden. Dit vindt plaats door ouders actief te betrekken bij het ‘handelingsgericht arrangeren’ in het ondersteuningsteam (OT) op school, waarbij ouders/verzorgers in principe aanwezig zijn. Ouders weten wat hun kind nodig heeft. Bij een oplossing die vooral vanuit de school komt, bestaat de kans dat deze na verloop van tijd minder bruikbaar is, omdat het een oplossing is die in de ogen van ouders niet door henzelf bedacht is. De oplossingsrichting van school en ouders is niet altijd gelijk. De oplossing moet gezocht worden in de dialoog waarbij de leerkracht, de ouder(s) en de leerling ideeën mogen aandragen. In de dialoog wordt gezocht naar oplossingen en toepassingen die in het belang zijn van de verdere ontwikkeling van de leerling.
5.1 Ouders als educatief partner Zoals hiervoor aangegeven zijn ouders belangrijk educatieve partners in onderwijs en opvoeding. Amstelronde wil naast het actief betrekken van ouders bij het nadenken over wat nodig is voor de beste ontwikkeling van hun kind op school ook educatief partnerschap in de praktijk organiseren en stimuleren, door middel van:
een nieuwsbrief van het samenwerkingsverband ook voor ouders informatieavonden voor ouders communicatie met ouders via de website (eventueel opgenomen in een communicatieplan) een paragraaf met informatie over het samenwerkingsverband in de individuele schoolgidsen concrete afspraken over het betrekken van ouders bij het arrangeerproces op overeenstemming gericht overleg over het ontwikkelingsperspectief betrekken ouders bij het vinden van een passende plek op een andere school informatie over ondersteuning door andere instanties, bijvoorbeeld het CJG
5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen Amstelronde wil bevorderen en stimuleren dat ouders van een leerling goed in positie worden gebracht zodat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan de ondersteuning en aanpak die nodig is voor hun kind. Dat is in Amstelronde georganiseerd door ouders
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 39
nadrukkelijk te betrekken bij de totstandkoming van het (handelingsgericht) arrangeren in het ondersteuningsteam (zorgteam). De nadruk ligt op de continue samenwerking tussen ouders en school: zowel op algemeen niveau als op het niveau van individuele leerlingen. Amstelronde biedt ouders het recht om actief mee te denken en mee te praten op school in het proces van toewijzen van (extra) ondersteuning aan hun kind. Daarbij blijft de eerste verantwoordelijkheid voor het kunnen realiseren van deze ondersteuning bij de school. Er is een wetsvoorstel in behandeling waardoor ouders instemmingsrecht krijgen op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief, mocht hun kind in aanmerking komen voor extra ondersteuning. Bij de wetswijziging passend onderwijs is het de school die extra ondersteuning of een toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt bij het samenwerkingsverband. Dit is een wijziging ten opzichte van de huidige situatie, waarin ouders degenen zijn die een verwijzing of indicatie aanvragen.
5.3 Ouders en medezeggenschap Deze paragraaf behandelt de formele samenwerking tussen ouders en school: de medezeggenschap. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de positie van medezeggenschap in het samenwerkingsverband. Hier is het van belang te melden dat ouders op twee manieren inspraak hebben op de wijze waarop het samenwerkingsverband is vormgegeven: 1. via het adviesrecht dat de Medezeggenschapsraad (MR) van een individuele school heeft op het schoolondersteuningsprofiel; 2. via deelname in de ondersteuningsplanraad (OPR) van het samenwerkingsverband. Voor de medezeggenschapsorganen geldt bespreekrecht, informatierecht enzovoort. Meer informatie daarover is te verkrijgen via het Steunpunt Medezeggenschap Passend Onderwijs31.
31
http://www.steunpuntmedezeggenschappassendonderwijs.nl
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 40
6. Organisatie van het samenwerkingsverband In hoofdstuk 3 zijn de beoogde kwalitatieve resultaten die Amstelronde wil realiseren met passend onderwijs beschreven. Deze zijn nauw gerelateerd aan de in hoofdstuk 2 beschreven missie en visie en de daar genoemde uitgangspunten. Om deze resultaten te kunnen bereiken, kiest Amstelronde voor een compacte organisatie met een klein bestuur, bestaande uit vijf bestuursleden en een kleine netwerkorganisatie op Amstelronde niveau. Het kunnen anticiperen op een diversiteit aan ondersteuningsmogelijkheden voor scholen, vraagt om een flexibele organisatie met een vaste kern (basale functies) en een flexibele schil (waarbij inhuur van expertise mogelijk is). Het beleid is erop gericht om zoveel mogelijk middelen bedoeld voor onderwijsondersteuning ten goede te laten komen aan het primaire proces op school en in de klas. Deze opbouw van ondersteuningsmiddelen zal de komende jaren een gefaseerde opbouw kennen (zie daarvoor het hoofdstuk financiën).
6.1 Bestuurlijke uitgangspunten Bestuursmodel en ‘goed onderwijs, goed bestuur’ Het bestuur van Amstelronde is op 26 februari 2013 geïnstalleerd en werkt vanuit een stichtingsmodel waarbij sprake is van een functionele scheiding van intern toezicht en bestuurs- en uitvoeringstaken in de vorm van een bestuur-directiemodel. Het bestuur neemt de rol van intern toezichthoudend orgaan op zich. De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur (directie) van Amstelronde. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en stelt zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie van Amstelronde is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de schooldirecteuren en IB-ers (vertegenwoordigd in de kernoverleggen) wordt dit beleid voorbereid en de uitvoering van beleid, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan, gevolgd. Tenminste één maal per jaar vindt een vergadering van alle vijftien bij Amstelronde aangesloten schoolbesturen plaats. Het bestuur verantwoordt zich jaarlijks in de vergadering van aangeslotenen over het gevoerde inhoudelijke en financiële beleid van het Samenwerkingsverband. Iedere aangeslotene in de vergadering van aangeslotenen kan aanspraak maken op het in stemming brengen van bestuursbesluiten die te maken hebben met: - benoeming van bestuursleden; - goedkeuring en vaststelling van het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting van het samenwerkingsverband; - wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing van de stichting en ontbinding van de stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo. Bij deze stemming wordt gebruik gemaakt van een in de statuten vastgelegde weging der stemmen gebaseerd op het aantal leerlingen van de aangeslotenen binnen het samenwerkingsverband. Voor meer informatie met betrekking tot de bestuurlijke inrichting wordt verwezen naar de volgende documenten: statuten Stichting Amstelronde
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 41
passend onderwijs, het daarbij behorende bestuursreglement, managementstatuut en privacy reglement. Deze zijn op te vragen bij
[email protected] Samenstelling bestuur Het bestuur bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. Vier leden zijn benoemd op voordracht van de aangesloten schoolbesturen in Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn (één per gemeente). Eén lid is benoemd op voordracht van de aangesloten besturen met een school voor speciaal (basis)onderwijs. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.
6.2 Inrichting van de organisatie Het bestuur heeft middels een mandaatbesluit de dagelijkse verantwoordelijkheid en uitvoering belegd bij de directie van Amstelronde. De directie wordt op dit moment (tijdelijk tot 1 augustus 2015) gevormd door de twee coördinatoren van de huidige WSNS samenwerkingsverbanden Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden. De scholen in Amstelronde zijn georganiseerd in vier kernoverleggen , zoals hieronder aangegeven. Elke kern werkt met een preferente partner school voor Speciaal basisonderwijs (SBO), dit is de meest dichtbijzijnde SBO-school Kernoverleg Aalsmeer
Kernoverleg Noord
Kernoverleg Uithoorn
Kernoverleg Zuid
Antonius School Jozef School Oosteinderschool De Wegwijzer De Hoeksteen De Graankorrel De Brug OBS Samen Eén OBS De Zuidooster OBS Kudelstaart
1e Amstelveense Montessorischool Michiel de Ruyter Piet Hein Martin L. Kingschool Jan Hekmanschool Grote Beer Amstelschool Brede S. Rembrandt R. Venema school Joost v.d.Vondel Het Kofschip Bekemaschool
De Kwikstaart De Regenboog De Vuurvogel ’t Startnest ‘t LAB De Zon De Springschans Toermalijn De Kajuit
2e Amstelveense Montessorischool De Pionier De Zwaluw De Westwijzer Karel Eykmanschool Het Palet-zuid WillemAlexanderschool De Cirkel De Horizon De Triangel Vrije School Parcival
10 scholen
12 scholen
9 scholen
11 scholen
3300 leerlingen32
4281 leerlingen
2676 leerlingen
3435 leerlingen
Dolfijn (SBO)/ De Wending (SBO)
Schakel (SBO)
Dolfijn (SBO)
De Wending (SBO)
32
De leerlingenaantallen per kern zijn bij benadering; het aantal leerlingen SBO staat niet vermeld op dit overzicht.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 42
Kernoverleg Het kernoverleg van scholen komt vijf keer per jaar bij elkaar. In dat overleg staat passend onderwijs op de agenda, zowel beleidsvoorbereidend als beleidsvolgend. Het kernoverleg wordt voorgezeten door een schooldirecteur van een van de scholen van het gebied; een intern begeleider treedt op als secretaris van het kernoverleg. De directie van Amstelronde wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd door het kernoverleg. Het kernoverleg vormt daarmee een belangrijke bron van informatie voor directie en bestuur. Ook draagt het kernoverleg bij aan het realiseren van draagvlak. Er is een onkostenvergoeding beschikbaar voor de voorzitter en secretaris van het kernoverleg, voor de voorbereiding en uitvoering van deze taak. Afstemmingsoverleg Naast het kernoverleg functioneert het Afstemmingsoverleg. Dit bestaat uit de vier voorzitters en secretarissen van de kernen Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid en de directie Amstelronde. Het Afstemmingsoverleg komt vijf keer per jaar bij elkaar, minimaal twee weken voor het volgende kernoverleg. Doel van het Afstemmingsoverleg: afstemming tussen de vier kernen en voorbereiding van de agenda van het volgend kernoverleg. Amstelrondespecialist Per kernoverleg is een (vaste) Amstelrondespecialist aangesteld in opdracht van Amstelronde33. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke rol binnen het ondersteuningsteam van scholen. Deze functionaris is de vaste aanspreekpersoon voor scholen in deze kern. Hij/zij kan diverse rollen spelen en functies bekleden zoals: trajectbegeleiding, inhoudelijke deskundige (nodig bij deskundigenadvies), makelaarsfunctie. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke ondersteunende rol bij vragen die scholen hebben als leerkracht, IB en directie en ouders (dreigen) vast te lopen bij het bieden van ondersteuning van een kind (zie hoofdstuk 4).
6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR) Een belangrijk aspect binnen Passend Onderwijs betreft een meer direct geregelde medezeggenschap en grotere betrokkenheid van de oudergeleding en het onderwijsveld bij de beleidsvoorbereiding vanuit het samenwerkingsverband. Dit in de vorm van een ondersteuningsplanraad (OPR), bestaande uit ouders en personeel. De hoofdtaak van de OPR is het geven van instemming op het ondersteuningsplan (elke vier jaar en de daaruit voortvloeiende jaarplannen (jaarlijks). Om dit verantwoord te kunnen doen, zullen de deelnemers meegenomen moeten worden in de uitgangspunten van Passend Onderwijs en de voorgenomen specifieke beleidskeuzes van Amstelronde. Naast het geven van instemming is de OPR bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden betreffende het samenwerkingsverband. Wat betreft de samenstelling is gebruik gemaakt van het ordeningsprincipe welke ten grondslag ligt aan de bestuurlijke samenstelling waarbij de verhouding tussen ouders en personeel in principe gelijk is. Dus per gemeente één personeelsgeleding en één
33
De omvang van wat nodig is voor de inzet van een Amstelrondespecialist moet nader onderzocht worden. Gedacht kan worden aan een inzet van twee dagen per week (16 uur) per week per kern.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 43
oudergeleding en voor het Speciaal (basis) onderwijs, één personeelsgeleding en één oudergeleding. In totaal tien OPR leden 34. Op deze wijze worden alle deelnemende besturen direct of indirect in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de OPR. De OPR wordt voorgezeten door een door de raad benoemde voorzitter uit het eigen midden en beschikt over een door het bestuur vastgesteld statuut en reglement35. Op dit moment is het aantal werknemers in dienst bij Amstelronde minder dan twee en dat betekent dat Amstelronde geen medezeggenschapsraad (MR) hoeft in te richten. Wanneer er in de toekomst twee of meer personeelsleden in dienst komen, zal Amstelronde overgaan tot het instellen van een MR.
6.4 Personeel Amstelronde zal ingericht worden als netwerkorganisatie gericht op samenwerking met partners om optimaal gebruik te kunnen maken van elkaars kennis en kunde. Omwille van stabiliteit en continuïteit enerzijds en vanuit financieel oogpunt anderzijds is het werkgeverschap van een aantal functies (directie, secretariaat, coördinatie en enkele uitvoerende functies waaronder die van Amstelrondespecialisten) belegd bij het bestuur van Amstelronde. Tripartiete overeenkomst Met de nieuwe wet passend onderwijs worden geldstromen verlegd van SO-besturen, REC’s en regulier onderwijs naar de samenwerkingsverbanden. Daarnaast is er op termijn sprake van een stapsgewijze landelijke verevening van de zware ondersteuningsmiddelen. Deze ontwikkelingen hebben consequenties voor een aantal groepen personeel op wie de tripartiete overeenkomst betrekking heeft. De schoolbesturen binnen Amstelronde krijgen door deze overeenkomst een gezamenlijke inspanningsverplichting om verlies van expertise en gedwongen ontslag van personeel zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder staat per doelgroep aangegeven op welke wijze Amstelronde haar inspanningsverplichting invult. Personeel in dienst van de huidige verbanden
Amstelronde zal als netwerkorganisatie in het kader van behoud van expertise en personeel naar rato personeel overnemen dan wel inhuren van de huidige verbanden. Uitgangspunt vormt hierbij de expertise die noodzakelijk is om de activiteiten in het ondersteuningsplan te kunnen uitvoeren (functiehuis) en anderzijds naar de organisatorische inpasbaarheid.
Personeel benoemd op het ‘schooldeel lgf’ binnen het regulier basisonderwijs
In 2014-2015 zal Amstelronde het te ontvangen schooldeel van de voormalige lgf-financiering doorzetten naar de scholen36. Door deze keuze krijgen schoolbesturen een jaar extra tijd
34
OPR leden kunnen aanspraak maken op een onkostenvergoeding. Deze is vastgesteld op € 50,- per deelnemer per vergadering met een maximum aantal vergaderingen van vijf per cursusjaar. 35 Statuut en reglement OPR zijn op te vragen bij
[email protected] 36 Dit is afhankelijk van de uitkomsten van de inventarisatie van de (inhoud) van de rugzakken.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 44
om maatregelen te treffen ten aanzien van personeel benoemd op het schooldeel van de leerlinggebonden financiering. Deze maatregel kan in 2015 – 2016 nog een keer voortgezet worden maar zal per 1 augustus 2016 eindigen. Ambulant begeleiders cluster 3 en 4 in dienst van schoolbestuur
Amstelronde maakt in 2014-2015 geen gebruik van optingout, de middelen blijven toegekend aan de SO-besturen. De ambulant begeleiders worden ingezet op uitvoering van de AB op grond van de bestaande lgf leerlingen. In 2015-2016 komen de middelen voor ambulante begeleiding naar het samenwerkingsverband. Amstelronde zal als netwerkorganisatie in het kader van de herbestedingsverplichting afspraken maken met de SObesturen welke op 01-10-2013 het grootste deel van de ambulante begeleiding verzorgen en bestuurlijk aangesloten zijn bij Amstelronde (opting-in). Met deze besturen zal een overeenkomst worden aangegaan inzake het inhuren van expertise. In het kader van continuïteit in de bedrijfsvoering, het behoud van expertise en de verplichte herbesteding is het bestuur voornemens deze overeenkomsten in principe voor drie jaar aan te gaan waarbij in ieder geval afspraken gemaakt worden over de gevraagde expertise vanuit Amstelronde en de vermindering van de verplichte herbesteding volgens de dan geldende ministeriele regeling.
Personeel in het dienst van REC 3 en 4
Indien blijkt dat expertise binnen Amstelronde wenselijk is waarin niet kan worden voorzien door eigen personeel, personeel uit doelgroep 1 en 2 of reeds aangegane samenwerking met externe partners, zal overlegd worden met de betrokken regionale expertise centra voordat extern geworven zal worden. Voor 1 augustus 2014 is duidelijk of Amstelronde iets voor deze doelgroep kan betekenen.
Personeel dat als gevolg van de verevening mogelijk hun baan verliest
Gezien de positieve verevening binnen de regio van Amstelronde en de huidige betrokken samenwerkingsverbanden is deze doelgroep niet van toepassing.
6.5 Geschillenregeling Amstelronde is aangesloten bij Stichting Onderwijsgeschillen welke aansluiting verzorgt bij de Arbitragecommissie samenwerkingsverbanden, de geschillencommissie medezeggenschap, de geschillencommissie DGO, de klachtencommissie, de commissie van beroep PO en de bezwarencommissie functiewaardering.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 45
Arbitragecommissie samenwerkingsverband en
Geschillencommissie medezeggenschap
Geschillencommissie DGO
Klachtencommissie
Commissie van Beroep
Bezwarencommissie functiewaardering
De aan de Arbitragecommissie voor te leggen geschillen kunnen betrekking hebben op de statuten van de stichting; de onderlinge verhoudingen tussen de stichting enerzijds en de deelnemers en/of scholen anderzijds; het door de stichting te voeren beleid ten aanzien van de extra ondersteuning en de bekostiging van de extra ondersteuning en de verdeling van die bekostiging. De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘passend onderwijs’. Geschillen over aangelegenheden waar de MR of OPR medezeggenschap over heeft of naar haar mening behoort te hebben, kunnen door het bestuur, dan wel door de MR of OPR, met inachtneming van het in de WMS bepaalde, worden voorgelegd aan de Geschillencommissie medezeggenschap. De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘medezeggenschap’. Geschillen, voortvloeiend uit en/of samenhangend met door de stichting te voeren decentraal georganiseerd overleg met de centrales voor overheids- en onderwijspersoneel, kunnen door het bestuur, dan wel de vertegenwoordigers van centrales voor overheids- en onderwijspersoneel in dit overleg, worden voorgelegd aan de Geschillencommissie DGO. Het betreft de commissie zoals benoemd in artikel XIII van de cao-PO 2013, refererend aan artikel 38 van de WPO.’ De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘overige geschillen’. Geschillen voortvloeiend uit de bij de stichting geldende klachtenregeling worden voorgelegd aan de klachtencommissie. Amstelronde is voor de behandeling van klachten aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie (LKC) welke in stand wordt gehouden door Onderwijsgeschillen. De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘klachten’. Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam zijn, kunnen tegen elk besluit, bedoeld in artikel 60 van de WPO in verband met het ter zake bepaalde in de toepasselijke cao, in beroep komen bij de Commissie van beroep PO. De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘beroep’. Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam zijn, kunnen tegen een besluit betreffende de waardering van zijn functie, dan wel de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen taken, zoals opgenomen in de toepasselijke cao, in bezwaar komen bij de Bezwarencommissie Functiewaardering. De actuele tekst van het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘functiewaardering’.
De aansluiting bij de geschillencommissie OOGO is hier niet opgenomen maar apart benoemd binnen een aparte overeenkomst tussen Colleges van B&W en Amstelronde.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 46
7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid Met de decentralisatie van alle jeugdhulp worden nieuwe taken en bevoegdheden aan de gemeente toegekend. Het nieuwe stelsel kent door één wettelijk kader en één integrale financieringssysteem voor de jeugdhulp meer doelmatigheid. Dit maakt meer integrale hulp in geval van meervoudige problematiek beter mogelijk: één gezin-één plan- één regisseur. Met de verschuiving van alle jeugdhulp naar gemeenten wil het kabinet er onder meer voor zorgen dat het jeugdstelsel eenvoudiger wordt en beter aansluit op de eigen kracht en sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers. Door versterking van preventie en andere ‘lichtere’ vormen van hulp is het de bedoeling dat het beroep op zwaardere specialistische jeugdzorg wordt teruggedrongen. Het nieuwe stelsel biedt kansen voor regeldrukvermindering en het tegengaan van onnodige bureaucratie. De gemeenten worden met de schoolbesturen gezamenlijk verantwoordelijk voor alle ondersteuning en zorg aan kinderen en hun gezinnen. De gezamenlijke opgave van de gemeenten en het samenwerkingsverband is om zo veel mogelijk leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden zodat ze later zo veel mogelijk zelfstandig kunnen participeren in de samenleving. Naast de preventieve zorg voor jeugd worden gemeenten met de decentralisatie van de jeugdzorg verantwoordelijk voor:
de jeugd- en opvoedhulp de jeugdbescherming en jeugdreclassering de gesloten jeugdzorg de crisisdienst het AMHK (Advies Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling) de pleegzorg de zorg voor kinderen met een psychische of psychiatrische stoornis de zorg voor jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking (LVB)
Dit betekent voor gemeenten een groot aantal nieuwe taken en verantwoordelijkheden en nieuwe mogelijkheden voor het maken van verbindingen tussen de zorg voor jeugd en het onderwijs. De gemeenten moeten de taken met minder middelen gaan uitvoeren. Er moet dus op een andere manier gewerkt worden en er moeten creatieve verbindingen gelegd worden. Bij het inrichten van de nieuwe zorg voor jeugd gaan de gemeenten in de regio Amstelronde uit van:
Kracht van ouders, jongeren en hun sociale omgeving als basis Ondersteunen in plaats van overnemen Hulp inzetten in de directe leefomgeving Snelheid: minder schakels en minder gezichten
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 47
Een goede samenwerking tussen gemeenten en het onderwijs draagt bij aan het bereiken van de uitgangspunten die zowel het onderwijs als de gemeenten en de instellingen onderschrijven en kan leiden tot een meer preventieve en integrale aanpak van hulp dichtbij de leefomgeving.
7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten De Amstelland gemeenten werken rondom het thema Jeugd en de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd & Gezin al vele jaren samen vanuit de visie dat een lokale focus nodig is. In het nieuwe beleid staan het gezin en of de jeugdige centraal, wordt een maximale inzet van betrokkene en eigen omgeving verwacht en is het de bedoeling dat de zorg thuis en schoolnabij wordt georganiseerd. In deze gemeenten wordt gewerkt met sociale (wijk)teams (of kernteams) die sociaal domeinbreed functioneren. In de regio zijn diverse experimenten gestart of gaan binnenkort starten, waarbij onder meer de volgende zaken centraal staan: eigen kracht benutten en inzet sociale omgeving; ontzorgen en normaliseren; 1 kind, 1 gezin, 1 plan, 1 aanpak; zorg nabij organiseren (denk hierbij aan thuis, school, etc.) en experimenteren met indicatie vrij/arme trajecten jeugdzorg.
7.2 Organisatie van de samenwerking Vanuit het onderwijs en de gemeenten is op 28 mei 2013 in het eerste bestuurlijke OOGO (op overeenstemming gericht overleg), bestuurlijk draagvlak uitgesproken om de verbinding tussen de transitie jeugdzorg (gemeente) en Passend Onderwijs (schoolbesturen verenigd in samenwerkingsverband Amstelronde) nadrukkelijker vorm te geven. Alle betrokken partijen (Gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn; swv PO Amstelronde) stellen zich ten doel te komen tot een duurzame samenwerking tussen onderwijs en gemeenten in het kader van integrale ondersteuning. Na dit bestuurlijke OOGO van 28 mei 2013 is een (ambtelijke) OOGO overlegcommissie in het leven geroepen die het bestuurlijke OOGO voorbereidt. In die commissie zijn beleidsmedewerkers van de vier gemeenten vertegenwoordigd en de directie van Amstelronde. Er is een procedure OOGO voorbereid. Deze is inmiddels bestuurlijk vastgesteld (zowel door de vier gemeentebesturen als door het bestuur Amstelronde). In deze procedure is vastgelegd dat het samenwerkingsverband en het college, elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid, overleggen over de afstemming tussen passend onderwijs en de jeugdzorg (jeugdhulp), het leerlingenvervoer, de leerplicht en de onderwijshuisvesting.
7.3 Samenwerking met jeugdhulp Met bovengenoemde gemeenten zijn samenwerkingsafspraken op operationeel niveau in de praktijk. In het kader van de transformatie van het jeugdbeleid wordt er gesproken over een 'kanteling in het denken': preventie is meer (en begint eerder) dan signaleren.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 48
Wanneer kinderen en gezinnen met problemen of een ondersteuningsvraag tijdig worden gesignaleerd, vergroot het de kans dat problemen niet escaleren. Denk aan bijvoorbeeld een integrale toegang tot onderwijsondersteuning en jeugdhulp door de beschikbaarheid van expertise aan de gezins/jeugdhulpkant en aan de onderwijskant in het ondersteuningsteam van de school. In het ondersteuningsteam op school vindt het overleg plaats tussen school, ouder, Amstelrondespecialist (onderwijsspecialist) en een vertegenwoordiger van gezins/thuiskant (sociaal (wijk) team of kernteam). Indien er sprake is van (voornamelijk) gezins- of thuisproblematiek, zal verdere ondersteuning en interventie plaatsvinden vanuit het sociaal (wijk) team of kernteam. Als linking pin tussen onderwijs enerzijds en jeugd- en gezinshulp anderzijds functioneert al geruime tijd het schoolmaatschappelijk werk (SMW), gefinancierd door de gemeenten. Amstelronde en de vier gemeenten maken concrete afspraken over de omvang en inzet van SMW om deze functie ook in de toekomst te kunnen blijven vervullen. Afspraken over respectievelijke verantwoordelijkheden van onderwijs- en gezinskant met betrekking tot signalering van gezinsproblematiek, (handelingsgerichte) diagnostiek en de wijze waarop combinatie-arrangementen voor leerlingen worden ontwikkeld, uitgevoerd en bekostigd, zullen nog nader gemaakt worden.
7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs Het betreft hier vervoer van leerlingen naar het basis-, speciaal basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs, die wegens hun lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking of handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege een zodanige beperking of handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken. In het speciaal onderwijs heeft iedere leerling recht op leerlingenvervoer. Ten aanzien van het leerlingenvervoer hebben Amstelronde passend onderwijs en de vier gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn, afspraken gemaakt over een duidelijk en voor ouders inzichtelijke regeling leerlingenvervoer in het kader van de invoering van Passend onderwijs. Als uitgangspunt hanteren de vier gemeenten de gewijzigde Modelverordening leerlingenvervoer van januari 201437. Binnen deze modelverordening hanteren genoemde gemeenten hun eigen gemeentelijke verordeningen. Deze zijn te vinden op de website van de betreffende gemeente. In het kader van leerlingenvervoer en passend onderwijs hebben de vier gemeenten met Amstelronde het volgende afgesproken: -
Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen. Dat kan ook een school betreffen buiten het samenwerkingsverband en/of ongeacht de voorkeur van de ouders;
37
http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/20140108_ledenbrief_wijziging-modelverordeningleerlingenvervoer.pdf
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 49
-
in het Ondersteuningsteam op school wordt, in overleg met ouders, beoogde school voor speciaal (basis) onderwijs en Amstelrondespecialist (onderwijsspecialist in dienst van Amstelronde) bepaalt wat de best passende onderwijsplek is. Hierbij wordt de best passende onderwijsplek op de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school gekozen;
-
indien bekend is aan welke school voor speciaal (basis) onderwijs in de voorbereiding van het Ondersteuningsteam, gedacht wordt, neemt de Amstelrondespecialist zo snel mogelijk contact op met de medewerker leerlingenvervoer van de gemeente waar het kind woont om na te gaan of leerlingenvervoer voor dit kind een belemmering vormt;
-
ouders/verzorgers doen de aanvraag leerlingenvervoer;
-
hierbij dient een termijn van 8 weken aangehouden te worden, die gemeenten nodig hebben om een en ander in te kunnen plannen.
-
Scholen geven een onafhankelijke verklaring/ advies als hierom wordt gevraagd door een van de gemeenten. (Het kan om een verklaring gaan waarin staat dat de leerling niet in staat is met de fiets of openbaar vervoer (met of zonder begeleiding) zelfstandig naar school kan reizen. Tevens kan het college bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van deskundigen betrekken die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
-
Scholen zijn bereid leerlingen te stimuleren in hun zelfstandigheid.
7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs Voor wat betreft de onderwijshuisvesting is de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs van toepassing. Op 1 januari 2015 komt er een wetswijziging waarbij niet alleen de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen, maar ook de financiële middelen, door het rijk worden overgedragen van gemeenten naar schoolbesturen. Vanaf die datum is de gemeente hiervoor niet meer verantwoordelijk. Mocht dit in 2015 in de praktijk leiden tot kennelijk onredelijke situaties dan kan dit alsnog nader worden besproken.
7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs Een van de belangrijkste doelen van passend onderwijs is het reduceren van het aantal thuiszitters38. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Leerplichtwet, middels leerplichtambtenaren. Er zijn afspraken gemaakt tussen samenwerkingsverband en gemeente(n) met betrekking tot het handhaven van de leerplicht, waar het (dreigende) thuiszitters betreft. Daarbij kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan de aanwezigheid van de leerplichtambtenaar bij het ondersteuningsteam, of het uitwisselen van gegevens tussen leerplicht en samenwerkingsverband met betrekking tot 38
Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 50
thuiszitters. In hoofdstuk 3 is al een en ander over leerplicht in relatie tot passend onderwijs geschreven. Er is in overleg met de vier gemeenten een protocol ter voorkoming en/of terugdringing van thuiszitters vastgesteld (zie bijlage).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 51
8. Kwaliteitsontwikkeling In dit hoofdstuk wordt verwoord op welke wijze Amstelronde de ontwikkeling van de doelstellingen geformuleerd in hoofdstuk 3 vorm zal geven en welke resultaten worden gezien als succesfactoren.
8.1 Monitoring en evaluatie Amstelronde wil proactief sturen op resultaten. Dit wil zeggen dat zoveel mogelijk op basis van sturingselementen getoetst wordt of doelstellingen gerealiseerd worden om tussentijdse bijstelling te kunnen doorvoeren. In paragraaf 3.2 en 3.3 zijn respectievelijk kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen geformuleerd die Amstelronde wil realiseren. Deze doelstellingen worden in onderstaande tabel aangevuld en gekoppeld aan de volgende sturingselementen: dekkend aanbod, onderwijskundige resultaten, financiën en personeel. In onderstaande tabel een toelichting op de streefsituatie en de wijze waarop dit gemonitord zal worden.
Streefsituatie
Meetbaar
Het merendeel (80%) van de scholen van Amstelronde voldoen in 2018 aan het niveau van basisondersteuning van een ‘smalle ondersteuningsschool’.
Op basis van nader vast te stellen set van indicatoren zal dit door (zelf) evaluatie worden getoetst.
De set van indicatoren op basis waarvan het niveau van ondersteuning zal worden vastgesteld zal in samenspraak met het veld (de kernen) worden ontwikkeld.
Ten behoeve van schooljaar 2015-2016 is een eerste set van indicatoren beschreven.
Extra ondersteuning
Voor elk kind wat dit nodig heeft, is per augustus 2014 extra ondersteuning beschikbaar.
Op basis van een monitor en vanuit informatie van de Amstelrondespecialisten van Amstelronde in de ondersteuningsteams wordt dit gemonitord.
Zo thuisnabij mogelijk
Meer kinderen volgen vanaf 2016 meer thuisnabij passend onderwijs.
Het absolute deelnamepercentage speciaal (basis) onderwijs laat een daling zien (kengetallen ministerie) vergeleken met de
Dekkend aanbod Basisondersteuning
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 52
situatie van 1 oktober 2013. Het (speciaal) basisonderwijs is in staat een passend aanbod te bieden aan een aantal kinderen die nu aangewezen zijn op speciaal onderwijs.
Het deelnamepercentage SO laat ten opzichte van 1 oktober 2013 een daling zien.
Ondersteuningsteam
Alle scholen werken met een goed georganiseerd ondersteuningsteam. Daarbij wordt per kern gebruik gemaakt van een ‘vaste’ Amstelrondespecialist die namens Amstelronde aanwezig is en een ondersteunende rol speelt in het arrangeren op school.
Elk ondersteuningsteam werkt volgens een heldere procedure waarbij gebruik gemaakt wordt van het groeidocument HGW.
Thuiszitters
Schoolbesturen hebben per 1 augustus 2014 op niveau van Amstelronde eenduidige afspraken vastgelegd over aannamebeleid en er is een thuiszittersprotocol vastgesteld en passen dit toe.
Vanaf 2014 – 2015 is er binnen Amstelronde zicht (kwantitatief) op absoluut schoolverzuim en kan een plan van aanpak getoond worden (kwalitatief).
Streefsituatie
Meetbaar
Alle deelnemende scholen beschikken vanaf schooljaar 2015-2016 minimaal over een basisarrangement van de inspectie en behouden dit ook.
Elk jaar genereert Amstelronde op basis van de rapportages op www.onderwijsinspectie.nl een totaaloverzicht.
Streefsituatie
Meetbaar
Amstelronde begint met een gezonde financiële startpositie
Op basis van een nader vast te stellen risicoanalyse wordt een
Onderwijskundige resultaten Kwalitatief goed onderwijs
Financiën
Gezonde
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 53
startpositie
om haar missie en doelstellingen te kunnen realiseren.
minimale algemene reserve vastgesteld.
Sturing op kengetallen
Amstelronde wil proactief financieel beleid voeren op basis van samenhang tussen balans en begroting.
Op basis van een risicoanalyse worden kengetallen vastgesteld voor de kapitalisatiefactor, solvabiliteit en liquiditeit.
Streefsituatie
Meetbaar
Netwerkorganisatie
Amstelronde zal zich de komende jaren verder ontwikkelen als netwerkorganisatie.
De formatie binnen Amstelronde zal een beperkte omvang hebben. Basale functies (zoals: directie, Amstelrondespecialist, secretarieel medewerker) zullen een dienstverband hebben.
Expertise
Scholen zullen de komende jaren expertise ontwikkelen op het gebied van extra ondersteuning. Amstelronde kan hierin een aanvullende en/of faciliterende rol spelen door het (mede) organiseren van professionalisering of scholing.
In 2018 hebben scholen meer expertise in huis voor extra ondersteuning, verkregen door professionalisering en scholing en door de verhoogde inzet van ondersteuningsmiddelen.
Personeel
8.2 Planning- & controlcyclus De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur van Amstelronde passend onderwijs. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en stelt zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de schooldirecteuren en intern begeleiders (verenigd in de kernoverleggen). De directie rapporteert aan het bestuur op basis van de volgende instrumenten.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 54
Financiële rapportage
Elk half jaar geeft de directie inzicht in de financiële situatie middels een management rapportage. Deze rapportage bevat een vergelijking tussen realisatie en begroting. Significante verschillen worden in deze rapportage verklaard. Op basis van het jaarverslag en de jaarrekening inclusief accountantscontrole wordt jaarlijks financiële verantwoording afgelegd.
Financiële planning & controlcyclus
Amstelronde zal de planning en controlcyclus beschrijven in een document. Doel van dit document is inzicht te geven in de wijze waarop Amstelronde de informatievoorziening zodanig inricht dat de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie en de efficiency van de administratieve processen zijn verzekerd.
Monitor Amstelronde
Jaarlijks wordt een monitor opgesteld waarin kengetallen van het afgelopen schooljaar worden gepresenteerd op basis van de hulpvragen van scholen die naar voren zijn gekomen in de ondersteuningsteams op school en vastgelegd in het groeidocument HGW. Naast de kengetallen worden trends weergegeven. De monitor kan leiden tot bijstelling van de beleidsvoering.
Jaarlijkse evaluatie van het ondersteuningsplan
Op basis van de in paragraaf 8.1 gepresenteerde sturingselementen zal jaarlijks een evaluatie worden besproken binnen het bestuur en het breed bestuurlijk overleg (BBO) van Amstelronde. Op basis van deze evaluatie vindt mogelijk bijstelling van beleidsvoering plaats.
8.3 Verantwoording Amstelronde kent naast een interne horizontale en verticale verantwoording ook een externe verantwoording naar stakeholders. De interne horizontale verantwoording betreft met name de verantwoording die aan het onderwijsveld wordt afgelegd binnen de OPR en de kernoverleggen. De verticale verantwoording is de verantwoording naar het bestuur en het breed bestuurlijk overleg (BBO) zoals omschreven in paragraaf 8.2. De externe verantwoording naar stakeholders betreft met name de verantwoording naar gemeenten en ouders. Binnen het OOGO met de betrokken gemeenten licht Amstelronde haar beleidsvoornemens toe in het licht van de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg. Verantwoording naar ouders vindt plaats in de dialoog die de school met ouders voert en waarbij het samenwerkingsverband in geval van extra ondersteuning, een belangrijke partner is. Amstelronde wil als betrouwbaar en herkenbaar samenwerkingsverband algemeen genomen helder en transparant met ouders communiceren over de mogelijkheden welke het verband kan bieden en specifiek afstemming bereiken over de inzet van extra ondersteuning.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 55
9. Financiën 9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget Het samenwerkingsverband heeft, de beschikking over alle middelen voor de lichte ondersteuning (voorheen WSNS) en krijgt geleidelijk de beschikking over alle middelen voor de zware ondersteuning (voorheen SO-bekostiging en LGF). Het aantal leerlingen bepaalt de hoogte van het ondersteuningsbedrag (lump sum financiering) van het samenwerkingsverband. De lichte ondersteuning wordt bepaald door het aantal leerlingen op het regulier onderwijs en bedraagt ca.€ 156,- per leerling. De zware ondersteuning wordt bepaald door het aantal leerlingen op het regulier en het speciaal basisonderwijs en bedraagt ca.€ 323,- per leerling. Het bedrag per leerling staat los van de ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen en is voor ieder samenwerkingsverband gelijk. Dit betekent dat er bij minder verwijzingen naar het SO en het SBO direct meer geld beschikbaar is voor de reguliere basisscholen en andersom. De financieringssystematiek is een waterbedconstructie, waarbij de verdeling van middelen verandert, maar de hoeveelheid middelen altijd gelijk blijft. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat het samenwerkingsverband niet altijd een directe invloed kan uitoefenen op de leerlingenstromen. Denk aan de leerlingen die in het speciaal onderwijs worden geplaatst via een zorgindicatie of bijvoorbeeld de populatie leerlingen met een ernstige meervoudige beperking. Passend arrangeren in Amstelronde Amstelronde wil scholen stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te doen. Amstelronde wil dit organiseren zonder onnodige bureaucratie. Parallel aan het landelijk beleid krijgt iedere basisschool een ondersteuningsbedrag per leerling. De basisschool moet vervolgens de extra ondersteuning vanuit het eigen budget organiseren. De basisschool is vrij in de besteding van haar budget en legt na ieder schooljaar verantwoording af aan het samenwerkingsverband volgens het principe ‘pas toe en leg uit’. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een onderwijsplaats in het SO (categorie I ) of het SBO koopt de basisschool ook in vanuit het eigen ondersteuningsbudget. De zorgmiddelen in het nieuwe Samenwerkingsverband worden verdeeld op basis van het leerlingenaantal. Vóór de verdeling wordt een budget afgeroomd om een aantal zaken te regelen. Allereerst een budget voor leerlingen die zonder ooit een reguliere school bezocht te hebben instromen in het SO. Voor deze kinderen kun je namelijk de ‘verwijzer betaalt’-regeling niet toepassen. Ook de (meervoudig) gehandicapte leerlingen worden uit het budget van Amstelronde bekostigd. Daarnaast wordt geld gereserveerd om het deskundigenadvies te organiseren. Tenslotte zal er geld worden ingehouden waarmee de organisatie kan worden bekostigd. De rest van de middelen (een jaarlijks groeiend deel) wordt overgemaakt aan de schoolbesturen. Hiermee komen de zorgeuro’s ‘in de klas’. Want alleen de schoolbesturen zijn in de positie om de situatie in de klas te veranderen. Amstelronde legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de school zelf. De basisschool die passend onderwijs kan creëren voor al hun leerlingen
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 56
hoeft minder externe ondersteuning in te kopen. Het inkopen van de extra ondersteuning maakt tevens alle kosten direct transparant voor de scholen. Omdat het geld vast ligt, zullen verdere afspraken en procedures in het samenwerkingsverband over de inhoud van het onderwijs gaan. Verder is dit verdeelmodel geen open einde regeling middels een indicatiecommissie, waardoor de budgettaire beheersbaarheid op het niveau van het samenwerkingsverband is geregeld. Het samenwerkingsverband hoeft op deze wijze weinig reserves op te bouwen en de middelen kunnen zoveel mogelijk op het niveau van de school ingezet worden. Amstelronde betaalt de verwijzingen tot 1 oktober 2014 Scholen moeten een plek in het SO en het SBO inkopen vanuit het eigen budget voor verwijzingen na 1-8-2014. De kosten van de huidige onderwijsplaatsen in het SO en het SBO worden gedragen door het samenwerkingsverband. Dit betekent dat alle scholen op 1-08-2014 met eenzelfde ondersteuningsbedrag per leerling starten, waarbij het aantal verwijzingen van alle scholen nul is. In het schooljaar 2014-2015 krijgen de basisscholen een ondersteuningsbudget op basis van hun leerlingaantal op 1-10-2013 (t-1). De verwijzingen staan voor alle scholen op nul. Vanaf 1-8-2014 gaan de verwijzingen van de scholen meetellen. Deze leerlingen tellen we voor het eerst op 1-10-2015 en dit heeft gevolgen voor het ondersteuningsbudget in het schooljaar 2015-2016. De school betaalt in het schooljaar 2015-2016 vanuit de ondersteuningsmiddelen de onderwijsplekken op het speciaal (basis) onderwijs voor alle leerlingen die tussen 1-8-2014 en 1-08-2015 zijn verwezen. De scholen krijgen in het schooljaar 2015-2016 een hoger ondersteuningsbudget om dit te realiseren. Het ondersteuningsbudget wordt groter, maar iedere school betaalt daaruit zelf de extra ondersteuning. Het resterende ondersteuningsbudget van de school hangt af van het aantal onderwijsplekken dat zij extern moet inkopen. Als de ingekochte ondersteuning onvoldoende blijkt te zijn en er intensievere ondersteuning nodig is, wordt dit uitsluitend in overleg met de basisschool ingezet. Zij zal een groter deel van het ondersteuningsbudget moeten besteden voor de passende hulp aan de leerling. Dit gebeurt als een leerling onvoldoende steun krijgt op het SBO en een SO voorziening nodig heeft. Amstelronde hanteert een overgangsregeling voor de oude rugzakken cluster 4 en cluster 3. Dit betreft rugzakken die vóór 1-10-2013 zijn toegekend, en de betreffende leerlingen nog op school zitten. Toegekende rugzakken bestaan uit een schooldeel en een deel ambulante begeleiding. De ambulante begeleiding wordt bij de start van passend onderwijs voortgezet. Leerlingen die op of na 1-10-2013 voor het eerst een rugzak cluster 3 of 4 hebben gekregen, raken het schooldeel van deze rugzakgelden kwijt. De extra ondersteuning moet de school uit het eigen ondersteuningsbudget betalen. De uitkomsten van de inventarisatie rugzakken (op 1-10-2013) bepaalt de overgangsregeling: - in 2014-2015 wordt de rugzakregeling onverkort uitgevoerd, mits de leerling nog op school zit, en de beschikking nog doorloopt. - voor 2015-2016 wordt de overgangsregeling nog inhoudelijk vastgesteld.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 57
Leerlingen op het SO en het SBO Amstelronde geeft alle SO en SBO leerlingen met een beschikking afgegeven voor 31 juli 2014 een indicatie voor de gehele basisschoolperiode. Herindicatie is niet nodig. De huidige indicatie wordt direct omgezet naar een vergelijkbare toelaatbaarheidsverklaring. Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) Amstelronde geeft uitsluitend een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor een verwijzing naar het SBO of SO. Dit vindt plaats nadat door Amstelronde is vastgesteld dat de procedure om te komen tot een TLV correct is verlopen en alle partijen hebben getekend (zie par. 4.4.4). Indien de leerling met een TLV van het SBO of SO terug keert naar de basisschool dan zal de basisschool een arrangement ontwikkelen dat past bij de ondersteuningsbehoefte van deze leerling. De kosten van dit arrangement betaalt de basisschool uit het eigen ondersteuningsbudget. In onderstaande tabel zijn de bijhorende bedragen van de verschillende TLV’s aangegeven (prijspeil april 2013).
Aantal lln. (1-10-2013) Regulier onderwijs SBO SO cat.I (Cluster 4, ZMLK, LZ)
SO cat.II (LG)
SO cat. III (MG)
Bedrag lln. 22015/16
Leeft < 8
Leeft ≥ 8
Bedrag lln. 2015/16
13.696 359
€ 4.294,06
112
30
€ 8.636,45
82
€ 7.832,26
11
3
€12.668,12
8
€ 13.716,51
16
4
€ 19.291,04
12
€ 20.339,43
Expertiseniveau van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband wil het expertiseniveau zoals kennisdeling via netwerken, schoolnabije ondersteuning door Amstelrondespecialisten en een loket Amstelronde voor scholen en ouders, in stand houden. Verder moet het samenwerkingsverband in staat zijn alle wettelijke taken uit te voeren. De kosten worden op voorhand aan het ondersteuningsbudget onttrokken. Betaling en groeiregeling speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs Met de wet passend onderwijs wordt het stelsel van de financiering van de (extra) ondersteuning aan leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en in het (voortgezet) speciaal onderwijs herzien. In de wet is geregeld dat de samenwerkingsverbanden passend onderwijs een budget zullen ontvangen voor de extra ondersteuning aan leerlingen in het regulier onderwijs en de ondersteuningskosten van leerlingen in het speciaal onderwijs. De samenwerkingsverbanden zullen dit budget met ingang van het schooljaar 2015-2016 ontvangen. De bekostiging van de scholen voor cluster 3 en 4 is in het schooljaar 2014-2015 qua opbouw hetzelfde als in de voorgaande jaren. Er is nog geen sprake van categoriebedragen, maar nog steeds van de huidige bekostiging per onderwijssoort. De bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen op 1-10-(t-1). Daarnaast ontvangt het
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 58
SO in principe het ‘her te besteden deel’ van de rugzak op basis van 1-10-2013. De bekostiging via de categoriebedragen gaat in per schooljaar 2014-2015. Amstelronde hanteert vanaf het schooljaar 2014-2015 een groeiregeling voor leerlingen op het SO. De meerkosten van de groei van SO-scholen tussen 1 oktober en 1 februari worden bekostigd door het samenwerkingsverband. Dit geldt voor zowel de basis- als de zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar personele (schooljaar) en materiële (kalenderjaar) bekostiging. De leerlingen op het speciaal basisonderwijs worden tot 2% rechtstreeks bekostigd door het ministerie op basis van de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL). Daalt het deelnamepercentage op het SBO onder de 2% dan draagt het SBO de teveel ontvangen middelen over aan het samenwerkingsverband. Vanaf 1 augustus 2014 gelden voor het speciaal basisonderwijs de nieuwe bekostigingsregels passend onderwijs. De leerlingen boven de 2% worden vergoed door het samenwerkingsverband op basis van de landelijke gemiddelde personele last (GPL). Voor het SBO geldt een extra teldatum, de peildatum op 1 februari. De groei van SBOscholen tussen 1 oktober en 1 februari wordt bekostigd door het samenwerkingsverband. Dit geldt voor zowel de basis-als de zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar personele (schooljaar) en materiële (kalenderjaar) bekostiging. De betaling van de meerkosten van groeiregelingen voor het SO en het SBO worden niet doorbelast aan de verwijzende scholen, maar solidair opgevangen door het samenwerkingsverband. Verevening De mate waarin op dit moment in ons land van speciale onderwijszorg gebruik gemaakt wordt, verschilt per regio. Het ministerie van onderwijs heeft de verevening toegepast op het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de speciale onderwijszorg. De samenwerkingsverbanden die relatief veel gebruik maken van de speciale zorg krijgen in de eerste periode extra middelen om deze zorg te kunnen continueren. De samenwerkingsverbanden die weinig gebruik maken van de speciale zorg krijgen bij de start van passend onderwijs minder middelen volgens de stappengrootte (in schooljaar 2015-2016: -100%, 2016-2017: -90%, 2017-2018: -75%, 2018-2019: -60%, 20192020 -30%). In schooljaar 2020-2021 krijgen alle samenwerkingsverbanden de ondersteuningsmiddelen op basis van hun leerlingaantallen en is de verevening afgelopen. Voor Amstelronde betekent dit dat het samenwerkingsverband in schooljaar 2020-2021 € 1.254.410,- meer ondersteuningsmiddelen zal ontvangen dan bij de start van passend onderwijs. Onvoorzien Bij de start van passend onderwijs is niet duidelijk welke kosten samenhangen met de groeiregeling SO, cijfers van de afgelopen jaren zijn niet beschikbaar. Amstelronde reserveert daarvoor, en voor de directe bekostiging van SO leerlingen categorie II en III, een ruim budget. In 2015-2016 zal duidelijk worden waar deze middelen voor worden ingezet. Uitgangspunt blijft dat Amstelronde geen reserves opbouwt, maar zoveel mogelijk middelen inzet direct bij het kind, op de basisschool.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 59
9.2. Meerjarenbegroting
Begroting 2014-2015 leerlingen (S)BaO
Begroting 2015-2016
Begroting 2016-2017
Begroting 2017-2018
1.
14.055
14.223
14.265
14.231
2. 3. 4. 5. 6.
2.044.676 882.376 16.681 220.999 0
2.070.652 4.242.721 16.143 487.919 17.700
2.077.520 4.255.250 15.605 487.855 34.877
2.072.593 4.245.107 15.067 486.868 51.922
3.164.732
6.331.074
6.367.647
6.369.623
1.369.600 428.075 14.454 100.000 30.000
1.948.240 371.104 31.545
2.221.280 367.035 31.320
175.000 0 400.000 16.681 75.000 200.000 55.000
1.664.400 391.451 32.668 100.000 30.000 1.403.560 255.566 436.844 337.082 175.000 4.069 652.015 16.143 75.000 200.000 55.000
30.000 1.330.714 247.238 381.300 300.000 175.000 8.139 652.015 15.605 75.000 200.000 55.000
30.000 1.267.426 242.517 381.300 300.000 175.000 8.139 652.015 15.067 50.000 200.000 55.000
2.913.209
5.828.798
5.820.899
5.996.099
BATEN
Lichte ondersteuning pers Zware ondersteuning pers bijzondere bekostiging smw Lichte en zware ondersteuning mat inkomend grensverkeer
Totaal
LASTEN Ondersteuningsmiddelen Bao Kosten SBO >2% pers+groei Kosten SBO >2% mat+groei JRK, overgangsregeling AWBZ maatregel Ondersteuningskosten SO pers Ondersteuningskosten SO mat Groei SO pers (basis+zorg) (Verplichte) herbesteding AB Amstelrondespecialisten+Loket Uitgaand grensverkeer Arrangementen op de basisschool SMW Projecten en netwerken Bestuur, personeel/organisatie Huur en bureaukosten
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Totaal
49.398
RESULTAAT
23.
251.523
502.275
546.747
373.524
gemiddeld ondersteuningsbedrag
24.
100
120
140
160
Toelichting op de begroting De nummers van de opmerkingen verwijzen naar de volgnummers in de begroting. Baten: 1. Het aantal leerlingen onder het kopje 2014‐2015 is het werkelijke leerlingenaantal van 1‐10‐2013. Er is sprake van krimp ten opzichte van het leerlingenaantal 1-10-2012 (-49). De telgegevens van de komende jaren zijn gebaseerd op de prognose gebaseerd op demografische gegevens. Bron: http://www.scenariomodelpo.nl
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 60
2. Elk samenwerkingsverband krijgt een budget voor lichte ondersteuning. Dat zijn de middelen die tot nu toe onder de noemer weer samen naar school (wsns) werden verstrekt. Lichte ondersteuning personeel: aantal leerlingen BaO*€ 149,29. Het SBO ontvangt rechtstreeks van het Rijk de basisbekostiging voor alle leerlingen op basis van de telling 1-10 van het voorafgaande schooljaar, de zogenaamde T-1 systematiek. De ondersteuningsbekostiging wordt toegekend voor 2% van de leerlingen van de basisscholen en de SBO’s van het samenwerkingsverband. 3. Zware ondersteuning personeel: In 2014-2015 krijgt het SWV het budget schooldeel rugzakken. De inkomsten aan LGF gedurende 2014‐2015 zijn gelijk gesteld aan de uitgaven aan de overgangsmaatregel LGF, zoals deze zijn gecalculeerd op basis aantal rugzakleerlingen op teldatum 1-10-2013. Daarnaast ontvangt Amstelronde bekostiging zware ondersteuning 14055*16,39 (2015-2016 € 25,59). Door het vervallen van de bezuinigingen valt het budget van een aantal regelingen vrij. In het bedrag € 16,39 is verwerkt dat DUO in 20142015 nog één keer de bekostiging groei (peildatum) uitvoert. In 2015-2016 krijgt het SWV alle zware ondersteuning, maar is het AB-deel nog geoormerkt. Omgerekend € 298,30 per leerling BaO en SBO. In 2016-2017 krijgt het SWV alle zware ondersteuning en start de verevening (90,75,60,30,0). 4. De inkomsten schoolmaatschappelijk werk (SMW) maken geen deel uit van de middelen passend onderwijs, maar worden wel door het SWV ontvangen en besteed. Het bedrag is gebaseerd op het totaal aantal eenheden schoolgewicht regulier basisonderwijs op 1‐10‐ 2012. Er is een krimpprognose opgenomen. 5. Lichte en zware ondersteuning materieel: Dit betreft alle middelen materiele instandhouding. Deze worden vastgesteld per kalenderjaar. Lichte ondersteuning materieel aantal leerlingen BaO*€ 7,48. Zware ondersteuning materieel: aantal leerling (Bao+Sbo)*€ 26,95 (vanaf 2015). 6. Inkomend grensverkeer: In de overgangssituatie op 1 augustus 2014 is het zo dat de huidige verplichtingen van de WSNS samenwerkingsverbanden vervallen, dus ook de verplichtingen tot verrekening met de andere samenwerkingsverbanden inzake de sbo leerlingen. Op 1 augustus 2014 betaal je als swv (alleen) voor alle leerlingen die op de sbo scholen in het samenwerkingsverband staan ingeschreven. Na 1 augustus 2014 moet je ook voor leerlingen gaan betalen als ze een tlv voor het sbo krijgen en naar een sbo school van een ‘buur’ samenwerkingsverband gaan.
Lasten: 7. Bedrag voor basisondersteuning: een vast bedrag per leerling (voor alle scholen gelijk) beschikbaar voor de uitvoering van passend onderwijs. Er wordt gestart met een bedrag van € 100 per leerling. In het gemiddelde ondersteuningsbedrag zijn alles kosten SO en SBO reeds betaald. Het is het ondersteuningsbedrag dat scholen gemiddeld overhouden als alle verwijzingen zijn betaald. Het daadwerkelijke ondersteuningsbedrag per school hangt af van het aantal verwijzingen en kan lager of hoger uitvallen.
Het gemiddelde ondersteuningsbedrag per leerling voor de basisscholen stijgt in de komende jaren. De middelen worden opgehoogd door het verdwijnen van de rugzakregeling. De verevening gaat vanaf schooljaar 2016-2017 ook een positieve rol spelen in het ondersteuningsbedrag. Dit betekent dat er meer geld vrij komt voor de reguliere scholen. 8. en 9. Betaling SBO: Verplichte overdracht: SWV vult >2% per schooljaar aan op basis van landelijke GPL met groeibekostiging. Idem voor materiele instandhouding. Hier zijn de bedragen per kalenderjaar aangehouden. Het betreft hier de overdrachtsverplichting SBO op grond van de kengetallen 1‐10. (deelnamepercentage van 2,6%). Dit percentage is als een constante opgevoerd. Omdat het SBO zich heeft uitgesproken voor verbrede toelating, is er rekening mee gehouden dat het deelnamepercentage niet direct daalt. 10. Amstelronde neemt een deel van de financiering van de JRK voorziening op het SBO voor haar rekening. Dat wil zeggen dat de besturen Aloysiusstichting en Amstelwijs in het kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 – 2015 middelen krijgen om de JRK voorziening in stand te houden en de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop van 2014-2015 en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit Amstelronde deels bekostigd zal worden in 2015-2016. 11. AWBZ maatregel: er is een budget gereserveerd van € 30.000. Lees de toelichting in hoofdstuk 4.4.4. 12. en 13. De overdracht aan het speciaal onderwijs, in werkelijkheid een korting van DUO, is gebaseerd op de kengetallen 1‐10‐2013. Net als wat bij de overdrachtsverplichting SBO (8 en 9) is opgemerkt, kan de krimp van de totale schoolbevolking een stijging van het deelnamepercentage veroorzaken. M.n. cluster 4 laat de laatste jaren een stijgende trend zien, waarbij nog geen relatie meetbaar is met de krimp van de schoolbevolking. In deze raming is uitgegaan van een constante. Aangezien de tarieven voor jongste en oudere leerlingen verschillen, wordt voorgesteld dit voorlopig aan te houden. Het deelnamepercentage kan immers wel stijgen, maar dan is ook “vergrijzing” van de SOpopulatie mogelijk, waardoor door het verschil in leeftijdstarieven de kosten toch min of meer gelijk blijven. Een echte prognose is ook pas mogelijk als er ervaringscijfers zijn met rechtstreekse instroom van 4 jarigen. 14. Groeiregeling: SO, peildatum 1 feb. De SO scholen krijgen de groei van 1-10-xx tot 102-xx betaald vanaf schooljaar 2014-2015. Het ministerie van OCW en DUO voeren nog eenmaal de groeibekostiging van 16 januari 2014 uit voor het SO, voor de aanvullende bekostiging van het schooljaar 2014/2015. De kosten voor de groei van het (V)SO trekt OCW af van de bekostiging van de samenwerkingsverbanden (ca.- €7,00 per leerling, zie 3.) Zowel SBO als SO kennen straks een peildatum naast de reguliere telling. Deze is bedoeld voor verrekening van tussentijdse instroom. Het aangegeven bedrag is een aanname die niet op ervaringscijfers is te baseren. 15. Het bedrag voor de herbestedingsverplichting ambulante begeleiding is voorlopig
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 62
gecalculeerd op basis van de rugzakjes uit de inventarisatie. Ook na de overgangsperiode wordt rekening gehouden met ambulante ondersteuning vanuit cluster 3 en 4. 16. Amstelrondespecialisten en Loket Amstelronde: Begroot is ca.2 fte schaal 11 en ca.0,3 fte schaal 6. 17. Uitgaand grensverkeer: Er is voorlopig rekening gehouden met 2 leerlingen. 18. Arrangementen op de basisschool (inclusief overgangsregeling rugzakken): Amstelronde hanteert een overgangsmaatregel lgf tot uiterlijk 31-7-2016. Dit geldt voor rugzakjes toegekend op of voor 1-10-2013, waarvan de indicatie nog doorloopt, en de leerlingen nog op school zitten. Daarnaast is een bedrag begroot voor arrangementen op de basisschool, voor leerlingen die met een zorgbehoefte instromen. 19. Hier zijn de uitgaven aan schoolmaatschappelijk werk opgenomen, gelijk aan de baten (2). 20. Voor de begeleiding van invoering passend onderwijs, en de nieuwe werkwijze van toewijzing van ondersteuning is een budget gereserveerd. 21. Bestuur, personeel en organisatie: dit betreft personele kosten van Amstelronde, waaronder bestuurskosten, directie, administratieve- en financiële ondersteuning. 22. De post huur en bureaukosten betreft o.a. de huidige verplichtingen aan huisvesting en communicatie. 23. In de begroting is gewerkt met een ruime marge, een positief resultaat omdat er nog veel onzekere factoren zijn. Dit is een ‘veiligheidsmarge’ en geen schema voor het opbouwen van vermogen. De gezamenlijke besturen van Amstelronde hebben (januari 2014) besloten het positief resultaat in het daaropvolgende jaar te voegen bij de middelen basisondersteuning van de basisscholen. Het bedrag per leerling zal dan hoger uitvallen. Indien wel gekozen wordt voor een schema met vermogensopbouw, kan het werken met een laag risicoprofiel (SWV met weinig personeel) leiden tot een uitgangspunt voor weerstandsvermogen van 5% van de omzet (opbouw naar ca. € 165.000,‐). 24. Dit is het bedrag dat scholen gemiddeld per leerling overhouden, als (ook in de toekomst) alle verwijzingen zijn betaald.
Tot slot: Voor een kleine school kan de manier van bekostigen nadelig uitvallen bij meerdere verwijzingen naar SO/SBO. In het Breed Bestuurlijk Overleg (januari 2014) is afgesproken dat kleine scholen met een hoog verwijzigingspercentage niet alle ondersteuningsmiddelen kwijt raken en niet in financiële moeilijkheden mogen komen. De directie van Amstelronde kan in het voorkomende geval aan de betreffende school een bedrag voor extra zorg toekennen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 63
Jaarverslag en jaarrekening Het samenwerkingsverband verantwoordt zich door een jaarverslag en een jaarrekening op te stellen. Het jaarverslag beschrijft alle relevante ontwikkelingen gedurende het verslagjaar. Het jaarverslag schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarbij van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) is voor de samenwerkingsverbanden van toepassing. Voor het elektronisch aanleveren van de jaarcijfers aan DUO wordt jaarlijks ook aan de samenwerkingsverbanden het programma Elektronische financiële jaarrekening (EFJ) beschikbaar gesteld. EFJ voor samenwerkingsverbanden zal worden ingericht volgens het standaard model en enkele posten bevatten, bestemd voor de ontvangst en doorbetaling van de SWV-gelden. Aan schoolbesturen wordt aldus in het verslagjaar 2014 voor het eerst de mogelijkheid geboden 'ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage swv' apart te registreren en te rapporteren. Amstelronde kiest voor een verlengd boekjaar, dat betekent dat voor 1-11-2013 tot en met 31-12-2014 kan worden volstaan met één jaarrekening. Over de laatste twee maanden van 2013 behoeft geen aparte jaarrekening te worden opgesteld. Voor de jaarrekening over 2014 (inclusief verlenging) zal het Onderwijscontroleprotocol 2014 van toepassing zijn, dat in december 2014 bekend wordt gemaakt. In de nieuwe versie van de OCW-jaarverslaggevingsbrochure, die naar verwachting begin 2014 verschijnt, wordt ook het onderwerp samenwerkingsverbanden nader behandeld. Bron: www.rijksoverheid.nl
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 64
Lijst met afkortingen AB AMK AWBZ BaO BO BBO CGB CJG CvI GGL GPL HBO HGW HGA IB ITK IQ JGZ LEA LG LGF LVB LWO LZK MG MKD OCW OOGO OPR OT PAB PAS PCL PO REC SBO SMW SO SOP SWV TLV VIA VO VSO VVE
Ambulante begeleiding Advies en meldpunt kindermishandeling Algemene wet bijzondere ziektekosten Basisonderwijs Besturenoverleg Amstelronde passend onderwijs Breed bestuurlijk overleg (alle aangesloten schoolbesturen) Commissie gelijke behandeling Centrum voor jeugd en gezin Commissie voor Indicatiestelling Gewogen gemiddelde leeftijd Gemiddelde personele last Hoger beroepsonderwijs Handelingsgericht werken Handelingsgericht arrangeren Interne begeleiding Internationale taalklas Intelligentie coëfficiënt Jeugdgezondheidszorg Lokale educatieve agenda Lichamelijke gehandicapt Leerlinggebonden financiering (rugzakje) Licht Verstandelijke Beperking Leerwegondersteunend Langdurig zieke kinderen Meervoudig gehandicapt Medisch kinderdagverblijf Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Op overeenstemming gericht overleg Ondersteuningsplanraad Ondersteuningsteam Preventief ambulante begeleiding Punt voor aanmelding en screening Permanente commissie leerlingenzorg Primair onderwijs Regionaal Expertisecentrum Speciaal basisonderwijs School maatschappelijk werk Speciaal onderwijs Schoolondersteuningsprofiel Samenwerkingsverband Toelaatbaarheidsverklaring Verwijzing indicatie advies Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Voor- en vroegschoolse educatie
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 65
WEC WGBH/CZ WMO WMS WOT WSNS WVO ZAT ZML ZVW
Wet op de Expertisecentra Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte Wet maatschappelijke ondersteuning Wet medezeggenschap scholen Wet op het onderwijstoezicht Weer samen naar school Wet op het voortgezet onderwijs Zorg- en adviesteam Zeer moeilijk lerend Zorgverzekeringswet
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 66
Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde Scholen kern Aalsmeer: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt: n = netwerkschool, s = smalle ondersteuningsschool, b = brede ondersteuningsschool, i = inclusieve school (voor een verklaring van de beschrijvingen hiervan zie bijlage 1b, 1c).
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise
externe contacten
totaalbeeld
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
De Wegwijzer
n
s
n
n
n
n
n
De Graankorrel
n
s
n
n
n
n
n
De Hoeksteen
s
s
s
n
s
n
s
De Brug
n
s
n
n
n
n
n
OBS Kudelstaart
n+
n
n
n
n
s
n
OBS Samen Eén
n
n
n
n
s
n
n
OBS De Zuidooster
n
n
n
n
n
n
n
Antoniusschool Kudelstaart
n
n
n
n
n
n
n
Jozefschool Aalsmeer
n
n
n
n
n
n
n
De Oosteinder
n
n
n
n
n
n
n
voorjaar 2012: scholen VPCO De Basis januari 2013 (overige scholen)
Scholen kern Uithoorn: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt: onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise
externe contacten
totaalbeeld
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
OBS De Kajuit
n
s
s
n
s
n
n
OBS Toermalijn
n
s
s
n
s
n
n
De Vuurvogel
n
n
n
n
n
n
n
De Kwikstaart
n
n
n
n
n
n
n
De Regenboog
n
n
n
n
n
n
n
RKBS De Zon
n+
s
s
s
n
n
n(s)
RKBS De Springschans
n
s
n
s
n
n
n
’t Startnest Jenaplanbasisschool
s+
s
s
s
s
n
s
’t LAB (voorheen De Tra)
s
s
s
s
s
n
s
De Dolfijn SBO
b
b
b
i
b
b
doelgroepenschool*
Januari 2013
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 68
Scholen kern Noord: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie op de vijf velden als volgt:
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise
externe contacten
totaalbeeld
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
A. Bekemaschool
s
s
b
s
s
s
s
De Grote Beer
n
s
n
s
n
n
n
Amstelschool
n
s
s
s
s
s
n/s
Het Kofschip
n
s
s
s
n
s
n+
Jan Hekmanschool
s
n
s
s
s
s
n/s
1 Montessorischool Amstelveen – Burgemeester Haspelslaan
s
n
n
n
n
n
n+
Joost van den Vondelschool
n
n
n
s
n
s
n+
Brede School Rembrandt
n
n
n
n
n
n
n
M.L. Kingschool
s
n
n
n
n
n
n
n/s
n
n
n
n
n
n/s
Roelof Venema School incl 2 dependances
n
s
n
n
n
s
n
Piet Hein incl 2 dependances
s
n
n
n
s
n
n
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
doelgroepenschool
Najaar 2011 – update najaar 2013
e
Michiel de Ruyter
SBO De Schakel
Scholen kern Zuid: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt: onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise
externe contacten
totaalbeeld
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
n/s/b/i
2e Montessorischool Amstelveen Lindenlaan
n
n
n
n
s
n
n
Het Palet Zuid incl dependance
s
s
n
n
n
s
n+
Vrije School Parcival
n/s
s
n
s
s
n
n
De Horizon incl dependance
n/s
s
n
n
n
s
n
De Pionier
n
n
n
n
n
n
n
De Zwaluw
s
n
s
s
s
s
s
De Cirkel 2 locaties
n
n
s
n
s
s
n+
Karel Eykman school
s
s+
s+
s
n
s
s
De Triangel incl locatie Overloop
n
n
n
n
n
s
n
n/s
s
n
s
s
s
s
De Westwijzer
n
n
n
n
s
n
n
SBO Wending
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
doelgroepenschool
Najaar 2011 – update najaar 2013
Willem Alexanderschool
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 70
Bijlage 1b de netwerkschool Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool Veld
Setting Binnen de klas
1. Hoeveelheid aandacht en tijd
2. Onderwijsmaterialen
Binnen de school
Er is één paar handen in de klas, de lk39 zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
Er is speciale onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).
3. Ruimtelijke omgeving
Aan de tafel van de ondersteuningleerlingen wordt éénop-één begeleiding gegeven.
Er is op de gang ruimte waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften.
Er is op basis van behoefte samen werking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
5. Samenwerking met andere instanties
39
De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.
Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool Tabel 2: speciale ondersteuning op smalle ondersteuningsschool veld 1. hoeveelheid aandacht en tijd
2. onderwijsmaterialen
setting binnen de klas Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. pre-teaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele leerling of subgroep leerlingen helpen. Er wordt gebruik gemaakt van niveauen tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
3. ruimtelijke omgeving
4. expertise
5. samenwerking met andere instanties
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden. De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen/aandoeningen/stoornissen De lk onderhouden contacten met de ib-er om op de hoogte te blijven.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
binnen de school Er is speciale ondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week). Er is speciale ondersteuning door ab’er (gedurende enkele uren per week).
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat. Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden. De rt-er en/of ib-er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
Pagina 72
Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel Hieronder een omschrijving welke is ontleend aan de Wet passend onderwijs: Stb. 2012, nr. 533 Begripsomschrijvingen De definitie van het schoolondersteuningsprofiel is aan de sectorwetten toegevoegd: het schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO). Frequentie Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een schoolondersteuningsprofiel vast (art. 8 WPO, art 11 WEC, art. 17b WVO). Schoolplan Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Dat plan omvat ook het onderwijskundig beleid van de school. Het schoolondersteuningsprofiel dient betrokken te worden bij dat onderwijskundig beleid (art. 12 lid 2 WPO, art. 21 lid 2 WEC, art. 24 lid 2 WVO). Medezeggenschap De medezeggenschapsraad heeft op basis van artikel 11 sub r WMS een adviesbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling of wijziging van het schoolondersteuningsprofiel. Schoolgids De schoolgids moet informatie bevatten over de wijze waarop aan de ondersteuning van leerlingen die extra ondersteuning behoeven wordt vormgegeven (art. 13 lid 1 onderdeel c WPO, art. 24 a lid 1 onderdeel b WVO. Art 22 WEC wordt op dit punt niet gewijzigd). Afstemming schoolondersteuningsprofiel en ondersteuningsplan Per amendering (nr. 56) is in de wet opgenomen de verplichting tot afstemming van het schoolondersteuningsprofiel en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband stelt eenmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan vast. Bij het vaststellen van het ondersteuningsplan kunnen door het samenwerkingsverband slechts beperkingen worden gesteld aan de door de school gewenste invulling van het schoolondersteuningsprofiel, indien dat voor het samenwerkingsverband met het oog op de beschikbare ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen een onevenredige belasting zou vormen (amendement 33 106, nr. 56 Dijkgraaf/Ferrier, het betreft een wijziging van art. 18a lid 7 WPO en art. 17a lid 7 WVO). Toelating/weigering leerling en schoolondersteuningsprofiel Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten (art. 40 lid 4 WPO, art. 40 lid 5 WEC, art. 27 lid 2c WVO; de redactie van de bepalingen verschilt).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 73
Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde Inleiding Het schoolbestuur krijgt de wettelijke plicht om kinderen (aangemeld of ingeschreven) die zijn aangewezen op extra ondersteuning een passend onderwijsaanbod te bieden (zorgplicht). Waar mogelijk op de eigen school of anders op een andere, meer passende, school. Om dit mogelijk te maken hebben de aangesloten schoolbesturen afspraken gemaakt over het niveau van basisondersteuning en extra ondersteuning. Tevens zijn afspraken met het speciaal onderwijs gemaakt om expertise binnen de regio te halen met als doel minder verwijzingen naar verder gelegen scholen. Deze afspraken zijn geoperationaliseerd in de extra ondersteuning en de verbrede toelating speciaal basisonderwijs (voor meer informatie wordt verwezen naar het ondersteuningsplan Amstelronde). Het blijft mogelijk dat kinderen buiten de regio naar school gaan. Immers, de ‘match’ tussen onderwijsbehoefte en een passend onderwijsaanbod blijft leidend. Om de zorgplicht te realiseren en thuiszitters te voorkomen is het van belang heldere afspraken te maken over het plaatsen van kinderen op de meest passende school. Vooral daar waar de onderwijsbehoefte van het kind niet ‘matcht’ met wat een school kan bieden. In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake plaatsing en voorkomen van thuiszitters beschreven in de vorm van een protocol. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol (zie bijlage 3). Betrokken partijen School(besturen), ouders/verzorgers, Amstelronde passend onderwijs Doel
Het eenduidig en vlot plaatsen van kinderen op de meest passende school; Het stimuleren van samenwerking tussen scholen bij het plaatsen van kinderen die aangewezen zijn op extra ondersteuning; Het bevorderen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid inzake het plaatsen van kinderen met inachtneming van de beslissingsbevoegdheid van bevoegde gezagen (zie ‘uitgelicht’ verderop).
Doelgroep Kinderen die voor het eerst naar school gaan (onder-instromers); Kinderen die overstappen van school, bv. vanwege verhuizing of omdat de school van herkomst niet meer kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind (‘zijinstromers’).
Uitgangspunten plaatsingsprotocol het protocol richt zich op afspraken inzake achtereenvolgens aanmelding, verzoek tot inschrijving en toelating van kinderen;
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 74
ouders/verzorgers kunnen op elk gewenst moment schriftelijk aanmelden bij een school, de wijze waarop dit plaatsvindt is een schooleigen keuze; op het moment van verzoek tot inschrijving geldt de zorgplicht voor de betreffende school; de school gaat over tot toelating indien uit onderzoek is gebleken dat de school kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling; indien de school na onderzoek niet overgaat tot toelating, heeft zij de plicht een andere passende school te zoeken. Hierbij kan Amstelronde een ondersteunende rol spelen.
Plaatsingsprotocol 1. Ouders/verzorgers kunnen zich ten alle tijden aanmelden bij een school van voorkeur. 2. Ouders richten op verzoek van school in geval van onderinstroom vanaf 3 jaar maar uiterlijk 10 schoolweken voor de eerste schooldag van het kind een schriftelijk verzoek tot inschrijving aan de school. 3. De school beoordeelt op basis van gegevens of het kind extra ondersteuning nodig heeft. Daartoe kan de school gegevens opvragen van de school/instelling van herkomst of ouders/verzorgers verzoeken gegevens te overleggen waaruit de behoefte aan extra ondersteuning blijkt. 4. Indien geen sprake is van extra ondersteuning wordt het kind binnen 6 weken na het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school. Bij extra ondersteuning worden de volgende stappen gevolgd. 5. Het bevoegd gezag van de school onderzoekt in overleg met ouders op basis van gegevens welke extra ondersteuning voor het kind nodig is. De Amstelrondespecialist kan hierbij ondersteunend optreden. 6. Na vaststelling van de ondersteuningsbehoefte besluit de school of een passend aanbod geboden kan worden. Hierbij vormen het ondersteuningsprofiel van de school en de mogelijkheden van de school om extra ondersteuning te kunnen bieden, belangrijke pijlers. Indien een passend aanbod geboden kan worden, wordt het kind binnen 6 weken na het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school.
Indien het kind niet toelaatbaar wordt geacht, worden de volgende stappen gevolgd. 7. Als de school geen passend aanbod kan bieden, zoekt de school binnen 6 weken na verzoek tot inschrijving een school die wel een passend aanbod kan bieden.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 75
Deze termijn mag 1 keer met maximaal 4 weken verlengd worden. De Amstelrondespecialist wordt in deze situatie betrokken bij het proces. De school bespreekt met ouders en Amstelrondespecialist op basis van de vastgestelde onderwijsbehoefte welke scholen binnen de regio passend onderwijs kunnen bieden. In geval dit speciaal (basis) onderwijs betreft, wordt een traject richting het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring in gang gezet. 8. Tot het moment van plaatsing op de meest passende school, blijft de school waar het verzoek tot inschrijving is gedaan formeel verantwoordelijk voor de zorgplicht. Als er na 10 weken geen besluit is genomen over de toelating van het kind op de meest passende school, heeft het kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school waar het verzoek tot inschrijving is gedaan. Uitgelicht wettelijk kader toelating De Grondwet, de Leerplichtwet en de Wet op het primair onderwijs (WPO) bevatten geen recht tot toelating tot een school. Integendeel, de WPO geeft het bevoegd gezag van een openbare of bijzondere school het recht over toelating te beslissen. Scholen hebben daarbij een vergaande beleidsautonomie en het bevoegd gezag mag een leerling om diverse redenen afwijzen. Voorbeelden zijn plaatsgebrek, schoolwijkenbeleid, evenwichtige spreiding van leerlingen etc. De beslissingsbevoegdheid van het bevoegd gezag omvat ook de vrijheid te bepalen hoe de toelating geschiedt. Het bevoegd gezag kan daartoe een toelatingsprocedure opstellen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 76
Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde Inleiding Naast het bieden van een zo passend mogelijke onderwijsplek voor een kind is een andere belangrijke opdracht van passend onderwijs om het aantal thuiszitters 40 te reduceren. Het voorkomen van thuiszitten en het zo snel mogelijk weer naar school laten gaan van deze kinderen is daarbij de opdracht. Deze opdracht is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen, ouders/verzorgers, gemeenten (leerplicht) en Amstelronde. In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake het voorkomen van thuiszitters beschreven in de vorm van een thuiszittersprotocol. Betrokken partijen Ouders, schoolbesturen, afdeling Leerplicht betrokken gemeenten, betrokken hulpverleningsinstanties, Amstelronde passend onderwijs. Doel
voorkomen van absoluut schoolverzuim41 (thuiszitters); in beeld brengen van (potentiele) thuiszitters; toeleiding naar passend onderwijs van (potentiele) thuiszitters.
Doelgroep Leerplichtige kinderen in de basisschoolleeftijd die school absoluut verzuimen en woonachtig zijn in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Uitgangspunten thuiszittersprotocol Het protocol richt zich op absoluut schoolverzuim; Het voorkomen van relatief verzuim is een verantwoordelijkheid van scholen (schoolbesturen) en Leerplicht (Gemeenten). Amstelronde kan op verzoek van de school een ondersteunende rol spelen in (het voorkomen van) relatief schoolverzuim; Voorkomen van thuiszitters kan alleen succesvol zijn op basis van een integrale aanpak (sluitend netwerk).
Thuiszittersprotocol 1. In geval van absoluut verzuim dan wel schorsing van een reeds ingeschreven kind, vindt melding door de school plaats: 40
Een ‘thuiszitter’ betreft een leerplichtige jongere tussen de vijf en de zestien jaar of jongere van zestien of zeventien jaar met kwalificatieplicht die: - niet ingeschreven staat bij een school (absoluut verzuim) - die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en zonder geldige reden meer dan vier weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht respectievelijk vrijstelling van geregeld schoolbezoek of wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado). 41 We spreken van absoluut verzuim als een kind niet staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling, terwijl dit kind geen vrijstelling van onderwijs geniet. Het gaat hierbij om kinderen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en nog leerplichtig zijn.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 77
a) b)
bij leerplicht van de betreffende gemeente volgens de richtlijnen van het verzuimbeleid van de school; bij het loket van Amstelronde In geval van absoluut verzuim van een nog niet ingeschreven kind, vindt afstemming door leerplicht plaats met de Amstelrondespecialist. 2. De school en/of leerplicht maakt bij de melding/afstemming inzichtelijk welke stappen/acties reeds zijn ondernomen en op welke wijze ouders/verzorgers betrokken zijn. 3. De school en/of leerplicht besluiten of een ondersteuningsteam georganiseerd moet worden. Hierin kan de Amstelrondespecialist een initiërende rol in nemen.
Uitgelicht
Ondersteuningsteam thuiszitters
Dit ondersteuningsteam vindt plaats op initiatief van de school waar het kind ingeschreven staat c.q. het laatste verbleef, in aanwezigheid van de leerplichtambtenaar van de gemeente waar het kind woonachtig is. Betrokken partijen: ouders, school van herkomst en/of beoogde school, Amstelrondespecialist en relevante betrokkenen. Het ondersteuningsteam in geval van thuiszitten, werkt volgens de volgende principes: de werkwijze is oplossingsgericht (gestuurd vanuit een integrale en contextuele visie op de situatie); er wordt gestuurd op actieve plaatsing van het thuiszittende kind op een school binnen een termijn van twee weken. 4. Leerplicht en Amstelronde overleggen structureel over de voortgang van plaatsing van thuiszitters waarbij een overzicht van thuiszitters door beide partijen wordt aangeleverd. Uitgelicht verantwoordelijkheden inzake absoluut schoolverzuim (thuiszitters) School(bestuur) Schrijft een kind pas uit nadat het elders is ingeschreven; Meldt absoluut verzuim bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente volgens het verzuimbeleid van de school; Maakt inzichtelijk welke stappen reeds door de school ondernomen zijn inzake het absoluut schoolverzuim; Houdt contact met de thuiszitter en de ouders/verzorgers; Biedt een aangepast onderwijsprogramma aan de thuiszitter; Neemt initiatief om met betrokken partners (leerplicht en Amstelronde) te besluiten of een ondersteuningsteam gericht op thuiszitten georganiseerd moet worden. Ouders/verzorgers
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 78
Zijn verplicht hun kind in te schrijven bij een door de wet erkende school of onderwijsinstelling; Schrijven bij tussentijdse overstap naar een andere school hun kind uit bij de oude school en schrijven hun kind in bij de nieuwe school; Conformeren zich aan het verzuimbeleid van de school; Houden zich beschikbaar voor overleg, waaronder het ondersteuningsteam thuiszitten, in geval van absoluut schoolverzuim; Stellen zich coöperatief op bij het vinden van een oplossing in geval van absoluut schoolverzuim.
Leerplicht Doet onderzoek naar de achtergronden van absoluut schoolverzuim; Pleegt (wettelijke) interventies naar aanleiding van absoluut schoolverzuim; Neemt deel aan het door school georganiseerde ondersteuningsteam thuiszitten of initieert dit. Amstelronde Zoekt na de melding door de school en/of leerplicht met betrokken partners naar een oplossing om absoluut schoolverzuim op te heffen; Bespreekt maandelijks de bij Amstelronde bekende thuiszitters met leerplicht en vergelijkt deze lijst met de lijst die leerplicht hanteert; Neemt deel aan het ondersteuningsteam gericht op thuiszitten om te bevorderen dat een snelle en adequate oplossing wordt gevonden.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 79
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014
Pagina 80