Thema: economie
Aziaten in de Metropoolregio Rode loper uit voor nieuwe investeerders
02
Groeien naar een Growport Mainport en Greenport bundelen krachten
Economische kracht Vier gemeenteraadsleden aan het woord
Magazine over de metropoolregio Rotterdam Den Haag | nummer 2 - jaargang 1 - september 2012
Colofon
20
#MRDH is een uitgave over de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en verschijnt drie keer per jaar. #MRDH wordt gratis verspreid onder 6.000 relaties. Deze uitgave is mede tot stand gekomen door samenwerking tussen het Stadsgewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de Kamer van Koophandel Den Haag. Aan dit nummer werkten mee: Kennisalliantie Zuid-Holland, VNO-NCW West. Uitgave Nummer 2, september 2012, jaargang 1 Het volgende nummer verschijnt in december 2012. Redactieadres #MRDH p/a Stadsgewest Haaglanden Postbus 66 2501 CB Den Haag www.mrdh.nl/magazine tel: (070) 750 15 00 fax: (070) 750 15 01 e-mail:
[email protected]
25
Abonnementen, aanmelden en adreswijzigingen www.mrdh.nl/magazine Hoofdredactie Caroline Schep (Stadsgewest Haaglanden) en Willem Nettinga (stadsregio Rotterdam)
14
Redactie Brigitte Beeks, Elmar Bouma, Martijn Delaere, Pieter Maessen, Bert Mooren, Danny Peters, Debby Vermeulen en Cees van der Wel. Fotografie Elmar Bouma, gemeente Westland, The Greenery, Mladen Pikulic, Tom Pilzecker, Cees Schilthuizen Loes Schleedoorn, VNO-NCW West Concept, vormgeving en uitwerking Sabel Communicatie i.s.m. Sabel Design - Bilthoven
Thema: economie
08
Druk Drukwerkconsultancy - Utrecht Copyright en verantwoordelijkheid De hoofdredactie heeft het voorbehoud op het auteursrecht op de artikelen in dit tijdschrift. ISSN: 2213-2554 Op de cover Europe Container Terminals (ECT), Rotterdam Fotograaf: Mladen Pikulic
28
13
14
Aziaten trekken naar Metropoolregio WFIA, RIA en lokale ondernemers springen in op vraag naar Europese huisvesting Meer starters door crisis Starterscoach helpt bij het eerste begin Zuid-Holland geknipt voor bioeconomie Kennisalliantie: met gericht beleid een economische groei van 7,5 miljard
20
Kantorenleegstand Nieuwe strategie laat de markt het probleem zelf oplossen
25
#
MRDH 02 September 2012
Motoren van de economie zoeken samenwerking Kansen op het gebied van logistiek en duurzaamheid
28
Vier raadsleden over economie Overheid krijgt steeds meer faciliterende en verbindende rol
30
33
Online winkelen in opmars Koopgedrag verandert en fysieke winkelbeleving steeds belangrijker voor klanten VNO-NCW West ‘Prominente plaats voor Metropoolregio in regeerakkoord nieuwe kabinet’
24
36 Van de redactie Rubrieken
04
Kort nieuws
16
Grenzeloos
18
In Beeld
36
De Plek
Opinie
07
Margriet Brandsma over de kracht van de Duitse economie
24
Metropoll
35
Column Cees van der Wel
Het Wilde Westland
De Metropoolregio doet het economisch zo slecht nog niet. De regio Haaglanden blijft de komende twee jaar groeien in lijn met het landelijk gemiddelde (Regiovisie Haaglanden 2011 ING Economisch Bureau) en ook de stadsregio Rotterdam toont tekenen van economisch herstel (Ecorys: Economische Verkenning Rotterdam februari 2012). Zo groeit de werkgelegenheid en het aantal hoogopgeleiden. De Westholland Foreign Investment Agency, die voor Groot Haaglanden internationale bedrijven werft, boekte in 2011 het beste resultaat in haar bestaan. Veertig nieuwe vestigingen kwamen naar de regio. Ook het Rotterdam Investment Agency deed het goed; 24 internationale bedrijven haalde zij binnen. Veel van die bedrijven komen uit Azië. Waarom zij juist voor deze regio kiezen en wat de regio’s Haaglanden en Rotterdam met 24 gemeenten door samen te werken als Metropoolregio nog meer kan doen om dat aantal te verhogen, leest u in het omslagartikel. De Rotterdamse haven en de Westlandse Greenport zijn bezig met een samenwerking om hun gezamenlijke logistiek efficiënter te maken en grondstoffen te hergebruiken. Het proces komt – eerlijk gezegd – langzaam op gang, maar het perspectief is uitdagend en kansrijk. De Metropoolregio is de grootste kantorenregio van Nederland. Haaglanden en de stadsregio Rotterdam hebben samen een koers uitgezet om de regio door de periode van leegstand te loodsen die zij nu doormaakt. Het is in de eerste plaats een probleem voor de markt. De overheid zal heel selectief zijn bij plannen voor nieuwe kantoren. Deze tweede editie van het #MRDH Magazine is op 19 september uitgereikt tijdens het Miljoenenontbijt van VNO-NCW West. Directeur Bert Mooren geeft in dit blad zijn visie op het belang van de Metropoolregio voor de regionale economie.
02 | 03
Bedrijvenparken in aanbouw erg in trek In de Metropoolregio zijn een aantal nieuwe bedrijvenparken gereed of in aanleg. Deze blijken goed in de markt te liggen. Zo begint in 2013 in Nootdorp de bouw van bedrijvenpark Heron. Op de dertien hectare uitgeefbare grond zijn al bijna zeven grondreserverings- of koopovereenkomsten gesloten met de volgende bedrijven: Riverdale, Heembouw, Janssen de Jong, Fugro Vastgoed en de gemeente Den Haag. De laatste heeft 2,9 hectare grond op Heron gekocht, die zij kan verkopen aan kandidaat- kopers. Van die 2,9 hectare is 1,3 hectare bestemd voor autodemontagebedrijven uit Den Haag. In 2020 moeten minimaal vijftig nieuwe windmolens in de stadsregio Rotterdam energie leveren.
Vijftig nieuwe windturbines in stadsregio De gemeenten van de stadsregio Rotterdam hebben in een convenant harde afspraken gemaakt over het plaatsen van minimaal vijftig windturbines. Het convenant is op 21 juni ook ondertekend door onder meer de provincie Zuid-Holland en de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland. De gemeenten in de stadsregio zijn het eens over de locaties waar zij de turbines willen laten plaatsen. Die liggen aan de randen van de haven, langs grote infrastructuurobjecten (snelwegen, Haringvlietdam) en op of langs bedrijventerreinen (Nieuw Reijerwaard). Er is daarbij op hoofdlijnen rekening gehouden met landschappelijke waarden, invloed op recreatiegebieden en natuurwaarden. In totaal gaat het om minimaal 150 megawatt aan duurzame energie. Dat komt overeen met het energiegebruik van ruim 90.000 huishoudens. De stadsregio geeft hiermee invulling aan de windenergiedoelstelling van de provincie Zuid-Holland. Voor het havengebied van Rotterdam zijn in 2009 al aparte afspraken gemaakt. Het convenant is tot stand gekomen onder leiding van de Rotterdamse wethouder van onder meer duurzaamheid, Alexandra van Huffelen. Zij heeft samen met stadsregiobestuurder Jan van Belzen een actieve rol gespeeld in het bij elkaar brengen van partijen. Mochten er bij de uitwerking onverwachte problemen rijzen, dan zullen de gemeenten en de provincie samen naar een oplossing zoeken. Daarom is het convenant ook getekend door gemeenten die nu geen turbines hoeven te plaatsen. Uiterlijk in 2020 moeten de turbines stroom leveren. n
#
MRDH 02 September 2012
HarnaschPolder Ook het bedrijventerrein HarnaschPolder begint vol te lopen. De nieuwe verlengde A4 tussen Delft en Schiedam is een goede motivatie voor de verhuizing van bedrijven. Eén van de belangrijke aandachtspunten van de Metropoolregio is het vervoersbeleid en de bereikbaarheid. Het doortrekken van de snelweg is onderdeel van deze speerpunten. Een aantal van de nieuwe bedrijven die zich binnen kort vestigen in de HarnaschPolder zijn: PostNL, de ABR-groep en Glashandel Sterk. PostNL verkoos deze locatie voor hun sorteer- en dirstrubitiecentrum voor pakketten, vanwege de strategische ligging, bereikbaarheid en arbeidsperspectief Glashandel Sterk en Zoon BV verplaatst het bedrijf van de binnenstad van Den Haag naar de rand van de stad, maar ‘in het hart van de Metropoolregio’. “Directe voordelen hiervan zijn een efficiënter voorraadbeheer en de komende jaren een steeds groter werkgebied, zeker als straks de doorgetrokken A4 er ligt”, aldus de directeur Ramekers. Directeur Aalbers van de ABR groep ziet ook de voordelen in de ligging: “Deze is voor ons strategisch goed te noemen, het gebied ligt ingesloten tussen een aantal grote plaatsen (Den Haag, Delft, Schiedam en Rotterdam) en heeft via de snelwegen direct een verbinding naar Amsterdam, Gouda en Utrecht. Verder vinden wij de bereikbaarheid voor onze klanten en medewerkers erg belangrijk. Door de ligging tegen de stadsgrenzen van Delft, Den Haag en Rotterdam is deze bereikbaarheid uitstekend.” n
kort nieuws
Nieuwe coalities trekken bouwprojecten vlot Gebiedsontwikkeling groeit toe naar gebiedsexploitatie. Eenmalige, grote investeringen en winstnemingen, maken in deze tijden van crisis geleidelijk plaats voor een model waarin het gebruik centraal staat en kleinere investeringen elkaar versterken. Zo kunnen gemeentelijke grondbedrijven, corporaties en ontwikkelingsbedrijven hun financiële risico’s beperken. Tegelijk ontstaat er meer ruimte voor lokale ondernemers en particulieren. Deze conclusies kwamen naar voren op het symposium ‘Op goede gronden’ dat de stadsregio Rotterdam in juni 2012 organiseerde. Bijna honderd professionals van publieke en private zijde verkenden hoe ze de aanhoudende financiële crisis tegemoet kunnen treden en wat zij daarin van elkaar mogen verwachten. Duidelijk werd ook dat de transitie van het oude naar het nieuwe model pijn gaat doen. Gemeentelijke bouwgrond staat voor aanzienlijke bedragen in de boekhouding, maar zolang bebouwing uitblijft is die grond weinig waard. Eén van de gemeenten die daarmee te maken hebben, is Schiedam. Maar met een slimme aanpak wisten de gemeente Schiedam en Woningcorporatie Woonplus zes herstructureringslocaties
te redden. Een eeuwigdurend afnamerecht van Woonplus werd omgezet in een bouwclaim die aan een termijn gebonden is. In ruil daarvoor krijgt de corporatie grond in bezit in plaats van in erfpacht. Het bouwprogramma is meer marktconform gemaakt. De gemeente koopt zekerheid, de corporatie krijgt betere bouwvoorwaarden. Deze aanpak leent zich goed voor kleinere locaties in de stad, maar minder voor de grote uitleglocaties die voorlopig onbebouwd blijven. Die gronden kunnen een enorme druk leggen op de gemeentebegroting. Dat speelt onder meer in Lansingerland. Een eenduidige oplossing is er nog niet, maar het symposiumpubliek dacht actief en vrijmoedig mee. Herprogrammeren voor nieuwe
Gemeentelijke bouwgrond is weinig waard zolang de bebouwing uitblijft.
marktsegmenten, werd genoemd. Of de kosten verevenen in de regio, en de gronden weer af waarderen tot agrarische waarde, waardoor de gemeente de handen vrij heeft om een alternatieve bestemming te vinden. Dat laatste is echter gezien de enorme financiële consequenties van honderden miljoenen voor de gemeente niet te dragen. De stadsregio Rotterdam gaat Lansingerland en andere regiogemeenten helpen bij hun zoektocht naar een uitweg uit deze patstelling. n www.stadsregio.nl
Delft telt fietsen volgens uitgebreide methode De Delftse Spoorzone is een plek waar veel mensen hun fiets stallen. Forenzen en studenten maken gebruik van de aanwezige stallingsplekken. Maar om hoeveel fietsen gaat het dan eigenlijk? En hoeveel plekken zijn er voor de toekomst nodig?
De gemeente Delft, de Fietsersbond, NS en ProRail berekenen in het deelproject ‘Actualisering prognoses’ (onderdeel van het project Vernieuwend Fietsparkeren) de stallingsbehoefte in 2020. Hiervoor tellen zij onder andere het aantal geparkeerde fietsen in de spoorzone gedurende drie maanden (april, mei en september). “We willen een heleboel te weten komen”, zegt Wim Bot van de Fietsersbond. “Zoals hoeveel fietsen geparkeerd
zijn op verschillende momenten van de dag, de week en de maand. En hoe ligt de verhouding tussen bezetting overdag en ’s nachts? Staan fietsen in of naast een rek gestald? Er zijn zoveel soorten en maten rijwielen in omloop, om wat voor type gaat het? We gaan voor het totaalplaatje.” De TU Delft voert daarnaast een gebruikersonderzoek (eveneens onderdeel van het programma Vernieuwend Fietsparkeren) uit in hetzelfde gebied.
De onderzoekers proberen hiermee antwoord te krijgen op vragen als: Wie parkeren die duizenden fietsen bij centraal station Delft? Waarom pakken ze de fiets? Wat vinden ze van de faciliteiten? Zijn ze bereid te betalen voor stalling? Zijn ze bereid een stukje te lopen naar het perron? Nieuwe aanpak De uitkomsten van de twee onderzoeken vullen elkaar uitstekend aan en geven een dwarsdoorsnede van de fietsparkeerpraktijk in de Spoorzone. De twee onderzoeken vormen samen een nieuwe aanpak. “Zulk intensief onderzoek zie je zelden”, zegt Bot trots. “Welke conclusies eruit volgen, wachten we nog even af, maar ik denk dat iedereen die zich bezighoudt met Fietsparkeren kan profiteren van de Delftse aanpak.” n
04 | 05
kort nieuws
Piet van der Linden van de Fietsersbond testte met een meetfiets de toekomstige snelfietsroute Dordrecht – Rotterdam. (Foto: Cees Schilthuizen)
Meetfiets test toekomstige fietsroute F16 De toekomstige snelfietsroute F16 tussen Dordrecht en Rotterdam is onlangs uitgebreid getest door de Fietsersbond. Met een meetfiets legde Piet van der Linden in juni 2012 de route af om te kijken waar verbeteringen op de route nodig zijn. De speciale fiets is uitgerust met een videocamera die wegvakken en kruispunten filmt. Verschillende meetapparaten registreren de wegdekkwaliteit, gemiddelde snelheid, het oponthoud en geluidshinder. De instrumenten zijn gemonteerd op het stuur en de bagagedrager van een doorsnee stadsfiets. “We hebben bewust voor een hele gewone fiets gekozen, want we willen weten hoe de modale fietser de route ervaart,” legt onderzoeker Piet van der Linden uit. De Fietsersbond werkt de beelden en meetresultaten de komende weken nauwgezet uit. “Op basis van de uitkomsten kunnen we aangeven waar
#
MRDH 02 September 2012
extra onderhoud nodig is. Als de werkzaamheden aan de snelfietsroute F16 over anderhalf jaar achter de rug zijn, meten we opnieuw op precies dezelfde manier.” Bedoeling is dat de route dan sneller, veiliger, comfortabeler en aantrekkelijker is geworden. De opwaardering van bestaand fietspad tot snelfietsroute is een project van de stads regio Rotterdam, het waterschap Hollandse Delta, De Drechtsteden en de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht, Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam. Tot eind 2013 wordt op diverse plaatsen aan de route gewerkt. Het gaat dan om het wegnemen van obstakels, het vervangen van
tegels door asfalt en het aanbrengen van goede bewegwijzering en verlichting. Verleiden “Op allerlei manieren proberen we de regio bereikbaar te houden, onder andere door de realisatie van deze snelfietsroute. We willen automobilisten die op fietsbare afstand van hun werk wonen, verleiden om de file te verruilen voor het fietspad. Waarom stil staan op de A16, als je net zo snel thuis kunt zijn via de F16?” aldus Jeannette Baljeu, bestuurder van de stadsregio Rotterdam. Diezelfde week telde onderzoeksbureau SOAB in opdracht van de stadsregio Rotterdam hoeveel fietsers op dit moment al van de route gebruik maken. SOAB deelde onder de fietsers ook enquêtes uit. De resultaten van deze enquête zijn de inzet voor een gerichte fietscampagne die in 2013 van start gaat en die zo veel mogelijk automobilisten ertoe moet bewegen met de fiets naar het werk te gaan. n
Column
Margriet Brandsma voormalig NOS-correspondent in Duitsland
Werk voor alles Een begrotingstekort van ongeveer één procent, een historisch lage werkloosheid. Geen wonder dat in tijden van economische crisis met bewondering en afgunst wordt gekeken naar het land dat van de malaise weinig lijkt te merken. De Duitse economie groeit en bloeit, hoewel nu ook bij de buren de eerste waarschuwende vingers omhoog gaan. Het Beierse Institut für Wirtschaftsforschung meldde onlangs dat Duitse ondernemers met enige zorg naar de tweede helft van dit jaar kijken. Niet omdat de Duitse consument de hand op de knip houdt, zoals de Nederlandse doet, integendeel zelfs. Maar wel omdat Duitsland last krijgt van verzwakte exportmarkten: ongeveer 40 procent van de Duitse handel heeft plaats in de eurozone. Maar feit blijft dat de Duitsers het op economisch gebied beter doen dan de meeste andere landen in Europa. Dat succes komt niet uit de lucht vallen. Om te beginnen heeft Duitsland sociale hervormingen die het nu van landen als Griekenland, Spanje en Italië verlangt, zelf achter de rug. De voorganger van bondskanselier Angela Merkel, de SPD’er Gerhard Schröder, erkende begin deze eeuw dat forse ingrepen noodzakelijk waren om onder meer de hoge werkloosheid terug te dringen. Hoogte en duur van uitkeringen gingen omlaag. Wie nu in Duitsland werkloos raakt, kan nog maar 12 maanden aanspraak maken op een WW-uitkering in plaats van de 36 maanden een aantal jaar geleden. Andere kernbegrippen uit Schröders Agenda 2010 waren loonmatiging en begrotingsdiscipline. Het pakket maatregelen leidde in 2005 tot zijn politieke Waterloo, maar Schröder krijgt nu alle lof voor zijn vooruitziende blik. Daarnaast, en dat is een verschil met bijvoorbeeld Nederland, kent Duitsland veel sterke, middelgrote familiebedrijven. Ondernemingen waar veel kennis
is, kennis die van generatie op generatie wordt overgedragen. Natuurlijk, er zijn de hele grote en die zijn niet of nauwelijks meer als familiebedrijf te herkennen. De sportmerken Adidas en Puma bijvoorbeeld (Adidas was de eerste, opgericht door twee broers. Ze kregen ruzie, waarop de vertrekkende broer in hetzelfde stadje Puma begon) en de grote automerken. Maar er zijn ook tal van kleinere, middelgrote familiebedrijven die van enorm belang zijn voor de sterke Duitse economie. Ze maken bestek, hondenlijnen, onderdelen voor machines en auto’s, noem maar op. Weet u welk bedrijf voor vrijwel elk groot voetbaltoernooi onder meer de rode- en gele kaarten levert, de scheidsrechtersfluitjes en doelnetten? Dat is de Duitse firma Allzweck uit Trechtingshausen, een voorbeeld van een bedrijf dat staat voor ‘Made in Germany’, het predikaat waar de Duitsers zo trots op zijn omdat het kwaliteit betekent, export vooral. De lonen in Duitsland zijn de afgelopen jaren veel minder sterk gestegen dan in andere Europese landen. Het land kent (nog) geen algemeen geldend minimumloon. Beide is veel landen een doorn in het oog, omdat het concurrentievervalsend zou werken. Maar het is wél een andere verklaring voor het huidige Duitse economische succes. En er is er nog iets, dat heb ik met eigen ogen waargenomen in de jaren die ik in Duitsland woonde. De arbeidsmoraal is er sterk ontwikkeld. Natuurlijk, ook Duitsers klagen over te lage salarissen en te weinig vrije tijd. Maar uiteindelijk geldt, misschien wel sterker dan in landen waar het economisch minder gaat op het moment: werk voor alles. Margriet Brandsma was van juli 2002 tot december 2010 correspondent voor de NOS in Duitsland. Dit jaar verscheen haar boek: Het mirakel Merkel n
06 | 07
ECONOMIE
#
MRDH 02 September 2012
Azië lijkt de kredietcrisis beter te hebben doorstaan dan Europa. Een onderzoek van Goldman Sachs laat zien dat China, India en Japan in 2050 zelfs de top drie van grootste economieën ter wereld vormen. In hun zoektocht naar nieuwe afzetmarkten profiteert de Metropoolregio van de ondernemers die zich hier vestigen of een kantoor openen. Maar hoe kan de regio Azië binnen halen en wat maakt onze regio aantrekkelijk? Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: Asian Business Court, European China Centre, Loes Schleedoorn en Mladen Pikulic
Het Asian Business Court biedt ruimte aan showrooms, kantoren, een hotel en een restaurant.
08 | 09
Lokale ondernemers springen in op de vraag van Aziatische ondernemingen naar bedrijfshuisvesting in de regio. Op Katendrecht in Rotterdam is de bouw van het European China Centre volop aan de gang. In Den Haag heeft de Chinese ondernemer Atom Zhou (oprichter van gsm-shop.nl) het initiatief genomen voor de bouw van het Asian Business Court in Den Haag. De eerste paal hiervoor ging afgelopen najaar de grond in (zie kaders). Werven Bedrijven komen niet uit zichzelf naar deze regio. Zowel in de Rotterdamse als de Haagse regio zijn bureaus actief die internationale ondernemingen acquireren en assisteren bij vestiging, uitbreiding of verplaatsing van hun activiteiten in de regio. Daarbij richten zij zich niet specifiek op Azië, maar in de resultaten uit dit werelddeel is wel een groei te zien. Dertien van de veertig nieuwe projecten van de WFIA komen uit Azië (jaarverslag 2011). Voor de RIA waren dit twaalf van de 24 bedrijven. In het kader van de Metropoolregio zijn de WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA) en de Rotterdam Investment Agency (RIA) ruim een jaar geleden een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Hierin is afgesproken om op een aantal punten elkaar op te zoeken. Bijvoorbeeld het afstemmen van de reisagenda’s, regelmatig overleggen met elkaar, het delen van elkaars kennis en het aan elkaar knopen van de netwerken. Remco Buurman, directeur RIA: “Op sommige punten zullen we misschien concurreren, maar op andere punten versterken we elkaar alleen maar. De samenwerking heeft geleid tot concrete projecten waarin we samen optrekken zoals de Medical Delta en de CleanTech Delta. Projecten die erop gericht zijn om onze positie als aantrekkelijke regio voor internationale bedrijven te vermarkten. Ook gaan we gezamenlijk een brochure maken ter presentatie van de regio aan het buitenland.” Imanda Wapenaar, directeur van de WFIA, valt Buurman bij: “Door de twee gebieden aan elkaar te koppelen maken we duidelijk dat het hier niet om een kleine stad gaat. Want dat zijn Den Haag en Rotterdam individueel voor de ogen van het buitenland wel. Maar nee, we hebben het over een metropool aan de kust met 2,2 miljoen inwoners. Een veelzijdige metropool ook nog.” Van een echte fusie is volgens de twee directeuren nog geen sprake. Wapenaar: “Dat komt simpelweg omdat de Metropoolregio Rotterdam Den Haag er ook nog niet is. De WFIA bemiddelt ook voor een
#
MRDH 02 September 2012
Initiatiefnemer Atom Zhou bouwt op deze locatie naast de A13 het Asian Business Court. V.l.n.r. Chang Wong (marketing manager), Atom Zhou (directeur/eigenaar) en Joep Goudriaan (financieel-juridisch adviseur).
Asian Business Court op Haagse toplocatie Langs de A13, ter hoogte van de Haagse wijk Ypenburg, moet het Asian Business Court (ABC) verrijzen. Een multifunctioneel bedrijven- en kantorencomplex waar Aziatische bedrijven en Westerse dienstverleners elkaar kunnen vinden. Chang Wong, marketingmanager van ABC: “We bieden hen een totaalconcept: bedrijfsruimten met showrooms, kantoren, businesshotel, restaurant, gezamenlijke faciliteiten en business ondersteuning op maat via het zogenaamde knowledge centre. De bedrijfsruimten met showrooms zijn vooral bestemd voor Aziatische bedrijven van hoogwaardige producten, zoals smartphones, laptops, LED-verlichting, elektrische scooters, zonnepanelen e.d. De kantoorruimtes vormen het knowledge centre en zijn opgezet voor Westerse zakelijke dienstverleners. Zoals op het vlak van accountancy, juridische en fiscale zaken, maar ook marketing, webdesign en tekstvertaling.” Initiatiefnemer voor ABC is Atom Zhou. Hij zette onder meer de landelijke telecomketen GSM-Shop in Den Haag op en de Chinese krant China Times. Den Haag was voor hem een logische locatie om het ABC op te zetten. “Er wonen en werken veel Aziaten, waaronder Chinezen in deze stad. Ook is Den Haag het politieke centrum van Nederland. Dit is erg belangrijk voor Chinese ondernemers, die hechten veel waarde aan goede contacten met de overheid.” Inmiddels hebben diverse Chinese en Nederlandse bedrijven interesse getoond om zich te vestigen in ABC. Zhou: “Van de bedrijfsruimten en showrooms is reeds een groot deel verhuurd aan vooral Chinese fabrikanten en groothandelaren in de high level sectoren die de Europese markt op willen. Vanwege de economische situatie kost dit nu meer tijd, ook in China, maar de gesprekken verlopen positief en de verwachtingen zijn goed.” Voor de verhuur van de kantoorruimten zijn de pijlen op Nederlandse en Chinese dienstverleners gericht en is het streven naar veelzijdigheid. Een aantal heeft al toezeggingen gedaan. Naast het actief werven is de verwachting dat Nederlandse dienstverleners vanzelf zullen komen zodra de showrooms voor Aziatische bedrijven zijn verhuurd. Het ABC zal in de loop van 2014 gereed zijn.
groter gebied - vijf gemeenten in totaal met ook Leiden en Lansingerland - dan de RIA, die zich voornamelijk op Rotterdam richt. Al die gemeenten moeten erover beslissen dat het aantrekken van buitenlandse bedrijven samengaat. Daarom is afgesproken dat we eerst een aantal jaren gaan samenwerken. Aan het eind van de collegeperiode gaan de gemeenten eens kijken hoe dit is gegaan.”
Rode loper Aziatische ondernemers (en andere internationale bedrijven natuurlijk ook) krijgen een complete vip-behandeling als ze interesse tonen in de Metropoolregio. “We leggen de rode loper uit”, vertelt Wapenaar enthousiast. “Alle informatie en onderzoeken over het vestigingsklimaat, belastingen, regelgeving, noem het maar op, hebben we
De projectdirecteuren van het European China Centre Rotterdam, Hans Borsje van Volker Wessels Vastgoed (links) en Ding Fuxing van de Shanghai Construction Group.
Oost en West ontmoeten elkaar in European China Centre Op het Rotterdamse Katendrecht, de bakermat van de Chinese gemeenschap in Nederland die daar al sinds 1900 gevestigd is, is het European China Centre (ECC) in aanbouw. Het complex van uiteindelijk 100.000m2 moet een ontmoetingspunt gaan vormen voor Chinese bedrijven die zaken willen doen in Europa en Nederlandse dienstverleners die hen ondersteunen. Hier moeten grote Chinese bedrijven hun Europese hoofdkantoor gaan vestigen. Edo de Ronde, marketingmanager: “Het ECC is de kroon op de ruim 30-jarige zusterstadrelatie tussen Rotterdam en Shanghai en zal het internationale, moderne China van nu laten zien. Dit alles aan de Rijnhaven midden in de stad en direct aan de metrolijn. In het centrum zijn een aantal essentiële functies geclusterd op een wijze die een Chinees bedrijf wenst, wanneer zij haar overzeese kantoor start. Naast betaalbare kantoorruimte met additionele dienstverlening in de Chinese taal, is in hetzelfde complex een Chinees toprestaurant te vinden. Ook de overheid heeft er een servicepunt voor allerhande ondersteuning.” In het complex is ook ruimte voor een hotel, winkels, een supermarkt en een congrescentrum. Daarnaast bestaat een deel uit koopappartementen. Het eerste bedrijf wat heeft getekend voor vestiging is de Shanghai Construction Group (SCG), de Chinese joint-venturepartner in het project. De Ronde: “Daarnaast zijn vooral havengerelateerde en handelsbedrijven ge nteresseerd om hun kantoren hier te vestigen. De afgelopen drie jaar vestigden zich per jaar zeker tien nieuwe Chinese bedrijven in Rotterdam en de verwachting is dat wanneer het ECC gereed is, hiervan minstens de helft zich in het ECC zal vestigen. Tot aan de opening faciliteren we in samenwerking met het Rotterdam Investment Agency tijdelijke huisvesting elders in Rotterdam. We zijn hierover bijvoorbeeld in gesprek met ZPMC, de grootste kranenbouwer ter wereld en met CPIC uit Chongqing dat glasvezel produceert en verkoopt. Als een Chinees bedrijf eenmaal besloten heeft dat het zich wil vestigen in Rotterdam, moet dat meestal binnen drie tot zes maanden operationeel zijn, vandaar dat we nu tijdelijke huisvesting faciliteren om met een goed gevuld centrum te kunnen openen in 2014.”
of wethouder spreken.” Maar de rode loper eindigt niet als de vis eenmaal binnen is gehaald. “Dan komen de netwerkevents die wij organiseren voor gevestigde buitenlandse bedrijven. We brengen de ondernemers zo in contact met potentiële partners.” Dat er nu ineens veel bedrijven uit China een buitenlandse vestiging openen, heeft te maken met
Belastingklimaat Nederland is in trek bij de Aziaten vanwege het gunstige belastingklimaat. De vennootschaps belasting is laag en daarnaast is er dankzij demissionair-minister Verhagen een aftrek voor de innovatie van nieuwe producten. De zogenaamde Research & Development subsidie. De Metropoolregio spreekt volgens de WFIA en de RIA bij hen vooral aan vanwege de nabijheid van de haven en de combinatie van landelijk en stedelijk. Chang Wong van het Asian Business Court in Den Haag weet te vertellen, waarom juist Den Haag een aantrekkelijke locatie is voor Aziaten. “Den Haag wordt dan als een ‘gateway to Europe’ gezien door veel Aziatische en Chinese bedrijven. Het politieke centrum is hier gevestigd en daar hechten zij waarde aan. De gemeente Den Haag voert ook een actief vestigingsbeleid voor buitenlandse ondernemingen. Ook de aanwezigheid van grote internationale bedrijven, zoals Siemens, Shell, Deutsche Bank en niet te vergeten, de Chinese ambassade, oefent aantrekkingskracht uit op ondernemers en investeerders.” Open economie Rotterdam heeft ook een enorme aantrekkingskracht op Chinezen zo weet Edo de Ronde van het European China Centre in Rotterdam. “De open economie, het aantrekkelijke fiscale klimaat en onze goede beheersing van het Engels zijn onze belangrijkste selling points. Daarnaast zijn veel investeringen een spin-off van de handelsstromen die voornamelijk via de haven van Rotterdam lopen. Je ziet dan ook het grootste cluster van (grote) Chinese bedrijven in de regio Rotterdam en dat trekt weer nieuwe ondernemers aan.” Wat vraagt nog om verbetering om nog meer buitenlandse bedrijven naar de regio te krijgen? Wapenaar: “Goed openbaar vervoer, dat nog beter op elkaar is aangesloten. Het is al op een goed
ç
voor hen uitgezocht. Als ze hier voor een fact finding trip, zoals dat heet, komen dan krijgen ze een complete cursus: Hoe vestig ik een bedrijf in Nederland.” Buurman vult haar aan: “Daarna volgt een introductie met specialisten uit ons netwerk, een kennismaking met andere inter nationale bedrijven uit hun branche en als ze dat willen kunnen ze ook nog met een burgemeester
de switch die het land de laatste vijftien jaar heeft gemaakt. Van het in opdracht produceren naar het zelf produceren. Wapenaar: “Staatsonder nemingen mochten plotseling winst gaan maken en ze gingen op zoek naar nieuwe afzetmarkten. De Rotterdamse haven heeft hier zeker van geprofiteerd.” De meeste bedrijven uit Azië die in de Den Haag gevestigd zijn hebben hun core-business in de telecom en ict. Daarnaast zitten er vooral in Rotterdam veel havengerelateerde onder nemingen. Bijvoorbeeld op logistiek gebied of gericht op de bevoorrading van Chinese schepen.
10 | 11
Het European China Centre in Rotterdam biedt huurders van kantoorruimte additionele dienstverlening in de Chinese taal, een hotel, winkels en een congrescentrum.
niveau, maar het mag nog intensiever. Maar ook de rest van de infrastructuur kan beter. De verlengde A4 zal daar zeker bij helpen, maar ook met de aansluiting op de A15 moet wat gebeuren. Daarnaast denk ik dat de regionale luchthaven zeker moet uitbreiden. Want die medewerkers van al die multinationals gaan ook op cursus bij het hoofdkantoor en naar congressen en beurzen in het buitenland. Goede bereikbaarheid is daarom van essentieel belang. Ook is de aanwezigheid van gekwalificeerd lokaal personeel nodig en op dat gebied doet de regio het eigenlijk al heel goed, maar het kan nog beter.” Vragen we het aan de ondernemers zelf dan geeft het Asian Business Court het volgende antwoord: “Vermindering van de administratieve druk! Wij horen vaak van Chinese ondernemers en investeerders dat zij allerlei zaken moeten regelen voordat zij überhaupt kunnen starten en dat het hen soms 1 à 2 jaar kost voordat ze echt ‘up and running’ zijn”, aldus Zhou. Hier pleiten de betrokkenen ook voor een één-loket-functie waar buitenlandse ondernemers alles kunnen regelen qua belasting, Kamer van Koophandel en Immigratiedienst. “ABC kan hier een bijdrage aan leveren met haar knowledge centre, zodat de voorbereidingstijd ingekort kan worden en de Chinese ondernemer sneller en efficiënter aan de slag kan. Dat is uiteindelijk ook goed voor de economie in de regio.” De Ronde pleit voor ‘betere afstemming van positionering en focus van de verschillende steden binnen de regio’. “Chinezen zijn goed in het clusteren van activiteiten waardoor er schaalgrootte en
#
MRDH 02 September 2012
concurrentiekracht ontstaat. Nederlanders willen en kunnen vaak veel zelf doen waardoor er versnippering en concurrentie optreedt, met een onduidelijk beeld bij potentiële investeerders als gevolg. De recente samenwerking tussen de investment agencies is dan ook een stap in de goede richting.” n
‘Verbetering infrastructuur en meer lokaal personeel moeten regio aantrekkelijker maken’
Directeuren Imanda Wapenaar (WFIA) en Remco Buurman (RIA) zetten zich gezamenlijk in voor de werving van internationale bedrijven.
ECONOMIE
‘Niet iedereen is geschikt om te ondernemen’ Tekst: Brigitte Beeks Fotografie: Loes Schleedoorn
Een recordaantal mensen is in 2011 voor zichzelf begonnen. Maar liefst 140.000* Nederlanders gingen deze uitdaging aan. Om starters hierbij te ondersteunen organiseert de Kamer van Koophandel seminars, adviesgesprekken en spreekuren. Daarnaast kunnen onlangs gestarte ondernemers én mensen die zich willen oriënteren op het ondernemerschap terecht op de jaarlijkse gratis KvK-Startersdag. Deze vindt dit jaar plaats op zaterdag 3 november op 18 verschillende locaties in Nederland. Starterscoach Rob Schouten
De Startersdag kent een gevarieerd programma. Zo is er een netwerkplein, kunnen bezoekers kennis opdoen tijdens presentaties van verschillende experts en is er een informatiemarkt waar starters met al hun vragen bij adviseurs terecht kunnen. Speciaal voor starters die tegen een uitdaging aanlopen of nieuwe kansen zien, is op de Startersdag in Den Haag ook een aantal coaches van de KvKcoachpool aanwezig. Eén van deze coaches is Rob Schouten. Hij is gespecialiseerd in marketing en commerciële communicatie en heeft inmiddels ruim honderd ondernemers begeleid. Schouten runt een eigen marketingbureau en biedt zich sinds 2009 aan als coach voor ondernemers die net bezig zijn. “Voordat ik zeven jaar geleden mijn eigen bureau startte, werkte ik voornamelijk bij grote bedrijven. Hier begeleidde ik vaak jonge medewerkers, als oude rot in het vak. Ik heb dit altijd erg leuk gevonden. Na de start van mijn eigen bedrijf ben ik aan de slag gegaan als mentor van studentbedrijven bij de Haagse Hogeschool. Van daaruit ben ik bij de KvK-coachpool terecht gekomen.” Vakman Ondernemerschap vraagt volgens Schouten een aantal competenties. “Je moet een echte vakvrouw of vakman zijn. Kennis van zaken hebben. Daarnaast moet je een pionier willen zijn. Soms moet je in het begin projecten aanpakken, waar je geen geld mee zult verdienen. Inventief, flexibel en marktgerichtheid zijn ook eigenschappen die je
moet bezitten. Maar wat ook belangrijk is: risico’s durven nemen. Dat vraagt ook een bepaalde mentaliteit en stressbestendigheid. Je moet niet bij de eerste hobbel al bij de pakken neer gaan zitten.” Het specialisme van Schouten is marketing en commerciële communicatie. “Soms heeft iemand een mooi product, maar weet hij totaal niks over zijn doelgroep of wie dat zou moeten zijn. Het maken van een marketing- of communicatieplan biedt dan uitkomst. Vervolgens begeleid ik de starter met de praktische uitvoering van de marketingactiviteiten. Zo heb ik bijvoorbeeld een man gehad die een eigen administratiekantoor was begonnen. Die markt is vrij vol en als je niet onderscheidend bent, kom je daar moeilijk tussen. Gaandeweg kwam ik erachter dat hij ook gitarist in een band was geweest. Dat is iets wat je kunt inzetten om klanten te werven die ook in de muziekbranche actief zijn of iets creatiefs doen. Zij praten graag
met dezelfde soort mensen en zo creëer je een voorsprong op andere administratiekantoren.” Schouten heeft ook weleens ondernemers onder zijn hoede gehad die toch niet geschikt bleken te zijn voor het ondernemerschap. “Dit waren meestal mensen die uit nood voor zichzelf zijn begonnen. De passie voor het starten van een eigen bedrijf ontbrak bij hen. Vaak kwamen we samen tot de conclusie dat ze toch weer beter terug in loondienst konden gaan. Andere starters die ik heb begeleid, zijn nog steeds succesvol en draaien leuk, ondanks deze slechte tijden. Daar ben ik dan als coach natuurlijk ontzettend trots op!” n Ook naar de Startersdag? Kijk op www.kvk.nl/startersdag voor meer informatie. U kunt zich hier ook direct aanmelden voor een gratis toegangsbewijs. *Bron: ING Economisch Bureau
Subsidie begeleiding coach De KvK-coachpool is een initiatief van de Kamer van Koophandel Den Haag en diverse gemeenten in de regio Haaglanden en Rijnland. De deelnemende gemeenten verstrekken subsidie. Hiermee kunnen ondernemers die 1 tot 5 jaar geleden gestart zijn, een gespecialiseerde coach uit de KvK-coachpool inschakelen. Elke coach heeft zijn eigen specialisme, zoals marketing, communicatie, financiering, administratie, bedrijfsvoering en specifieke branches. Deelnemers kiezen zelf welke coach bij hen past. De voorwaarden en eigen bijdrage verschillen per gemeente. Kijk voor meer info op www.kvk.nl/coachpool.
12 | 13
Economie
Samenwerking is nodig voor succes biobased economy Tekst: Martijn Delaere Fotografie: Mladen Pikulic
Zuid-Holland is bij uitstek de provincie waar de biobased economy (bio-economie) een succes kan worden. Daarvoor moeten bedrijfsleven, tuinders, kennisinstellingen en overheid wel samenwerken en mag de aandacht niet alleen uitgaan naar duurzame energie. We weten het natuurlijk allemaal, maar voor de zekerheid: de goedkope fossiele grondstoffen, mineralen en fosfaten waarop onze rijkdom is gebaseerd, raken onverbiddelijk op. We kunnen doen alsof onze neus bloedt, maar we kunnen ook duurzame biobased technologieën en producten ontwikkelen en daarmee met groen van eigen bodem onze welvaart op peil houden. In een bio-economie worden de fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie, steenkool, bruinkool) vervangen door biomassa (plantaardig en dierlijk materiaal en reststromen). “We moeten de kringloop sluiten. De crisis is daarbij helemaal geen hindernis, integendeel. De crisis laat ons zien dat we de economie anders moeten inrichten”, zegt Hester Faber, senior project developer biobased economy bij de Kennisalliantie in Delft.
‘Met alleen het opwekken van energie uit biomassa ontwikkelt de Metropoolregio geen internationale toppositie’ #
MRDH 02 September 2012
Groei van 7,5 miljard Als er één Nederlandse provincie gemaakt is voor groene technologie, dan is het wel Zuid-Holland, zegt milieudeskundige Faber. Met gericht beleid kan volgens de Kennisalliantie binnen de Zuidvleugel in ‘sleutelsectoren’ met een substantiële rol voor de bio-economie een extra economische groei van 7,5 miljard euro worden bereikt. Ook een onderzoek door de Universiteit Wageningen in opdracht van de provincie Zuid-Holland laat een
behoorlijke groei zien (zie kader). Wat Zuid-Holland volgens Faber geknipt maakt voor de bio-economie? Faber gaat ervoor zitten: “Zuid-Holland heeft de meeste inwoners en is de dichtstbevolkte provincie van Nederland. Het aantal consumenten dat iets met biobased producten kan en wil is dus groot. We hebben een groot productiegebied van biomassa, denk aan de Greenports Westland, Bollenstreek en Boskoop. We hebben de haven van Rotterdam, met daaromheen olie-industrie en petrochemie. En er zitten technische en medische clusters in Delft en Leiden.” Een gouden combinatie om méér te doen dan het produceren van duurzame energie, zoals nu vooral gebeurt. Daar is niets mis mee, aldus Faber, maar dat is wel onderkant van de waardepiramide. Met alleen het opwekken van energie uit biomassa ontwikkelt Nederland, en dus de Metropoolregio als sterkste nationale streek, geen internationale toppositie. “De toegevoegde waarde van de bulk is beperkt. Aan de onderkant van de piramide zitten de grote volumes met weinig meerwaarde, bio-energie bijvoorbeeld. Je ziet dat concurrentie op gang komt op de stromen beschikbare biomassa. De subsidies gaan naar de energie, dús daar gaat de biomassa ook naartoe. Maar je zou veel meer uit die biomassa kunnen halen, denk aan bouwmaterialen
Groeiverwachting In opdracht van de provincie Zuid-Holland heeft het LEI/Universiteit Wageningen een onderzoek* uitgevoerd naar de groeiverwachting van Biobased economy in 2016. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn: 1 In de huidige economie van Zuid-Holland zijn alle belangrijke randvoorwaarden aanwezig: handel, transport en industrie. Bio based kan een impuls zijn voor die sectoren waar de werkgelegenheid afneemt. 2 Nu heeft de Biobased industrie een waarde van 900 miljoen euro per jaar waarvan de helft wordt gegenereerd door groene chemie. N.a.v. de interviews met ondernemers zijn de verwachtingen dat de BBE 2012- 2016 wordt verdubbeld naar 1.8 miljard euro**.
*Referentie: Bakker, T. et al., Het Biobased Cluster in ZuidHolland. LEI Wageningen UR (2012).
Wilko Wisse, Lans Tomaten: ‘Als maatschappelijk bewuste ondernemer wil je die reststromen beter gebruiken.’
Milieudeskundige Hester Faber: ‘De ketens moeten met elkaar worden verbonden om de kansen van bio-economie te kunnen benutten.’
van tomatenvezel, plastics van aardappelzetmeel en voedingssupplementen.”
waard zijn om die reststromen weer tot waarde te brengen, zegt Wilko Wisse van Lans in Maasdijk. “We proberen zo veel mogelijk mooie rode tomaten te oogsten en te verkopen tegen een goede prijs, maar je hebt altijd afvaltomaten en enorm veel stengelmateriaal. Het gaat om vijftig ton per hectare. Dat verwerken we nu allemaal tot compost, maar je zou als maatschappelijk bewuste ondernemer willen dat we die reststromen beter gingen gebruiken, bijvoorbeeld in onze eigen bedrijfstak. Denk daarbij aan verpakkingsmateriaal, vezels en in bio-pesticiden”, aldus Wisse. Lans ziet toekomst in de bio-economie en draait ook mee in de Westland biobased-groep. De Kennisalliantie ondersteunt de gemeente Westland en het bedrijfsleven bij de realisatie van een biobased valorisatiepark. Faber: “We willen het plantaardige restmateriaal tot waarde brengen door op één locatie een ‘grondstoffenrotonde’ te realiseren. De reststroom van de tuinders en het GFT uit de regio komt daar binnen en wordt verdeeld. De tomaten die niet geschikt zijn voor de consumptie, nemen de eerste afslag, het loof neemt de volgende afslag. Bij de laatste stap staat een vergistingsinstallatie die energie en warmte teruggeeft aan de rotonde.” De business-case is nog mager. Faber: “Er kleven veel risico’s aan. Het gaat niet vanzelf. We zijn met de overheid in gesprek over een startsubsidie en willen volgend jaar al de eerste stappen zetten.” n
Narcissen tegen Alzheimer Hoe hoger in de piramide, des te kleiner de volumes en hoe groter de waarde. Helemaal in de top zit de farmacie. Faber: “Dan gaat het om stofjes die bijvoorbeeld in bloembollen zitten en waarvan medicijnen worden gemaakt. In narcissenbollen zit galantamine, dat wordt gebruikt voor de behandeling van Alzheimer. Daar tussenin zit een heel spectrum aan mogelijkheden met bijvoorbeeld bioplastics uit aardappelzetmeel, zoals bijvoorbeeld de plantenfles van Coca-Cola.” De overgang naar de bio-economie biedt volgens Faber oneindig veel kansen, maar bedrijfsleven, tuinders, wetenschap en overheid vinden elkaar nog onvoldoende. De basis is er en het bedrijfsleven is volgens de Kennisalliantie innovatief genoeg, maar het economische rendement blijft achter. Faber: “Er is te veel versnippering. Je hebt de aubergineteelt, maar als je daarvan bouwplaten wilt maken, dan kom je in een totaal andere wereld. We moeten de ketens beter met elkaar verbinden. Deze verbindende rol vervult de Kennisalliantie.” Goede bekende van de Kennisalliantie is de grote tomatenkweker Lans, met vestigingen in Westland en Zeeland. Nu kost het tuinders nog geld om van hun restanten af te komen. Het zou Lans heel wat
**De resultaten van het onderzoek van het LEI verschillen met de cijfers die door Hester Faber zijn genoemd (een groei van 7,5 miljard euro). Zij baseert zich op een onderzoek naar de economische kracht van Zuidvleugel uitgevoerd door Roland Berger Strategy Consultants. Dit onderzoek is uitgegaan van andere periodes en sectoren.
Succes in de bio-economie? De Kennisalliantie en het LEI in Wageningen hebben vijf stappen naar succes in de bio-economie ontwikkeld. 1 Organiseer optimaal functionerende bio based valorisatieketens. De valorisatie keten werkt onvoldoende in Zuid-Holland. Een projectoverstijgende organisatie en centrale aanpak van financiering leveren meer rendement op voor het biobased cluster. 2 Creëer bovenregionale samenwerking tussen de havenindustrieën van Rotterdam, Antwerpen en Le Havre en Noordrijn Westfalen en de nabijgelegen akkerbouw-, tuinbouw-, fruitteelt- en veeteeltgebieden. 3 Versterk aansluiting tussen mbo- en hbo onderwijs en arbeidsmarkt. Het opleidingsaanbod moet worden aangepast aan de marktvraag. 4 Gezamenlijke acquisitie. De markt vraagt om een centrale aanpak. 5 Denk cross sectoraal. Er liggen kansen voor cross-overs tussen groene (agro) en rode biotech (farmacie), en tussen witte biotech (chemie), energie, chemie en logistiek.
14 | 15
Grenzeloos
Een dag in Jakarta #MRDH vliegt ieder nummer naar een andere metropool ergens op de wereld. Dit keer Jakarta. Elmar Bouma woont al vijftien jaar met zijn Indonesische vrouw Santi (die hij tijdens een rugzakrondreis door Indonesië leerde kennen) en zijn twee kinderen Clarence (12) en Nadila (17) in Jakarta, Indonesië. Hij is directeur van Indonesian Netherlands Association (INA), de Kamer van Koophandel voor Nederlanders in Indonesië. Tekst en fotografie: Elmar Bouma
Hollands ontbijtje Het gezang van vogeltjes en de geluiden van rijdende eetstalletjes maken ons ‘s morgens om half zes wakker. Aan het houten geklop of de schorre roep herkennen de mensen in de wijk de verkopers, die op de stoep een Indonesisch ontbijtje voor je kunnen klaarmaken. Toch eet ik ’s morgens liever nog steeds mijn boterhammen en drink ik mijn glas melk. Vandaag sla ik mijn ontbijt thuis over. Mijn dochter rijdt met me mee om afgezet te worden bij de modevakschool. Mijn vrouw zal onze zoon naar de internationale school brengen op weg naar het instituut waar zij les geeft aan autistische kinderen.
‘Reizen met het ov neemt teveel tijd in beslag’ Onze auto met chauffeur rijdt langs de groene haag van bamboe, mango-bomen en acacias, de gele frangipanes en de roze en oranje bougainvilleastruiken die de straten in ons wooncomplex omzomen. Als we het (omheinde) complex uit zijn, maakt de rust plaats voor de hectiek van het woon-werkverkeer in Jakarta. Scheurende brommers leveren smetteloze passagiers af bij de rommelige bushaltes waar de langzaamrijdende bussen stoppen. De conducteur is altijd een wat haveloos geklede jongen die vanaf de treeplank en zwaaiend met de briefjes wisselgeld, voortdurend met rauwe stem de bestemming roept. Hij spoort de mensen aan om in te stappen. Zo bevechten de miljoenen inwoners hun bestaan, de een veel welvarender dan de ander, maar allen met trots. En bijna iedereen krijgt een plekje, want iedereen die zich een gemak kan veroorloven, maakt graag gebruik van de diensten van een ander. File op de autobaan Eenmaal op de autobaan schuiven we aan in de langzaamrijdende file die zich richting het stads-
#
MRDH 02 September 2012
centrum beweegt. Mijn reis duurt ruim anderhalf uur. Reizen met het ov zou nóg meer tijd in beslag nemen. Leven in Jakarta betekent elke dag een paar uur in de file staan. Zonder chauffeur zou het allemaal verloren tijd zijn. Om acht uur kom ik aan op mijn eerste afspraak, de maandelijkse ontbijtvergadering met mijn collega’s van de andere internationale kamers van koophandel in Jakarta. We wisselen informatie uit over politieke ontwikkelingen en over veranderingen in wetgeving. Er klinkt, zoals altijd, weer frustratie door, over onbegrijpelijke nieuwe maatregelen in de belastingen, eigendomsrechten voor buitenlanders en de stilstand in de infrastructuurontwikkeling. Toch zijn we ook allemaal enthousiast over de hoge economische groeicijfers (zie kader). Panoramisch uitzicht Om iets over negen kom ik op mijn kantoor aan. Vanuit mijn kamer op de twintigste verdieping heb ik een panoramisch uitzicht over de stad. De traditionele stenen huizen met hun rode dakpannen handhaven zich tegen de achtergrond van het groeiend aantal hoge kantoorgebouwen en hotels. Als het helder is, zijn aan de horizon de fletse blauwe driehoeken van de twee vulkanen ten zuiden van Jakarta zichtbaar. Vandaag is het daarvoor, zoals meestal, te heiig door de luchtvervuiling. Mijn eerste bezoeker zit al te wachten. Een Nederlandse ondernemer die een nieuw bedrijf in Indonesië wil opzetten. Ik leer weer iets nieuws, deze keer over reserveonderdelen van vliegtuigmotoren. Twee van mijn Indonesische collega’s beantwoorden de wat meer gedetailleerde vragen. Om half elf drink ik een kop koffie met drie medewerkers van mijn landbouwafdeling. Ze voeren een project uit om de kwaliteit van specerijen bij een aantal boerencoöperaties te verbeteren. Daarmee kunnen ze specerijen naar Europa gaan exporteren. Een andere coöperatie heeft net een tomatenproject afgerond en brengt de nieuwe tomaten, in mooie verpakkingen met informatie over de voedings-
waardes, binnenkort onder de naam INA Green op de markt. Het ziet er precies zo uit als in een Nederlandse supermarkt. Vroeger deden de Indonesiërs hun inkopen op de traditionele ‘natte’ markten. Het aantal supermarkten groeit echter in razend tempo. Voor de lunch ga ik naar een restaurant. Een Indonesische ondernemer wil met me over een nieuw projectplan te praten, een waterzuiveringsinstallatie bij Bandung. Ik beloof hem in contact te brengen met een bedrijf dat veel kennis op dit terrein heeft. Gelukkig vragen ondernemers steeds minder om financiering. Er is in Indonesië zelf genoeg geld doordat de export van grondstoffen goed loopt en de binnenlandse economie met zes procent per jaar groeit. Als de ondergaande zon de lucht okergeel kleurt, vraag ik me af of ik nog naar de jubileumreceptie van de Indonesische werkgeversvereniging zal gaan. Toch maar even mijn gezicht laten zien. De auto brengt me naar het hotel waar de receptie plaatsvindt. Een rij in prachtige klederdracht gestoken vrouwen en mannen verwelkomen de honderden gasten. De gamelan-muziek (traditioneel Javaans of Balinees orkest van bronzen slagwerkinstrumenten red.) creëert een wat dromerige sfeer in de foyer. Tegen half tien maak ik de terugreis naar huis van een uur. De kinderen zullen al wel op bed liggen. Dit weekeinde gaan we weer naar een van die grote overdekte en geairconditionede winkelcentra. Op zondag gaan we een wandeling maken, buiten de stad in een openbaar toegankelijke theeplantage. Als ik ons wooncomplex binnenrijd, begint het hard te regenen. Thuisgekomen vraag ik onze huishoudster of ze nog even een kop thee kan zetten. Bijna elk Indonesisch of expatgezin met een modaal inkomen of hoger, heeft een huishoudster. Vanaf het balkon kijk ik naar het gordijn van water dat de bomen doet buigen en de straten schoonspoelt. Misschien kunnen we morgen de bergen zien. n
1 2
3
4
1. Het huis van de familie Bouma 2. De bougainvilles in de omheinde woonwijk 3. Een Indonesische groenteverkoper 4. Uitzicht vanaf het kantoor van INA 5. Het oude Jakarta aan Kali Besar 6. Het landschap buiten de stad 7. Het gezin Bouma
Jakarta Facts
5 6
• Hoofdstad van Indonesië en grootste metropool van Zuid-Oost Azië • Regeringszetel voor de Republiek Indonesië • Economische groei Indonesië: 6 % in 2010 (bron: IMF) • 8,9 miljoen inwoners (voorsteden niet meegeteld) • Grootste netwerk van vrije busbanen ter wereld (10 lijnen) met dagelijks 280.000 reizigers • 2 internationale luchthavens • Stedenband met Rotterdam
7
16 | 17
IN BEELD
#
MRDH 02 September 2012
Nederlands grootste badplaats, Scheveningen, ligt in de Metropoolregio en trekt zo’n 11,3 miljoen bezoekers per jaar (bron: BRO bezoekers onderzoek 2007-2008). In de structuurvisie Den Haag 2020 moet Scheveningen een ‘tweede centrum aan zee’ vormen. Onlangs zag het eerste deel van de nieuwe boulevard zijn voltooiing. Het is een ontwerp van de Spaanse toparchitect Manuel De Solà-Morales. Bijzonder aan de nieuwe boulevard is dat hij de originele, golvende kustlijn van Scheveningen volgt. Naast een badplaats heeft de Metropoolregio nog meer attracties die veel bezoekers trekken. De top vijf van de landelijk best bezochte attracties bestaat bijna volledig uit attracties die in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag te vinden zijn. Op nummer 1 staat Diergaarde Blijdorp met 1.503.529 bezoekers in 2011. De overige attracties zijn Madurodam, Duinrell en Spido.
18 | 19
Kantorenstrategie: de markt moet het zelf oplossen De leegstand van kantoren is een veelbesproken verschijnsel. Veel gebouwen zijn niet meer in trek en verliezen een groot deel van hun waarde. De overheden in de Metropoolregio hebben voor een duidelijke strategie gekozen: de eigenaren/ beleggers die ook jarenlang hebben geprofiteerd van een waardestijging, zullen nu het waardeverlies moeten accepteren. Tekst: Pieter Maessen | Fotografie: Tom Pilzecker
Na die van Amsterdam zijn de kantorenmarkten van Den Haag en Rotterdam de grootste van Nederland, maar ze vormen niet één geheel. Toch hebben de stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden deze zomer op metropoolniveau voor dezelfde strategie gekozen. Wanneer de komende jaren het kantorenaanbod inkrimpt, moet dat zo gebeuren dat de kwaliteit op niveau blijft. De kantoren moeten aantrekkelijk zijn voor grote ondernemingen en publieke organisaties die zich op de internationale markt bewegen. Cruciaal daarbij is de locatie van kantoren.
#
MRDH 02 September 2012
Bouwstop Het is voor de regio’s Haaglanden en Rotterdam geen optie om een bouwstop af te kondigen. Dan zou de gemiddelde kwaliteit snel dalen en de Metropoolregio haar aantrekkelijkheid als vestigingsgebied verliezen. De huurders willen flexibel ingerichte kantoren, rekening houdend met het groeiend aantal thuiswerkers en vragen om energiearme en bouwtechnisch
ç
Kantorenleegstand In de jaren tachtig zijn op grote schaal kantoren gebouwd op monofunctionele locaties, ´zuivere´ kantoorwijken die vooral per auto goed bereikbaar zijn. Het kantorentekort hield aan tot ongeveer het jaar 2000, waarna het in hoog tempo oploste. Maar al vanaf 2003 begon de leegstand spectaculair op te lopen. Die bedraagt nu tien à vijftien procent, terwijl vijf procent een normale frictieleegstand is. De afgelopen tien jaar is de aandacht voor bereikbaarheid per auto en OV snel toegenomen, waardoor kan-
toren al veel meer bij stations van spoorwegen en metro´s zijn gebouwd. Maar een belangrijk deel van de markt stelt nog hogere eisen: die vraagt om kantoren midden in stedelijk gebied, in een levendige omgeving. In Zuid-Holland staat dertig procent van de kantoren in zo’n centraal stedelijk gebied, vijftig procent staat op formele kantoorgebieden en twintig procent van de kantoren staat verspreid in woongebieden, het havengebied of op gemengde bedrijventerreinen. Den Haag en Rotterdam hebben het leeuwendeel van de kantoren binnen hun gemeentegrenzen. Andere belangrijke kantoorgemeenten zijn Rijswijk, Zoetermeer, Delft, Leidschendam-Voorburg, Capelle aan den IJssel en Schiedam.
Economie
Als de nieuwe ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie (torens rechts) gereed zijn, komende oude panden (links) leeg te staan.
20 | 21
Economie De voormalige vestiging van de RET aan het Vasteland in Rotterdam wordt verbouwd tot Het Nieuwe Kantoor, voor zzp’ers en kleine ondernemingen.
#
MRDH 01 September 2012
duurzame constructies op een multimodaal bereikbare locatie. Vernieuwing blijft nodig. Dus willen de gemeenten Rotterdam en Den Haag en de stadsregio’s de regie blijven voeren over de kantorenontwikkeling. Zij willen nieuwe kantoren alleen nog op knooppuntlocaties van wegen en openbaar vervoer, met zo veel mogelijk voorzieningen, zodat er een stevig draagvlak is voor een frequente OV-verbinding naar deze locaties. Ook proberen ze met inzet van task forces en ‘kantorenloodsen’, waar dat kan, kantoren te laten transformeren tot bedrijfsverzamelgebouwen, detailhandel, hotels of woningen voor studenten of arbeidsmigranten.
‘Eigenaren van veel kantoren moeten accepteren dat hun bezit in waarde daalt’ Rijkskantoren In Haaglanden is de Rijksoverheid een aparte speler op de kantorenmarkt. Die wil de komende jaren maar liefst een half miljoen m2 afstoten. Dat is ruim zeven procent van de totale voorraad, die vrij zal komen in de vorm van verouderde, grote gebouwen. De Haaglandenstrategie is opgesteld onder leiding van Sjaak van der Tak, lid van het dagelijks bestuur van Haaglanden en burgemeester van Westland. Hij schat de marktkansen van deze gebouwen als kantoor als ´zeer gering´ in. “Te veel lege kantoren is slecht voor de economie in de regio. Niets doen, biedt geen oplossing. Wij kiezen voor maatwerk, waarbij het Rijk als eigenaar en de gemeente als ruimtelijke ordenaar
moeten samenwerken om via transformatie, tot nieuwe ontwikkeling in het bestaand stedelijk gebied te komen. Daarbij snijdt het mes aan meerdere kanten: benutting van bestaande voorzieningen in de directe omgeving, nieuw leven in de brouwerij en behoud van bestaand groen dat anders aan snee zou zijn voor stadsuitbreiding. De gemeenten in Haaglanden werken samen om meer nieuwbouwplannen te schrappen. Ik realiseer me overigens dat zolang de crisis aanhoudt er weinig gebeurt en we deze gebouwen dus het best kunnen bestempelen als ´strategische voorraad´,” zegt Van der Tak. Hoe dan ook zullen eigenaren van veel kantoren moeten accepteren dat hun bezit in waarde daalt. De afwaardering begint nu langzaam maar zeker op gang te komen, soms zelfs door middel van gedwongen verkoop. Voor de eigenaren is dat heel zuur, omdat het vooral voor kleinere beleggers een soort pensioenvoorziening is. Maar hiermee is het nog niet meteen een maatschappelijk probleem. Dat kan het wel worden als de leegstand in ‘formele’ kantoorgebieden zo hoog oploopt dat de haalbare huurprijs op die locatie te laag wordt om gebouwen nog als volwaardig kantoor te kunnen exploiteren. Als een nieuwe bestemming niet mogelijk blijkt, dreigt een neerwaartse spiraal. De inzet van stadsregio’s en kantoorsteden is erop gericht te zorgen dat het ook niet zover komt. Ze zorgen dat er alleen nog selectief nieuw gebouwd kan worden en werken actief mee om kantoorgebouwen een tweede leven met een andere functie te geven. En de stadsregio’s laten – met oog voor het publieke belang – vooral de markt haar werk doen; lagere huren zijn een last voor de eigenaar, maar een lust voor ondernemers en organisaties die kantoorruimte huren. n
De stedelijke knooppunten Het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam zetten in op het versterken van een selectief aantal stedelijke knooppunten, die meerdere functies combineren. Ze moeten per auto, per OV en per fiets goed bereikbaar zijn. Ze willen de nieuwbouw op deze locaties concentreren. Dit zijn: Stadsregio Rotterdam
Haaglanden
• Rotterdam Central District (Centraal Station/Weena) • Centrum Rotterdam: - Coolsingel/Blaak - Kop van Zuid • Rotterdam Alexander • Schiedam Centrum-Schieveste
• Grootstedelijk Centrum Den Haag • World Forumgebied • Delft Spoorzone • Station Rijswijk • Maanplein/Voorburg Station • Station Zoetermeer
Regiobestuurder Economie, Ewald van Vliet
Ewald van Vliet: ‘Kantorenstrategie hard? Realistisch’ Ewald van Vliet, burgemeester van Lansingerland, is bij de stadsregio Rotterdam bestuurlijk verantwoordelijk voor de nieuwe kantorenstrategie. U kiest voor een duidelijke lijn jegens de markt, ze moeten het waardeverlies zelf zien te verwerken. Is dat niet erg hard? Het gaat om miljarden. “Hard? Nee, realistisch. Wij doen wat nodig is voor de rest van de markt. De overdaad aan bouwplannen en voorraad moet terug naar normale proporties. In de huidige markt is dit echt het verstandigst. Kantoren zijn soms speculatief neergezet en dan is het niet aan de overheid om dat op te lossen.” “Wij kiezen principieel voor locaties die met spoor, auto en liefst ook fiets zijn ontsloten. Daarnaast zal een deel van de kantoorvoorraad een andere functie moeten krijgen. Maar die transformatie is een zaak van de lange adem. We moeten accepteren dat een eigenaar een gebouw misschien jarenlang leeg wil laten staan in de hoop op betere tijden. Als je als overheid daarin mee gaat sturen, word je probleemeigenaar. Alles heeft een natuurlijke levenscyclus en de gevolgen daarvan moet je onder ogen durven zien.” “Wij gaan als overheden dus alleen planologische randvoorwaarden stellen: wij bepalen locaties en maximale volumes. Voor de rest moet de markt het doen: revitaliseren of herbestemming.” De Rijksoverheid heeft zich sterk gemaakt voor een convenant tussen alle betrokken partijen waarin sprake is van een fonds om transformatie te begeleiden. Gaat dat werken? “Ik ben er sceptisch over en mijn indruk is dat de marktpartijen dat gevoel delen. Het wordt een heel bureaucratische opgave: wie ga je wel en wie ga je niet helpen? Het leidt tot verstoring van de markt. Het doel is oké, maar met een fonds los je het complexe probleem van transformaties niet structureel op. Ik ben zelfs bang dat het averechts werkt; eigenaren wachten nog even af in plaats van nu te handelen.”
22 | 23
METROPOLL
Moeten ondernemers tekorten aanvullen? De overheidsbezuinigingen raken vele instellingen en individuen. Er ontstaan tekorten, die zij op een andere manier moeten opvullen. Zo koos de verslavingszorginstelling Bouman GGZ Bouman ervoor om de ingevoerde eigen bijdrage voor de GGZ voor hun cliënten te betalen. Moeten bedrijven ook iets dergelijks doen?
Hans Verkaart
Marc Damen
Sjef Czyzewski
Directeur
Directeur
Bestuursvoorzitter
Verkaart Groep
Diergaarde Blijdorp
Bouman GGZ
De ondernemer als oplossing voor al uw proble‘men, zouden we ook kunnen zeggen. Daar waar
Diergaarde Blijdorp staat met ruim anderhalf ‘miljoen bezoekers in de top 5 van best bezochte
Door de invoering van de eigen bijdrage in de ‘GGZ zagen wij dat veelal kwetsbare mensen zorg
de overheid spreekt over bezuinigingen, bedoelt het vaak ‘de kosten ergens anders neerleggen’. De eerst aangewezene blijkt dan keer op keer de ondernemer en dan vooral de ondernemers uit het MKB. Wij zijn de motor van de economie, die blijkbaar alles kan opvangen. Massaal wordt nu gerekend op het bedrijfsleven door sectoren, die tot op heden afhankelijk waren van overheidssubsidies. Kijkend naar mezelf, als ondernemer, zit er telkens weer een diepgeworteld gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid, waardoor je altijd bereid bent de overweging te maken om iemand te helpen. De eerlijkheid gebied ook te zeggen, dat ondernemen een plicht met zich meebrengt om rendement te maken, ten einde de continuïteit te waarborgen en zodoende de maatschappelijke verantwoording te nemen naar het eigen personeel. Nu juist in deze tijd van recessie lopen de belangen uit elkaar, het bedrijfsleven moet vechten voor haar eigen bestaan en de tekorten aanvullen waar de overheid stopt, kost ook geld. De oplossing voor deze ogenschijnlijke tegenstelling is overigens best eenvoudig; je moet elkaar iets te bieden hebben. Het bedrijfsleven moet de financiële steun kunnen zien als een investering en daar ligt de uitdaging voor de ontvangende partijen. Met andere woorden: partijen moeten voor elkaar toegevoegde waarde hebben. Niets heeft bestaansrecht zonder toegevoegde waarde te leveren.
attracties van Nederland. De komende jaren zijn voor Blijdorp een grote uitdaging om deze positie te behouden, omdat de exploitatiesubsidie van de gemeente aan de Diergaarde met 80% is afgebouwd in drie jaar tijd. Een forse bezuiniging in veel te korte tijd. Om bezoekers te blijven trekken en het kwaliteits niveau te handhaven, moet Blijdorp blijven investeren in nieuwe projecten en een aantrekkelijke presentatie van dieren en planten laten zien. Daarnaast is Blijdorp een rijksmonument met veel (achterstallig) onderhoud. Blijdorp wil graag laagdrempelig zijn en meer bieden dan alleen een gezellig dagje uit. Dierenwelzijn en natuurbehoud staan hoog in het vaandel. Met educatie worden bezoekers geïnspireerd een steentje bij te dragen aan een betere wereld. Door bijvoorbeeld als particulier bij de bouwmarkt FSC-hout te kopen, zorg je dat het tropisch regenwoud intact blijft en dus het voortbestaan van de gorilla’s in het wild een kans heeft. Hetzelfde kan gezegd worden van zonnepanelen, LED-verlichting of Max Havelaar koffie. Gelukkig delen veel bedrijven, stichtingen en fondsen deze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zij steunen Blijdorp door een dier te adopteren (www.steekjepootuitvoorblijdorp.nl) of projecten te ondersteunen. Alleen dankzij de samenwerking met hen kan Blijdorp blijven voortbestaan als een kwalitatieve dierentuin. Een tuin die verwondering opwekt over de natuur en mensen kan inspireren bewuster om te gaan met diezelfde natuur en het milieu.
gingen mijden, zorg die ze wel hard nodig hebben. Uit angst voor schulden zagen patiënten af van behandeling of werden reeds gestarte opnamen of behandelingen beëindigd. Bouman GGZ heeft op aandringen van zijn cliëntenraad, besloten om de eigen bijdrage voor patiënten in 2012 te ver goeden. Zo hoopt Bouman grote gezondheidsen maatschappelijke schade te voorkomen. De benodigde kosten waren juist bedoeld voor de doorontwikkeling van een zeer innovatief en kostenbesparend behandelmodel. We begrijpen dat er bezuinigingen nodig zijn en dat iedereen zijn steentje moet bijdragen; dus ook de GGZ. Deze bezuiniging lijkt gemakkelijk in te boeken, maar er is niet gelet op consequenties op andere terreinen. ‘Kokerkijken’ noemen we dat. Nu zijn er forse maatschappelijke ‘bijwerkingen’, zoals belasting voor de omgeving als een patiënt niet de juiste behandeling krijgt. Deze bezuinigingen zullen meer kosten dan dat ze opleveren. De werkelijke effecten zullen waarschijnlijk pas in 2013 en 2014 echt merkbaar worden. Dan melden afgehaakte patiënten zich weer, met verergerde klachten waarvoor duurdere zorg nodig is. De verkiezingen komen eraan. Het zou goed zijn als een nieuw kabinet deze eigen bijdrage van tafel veegt. Als dit niet gebeurt zullen de tegenstellingen tussen rijk en arm groter worden, en wordt gezondheid weer een privilege van de rijken. Wij sluiten dan niet uit dat wij fondsen moeten gaan werven en een beroep zullen doen op het bedrijfsleven, om die kloof te dichten. Dat u het alvast weet.
’
’
#
MRDH 02 September 2012
’
Economie
zoeken samenwerking op Twee motoren van de Metropoolregio, de Rotterdamse haven en de Westlandse kassen, zijn nauw met elkaar verbonden. Ze hebben een fysieke relatie met het oog op de logistiek, maar ook op het gebied van duurzaamheid willen de Mainport en de Greenport de samenwerking aangaan. Het versterken van de inhoudelijke en fysieke relatie heeft niet alleen een meerwaarde voor de twee partijen, maar ook voor de Nederlandse economie.
ç
Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: The Greenery B.V., gemeente Westland en Havenbedrijf Rotterdam
24 | 25
Mainport vs. Greenport Oppervlakte: Aandeel nationale economie: Toegevoegde waarde: Primaire werkgelegenheid: Energieverbruik:
5000 ha 7% 7,7 miljard 60.000 477 PJ (2002)
4000 ha 0,9% 4,9 miljard 30.000 (in arbeidsjaren) 56 PJ (2006)
Bron: onderzoeksrapport ‘Van Mainport-Greenport naar Growport’, Xplorelab 2011
Tussen de haven en de Greenport Westland bestaat een fysieke relatie in de vorm van de op- en overslag en het verpakken van de producten uit het Westland.
Restwarmte van de petrochemie in de haven die dient als verwarming voor de kassen. De CO2-uitstoot vanuit de raffinaderijen die de planten in het Westland laat groeien. Het zijn voorbeelden van hoe de Mainport en de Greenport gebruik kunnen maken van elkaars producten. Maar het is een samenwerking die in de praktijk nog wel ver weg ligt volgens Steijn Effting, woordvoerder bij Havenbedrijf Rotterdam. “Het zijn wensen voor de lange termijn. Om dit te realiseren is nog een hoop innovatie nodig.” Effting sprak in maart 2012 op de Voorjaarsconferentie van Greenport Holland, met als thema ‘Mainport crosses over to Greenports’ over de Havenvisie 2030 in relatie tot de Greenports van Nederland. De Havenvisie 2030 gaat in op de bestaande relatie tussen de Greenports en de Mainports en hoe deze uit te breiden. De Rotterdamse haven ziet kansen op het gebied van de logistiek en duurzaamheid. Ook in de visie Greenport Westland 2020, is de samenwerking genoemd. De samenwerking is
#
MRDH 02 September 2012
tevens het hoofdonderwerp van het onderzoek ‘Van Mainport-Greenport naar Growport’ dat door Xplorelab, de innovatiewerkplaats van de provincie Zuid-Holland is uitgevoerd. Dit laatste onderzoek geeft een blik in de toekomst, 2040 om precies te zijn, en constateert dat Mainport en Greenport nu nog met de ruggen naar elkaar staan en geeft tips hoe zij beter kunnen samenwerken. Logistiek Er zijn veel kansen om de logistieke samenwerking te verbeteren volgens Effting: “Momenteel bestaat er vooral een fysieke relatie tussen de op- en overslag in de haven en het verpakken van verse groenten en fruit uit het Westland. In de haven kwam importfruit vooral in conventionele koelschepen binnen, nu veelal op containerschepen. Vanuit Westland wordt groenten en fruit traditioneel per gekoelde vrachtwagen vervoerd. Maar juist met de komst van de koelcontainer kan de haven in toenemende mate dienen als opstappunt en vertrek-
punt voor intermodale shuttles (binnenvaart, spoor) en het onnodig rijden met lege containers voorkomen. Dit vermindert de druk op de Ring Rotterdam.” De Rotterdamse haven wil zijn vooraanstaande positie in de Europese koel- en vriessector versterken. Uiterlijk 2015 moet hiertoe op de zuidoever Rotterdam Cool Port van start gaan (zie kader). Een voorbeeld van samenwerking tussen de Greenport en de haven.” Samenwerking steeds belangrijker Ook bij de Greenport Westland is het besef gegroeid dat een organisatie als deze niet zonder de haven kan functioneren en er veel te winnen valt op het gebied van samenwerken. Marga Vintges is strategisch adviseur Greenport bij de gemeente Westland. “Bij de import van groente en fruit gaat toch het grootste deel naar het Westland vanuit Rotterdam. Ik geloof dat dat zo’n 76 procent is. Het grootste deel van die aanvoer wordt met containers verwerkt. Ook de export, gaat via
Rotterdam Cool Port Het project Rotterdam Cool Port is de afgelopen jaren door het havenbedrijf Rotterdam ontwikkeld, in samenwerking met vele marktpartijen en ondersteund door het traject Fresh Corridor. De laatste jaren wordt meer en meer gebruik gemaakt van koelcontainers (reefer-containers) voor het transport van onder andere groenten en fruit vanuit overzeese gebieden naar Rotterdam en andere Europese havens. De koelcontainers nemen de plek in van koelschepen (reefer-schepen). Rotterdam Cool Port is een geïntegreerd concept, waar koelloodsen en een cross-docking centrum worden gerealiseerd op een bestaande containerterminal in de Waal-Eemhaven op de zuidoever van de Maas. Het Ministerie van EL&I stelde in 2011 tien miljoen euro beschikbaar voor de ontwikkeling van Rotterdam Cool Port en de ontsluiting van de haven naar de Greenports. Een belangrijk onderdeel van het concept is het intermodaal vervoer van de geconditioneerde lading. Traditioneel is het reefer-vervoer een truckersmarkt. Hier wil Fresh Corridor verandering in brengen. Een binnenvaartshuttle zal een continue verbinding onderhouden tussen de containerterminals op de Maasvlakte en Rotterdam Cool Port. Maar ook voor het achterlandvervoer is het streven om zoveel mogelijk de binnenvaart en het spoor te gebruiken. De bundeling van lading in Rotterdam Cool Port legt hier een uitstekende basis voor. Ook ligt het Rail Service Center Rotterdam, het begin- en eindpunt van tientallen railshuttles per dag, in hetzelfde gebied.
Rotterdam Cool Port komt op een bestaande containerterminal in de Waal-Eemhaven.
de haven. Dus zeker op het gebied van logistieke concepten moeten we meer samenwerken. Hierin is de ontwikkeling van de Rotterdam Cool Port inderdaad een belangrijk project. Dit vormt straks een multimodaal knooppunt waar groente en fruit, maar ook planten, per trein of via de binnenvaart het land in gaan.” Een ander plan is om in Hoek van Holland bij Stena Line een kleine kade in te richten voor het laden en lossen van schepen. Vintgens: “Vanuit de Maasvlakte gaan containers bestemd voor het Westland en vice versa, nu over de weg, door de Beneluxtunnel en weer terug. Maar het is veel korter om ze per binnen vaartschip via het water naar de overkant te brengen. Het bespaart zo’n 104 km.” Restproducten Wat betreft het gebruik van elkaars restproducten – de CO2 die vrijkomt bij de productie van de petrochemie en die in de kassen in het Westland voor de groei van planten kan zorgen – is er een
veelbelovende samenwerking. Effting: “Er ligt een oude oliepijpleiding die loopt van de haven langs een aantal belangrijk tuinbouwgebieden naar Schiphol. Het project OCAP levert via deze leiding
‘Kansen op het gebied van logistiek en duurzaamheid’ CO2 afkomstig van Shell in Pernis aan de Greenport Westland. Maar er is nog veel meer vraag naar CO2 dan nu geleverd wordt. In het verleden konden producenten deze levering aftrekken van hun CO2-emissies. Dat is nu niet meer zo, want het wordt slechts gezien als een kortdurende opslag. Dus is het minder aantrekkelijk om dit te doen. Het kabinet zal dit weer terug moeten draaien om deze vorm van levering van CO2 weer te stimuleren.” De haven trekt samen op met Greenport Westland
om verbetering in deze situatie te krijgen. Over het gebruik van andere restproducten die vrijkomen bij de teelt en de verwerking van groente en fruit voor de productie van bijvoorbeeld biobrandstof, is Effting sceptisch. “Dat sluit niet zo goed op elkaar aan. Het volume aan plantresten is hiervoor te klein. Een biochemische fabriek heeft veel meer nodig dan het beetje restafval dat een tuinder kan leveren. Voor de productie van biobrandstof op commerciële schaal zijn tonnen nodig.” Op het gebied van verduurzaming en het gebruiken van elkaars reststromen, zoals afval en warmte, is ook het Westland nog niet zo ver. “Het is zeker een onderwerp om met elkaar over na te denken. We gaan ook steeds meer naar een Biobased economie toe. Maar op het moment zijn we er nog vooral – ieder voor zich – mee bezig, omdat je toch met ingewikkelde en verschillende producten te maken hebt”, aldus Vintgens. “Als het eenmaal zover is, dan gaat dat zeker geld opleveren en zal de gehele economie profiteren.” n
26 | 27
ECONOMIE
Hoe blijft de MRDH economisch sterk?
Hans van der Graaff, Albrandswaard (fractievoorzitter PvdA)
‘De regio Rotterdam is uniek’ Wat heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag nodig om economisch sterk te blijven? Onderlinge samenwerking. Daarmee bedoel ik niet per se tussen die twee regio’s, maar wél tussen de gemeenten in de regio’s. Voor ons in het zuiden zijn de verbindingen met Haaglanden helemaal niet vanzelfsprekend. De regio Rotterdam is uniek omdat alle gemeenten banden hebben met de haveneconomie. Die kracht moet je niet weggooien. Het opheffen van de Wgr-plus en het ingaan van het groeiproces van de Metropoolregio betekent dat de goedlopende samenwerking verdwijnt. Je hebt straks de Vervoersautoriteit, en die is belangrijk, maar op de andere pijlers gaat iedereen zijn eigen weg en dat is niet goed. Welke economische rol heeft de overheid en is de Metropoolregio daarvoor noodzakelijk? De overheid trekt zich terug en moet steeds meer de maatschappij economisch faciliteren. Daarvoor is van belang dat je snelle en democratisch gedragen besluitvormingsstructuren hebt. De Wgr-plus is dat veel meer dan de Metropool regio ooit zal worden. De Metropoolregio zal alleen maar contraproductief werken. Waarom creëer je iets nieuws voor iets beters dat er al is? De huidige Wgr-plusregio’s zouden juist moeten worden opgetuigd. Daarmee vermijd je een hoop moeilijke discussies en kom je veel sneller tot resultaten. Wat zou er in uw eigen gebied/gemeente moeten gebeuren? Het openbaar vervoer moet worden verbeterd; twee van de drie buslijnen in onze gemeente zijn geschrapt. Dat geld voor de terugkeer van die lijnen moet uit de Vervoersautoriteit komen. In het voorstel van de burgemeesters Van Aartsen en Aboutaleb is de Verkeersautoriteit ingebakken in de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio. Het is een koppelverkoop. Wij hebben niet de illusie dat we een substantieel deel van de 550 miljoen euro uit de Vervoersautoriteit krijgen als we niet meedoen.
#
MRDH 02 September 2012
Louis van der Spoel, Ridderkerk (fractievoorzitter VVD)
‘Eén plus één moet drie worden’ Wat heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag nodig om economisch sterk te blijven? Ondernemers moeten ruim baan krijgen. Zij kunnen en willen hun verantwoordelijkheid nemen, maar dan moet dat ook kunnen. Dus weg met regeltjes en ballast. Aan een extra bestuurslaag hebben we niets, daar wordt het bedrijfsleven geen steek wijzer van. Je moet het niet hebben van een overheidsorganisatie die gaat zitten verzinnen waar de economie behoefte aan heeft. Het proces moet de inhoud volgen. Weet als overheid wat er vooral bij de niet-georganiseerde ondernemers leeft. Welke economische rol heeft de overheid en is de Metropoolregio daarvoor noodzakelijk? Binnen de pijlers van verkeer en vervoer, economie en misschien onderwijs zie ik een duidelijke rol voor de overheid, maar binnen de andere pijlers of ringen zie ik die niet. Ik zie de metropool als een netwerkorganisatie die ophaalt wat bij bedrijven leeft. Die bedrijven faciliteert en ervoor zorgt dat overheden elkaar niet beconcurreren om de gunsten van de ondernemers. En zich ook niet beperkt tot de Metropoolregio. Richt je vooral naar buiten. Als de Metropoolregio een optelsom wordt van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden, dan doe je het verkeerd. Eén plus één moet drie worden. Wat zou er in uw eigen gebied/gemeente moeten gebeuren? Colleges van B&W zouden veel actiever de boer op moeten gaan. Een wethouder voor Economische Zaken zou bij wijze van spreken iedere dag met zijn voeten in de klei moeten staan. Niet parttime werken, maar fulltime. Hij of zij moet iedere dag bedrijven bezoeken. Waar heb je behoefte aan, waar loop je tegenaan, hoe kan ik je vooruit helpen? Een ondernemersloket is niet voldoende.
Hoe kunnen gemeenten samenwerking in het metropoolgebied versterken om daarmee de economische concurrentie aan te gaan? Wat heeft de regio nodig om sterk te blijven? #MRDH legt deze vragen voor aan vier gemeenteraadsleden met de Metropoolregio in hun portefeuille. Tekst: Martijn Delaere | Fotografie: Mladen Pikulic
Frank Rijneveen, Westland (fractievoorzitter GemeenteBelang)
Klaasjan de Jong, Zoetermeer (fractievoorzitter CDA)
‘Hoe krijgen we de spullen erin en eruit’ ‘Sluit geen partijen uit’ Wat heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag nodig om economisch sterk te blijven? De haven van Rotterdam en Schiphol en de economische bedrijvigheid moeten meer met elkaar worden verbonden. We hebben lucht nodig om de vervoers bewegingen te kunnen maken. Het grootste probleem van het Westland is: hoe krijgen we de spullen erin en eruit. Daarvan leeft de hele regio. Welke economische rol heeft de overheid en is de Metropoolregio daarvoor noodzakelijk? De Metropoolregio is helemaal niet noodzakelijk om beter te kunnen samenwerken. Twee pijlers zijn voor mij belangrijk, en dat zijn de Vervoersautoriteit en de Greenport. Ik wil niets te zeggen hebben over de huisvesting of het groen in Albrandswaard. De SER noemt de Greenport Westland in zijn recente rapport over de verschuivende economische machtsverhoudingen in één adem met de Greenports in Venlo en de Bollenstreek. Geen woord over de metropool, geen woord over Den Haag. Zoals oud-burgemeester Deetman zei: het geld dat in het Westland wordt verdiend, wordt in Den Haag uitgegeven. Wat zou er in uw eigen gebied/gemeente moeten gebeuren? Ik heb mij laten vertellen dat elke meter in het Westland al acht keer is bestemd. De helft is glastuinbouw of eraan gerelateerd. De infrastructuur moet verbeterd om de verkeersinfarcten de baas te worden. Om de bereikbaarheid van het Westland te vergroten, moet op termijn de Oranjetunnel onder de Nieuwe Waterweg komen en de aanleg van de Blankenburgtunnel ten oosten van Maassluis snel van start gaan. Het is doodzonde dat de Tweede Kamer de Blankenburgtunnel deze zomer controversieel heeft verklaard. Om onze economische afhankelijkheid van de glastuinbouw te verminderen, zouden we meer moeten investeren in het toerisme. Daarvoor is dan wel een verbetering van het openbaar vervoer nodig.
Wat heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag nodig om economisch sterk te blijven? Om economisch sterk te kunnen opereren, zijn een breed gedragen visie en gezaghebbend leiderschap nodig. Ga uit van een ambitieus, maar ook realistisch toekomstbeeld. Zorg voor voldoende balans, zodat kleine en grote partijen zich in de plannen herkennen. Gezaghebbend leiderschap betekent niet dat Rotterdam en Den Haag de kar trekken en de rest volgt. Samenwerking wordt kansrijker als één vertegenwoordiger van Rotterdam/Den Haag het hoogste gezag deelt met één uit de overige gemeenten. Het gezag van het leiderschap groeit naarmate meer betrokkenen zich erin herkennen. Sluit geen partijen uit, zoals de provincie. Welke economische rol heeft de overheid en is de Metropoolregio daarvoor noodzakelijk? De Metropoolregio is gebaat bij een overheid die luistert, faciliteert en knopen doorhakt. Dit vraagt intensief contact met bedrijven, werkgevers, onderwijs instellingen en maatschappelijke verbanden. Niet alleen geloven in kansen, maar ook rekenen met risico’s. De overheid mag partners in de samenleving aanspreken op hun bijdrage. De Metropoolregio is een middel om tot gezamen lijke oplossingen te komen. Niet alle beleidsterreinen vragen om beslissingen op het schaalniveau van de Metropoolregio. Daarom moeten alleen gemeentegrens-overstijgende besluiten worden overgedragen die leiden tot aantoonbare meerwaarde. Wat zou er in uw eigen gebied/gemeente moeten gebeuren? Wij zijn in de race om de Floriade 2022 te organiseren. Dit tuinbouwevenement biedt unieke mogelijkheden om onze regio te presenteren. Het biedt bovendien bijzondere kansen om een groot gebied op een groene en duurzame wijze te ontwikkelen. Gemeenten in onze regio worden gevraagd financieel bij te dragen: een belangrijke test of er sprake is van voldoende betrokkenheid.
28 | 29
Maarten van den Berg beschouwt de klant als gast en deelt zijn passie voor schoenen graag.
#
MRDH 02 September 2012
Economie
Het Nieuwe Winkelen!
Fysiek en/of online winkelen? De tijd dat de klant vanzelfsprekend naar een winkel komt, is definitief voorbij. Het koopgedrag van de klant verandert en de winkelbeleving vormt een steeds belangrijker aspect. Tekst: Danny Peters, KvK Den Haag | Fotografie: Loes Schleedoorn
moeten sluiten en zich alleen nog digitaal moeten ontpoppen? Ruud Mannaart van Kamer van Koophandel Den Haag: “Nee, dat hoeft zeker niet. Het betekent wél dat winkeliers anders met hun bedrijfsvoering moeten omgaan. Veel winkeliers hebben te maken met sterk teruglopende omzet, maar vinden het moeilijk om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit”. Het roer om? Lang niet alle ondernemers zijn zich bewust van de mogelijkheden en de noodzaak tot het nemen van actie. Of hoe zij dat moeten doen. Daarom hebben CBW Mitex, Syntens, Hoofdbedrijfschap Detailhandel, MKB Nederland en alle Kamers van Koophandel hun krachten gebundeld onder de noemer ‘Retail 2020: Het Nieuwe Winkelen!’ Dit is een landelijke innovatiecampagne voor de detailhandel, met als centrale vraag ’Hoe speel je als winkelier of als winkelgebied in op de veranderde consumentenvoorkeuren?’ Ruud Mannaart vertelt over de campagne. “We zijn gestart met bewustwordingsbijeenkomsten, zo’n veertig door het hele land, waar we over de trends hebben verteld. Hiervoor was veel animo. De volgende stap is het vertalen van trends naar het beleid van je eigen winkel of winkelgebied. ‘Eerst denken dan doen’ noemen we deze workshops, waarin ondernemers met elkaar brainstormen over wat er nodig is om je winkel - maar ook het gebied als geheel - aantrekkelijker te maken.
ç
De detailhandel heeft het zwaar. Het CBS rapporteerde over 2011 een omzetdaling van 4,5 procent ten opzichte van 2010 voor de non-food sector. Door verminderde omzet staat het functioneren van veel winkel- en dorpscentra sterk onder druk. Met als gevolg een toename van de winkelleegstand in de Randstad. Het koopgedrag van de consument is niet meer te vergelijken met dat van tien jaar geleden. Diverse onderzoeken naar koopstromen* laten zien dat het winkelgedrag onder invloed van vooral digitale (kijk& bestel)mogelijkheden is veranderd. Het internetwinkelen neemt een grote vlucht. Postorderbedrijven en internetwinkels realiseerden het afgelopen jaar wel een omzettoename van zeven procent. Circa tien procent van de retailomzet komt inmiddels van online aankopen. Een ontwikkeling waar nog steeds een stijgende lijn in zit. Webwinkelen wint snel terrein ten koste van het ‘echte winkelen’. Niet voor niets spreken we over ‘Het Nieuwe Winkelen’. Buiten het gemak van shoppen vanuit de luie stoel, veranderen de digitale mogelijkheden de consumenten in meer bewuste kopers. ‘Waar is die mooie tafel te zien en te koop? Waar moet ik op letten bij de aanschaf van een keuken? En welk aanbod is er op het gebied van elektronica?’ Het gemakkelijk online vergelijken van prijzen speelt in deze economisch mindere tijden ook een rol. Betekent dit dat detaillisten dan maar hun winkeldeuren
30 | 31
Vijf bouwstenen voor retail Bereik, Bronnen, Bevolking, Bewinkeling en Besteding. Deze vijf ‘B’s’ (uit onderzoek Retail2020) veranderen nu, maar maken in de toekomst een nog veel sterkere verandering door. Bereik heeft bijvoorbeeld niet alleen betrekking op bereikbaarheid in de winkelstraat, maar ook op het internet. En hoe communiceer je over waar je kleding vandaan komt, de Bronnen? Hoe ga je binnen je winkel om met de veranderende Bevolking en de minder kooplustige winkelende consument die steeds minder wil Besteden?
Als je weet wat je wilt, kun je daarna gerichter actie nemen.” Ook daar helpen de samenwerkende partijen bij, met bijvoorbeeld seminars over onderwerpen als social media en online vindbaarheid. Overtuigingen Maarten van den Berg van Aad van den Berg Modeschoenen in Rijswijk en Noordwijk is een enthousiaste deelnemer aan de bijeenkomsten. “We zijn ervan overtuigd dat je in deze tijd niet alleen je eigen bedrijf moet profileren, maar zeker ook het winkelcentrum waar je bent gevestigd als geheel. Door het veranderde koopgedrag vinden wij het belangrijk ons duidelijk te profileren in de regio en zo mogelijk ook daarbuiten.“ Het leek van den Berg in eerste instantie moeilijk om een grote groep ondernemers te mobiliseren en ideeën en activiteiten op elkaar af te stemmen. “Er worden vaak veel ideeën geroepen, maar meestal blijft het daarbij. Door deze bijeenkomsten hebben wij ervaren dat je met een andere benadering, denkpatroon en een gestructureerde aanpak veel kunt bereiken. Er zijn wel degelijk goede mogelijkheden en tools om een grote groep in het proces te betrekken en ideeën uit te voeren. Voorwaarde hiervoor is lenig denken: niet meer alles in hokjes stoppen met vooroordelen, maar de zaken open benaderen mét toetsing op haalbaarheid en nut.” Een voorbeeld van een idee wat ook daadwerkelijk is uitgevoerd in Noordwijk is een groots modeevenement. “In juli hebben we ‘We Are Fashion 2012’ gehouden met de langste catwalk van
#
MRDH 02 Augustus 2012
Webwinkelen wint snel terrein ten koste van het ‘echte winkelen’.
Nederland, negentig modellen, workshops en demonstraties, live muziek, noem maar op. Tientallen bedrijven binnen en buiten het centrum namen er aan deel. Ook bedrijven buiten de modebranche, zoals een autobedrijf.” De bijeenkomsten zijn voor Van den Berg een bevestiging dat hij op de goede weg is. Bovendien geeft het hem energie en inspiratie om door te gaan. “In de fysieke winkels beschouwen wij de klant als gast en geven wij hen de beleving van onze passie voor schoenen mee. Achter de schermen hebben we een veranderproces ingezet waarbij we de talenten van alle teamleden inzetten om elkaar en het bedrijf te versterken. Zo laten we iedereen deel uitmaken van en meedenken over het bedrijfsproces en is het niet meer alleen het management wat bepaald wat er gebeurt.” Van den Berg zet zijn website actief in via social media platforms als Twitter, Facebook, LinkedIn, Google+, en Pinterest. “In september lanceren wij een nieuwe versie van onze webshop, met nog meer mogelijkheden. De volgende stap is een mobiele webshop, voor iedereen met een passie voor schoenen!”
komt eerder terug en deelt zijn positieve ervaringen met anderen.” Een goed online concept versterkt bovendien de fysieke mogelijkheden. Een vlammende website, zichtbaarheid op Twitter, Facebook, LinkedIn, er zijn legio mogelijkheden. Het is wel belangrijk een weloverwogen en op elkaar afgestemde middelenkeuze te maken, passend bij het concept van de winkel. Mannaart: “Social media zijn goedkope en relatief laagdrempelige marketingkanalen, maar ze kosten veel tijd en inzet. Het is geen middel om bang voor te zijn, je moet alleen weten hoe het werkt en uitvinden hoe het bij je past. Veelgemaakte fouten zijn bijvoorbeeld het niet tijdig reageren op vragen en reacties of het niet actueel houden van een account. Om ondernemers wegwijs te maken in de wereld van de social media, zijn er gesprekken gaande om studenten te koppelen aan ondernemers. De studenten kunnen ervaren hoe de dagelijkse praktijk is in een winkel en zij helpen de ondernemers op hun beurt om social media in te zetten voor hun bedrijf. Winst voor beide partijen.” n * Bronnen:
Tijd en inzet Is het in de retail een keuze van digitaal óf fysiek ondernemen? Mannaart: “Met een goede combinatie profiteren oplettende detaillisten van het beste uit beide werelden. Ogenschijnlijk simpele zaken als gastvrijheid, klantvriendelijkheid, persoonlijke aandacht en net even wat extra’s doen, kunnen bepalend zijn voor de beleving van de klant in de ‘echte’ en ‘digitale’ wereld. Een tevreden klant
Koopstromenonderzoek – www.kso2011.nl CBS – www.CBS.nl
www.kvk.nl/retail2020 kvk_DenHaag www.aadvandenberg.nl AadvdBergShoes
Economie
Bert Mooren
Geef MRDH prominente plaats in regeerakkoord “De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft ondernemers enorm veel te bieden: een wereldhaven, een internationaal centrum van recht, vrede en veiligheid, drie universiteiten, een agribusiness-complex, topsectoren, historische binnensteden, topmusea en een prachtig kustlandschap. Al deze economische en culturele kracht moeten we op een moderne manier stimuleren en organiseren. Namens VNO-NCW West steun ik het initiatief daarom van harte”, dat zegt Bert Mooren, directeur VNO-NCW West. Fotografie: VNO-NCW West
ç
Ondernemers verwachten – als klant van de overheid – dat de overheid naar buiten kijkt, eendracht en daadkracht toont. Ondernemers zijn niet bijster geïnteresseerd in structuren, ze willen gewoon dat de overheid “presteert”. Dat wil zeggen: goed openbaar vervoer organiseert, de kantorenmarkt regelt, goede bedrijventerreinen aanbiedt en ruim baan geeft aan ondernemers die willen investeren. Dit is nog meer van belang in een tijd van grote internationale economische dynamiek en economische crisis. Een tijd waarin we samen werk moeten maken van de economische topsectoren, zoals Life, Science & Health, cleantech, chemie en logistiek, die de Randstad op de internationale kaart moeten zetten. Want de wereld wacht niet tot wij onze zaken op orde hebben. Ondernemers uit Den Haag, Rotterdam, Delft en het Westland die internationaal opereren, zien regelmatig hoe metropolen elders in
Bert Mooren namens VNO-NCW West: ‘Vanuit één visie en één agenda werken aan economische groei’.
32 | 33
Europa en in Azië zich in hoog tempo en op een spraakmakende manier ontwikkelen. De doelstelling om van de regio Rotterdam Den Haag een metropoolregio te maken heeft dus dubbele toegevoegde waarde: ten eerste is een sterke en duurzame metropoolregio een voorwaarde om welvaart en welzijn voor de ruim twee miljoen inwoners te verzekeren en ten tweede biedt een metropoolregio kansen voor een beter voorzien ingenniveau voor iedereen (inwoner of bezoeker) die in de regio woont, werkt, studeert en reist. Geen nieuwe bestuurslaag Ik ben het eens met de initiatiefnemers van de Metropoolregio dat het niet moet gaan om het creëren van nieuwe structuren. Geen nieuwe bestuurslaag dus; en voor de zoveelste keer eindeloze discussies daarover. Modern bestuur betekent volgens mij een politieke cultuur van samenwerking, van nieuwe allianties sluiten tussen overheden en tussen overheden en bedrijfsleven en kennisinstellingen in onze regio. Ambitieuze arrangementen over de versterking van economische topsectoren, de branding van de regio in het buitenland en
‘De Metropoolregio moet een prominente plaats krijgen in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet’
universiteiten die tot de internationale top behoren, dienen centraal te staan. Evenals meer innovatie, een open arbeidsmarkt, de versterking van de band tussen onderwijs en bedrijfsleven en de ontwikkeling van woning- en kantorenlocaties.
Op dat gebied samen concrete resultaten boeken, daar gaat het nu om. Wensen VNO-NCW West heeft een aantal wensen. Ik noem de volgende punten: 1. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag moet een prominente plaats krijgen in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. VNO-NCW West roept het nieuwe kabinet en de nieuwe Tweede Kamer op deze bestuurlijke ‘samenwerkingvan-onderop’ te verwelkomen en te stimuleren. 2. Het bedrijfsleven wil eendracht en daadkracht in het openbaar bestuur. “Economy first” zit weliswaar goed tussen de oren van de meeste bestuurders. Maar de huidige beleidsconcurrentie, met veel overlappende agenda’s en losse initiatieven van de gemeenten en de provincie, is niet goed. Deze oude bestuurscultuur ver mindert het organiserend vermogen van het bestuur en schaadt de concurrentiekracht van onze regio. Ik vraag de bestuurders om vanuit één visie te werken aan economische groei en één-op-één samen op te trekken. Het bedrijfsleven wil één krachtige en gezamenlijke economische agenda van alle overheden. Alle burgemeesters, wethouders en gedeputeerden in de regio moeten samenwerken aan één investeringsagenda. Eén agenda mede gedragen en uitgevoerd door bedrijfsleven en kennis instellingen. De samenwerking in deze “gouden driehoek” moet dé succesformule van de Metropoolregio worden. 3. Ik ben het met minister Spies eens dat de Metropoolregio een evenwichtige plaats in de Zuidvleugel van de Randstad moet krijgen, zoals zij in haar ‘Visienota Bestuur en bestuurlijke inrichting’ uitsprak. Intern moeten de 24 gemeenten in het gebied, alle met een eigen identiteit, het voordeel voelen van de Metropoolregio. Leidschendam-Voorburg net zo goed
als Den Haag en Schiedam net zo goed als Rotterdam. Extern is het van levensbelang dat de Metropoolregio de blik naar buiten richt naar de omliggende regio’s in de Randstad, zoals Leiden en de Drechtsteden. De Metropoolregio mag zeker geen bestuurlijk eiland in de Randstad worden. 4. De bereikbaarheid vraagt om een gecoördineerde en kordate aanpak. Voor ondernemers is de Metropoolregio al heel lang een daily urban system. Een op te richten Vervoersautoriteit moet het verkeer en vervoer gaan regelen. Het huidige conflict tussen het Stadsgewest Haaglanden en de Provincie Zuid-Holland over de zeggenschap in de Vervoersautoriteit zet de Metropoolregio op achterstand. De Provincie en de gemeenten moeten het samen gaan doen. 5. Innovatie in de Metropoolregio moet op een ambitieuze manier versterkt worden. Voor een integrale versterking van de innovatiekracht is een ROM (Regionale Ontwikkelingsmaatschappij) nodig. Belangrijke taken van deze ROM zijn het stimuleren van ontwikkeling en innovatie, participatie en financiering van innovatieve bedrijven in de topsectoren en coördinatie van de marketing en acquisitie in het buitenland. Ik pleit voor een professionele organisatie met bedrijfsmatige aanpak en op afstand van de politiek. Tot slot Verbetering van de bestuurlijke samenwerking en de realisatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn een groot en urgent algemeen belang. Bestuurders van gemeenten, regio’s en provincie moeten nu over hun eigen schaduw heen durven te springen. De blik naar buiten richten, groter denken en verbindingen maken, is in het belang van alle inwoners en ondernemers. n Bert Mooren, directeur VNO-NCW West
VNO-NCW West is hét ondernemersnetwerk in de Randstad. De vereniging behartigt de belangen van werkgevers op lokaal, regionaal en nationaal niveau. VNO-NCW West wil een actieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. www.vno-ncwwest.nl
#
MRDH 02 September 2012
COLUMN
Cees van der Wel hoofd externe projecten, RTV Rijnmond
Het Wilde Westland Zo mag ik graag door de krochten van het Westland dwalen. Dat komt doordat de verlengde A4 een mensen leeftijd op zich laat wachten. Ze schijnen er nu sinds kort wel mee bezig te zijn, maar zeker ben ik daar niet van, omdat alle bouwwerkzaamheden achter hekken plaats vinden: volledig aan het oog onttrokken van de gemiddelde automobilist. Voor de schijn hebben ze een handige afslag gesloopt waardoor het nu lastiger is om in het Schiedamse Vlietland ziekenhuis te komen. Geloof mij maar, ze doen daar helemaal niets achter de hoge hekken. Dat is ook beter zo, omdat die verlengde A4 een einde maakt aan mijn favoriete sluipweg. Die kronkelende weg langs de Gaag is ieder seizoen een lust voor het oog. Tussen Rotterdam en Den Haag kom je dan door iets wat waarschijnlijk natuur heet. En overal Lelijke Huizen. Westlanders doen in kassen. Dat verdient behoorlijk. Hun winst zetten ze om in foeilelijke woningen. Een cowboyhuis met wildwest deuren is mijn favoriet, gebouwd onder Lucky Luke architectuur. Alleen weet ik niet meer waar het staat. Je verdwaalt namelijk altijd tussen die kassen. Ze lijken op elkaar. Dat heeft waarschijnlijk iets met dat glas te maken. Het Westland heeft ook iets exotisch, want onderweg tref je niet-gemotoriseerde Polen aan; boodschappen gedaan bij de Lidl en dan sjokkend op weg naar Hotel Westland. Het is een stapel onmenselijke containers met voor ieder kunststof raam een droevig plantje. Misschien wel net zo lelijk als dat cowboyhuis in het Wilde Westland, al is dat hotel waarschijnlijk niet onder architectuur gebouwd, maar heeft de eigenaar van het pand bij de ECT een aantal afgekeurde containers voor weinig op de kop kunnen tikken. Dan passeer je The Greenery. Een raadsel waarom het zo heet, want groen is die veiling bij Naaldwijk aan de buitenkant niet echt. Er kronkelt een weg langs de gevel van het pand. Het is – naar ik vrees – een voormalige wildwaterbaan die bij Duinrell in onbruik is geraakt.
Het Wilde Westland is één grote infrastructurele bende. Maar dan lees ik hoe het allemaal nog verder opgeknapt kan worden. Een Westlands raadslid is vermoedelijk een krachtdadig politicus. Hij blogt er vrolijk op los: “Het ontwerp-bestemmingsplan glastuinbouwgebieden is een dik document, maar ik heb het wel gelezen”. Dat is een man naar mijn hart. Een Politicus Die Leest! Hij pleit voor de aanleg van twee tunnels. En de Oranjetunnel. En de Blankenburgtunnel. Toe maar. Waar aan de ene kant van Maassluis iedereen voor de ene tunnel is, is aan de andere kant iedereen voor die andere tunnel. Zolang het maar ‘not in my backyard’ is. Maar één tunnel moet genoeg zijn. Dan is dat raadslid een man van kloeke daden. Hup, twee tunnels. Ik zou zeggen: doorpakken, de hele Waterweg ondertunnelen. Nu. Meteen. Wat zou de aanstaande regering er straks van vinden? De verkiezingen zijn net geweest. De nieuwe regering moet de tunnelplannen uit de kast halen. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag moet ook een prominente plaats in het regeerakkoord krijgen. Dat beweert het VNO–NCW in dit blad. Ik weiger dat vooralsnog te geloven en vrees een nadere studie met plannen op termijn, met voortschrijdend inzicht. Misschien – je weet het niet – geven ze prioriteit aan iets met bezuinigen en het bestrijden van de crisis. Ik snap het soms niet zo goed en ben blij dat ik niet in de politiek zit, maar ik heb wel last van een olifanten geheugen. Ik herinner mij nog een plan dat alle kassen zouden worden ontmanteld. Op een vrachtwagen zetten en hup, verhuizen naar Drenthe of een andere plek waar ze nog dagelijks last van natuur hebben. Dan zouden wij in het Westland helemaal opnieuw kunnen beginnen; er één grote Vinex-locatie van maken. Met cowboyhuizen. En met behoud van mijn persoonlijke sluipwegen. Laat dat een prioriteit van de Metropoolregio zijn. Ja, hallo, ik woon hier tenslotte ook. n
34 | 35
De plek De Metropoolregio kent veel bijzondere plekken. Soms heel bekend, soms nauwelijks ontdekt, maar erg geliefd door inwoners uit de regio. In #MRDH vertellen ze daarover. Tekst: Brigitte Beeks | Fotografie: Mladen Pikulic
‘Oase midden in drukke stad’ Astrid Homan is mobiliteitsmakelaar voor de regio Haaglanden. Ze ondersteunt onder andere werkgevers in hun strijd tegen de files. Ze woont in Den Haag Homan liet zich fotograferen bij de Veerhaven in Rotterdam van waaruit je een prachtig uitzicht hebt op onder andere Katendrecht en Hotel New York. “Toen ik hier nog aan de HEAO
#
MRDH 02 September 2012
studeerde, hielden we hier vaak pauze of brachten we een tussenuurtje door. Het is echt een onontdekt plekje dat authentiek Rotterdam uitstraalt vind ik. Het is er vrij rustig, een oase midden in deze drukke stad. Er zijn terrasjes en je kunt er ook vergaderen in het drijvende kantoor. Overigens ook nog eens een prima bereikbare locatie, zowel met de auto als het ov. Het is daarmee een prima beginpunt om Rotterdam
te ontdekken, want je zit er vlak naast Museum Boymans & Van Beuningen, de Euromast en de Maasboulevard.” “Ondanks dat de omgeving voortdurend verandert, zo waren er vroeger nog een aantal straten met raamprostituees in de buurt, blijft deze oude haven dezelfde sfeer uitstralen. Het is net alsof je in een oud dorpje bent dat zich midden tussen de kantoorkolossen bevindt.” n
36