V-19 Tijdschrift voor Psychotherapie Redactiebureau Maliebaan 50B 3581 CS Utrecht telefoon 030 – 251 77 47 E-mail:
[email protected]
Aanwijzingen voor de auteurs Door kopij in te zenden verklaart u impliciet dat u uw bijdrage niet elders ter publicatie hebt aangeboden. Als uw kopij door de redactie in behandeling wordt genomen geeft dat nog geen garantie voor publicatie. Wij verzoeken u vriendelijk alle volgende punten te controleren alvorens u een nieuwe versie van uw artikel naar het redactiebureau en/of de redacteur zendt: 1. Vermeld uw personalia: a. naam, beroep/titel, werkzaam in/op/bij … te … (plaatsnaam). 2. Bij een artikel: a. correspondentie- en eventueel e-mailadres vermelden. b. Bij meerdere auteurs toch slechts één correspondentieadres (mag ook een emailadres zijn). 3. Maximaal aantal woorden: a. Artikelen: b. Forumbijdrage:
6000 woorden 4000 woorden (voor reacties, replieken en duplieken: de helft) c. Column: 1500 woorden d. Gelezen/recensies: 2000 woorden e. Gehoord/verslagen: 2000 woorden. N.B. in uitzonderlijke gevallen verleent de redactie dispensatie en mag het maximum worden overschreden – bij een zéér belangwekkend artikel, bespreking van een erg omvangrijk boek of verslag van een revolutionair congres. Maar dat alles is ter beoordeling aan de redactie! 4. Bij elk artikel een Nederlandse samenvatting en een (Engelse) summary toevoegen. Vereisten voor die Nederlandse en Engelse samenvattingen zijn: a. Een samenvatting bevat minimaal ca. 50 en maximaal ca. 150 woorden. b. De Engelse (let wel: niet Amerikaanse – wij schrijven in TvP bijvoorbeeld ‘behaviour’, niet ‘behavior’) summary moet een vertaling van de Nederlandse samenvatting zijn. Dat mag een zeer vrije vertaling zijn, maar niet een heel ander verhaal. c. Vertaal ook de titel en plaats die als kop boven de summary 5. Opmaak a. In een artikel of Forumbijdrage alstublieft de hiërarchie van de kopjes aangeven door middel van 1, 2, 3…; 1.1, 1.2, 1.3…; 1.1.1, 1.1.2 enzovoort. Er zijn (dus) kopjes van de eerste graad (1,2,3…) tot en met de derde graad (bijvoorbeeld. 1
b.
c. d.
e.
f. g.
h. i.
j.
k. l. m.
n.
o.
1.3.1) mogelijk; hogere graden zijn niet toegestaan. In recensie of verslag zijn kopjes niet toegestaan. Lengte van koppen: koppen van de eerste graad mogen niet langer zijn dan 50 posities. Koppen van de tweede graad en de derde graad mogen maximaal 70 posities innemen. Maar hoe korter hoe beter! In titel en kopjes geen hoofdletters gebruiken (de allereerste letter uitgezonderd), en ook geen cursiveringen en geen bold (= vet). Geen extra functies gebruiken, zoals afbreken; geen wisselende kantlijnen instellen, geen (grijze) veldcodes gebruiken. Controleer onder Extra/Sjablonen/Beheer welke extra functies aanstaan en verwijder alles behalve ‘Standaard’ en ‘Standaardalinea’. Bij inlevering van de eindversie de wijzigingen van het redigeerprogramma (Extra/wijzigingen bijhouden) definitief accepteren of ongedaan maken en het redigeerprogramma uitschakelen. Gebruik geen of zo min mogelijk cursiveringen in de tekst en nooit bold of onderstrepingen. Zorg voor een evenredige verdeling in alinea’s. Al te korte alinea’s van slechts één of twee zinnen moeten worden vermeden; probeer anderzijds al te lange onafgebroken passages in samenhangende stukken te verdelen. Citaten dienen ongewijzigd en foutloos te worden overgenomen en tussen enkele aanhalingstekens te worden geplaatst. De (exacte) vindplaats (paginanummer, of soms: 2 paginanummers) van het citaat moet aan het einde van het citaat worden vermeld, en wel als volgt: ‘CITAAT’ (Jansen, 1959, p. 153). Als u niet letterlijk citeert, hoeft het bladzijnummer niet te worden vermeld. Weglatingen dienen nauwkeurig te worden gemarkeerd met (…). Geef duidelijk aan of het oorspronkelijk citaat met een hoofd- of een kleine letter begint. Van cursiveringen dient te worden vermeld of u ze hebt ingevoerd, dus: (cursivering van mij, NN) of (cursiveringen in origineel). Van eventuele toevoegingen (bijvoorbeeld een uitleg tussen haakjes) moet u aangeven of ze van u afkomstig zijn. Alle citaten moeten (zorgvuldig) in het Nederlands worden vertaald. ‘Vertaling door de auteur’ vermelden is alleen nodig als uw versie afwijkt van de bestaande vertaling. Bij parafrases (niet-letterlijke citaten, geen aanhalingstekens) wordt wél een literatuurverwijzing vermeld, maar geen bladzijnummer. Titels van boeken of artikelen (zo min mogelijk in de tekst!) tussen enkele aanhalingstekens (niet cursiveren). Literatuur: controleer of alle verwijzingen in de tekst ook in de literatuurlijst (aan het eind van het artikel) voorkomen, en omgekeerd: of er in de literatuurlijst geen literatuur voorkomt waarnaar in de tekst niet verwezen wordt. Die moet uit de lijst worden verwijderd. Het aantal verwijzingen in de tekst moet dus exact gelijk zijn aan het aantal items van de literatuurlijst (tenzij uiteraard een en dezelfde literatuurverwijzing meer dan één keer in de tekst voorkomt). Tabellen moeten in Word (met behulp van de optie ‘Tabel’) worden opgemaakt. Zelf ontworpen tabellen zijn voor ons niet bruikbaar. Gebruik geen spaties en geen tabs. Plaats de Word-tabellen in het tekstbestand op de plaats waar u ze wilt hebben. Afbeeldingen: Tekeningen of grafieken, schema’s, beslisbomen, stroomdiagrammen enzovoort moeten meestal door de zetter in de stijl van het tijdschrift worden nagemaakt. Ze moeten apart (elke figuur in één bestand) worden aangeleverd en ze worden ruim vóór inlevering van het desbetreffende nummer naar de zetter gestuurd. Kortom: tabellen in de tekst plaatsen op de 2
bestemde plaats, figuren erbuiten (met het ‘figuurbijschrift’ de gewenste plaats aangeven). 6. Stijlaanwijzingen a. Gebruik geen Angelsaksisch jargon als er een goede Nederlandse vertaling bestaat. Dus geen ‘omnipotentie’ maar ‘almacht’ en geen ‘grandioze’ fantasieën maar ‘grootheidsfantasieën’. b. Gebruik geen anglicismen. De meeste bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op -vol zijn anglicismen. Dus alstublieft geen ‘schaamtevol’, ‘humorvol’, ‘stressvol’, ‘risicovol’ (in plaats van ‘riskant’), ‘gevaarvol’ (in plaats van ‘gevaarlijk’ of ‘vol gevaar’), troostvol’, ‘beloftevol’ (in plaats van ‘veelbelovend’?), karaktervol enzovoort. c. Vermijd ‘familie’ als u eigenlijk ‘gezin’ bedoelt en schrijf geen ‘studie’ als u ‘onderzoek’ bedoelt. d. Vorm geen vergrotende of overtreffende trap met ‘meer’ respectievelijk ‘meest’ als dat niet strikt noodzakelijk is (alleen voorgeschreven bij bijvoeglijke naamwoorden die op een s-klank eindigen: ‘kritisch’ bijvoorbeeld – en dat geldt dan nog alleen voor het superlatief, wat ‘kritischer’ kan heel goed). Bedenk bovendien dat een formulering als ‘meer gedetailleerde aanwijzingen’ dubbelzinnig is: je kunt uit deze woorden niet opmaken of ‘een groter aantal’ dan wel ‘gedetailleerdere’ is bedoeld e. Woorden los schrijven die aan elkaar horen is ook een Angelsaksische erfenis: ‘vak onderwijs’ en ‘vakonderwijs’ betekenen heel iets anders, net als ‘collegezalen complex’ en ‘collegezalencomplex’. f. Verwijs niet met ‘het’ naar voorgaande woorden, als de referent niet onzijdig, maar mannelijk of vrouwelijk is. Abstracte woorden zijn steevast vrouwelijk, evenals woorden die eindigen op -ing (bijvoorbeeld: regering), -heid (persoonlijkheid), -tie (organisatie), -sie (commissie), -eit (identiteit) en -schap (met uitzondering van het landschap) g. Begin een zin niet met ‘Echter, …’ want ook dat is meer Engels (However, …) dan Nederlands. h. In het Nederlandse taalgebied (en dus in TVP) schrijven wij niet .05 of 2.37 maar 0,05 en 2,37. Dus let op de inhoud van uw tabellen. i. Een Angelsaksische opsomming gaat als volgt: <
>. Wij schrijven: <> (een komma minder dus). j. Vermijd zo veel mogelijk modieus taalgebruik: schrijf geen ‘binnen’ als het ook ‘in’ kan zijn, geen ‘vormen’ maar ‘zijn’, geen ‘met name’ (behalve als er een eigennaam op volgt) maar ‘vooral’ of ‘in het bijzonder’. Niet ‘een vijftal’ als u gewoon ‘vijf’ bedoelt. Gebruik bij voorkeur geen voorzetselconstructies als ‘ten aanzien van’, ‘met betrekking tot’ enzovoort, maar probeer of u het met één voorzetsel (‘over’, ‘van’ of ‘in’) af kunt. k. Vermijd vormelijk, plechtig en ouderwets taalgebruik: géén pluralis majestatis (gebruik naar hartenlust het woordje ‘ik’), liever geen ‘echter’ (gewoon: maar) en zeker geen ‘doch’ (idem), ‘aangezien’ (omdat), mijns inziens en geen ‘onzes inziens’, gewoon: naar mijn/onze mening of volgens mij/ons) enzovoort. l. Gebruik preciese, niet-verhullende formuleringen. Gebruik zo min mogelijk formuleringen als: ‘legt nadruk/accent op’, ‘richt zich op ….’, ‘staat centraal’, ‘er is sprake van’, ‘(factoren die) een rol spelen’, ‘van invloed zijn op’ enzovoort. m. Gebruik niet het woord waarbij’ om ongelijksoortige beweringen aan elkaar te verbinden. Dit is vaak te vervangen door ‘waarin’ (of door ‘en’ of twee zinnen). Het gebruik van ‘waarbij’ kan bovendien een zekere vaag- en onduidelijkheid met zich meebrengen. Bijvoorbeeld: ‘Eelen (1999) meent dat Youngs schemagerichte therapie daarvan een voorbeeld is, waarbij vergeten wordt dat schema’s louter conceptuele constructies zijn.’ Dit ‘waarbij’ werkt verhullend omdat niet duidelijk is 3
of in het tweede zinsdeel de mening wordt verwoord van de auteur of die van Eelen. Beter is: ‘Eelen (1999) meent dat Youngs schemagerichte therapie daarvan een voorbeeld is en dat vergeten wordt dat schema’s louter conceptuele constructies zijn.’ n. Voorkom nominaliseringen zoveel mogelijk (‘het’ + infinitief). Schrijf niet ‘Cooke wijst op het belang van een actieve opstelling van de therapeut, het leggen van verbanden en het aanbrengen van positieve connotaties.’ Mooier is: ‘Cooke onderstreept hoe belangrijk het is dat de therapeut zich actief opstelt, verbanden legt en positieve connotaties aanbrengt.’ o. Gebruik bij opsommingen ‘en’ of ‘of’. Dus a, b en c dan wel a, b of c. Dus niet: a, b, c. In het laatste geval is het de lezer niet duidelijk of het hier gaat om verschillende elementen of om synoniemen. 7. Literatuurlijst: a. Ga na of de voorletters (wel punten, geen spaties ertussen) en de namen in de juiste volgorde staan. Bijvoorbeeld: Boer, A.B.C. de (1999). TITEL. In P.Q.R. van der Zee (red.), TITEL (pp. xx-yy). Let op de volgorde van steden en uitgevers: Londen: Sage (niet andersom). b. Literatuurverwijzingen in de tekst i. Na de achternaam van de auteur laat u tussen haakjes het jaar van publicatie volgen, bijvoorbeeld: ... waarover Reijzer (1997) reeds ... . Indirecte verwijzingen geschieden aldus: ... door slechts één auteur (Shirk, 1995) is ... . ii. Staat een publicatie op naam van twee auteurs, dan verbindt u de namen door ‘en’: Midden en Bartels (1996), of (Midden & Bartels, 1996). iii. Bij een publicatie door meer dan twee auteurs noemt u de naam van de eerste auteur gevolgd door e.a. (afkortingen als ‘et al.’ en ‘e.a.’ zijn niet toegestaan): Blonk e.a. (1996) of (Blonk e.a., 1996). iv. Voorletters vermeldt u in de tekst slechts wanneer gevaar voor verwarring bestaat, bijvoorbeeld bij meer dan één publicatie in hetzelfde jaar door verschillende auteurs met gelijke achternaam. Haalt u van eenzelfde auteur of groep auteurs meerdere publicaties uit eenzelfde jaar aan, dan onderscheidt u die door middel van de letters ‘a’, ‘b’, enz., direct achter het jaartal: Oei (1989a) of (Oei, 1989a). Naar de pagina’s verwijst u ná vermelding van het jaar: Oei (1989a, pp. 23-24). c. De literatuur waarnaar u in uw tekst hebt verwezen, rangschikt u alfabetisch aan het eind van uw artikel onder het kopje ‘Literatuur’ (dus niet ‘Referenties’). Voorbeelden literatuurlijst: U begint met de achternaam van de auteur, daarna diens voorletters en (tussen haakjes) het jaar van publicatie. Bijvoorbeeld: Bosch, R.J. van den, Louwerens, J.W., & Slooff, C.J. (1994). Behandelingsstrategieën bij schizofrenie. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum. De boektitel wordt gecursiveerd. De plaatsnaam gaat vooraf aan de uitgeverij. Bij een bijdrage aan een bundel wordt niet de titel van de bijdrage maar de titel van de bundel gecursiveerd. Daarna volgen de nummers van de bladzijden die de bijdrage in de bundel beslaat. Brink, L.T. ten, & Veerman, J.W. (1998). Risico- en protectieve factoren in de ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Angst- en stemmingsstoornissen. In J.D. Bosch, H.A. Bosma, R.J. van der Gaag, A.J.J.M. Ruijssenaars & A. Vyt (red.), Jaarboek Ontwikkelingspsychologie, orthopedagogiek en kinderpsychiatrie 3. 4
Handboek psychopathologie deel 1 (pp. 437-453). Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Als het niet gaat om een boek of een bundel maar om een tijdschrift dan worden de naam van het tijdschrift én het jaargangnummer gecursiveerd, niet de titel van het artikel. Alleen de jaargang noemen, niet het issuenummer of de maand. Jaspers, J.P.C. (1997). Whiplash en posttraumatische stressstoornis. Tijdschrift voor Psychotherapie, 23, 5-18. Gedetailleerdere aanwijzingen voor de literatuurlijst zijn hierbij vermeld; zij staan ook vermeld op de binnen(achter)flap van het Tijdschrift: Raadpleeg voor verdere details zo nodig de APA-aanwijzingen. 8. Casuïstiek Auteurs van casuïstiek worden erop gewezen dat voor publicatie van hun artikel niet alleen stilistische en wetenschappelijke normen gelden, maar dat ook aan (beroeps)ethische eisen voldaan moet zijn.
5