Auteurs: Renaud, De Keijzer www.investeringsanalyse.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-78886-5 © 2012 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 11 Opgave 1 Aan Het Financieele Dagblad van zaterdag 16 april 2011 zijn onderstaande optienoteringen ontleend: Klasse
Call/Put
ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING ING
Call Call Call Call Call Call Call Call Call Call Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put Put
Serie (afloopdatum) April 2011 April 2011 April 2011 Mei 2011 Mei 2011 Mei 2011 Mei 2011 Juni 2011 Juni 2011 December 2011 April 2011 April 2011 April 2011 April 2011 Mei 2011 Mei 2011 Mei 2011 Mei 2011 Juni 2011 Juni 2011 Juni 2011 Juni 2011 Juni 2011 Juni 2011 Juni 2011
Uitoefenprijs
Slotkoers
Looptijd
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
1 weeks 2 weeks 3 weeks 1 maands 2 maands 3 maands 4 maands 5 maands 6 maands 7 maands 8 maands 9 maands 10 maands 11 maands 12 maands
8,60 8,80 9,00 8,80 9,00 9,20 9,40 9,00 9,60 9,21 8,60 8,80 9,00 9,20 8,40 8,60 8,80 9,00 5,60 6,00 6,40 7,20 8,00 8,80 7,60
0,10 0,01 0,01 0,27 0,19 0,13 0,08 0,31 0,13 0,72 0,01 0,10 0,30 0,50 0,20 0,29 0,37 0,49 0,02 0,02 0,04 0,08 0,20 0,50 0,32
Rente jaarbasis 1,151% 1,154% 1,150% 1,161% 1,206% 1,332% 1,433% 1,530% 1,631% 1,710% 1,787% 1,878% 1,950% 2,022% 2,104%
Verder noteerde het aandeel ING op dezelfde dag als slotkoers € 8,70(2) en de euriborrentetarieven op jaarbasis over verschillende looptijden op zaterdag 16 april 2011 staan ernaast weergegeven. 1
Bereken van elke serie in de tabel of deze in-the-money of out-of-themoney is, alsmede de intrinsieke waarde, respectievelijk de tijdwaarde van de optie.
2
Bereken de putwaarde met behulp van de put-call-pariteit voor de serie ING, Mei 2011 en uitoefenprijs € 9,00 en controleer hoeveel de marktwaarde van deze putoptie afwijkt van de berekende waarde. De vervaldatum van deze opties is op vrijdag 20 mei 2011 (dus ruim vier weken resterende looptijd).
Opgaven hoofdstuk 11 | 1
Auteurs: Renaud, De Keijzer www.investeringsanalyse.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-78886-5 © 2012 Noordhoff Uitgevers bv
Opgave 2 In hetzelfde Financieele Dagblad van 16 april 2011 was de calloptie Unilever NV met vervaldatum 20 mei 2011 en uitoefenprijs van € 22,50 genoteerd. Het aandeel Unilever noteerde op die datum € 22,71. Aangezien de calloptie vervalt op 20 mei 2011, is niet bekend wat het aandeel Unilever op die datum zal noteren. De putoptie op het aandeel Unilever met uitoefenprijs € 22,50 en vervaldatum 20 mei 2011 noteerde € 0,43 en de calloptie noteerde € 0,56. 1
Maak een tabel waarin de waarde van de calloptie is berekend op 20 mei 2011, waarbij de koers Unilever op die dag kan uitkomen tussen € 22,00 en € 24,00 met stapjes van telkens € 0,02. Maak vervolgens van deze tabel een grafiek met op de horizontale as de waarden van Unilever op 20 mei 2011 tussen € 22,00 en € 24,00 en op de verticale as de waarden van de calloptie Unilever en in hetzelfde assenstelsel een tweede grafiek maar nu van de putoptie Unilever.
2
Bereken de putwaarde met behulp van de put-call-pariteit en toets de berekende waarde met de genoteerde waarde. Gebruik voor de rentestanden de tabel uit vraag 1.
Opgave 3 Teken in eenzelfde assenstelsel met op de horizontale as de mogelijke eindwaarden van het onderliggende aandeel en op de verticale as de bijbehorende eindwaarden van de opties in de portefeuille en het eindwaardediagram (pay-off diagram) van de volgende twee effectenportefeuilles. Nota bene: laat de koersen op de horizontale as lopen vanaf € 0 tot en met € 70, doe dit ook op de verticale as dito met stapjes van € 1. 1
Een portefeuille samengesteld uit: 1 één gekochte calloptie op het aandeel Unilever met een uitoefenprijs van € 45 2 twee geschreven callopties op het aandeel Unilever met een uitoefenprijs van € 55 en 3 één gekochte calloptie op het aandeel Unilever met uitoefenprijs van € 65. De looptijd van alle genoemde opties is gelijk en bedraagt 60 dagen. Is de verwachte opbrengst van een belegger die in bovenstaande portefeuille belegt, gelijk aan de berekende waarde? Maak gebruik van Excel voor de berekeningen en de grafiek.
Opgaven hoofdstuk 11 | 2
Auteurs: Renaud, De Keijzer www.investeringsanalyse.noordhoff.nl
2
isbn: 978-90-01-78886-5 © 2012 Noordhoff Uitgevers bv
Een portefeuille samengesteld uit: 1 een spaarrekening waarop de contante waarde van € 100 is gestort over de looptijd van de optie 2 een geschreven putoptie op een aandeel TomTom NV met een uitoefenprijs van € 50 en 3 een gekochte putoptie op een aandeel TomTom NV met een uitoefenprijs van € 100. De looptijd van de opties is 90 dagen en de risicovrije driemaands rente is 1,5%. Laat de mogelijke koersen van TomTom NV na 90 dagen lopen tussen € 30 tot € 120.
Opgave 4 Een belegger wenst een portefeuille samen te stellen die onderstaand eindwaardepatroon vertoont.
Portefeuillewaarde
30 20
20
30
Aandeelkoers afloopdatum
1
Stel een portefeuille samen bestaande uit calls en puts op aandeel X, alsmede aandelen X zelf die voor de belegger het gewenste eindwaardepatroon opleveren.
2
Welke financiële overwegingen kan een belegger hebben een portefeuille samen te stellen, zoals beschreven bij vraag 1.
Opgaven hoofdstuk 11 | 3
Auteurs: Renaud, De Keijzer www.investeringsanalyse.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-78886-5 © 2012 Noordhoff Uitgevers bv
Opgave 5 Wat houdt de gouden regel van de financiering in? a
b
c
d
De gouden regel van de financiering houdt in dat investeringen in vaste activa met Eigen Vermogen dienen te worden gefinancierd en investeringen in vlottende activa met Vreemd Vermogen. De gouden regel van de financiering houdt in dat twee portefeuilles die op afloopdatum hetzelfde eindwaardediagram hebben met dezelfde kansverdeling NU tegen eenzelfde prijs verhandeld zullen worden teneinde arbitrage uit te sluiten. De gouden regel van de financiering houdt in, dat het beleggingsrisico van een effectenportefeuille dient te worden afgedekt door het samen stellen van een tweede effectenporteuille met een tegenovergestelde eindwaardediagram van de eerste portefeuille, zodat al het beleggingsrisico wordt uitgesloten. De gouden regel van de financiering houdt in dat het eindwaardediagram van elke willekeurige belegging kan worden nagebootst met een belegging in goud.
Opgave 6 Wat betekent het, dat portefeuille A equivalent is aan portefeuille B? a
b c d
Portefeuille A is equivalent aan portefeuille B, indien het eindwaardediagram van A gelijk is dat van B en wel met eenzelfde kansverdeling. Portefeuille A is equivalent aan portefeuille B, indien A dezelfde effecten bevat als B maar in andere verhoudingen. Portefeuille A is equivalent aan portefeuille B, indien A en B dezelfde looptijd hebben. Portefeuille A is equivalent aan portefeuille B, indien A en B hetzelfde risico hebben.
Opgave 7 Indien de houder van een calloptie met een uitoefenprijs van € 35 en het onderliggende aandeel op afloopdatum op de effectenbeurs € 42 noteert, zal de calloptie: a b c d
zonder waarde aflopen. niet worden uitgeoefend. € 7 waard zijn. de aanschafprijs van de calloptie te hoog zijn geweest.
Opgaven hoofdstuk 11 | 4
Auteurs: Renaud, De Keijzer www.investeringsanalyse.noordhoff.nl
isbn: 978-90-01-78886-5 © 2012 Noordhoff Uitgevers bv
Opgave 8 Welk van onderstaande beweringen voor de houder van een calloptie is waar? a b c d
Het mogelijke verlies is onbeperkt. De mogelijke winst is onbeperkt . De optiepremie bij aanschaf ligt boven de uitoefenprijs. Er bestaat geen vervaldatum, tenzij het een Europese calloptie betreft.
Opgave 9 Welke combinatie van optiepositie en aandeel zal de eigenaar beschermen tegen het risico van koersdaling van het aandeel? a b c d
Koop het aandeel en Verkoop het aandeel Koop het aandeel en Koop het aandeel en
koop een calloptie op het aandeel en koop een calloptie op het aandeel. koop een putoptie op het aandeel. schrijf een putoptie op het aandeel.
Opgaven hoofdstuk 11 | 5