Esoterische kennis in een praktische vorm
De Witte Broederschap Esoterische School de Groep Emmanuël
Esoterische kennis in een praktische vorm
De Witte Broederschap
Een uitgave van:
Esoterische School de Groep Emmanuël Oktober 2009
_______________________________________________________________________________ 2
Voorwoord Er zijn vele groepen en individuen in ons land die beweren met de Witte Broederschap in aanraking te zijn. Op zichzelf is dit niet zo vreemd want in deze periode zullen er steeds meer contacten mogelijk worden vanuit die Geestelijke Broederschap, met mensen die daarop voldoende zijn voorbereid. Dit is aangekondigd door verschillende Boodschappers zoals Alice Bailey. Toch spelen bij dergelijke contacten dezelfde moeilijkheden een rol als bij contacten met Gidsen. Er is veel kaf onder het koren en enige voorzichtigheid kan de onvoorbereide pelgrim daarom wellicht behoeden voor veel teleurstelling en veel moeilijkheden. Er is daarom behoefte aan gedegen kennis over deze groep zielen, zodat iemand vanuit kennis van zaken kan handelen, in plaats van vanuit louter enthousiasme. Er is over de deze innerlijke en geestelijke groep betrekkelijk veel informatie vrijgegeven in de afgelopen honderd vijftig jaar. Daarvoor was er nagenoeg niets over bekend bij het grote publiek. In dit boekje wordt een eenvoudig overzicht gegeven dat voor belangstellenden zou kunnen dienen als een soort van introductie. Voor verdere studie kan men terecht in de boeken van Alice Bailey en A.P. Sinnett. Laatstgenoemde heeft vele brieven van de Meesters gepubliceerd onder de titel “de Mahatma brieven”. Deze verzameling bevat een schat aan informatie over het werk van de Meesters aan het eind van de negentiende eeuw. Sommige mensen zijn bijna wanhopig op zoek om een glimp van de Meesters op te vangen. Anderen beschouwen dit als minder van belang en werken eenvoudig verder langs de lijnen zoals zij die innerlijk aanvoelen om de wereld te verbeteren. Welke lijn men ook kiest, het is niet gemakkelijk om met één van de Meesters in aanraking te komen. In praktijk zijn er zeer veel moeilijkheden en illusies die eerst moeten worden overwonnen voordat men heel geleidelijk in de loop van de jaren iets dichter in de buurt komt van wat waarschijnlijk wel eens één van de Meesters zou kunnen zijn. Er wordt wel eens gezegd dat men een Meester niet kan herkennen tenzij Hij of Zij dat toestaat vanuit eigen keuze. Meestal zal zo’n ver gevorderde ziel beter kunnen werken wanneer hij niet onmiddellijk als zodanig herkenbaar is. De effecten van de media belangstelling bij koningshuizen, is niet bepaald uitnodigend voor de Meesters om zichzelf te presenteren bij het grote publiek. Er zal dus over het algemeen zeer terughoudend worden gehandeld door de Meesters en zelfs door hun directe leerlingen. Toch is het niet onmogelijk dat er in een land als Nederland één of meerdere van deze groep aanwezig zijn in stoffelijke incarnatie. Dit staat in direct verband met het werk in het Plan van Geestelijke Evolutie waarin ieder land en ieder volk een eigen plaats heeft. Bovendien mag er worden verwacht dat er in de komende tientallen jaren steeds meer contacten zullen zijn tussen de leden van de Witte Broederschap en de mensen die vanuit hun innerlijke en geestelijke houding trachten de mensheid te dienen in overeenstemming met het Plan van Geestelijke Evolutie. De uiterlijke houding is hierbij van minder belang dan een standvastige innerlijke houding gericht op een doel. Meditatiewerk is nuttig en enig basis kennis is noodzakelijk maar de vraag of men al dan niet in contact komt met de Witte Broederschap wordt door andere factoren bepaald. Dit boekje tracht te voorzien in eenvoudige basiskennis die voor belangstellenden kan dienen om zich een algemeen beeld te vormen van haar doel, haar ontstaan, haar werkwijze en haar samenstelling. Wanneer hiermee de interesse voor verdere studie is gewekt en mogelijk een aantal misverstanden uit de weg zijn geruimd, dan zijn daarmee de doelen van de schrijvers bereikt. De weg naar bewuste samenwerking met de Witte Broederschap is lang en moeizaam en dit boekje is op die weg niet meer dan een soort van richtingaanwijzer. Toch kan dit misschien behulpzaam zijn voor de reiziger om zich te oriënteren op deze weg. _______________________________________________________________________________ 3
Inhoudsopgave Inleiding
5
De Geestelijke Hiërarchie van Dienst
6
Bemiddelaars
7
Inwijdingen
8
Het Proefpad
12
De Geboorte (1e inwijding)
16
De Doop (2e inwijding)
19
De Verheerlijking (3e inwijding)
21
De Kruisiging (4e inwijding)
23
De Openbaring (5e inwijding)
25
Over Meesters en hun werkzaamheden
28
De Christus
31
De Boeddha
32
De Leraren van de mensheid
33
Een Ashram
35
De Nieuwe groep van werelddienaren
38
Het Naar Buiten Treden
40
De zwarte loge
44
De werkwijze van de zwarte loge
48
Shamballa
51
De zeven stralen
52
De Grote Aanroep
53
Samenvatting
55
Over de schrijvers
56
Over het Logo
58
_______________________________________________________________________________ 4
Inleiding Onze Aarde is te beschouwen als een grote geestelijke wijngaard. Vele mensen werken als arbeiders in deze wijngaard. Deze arbeiders krijgen aanwijzingen van toezichthouders zodat ze hun werkzaamheden met meer succes kunnen uitvoeren. De toezichthouders op het werk worden geleid door zeer ervaren bestuurders die het geheel goed kunnen overzien en die bekend zijn met de bedoeling van de eigenaar van de wijngaard. De naam van de eigenaar is de Heer der Wereld, die soms ook Planeetlogos, God of Sanat Kumara wordt genoemd. Het hoofdbestuur dat bekend is met de bedoeling van de wijngaard en dit uitwerkt in plannen, heet Shamballa. Degene die de aanwijzingen geven om het werk te bevorderen zijn de Leraren van de mensheid, werkzaam vanuit hun plaats in de Witte Broederschap. De werkers in het veld zijn vooral de mensen die al enigszins verbinding met de ziel hebben opgebouwd. Deze symbolische voorstelling geeft een eenvoudig, maar praktisch bruikbaar beeld van de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende groepen die gezamenlijk werkzaam zijn in de wijngaard. Sommige werkers luisteren goed naar de aanwijzingen die worden gegeven en maken daardoor aanzienlijke vorderingen met het werk. Anderen proberen vooral op eigen houtje er het beste van te maken met wisselende resultaten. Een enkeling is alleen geïnteresseerd in het opeten van de gerijpte druiven zonder een bijdrage te willen leveren aan het werk dat noodzakelijk is. Af en toe komt één van de toezichthouders aanwijzingen geven aan een groepje arbeiders als dat nodig is in verband met de werkzaamheden van het groepje op die plaats en op dat moment. De toezichthouders weten wat de wijnranken nodig hebben om te kunnen groeien. Ze kennen ook de vaardigheden van de arbeiders en ze zijn ook bekend met de plannen van het hoofdbestuur. De meest ervaren arbeiders worden soms opgenomen in de groep van de toezichthouders nadat hun werk als arbeider voldoende is gevorderd. De kleuraanduiding Wit heeft betrekking op het licht dat wordt gebracht. Zo bestaat er naast de Witte Loge (De Witte Broederschap) ook een Zwarte Loge die als doel heeft om het materialisme te bevorderen en de mensheid daardoor in hun greep te houden. Dit wordt gesymboliseerd met de zwarte kleur. De Witte Loge stimuleert het opbouwen van bewuste verbinding tussen de persoonlijkheid en de ziel. Langs die lijnen leert een mens zichzelf steeds beter kennen en komt daardoor steeds vrijer te staan ten opzichte van de hebzucht en de verwarring die overal in de wereld aanwezig is. De Witte Loge werkt aan de opbouw van een Geestelijke Broederschap op Aarde. De aanduiding Broederschap heeft geen betrekking op het mannelijke geslacht, het is ook geen kerkelijke groepering of een mystieke sekte, maar het geeft een gezamenlijk doel aan namelijk het werk in het Plan van Geestelijke Evolutie. Deze Broederschap bestaat dus uit mannen en vrouwen. Hun hechte eenheid is gebaseerd op de verbinding met de ziel. Het meest wonderlijke van deze Witte Broederschap is misschien het feit dat sommige van haar leden eenvoudig in incarnatie zijn en hun werkzaamheden in het Plan uitvoeren te midden van allerlei andere mensen, meestal zonder dat zij worden herkend. Zij zijn zo gewoon dat het grote publiek hen niet kan herkennen als degene die zij in werkelijkheid zijn. Ook vele esoterische studenten hebben een nogal eenzijdig beeld van hoe de Leraren van de mensheid er volgens hen uit zouden moeten zien. De nadruk ligt dan vaak op het spectaculaire en het bijzondere, terwijl eenvoud en soberheid hun kenmerken zijn. Vanwege dit grote verschil tussen de verwachtingen van de studenten en hun vaak sterk overdreven beeldvorming van de witte loge enerzijds en anderzijds de praktische gang van zaken is een zorgvuldige studie uitermate waardevol om de innerlijke Broederschap, haar leden en haar werkwijze in het dagelijkse leven, beter te kunnen herkennen. _______________________________________________________________________________ 5
De Geestelijke Hiërarchie van Dienst Het geestelijke "management" van onze mensheid wordt verzorgd door een groep zielen die de Geestelijke Hiërarchie wordt genoemd. De aanduiding "Hiërarchie" geeft aan dat er binnen deze groep verschillen zijn in geestelijke ontwikkeling. Hoe verder iemand geestelijk is ontwikkeld hoe hoger de plaats die iemand inneemt binnen deze Hiërarchie van Dienst in het Plan. Een hogere positie brengt automatisch een zwaardere taak en een grotere verantwoordelijkheid met zich mee. De leider van deze grote groep zielen is de Christus, de Wereldleraar. Het woord "geestelijk" heeft in dit verband geen betrekking op kerkelijke aangelegenheden. Het duidt het leven van de ziel aan als de bron van waaruit allen leven en werken. Deze Hiërarchie is eenvoudig de wereld van zielen die zich bewust is van het Plan van geestelijke evolutie en hieraan deelneemt. Soms wordt deze groep ook de innerlijke Broederschap genoemd soms de Leraren van de mensheid. Deze Hiërarchie is ordelijk samengesteld uit verschillende groepen zielen ieder met eigen mogelijkheden en taken. Omdat de hele Witte Broederschap werkt met energie is logischerwijze ook de Geestelijke Hiërarchie samengesteld uit groepen die werken met de zeven verschillende types energieën die overeenkomen met de zeven stralen. Op deze manier is de Hiërarchie samengesteld uit zeven groepen, die ook wel ashrams worden genoemd, die ieder met een eigen straalsoort werken. Er bestaat dus een eerste straals ashram, een tweede straals ashram, etc. Zo zijn er zeven hoofdashrams van waaruit uiteindelijk ook weer enkele neven ashrams kunnen ontstaan, ieder met een eigen kleur en toon. Uiteindelijk kunnen er zo 49 ashrams worden gevormd. Gezamenlijk vormt dit een prachtig mozaïek. De verschillende groepen binnen de Geestelijke Hiërarchie kunnen gezamenlijk worden beschouwd als één grote ashram onder leiding van de Christus. Binnen deze grote groep zijn dus niet alleen Meesters werkzaam, maar ook ingewijden van lagere graden. Een lid van de Hiërarchie kan zowel in incarnatie zijn, maar ook buiten incarnatie zoals de Gidsen. De Geestelijk Hiërarchie heeft als doel het ontwikkelen van het bewustzijn hetgeen betekent dat het ikje leert samenwerken met de ziel, het hogere zelf. De Hiërarchie begeleidt ook het proces van inwijding waardoor een mens uiteindelijk vorderingen kan maken op het geestelijke pad. Ook de wereldgebeurtenissen worden zo goed mogelijk begeleid waarbij de vrije wil van de mensen wordt gerespecteerd. De reacties van mensen op nieuwe energie, nieuwe kennis en nieuwe mogelijkheden is nooit met volledige zekerheid in te schatten zelfs niet door de Meesters van Wijsheid. Veel zal dus proefondervindelijk moeten worden vastgesteld. Een methode van onderwijs bijvoorbeeld kan voor de ene groep een succes zijn terwijl toepassing van dezelfde methode in een andere groep leidt tot mislukking. Dit vraagt ook van de Meesters een voortdurende waakzaamheid en een noodzaak om de resultaten van de werkzaamheden regelmatig te toetsen. De Geestelijke Hiërarchie bestaat uit mensen die in de loop van vele levens hebben geworsteld met alle facetten van het dagelijkse leven. Ze kennen dus ook de ervaring van falen, diepe ellende en intens lijden. Deze groep heeft hard gevochten met de omstandigheden en vooral met zichzelf. Er is daarom een groot begrip voor de mensheid waarvan sommigen nu worstelen met de lessen waar eens de Meesters op dezelfde manier mee hebben geworsteld. De gerichtheid op hetzelfde doel versterkt de innerlijke Broederschap die de Hiërarchie is. Deze groep kenmerkt zich vooral door dienst aan hun medemensen vanuit begrip van het Plan van geestelijke evolutie. Zij leven en werken in grote eenvoud, vaak nog in het verborgene ook als zij in incarnatie zijn. _______________________________________________________________________________ 6
Bemiddelaars De Hiërarchie van Dienst aan de mensheid werkte door middel van vele bekende en onbekende boodschappers die steeds vernieuwing brachten in een deel van de samenleving waarin op dat moment de beste mogelijkheden voor verandering aanwezig waren. Soms werden maatschappelijke vernieuwingen in gang gezet door wetenschappelijke uitvindingen soms door nieuwe religies, nieuwe vormen van kunst of op andere manieren. De invalshoeken die vanuit de innerlijke Broederschap worden gekozen om de gewenste veranderingen te bereiken, kunnen dus onderling sterk verschillen. Toch blijft het principe steeds gelijk en worden de vernieuwingen vanuit de Leraren van de mensheid in werking gezet door bemiddeling van gekozen zielen die dienen als tussenpersonen. Dit zijn mensen die gericht zijn op het welzijn van hun medemensen en gedreven worden door een grote genegenheid voor anderen. Vaak hebben deze mensen een helder ideaal voor ogen dat ten koste van bijna alles wordt gevolgd. Soms zijn deze mensen zich bewust van hun verbondenheid met de innerlijke Broederschap en soms niet. Er zijn vele bemiddelaars werkzaam (staatslieden, wetenschappers, etc) die zo sterk geconcentreerd zijn op de hun werkzaamheden dat een bewuste herkenning van hun eigen plaats als ziel in de Geestelijke Hiërarchie hen niet zou helpen bij hun werk, maar slechts zou afleiden. De bemiddelaars zijn dus tegelijkertijd mens tussen de mensen, maar ook leden van de Geestelijke Hiërarchie ook al is niet iedere bemiddelaar zich van zijn eigen positie in de ashram van de Meesters bewust. Voorbeelden hiervan zijn: Plato, Galileo, Shakespeare, Churchill en Rembrandt. Ook in deze tijd zijn er vele bemiddelaars werkzaam in onze samenleving. Door vanuit een geestelijke visie te kijken naar de werkzaamheden en de werkelijke doelen van een groep of een persoon kan er duidelijkheid ontstaan over de vraag in hoeverre zo'n persoon of groep verbonden is met het werk in het Grote Plan. Voorbeelden van groepen die een bemiddelende rol op zich hebben genomen zijn de Verenigde Naties en het Rode Kruis. Vele hooggeplaatste functionarissen en staatslieden worden geïnspireerd vanuit de Geestelijke Hiërarchie hoewel de meeste mensen zich niet bewust zijn van hun rol als bemiddelaar. Mevrouw Blavatsky en mevrouw Bailey hebben zeer veel esoterische kennis toegankelijk gemaakt voor een groot publiek in hun rol als hele bewuste bemiddelaars voor de Leraren van de mensheid. Sommige bemiddelaars ontvangen bewust informatie vanuit de Geestelijke Hiërarchie die bedoeld is om vernieuwingen in werking te zetten. Deze tussenpersonen ontvangen hun informatie gewoonlijk in vol waakbewustzijn. Sommige mensen menen ten onrechte dat de informatie die via een trance medium wordt doorgegeven meer betrouwbaar zou zijn dan via de methode van de directe en bewuste ontvangst. De methode van trance mediumschap werd in het verleden weliswaar regelmatig gebruikt, maar wordt in deze periode vervangen door het doorgeven van informatie in vol waakbewustzijn. De methode van trance mediumschap gaat gewoonlijk ten koste van de verbinding met de ziel met alle nadelige consequenties die dit met zich meebrengt. De bemiddelaar die op deze manier werkt, reageert steeds meer als een automaat en kan gemakkelijk worden omgebogen naar een ongewenste afstemming omdat de verbinding met de ziel zo wordt verzwakt en zijn natuurlijke beschermende werking steeds meer verliest. Zowel mevrouw Blavatsky als mevrouw Bailey waren geen trance mediums, maar ontvingen hun informatie in volledig waakbewustzijn vanuit de Geestelijke Hiërarchie.
_______________________________________________________________________________ 7
Inwijdingen De weg van inwijding is de weg van steeds bewustere samenwerking met de ziel. Het is een eenzame weg van zelfontplooiing, zelfdiscipline, mentale verlichting en intuïtieve waarneming. Het vraagt werkelijk al je innerlijke kracht zonder enige reserve. Voordat een volgende inwijding kan worden bereikt, volgen er eerst een reeks beproevingen waarin de kandidaat zijn vaardigheden zijn wilskracht en zijn visie moet bewijzen. Iemand die zich op het pad van inwijding bevindt wordt een werker in het Plan van Geestelijke Evolutie genoemd, een dienaar van de mensheid, vanaf de allereerste fase tot en met de Meesters van Wijsheid. De kennis over inwijdingen is van belang om je eigen punt van geestelijke ontwikkeling beter te kunnen herkennen. Dit kan ook bijdragen aan herkenning van anderen die in dezelfde fase terecht gekomen zijn. In de onderstaande teksten wordt een eenvoudig overzicht gegeven van allerlei elementen die met het thema inwijdingen te maken hebben. Het is vanzelfsprekend geen volledig overzicht. Het is bedoeld om globaal een richting aan te geven. Mensen die zelf niet deelnemen aan het proces van inwijding zullen nauwelijks enige overeenkomst kunnen vinden met ervaringen in hun dagelijkse leven. Inwijding is een proces van groei in bewustzijn, waarin iemand langzamerhand steeds meer gaat samenwerken met de ziel, het hogere zelf, en daar uiteindelijk mee samensmelt. De route die iemand bewandelt die hiervoor gekozen heeft, wordt het pad van inwijding genoemd. Het pad van inwijding wordt voorafgegaan door het proefpad waarin iemand zich als het ware voorbereidt om zich op het pad van inwijding te begeven. Iemand die op het pad van inwijding is gekomen, gaat steeds meer leven als een ziel op aarde en wordt zo uiteindelijk onderdeel van de Geestelijke Hiërarchie van dienst. Het pad van inwijding vraagt vele levens hard werken waarin vaak moeizaam de weg naar verbinding met de ziel wordt gevolgd. In vijf verschillende stappen van inwijding kan tenslotte Meesterschap in het menszijn worden bereikt. Tussen twee opeenvolgende inwijdingen verlopen vaak vele duizenden jaren. Uiteindelijk zal het grootste deel van de mensheid dit pad van inwijding doorlopen. De voorbeelden uit het verleden maken de mogelijkheden zichtbaar die er zijn voor iedereen. Het pad van inwijding is tegelijkertijd ook het pad van dienst aan de mensheid. Er is geen inwijding mogelijk zonder arbeid in de wijngaard te verrichten. Het streven naar inwijding puur om daar zelf beter van te worden heeft dus geen enkele kans van slagen. Zoiets is onmogelijk. Het dienen van je medemens als onderdeel van het Grote Plan van evolutie betekent niet dat je therapeut zou moeten worden of dat je anderen voortdurend zou moeten gaan vertellen wat iemand volgens jou beter wel of niet zou kunnen gaan doen. Werkelijk dienen kan alleen vanuit Begrip voor het proces waar anderen in terecht gekomen zijn. Zonder genegenheid voor andere mensen zal er vaak ook weinig begrip zijn. Genegenheid, begrip en dingen doen die nodig zijn horen dus bij elkaar en vormen samen één geheel. Iedereen kan naar beste vermogen een invulling proberen te geven aan dienst aan anderen. Vaak is het al heel waardevol om aanwezig te zijn en te luisteren naar iemand anders. Soms is het noodzakelijk krachtig te handelen. Misschien is het mogelijk een heldere visie te geven in het belang van een persoon of een groep. Op deze manier worden de huismoeder, de therapeut, de manager en de minister allemaal met dezelfde vragen geconfronteerd. _______________________________________________________________________________ 8
Handelt iemand vooral vanuit eigenbelang of is er werkelijk genegenheid voor andere mensen? Streeft men naar resultaten op de korte termijn of is er zoiets als duurzame ontwikkeling? De ziel is degene die ingewijd wordt. Het lichaam of de persoonlijkheid (het ikje) waar de ziel aan verbonden is, worden dus niet ingewijd. De inwijding die als ziel ooit is ondergaan kan niet meer ongedaan worden gemaakt in een volgend leven. Het is wel mogelijk dat de persoonlijkheid in een volgend leven zich niet bewust is van het punt van evolutie dat de ziel heeft bereikt. Veel mensen kennen zichzelf immers niet werkelijk als een ziel. Er is dus verschil tussen het punt van bewustzijn van de persoonlijkheid en het punt van geestelijke evolutie dat de ziel ooit heeft bereikt. Bewuste herkenning van deze punten is ware zelfkennis. Ook als iemand in voorgaande levens een gevorderde ontwikkeling als ziel heeft meegemaakt dan zal iemand in elk volgend leven toch opnieuw de voorgaande stappen door moeten werken voordat iemand weer vanaf het ooit bereikte punt van ontwikkeling verder kan werken. Dit heeft veel overeenkomst met het gegeven dat iedereen ook elk leven opnieuw moet leren lopen ook al was men voorheen een hardloper. De persoonlijkheid (het ikje) wordt zichzelf zo langzaam weer bewust van de eigen ziele verbinding die ooit al eens eerder is opgebouwd. Als de persoon de verbinding met de eigen ziel is kwijtgeraakt in een incarnatie (bijvoorbeeld door zelfmoord te plegen of door grove fouten te maken) kan het soms meerdere levens duren voor de zielsverbinding weer kan worden opgebouwd. Er wordt dan een korte of lange omweg gemaakt waarin de schade die er dan is ontstaan weer zo goed mogelijk wordt hersteld. Na verloop van tijd zal uiteindelijk hetzelfde punt van bewuste geestelijke ontwikkeling opnieuw kunnen worden bereikt, ook al kan dit soms verscheidene levens in beslag nemen. Pas nadat in een incarnatie het ooit bereikte hoogste punt weer opnieuw is bereikt, kan de ziel weer vorderingen maken. Dit betekent dat het pad van inwijding aanzienlijk moeilijker wordt naarmate men verder komt. In één enkel leven kan men gewoonlijk slechts een heel klein stukje groeien als een ziel en dan zelfs nog alleen in het beste geval. Dit is één van de redenen waarom het Meesterschap over het menszijn nog maar door een betrekkelijk kleine groep is bereikt. In de eerste lange fase van de menselijke incarnatiecyclus is er geen bewust contact met de ziel. Zo worden er vele levens geleefd. Langzaam vult de schatkamer van de ziel zich met de opgedane lessen die op aarde vaak moeizaam worden verzameld. Alles wat goed begrepen is in het leven op aarde wordt na afloop toegevoegd aan de ziel, die op de hogere gebieden verblijft. Zo groeit ook de ziel in die periode ook al is dit maar heel langzaam. Alles wat niet goed is begrepen wordt in volgende levens herhaald. Wanneer er schade is ontstaan moet dat ooit weer worden hersteld of op een andere manier in balans worden gebracht. Zo wordt karma opgebouwd en vereffend. Na verloop van vele levens begint iemand zich langzamerhand bewust te worden van een hogere bedoeling van de ervaringen in het gewone dagelijkse leven van zowel zichzelf als van anderen. Er ontwikkelt zich zoiets als zelfkennis. Zo herkent iemand geleidelijk steeds beter de eigen innerlijke bron en het doel van dit hogere gedeelte van zichzelf. Vaak wordt dit doel aangevoeld als een soort van ideaal waar iemand bereid is om voor te vechten. De innerlijke bron functioneert soms als een soort van geweten van waaruit normen en waarden worden bepaald. Inwijding betekent groei in bewustzijn, een steeds ruimere visie en een betere herkenning van het ziele leven zowel in het eigen dagelijkse leven als bij anderen. Vele kleinere bewustzijnsuitbreidingen leiden tenslotte tot één grotere bewustzijnsverruiming die uiteindelijk blijvend is voor de ziel. Verdere inwijding betekent ook meer dienst in het Plan. _______________________________________________________________________________ 9
Herkenning is een gouden sleutel voor geestelijke groei. Inwijding is een proces van bevrijding van alles wat het ziele - leven verhindert zichzelf te manifesteren. Allerlei mogelijke weerstanden als gevolg van karma uit voorgaande levens worden geleidelijk overwonnen. Het betekent ook zo veel mogelijk afstand doen van het verleden vanuit een diep begrijpen dat de mogelijkheden om iets van waarde op te bouwen in de toekomst liggen. Naarmate iemand verder groeit in het proces van inwijding wordt er een steeds grotere geestelijke vrijheid opgebouwd. Een Meester bijvoorbeeld heeft inmiddels alles losgemaakt op het stoffelijk, het emotioneel en het mentaal gebied wat hem zou kunnen belemmeren in zijn geestelijk leven. Hij wordt niet meer vastgehouden door iets of iemand in de stoffelijke wereld en staat daarom vrij om anderen van dienst te zijn. Hij leeft voortdurend vanuit zijn verbinding met zijn innerlijke bron en manifesteert zichzelf in al zijn scheppende kracht gericht op zijn innerlijke doel als onderdeel van het grote Plan van Geestelijke Evolutie. Een Meester toont aan wat voor iedereen mogelijk is om ooit te bereiken. Dit is heel bemoedigend voor velen die dezelfde weg gaan. Naarmate het bewustzijn is gegroeid, nemen de mogelijkheden toe om met energie te werken. Er stroomt steeds meer energie door de aura van de dienaar. In eerste instantie is deze energie afkomstig van de ziel, later van de ashram waar de ziel aan is verbonden en nog later stroomt de energie van de Meester van de ashram door hem heen. De ziel maakt steeds meer contact met de persoon (het ikje) via het etherisch lichaam. De kruin is de grote poort waardoor de ziele - energie binnenstroomt. Tijdens meditatie bijvoorbeeld kan dit duidelijk herkenbaar worden gevoeld. Energie kan zich soms vertalen in informatie. Zo brengt iemand die het spoor van de ziel volgt vaak nieuwe normen en waarden in zijn omgeving. Soms leidt dit tot belangstelling van anderen soms leidt dit vooral tot strijd. Naarmate een dienaar van de mensheid met meer energie gaat werken, neemt ook zijn verantwoordelijkheid toe. Het op een juiste manier leren werken met energie en informatie vraagt veel oefening en een juiste visie. De begeleiders vanuit de Geestelijke Hiërarchie van dienst geven vooral in die periode veel begeleiding om de leerling de nodige handgrepen aan te geven. Hierdoor kan veel schade worden voorkomen zowel voor de dienaar zelf als voor zijn medemens. Door goed te luisteren naar de aanwijzingen van deze verder gevorderde leerlingen die al dan niet in incarnatie kunnen zijn, kan een student leren beter met zijn eigen groeiende mogelijkheden om te gaan. Hierdoor wordt het evolutieproces aanzienlijk versneld. De Geestelijke Hiërarchie van Wijsheid begeleidt op deze manier het proces van inwijding. De vorderingen die een student maakt in zijn geestelijke groei worden door de begeleiders een paar keer per jaar gerapporteerd aan een Meester. Als er voldoende groei is bereikt, zal het gevolg zijn dat iemand daardoor steeds meer inzetbaar is voor het uitvoeren van werkzaamheden van de ashram. De mogelijkheden om te dienen in het Grote Plan van Evolutie breiden zich op deze manier langzaam uit. De beloning voor groei in bewustzijn is een grotere herkenning die vreugde met zich meebrengt evenals een toenemende actieve dienst in het Plan. Het proces van inwijding gaat vergezeld van worsteling en crisis in allerlei vormen. Dit zijn de omstandigheden op het stoffelijk, het emotioneel en het mentaal gebied waarin de groei wordt bereikt. Zonder deze weerstand zou een overwinning niet mogelijk zijn. Dit proces vraagt al je kracht om een volgende fase van bewustzijn binnen te gaan. Een tijdelijke mislukking leidt tot vertraging soms voor enkele jaren maar soms ook voor vele levens. Succes betekent verdere groei in dienst. Training voor inwijding is hard werken aan jezelf, waarin je door een vrijwillig gekozen discipline jezelf op een hogere afstemming probeert te brengen en daardoor meer innerlijke en geestelijke vrijheid bereikt. Vanuit een juiste visie kan deze nieuwe afstemming in eerste instantie slechts tijdelijk worden bereikt. _______________________________________________________________________________ 10
Door wilskracht en veel oefenen kun je uiteindelijk leren steeds meer op de nieuwe golflengte te blijven. Uiteindelijk stabiliseer je op deze manier dit nieuwe bereikte punt van bewustzijn. Als iemand vordert op het pad van inwijding worden ook de anderen herkend die ongeveer hetzelfde punt van geestelijke groei hebben bereikt. Ook de dienaren (zowel in als buiten incarnatie) die dichter bij de kern van de ashram staan worden hierdoor zichtbaar. In de komende periode zullen mensen elkaar steeds meer herkennen in hun punt van geestelijke evolutie. Herkenning is een vermogen om je bewust te worden van wat er altijd al was. Zo geeft het proces van inwijding je zicht op wie je werkelijk bent en waar je bestemming ligt. De uitwerking van een inwijding komt vooral tot uitdrukking in het mentaal lichaam en heeft dus te maken met het denkvermogen. Dit geeft een ruimere visie en meer zicht op het Plan van Geestelijke Evolutie. Iemand kan zo een steeds groter deel van het oneindige geheel overzien. Het betekent ook een grotere kracht om denkbeelden aan anderen over te kunnen dragen. Als iemand in dit leven een sterke verbinding met de ziel heeft opgebouwd dan geeft dit nog geen garantie dat dit over een jaar of over tien jaar nog steeds zo zal zijn. Het is dus mogelijk dat iemand terugvalt in oude gewoontes. Dit geldt zelfs voor een ingewijde van de derde graad. Waakzaamheid en grote voorzichtigheid blijft dus noodzakelijk op het smalle pad van dienst. De Christus is Degene Die de eerste en de tweede inwijding geeft, in Zijn functie als het hoofd van de Geestelijke Hiërarchie van Wijsheid. De hogere inwijdingen (vanaf de derde) worden gegeven door de Heer der Wereld (Sanat Kumara), het hoofd van Shamballa. Inwijdingen in verbinding met de ziel kunnen dus niet door mensen worden gegeven zelfs niet door ingewijden. De mogelijkheden voor het ondergaan van inwijdingen zijn in deze periode van bestaan heel groot, met name voor de eerste en de tweede inwijding. Het aantal mensen dat zich voorbereidt op hun volgende inwijding groeit sterk. Rond 1950 waren er vele duizenden mensen wereldwijd in voorbereiding op hun eerste inwijding. Rond 2025 zullen dat er naar verwachting miljoenen zijn. Ten opzichte van het totaal aantal mensen op onze planeet (6 miljard) is dit nog een bescheiden groep, maar de geestelijke invloed van deze groep is groot omdat deze groep de Christus energie, de instroom via de ziel, bewust kan ontvangen en daar mee kan werken. Ook in Nederland zijn er vele dienaren van de mensheid in incarnatie in verschillende graden van verbinding met hun ziel. Deze groep zal langzaam groeien hoewel niet iedereen zich nu nog zo bewust is van die verbinding met het ziele - leven. De fasen van het inwijdingsproces kunnen als volgt worden benoemd: - het proefpad - de geboorte van het Christuskind (1e inwijding) - de doop (2e inwijding) - de verheerlijking op de berg van visie (3e inwijding) - de kruisiging (4e inwijding) - de openbaring (5e inwijding) Nadat de 5e inwijding is ondergaan, is er Meesterschap in het menszijn bereikt. Een Meester van Wijsheid kan soms doorgaan met zijn ontwikkeling naar de zesde inwijding. Uiteindelijk kan soms zelfs de zevende inwijding worden ondergaan zoals de Christus heeft aangetoond. Omdat als uitgangspunt is gekozen een eenvoudig overzicht te bieden, zullen deze hogere inwijdingen in dit boekje verder buiten beschouwing worden gelaten. _______________________________________________________________________________ 11
Het proefpad Nadat er vele levens van ervaring zijn doorlopen, ontstaat er in de incarnatiecyclus een punt waarop de persoonlijkheid (het ikje) zich vaag bewust wordt van een hogere bedoeling van het dagelijkse leven dan hij tot dan toe gewend is. De ziel zelf "roept" als het ware de persoonlijkheid om zich te richten op het leven van de ziel, het hogere zelf. Het voornamelijk dienen van de eigen belangen wordt dan geleidelijk vervangen door het vechten voor idealen. Als de persoon reageert op deze roep van de ziel ontstaat er vaak een toenemende neiging van het ikje om bewust te werken aan de eigen geestelijke ontwikkeling. Goede eigenschappen in het eigen karakter worden aangeleerd of versterkt. Slechte karaktereigenschappen worden overwonnen of vervangen door betere. Op deze manier wordt de persoon al enigszins gelouterd. Belangrijke eigenschappen voor een student in deze fase zijn: verdraagzaamheid, geduld, doorzettingsvermogen, zelfdiscipline, toewijding aan een doel en sympathie voor de medemens. In deze fase wordt een begin gemaakt met een heroriëntering van allerlei bestaande normen en waarden. Oude uitgangspunten worden vervangen door nieuwe idealen. Meestal heeft deze fase al grote veranderingen tot gevolg in het dagelijkse leven. Er is voortdurend bevestiging nodig van de nieuwe weg van het proberen om het spoor van de ziel te volgen, hoe vaag dat eerst ook is. Als aspirant krijgt je in deze fase van ontwikkeling te maken met de vraag of je werkelijk bereid bent te werken aan je eigen geestelijke groei ook als dat offers van je vraagt in de vorm van tijd voor studie, meditatie en het onderzoeken van allerlei verbindingen met andere mensen. Een vraag die zich voortdurend aandient is in hoeverre er bereidheid is om werkelijk iets bij te dragen aan het geestelijk welzijn van anderen. Soms is het nodig om wat meer afstand te nemen van persoonlijke belangen om daardoor plaats te maken voor het belang van de groep waar je onderdeel van bent. Dit vraagt soms duidelijke keuzes en levert vaak moeilijkheden op. Als praktische werkzaamheid zou je kunnen beginnen met de onderstaande oefeningen: het onderzoeken van je eigen motivatie bij je spreken en handelen in het dagelijkse leven. (waarom doe/zeg je iets, waarom doe/zeg je iets niet). Belangrijke conclusies zou je bij kunnen houden in een soort geestelijk dagboek. het leren herkennen van het ziele-leven in jezelf en anderen, dat zich onder andere manifesteert als Begrip voor jezelf of je medemens en de wil om het goede te doen en het schadelijke na te laten. emotionele reacties proberen te vervangen door heldere gedachten. het op één lijn brengen van je gedachten, je gevoelens en je handelingen in het dagelijkse leven, zodat je als één geheel gaat functioneren in plaats van versnipperd en geïsoleerd. leren om te zeggen wat je bedoelt en bedoelen wat je zegt. leren om geen punt meer te maken van allerlei onbelangrijke dingen. proberen het verleden los te laten en te werken aan de opbouw van een toekomst. zorgen voor voldoende rust en ontspanning in je dagelijkse leven. voldoende tijd besteden aan esoterische studie. bij voorkeur dagelijkse meditatie zo mogelijk aan het begin van de dag. onderzoeken voor welke idealen jij je zou willen inzetten. kijken wat je alvast voor anderen zou kunnen doen. _______________________________________________________________________________ 12
Meditatie in de esoterische betekenis van het woord is een langdurig volgehouden concentratie, die leidt naar “verlichting” als gevolg van instroom van Licht vanuit de ziel. Meditatie is een esoterische wetenschap die door de grote massa vaak nog niet goed op waarde wordt geschat. Het hele proces van inwijding bestaat uit de terugkeer naar de gerichtheid op het innerlijke (geestelijke) leven waarbij de gerichtheid op de vormkant en de uiterlijk waarneembare verschijnselen ondergeschikt wordt gemaakt. Meditatie is de enige mogelijke route om dit te bereiken. Het belang van een goede meditatie is dus groot voor mensen die ervoor hebben gekozen de weg van de ziel te volgen. De juiste meditatiewijze is afhankelijk van het gekozen doel en het punt van bewustzijn dat is bereikt. Er kan dus af en toe aanpassing nodig zijn. Meditatie kan voor veel mensen in eerste instantie misschien nogal saai schijnen te zijn, uiteindelijk kan zo toch de ziel steeds beter worden herkend vanwege de energie die tijdens meditatie kan stromen. Een verkeerde techniek van meditatie kan gemakkelijk naar allerlei gevaarlijke toestanden leiden, variërend van hoofdpijn tot het zien van allerlei fantasie beelden of het ervaren van vormen van zenuwstoringen. Het is dus belangrijk om voorzichtig te werk te gaan, bij voorkeur in overleg met mensen die ongeveer dezelfde weg naar het licht van de ziel volgen. Esoterische kennis biedt uitkomst bij de herkenning van onjuiste methodes waarmee enthousiastelingen soms experimenteren zonder zich bewust te zijn van de gevaren die dat met zich mee kan brengen. De grote massa leeft voor het overgrote deel van het dagelijkse leven ongeconcentreerd en beleeft de wereld daardoor als chaos waarin iemand dan als het ware ondergedompeld is. Via de zonnevlecht worden vele emotionele indrukken opgezogen zoals dat bij een spons gebruikelijk is. Er is dan een sterke gerichtheid op het aardse leven waarin geld, seksualiteit en persoonlijke macht vaak van doorslaggevend belang zijn. Hebzucht, agressie, illusies en angst voor van alles houden mensen hierdoor gemakkelijk gevangen. Veel mensen hebben het idee dat het niet anders kan, ook al is men hier niet werkelijk gelukkig mee. Door meditatie leert de student zich te richten op het licht van de ziel en het innerlijke geestelijke leven dat in ieder mens kan worden gevonden, soms na enig zoeken. Meditatie is de aangewezen weg om de afstemming langzaam te verhogen naar het mentaal gebied. Op die manier maakt de leerling zich meer los van de massa en wordt het licht van de ziel langzaam in het denkvermogen ontvangen. Zo komt ook het eindeloos “malen” van veel mensen meer tot rust en worden situaties duidelijker zichtbaar door de instroom vanuit de ziel die in eerste instantie niet wordt herkend. Door een goede manier van mediteren kan iemand leren om de plaats in het eigen lichaam bewust in te nemen bij voorkeur in het centrum tussen de wenkbrauwen. Zo kan de instroom van de ziel beter worden ontvangen en voelt iemand zich sterker. Er is dan meer rust. De ziel zelf zoekt vanuit zijn positie op de hogere gebieden contact met de leerling op het proefpad, vaak zonder dat dit bewust wordt herkend. Er is dan dus al een wisselwerking gaande tussen ziel en het ikje. De inwerking van de ziel manifesteert zich in eerste instantie merkwaardig genoeg in een grote onvrede over het aardse bestaan in zijn algemeenheid. Aan alles kleeft (schijnbaar) grote bezwaren in zo’n fase. Een eventuele baan bevalt niet meer, vrienden en familie worden gewogen en te licht bevonden en zelfs een partner moet het vaak ontgelden in zo’n fase. De ongelukkige leerling is vaak vooral tegen hetgeen hij om zich heen ziet en ook de dingen die hij steeds beter in zichzelf herkent maken hem in eerste instantie vaak niet gelukkig. Ergens wordt dit ook wel geregistreerd maar er is vaak weinig weerstand aanwezig om dit afbrekende proces te remmen of tot staan te brengen. Als de lezer zichzelf in dit proces herkent, kan dit een aanwijzing zijn voor de fase die wordt doorlopen. Misschien is het bemoedigend voor jezelf (en je omgeving) om te weten dat dit slechts tijdelijk is.
_______________________________________________________________________________ 13
Op deze manier wordt er ruimte gemaakt voor meer instroom van de ziel. Het oude wordt beschouwd als ongewenst en er ontstaat behoefte aan nieuwe doelen en nieuwe normen en waarden. Heel langzaam wordt er een glimp opgevangen van het doel van de ziel en dit geeft vaak een richtpunt om iets nieuws op te bouwen. Aarzelend begint een moedige leerling uiteindelijk toch aan de bouw van een nieuw fundament voor zichzelf. Er ontstaat dan dus een fase van opbouw nadat er door afbraak de nodige ruimte is ontstaan. Vaak vraagt een vertwijfelde leerling zich in een dergelijke periode af “wat moet ik doen ?”. De ziel zelf geeft dan schijnbaar geen antwoord op zo’n vraag. Het wordt aan de student zelf overgelaten om keuzes te maken en in het dagelijkse leven te bevestigen dat er inderdaad wordt gekozen voor de opbouw van een nieuw leven waarin het doel van de ziel wordt gevolgd, ook al is dat nog zo vaag in deze fase van worsteling. De belangrijkste vraag is hier misschien of je werkelijk bereid blijft om iets voor je medemens te betekenen, ook als het allemaal wat moeilijker gaat. Er groeit een besef van wat het volgen van idealen en dienst aan anderen eigenlijk betekent in het gewone dagelijkse leven. Het begrip voor dienst in het Plan van geestelijke evolutie verandert langzaam in de loop van het inwijdingsproces. Met andere woorden iemand op het proefpad heeft een heel ander begrip van dienst dan iemand die de eerste inwijding is gepasseerd. Nadat een tweede inwijding is ondergaan zal ook het begrip dienst in het Plan anders worden beschouwd dan voorheen. Veel mensen die zich op het proefpad bevinden, hebben een overdreven belangstelling voor “boekenwijsheid”. Vaak wordt de aangeboden kennis niet of nauwelijks begrepen en is men niet in staat de aangeboden inzichten toe te passen in het dagelijks leven omdat het hart nog niet voldoende is geopend en het denkvermogen nog niet voldoende is getraind om de indrukken vanuit het ziele leven te ontvangen. Relativeringsvermogen, gezond verstand en een praktische instelling kan helpen om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Toch is juiste esoterische kennis belangrijk om begrip te ontwikkelen en jezelf beter te leren kennen. Veel mensen op het proefpad hebben een brede interesse in allerlei spirituele onderwerpen. Later verandert dit gewoonlijk naar een meer doelgerichte studie. Op deze manier wordt je uiteindelijk steeds meer inzetbaar voor werkzaamheden in verband met het Plan van evolutie. Iemand die zich op het proefpad bevindt, krijgt ook te maken met de nodige beproevingen. De nieuw gemaakte keuzes worden in zo'n fase bevestigd of ontkend. Afhankelijk hiervan gaat men verder naar de geboorte van het Christus kind, de eerste inwijding, of valt men terug op de keuzes zoals men die voorheen gewend was. De vraag die tijdens zo'n golf van beproevingen bewust of onbewust opspeelt kan ongeveer als volgt worden verwoord; "ben je bereid om ondanks alle moeilijke omstandigheden de nieuw gekozen weg te blijven volgen waarvan je innerlijk aanvoelt dat dit de juiste weg is?" Deze fase wordt als zeer zwaar ervaren voor de beproefde aspirant. Toch is dit in werkelijkheid slechts het "toelatingsexamen" om later het pad van inwijding te mogen volgen. Bij iedere fase van geestelijke groei worden er andere keuzes gemaakt en ontstaat er een ander en hoger ritme dan voorheen, dat vrijwillig wordt gevolgd. Deze hogere trilling kan in het begin slechts af en toe worden vastgehouden maar door hard te werken aan jezelf kun je leren dit hogere punt steeds langer vast te houden. Door het proces van inwijding wordt dit punt als het ware bevestigd van bovenaf. Vanaf dat moment kun je dit bereikte punt gemakkelijker vasthouden. Hierdoor krijg je de mogelijkheid om je te richten op het eerstvolgende hoger gelegen punt. Op deze manier wordt de ene inwijding na de andere mogelijk.
_______________________________________________________________________________ 14
Een persoonlijkheid die nog geen zielsverbinding heeft opgebouwd kenmerkt zich meestal door het streven naar macht, overheersing van anderen en trots. Gewoonlijk is er gebrek aan begrip voor het geheel. Soms is er sympathie voor mensen die zij nodig hebben voor zichzelf. Deze vorm van eigenbelang wordt zelden herkend zoals ook de ziel zelf in zo’n fase niet wordt herkend. Een persoonlijkheid die geleid wordt door de ziel zal herkenbaar zijn door idealisme en het besef van de behoefte van de groep waar hij deel van uitmaakt. Zo iemand zal dan steeds meer bereid zijn het eigen persoonlijke belang op te offeren voor het belang van de ziel en de groep. Nadat er vele levens is gewerkt aan het opbouwen van een sterke persoonlijkheid waarmee in eerste instantie vaak vooral de eigen belangen worden gediend wordt zo’n persoonlijkheid dan langzaam gericht op het doel van de ziel. Dit vraagt een grote heroriëntatie in het dagelijkse leven. Als iemand zich op het proefpad bevindt en interesse krijgt in een meer geestelijke levensbeschouwing is dit vaak in eerste instantie niet gekoppeld aan het leven van alle dag. Men is vanuit de eigen beleving vaak of geestelijk bezig als een soort van hobby of met aardse zaken bezig. Wanneer de student later het smalle pad van inwijding bewandelt, wordt dit geestelijke leven steeds meer verweven in het gewone dagelijkse leven als een levenswijze. Mensen die zich op het proefpad bevinden besteden vaak overdreven veel tijd aan het speculeren over hun ooit bereikte verste punt van opbouw van verbinding met de ziel. Wanneer men iets verder is gekomen laat men dit meer los en gaat men eerst maar eens gewoon aan het werk. Een leerling op het proefpad weet vaak niet goed hoe op een juiste manier iets van waarde bij te dragen in het Plan van geestelijke evolutie. Vaak wordt er schade veroorzaakt door een nogal botte en ondeskundige manier om met andere mensen om te gaan. Er is training nodig voordat men meer begrip krijgt van het eigen ontwikkelingsproces en daardoor ook de achtergronden beter gaat herkennen van de worsteling van andere mensen. Er is ook training nodig om de werkwijze van de begeleiders beter te kunnen herkennen zodat er een bewustere samenwerking mogelijk wordt. Door studie kan men veel leren over bijvoorbeeld het Plan van Geestelijke Evolutie zodat men steeds beter kan leren herkennen op welke plaats in het grotere geheel men zelf het beste zou kunnen functioneren. Een ander praktisch herkenbaar punt van mensen in deze fase van ontwikkeling is een enorme overschatting van zichzelf die grenst aan arrogantie. Men herkent nog niet de zachte stem vanuit het ziele – leven, maar wordt volkomen beheerst door het gebulder van de persoonlijke macht. Vaak denkt men al veel werk te kunnen verzetten voor de Geestelijke Hiërarchie van Dienst hoewel men volstrekt niet op de hoogte is met het Plan van evolutie, noch de werkelijke geestelijke behoefte van andere mensen kan aanvoelen, noch de eigen mogelijkheden kent om vanuit de rijkdom van de ziel een gepaste bijdrage te leveren aan het proces van iemand anders of van de groep waar men onderdeel van is. Een belangrijk punt in deze fase is ook het doorwerken van een portie karma. Dit zijn verplichtingen die zijn ontstaan vanuit voorgaande incarnaties waarin er dingen zijn blijven liggen. Zo wordt het eigen energieveld opgeschoond. Deze vorm van schoonmaakwerk is belangrijk voor de verbindingen met andere mensen ook al wordt dit vaak niet zo gezien. Naarmate er meer karma is doorgewerkt zullen de verbindingen met andere mensen ook soepeler verlopen. De Geestelijke Hiërarchie van Dienst zoekt voortdurend naar medewerkers om de plannen van de Meesters verder uit te werken. Er wordt niet gezocht naar mensen die van zichzelf vinden dat zij uitverkoren zijn om samen te werken met de Meesters. Er wordt gezocht naar praktische mensen die bereid zijn om hard te werken en gedreven worden door een sterke innerlijke drang om de mensheid verder te helpen vanuit werkelijk begrip voor het Plan van geestelijke evolutie. _______________________________________________________________________________ 15
De Geboorte van het Christuskind (de eerste inwijding) Als iemand de nodige bereidheid heeft getoond om te werken aan het eigen karakter en zich werkelijk probeert te richten op het dienen van de medemens dan komt de eerste inwijding dichterbij. Dit punt van geestelijke evolutie wordt symbolisch tot uitdrukking gebracht als de geboorte van het Christuskind (de ziel) in het hart. Soms wordt deze tweede geboorte ervaren in een "droom" of krijgt men deze informatie via andere mensen. Zelden ervaart men deze eerste inwijding bewust. Meestal kan pas achteraf worden vastgesteld dat deze fase is doorlopen. Nadat de eerste inwijding is gepasseerd heeft de ziel een permanent contact gemaakt met de student. Daarvoor was er hooguit af en toe contact tijdens bijvoorbeeld meditatie. Het initiatief ligt dus bij de ziel zelf terwijl de persoonlijkheid (het "ikje") slechts kan proberen om het spoor van de ziel zo goed mogelijk te volgen in het gewone dagelijkse leven. In deze fase wordt de persoonlijkheid zich steeds sterker bewust van een grotere wereld dan het eigen wereldje. Er ontstaat een toenemende gevoeligheid voor de instroom van de ziel die zich dan voornamelijk manifesteert als een sterk toenemende herkenning van allerlei aspecten in het dagelijkse leven die er voorheen ook wel waren maar die om de één of andere reden niet werden opgemerkt. Er wordt geleidelijk steeds meer onderscheid gemaakt tussen kennis en wijsheid. Het ene is vooral veel over van alles terwijl wijsheid vooral de praktische toepassing is van de weinige kennis die er in een situatie nodig is. Dit brengt vaak ook meer innerlijke rust met zich mee. Deze ontwikkeling leidt tegelijkertijd ook tot een pijnlijk besef van tegenstrijdige belangen. De student ervaart steeds sterker de leiding van het ziele - leven in de dagelijkse gang van zaken. Dit wordt in eerste instantie meestal als storend ervaren. Het gaat dan niet altijd meer zoals je dat zelf graag wil maar er komen dan andere invloeden die vaak sterker blijken te zijn. Vaak verzet de persoonlijkheid zich met al haar kracht en weigert in eerste instantie om de leiding van de ziel aan te nemen. De strijd om de leiding begint dan in volle hevigheid toe te nemen. Pas bij de derde inwijding heeft de persoonlijkheid de leiding van de ziel volledig aanvaard en zichzelf vanuit begrip daaraan ondergeschikt gemaakt. In de hele tussenliggende periode is er een groot proces van omvorming gaande waarin de student zichzelf langzaam leert afstemmen op het ziele - leven. Er ontstaat geleidelijk een nieuwe manier van denken, een nieuwe manier van leven en een steeds bewustere geestelijke waarneming. In deze fase raken geestelijke doelen in conflict met materiële doelen. Van belang is nu het opbouwen van een opnieuw geordend leven op het stoffelijk gebied (beroep, huisvesting, voeding, bezittingen, geld, omgang met mensen, etc.) vanuit de vernieuwde visie. Er ontstaat besef van de wet dat energiestromen de gedachten volgen zowel positief als negatief. Negatieve gedachten versterken negatieve energie. Positieve gedachten brengen vaak enthousiasme op gang en bieden mogelijkheden om een waardevolle toekomst op te bouwen Het energiecentrum dat merkwaardig genoeg nauw bij deze inwijding is betrokken is het heiligbeencentrum. De seksuele energie wordt in deze fase sterk geactiveerd en moet in balans worden gebracht. Dit is in praktijk voor veel mensen een zware opgave. Juist doordat er meer energie gaat stromen als gevolg van de toenemende invloed van het ziele - leven worden in eerste instantie de onderste centra sterk geactiveerd. De worsteling met seksualiteit schijnt de verbindingen naar de medemens dan te overheersen. Ontkenning of onderdrukking van deze energie biedt geen oplossing en leidt vaak slechts tot onbewuste reacties op anderen. Het vluchten in een fantasiewereldje leidt eveneens tot problemen. Voedende seksuele ervaringen vanuit begrip voor wat er gaande is geeft de beste uitgangspositie om op dit terrein de juiste balans te vinden. Hierdoor kunnen pijnlijke omwegen worden voorkomen of worden ingekort. _______________________________________________________________________________ 16
Het heiligbeencentrum wordt eerst vaak gebruikt om allerlei spulletjes en zelfs allerlei mensen naar zich toe te trekken. Dit wordt geleidelijk steeds beter herkend door de instroom van de ziel die deze neigingen steeds duidelijker zichtbaar maakt. Naarmate herkenning vordert komt ook vaak een besef van schaamte voor het eigen gedrag. Geleidelijk wordt dit oude gedrag dat vaak al honderden jaren als normaal is beschouwd steeds meer losgelaten. Er groeit langzamerhand vertrouwen dat alles wat er werkelijk nodig is vanuit de innerlijke rijkdom van de ziel op iemands weg wordt gebracht. Er is vaak maar heel weinig nodig beschouwd vanuit het standpunt van de ziel. Veel overbodige ballast wordt in deze fase geleidelijk losgelaten hoewel dit vaak pijnlijk is voor iemand die de werkzaamheid van de ziel op deze manier ervaart. De ziel maakt zo ruimte in het leven van de student die vaak nog erg moet wennen aan deze manier van werken. Het hele pad van samenwerking met de ziel bestaat voor een groot deel uit het loslaten van alles wat niet per sé nodig is, zonder hierin te forceren of te overdrijven. Alles heeft zijn eigen tijd. Loslaten op het juiste moment en vanuit de juiste motivatie is dus al een kunst op zichzelf. Er groeit in deze fase ook een besef dat men lang niet zo sterk afhankelijk is van andere mensen dan men voorheen vaak dacht. Allerlei mensen met macht zoals ouders, chefs, etc. worden niet meer zomaar gevolgd. Er ontstaat een toenemende herkenning van de eigen innerlijke kracht en de eigen mogelijkheden om een waardevol leven op te bouwen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wie dan ook. De algemene hebzucht (begeerte) naar van alles vermindert langzaam en de seksuele energie wordt steeds meer gebruikt als scheppende kracht die werkt door het keelcentrum. Creativiteit wordt hierdoor sterk geactiveerd. Men wordt ook mondiger en gaat meer zeggen wat men denkt. Er wordt in deze fase al veel karma bewust afgewerkt. Dit is mogelijk omdat er dan vaak duidelijker is geworden waarom het persoonlijke leven tot dan toe zo is verlopen zoals het is gegaan. Er ontstaat geleidelijk meer zicht op voorgaande incarnaties. De moeilijkheden van nu zijn vaak rechtstreekse gevolgen van karma dat er in voorgaande levens is ontstaan. Door dit bewust te aanvaarden en te leren begrijpen hoe dit werkt komt er meer rust. Een verandering van bewustzijn zal bij een natuurlijke ontwikkeling altijd als gevolg hebben dat ook de energiedoorstroming door de centra (chakra’s) zal veranderen. Een herkenningspunt voor het ondergaan van de eerste inwijding is de worsteling van mensen om te zeggen wat ze bedoelen en te bedoelen wat ze zeggen. Als je voortdurend iets anders zegt dan je bedoelt dan schep je voortdurend chaos. Hierdoor versnippert de scheppende kracht en beperk je de mogelijkheden om een waardevol leven op te bouwen. Voor de meeste mensen is dit de gebruikelijke situatie. Langzamerhand slaagt de student er gewoonlijk steeds beter in om zichzelf uit te spreken ook als dat soms misschien vervelende consequenties heeft vanwege reacties uit de omgeving zoals ruzies, tegenwerking, ontslag, verbreken van verbindingen, etc. Door je uit te spreken in woord of in daad manifesteer jij jezelf en neem je geestelijke gezien je plaats in. Op deze manier kan iemand de eigen grenzen aangeven, niet vanuit agressie maar vanuit het aanvoelen van wat er nodig is in een situatie. Door je voortdurend te laten weerhouden om je uit te spreken of te handelen ben je geestelijk gezien "niet thuis" en onderdruk je jouw innerlijke waarheid. Vaak zal angst hier de oorzaak van zijn. Het Christus kind, de stem van de ziel, wordt dan in de kiem gesmoord. Door te leren spreken wanneer dat nodig is stroomt de scheppende kracht via de keel/nek. Hierdoor wordt de tijdelijke overbelasting van het heiligbeencentrum steeds meer in balans gebracht.
_______________________________________________________________________________ 17
Een aanwijzing voor het herkennen van iemand die bewust de eerste inwijding is gepasseerd is het vermogen van zo'n persoon om te spreken in overeenstemming met zijn gedachten en zijn gevoelens. Mensen die dit punt van éénlijnigheid nog niet hebben bereikt lopen vaak nog sterk uiteen met hun spreken en hun gedachten. In praktijk is de overgrote meerderheid van de bevolking nog niet in staat hun innerlijke werkelijkheid door zelfkennis te herkennen, uit te spreken of daar naar te handelen. Voor een leerling is het van groot belang zorgvuldig om te gaan met zowel het spreken als het zwijgen, afhankelijk van de situatie. Door bewust hiermee te oefenen groeit begrip en zelfkennis. Iemand die het spoor van de ziel probeert te volgen verwerft zich in de loop van vele levens het recht om te mogen dienen in het Grote Plan van Geestelijke Evolutie. Vanuit de Geestelijke Hiërarchie van dienst wordt vastgesteld of iemand geschikt is om te dienen en welke werkzaamheden eventueel aan de leerling zouden kunnen worden toevertrouwd. Dit is onder andere afhankelijk van de stralenstructuur, het karma, het punt van evolutie, de genegenheid voor andere mensen en de bereidheid om werkelijk te willen dienen in het Plan ongeacht alle mogelijke gevolgen. De Meesters kennen hun medewerkers heel goed en verdelen de werkzaamheden met grote zorgvuldigheid. De Leraren kennen de student aanzienlijk beter dan hij zichzelf kent. Iemand rond de eerste inwijding is meestal in de veronderstelling zichzelf al betrekkelijk goed te kennen. Naarmate de leerling vordert op het pad van verbinding met de ziel wordt het steeds duidelijker dat deze zelfkennis in werkelijkheid nog maar heel beperkt was ten opzichte van wat er later mogelijk wordt. Naarmate de ziel meer verbinding maakt kan het proces van zichzelf beter leren kennen pas goed op gang komen. Sommige psychologen gaan er van uit dat het niet mogelijk is om de oorsprong van ronddwarrelende gedachten en gevoelens op te sporen. Mensen die een sterke verbinding met de ziel hebben opgebouwd weten dat deze herkenning wel degelijk mogelijk is. Tegen de tijd dat iemand Meesterschap over het menszijn heeft bereikt kan de oorsprong van alle gedachten en gevoelens die er spelen in het eigen energieveld met grote helderheid worden vastgesteld. Er is dan een intense innerlijke rust. Dit vooruitzicht kan heel bemoedigend zijn voor alle studenten. In dit stadium van de tweede geboorte komen er regelmatig mogelijkheden op het pad van de leerling waarin er een bijdrage zou kunnen worden geleverd aan het groeiproces van anderen of aan de verschillende groepen waar men onderdeel van is zoals de familiegroep, de vriendenkring, de werkkring, etc. Deze mogelijkheden voor dienst aan andere mensen beginnen altijd in het klein en komen vanzelf op je weg. Naarmate de student deze mogelijkheden herkent en weet te benutten worden de mogelijkheden om te dienen langzaam verder uitgebreid. Men maakt dan ook kennis met het begrip opoffering waarin het kleine persoonlijke belang ondergeschikt wordt gemaakt aan het doel van de ziel zonder zichzelf te onderdrukken of zichzelf erop te beroepen beter te zijn dan anderen vanwege de gekozen levenshouding. Een ware dienaar van de mensheid handelt in vreugde en is zwijgzaam over de eigen verdiensten. De eerste inwijding werd in het verleden individueel ondergaan. In deze periode ontstaat er de mogelijkheid om de eerste inwijding in groepsverband te ondergaan. Veel lezers van dit boekje zullen ooit in een vorig leven al eens eerder de eerste inwijding hebben ondergaan. In deze fase leert iemand zich verder los te maken van de gedachten van de grote massa zodat er beter een eigen mening kan worden gevormd. Het doel van de ziel wordt geleidelijk beter herkend evenals andere studenten die hier kennelijk ook aan zijn verbonden. Zo wordt langzaam het ware groepsbewustzijn tot ontwikkeling gebracht. Een houding van het willen proberen geeft hier de weg aan, succes komt later.
_______________________________________________________________________________ 18
De doop (de tweede inwijding) Nadat de ziel zich direct heeft verbonden aan de persoonlijkheid van de student en er een uitgebreide heroriëntering in het gewone dagelijkse leven heeft plaatsgevonden, dient zich soms de volgende fase aan. Er volgt dan een onderdompeling in het astrale gebied, het gebied van de emoties en de illusies. Boosheid en allerlei vormen van begeerte spelen dan vaak en grote rol. Ook de worsteling met angst komt dan af en toe sterk naar voren. De invloed van de ziel wordt langzaam groter waardoor de strijd tussen de ziel en de persoonlijkheid eveneens groter is dan voorheen. Hierdoor ontstaan grote moeilijkheden om jezelf te leren beheersen. Uiteindelijk zal het ikje de leiding van het dagelijkse leven steeds meer overdragen aan de ziel. Het emotionele gebied wordt in deze fase verder gezuiverd door de instroom van de ziel. Naarmate dit astraal lichaam meer is schoongemaakt, wordt iemand steeds gevoeliger voor astrale energie en ontstaat er meer ruimte voor het ziele - leven met al z’n hogere geestelijke vermogens zoals het vermogen om aan te voelen wat er nodig is voor anderen. Het belang van de groep wordt steeds belangrijker en het eigen belang neemt geleidelijk verder af. Er ontstaat meer zicht op de eigen plaats in het Grote Plan van geestelijke evolutie. Men krijgt een dieper besef van een doel als mogelijkheid om anderen van dienst te zijn en als onderdeel van een veel groter geheel waar het eigen werk slechts een heel klein stukje van is. Het bewustzijn wordt langzaam verplaatst vanuit het emotionele gebied naar het mentale gebied door toewijding aan een bewust gekozen doel in overeenstemming met de ziel. De innerlijke wilskracht wordt ingezet om verder te kunnen gaan op de weg van samenwerking met de ziel. De moeilijkheden die iemand tegen kan komen kunnen soms heel groot zijn en vragen soms een uiterste inspanning om toch nog verder te gaan op deze weg. Hoe verder de schoonmaak van het astrale lichaam is gevorderd, hoe meer de "goede wil" kan worden benut. Wijsheid in de zin van de toegepaste, begrepen en praktisch bruikbare esoterische kennis, is hier van groot belang om het spoor van de ziel te kunnen blijven volgen ondanks alle obstakels op de weg. Veel studenten hebben het gevoel dat de moeilijkheden die zij zelf ondervinden uitzonderlijk zijn maar bij vergelijking met andere studenten die werken in dezelfde fase zou duidelijk worden dat ieder zo zijn eigen hindernissen tegen komt. Enerzijds is dit schijnbaar toevallig en verbonden met het persoonlijke karma en anderzijds is het toch ook een soort van universele worsteling met dezelfde thema’s die in deze periode sterk naar voren komen. Vaak zijn er intense ervaringen van angst waarvan de oorzaak onbekend is. Er wordt dan meestal gedacht dat dit min of meer toevallig is en vooral met de eigen specifieke situatie te maken heeft. Door deze aanvallen van angst gaat de student af en toe twijfelen aan alles wat er daarvoor is opgebouwd in verbinding met de ziel. Men vraagt zich soms wanhopig af of men het juiste spoor volgt of dat alles in wezen één grote illusie is. Er is nog weinig innerlijke zekerheid waar men op terug kan vallen als de moeilijkheden in het gewone dagelijkse leven heel groot zijn. Angst slaat mensen dan gemakkelijk dingen uit handen die men daarvoor als kostbaarheden had verzameld. Deze ervaringen zijn dus heel gebruikelijk in deze fase hoe verschrikkelijk dit misschien ook klinkt. Voor veel lezers is dit misschien zelfs wel herkenbaar in het eigen leven. Soms denken mensen dat ze iets verkeerd hebben gedaan en als gevolg daarvan in aanraking zijn gekomen met negatieve krachten. Dit kan zo zijn maar vaker nog is het zo dat er juist in deze fase een soort van schoonmaakproces gaande is waarin karma wordt doorgewerkt dat verbonden is aan voorgaande levens. Ook confrontaties met negatieve krachten die in deze fase kunnen plaatsvinden hoeven dus niet een gevolg te zijn van wat iemand in dit leven in werking heeft gezet. Soms zijn deze gevechten eenvoudig verbonden aan keuzes die er in voorgaande levens zijn gemaakt. _______________________________________________________________________________ 19
Deze worsteling met angst en negatieve krachten komt bij veel mensen voor en het is daarom belangrijk dat hierover praktisch bruikbare informatie bekend is bij de student. Gewoonlijk is deze fase tijdelijk van aard hoe verschrikkelijk het af en toe ook kan zijn. Soms kan er advies worden gevraagd aan oudere studenten die meer ervaring hebben opgedaan met dit soort van situaties. Sommige mensen proberen om zichzelf hiervoor te beschermen op de één of andere manier. Dit is begrijpelijk en toch is zoiets vaak niet goed mogelijk. Als bescherming mogelijk zou zijn dan zouden de Gidsen dit kunnen verzorgen. Toch gebeurt dit meestal niet in zo’n fase hoe graag mensen dit ook zouden willen. Waarom is dit zo? Met andere woorden waarom grijpen de Gidsen niet in wanneer een student wordt overvallen door angst of negatieve energieën? De geestelijke begeleiders kennen het karma van iemand. Zij mogen niet ingrijpen in situaties dat iemand dingen moet uitwerken als gevolg van keuzes in voorgaande levens. Stel dat iemand in een vorig leven heeft samengewerkt met duistere krachten dan zijn hierdoor dingen in werking gezet die vroeg of laat door de persoon zelf weer in balans moeten worden gebracht. De Gidsen kunnen iemand dan niet beschermen tegen contacten met deze zelfde negatieve krachten ook al is iemand later in zo’n leven uiteindelijk toch uitgekomen op het punt van herkenning. In zo’n situatie komt dit dan toch weer even langs en worden er opnieuw keuzes gemaakt om al dan niet met dit soort van krachten samen te werken. Als de samenwerking met de ziel sterker wordt dan wordt daardoor ook de verbinding met de Gidsen sterker. Dit gaat gelijk op. De confrontaties met negatieve krachten kan dan ook af en toe hevig zijn. Deze ervaringen zijn onderdeel van het pad van verbinding met de ziel. In de loop van de eigen ontwikkeling went een leerling hieraan en leert om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Naarmate de eigen verbinding met de ziel groeit, kan men ook steeds beter de inwerking van angst en negatieve krachten weerstaan. Het thema van vechten met angst is vooral verbonden aan deze fase van ontwikkeling. Voor sommige mensen kan dit misschien zelfs een zekere geruststelling zijn, in de wetenschap dat verder op het pad de leerling steeds sterker komt te staan en dit soort van onderdompeling in angst steeds minder voor komt. Deze fase kenmerkt zich dus door een sterke emotionele verwarring. Er ontstaat langzaam een besef van het belang om te leren de eigen emotionele reacties te beheersen. Dit betekent niet dat de emoties moeten worden onderdrukt zoals soms ten onrechte wordt gedacht. Beheersen is iets anders dan onderdrukken. Er is een groeiende behoefte aan esoterische kennis als mogelijke oplossing voor de vele moeilijke situaties. Er is gewoonlijk een pijnlijk besef van voortdurend falen. Toch kan er af en toe ook een innerlijke vreugde worden ervaren die voorheen zeldzaam was. Deze vreugde die diep in het hart kan worden gevoeld is een bevestiging van verbinding met het innerlijke leven van de ziel. Zo weet de student dat het juiste spoor nog steeds wordt gevolgd. Als gevolg van de vele ervaringen en de ruimere visie die hierdoor is ontstaan, groeit er ook een besef van meer bescheidenheid wat voordien meestal ontbreekt. Het besef van de waarde van vrijwillig gekozen discipline groeit om grotere vrijheid van verbinding met de ziel te bereiken. Het zonnevlechtcentrum is bij deze inwijding betrokken. De energie wordt van hieruit langzaam en onbewust overgebracht naar het hart. Het pijnlijke proces dat het openen van het hart wordt genoemd mag hier worden ondergaan. Voor sommige lezers is dit misschien herkenbaar. Veel studenten zoeken in deze fase bewust of onbewust andere mensen op waarmee men in vorige levens eerder heeft samengewerkt. Deze verbindingen en de herkenning hiervan geeft gewoonlijk veel vreugde ook al is het mogelijk dat er hier en daar karmische stukken moeten worden uitgewerkt. Toch ontstaat er zo meer zicht op het grotere geheel. Dit geeft vreugde. _______________________________________________________________________________ 20
De verheerlijking op de berg van visie (derde inwijding) Nadat het emotioneel gebied behoorlijk is opgeruimd en het bewustzijn steeds meer in het mentaal gebied is geconcentreerd kan de volgende fase zich aandienen. Het denkvermogen is nu vaak gericht op het leven van de ziel, dat steeds beter intuïtief kan worden aangevoeld. Er ontstaat een zuiverder begrip van de waarheid waardoor de student steeds meer begrip krijgt van het Plan van Geestelijke Evolutie en de eigen bijdrage daarin. Er ontstaat steeds meer herkenning van de verbinding met de innerlijke groepen werkers in het Plan. De leerling fungeert nu steeds meer als een overbrenger van energie en informatie voor de groepen waar hij onderdeel van is. Deze energie is afkomstig van de ziel en de ashram waar de dienaar van de mensen aan verbonden is. Gewoonlijk verloopt er een aanzienlijke periode tussen de eerste inwijding, die in ieder leven opnieuw moet worden ondergaan en de volgende inwijdingen, zelfs voor de vergevorderde zielen. Het gebeurt maar zelden dat er een derde inwijding wordt bereikt voor het 35e levensjaar. De meeste lezers van dit boekje zullen dit gevorderde punt van bewuste verbinding met de ziel, in dit leven niet kunnen bereiken. Dit punt van geestelijke ontwikkeling komt dus maar heel weinig voor. Iemand die de derde inwijding is gepasseerd, wordt soms een ingewijde genoemd, in de esoterische literatuur. Het kernwoord voor deze fase van ontwikkeling is succes bij de werkzaamheden die inmiddels in ruime mate aan de leerling zijn toevertrouwd vanuit de innerlijke Broederschap. Met andere woorden de student doet nu steeds belangrijker werk in het Plan. Dit is mogelijk nadat er een gedegen voorbereiding is geweest van vele jaren, vaak zonder dat de leerling dit zelf in eerste instantie zo bewust kon herkennen. Het opleidingstraject speelt zich deels af in het gewone dagelijkse leven. Soms is er de luxe positie van training in groepsverband, maar vaker nog zal een dergelijke werker veel op eigen kracht moeten doen, ook al is er een steeds hechtere samenwerking met de begeleiding vanuit de innerlijke Broederschap, die zich in deze fase steeds sterker manifesteert. Tijdens werkzaamheden wordt de leerling gewoonlijk gedurende kortere of langere tijd opgenomen in het energieveld van deze innerlijke groep, om van daaruit te kunnen werken. Dit maakt het mogelijk om met grote kracht te kunnen werken in dienst in het Plan. Gewoonlijk zal dit ook betekenen dat er veel contacten zijn met allerlei andere werkers. De geestelijke werkzaamheden zijn in deze fase verweven met het gewone dagelijkse leven. Het geestelijke leven is vanuit de hobbysfeer langzamerhand een meer centrale plaats gaan innemen. De student heeft inmiddels al veel overbodig geworden activiteiten geschrapt uit het eigen leven en heeft gewoonlijk zeer veel te doen. In deze fase oefent de dienaar van de mensheid zich om steeds meer geconcentreerd te zijn in zichzelf, zo veel mogelijk in het hoofd. Dit is de plaats die esoterisch wordt aangeduid als "de koning op zijn troon". Als de koning zijn plaats inneemt dan kan hij steeds meer gebruik maken van de mogelijkheden die hij tot zijn beschikking heeft gekregen om bewust met de energie van de ziel te werken. Men herkent de verbinding met de ziel onder andere aan de energie die dan stroomt. Meditatie wordt dus steeds belangrijker in deze fase. Het wordt een levenswijze. In de eerste stadia van meditatie vraagt een inspanning van ongeveer een half uurtje per dag al veel van een student. Meestal zijn dan de ogen gesloten en is het nodig om andere werkzaamheden dan maar even te onderbreken. Wanneer de waarde van het meditatiewerk langzamerhand duidelijker is geworden door de heilzame resultaten voor de student zelf, dan kan dit geleidelijk worden uitgebreid naar een geconcentreerde houding in het gewone dagelijkse leven terwijl ondertussen ook gewoon allerlei andere activiteiten plaatsvinden. De ogen kunnen dan dus gewoon geopend zijn. Dit vraagt heel veel oefening. Er ontwikkelt zich dan een intense mentale werkzaamheid en een innerlijke geestelijke houding waarin dienst in het Plan centraal staat. _______________________________________________________________________________ 21
Het voorhoofdcentrum is betrokken bij deze inwijding. De energie wordt nu onbewust overgebracht van het stuitcentrum naar het voorhoofd. Het hoofdcentrum wordt sterk geactiveerd waardoor er een heldere visie ontstaat op allerlei onderwerpen waar de dienaar nu mee in aanraking wordt gebracht. Het onderscheidingsvermogen is nu aanzienlijk beter geworden dan in de voorgaande stadia van verbinding met de ziel. Gewoonlijk kan pas in deze fase betrekkelijk veilig een verdere ontwikkeling plaats vinden van de helderziendheid en de helderhorendheid omdat de ziel nu steeds meer de leiding heeft gekregen en het bewustzijn steeds meer is geconcentreerd op het mentale gebied. Hiermee wordt het gevaar van de astrale helderziende en de astrale helderhorende vermogens steeds kleiner. In hoeverre iemand met deze geestelijke vermogens mag gaan werken wordt bepaald door de ziel in overleg met de Leraren van de mensheid. Slechts dat wat er nodig is, wordt tot ontwikkeling gebracht. Het is mogelijk dat de ziel er voor kiest om deze vermogens slechts in beperkte mate tot ontwikkeling te brengen in dit leven. De student kan hier zelf gewoonlijk weinig invloed op uitoefenen. Dit vraagt vertrouwen in de wijze leiding van de ziel. Wanneer geestelijke vermogens niet tot ontwikkeling worden gebracht dan zijn hier vaak goede redenen voor, ook al had de student dit liever anders gehad. Zowel het werken met deze vermogens als het niet kunnen werken met sommige vermogens, biedt dus waardevolle mogelijkheden voor ontwikkeling van de werker in het Plan. Een praktisch bruikbaar uitgangspunt zou kunnen zijn dat alles wat er nodig is vanuit het standpunt van de ziel beschouwd, uiteindelijk zal worden toegevoegd, voor zover dat enigszins mogelijk is. Dit geldt dus ook voor helderziende en helderhorende vermogens. Wanneer dergelijke vermogens tot ontwikkeling mogen worden gebracht, dan zal ook het karma dat daar aan verbonden is, onherroepelijk naar voren komen. Het kan daarom raadzaam zijn vanuit het standpunt van de ziel beschouwd, om eerst andere stukken door te werken. Voor een student in deze fase is het daarom raadzaam om met begrip te leren samenwerken met de ziel, zonder geestelijke vermogens te willen opeisen of geforceerd tot ontwikkeling te willen brengen. Dit vraagt overgave aan de leiding en de wijsheid van de ziel, het hogere zelf. Het gedachteleven is nu het belangrijkste gebied van activiteit. Een negatief denkvermogen is de doder van het werkelijke, zo luidt een bekend spreekwoord. Een positief denkvermogen heeft een enorme scheppende kracht die steeds bewuster kan worden gebruikt in dienst van het grotere geheel. Dit komt dan ten goede aan de groepen waar de werker in het Plan aan is verbonden zoals het gezin, de familie, de vriendenkring, de werkkring, andere werkers in het Plan, etc. Ten opzichte van de voorgaande fase is de kracht om te denken nu aanzienlijk toegenomen. Dit werkt twee kanten op. Met andere woorden de uitwerking van zowel positieve als negatieve gedachten is nu aanzienlijk sterker dan voorheen. Dit brengt ook de noodzaak met zich mee van een voortdurend geconcentreerde houding in zichzelf omdat er anders gemakkelijk schade zou kunnen ontstaan wanneer er in een onbewaakt ogenblik toch een stroom van venijnige kritiek wordt doorgeleid naar de één of andere persoon of groep. De verantwoordelijkheid voor de eigen gedachten is inmiddels aanzienlijk toegenomen. Dit vraagt een houding van voortdurende waakzaamheid. In deze fase ontstaat er een intense innerlijke rust, gebaseerd op een zuiver weten, hoewel de omstandigheden soms moeilijk kunnen zijn, in verband met het werk. Deze overvloedige en welverdiende rust is nauwelijks voor te stellen voor hen die worstelen met de voorafgaande fase. Pas in deze fase begint de kundalini, het elektrische vuur, een grotere rol te spelen. Er stroomt nu zeer veel energie door de aura van de werker in het Plan. Dit brengt sterke gevolgen mee voor allen die hiermee worden geconfronteerd. Zowel het beste als het slechtste in andere mensen en in zichzelf wordt hierdoor zichtbaar gemaakt. De kundalini verbrandt ook alle scheidsmuren die er zijn tussen de student zelf en alle medemensen. Het gevolg hiervan is dat er ook in deze fase veel karma wordt uitgewerkt als gevolg van deze toenemende innerlijke verbondenheid met andere mensen. _______________________________________________________________________________ 22
De kruisiging (vierde inwijding) Wanneer de dienaar van de mensheid op dit punt van de weg is gekomen, treedt hij toe tot de groep van Leraren van de mensheid, die gewoonlijk de innerlijke Broederschap wordt genoemd. Dit zijn die mannen en vrouwen die bevrijd zijn van de overheersing van hun leven door invloeden vanuit de persoonlijkheden. Zij leven nog slechts om hun medemensen van dienst te zijn. Zij hebben over het algemeen grote verantwoordelijkheden op zich genomen in dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie. Zij kunnen in incarnatie zijn als mens te midden van andere mensen maar zij kunnen ook buiten incarnatie zijn en vanuit die plaats hun werkzaamheden op zich nemen. Dit boekje is bedoeld voor leerlingen die dit stadium van ontwikkeling in dit leven niet zullen bereiken. Toch kan het waardevol zijn voor de lezers om ook hierover iets te weten. Daarom is ook over dit vergevorderde stadium van ontwikkeling iets aangegeven dat misschien zou kunnen dienen om een beeld te vormen van wat er dan gaande is. In deze fase leert de dienaar van de mensheid om zich definitief los te maken van alles wat de verbinding met de ziel belemmert. Na de vierde inwijding is er niets meer dat hem letterlijk "boeit" in de menselijke ervaring, noch stoffelijk, noch emotioneel, noch mentaal. Dit proces van losmaken wordt aangegeven met het woord onthechting. Dit heeft niets te maken met ongevoeligheid, maar is een gevolg van het zich richten op een gekozen doel vanuit een zuiver geestelijke benadering. De dienaar trekt zich dan geestelijk gezien steeds verder terug uit verbintenissen met allerlei wereldse aangelegenheden. Er is dan steeds minder persoonlijke voorkeur of afkeur. Er is vooral Begrip voor wat er gaande is. Er wordt voortdurend gezocht naar mogelijkheden die benut kunnen worden om het werk in het Plan te bevorderen. De dienaar is dan een onbelemmerd kanaal om de enorme rijkdom van het ziele - leven uit te delen waar dat nodig is. Er stroomt heel veel energie en informatie door zo’n kanaal naar de verschillende groepen waar zo’n werker onderdeel van is. Een Leraar kan in toenemende mate werken met de centrale van het hart die gelegen is in de romp (niet te verwarren met het hart chakra) en ook met de krachtcentrale in het bekken. Hij wordt niet meer overheerst door begeerte energie. Ook het type energie dat seksuele aantrekking wordt genoemd, heeft dan steeds minder vat op de Leraar, vanwege de krachtige uitstraling van deze kracht centrale die pas na de vierde inwijding tot ontwikkeling mag worden gebracht. Voor de meeste lezers van dit boekje blijven deze woorden zonder praktische ervaring hoewel het interessante kennis kan zijn. De werker in het Plan is nu zowel een Leraar ten opzichte van hen die onderweg zijn naar ditzelfde punt, als een leerling van hen die nog verder gevorderd zijn op de weg van Dienst. In wezen blijft dus ook iedere Leraar van de mensheid, in principe altijd een leerling. In deze fase wordt er een soort van samensmelting met de ziel bereikt waardoor er een steeds zuiverder visie ontstaat. Het goddelijk Plan van evolutie wordt steeds beter aangevoeld. Het herkennen van het goddelijk doel geeft de Leraar grote kracht en grote verantwoordelijkheid. De Leraar is nu een bewaker van dat Plan geworden en staat betrekkelijk vrij van de normale menselijke begrenzingen. Men kan dan in de wereld staan en daar toch tegelijkertijd los van zijn. Een Leraar werkt vanuit een permanente verbinding met de innerlijke Broederschap en staat van daaruit continu in verbinding met andere leden van de grote groep van Leraren van de mensheid. _______________________________________________________________________________ 23
Er is dan een verlicht denkvermogen gevoed vanuit de monade (werkzaam via de geestelijke triade) en ontvangen door de hersenen in vol bewustzijn. Hierdoor wordt er een groot besef van synthese ontwikkeld. De leiding van de ziel over het dagelijkse leven wordt overgedragen aan de monade, ook al betekent zo’n opmerking weinig voor de gemiddelde student die deze woorden leest. De Leraar functioneert nu vooral op het Boeddhisch gebied, dat gekenmerkt wordt door zuivere redenering, juiste kennis, praktische wijsheid, diepe vreugde, innerlijke kalmte en vooral Begrip voor wat er gaande is, zowel in het leven van een individuele mens als bij een groep, een volk en de hele mensheid. Ook de Meesters van Wijsheid werken vaak vanuit dit gebied. De minder ver gevorderde werkers in het Plan werken gewoonlijk vanaf het mentaal gebied. De kruisiging is de symboliek van het voortdurend dienen van de medemens als mens tussen de mensen en ongeacht alle verschrikkelijke gevolgen die dit met zich mee kan brengen. Dit leidt zonder uitzondering tot een enorme druk, die onvoorstelbaar is voor leerlingen in een voorgaande fase van worsteling. Het leed dat op deze manier wordt ervaren, is meestal niet zo zeer het gevolg van de reacties van de grote massa van wie niet verwacht had kunnen worden veel te begrijpen van deze werelddienaren. Het werkelijke lijden voor de kandidaat wordt gewoonlijk vooral veroorzaakt door de tekortkomingen van de groep leerlingen die rond zo’n Leraar zijn verzameld en van wie verwacht had mogen worden beter te weten. In vele levens van grote opoffering tussen de derde en de vierde inwijding wordt alles los gelaten wat zou kunnen hinderen om als ziel te kunnen dienen in de groep zoals allerlei persoonlijke vriendschappen, geld en bezittingen, status, persoonlijke macht, een goede naam, etc. Er is dan in de wereld uiteindelijk niets meer waar de Leraar aan is gehecht. Alles wordt hem uiteindelijk ontnomen. Er is dan nog slechts onafgebroken dienst in het Grote Plan. Vaak speelt dan ook het thema leven en dood en soms verliest men zelfs het stoffelijke leven in dit stadium. Een voorbeeld van een bekende persoon die de vierde inwijding in dat leven onderging is het leven van Meester Jezus, tweeduizend jaar geleden in Palestina. Anderen zijn Plato en Rembrandt. Grote conflicten, zowel innerlijk als uiterlijk, leiden tot de uiteindelijke openbaring van een hogere waarheid. De straal die bij deze inwijding is betrokken is de vierde straal met als thema schoonheid en harmonie, die bereikt wordt door conflict. Het hartcentrum is het meest betrokken bij deze inwijding. Pas vanaf de vierde inwijding is er bewust contact mogelijk met het grote geestelijke centrum waar de Wil van God gekend wordt namelijk Shamballa. In dit stadium is er ook bewust contact mogelijk met de Christus de Leraar van de Meesters van Wijsheid en het hoofd van de Geestelijke Hiërarchie van dienst. In deze fase is er continuïteit van bewustzijn zowel overdag als ook ‘s nachts. Vóór deze inwijding is een leerling vooral gericht op onderscheidingsvermogen in de zin van juist en niet juist. Bij deze inwijding verandert dit in andere overwegingen, namelijk het waarnemen van het Plan, het deelnemen aan de uitwerking van dit Plan en het voorkomen van schade aan andere mensen, beschouwd vanuit het standpunt van de ziel. Een wonderlijk verschijnsel doet zich hier voor dat het mogelijk is om ook gedeeltelijk bevrijd te zijn. Een leerling die werkzaam is als een derdegraads ingewijde doet al ervaringen op met het af en toe opgenomen zijn in de innerlijke Broederschap. Deze toestand heeft al enige overeenkomst met het punt van bevrijding, dat gewoonlijk bereikt wordt bij de vierde inwijding. Een Leraar die werkzaam is vanuit de vierde graad van verbinding met de ziel, werkt gewoonlijk voortdurend vanuit deze toestand. Er is dan ook een permanente en bewuste hantering van energie in de loop van het gewone dagelijkse leven, ook wanneer er grote moeilijkheden zijn. Het is niet gemakkelijk om onder alle omstandigheden te blijven uitstralen zoals de Leraren dat doen. Dit vraagt een buitengewoon intensieve training. _______________________________________________________________________________ 24
De openbaring (vijfde inwijding) We wagen ons nu aan een beschrijving van het fenomeen Meesterschap in het menszijn, iets waarover heel veel misverstanden zijn ontstaan in de afgelopen honderd jaar, nadat er rond 1900 een poging is ondernomen vanuit de Witte Broederschap om het bestaan van de Meesters van Wijsheid in Tibet te midden van andere mensen, duidelijk te maken. Misschien dat de informatie die hierover nu wordt gegeven kan bijdragen aan een beeldvorming over de Meesters die meer overeenkomst heeft met de werkelijkheid dan tot nog toe gebruikelijk is. Nadat de vierde inwijding is ondergaan en er vanuit dat stadium lange tijd is gewerkt in het Plan, kan er een uitnodiging komen om deel te nemen aan de voorbereiding op een volgende inwijding. Dit is niet fundamenteel anders dan bij voorgaande stadia het geval is. De kandidaat wordt dan onderworpen aan de proeven die bij het eerstvolgende punt horen. Gewoonlijk vraagt dit werkelijk alles van een kandidaat en dit principe is nu niet anders. Was de druk bij de vierde inwijding verschrikkelijk, de druk waar een kandidaat nu aan wordt onderworpen overschrijdt de grenzen van het voorstellingsvermogen van leerlingen die nu nog minder ver zijn gevorderd. De inspanning die er op dit punt van de weg nodig is, is onvoorstelbaar groot. Dit wordt uiteindelijk toch mogelijk door het contact met de monade, werkzaam via de geestelijke triade. Hoe groter de weerstand die op Aarde wordt overwonnen, hoe groter de kracht die op die manier wordt opgewekt. Dit is misschien te vergelijken met de inspanning van een gewichtheffer die het mogelijk maakt dat er ontwikkeling van spiermassa komt. Een kandidaat voor het Meesterschap ontwikkelt op ongeveer dezelfde manier een soort van geestelijke kracht. Veel mensen hebben het idee dat een Meester vooral een man zou moeten zijn maar dat is niet het geval. Er zijn onder de zielen die het Meesterschap al hebben bereikt, zowel mannelijke incarnaties als vrouwelijke incarnaties geweest. Toch is het voor een vrouw veel moeilijker om dit punt te bereiken vanwege de sterkere gehechtheid aan de materie. Het is voor een vrouw veel moeilijker om deze verbindingen los te maken dan voor een man. De meeste zielen bereiken daarom het punt van Meesterschap over het menszijn in een incarnatie als man. Meesterschap wordt vaak beschouwd als het kunnen beschikken over enorme hoeveelheden kennis die direct beschikbaar is. Dit mag zo zijn maar gewoonlijk is dit niet het belangrijkste aspect van het bereiken van dit vergevorderde punt van ontwikkeling. Het gaat bij de voorbereiding vooral over de beheersing van het eigen energieveld op zo’n manier dat onder nagenoeg alle denkbare omstandigheden er controle is over het eigen functioneren. Waar de beginnende werker in het Plan vaak volkomen wordt meegesleurd door overheersende energiestromen vanuit de directe omgeving daar kan een Meester zich handhaven door het bewuste gebruik van energie vanuit de ziel en indien nodig zelfs vanuit de monade. Een dergelijke werker is zich van nagenoeg alles bewust wat er zich in het eigen energieveld afspeelt ook al schijnt een dergelijke toestand onmogelijk te bereiken te zijn vanuit het standpunt van minder ver gevorderde werkers in het Plan. De werkzaamheid van het lager denkvermogen is dan volkomen onder beheersing gebracht. Dit geeft een intense rust. Soms wordt er verondersteld dat een Meester van Wijsheid niet meer zou incarneren. Dit beeld is over het algemeen onjuist en in veel situaties wordt er gewoon een volgende incarnatie opgenomen om zo dichter bij de mensen te kunnen staan en daardoor uit eigen ervaring vast te stellen met welke omstandigheden de andere werkers rekening moeten houden. De mensen met wie er dan wordt samengewerkt zijn dezelfde als degene met wie er in vele voorgaande incarnaties al eerder is gewerkt. Hierin is dus in principe niets veranderd wanneer een vijfde inwijding wordt bereikt. _______________________________________________________________________________ 25
Soms wordt er verondersteld dat een Meester niet meer aan karma zou zijn gebonden. Dit beeld is niet helemaal juist. Er zijn in werkelijkheid twee aspecten die min of meer los van elkaar staan. Het ene aspect is de verbinding met de ziel die in verschillende stappen steeds sterker wordt totdat er bij de vijfde stap Meesterschap over het menszijn wordt bereikt. Het andere aspect is het afwerken van karma dat verbonden is aan de persoonlijkheid die al vele levens op Aarde heeft geleefd, waarin er van alles kan zijn gebeurd. Het zal gevoelsmatig duidelijk zijn dat naarmate er een gevorderde ontwikkeling is bereikt, het afwerken van karma aanzienlijk sneller gaat dan voorheen mogelijk is. Een ingewijde kan immers met grote kracht werken en kan daarom tot grote steun zijn voor anderen. Zo kan er in een korte periode van enkele honderden jaren heel veel in balans worden gebracht waar andere werkers aanzienlijk meer tijd voor nodig zouden hebben. Bij de vierde inwijding wordt het persoonlijk karma geacht te zijn opgebrand. Daarna is een Leraar verbonden aan groepskarma, volkskarma en wereldkarma. Zo kan een Meester dus nog lange tijd verbonden zijn aan stukken karma waar Hij of Zij ooit eerder mee te maken heeft gehad. Langs diezelfde lijnen wordt er vaak ook samengewerkt met leerlingen. Een Meester van Wijsheid heeft veel overeenkomsten met een bloem die geurt en kleurt. Dit is het maximaal haalbare in het menszijn. Iemand in dit stadium van ontwikkeling leeft, als een ziel in incarnatie zoals het uiteindelijk ooit is bedoeld. Meer dan dit is niet mogelijk en toch zijn zelfs de Meesters niet onfeilbaar zolang zij in incarnatie zijn. Zij hebben weliswaar de mogelijkheid om gebruik te maken van verschillende hogere geestelijke vermogens maar toch moeten zij nog vaak werken door middel van hun eigen persoonlijkheid, die ingekleurd wordt door hun eigen stralenstructuur, astrologische invloeden en ervaringen uit dit en voorgaande levens. Met andere woorden de invloeden vanuit de persoonlijkheden van de Meesters kleuren de concrete invulling van hun werkzaamheden nog steeds in, zij het in aanzienlijk geringere mate dan bij hun leerlingen. Dit is een aspect dat vaak wordt vergeten. Een Meester van de vijfde graad is enerzijds werkzaam als een ziel in het Plan maar is tegelijkertijd ook nog steeds een mens. Vanwege de overdreven beeldvorming die er is ontstaan wordt dit aspect vaak vergeten. Bij de nog hogere graden van ontwikkeling kunnen er andere toestanden van bestaan optreden maar daar wordt in dit boekje niets over geschreven. Gewoonlijk werken ook de Meesters in teamverband en zijn er altijd enkelen die niet in incarnatie zijn zodat zij een heldere en onbelemmerde visie hebben op het werk in het Plan. Dit kan soms een ondersteuning zijn van de andere leden van de innerlijke Broederschap. De kracht van de innerlijke groep is daardoor enorm. Zij kunnen beschikken over indrukken uit eigen ervaringen van de omstandigheden waaronder ook de andere werkers moeten arbeiden in het Plan, omdat zij ter plekke aanwezig kunnen zijn. Tegelijkertijd hebben zij de beschikking over een heldere visie op het Plan van degene die niet meer worden gehinderd door de invloeden van hun persoonlijkheden omdat zij niet in incarnatie zijn. De Meesters kunnen beschikken over allerlei geestelijke vermogens waarvan vele bij het grote publiek volkomen onbekend zijn. Zij kunnen beschikken over zeer veel energie. Dit maakt de innerlijke groep uitermate sterk. Toch zijn de uitkomsten van hun werkzaamheden niet altijd zeker. Veel wordt proefondervindelijk vastgesteld met name in die situaties waarin er nieuwe normen en waarden in een samenleving nodig zijn. Nadat de vierde inwijding is ondergaan, is de werker in het Plan gewoonlijk vrij om zich in of buiten het lichaam te bewegen tenzij er goede redenen zijn om deze hogere vermogens op te offeren voor een hoger doel. Soms kiezen vierdegraad ingewijden er voor om bewust geen gebruik te maken van deze mogelijkheden die in principe aan deze positie zijn verbonden. Allerlei vormen van menselijke begeerte worden in deze fase omgezet naar geestelijke wil. De betrokken straal bij deze fase is dan ook de eerste straal, die van Wil of macht. _______________________________________________________________________________ 26
Er is een enorme instroom van kracht vanuit de monade, werkzaam via de geestelijke triade, waarmee een Meester mag werken in dienst in het Plan. Hierdoor ontstaat een sterke magnetische werking naar andere werkers in het veld waardoor uiteindelijk een ashram kan worden gevormd, hoewel niet alle Meesters op die manier werken. In deze fase ontstaat er een volkomen bewuste gewaarwording van allerlei natuurkrachten die voor anderen onzichtbaar zijn en er is ook een bewuste toepassing van de energie waarmee dan mag worden gewerkt. Een Meester werkt gewoonlijk samen met deva’s met name zij die werkzaam zijn op het genezende vlak. Soms werken zij met verschillende soorten elementalen. Een Meester leert de hogere geestelijke wil te ontwikkelen zoals de werkers van lagere graden leren hun denkvermogen te ontwikkelen. Het reservoir van de persoonlijke wilskracht is onderaan in de ruggengraat. De hogere geestelijke wil zetelt in het hoofd, waar ook het doel wordt opgevangen. Een Meester werkt continu met energie dat wil zeggen dag en nacht. Er is dan geen enkele onderbreking meer in het bewustzijn zoals dat bij andere werkers gebruikelijk is wanneer zij gaan slapen. Was er bij de vierde graad nog af en toe het wegvallen van het bewustzijn tijdens de uren van slaap van het lichaam, nu is er volledige continuïteit van bewustzijn. Er wordt in deze fase een visioen aan de Meester geopenbaard vanuit de Geestelijke Leiding van onze Aarde. Dit geeft het doel aan voor in de komende honderden jaren. Dit doel wordt door de Meester uitgewerkt in een concreet plan. Dan worden er vaak mensen (zielen) benaderd die misschien aan dit doel zouden willen meewerken. Hierover worden dan afspraken gemaakt als zielen. Het uitwerken van dit plan vraagt al zijn scheppend vermogen en al zijn kracht. Deze projecten zijn gewoonlijk van belang voor de hele mensheid. Vaak heeft een Meester duizenden levens op Aarde doorgebracht voordat alle moeilijkheden uiteindelijk zijn overwonnen. Deze vijfde inwijding geeft aan de Meester toestemming om toe de treden tot een hogere school dan de aardse school, die als een soort vooropleiding functioneert voor de hogere scholen in het Grote Plan van Geestelijke Evolutie. Een Meester is dus niet uitgeleerd maar leert gewoon verder onder begeleiding van Degene die dan zijn Leraren zijn. In de praktijk van het dagelijkse leven zal een Meester meestal niet herkenbaar zijn voor zijn medemensen onder andere omdat de meeste mensen niet gewend zijn geestelijk naar andere mensen te kijken. Een Meester in incarnatie gedraagt zich meestal onopvallend en leidt een gewoon leven net als andere mensen. Door zijn geestelijke uitstraling en door zijn werkzaamheden is een Meester soms herkenbaar voor andere werkers in het Plan die voldoende zijn getraind om dit te kunnen waarnemen. In de voorgaande eeuwen was er een groot verschil tussen de betrekkelijk weinige kennis waarover de grote massa kon beschikken en de enorme hoeveelheid kennis in de bibliotheken van de Meesters. In het tegenwoordige internettijdperk liggen deze verhoudingen schijnbaar volkomen anders omdat nu iedereen heel veel kennis van de meest uiteenlopende onderwerpen betrekkelijk gemakkelijk kan opvragen. Toch zal het gevoelsmatig duidelijk zijn dat de Meesters kunnen beschikken over veel informatie die niet voor anderen beschikbaar is. Voorbeelden hiervan zijn de werking van allerlei wetten in de Natuur en de concrete en gedetailleerde informatie over alle incarnaties van hun leerlingen. Dit laatste is van zeer groot belang in verband met het doorwerken van het karma van de leerlingen. Van veel kennis van de Meesters is bovendien onbekend dat deze onderwerpen bestaan. Het concentratievermogen van de Meesters is onvoorstelbaar groot ten opzichte van voorgaande stadia van verbinding met de ziel. Dit is een gevolg van een zeer intensieve training onder vaak moeilijke omstandigheden en onder vaak zeer grote druk. _______________________________________________________________________________ 27
Over Meesters en hun werkzaamheden Een Meester waar wij als mensen eventueel mee te maken zouden kunnen krijgen is onderdeel van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst. Vanuit deze positie is een Meester verantwoordelijk voor werkzaamheden die onderdeel zijn van het Grote Plan van Geestelijke Evolutie zoals dat door degene die wij (bij gebrek aan een betere naam) God noemen, is vastgesteld. Het werk van een Meester is veel omvattend. Hij wordt daarbij gewoonlijk geholpen door medewerkers die hij vanwege dit doel om zich heen heeft verzameld. Deze groep van medewerkers houdt zich dus allemaal bezig met ongeveer hetzelfde werk dat wordt geïnspireerd door de Meester. Vaak werkt hij door middel van leerlingen die bij zijn groep zijn aangesloten zonder zelf direct zichtbaar te zijn. Een werker in het Plan die vanuit zijn vrije wil als ziel reageert op de impulsen van de Meester wordt hierdoor steeds beter inzetbaar voor het werk dat de Meester beoogt. Een student houdt altijd de vrije wil om samen te werken met zo’n groep van een Meester of om dat niet te doen wanneer hij daarvoor bewust of onbewust wordt gevraagd. Een Meester kan een hiervoor geschikte werker in het Plan op het mentale niveau inzichten en informatie geven die van belang zijn voor de werkzaamheden van de groep. Vaak treden de Gidsen op als overbrengers van deze informatie. Door het gebruik van telepathie worden er gedachten doorgegeven aan de werkers in het veld. Deze methode kan gebruikt worden voor een grote groep leerlingen. Toch blijft de kans aanwezig dat de onvoldoende getrainde werkers de boodschap niet goed begrijpen met alle schadelijke gevolgen die hieruit voort kunnen vloeien. Een andere methode van werken is de “overschaduwing” van gevorderde leerlingen tijdens werkzaamheden zoals lezingen, schrijfwerkzaamheden, tekenen, etc. Dit vraagt een verdere ontwikkeling van de werker in het veld omdat er dan een sterke wisselwerking komt tussen het energieveld van de leerling en dat van een Leraar. Niet iedereen kan zoiets goed verdragen. Deze methode is zuiverder dan de eerstgenoemde maar kan slechts voor een kleine groep getrainde leerlingen worden toegepast. De vergevorderde werkers in het veld kunnen ook op nog een andere manier dienen in het Grote Plan namelijk door tijdelijk en volkomen bewust hun lichaam af te staan aan één van de Meesters. Een voorbeeld van deze manier van werken is de persoon Jezus die in zijn incarnatie van tweeduizend jaar geleden als derde graad ingewijde zijn lichaam en zijn persoonlijkheid ter beschikking stelde aan de Christus. Jezus fungeerde dus als de drager van de Christus en onderging aan het einde van dat leven de vierde inwijding. Dit werd symbolisch en letterlijk uitgebeeld door de kruisiging. Zijn naam was destijds Jezus Christus dat wil zeggen de combinatie tussen de mens Jezus en de overschaduwende Christus. Stel dat Paulus de drager was geweest van de Christus dan zou zijn naam ongetwijfeld Paulus Christus zijn geweest. Stel dat Petrus deze rol was toebedeeld dan zou het Petrus Christus zijn geweest, etc. Deze manier van werken biedt aan de Geestelijke Hiërarchie van Dienst veel mogelijkheden om mee te werken maar dit komt in praktijk heel weinig voor. De zwarte Loge werkt op soortgelijke wijze met mensen die zich vanwege hun motieven en hun doel hebben verbonden aan duistere krachten ook al zijn deze mensen zich dat vaak niet bewust. Overschaduwing en overname van lichamen komt dus zowel voor bij de zwarte loge als bij de witte loge. Het uit handen geven van (een deel van) je lichaam om dit ter beschikking te stellen aan anderen is daarom buitengewoon gevaarlijk. Alleen de vergevorderde en goed getrainde werkers in het Plan kunnen op deze manier zonder al te veel moeilijkheden samenwerken met de Geestelijke Hiërarchie en zelfs dan is er grote voorzichtigheid nodig. _______________________________________________________________________________ 28
Bewuste en directe verbindingen met Meesters zijn gewoonlijk pas mogelijk vanaf de derde inwijding. Daarvoor wordt de hardwerkende leerling af en toe gadegeslagen door de Meester van de groep waar de werker in het veld misschien later in kan worden opgenomen als een volwaardig lid. Vanwege andere drukke werkzaamheden in deze periode besteden de Meesters nog maar betrekkelijk weinig tijd aan onderwijs. Dit werk wordt grotendeels overgenomen door de gevorderde leden van de onderwijs ashrams. Mensen die toch proberen een Meester aan te roepen zouden er goed aan doen zich te realiseren dat een Meester er vaak geen enkele behoefte aan heeft om op deze kreten te reageren. Een Meester heeft een grote verantwoordelijkheid voor het werk dat hij op zich heeft genomen en zal zich niet richten op bezigheden die niet passen bij zijn doel. De kans op illusies is hier erg groot vanwege sterke bewuste of onbewuste wensgedachten. Een bewuste en directe verbinding met één van de Meesters is dus zeldzaam. De noodzakelijke informatie wordt gewoonlijk door de vergevorderde medewerkers van zo’n groep overgebracht naar de werkers die in de stoffelijke wereld werkzaam zijn. Door beginnende studenten worden er vaak astrale (fantasie) beelden gemaakt van een Leraar. Dit is hun eigen beeld en heeft vaak niets te maken met de Meesters zelf. Voorzichtigheid en juiste kennis zijn dus ook hier belangrijk. Een Meester is altijd werkzaam op één van de zeven stralen zoals dat wordt genoemd. Dit type energie bepaalt de aard van zijn werkzaamheden. Omdat de Meester het hartcentrum vormt van een ashram is daardoor ook iedereen die deel uitmaakt van zo’n groep werkers in mindere of meerdere mate onder invloed van deze straal. Hieronder worden een aantal Meesters genoemd inclusief de straal waarop zij werkzaam zijn en hun werkzaamheden zodat er misschien meer duidelijkheid kan ontstaan bij hen die nog niet over deze kennis beschikten. De naam van een Meester is gewoonlijk de naam die ze droegen tijdens de incarnatie waarin ze Meesterschap bereikten. Dat wil niet zeggen dat zij deze naam nu nog actief gebruiken in hun contacten met andere werkers. Het heeft ook geen enkele zin voor een student om zich op deze namen te richten in de hoop dat er dan verbinding zou ontstaan met één van deze Meesters. Een meer directe verbinding met een Meester wordt alleen mogelijk wanneer er verdergaande samenwerking is ontstaan vanwege de werkzaamheden die een leerling al op zich heeft genomen en vanwege een geleidelijk sterker wordende verbinding met de ziel. Meester Morya (Meester M.) Deze Meester is werkzaam op de eerste straal, die van wil of macht. Hij heeft al enkele eeuwen geleden de zesde inwijding ondergaan. Hij houdt zich vooral bezig met bestuur en politiek. Hij werkt door middel van vele esoterische organisaties. Hij werkt veel op het mentaal gebied waarop de gewenste denkbeelden worden doorgegeven en Hij inspireert vele politici en staatslieden. Deze Meester werkt nauw samen met Shamballa. Hij werkt vooral aan juiste menselijke verhoudingen op allerlei terreinen van onze samenleving. Hij is één van de Mahatma’s die rond 1900 in Tibet leefden tussen andere mensen en in gezelschap van nog enkele Meesters van Wijsheid. Hij is zeer actief betrokken bij het proces dat het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie wordt genoemd. Hij is degene die de dagelijkse leiding heeft over de hoofd ashram van de eerste straal. Alle Meesters die werkzaam zijn op de eerste straal vallen onder zijn toezicht. Daarnaast begeleidt Hij nog andere Leraren vanaf de vierde graad van verbinding met de ziel. Hij is onbereikbaar voor alle anderen. Voor de lezers van dit boekje is dit dus niet iemand waar je mee te maken zou kunnen krijgen. Er zijn maar heel weinig uitzonderingen.
_______________________________________________________________________________ 29
Meester Koot Hoomi (Meester K.H.) Deze Meester is werkzaam op de tweede straal, die van Liefde en Wijsheid. Ook Hij heeft enige eeuwen geleden de zesde inwijding ondergaan en wordt voorbereid om uiteindelijk de rol van de Wereldleraar op zich te kunnen nemen aan het einde van het tijdperk van de Waterman als de opvolger van de Christus. Hij houdt zich ondermeer bezig met het ontwikkelen van Broederschap, opvoedingswerk en het inspireren van grote filosofieën. Ook Hij is één van de Mahatma’s die rond 1900 leefden in Tibet. Hij begeleidt zeer veel Meesters van Wijsheid en geeft leiding aan de grote hoofd ashram op de tweede straal. Dit is de grootste van de ashrams. Hier aan verbonden zijn een aantal kleinere ashrams die uiteindelijk ook allemaal onder Zijn verantwoordelijkheid vallen. Meester Rakoczi (Meester R.) Deze Meester wordt ook wel de “Heer van Beschaving” genoemd en is werkzaam op de derde straal, die van werkzame intelligentie. Hij is bekend onder verschillende namen van zijn incarnaties waaronder de Graaf de Saint Germain, Roger Bacon en ook Francis Bacon bekend van Shakespeare. Hij is regent van Europa en Amerika. Hij treedt op als de leider van de uitvoering van de Plannen van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst. Hij is het hoofd van de hoofd ashram van de derde straal. Ook de ashrams op de vierde, vijfde, zesde en zevende straal vallen onder Zijn verantwoordelijkheid. Meester Djwal Khul (Meester D.K.) Deze Meester is ook werkzaam op de tweede straal. Hij bereikte Meesterschap rond 1875 in de ashram van de Meester K.H. Hij is degene die samenwerkte met Alice Bailey om veel esoterische kennis te publiceren tussen 1920 en 1950. Daarvoor werkte hij samen met H.P. Blavatsky aan onder andere de Geheime Leer deel I en II. Hij werkt samen met hen die genezing brengen (o.a. het Rode Kruis). Hij is bekend onder de naam "de Tibetaan". Hij begeleidt velen op weg naar hun eerstvolgende inwijding en is actief betrokken bij het proces van het Naar Buiten Treden. Meester Hilarion Deze Meester is werkzaam op de vijfde straal van wetenschap en concrete kennis. Hij is ooit Paulus van Tarsus geweest. Hij werkt met hen die de intuïtie ontwikkelen. Hij begeleidt mensen die aanleg hebben voor de hogere geestelijke vermogens om die te leren benutten voor dienst in het Plan. Hij werkt ook via wetenschappelijke bewegingen. Hij is degene die een begin maakt met de opbouw van de vierde afdeling van de grote esoterische school van Shamballa. Deze nieuwe afdeling is bedoeld voor het komende zesde wortelras en wordt in het Westen opgebouwd. Meester Jezus Deze Meester is werkzaam op de zesde straal van toewijding. Hij werkt nauw samen met de Christus en houdt zich bezig met de voorbereiding op de komst van de Wereldleraar in een stoffelijk lichaam tussen de vele werkers in het veld. Hij werkt vooral in het Westen om daar de onrust in de denkvermogens om te vormen tot zekerheid en kennis. Hij houdt zich ook bezig met kerkelijke aangelegenheden. Hij bereikte Meesterschap in zijn incarnatie als Appollonius van Tyana. Deze incarnatie volgde direct op die van Jezus in zijn leven in Palestina. De ashrams van deze bekende Meesters zijn zeer nauw betrokken bij de voorbereiding van de komst van de Geestelijke Hiërarchie tussen de mensen op aarde. Daarnaast zijn er nog enkele onbekende Meesters die bij dit grote werk van het Naar Buiten Treden zijn betrokken.
_______________________________________________________________________________ 30
De Christus De Christus is één van de vele tienduizenden zielen die ook ooit in incarnatie is gekomen op onze aarde net als vele anderen. Ook Hij heeft net als de andere Meesters van Wijsheid geworsteld met de moeilijkheden die het menszijn nu eenmaal met zich meebrengt. Hij heeft een lange ontwikkeling meegemaakt voordat Hij tweeduizend jaar geleden de nieuwe Wereldleraar werd als opvolger van de Boeddha die dit ambt voor Hem heeft uitgeoefend. Hij onderging tweeduizend jaar geleden de zevende inwijding en werd daarmee het hoofd van de Geestelijke Hiërarchie. Hij heeft ons aangetoond wat mogelijk is en wij kunnen daarom porberen om Zijn voorbeeld te volgen. Hij is de Meester der Meesters en de Leraar van allen. Hij bracht de Goddelijke Liefde tot uitdrukking in Zijn leven van tweeduizend jaar geleden op aarde. Hij onderwees vooral de weg van het praktisch handelen in dienst aan andere mensen als een gevolg van een hart dat gevuld is met genegenheid en begrip. Hij stimuleert het intuïtief aanvoelen van een hogere waarheid. Hij is ook de bestuurder van het proces van reïncarnatie. Hij bevordert het ontwikkelen van het groepsbewustzijn. De Christus is ook de Bemiddelaar tussen de Geestelijke Hiërarchie en Shamballa, het hoge centrum waar Gods Wil gekend wordt. In de voor ons liggende periode zal de Christus uiteindelijk opnieuw tussen de mensen op aarde aanwezig zijn zoals Hij dat ook tweeduizend jaar geleden was. Deze keer komt Hij niet alleen maar wordt Zijn komst voorbereid door de hele Geestelijke Hiërarchie die duidelijk herkenbaar tussen de mensen aanwezig zal zijn om de mensheid te begeleiden. Een belangrijk deel van de voorbereiding bestaat uit het opbouwen van juiste menselijke verhoudingen op allerlei gebieden van onze menselijke samenleving zoals in het onderwijs, de politiek, de gezondheidszorg, etc. In dit verband is het ook zinvol om te kijken naar de onderlinge verhoudingen in de Europese Unie met name op het gebied van landbouwsubsidies en handelsrechten met andere delen van de wereld.. Er is aangegeven vanuit de innerlijke Broederschap dat er door de mensheid een begin moet zijn gemaakt met het principe van samenwerken en een juiste verdeling van voedsel en natuurlijke hulpbronnen zoals olie en aardgas voordat er een volgende stap in het Plan mogelijk wordt. In deze fase is de worsteling van heel Europa met de opbouw van juiste menselijke verhoudingen prachtig gesymboliseerd in de moeilijkheden die er zijn binnen de Europese Unie. Zijn geleidelijke verschijning zal het bestaande goede werk bevestigen en versterken. Hij werkt in deze fase vooral via Zijn directe leerlingen, de Meesters van Wijsheid. Van daaruit worden ook de lagere ingewijden geïnspireerd. Als gevolg van deze ontwikkelingen zal het voor zeer veel mensen over de hele wereld mogelijk zijn massaal de eerste inwijding te ondergaan gewoonlijk in groepsverband en vaak zonder dat dit bewust wordt herkend. Dit zijn vaak mensen die zich geroepen voelen om een innerlijk aangevoeld ideaal te verwezenlijken. De Meester Jezus is iemand anders als de Christus hoewel dit onderscheid voor velen nog niet duidelijk is. De Meester Jezus was tweeduizend jaar geleden de “drager” van de Christus. Dit proces wordt overschaduwing genoemd en komt af en toe voor in bijzondere situaties. De Christus energie is de energie die verbonden is aan de ziel. Deze energie is er dus altijd al geweest en herkend door de mensen die in voorgaande eeuwen het spoor van de ziel hebben gevolgd. Deze energie is nu sterker dan voorheen omdat er nu meer mensen zijn die het spoor van de ziel volgen. Christus energie is iets anders dan Aquarius energie. De energie van Aquarius is eenvoudig de energie die stroomt vanuit het teken van de Dierenriem dat de Waterman wordt genoemd. Hiervoor was dat Vissen energie en later zal dit energie zijn uit het teken van de Steenbok. De Christus energie is niet specifiek verbonden aan één teken van de Dierenriem. _______________________________________________________________________________ 31
De Boeddha Zoals de Christus het Westen wist te inspireren zo is de Boeddha er in geslaagd vooral de Oosterse mensen te bereiken. De Christus vertegenwoordigde vooral de Goddelijke Liefde terwijl de Boeddha vooral de Goddelijke Wijsheid tot uitdrukking bracht. In deze periode is de Boeddha één van de Grote Helpers van de Christus. Hij was de Wereldleraar voordat de Christus dit werd. Hij onderwees de mensheid van die dagen vooral een juiste manier van denken. Als reactie op de problemen van de mensheid bracht de Boeddha ons het verlossende inzicht in de oorzaak en de oplossing van het probleem van het menselijke lijden. Het is misschien zinvol de belangrijkste punten van deze leer hier in het kort toe te voegen als aanvulling op het geheel. -
-
Het lijden van de mensheid is een gevolg van de dualiteit in de aardse leerschool. Geest en stof zijn beiden even goddelijk in hun essentie. Dit hoort dus typisch bij onze aarde. De oorsprong van lijden is terug te vinden in het voortdurend willen hebben van allerlei dingen die niet per sé nodig zijn vanuit het standpunt van de ziel. Hierdoor ontstaat onbalans tussen de mens en zijn hogere zelf. Het karma dat hierdoor ontstaat wordt ooit weer uitgebalanceerd. Vaak gebeurt dit op een pijnlijke manier. Toch wordt er zo veel geleerd en ontstaat er begrip en de bekwaamheid om juist te handelen. Uiteindelijk kan er zo Meesterschap over het menszijn worden bereikt door alle mensen die dit willen. Het lijden van het lagere zelf (het ikje) kan uiteindelijk worden opgeheven door het herkennen en verminderen van hebzucht en eigenbelang. Dan komt er meer vreugde. De weg die leidt naar bevrijding (de vierde inwijding) wordt het achtvoudige pad genoemd en bestaat uit: een juiste motivatie, een juiste visie, het juiste woord, een juiste handelwijze, een juiste levenswijze, juiste inspanning, een juiste manier van denken en een juiste concentratie op het doel van de ziel.
Het smalle achtvoudige pad kun je bewandelen door wilskracht en door concentratie van je aandacht op de weg direct voor je. Hierdoor verlicht je de eigen weg en verlies je geen energie door je aandacht te veel op andere dingen te richten. Acht is het getal dat de verbinding met de Christus energie (de ziel) aangeeft zoals negen verbonden is met Shamballa. Hebzucht als bron van lijden is nog even actueel als vele eeuwen geleden. De vorm waarin de hebzucht zich manifesteert groeit mee met de ontwikkeling van een mens. Het willen hebben van overbodige materiële dingen is voor veel mensen al moeilijk herkenbaar als hebzucht. Nog moeilijker is de hebzucht te herkennen als het gaat om het willen hebben van allerlei geestelijke dingen zoals veel spectaculaire kennis, bijzondere vermogens, verbindingen met Meesters, etc. Het herkennen van allerlei persoonlijke bronnen van hebzucht is een belangrijke stap op weg naar de uiteindelijke bevrijding van de overheersing hiervan. Er is veel moed nodig om aan dit proces van het beter leren kennen van jezelf te willen beginnen. Er wordt dan ook vaak gezegd: De weg van de Boeddha gaat van Moed naar Wanhoop en eindigt in Vreugde. Onderscheiding, onthechting en onbewogenheid zijn hier de sleutelwoorden. Bij sommige mensen is er een neiging om de felbegeerde staat van verlichting geforceerd te willen bereiken door alles los te laten en niets meer te willen. Zelfs de verbinding met het stoffelijke lichaam wordt soms beschouwd als iets wat niet belangrijk zou zijn. Deze mensen vergeten dat begeerte naar verlichting evengoed een vorm van begeerte kan zijn. Bovendien is het stoffelijke lichaam van grote waarde als de plaats waar het bewustzijn in kan worden geconcentreerd bijvoorbeeld in het hart of in het centrum tussen de wenkbrauwen. _______________________________________________________________________________ 32
De Leraren van de mensheid Een Leraar van de mensheid is iemand uit de groep werkers in het Plan die een vierde of een vijfde inwijding heeft ondergaan. Zo’n vergevorderde werker heeft gewoonlijk weinig direct contact met een beginnende student. De gevorderde leerlingen (waaronder de Gidsen) verzorgen de opleiding van de jongere werkers en brengen soms verslag uit aan de Leraar die de hele ontwikkeling op afstand volgt. Pas als er voldoende voorbereiding is geweest kan er soms een directer contact met leerlingen worden gemaakt door de Leraar zelf. De Geestelijke Hiërarchie van dienst kan niet of nauwelijks bewust met mensen samenwerken zolang er geen mentale afstemming is opgebouwd en zolang er geen beginnende vorm van ziele contact is. De aanwijzingen die worden gegeven kunnen door al te emotioneel ingestelde studenten meestal niet worden benut om de eigen mogelijkheden voor dienst in het Plan te vergroten. Pas als de leerling op eigen kracht voldoende is gevorderd met het handhaven van een mentale afstemming in het dagelijkse leven wordt een bewustere samenwerking mogelijk met de verder gevorderde leden van de innerlijke Broederschap. Zelfs als een leerling (of een groep leerlingen) is “aangenomen” door een Leraar dan betekent dit niet dat er een regelmatig en direct contact mogelijk is. Het stadium van "aangenomen zijn" is te beschouwen als een erkenning vanuit de kant van de Hiërarchie van dienst dat de leerling (of de groep) zich een aantal fundamentele denkbeelden eigen heeft gemaakt die noodzakelijk zijn om met succes het pad te blijven volgen. Deze gedachten zijn ongeveer als volgt: de leerling probeert zich zo goed mogelijk te richten op de ziel, de inwonende goddelijkheid, het bestaan van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst wordt (h)erkend, het bestaan van het Plan van geestelijke evolutie wordt (h)erkend en men is bereid om vanuit genegenheid voor anderen in vreugde mee te werken in dat Plan als vorm van dienst aan andere mensen, ook als dat soms persoonlijke offers vraagt. In de dagelijkse praktijk is het zinvol om niet al te veel aandacht te besteden aan de verbinding met één van de Leraren. Door deze neutrale houding worden veel illusies voorkomen en kan de tijd en de beschikbare energie worden besteed aan andere dingen zoals dienst aan anderen, esoterische studie of doelgerichte meditatie. Als een Leraar vanuit zijn kant contact wil opnemen dan staat hem daarvoor meestal niets anders in de weg dan de houding van de leerling zelf. Een student zou er dus goed aan doen om maar gewoon verder te gaan op de weg van het volgen van het spoor van de ziel. De Leraar kan dan toevoegen wat er nodig wordt geacht ook als het gaat om de onderlinge contacten. Een beginnende leerling zal bovendien de aanwezigheid van een Leraar meestal niet kunnen herkennen tenzij dit bewust mogelijk wordt gemaakt voor een speciaal doel. Als deze bewuste herkenning in de dieptes van het hart wordt toegestaan dan is een volkomen zwijgen hierover van het grootste belang. Zwijgzaamheid over deze contacten zal ook in de komende periode een belangrijke rol spelen. Een Leraar kan gewoonlijk nog steeds het beste werken vanuit een positie achter de schermen. Publiciteit voor zijn persoon werkt gewoonlijk slechts als een belemmering. Er zijn maar weinig uitzonderingen. Herkenning is vooral een bevestiging voor de student van het spoor dat wordt gevolgd. Dit kan dienen om aan te moedigen en te inspireren in dienst in het Plan. De bewuste herkenning van een Leraar is gewoonlijk pas mogelijk nadat de leerling zichzelf als een ziel al goed heeft leren kennen en al volop werk verricht in het Plan. In de praktijk komt dit neer op het stadium van een tweede of een derde graad van verbinding met de ziel. De bewuste contacten met de directe leden van de groep van Leraren van de mensheid lokken vaak een tegenreactie uit bij de zwarte loge. Dit betekent in praktijk dat er ook vanuit de tegenstanders van _______________________________________________________________________________ 33
de witte loge zal worden geprobeerd om contact op te bouwen. Dit is niet altijd een gevolg van een onzuivere motivatie van de student maar eenvoudig een gevolg van de keuzes om mee te werken in het Plan van geestelijke evolutie. Deze pogingen om de opbouwende werkzaamheden te belemmeren en te infiltreren in de (telepathische) verbindingen met de Geestelijke Hiërarchie van dienst moeten eveneens worden herkend. Naarmate de herkenning van de witte loge duidelijker wordt zullen ook de tegenwerkende krachten duidelijker worden herkend. In zo'n situatie is het belangrijk te blijven vertrouwen op de eigen verbondenheid aan de ziel en aan de groep. De gerichtheid op het doel en het blijven werken aan een zinvolle toekomst bieden een uitweg dwars door allerlei mogelijke moeilijkheden heen. Soms kunnen hindernissen niet onmiddellijk worden opgelost. In zo’n situatie kan het raadzaam zijn om het dan maar gewoon even los te laten vanuit het vertrouwen dat er op een later tijdstip waarschijnlijk wel andere mogelijkheden komen om toch gewoon verder te kunnen gaan. Wanneer hier enige ervaring mee is opgedaan wordt het vertrouwen steeds groter dat juist door dingen los te durven laten er ruimte kan komen voor oplossingen. Een Leraar probeert om noodzakelijke denkbeelden over te brengen naar de denkvermogens van leerlingen die tot zijn groep behoren. Hiervoor is een sterke mentale afstemming van de studenten absoluut nodig omdat anders de denkbeelden vervormd zouden kunnen worden waargenomen. De gedachtewereld van een werker in het Plan wordt dus een steeds belangrijker gebied van bewuste training. De kracht van gedachten is enorm, zowel positief als negatief. Een Leraar bracht in het verleden zijn informatie gewoonlijk telepathisch over naar zijn leerlingen ook als hij op het stoffelijk gebied werkzaam was. In de komende periode is het mogelijk dat er directe contacten zijn op het stoffelijk gebied tussen een Leraar en een groep studenten. Vaak wordt er nu gewerkt met tussenpersonen die de informatie kunnen overbrengen. Dit zijn dan gevorderde leerlingen die tijdelijk worden opgenomen in de innerlijke Broederschap en van daaruit worden “overschaduwd” zoals dat technische wordt genoemd in de esoterische literatuur. Een Leraar maakt dan als het ware gebruik van het persoonlijkheidsmechanisme van zo’n gevorderde student. Dit wordt als zielen in goed overleg vooraf doorgesproken. Zo kan een Leraar onderwijs geven aan een groep zonder zelf in de stoffelijke zin aanwezig te zijn. Zo ontstaat ook het geïnspireerd schrijven en spreken. Dit komt betrekkelijk veel voor in deze tijd. Het bewust leren herkennen van deze telepathische informatie die via het hoger mentale gebied wordt doorgegeven is dus een noodzakelijk onderdeel van de training van een gevorderde werker in het Plan. Het gesproken en het geschreven Woord wordt vooral door de leerlingen gebruikt. Als een Leraar teksten schrijft dan doet zich de vraag voor; hoe is dit te herkennen? Enkel de naam van een Leraar is immers geen enkele garantie voor zijn daadwerkelijke inbreng. De teksten afkomstig van een Leraar zullen vaak een beroep doen op het abstracte denkvermogen van studenten en kunnen vaak het beste intuïtief worden begrepen. Een Leraar houdt zich gewoonlijk niet bezig met bespiegelingen van het lager mentale gebied. Dit onderscheid tussen abstract en lager mentaal denkvermogen is bijzonder belangrijk in dit soort van situaties. Een Leraar zal gewoonlijk proberen herkenning te stimuleren en werkt vooral vanuit Begrip van wat er speelt. Een Leraar is een enorm reservoir van energie en kracht. Direct en bewust contact met een Leraar versterkt zowel het goede als het ongewenste in de leerling en is dus niet zonder risico. Gewoonlijk worden studenten daarom in groepsverband benaderd zodat de energie verdeeld kan worden over de groep. Het leren omgaan met deze stimulering is een belangrijk onderdeel van de training van gevorderde leerlingen.
_______________________________________________________________________________ 34
Een ashram Een Leraar werkt gewoonlijk samen met een groep leerlingen aan hetzelfde doel. Zo’n groep bestaat uit werkers van verschillende graden van verbinding met de ziel. Wanneer zo’n groep werkers sterker en hechter wordt kan er uiteindelijk uit zo’n groep een ashram ontstaan, wanneer dat past binnen de plannen van de leiding van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst. Er zijn zeven hoofdashrams die ieder overeenkomen met één van de zeven stralen. Vanuit iedere hoofd ashram kunnen uiteindelijk een aantal neven ashrams ontstaan. In totaal kunnen er zo uiteindelijk ongeveer 49 ashrams worden gevormd binnen de Geestelijke Hiërarchie van Dienst. Deze ashrams zijn tot nog toe niet allemaal actief werkzaam. Het komt dus maar heel zelden voor dat er een nieuwe ashram wordt geactiveerd. Een ashram kan worden beschouwd als een groep werkers in het veld verzameld rondom een centrale kern van energie en gedachten. Zo'n groep bestaat uit zielen die soms wel en soms niet in incarnatie zijn. De zielen die in incarnatie zijn, werken door middel van hun persoonlijkheid, met al hun fouten en gebreken. De zielen die niet in incarnatie zijn (de Gidsen) hebben deze belemmeringen niet en kunnen vanuit hun positie veel opleiding verzorgen. Gezamenlijk is zo’n groep ingekleurd door met name één of soms twee van de zeven stralen. De zeven hoofd ashrams worden vooral ingekleurd door één type energie, die overeenkomt met één van de zeven stralen. De neven ashrams worden ingekleurd door de straal van de hoofd ashram waar zo’n groep een onderdeel van uitmaakt maar worden tegelijkertijd ook ingekleurd door een andere straal. Dit principe heeft enige overeenkomst met de werkzaamheid van een zielestraal en een persoonlijkheidsstraal in een mens. Zoals in een mens er een zielestraal werkzaam is die het dagelijkse leven inkleurt zo is er ook een hoofdstraal die de werkzaamheden van de neven ashram inkleurt. Daarnaast is er ook een persoonlijkheidsstraal die de persoon inkleurt en dit komt overeen met het specifieke karakter van de neven ashram. Iedere ashram heeft dus unieke kenmerken en gezamenlijk met de andere ashrams vormt dit een mozaïek van een grote geestelijke schoonheid. Zoals de chakra’s functioneren in het menselijke energieveld zo ongeveer functioneren ook de ashrams in het grote geestelijke lichaam van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie. Naarmate een mens zich ontwikkelt groeit ook de activiteit van de chakra’s. Op dezelfde manier ontwikkelt zich ook de Geestelijke Hiërarchie Zelf in de loop van haar bestaan op aarde al sinds lange tijd geleden. De eerste ashrams zijn ontstaan in de periode dat de innerlijke Broederschap op aarde werd gevestigd in de dagen van Lemurië, het tijdperk dat voorafging aan het Atlantische. Elke ashram heeft bepaalde werkzaamheden op zich genomen als onderdeel van het werk van de Geestelijke Hiërarchie als geheel. Elke werker van de ashram werkt mee om de bedoeling van de groep te bevorderen. Iedereen binnen de ashram heeft eigen taken die vooral door meditatie worden aangevoeld. Wanneer men het aangevoelde werk op zich neemt dan brengt dit gewoonlijk ook vreugde met zich mee ook al kunnen er tegelijkertijd ook veel moeilijkheden zijn in verband met dit werk. Dit zijn steeds slechts mogelijkheden voor een leerling om andere mensen te dienen, passend binnen de plannen van de ashram. De leden van de groep zijn niet in eerste instantie in dienst van een Leraar maar dienen vooral hun medemens vanuit begrip van het proces waar iemand in terecht gekomen is en vanuit begrip voor de eigen mogelijkheden om een waardevolle bijdrage te kunnen leveren. _______________________________________________________________________________ 35
Nieuwe ashrams worden gewoonlijk opgebouwd door een ingewijde van de vierde graad die op die manier zijn bekwaamheid aan kan tonen en Meesterschap kan bereiken. Bij de grote ashrams zijn soms meerdere Meesters werkzaam. Vaak is er een centrale kern die bestaat uit drie Meesters. Een ashram bevat werkers van verschillende graden van verbinding met de ziel maar geen studenten op het proefpad. Pas vanaf de eerste inwijding kan iemand bewust een aangenomen leerling van een Leraar zijn. Daarvoor kan een student zich symbolisch gezien langzaam naar de buitenste rand van de ashram toe bewegen maar wordt niet beschouwd als een deel van de ashram zelf. De basis voor het stadium van aangenomen leerlingschap is het contact met de Leraar van de ashram. De Leraar heeft de geestelijke ontwikkeling van de student daarvoor gewoonlijk al lange tijd gevolgd en let onder andere op de pogingen van de leerling om mee te werken in het Grote Plan en het vermogen om de geestelijke behoefte van andere mensen aan te voelen en hierop naar beste vermogen te reageren. De bereidheid voor dienst is dus heel belangrijk voor het aannemen evenals het vermogen om helder te leren denken en de aangevoelde idealen in de praktijk van het gewone dagelijkse leven toe te passen. Wanneer er een nieuwe ashram wordt gevormd dan is het soms toegestaan om hiervoor werkers van andere ashrams te benaderen. Er wordt dan overleg gevoerd met de zielen om eventueel tijdelijk een andere plaats in het grotere geheel van de Geestelijke Hiërarchie in te nemen. Op deze manier kan er dan in een betrekkelijk hoog tempo een nieuwe ashram worden opgebouwd met ervaren werkers beschouwd vanuit het standpunt van de ziel. Wanneer er een nieuwe ashram zou moeten worden opgebouwd met mensen die voor de eerste keer verbinding met hun zielen opbouwen dan zou het vormen van een actieve en goed werkzame nieuwe ashram vele duizenden jaren tijd vragen. In praktijk is het zo dat de leden van de ashrams tijdelijk kunnen worden ondergebracht bij andere ashrams om zo het werk te bevorderen. Het is van belang dat de leerling in de groep van een Leraar leert samenwerken met andere werkers die met soortgelijke werkzaamheden bezig zijn. De student krijgt zo ook een meer bewuste herkenning van degene die hij kan ondersteunen en degene die hem zouden kunnen ondersteunen. Dit betekent het herkennen van het punt van geestelijke evolutie van de andere werkers zowel van hen die dichter de kern van de ashram zijn genaderd als van hen die verder van de kern verwijderd zijn dan de werker zelf. Deze ervaringen van herkenning dragen dus in aanzienlijke mate bij aan het proces van zelfkennis, dat voortdurend verder gaat. Als iemand het stadium van aangenomen leerling van een Leraar bereikt dan heeft dat veel gevolgen die hieronder kort worden genoemd. -
de verbinding met de ziel wordt aanzienlijk gestimuleerd. de uitstraling van de ashram als geheel werkt op een weldadige manier in op het geestelijke leven van de werker in het veld. Met andere woorden er is een enorme steun vanuit de innerlijke groep voelbaar ook al kunnen de moeilijkheden af en toe groot zijn. de geestelijke wil wordt ontwikkeld, evenals de wijsheid om vooral praktisch werkzaam te zijn in een leven van dienst. Dit stimuleert eveneens de creativiteit in het werk. karma wordt bewust afgewerkt vanuit begrip en aanvaarding dat dit niet anders kan. de deelnemer aan het persoonlijkheidsleven (het ikje) wordt steeds meer een waarnemer. de Leraar van de ashram neemt de verantwoordelijkheid op zich om de student voor te bereiden op de eerstvolgende inwijding.
_______________________________________________________________________________ 36
Het opnemen van een nieuwe werker in een ashram brengt voor de groep meestal een verstoring van de energie met zich mee. Om die reden is een Leraar gewoonlijk niet snel geneigd om een nieuweling in zijn groep op te nemen. Als de leerling heeft aangetoond voldoende stabiel te zijn in soms moeilijke omstandigheden kan de werker geleidelijk steeds meer worden toegelaten in het energieveld van de ashram dat wordt gevoed door de Leraar. Wat de ziel is voor de persoon in incarnatie is de Leraar voor zijn groep. Een ashram is gewoonlijk op ongeveer dezelfde manier opgebouwd en bestaat uit verschillende ringen. De samenstelling is verschillend en afhankelijk van onder andere de kracht van de ashram. Soms wordt de centrale driehoek gevormd door drie Meesters, waarvan er één de verbinding onderhoudt met Shamballa. Soms wordt de driehoek opgebouwd door een Meester en twee lagere ingewijden of door twee Meesters en één ingewijde van de vierde graad van verbinding met de ziel. In de cirkel daar omheen bevinden zich de verst gevorderde werkers. In een cirkel daar omheen bevinden zich minder ver gevorderde werkers. In de cirkels daar omheen bevinden zich beginnende werkers en mensen die misschien later kunnen toetreden tot de andere ringen. Op deze manier was ook de zichtbare groep werkers rond de Christus opgebouwd in Zijn leven tweeduizend jaar geleden. Drie leerlingen vormden de binnenste ring. De negen andere discipelen maakten de twaalf compleet. Daar omheen bevond zich een grotere groep van ongeveer zeventig mensen en nog verder naar buiten bestond de grote groep belangstellenden die kon worden bereikt in die tijd. Een ander voorbeeld van deze structuur is de Geestelijke Hiërarchie als geheel, die is samengesteld uit drie hoofdafdelingen. De eerste straals ashram, de tweede straals ashram en de derde straals ashram vormen de binnenste drie peilers van de grote ashram van de Sanat Kumara, Degene die bij gebrek aan een betere naam onze Planeetlogos wordt genoemd, anderen spreken in dit verband over God. Naarmate een werker in de ashram vordert in zijn eigen ontwikkeling nadert hij geestelijk gezien de Leraar in het middelpunt van de groep. Dit proces kan misschien een heel lange tijd duren maar uiteindelijk bereikt hij dit centrum en wordt ook ooit zelf een Leraar van de mensheid. In eerste instantie is de werker in het veld zich absoluut niet bewust van de grote invloed van de Leraar. Zelfs indien de Leraar rechtstreeks of via de Gidsen af en toe informatie geeft via het mentaal gebied aan de leerling dan wordt dit zelden bewust opgevangen. De leerling denkt meestal dit zelf te hebben bedacht. Vragen die er in dit stadium leven in de student kunnen gewoonlijk aan meer ervaren werkers worden gesteld. Die kunnen dit vaak afdoende beantwoorden zonder daarvoor de Leraar te hoeven storen in zijn zonder uitzondering zeer drukke werkzaamheden. Indien het nodig is kunnen de meer ervaren werkers in overleg treden met de Leraar in verband met de vraag van een beginnende medewerker. Als de Leraar het geschikte moment gekomen vindt wordt er een soort van eerste kennismaking ervaren. Pas veel later krijgt de leerling de gelegenheid om in bijzondere gevallen rechtstreeks een vraag te stellen aan de Leraar die vooral te maken heeft met zijn groepswerkzaamheden of met persoonlijke problemen. Nog later krijgt de leerling rechtstreeks van de Leraar zelf het recht om een gesprek aan te vragen. Uiteindelijk komt de student in een stadium dat er regelmatig contact is met de Leraar. De afstemming van de werker wordt in het daarop volgende stadium steeds meer gelijk aan die van de Leraar tot hij uiteindelijk zelf een Leraar is geworden. Een medewerker van de Leraren van de mensheid is herkenbaar aan zijn werk en niet door het opeisen van een bepaalde status.
_______________________________________________________________________________ 37
De Nieuwe groep van werelddienaren Het bestaan van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst aan de mensheid is inmiddels voldoende duidelijk gemaakt om hier een eenvoudig beeld van te kunnen vormen. Vanuit de verschillende ashrams wordt het Plan van Geestelijke Evolutie in werking gezet in de meest concrete werkzaamheden in onze samenleving. Er wordt dan gewerkt via verschillende groepen werkers in het veld. Sommige zijn zich heel goed bewust van de samenwerking met de ziel en staan in rechtstreeks contact met de kern van de ashram. Deze kleine groep werkers leeft gewoonlijk meer in het verborgene en vermijdt een al te grote publieke belangstelling voor zichzelf. Vanuit een positie achter de schermen kan er veel goed werk worden gedaan in een betrekkelijke rust en stilte. Vanuit die positie kunnen er vele andere werkers in het veld worden voorzien van de nodige informatie in verband met hun werkzaamheden. Soms kan er zo ook ondersteuning worden geboden bij persoonlijke moeilijkheden van andere werkers wanneer dat is toegestaan vanuit de leiding van de ashram. De grote groep werkers die op deze manier kan worden ondersteund is een groep die weliswaar actief reageren op de aangeboden idealen maar een minder sterke verbinding met de ziel hebben opgebouwd dan de groep die achter de schermen werkt. Deze grotere groep mensen die vooral tussen de mensen staat en vaak veel contacten hebben opgebouwd wordt de nieuwe groep van werelddienaren genoemd. Deze groep bestaat wereldwijd uit duizenden geïnspireerde werkers onder leiding van de Geestelijke Hiërarchie van Wijsheid. Deze mensen zijn zich soms bewust en soms onbewust van hun bron van inspiratie maar ze reageren allemaal op de impulsen van vernieuwing die ze van binnenuit aanvoelen en die worden vertaald in dienst aan de mensheid. Deze grote groep van werelddienaren werkt vaak samen met de nog veel grotere groep van mensen die positief reageren op de vernieuwingen die worden gebracht. Deze zeer grote groep wordt de “mensen van goede wil” genoemd. Iedereen kan dus vanuit de eigen positie in het geheel meewerken aan het opbouwen van juiste menselijke verhoudingen in allerlei sectoren van onze samenleving zoals in het onderwijs, de gezondheidszorg, de politiek, de financiële wereld, de wereld van de religie, de wereld van de kunst, de wetenschappelijke wereld, etc. Het doel van deze nieuwe groep van werelddienaren is het zorgen voor een groot centrum van helderheid in onze samenleving waar (esoterische) kennis en inzicht kan worden ontvangen en van waaruit praktisch bruikbare informatie kan worden doorgegeven aan anderen. Belangrijk is daarom het herkennen van zichzelf als een onderdeel van een groot netwerk waarin ieder een eigen plaats inneemt met bijbehorende mogelijkheden om andere mensen te kunnen bereiken. Naarmate meer mensen die onderdeel zijn van dit wereld wijde netwerk de eigen plaats ook vanuit begrip innemen wordt de uitwerking van het totaal aan werkzaamheden van alle werkers in het veld gezamenlijk, steeds krachtiger. Zo wordt het Plan van Geestelijke Evolutie in de meest praktische zin in werking gezet vanuit de ashrams van de Meesters. Kenmerken van deze groep zijn: een neiging tot eenheid, intuïtief aanvoelen van de waarheid, een goede visie, goede verstandelijke ontwikkeling, de neiging om zich te willen richten op het innerlijke leven van de ziel dat wordt herkend als het geweten, een ruime verdraagzaamheid, genegenheid voor de mensheid in het algemeen, een gevoel voor juiste verhoudingen, een grote bereidheid om te dienen in een groep, soepel zijn en bereid zich aan te passen waar dat nodig is, multifunctioneel, een universele inslag en een intense gevoeligheid. Deze groep werkt vooral door middel van de pen en het gesproken woord. Belangrijk voor de werkwijze van deze groep is het aanbieden van nieuwe ideeën aan hun directe omgeving, geïnspireerd vanuit de Witte Broederschap en vormgegeven in het dagelijkse leven. _______________________________________________________________________________ 38
Hieronder worden een aantal hindernissen genoemd die ervoor kunnen zorgen dat iemand niet goed in deze groep kan functioneren. •
•
•
•
•
Gevoelens van afgescheidenheid van andere mensen vaak veroorzaakt door het gevoel zelf heel speciaal te zijn of in contact te zijn met een heel speciale groep of een heel speciaal iemand zoals een Meester. Veel mensen die zichzelf een zogenaamde “lichtwerker” noemen hebben dit soort van neigingen die in de kern een gevoel van afscheiding veroorzaakt ten opzichte van andere mensen. Er is een groot verschil tussen een emotioneel afgestemde lichtwerker en iemand die het spoor van de ziel probeert te volgen. De neiging tot voortdurende kritiek waardoor veel goed werk verloren gaat vanwege de negatieve energiestroom die hierdoor op gang wordt gebracht. Vaak meent men dan in andere mensen te zien wat er zich in werkelijkheid in de persoon zelf afspeelt zonder dat dit goed wordt herkend. Door zichzelf beter te leren kennen kan dit mechanisme uiteindelijk steeds beter worden herkend waardoor er meer begrip kan komen zowel voor andere mensen als voor zichzelf. Waar zelfkennis sterker wordt daar verandert kritiek in begrip. Eerzucht, koppigheid, streven naar persoonlijke macht en trots zijn sterke reacties van de eigen persoonlijkheid die het teamwerk belemmeren. Eén van de eerste dingen die een werker in het veld zou moeten leren om werkelijk waardevol werk te kunnen doen is het leren samenwerken met anderen. Sommige karaktertrekken maken dit soms heel moeilijk. Het fanatiek aanhangen van één bepaald geloof waardoor andere meningen volkomen genegeerd worden. Hierdoor kan het gevaar van geestelijke blindheid ontstaan waardoor men niet meer ziet wat men in wezen zelf in werking zet. Dit kan gevaar opleveren zowel voor de werker zelf als voor de groep of de samenleving waarin dit zich afspeelt. Een onvoldoende ontwikkelde persoonlijkheid waarbij denken, voelen en handelen sterk uiteenlopen. Het gevaar hierbij is dat mensen dan dingen gaan doen waar ze in wezen helemaal niet achter staan. Uiteindelijk zal het werk hierdoor vroeg of laat stagneren.
Eén van de problemen van deze groep is de gedachtekracht van anderen. Hoe verder iemand geestelijk groeit hoe groter het probleem wordt. Het leren herkennen van de eigen gedachten en het onderscheiden van die van anderen is dus belangrijk, in wezen zelfs noodzakelijk, voor de eigen ontwikkeling en de eigen werkzaamheden. De nieuwe groep van werelddienaren werkt namelijk voortdurend met gedachten. Deze kunnen hetzij afkomstig zijn vanuit de ashrams van de Meesters hetzij afkomstig zijn vanuit het brede publiek in onze samenleving dat er vaak verouderde of juist heel radicale gedachten op na houdt. Een getraind onderscheidingsvermogen is dus ook bij deze groep werkers van groot belang om vast te stellen waar men zelf vooral op reageert. Het is niet gemakkelijk om de bron van een gedachte vast te stellen die langs komt. Een ander probleem voor de nieuwe groep van werelddienaren is de sterke weerstand vanuit het emotioneel/astraal gebied. Hierdoor schijnen er vaak vele redenen te zijn om iets niet te doen wat iemand eigenlijk wel had willen doen. Herkenning en wilskracht zijn ook hier belangrijk om deze weerstand te overwinnen. Er is vaak maar een heel klein verschil tussen net wel of net niet iets in werking zetten. Een getrainde werker in het Plan laat zich niet zo gemakkelijk tegenhouden en doet gewoon wat er nodig is in een situatie. Een doelgerichte houding maakt het hier vaak mogelijk om toch verder te kunnen werken ondanks de hindernissen die nu eenmaal verbonden zijn aan het brengen van iets nieuws en iets waardevols in onze samenleving. Een mentale houding en een hart gevuld met genegenheid voor anderen zijn van groot belang als voorbereiding om de nieuwe instroom vanuit het ziele - leven goed te kunnen ontvangen. Dan zal ook het onderscheidingsvermogen toenemen evenals herkenning van de begeleiding. _______________________________________________________________________________ 39
Het Naar Buiten Treden De ashrams bestaan zowel op de hogere en fijnstoffelijke gebieden als in het gewone dagelijkse leven. Toch is de herkenbaarheid in de wereld nu nog maar klein, zelfs voor de gevorderde werkers in het Plan. Uiteindelijk zullen de bestaande ashrams steeds meer zichtbaar worden in het gewone dagelijkse leven. Dit proces kan vele honderden jaren in beslag nemen en vormt de eerste fase van het opnieuw verschijnen van de Geestelijke Hiërarchie van Wijsheid tussen de mensen. Uiteindelijk zullen de Leraren van de mensheid evenals hun grote voorbeeld de Christus in stoffelijke vorm op aarde aanwezig zijn te midden van de vele groepen werkers in het Plan. Dit proces wordt het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie genoemd. Dit is volop gaande in deze periode en het is daarom uiterst waardevol voor alle werkers in het Plan van Geestelijke Evolutie om hier goed van op de hoogte te zijn. Er zijn verschillende processen die hierin tegelijkertijd gaande zijn. Hieronder zal worden geprobeerd om deze uiterst belangrijke ontwikkelingen verder toe te lichten. Er is als eerste een belangrijk punt in de geestelijke ontwikkeling van de mensheid als geheel waarin er nu meer mensen dan ooit tevoren op het punt staan om de overgang te maken van het proefpad naar het punt van aangenomen leerlingschap dat overeenkomt met de eerste inwijding, de geboorte van het geestelijke leven in de dieptes van het hart. Dit kan worden herkend als de bereidheid om te vechten voor idealen die het persoonlijke belang veruit overstijgen en die vooral het belang van de groep dienen waar men zich mee verbonden voelt. Soms is dit het belang van een heel volk, een groep van volken zoals de Europese Unie of soms zelfs de hele wereldbevolking. Er zijn nu meer idealisten op de wereld dan lange tijd hiervoor. Dit is een gevolg van de inwerking van de zielen op dergelijke mensen die reageren op deze innerlijk aangevoelde stem. Zij reageren op een hoger weten dat door sommige mensen het geweten wordt genoemd. Er zijn dus nu steeds meer mensen die luisteren naar hun innerlijke weten en handelen vanuit dit hogere weten. Dit is heel bemoedigend en getuigt van het grote succes van de geestelijke evolutie van de mensheid. In wezen is de mensheid nog nooit in haar lange bestaan op aarde zo ver in haar geestelijke ontwikkeling geweest als nu ondanks alles wat hierover is gezegd om het tegengestelde te beweren. De technische kennis die er in het verleden is geweest, is geen garantie voor een hogere geestelijke ontwikkeling zoals veel mensen vaak ten onrechte denken. Er zijn in het verleden hoogstaande beschavingen geweest, dat is volkomen juist. Toch getuigt dit niet van een innerlijke en geestelijke ontwikkeling van de grote massa maar eenvoudig van technische kennis die men op de één of andere manier had gekregen vanuit de leiding van de mensheid. Dit is een wezenlijk verschil met de situatie van nu. De geestelijke evolutie van de mensheid is dus nu op een historisch belangrijk punt gekomen waarin er massaal een overgang is naar het eerstvolgende punt van bereiken voor velen. Voor een grote groep is dat de eerste inwijding. Voor een kleinere groep is dat een nog hogere inwijding. Ook de bestaande ingewijden kunnen juist in deze periode vaak toewerken naar een eerstvolgend hoger punt van bereiken om zo van daaruit verder te werken in de komende duizenden jaren. Ook de Meesters zelf kunnen zich nu in deze fase verder ontwikkelen nadat er de nodige voorbereiding is geweest. Het gevolg hiervan is een enorme toename van kracht in het rijk der zielen zelf, dat gewoonlijk het koninkrijk Gods wordt genoemd terwijl anderen spreken over de Geestelijke Hiërarchie van Dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie. Dit rijk der zielen bestaat al op de hogere gebieden en wordt in de komende periode langzaam verder gemanifesteerd in het gewone dagelijkse leven. Dit proces is nu volop gaande. De invloed hiervan in onze samenleving is enorm. _______________________________________________________________________________ 40
Het heeft in eerste instantie vooral een ontwrichtend effect. Dit is nu eenmaal de onvermijdelijke bijwerking die er ontstaat als gevolg van het bereiken van een nieuwe fase van geestelijke ontwikkeling. Dit is te vergelijken met het bereiken van het punt van de eerste inwijding voor een individuele mens. Ook dit brengt gewoonlijk veel onrust en chaos met zich mee. De aanwezigheid van een aangenomen leerling van een ashram brengt ook vaak gevolgen met zich mee voor de omgeving waarin de werker terecht gekomen is, afhankelijk van de afstemming van de betrokken mensen. Iemand die gericht is op het ziele - leven zal de aanwezigheid van een medewerker van de Leraren in deze fase ervaren als voedend en stimulerend. Iemand die is afgestemd op het overwegend dienen van de eigen belangen, het innerlijke leven van de ziel ontkent en sterk leeft vanuit allerlei soorten van begeerte, zal gemakkelijk in de “verharding” raken en zich nog sterker vastklampen aan de eigen belangen. De grote massa reageert veel minder op de energie van de ashram dan mensen die negatief zijn afgestemd. Alle medewerkers van de ashrams bestaan tegenwoordig uit mensen die op onze aarde tot ontwikkeling zijn gekomen. Toen de Geestelijke Hiërarchie van Dienst ooit op aarde werd gevestigd en de eerste ashrams werden opgebouwd bestonden deze nog niet uit mensen zoals wij die nu kennen. De eerste leden van de Geestelijke Hiërarchie van die tijd hadden hun opleiding om te kunnen dienen in het Plan al voltooid voordat ze op onze aarde kwamen zodat ze al volwaardige leden van de geestelijke leiding van onze aarde konden zijn in het Lemurische tijdperk. Door het succes van de geestelijke evolutie zijn er steeds meer andere mensen geschikt geworden om de plaatsen binnen de ashrams in te vullen. Nu, in deze periode, bestaat de Hiërarchie van Wijsheid volledig uit mensen die op de aarde hun geestelijke ontwikkeling hebben bereikt. De eerdere werkers zijn nu elders in het stelsel. Dit geeft de kracht aan van het Plan van geestelijke evolutie waarin ook het rijk der zielen, dat soms het koninkrijk gods wordt genoemd, in kracht en omvang toeneemt. Alles in ons zonnestelsel is in ontwikkeling en dit geldt ook voor de ashrams en de Geestelijke Hiërarchie als geheel. Dit getuigt van een wonderlijke schoonheid. Het zal gevoelsmatig duidelijk zijn dat het opbouwen van de ashrams in onze samenleving enorme gevolgen met zich mee brengt die vergelijkbaar zijn met het activeren van een chakra in een mens. Er stroomt dan geleidelijk een nieuw type energie dat onvermijdelijk andere ervaringen met zich meebrengt. Het beïnvloedt daardoor ook vaak de andere chakra’s en dit vraagt een opnieuw uitbalanceren van het geheel. Voor een mens betekent dit een periode van tijdelijk onbalans waarin er veel extra rust nodig is evenals ontspanning en goede voeding. Voor onze samenleving betekent dit dat er lange tijd onrust zal zijn waarvoor geen onmiddellijke oplossingen beschikbaar zijn. Het schijnt dan zo te zijn dat er geen afdoende maatregelen kunnen worden genomen om de problemen met succes te bestrijden. Er is dan bij de bestuurders van onze samenleving begrip nodig van het proces van geestelijke evolutie, dat er nu gaande is. Deze ontwikkelingen zijn nu volop gaande met name in Europa. Er zijn vijf plaatsen op aarde bekend gemaakt waar de ashrams onder andere zullen worden gevestigd. Deze plaatsen zijn: New York (6e straal), Londen (1e straal), Genève (2e straal), Darjeeling (1e straal) en Tokio (1e straal). De eerste straal is sterk vertegenwoordigd omdat de eerste fase van opbouw vaak wordt gekenmerkt door de afbraak van verouderde vormen van denken om zo plaats te maken voor nieuwere idealen die vooral door de werking van andere stralen verder worden uitgewerkt. Met name de tweede straal is de energie van de bouwers. De Geestelijke Hiërarchie van Wijsheid en Dienst aan de mensheid zal in deze periode herkenbare organisaties op het stoffelijk gebied opbouwen waarin er een directe samenwerking is tussen de innerlijke Broederschap en de mensen van de nieuwe groep van werelddienaren. Het zal duidelijk zijn dat dit zorgvuldige voorbereiding vraagt. _______________________________________________________________________________ 41
Toch zal op deze manier de samenwerking tussen mensen en de Geestelijke Hiërarchie worden opgebouwd ondanks allerlei mogelijke moeilijkheden die in de beginfase waarschijnlijk zullen moeten worden overwonnen Deze groepen zijn herkenbaar aan hun doelstelling die er altijd op is gericht het geestelijk welzijn van de mensheid als geheel te bevorderen. De manier van denken en handelen van deze mensen, zal in overeenstemming zijn met de lijn zoals die beschreven is in de boeken van Alice Bailey. Binnen deze organisaties zullen mensen aanwezig zijn die zich volkomen bewust zijn van hun verbinding met de innerlijke Broederschap. Het zijn niet de "paranormale mogelijkheden" die de verbindende schakel vormen maar eenvoudig het ziele contact en een getraind denkvermogen. Op deze manier kan er informatie worden uitgewisseld en kan er een goede afstemming plaatsvinden tussen de groep die het Plan bewaakt en de groep die het Plan vormgeeft in onze samenleving. Deze bewuste samenwerking in groepsverband is alvast een eerste voorbereidende fase in het proces van het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie. In de komende periode mogen wij verwachten dat er verschillende gevorderde ingewijden in incarnatie zullen komen. Gewoonlijk verblijven deze hoge krachten op de hogere gebieden maar nu zullen zij zich tussen de mensen begeven. Sommige van deze krachten zijn lange tijd niet in incarnatie geweest. Wat kunnen deze zelfbewuste zielen verwachten bij hun komst op aarde? De aanpassing aan het moderne westerse leven zal voor deze ingewijden geen gemakkelijke opgave zijn. Naarmate een werker in het Plan verder is ontwikkeld neemt ook de ontvankelijkheid voor allerlei indrukken toe zoals gedachtegolven en emotionele ladingen. Dit probleem wordt dus in zekere zin steeds groter. Een Meester heeft in vele levens een zeer fijngevoelig energieveld opgebouwd dat fungeert als een soort radiozender. Tijdens zijn aanwezigheid in het gewone dagelijkse leven op het stoffelijk gebied stelt een Meester zich bloot aan allerlei lage trillingen van zijn medemensen die schadelijk voor zijn energieveld kunnen zijn. Het is niet bijzonder aangenaam om indrukken te krijgen van de dierlijke neigingen zoals die zich in vele mensen afspelen. Het is voor een Meester ook niet aangenaam om in direct persoonlijk contact te staan met werkers van veel lagere graden van verbinding met de ziel juist vanwege al de schadelijke gedachten en andere schadelijke neigingen die er leven in het energieveld van dergelijke werkers ondanks al hun goede bedoelingen. Dit brengt dus grote offers met zich mee en vraagt een enorme krachtsinspanning vanuit de kant van de Leraren. Hoe verder gevorderd een Leraar is hoe groter het offer dat er op deze manier wordt gebracht. Stel dat een Meester zou worden herkend door iemand van de nieuwe groep van werelddienaren, zouden deze mensen dan genoeg getraind zijn om zich niet bovenop de Meester te storten om daarmee hun eigen nieuwsgierigheid te bevredigen? Zou de aanwezigheid van een Meester vooral een aansporing zijn om verder te gaan met het dienen in het Grote Plan of zou dit eerder een reden zijn om het werk te onderbreken en zich bezig te gaan houden met de Meester? De aanwezigheid van een Meester veroorzaakt een enorme stimulans van alle bestaande neigingen dus ook van de ongewenste. Zouden de werkers in het Plan aan wie herkenning kan worden toegestaan in staat zijn om hun houding aan te passen aan de innerlijke leiding die door hun zielen wordt gegeven? Al deze moeilijkheden zullen moeten worden opgelost en vragen een enorme krachtsinspanning en een grote opoffering van alle werkers in het veld zowel de gevorderde als de minder gevorderde. Als dit slaagt dan kan de samenwerking tussen mensen en de Hiërarchie weer openlijk plaatsvinden zoals dat ook in de eindfase van Atlantis zo is geweest. Tweeduizend jaar geleden stond het hoofd van de Geestelijke Hiërarchie, de Christus, voor een korte periode in stoffelijke aanwezigheid te midden van Zijn groepje directe leerlingen. Wat was het resultaat van dit experiment? _______________________________________________________________________________ 42
De directe leerlingen hadden de grootste moeite om het Plan voor die periode te herkennen en te leren begrijpen in de dieptes van hun hart. Er waren destijds nog onvoldoende medewerkers om deel te nemen aan het werk in de grote wijngaard. Er was meer opleiding nodig en er waren veel meer mensen nodig. Hier is in de afgelopen tweeduizend jaar zorgvuldig aan gewerkt. Nu is het punt gekomen dat er voldoende mensen zijn die mee zouden kunnen werken in het Grote Plan. Het hoofd van de Hiërarchie van Dienst aan de mensheid bracht destijds Zelf het noodzakelijke nieuwe. Hij manifesteerde hoe een leven van dienst aan anderen er in de praktijk van het gewone dagelijkse leven uit zou kunnen zien. Hij bracht iets wat betrekkelijk nieuw was voor die periode namelijk de onpersoonlijke en goddelijke Liefde zoals alleen de allergrootsten dat kunnen manifesteren in Hun aanwezigheid onder de mensen. Wat was het resultaat van de introductie van deze nieuwe manier van leven en deze nieuwe energie? De grote massa in die periode werd vertegenwoordigd door het Joodse volk. Zij begrepen niet wat Hij kwam brengen en zij herkenden niet welk drama zich voor hun ogen voltrok. Het Joodse volk liet zich opzetten tegen hun Messias, zij wezen Hem af en maakten het voor Hem onmogelijk het werk uit te voeren waarvoor Hij gekomen was. In de dramatische nacht in de bekende tuin, werd door God zelf besloten dat de missie moest worden afgebroken, om in een later stadium verder te gaan. De Christus maakte toen Zijn wil volkomen ondergeschikt aan de Wil van God. Dit is de vereenzelviging met de hogere goddelijke Wil en het ware offer. De Christus komt deze keer niet alleen maar zal dan vergezeld zijn van de groep Leraren van de mensheid met hun groepen werkers in het veld. Deze verschillende ringen kunnen nu beter zorgen voor een bescherming van de innerlijke kern. Op deze manier kan er worden gezorgd voor bescherming van de Christus door Zijn directe leerlingen, terwijl de Meesters zelf worden beschermd door hun getrainde en gevorderde medewerkers. Het is niet waarschijnlijk dat de Christus bij Zijn komst in de voor ons liggende periode opnieuw tussen de grote massa zal staan. In deze periode wordt het Grote Werk voortgezet zoals dat tweeduizend jaar geleden is begonnen. Hoewel de mensheid inmiddels verder is geëvolueerd zijn de moeilijkheden nog steeds groot. Destijds werd voornamelijk het hart van de mensheid bereikt. Nu moet zowel het hart als het hoofd worden bereikt. Dit vormt een groot probleem omdat het denken van het overgrote deel van de mensen nog niet is gericht op het doel van de ziel. Daarom wordt er nu esoterische kennis in een praktische vorm aangeboden die toepasbaar is in het gewone dagelijkse leven. Zo worden mensen geïnspireerd om zich te richten op het doel van de ziel. Alle werkers in het Plan, ook de vergevorderde, zullen in hun aardse bestaan eerst zichzelf als ziel moeten leren herkennen voordat men de taak op zich kan nemen die hen vanuit het ziele - leven is toevertrouwd. Vanuit die herkenning zal men ook de verbinding naar de groep kunnen herkennen evenals de plaats binnen die groep, verbonden aan de taak. Als een dienaar zichzelf voldoende heeft herkend en de werkzaamheden bewust op zich heeft genomen dan is dit te beschouwen als onderdeel van het naar buiten treden van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst. Op deze manier worden de groepen op het stoffelijk gebied steeds meer stralende centra waar de rijkdom van het ziele - leven aanwezig is, herkenbaar aan liefdevolle vreugde, praktisch bruikbare esoterische kennis en juiste kennis van het Plan. Allen die hun leven in overeenstemming willen brengen met het doel van hun ziel kunnen bij deze oases terecht voor inspiratie en voeding.
_______________________________________________________________________________ 43
De zwarte loge In een boekje over de witte Broederschap is een stukje tekst over haar tegenhangers ook op zijn plaats om zo de lezer goed te informeren. Immers door het herkennen van de tegengestelde pool herkent men ook datgene beter waar het oorspronkelijke onderzoek op is gericht. Dit is de weg van het leren door middel van de paren van tegenstelling. In de praktijk wordt het hierdoor mogelijk om uiteindelijk het onderscheidingsvermogen geleidelijk te versterken. Zo rijpt er een getrainde werker in het Plan die ruime ervaring heeft opgedaan met de elementen waar ook andere mensen mee in aanraking kunnen komen. Juist vanwege de vele worstelingen om goed met de tegenstellingen te leren omgaan, ontwikkelt zich geleidelijk de vaardigheid om bekwaam te handelen in verband met het gewone dagelijkse leven en het werk in het Plan. Stel dat iemand in aanraking wil komen met de witte loge hoe zou iemand dit dan aan kunnen pakken? Er is immers geen loket waar men een soort van lidmaatschapskaart zou kunnen halen of iets dergelijks. De witte loge is een groep van zielen die gezamenlijk werken aan het Plan van Geestelijke Evolutie. Zodra mensen zich geestelijke gezien ontwikkelen en verbinding met de ziel proberen op te bouwen dan komen ze onbewust in aanraking met de witte loge. Naarmate zo iemand dan steeds meer kiest voor de weg van dienst aan de medemens wordt de verbinding met de witte loge groter en kan er geleidelijk een steeds bewustere verbinding ontstaan. Zo kan iemand in aanraking komen met de Gids, met een Leraar en uiteindelijk na vele lange jaren werk zelfs met een Meester van Wijsheid. Op dezelfde manier kan iemand ook in aanraking komen met de zwarte loge. Iemand kan zich aangetrokken voelen tot bepaalde mensen of activiteiten. Door dit te onderzoeken kan men hier nader mee in contact komen. Er wordt dan onbewust al contact gemaakt. Wanneer iemand er voor kiest om die weg verder op te gaan dan wordt het geleidelijk steeds duidelijker waar men mee te maken heeft. Met andere woorden de contacten met de loge waar men dan mee te maken heeft worden steeds sterker. Zo kan men dan in aanraking komen met verschillende categorieën werkers op dit duistere pad van macht en eigenbelang. Beide partijen hebben hun groepen werkers georganiseerd op het stoffelijk gebied. Het gaat hier dus over zichtbare organisaties waar deze loges mee proberen samen te werken. De doelstellingen van de witte loge zijn gericht op het opbouwen van de ware esoterische broederschap op Aarde en het versterken van het innerlijke geestelijke leven dat door velen bewustzijnsontwikkeling wordt genoemd. Sommigen spreken over het vermogen om te leren herkennen. De werkelijke doelstellingen van de zwarte loge zijn vaak sluw gecamoufleerd in iets wat schijnbaar veel overeenkomsten heeft met de witte loge. Zowel zwart als wit spreken over Licht, Liefde, Broederschap, etc. Wit doet dit om duidelijkheid te scheppen terwijl zwart dit doet om verwarring te zaaien. Voor een ongetrainde waarnemer is het onderscheid tussen zwart en wit moeilijk te maken omdat het schijnbaar heel veel overeenkomsten met elkaar heeft. Door dagelijks de eigen motieven zo eerlijk mogelijk te onderzoeken kan iemand zichzelf beter leren kennen. Het gaat hierbij dus om de vraag waarom doe ik iets? Samen met een leven waarin er voor wordt gekozen om ook werkelijk iets voor andere mensen te willen betekenen wordt er geleidelijk een bewustere samenwerking met het hogere zelf (de ziel) mogelijk. Naarmate de instroom vanuit de ziel sterker wordt zal ook het vermogen om zowel zwart als wit in jezelf te kunnen herkennen evenredig meegroeien. Vanuit deze verbondenheid met de ziel kan ook de dieperliggende doelstelling van anderen geleidelijk steeds beter worden aangevoeld. Dit vraagt dus veel geduld en veel oefening in het onderzoeken van de eigen motieven. _______________________________________________________________________________ 44
Misschien dat een voorbeeld ook in deze situatie het geheel iets duidelijker kan maken. Stel dat iemand naar een paranormale beurs gaat om daar kennis te nemen van wat er zoal te koop is op dat terrein. Zo’n waarnemer kan dan op dezelfde beurs in aanraking komen met zowel de witte loge als de zwarte loge via de verschillende stands die fungeren als de zichtbare voorportalen van beide loges. Bij sommige therapeuten die achter hun tafeltjes zitten zal men het gevoel krijgen even iets langer te willen blijven staan om dit nader te onderzoeken. Vaak gaat het hier om dingen waar iemand zelf eerder mee te maken heeft gehad hetzij in dit leven hetzij in een vorig leven. Er is dan als het ware een raakvlak en dit maakt dat dingen interessant kunnen zijn. Het heeft als het ware een bepaalde aantrekkingskracht. Sommige therapeuten werken vanuit een grote genegenheid naar hun medemensen en krijgen daarom steun bij hun werkzaamheden vanuit de witte loge. Het kan zijn dat de therapeut zich hier volkomen van bewust is maar dit is niet zo noodzakelijk. Belangrijker is de vraag wat er leeft in de dieptes van het hart van de therapeut. Als er werkelijk genegenheid is dan stroomt er voeding door zo iemand heen en zal de onderzoeker het gevoel krijgen precies dat stukje van de puzzel te krijgen dat er op zo’n moment nodig is. Soms wordt dit onmiddellijk herkend soms pas achteraf. Andere therapeuten werken vooral vanuit het streven naar macht. Zij vinden zichzelf in wezen veel beter dan degene die bij hen aan de tafeltjes plaats nemen. Zij bevinden zich in een positie van macht ten opzichte van degene die zwakker staat en hen om hulp vraagt. Hoe meer klanten er komen hoe meer hun macht wordt bevestigd en hoe sterker hun positie wordt. Deze mensen werken vooral voor zichzelf en niet zozeer voor het welzijn van hun medemens. Wanneer een patiënt door hen wordt genezen van zijn kwaal dan geeft dat voor zo’n therapeut vooral een gevoel van superioriteit. Hoe de ander zich voelt laat zo’n therapeut vaak volkomen koud. Wanneer een patiënt niet geneest en misschien zelfs nog veel zieker wordt dan zegt zo’n therapeut vaak dat god het zo gewild heeft of dat de patiënt zelf dingen fout heeft gedaan. Men blijft volkomen onverschillig ten opzichte van de gevoelens van de medemensen hoewel dat vaak handig wordt gecamoufleerd achter een masker van schijnbaar goede bedoelingen. Deze categorie duistere therapeuten kan dus wel degelijk resultaten te weeg brengen die zo op het eerste gezicht genezend zijn. Zo kunnen open huidwondjes worden dichtgemaakt waar je bij staat te kijken. Toch is dit geen enkele bevestiging dat je dan te maken hebt met een menslievende genezer. Als een klant slechts geïnteresseerd is in de zichtbare resultaten op de korte termijn dan zal zo iemand bij de voorportalen van de zwarte loge vaak iets vinden wat aansluit bij dit doel. De witte loge werkt vooral aan bewustzijnsontwikkeling op de wat langere termijn. Resultaten op de korte termijn zijn hierbij vaak minder belangrijk. Allerlei ziektes worden van hieruit vaak gezien als een mogelijkheid voor verwerking van stukken verleden en hebben daardoor op zichzelf een grote geestelijke waarde hoewel een dergelijke ervaring voor iemand heel ellendig kan zijn op de korte termijn. Mensen die met macht werken ten opzichte van anderen krijgen bewust of onbewust vaak te maken met duidelijke keuzes. Het werken met macht is op zichzelf neutraal in die zin dat dit zowel positief als negatief kan worden gebruikt. Iemand die werkt via onderwijs bijvoorbeeld kan ook zowel juiste kennis als onjuiste kennis verspreiden. Bij het geven van onderwijs is bovendien de keuze van de leerlingen van doorslaggevend belang. De vraag is hier of de juiste mensen op het juiste moment worden benaderd. De thema’s macht en onderwijs bijvoorbeeld zijn op zichzelf neutraal. Het gaat er om wat iemand hier geestelijk gezien mee doet.
_______________________________________________________________________________ 45
Veel vertegenwoordigers van de zwarte loge werken langs de lijnen van macht ten opzichte van anderen. Mensen die vanuit machtsposities werken in onze samenleving zouden er dus goed aan doen om hun innerlijke motief regelmatig te onderzoeken en daarbij zo eerlijk mogelijk te zijn ten opzichte van zichzelf. Leger en politie bijvoorbeeld zijn duidelijk herkenbare machtsblokken in onze samenleving die een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het geheel. Het gaat dan steeds om de vraag hoe een dergelijk instrument wordt gehanteerd. Met andere woorden wat is het dieperliggende doel van het instellen van een politiemacht bijvoorbeeld. Is dit een instrument om de bevolking te controleren en te onderdrukken zoals dat in sommige landen zo is of gaat het erom de wetten zo goed mogelijk te handhaven die ervoor bedoeld zijn om onze samenleving zo aangenaam mogelijk te laten functioneren. Een politiemacht die de orde kan handhaven kan zo bijdragen aan het welzijn van onze samenleving als geheel. Iets soortgelijks geldt voor het leger. De zwarte loge is al sinds lange tijd actief op onze aarde. Zij is in wezen ontstaan in de nadagen van Atlantis toen er een scheuring kwam in de witte loge. Een deel van de witte Broederschap bleef trouw aan het Plan van Geestelijke Evolutie en een ander deel wilde liever via een andere weg verder werken. Er waren destijds priester – koningen die een enorme machtspositie hadden in de toenmalige samenleving. Deze mensen hadden de beschikking over wetenschappelijke kennis evenals over geestelijke en wereldse macht. Hun verantwoordelijkheid was dus groot. Deze groep kreeg hun kennis vanuit een hoger deel van de witte loge waar zij zelf ook een onderdeel van waren hoewel de priester koningen veel dichter bij de mensen stonden dan degene die hen de kennis aanreikten. Deze priester koningen kregen hun informatie van de priesters van de Zon, de binnenste ringen van de witte Broederschap. Er werd door de priesters van de Zon vastgesteld dat de mensheid een grotere zelfstandigheid zou moeten ontwikkelen en dat de witte loge zich daardoor wat verder terug zou moeten trekken om de mensheid een grotere speelruimte te geven. De machtspositie van de priester koningen zou hierdoor minder groot worden. Sommige van hen konden dit aanvaarden maar andere wensten hun machtsposities niet op te geven. Deze groep keerde zich hierdoor direct tegen het Plan van geestelijke evolutie en zo ontstond de zwarte loge op onze planeet. Vanwege de doelstelling van deze groep afvallige priester - koningen ontstonden er raakvlakken met duistere krachten die gewoonlijk niet thuishoren op onze aarde. Soort zoekt soort zegt men dan in zulk soort van situaties. Met andere woorden het gelijkgestemde trekt het soortgelijke aan, soms afkomstig van verre oorden. De mogelijkheden van de witte loge zijn dus vergelijkbaar met die van de zwarte loge. Beide kunnen zij bijvoorbeeld telepathische contacten onderhouden en over allerlei informatie beschikken in verband met gedachten, gevoelens en handelingen van mensen. Soms wordt er gedacht dat alleen de witte loge over feitelijk juiste informatie kan beschikken en dat de zwarte loge dit niet zou kunnen maar dit is een groot misverstand. Vanuit begrip van het ontstaan van de zwarte loge is het duidelijk dat de mogelijkheden van deze beide groepen sterk met elkaar overeenkomen. Zoals de Meesters van de witte loge gewoonlijk niet worden herkend zo worden hun tegenhangers van de zwarte loge ook niet herkend. Zoals de groepen van de Meesters van Wijsheid vaak niet worden herkend zo worden de handlangers van de zwarte loge dat vaak ook niet. Zowel zwart als wit hebben dus raakvlakken in onze tegenwoordige samenleving. Er zijn dus contacten in verschillende delen van onze maatschappij zoals bij justitie, politie, leger, gezondheidszorg, onderwijs, financiën, overheid etc. Daar waar de witte loge probeert iets op te bouwen in overeenstemming met het Plan daar zal de zwarte loge vaak proberen om dit werk om te buigen naar iets wat niet meer goed aansluit bij de oorspronkelijke doelstelling. _______________________________________________________________________________ 46
Daar waar de witte loge probeert duidelijkheid te bieden daar zal de zwarte loge vooral proberen om veel verwarring te zaaien om zo de zoeker naar de waarheid te ontmoedigen. In het paranormale wereldje is dus zowel invloed van de witte loge gaande als invloed vanuit de tegenhangers van de witte loge. Ook in vele andere groepen en organisaties zijn zowel invloeden vanuit de witte loge merkbaar als invloed vanuit haar tegenhangers. Binnen één enkele groep kan er dus een gevecht zijn tussen zwart en wit. Dit vraagt dus grote voorzichtigheid bij iedere stap die iemand zet op het smalle pad van opbouw van verbinding met de ziel. Gevaren loeren overal in de vorm van het ombuigen van de innerlijke doelstelling en de dieperliggende motivatie. Zelfs wanneer de oorspronkelijke doelstelling volkomen in overeenstemming met de ziel was dan nog vraagt het een voortdurende waakzaamheid om dit spoor te blijven volgen. Relativeringsvermogen en humor zijn dan vaak uiterst waardevol om soepel te kunnen blijven functioneren. Vreugde in de dieptes van het hart wijst vaak de juiste weg aan die leidt naar een sterkere verbinding met de ziel. Liefde is doen wat er nodig is zo wordt ons aangegeven vanuit de innerlijke Broederschap. Maar wat is er nodig voor iemand? Om die vraag goed te kunnen beantwoorden is er verbinding met de ziel nodig omdat dan als het ware het plan (de blauwdruk) voor de incarnatie kan worden aangevoeld. Zo kan iemand ook leren aanvoelen wat er in het gewone dagelijkse leven nodig is om in overeenstemming met de ziel te handelen. Om vast te kunnen stellen wat er nodig is voor een volk of voor de hele mensheid is er inzage nodig in een deel van het Plan van geestelijke evolutie. Zo kunnen de juiste maatregelen worden genomen om het doel te bereiken dat verbonden is aan een volk of aan de hele mensheid. Veel politici werken nog vooral voor de resultaten op de korte termijn. Inzage in het Plan van geestelijke evolutie ontbreekt vaak en elementen van macht en eigenbelang zijn voortdurend aanwezig. Het gevaarlijke werkterrein van de politiek vraagt een grote behendigheid om te kunnen functioneren. Toch is ook dit een onderdeel van onze samenleving en een goed bestuur is noodzakelijk voor het welzijn van een volk. Ook op dit moeilijke gebied zijn daarom de vertegenwoordigers van de witte loge te vinden. Deze mensen werken vanuit een diepe genegenheid voor de mensheid als geheel en proberen te doen wat er nodig is zoals zij dat diep in hun hart aanvoelen als juist. Hiervoor is veel moed en doorzettingsvermogen nodig. Het doel van de mensheid als geheel is het manifesteren van het innerlijke leven van de ziel in het gewone dagelijkse leven. Sommige mensen noemen dit de opbouw van Broederschap, andere spreken over juiste menselijke verhoudingen of nieuwe normen en waarden. Al deze woorden vertalen op hun eigen manier iets van dit hoger liggende doel. Deze doelstelling kan niet op de korte termijn worden gerealiseerd. Toch tonen sommige mensen in hun dagelijkse leven aan wat er nu al mogelijk is aan het manifesteren van geestelijke rijkdom vaak in alle eenvoud en zonder dat dit anderen opvalt zo op het eerste gezicht. Wat er nu door enkelingen al wordt gemanifesteerd kan door anderen worden gevolgd. Met andere woorden het begin is het moeilijkste en van daaruit kan er veel goeds voortkomen.
_______________________________________________________________________________ 47
Werkwijze van de zwarte loge Een werker in de grote wijngaard die kiest voor de weg van dienst aan de medemens krijgt soms te maken met tegenwerkende krachten. Het is daarom zinvol dat ook hierover meer duidelijkheid wordt gegeven zodat dit beter kan worden herkend en zodat iemand sterker komt te staan. Het belangrijkste is hier misschien het herkennen van allerlei vormen van tegenwerking bij het praktische werk zoals iemand dat van plan was te gaan doen. In eerste instantie wordt dit vaak niet goed herkend als tegenwerking vanuit de krachten die de geestelijke evolutie proberen te remmen. Een bekend verschijnsel is bijvoorbeeld het niet goed functioneren van elektronische apparatuur wanneer er zware negatieve energie aanwezig is. Hoe goed ook het merk en hoe goed ook de kwaliteit van de elektronica, wanneer er negatieve energie heerst dan kan er van alles anders gaan dan volgens de gebruisaanwijzing had mogen worden verwacht. Vaak wordt dit in eerste instantie niet herkend en denkt de werker in het veld te maken te hebben met min of meer toevallige omstandigheden. Zodra dit wordt herkend kan hier bewuster op worden gereageerd. Een praktisch bruikbaar uitgangspunt kan zijn om bij werkzaamheden een veilige marge aan te houden voor wat betreft planning van tijd, hoeveelheid, etc. Door er voor te zorgen dat er ruimschoots tijd is wordt een oplopend spanningsveld voorkomen waarin de mogelijkheden om nog langs alternatieve routes verder te werken gewoonlijk steeds kleiner worden. Mochten er ondanks een goede planning toch werkzaamheden niet naar tevredenheid zijn uitgevoerd, probeer dit dan eenvoudig te aanvaarden zoals het is. Perfectie is niet het hoogste ideaal. Het leren omgaan met frustraties maakt iemand uiteindelijk een getrainde en krachtige werker in het Plan. In onze samenleving zijn mensen met een hoge mate van “frustratietolerantie” bijzonder gewild vanwege hun vermogen om nog rustig verder te kunnen werken in situaties waarin anderen allang zijn uitgeschakeld door stress, boosheid, etc. De getrainde werkers in het veld hebben gewoonlijk al veel ervaring in het leren omgaan met allerlei mogelijke hindernissen. Dit maakt hen steeds sterker. Ook dit is een vorm van verdraagzaamheid hoewel dit zelden zo wordt gezien. Een aantal methodes van de tegenstanders van de witte loge wordt hieronder kort beschreven zodat de student dit kan onderzoeken en kan benutten voor verdere herkenning; De zwarte loge wil gewoonlijk het verouderde zo lang mogelijk in stand houden waardoor het nieuwe belemmerd wordt. Hiervoor worden dan allerlei goedklinkende en vaak sentimentele argumenten aangevoerd die de publieke opinie gemakkelijk kunnen beïnvloeden. Deze werkwijze komt in onze samenleving heel veel voor. Zo worden diersoorten in stand gehouden die bij een meer natuurlijk verloop van de evolutie al lang zouden zijn verdwenen. Zo worden er ook allerlei oude gebouwen bewaard die in wezen al lang geen zinvolle bijdrage meer leveren aan het geestelijk welzijn van mensen. In vele huishoudens worden onvoorstelbare hoeveelheden spulletjes opgeslagen die men feitelijk al lang niet meer gebruikt. Het uitgangspunt is dan wie wat bewaart die heeft wat. Als dit de symboliek zou zijn van oude energie in de eigen aura wat zou de lezer dan doen? De tegenstanders van de witte loge proberen de leerling in het middelpunt van de kleine persoonlijke wereld vast te houden, zodat de ware visie op het Grote Plan wordt versluierd. Een getrainde werker in het veld is gedecentraliseerd in de manier van denken en handelen en beschouwt zichzelf steeds als onderdeel van een groep. Door vanuit groepsverband te denken kunnen er ook gemakkelijker oplossingen komen voor moeilijkheden die er zijn in verband met het werk of in verband met de eigen persoonlijke situatie. _______________________________________________________________________________ 48
De kooplust (hebzucht) van het grote publiek wordt door de tegenwerkende krachten zo veel mogelijk gestimuleerd door het stoffelijke uiterst verleidelijk te presenteren zodat de nadruk daarop wordt gevestigd in plaats van op het innerlijke leven van de ziel. De economie is nu kennelijk afhankelijk geworden van de bestedingen van de mensen massa’s en is niet meer in balans met wat er nodig is voor een normaal bestaan. Er is in wezen te veel melk, te veel boter, te veel vlees, te veel wijn, etc. Ongeremde hebzucht leidt onherroepelijk tot problemen zei de Boeddha lang geleden. Merkwaardig genoeg wordt er nu door deskundige economen beweerd dat de economie beter gaat draaien wanneer mensen steeds meer gaan besteden. Met andere woorden het stimuleren van de hebzucht van mensen wordt beschouwd als de redding voor onze economie. Hiermee wordt de Wijsheid van de vorige Wereldleraar niet serieus genomen. In feite wordt de redenering precies omgedraaid. Een getrainde werker in het veld is met heel weinig al heel gelukkig. Fundamentele principes in verband met de ontwikkelingen in deze periode worden door de zwarte loge op slinkse wijze verdraaid en ingekleurd, vaak gecamoufleerd door goed klinkende woorden. Herhaaldelijk wordt er onjuiste informatie gegeven en worden er leugens verspreid. Hierdoor ontstaat grote verwarring onder het spirituele publiek. Er is dus grote behoefte aan esoterische kennis in een praktische vorm. Een paar voorbeelden: • De Christus energie is de energie die verbonden is aan de ziel. Deze energie wordt ontvangen wanneer iemand kiest voor de weg van het werkelijk leren kennen van zichzelf en het willen dienen van anderen. De Christus energie is dus van alle tijden en heeft niets te maken met de energie vanuit het teken van de dierenriem dat de Waterman wordt genoemd. • Het jaartal 2012 wordt door vele beschouwd als iets wat belangrijk zou zijn in verband met een collectieve overgang naar een hogere staat van bewustzijn. In het lange verleden ging de geestelijke evolutie van mensen altijd heel geleidelijk. Zelfs een periode van honderd jaar is vanuit dit standpunt beschouwd nog maar heel kort. Het is daarom niet waarschijnlijk dat er nu opeens in een paar jaar een grote overgang mogelijk is voor een massa mensen. Geestelijke ontwikkeling werd in het verleden altijd bereikt door de individuele worsteling van de enkeling die grote moeite moest doen om slechts een klein stapje verder te komen op het lange pad van dienst aan anderen. Er is geen enkele reden dat dit nu opeens anders zou zijn. • In het menselijke energieveld zijn zeven hoofd chakra’s zoals er ook zeven hoofd ashrams zijn evenals zeven kleuren van de regenboog, zeven stralen, etc. Alles vanuit het goddelijke dat in onze wereld komt is zevenvoudig. Nu zijn er kennelijk veel mensen die verwachten dat het hele menselijke bouwwerk wordt uitgebreid met enkele extra chakra’s. Sommige mensen gaan zelfs uit van dertien. Het is niet waarschijnlijk dat het goddelijk bouwplan wordt aangepast aan de verwachtingen van de mensheid. Veel mensen willen zo graag contact hebben met één van de “opgevaren” Meesters dat zij werkelijk geloven hiermee in verbinding te staan. De informatie die zij uit zo’n contact ontvangen is vaak volkomen afwijkend van wat er door andere boodschappers zoals Alice Bailey en H.P. Blavatsky is aangegeven. Bij nader onderzoek zouden deze verschillen de contactpersonen aan het denken kunnen zetten maar vaak gaat het de tussenpersonen vooral om het feit DAT er contact is. Wat er gezegd wordt doet er kennelijk minder toe. Men vindt zichzelf in zo’n situatie vaak eigenlijk wel heel bijzonder hoewel dit gewoonlijk zorgvuldig wordt gecamoufleerd. Vaak hebben deze mensen de neiging om anderen te willen bekeren. Een zorgvuldige studie van de esoterische kennis die er al eerder is gegeven vanuit de Witte Broederschap zou veel mensen kunnen vrijmaken van veel van deze verwarring. Het gebruik van verdovende middelen wordt als betrekkelijk normaal beschouwd in onze samenleving zowel door de kopers als door de verkopers. Zo wordt het vermogen om zich te concentreren verzwakt en worden energievelden toegankelijk gemaakt voor allerlei negatieve elementen die hierdoor onrust kunnen gaan stoken. _______________________________________________________________________________ 49
De extreem hoge salarissen van topmanagers vormen de vette worst die voorgehouden wordt aan alle mindere managers en zij die ooit manager willen zijn. Op deze manier wordt het systeem, gebaseerd op hebzucht en persoonlijke macht, voortdurend in stand gehouden. Gelukkig beginnen steeds meer hoger opgeleiden te twijfelen aan de wijsheid van dit systeem. Voetbal is de meest geliefde sport in ons land. Toch is allang duidelijk dat deze sport niet leidt tot verbroedering maar juist enorme agressie oproept. Het principe van concurrentie en competitie leidt tot grote verdeeldheid en zorgt voor twee kampen. Het wordt kennelijk als normaal beschouwd dat daar waar enkele tientallen mensen hun favoriete sport beoefenen er vele honderden politiemensen nodig zijn om de openbare orde te handhaven. Merkwaardig genoeg ervaren miljoenen mensen voetbal als gezellig en een “sportief” evenement. Vrije handel is in werkelijkheid een grote illusie vanwege alle exportsubsidies en importheffingen voor bijvoorbeeld arme landen. De Europese landbouwsubsidies ondersteunen het belang van de groep Europese landen ten koste van vrije handel met andere landen. Ondanks enorme overschotten aan melk, boter, vlees, wijn, etc. wordt het produceren van deze producten nog steeds sterk gesubsidieerd. Tegelijkertijd wordt het teveel liever opgeslagen dan het uit te delen waar dat nodig is. Dit is duidelijk in strijd met het principe van Broederschap. Iedereen houdt zich tegenwoordig kennelijk bezig met iedereen. Dit wordt merkwaardig genoeg beschouwd als een vorm van sociaal gedrag. In werkelijkheid worden mensen op deze manier vaak belemmerd om zelf hun eigen keuzes te maken en een eigen verantwoordelijkheid hiervoor te leren dragen. Een getrainde werker werkt zo veel mogelijk vanuit een houding van begrip voor het proces waarin de ander terecht gekomen is op diens weg en vraagt zich soms af “ wat kan mijn bijdrage zijn?”. De zwarte loge prent mensen het idee in dat ze schijnbaar nergens meer tijd voor hebben. Met name binnen de groep hardwerkende hoger opgeleiden is deze illusie zeer sterk aanwezig. Merkwaardig genoeg ervaren deze mensen dit vaak als een bewijs van hun succes in het leven in plaats van als een teken van hun onvermogen om een juiste balans te vinden. Kritiek wordt door de tegenstanders van de witte loge voortdurend aangewakkerd tot in extreme vormen. Dit verschijnsel is zichtbaar in de hele samenleving, van de nationale politiek tot in het gezinsleven. Kritiek wordt vaak ten onrechte beschouwd als een teken van intelligentie en een actieve meedenkende instelling. Giftige kritiek in het hart is in werkelijkheid vaak een belemmering voor de opbouw van verbinding met de ziel. Naarmate mensen zichzelf beter leren kennen komt er vaak ook meer begrip voor de reacties van anderen. Wanneer de verbinding met de ziel sterker wordt dan wordt er vaak ook beter herkend dat men zelf ook maar een klein stukje van het geheel kan overzien. Er rijpt dan zoiets als bescheidenheid. Kritiek verdampt geleidelijk in het Licht van de ziel. Overal waar grote machtsverschillen worden misbruikt om iets af te dwingen daar ligt de zwarte loge op de loer. Een bijzonder type machtsmisbruik doet zich voor op het gebied van seksualiteit. Dit vraagt dus grote voorzichtigheid.
_______________________________________________________________________________ 50
Shamballa Zoals de ziel van een mens overeenkomt met de Geestelijke Hiërarchie van Dienst zo komt de monade overeen met Shamballa. Net zomin als de monade iets betekent voor mensen van de eerste graden van verbinding met de ziel, zo betekent voor hen ook zoiets als Shamballa in wezen maar heel weinig. Het is eenvoudig onmogelijk om dit goed in het gevoel te krijgen en concrete ervaringen ontbreken volledig. Men kan als mens hier niet bewust mee in verbinding komen zelfs niet wanneer men een derde inwijding heeft ondergaan. Het hele thema Shamballa blijft dus niet veel meer dan een abstract en theoretisch begrip. Toch kan het waardevol zijn om ook hierover iets te weten zodat er een tegenwicht kan komen ten opzichte van de verwarrende informatie die over dit onderwerp in deze periode in omloop is. Dit is het grote centrum waar Gods Wil gekend wordt. Het staat onder leiding van Sanat Kumara, die ook wel de Heer der wereld wordt genoemd. Zoals de Geestelijke Hiërarchie vooral de tweede straals energie van Liefde en Wijsheid manifesteert, zo werkt Shamballa vooral met de energie van de eerste straal, die van de Wil van God. Deze energie is uiterst krachtig in haar uitwerking en wordt daarom meestal in combinatie met de Geestelijke Hiërarchie gebruikt naar de mensheid. Misschien kan het heel eenvoudig zo worden gezegd dat Shamballa het centrum is van waaruit de Geestelijke Hiërarchie van Dienst zijn voeding ontvangt. Het is dus een hoger centrum dan het rijk der zielen. Dit hoge centrum kan rechtstreeks energieën ontvangen vanuit andere delen van ons zonnestelsel en zelfs vanuit bronnen van buiten ons stelsel. De hogere leden van de Geestelijke Hiërarchie van Dienst zijn soms lid van de raad van Shamballa. Dit betekent dat zij bij sommige bijeenkomsten aanwezig mogen zijn. We spreken dan over de Meesters van Wijsheid die als zielen aanwezig mogen zijn bij deze vergaderingen wanneer zij hierop voldoende zijn voorbereid. Ook de Christus is als Hoofd van de Geestelijke Hiërarchie vaak aanwezig bij de bijeenkomsten in Shamballa. Al dit soort van wetenswaardigheden zegt de gemiddelde lezer van dit boekje hoogstwaarschijnlijk weinig maar het geeft een eenvoudig beeld van wat er zich hier afspeelt. Het is voor mensen onmogelijk om hier mee in contact te treden. De uitwerking van deze eerste straals energie manifesteert zich soms in het afbreken en opruimen van oude gedachtevormen die leven in onze samenleving. In een volgende fase volgt er dan vaak een nieuwe gedachtevorm waarin er een nieuw ideaal wordt gemanifesteerd. De soms vernietigende uitwerking van deze eerste straals energie is voor mensen gewoonlijk moeilijk te herkennen en te aanvaarden als een waardevol onderdeel van het werk in het Grote Plan. Zo hebben mensen ook vaak moeite met het aanvaarden van de herfst en de winter. Veel mensen hebben een sterke voorkeur voor het voorjaar en de zomer. Dit is de energie die gebruikt wordt tijdens bijvoorbeeld revoluties zoals de Franse revolutie, om op deze manier de maatschappelijke vernieuwingen mogelijk te maken. Meestal is het van belang eerst het oude op te ruimen voordat er met succes iets nieuws kan worden opgebouwd. Organisaties, culturen, filosofieën, rassen, etc. zijn allemaal vormen die tijdelijk hun nut hebben, maar op den duur worden vervangen door nieuwere vormen die meer passen bij de geestelijke ontwikkeling van zo’n nieuwe tijd. In etherische stof is Shamballa op aarde aanwezig onder andere in de Gobi woestijn en in de Himalaya. De leden van Shamballa hebben etherische lichamen en geen stoffelijke zoals wij dat als mensen hebben. Ze zijn daarom alleen zichtbaar voor hen die het etherisch gezichtsvermogen hebben. Toch is Shamballa vooral een afstemming en geen plaats. In de symbolische voorstelling van de “Hemelse mens” is Shamballa te beschouwen als het hoofdcentrum. De Geestelijke Hiërarchie functioneert als het hartcentrum en de mensheid als geheel werkt als het keelcentrum. De Nieuwe Groep van Werelddienaren vormt gezamenlijk het voorhoofdcentrum. _______________________________________________________________________________ 51
De zeven stralen Onze kleine aarde is onderdeel van ons zonnestelsel. Dit stelsel wordt doorstraald door verschillende soorten energie afkomstig vanuit de tekens van de Dierenriem. Deze sterrenbeelden ontvangen deze energie vanuit nog grotere bronnen zoals Sirius, de Pleiaden en de Grote Beer. Er zijn zeven hoofdsoorten energie die de zeven stralen worden genoemd. Deze zeven zijn als het spectrum van een prisma dat ontstaat uit het ene, dat als het goddelijke zou kunnen worden beschouwd. De manifestatie van het zevenvoudige goddelijke komt steeds opnieuw naar voren in de schepping zoals in de zeven kleuren, de zeven sterren van de Grote Beer, de zeven zonnestelsels waar het onze er één van is etc. Een goed begrip van de werking van deze stralen is een belangrijk onderwerp voor studie. Door zorgvuldig onderzoek kan beter worden herkend waar iemand zelf het meest op reageert. Het geeft ook meer inzage in de werkzaamheden van de zeven hoofdashrams. De mogelijkheden van de verschillende stralen worden benut om het proces van geestelijke evolutie succesvol te laten verlopen. De herkenning van de werkzaamheid van deze zeven types energie draagt bij aan het leren herkennen van de manier waarop er wordt gewerkt in het Grote Plan. De uitwerking van deze energie is sterk afhankelijk van degene die deze energie ontvangt. De ene persoon zal veel kunnen doen met een aangeboden soort van energie, terwijl een andere persoon op dezelfde energie niet of nauwelijks reageert. Iemand die reageert op energie kan zowel negatief als positief reageren op de ontvangen energie. Ieder mens reageert op verschillende stralen. Zo reageert de persoonlijkheid (het ikje) vaak op een andere straalsoort dan de ziel. Ook het stoffelijk lichaam met daarbij inbegrepen de hersenen reageert vooral op één straalsoort evenals het astraal lichaam en het mentaal lichaam vooral op één straalsoort reageren. Het leren herkennen van de eigen stralenstructuur is een belangrijke stap op weg naar het beter leren kennen van jezelf. Iemand die zichzelf werkelijk heeft leren kennen als een ziel met zijn inwonende goddelijkheid heeft Meesterschap in het menszijn bereikt. De straal van de Monade blijft steeds gelijk. De straal van de ziel blijft een hele lange tijd gelijk maar kan af en toe wisselen. De straal van de persoonlijkheid wisselt gewoonlijk ieder leven. De zeven verschillende soorten energie kunnen als volgt worden omschreven: 1 e straal 2 e straal 3 e straal 4 e straal 5 e straal 6 e straal 7 e straal
Wil en Macht Liefde en Wijsheid Actieve Intelligentie Schoonheid en Harmonie door conflict Wetenschap en Concrete kennis Abstract idealisme en toewijding Orde, wet en ceremoniële magie
Zoals één mens voornamelijk reageert op de persoonlijkheidsstraal en soms op de zielestraal, zo reageren ook volkeren op een persoonlijkheidsstraal en een zielestraal. Ieder volk heeft zo haar eigen stralenstructuur. Het Duitse volk bijvoorbeeld reageert op de eerste straal als de persoonlijkheidsstraal. De ziele straal is de vierde straal. Bij het Indiase volk is dit precies omgekeerd. Het Britse volk reageert op de eerste straal als persoonlijkheidsstraal en de tweede straal als ziele straal. Bij het Nederlandse volk zijn de eerste en de vierde straal van belang.
_______________________________________________________________________________ 52
De Grote Aanroep Eén van de belangrijkste methodes die voor de dienaren van de mensheid ter beschikking staan om zichzelf beter te leren richten op de verbinding met de Witte Broederschap is het gebruik van de Grote Aanroep. Deze vorm van meditatie heeft in zichzelf een blauwdruk van het Goddelijk Plan van Geestelijke Evolutie. Door bewust gebruik vanuit een juiste motivatie door een individu of een groep kan zo de energie van het Plan zelf worden ontvangen en worden benut in dienst aan de mensheid. De uitwerking van deze Grote Mantra die wereldwijd wordt benut is enorm, ook al is dat niet altijd onmiddellijk zichtbaar. “Laat Licht en Liefde en Macht het Plan op aarde herstellen” wijst naar de activiteit van de drie hoofdstralen die gezamenlijk ervoor kunnen zorgen dat het Goddelijk Plan van Evolutie in ere wordt hersteld, mede door de bewuste herkenning van de mensheid van de waarde hiervan. Licht heeft betrekking op de intelligente aanpassing van de mensheid aan het innerlijk aangevoelde doel van de ziel vanuit Begrip voor het geheel. Dit is de energie van de derde straal. Liefde is die machtige energie van de tweede straal, die bewuste herkenning versterkt. De Macht van de eerste straal wordt benut om de Wil van God duidelijk te maken zodat de mensheid haar persoonlijke wil daar beter op af kan stemmen. Het Goddelijk Plan van Evolutie heeft veel meer in zich dan alleen de evolutie van de mensheid. Zoals de mensheid zelf voor een grote sprong voorwaarts staat vanwege de verbinding op grote schaal met de rijkdom van het ziele - leven zo staat ook de Geestelijke Hiërarchie van Dienst Zelf voor een volgende fase van ontwikkeling als onderdeel van het Plan. Het proces van het Naar Buiten Treden van de Geestelijke Hiërarchie staat daarom in zekere zin los van de reactie van de mensheid. Dit is ook de reden waarom de verschijning van de Christus en Zijn leerlingen met hun groepen op het stoffelijk gebied met zekerheid kan worden aangekondigd, ook al zal dit vele tientallen jaren in beslag nemen mogelijk zelfs langer. Hieronder de Nederlandse vertaling. Vanuit het punt van Licht in het denken van God Strome Licht in het denken van de mensen. Moge licht op aarde nederdale. Vanuit het punt van Liefde in het Hart van God Strome Liefde in de harten van de mensen. Moge Christus tot de aarde wederkeren. Vanuit het centrum waar Gods Wil gekend wordt Richte Zijn doel de kleine wil der mensen. Het is het Doel dat de Meesters kennen en dienen. Vanuit het centrum dat wij mensheid noemen Verwezenlijke zich het Plan van Liefde en Licht, En moge het de deur verzegelen waarachter het kwaad verblijft. Laat Licht en Liefde en Macht het Plan op Aarde herstellen.
_______________________________________________________________________________ 53
Er zijn verschillende Nederlandse vertalingen uitgegeven van deze meditatie. Om zo dicht mogelijk bij de kern te komen wordt hier de oorspronkelijke Engelstalige versie geven afkomstig uit het boek "De wederkomst van de Christus" van Alice A. Bailey, uitgegeven in 1945. From the Point of Light within the mind of God Let light stream forth into the minds of men Let light descend on earth. From the point of love within the heart of God Let love stream forth into the hearts of men May Christ return to earth. From the center where the will of God is known Let purpose guide the little wills of men The purpose, which the Master knows and serves. From the center which we call the race of men Let the Plan of Love and Light work out. And may it seal the door where evil dwells. Let Light and Love and Power restore the Plan on earth. Er is een sterke geestelijke verbinding tussen alle ware dienaren in elk land die eraan meewerken juiste menselijke verhoudingen tot stand te brengen. Het gezamenlijke doel maakt deze verbinding mogelijk. Al tientallen jaren vormen deze mensen van goede wil dagelijks om 5 uur 's middags in gedachten vaak een geestelijke verbinding. In stilte en met geconcentreerde aandacht spreken zij daarbij de volgende woorden uit ter ondersteuning van deze groep werkers die werkelijk bereid zijn om te dienen in het Plan van Geestelijke Evolutie. Het initiatief voor deze groepsmeditatie is afkomstig van de Arcane School, die op deze manier het gevoel van éénheid probeert te stimuleren onder alle ware dienaren die werkzaam zijn in de grote Wijngaard. Deze esoterische school is rond 1930 opgericht door Alice Bailey. Wie meer over deze school te weten wil komen kan kijken op www.lucistrust.org Moge de Kracht van het Ene Leven stromen door de groep van alle ware dienaren. Moge de Liefde van de Ene Ziel het leven kenmerken van allen, die de Verhevenen trachten te helpen. Moge ik mijn aandeel in het Ene Werk volbrengen, door het vergeten van eigenbelang, geen schade doen en het juiste Woord.
_______________________________________________________________________________ 54
Samenvatting De evolutie van onze Aarde en haar bewoners verloopt volgens een van tevoren opgesteld goddelijk Plan waarin het doel van haar Schepper is uitgewerkt. De Witte Broederschap werkt volgens dit Plan om de noodzakelijke vernieuwingen op gang te brengen in iedere specifieke periode. Op deze manier ontstaan bijvoorbeeld wetenschappelijke uitvindingen, nieuwe religies, nieuwe onderwijsmethoden, nieuwe vormen van kunst en bestuurlijke vernieuwing. Deze Broederschap bestaat uit zielen die in vele levens op aarde hebben geworsteld met alle moeilijkheden die het menszijn met zich meebrengt. Via de weg van inwijding kan er uiteindelijk Meesterschap over het menszijn worden bereikt in vijf verschillende stappen in het proces van geestelijke evolutie. Gewoonlijk zijn hier duizenden levens voor nodig. Alle ervaringen in het menszijn zijn dan uiteindelijk doorlopen en alle hindernissen zijn dan tenslotte overwonnen zodat deze kleine groep betrekkelijk vrij kan staan te midden van de menselijke samenleving, om andere mensen te begeleiden in hun ontwikkelingsproces. Deze mannen en vrouwen kenmerken zich vooral door Begrip als gevolg van de door hen bereikte ontwikkeling van bewustzijn. Zij hebben het Licht van de ziel in zichzelf gezocht en uiteindelijk ook gevonden, waardoor het bestaan van de innerlijke Geestelijke Broederschap zichtbaar wordt gemaakt. Nadat zij op deze manier zichzelf hebben bevrijd, hebben zij ervoor gekozen om hun bijdrage te leveren aan het Plan van Geestelijke Evolutie. Zij dragen allen een grote verantwoordelijkheid voor het werk dat aan hen is toevertrouwd door Degenen die het Plan van Evolutie voor onze Aarde bewaken. De Witte Loge bestaat niet alleen uit Meesters maar ook uit minder ver gevorderde zielen. Zo worden ook de vierde graad ingewijden beschouwd als Leraren van de mensheid terwijl ook de derde graad zielen worden beschouwd als onderdeel van de gelederen van de Witte Loge. Deze zielen kunnen zowel in incarnatie zijn als mens op aarde, maar ook buiten incarnatie als geestelijke begeleider. Samen vormt dit één geheel namelijk de innerlijke Broederschap die gebaseerd is op de verbinding van de zielen onderling. Op de hogere gebieden bestaat deze Broederschap al vele tienduizenden jaren en wordt daar soms het koninkrijk Gods genoemd. In de voor ons liggende periode wordt er geprobeerd om deze Broederschap steeds verder op te bouwen in ons gewone dagelijkse leven. Uiteindelijk zullen ook de Leraren van de mensheid steeds duidelijker herkenbaar aanwezig zijn op Aarde als mens tussen de mensen. Zij zullen zoeken naar mensen die met hen kunnen en willen samenwerken aan een gezamenlijk doel. Gewoonlijk zullen dat dezelfde mensen zijn waarmee zij in voorgaande incarnaties eerder hebben samengewerkt. Er wordt dan gezamenlijk gewerkt voor het geestelijk welzijn van alle mensen en niet voor één speciaal volk, groep of persoon. Deze groep Dienaren in het Plan van Evolutie werkte in de afgelopen duizenden jaren vooral vanuit een positie achter de schermen van onze menselijke samenleving. Haar bestaan is daarom betrekkelijk onbekend. In de komende periode zal zij weer meer openlijk tussen de mensen haar plaats innemen als begeleider van het proces van geestelijke evolutie dat op de mensheid wordt toegepast. Deze innerlijke Broederschap zal op Aarde vorm krijgen door vele vertegenwoordigers in vele landen, die in eerste instantie vaak onherkenbaar zullen zijn. De Grote Aanroep is een meditatie die rond 1945 vrij gegeven is vanuit de Witte Broederschap met name in verband met de voorbereiding op de Wederkomst van de Christus. Veel esoterische groepen werken daarom met deze vorm van meditatie. _______________________________________________________________________________ 55
Over de schrijvers en hun werkzaamheden Het is gebruikelijk dat de schrijver van een boek zichzelf bekend maakt zodat de lezer zich hier een beeld van kan vormen. De schrijvers van dit boekje gaan er van uit dat hun namen er in feite volstrekt niet toe doen en daarom worden die hier niet genoemd. Laat de lezer vooral intuïtief aanvoelen in hoeverre de aangeboden informatie van waarde zou kunnen zijn en weerklank geeft op iets wat innerlijk wordt aangevoeld als juist. Als het geschrevene intuïtief wordt herkend als juist, laat er dan mee gewerkt worden als een soort van hypothese. Als deze teksten in het hart geen herkenning vinden, dan is het misschien beter om hier verder geen tijd aan te besteden. Geen concrete namen dus hoewel er wel iets kan worden gezegd over de achtergronden van waaruit dit boekje tot stand gekomen is. De schrijvers hebben zelf een grondige studie gemaakt van de tijdloze wijsheid. De boeken van Alice Bailey vormen hiervoor een belangrijke bron, die in principe voor iedereen toegankelijk is. Deze kennis is aangevuld met inzichten die vanuit de ziel (het hogere zelf) en één van de ashrams zijn ontvangen. De schrijvers zijn leerlingen van één van de Meesters van Wijsheid maar werken volledig onder eigen verantwoordelijkheid. Vanuit deze achtergrond kon een kleinschalig pilot project in Nederland worden opgestart. Het doel hiervan is om te onderzoeken hoe mensen kunnen worden begeleid in het leren samenwerken met de ziel, het hogere zelf. Er is dus een experiment gaande met een nieuwe methode van training die anders is dan de beproefde methodes van bestaande scholen zoals de Arcane School. Mensen die hierin zijn geïnteresseerd kunnen contact opnemen met een kleine groep die in de afgelopen jaren zelf heeft geleerd om steeds bewuster te leren samenwerken met de ziel. Er is in de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met deze vorm van begeleiding, die misschien meer overeenkomst heeft met het moderne begrip coaching dan met het enigszins verouderde type onderwijs door middel van klassen en theoretische kennis. Er zijn dus geen klassen en er worden ook geen diploma’s gegeven. Toch kunnen belangstellenden rekenen op ervaren mensen die vanuit hun achtergrond anderen voldoende begeleiding kunnen bieden. Wanneer hun eigen capaciteiten in specifieke situaties onvoldoende zouden zijn, dan kunnen zij overleggen met anderen van de groep, die misschien op dat gebied meer kennis en ervaring hebben opgedaan. Zo ontstaat er een krachtige groep die soepel en doeltreffend kan functioneren als één geheel. Deze boekjes zijn geschreven voor hen die zich willen verdiepen in esoterische kennis in een praktische vorm. Ze kunnen worden benut als onderdeel van de esoterische training die vanuit het pilot project wordt begeleid maar ze kunnen ook los hiervan worden bestudeerd. Er is over het algemeen een goede aansluiting met de boeken van Alice Bailey hoewel er hier en daar enkele verschillen kunnen zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat de ene serie boeken de algemene lijnen beschrijft terwijl de schrijvers hun informatie geven aan de hand van de werkwijze in het Nederlandse pilot project. Het gaat hier immers om een experimentele manier van werken die door één van de Meesters wordt toegepast. Het uitwerken van karma speelt hierin een belangrijke rol evenals de praktische gang van zaken bij werk in het Plan van Geestelijke Evolutie. Er wordt geprobeerd om meer begrip mogelijk te maken voor het werk in het Plan. Dit is nodig omdat gebleken is dat het bestuderen van kennis uit de vele boeken iets heel anders is dan het begrijpen hiervan in het hart en het praktisch leren toepassen van die kennis in het gewone dagelijkse leven. Alle esoterische scholen bieden mensen volop gelegenheden om zichzelf beter te leren kennen en te worden wie men van oorsprong al is. Als dit proces op gang komt zal het herkennen van de mogelijkheden om anderen te kunnen dienen vanuit de samenwerking met de ziel, het logische gevolg zijn. Dan zal ook regelmatig de innerlijke vreugde worden ervaren die de reiziger dan vergezelt op het pad van dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie. _______________________________________________________________________________ 56
De tot nog toe verschenen titels in de serie Esoterische kennis in een praktische vorm die voor belangstellenden beschikbaar zijn, worden onderstaand aangegeven. Deze boekjes kunnen worden aangeschaft via de website www.degroepemmanuel.org “de ziel, het hogere zelf” In deze periode zijn er waardevolle mogelijkheden om verbinding op te bouwen met een hoger deel van jezelf dat door velen de ziel wordt genoemd. Via de weg van esoterische studie, doelgerichte meditatie en dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie kunnen er vorderingen worden gemaakt op deze weg van verbinding. Het resultaat is een dagelijks leven waarin er steeds meer zicht is op het doel van de ziel en waarin er ruimte is voor vreugde en samenwerking. "Geestelijke begeleiding" Dit boekje kan een leidraad zijn voor hen die willen proberen om bewust de samenwerking met hun Gids verder op te bouwen. Het voorziet in de basiskennis die nodig is om hindernissen te kunnen overwinnen. Het is gebaseerd op veel praktijkervaring en een uitgebreide esoterische studie. Naast de Gidsen wordt er ook begeleiding gegeven door de ziel zelf en mogelijk zelfs door de Leraren van de mensheid, die werkzaam zijn vanuit de innerlijke Broederschap. "De Witte Broederschap" In dit boekje wordt een overzicht gegeven over het doel, de werkwijze en de samenstelling van deze Geestelijke Hiërarchie van Dienst aan de mensheid, die in de boekjes vaak de innerlijke Broederschap wordt genoemd. Onderwerpen als de vijf graden van inwijding, Meesterschap, de zeven stralen en Ashrams worden hier belicht op een heldere en praktisch bruibare manier. "Esoterisch Groepswerk” In het tijdperk van de Waterman wordt er op een iets andere manier gewerkt in het Grote Plan dan voorheen. Een aantal belangrijke uitgangspunten bij dit nieuwe type groepswerk worden in dit boekje beschreven. Er is nu een veel hechtere samenwerking mogelijk tussen mensen en de Leraren, die werkzaam zijn vanuit de innerlijke Broederschap. Ieder heeft in zo’n groep een eigen functie en een eigen verantwoordelijkheid. Gezamenlijk vormt dit één geheel. "Seksualiteit" Dit boekje is bedoeld voor hen die willen proberen het moeilijke thema seksualiteit te bestuderen vanuit de verbinding met de ziel. Deze studie kan er aan bijdragen om ook dit gedeelte van de menselijke ervaringswereld, in overeenstemming te brengen met de wijsheid van het zielenleven. “Het Plan van Geestelijke Evolutie” In dit boekje wordt iets over het Plan van Geestelijke Evolutie beschreven. In de komende periode gaat het vooral om het opbouwen van verbinding tussen vrouwen en mannen. Na een lange periode van individuele ontwikkeling is er nu meer ruimte voor samenwerking, vanuit het principe van eenheid in verscheidenheid. Om dit te kunnen doen is begrip nodig voor het Plan. “Esoterische Astrologie” De gebruikelijke astrologie houdt zich vooral bezig met karakterbeschrijvingen en prognoses van omstandigheden. De esoterische astrologie richt zich vooral op de ziel. Langs deze lijnen kan iemand zichzelf beter leren kennen evenals de ziel. Daardoor groeit er ook begrip voor het Plan.
_______________________________________________________________________________ 57
Over het logo van esoterische school de groep Emmanuël Esoterische scholen bestaan al vele duizenden jaren op de hogere afdelingen van de mentale gebieden. Hier wordt onderwijs gegeven aan leerlingen die hiervoor worden uitgenodigd tijdens de uren van slaap van het stoffelijke lichaam. De zichtbare scholen op het stoffelijk gebied zoals die in de Himalaya, zijn hier een uitvloeisel van. Omdat er verschillende types mensen in incarnatie zijn, zijn er ook verschillende typen scholen nodig. Zo zijn er bijvoorbeeld scholen voor het zevende onderras van het vierde wortelras, dat in deze periode het grootste deel van de wereldbevolking uitmaakt. Hiertoe behoren onder andere de Chinezen en de Tibetanen. Vanzelfsprekend zullen de scholen die voor deze zeer grote groep bedoeld zijn, in die regio gevestigd zijn. Ook het vijfde wortelras heeft haar eigen scholen, die al gedurende zeer lange tijd functioneren. Al deze scholen vormen gezamenlijk één geheel. Voor het opkomende nieuwe zesde onderras wordt in de komende eeuwen een nieuwe afdeling van deze ene school opgebouwd op de hogere gebieden, die geleidelijk meer zichtbaar zal worden op het stoffelijk gebied, met name in Europa en de Verenigde Staten. In verband hiermee zijn in verschillende landen proefprojecten gaande waarin ervaring wordt opgedaan met betrekkelijk nieuwe methodes van onderwijs. Ook in Nederland is zo’n experiment gaande, in dit geval op betrekkelijk kleine schaal. Kern van de eerste fase van dit pilot project is het uitproberen van een manier van ontwikkeling waarbij het versneld wegwerken van karma van groot belang is. Vanuit het standpunt van de Meesters beschouwd zijn karmische verplichtingen immers vaak de reden dat men nog niet in aanmerking kan komen voor een eerstvolgende stap op de weg van geestelijke ontplooiing. Door dergelijke verplichtingen weg te werken, wordt daarmee de weg vrijgemaakt voor verdere groei. Zo kan men vorderingen maken in het eigen schoonmaakproces. In de esoterische literatuur wordt in dit verband soms gesproken over het ledigen van de beker van karma. Door meer begrip wordt dit proces draaglijker en soms ook versneld. In dit pilot project wordt door één van de Meesters langs deze lijn gewerkt aan de ontwikkeling van de intuïtie en het leren samenwerken met het hogere zelf. De grote beloning voor het wegwerken van karma is immers een sterkere samenwerking met de ziel. Naarmate er meer samenwerking is met de ziel zal ook het doel van de ziel beter worden herkend, evenals anderen van dezelfde zielsgroep. Er zal dan ook regelmatig die diepe innerlijke vreugde van het hart zijn, die aangeeft dat het gevolgde spoor juist is. Dit proces van schoonmaken vormt de kern van het pilotproject. Dit principe wordt gesymboliseerd in de beker die een centrale plaats inneemt in het logo. De beker heeft meerdere betekenissen maar waar het hier vooral om gaat is de beker van karma. De cirkels verwijzen vooral naar de samenhang met de andere rassen die gezamenlijk één geheel vormen. Iedere ziel doorloopt immers alle rassen gedurende de hele incarnatiecyclus. De grote gele cirkel om de zeven kleinere en door elkaar gestrengelde cirkels, is een verwijzing naar het Boeddhische gebied, het gebied van de intuïtie en het gebied waarop de Meesters gewoonlijk werken. De intuïtieve instroom kan worden ontvangen in de dieptes van het hart door mensen die hebben geleerd om samen te werken met de ziel, het hogere zelf. Dit proces wordt vanuit de school gestimuleerd. De blauwe achtergrond duidt zowel op onze Aarde (die een blauwe planeet is) als op het zonnestelsel, dat ingekleurd wordt door de tweede straal van Geestelijke Liefde en Wijsheid.
_______________________________________________________________________________ 58
- ruimte voor aantekeningen -
_______________________________________________________________________________ 59