nieuws • opinie • interview • wetenschap • eerste baan • dossier • archief • wetenschap • mededelingen • de switch
Degelijk, stoffig, in driedelig grijs: zo ziet een notaris eruit. Of niet? Het stof is behoorlijk opgewaaid, blijkt uit een enquête van Radboud Magazine onder 249 notarissen uit Nijmegen en verre omgeving. De Wet op het notariaat uit 1999 die de tarieven vrijmaakte, heeft voor grote onvrede gezorgd. Winstbejag zet de kwaliteit van de aktes onder druk. De Nijmeegse notaris en hoogleraar notarieel recht Martin Jan van Mourik ziet zijn bangste vermoedens uitkomen. “Het ambt verloedert”, zegt hij. “We zijn toch verdomme geen gordijnverkopers.”
Barsten in de broederschap De grote notarissen-enquête Tekst: Paul van Laere / Fotografie: Erik van ’t Hullenaar / Graphics: Ton Meijer
radboud magazine 5 • 23 • september 2005
nieuws • opinie • interview • wetenschap • eerste baan • dossier • archief • wetenschap • mededelingen • de switch
Portret:
Mr. Gérard Appels (1944)
kend. Ik ben zelfs Prins Car-
1962-1969:
notarieel recht, KU Nijmegen
naval geweest, heb nog steeds
1962-1969:
kandidaat-notaris
goede contacten in die wereld.
Sinds 1988:
notaris, tegenwoordig bij Mannaerts & Appels,
Mensen die rare dingen willen,
Advocaten en Notarissen te Tilburg
komen hier niet. Ik herinner me één geval, een man die vlug-
“Het notariaat zat in een isolement”
vlug een BV’tje wilde oprichten, ergens in het noordwesten
“Ja, we kunnen een aktefabriek in Polen beginnen. Maar een akte is geen asperge”
De in Nijmegen opgeleide notaris Ed Engelen had het ondernemingsplan voor zijn nieuwe kantoor in het gemoedelijke dorpje Smilde net klaar toen “het gedonder” begon. Hij kwam midden in een tarievenoorlog terecht, in de stijl van geharde prijsvechters als supermarkten en benzinestations. Lager en lager werd de prijs voor een hypotheekakte of testament. Engelen moest zijn plan drastisch bijstellen. “Ik zag mijn verhaal geweldig inkakken, om het zo maar te zeggen.” De prijzenoorlog leverde Drente het predikaat ‘notarieel Falluja’ op. Het verdwijnen van de vaste tarieven, geregeld bij de Wet op het notarisambt uit 1999, heeft tot meer pijnlijke bijwerkingen geleid, blijkt uit de enquête van Radboud Magazine onder 249 notarissen. Ook wat de beroepsethiek betreft lijkt het ooit zo onkreukbaar geachte notarisgilde de teugels te laten vieren. In de afgelopen jaren doken notarissen regelmatig op in de media vanwege hun berokkenheid bij smoezelige zaken. Bij witwaspraktijken of carrousel-
verkopen bijvoorbeeld, waarbij een huis op één dag verschillende malen van eigenaar wisselt. Martin Jan van Mourik, hoofd van de sectie Notarieel Recht van de Radboud Universiteit, kan zich enorm boos maken over dit notariële zedenverval. In hem kenmerkende onverbloemde bewoordingen: “De onroerendgoedbranche is één grote rotzooi. Onafhankelijke hypotheekadviezen, daar geloof ik geen bal van. Ze zijn allemaal gebonden. De notaris gaat daar in toenemende mate in mee. Minstens 15 procent heeft banden waar je vraagtekens bij kunt zetten – met makelaars, projectontwikkelaars, hypotheekadviseurs. Ze hebben zich uitgeleverd, vaak uit concurrentieoverwegingen. Horigen zijn het, nog net geen slaven.” Na zes jaar notariswet verkeert het notariaat
Martin Jan van Mourik
Freek Schols
radboud magazine 5 • 24 • september 2005
in troebel vaarwater, en lijkt een stevige koerscorrectie nodig. Iedereen ziet daarom reikhalzend uit naar het rapport van de commissieHammerstein – genoemd naar de voorzitter, tevens president van het Gerechtshof te Arnhem – die tot taak heeft de marktwerking te evalueren en voorstellen te doen om de zaak in het gareel te brengen. “Want zo kan het niet langer”, zegt Van Mourik, de enige notaris binnen de vijfkoppige commissie. Eind september lanceert de commissie haar eindrapport. Radboud Magazine biedt als opmaat een inkijk in de notarisziel. Gedaantewisseling
Van de ruim 700 verstuurde enquêteformulieren kwam 35 procent (249) ingevuld retour. De vragenlijsten zijn verspreid in de verre omgeving van de Radboud Universiteit, en onder notarissen die vermeld staan in de ‘wie-is-wie’gids van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De helft van de respondenten (142) heeft zijn studie genoten in Nijmegen. Notarissen en Liesbeth van den Brink-Baggeman
kandidaat-notarissen houden elkaar ongeveer in evenwicht (111-138). De mannen zijn met 159 tegen 90 duidelijk in de meerderheid. Nog wel. Want er is een enorme omslag gaande. De man/vrouw-verdeling in de vier onderscheiden leeftijdscategorieën (twintigers, dertigers, veertigers, en vijftig plus) laat dat glashelder zien. Het percentage mannen zakt van 92 procent in de oudste categorie, via 72 en 52 procent in de middengroepen naar 36 procent bij de twintigers. Daarmee is het mannenaandeel nog niet op zijn ‘dieptepunt’, want van de huidige studenten notarieel recht is rond de 80 procent vrouw. Het notariaat, ooit bij uitstek een mannenbolwerk, wordt vrouwendomein. Dat meer vrouwen het notariaat bevolken, beschouwt overigens 60 procent van de geënquêteerden als een uitstekende ontwikkeling. “Het vak ligt vrouwen”, vindt ook Van Mourik. “Zeker als het gaat om familie- en personenrecht. Ze hebben in het algemeen meer empathie dan mannen.” Volgens de enquête legt 75 procent van de vrouwen het accent op de kwaliteit van de akte, ten faveure van de winstgevendheid, tegen 64 procent van de mannen. “Dat zie ik ook in de collegebanken terug”, zegt universitair docent Freek Schols. “De dames studeren gemiddeld zorgvuldiger en serieuzer. Gedegener, zeg maar. Ook wat dat betreft past het vak hen goed.” Het stijve driedelig wordt dus een fleuriger deux-pièces. Maar de feminisering heeft meer consequenties. Bijvoorbeeld voor de werkuren. Gemiddeld werken de mannen volgens de enquête 48 uur, tegen de vrouwen 36. Liever zouden de dames nog minder uren maken, gemiddeld 32. Voor de vrouwelijke dertigers ligt de ideale werkweek zelfs op 28 uur. Maar daar dient zich een probleem aan. Van Mourik: “Wie notaris wil worden, kan niet zeggen: ik kom drie dagen. Dossiers kunnen niet stilliggen, veel akten moeten snel. Je kunt niet op woensdag tegen zo’n klant zeggen, maandag gaan we verder met uw hypotheek.”
Waardigheid. “Mijn vader was
cieerde ik met hem. In ‘99 ben
van het land. Ik vroeg waarom
notaris. De manier waarop hij
ik met zijn opvolger samenge-
hij daar geen notaris nam. Die
zijn vak uitoefende sprak me
gaan met een groot advoca-
man heb ik niet meer terugge-
erg aan. Maatschappelijk zeer
tenkantoor. Er is absoluut een
zien.”
actief en een echte vertrou-
karakterverschil tussen de
wenspersoon. Dat voorbeeld
twee beroepsgroepen. Als een
Veeleisender. “Vroeger gold:
probeer ik te volgen. De roem-
advocaat een proces heeft ge-
wat de notaris zegt is waar.
ruchte professor Luijten was
wonnen moet het hele kantoor
Dat is niet meer. Mensen zijn
onze leermeester. Die hamerde
dat een week lang weten. Wij
kritischer, en dat is een voor-
sterk op de eer en waardigheid
doen gewoon ons werk.”
uitgang. Ze zijn ook veeleisen-
van het ambt. Boven de partij-
der. Zorg maar dat het voor el-
en staan, de oren niet laten
Prins Carnaval. De nieuwe wet
kaar komt. En er wordt conti-
hangen naar het grote geld.”
is een goede zaak. Het notari-
nu gebeld, soms zitten mede-
aat zat te veel in een isole-
werkers een uur aan de tele-
Karakterverschil. “Ik begon als
ment. Er zijn meer mogelijkhe-
foon om alles uit te leggen. Aan
kandidaat
Von
den je te profileren. Ik geef le-
het eind van het gesprek zegt
Bergh, een zeer erudiet man, ik
zingen, we maken een perio-
zo’n klant dan dat ze nog even
leerde iedere dag. Later asso-
diekje. Zo word je vanzelf be-
verder willen kijken. Gaan ze
bij
notaris
voor een paar tientjes minder naar een ander.” Romantiek. “Laatst kwam ik een aantal jaargenoten tegen. Allemaal gestopt. Ik heb met trots verteld dat ik doorga tot mijn vijfenzestigste. Het leukst vind ik bezoekjes bij oudere dames. Dat is zogezegd mijn core-business. Vaak heeft een of ander neefje dan opgemerkt: ‘Goh tante, is het allemaal wel goed geregeld?’ Daar ga ik langs, en als zo’n dame bij het afscheid zegt: ‘Fijn dat ik weer eens met u gepraat heb,’ doet me dat goed. Dat is een beetje de romantiek van het vak.”
radboud magazine 5 • 25 • september 2005
Portret:
Mr. Dré Teeuwen (1951)
van je cliënt, en dat staat lijn-
De helft van de geënquêteerden ant-
Je geniet van het vak. Dat proberen
manier van rechtsbeoefening dan
1972-1981:
Nederlands recht en notariaat, KU Nijmegen
recht tegenover een ander ver-
woordt ‘ja’ op de vraag of de Nij-
we over te brengen.”
wanneer je ruimte laat voor redelijk-
1981-1987:
advocaat
haal. En dan is de vraag: wie
meegse studie notarieel recht hun
Praktijkgerichtheid is een tweede te-
heid en billijkheid, en zegt: je moet
1987-1992:
bedrijfsjurist bij de CeHaVe (Boerenbond)
liegt? Toen ik op mijn negenen-
vakuitoefening
De Nijmeegse notariële school: bevlogen en praktijkgericht
heeft.
rugkerende karakterisering. Het is
ook de strekking van de wet begrij-
1992–2002:
kandidaat-notaris
dertigste naar het notariaat
Slechts 14 procent meent van niet,
eveneens een duidelijke keuze. Van
pen.”
Sinds 2002:
notaris in Boxmeer bij Melis & Teeuwen Notarissen
overstapte, merkte ik dat dat
de rest vindt het moeilijk te bepalen.
Mourik: “In tegenstelling tot veel an-
Nog een Nijmeegse karaktertrek die
Onder de ja-zeggers scoren de derti-
dere universitaire notariaatstudies
genoemd wordt is de nadruk op het
gers het hoogst: 60 procent zegt ja,
staan hier álle docenten met twee
notarisambt en de bijbehorende
tegen 36 procent bij de twintigers en
benen in de praktijk. Dat is zelfs een
ethiek. Van Mourik: “Ik ben daar
Geen barricaden. “In mijn stu-
was er geen werk en werd ik ad-
Je moet sinds de nieuwe wet
rond de 45 procent bij de oudere
voorwaarde. Je moet het studenten
nogal gebrand op. Wij vinden dat we
dententijd was Nijmegen nogal
vocaat. Zo word je ook meteen
concurreren. Dat is zeker voor
generaties. “Dat die dertigers eruit
niet aandoen onderwijs te krijgen
niet primair ondernemer zijn. Neen,
roodgekleurd. Als je een spen-
genoemd. In het notariaat be-
de oudere notarissen absoluut
springen valt te begrijpen,” zegt uni-
van iemand zonder praktijkervaring.
we hebben een ambt en we worden
cer droeg – en die droeg ik –
gin je als ‘kandidaat’, ook al
niet gemakkelijk, een aantal is
versitair docent Freek Schols. “Ze
Ik weet nog dat ik hele colleges
gedwongen ondernemer te zijn.”
werd je al gezien als een recht-
werk je op den duur helemaal
er om die reden mee gestopt. Ik
hebben een aantal jaren ervaring en
kreeg over volmachten. Ik had me
De Nijmeegse sectie is ook niet be-
se bal. Nou beklommen rech-
zelfstandig. Klanten denken al-
stam uit een middenstandsge-
zijn ook met mensen van elders in
van zo’n document een enorme
nauwd haar standpunten in gevoeli-
tenstudenten inderdaad niet de
tijd van kandidaten: ‘Die moet
zin, mijn vader was bakker. Het
aanraking gekomen. Die kunnen dus
voorstelling gemaakt. Tot ik in de
ge kwesties voor het voetlicht te
barricaden, en het notariaat nog
nog alles leren’. Terwijl je als be-
ondernemerschap zit me in het
goed vergelijken.”
praktijk kwam, en zo’n vodje zag. Dat
brengen, zo schrijven verschillende
minder. Ik herinner me dat in
ginnend advocaat de uitstraling
bloed. Of je nu een akte ver-
Hoe karakteriseert u die eventuele
was dan een volmacht.” Schols: “Een
respondenten. Van Mourik: “Studen-
1974 élke faculteit bezet was.
hebt dat je alles weet. Dat is
koopt of een brood, in feite doe
Nijmeegse school? vroegen we. Een
vak als ‘de wetgeving op het notaris-
ten weten dat wij extroverter zijn en
Behalve rechten.”
natuurlijk niet zo.”
je hetzelfde. Goede waar leve-
paar elementen springen naar voren
ambt’, dat moet je bij uitstek vanuit
iets meer gezag hebben in het land
in de reacties. Naast herhaalde com-
de praktijk doceren. Want die wet op
dan vele andere notariële secties. Ik
Kandidaat. “Toen ik afstudeer-
Wie liegt? “Het is heerlijk ie-
de mensen fatsoenlijk behan-
plimenten als ‘gedegen’, ‘vakbek-
zich zegt heel weinig. Maar wat
schrijf nogal eens over de onroe-
de waren het barre tijden voor
mand in de rechtszaal juridisch
delen.”
waam’ en ‘hoog aangeschreven’,
gebeurt er allemaal op zo’n notaris-
rendgoedmaffia, waar het notariaat
het notariaat. De rente stond
knock-out te slaan. Maar de ad-
noemen vooral de twee jongste ge-
kantoor? Er staat iemand op de
nolens volens mee te maken krijgt.
historisch hoog, er was geen
vocatuur was niet iets voor mijn
Maatschappelijk werker. “Ik ben
neraties met regelmaat het enthousi-
stoep die zijn pand op een dag twee
Alle overdrachten gaan via de nota-
omzet in onroerend goed. Dus
hele leven. Je hoort het verhaal
afkomstig uit een dorp, en voel
asme en de bevlogenheid van de do-
keer heeft verkocht, wat doe je dan?”
ris. Dus als er weer een schandaal in
centen. “Dat is een heel bewuste be-
De praktische inslag van de docen-
de krant staat over dubieuze onroe-
nadering,” zegt een tevreden hoog-
ten verschilt van die van Van Mouriks
rendgoedzaakjes, is er altijd een no-
leraar notarieel recht en privaatrecht
voorganger, de eveneens veelge-
taris bij geweest. Het is een gevaar-
Martin Jan van Mourik, verantwoor-
noemde en geroemde prof. Luijten.
lijk vak wat dat betreft. Als je niet op-
delijk voor de Nijmeegse opleiding.
Van Mourik: “Die had een positivis-
let kun jij die maffia een grote dienst
“Bevlogen wil zeggen dat je echt op
tische benadering, waarbij de wet-
bewijzen. Ik ken wel van die lui die er
de vleugels van het vak bezig bent.
tekst heilig is. Dat is een heel andere
een potje van maken.”
beïnvloed
Man/vrouw-verdeling per generatie
Mannen
100
Vrouwen
60
52,4
100 100
Vrouwen
100
92
93
%
87
80
80
80 60
58
60
Mannen
Notaris
80 36,7
De meer dan volle werkweek is één van de redenen waarom vrouwen veel minder vaak de stap van kandidaat naar notaris maken dan mannen. Zelfs bij de oudste categorie is 60 procent van de vrouwen nog altijd geen notaris. Van Mourik verwacht echter dat het probleem voor een belangrijk deel wordt opgelost door de komst van de notaris in loondienst. “Heel belangrijk, want het geeft beroepsperspectief aan mensen die in deeltijd willen werken, en die niet willen worden opgezadeld met de last van het ondernemerschap. Die kunnen zich concentreren op wat ze leuk vinden, op het juridische werk. Desnoods passeren ze drie dagen per week aktes.” Schols: “Er lopen nu kandidaat-notarissen rond van boven de veertig. Voor de buitenwacht is dat onbegrijpelijk. ‘Ben je nou nog niet afgestudeerd?’, vragen ze dan. Of ze denken dat het een soort secretaresse is.” Mr. Liesbeth van den Brink-Baggerman, tot vorig jaar medewerker van de sectie Notarieel
Kandidaat-notaris %
60
63,3
42
40
20
72,7
92,2
40
47,6
20
20 8
7 0
7,8
> 50 jaar
0
40-49 jaar
30-39 jaar
20-30 jaar
40
40
20
27,8
0
29-30 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
> 50 jaar
0
13
0
29-30 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
> 50 jaar
Meer vrouwen. Het notariaat ondergaat een ge-
oudste categorie is het percentage vrouwen
Mannen klimmen op. Mannen zetten veel vaker
daanteverwisseling. In de vier onderscheiden
nog maar 8 procent, bij de twintigers ligt het
dan vrouwen de stap van kandidaat-notaris
leeftijdscategorieën (twintigers, dertigers, veer-
inmiddels op 63 procent.
naar notaris. Bij de veertigers is 80 procent
tigers, en vijftig plus) is de verandering in de
van de mannen notaris, tegen slechts 13 pro-
man/vrouw-verdeling duidelijk te zien. In de
cent van de vrouwen. radboud magazine 5 • 27 • september 2005
een gewikt en gewogen advies geven.
Welk percentage van de mannen/vrouwen is kandidaat-notaris of notaris 100
%
veel beter bij me past. Je kunt
“Een akte is als een brood”
Recht en nu kandidaat-notaris in Ede voor vier dagen per week: “Als kandidaat mag ik geen aktes passeren – dat is voorbehouden aan de notaris – terwijl ik van de betreffende zaak vaak meer weet. Dat is eigenlijk heel gek.” Speelbal
Elke notaris moet de spagaat kunnen maken tussen zijn functie als openbaar ambtenaar enerzijds en zijn positie als ondernemer anderzijds. Dat laatste is met de wet op het notarisambt, die de onderlinge concurrentie heeft aangewakkerd door de vaste tarieven los te laten, behoorlijk geaccentueerd. Tot ongenoegen van de (kandidaat-)notarissen zelf, zo blijkt. Op de vraag waar in hun beroep de nadruk op hoort te liggen, kiest 61 procent voor het ambtenaarschap, en slechts 12 procent voor het ondernemerschap. De vraag wat hun beroep in de dagelijkse praktijk behelst, levert het tegenovergestelde beeld op: 68 procent constateert dat in de praktijk het primaat bij het ondernemerschap ligt. Tussen wens en werkelijkheid gaapt dus een diepe kloof. De noodgedwongen keuze voor het ondernemerschap heeft aanzienlijke gevolgen voor de beroepsethiek. Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag wat voorop staat: bescherming van de zwakke partij of het belang van grote zakelijke klanten. Een meerderheid (62 procent) vindt dat de bescherming van de zwakkere prioriteit hoort te hebben. Maar opnieuw blijkt de realiteit minder fraai. Volgens 42 procent van de respondenten wordt in de praktijk voor het belang van de grote vissen gekozen, en denkt nog maar 21 procent dat de zwakkeren worden beschermd. Koren op de molen van Van Mourik. Het zit hem hoog, dat van bovenaf opgelegde ondernemerschap en de bewieroking van marktwerking. “We zijn toch verdomme geen gordijnverkopers?” De notaris bekleedt een ambt, constateert hij. De klant moeten kunnen rekenen op onpartijdigheid en onafhankelijkheid.
ren voor een redelijke prijs, en
me hier op mijn plek. Meer dan in een stad komen de mensen met hun problemen naar je toe. Je bent ook een beetje maatschappelijk werker soms. Dat ik buiten het notariaat heb gewerkt ervaar ik als een groot voordeel. Als klanten zeggen, ik wil procederen, kan ik ze precies vertellen wat ze te wachten staat. En uit mijn periode als bedrijfsjurist weet ik hoe die wereld in elkaar steekt. Het is gelopen zoals het gelopen is, maar ik had het niet mooier kunnen plannen. Misschien nog een keer rechter worden, dan heb ik alles gedaan.”
radboud magazine 5 • 27 • september 2005
nieuws • opinie • interview • wetenschap • eerste baan • dossier • archief • wetenschap • mededelingen • de switch
Portret:
Mr. Ed Engelen (1967)
fertes honderd euro onder ons.
1985- 1992:
notarieel recht, KU Nijmegen
Maar in minimaal 80 procent
1995-2003:
kandidaat-notaris op kantoren in Arnhem, Oss
van de gevallen was hij duur-
en Smilde
der, alles meegerekend. Alleen
notaris in Smilde
ziet de klant dat niet. Dat vind
Sinds 2003:
ik onethisch, dat is de mensen
“Vrije tarieven zijn een gruwel”
een waas voor ogen spiegelen. Daarom vind ik het loslaten
De Nijmeegse opleiding heeft mij beïnvloed bij de uitoefening van mijn vak
0
100 % 80
10
60
46
20
30
40
50
60
70 % 80 61
Publiek ambtenaar zijn 36
Belehren en beraten
Waarop ligt de nadruk in het notariaat (ideaal versus praktijk). praktijk)
14
44 12
Ondernemer zijn
68
60
68
Kwaliteit van de akte 40 54
32
9
Winstgevendheid van de akte
39
32
20
18
62 62
Bescherming zwakke partij 21 22
10
8
29-30 jaar
30-39 jaar
0
17
Ja
Belang grote zakelijke klanten
Ideaal
2 42
Moeilijk te zeggen
40-49 jaar
> 50 jaar
Praktijk
Nee
Nijmeegse leerschool. De helft van de geënquê-
Tussen droom en daad. De geënquêteerden
Een ruime meerderheid (68 procent) meent dat
teerden antwoordt ‘ja’ op de vraag of de studie
moesten op een schaal van vijf aangeven
de nadruk op de kwaliteit van de akte dient te
in Nijmegen hun vakuitoefening beïnvloed
waarop de beroepsgroep de nadruk dient te
liggen, maar volgens 62 procent ligt de nadruk
heeft. Uitgesplitst naar leeftijd zitten bij de
leggen. Op het ambtenaarschap, vindt 61 pro-
in werkelijkheid op de winstgevendheid.
dertigers de meeste ja-zeggers (60 procent).
cent. Slechts 12 procent kiest voor het onder-
Ook vindt 62 procent dat de bescherming van
Bij de twintigers is dat 36 procent en bij de
nemerschap. Maar de vraag naar de dagelijk-
de zwakke partij prioriteit hoort te hebben
oudere generaties rond de 45 procent.
se praktijk levert het omgekeerde beeld op: 68
boven het belang van grote zakelijke klanten,
procent constateert dat in de praktijk het pri-
maar slechts 21 procent vindt dat dit ook in
maat bij het ondernemerschap ligt.
praktijk het geval is.
“Maar bestaat er een ondernemer die onafhankelijk en onpartijdig is? Die zijn er niet. Ze redeneren altijd naar zichzelf toe, zijn altijd op winst gericht.” Zeker, de notaris is traditioneel een beetje ondernemer, een zelfstandige die voor zijn eigen salaris moet zorgen. Maar wel een ondernemer met vaste prijzen, werpt Van Mourik dan tegen. Sinds de tarieven zijn losgelaten is de notaris speelbal geworden van makelaars en grote partijen in de onroerendgoedwereld. “Dat is een dramatische ontwikkeling. Want ben je niet meer onafhankelijk, dan kalft het vertrouwen af. Het is de doodsteek voor ons vak, dat gebaseerd is op vertrouwen.” Van jongs af aan kreeg Van Mourik dat besef mee, want zijn vader was eveneens notaris en een man van strenge principes. “Die gooide mensen het kantoor uit als ze iets oneerbaars
“Ook voor de klant is de marktwerking geen zegen gebleken” voorstelden. Ja, echt letterlijk. We hadden kantoor aan huis, als kind hoorde ik dan plots een hoop tumult. Drrruit!” Een terugkeer naar vaste tarieven voor transport- en hypotheekenakten – dát zou Van Mourik het liefste zien. Maar die klok valt niet terug te draaien, beseft hij. Daarom vindt Van Mourik dat als tegenwicht het ambt versterking behoeft. Door niet meer te tornen aan de monopoliepositie bijvoorbeeld. “Economen beweren doodleuk dat ook accountants een testament kunnen maken. Dat soort onzin moet afgelopen zijn.” Ook dienen vestigingseisen het vrije onderneradboud magazine 5 • 28 • september 2005
mersschap te beteugelen. “We kunnen niet hebben dat een kantoor eventjes in een nieuwbouwwijk gaat zitten om snel geld binnen te scharrelen, en dan weer verhuist naar een volgend lucratief gebied.” Een notaris moet ook diensten leveren over de hele linie, de zogenaamde fullservice, en dus niet de krenten uit de pap halen. “Hier in de buurt (Van Mourik werkt als notaris in Nijmegen bij Hekkelman Advocaten & Notarissen, PvL) zat er een die voornamelijk hypotheken wilde of kon doen en de tijdrovende familieklussen naar ons doorstuurde. Ja, de groeten. Die fullservice is ook van belang gezien de samenhang van de verschillende onderdelen. Bij een stel dat een huis koopt moet je bijvoorbeeld ook kijken hoe het met de huwelijkse voorwaarden zit, of er een samenlevingscontract nodig is en wat er gebeurt bij overlijden.”
Nog een dilemma dat uit de enquête oprijst. Wat heeft prioriteit: de winstgevendheid van de akte of de kwaliteit? Wederom zit er een groot gat tussen ideaal en realiteit. De nadruk hóórt op kwaliteit te liggen, vindt 68 procent. Maar volgens 62 procent van de respondenten ligt in de praktijk het accent op de winstgevendheid. Het motief ligt voor de hand: de kassa moet rinkelen, het kantoor overleven. Niet dat er nu plots heel slechte aktes worden gemaakt. Van den Brink-Baggerman: “Maar je ziet bijvoorbeeld dat in geval van hypotheekaktes het zogenaamde belehren en beraten, dus het uitleggen en adviseren – er vaak bij inschiet. Daar gaat immers tijd in zitten. Sommige kantoren hanteren zelfs een volmachtsysteem. Dan hoeft de klant niet eens meer naar kantoor te komen. Scheelt de notaris weer kostbare tijd. Maar of die klant dan precies begrijpt waar hij voor tekent, is zeer de vraag.” Een interessant punt is dat de notaris zich in het geval van transport- en hypotheekaktes in een slechte positie bevindt voor die advisering. Schols: “Hij zit immers aan het eind van de pijplijn, wanneer de koop al gesloten is. Als er dan verkeerde beslissingen genomen zijn, kan de notaris soms niks meer uitrichten. Het zou veel beter zijn als de notaris eerder in beeld komt, en met de aanstaande kopers de zaken grondig doorneemt vóórdat de koop gesloten wordt.” “Dan kan de notaris ook echt zijn kunsten vertonen, en op basis daarvan concurreren”, beaamt Van Mourik. “Nu moet hij puur op basis van de akte concurreren. Maar die ambachtelijke uitvoering van de akte, dat doet zelfs de grootste boef nog goed.” Door alle krakeel is het er niet gezelliger op geworden. De stelling dat de nieuwe notariswet tot ernstig verstoorde collegiale verhoudingen heeft geleid, wordt door 85 procent onderschreven. “Van broederschap is geen sprake meer. De opkomst bij ringvergaderingen is dramatisch gekelderd. Het is niet overal even erg, maar er zijn gebieden waar ze
Dramatisch. “Ik heb op het
Mijn eerste jaar als notaris was
van de tarieven een gruwel. Die
punt gestaan het notariaat te
eveneens dramatisch. Medio
wet mogen ze van mij terug-
verlaten. Maar toen kwam vijf
2004 dacht ik: hoe lang houden
draaien, liefst vandaag nog.”
jaar geleden dit Ieniemienie-
we dit nog vol? Pas vanaf de
kantoortje in beeld. Het was in
tweede helft van vorig jaar
Vertalen. “Waar haal ik mijn
no time beklonken. Een van de
werd het beter. ‘We hebben
kick uit? Als mensen de deur
eerste dingen die de zittende
goede berichten over jullie ge-
uitlopen met een uitstraling
notaris zei, was: ‘Als je rijk wilt
hoord’, zeiden nieuwe klanten.”
van ‘ik weet wat ik hier gedaan
worden moet je hier niet zijn.’
heb, en ik begrijp het verhaal’.
‘Ik wil niet rijk worden, maar rijk
Onethisch. “Op goedkoop zijn
Wanneer ik het moeilijke pro-
leven’, heb ik geantwoord.
kun je het kantoor inrichten. Of
duct dat ik verkoop – rechts-
Het was een afspraak met op-
je dan je werk nog goed doet
zekerheid en onafhankelijkheid
volging, in 2003 zou hij stop-
betwijfel ik. De prijsstunter is
– vertaald heb voor die mensen.
pen. Maar in 2002 begon hier
trouwens vaak minder goed-
Dat inzichtelijk maken hoort
in Drenthe het prijsvechten, dat
koop dan het lijkt. Een van de
erbij, daar ligt ook mijn talent.”
werd een verschrikkelijk slecht
notarissen die als goedkoop-
jaar. De omzet kelderde, want
ste van Nederland te boek
Vóórdenken. “Ons vak ontwik-
wij zijn niet de goedkoopste.
stond, zat in zijn hypotheekof-
kelt zich van meedenken naar vóórdenken. Dat je de klant erop attendeert: u heeft een probleem, weet u dat wel? Misschien is dat dan nog een nuttige ontwikkeling, dat je eerder zoekt naar handel, om het wat platvloers te stellen. Bijvoorbeeld: realiseert u zich dat uw testament verouderd is. Dat je daar iets scherper op wordt. Toch nog iets positiefs over die marktwerking. Maar dan houdt het ook al gauw op hoor.”
radboud magazine 5 • 29 • september 2005
nieuws • opinie • interview • wetenschap • eerste baan • dossier • archief • wetenschap • mededelingen • de switch
Portret:
Mr. Lara van Lent (1980)
woon bij. In het begin voelde
1998-2003:
Nederlands recht, Maastricht
ik me echt een houten klaas,
2002-2004:
notarieel recht, Nijmegen
maar je moet een beetje de
Sinds 2004:
kandidaat-notaris bij AKD Prinsen Van Wijnen
kunst afkijken.
in Rotterdam.
Als ik zeg wat ik doe is de reactie van de buitenwacht vaak:
“In het notariaat moet alles kloppen”
‘Ooh, dan ga je echt veel geld verdienen.’ Zo van, die loopt
elkaar naar het leven staan”, bevestigt Van Mourik. Tweederde van de geënquêteerden beaamt de stelling dat ethische gedragsregels sinds de nieuwe wet vaker worden overtreden. Bijvoorbeeld notarissen die zich presenteren op de site van een makelaar of allianties aangaan met hypotheekverstrekkers. Bedenkelijk is ook het uitbrengen van misleidende offertes, waarbij de argeloze klant uiteindelijk een stuk duurder uit is. Van den Brink-Baggerman: “Dan worden gaandeweg nog allerlei bijkomende kosten in rekening gebracht, waar tevoren niets over gemeld is.” Zwaardere straffen
Dat een deel van de notarissen over de schreef gaat, hangt ook samen met een gebrekkig toezicht en tuchtrecht. Tweederde van de geën-
ding van nova uit over een fraude-affaire waarbij ook notarissen betrokken waren. Het feit dat hij nog maar kort van schadeclaims en rechtszaken is verlost, weerhoudt hem er niet van opnieuw, binnenkort wellicht bij Zembla, op te treden. Dit keer gaat het om een verborgen liaison tussen Aegon en Meeùs. “De camera’s hebben al gesnord.” Dicht bij huis kregen twee Nijmeegse notarissen dit jaar mede door zijn toedoen schorsingen opgelegd. “Belangrijk is dat je weet dat er met een klacht ook echt iets gebeurt”, zegt Van den BrinkBaggerman. “En de straffen van de tuchtrechter moeten aanmerkelijk verzwaard worden”, vult Van Mourik strijdlustig aan. Schols: “Soms zie je tuchtrechtelijk nogal verschillende oordelen. Er is grote behoefte aan richtlijnen voor wat wel en niet kan.” “Dat is nu inderdaad niet allemaal even duide-
De grootste ergernissen Tussen haakjes: aantal (kandidaat-)notarissen dat dit als een van de leukste onderdelen noemt.
1 (59) Klant die alleen op de prijs let (“Het respectloos benaderen van notarissen door prijsshoppers”). 2 (29) Waardering van het publiek (“Afgerekend worden op ‘het is toch maar één A-4tje’”). 3 (25) Toegenomen winstbejag en concurrentie (“Dat ik de koopman moet uithangen”). 4 (26) Collega’s die het niet zo nauw nemen; de prijsstunters (“Dat bij verschillende collega’s de winstgevendheid voor kwaliteit gaat”). 5 (18) Werkdruk (“De druk, dat alles eergisteren af moet zijn en liefst voor niets”).
De leukste aspecten Tussen haakjes: aantal (kandidaat-)notarissen dat dit als een van de leukste onderdelen noemt.
De nieuwe notariswet heeft tot ernstig verstoorde collegiale verhoudingen geleid
Het onderling toezicht van notarissen schiet tekort
Sinds de nieuwe notariswet worden ethische gedragsregels vaker overtreden
1 (120) Contact met de cliënten (“Het is ‘mensen’werk”). 2 (64) Met juridische kennis op maat hulp geven
Eens 85%
Oneens
niet eens/niet oneens 67%
(“Mensen op belangrijke momenten in hun leven een goed advies kunnen geven”).
65%
3 (17) Veelzijdigheid (“Diversiteit van de verschillende rechtsgebieden”).
8%
13%
10%
4 (17) De dossiers in het personen- en familierecht. 5 (6)
7%
20%
25%
De combinatie van juristerij en ondernemerschap (“Het vormgeven van het notariaat in de moderne tijd”).
quêteerden beaamt dat het onderling toezicht tekortschiet. “Notarissen, dat waren eerbiedwaardige heren. Die hadden toch geen toezicht nodig”, schetst Van Mourik de vroegere houding. “Bij grote kantoren is er nog onderlinge controle, maar wie houdt de zogenaamde éénpitters in de gaten? Onderling toezicht, dat betekent name and shame. In hoeverre is de beroepsgroep bereid het eigen nest schoon te houden? Durf je een klacht in te dienen bij de tuchtrechter? Dat durft bijna niemand.” Van Mourik gaat ook in dat opzicht voorop. Drie jaar geleden sprak hij zich in een uitzen-
lijk”, erkent Van Mourik. “Het notariaat verkeert in een overgangsfase. Dat betekent dat er allerlei lui zijn die grenzen opzoeken. Zouden we niet een aktefabriek kunnen beginnen, ergens in de polder, gefinancierd door John de Mol? Neen, dan kan niet. Of kunnen we aktes niet in Polen laten maken. Dat scheelt tenslotte aan personeelskosten. Maar een akte is geen asperge.” Van Mourik pleit ook voor een soort screening van personen alvorens ze tot notaris worden benoemd. “Daar is nu nauwelijks controle op. Lui die puur uit zijn op geld verdienen, en die radboud magazine 5 • 30 • september 2005
zeggen, ‘ik word notaris om een hoop geld wit te wassen, en voordat ze me in de gaten hebben, ben ik verdwenen’, die houden we nu niet tegen. Er zijn van die lui. Dus je moet meer eisen stellen aan de persoon. Dat is natuurlijk moeilijk, maar er moet iets komen, een persoonstoets. Wat is dat voor iemand, waar heeft-ie gewerkt?” Uit het vak?
Op de vraag ‘Overweegt u ooit over te stappen naar een andere werkkring dan het notariskantoor?’ antwoordt bijna tien procent bevesti-
gend, terwijl de helft een switch voor mogelijk houdt. Schols: “Vroeger was je notaris voor het leven, dat is niet meer zo. Dat is een algemene tendens.” Bij de vrouwen is de overstapkans nog iets groter: 11 procent antwoordt ‘ja’, 64 procent ‘mogelijk’. Van Mourik: “Dat is veel ja. Maar het valt te begrijpen. Mijn eigen schoondochter was notaris, maar die zit nu bij een bank, onder andere vanwege de betere arbeidsvoorwaarden. Kinderopvang, veel vakantie, en om vijf uur naar huis. Geen enkele kandidaat kan zich bij ons permitteren altijd op tijd weg te zijn. Er wordt overgewerkt bij het leven.” Wanneer we onderscheid maken naar functie, houdt 62 procent van de kandidaten een overstap mogelijk, en ook nog 32 procent van de notarissen. Van Mourik: “Het vak is zó veranderd, dat sommigen zeggen: hier heb ik niet voor gekozen. De hele dag offertes maken, makelaars van mijn lijf houden, of juist slijmen met die lui. Kwaliteitshandboeken maken, processen managen. Vroeger keek je niet naar processen, ben je gek. Daar komt nog de aansprakelijkheid bij, je moet veel meer op je hoede zijn. Er zijn notarissen, die slapen niet meer.” Het is er niet leuker op geworden, besluit Van Mourik: “Meer rompslomp, minder inkomen. Nou was dat inkomen verkregen uit transporten en hypotheken soms veel te hoog. Als je in een buurt zat waar veel gebouwd werd, zeg in Almere, kon je het geld niet gestouwd krijgen. Vijfhonderd huizen, vijfhonderd dezelfde hypotheken, als je dat eenmaal in het systeem hebt… dat was goud geld, belachelijk was dat. In dit opzicht heb ik geen problemen met het verdwijnen van de vaste tarieven. Al moeten we niet doen alsof de tarieven overal gezakt zijn. Dat geldt alleen voor hypotheken in het dure segment, boven de vijf ton. Daaronder is het gemiddeld duurder geworden. En testamenten zijn zelfs twee maal zo duur. Ook voor de klant is de marktwerking geen zegen gebleken.”
Rustiger. “Tijdens mijn studie
Maar notariaat ging me steeds
een beetje te graaien. Bij som-
Nederlands recht vond ik het
meer aanspreken. Je bent veel
mige cliënten merk je dat ook.
personen- en familierecht erg
meer adviserend. Een testa-
Die denken dan dat je een
interessant. Omdat ik snel
ment kun je bijvoorbeeld op
model-akte hebt uitgeprint, en
klaar was ontstond het idee
allerlei manieren inrichten. Ik
alleen je naam hebt ingevuld.
nog twee jaar notarieel in Nij-
vind het leuk te luisteren naar
Terwijl je er heel veel werk in
megen te doen, dat ging niet
cliënten, en te bedenken hoe
hebt gestoken.”
in Maastricht. Over Nijmegen
ik hun wensen het beste vorm
had ik goede verhalen ge-
kan geven.”
hoord.
Blaterig. “Vergeleken met de advocatuur heb je in het nota-
Ik vond het verschil tussen de
Graaien. “Ik zit bij estate plan-
riaat niet zo van die aanwezige
mensen van Nederlands recht
ning, dat zich richt op de over-
types. Dat vind ik prima, voor
en het notarieel best groot. De
gang en instandhouding van
mij hoeft het allemaal niet zo
laatsten zijn wat… eh... rusti-
familievermogens. Voor een-
blaterig te zijn. In de advoca-
ger zeg maar. Ik vroeg mij af of
voudige zaken, zoals een sa-
tuur wordt ook heel veel onzin
ik daar wel thuishoorde, heb
menlevingsovereenkomst, doe
geschreven. Ik heb wel eens
zowat een jaar gedacht alsnog
ik de bespreking met cliënten
een brief gehad, nou ja, die
de advocatuur in te gaan.
in mijn eentje. De rest zit ik ge-
advocaat schreef maar wat, waarschijnlijk omdat de cliënt het wou. Maar het klopte gewoon niet. Dat zou ik nooit willen. In het notariaat moet alles wat je schrijft kloppen. Het moet de waarheid zijn.” Handtekening. “Het is goed dat de man/vrouw-verdeling gelijker wordt, al denk ik niet dat vrouwen beter zijn in mediation. Het heeft wel meer hun interesse. Ik wil notaris worden, maar pas over een jaar of tien. Je moet sowieso een opleiding van drie jaar volgen en zes jaar in de praktijk werken. Die periode heb je nodig. Na drie jaar weet je nog niet veel. Je zet wél je handtekening onder zo’n akte, dat heeft gewoon heel grote gevolgen.”
radboud magazine 5 • 31 • september 2005