Schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs KSH 2014
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING
2.
ORGANISATIE
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3
CONTACTGEGEVENS ONDERWIJSVISIE / SCHOOLCONCEPT VISIE OP ONDERSTEUNING ONDERWIJSBEHOEFTEN LEERLINGENPOPULATIE KENGETALLEN LEERLINGSPOPULATIE AFGELOPEN 4 SCHOOLJAREN RESULTATEN ENQUETE ONDER LEERLINGEN
BASISONDERSTEUNING
3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 5
3
7
INLEIDING & DEFINIERING NIVEAU VAN DE BASISONDERSTEUNING BINNEN SAMENWERKINGSVERBAND ASPECTEN VAN BASISONDERSTEUNING PREVENTIEVE EN LICHTE CURATIEVE INTERVENTIES ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR PLANMATIG WERKEN BASISKWALITEIT IN HET ONDERWIJS
EXTRA ONDERWIJSONDERSTEUNINGSARRANGEMENTEN LEER- ONTWIKKELINGSONDERSTEUNING ARRANGEMENT FYSIEK MEDISCH ONDERSTEUNINGS ARRANGEMENT ONDERSTEUNINGSBEHOEFTE IN HET AUDITIEF OF VISUEEL SPECTRUM CHRONISCH ZIEKTE ARRANGEMENT SOCIAAL-EMOTIONEEL & GEDRAGSONDERSTEUNINGS ARRANGEMENT ARRANGEMENTVOOR LEERLINGEN MET AUTISMESPECTRUMSTOORNIS HOOGBEGAAFDHEID TRAJECTVOORZIENING ONDERSTEUNING IN DE THUISSITUATIE RANDVOORWAARDEN
Bijlage 1 Bijlage 2
3 3 3 4 5 5
7 7 7 7 7 7 7
8 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Schoolondersteuningsprofiel van de KSH Routing Ondersteuningsvraag
21 25
2
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
1. Inleiding Dit ondersteuningsprofiel beschrijft de voorzieningen die de school in huis heeft. Het profiel geeft antwoord op de vraag welke basisondersteuning de school levert en wat de school kan doen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit profiel wordt ook opgenomen in de schoolgids, zodat ouders, leerlingen en andere partijen inzicht hebben in de mogelijkheden van de school voor extra ondersteuning. Dit profiel is opgesteld door de KSH. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht bij de vaststelling. Vervolgens stelt het bevoegd gezag het ondersteuningsprofiel vast, minstens eenmaal in de vier jaar.
2. Organisatie 2.1
Contactgegevens
Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp Assumburg 10 2135 BA Hoofddorp T: 023 5677588 F: 023 5677577 E:
[email protected] 2.2
Onderwijsvisie / schoolconcept
De KSH is een katholieke school voor gymnasium, VWO, HAVO en MAVO. Het is een school waar zorg en respect voor elkaar de identiteit bepalen en alle leerlingen welkom zijn ongeacht hun achtergrond of levensovertuiging. De missie van de KSH laat zich samenvatten in de kernbegrippen “Kennis en Karakter”. Onder “Kennis“ wordt verstaan het leiden naar een diploma dat past bij de mogelijkheden van de leerling. Om dat te realiseren is vormgeven aan een uitgebreid determinatieproces waarin met de leerling en diens ouders wordt gesproken over te maken keuzes. Het begrip “Karakter” verwijst naar de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en is behalve op een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat gericht op eigen verantwoordelijkheid van de leerling voor het leerproces en het begeleiden van de leerling bij het leren kennen van zichzelf en het maken van bewuste keuzes voor zijn eigen toekomst. 2.3
Visie op ondersteuning
De KSH is een gemoedelijke school met een veilig leerklimaat waar leerlingen en personeel zich prettig voelen. Leerlingen kunnen zichzelf zijn en worden geaccepteerd zoals ze zijn. Iedere leerling heeft recht op passende zorg en extra ondersteuning in de schoolloopbaan. Elke medewerker van de school heeft een aandeel in de algemene zorg en begeleiding van de leerling. De school wil ook ondersteuning bieden aan de bovenkant door leerlingen te laten excelleren en eruit te halen wat er in zit. De KSH gaat er vanuit dat alle leerlingen erbij gebaat zijn in een veilige omgeving te functioneren. Veiligheid is immers een voorwaarde om tot prestatie te komen. Verder vindt de KSH het belangrijk om de nadruk te leggen op wat de leerling wel kan in plaatst van op wat de leerling (nog) niet kan. Het gevoel competent te zijn is immers ook een voorwaarde om tot bloei te komen. De benadering van alle leerlingen door docenten is hierop gestoeld. De KSH gaat er tevens vanuit dat alle leerlingen behoefte hebben aan structuur. Bij het aanbieden van lessen wordt met dit gegeven rekening gehouden. 3
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Hiermee wordt een basis geboden voor alle leerlingen, niet alleen voor die leerlingen die een speciale onderwijsbehoefte hebben. Gelet op het pedagogisch klimaat in de KSH waarin een sfeer van respect voor diversiteit wordt vormgegeven, vindt de integratie van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het reguliere lesproces als vanzelfsprekend plaats. Met talentstromen richt de school zich al vroeg in de schoolloopbaan van de leerlingen op de diverse beroepsmogelijkheden en biedt daarmee een uitgebreide loopbaanbegeleiding aan. Vanaf het eerste leerjaar worden mentor-ouder-leerling gesprekken gevoerd, waarin de vragen “Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik” centraal staan en waarmee een bewustwordingsproces op gang wordt gebracht dat in een portfolio wordt vastgelegd. De mentor-ouder-leerling gesprekken onderscheiden zich wezenlijk van de reguliere schoolgesprekken waarbij de resultaten centraal staan. In het mentor-ouder-leerling gesprek gaat het om de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en de reflectie daarop door de leerling en diens ouders. 2.4
Onderwijsbehoeften leerlingenpopulatie
Kort samengevat bestaat de leerling-populatie uit: -Leerlingen die slim, intelligent, kritisch, nieuwsgierig en mondig zijn. -Leerlingen die gewoon een fijne schooltijd willen hebben. -Leerlingen die soms moeite hebben met hun motivatie en weinig tijd investeren in leren. -Leerlingen die ondersteuning nodig hebben vanwege dyslexie, dyscalculie, faalangst, sociaal-emotionele problemen, AD(H)D, ASS. -Leerlingen met een leerling gebonden financiering. Al met al een doorsnee van de bevolking. Bij het aanbieden van het onderwijs, richt de KSH zich zoveel mogelijk op het individu en op wat het individu nodig heeft om tot leren te komen. 2.5
Kengetallen leerlingenpopulatie afgelopen 4 schooljaren
De KSH kijkt naar de leerling als zodanig en laat daarbij aspecten als culturele achtergrond of opleidingsniveau van de ouders geen rol spelen. Iedere leerling wordt in zijn eigenheid gezien en gerespecteerd en het onderwijsaanbod wordt in overleg met leerling en ouders zoveel mogelijk op de individuele behoeften afgestemd. In onderstaande tabel staan de kengetallen van de KSH de afgelopen 4 schooljaren specifiek heeft begeleid. Kengetallen onderwijsprofiel passend onderwijs Katholieke Scholengemeenschap Hoofddorp 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Totaal aantal leerlingen
1126
1062
993
942
Aantal leerlingen in ZAT besproken
23
24
27
32
Aantal leerlingen met een dyslexieverklaring
121
134
80
88
Aantal leerlingen met Autisme Spectrum Stoornis
15
17
20
22
Aantal leerlingen met een ADHD
27
31
36
40
Aantal hoogbegaafde leerlingen
2
3
2
2
Aantal leerlingen met een dyscalculieverklaring
nvt
nvt
nvt
3
Aantal leerlingen met leergebonden financiering
10
10
13
17
Aantal verwijzingen naar speciaal onderwijs
0
3
2
0
Aantal verwijzingen naar rebound
2
2
2
1
Aantal thuiszitters
1
0
0
0
4
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
2.6
Resultaten enquête onder leerlingen
Door het Samenwerkingsverband is in schooljaar 2011-2012 een vragenlijst op de KSH uitgezet, waarin vragen naar de basiskwaliteit zijn opgenomen. Er zijn twaalf standaarden voor planmatig en handelingsgericht werken opgenomen in deze vragenlijst. Deze standaarden zijn gebaseerd op het toezichtkader van de inspectie. Hieronder worden in een grafiek de resultaten weergegeven van de KSH. Daarna volgt een beschrijving van de resultaten op de standaarden.
Grafiek 1 - Resultaten vragenlijst standaarden passend onderwijs KSH. N=12
De KSH scoort hoog op de volgende standaarden (=3,0 en hoger): Het creëren van een veilige leeromgeving. De KSH hecht er veel waarde aan dat veiligheidsregels worden nageleefd, docenten en leerlingen respect voor elkaar tonen en docenten en leerlingen zich houden aan de omgangsregels. Docenten gaan vertrouwelijk om met de informatie over leerlingen en hun thuissituatie en behandelen leerlingen rechtvaardig. Het bieden van planmatig onderwijs. Docenten op de KSH bieden planmatig onderwijs en begeleiding op een wijze die zoveel mogelijk aansluit bij de onderwijsbehoeften van leerlingen. Docenten gaan gestructureerd te werk en zijn consequent in hun handelen. Het systematisch gebruik van handelingsplannen door docenten. Voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven, geeft KSH onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte kregen een handelingsplan. Met de komst van Passend Onderwijs wordt dit een ontwikkelingsprofiel. Door de vraag van de leerling centraal te stellen legt de school de focus op de mogelijkheden. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare handelingssuggesties. Dus niet de beperking of stoornis van de leerling is leidend bij het bepalen van wat er nodig is, maar wel de ondersteuningsbehoefte om te komen tot het hoogst haalbare uitstroom niveau. Dit ontwikkelingsperspectief zal de school in samenwerking met de ouders en leerling opstellen. In dit ontwikkelingsperspectief staat welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt om het hoogst haalbare uitstroomniveau te halen. Het continu begeleiden van leerlingen. De talentstromen bieden leerlingen de kans zichzelf te leren kennen en zich ervan bewust te worden waar hun kracht en hun ontwikkelpunten liggen. Op basis van deze ontwikkelde zelfkennis worden leerlingen begeleid bij het maken van keuzes voor hun toekomst. Voor vragen en extra ondersteuning met betrekking tot de lesstof, kan de leerling terecht tijdens de Imomenten, die door alle vakdocenten worden aangeboden.
5
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Het betrekken van ouders als partners in de begeleiding van leerlingen. De KSH ziet de ouders en/of verzorgers als educatieve partners in de begeleiding van haar leerlingen. De betrokkenheid is groot en er is regelmatig contact tussen de ouders en de school. Wanneer leerlingen specifieke ondersteuningsvragen hebben, wordt dit tussen de mentor en de ouders en zonodig de zorgcoördinator besproken. Om de ouders, als primaire opvoeders van de leerling en educatieve partners, in de begeleiding van leerlingen te betrekken, zijn tevens mentor-ouder-leerling gesprekken ingevoerd. Deze gesprekken hebben een reflecterend karakter, waarbij het portfolio dat de leerling bijhoudt omtrent zijn eigen ontwikkeling uitgangspunt voor gesprek is. Op deze wijze wordt de leerling gestimuleerd zelf de regie te nemen over zijn eigen leerproces. Het systematisch begeleiden van leerlingen met ondersteuningsvragen. De leerlingen krijgen op school een intensieve begeleiding. De school is trots op de kwaliteit van haar mentoren die ontwikkelingsbehoeften van leerlingen signaleren en goed op de hoogte zijn van de ondersteuningsroutes. Daarnaast wordt tijdens de mentoruren aandacht besteed aan sociaal emotionele elementen en wordt in preventieve en bestrijdende zin een anti-pest programma aangeboden en wordt het sociaal welbevinden getoetst in de onderbouw. Een gecoördineerde leerlingenzorg. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor het begeleiden van leerlingen met ondersteuningsvragen en werkt daarbij samen met interne en externe deskundigen. De school zorgt voor een warme overdracht als een leerling met ondersteuningsvragen de school binnenkomt en verlaat. De zorgcoördinator is gemakkelijk aanspreekbaar. Een goed functionerend zorgoverleg. De KSH kent zowel interne als externe overlegvormen als het gaat om leerlingenondersteuning, die gestructureerd en flexibel worden ingezet. Uit de enquête kwamen voor de school de volgende ontwikkelpunten (scoort op de volgende standaarden een 2,7 of lager): Het verbeteren van differentiatievaardigheden in de klas. Differentiatie kan beschreven worden als het afstemmen van instructie op de onderwijsbehoeften van leerlingen. De KSH wil docenten extra opleiden in differentiatie en bijbehorende faciliteiten kunnen aanbieden, zoals grote(re) ruimtes, assistentie, computers etc. Het afstemmen van de verwerking van leerstof op de onderwijsbehoeften van leerlingen. De afstemming van de verwerking van leerstof op de onderwijsbehoeften is een ontwikkelpunt. De KSH wil dat docenten zich verder professionaliseren door extra scholing en wil dat docenten gebruik kunnen maken van leerstijltesten om met het onderwijsaanbod aan te kunnen sluiten bij de individuele onderwijsbehoeften. De verdere professionalisering van docenten. De KSH wil extra aandacht besteden aan de verdere professionaliseringsmogelijkheid van de docenten. Docenten hebben behoefte aan verbetering van hun handelingsbekwaamheid op het gebied van begeleiding en het onderwijs aan leerlingen met ondersteuningsbehoeftes. KSH is reeds bezig met OBIT, mentorentraining en reflectiegesprekken. Reflectie op het handelen is een belangrijke basishouding voor professionalisering en wordt positief beoordeeld. De mogelijkheden om in teamverband te leren beoordeelt het personeel eveneens als positief. De KSH zal voor schooljaar 2014-2015 een scholingsplan opstellen waarin de scholing van docenten is beschreven. Een helder beleid op de leerlingenzorg. De KSH wil een helder beleid op leerlingenzorg uitdragen, onder andere door dit herziene ondersteuningsprofiel.
6
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
3.
Basisondersteuning
3.1
Inleiding & definiëring
Het uitgangspunt van het Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden, is dat er voor iedere leerling die woont binnen de gemeentegrenzen van het Samenwerkingsverband een passende onderwijsplek is. Uitgaande van de vraag “Wat heeft de leerling nodig ?” heeft de KSH in het Samenwerkingverband afgesproken om een uiterste inspanning te leveren om leerlingen zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs te houden. Samenvattend verstaan we onder basisondersteuning de door het Samenwerkingsverband afgesproken geheel van interventies die binnen de ondersteuningstructuur van de school en samen met ketenpartners planmatig en op een door de inspectie getoetst kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Een hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen en jongeren extra ondersteuning en/of jeugdzorg nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van ondersteuningsarrangementen. Alle vormen van ondersteuning die de basisondersteuning overstijgen, zijn “extra onderwijsondersteuning”. 3.2
Niveau van de basisondersteuning binnen Samenwerkingsverband
Binnen het Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden is in ieder geval afgesproken dat alle scholen een hoog niveau basisvoorziening hebben. Een hoog niveau van basisondersteuning impliceert dat maar een zeer beperkt aantal leerlingen in aanmerking hoeft te komen voor speciaal onderwijs en/of specifieke leerlinggebonden arrangementen. Scholen moeten in ieder geval een basisondersteuningsprogramma hebben voor: -leerlingen met ondersteuningsvragen in het autistisch spectrum; -leerlingen met dyslexie; -hoogbegaafde leerlingen; -trajectvoorzieningen; In bijlage 1 staat een overzicht van de basisondersteuning die de KSH biedt. 3.3
Aspecten van basisondersteuning
3.3.1 Preventie en lichte curatieve interventies Binnen het nieuwe stelsel van budgetfinanciering is het streven van het Samenwerkingsverband om via preventie de uitstroom naar bovenschoolse onderwijszorgvoorzieningen te reduceren. Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. De preventieve en licht curatieve interventies van de basisondersteuning is uitgewerkt in het schoolondersteuningsprofiel in bijlage 1. 3.3.2 Ondersteuningsstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat in de school georganiseerd is, en met welke onderwijs- en ketenpartners wordt samengewerkt. Dit aspect van de basisondersteuning is uitgewerkt in het schoolondersteuningsprofiel in bijlage 1.
7
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
3.3.3 Planmatig werken De standaarden rond planmatig werken uit het toezichtkader van de Inspectie zijn hier relevant. De school is bezig om standaarden verder te ontwikkelen voor planmatig werken. 3.3.4 Basiskwaliteit van het onderwijs Dit aspect van de basisondersteuning verwijst naar het toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs en naar het meest recente oordeel van de inspectie van het onderwijs over de kwaliteit van de school. KSH heeft intern een afdeling Kwaliteitszorg, welke planmatig de kwaliteit van het onderwijs controleert.
4
Extra onderwijsondersteuningsarrangementen
Voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven, geeft KSH onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. Door de ondersteuningsvraag van de leerling centraal te stellen, legt de school de focus op de mogelijkheden. Handelingsgerichte diagnostiek vertaalt de onderwijsbehoefte in directe en haalbare handelingssuggesties. Dus niet de beperking of stoornis van de leerling is leidend bij het bepalen van wat er nodig is, maar wel de ondersteuningsbehoefte om te komen tot het hoogst haalbare uitstroom niveau. Dit ontwikkelingsperspectief stelt de school in samenwerking met de ouders en leerling op. In dit ontwikkelingsperspectief staat welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt om dit uitstroomniveau te halen. In dit hoofdstuk wordt omschreven welke extra ondersteuningsmogelijkheden de KSH biedt. De extra ondersteuning zal bestaan uit arrangementen. Deze arrangementen kunnen licht en tijdelijk zijn, of structureler en intensiever. Sommige arrangementen of onderdelen daarvan kunnen alleen worden aangeboden wanneer het door het Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden gefaciliteerd wordt door het bieden van extra ondersteuning, bijvoorbeeld wanneer bij een arrangement leerling-gebonden financiering noodzakelijk is. Het zijn allemaal arrangementen die op de school zelf worden gerealiseerd. Vaak in samenwerking met externe partners. In onderstaande tabel staat aangegeven wat de school beschikbaar heeft op de vijf velden, te weten Deskundigheid, Aandacht en tijd, Voorzieningen, Gebouw en Samenwerkingspartners. Tevens wordt vermeld voor welke ondersteuningsbehoefte dit arrangement toe te passen is. De KSH kan al dan niet i.s.m. het Samenwerkingsverband de volgende arrangementen aanbieden: 4.1 Leer- ontwikkelingsondersteuning Huidige situatie: Invulling: Wat doen/kunnen we al? a. Veilige school Deskundigheid De school heeft ruime ervaring opgedaan met b. Ondersteuning bij dyslexie deze ondersteuning van leerlingen Aandacht en tijd c. Ondersteuning bij dyscalculie Voor de diverse ondersteuningsgebieden heeft de school medewerkers in dienst die de d. Decanaat begeleiding coördineren en aanbieden. Zij zijn intern aanspreekpunt. e. Huiswerkklas Voorzieningen Tijdens de leerling-besprekingen en f. I-momenten oudergesprekken wordt geïnventariseerd of een 8
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
leerling ondersteuning nodig lijkt te hebben op een of meer van de genoemde vlakken. Ook vindt GGD onderzoek plaats in tweede leerjaar, waar de ondersteunings behoefte uit naar voren zou kunnen komen. Gebouw De school beschikt over een aantal plaatsen waar leerlingen zelfstandig aan het werk kunnen. a,e Groepsgewijze ondersteuning vindt plaats in een lokaal op een vast moment. b,c, d, f Individuele ondersteuning wordt verzorgd door de betreffende medewerker. Samenwerking De KSH heeft deze punten intern geregeld. Grenzen: wat doen we niet? De KSH biedt ondersteuning bij vragen op deze punten binnen het reguliere programma aan. 4.2 Fysiek medische ondersteuning Huidige situatie: Invulling: Wat doen/kunnen we al? Mentor en zorgcoördinator Deskundigheid bespreken met leerling en ouders De school heeft ervaring opgedaan met deze wat de mogelijkheden zijn en welke ondersteuning van leerlingen. Deskundigheid is voorzieningen en maatregelen nodig vooral extern en afhankelijk van de zijn. beperking/ziekte en betreffende ambulante begeleiding. Het gebouw van de KSH is geschikt Aandacht en tijd voor fysiek beperkten. De KSH heeft Medewerkers zijn in staat de leerlingen te een liftvoorziening. Voor leerlingen begeleiden. met een persoonsgebonden budget Voorzieningen regelt de KSH externe hulp of Waar nodig en mogelijk worden voorzieningen ambulante begeleiding. in samenwerking met de ambulante begeleiding getroffen. De KSH heeft een liftvoorziening, zodat de leerlingen overal in het schoolgebouw kunnen komen per rolstoel. Gebouw De school beschikt over een lift en een invalidetoilet. Samenwerking Voor het treffen van de juiste voorzieningen, het ontwikkelen van de benodigde deskundigheid en het geven van extra aandacht en tijd, werkt de school nauw samen met de ambulante begeleiding. Grenzen: wat doen we niet? Het personeel van de school voert geen verzorgende of medische handelingen uit. Leerlingen worden geacht zelfstandig gebruik te kunnen 9
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
maken van het toilet. 4.3 Ondersteuningsbehoefte in het auditief of visueel spectrum Huidige situatie: Invulling: Wat doen/kunnen we al? Met ambulante begeleiding wordt de Deskundigheid ondersteuningsvraag in kaart ge- De KSH heeft ervaring opgedaan met de bracht en met persoonsgebonden ondersteuning van leerlingen met een budget aangeschaft. ondersteuningsbehoefte in het auditief of visueel spectrum. De deskundigheid komt vanuit de ambulante begeleiding. Aan het begin van het schooljaar informeert de zorgcoördinator alle docenten over deze leerlingen en hun ondersteuningsbehoefte. Aandacht en tijd Medewerkers zijn in staat de leerlingen te begeleiden. Voorzieningen Vaak hebben leerlingen met deze ondersteuningsvraag een persoongebonden budget, waaruit voorzieningen in samenwerking met de ambulante begeleiding getroffen kunnen worden. Gebouw Geen specifieke aanpassingen. Samenwerking Voor het treffen van de juiste voorzieningen, het ontwikkelen van de benodigde deskundigheid en het geven van extra aandacht en tijd, werkt de school nauw samen met de ambulante begeleiding van Visio. Grenzen: wat doen we niet? Het personeel van de school voert geen verzorgende of medische handelingen uit. Leerlingen worden geacht zelfstandig gebruik te kunnen maken van het toilet.
10
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
4.4 Chronische ziekte Huidige situatie: Wat doen/kunnen we al? Mentor en zorgcoördinator bespreken met leerling en ouders welk lesprogramma gevolgd kan worden. Leerlingen die vanwege een chronische ziekte niet naar school kunnen komen, kunnen op itslearning het lesprogramma volgen en zien welke huiswerk moet worden gemaakt. In schooljaar 2014-2015 zal de KSH met de medische vraagbaak van het Samenwerkingsverband onderzoeken of de school een bepaalde leerling kan onderwijzen.
Invulling: Deskundigheid De school heeft ervaring opgedaan met deze ondersteuning van leerlingen met een chronische ziekte. Deskundigheid is vooral extern en afhankelijk van de beperking/ziekte en betreffende ambulante begeleiding. Aandacht en tijd Medewerkers zijn in staat de leerlingen te begeleiden. Voorzieningen Waar nodig en mogelijk worden voorzieningen in samenwerking met de ambulante begeleiding getroffen. De KSH heeft een liftvoorziening, zodat de leerlingen overal in het schoolgebouw kunnen komen per rolstoel. Gebouw Geen specifieke voorzieningen Samenwerking Voor het treffen van de juiste voorzieningen, het ontwikkelen van de benodigde deskundigheid en het geven van extra aandacht en tijd, werkt de school nauw samen met de ambulante begeleiding van dienst
Grenzen: wat doen we niet? Het personeel van de school voert geen verzorgende of medische handelingen uit. Leerlingen worden geacht zelfstandig gebruik te kunnen maken van het toilet.
11
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
4.5 Sociaal-emotioneel & gedragsondersteuning Huidige situatie: Invulling: Wat doen/kunnen we al? De school heeft een aanpak voor: Deskundigheid a. Faalangst De school heeft ervaring opgedaan met b. Sociale vaardigheidsproblemen begeleiding van leerlingen met behoefte aan c. Sociaal-emotionele problemen sociaal-emotionele ondersteuning & gedragsd. leerlingen met ADD en ADHD ondersteuning. Aandacht en tijd De school heeft interne en externe medewerkers die de begeleiding aanbieden. Voorzieningen Tijdens intern zorgoverleg en het ZAT en in oudergesprekken en naar aanleiding van testen die worden afgenomen, wordt bepaald of een leerling ondersteuning nodig heeft. Gebouw De school heeft voor de ondersteuning lokalen beschikbaar. Samenwerking Binnen het ZAT wordt samengewerkt met externe deskundigen. Grenzen: wat doen we niet? Indien een leerling zich niet aan de gedragsregels blijkt te kunnen houden of anderszins ondersteuning nodig heeft om zijn gedrag te reguleren, zal de zorg coördinator in eerste instantie zoeken naar aanvullende vormen van ondersteuning of externe voorzieningen. Wanneer deze niet geboden kunnen worden of de aanpak werkt niet, zoekt de KSH naar een alternatieve voorziening of school voor de leerling.
12
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
4.6 Autismespectrumstoornis Huidige situatie: Wat doen/kunnen we al? Mentor en zorgcoördinator bespreken met leerling en ouders welke extra voorzieningen nodig zijn. In de huidige situatie krijgen leerlingen een leergebonden financiering waaruit ambulante begeleiding wordt georganiseerd en begeleiding op het gebied van organisatie van het schoolwerk wordt aangeboden. In schooljaar 2014-2015 vervalt deze voorziening.
Grenzen: wat doen we niet? Indien een leerling zich niet aan de gedragsregels blijkt te kunnen houden of anderszins ondersteuning nodig heeft om zijn gedrag te reguleren, zal de zorg coördinator in eerste instantie zoeken naar aanvullende vormen van ondersteuning of externe voorzieningen. Wanneer deze niet geboden kunnen worden of de aanpak werkt niet, zoekt de KSH naar een alternatieve voorziening of school voor de leerling. 4.7 Hoogbegaafdheid Huidige situatie: Wat doen/kunnen we al?
Invulling: Deskundigheid De school heeft ervaring opgedaan met de ondersteuning van leerlingen met autismespectrumstoornis Aandacht en tijd De mentor en zorgcoördinator en docenten begeleiden de leerling Voorzieningen De treft individuele voorzieningen op basis van leerlinggebonden financiering. Dit vervalt in schooljaar 2014-2015. Gebouw nvt Samenwerking De school werkt samen met ouders en ambulante begeleiding.
Invulling:
13
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
De KSH kent een gymnasiumafdeling. Binnen de gymnasiumafdeling worden hoogbegaafde leerlingen extra uitgedaagd.
Deskundigheid De school heeft een beperkte ervaring opgedaan met ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen. Aandacht en tijd Binnen de lessen wordt door de docent extra uitdaging geboden aan de hoogbegaafde leerling Voorzieningen Gebouw nvt Samenwerking Binnen het gymnasiumteam wordt kennis uitgewisseld.
Grenzen: wat doen we niet? De school biedt hoogbegaafde leerlingen geen op maat gesneden programma aan.
14
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
4.8 Trajectvoorziening Huidige situatie: Wat doen/kunnen we al? Met ingang van schooljaar 20132014 heeft de KSH de functie van het straflokaal uitgebreid richting ondersteuningslokaal. Er zijn vierde jaars psychologie studenten aangetrokken om een bijdrage te leveren aan de begeleiding van leerlingen met gedragsproblematiek. De functie van het ondersteuningslokaal wordt stapsgewijs uitgebreid naar timeoutvoorziening voor leerlingen met ernstige gedragsproblematiek, die tijdelijk niet in de klas kunnen functioneren.
Invulling: Deskundigheid De school heeft beperkte ervaring opgedaan met de ondersteuning van leerlingen die wegens gedragsproblematiek gebruik maken van het ondersteuningslokaal Aandacht en tijd Alle bij de ondersteuning betrokken medewerkers zijn beschikbaar voor de leerlingen Voorzieningen Lokaal Gebouw nvt Samenwerking Alle betrokken partijen
Grenzen: wat doen we niet? Indien een leerling zich niet aan de gedragsregels blijkt te kunnen houden of anderszins ondersteuning nodig heeft om zijn gedrag te reguleren, zal de zorg coördinator in eerste instantie zoeken naar aanvullende vormen van ondersteuning of externe voorzieningen. Wanneer deze niet geboden kunnen worden of de aanpak werkt niet, zoekt de KSH naar een alternatieve voorziening of school voor de leerling.
15
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
4.9 Ondersteuning in de thuissituatie arrangement Huidige situatie: Invulling: Wat doen/kunnen we al? De school voorziet in: Deskundigheid a. Individuele begeleiding a. De school heeft ervaring opgedaan met de teamleiders (i.s.m.mentoren). ondersteuning van leerlingen die ondersteuning b. Inzet schoolmaatschappelijk werk, behoeven in de thuissituatie. schoolarts, jeugdzorg en leerplicht b. Hierin wordt voorzien door de ‘deskundigen van buiten’ die deel uitmaken het ZAT. Aandacht en tijd a. Het behoort tot het takenpakket van de mentor, de teamleider en zorgcoördinator om leerlingen op dit vlak te ondersteunen. b. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is voor begeleiding van de school en individuele leerlingen is beperkt. Veelal gekoppeld aan het 6-wekelijkse overleg van het ZAT. Voorzieningen Mentoren en teamleiders hebben een belangrijke signalerende functie. Gebouw Gesprekken vinden plaats in de werkruimte van degene die de ondersteuning verzorgt. Samenwerking a. Mentoren en teamleiders en zorgcoördinator hebben regelmatig intern overleg. b. Beschikbaarheid van ‘deskundigen van buiten’ via het ZAT maakt het mogelijk deze ondersteuning aan te bieden. Grenzen: wat doen we niet? De school is zelf geen hulpverlenende instantie. De school signaleert en stelt hulpverlenende instanties op de hoogte.
16
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
5
Randvoorwaarden
De ondersteuningsstructuur binnen de school biedt aan de meeste leerlingen voldoende begeleiding en ondersteuning. Vanzelfsprekend zijn er ook grenzen aan de mogelijkheden die de KSH heeft om (aanvullende) begeleiding of ondersteuning te bieden. Als de KSH constateert dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft en de school kan die ondersteuning niet zelf bieden, zal de KSH in overleg treden met de ouders. In dat gesprek zal De KSH aangeven of er een reguliere school is die wel een passend programma kan bieden. De KSH zal op basis van dit gesprek een voorstel tot plaatsing op een andere reguliere school of een school voor speciaal onderwijs aan de ouders doen. Deze school moet dan plek hebben en bereid zijn de leerling toe te laten. Indien de leerling naar voortgezet speciaal onderwijs gaat, dient het Samenwerkingsverband daarmee in te stemmen. In dat geval krijgt de leerling een toelaatbaarheidverklaring. In het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband staan in hoofdstuk 6 de processen en criteria hiervoor beschreven. Wanneer kan door de KSH geen adequaat ondersteuningsaanbod geboden worden? De mogelijkheden kunnen worden begrensd door onder meer: De mate en zwaarte van de (gecombineerde) problematiek van de leerling. De deskundigheid en de belangstelling van docenten voor het bieden aanvullende begeleiding is ruim voldoende aanwezig. Toch kan dit ontoereikend blijken. Met name voor leerlingen met multi-problematiek is het moeilijk het lesprogramma goed te blijven volgen, ook omdat deze leerlingen niet de juiste begeleiding geboden kan worden. Deze leerlingen kosten het team onevenredig veel tijd. De basale veiligheid in en om school. Leerlingen en docenten moeten zich veilig kunnen voelen in en om school. Indien een leerling zich niet aan de gedragsregels houdt, zal de zorg coördinator in eerste instantie zoeken naar aanvullende vormen van ondersteuning of externe voorzieningen. Wanneer deze niet geboden kunnen worden of de aanpak werkt niet, zoekt de KSH naar een alternatieve voorziening of school voor de leerling. De organisatie van de begeleidingsstructuur. Er kan voor veel problemen binnen de school een oplossing gezocht worden, maar er is wel een beperkte capaciteit beschikbaar. De competenties van het personeel. De KSH wil zoveel mogelijk maatwerk aanbieden, maar er zitten grenzen aan de competenties van deze. De KSH wil zich richten op verbetering op het gebied van didactische en pedagogische kwaliteiten van docenten om leerlingen op maat te kunnen onderwijzen. Het uitgangspunt is dat sommige problemen ontstaan wanneer leerlingen onderwijs krijgen dat niet bij hun leerstijl en ondersteuningsbehoefte past. Wanneer het onderwijs beter aansluit op de behoefte van de leerling, werkt dit preventief ten opzichte van gedragsproblemen zoals motivatieproblemen, ordeverstoring en druk gedrag vanwege concentratieproblemen en curatief bij leerlingen die te kampen hebben met specifieke beperkingen. Scholing van docenten op het gebied van de meest voorkomende beperkingen is met het oog op dit laatste dan ook noodzakelijk.
17
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Bijlage 1 Schoolondersteuningsprofiel van de KSH In het schoolondersteuningsprofiel wordt uitgewerkt welke basisondersteuning en extra ondersteuning de KSH biedt. De hoofdlijnen daarvan zijn beschreven in hoofdstuk 3 en 4 van het ondersteuningsprofiel. Het kan voorkomen dat een leerling “aanvullende ondersteuning” of “extra ondersteuning” nodig heeft omdat de reguliere basisondersteuning niet toereikend lijkt te zijn. De “aanvullende ondersteuning” bestaat uit de arrangementen voor extra ondersteuning die de school regulier aanbiedt. De “extra ondersteuning” bestaat uit arrangementen of onderdelen daarvan voor extra ondersteuning die de school alleen kan aanbieden wanneer dat gefaciliteerd wordt door het Samenwerkingsverband waar de school deel van uitmaakt, het Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden. 1. Organisatie van de leerlingenbegeleiding a. Aanmelding en intake nieuwe leerlingen Er worden bij de aanname van een leerling voor de KSH al de nodige gegevens verzameld. De basisscholen sturen het inschrijfformulier van de ouders/verzorgers in samen met een kopie van de Cito-score en extra informatie die voor de school van belang is voor het kunnen geven van een goed onderwijs en een adequate begeleiding en relevante informatie uit het leerlingvolgsysteem. Deze warme overdracht van PO naar VO heeft als doel het kennisniveau over de leerling (achtergrond en kindkenmerken) bij binnenkomst zo hoog mogelijk te laten zijn, zodat de KSH zo adequaat mogelijk kan inspringen op de onderwijsbehoefte van de leerling. De brugklascoördinator bezoekt de basisschool of neemt telefonisch contact op met de groepsleerkracht ten behoeve van de goede overdracht. Voor een leerling met een extra ondersteuningbehoefte of een andere vorm van externe begeleiding vindt een gesprek plaats met leerling, ouder, teamleider en zorgcoördinator. Tevens wordt besproken welke rol de school kan spelen in de begeleiding. b. Basisondersteuning voor alle leerlingen Op de KSH wordt onderscheid gemaakt tussen eerstelijns, tweedelijns en derdelijns ondersteuning. De eerstelijns ondersteuning maakt deel uit van de basisondersteuning van de school. De tweede en derdelijns ondersteuning valt onder de extra ondersteuning. Eerste lijn: voor alle leerlingen toegankelijk Functionarissen Alle medewerkers Docenten
Mentor
Taken Alle medewerkers hebben een signalerende taak ten aanzien van mogelijke problematiek t.a.v. leerlingen Docenten hebben dagelijks contact met leerlingen en krijgen zo een scherp beeld van wat elk kind nodig heeft. Zij gebruiken daarbij een leerlingvolgsysteem (Magister), waarin de vorderingen en bijzonderheden van elke leerling zorgvuldig worden bijgehouden. Eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen Signaleert en registreert zaken aangaande de persoonlijke ontwikkeling van de leerling Voortgangsgesprekken met de leerling en ouders
18
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Teamleider
Schoolarts Decanaat Huiswerkklas Examentraining
Vertrouwenspersoon
I-momenten
Geeft leiding aan het onderwijsproces in zijn / haar team Zit teamvergaderingen en leerlingbesprekingen voor en organiseert deze Betrokken bij het zorgoverleg met het intern zorgteam aangaande leerlingen in zijn/haar team Jeugdverpleegkundige doet in tweede leerjaar een standaard preventie onderzoek bij alle leerlingen. Advies en begeleiding m.b.t. de schoolloopbaan Voor leerlingen in de onderbouw wordt binnen de school huiswerkklas aangeboden. Voor leerlingen in het examenjaar worden examentrainingen binnen de school aangeboden. Als leerlingen binnen school te maken krijgen met gedrag van anderen of omstandigheden die zij als ongewenst ervaren, dan kunnen zij hierover in gesprek gaan met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon kan de leerling wegwijs maken als het gaat om klachtenprocedures, kan persoonlijk bemiddelen, de directie inschakelen en adviseren. Voor vragen en extra ondersteuning met betrekking tot de lesstof kunnen leerlingen terecht
c. Preventieve en lichte curatieve interventies Om de leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium bij te kunnen staan bij problemen in de ontwikkeling, gebruikt de KSH vragenlijsten om zorgvraagstukken te kunnen signaleren. Aan de hand van de uitkomsten wordt in samenspraak met leerling en ouders besloten al dan niet extra ondersteuning te verzorgen. De KSH gebruikt de volgende vragenlijsten:
KIVPA
E-MOVO*
De KIVPA is bedoeld voor de vroegsignalering van psychosociale problemen en wordt afgenomen door een jeugdgezondheidszorg-verpleegkundige of een kinderarts. Leerlingen uit de tweede en vierde klas van het voortgezet onderwijs vullen een digitale vragenlijst van de GGD in. De GGD onderzoekt de gezondheid en leefstijl van jongeren peilen met medewerking van de school. Wordt voor alle brugklasleerlingen gebruikt. Wordt voor alle brugklasleerlingen gebruikt.
Schoolvragenlijst (SVL) Screeningslijst SOVA training Examenattitude Wordt in het kader van examentraining gebruikt. vragenlijst * Elektronische MOnitor VOlksgezondheid (E-MOVO)
Wanneer een leerling aanvullende ondersteuning nodig lijkt te hebben, zal de zorgcoördinator in contact treden met de ouders en onderzoeken of de school deze ondersteuningsvraag intern kan oplossen door het verwijzen naar interne specialisten.
19
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Tweede lijn ondersteuning: de (interne) specialisten Functionarissen
Taken
Docenten
Mentor
Teamleider
Zorgcoördinator
Counselor
Dyslexiecoach
Dyscalculiecoach
Faalangstreductietrainer
Schoolmaatschappelijk (extern)
werker
Docenten gebruiken leerlingvolgsysteem, waarin de vorderingen en bijzonderheden van elke leerling zorgvuldig worden bijgehouden. Er wordt voor een leerling met een zorgvraag gewerkt met handelingsplannen, waarin beschreven staat op welke wijze deze leerling het best begeleid kan worden. Eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen Signaleert en registreert zaken aangaande de persoonlijke ontwikkeling van de leerling Voortgangsgesprekken met de leerling en ouders Geeft leiding aan het onderwijsproces in zijn / haar team Zit teamvergaderingen en leerlingbesprekingen voor en organiseert deze Betrokken bij het zorgoverleg met het intern zorgteam aangaande leerlingen in zijn/haar team Coördineert de extra ondersteuning voor leerlingen met een specifieke onderwijshulpvraag en stemt hierover af met externe partners. De counselor gaat in gesprek met de leerling en doet dit luisterend, meevoelend en ondersteunend, zodanig dat de leerling zicht krijgt op het probleem. De counselor geeft niet zozeer oplossingen of adviezen, maar stimuleert de leerling om zelf na te denken en een oplossing te vinden. Counseling kan helpen bij emotionele problemen, stress, geen beslissing kunnen nemen, angst, eenzaamheid, enz. De gesprekken zijn vertrouwelijk, en zo nodig verwijst de counselor door naar andere hulpinstanties. De mentor, de teamleider en de zorgcoördinator worden op de hoogte gehouden van de voortgang van de gesprekken. De dyslexiecoaches begeleiden de dyslectische leerlingen in de school. De school beschikt over een dyslexieprotocol, dat in gecomprimeerde vorm is uitgewerkt in het document “werkwijze dyslexiebeleid KSH” Het meldpunt dyscalculie adviseert en biedt ondersteuning voor leerlingen met ernstige en structurele rekenproblemen. De faalangstreductie-trainer verzorgt een training voor leerlingen die te kampen hebben met faal- of examenangst. ondersteunt de school en is er voor kinderen met problemen op school, maar betrekt hierbij ook de thuissituatie. Bij het analyseren van de problemen 20
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
kijkt de schoolmaatschappelijk werker zowel naar het kind zelf, als naar de ouders en de school en naar hoe die elkaar beïnvloeden. Doelstellingen zijn: vroegtijdige signalering om erger te voorkomen, onderwijsachterstanden voorkomen en bestrijden, en leervoorwaarden optimaliseren. Trainer sociale vaardigheid
Sociale vaardigheidstraining
Derde lijn: de externe specialisten Wanneer de ondersteuningsvraag van de leerling zo ernstig is dat externe hulp nodig is, wordt een leerling in het Zorg Advies Team (ZAT) besproken. Hiervoor is toestemming en zo mogelijk intensieve betrokkenheid van de ouders nodig. De zorgcoördinator zit de vergaderingen voor. In de derde lijn werken partners van verschillende disciplines in de zorg samen in het ZAT. Het ZAT wordt ingezet binnen de doorlopende zorglijn als de eerste en tweede lijn binnen de school ontoereikend zijn. De taak van het ZAT is de adequate aanpak in gang te zetten voor leerlingen met meervoudige problematiek en het initiëren en bewaken van geïndiceerde hulp. Aan het ZAT wordt in ieder geval deelgenomen door de leerplichtambtenaar, de jeugdarts, de schoolmaatschappelijk werker, een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg en een vertegenwoordiger van Altra 12+. Indien de situatie daar om vraagt kunnen andere interne of externe partijen voor incidentele deelname aan het ZAT worden uitgenodigd. Buiten het ZAT om is er met toestemming van de ouders overleg met externe instanties, zoals de leerplichtambtenaar, de jeugdarts, de schoolmaatschappelijk werker, de ambulant begeleider, de externe vertrouwenspersoon van de GGD, de politie, Altra 12+ en met aan leerlingen verbonden externe hulpverleners. Van iedere ZAT-vergadering wordt een verslag gemaakt. Alle in het kader van zorg gemaakte afspraken worden schriftelijk bevestigd en in het leerlingendossier opgenomen.
21
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
Bijlage 2 Routing ondersteuningsvraag Eerste lijn Mentorgesprekken met leerling. Effectieve en handelingsgerichte leerling-bespreking in klassenteamoverleg. Bilateraal overleg binnen school (bijv. mentor met teamleider). 10-min. gesprekken met ouders en leerling. Tweede lijn Intern Zorg Overleg Afhankelijk van de ondersteuningsvraag kan de zorgcoördinator in overleg met de ouders verschillende (interne) specialisten inzetten. Bilateraal overleg binnen school (bijv. mentor en teamleider met zorgcoördinator of teamleider). Derde lijn ZAT Wanneer de ondersteuningsvraag van de leerling zo ernstig is dat externe hulp nodig is, wordt een leerling in het Zorg Advies team (ZAT) besproken. Multi disciplinair overleg Flexibel overleg geïnitieerd door zorg coördinator met externe hulpverleners en ouders en leerling. Extern SWV/regioloket Eerste lijn De mentor is de spil van de leerlingbegeleiding. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor de leerling, de ouders/verzorgers, docenten en andere medewerkers van de school. Als mentoren of docenten plenair een bepaald probleem willen bespreken, doen ze dit in een effectieve en handelingsgerichte klassenteamoverleg, waar alle docenten van een betreffende leerling, de mentor en de teamleider bijeenkomen. Deze vergadering wordt voorgezeten door de teamleider, welke leider is van een jaarlaag per onderwijssoort. In dit overleg wordt besloten tot een gezamenlijke aanpak en gedeelde afspraken gemaakt. Ook uit 10 minutengesprekken met ouders kan een ondersteuningsvraag van een leerling naar voren komen. Tweede lijn Wanneer de teamleider en de mentor een ondersteuningsvraag niet samen kunnen oplossen, verwijzen ze de leerling in overleg met de ouders door naar de zorgcoördinator. De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van de begeleiding van leerlingen vanaf deze tweedelijns zorg. Afhankelijk van de vraag kan de zorgcoördinator in overleg met de ouders verschillende (interne) specialisten inzetten. De teamleider en de zorgcoördinator bespreken in het intern zorgoverleg maandelijks de leerlingen die mogelijk extra zorg nodig hebben. De teamleiders houden hierover intensief contact met de mentor. Derde lijn Wanneer de ondersteuningsvraag van de leerling zo ernstig is dat externe hulp nodig is, wordt een leerling met toestemming en zo mogelijk intensieve betrokkenheid van de ouders in het Zorg Advies team (ZAT) besproken. De taak van het ZAT is de adequate aanpak in gang te zetten voor leerlingen met meervoudige problematiek en het initiëren en bewaken van geïndiceerde hulp.
22
Ondersteuningsprofiel KSH 2014
De zorgcoördinator van de KSH leidt deze vergaderingen. Van iedere ZAT-vergadering wordt een verslag gemaakt. Alle in het kader van zorg gemaakte afspraken worden schriftelijk bevestigd en in het leerlingendossier opgenomen. Aan het ZAT wordt naast de Zorgcoördinator van KSH in ieder geval ook deelgenomen door de leerplichtambtenaar, de jeugdarts, de schoolmaatschappelijk werker, een vertegenwoordiger van bureau jeugdzorg en een vertegenwoordiger van Altra 12+. Indien de situatie daarom vraagt kunnen ook andere interne of externe partijen voor incidentele deelname aan het ZAT worden uitgenodigd. Buiten de vergadering van het Zorg Advies Team om, kan er met toestemming van de ouders overleg plaatsvinden met de leerplichtambtenaar, de jeugdarts, de schoolmaatschappelijk werker, de ambulant begeleider, de externe vertrouwenspersoon van de GGD, de politie, Altra 12+ en andere met aan leerlingen verbonden externe hulpverleners. Ook kan er op initiatief van de zorgcoördinator een multidisciplinair overleg plaatsvinden waarbij ouders, leerling en direct betrokken hulpverleners kunnen worden opgeroepen. Extern Vanzelfsprekend zijn er ook grenzen aan de mogelijkheden die de KSH heeft om (aanvullende) begeleiding of ondersteuning te bieden. Als de KSH constateert dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft en de school kan die ondersteuning niet zelf bieden, zal de KSH in overleg treden met de ouders. In dat gesprek zal De KSH aangeven of er een reguliere school is die wel een passend programma kan bieden. De KSH zal op basis van dit gesprek een voorstel tot plaatsing op een andere reguliere school of een school voor speciaal onderwijs aan de ouders doen. Deze school moet dan plek hebben en bereid zijn de leerling toe te laten.
23
Ondersteuningsprofiel KSH 2014