BBL niveau 3 Gebaseerd op KD 2012 (reeds vastgesteld)

Raamleerplan Verzorgende – Individuele Gezondheidszorg BOL/BBL niveau 3 Gebaseerd op KD 2012 (reeds vastgesteld) Het kwalificatiedossier Verzorgende –IG leidt op tot één ongedeeld diploma. Het KD bestaat ui 4 branche-verbijzonderingen voor de volgende branches: De afgestudeerde beroepsbeoefenaar is gekwalificeerd in het werken met verschillende categorieën zorgvragers in de volgende branches: - Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Thuiszorg - Gehandicaptenzorg (lichamelijk, verstandelijk en meervoudig gehandicapten) - Geestelijke Gezondheidszorg - Kraamzorg De verzorgende –IG verricht werkzaamheden ten behoeve van verschillende categorieën zorgvragers, te weten: - de oudere zorgvrager met beperkte zelfzorg (waaronder psychogeriatrische zorgvrager) - de chronisch zieken - de revaliderende zorgvragers - zorgvragers met een handicap - zorgvragers met psychiatrische problematiek - vrouwen die op het punt staan te bevallen, kraamvrouwen en pasgeborenen.

Uitgangspunten met betrekking tot het raamleerplan 1. Het opleidingsprogramma is erop gericht dat de deelnemer haar/zijn talenten voor het beroep kan ontwikkelen, dat de deelnemer als burger kan meedoen aan de samenleving en na de opleiding verder kan leren. Het beroepsgerichte handelen (competenties) wordt ontwikkeld in min of meer complexe situaties waarin een beroep wordt gedaan op kennis, vaardigheden en attitudes. Het is daarom van belang dat binnen het onderwijs een belangrijk deel aandacht besteed wordt aan kennis, houding en vaardigheden. Om de student te ondersteunen bij het integreren van die kennis, houding en vaardigheden (opgedaan binnen de verschillende vakgebieden) wordt gewerkt met integrale opdrachten, die veelal bestaan uit een school- en praktijkgedeelte. De deelnemer werkt vaak samen met anderen aan de opdrachten waarin het beroepsgerichte handelen in de beroepspraktijk centraal staat. 2. Het kwalificatiedossier kent 2 kerntaken, die uitgewerkt zijn in werkprocessen. Bij de ordening van de werkprocessen over de 3 leerjaren zijn de certificeerbare eenheden sturend. Het examenplan van de examinering gaat ook uit van de certificeerbare eenheden, waarbij iedere eenheid afzonderlijk getoetst gaat worden in de vorm van een CE-proeve. Op het einde van de opleiding zal een eindproeve afgenomen worden, wat leidt

Raamleerplan niveau 3 Verzorgende-IG BOL/BBL ROCvA MBO college Hilversum KD 2012

1

tot het diploma verzorgende IG. Hiervoor is gekozen zodat de student bij eventueel tussentijds verlaten van de opleiding reeds afgeronde certificeerbare eenheden kan meenemen, wat het vinden of behouden van een eventuele arbeidsplaats zal vergemakkelijken. Daarbij komt dat door het werken met CE-proeves de student beter voorbereid zijn op de eindproeve. Tevens bieden de certificeerbare eenheden mogelijkheden voor flexibilisering van het onderwijs. 3. Per semester zijn werkprocessen geordend rondom thema’s. Alle materie rondom dit thema komt dan expliciet aan bod. Op een later tijdstip in de opleiding zal een appél gedaan worden op de transfervaardigheden(t) van de student . Transparantie, het voorkomen van overlap of hiaten, wordt hierdoor bevorderd 4.Contextrijk leren staat centraal binnen competentiegericht leren. Theorie en praktijk beïnvloeden elkaar; m.a.w. zij sturen elkaar. Effectief leren vindt het beste plaats op het moment dat de student iets wil en moet weten/ kunnen of doen. Het streven is daarom om theorie en praktijk zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De stageroute zal hierin bepalend zijn voor de BOL-student, voor de BBL-student de plaatsing op verschillende afdelingen binnen de zorginstelling en de externe stage. 5. De basisstructuur moet voldoende rekening houden met een opbouw in complexiteit van de te verlenen zorg: er zit een opbouw in van laagnaar gemiddeld complexe situaties. 6. De basisstructuur moet het mogelijk maken om zowel voor de BOL als voor BBL twee keer per jaar te starten. Argumenten daarvoor zijn: - regelmatiger instroom van zowel BBL als BOL studenten, in het opleidingsinstituut en op de instelling - terugplaatsing van leerlingen op grond van onvoldoende resultaten of langdurig verzuim is flexibeler te regelen, - versnelling van studenten op basis van resultaten is flexibeler te regelen. 7. Om goed in onze samenleving mee te kunnen doen, is alleen een voorbereiding op een beroep niet voldoende. Het vernieuwde brondocument Burgerschap mbo speelt daar op in en geeft het inhoudelijke kader voor loopbaan en burgerschap aan. (Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo, studiejaar 2011-2012, Brondocument burgerschap mbo). De dimensies burgerschap en loopbaan worden zoveel mogelijk ingevlochten in het raamleerplan. 8. Ne (niveau 2F) en Re (getallen en verhoudingen niveau 2F – Meten en meetkunde 1F) omschreven in het servicedocument Taal en Rekenen 2011-2012 , worden daar waar mogelijk geweven in het raamleerplan. Een moderne vreemde taal is niet opgenomen in het kwalificatiedossier. 9. Bij de ordening van de werkprocessen wordt rekening gehouden met de instroming van niveau 2 en de doorstroom naar niveau 4. 10. Er zijn diverse niveaus van functioneren van de leerling te omschrijven: Basisniveau: de leerling kan enkelvoudige handelingen binnen beperkte context factoren zelfstandig uitvoeren (gedeelte van een werkproces) Gevorderd: de leerling kan samengestelde handelingen binnen meerdere context factoren zelfstandig uitvoeren ( kan een werkproces zelfstandig uitvoeren) Vakbekwaam/ competent: de leerling kan middencomplexe handelingen binnen de werkelijke context factoren uitvoeren (leerling kan een kerntaak zelfstandig uitvoeren). 11. Aan de urennorm is voldaan: 1000 uren voor de BOL en 240 uren voor de BBL (Vanaf sept 2013 zijn wijzigingen in de onderwijstijd. Deze worden per sept 2013 toegepast en zijn hier nog niet verwerkt).


2

12. De 20% vrije ruimte wordt volledig gebruikt voor verdieping van het kwalificatiedossier, Loopbaan en burgerschap en Re en Ne. 13. In het 1e en 2e leerjaar van de opleiding wordt d de leerling breed opgeleid. In het 3e leerjaar gaat de leerling zich verdiepen in de brancheverbijzondering die hij/ zij gekozen heeft.

Aanvulling met betrekking tot breed gekwalificeerd zijn Breed De kwalificatie tot Verzorgende (IG) leidt tot één ongedeeld diploma. Het kwalificatiedossier is breed van opzet (deel B) . De beroepsbeoefenaren worden breed opgeleid voor alle branches binnen het werkveld. De breedte van de opleiding wordt gerealiseerd door van kerntaak 1 de werkprocessen 1.1. tot en met 1.11 (met uitzondering van 1.4.) generiek aan te bieden. Kerntaak 2 is voor alle branches gelijk. Brancheverbijzondering Daarnaast verdiepen de beroepsbeoefenaren zich minimaal in één brancheverbijzondering. De verdieping wordt gerealiseerd door een keuze te maken voor één bepaalde branche, met de daarbij behorende branchespecifieke handelingen, zorgcategorieën, contexten, vakkennis en vaardigheden ( deel C). Alle werkprocessen van kerntaak 1 dienen een verdieping te zijn ten opzichte van alle voorgaande generieke aangeboden werkprocessen binnen kerntaak 1. Hiermee is het principe van breed opleiden, uitlopend in een uitstroom gerealiseerd. Onder deel C van het KD worden de werkprocessen naar vakkennis en vaardigheden, competenties en componenten, en naar prestatieindicatoren uitgewerkt. Het onderdeel kennis en vaardigheden biedt handvaten voor de invulling van de inhoud van de brancheverbijzondering.

Algemene opmerkingen Het KD 2012 gaat uit van een zorgplan. Het begrip zorgleefplan lijkt ons meer op zijn plaats, omdat dit meer ruimte biedt voor de wensen en behoeften van de zorgvrager. Om verwarring te voorkomen wordt in dit document toch het begrip zorgplan gebruikt. Andere ontwikkelingen waar extra aandacht voor gevraagd wordt zijn: 1.eigen regie van de cliënt 2.verbindend samenwerken 3.mantelzorg en vrijwilligers betrekken bij de zorg 4. zorgtechnologie


3

Verdeling werkprocessen/ kerntaken over de leerjaren Verzorgende – IG BOL/BBL niveau 3

Leerjaar 1 Sem 1 Periode 1 / 2

Ordening werkprocessen/ kerntaken per semester

Examinering Complexiteit van zorg

Ondersteunen bij huishouden en wonen (CE) Werkprocessen: 1.1. Stelt (mede) het zorgplan op 1.2. Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden (ADL deel) 1.5. Begeleidt een zorgvrager 1.7. Ondersteunt bij huishouden en wonen 1.10. Stemt de zorgverlening af 1.11. Evalueert de zorgverlening

Laag complex

Loopbaan en Burgerschap 2.Loopbaan – draagt bij aan employability en ondernemerschap / persoonlijke ontplooiing (voorheen kerntaak 1. De leerling benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken. Kerntaak 2. De deelnemer stuurt de eigen loopbaan). 1. Burgerschap 1.4.De dimensie vitaal burgerschap (bestaat alleen uit sport voor BOL- voorheen deel kerntaak 7) AVO- Nederlands/Rekenen

Leerjaar 1 Sem 2 Periode 3 / 4 Instroom

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg (CE) Werkprocessen: 1.1. Stelt (mede) het zorgplan op. 1.2. Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.5. Begeleidt een zorgvrager


Laag complex

4

niveau 2 Sem 2

1.10. Stemt de zorgverlening af 1.11. Evalueert de zorgverlening Loopbaan en Burgerschap 1.Burgerschap 1.1. De politiek-juridische dimensie (voorheen kerntaak 3. Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en in beleidsvorming) 1.4. De dimensie vitaal burgerschap (voorheen kerntaak 7. Zorgdragen voor de eigen gezondheid) Voor BOL-studenten ook sport 2.Loopbaan – dit loopt door -voortbouwen op sem 1 AVO -Nederlands/ Rekenen

Leerjaar 2 Sem 3 of 4 Periode 5/6 of 7/8

Ondersteunen van zorgvrager met somatische problematiek Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen (CE) Werkprocessen: 1.1. Stelt (mede) het zorgplan op 1.2. Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden (??? Volgens KD2012) 1.3. Voert verpleegtechnische handelingen uit (80% van totale handelingen) 1.5. Begeleidt een zorgvrager 1.8. Geeft voorlichting, advies en instructie 1.10. Stemt de zorgverlening af 1.11. Evalueert de zorgverlening

CE-proeve: huishouden en wonen

Laag tot midden complex

En (staat niet onder CE -VTH) 1.9. Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (EHBO) Loopbaan en Burgerschap Burgerschap 1.2. de economisch dimensie


5

- een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt (voorheen kerntaak 4) - op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij (voorheen kerntaak 5) 2. Loopbaan – dit loopt door- voortbouwen op leerjaar 1

CE-proeve: persoonlijke basiszorg

AVO- Nederlands/ Rekenen

Leerjaar 2 Sem 4 of 3 Periode 7/8 of 5/6

Ondersteunen van zorgvrager met psychische problematiek (begeleiding staat centraal) Werkprocessen: 1.1.Stelt (mede) het zorgplan op 1.2. Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3. Voert verpleegtechnische handelingen uit (20% van totale handelingen) 1.5. Begeleidt een zorgvrager 1.6. Begeleidt een groep zorgvrager 1.8. Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9. Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (PVT) 1.10. Stemt de zorgverlening af 1.11. Evalueert de zorgverlening

Laag tot middencomplex

Loopbaan en Burgerschap 1. Burgerschap 1.3. De sociaal-maatschappelijke dimensie (voorheen Kerntaak 6. deelnemen in allerlei verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte) 2. Loopbaan – dit loopt door- voortbouwen op leerjaar 1 AVO- Nederlands/ Rekenen


6

Leerjaar 3 Sem 5 Periode 9/10

Uitstroom in één branche naar keuze: VVT/GHZ/GGZ/ KZ In leerjaar 1 en 2 zijn deze werkprocessen breed/ generiek aan bod geweest (met uitzondering van werkproces 1.4. – is niet behandeld) Per brancheverbijzondering anders verdieping van de werkprocessen van kerntaak 1. Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier (branchespecifieke handelingen, zorgcategorieën, contexten, vakkennis en vaardigheden) Werkprocessen die hier geïntegreerd dienen te worden: 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Voert partusassistentie uit (geldt alleen voor KZ) 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Begeleidt een groep zorgvrager (geldt voor VVT/GHZ/GGZ) 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.10 Stemt de zorgverlening af (directe zorg) 1.11 Evalueert de zorgverlening (directe zorg)

Midden complex

CE-proeve: Verpleegtechni sche vaardigheden

Voor alle brancheverbijzonderingen gelijk Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken (kerntaak 2) Periode 9: Coördinatie van zorg; 1.10 Stemt de zorgverlening af (op meso-niveau- indirecte zorg- niet direct gebonden aan cliëntenzorg) 1.11 Evalueert de zorgverlening (op meso-niveau- indirecte zorg- niet direct gebonden aan cliëntenzorg) 2.3 Geeft werkbegeleiding Periode 10. 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Loopbaan Voortbouwen op voorgaande jaren


7

AVO –Nederlands /Rekenen

Leerjaar 3 Sem 6 Periode 11

Per brancheverbijzondering anders verdieping van de werkprocessen van kerntaak 1. Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier (branchespecifieke handelingen, zorgcategorieën, contexten, vakkennis en vaardigheden) Werkprocessen die hier geïntegreerd dienen te worden: 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden 1.3. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.4 Voert partusassistentie uit (geldt alleen voor KZ) 1.5 Begeleidt een zorgvrager 1.6 Begeleidt een groep zorgvrager (geldt voor VVT/GHZ/GGZ) 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.10 Stemt de zorgverlening af (directe zorg) 1.11 Evalueert de zorgverlening (directe zorg)

Midden complex

Voor alle brancheverbijzonderingen gelijk Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken (kerntaak 2) 2.2.werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Loopbaan Voortbouwen op voorgaande jaren

Periode 12

AVO –Nederlands /Rekenen

Eindproeve VZ-IG

Het verder toepassen en verder trainen van kennis, houding en vaardigheden

Examen Ne/Re


8

Toelichting op plaatsing van de werkprocessen -

-

semesterstructuur, waarbij inhoud van de semesters niet uitwisselbaar zijn (semester 2 bouwt voort op voor semester 1 1e leerjaar) Indien mogelijk twee instroommomenten – september en februari. Het aantal instroommomenten hangt af van het aantal ingeschreven studenten. In de toekomst kunnen groepen van verschillende semesters mogelijk bij elkaar in dezelfde klas vanwege semesterstructuur; leerlingen werken aan verschillende projecten. De leerling die een semester voorloopt, kan nieuwe leerlingen informeren(hoogste leerrendement) bij herhaling de BOL-student voert de opdrachten van de projecten en de integrale opdrachten uit op school en in de praktijk. De BBL-student voert de opdrachten uit in de praktijk alle inhouden die aan bod moeten komen worden zo goed mogelijk geïntegreerd in projecten BOL-leerling voor gehele leerjaar 1 koppelen aan één stageplaats – leerling kan in deze instelling aan schoolopdrachten werken tijdens schoolweken Leerstof die niet geïntegreerd aangeboden kan worden, wordt in ondersteunende lessen en workshops aangeboden. Loopbaan en Burgerschap staat in leerjaar 1 en 2 gepland. Op deze wijze loopt het parallel met niveau 4 en wordt doorstroom vergemakkelijkt. de algemeen vormende vakken Ne, en Re worden over de 3 leerjaren verdeeld. de werkprocessen zijn (voor zover mogelijk) geordend rondom de certificeerbare eenheden. er wordt samengewerkt met de andere verzorgende opleidingen binnen het ROC van Amsterdam ( KWP) en ROC Flevoland om de opleidingen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en elkaars expertise zo optimaal mogelijk te gebruiken. doorstroom naar niveau 4 is mogelijk. De leerling stroomt in in leerjaar 3 van niveau 4.


9

Toelichting op de uitstroomfase In leerjaar 3 gaat de student uitstromen in een van de onderstaande branches. Dit geldt zowel voor de BOL als de BBL. Het is de bedoeling dat de student de verschillende categorieën zorgvragers in de volgende branches leert verplegen: - verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg (VVT) - gehandicaptenzorg (lichamelijk, verstandelijk en meervoudig gehandicapten) (GHZ) - geestelijke gezondheidszorg (GGZ) - kraamzorg (BOL) (KZ) Leerjaar 3 bestaat uit: a. Branche-specifieke deel: branchespecifieke handelingen, zorgcategorieën, contexten, vakkennis en vaardigheden De volgende vakken komen aan de orde Specifieke Ziektekunde/ Specifieke Verpleegkunde/ specifieke Interactie b. Generieke deel; van toepassing op alle branches. Kerntaak 2. uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken (+ WP 1.10 en 1.11 indirecte zorgtaken) c. AVO-vakken en Loopbaan In de uitstroomfase van de opleidingen wordt het projectonderwijs losgelaten, maar wordt alleen gewerkt met integrale opdrachten. a. Daar alle leerlingen, zowel BOL als BBL, beroepspraktijkvorming opdoen in de branche naar keuze (hier wordt naar gestreefd), is het werken met casuïstiek niet meer nodig. Wel blijft gewerkt worden met integrale leeropdrachten, om het competentiegericht opleiden zo goed mogelijk vorm te geven. b. integrale opdrachten geven de mogelijkheid om te versnellen (als kennisoverdracht daarop aangepast kan worden). Formatieve toetsing per periode: - 2 integrale opdrachten - 1 integrale kennistoets


10

Periode 9

Periode 10

Periode 11

Periode 12

Coördinatie van zorg 1.10 Stemt de zorgverlening af 1.11 Evalueert de zorgverlening 2.3 Geeft werkbegeleiding

Deskundigheidsbevordering en professionalisering 2.1 werkt aan de deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Kwaliteitszorg 2.2 werkt aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg

Branche of VVT/ ofGHZ/of GGZ/ of KZ



Per brancheverbijzondering: verdieping van de werkprocessen van kerntaak 1. Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier (branchespecifieke handelingen, zorgcategorieën, contexten, vakkennis en vaardigheden)



Toepassen en verder trainen van kennis, houding en vaardigheden: -training proeve van bekwaamheid -training skills - examentraining AVO -extra lessen op verzoek -LLB

Specifieke verpleegkunde/ interactie en ziektekunde




-

11

BPV- school- model BOL/ BBL niveau 3 VZ-IG - BPV deel voor BBL is afhankelijk van arbeidscontract (minimaal 20 klokuren per week)

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

Semester 1 20 studieweken

Semester 2 20 studieweken

Wonen en huishouden ( +ADL )

Basiszorg (+ 1 week kraamproject)h

BOL voorstel 1 stagedag per week?? BBL 1 lesdag per week

BOL voorstel 1 stagedag per week?? BBL 1 lesdag per week

Examinering Complexiteit van zorg Laag complex CE proeve Huishouden en wonen

Zorgvrager met somatische problematiek (Kraam/ thuiszorg/ lich. Gehandicapten) + 2 weken kraamproject

Zorgvrager met psychische problematiek (PG/ GGZ/VGZ)

Laag tot midden-complex

BOL: stage 2 van 20 studieweken: per week:3 lesdagen :2 stagedagen (8 klokuren per dag)

BOL: stage 3 van 20 studieweken: per week :3 lesdagen :2 stagedagen

CE proeve Basiszorg

BBL: 1 lesdag per week


Uitstroom branche naar keuze

Uitstroom dezelfde branche

BOL: stage 4 van 20 studieweken Per week :2 lesdagen :3 stagedagen

BOL: stage 4 (gelijk aan sem 5) van 20 studieweken Per week :2 lesdagen :3 stagedagen




Midden complex CE proeve VTH Proeve van bekwaamheid VZ-IG

12

Verdeling praktijkdeel en theoriedeel BOL/ BBL niveau 3 VZ-IG Moet ik nog narekenen De beroepsbegeleidende leerweg omvat een praktijkdeel van 80% en een theoriedeel van 20% (dit is conform de wet WEB) De beroepsopleidende leerweg omvat een praktijkdeel van 49% en een theoriedeel van 51%, passende binnen de normen van de wet WEB ( praktijk min 20% en max 60% / theorie min 40% en max 80%) BPV model niveau 3 BBL Leerjaar 1 Periode 1,2,3,4 Leerjaar 2 Periode 5,6,7,8

1 dag ( 8 lesuren) per week school; totaal 40 dagen per jaar minimaal BPV 20 uur 1 dag ( 8 lesuren) per week school; totaal 40 dagen per jaar minimaal BPV 20 uur

1 dag ( 8 lesuren) per week school; totaal 40 dagen per jaar Leerjaar 3 Periode 9,10,11,12 minimaal BPV 20 uur

BPV model niveau 3 BOL BOL 10 Leerjaar 1

semester 1

Periode 1,2,3,4 Leerjaar 2 Periode 5,6,7,8 Leerjaar 3

7 Stage 1A 1 dag les per week

3

1 Stage 2 Somatiek 2 dagen les per week

BOL 10

semester 2 7 3 Stage 1B 1 dag les per week

1 1 Stage 3 VGGZ 2 dagen les per week

1 Stage 4 verdieping in branche naar keuze 2 dagen les per week

1

1

Periode 9,10,11,12


13


14

BBL niveau 3 Gebaseerd op KD 2012 (reeds vastgesteld)

Recommend Documents