gemeente Eindhoven
Raadsnummer
11R4480
Inboeknummer
11bst01536
Beslisdatum B&W 30 augustus 2011 Dossiernummer
11.35.451
Raadsvoorstelherverdeling gemeentelijk kunstbezit (BKR-collectie)
Inleiding Naar aanleiding van het landelijke overheidsbesluit in 1992 de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) formeel buiten werking te stellen, besloot de gemeenteaad van Eindhoven op 27 april 1992 tot wijziging van het beheer van het gemeentelijk kunstbezit. Het besluit hield onder meer in dat na de overdracht van onder andere BKR-kunstwerken aan het Van Abbemuseum, Museum Kempenland, Dienst Bestuursondersteuning en De Krabbedans, de overgebleven kunstwerken ofwel geschonken konden worden aan de organisaties die BKR-kunstwerken reeds in bruikleen hadden ofwel teruggeven konden worden aan de makers ervan. Het restant diende op eenvoudige wijze worden opgeslagen. Verdeling van de kunstwerken onder het Van Abbemuseum, Museum Kempenland, Dienst Bestuursondersteuning en De Krabbedans is uitgevoerd. Daarnaast is er al één ronde van teruggaaf aan de makers voltrokken. Schenking aan de organisaties is in werking gesteld maar door personele wisselingen tussentijds afgebroken. Daarbij functioneert de eenvoudige opslag van de overgebleven werken niet naar behoren.
Bestuurlijk kader a Wettelijke taak a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
b Onvermijdelijk
Zie inleiding en doelstelling
Doelstelling Het zorgvuldig, verantwoord en transparant afhandelen van het afstotingsproces van de BKR-collectie zoals in 1992 is ingezet met als eindresultaat dat het aantal BKRkunstwerken in bezit van de gemeente Eindhoven wordt teruggebracht tot alleen die kunstwerken die op dit moment in een aantal gemeentelijke gebouwen als verfraaiing van de kantoren hangen.
Raadsnummer
11R4480
Voorstel 1. In te stemmen met het wijzigen van het raadsbesluit van 27 april 1992 inzake het nemen van een principebesluit tot wijziging van het beheer van het gemeentelijk kunstbezit op de volgende punten: a. Bij opheffing van de organisaties waaraan destijds kunstwerken in eigendom zijn overgedragen hoeven deze kunstwerken niet aan de gemeente te vervallen. b. Schenking aan de organisaties die de kunstwerken reeds in bruikleen hebben onder de voorwaarde dat het werk goed beheerd wordt en in geval van beschadiging zijn eventuele herstel- en restauratiekosten voor rekening van die organisatie. c. De gemeente verkoopt de resterende kunstwerken (nadat de schenking aan de organisaties en de teruggaaf aan de kunstenaars heeft plaatsgevonden) in plaats van eenvoudig opslaan. 2. In te stemmen met een tweede teruggaafronde van BKR-kunstwerken aan de makers van de betreffende kunstwerken. 3. In te stemmen met het organiseren van een internet- en fysieke veiling in 2011. a. De kosten ad €12.500,- van de organisatie van de veiling te betalen uit de opbrengsten van de veiling. b. De netto opbrengsten van de veiling in de reserve Stadsverfraaiing te storten. c. De veilingwebsite blijft ook na de veilingen online en wordt actief beheerd totdat alle BKR-kunstwerken zijn verkocht. Argumenten 1.1 Het raadsbesluit van 27 april 1992 is deels achterhaald. Om een herhaling van de huidige situatie te voorkomen is het noodzakelijk dat er slagen worden gemaakt ten behoeve van de definitieve afstoting van kunstwerken die ooit tot het gemeentelijk kunstbezit behoorden. Ingevolge het raadsbesluit van 27 april 1992 vervallen de kunstwerken die destijds in eigendom overgedragen zijn aan De Krabbedans en Museum Kempenland bij eventuele opheffing van deze stichtingen weer aan de gemeente Eindhoven. Wenselijk is dat bij opheffing van deze organisaties de kunstwerken niet weer aan de gemeente vervallen. Hierover moet op het moment dat dit zich voordoet met de desbetreffende instellingen in overleg getreden worden. 1.2 De voorkeur gaat uit naar het op zorgvuldige wijze afstoten van de kunstwerken. Hierover is informatie ingewonnen bij Juridische Zaken, Instituut Collectie Nederland (ICN) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
2
Raadsnummer
b
b
b b
11R4480
Op juridische grond en op advies van de VNG is het aan te raden voor zover er sprake is van beschadigd werk, de eventuele herstel- en restauratiekosten voor rekening van de ontvanger te laten komen. De reden voor het stellen van deze voorwaarde is dat de gemeente ingevolge artikel 25 auteurswet een zorgplicht heeft. De organisaties mogen in tegenstelling tot het raadsbesluit van 27 april 1992 de kunstwerken wel vervreemden zodat zij op eigen wijze hun toekomstige kunstcollectie kunnen beheren. De gemeente komt door deze nieuwe voorwaarden de organisaties tegemoet. Het aanvaarden van de schenking is hierdoor aantrekkelijker. De VNG raadt het stellen van voorwaarden zoals een verbod op het vervreemden van BKR-kunstwerken niet specifiek aan. Een versoepeling van de voorwaarden voor schenking met betrekking tot het vervreemden van de BKR-kunstwerken heeft ook als reden dat het niet goed te controleren is of organisaties deze afspraak daadwerkelijk naleven.
1.3 Er zijn structurele problemen met het op verantwoorde wijze beheren van de BKR- collectie (in depot en in bruikleen). b
b
b
b
Omdat het beheer van de BKR-collectie geen gemeentelijke kerntaak meer is zijn er onvoldoende financiële middelen beschikbaar om deze taak op een verantwoordelijke wijze uit te voeren met als gevolg dat een goed overzicht op de collectie ontbreekt en kunstwerken hierdoor verkommeren, beschadigen of verdwijnen. Een “eenvoudige opslag” zoals vermeld in het raadsbesluit voldoet voor lange termijn niet aan de morele en wettelijke verplichting (artikel 25 van de auteurswet) om zorgvuldig om te gaan met kunst, zeker omdat die kunst met publieke middelen verworven is. Langdurige opslag zonder zicht op toekomstige herplaatsing doet geen recht aan deze BKR-kunstwerken waarvan het uitgangspunt is dat ze getoond worden. Door het organiseren van een internetveiling en een fysieke veiling krijgen de kunstwerken een nieuw leven. Uit ervaring bij andere gemeenten is gebleken dat tijdens vergelijkbare veilingen 70 tot 80% van de aangeboden kunstwerken wordt verkocht. Op deze manier krijgen de kunstwerken die voorheen stonden te verkommeren in het depot weer een nieuw leven. De internetveiling zal eind november van start gaan. De fysieke veiling zal midden december in één weekend worden gehouden op een nog nader te bepalen locatie. Geïnteresseerden uit heel het land kunnen bieden op de kunstwerken maar de promotie ervan zal voornamelijk op de regio Eindhoven gericht zijn. Reden hiervoor is dat de BKR-kunstwerken met rijksgelden zijn aangekocht maar de kunstwerken in de veilingen zijn
3
Raadsnummer
11R4480
voornamelijk van kunstenaars van oorsprong uit de regio. De huidige waarde van de BKR-kunstwerken zal vastgesteld worden door een taxateur.
2.1 Door de kunstenaars de mogelijkheid van ophalen te geven worden juridische verplichtingen (aangegaan in de BKR) van de gemeente nagekomen. In de loop der jaren dat het raadsbesluit van 27 april 1992 in zijn geheel uitgevoerd had moeten worden zijn taken blijven liggen en zijn er opnieuw BKRkunstwerken in depot die in aanmerking komen voor teruggaaf aan de maker. Omdat de kunstenaars volgens de BKR toestemming moeten geven of hun kunstwerken onder andere verkocht mogen worden is een tweede teruggaafronde gewenst zodat hen de mogelijkheid wordt geboden hun kunstwerken op te halen indien zij het met de verkoop ervan niet eens zijn. 3.1 Opbrengst veiling inzetten voor kunst in de openbare ruimte. Omdat het budget van de reserve stadsverfraaiing maar €14.000,- bedraagt en er meer ambities zijn met betrekking tot kunst in de openbare ruimte dan dat het budget toelaat wordt een aanvulling hiervan zeer op prijs gesteld. Daarnaast vloeit op deze manier de opbrengst uit de veiling weer terug naar de beeldende kunst.
3.2 Overgebleven kunstwerken na de veilingen blijven zichtbaar op de veilingwebsite. Omdat het beheer van de BKR-collectie geen gemeentelijke kerntaak meer is zijn er onvoldoende financiële middelen beschikbaar om deze taak op een verantwoordelijke wijze uit te voeren met als gevolg dat een goed overzicht op de collectie ontbreekt en kunstwerken hierdoor verkommeren, beschadigen of verdwijnen. Met de organisatie waar de gemeente Eindhoven mee in zee gaat met betrekking tot de organisatie van de veiling wordt afgesproken dat deze (kosteloos) de website actief blijft beheren totdat alle BKR-kunstwerken verkocht zijn.
Kanttekeningen 1 Sommige non-profitorganisaties zijn nu profit-organisaties. Deze organisaties zijn in het kader van het raadsbesluit van 27 april 1992 aangeschreven met de vraag of zij de kunst in eigendom over willen nemen. Bijna alle
4
Raadsnummer
11R4480
organisaties die toen als non-profit te boek stonden hebben toen aangegeven interesse te hebben in de schenking. Ondertussen hebben een aantal van deze organisaties een winstoogmerk maar hun kunstbezit is dan meestal ondergebracht in een apart daarvoor opgerichte kunststichting. 2 Advies VNG negatief inzake afstoten gemeentelijke kunstcollecties. De VNG heeft in juni 2010 gepleit voor terughoudendheid bij afstoting van kunstcollecties door gemeenten. Echter verwijzen zij in deze tekst toch naar een uit 1992 stammend VNG-stappenplan voor de afstoting van BKR-kunstwerken. Daarnaast zegt de VNG binnenkort met een eigen modelprotocol te komen maar omdat het afstotingsproces binnen de gemeente Eindhoven al door een raadsbesluit uit 1992 in werking is gezet wordt dit doorgezet in een geactualiseerde setting. Deze setting is opgezet langs de juridische kaders van de BKR en de auteurswet. Daarnaast hebben we de richtlijnen in de LAMO (Leidraad Afstoten Museale Objecten) gevolgd, hebben we advies gehad van het ICN (Instituut Collectie Nederland) en contact gehad met gemeenten die recent ook eenzelfde afstotingsoperatie succesvol hebben afgerond. Kosten De kosten met betrekking tot het organiseren van de internetveiling en een fysieke veiling zijn €12.500,- maar de opbrengsten van de veiling zullen hoger zijn dan de kosten. Daarnaast is aangeboden door de organisatie waar de gemeente Eindhoven mee in zee gaat met betrekking tot de organisatie van de veiling om hun diensten budgetneutraal aan te bieden. Mogen de kosten van de veiling hoger uitkomen dan de opbrengsten dan nemen zij het verlies voor zich. De kosten bestaan uit de uitbesteding van de complete organisatie betreffende deze veilingen. De opbrengsten zullen na aftrek van de kosten naar schatting tussen de €10.000,- en de €30.000,- liggen en komen ten goede van de reserve Stadsverfraaiing. Het totaal aantal kunstwerken dat aangeboden wordt via een veiling kan pas vastgesteld worden nadat de schenking aan de organisaties en de tweede teruggaafronde aan de makers is voltrokken maar er zullen naar schatting tussen de 400 en de 600 werken in aanmerking komen voor veiling. Communicatie Organisaties die kunst in bruikleen hebben ontvangen een brief met het voorstel en de nieuwe voorwaarden van de schenking. Kunstenaars ontvangen een brief met het voorstel tot teruggave van hun kunstwerken. Ook worden de kunstenaars via oproepen in de krant op de hoogte gebracht van de plannen. De kunstenaars worden middels de brief en/of de oproepen in de krant gewaarschuwd dat voor zover geen verzoek wordt gedaan om kunstwerken terug te krijgen, aangenomen wordt dat de kunstenaars of diens rechtsopvolgers de gemeente stilzwijgend toestemming geven om deze werken te verkopen.
5
Raadsnummer
11R4480
Aan de veiling van de kunstwerken wordt aparte aandacht besteed met betrekking tot de promotie ervan in de media zodat zoveel mogelijk inwoners van Eindhoven en daarbuiten hiervan op de hoogte zijn. De organisatie waar de gemeente Eindhoven mee in zee gaat met betrekking tot de organisatie van de veilingen zal in samenwerking met de afdeling communicatie een communicatieplan opstellen en uitvoeren. Als centraal informatiepunt met betrekking tot de BKR afstotingsoperatie zal er op de gemeentelijke website, in het gedeelte Kunst, Cultuur & Design een aparte pagina worden ingericht waar belanghebbenden en geïnteresseerden voor meer informatie terecht kunnen. Planning en uitvoering De officiële schenking van de kunstwerken aan de organisaties gaat direct na goedkeuring van dit raadsvoorstel van start. Hierop volgend zal de teruggave aan de makers starten, daarna zullen de veilingen plaatsvinden. De hele operatie zal in ieder geval vóór 31 december 2011 voltrokken zijn met als uitzondering het online houden van de website met de nog niet verkochte BKR-kunstwerken. Evaluatie Niet van toepassing Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: n.v.t.
Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
6
Raadsnummer
11R4480
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 augustus 2011; gelet op de unaniem aangenomen amendementen A2 en A3; besluit: 1. In te stemmen met het wijzigen van het raadsbesluit van 27 april 1992 inzake het nemen van een principebesluit tot wijziging van het beheer van het gemeentelijk kunstbezit op de volgende punten: a. Bij opheffing van de organisaties waaraan destijds kunstwerken in eigendom zijn overgedragen hoeven deze kunstwerken niet aan de gemeente te vervallen. b. Schenking aan de organisaties die de kunstwerken reeds in bruikleen hebben; ingeval van beschadiging zijn eventuele herstel- en restauratiekosten voor rekening van die organisatie (amendement A2). c. De gemeente verkoopt de resterende kunstwerken (nadat de schenking aan de organisaties en de teruggaaf aan de kunstenaars heeft plaatsgevonden) in plaats van eenvoudig opslaan. 2. In te stemmen met een tweede teruggaafronde van BKR-kunstwerken aan de makers van de betreffende kunstwerken. 3. In te stemmen met het organiseren van een internet- en fysieke veiling in 2011. a. De kosten ad €12.500,- van de organisatie van de veiling te betalen uit de opbrengsten van de veiling. b. De netto opbrengsten van de veiling terug te laten vloeien in de algemene middelen (amendement A3). c. De veilingwebsite blijft ook na de veilingen online en wordt actief beheerd totdat alle BKR-kunstwerken zijn verkocht.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 oktober 2011.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier. dve/SD11023591
7