IN F OM AGAZI NE VA N D E STI C H TI NG B EK K EN B O D E M PAT I Ë NT E N
Stichting Bekkenbodem Patiënten
B-WIJZER
RU BRIEK
13e jaargang december 2013 – nr. 48
Zwangerschap, bevalling & bekkenbodem: betere nazorg hoognodig
Met onder andere Aaltje Schram Zwangerschap 1e kennismaking met bekkenbodem Helga Hentzepeter Training tijdens en na zwangerschap Hans van Geelen “Maatschappelijke impact bekkenbodemproblemen onderschat” Luxe incontinentielingerie Uitkomsten SBP-enquête
B-Wijzer nr 48 – december 2013
1
C OL OF ON
B-Wijzer is het informatiemagazine van de Stichting Bekkenbodem Patiënten en wordt uitgegeven in een oplage van 1850 exemplaren. B-Wijzer verschijnt twee keer per jaar. Dertiende jaargang, 2/2013, nummer 48 Postadres Stichting Bekkenbodem Patiënten Antwoordnummer 2021 3970 VD Bunnik Telefoon: (020) 658 65 20 Internet: www.bekkenbodem.net E-mail:
[email protected] ABN Amro: 59.54.67.741 KvK te Rotterdam: 243 20 275 Donateursschap Word donateur voor € 25,- per jaar. Aanmelden als donateur kan: via brief/kaartje naar bovengenoemd adres, of via e-mail naar
[email protected], of op werkdagen bellen met telefoonnummer: (020) 658 65 20. Contributiejaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzeggen schriftelijk voor 1 november bij: Stichting Bekkenbodem Patiënten, Antwoordnummer 2021, 3970 VD Bunnik. Redactie Ilse van Ogtrop Ed Hoornikweg 3, 1628 VA Hoorn
[email protected]
IN H OU D
Voorwoord en Van het bestuur
3
Maatschappelijke impact bekkenbodemproblemen
4
Betere nazorg hoognodig
6
Bekkenbodemproblemen na zwangerschap
8
Bekkenbodem is bevalling
9
Lezersvragen
11
“Hier hoor je nooit iemand over”
12
Winterklaarmomenten
13
Product belicht: Luxe incontinentielingerie
15
Afscheid Mark Vierhout en Pieter Venema
16
Proefschriften Mirjam Weemhoff en Ellen Lensen
17
Bekkenbodemtraining tijdens en na zwangerschap
18
Congres transitional care
19
Uitkomsten SBP-enquête
20
Congres buik- en bekkenpijn
22
Bloemetjes plukken
22
De activiteiten van de SBP kunnen worden uitgevoerd dankzij een jaarlijkse subsidie van het CIBG, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inkomsten via onze donateurs en sponsoring door het bedrijfsleven.
Redactionele bijdragen Anne Bakker/PVVN, Maria Boerlage, Nynke Feenstra, Sanne Gordijn, Helga Hentzepeter, Willem Mensink, Bert Messelink, Henk-Jan Mulder, Zwaan Mulder, Aaltje Schram, Mirjam Weemhoff Vormgeving/opmaak Richard van Rheenen, Grafisch!OK
[email protected] Acquisitie
[email protected] t.a.v. Mevr. M.P. Boerlage Copyright SBP® Redactie en SBP zijn niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van toepassingen van de in B-Wijzer beschreven informatie. ISSN: 0920-0037
SBP Informatielijn De Stichting Bekkenbodem Patiënten is er om naar u te luisteren en u te helpen. Wij informeren u over klachten in het bekkenbodemgebied, zoals plas-, ontlasting- of seksuele problemen en pijnklachten in het bekken of in de onderbuik. Speciaal voor patiënten met deze klachten hebben we een telefonische hulplijn. U krijgt persoonlijke informatie en waardevolle tips. Heeft u bekkenbodemklachten? Bel voor een antwoord op uw vragen de SBP: telefoon (020) 658 65 20 U kunt ook een e-mail sturen naar
[email protected]. Aarzel niet om te bellen. Er is meer aan te doen dan u denkt!
2
SBP
V OORWO O RD
Voorwoord Zwangerschap, de geboorte van een kindje, het is fascinerend en bijzonder om zelf te ervaren of van dichtbij mee te maken. Kort geleden werd mijn achterneefje Rafaèl geboren en de hele familie leefde mee. Voor mijn moeder het 10e achterkleinkind, maar ze is net zo trots als bij alle andere! En iedereen is opgelucht dat het kindje helemaal gezond is.
In dit nummer van B-Wijzer staan zwangerschap en bevalling centraal. Wat gebeurt er met je bekkenbodem in deze periode? Wat kun je doen om de schade beperkt te houden? Bekkenbodemtraining blijkt een goed hulpmiddel om problemen te verminderen, op te lossen of erger te voorkomen (ook op latere leeftijd). En zoek vooral hulp als je een probleem ervaart, je bent niet de enige!
Voor de jonge ouders is het een complete verandering van hun leven: zo’n klein wezentje eist alle aandacht en tijd op. Voor de moeder zijn zwangerschap en vooral de bevalling een aanslag op haar lichaam, daarna volgt een periode van voeden, gebroken nachten, zorgen voor en bezorgdheid om, maar ook lieve wensen, kraambezoek en geluk om zo’n prachtig kindje. Het kan soms een tijdje duren voor de jonge ouders weer echt aandacht krijgen voor zichzelf en elkaar. En dan merkt moeder vaak dat haar lichaam wat schade heeft overgehouden aan het natuurgeweld.
Ilse van Ogtrop Redactie B-Wijzer
Van het bestuur Waar heeft het SBP-bestuur zich de afgelopen tijd zoal mee bezig gehouden? Heeft u even? We werkten mee aan de zesde druk van het Zorgboek Urineverlies, uitgegeven door de Stichting September (en met korting te bestellen, zie hiernaast). Onze website trekt aanzienlijk meer bezoekers en de eerste stappen op het pad van de sociale media zijn gezet. We zijn benaderd door de vakgroep Huisartsgeneeskunde van het UMCG om mee te denken over een allesomvattende app over incontinentie die ze in Groningen gaan ontwikkelen. We presenteerden het Goud In Handenproject voor meer dan 100 gynaecologen van de NVOG-werkgroep Bekkenbodem. We hadden onze jaarlijkse contactdag met relaties, sponsors, adverteerders en vrijwilligers. Ook spraken we met de Medische Advies Raad over de plannen voor 2014. Het voucherproject, waarin we met zes andere patiëntenverenigingen de vraag “Hoe gaat het echt met u“ willen beantwoorden, staat op de rails. Helaas zijn de vacatures in het bestuur en bij de vrijwilligers nog steeds niet opgevuld. Denk en doe mee met de SBP en geef u op voor een bestuursfunctie of als vrijwilliger. Dat zou de uitvoering van een goed voornemen voor het nieuwe jaar kunnen zijn. We wensen u en uw naasten een prettige decembermaand en een goed 2014!
AANBIEDING
BESTUUR
Korting op Zorgboek Urineverlies 2013 Het Zorgboek Urineverlies is helemaal bij de tijd. Bestel het boek of de cd-rom nu met 25% korting. Meer dan een miljoen mensen in Nederland hebben last van ongewenst urineverlies. Maar er is meer aan te doen dan u denkt! De praktische en betrouwbare patiënteninformatie in dit zorgboek geeft een allesomvattend overzicht van de medisch-inhoudelijke, maatschappelijke en praktische aspecten, met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Informatie voor zowel patiënt als naasten over oorzaken en mogelijke behandelingen, maar ook over vergoedingen. Willem Mensink, gynaecoloog en vicevoorzitter van de SBP, was bij de herziening van het boek betrokken. Bestel het boek (€ 19,95) of de cd-rom (€ 30,45) via www.stichtingseptember.nl. Als SBP-donateur ontvangt u maar liefst 25% korting op de aanschafprijs wanneer u de volgende kortingscode vermeldt: PV13051.
Willem Mensink, vicevoorzitter
B-Wijzer nr 48 – december 2013
3
SBP
Hans van Geelen, gynaecoloog
“De maatschappelijke impact van bekkenbodemproblemen wordt nog onderschat” Een icoon wil Hans van Geelen, gynaecoloog en voorzitter van de SBP, zeker niet genoemd worden. “Enige bescheidenheid is op zijn plaats.” Hij heeft binnen de beroepsorganisatie Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) altijd geijverd voor betere bekkenbodemzorg. Niet alleen in Nederland, ook op internationaal niveau, bijvoorbeeld toen hij voorzitter was van de International Urogynecological Association (IUGA).
Nynke Feenstra
“Toen ik in 1974 begon met mijn opleiding tot gynaecoloog was de bekkenbodem geen sexy onderwerp onder gynaecologen”, vertelt Van Geelen. “In de jaren negentig veranderden de inzichten en kwam er betere diagnostiek. Toen begonnen veel gynaecologen het belang van goede bekkenbodemzorg in te zien.” In 1997 werd in Nederland het kunststof bandje (TVT) geïntroduceerd waarmee stressincontinentie bij vrouwen effectief kon worden verholpen. De goede resultaten met dit bandje en het feit dat dit lichaamsvreemde materiaal goed werd verdragen, leidden tot het op de markt brengen van de bekkenbodemmatjes, ook wel meshes genoemd. Met zo’n matje kunnen verzakkingen van baarmoeder en schedewand operatief worden verholpen. In Nederland werden in 2005 de eerste operaties met meshes uitgevoerd. Twee jaar geleden kwam in het nieuws dat sommige vrouwen veel pijn hadden door die matjes. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft naar aanleiding hiervan overleg gehad met patiënten en gynaecologen, waarin de problemen rondom die matjes zijn besproken. Hans van Geelen was ook bij dit overleg. Hierna heeft hij een overzichtsartikel*) geschreven over dit onderwerp dat in mei 2013 is gepubliceerd in het International Urogynecology Journal. Van Geelen: “Ik denk dat het beter is als deze operaties alleen nog gedaan worden door urogynaecologen die dit vaak doen en er voldoende ervaring *) J.M. van Geelen and P.L. Dwyer, Where to for pelvic organ prolapse treatment after the FDA pronouncements. International Urogynecological Journal, 2013, vol. 24, p. 707-718.
4
“Nu meer aandacht voor onze bekkenbodem bespaart ons later een hoop ellende.”
mee hebben.” Een urogynaecoloog is een vrouwenarts die zich heeft gespecialiseerd in bekkenbodemproblematiek. Het subspecialisme urogynaecologie is in Nederland vier jaar geleden officieel erkend.
Bekkenbodemtraining Wat zijn volgens Van Geelen de belangrijkste taken van de SBP? “Bewustwording. Veel mensen realiseren zich niet dat ze een bekkenbodem hebben, een stevig spierstelsel dat ons lichaam draagt en dat een belangrijke rol speelt bij het naar de wc gaan en bij de voortplanting. De bekkenbodem bestaat uit spieren en die spieren moet je in conditie houden. Dus…trainen! Bij vrouwen die een kind baren, wordt die bekkenbodem opgerekt. Er kunnen daardoor beschadigingen optreden. Als hier na de bevalling niet genoeg aan wordt gedaan, raakt de bekkenbodem verzwakt. Op latere leeftijd zie je dan incontinentieklachten en/of verzakkingsproblemen ontstaan.”
SBP
Het streven van Hans van Geelen is dat controle van de bekkenbodem wordt opgenomen in de nazorg van een bevalling. “Dit kan het beste zes maanden na de bevalling. Je bent dan op tijd om, als het nodig is, bekkenbodemtraining in gang te zetten. Zo’n extra consult zou moeten worden opgenomen in het verzekeringspakket.” In Frankrijk, België en de Scandinavische landen wordt al meer aandacht aan de bekkenbodem gegeven dan bij ons, weet hij.
Naar het verpleeghuis Van Geelen wijst erop dat de consequenties van een niet goed werkende bekkenbodem nog worden onderschat. “Wist u dat incontinentie in veel gevallen de doorslaggevende reden is waarom een oudere naar een verzorgingshuis of een verpleeghuis moet? Met vergeetachtigheid kan vader of moeder vaak nog lang thuis blijven wonen, maar als daar incontinentie bij komt, dan wordt de zorg zo intensief dat mantelzorgers het niet meer volhouden.” De groep ouderen wordt zoals bekend de komende jaren groter. “Als we nu beter voor onze bekkenbodem zorgen, besparen we onszelf later een hoop ellende. En kosten. Onderzoek in Canada heeft uitgewezen dat een incontinente oudere € 30.000,- per jaar kost aan materiaal en verzorging. In Australië, Canada en Groot-Brittanië begint men zich van dit gezondheidsprobleem bewust te worden.” Naamsbekendheid Hans van Geelen heeft zijn best gedaan om de SBP meer naamsbekendheid te geven. “Iedereen kent de Hartstichting en KWF Kankerbestrijding. Zoiets wil ik met de SBP ook bereiken.” Hij is in 2008 begonnen om binnen de werkgroep Bekkenbodem van de NVOG aan gynaecologen te vertellen over de SBP. Ook bezocht hij allerlei bekkenbodemcentra. Het infomagazine B-Wijzer ligt nu in de wachtkamer van elk bekkenbodemcentrum. Hij is ook in een overlegstructuur met zorgverzekeraars gaan zitten om bekkenbodemproblemen ook daar op de kaart te zetten. De website is verbeterd. “Ik had hem liever nog wat interactiever. Ook denk ik dat we via sociale media moeten werken aan onze naamsbekendheid. We zoeken een vrijwilliger die dit voor de SBP kan doen.” Uit de taboesfeer Hij realiseert zich als geen ander dat de bekkenbodem met schaamte is omgeven. Wat dat betreft heeft de Hartstichting het makkelijker. “Incontinentie en verzakkingen, daar loop je niet mee te koop. Daarom wil de SBP ook taboedoorbrekend zijn.” De SBP heeft veel energie gestoken in het op de planken krijgen van het toneelstuk ‘Het verlies van Viviane’, een monoloog van een vrouw van wie het leven steeds meer wordt beheerst door urineverlies. Het stuk wordt nog steeds opgevoerd. Na iedere voorstelling brengt de actrice, Frederiek Voskens,
B-Wijzer nr 48 – december 2013
een discussie over het onderwerp op gang. Er wordt dan ook gevraagd of er mensen zijn die zich als vrijwilliger voor de SBP willen inzetten. “We willen graag verjongen, maar het is moeilijk om nieuwe bestuursleden en vrijwilligers te vinden.”
Goud in handen Hans van Geelen is er voorstander van dat bekkenbodempatiënten hun stem laten horen. Juist ook als het gaat om wat er beter kan in de zorg. Daarom heeft hij er voor gezorgd dat de SBP heeft meegedaan aan een landelijk onderzoeksproject voor patiëntenverenigingen ‘Goud in Handen’. In focusgroepen hebben bekkenbodempatiënten hun ervaringen gedeeld en verbeteringen aangedragen. Dit ging in samenwerking met een team van medisch deskundigen. Het resultaat is het boekje ‘Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief voor de zorg bij bekkenbodemproblemen’. Wat gebeurt er verder mee? “In oktober hielden de coördinator van het onderzoek, drs. Bert Messelink, en een ervaringsdeskundige er een voordracht over voor gynaecologen. De SBP gaat deze aanbevelingen ook onder de aandacht brengen van verloskundigen, huisartsen en zorgverzekeraars. We gaan ermee de boer op.” Vrijwilligers gezocht! Van Geelen is sinds 2012 voorzitter van de Stichting Bekkenbodem Patiënten (SBP). Hij was dit al eerder, van eind 2008 tot 2011. De SBP is blij met zo’n deskundige en betrokken voorzitter, maar Hans van Geelen draagt het stokje graag over. Het liefst aan een ervaringsdeskundige die de ernst van bekkenbodemklachten aan den lijve heeft ondervonden en dit goed kan verwoorden. En er zijn meer vrijwilligers nodig want er is nog een hoop werk te verzetten voor de Stichting Bekkenbodem Patiënten. Maar het klimaat zit niet mee. Het aantal donateurs en adverteerders daalt en de subsidie van de overheid wordt minder. “Mensen zijn minder bereid om voor een lidmaatschap te betalen, omdat alle informatie op internet voorhanden is. Ons blad ligt in de wachtkamers van bekkenbodemcentra en wordt daar goed gelezen. We hebben de SBP-informatielijn waar mensen hun verhaal kunnen doen en informatie krijgen. Als iemand belt met een vraag die heel specifiek is, dan wordt die voorgelegd aan een van onze vijf adviseurs, allen gespecialiseerd in de bekkenbodem. Er is dus al veel opgezet. Maar we moeten meebewegen met de tijd: op zoek naar andere bronnen van inkomsten, veel actiever zijn online en nieuwe bestuursleden en vrijwilligers vinden. Het is tijd dat een volgende generatie het bestuur komt versterken en oplossingen aandraagt die passen bij deze tijd.” Dit is het laatste deel in een serie van drie interviews met kopstukken uit onze Stichting Bekkenbodem Patiënten over verleden, heden en toekomst van de bekkenbodemzorg. Het eerste was met uroloog Bert Messelink, het tweede met bekkenfysiotherapeut Marijke Slieker-ten Hove (zie www.bekkenbodem.net voor de oudere interviews). Like ons op Facebook Laatste nieuws en info op www.bekkenbodem.net
5
ZWANGERS C H A P, B E VA L L IN G & B E K K EN BOD EM
Betere nazorg is hoognodig Er moet meer aandacht komen voor de bekkenbodem tijdens de zwangerschapsbegeleiding. Dit vinden bekkenbodempatiënten die hebben meegewerkt aan het onderzoeksproject Goud in Handen.*) Maar wat vinden zorgverleners hiervan? Nynke Feenstra
De deelnemers deden een aantal suggesties. De verloskundige vraagt al tijdens de zwangerschap aan de zwangere vrouw wie haar bekkenfysiotherapeut is. Wanneer een vrouw dit niet weet, krijgt zij een lijstje met bekkenfysiotherapeuten. Een half jaar na de bevalling komt de vrouw bij de verloskundige of gynaecoloog terug voor een gesprek over de bekkenbodem. Daarbij wordt gevraagd naar urineverlies, het ontlastingpatroon, seksualiteit, borstvoeding, menstruatie en pijnklachten. Aan de hand van dat gesprek wordt bepaald of verdere behandeling nodig is. Wil dit in de praktijk allemaal goed werken, dan moeten vrouwen al tijdens de zwangerschap worden gewezen op de mogelijke gevolgen voor de bekkenbodem. Bijvoorbeeld via een voorlichtingscampagne. Wat vinden zorgverleners hiervan? B-Wijzer vroeg het een verloskundige, een huisarts en een bekkenfysiotherapeut.
Folder bekkenbodeminstructies Benice Clingeborg vertelt hoe zij als verloskundige aandacht besteedt aan de bekkenbodem. “De bekkenbodem komt eigenlijk nauwelijks voor in de lijst met vragen die verloskundigen standaard stellen.” Clingeborg werkt met drie andere verloskundigen samen in De Verloskundigen Praktijk van Groningen. “Het is nu nog zo dat een zwangere er zelf mee moet komen als ze incontinentieklachten heeft of een balletje onderin voelt.” Verloskundigen adviseren wel altijd om zwangerschapsgym of -yoga te doen. Daar komen bekkenbodemoefeningen meestal wel aan de orde. “In het kraambed vertel ik op de derde of de vierde dag na de bevalling over de bekkenbodem en laat ik een flyer achter. Deze flyer is gemaakt door
“De verloskundige zou een risicoanalyse van de bevalling moeten maken” twee bekkenfysiotherapeuten met wie onze praktijk samenwerkt. Wat de vrouwen vervolgens met die bekkenbodeminstructies doen, daar heb ik geen zicht op.” Wanneer ziet ze de vrouw voor het laatst? “Tien dagen na de bevalling eindigt onze begeleiding. Als een vrouw dan aangeeft dat ze incontinentieklachten heeft, adviseer ik haar naar de huisarts te gaan als het na drie maanden niet over is.”
6
Coby Hartsema, bekkenfysiotherapeut Martini Ziekenhuis, Groningen
Veel zwangeren met urineverlies Huisarts Pien van Brummen promoveerde in 2006 op ‘Bekkenbodemklachten tijdens en na de eerste zwangerschap’. “30 tot 35 procent van de zwangeren heeft last van urineverlies. Ook na de bevalling blijven de klachten bestaan. Daarbij maakt het niet uit of het kindje via de natuurlijke weg ter wereld is gekomen of dat het via een keizersnede is gehaald. Dus meer aandacht voor de bekkenbodem is echt nodig.” Dat vindt ook Coby Hartsema, die als bekkenfysiotherapeut samenwerkt met gynaecologen, continentieverpleegkundigen en urologen in het Groningse Martini Ziekenhuis: “Het zou winst zijn als de verloskundige zwangere vrouwen erop wijst dat een goed herstel van de bekkenbodem belangrijk is. Verder zou ze een zwangere moeten uitvragen op bekkenbodemklachten, zoals urineverlies en verzakkingsklachten. Ook is het belangrijk dat ze een vrouw screent op risicofactoren, door bijvoorbeeld te vragen of zwak steun- en bindweefsel in de familie zit en of de vrouw chronisch persgedrag heeft door een moeilijke stoel*) Bekkenbodempatiënten werkten mee aan het project ‘Goud In Handen: ervaringskennis effectief inzetten’. De uitkomsten van dit traject zijn samengevat in het boekje Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief voor de zorg bij bekkenbodemproblemen (2012). Verkrijgbaar via www.bekkenbodem.net.
SBP
gang.” Hartsema vindt dat de verloskundige ook een risicoanalyse zou moeten maken van de bevalling. “Heeft de vrouw heel lang moeten persen? Is er een ruptuur en is hierbij ook een spier gescheurd? Dan is er een vergroot risico op fecale incontinentie.”
“Vrouwen moeten er zelf aan willen werken” Alle zwangeren een lijstje overhandigen met bekkenfysiotherapeuten, zoals de ervaringsdeskundigen van Goud in Handen opperen, lijkt hen alle drie niet de juist aanpak. Ze vinden het beter als de verloskundige alleen de vrouwen die al klachten hebben en de vrouwen met een verhoogd risico, doorverwijst naar een gespecialiseerde bekkenfysiotherapeut.
Bekkenbodemconsult Een consult dat gericht is op de bekkenbodem na de bevalling vinden ze alle drie wél een goed idee. Zeker omdat uit onderzoek blijkt dat vrouwen die een kind hebben gekregen op latere leeftijd veel vaker een verzakking en incontinentie krijgen. Vrouwen lopen tijdens een bevalling namelijk vaak schade aan de bekkenbodem op. Die schade kan variëren van licht tot zwaar. Vaak is het zo dat vrouwen met lichte schade hier de eerste jaren weinig last van hebben. Maar als ze in de overgang komen, wordt het bindweefsel zwakker en kan de bekkenbodem de organen minder goed op zijn plaats houden. Over het hoe en wanneer van zo’n consult hebben de drie zorgverleners verschillende ideeën. Bekkenfysiotherapeut Coby Hartsema: “Ik vind zes weken na de bevalling een goed moment om de bekkenbodem te bespreken. De verloskundige of
de gynaecoloog zou dan weer vragen moeten stellen over urineverlies, ontlastingverlies, pijn, seks, persen bij de stoelgang, balletje in de buik, enzovoort. In combinatie met de risicoanalyse van de zwangerschap én van de bevalling kan de verloskundige vervolgens beoordelen of verwijzing naar een bekkenfysiotherapeut nodig is. Er zou dan wel wat kennisoverdracht moeten komen tussen verloskundige en bekkenfysiotherapeut.” Verloskundige Benice Clingeborg vindt dat een consult beter na zes maanden kan plaatsvinden. “Een vrouw is dan ontzwangerd en is gewend aan alle drukte met de borstvoeding en de baby. Ik vind de huisarts hier de aangewezen persoon voor, maar ik zou het leuk vinden om deze taak erbij te krijgen. Omdat de verloskundige al een band met zo’n vrouw heeft opgebouwd en bij de bevalling was, praat het ook makkelijker.” Huisarts Pien van Brummen: “Na zes maanden lijkt mij ook het beste. Het werkt alleen als dit onder de gewone zorgkosten valt. Als het zelf betaald moet worden dan komen de vrouwen met geen of weinig klachten niet. Mij lijkt de verloskundige de aangewezen persoon om dit te doen. De huisarts vind ik er minder geschikt voor, omdat lang niet elke huisarts feeling heeft met de bekkenbodem.“
Pien van Brummen, huisarts in Baarn en in 2006 gepromoveerd op ‘Bekkenbodemklachten tijdens en na de eerste zwanger-
“Het consult kan ook na zes schap’ maanden, maar ik vind het wel laat als er al klachten zijn of als de bevalling gepaard ging met bijvoorbeeld een ruptuur”, meent Hartsema. “Door op tijd te beginnen met oefeningen en door de vrouw aan te leren hoe ze de bekkenbodem op de juiste manier gebruikt, kun je erger voorkomen.”
Voorlichtingscampagne Een campagne over de gevolgen van een zwangerschap voor de bekkenbodem vinden ze alle drie een prima idee. Verloskundige Clingeborg: “Zo’n campagne is ook goed voor verloskundigen, denk ik. Aandacht voor de bekkenbodem schiet er nu nog vaak bij in.” Maar dan ben je er nog niet. “Ik denk dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden. Zo is het onder verloskundigen momenteel gangbaar om zo weinig mogelijk in te knippen. Maar wat betekent het voor de bekkenbodem als een vrouw twee uur heeft liggen persen om het kind er zonder knip uit te krijgen? Misschien is een knip juist goed om de druk op de bekkenbodem zo kort mogelijk te laten zijn.”
Benice Clingeborg, verloskundige bij De Verloskundigen Praktijk van Groningen
B-Wijzer nr 48 – december 2013
Huisarts Van Brummen: “Bekkenbodemtherapie werkt heel goed, maar de vrouw moet de oefeningen zelf doen en ook blijven doen. Vrouwen hebben het druk en laten dit vaak versloffen. Ze moeten er dus zelf aan willen werken.”
7
ZWANGERS C H A P, B E VA L L IN G & B E K K EN BOD EM
Bekkenbodemproblemen na de zwangerschap Zwangerschap en de bevalling van een kind behoren tot de belangrijkste gebeurtenissen in het leven. Rond de bevalling staat alles in het teken van de pasgeboren baby. De eerste week na de bevalling is er vaak het herstel van een knip of van het ingescheurd zijn. Regelmatig wordt enkele weken tot maanden na de bevalling duidelijk dat er door de zwangerschap en bevalling iets aan de bekkenbodem is veranderd.
Dr. Mirjam Weemhoff
zige spiervezels om die in goede vorm te brengen, te oefenen met de vezels die geblesseerd zijn en te werken aan herstel. Het doel van Motherfit is een gezonde leefstijl te bereiken en vrouwen te leren hun bekkenbodem te trainen als een vanzelfsprekend onderdeel van het normale leven, vergelijkbaar met tanden poetsen, om de kans op problemen op latere leeftijd te verkleinen.
Afgescheurde aanhechting bekkenbodemspier Sinds enkele jaren is er aandacht voor het bestaan van ‘levatordefecten’. Een levatordefect is een gedeeltelijke of gehele afscheuring van de aanhechting van de bekkenbodemspier aan het bekken door de passage van het kind tijdens de bevalling. Er kan beeldvormend onderzoek worden verricht om het gebied in beeld te brengen waarin deze spiergroepen liggen. Zo kan een MRI worden gemaakt, maar dat is relatief duur. Met
Soms leidt littekenvorming of instabiliteit van het bekken tot aanhoudende pijnklachten na een bevalling, soms zijn er klachten van urineverlies, klachten van verlies van ontlasting of een verzakkingsgevoel. Er zijn veel bekkenbodemproblemen, ook die zich pas later manifesteren, die hun oorsprong vinden in de periode van de zwangerschap en bevalling.
Preventieprogramma Motherfit Het is bijzonder dat we in deze periode eigenlijk zo weinig aandacht hebben voor de bekkenbodem. De zwangerschap is een levensperiode waarin vrouwen vaak openstaan voor voorlichting. De helft van de vrouwen neemt op eigen initiatief deel aan een vorm van zwangerschapsgym, -yoga of andere voorbereiding op de bevalling. We zouden ons als gynaecologen meer moeten bemoeien met de inhoud van deze programma’s. We zijn om die reden vanuit het Pelvic Care centrum Maastricht (bekkenbodemcentrum) het Motherfit-project gestart.
Echoscopisch beeld van een intacte bekkenbodemspier
Motherfit is een preventieprogramma waarbij vrouwen groepsbekkenfysiotherapie krijgen tijdens en/of na de zwangerschap, gecombineerd met voorlichting en leefstijladviezen. Op een aantal plekken in Nederland lopen pilotprojecten van Motherfit. We zijn al enkele jaren actief met het zoeken naar subsidie om via onderzoek het effect en de zin van Motherfit aan te tonen. Positief is dat er een grote ziektekostenverzekeraar is die met ons inziet dat preventie rond de zwangerschap waarschijnlijk op de lange termijn leidt tot minder incontinentie en bekkenbodemproblemen. De financiering voor dit project is lastig volledig rond te krijgen aangezien de afgelopen jaren met name op preventie sterk bezuinigd is. Het is opmerkelijk dat we het bij alle blessures in ons lichaam volstrekt logisch vinden dat iemand direct gaat revalideren, terwijl we na een bevalling met een blessure aan de bekkenbodem de eerste jaren niets doen en pas na jaren proberen om die spieren alsnog te trainen. Het is waarschijnlijk effectiever direct na de blessure te starten met het trainen van aanwe-
de ontwikkeling van betere en snellere 3D-echoapparaten is het sinds ongeveer 10 jaar mogelijk om het gebied van de aanhechting van de bekkenbodemspieren in beeld te brengen met 3D-echo, terwijl dit met de normale 2D-echoapparaten niet mogelijk is.
8
Echoscopisch beeld van een beschadigde bekkenbodemspier na een bevalling
Hans Peter Dietz is een Australische gynaecoloog die in onderzoek heeft vastgesteld dat rond de 15% van de vrouwen na een bevalling een beschadigde aanhechting heeft van de bekkenbodemspier aan het bekken. Er is een samenhang tussen levatordefecten en het krijgen van een verzakking. In het Pelvic Care centrum Maastricht hebben we veel onderzoek gedaan naar echoscopie van de bekkenbodem. In een door ons verricht onderzoek in negen ziekenhuizen werd echter een belangrijk probleem duidelijk rond deze levatordefecten. Wanneer je verschillende beoordelaars eenzelfde echo of MRI laat beoordelen, zijn zij het te vaak oneens over de uit-
SBP
komst, zelfs als zij goed getraind zijn in het beoordelen van echo’s en MRI’s. Dat betekent dat het erg afhankelijk is van wie jouw echo of MRI ziet of er wel of niet een levatordefect wordt geconstateerd. Deze beperking is zo belangrijk en allesbepalend dat het onderzoek naar levatordefecten nog geen betekenisvolle rol kan hebben in de patiëntenzorg. Daarnaast bleek de samenhang tussen Dr. Mirjam Weemhoff, urogynaelevatordefecten en klachten coloog bij het Pelvic Care cenwisselend in verschillende ontrum Maastricht (Maastricht Uniderzoeken. De komende javersitair Medisch Centrum) ren zal door verder onderzoek hopelijk meer duidelijkheid ontstaan over het belang en de rol van levatordefecten bij bekkenbodemproblemen.
Beste behandeling totaalruptuur Een andere groep patiënten met frequente bekkenbodemproblemen zijn vrouwen die ten tijde van de bevalling een totaalruptuur hebben opgelopen. Met een totaalruptuur bedoelen we een beschadiging van de gehele of een deel van de kringspier door de passage van het kind tijdens de bevalling. Beschadiging van deze spier kan leiden tot onder andere ongewenst verlies van ontlasting, vocht of windjes. De afgelopen
twee jaren zijn we op initiatief van de Nederlandse vereniging van gynaecologen (NVOG) bezig geweest met een multidisciplinaire richtlijn totaalruptuur. Een projectgroep heeft gewerkt aan een nieuwe richtlijn waarin gynaecologen, chirurgen, maag-darm-lever-artsen, radiologen, verloskundigen en bekkenfysiotherapeuten afgevaardigd waren. Er zijn bijeenkomsten gehouden met patiënten die een voorgeschiedenis hadden van een totaalruptuur, waarbij inbreng vanuit patiëntenoogpunt werd verkregen. De richtlijn is inmiddels af en er is een patiëntenfolder geschreven. Doel van de richtlijn was tot overeenstemming te komen met alle verschillende hulpverleners over hoe de behandeling en de begeleiding van vrouwen met een totaalruptuur dient plaats te vinden. Frustrerend is dat een groot aantal vragen, ook na het uitgebreid uitpluizen van de literatuur, nog steeds niet duidelijk is. Vanuit de landelijke onderzoeksgroep van gynaecologen met aandachtsgebied bekkenbodem wordt er gewerkt aan het verkrijgen van subsidie voor onderzoek naar één van deze belangrijke vragen, namelijk op welke wijze een volgende bevalling na een totaalruptuur het beste kan plaatsvinden: vaginaal of via een keizersnede. Het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor vrouwen met bekkenbodemproblemen dient hand in hand te gaan met wetenschappelijk onderzoek om te toetsen of dat wat we doen ook daadwerkelijk zinvol en het juiste is.
COLU MN
Zorg voor bekkenbodem is een hele bevalling! Het geboortekaartje was een kunststukje, de bevalling eigenlijk ook. Een prachtig kind en twee trotse ouders die de geboorte bekend maken. Wat een feest, beschuit met muisjes en cadeautjes. Kinderkleertjes en boekjes over de dieren in het bos en op de boerderij. Moeder en kind maken het goed, zegt vader. De familie en de vrienden zijn blij en wensen de ouders sterkte met de opvoeding. Moeder gaat op controle en alles ziet er goed uit. De bevalling verliep zonder problemen, al vond moeder het wel een hele klus. Letterlijk een bevalling. Na een half jaar maken ze de balans op, de trotse ouders. Nog even blij en trots want het kind groeit en lacht hen vrolijk toe. Moeder is weer aan het werk en is weer begonnen met sporten. Heerlijk dat ze weer kan rennen en springen na al die maanden met een buik die te veel in de weg zat. Heerlijk? Ja, ze had zich er erg op verheugd. De eerste training verliep toch
B-Wijzer nr 48 – december 2013
iets anders dan ze zich had voorgesteld. Fors verlies van urine bij het tweede sprintje. Verbaasd, ontzet, teleurgesteld en vol schaamte verlaat ze de training. Douchen en naar huis. Een nieuwe fase lijkt aangebroken. Hoe heet deze fase? De bekkenbodem heeft wel wat te verduren tijdens de bevalling. Het kind moet door de bekkenbodem naar buiten, geen andere mogelijkheden. Gelukkig is de bekkenbodem wel voorbereid op deze gebeurtenis, maar het herstel gaat soms minder snel en minder volledig dan gedacht. En dan kan er zomaar urineverlies optreden. En misschien is het ophouden van de ontlasting ook niet meer zo vanzelfsprekend. En het vrijen? Dat is ook anders geworden. Al met al kan de bekkenbodem wel wat zorg en aandacht gebruiken. Net als het kind. En met goede zorg kunnen klachten worden voorkomen of verminderd. Trek aan de bel bij de huisarts of verloskundige en blijf er niet mee lopen. Er is veel aan te doen! Bert Messelink
9
ZWANGERS C H A P, B E VA L L IN G & B E K K EN BOD EM
“Zwangerschap soms eerste kennismaking met bekkenbodem” Ieder mens heeft een bekkenbodem. Een deel van de vrouwen zal zich er pas voor het eerst in de zwangerschap bewust van zijn dat die bekkenbodem er zit. Als er vóór een zwangerschap geen problemen zijn met plassen en ontlasten en er is geen pijn bij het vrijen, dan is de bekkenbodem voor velen slechts onbewust aanwezig.
Drs. Aaltje Schram gynaecoloog UMC Groningen
Een normaal functionerende bekkenbodem geeft steun aan de organen in het bekken zoals de blaas, de baarmoeder en de endeldarm, zorgt ervoor dat er een goede samenwerking is met de blaas en de darm zodat plassen en ontlasten zonder problemen gaan, dat er geen incontinentie is voor urine of ontlasting en dat vrijen zonder problemen verloopt. In een zwangerschap veranderen er een aantal zaken die invloed hebben op de functie van de bekkenbodem en de bekkenorganen, waardoor er klachten kunnen ontstaan. Het hormoon relaxine wordt aangemaakt door de placenta en zorgt voor verslapping van bindweefsel in het bekken en de bekkenbodem tijdens de zwangerschap. Daarnaast is er een snelle toename van de druk op de bekkenbodem door de groeiende baarmoeder. Door de groei van de baarmoeder ontstaat er ook een verplaatsing van de blaas in opwaartse richting en naar voren. In eerste instantie wordt de blaascapaciteit groter doordat het hormoon progesteron stijgt, wat voor verslapping van de blaas zorgt. Later wordt de blaascapaciteit weer kleiner doordat de blaas door de groeiende baarmoeder in de verdrukking komt. Progesteron heeft ook invloed op de darmwerking waardoor er gemakkelijker obstipatie (verstopping) ontstaat. Zwangerschap op zich heeft geen invloed op de werking van de kringspier van de anus.
Vaak plassen en urineverlies Door alle veranderingen kunnen verschillende klachten ontstaan. In het begin van de zwangerschap gaat de aanmaak van urine in de nieren omhoog waardoor vaker moeten plassen veelal een van de eerste blaasklachten is. Deze klacht komt voor bij meer dan de helft van de zwangeren en betreft zowel overdag als ’s nachts. Het aantal vrouwen met deze klacht neemt toe met het vorderen van de zwangerschap. Later neemt de hoeveelheid urine die aangemaakt wordt wel weer af, maar dan blijft de klacht bestaan doordat de blaas in de verdrukking komt door de groeiende baarmoeder. Afhankelijk van het aantal keren dat een vrouw vaker moet plassen, kan dit wel of niet een hinderlijke klacht zijn.
10
Een andere klacht die kan ontstaan in de zwangerschap is urineverlies. Dit betreft meestal urineverlies bij drukverhogende momenten: inspanningsincontinentie. In de eerste zwangerschap komt het bij ongeveer een derde van de vrouwen voor, in latere zwangerschappen bij ongeveer de helft van de vrouwen. Een kleiner deel krijgt te maken met aandrangincontinentie. Bij een deel van de vrouwen verdwijnt de incontinentie gelukkig weer na de zwangerschap, dit hangt onder meer ook af van hoe de bevalling verloopt. Sommige vrouwen hebben in het begin van de zwangerschap verzakkingsgevoel. Deze klacht verdwijnt vaak in de loop van de zwangerschap doordat de baarmoeder groeit en een positie krijgt boven het bekken.
Bekkenbodem actief gebruiken en trainen Om bepaalde klachten te voorkomen of de ernst ervan te beperken, is het belangrijk dat een zwangere zich bewust is van de bekkenbodem. Hierdoor kan de bekkenbodem actief gebruikt worden zoals bij tillen de bekkenbodem aanspannen voor meer steun aan de bekkenorganen. Voor het juiste gebruik van de bekkenbodem zou aandacht moeten zijn in de voorlichting die de zwangere ontvangt gedurende de zwangerschap. Mochten desondanks klachten toenemen, dan kan de vrouw naar een bekkenfysiotherapeut die haar leert de bekkenbodem goed te gebruiken. In hoeverre klachten aanwezig blijven na de zwangerschap hangt voor een deel af van hoe de bevalling verlopen is. Na een zwangerschap moeten alle hormoonwaardes weer normaal worden zodat het effect van de hormoonveranderingen op de organen weer uitgewerkt raakt. Het bindweefsel zal daarmee ook weer steviger worden. Bij het geven van borstvoeding kan dit herstelproces langer duren. Na een zwangerschap is het belangrijk om door middel van oefeningen de bekkenbodem te trainen. Hierbij is het wel belangrijk dat er niet alleen maar aandacht is voor het aanspannen van de spieren, maar ook juist voor de ontspanning omdat een te gespannen bekkenbodem ook veel klachten kan geven. Kortom, de bewustwording van de bekkenbodem moet er al zijn voor een zwangerschap, zodat de bekkenbodem op een verantwoorde manier gebruikt kan worden in en na de zwangerschap om daarmee klachten waar mogelijk te beperken.
SBP
LEZERS V RAGEN
van het verlies van dunne ontlasting, hoewel dat de laatste weken beter gaat. Mijn sexleven is geruïneerd. We willen graag een tweede kindje, maar ik durf het alleen aan als ik met een geplande keizersnede kan bevallen. Kan dat? Mevr D. ten D, Delft
Drie lezersvragen over zwangerschap, bevalling & bekkenbodem beantwoord door gynaecoloogperinatoloog Sanne Gordijn.
Vraag Ik ben danseres en nu zeven maanden zwanger. Ik heb in toenemende mate last van ongewenst urineverlies. Ik ben bang dat dit na de bevalling zo blijft of erger wordt. In mijn vak kan dat absoluut niet. Mijn verloskundige zegt dat dit meestal erg meevalt. Zou een keizersnede aan het eind van de zwangerschapsperiode dat kunnen voorkomen? Ik las dat je in België een keizersnede op verzoek kan krijgen, kan dat ook in Nederland? Mevrouw A.J., Arnhem Antwoord Allereerst vervelend dat u deze klachten heeft. We zien vaker ongewenst urineverlies in de zwangerschap omdat de blaashalshoek verandert door de groeiende baarmoeder, daarmee is uw klacht meestal tijdelijk van aard. Op uw andere vraag heb ik geen pasklaar antwoord. In de medische literatuur wordt uitgebreid geschreven over de manier van bevallen en de kans op urine-incontinentie nadien. De meest genoemde risicofactoren hiervoor zijn overgewicht, vaginale baring, tangverlossing, bindweefselaandoeningen en hoge moederlijke leeftijd. Een keizersnede kan dus misschien urine-incontinentie op de lange termijn voorkomen, maar leidt tot andere problemen waarvan u in uw werk mogelijk nadeel ondervindt: vrouwen die een keizersnede hebben gehad zijn langer vermoeid en hebben vaker buikpijn dan vrouwen die spontaan bevallen zijn. Pijn kan bepaalde bewegingen in de weg staan. Over het algemeen zal in Nederland in goed overleg tussen dokter en patiënte een gezamenlijke keuze gemaakt kunnen worden over de manier van bevallen, met medeweging van de voor- en nadelen van de opties.
Vraag Bij mijn eerste bevalling ben ik ondanks dat ik was ingeknipt, helemaal uitgescheurd. Het duurde zes maanden voordat ik weer normaal kon zitten en ik heb nog steeds last
B-Wijzer nr 48 – december 2013
Antwoord Bij een totaalruptuur in de voorgeschiedenis met daarbij verlies van ontlasting bestaat er een indicatie voor een keizersnede. We weten uit de literatuur dat een totaalruptuur in een eerdere zwangerschap de kans verhoogt op een totaalruptuur in de volgende zwangerschap. Zijn er geen klachten als incontinentie voor ontlasting dan is er niet direct een indicatie voor een keizersnede omdat niet is aangetoond dat een keizersnede in dat geval incontinentie kan voorkomen. In uw geval, waarbij reeds klachten zijn, zal uw arts met u de vooren nadelen van een keizersnede afwegen toegespitst op uw verdere omstandigheden en risicofactoren. Ik adviseer u om al voor u zwanger wordt een gesprek aan te vragen met uw gynaecoloog om het beleid te bespreken en vast te leggen. Soms is het nodig dat een gespecialiseerde bekkenbodemchirurg u nader onderzoekt (anale-echografie en spierfunctiemeting) en meedenkt over het beleid bij een volgende zwangerschap en bevalling.
Vraag Een vriendin van mij heeft bekkeninstabiliteit. In het ziekenhuis voelt ze zich niet serieus genomen, ze zeggen dat het vanzelf overgaat en dat ze gewoon thuis kan bevallen. Wat is bekkeninstabiliteit en wat kun je eraan doen? Mevr K-P, Leeuwarden Antwoord Bekkeninstabiliteit is een term voor bekkenklachten die gerelateerd zijn aan de zwangerschap. Vaak gaat het om pijnklachten aan het schaambeen, laag in de rug of in de billen, meestal vanaf het tweede trimester van de zwangerschap. Dit komt door veranderingen in het bekken om de baring makkelijker te laten verlopen. Zwangerschapshormonen zorgen er onder andere voor dat de verbindingen tussen de schaambeenderen en aan de achterkant van het bekken (SIgewrichten) verweken waardoor tijdens de baring meer ruimte in het bekken kan ontstaan. Deze verweking gecombineerd met een toenemende belasting van het bekken door de groter wordende baarmoeder en een veranderde lichaamshouding, geeft pijnklachten. Er zijn wel mogelijkheden om de bekkeninstabiliteit te behandelen. Daarbij wordt de belasting van het bekken beter afgestemd op de belastbaarheid. Mensendieck of Caesartherapie kunnen helpen bij het aanleren van de juiste houding en manier van bewegen. Fysiotherapie, rust en een bekkenband kunnen ook helpen. Over het algemeen is het niet nodig om in het ziekenhuis te bevallen. Wel is het in het ziekenhuis mogelijk om pijnstilling te geven, wat mogelijk effect op de pijn in het bekken geeft ten tijde van de bevalling. Een keizersnede is geen oplossing aangezien de veranderingen in het bekken reeds voor de bevalling zijn begonnen. Misschien kunnen adviezen in de folder Bekkenpijn, bekkeninstabiliteit en zwangerschap van de NVOG uw vriendin verder helpen (www.nvog.nl/Sites/Files/0000000076_bekkenpijn.pdf).
11
ZWANGERS C H A P, B E VA L L IN G & B E K K EN BOD EM
“Hier hoor je nooit iemand over” Laura (33, werkt bij de politie) is getrouwd met Bert (40, politieagent) en moeder van twee dochters (6 en 3). Na de bevalling van haar eerste kind werd ze incontinent van ontlasting. Ze hield het bijna een jaar voor haar man verborgen. Tekst: Anne Bakker Bron: Esta / Stimulans PVVN
“Ik hoopte dat het vanzelf over zou gaan. Incontinent van urine hoor je wel vaker, maar zo jong al incontinent van ontlasting? Ik wilde er gewoon niet aan. Dus sprak ik er met niemand over, zelfs niet met mijn man. Ik bedacht allerlei trucjes om het te verbergen. Heel vaak naar het toilet gaan bijvoorbeeld. En niet ontbijten. Want vlak na het ontbijt, als mijn stoelgang op gang kwam, was het ’t ergst. Vroeger at ik graag warme pap, maar warme vezels... dat wil wel. Het werden al snel witte boterhammen. Lange strandwandelingen of uitgebreid winkelen deed ik ook niet meer. Maar het allerergst waren files. Het is vréselijk om vast te zitten in een auto als je je ontlasting niet op kunt houden.
Reserve-uniform Ik dacht dat het met wat rust vanzelf beter zou worden. Maar dat gebeurde niet. Het werd juist steeds erger. Vooral ’s ochtends, als ik de baby in bad deed. Het warme water aan mijn handen werkte laxerend. Badderen eindigde steevast in rennen naar het toilet. Op de nagymcursus had ik bekkenbodemoefeningen geleerd. Die probeerde ik te doen. Ondertussen hield ik mijn man zoveel mogelijk op afstand. Ik was vaak chagrijnig en
Bert: “Natuurlijk schrok ik toen Laura vertelde wat er aan de hand was. Waarom had ze dat niet eerder verteld? Maar al snel begreep ik haar schaamte. Zij zag zichzelf al rondlopen met een luier. Ze kon het ook makkelijk verbergen omdat ik onregelmatige diensten werk. We leven soms aardig langs elkaar heen. Achteraf vielen wel allerlei dingen op hun plek. Dat Laura niet meer wilde vrijen bijvoorbeeld. Ik dacht eerst dat het met de bevalling te maken had. Ik hoopte dat het vanzelf weer goed zou komen. Ook raar vond ik haar reactie op files. Waar ze vroeger gewoon rustig bleef, kon ze nu erg geïrriteerd raken. Ik begreep er niks van. Vanwaar die haast? Nu denk ik met haar mee. Als we een stuk met de auto moeten, stoppen we regelmatig bij een tankstation, zodat we niet voor verrassingen komen te staan. We houden eigenlijk altijd rekening met Laura’s incontinentie, ze heeft het nu eenmaal. Ik kon dat vrij snel accepteren, want als persoon is ze niks veranderd. Vies heb ik het nooit gevonden, ze hield het im-
12
mers goed verborgen. En Laura douchet veel en is altijd fris. Het moeilijkst vond ik de medische mallemolen waar we in belandden. Vanaf het moment dat Laura vertelde over de incontinentie, ging het heel snel. Onderzoeken, testen, gesprekken met artsen, operatiemogelijkheden. Elektrodes bij het ruggenmerg, een nieuwe kringspier, een pacemaker? Zoveel keuzes! We hebben alles overlegd, maar zij moest beslissen. Het is tenslotte haar lichaam. Het werd de neurostimulator, en toen die eenmaal geplaatst was, keerde de rust snel terug. Laura werd ook actief voor de patiëntenvereniging PVVN, wat haar erg goed heeft gedaan. Ze wil met haar ervaring anderen helpen. En wij zijn ook weer intiem als vanouds. Het was een flinke hobbel, maar we zijn er samen goed uitgekomen.” Met dank aan de Patiënten Vereniging Voor Neurostimulatie (www.pvvn.nl). Deze patiëntenvereniging is er voor mensen die behandeld worden met of informatie willen over neurostimulatie bij o.a. incontinentie.
SBP
had weinig zin om te vrijen. Ik voelde me vies. Ook als ik na een ongelukje uitgebreid douchte, ging dat gevoel niet weg.
kant heel was gebleven, hadden de artsen het niet gezien. Bijna een jaar heb ik rondgelopen met een totaalruptuur!
Toen ik weer ging werken, werd het steeds moeilijker om te doen alsof er niks aan de hand was. Ik had immers niet overal een toilet bij de hand. En als ik het voelde aankomen, dan moest ik, en wel metéén. Gelukkig had ik op het werk een reserve-uniform. Zo heb ik heel wat ongelukjes opgelost. Maar ik zal nooit vergeten hoe het ‘misging’ bij een aanhouding. Toen de man was afgevoerd, zei mijn collega: ‘Rook je dat, volgens mij had hij in zijn broek gepoept!’ Ik wist me geen houding te geven, want ik was degene die ze rook.
We werden doorgestuurd naar een ziekenhuis in Maastricht. Nog meer testen en onderzoeken. Ik kon geen klysma meer zien. In de wachtkamer raakte ik aan de praat met een medepatiënt. Ook zij was incontinent van ontlasting sinds de bevalling van haar zoon. Haar huisarts had het nooit serieus genomen, tot ze een nieuwe huisarts kreeg. Haar zoon was ondertussen 40 jaar. Ik vond het zo confronterend. Die vrouw had ik kunnen zijn!
Onzichtbare totaalruptuur Een paar maanden later was ik met mijn dochter voor controle bij de huisarts. Tussen neus en lippen door vertelde ik het opeens: ‘Ik kan mijn ontlasting niet zo goed meer ophouden.’ Mijn huisarts nam het heel serieus en binnen een week kon ik terecht bij het bekkenbodemcentrum in Leiderdorp. Maar eerst moest ik het aan mijn man vertellen. Hij reageerde heel goed. Hij verzekerde me dat ik voor hem nog altijd dezelfde Laura was, incontinent of niet. Samen zijn we een intensieve periode van onderzoeken ingegaan. Vrijwel meteen werd ‘grote schade aan de kringspier’ geconstateerd. Ik bleek tijdens de bevalling volledig uitgescheurd. Maar omdat de huid aan de buiten-
Neurostimulator Gelukkig heb ik nu sinds een aantal jaar een neurostimulator met een pacemaker in mijn bil. Ik krijg kleine stroomstootjes die mijn kringspier zoveel mogelijk gesloten houden. Het blijft een kwestie van snel zijn, maar ik heb nu zeker vier minuten. Mijn uniformdienst heb ik moeten inruilen voor een administratieve functie. Mijn incontinentie zat te veel in de weg. Dat was even slikken, net zoals de verplichte keizersnee bij mijn tweede kind. En het feit dat we niet meer kunnen vrijen zonder glijmiddel omdat ik niet meer vochtig word sinds ik incontinent ben. Maar ik hoef het allemaal niet alleen te doen. Vanaf het moment dat ik mijn man vertelde wat er aan de hand was, heeft hij me gesteund. Mijn incontinentie staat niet langer tussen ons in.”
COLU MN
Winterklaarmomenten De lange zomer kwam helaas ten einde. We dachten in eerste instantie dat de zomer helemaal niet zou komen, maar het was aangenaam dit jaar. Maar goed, aan alles komt een einde. De dagen worden korter en de nachten langer. De natuur komt in verval. Ondanks dat is de herfst kleurig en zijn de bomen vaak nog prachtig. Nu moeten we ons voorbereiden op de winter. De tuin is winterklaar gemaakt: snoeien, bladeren opruimen, het gras voor het laatst maaien en bollen poten. De auto gaat voor een beurt en krijgt de winterbanden eronder om maar zo min mogelijk kans te lopen op ongelukken bij slecht weer en gladde wegen. Ook ik en hopelijk ook u gaan onszelf voorbereiden op de donkere dagen. Wat extra sporten om wat meer conditie te krijgen, een saunaatje om de afvalstoffen kwijt te raken, gezond eten, een nieuwe winterjas. Sint Maarten kwam voorbij, we hebben Sinterklaascadeautjes gekocht en gedichten gemaakt. En dan nu de kerstverlichting controleren. Ondanks dat we allerlei voorbereidingen treffen, kunnen we echter niet voorkomen dat de zaken soms anders lopen dan we
B-Wijzer nr 48 – december 2013
hadden verwacht of gehoopt. Het leven heeft soms andere plannen met ons dan we hadden gedacht. Een ongeluk zit soms in een klein hoekje en daardoor kan het leven een heel andere wending krijgen, weet ik uit ervaring. Mijn motto is daarom: leef elke dag alsof het de laatste zou kunnen zijn en haal zoveel mogelijk uit alles. Dat klinkt eenvoudig, maar is het zeker niet. Door de dagelijkse bezigheden worden we gauw door van alles en nog wat in beslag genomen. Echter, genieten van het leven kan in kleine dingen zitten. Bijvoorbeeld in herfstkleuren, een sauna na het sporten, lampionnen van kinderen die aan de deur komen met Sint Maarten. Met andere woorden: ook bij de voorbereiding op de winter kunnen we intens van het leven genieten! Henk-Jan Mulder Verpleegkundig specialist urologie
13
R UBR IE K
NIEUW!
SpeediCath® Compact Set De discrete en gebruiksklare catheter en urine-opvangzak in één SpeediCath brengt meer gemak door snelheid, veiligheid en eenvoud te combineren. Alle SpeediCath catheters zijn gebruiksklaar en daardoor overal en altijd te gebruiken. De gladde coating zorgt voor minimale wrijving bij het inbrengen en verwijderen van de catheter. Het SpeediCath assortiment is uitgebreid met SpeediCath Compact Set, de eerste en enige discrete en gebruiksklare catheter en urine-opvangzak in één. De voordelen van SpeediCath Compact Set: • Discreet : eenvoudig en onopvallend mee te nemen en weg te gooien • Hygiënisch : in te brengen zonder het gecoate gedeelte aan te raken • Praktisch : geen toilet nodig door de combinatie met een urine-opvangzak
Probeer SpeediCath Compact Set! Bel 0800 - 022 98 98 of ga naar www.coloplast.nl/set
Beschikbaar voor vrouwen en mannen
Coloplast BV, Postbus 1111, 3800 BC Amersfoort,
[email protected], www.coloplast.nl Het Coloplast logo is een geregistreerd merk van Coloplast A/S. © 2013-09. All rights reserved Coloplast A/S
Stuur de volledig ingevulde bon in een envelop zonder postzegel naar Coloplast® Care, antwoordnummer 40, 3800 VB Amersfoort
Ik wil graag SpeediCath® Compact Set proberen! Naam
Voorletter(s)
Adres
Postcode
Telefoon
Geboortedatum
Dhr / Mevr
Woonplaats /
/
E-mail Aandoening: o Dwarslaesie
o Spina bifida o Prostaatklachten o Multiple Sclerose o Anders, nl.
Ik gebruik nu producten van het merk
Charrièremaat
1 productaanvraag per adres, per jaar / Alleen volledig ingevulde coupons worden in behandeling genomen.
Ik blijf graag op de hoogte en wil daarom gratis Coloplast® Care Nieuws Continentie ontvangen.
Met het invullen van deze coupon geef ik Coloplast toestemming mijn gegevens te verwerken conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Coloplast kan uw gegevens gebruiken om te informeren naar uw ervaringen en om u informatie over producten en services toe te sturen. Uw gegevens worden vertrouwelijk behandeld en niet verstrekt aan derden. U SBP kunt te allen tijde bezwaar maken tegen de verwerking van uw gegevens door contact op te nemen met Coloplast Care, via
[email protected] of bel 0800 022 98 98.
14
BW2013
o
PROD U CT BELI CHT
Luxe incontinentielingerie Swaen’s Bamboo Underwear Een sexy onderbroekje dat je zonder inlegkruisje kunt dragen als je licht incontinent bent. Het is er! En niet alleen voor dames. De vrouw achter deze nieuwe ondergoedlijn is continentieverpleegkundige Zwaan Mulder (samen met haar schoondochter Janneke Sol). Nynke Feenstra
Waarom verkoop je deze luxe onderbroekjes? Ik vind het raar dat er in lingeriezaken geen mooie onderbroekjes te koop zijn met een kruisje dat ongewild urineverlies opvangt. Er zijn genoeg vrouwen die af en toe een druppeltje of een scheutje urine verliezen, veel afscheiding hebben of niet precies weten wanneer de menstruatie begint.
ongeveer 70 ml vocht absorberen. We hebben de modellen ook vrouwvriendelijker gemaakt dan normaal ondergoed door de naad van het kruisje aan de voorkant hoger te maken. Dat zit veel lekkerder. We laten de broekjes zelf in Azië fabriceren en verkopen ze via internet.
Een broekje kost tussen de 20 en de 25 euro. Dat is een heel bedrag. Bovendien is een inlegger verwisselen makkelijker dan je onderbroek verschonen. Lingeriebroekjes in de winkel zijn ook aan de prijs. Daar moet je het mee vergelijken. Er zijn situaties waarin je liever geen inlegger draagt. Bij een date of in de kleedkamer van de sauna bijvoorbeeld. Sommige mensen zijn allergisch voor incontinentiemateriaal. Hoe zit het met geurtjes? Bamboe is van nature geur- en bacteriegroeiremmend.
Damesboxer, -midi en -mini. Snelle vochtopname, geen nat gevoel en het lekt niet door.
Waarom denk je dat lingeriezaken geen incontinentielingerie verkopen? Er zit een taboe op. En dat terwijl dertig procent van de vrouwen boven de dertig in meer of mindere mate ongewild urineverlies heeft. Ik ben continentieverpleegkundige en het is mijn droom dat lingeriezaken dit ondergoed net zo normaal gaan vinden als bijvoorbeeld figuurcorrigerend ondergoed. Want dat verkopen ze wel alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Zijn de broekjes ook geschikt voor mannen? We zijn begonnen met drie damesmodellen en er is nu ook een herenmodel. Veel mannen zijn (tijdelijk) incontinent na een prostaatoperatie. Vrouwen zijn door de menstruatie wel gewend aan inleggers, maar voor mannen is het iets ongewoons. Als de incontinentie licht is, is onze zwarte boxer een geschikt alternatief. Waarom heb je met dit onderbroekje geen mini-opvangmateriaal of inlegkruisje nodig? De stof is van bamboe gemaakt. Het kruisje ook. Dit materiaal absorbeert meer vocht dan katoen. Het kruisje kan
B-Wijzer nr 48 – december 2013
Zitten er ook nadelen aan deze broekjes? Ze kunnen gewoon in de wasdroger, maar de kruisjes zijn na het normale programma nog een beetje vochtig. Dat is logisch, want ze zijn gemaakt om veel vocht vast te houden. Je moet ze dus langer te drogen hangen. Ga je ook luxe ondergoed maken met zo’n speciaal kruisje voor mensen die meer urine of dunne ontlasting verliezen? Dat zou ik heel graag willen. We breiden de collectie stap voor stap uit. Binnenkort krijgen we ook een string in de collectie, want daar was vraag naar van jonge vrouwen die deels verlamd zijn door een spina bifida (open rug). Als ik een nieuw model opneem in de collectie, is de voorwaarde wel dat het slipje er aantrekkelijk uitziet. Want dat is tenslotte de insteek: luxe incontinentieondergoed. Meer informatie: www.swaens.nl
Bent u donateur en heeft u een e-mailadres? Wilt u dit dan aan de SBP-administratie doorgeven op
[email protected], zodat wij u voortaan beter en sneller kunnen informeren. Herenboxermodel
15
AF S C H E ID
Farewell-symposium hoogleraar Mark Vierhout Onder de veelbetekenende titel ‘Het werd, het was, het wordt’ hield prof.dr. Mark Vierhout op 28 juni 2013 zijn afscheidscollege als hoogleraar algemene gynaecologie en in het bijzonder bekkenproblematiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2005 werd Mark Vierhout de eerste hoogleraar in het subspecialisme urogynaecologie, een logisch vervolg van een mooie en in wetenschappelijk opzicht spraakmakende carrière. Na zijn opleiding en promotie in 1983 aan het Erasmus MC in Rotterdam, werkte Mark Vierhout drie jaar op noordwest Borneo. Terug in Nederland begon hij zich te interesseren in de bekkenproblematiek. In 1994 werd hij voorzitter van de WBB, de werkgroep Bekkenbodem van de NVOG. Onder zijn leiding nam de belangstelling voor de bekkenproblematiek toe, niet alleen onder gynaecologen maar ook onder andere zorgverleners, en floreerde de werkgroep. In 2009 werd de urogynaecologie officieel als subspecialisme erkend. Uiteraard werd Mark Vierhout de eerste opleider in Nederland in dit vakgebied. In 2004 was het grote epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van verzakking bij vrouwen tussen de 45 en 85 jaar, waarmee dr. Marijke Slieker promoveerde, prijswinnaar op het ICS/IUGA-congres in Parijs. Hierna volgden in relatief korte tijd 12 promoties, die de basis vormden voor 121 publicaties in toonaangevende internationale tijdschriften. De titel van zijn afscheidscollege illustreert de dynamische ontwikkeling die de zorg voor patiënten met bekkenbodemklachten de laatste 10 à 15 jaar kenmerkt. Nieuwe ontwikkelingen
en technieken dragen aantoonbaar bij tot een betere kwaliteit van leven, maar, aldus Mark Vierhout, er zijn ook schaduwzijden, getuige onvoorziene complicaties die op termijn kunnen optreden bij het op de markt brengen van nieuwere technieken. Voorafgaand aan zijn afscheidscollege was er een symposium onder the titel ‘Past, Present & Future of Urogynecology’ waaraan sprekers van (inter)nationale faam hun medewerking verleenden. Traditiegetrouw werd dit farewell-symposium afgesloten met een drukbezochte en geanimeerde receptie. Mark Vierhout is erelid van de SBP en al jarenlang medisch adviseur van onze stichting. Via onze telefoonlijn beantwoordde hij talloze vragen van patiënten en donateurs. De SBP wil hem op deze plaats bedanken voor zijn verdiensten en hoopt dat hij nog enige tijd zijn advieswerkzaamheden zal continueren. Wij wensen hem en zijn vrouw Marjolein dat zij de komende jaren mogen genieten van een leven zonder klinische stress en van hun kleinkind(eren) en… de racefiets. Hans van Geelen, voorzitter SBP
Ridder Pieter Venema Op 5 juli 2013 nam Pieter Venema afscheid als uroloog met een interessant symposium in het HagaZiekenhuis in Den Haag. Venema zette zich tijdens zijn carrière in voor urine-incontinentie. Venema publiceerde vorig jaar nog in B-Wijzer 45 over de behandeling van aandrangincontinentie. Zijn afscheidssymposium ging dan ook over de overactieve blaas. Verschillende sprekers van naam hielden een voordracht, zoals professor Gert Holstege over aandrangincontinentie als hersenziekte en gynaecoloog dr. Tjeerd Huisman over blaasverzakking en inconti-
16
nentie. Hierna werd Pieter Venema onderscheiden in de Orde van Oranje Nassau. (Lees het complete verslag op www.bekkenbodem.net). Willem Mensink, vicevoorzitter SBP
SBP
PROEFSCH RI FTEN
3D-echo onderzoekt bekkenbodem Op 5 juli 2013 promoveerde Mirjam Weemhoff aan Maastricht University op het proefschrift ‘Explorations of Pelvic Floor Ultrasound’. Echoscopisch onderzoek is niet meer weg te denken in de verloskunde, algemene gynaecologie en urologie.
Ook in de dagelijkse praktijk van verloskundigen en bij sommige huisartsen wordt het gebruikt als aanvulling op het lichamelijk onderzoek. Echo-onderzoek naar de bekkenbodem, sinds 2000 beschreven, is met de komst van 3D-technieken in een stroomversnelling geraakt. Mirjam Weemhoff deed een onderzoeksstage in ‘het mekka van de ultrasound’ Sydney bij professor Hans Peter Dietz, voortrekker en autoriteit op dit specifieke gebied. Ze is in 2011 geregistreerd als subspecialist in de urogynaecologie en werkt in het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Echoscopisch onderzoek is voor de patiënt minder belastend en bovendien goedkoper dan de gebruikelijke darmfoto-onderzoekingen (defaecografie) en MRI-onderzoeken. Twee ervaren bekkenbodemgynaecologen vergelijken blind de echoplaatjes. Er wordt onderling vergeleken en met de uitkomst van de, tot nu
toe als gouden standaard, geldende diagnostiek. Trauma van de bekkenbodemspieren, bijvoorbeeld na een bevalling, is een risicofactor voor een verzakking op latere leeftijd. Onderzoekingen met MRI en de 3D-echo van de bekkenbodem na een vaginale bevalling werden vergeleken. De echo komt goed overeen met de MRI. (Zie ook het artikel op pagina 8 van deze B-Wijzer). Stelling 8 van Weemhoffs proefschrift geeft een prikkelend antwoord op de vraag of een bevalling via de schede nog wel van deze tijd is: “Het streven naar een natuurlijke bevalling houdt er geen rekening mee dat er evolutionair nog geen aantoonbare aanpassing heeft plaatsgevonden voor het verschijnsel dat vrouwen tegenwoordig kinderen krijgen als ze 30 jaar zijn in plaats van 20, bevallen van een kind van 3500 gram in plaats van 2500 gram, 80 jaar worden in plaats van 40 en dan ook nog content willen leven in continente staat.”
Verzakkingsoperaties en incontinentie Op 4 september 2013 promoveerde Ellen Lensen op het proefschrift ‘Surgery for Pelvic Organ Prolapse with emphasis on the anterior compartment’ over voorwandplastiek bij een verzakking. De promotie was aan het UMC St Radboud in Nijmegen en promotor was prof.dr. Mark Vierhout (lid van de Medisch Advies Raad van de SBP).
Ondanks de toegenomen belangstelling voor verzakkingsklachten en de vele nieuwe behandelmogelijkheden, met name in de operatieve sfeer, is de ideale operatie nog steeds niet gevonden. De oude Egyptenaren hadden al therapieën voor het probleem. De eerste operaties op dit gebied werden door dr. J.M. Sims in de USA uitgevoerd in 1861. Ook hij
beschreef al het probleem van de terugkeer van de klachten na een overigens geslaagde ingreep. Het gebruik van kunststof matjes (mesh) begon rond 1990, eerst alleen bij terugkerende klachten. Tegenwoordig heeft de operatierobot zijn entree gemaakt en lijken stamcellen veelbelovend voor weefselherstel. Onderzoek onder Nederlandse gynaecologen – leden van de werkgroep bekkenbodem - leert dat er grote verschillen bestaan in technieken en ook in het beleid rond de operaties. Er is geen algemeen aanvaarde opvatting over wat de beste optie is. Bij 1 tot 2 op de tien operaties wordt een kunststof matje geplaatst. Over het probleem van ongewenst urineverlies voor, na of door de operatie blijkt uit de studie dat na een voorwandverzakkingsoperatie en tevens incontinentieklachten, 40% een jaar na de ingreep daarvan genezen is. Bij 20% van de patiënten ontstaat na de operatie urine-incontinentie. Overgewicht en longziekten (COPD) worden aangemerkt als risicofactoren. Het al dan niet gebruikmaken van matjes heeft geen effect op het ontstaan van incontinentie na een operatie.
Auteur van beide artikelen: Willem Mensink, vicevoorzitter
B-Wijzer nr 48 – december 2013
17
ZWANGERS C H A P, B E VA L L IN G & B E K K EN BOD EM
Bekkenbodemtraining tijdens en na de zwangerschap Zwanger zijn kost energie: organen als hart, nieren en longen moeten harder werken, de gewrichten worden meer belast en met name lage rugspieren en bekkenbodemspieren hebben het zwaarder te verduren. Daarom is fit zijn én blijven van belang. Na de bevalling is het goed om weer te werken aan een vlot herstel met aandacht voor het opbouwen van conditie en spierkracht, waarbij uiteraard de bekkenbodemspieren niet vergeten mogen worden! Helga Hentzepeter geregistreerd bekkenfysiotherapeut MSPT
De bekkenbodemspieren worden in de zwangerschap meer belast door toename van de buikdruk. Ook zorgen de zwangerschapshormonen voor lichte ‘verweking’ wat inhoudt dat gewrichten en spieren wat soepeler worden, dit is van belang voor de bevalling. Door deze veranderde spierspanning rond lage rug en bekken ontstaan soms bekkenklachten of bekkenbodemklachten als urineverlies, verzakkingsgevoel of obstipatie. Verantwoord trainen is belangrijk met aandacht voor zowel een goede stabilisatie en coördinatie rondom lage rug en bekken als deskundige bekkenbodemtraining gericht op de veranderingen in de zwangerschap.
Oefenen! Tijdens de persfase drukt de baby de bekkenbodem omlaag zodat een stevig geboortekanaal ontstaat. De bekkenbodemspieren rekken met iedere perswee langzaam wat uit. Dat gaat makkelijker als de barende vrouw kan persen op een zo ontspannen mogelijke bekkenbodem. Dit wordt geleerd op een cursus NVFB-ZwangerFit® (Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Bekkenproblematiek en pre- en postpartum gezondheidszorg) of bij een bekkenfysiotherapeut. Bij de bevalling ontstaat vrijwel altijd enige bekkenbodemschade door inknippen of inscheuren of door langdurige rek bij lang persen. Het is daarom van belang dat de jonge moeder haar bekkenbodemspieren weer goed leert gebruiken na de bevalling. Alle kraamvrouwen zouden bekken(bodem)oefeningen moeten doen, ook na een keizersnede of als er geen bekkenbodemklachten lijken te zijn. Dit kan al starten in het kraambed, afhankelijk van hoe de bevalling is verlopen en hoe de kraamvrouw zich voelt. Bekkenbodemoefeningen moeten goed worden aangeleerd, zeker als er klachten zijn. Dit kan bij een geregistreerd bekkenfysiotherapeut. Een vlot herstel van de bekkenbodemfunctie kan klachten als urineverlies, verzakkingsgevoel of verlies van ontlasting verminderen of voorkómen, ook op latere leeftijd. Regelmatige inspanning in de zwangerschap kan geen kwaad
18
voor de aanstaande moeder of het kindje. Rustig sporten verbetert de conditie, is goed Helga Hentzepeter is mede-opvoor hart- en longfunctie en richter van het landelijke beweeghelpt ter voorkóming van concept NVFB-ZwangerFit® en zwangerschapsdiabetes. Ook van het ketenzorgproject Bombekkenbodemtraining hoort melerwaard Bevalt (www.fysiohierbij! Ná de bevalling is rebommelerwaard.nl) plus auteur gelmatige inspanning goed van het lesboek ‘ZwangerFit’ en om het herstel te versnellen, ‘BekkenbodemFit’ (www.bsl.nl). dit vermindert tevens de kans op depressies. Wél is goede begeleiding belangrijk, bijvoorbeeld via de cursus NVFB-ZwangerFit®. Deze wordt gegeven door een (bekken)fysiotherapeut die apart geschoold is in het begeleiden van vrouwen tijdens en na de zwangerschap én in het signaleren van bekken(bodem)klachten.
ZwangerFit/MoederFit ZwangerFit is een eigentijdse, actieve cursus voor vrouwen vanaf de 16e week van de zwangerschap tot zolang het gaat. Onder deskundige begeleiding wordt wekelijks actief getraind aan behoud of herstel van conditie, beweeglijkheid en spierkracht, vaak met aerobics- of fitnessoefeningen. Iedere gezonde zwangere kan hieraan meedoen, je hoeft niet erg sportief te zijn! Het voordeel van al vroeg in de zwangerschap starten met oefenen, is dat fitheid en spierkracht nog vrij goed op niveau zijn. Door gericht te trainen is het makkelijker dit zo lang mogelijk zo te houden, wat van positieve invloed kan zijn op bevalling en hersteltijd. Bij ZwangerFit horen ook (aparte) theorielessen. Hierin wordt deskundige uitleg gegeven over de zwangerschap, bevalling en kraamperiode. Dit kan in combinatie zijn met een verloskundige, kraamzorg en bekkenfysiotherapeut. Als voorbereiding op de bevalling wordt aandacht besteed aan ademhalings- en ontspanningsoefeningen, weeën opvangen en een goede perstechniek, waarbij ook de rol van de partner niet vergeten wordt. MoederFit is vanaf 4 tot 6 weken na de bevalling. Er wordt getraind aan een vlot herstel na de bevalling, onder deskundige begeleiding. Er kan net zolang meegedaan worden als nodig is of tot weer de eigen sportactiviteit opgepakt kan wor-
SBP
den. Bij MoederFit horen ook theorielessen met deskundige uitleg over herstel na de bevalling, til- en draagadviezen, de motorische ontwikkeling van de baby en het jonge ouderschap. Jonge vaders zijn hierbij ook welkom.
Preventie We weten uit onderzoek dat een derde van alle vrouwen last heeft van bekkenbodemklachten, met name urineverlies en
verzakkingsgevoel. Dat zijn ruim 200.000 vrouwen per jaar! Het is dus van belang om deze zo gênante en vaak sociaal beperkende klachten te helpen verminderen. Een belangrijke taak is weggelegd in de periode rond de zwangerschap. Juist in deze fase zijn vrouwen zich bewust van hun bekkenbodem en staan ze open voor deskundig advies. Meer informatie: www.nvfb.nl of www.yvlo.nl
CON G RES
The Challenges of Transitional Care Dat was de titel van een gezamenlijk congres van de International Continence Society en International Children’s Continence Society (ICS/ICCS) van 6 tot 8 juni 2013 in Toronto (Canada) over de overstap van patiënten uit kinderzorg naar volwassenenzorg. Uit verschillende werelddelen namen ongeveer 120 medisch specialisten en andere professionals deel, onder wie acht uit Nederland. Hanny Cobussen en Zwaan Mulder hielden twee presentaties en twee posterpresentaties. Daarnaast waren er workshops, paneldiscussies en debatten.
Zwaan Mulder continentieverpleegkundige
Hoewel kinder- en volwassenenzorg beide beogen goede patiëntenzorg te geven, is de benaderingswijze verschillend. De kindergeneeskunde is meer beschermend, bevoogdend en oudergericht. In de ontwikkeling naar volwassenheid verschuiven de sociale rollen, er ontstaat een sterkere band met leeftijdsgenoten en een verminderde afhankelijkheid van familie. Het loslaten van de ouders is voor jongeren een mijlpaal in de ontwikkeling. Het hebben van een chronische aandoening versterkt vaak het beschermende gedrag van de ouders en de afhankelijkheid van hen qua (psychosociale) ondersteuning. Om de transitie naar de volwassenenzorg te bevorderen, moet daarom de rol van professionals en ouders gericht zijn op bevordering van de zelfstandigheid van de patiënt. De communicatie en samenwerking tussen specialisten, patiënten en ouders is essentieel voor een goede transitie. Wereldwijd is de transitiezorg onder de aandacht en naast overeenkomsten zijn er ook verschillen door cultuur, zorgverzekering en fysieke afstand tot de hulpverlening. Verhalen over hoe transitie was geïmplementeerd waren niet allemaal even succesvol. Jongvolwassenen die na de transitie nooit meer voor controle gekomen waren en jaren later met grote lichamelijke en/of psychische problemen weer opdoken. Er wordt nu gewerkt aan het valideren van een vragenlijst (TRAQ-vragenlijst), waarmee gemeten kan worden of transitiezorg effectief is.
B-Wijzer nr 48 – december 2013
Vanuit het UMC St Radboud waren er mondelinge en posterpresentaties over het transitieproces en de resultaten van de patiënten die in dit proces zitten of al over zijn naar de volwassenenzorg urologie. Vanuit ziekenhuis Noorderboog Meppel werden de resultaten gepresenteerd van de klinische Droogbedcursus voor therapieresistente adolescenten en jongvolwassenen (12-25 jaar). Zes maanZwaan Mulder (l) en Hanny den na de training is 70% Cobussen van de 772 geïncludeerde patiënten droog en 23% met meer dan de helft verbeterd, op lange termijn (1 jaar tot 9 jaar) blijkt dit effect hetzelfde. Al met al een boeiend congres, waar we weer veel energie van kregen en wat nog een staartje kreeg. Enkele weken later kwamen twee Braziliaanse kinderbekkenfysiotherapeuten op werkbezoek. Zij behandelen ook kinderen met continentieproblemen en ze waren getipt door een uroloog die ons had gehoord in Toronto. Wie weet kan dit leiden tot een vorm van samenwerking!
19
SB P- I NF OR M AT IE
Enquête onder patiëntendonateurs SBP
Uw mening telt! In juli 2013 stuurde de SBP een enquête aan alle donateurs om inzicht te krijgen in wat wij voor u betekenen, maar vooral ook waar we verbeteringen kunnen aanbrengen. We passen ons beleid jaarlijks aan. Ook uw commentaar draagt een steentje bij. Daarom allereerst onze hartelijke dank aan alle donateurs die de tijd namen deze enquête in te vullen!
De vraag ‘Wat is uw mening over de huidige ontwikkelingen?’ maakte de ‘pennen’ los! Sommigen vonden dat er “meer inzicht zou moeten komen in de oorzaken van blaasontstekingen” of wensten meer aandacht voor “preventie en/ of geld voor nieuwe onderzoeken.” Anderen waren van mening dat SBP “geen beperkingen op incontinentiemateriaal zou moeten accepteren”, met de vrees voor een “hoge eigen bijdrage.” Daarbij als tegenpool: “er moet wel een rem komen op ‘overconsumptie’ van zorg; meer beroep op eigen verantwoordelijkheid.” Toepasselijk bij deze laatste observatie was ook een antwoord op het vergoeden van het donateurschap (respondent maakt hier zelf geen gebruik van): “kosten voor zorgverzekeraars zijn toch al zo hoog.” Tegelijkertijd een observatie over “het toch wel hoge eigen risico voor gebruik medische hulpmiddelen” en een algemene stelling of wij toegaan naar een “scheiding tussen rijk en arm”, iets waar “we in 2014 meer van zullen merken.” Bij sommige gebruikers van incontinentiemateriaal was er bezorgdheid over ouderen in verpleeghuizen, bijvoorbeeld omdat “verband in verpleeghuizen maar sporadisch verwisseld wordt.” Ook de bureaucratie binnen het zorgsysteem werd bekritiseerd: “te veel instanties die zich met één patiënt bemoeien”, waarbij geopperd werd dat er “op een meer holistische wijze naar de patiënt gekeken zou moeten worden”, met ook commentaar op de mogelijke ‘machtspositie’ van farmaceutische bedrijven. Er zijn ook zorgen over de bredere ontwikkelingen in de gezondheidszorg, zoals het ‘verschuiven’: ”de transitie van de verantwoordelijkheid naar gemeentelijk niveau.” En van dezelfde (patiënt-/hulpverlener)respondent: “de omslag waarbij de patiënt meer centraal lijkt te komen staan.”
Actie bezuinigingen Velen waren nog bekend met de actie tegen bezuinigingen door de SBP in 2011: voorgestelde bezuinigingen van 70 miljoen euro in absorberend materiaal werden teruggedraaid! De vraag: Was dit u bekend? werd dan ook bevestigend beantwoord door 48%. In verband met het commentaar op de voorgaande vraag gaf (tot onze verbazing) slechts een derde van de respondenten aan een herhaling aan te moedigen, maar mochten wij in de toekomst actie ondernemen, dan kunnen wij op de medewerking van een kwart van de respondenten rekenen.
20
Wat men zou willen veranderen: “het beleid van de eigen bijdrage i.v.m. opname verzorgingshuizen wat milder maken; minder bijdrage en daarvoor eerder in aanmerking komen.” En ook dat “klachten (bekkenbodem) gemakkelijk kunnen worden gerelativeerd, wat ertoe kan leiden dat ze buiten de basisverzekering gaan vallen.” Verschillende respondenten gaven aan dat de patiënt vaak te weinig inzicht heeft in de eigen rechten, en ook dat er rekening moet worden gehouden met de persoonlijke situatie. Bij dat laatste werd de suggestie gemaakt dat een “onafhankelijke beoordeling” zou moeten plaatsvinden.
Taboe en telefoonservice Er wordt vooruitgang geboekt in het doorbreken van het ‘incontinentietaboe’, maar anonimiteit blijft belangrijk! Tegelijkertijd blijft het bijzonder moeilijk om aan de wens van sommige donateurs voor lotgenotencontact te voldoen. De SBP ziet haar samenwerking met de Incoclub dan ook als een waardevolle aanvulling op wat zij haar donateurs - en andere geïnteresseerden kan bieden. Jammer genoeg gaf slechts een op de vijf respondenten aan bekend te zijn met de Incoclub, waarvan een op de tien actuele deelnemers, met positieve ervaringen zoals: “…in het begin zeer nuttig en fijn.” Zoekt u lotgenotencontact, dan verwijzen wij u naar onze website www.bekkenbodem.net/incoclub.html. Via de chatbox van de Incoclub kunnen deelnemers dagelijks anoniem contact hebben en ervaringen uitwisselen met andere deelnemers. Op de vraag over onze Informatielijn Heeft u weleens gebruik gemaakt van deze service? gaf slechts een op de vijf
SBP
respondenten een bevestigend antwoord, waarvan de helft tevreden was met de ontvangen informatie. De reden voor het niet vaker gebruiken van deze service was voor het merendeel “nog niet nodig geweest” en/of “het per direct willen ontvangen van een antwoord met een eventuele verwijzing.” Er is inderdaad enige vertraging in de beantwoording van binnengekomen vragen. De SBP maakt gebruik van een centrale telefoonservice, die de vragen via e-mail verstuurt naar verpleegkundige Esther Paradé voor beantwoording. In sommige gevallen worden vragen dezelfde dag nog behandeld, in andere kan het soms 48 uur duren.
Kwaliteitscriteria en Viviane De presentatie van het boekje ‘Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief voor de zorg bij bekkenbodemproblemen’ in het kader van het project Goud in Handen, vond plaats op 26 april 2013 in Amersfoort. Hier waren maar vijf van onze patiëntendonateurs aanwezig. Hun reactie op de bijeenkomst was bijzonder positief, alsook op het boekje zelf. Inmiddels is het boekje door alle donateurs ontvangen en uit de bijna unanieme reacties leren wij hoe belangrijk het patiëntenperspectief is in de ‘zorg’.
Het bezoek aan onze website www.bekkenbodem.net is sinds de vernieuwing van de site enorm gestegen: 65% van de patiëntendonateurs die een pc hebben, raadplegen de website, onderverdeeld in 53% voor specifieke informatie en 18% voor algemene informatie (meerdere antwoorden mogelijk).
Publicaties Op de inhoudelijke keuze van thema’s in de B-Wijzer gaf 90% van de respondenten hun goedkeuring. Het niveau leesbaarheid werd door 25% van de lezers als ‘uitstekend’ bevonden, 70% ‘goed’ en 5% ‘minder goed’. Als bestuur en redactie leren wij vooral van het geschreven commentaar. Zo werd er vermeld dat er “te veel nadruk op urine-incontinentie” ligt en het “te veel gericht is op de vrouw.” Wij nemen dit ter harte! Ook werd er gevraagd om meer humor, dit vraagt echter om een delicate aanpak! Met de publicatie ‘Wat is en doet een bekkenbodem’ (hernieuwde uitgave, toegezonden maart 2013), scoren wij zelfs nog beter dan met de B-Wijzer. 95% van de respondenten vindt deze publicatie nuttig, waarvan 62% aangaf dat deze ‘kennisbank’ het bespreken van de aandoening vergemakkelijkt. Desondanks werd aangegeven dat het nog steeds een taboe blijft om over bekkenbodemproblemen te spreken. Een welkom commentaar was het ter beschikking stellen aan beroepsbeoefenaars. Dit initiatief hadden wij reeds met de laatste herdruk genomen en o.a. nabestellingen van Bekkenbodemcentra – elk centrum ontving 25 boekjes in een staander – getuigen van het gebruik. Bij ons bekende bekkenfysiotherapeuten en continentieverpleegkundigen ontvingen eveneens een exemplaar, met mogelijkheid tot nabestelling. Alle donateurs ontvingen de Hulpmiddelengids (hernieuwde uitgave, toegezonden januari 2013). Omdat niet iedere patiëntdonateur hulpmiddelen gebruikt, gaf 60% aan dat dit boekje niet voor haar/hem van toepassing is. Voor de andere 40% helpt het wel een toepasselijke keuze te maken. Enkelen voor wie de Hulpmiddelengids niet voor eigen gebruik van toepassing was, gaven het door aan bijvoorbeeld hun apotheker.
Vergoeding donateurschap en gespreksgroep Alhoewel maar enkele respondenten aangaven niet bekend te zijn met mogelijke vergoeding hiervan door de zorgverzekeraar, maken maar enkele van de respondenten hier gebruik van. Meer informatie over vergoeding van het lidmaatschap vindt u op www.bekkenbodem.net/vergoeding_lidmaatschap.html.
Op de vraag Bent u bekend met ‘Viviane’? een taboedoorbrekende theatervoorstelling (monoloog), gaf slechts 48% aan hiermee bekend te zijn. De respondenten die een voorstelling hadden bijgewoond, waren enthousiast. Wilt u de voorstelling ‘Het verdriet van Viviane’ zien? Kijk dan op onze website voor komende voorstellingen. De laatste voorstellingen waren volledige uitverkocht!
B-Wijzer nr 48 – december 2013
De laatste vraag was een verzoek om deelname aan een gespreksgroep. Helaas waren er niet voldoende geïnteresseerden en ook een oproep via de website leverde onvoldoende resultaat. Heeft u vragen over deze enquête? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] t.a.v. Maria Boerlage. (De resultaten van de groep respondenten beroepsdonateurs komen in de B-Wijzer van juni 2014 te staan.)
21
CONGRES
Eerste wereldcongres over buik- en bekkenpijn De Romeinse filosoof en politicus Cicero schreef: “Nooit is er iemand die ervan houdt, het nastreeft of wenst om pijn te hebben, alleen omdat het om pijn gaat.” Blijkbaar is het voor iedereen zo duidelijk dat pijn iets is wat je nooit wilt hebben.
In Nederland zijn er ruim 2 miljoen mensen die al meer dan 6 maanden lang elke dag pijn hebben. Een deel van deze mensen voelt die pijn in de buik of het bekkengebied. Over die pijn ging het tijdens het ‘1st World Congress on Abdominal and Pelvic Pain’ in mei 2013 in Amsterdam. Het congres werd bezocht door 520 mensen uit meer dan 10 disciplines en meer dan 40 landen.
Luisteren naar elkaar Het congres duurde drie dagen en kende alleen één doorlopend programma. Dit is afwijkend van andere congressen die meestal meerdere programma’s tegelijkertijd hebben. Het idee achter deze keuze was dat alle disciplines veel van elkaar kunnen leren als ze naar elkaar luisteren. De uroloog luisterde nu ook naar de gynaecoloog, de pijndokter en de psycholoog. En voor alle andere specialisten gold hetzelfde. Er is geen enkele specialist die deze problematiek in volle omvang kan diagnosticeren en behandelen. Samenwerking is daarom bij deze klacht van groot belang.
Tijdens het congres vond een workshop plaats waarbij internationale patiëntenorganisaties zich bogen over de vraag waar volgens patiënten de zorg beter kan en hoe dat onderzocht moet worden. De belangrijkste punten die naar voren kwamen waren de volgende. Bezoek aan de huisarts: belangrijk is aandacht voor zowel de pijn als de kwaliteit van leven als de voor elke patiënt specifieke punten. Vragenlijsten kunnen helpen om de dokter snel inzicht te geven, maar missen ook het persoonlijke aspect. Kennis bij de huisarts over pijn is belangrijk. Behandeling: elke patiënt heeft een persoonlijk behandelplan nodig. Dit plan moet gebaseerd zijn op alle kenmerken van de pijn, functieproblemen en persoonskenmerken. Multidisciplinaire teams die goed contact met elkaar hebben en waar de patiënt een lid van het team is, hebben en houden de patiënt centraal. Multidisciplinair: goede samenwerking in onderzoek en behandeling voorkomt dat de patiënt heen en weer wordt gestuurd (flipperkast). Een paspoort waarop reeds gedane onderzoeken en eerder toegepaste behandelingen staan vermeld, zou hier kunnen helpen. Congres en workshop zijn goed gewaardeerd door de deelnemers en in 2015 vindt het volgende congres plaats in Parijs. Bert Messelink, congresvoorzitter
ERVAR I NG S VE R H A A L
‘Bloemetjes plukken’ Als we eindelijk een geschikte plaats vinden om te stoppen, heb ik niet veel tijd te verliezen. Hoge nood. Mijn hoofddoekje kan ik zo snel niet vinden, dan maar blootshoofds. Ik spring uit de auto en zak, uit het zicht van het voorbijgaand verkeer, door de knieen. De zoom van mijn lange rok raakt het vochtige gras, mijn lijf ontspant zich. Getoeter. Met piepende remmen zwenkt een busje de weg af en komt achter onze camper tot stilstand. De stralende chauffeur opent het portier en stevent op me af: ‘hello, hello, can I see your car, I like your car’. Ik voel mijn ogen groter worden, mijn onderkaak zakken en mijn lijf verstijven in een vluchthouding. Mijn hand maakt een flauw gebaar richting auto, terwijl ik mijn maatje roep: ‘Henk, hé, Henk!’. De man loopt nu om onze auto heen, maar dat geeft me nog niet genoeg tijd om gekleed en wel weer op te staan. ‘He-enk…!’
22
‘Ja, ja, rustig maar, ga maar bloemetjes plukken’. Ga maar ‘bloemetjes plukken’? Verontwaardiging welt op; ik voel mijn wangen gloeien. Een van boven en onder onbedekte vrouw in dit moslimland; wat zal de man daarvan vinden? Maar, realiseer ik me, hij was in de ban van onze auto, misschien is niet tot hem doorgedrongen hoe ik er bij zit. Bloemetjes plukken dan maar, tijd winnen. Ik buig voorover, pak voorzichtig een anemoontje en veins om mij heen te kijken naar nog meer vulling voor een vaas. Beide heren staan nu genoeglijk te praten. ‘You are driving in my dream’ hoor ik de man met groeiend enthousiasme zeggen. Dat streelt de oren van de trotse eigenaar van onze Landcruiser. ‘You want to have a look inside?’ Dáár komt mijn kans. Terwijl Henk de deur van de camper opent en de man naar binnen stapt, schiet ik - mijn kleding weer fatsoenerend overeind. Een paar tellen later voeg ik mij, met twee anemoontjes in de hand, bij de mannen. ‘Shall I make a cup of chai*?’ E. van L. in O.
*thee
SBP
RU BRIEK
Droog en uiterst Discreet! Omdat ze zo dun zijn, zo droog blijven en perfect op het lichaam aansluiten, zult u het positieve verschil direct in het gebruik ervaren. U kunt Attends via uw zorgverlener verkrijgen. Kijk op onze website voor meer informatie: www.attends.nl
Attends Soft: Droog en Discreet voor meer zekerheid.
Gratis Proefpakket!
L0413
Mijn urineverlies is het best te omschrijven als: Maak een keuze: Een klein beetje
Af en toe
Regelmatig
Nauwelijks tot geen controle over blaasinhoud
Anatomisch gevormd voor nog meer discretie.
Dhr. / Mevr. Adres Postcode/Plaats Telefoon
0
E-mail Ik ga ermee akkoord dat mijn gegevens opgeslagen worden. Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk behandeld en zullen wij deze niet aan derden verstrekken.
1
1L
2
3
3+
4
5
6
Attends Soft is verkijgbaar in verscheidene groottes en absorptie niveaus.
Ja, ik ontvang graag de nieuwsbrief van Attends (Vul svp uw email adres in).
Vul in en stuur op naar: Van Heek Medical, Postbus 291, 5800 AG Venray
Tel. 088 - 220 88 00 B-Wijzer nr 48 – december 2013
www.attends.nl
7
Volg ons op Facebook! Attends Zorg en Welzijn
23
Vernieuwde TENA Pants: het meest discrete en comfortabele pants-product R UBR IE K
Veel dunner
NiSeizues we dM isc/rete pasvoRrm
Meer comfort 30% dunner, veel comfortabeler & net zo zeker Vernieuwde TENA Pants is dankzij de unieke anatomisch gevormde ConfioFitTM-kern 30% dunner en heeft een betere pasvorm. Daarom draagt het veel comfortabeler terwijl het net zo zeker is als voorheen. TENA Pants is bovendien makkelijker aan en uit te trekken. En het draagt onzichtbaar, ook onder nauwsluitende kleding! Adviseer uw cliënten zonder extra kosten TENA Pants. U geeft hen het meest discrete en comfortabele pants-product én meer waardigheid en zelfvertrouwen. Meer informatie over TENA Pants met ConfioFitTM, in een 23% kleinere verpakking vindt u op www.TENA.nl.
Meer dan 70%* van de pants-dragers kiest ervoor. * Getest bij24 182 vrouwen: 71% vindt vernieuwde TENA Pants beduidend beter dan het huidige pants-product.
SBP