Auris so Utrecht. locatie Taalkring. Cooperatief. Voortrekker. Gedreven. Creatief

locatie Taalkring

Auris so Utrecht

Voor er trekk

Cooperatie f

Gedreven f

e i t a e Cr

Schoolgids 2014-2015

Inhoud OPENINGSWOORDJE............................................................. 1 EEN SPECIALE SCHOOL....................................................... 1 KWALITEIT ............................................................................. 2 LEREN OP DEZE SCHOOL ................................................... 2 PROFESSIONEEL TEAM........................................................ 5 PRAKTISCHE ZAKEN ............................................................ 6 SCHOOLREGELS EN AFSPRAKEN .................................... 11 SCHOOLSPECIFIEKE ZAKEN ............................................ 11 BIJZONDERE ACTIVITEITEN ............................................. 11 INFORMATIE OVER HET ONDERWIJS .............................. 12 MET TAAL ONTWIKKEL JE JEZELF ................................... 15 ONZE KIJK OP TAALAANBOD EN TAALONDERWIJS ........ 16 AURIS-VISIE OP ONDERWIJS.............................................. 18 AURIS ZORG ......................................................................... 18 AURIS CURSUSAANBOD ...................................................... 18 SCHOOLKLIMAAT, CODES, PROTOCOLLEN EN BELEID .18 FORMELE ZAKEN................................................................. 19

Uitreiking schoolgids De schoolgids wordt uitgereikt aan de ouders bij inschrijving van de leerling en elk jaar daarop volgend indien de leerling nog op school zit. Woordgebruik Met alle persoonsaanduidingen in deze gids worden zowel mannelijke als vrouwelijke personen bedoeld. Met de term ouders worden ook verzorgers bedoeld. Met de term kind wordt ook het begrip pupil bedoeld. Vaststelling Deze schoolgids is vastgesteld door het bevoegd gezag van de Koninklijke Auris Groep. Het Jaarverslag wordt jaarlijks in de maand mei vastgesteld en kan door derden worden opgevraagd via: [email protected] of men kan de verkorte uitgave inzien via www.aurisjaarverslag.nl.

Auris Taalkring Schoolgids 2014-2015

OPENINGSWOORDJE

EEN SPECIALE SCHOOL

Voor u ligt de schoolgids van Auris Taalkring. Het is een meer complete gids geworden dan vorige jaren, na verwerking van opmerkingen van ouders, personeelsleden en de medezeggenschapsraad. Ook voldoet de gids nu aan de eisen die gesteld worden door de onderwijsinspectie. De gids bevat algemene informatie over cluster 2-onderwijs en natuurlijk locatie-specifieke zaken. De twee scholen voor speciaal onderwijs cluster 2 in Utrecht (Auris Taalkring en Auris Bertha Muller School) zijn inhoudelijk en organisatorisch intensief aan het samen werken om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Sterk op de locaties en sterk in de samenwerking met het reguliere onderwijs. Graag wijzen wij u op onze vernieuwde website, de school kalender en de berichten die u maandelijks van ons ontvangt. Heeft u een vraag of een opmerking, stuur dan een e-mail naar [email protected].

Auris Taalkring maakt deel uit van de Koninklijke Auris Groep. Auris is professioneel partner voor mensen die ondersteuning nodig hebben bij horen, spreken of taal. Op de Auris-scholen zijn leerlingen welkom die een cluster 2-indicatie hebben. Auris Taalkring is speciaal bestemd voor leerlingen tussen vier en twaalf jaar oud met een taalontwikkelingsstoornis (TOS, voorheen ESM) of een stoornis in het autisme spectrum die specifiek leidt tot een communicatieve beperking (ASS). Auris Taalkring heeft een hoofdvestiging in Utrecht en een dependance in Hilversum. In Utrecht bieden wij onderwijs van groep 1 t/m 8, in Hilversum van groep 1 t/m 4.

Namens het team van Auris Taalkring Paul de Haan Directeur

n e k k o r Bet 1

Schoolgids 2014-2015 Auris Taalkring

KWALITEIT

LEREN OP DEZE SCHOOL

Om er achter te komen of Auris Taalkring goed onderwijs aanbiedt, maken we ieder jaar verschillende kwaliteits analyses. Er worden metingen en observaties gedaan, bijvoorbeeld rondom betrokkenheid van de kinderen, les inhoud, klassenmanagement en vorderingen van leerlingen. De bevindingen van de observaties worden samen met de toetsuitslagen van leerlingen gebruikt om analyses te maken van ons onderwijs. Deze analyses worden besproken met de staf en het management. Daaruit komen vervolgens een aantal verbeteren aandachtspunten voort. Deze punten worden samen met de analyses gepresenteerd aan het team. De directeur, het managementteam en de staf schrijven daarna verbeterplannen en voeren deze in. Deze werkwijze komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede.

De doelen van ons onderwijs staan per leerjaar en per vak beschreven in arrangementkaarten. Op zo’n kaart staat uitgelegd waar we aan werken, hoeveel uur we daar aan besteden en welke standaardzorg we bieden. Ouders vragen bijvoorbeeld wel eens aan ons: ‘Krijgt mijn kind geen extra zorg voor spelling want hij is er zo slecht in’. Vaak is ons antwoord dan dat de leerling wel zorg krijgt maar dat dit standaard in ons aanbod is opgenomen en dat op de arrangementkaart te lezen valt wat we doen. De kaarten zijn te vinden op onze website in de map leerlijnen. De vakken technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling worden met name in de bovenbouw aangeboden op vier verschillende niveaus. We noemen zo’n niveau ook wel een leerroute. Voor deze vakken is er per leerroute een aparte arrangementkaart te vinden op de website. Elke leerroute heeft zijn eigen uitstroomperspectief. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld de leerroute ‘basis’ tot een ander eindniveau leidt dan een minimum leerroute.

Alle scholen van de Koninklijke Auris Groep besteden veel tijd aan leerlingenzorg. Iedere school heeft een Commissie van Begeleiding (CvB). De vaste samenstelling op Auris Taalkring is: • teamleider (voorzitter) • intern begeleider • orthopedagogen • vakgroepleider logopedie. Naast deze vaste samenstelling wordt er ook vergaderd met de: • schoolarts • schoolmaatschappelijk werker • kinderoefentherapeut • leerkracht • assistent • teamleider van de bouw. De commissie komt in wisselende samenstelling bijeen voor overleg. De eerste vier genoemde leden van de commissie vergaderen ongeveer één keer in de drie weken. Zij bespreken nieuw ingestroomde leerlingen. Leerlingen die na de zomer van 2014 instromen, hebben een ontwikkelings perspectief (OPP). Dit is vastgesteld door de Commissie van Onderzoek. De Commissie van Begeleiding werkt vervolgens het handelingsgerichte deel van het OPP uit. Vanaf dat moment monitort de Commissie van Begeleiding de ontwikkelingen van het kind en checkt ten minste één maal per jaar samen met de leerkracht en logopedist of het OPP nog klopt of aangepast dient te worden. Zie ook het kopje ‘Ontwikkelingsperspectief’ verderop in deze gids. De schoolarts en de schoolmaatschappelijk werker kunnen aansluiten bij overleg, maar bespreken hun bevindingen meestal apart met de orthopedagogen.

2


Leerroute 1. Gevorderd aanbod: leidt tot uitstroom VMBO-T of hoger Leerroute 2. Basis aanbod: leidt tot uitstroom VMBO beroepsgericht onderwijs Leerroute 3. Minimum aanbod: leidt tot uitstroom VMBO met LWOO Leerroute 4. Kleiner dan minimum: leidt tot uitstroom Praktijk Onderwijs

Niveaus Het komt regelmatig voor dat kinderen op verschillende niveaus werken voor verschillende vakken. Wanneer een kind goed is in lezen en veel moeite heeft met rekenen, kan het zijn dat het voor lezen een hoger aanbod krijgt dan voor rekenen. We houden het aanbod zo hoog mogelijk en zijn alert dat het passend is bij het vastgestelde uitstroom perspectief. Dat is het niveau waarvan we verwachten dat de leerling naar zal uitstromen, op basis van IQ en algemeen presteren. Leerroute 3 en 4 zijn bedoeld voor leerlingen met een zeer hardnekkig leerprobleem of een algehele ontwikkelingsachterstand.

Speciale aanpak Op onze school is het onderwijs standaard orthodidactisch en orthopedagogisch. Dat wil zeggen dat onze medewerkers geschoold zijn in de specifieke aanpak die een kind met taalproblemen vraagt. Het houdt ook in dat onze methodieken waar nodig zijn aangepast, dat de frequentie van de lesuren anders is (veel meer taaluren) en dat de fysieke omgeving is aangepast aan de behoeften van kinderen met een taalstoornis. Tot slot is er nog de begeleiding van de logopedist die het onderwijs speciaal maakt. Toch is er naast deze speciale aanpak nog de mogelijkheid, zij het beperkt, voor extra (individuele) hulp. Die hulp sluit zo veel mogelijk aan bij het onderwijsaanbod in de groep.

Vaak geeft de leerkracht de hulp en wordt hij hierin ondersteund en geadviseerd door de intern begeleider, orthopedagoog, logopedist en/of kinderoefentherapeut. Een enkele keer is het niet mogelijk om aan te sluiten bij het onder wijsaanbod in de groep en dan geven de ondersteunende specialisten of de leerkrachtondersteuner hulp aan het kind. De leerkracht kent het kind echter het beste, dus we streven er naar om hulp zoveel mogelijk binnen de klas te bieden.

Dyslexie Kinderen met een dyslexieverklaring komen soms in aanmerking voor het gebruik van enkele hulpmiddelen, vergoed vanuit de verzekering van de ouders. Op veel scholen krijgen zij extra aanbod van een remedial teacher. Op onze school is hier niet voor gekozen en wel om de volgende reden: kinderen met en taalontwikkelingsstoornis lopen allemaal een groter risico om leesproblemen te ontwikkelen. Wij vinden daarom dat het standaardaanbod al afgestemd dient te zijn op de behoeften van deze groep leerlingen. Het aanbod in de klas is al conform de meest gangbare dyslexie protocollen. Dit houdt in dat wij ook de kinderen zonder officiële verklaring bieden wat op reguliere scholen, vaak door een remedial teacher, geboden wordt aan de groep kinderen met een dyslexieverklaring. Concreet houdt dit onder andere in dat: • we starten met het leesonderwijs in de kleutergroepen • we werken met een multi-sensorieel lesprogramma in de groepen 1, 2, en 3 • we werken met de nieuwste leesmethodes die ruimte bieden om les te geven volgens de nieuwste inzichten en tevens veel differentiaties bieden • we CITO beginnende geletterdheid afnemen voor vroege onderkenning van leesproblemen • we werken in de midden- en bovenbouw met interventie programma’s die leesonderwijs ook bij oudere kinderen zeer gestructureerd aanbieden • we in alle leerjaren veel meer uren leesonderwijs op het rooster hebben staan dan op een reguliere school. • logopedisten een aandeel kunnen hebben in het begeleiden van leerlingen op het gebied van leesvoor waarden • leerkrachten ondersteuning krijgen bij het geven van leesonderwijs door de intern begeleider, logopedist, orthopedagoog, leerkrachtondersteuner en eventueel externe experts. Een dyslexieverklaring aanvragen, kan nuttig zijn voor zorg buiten de school of voor het voortgezet onderwijs. Het krijgen van specialistische hulp op onze school is echter niet afhankelijk van het al dan niet hebben van een dyslexie verklaring.

De lesstof In onze lessen gebruiken wij diverse methodes. De meeste methodes zijn ook in het reguliere basisonderwijs gangbaar.

We kiezen hier bewust voor om een eventuele overstap naar het reguliere onderwijs te vergemakkelijken. We ontkomen er echter niet aan om deze methodes aan te passen aan de mogelijkheden van onze kinderen. De methodes dienen als basis, maar we hebben wel een aangepast programma waar dat nodig is.

Lezen Voorbereidend lezen aanvankelijk leesonderwijs (groep 1 en 2): • Klankkast (aangepast) • Spreekbeeld Spreekbeeld en klankkast kunnen worden ingezet voor kinderen die problemen hebben met het lezen-spellen. Kinderen leren letters met behulp van een plaatje, een gebaar, een verhaaltje of rijmpje en een geluid. Alle zintuigen worden geprikkeld en geactiveerd. Bijvoorbeeld bij de letter ‘k’ van ‘knip’, vormen de kinderen de letter met hun vingers, en maken dan een knipbeweging. Tegelijk zeggen ze ‘k,k,k,k’. Ze zien ook een plaatje van een schaar waar de letter ‘k’ duidelijk in is geschreven. Tot slot kunnen ze de klankkast gebruiken om verschillende spelletjes te doen waarbij deze letter centraal staat. Zo wordt op een speelse manier de letter goed ingeoefend. Aanvankelijk lezen (groep 3 en 4): • Spreekbeeld • Veilig Leren Lezen Voortgezet leesonderwijs (groep 4 tot en met 8): • Leeslijn • SLIM SLIM is een programma voor leerlingen die veel moeite hebben met leren lezen en die de motivatie om het nog te leren grotendeels zijn verloren. Het programma sluit aan bij de uitgangspunten van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor het Speciaal (Basis)onderwijs.

Schrijven Aanvankelijk schrijfonderwijs: • Schrijfatelier • Novoscript Voortgezet schrijfonderwijs: • Novoscript

Rekenen Aanvankelijk rekenonderwijs: • Wereld in Getallen

Spelling en stellen Aanvankelijk spellingonderwijs: • Veilig Leren Lezen (geïntegreerd) Voortgezet spellingonderwijs: • Woordbouw 3


Grammatica Voortgezet schriftelijk taalonderwijs: • Taalverhaal (groep 5 t/m 8)

Begrijpend lezen • Veilig leren lezen (groep 3) • Humpie Dumpie (groep 4) • Nieuwsbegrip (groep 5 t/m 8)

Wereldoriëntatie en Taalonderwijs (WOT) • Auris Taalkring heeft de lessen over wereldoriëntatie gekoppeld aan de taallessen Eigenlijk verkennen we de wereld middels taal, en breiden we de taal uit door de wereld te verkennen. We doen dit thematisch en noemen dit WOT. Met name in de onderbouw staan de taaldoelen centraal en in de bovenbouw komen meer en meer de doelen van wereldoriëntatie centraal te staan. De wereld oriënterende doelen zijn onderverdeeld in zeven gebieden: aardrijkskunde, geschiedenis, samenleving, techniek, milieu, gezond & redzaam gedrag en natuuronderwijs. De logopediste en de leerkracht werken intensief in de groep samen.

Verkeer • Vanaf groep 3 krijgen de kinderen verkeerslessen. Helaas is het niet mogelijk deel te nemen aan het landelijk verkeersexamen omdat maar weinig kinderen met de fiets kunnen komen.

Topografie • Vanaf groep 5 krijgen de kinderen aparte topografielessen. Het is mogelijk dat zij hier huiswerk voor krijgen.

Engels • Vanaf groep 7 krijgen de kinderen Engelse les. Dit vak wordt gegeven op het niveau van groep 5 en 6 van het reguliere onderwijs.

Sociaal emotionele ontwikkeling • Kanjertraining (groep 1 t/m 8) Scholen kunnen met de Kanjertraining op een effectieve manier zorgen voor een veilig klimaat waarin leerlingen respectvol met elkaar omgaan. Daarnaast kunnen ouders met hun kind de Kanjertraining volgen op psychologen praktijken. De Kanjertraining blijkt effectief zelfwaardering te verbeteren en problemen zoals pesten te verminderen. De Kanjertraining heeft een degelijke oplossing ontwikkeld voor sociale problematieken zoals die zich voordoen in het onderwijs. Daarmee is sociaal wangedrag overigens nooit volledig uit te bannen. Leerkrachten, school, de ouders, het openbaar gezag, zullen altijd alert moeten blijven. Negatief gedrag zoals intimidatie en pesterijen spelen zich bij voorkeur af achter de rug van degene die in staat is in te grijpen. De aanpak van grensoverschrijdend gedrag vereist daarom een duidelijk en helder schoolbeleid dat 4


enerzijds grensstellend is maar anderzijds oog heeft voor de fundamentele eenzaamheid van deze kinderen. Binnen de Kanjertraining en dus ook binnen onze school gelden enkele basisregels: • niemand speelt de baas • niemand doet zielig • we lachen elkaar niet uit • we helpen elkaar • we vertrouwen elkaar.

Dagindeling Een dag in de onderbouw De onderbouw bestaat uit de groepen 1, 2, 3 en 4. Een dag in een kleutergroep verloopt natuurlijk anders dan een dag in een hogere groep. Toch zijn er ook veel overeenkomsten. De kinderen van de kleutergroepen kunnen bij aankomst op school direct naar binnen. De andere kinderen halen we van het schoolplein op, nadat de bel is gegaan om 8.40 uur. De kinderen pakken zelf hun tas uit. Het eten en drinken en de contactmappen hebben allemaal een vaste plek in het lokaal en de jassen gaan in een luizentas. Bij binnenkomst ligt er een werkje op de tafels van de kinderen. Dit moet eerst afgemaakt worden voordat er bij de kleuters gespeeld mag worden. Dit helpt de kinderen rustig de dag te starten. Uiteraard beginnen we met werkjes op beheersingsniveau van de kinderen en krijgen ze niet direct heel grote uitdagingen. Ook in groep 3 ligt een werkje op de tafel om rustig mee te kunnen starten. De dag begint daarna in de hele bouw met de dagopening. We verwelkomen alle kinderen en daarna neemt de leerkracht de dag door met behulp van picto grammen. Iedereen weet dan wat er die dag gaat gebeuren en dat geeft een veilig gevoel. ’s Morgens zijn er twee werkblokken en tussendoor gaan de kinderen buiten spelen op het onderbouwplein. Tussen de middag gaan de kinderen eerst naar buiten en daarna gezamenlijk eten in de groep, of andersom. Kleuters spelen vaker buiten dan de overige groepen in de onderbouw. Het middagprogramma start om 13:00 uur en om 15:15 uur staan de taxi’s buiten te wachten om de kinderen naar huis te brengen. Bij de kleuters ligt het accent van de dag op taalonderwijs, maar ook op het werken met thema’s, ontluikende geletterd heid, tel- en rekenspelletje, het ontwikkelen van de fijne en grove motoriek, de sociaal emotionele ontwikkeling en de creatieve vorming. In de overige groepen van de onderbouw, vanaf groep 3, ligt het accent uiteraard op taalonderwijs, maar ook op de vakken technisch lezen, schrijven en rekenen. Later in het jaar komt daar het vak spelling bij en in groep 4 ook nog het vak begrijpend lezen. Contact met ouders is belangrijk. Aan het einde van de dag gaat het contactschrift mee naar huis. Ouders kunnen dan lezen wat het kind op school heeft gedaan en zij kunnen zelf iets aan de leerkracht schrijven. Het is echter helaas niet

en v e r d e G mogelijk iedere dag voor alle leerlingen iets te schrijven. Aan het eind van iedere week krijgen de kleuters een weekverslag mee naar huis. Een dag in de midden- en bovenbouw De middenbouw bestaat uit de groepen 5 en 6 en de bovenbouw uit de groepen 7 en 8. Structuur en regelmaat is wat telt. Het rooster van de week hangt aan de muur, elke dag heeft een kleur en de maandkalender staat op elk bord. De pictogrammen, die we veel in de onderbouw gebruiken, worden steeds meer vervangen door geschreven tekst. Het bevorderen van de zelfstandigheid is belangrijk. De weektaak staat hierin centraal. Aan het begin van de week wordt deze uitgedeeld. De kinderen plannen, na de klassikale uitleg, zelf de activiteiten van de weektaak. De kleuren van de dagen spelen hierbij een rol. De activiteit krijgt de kleur van de dag waarop de leerling deze wil uitvoeren. Op de weektaakuren werken de kinderen zelfstandig aan de weektaak. Naast de weektaak worden er ook lessen gegeven. De lessen die in deze bouwen op het rooster staan zijn rekenen, technisch lezen, spelling, begrijpend lezen, schrijven, hand vaardigheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, gym, muziek, schriftelijke taal en WOT.

In groep 7 en 8 krijgen leerlingen ook nog Engels en de lessen worden rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling een periode uitgebreid met lessen ‘Kom op voor jezelf’. Tijdens deze lessen staat het vergroten van de weerbaarheid centraal. De lessen worden gegeven door personeel van de GG&GD. De leerlingen werken bij rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling binnen hun eigen leerroute. Sommige lessen worden ‘groepsdoorbroken’ aangeboden. Dit doen we zodat we meer niveaus kunnen aanbieden. Voor gymnastiek en voor muzieklessen zijn er vakleer krachten. Wereldoriëntatie bieden we thematisch aan, in combinatie met taalonderwijs (WOT). De leerlingen zijn enkele weken met één thema bezig. Het woordenschatonderwijs speelt hierin ook een grote rol. De kinderen leren nieuwe woorden, die met het thema te maken hebben. De WOT-lessen worden vaak door de leerkracht en logopedist samen uitgevoerd. Verder is er voor de logopedist naast deze lessen ook tijd om individueel of in kleine groepen met enkele leerlingen aan het werk te gaan.

PROFESSIONEEL TEAM Op onze school werkt een professioneel team samen aan onderwijs en zorg voor elke leerling. Alle medewerkers zijn 5


nauw betrokken bij de vormgeving van het onderwijs. De namen van de medewerkers vindt u in de schoolkalender.

Directeur De directeur van Auris Taalkring is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken op school. Samen met de overige leden van het managementteam (directie en teamleiders) schrijft hij het plan voor het onderwijs. Hierin is te lezen hoe de school het onderwijs organiseert, wat de inhoud is en hoe de zorg voor de leerlingen is ingericht.

Teamleider Auris Taalking heeft drie teamleiders. Zij hebben ieder een afdeling van de school onder zich en zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid en het personeel binnen de afdeling. Iedere teamleider heeft een speciaal aandachtsgebied binnen de school. Denk aan zorg, organisatie, personeel en afdelingen. De taken worden jaarlijks binnen het managementteam verdeeld.

Leerkracht

school belt, krijgt u één van de medewerkers aan de telefoon. Zij kunnen veel van uw vragen beantwoorden of verbinden u door met de juiste persoon.

Conciërge De conciërge ondersteunt de medewerkers. De taken zijn vooral huishoudelijk en de conciërge zorgt voor klein onderhoud in het gebouw.

Orthopedagoog De orthopedagoog ondersteunt de leerkrachten bij de begeleiding van de kinderen. Zij doet observaties, diag nostiek en ondersteunt bij behandeling of verwijzing naar externe instanties. We nemen altijd contact met u op als we de orthopedagoog inzetten bij de begeleiding van uw kind.

Psychologisch assistent De psychologisch assistent heeft als hoofdtaak leerlingen te onderzoeken voor bijvoorbeeld de aanvraag van een herindicatie of een verwijzing.

De leerkracht is de eerstverantwoordelijke voor de groep leerlingen. De leerkracht zorgt voor de didactische en pedagogische leerlijnen in de groep en geeft onderwijs aan leerlingen. De leerkracht kan ondersteuning vragen van verschillende medewerkers van Auris Taalkring.

Schoolmaatschappelijk werker

Intern begeleider

Kinderoefentherapeut

De intern begeleider neemt deel aan de commissie van begeleiding, overziet voortgang van leerlingen en groepen, adviseert leerkrachten over de begeleiding van leerlingen, adviseert het managementteam omtrent onderwijs vernieuwingen, houdt contact met andere scholen en samenwerkingsverbanden en begeleidt leerkrachten bij het voeren van oudergesprekken.

Kinderoefentherapie is er voor kinderen met motorische problemen zoals evenwichtsproblemen, vaak vallen en niet op één been kunnen staan. Ook voor kinderen die moeite hebben met grof-motorische handelingen zoals fietsen, zwemmen, rennen, springen, klimmen en klauteren. Of voor kinderen met fijn-motorische problemen zoals moeite hebben met knutselen, het handschrift en dergelijke. Het initiatief om een kind aan te melden voor kinderoefentherapie kan zowel vanuit de ouders als school komen. Uiteraard gebeurt dit altijd in samenspraak; zowel de leerkracht als de ouders moeten achter het starten van kinderoefentherapie staan. Daarnaast is er een verwijzing van de huisarts nodig. Na aanmelding zal er eerst motorisch onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek en de behandelingen vinden plaats onder schooltijd en vallen financieel onder de verantwoordelijkheid van de ziektekostenverzekering.

Vakleerkracht Op school hebben we vakleerkrachten voor muziek en bewegingsonderwijs.

Logopedist De logopedisten begeleiden de kinderen op het gebied van spraak, taal en communicatie. Die begeleiding van de leerling kan bestaan uit: • onderzoek • wekelijkse groepslessen • individuele behandeling (vooral bij de jongste kinderen).

Onderwijsassistent en leerkrachtondersteuner Leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten ondersteunen de leerkracht bij het dagelijkse werk in de groepen.

Administratief medewerker Bij de administratie kunt u terecht voor alle formulieren, betalingen en informatie over Auris Taalkring. Als u de 6


U kunt altijd contact opnemen met de maatschappelijk werker bij problemen die met school te maken hebben. U kunt hiervoor bellen met onze administratie. Alle gesprek ken met de maatschappelijk werker zijn vertrouwelijk.

PRAKTISCHE ZAKEN Adreslijsten kinderen Aan het begin van het schooljaar krijgt u een overzicht met de namen en adressen van de leerlingen uit de betreffende groep. We vragen u van te voren toestemming om het adres en telefoonnummer door te geven aan andere ouders uit de groep. Geheime telefoonnummers worden nooit doorgegeven.

Bereikbaarheid ouders Het is belangrijk dat we u in noodgevallen kunnen bereiken. Wij vragen u dan ook om een ‘noodnummer’ op te geven op school. Bij verandering van telefoonnummers rekenen wij er op dat u die verandering ook tijdig doorgeeft aan school, zodat wij u altijd kunnen bereiken. Wij weten ook graag uw ziektekostengegevens. Jaarlijks vragen wij alle ouders persoonlijke gegevens te controleren en eventuele wijzigingen door te geven.

Contacten met de school De leerling volgen Bij aanvang van het schooljaar krijgen ouders van zittende leerlingen het ontwikkelingsperspectief (OPP) mee. Hierin staat beschreven waar we het komend jaar aan gaan werken. In diezelfde maand is er een bijeenkomst voor ouders waarin wordt uitgelegd wat er dat jaar in de groep allemaal gaat gebeuren. Het is belangrijk voor ouders om hier ieder jaar weer bij aanwezig te zijn. Los van alle informatie is het ook een mooie gelegenheid om andere ouders te ontmoeten. In de loop van het schooljaar krijgen ouders een aantal keer zowel mondelinge als schriftelijke informatie over hoe hun kind zich ontwikkelt. Tussendoor kan er altijd contact worden opgenomen of een extra afspraak worden gemaakt. • Aan het begin van het schooljaar ontvangen ouders het ontwikkelingsperspectief. Dit is alleen aangevuld met een individueel handelingsplan indien de onderwijsbehoeften buiten het standaard orthodidactisch en orthopedagogisch aanbod valt. Indien u zelf aanvullingen heeft, worden deze in het ouderdeel van het document opgenomen. • Rond november voeren we het eerste voortgangsgesprek met ouders. Leidraad voor dit gesprek is het ontwik kelingsperspectief van het kind. • De dag vóór de kerstvakantie krijgen de kinderen een kindgericht rapport. Dit rapport biedt ook ouders informatie, maar de toon is kindgericht. We voeren daarom ook geen rapportgesprek over dit document. • In januari worden alle kinderen getest met Cito. In februari krijgen ouders daar de uitslag van en verwerken wij onze observatiegegevens en testgegevens in een tussentijdse evaluatie van het ontwikkelingsperspectief. Er vindt nu geen bijstelling plaats van het document in zijn geheel. Indien de ouders aanvullingen hebben, worden deze in het ouderdeel opgenomen. • Deze en andere bevindingen worden met de ouders besproken rond maart, in het tweede voortgangsgesprek. • Tot slot eindigen we het jaar weer met Cito-toetsen. Deze worden verwerkt in de laatste evaluatie van het ontwikkelingsperspectief. Dit bespreken we met de ouders in het afsluitende jaargesprek. • Na dit gesprek wordt het ontwikkelingsperspectief in zijn geheel aangepast voor het nieuwe schooljaar. • Op de laatste dag van het schooljaar krijgen de kinderen weer een kindgericht rapport mee. • Ouders van kleuters en van alle nieuwe kinderen krijgen een uitnodiging voor een klassenbezoek.

Nieuwsbrief Zes keer per jaar komt de nieuwsbrief uit. Hierin staat informatie over de school, over de thema’s, over bijzondere gebeurtenissen. Ook kunt u hier de nieuwste ontwikkelingen over Passend Onderwijs lezen. Gescheiden ouders Niet alle ouders van onze leerlingen wonen bij elkaar. Voor de school zijn beide ouders onze gesprekspartners, tenzij anders door een rechter is besloten. Wij gaan er in principe van uit dat ouders zelf de verantwoordelijkheid nemen om elkaar te informeren. Mocht dit niet lukken dan zullen wij ons best doen om de juiste informatie aan beide ouders te geven. Klachten De meeste contacten tussen ouders en school zijn positief, maar soms kan er wel wat mis gaan. Het is goed om van te voren af te spreken hoe het contact verloopt bij een klacht. Alle procedures zijn binnen Auris vastgelegd en staan op de website www.auris.nl of u kunt de klachtenregeling aanvragen op school. Website Een andere manier om op de hoogte te blijven van wat er allemaal op school gebeurt en speelt, is het lezen van de website: www.detaalkring.nl. Op deze website vindt u ook de routebeschrijving naar onze school. Contactschrift Contact met ouders is belangrijk. Aan het einde van de dag gaat het contactschrift mee naar huis. De ouders kunnen dan lezen wat hun kind op school heeft gedaan en zij kunnen zelf iets aan de leerkracht schrijven. De oudste kinderen gebruiken een agenda. Koffieochtend Eén keer per maand organiseren we een koffieochtend. Dit is een informeel moment waarop ouders hun kind naar school kunnen brengen en daarna welkom zijn om koffie te drinken. Ze kunnen zo andere ouders ontmoeten. Bereikbaarheid School is telefonisch bereikbaar. De administratie zal u in de meeste gevallen te woord staan. U kunt uw kind ziekmelden bij de administratie. Dit kan vanaf 8 uur ’s morgens. Het telefoonnummer is: (030) 266 08 75

Dossier Van elke leerling is een dossier aanwezig. Het dossier is alleen toegankelijk voor medewerkers van de school die met de leerling werken, de scholleiding en de inspectie. Ouders hebben inzagerecht in het dossier. Hiervoor kunnen zij een afspraak maken met de teamleider of directeur. Gegevens over leerlingen geven we alleen aan derden na schriftelijke toestemming van de ouders. 7


Lesroosters, onderwijstijd en regeling bij lesuitval De kinderen werken volgens een vaststaand lesrooster. Deze wordt ondersteund met picto’s of geschreven tekst. De kinderen weten dus de hele dag wat er van hen verwacht wordt. De kleuters zijn veertien woensdagen per jaar vrij omdat ze anders teveel onderwijsuren maken. Twee keer per jaar monitoren wij de effectieve leertijd. We evalueren dit met het team. Er is beleid op lesuitval die ontstaat door bijvoor beeld uitjes of andere sociale activiteiten. We proberen lesuitval zoveel mogelijk te beperken. Uitjes vinden in de regel pas plaats nadat de hoofdvakken (lezen, rekenen) zijn geweest. In de groepen werken we met een Eerste Hulp Bij Inval (EHBI) map. Hier zit werk in voor de kinderen op niveau wat ze in principe zelfstandig kunnen maken. Invallers kunnen zo altijd direct aan de slag met een groep.

Lichamelijke opvoeding en gymkleding Alle groepen krijgen twee keer per week gymles van de vakdocent. Ze dragen hierbij gymkleding en gymschoeisel. Voor de kleuters blijven deze gymkleren op school. Rond iedere vakantie gaan ze mee naar huis om gewassen te worden. Oudere kinderen nemen op de dag dat ze gymnastiek hebben zelf hun gymkleding mee.

naar de EHBO van een ziekenhuis of bellen 112. Er wordt dan ook gelijk contact met ouders opgenomen. Bij toelating krijgt u een formulier waarop u belangrijke medische zaken kunt aangeven die voor ons van belang zijn en telefoonnummers waarop u altijd te bereiken bent. Het is de verantwoording van de ouders om wijzigingen door te geven.

Ouderparticipatie Naast betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kinderen, kunnen zij ook actief deelnemen aan activiteiten op school. Dat kan bijvoorbeeld als hulpouder tijdens activiteiten en vieringen, als actief lid van de ouderraad (OR), maar ook in formele zin, als lid van de medezeggenschapsraad (MR). Deze vorm van betrokkenheid noemen we ouderparticipatie. Dat is iets anders dan ouderbetrokkenheid, waarbij het vooral gaat om partner schap tussen ouders en school om de ontwikkeling van de leerling te stimuleren.

Ouderraad en vrijwillige bijdrage

In de medezeggenschapsraad (MR) overleggen ouders en medewerkers van de school over allerlei zaken die belangrijk zijn voor de school en het kind. Het gaat dan vooral om beleid. Op Auris-niveau is er ook een gemeenschappelijke mede zeggenschapsraad (GMR) georganiseerd, die zaken bespreekt die schooloverstijgend zijn. De MR en de GMR hebben adviesrecht en/of instemmingsrecht over verschillende schoolzaken, zoals het schoolplan, de begroting, de formatie, de schoolgids etc. Voor meer informatie over de mede zeggenschapsraad verwijzen wij naar de namen van de MRleden in de schoolkalender.

De ouderraad is er voor ouders en school, maar natuurlijk vooral voor de kinderen. De belangrijkste taak van de ouderraad is het behartigen van de belangen van ouders en kinderen. Daarnaast organiseert de ouderraad allerlei activiteiten met Sinterklaas, Kerst en Pasen. Ook het jaarlijkse Pleinfeest wordt georganiseerd door de ouderraad. Elk jaar wordt de ouderbijdrage vastgesteld. Deze ouder bijdrage is vrijwillig, maar zeer welkom. De ouderbijdrage voor dit schooljaar is € 29,50. Met het geld van de ouderbijdrage kan de ouderraad leuke dingen doen voor de kinderen zoals cadeautjes met Sinterklaas, klassengeld, school versieren rond feestdagen, cadeautje voor de schoolverlaters en nog veel meer. Natuurlijk kan de ouderraad bij de activiteiten niet zonder de hulp van de ouders. Daarom krijgt u aan het begin van het schooljaar een lijst waarop u kunt invullen wanneer u zou willen helpen. Als u vragen hebt voor de ouderraad kunt u mailen naar [email protected]. Mail gerust: de ouderraad is er voor u.

Mobieltjes

Overblijven

We begrijpen dat (oudere) leerlingen een mobieltje op zak hebben als ze bijvoorbeeld op de fiets naar school komen. Tegenwoordig nemen steeds meer kinderen een mobieltje mee naar school. We maken daar afspraken over. Regel is dat de mobieltjes uitgaan zodra leerlingen op school komen. Het is op eigen risico om een GSM mee naar school te nemen. De school is niet verantwoordelijk voor vermissing en/of vernieling.

De kinderen blijven de hele dag op school. Ze eten en drinken in hun eigen klas met hun eigen leerkracht. Ze nemen hiervoor zelf brood, fruit en drinken mee. Ouders hebben de keuze om hun kind op school schoolmelk te laten drinken. Dit kunt u doorgeven via de website van Campina. De conciërge deelt voor de pauzes deze schoolmelk rond. Er zijn drie eetmomenten op een dag: in de ochtendpauze, tijdens de lunch en aan het eind van de dag. Na het eten en drinken gaan de kinderen naar buiten. Ze spelen dan op het plein en de pleinwacht houdt toezicht.

Medezeggenschap

Ongevallen en medische gegevens Waar kinderen spelen en sporten kunnen ongelukjes gebeuren. Meestal is de wond schoonmaken en een pleister erop plakken voldoende. Als wij vinden dat een huisarts uw kind moet zien, bellen wij u op. In ernstigere gevallen waarbij acute zorg van medisch specialisten nodig is, gaan wij direct 8


Schoolfotograaf Eén keer per jaar komt de schoolfotograaf bij ons op school. Meestal is dit in het voorjaar. De exacte datum kunt u lezen in de schoolkalender.

Schoolkalender Bij deze schoolgids hoort nog een bijlage: de schoolkalender. Deze schoolkalender wordt in de eerste week van het nieuwe schooljaar aan de kinderen meegegeven. In deze kalender is allerlei informatie over dat schooljaar lezen. Ook staan alle belangrijke data hierin vermeld, wanneer het vakantie is of wanneer er een studiedag is. Verder staat er ook altijd informatie in over de activiteiten die er voor de kinderen dat jaar worden georganiseerd zoals de sportdag, het pleinfeest, het sinterklaasfeest en kerst.

Schooltijden, pauzetijden, vakanties, vrije dagen, studiedagen Schooltijden De lessen starten iedere dag om 8.45 uur. Om 15.15 uur gaat de school uit. Op woensdag is dat om 12.30 uur. Pauzetijden De kleuters hebben pauze van 10.00 tot 10.30 uur en eten zij van 10.30 tot 10.45 uur. In de middag hebben de kleuters pauze van 12.00 tot 12.30 uur en eten zij van 12.30 tot 12.45 uur. De onderbouw (groepen 3 en 4) eet en drinkt in de ochtend van 10.15 tot 10.30 uur en de kinderen hebben speelkwartier van 10.30 tot 10.45 uur. Tussen de middag eten de kinderen van 12.15 tot 12.30 uur en gaan ze naar buiten van 12.30 tot 13.00 uur.

f e i t a e r C De bovenbouw (groep 5 t/m 8) heeft van 10.15 tot 10.30 uur speelkwartier; de kinderen eten en drinken iets op het plein. Tussen de middag gaan de kinderen naar buiten van 12.00 tot 12.30 uur en eten en drinken zij van 12.30 tot 12.45 uur. Vakanties 2014-2015 Herfstvakantie 20-10-14 t/m 24-10-14 Kerstvakantie 22-12-14 t/m 02-01-15 Krokusvakantie 23-02-15 t/m 27-02-15 Pasen 03-04-15 t/m 06-04-15 Tulpvakantie 27-04-15 t/m 08-05-15 Hemelvaartvak 14-05-15 t/m 15-05-15 Pinksteren 25-05-15 Zomervakantie 13-07-15 t/m 21-08-15 Er zijn zes studiedagen in schooljaar 2014-2015. Deze worden vermeld in de schoolkalender. De kleutergroepen zijn veertien keer op een woensdag vrij. Ook deze dagen staan in de kalender.

Schoolverzuim en verlof Ziekmelden en afmelden Als uw kind later of helemaal niet naar school komt, 9


r

e k k e r t Voor

verwachten we daarover zo snel mogelijk een bericht. Graag vóór 8.30 uur. Dat is belangrijk omdat we dan weten waar de leerling is. U licht zelf het vervoerbedrijf in dat uw kind niet gehaald hoeft te worden. Als de leerling een besmettelijke ziekte heeft, is het belangrijk dit te vermelden.

Verlof De leerplichtwet (wet 22A in ons handboek) geeft aan dat de directeur van de school beperkte mogelijkheden heeft om verlof buiten de schoolvakanties te verlenen. Verlof betekent: vrijstelling van (geregeld) schoolbezoek. Een verlofaanvraag doet u schriftelijk bij de directeur. • Religieuze feestdagen (twee dagen van tevoren melden aan de directeur). • Aard van het beroep van (één van) de ouders. Voor vakantiedoeleinden mag volgens de leerplichtwet slechts in één geval buiten de officiële vakanties vrij worden gegeven. Dit is als door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders, het gezin niet ten minste twee 10


weken in een schoolvakantie met vakantie kan. Alleen in dat geval mag er één maal per jaar voor ten hoogste tien dagen vrij worden gegeven door de directeur van de school. Deze dagen mogen niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar vallen. Bij de aanvraag hoort een werk geversverklaring. • Gewichtige omstandigheden: ernstige ziekte, overlijden, begrafenis van bloedverwanten, huwelijk van familie in de eerste en tweede graad, verhuizing van het gezin naar een andere gemeente, gezinsuitbreiding. Dit verlof kan door de directeur voor ten hoogste tien dagen per jaar verleend worden. • Wanneer er gebruik gemaakt moet worden van extra verlof, dient dit zo vroeg mogelijk bij de directeur van de school te worden aangevraagd; acht weken van tevoren. • Buiten de hier aangegeven kaders is de leerplichtwet een wet van bijzonder strafrecht en moet de directeur bij verzuim melding maken bij de leerplichtambtenaar. • Uitzonderlijke bepalingen voor jonge kinderen, bepalingen bij schorsing en vanzelfsprekende gevallen als ziekteverlof laten we hier buiten beschouwing. Voor het aanvragen van verlof buiten de vakantieperiodes dient u een aanvraagformulier in te vullen. Dit formulier is verkrijgbaar bij de administratie van onze school.

Het Suikerfeest en het Offerfeest zijn geen officiële vrije schooldagen. Wij respecteren deze belangrijke islamitische feestdagen echter wel. Er hoeft hiervoor geen verlofaanvraag te worden ingediend. Wel is het nodig de leerkracht mini maal drie dagen ervóór op de hoogte te brengen van de afwezigheid van de leerling.

Vervoer leerlingen en verkeer rond de school Als het kind in de directe omgeving van de school woont, moet de ouder zelf voor vervoer zorgen. Kinderen kunnen ook met een taxi of busje worden gehaald. Dit moet de ouder elk jaar opnieuw aanvragen bij de afdeling onderwijs van de gemeente waar het kind woonachtig is. Voor meer informatie hierover neemt u contact op met de school. De taxibusjes parkeren aan de achterkant van de school. Hier is een doodlopende straat waar voldoende ruimte is voor de busjes om de kinderen te brengen en te halen. Bij het hek staat een taxiwacht. Deze zorgt ervoor dat de kinderen op het plein aankomen en er niet meer vanaf gaan. Jonge kinderen worden door de taxichauffeur in de school gebracht. Als alle kinderen binnen zijn, gaat het hek op slot. Om kwart over drie gaat het hek weer open. Pas dan mogen de kinderen naar hun taxi gaan. Ook dit gebeurt onder toezicht van de taxiwacht. Kinderen die zelf op de fiets komen, kunnen hun fiets plaatsen in de daarvoor bestemde rekken. Deze staan naast het hek van de taxiwacht. Ouders die kinderen zelf halen en brengen, zetten bij het hek van de taxiwacht hun kind op het plein af en na schooltijd wachten ze het kind daar weer op.

Verzekeringen en aansprakelijkheid Het bestuur van de Koninklijke Auris Groep heeft een verzekering afgesloten waar in geval van ongevallen tijdens schooltijd een beroep op gedaan kan worden. Deze verzekering is afgesloten voor alle leerlingen en mede werkers van de scholen van de Koninklijke Auris Groep. De school heeft ook een wettelijke aansprakelijkheids verzekering (WA). De school is alleen aansprakelijk bij duidelijk verwijtbaar gedrag. Wilt u in dergelijke gevallen de schade op de school verhalen, dan dient u hiervan direct melding te maken bij de teamleider. Een eigen verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid is, naar onze ervaring, heel belangrijk. De school gaat er vanuit dat u voor uw gezin een WA-verzekering hebt afgesloten. Het komt wel eens voor dat leerlingen spullen op (weg naar) school kwijtraken. Alle spullen worden voor eigen risico meegenomen en de school is niet aansprakelijk voor vermissing. Raadgevingen om vermissing te voorkomen: • laat waardevolle spullen thuis! • zet de naam van uw kind in jassen, tassen, sportkleding enzovoort • controleer geregeld of uw kind alles nog heeft • als er toch spullen worden vermist, bel dan direct naar school; uiteraard worden gevonden voorwerpen bewaard.

Vuurwerk Leerlingen mogen geen vuurwerk meenemen naar school.

SCHOOLREGELS EN AFSPRAKEN Binnen Auris Taalkring gelden enkele basisregels: • niemand speelt de baas • niemand doet zielig • we lachen elkaar niet uit • we helpen elkaar • we vertrouwen elkaar.

SCHOOLSPECIFIEKE ZAKEN Krachttraining Situaties en gebeurtenissen in het leven van een kind of een jongere zijn van invloed op de ontwikkeling. Soms ontstaan er problemen op sociaal-emotioneel gebied. Het is prettig als daarover kan worden gepraat en gewerkt in een veilige omgeving. Auris biedt deze mogelijkheid middels Krachttraining, een vorm van sociaal-emotionele hulpverlening. De Krachttrainers zijn opgeleid tot integratief Kinder- en Jeugdtherapeut. Krachttraining gaat uit van kortdurende, individuele behandeling. Ouders kunnen hun kind bij Auris telefonisch (030- 634 06 25) of per mail aanmelden ([email protected]). Voor uitgebreide informatie verwijzen wij u naar onze folder die te verkrijgen is op school, via de leerkracht of intern begeleider.

BIJZONDERE ACTIVITEITEN Op school hebben we naast de reguliere vieringen nog een aantal bijzondere activiteiten. Deze activiteiten worden hoofdzakelijk vormgegeven en mogelijk gemaakt door de Ouderraad.

Maandsluiting Iedere groep heeft één keer per jaar, op een vrijdagmiddag, de taak om de maandsluiting voor de ouders te verzorgen. Ouders worden dan uitgenodigd om naar het optreden van hun kind te komen kijken. Meestal staat het optreden in het teken van het WOT-thema dat op dat moment leeft.

Pleinfeest Ieder jaar is er een pleinfeest. Er zijn dan allerlei activiteiten in en rondom de school. Ouders spelen hierbij een heel belangrijke rol. 11


Schaatsen De groepen 5, 6 en 7 gaan in de winter drie middagen per jaar naar de ijsbaan. Ze krijgen dan schaatsles. Deze serie lessen wordt afgesloten met een Elfstedentocht. Ouders zijn altijd van harte welkom om op de ijsbaan te komen kijken.

Schoolvoetbaltoernooi Onze eindschoolverlaters doen mee aan het schoolvoetbal toernooi georganiseerd voor de scholen voor speciaal onderwijs in de stad Utrecht.

Sportdag Eén keer per jaar is er sportdag. Deze wordt gehouden op de atletiekbaan in Overvecht, bij de Vechtse banen. Kinderen trainen voorafgaand aan deze dag bij de vakleerkracht alle elementen. Aan het eind van de dag ontvangen de kinderen een diploma met daarop hun behaalde resultaten.

groepsindeling maken we aan het einde van het schooljaar bekend in de ‘Nieuwsbrief Extra’. Auris Taalkring werkt met een onderbouw, een middenbouw en een bovenbouw. In de onderbouw zitten leerlingen tot ongeveer acht jaar (groep 1 tot en met 4). In de middenbouw zitten leerlingen van ongeveer acht tot tien jaar (groep 5 en 6) en in de bovenbouw zitten leerlingen van ongeveer tien tot en met twaalf jaar (groep 7 en met 8). De nummering van de groep verwijst naar het leerjaar en is vergelijkbaar met het reguliere onderwijs. De leerstofbeheersing van onze leerlingen is vaak gemiddeld iets lager. Dat geldt niet voor alle leerlingen en voor alle vakken. Zo kan het zijn dat een leerling uit groep 5 rekent in het leerboek van groep 4, maar leest op het niveau van groep 5.

Grondslag van de school

Binnen de thema’s kijken de leerkrachten wanneer zij ‘de wereld de school in kunnen halen’ of met de kinderen de wereld buiten de deuren van de school kunnen verkennen. Bijvoorbeeld boodschappen doen binnen het thema ‘voedsel’ of een treinritje maken binnen het thema ‘vervoer’ vinden wij een waardevolle aanvulling op ons onderwijs.

De school is onderdeel van de Koninklijke Auris Groep en zodoende is de grondslag van de school ‘bijzonder neutraal’. De Koninklijke Auris Groep en dus ook onze school is er voor kinderen en volwassenen van elke geloofs- en levensbeschouwelijke overtuiging en waarborgt het respect voor de levensovertuiging van de personen die van haar diensten gebruikmaken. Wij geven geen godsdienstlessen, maar hebben wel respect voor alle vormen van geloof of levensovertuiging.

Vogelnest

Onderwijsarrangementen

Twee keer per jaar gaan de kleutergroepen naar het Vogel nest, een bosspeeltuin gelegen in de bossen van Rijnauwen bij Bunnik. De ouders van de kleuters zijn van harte welkom om de eerste keer in het jaar, meestal in september, gezellig langs te komen. Meer informatie hierover vindt u in de schoolkalender.

Eén van de belangrijkste veranderingen die bij Passend Onderwijs horen, is de komst van onderwijsarrangementen. Er zijn drie mogelijkheden. Een licht onderwijsarrangement: de leerling gaat naar een reguliere school met beperkte extra ondersteuning op locatie. Een medium onderwijsarrangement: de leerling gaat naar een reguliere school met extra ondersteuning op locatie. Een intensief onderwijsarrangement: de leerling gaat naar een school voor speciaal onderwijs.

Uitjes in het kader van WOT

INFORMATIE OVER HET ONDERWIJS Groepsplaatsing Aan het einde van ieder schooljaar wordt de groepsindeling vastgesteld. De groepsgrootte is gemiddeld vijftien kinderen. We delen kinderen in op verschillende factoren. We streven ernaar dat groepen niet te veel veranderen en dat meisjes niet alleen in een jongensgroep belanden. Door de grote tussentijdse in- en uitstroom van leerlingen is dit helaas niet altijd te voorkomen. Groepen worden samengesteld op zowel didactische als sociale componenten. We proberen binnen de groepen niet al te grote verschillen in leeftijd en niveau te laten ontstaan. We observeren groepen specifiek op de samenstelling tot aan de herfstvakantie. Als blijkt dat de leerling niet goed in zijn groep functioneert, dan kunnen wij in overleg een overplaatsing naar een andere groep overwegen. De nieuwe 12


Als de leerling met een taalontwikkelingsstoornis (TOS, voorheen ESM) of een gehoorbeperking in het regulier onderwijs kan functioneren, dan heeft dat altijd de voorkeur. Kinderen kunnen contacten in de buurt opbouwen, hebben meer vrije tijd en het is voor ouders eenvoudiger om de contacten met de school te onderhouden. Voor sommige leerlingen is het taalaanbod van leeftijdgenoten op de reguliere school stimulerender dan op de speciale school. Toch hebben leerlingen vaak nog extra begeleiding nodig. Dan is er overleg tussen het Auris Aanmeldpunt, de reguliere school en de ouders. In dit overleg wordt besproken wat de onderwijsbehoefte is van het kind: wat er nodig is om de leerling te ondersteunen en verder te helpen. In onderlinge samenwerking komt een ontwikkelingsperspectief (OPP) voor de leerling tot stand. Daarin staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is, welke

onderwijsdoelen er zijn en welk onderwijsaanbod voor deze leerling gewenst is om die doelen te behalen. Om te weten welke ondersteuning een leerling nodig heeft en waarom, moet soms onderzoek door een logopedist, psycholoog of andere deskundige worden uitgevoerd. Vaak kan het onderzoek op school gebeuren. Soms worden de ouders en het kind voor dat onderzoek verwezen naar een Auris Audiologisch Centrum of een andere instelling. De ouders gaan zich oriënteren op de mogelijkheden in het reguliere onderwijs. Het Auris Aanmeldpunt ondersteunt bij de keuze voor een school en maakt met de school afspraken over de ondersteuning die de leerling nodig heeft. Het Auris Aanmeldpunt bespreekt met de ouders (en leerling) welk onderwijsarrangement het meest geschikt is voor de leerling en passend bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de school. Daarbij wordt ook gekeken naar wat er door de ouders en de leerling zelf kan worden gedaan en of er nog andere hulp nodig is. Daarna geeft het Auris Aanmeldpunt een advies aan de Commissie van Onderzoek van Auris. Deze commissie ziet erop toe dat leerlingen die op school speciale hulp vanuit cluster 2 nodig hebben, die hulp ook krijgen. De Commissie van Onderzoek stelt het onderwijsarrangement formeel vast. Ook bepaalt deze commissie hoe lang het arrangement duurt, dus hoe lang Auris de ondersteuning gaat bieden.

s u e i t n onse

C

Kan de reguliere school heel veel zelf en is er niet veel ondersteuning van Auris nodig, dan wijst de commissie een licht onderwijsarrangement toe. Is er in het reguliere onderwijs veel ondersteuning van Auris nodig, dan wordt een medium onderwijsarrangement toegewezen. Als het nodig en wenselijk is, worden leerlingen voor een vastgestelde periode tot een Auris cluster- 2-school toegelaten. Onderwijs op zo’n school voor speciaal onderwijs is een intensief onderwijsarrangement. De school bespreekt jaarlijks met de ouders (en leerling) het ontwikkelingsperspectief . Opnieuw wordt bekeken welke hulp de leerling nodig heeft, en of de doelen van het jaar daarvóór bereikt zijn. Vervolgens worden nieuwe gezamenlijk doelen opgesteld voor het daarop volgende jaar en wordt bekeken of het arrangement nog steeds bij de leerling past, verlengd moet worden of moet veranderen. Hierover neemt de Commissie van Onderzoek opnieuw een officieel besluit. Voor meer informatie over Passend Onderwijs, kijkt u op www.auris.nl/passendonderwijs. 13


Ontwikkelingsperspectief De Auris-scholen bespreken regelmatig met de ouders de mogelijkheden en vorderingen van hun kind. Scholen zijn verplicht dit middels een ontwikkelingsperspectief (OPP) te doen. In het OPP staat ten minste beschreven wat de verwachte uitstroombestemming voor de leerling is. Er staat ook in welk onderwijsaanbod de leerling krijgt en of de leerling naast het standaardaanbod nog extra begeleiding nodig heeft. Een OPP wordt eenmalig opgesteld voor iedere leerling, door de Commissie van Begeleiding (CvB). Vervolgens wordt het regelmatig geëvalueerd door de eigen leerkracht en logopedist. Het wordt minstens één maal per jaar besproken met de ouders en met de CvB. Als wijzingen nodig zijn die van invloed zijn op het uitstroomperspectief, dan zal de CvB het OPP opnieuw officieel vaststellen. De CvB komt met regelmaat bijeen voor overleg met de leerkracht en de logopedist van de leerling. De CvB houdt in de gaten of de leerling het aanbod krijgt dat passend is en of wijzigingen noodzakelijk zijn. De uitstroombestemming wordt bepaald aan de hand van met name • de onderwijsbehoefte van de leerling • testen toetsresultaten • bevorderende factoren van het kind en zijn omgeving • belemmerende factoren van het kind en zijn omgeving. Als de onderwijsbehoefte buiten het standaard ortho didactische en orthopedagogische aanbod valt, wordt een leerling-specifiek ondersteuningsplan gemaakt dat deel uitmaakt van het OPP. Voor meer informatie over Passend Onderwijs, kijkt u op www.auris.nl/passendonderwijs.

Rapporten Tweemaal per jaar ontvangen de kinderen een rapport. We noemen dit ‘het kindrapport’. Het is in eenvoudige, kindvriendelijke taal geschreven en met symbolen ingevuld. Het rapport is bedoeld voor de leerlingen om inzicht te krijgen in hun vorderingen en te kunnen laten zien aan familie en kennissen. Het rapport wordt niet besproken met de ouders.

Resultaten In de loop van het schooljaar 2013-2014 hebben in totaal 45 leerlingen Auris Taalkring verlaten, waarvan 23 als eindschoolverlater. De uitstroom van schoolverlaters ziet u hieronder weergegeven. Eindschoolverlaters • 10 leerlingen stroomden door naar het VMBO-LWOO (leerwegondersteunend onderwijs). • 6 leerlingen naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs cluster 2. • 1 leerling naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs cluster 4. 14


• 2 leerlingen naar het VMBO. • 1 leerling naar het VMBO met een Auris VO-extra voorziening. • 2 leerlingen naar het Praktijk Onderwijs. • 1 leerling naar het reguliere onderwijs groep 8. Tussentijdse schoolverlaters • 5 leerlingen naar het Speciaal Basis Onderwijs. • 6 leerlingen naar het Speciaal Onderwijs cluster 4. • 10 leerlingen naar het reguliere Basisonderwijs. • 1 leerling naar de Auris Bertha Muller School cluster 2.

Toelating Auris kan leerlingen ondersteunen als zij forse achter standen op school hebben of dreigen te krijgen die te wijten zijn aan hun gehoorstoornis of taalontwikkelingsstoornis. Hiervoor gelden landelijke regels. Slechthorende en dove leerlingen worden toegelaten als er sprake is van een gehoorstoornis tussen 35 decibel en 71 decibel voor de slechthorende en meer dan 70 decibel voor de dove leerling (gemeten bij het beste oor zonder hoortoestel). Kinderen en jongeren met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) zijn toelaatbaar als zij op tenminste twee van de volgende vier gebieden ernstige problemen hebben (die niet toe te schrijven zijn aan een beperkt niveau van intelligentie): 1. verstaanbaar spreken 2. verwerken van gesproken taal 3. het kennen en kunnen gebruiken van de regels van de taal 4. het kennen en kunnen gebruiken van de betekenis van woorden en zinnen. Kinderen die niet alleen Nederlandstalig (tweetalig) zijn opgevoed, kunnen worden toegelaten als ze ook in de moedertaal deze problemen hebben. Op 1 augustus 2014 start Passend Onderwijs. De reguliere scholen zullen veel leerlingen in het zogenaamde samen werkingsverband opvangen. Daarom zullen de criteria rond om de toelating tot Auris van leerlingen met een autisme spectrum stoornis veranderen. Voor de meest recente informatie kunt u terecht bij het Auris Aanmeldpunt in uw regio. Een leerling die met een gehoorstoornis of TOS toelaatbaar is en daarnaast een vorm van autisme heeft, zal toelaatbaar blijven. Afhankelijk van de achterstand op school en de hulp die de leerling nodig heeft, zal Auris onder steuning bieden.

Toetsen en testen Het is belangrijk om de leerling te volgen en daarom nemen wij regelmatig onderzoeken af bij de leerlingen. Psychologische onderzoeken De orthopedagogen zorgen er voor dat er van elk kind geldige onderzoeksgegevens in het leerlingendossier voorhanden zijn, die relevant zijn voor de onderwijs

ontwikkeling. Zij maken daarbij gebruik van onderzoeks gegevens van externe instanties of onderzoekers, of van eigen onderzoek. De orthopedagogen maken een planning om deze gegevens van alle leerlingen op peil te houden. Logopedische onderzoeken De logopedisten zorgen er voor dat er van elk kind geldige onderzoeksgegevens in het leerlingendossier voorhanden zijn, die relevant zijn voor de onderwijsontwikkeling en voor de individuele behandeling. Zij maken daarbij gebruik van onderzoeksgegevens van externe instanties of onderzoekers, of van eigen onderzoek. De logopedisten maken een planning om deze gegevens van alle leerlingen op peil te houden. Didactische onderzoeken Groepsleerkrachten gebruiken diverse toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen in kaart te brengen. We toetsen digitaal volgens het CITO-volgsysteem.

Vervolgonderwijs Als een kind twaalf jaar is, komt het einde van de basis schooltijd in zicht. Op die leeftijd zijn de meeste kinderen ook toe aan een nieuw stap in hun ontwikkeling. Daarbij zal een belangrijke vraag centraal staan: welk type vervolgonderwijs sluit het beste aan bij de mogelijkheden van de leerling? Met behulp van een aantal testen vormen we een beeld van de ontwikkeling van het kind. We kijken naar de didactische ontwikkeling, de spraaktaalontwikkeling, de intellectuele mogelijkheden en naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. We leggen alles vast in het ontwikkelingsperspectief en bespreken onze bevindingen met de ouders. Daarna wordt er samen met ouders besloten wat het vervolgtraject zal zijn en of er na groep 8 nog ondersteuning vanuit Auris wenselijk en mogelijk is.

MET TAAL ONTWIKKEL JE JEZELF Taalverwerving bij kinderen met TOS Meteen nadat een baby geboren is, beginnen volwassenen ‘gesprekjes’ met het kind te voeren. Deze gesprekjes zijn belangrijk voor de taalverwerving, het leren van de moedertaal. Voor de meeste kinderen is de dagelijkse omgang met ouders en andere volwassenen voldoende om binnen een paar jaar de moedertaal vlot te leren spreken. Bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) gaat die ontwikkeling niet vanzelf. Zij kunnen zich met moeite uiten in taal of begrijpen de taal niet goed, waardoor de communicatie met anderen en het leren moeilijk verlopen. Voor die kinderen is het nodig dat taal heel bewust, volgens een plan, met een duidelijk doel en in een heldere structuur wordt aangeboden. Cluster 2-onderwijs biedt deze mogelijkheid.

Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) Een kind met taalmoeilijkheden spreekt vaak in zeer korte zinnen, de zinnen worden niet logisch en niet correct opgebouwd, het kind formuleert niet vloeiend. Het zoekt vaak naar woorden en het verhaal dat het vertelt, is moeilijk te volgen. Andersom snapt een kind met een taalontwikkelingsstoornis vaak niet snel wat iemand bedoelt, of het begrijpt de ander maar gedeeltelijk. Een kind met spraakmoeilijkheden heeft moeite met het uitspreken van de spraakklanken; het is moeilijk te verstaan.

Doven en slechthorenden (auditieve beperking) Een gesproken taal is voor dove en slechthorende kinderen niet of moeilijk te horen en daarom is zo’n taal voor deze kinderen niet of moeilijk te verwerven. Dit kan leiden tot communicatieproblemen met de horende omgeving. Dove en slechthorende kinderen zouden wel zonder problemen een gebarentaal kunnen verwerven omdat zo’n taal geen beroep doet op het gehoor.

Communicatieproblemen Taal is een communicatiemiddel: het brengt je in contact met de ander. Taal is het middel om je gedachten, je mening en gevoelens te uiten. Verschillende processen in de hersenen worden aangestuurd door taal. Taalvaardigheid is een basale voorwaarde voor de ontwikkeling van kinderen tot zelfstandige mensen. Als de taalontwikkeling niet goed verloopt, ontstaan er communicatieproblemen. Het kind kan zich niet goed uitdrukken, begrijpt niet wat er wordt bedoeld, kan moeilijk een gesprek voeren en is daardoor minder weerbaar. Daardoor is de zelfredzaamheid in de maatschappij vaak een probleem.

Autisme en een communicatieve beperking Kinderen met deze stoornis begrijpen de wereld wezenlijk anders dan kinderen zonder autisme. Informatie die via de zintuigen binnenkomt, wordt op een ongebruikelijke manier verwerkt. Vervolgens geven zij aan deze informatie op een andere manier betekenis dan de meesten van ons zouden doen. Voor iemand met autisme kan communiceren een hele opgave zijn. Er zijn verschillende vormen van autisme. Bij kinderen en jongeren met een diagnose in het autismespectrum die naar onze school komen, staat altijd een communicatieve beperking voorop en is de taal ingang voor het handelen.

Gevolgen Als het kind er moeite mee heeft om zich uit te drukken in taal, kan het de moed verliezen en steeds minder gaan spreken. Mogelijk voelt het zich erg alleen, het trekt zich terug in een eigen wereld, reageert afwezig en zoekt aansluiting bij jongere kinderen. Of het kind blijft juist proberen om contacten te leggen, maar het ervaart daarbij steeds het gebrek aan woorden en taal. Dat frustreert en het kind kan zich hierdoor wild en opstandig gaan gedragen. Taalproblemen veroorzaken daarnaast problemen bij het 15


leren. Het kind kan onvoldoende volgen wat er besproken wordt in de klas. Het kan niet goed om uitleg vragen. Veel leerlingen met taalproblemen hebben ook leesproblemen.

Instroom De grootste instroom van leerlingen vindt plaats op jonge leeftijd. Het beleid en de voorlichting op Auris-scholen zijn hier ook specifiek op gericht. Vroegtijdige interventie is erg belangrijk omdat de effecten van intensieve zorg en onderwijs dan het grootst zijn. Maar ook omdat de beperking van de leerling effect heeft op het leren en het sociaalemotionele welzijn; dat is het begrijpen van je omgeving en begrepen worden. In het onderwijs leer je vooral via taal. Als die taal niet goed ontvangen of verzonden kan worden, verstoort dit het leerproces. Dat is ook het geval bij leerlingen met een (boven)gemiddelde intelligentie.

ONZE KIJK OP TAALAANBOD EN TAALONDERWIJS Taalaanbod in cluster 2-onderwijs Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis hebben een schoolomgeving nodig waar aandacht is voor taal en het stimuleren van de taalverwerving. De leerkrachten van het cluster 2-onderwijs hebben een specifieke opleiding gevolgd en hebben begrip voor de beperking en inzicht in de taalproblemen. • Zij gebruiken taal die net boven het niveau van de leerlingen ligt om hen te stimuleren. • Zij spreken duidelijk. • Het gesproken Nederlands wordt vaak ondersteund met gebaren (NmG). • Bij elk vak wordt bewust omgegaan met taal; alle leerkrachten houden met hun taalaanbod rekening met de leerling.

Taalonderwijs in cluster 2-onderwijs Taal heeft een inhoudelijk deel (onder andere: woordenschat, zinsbouw, grammatica, lezen) en een communicatief deel (onder andere: uitwisselen van ervaringen, ideeën, meningen, gevoelens). Deze onderdelen van taal krijgen alle aandacht. • In het cluster 2-onderwijs is taal niet alleen een middel om leerstof over te brengen; de Nederlandse taal is een doel op zichzelf. • Mondelinge taalvaardigheid is een vak. Dit wordt samen met de logopedist gegeven. • De leerkrachten en medewerkers van de school hebben begrip voor de beperking; zij nemen de tijd en hebben het geduld om de leerling te laten uitpraten. • Cluster 2-scholen bieden taal heel bewust, gepland, doelgericht en gestructureerd aan. • Er wordt veel doelgericht taal- en leesonderwijs gegeven 16


en rekening gehouden met specifieke onderwijsbehoeften. • De taalmethodes zijn regulier, maar worden op een aangepaste manier gebruikt. • Het doel van het onderwijs is om de leerlingen zo snel mogelijk zó taalvaardig te maken, dat zij kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs en/of de maatschappij. • Binnen het taalonderwijs wordt extra aandacht besteed aan denk-stimulerende gesprekstechnieken en het ontwikkelen van de woordenschat via de methodiek ‘Met woorden in de weer’.

De cluster 2-school • De grootte van de groepen is beperkt, waardoor de leerlingen meer aandacht krijgen van de leerkracht dan in het reguliere onderwijs. • Waar nodig wordt gebruik gemaakt van de expertise van een onderwijsassistent. • Het lokaal is zo aangepast dat het geluid niet weerkaatst en het gemakkelijker wordt om elkaar te verstaan. De inrichting van het lokaal is rustig; de leerling wordt niet onnodig afgeleid. • De leerkrachten worden ondersteund door specialisten zoals een logopedist, caesartherapeut en orthopedagoog. • De lesstof wordt aangeboden volgens leerlijnen waarin doelen staan geformuleerd. Er wordt gewerkt met leerroutes die worden besproken met de ouders en tussendoor worden geëvalueerd. • De lesstof wordt verdeeld in overzichtelijke stukken die de leerling aankan. • Veel herhalen en opnieuw uitleggen hoort bij het dagelijkse lesgeven. • Voor elke leerling wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) vastgesteld. • Leerkrachten werken bewust met veel plaatjes, foto’s, film, concreet materiaal en voorbeelden. Visuele ondersteuning is niet weg te denken en daarbij hoort het gebruik van het digibord. • Het dagritme met de activiteiten van de dag wordt aan de kinderen duidelijk gemaakt. • De school probeert de taalproblemen van de leerlingen zoveel en zo snel mogelijk te verhelpen. Bij jonge kinderen is de kans op herstel het grootst (‘repareren’). Volledig herstel van de taalproblemen lukt helaas niet altijd. Bij oudere kinderen moet er aandacht zijn voor het leren omgaan met de beperking (‘accepteren’). De leerlingen leren ook op welke manieren zij de nodige informatie kunnen verkrijgen, of hoe zij zich ondanks hun taalprobleem toch kunnen uiten (‘compenseren’). • De school richt zich niet alleen op de problemen van de leerlingen, maar wil juist de sterke kanten van de leerlingen ontwikkelen. Zij wil de leerling helpen om zo veel mogelijk succeservaringen op te doen.

Over dove leerlingen Auris gaat er niet vanuit dat de ene taal beter is dan de

jk i l e k n a g

Toe

andere. Elke taal kan gebruikt worden om de taalverwerving te stimuleren en om kinderen taalvaardig te maken. Wel is het zo, dat in een bepaalde situatie de ene taal meer praktisch nut heeft dan een andere. Zo heeft het in Nederland grote voordelen vaardig te zijn in het Nederlands. Op school neemt het Nederlands dan ook een belangrijke plaats in. Wanneer de gesproken taal, in ons geval dus het Nederlands, niet goed te horen is, biedt de Nederlandse Gebarentaal (NGT) grote voordelen. Kinderen kunnen die taal moeiteloos verwerven. Voor een deel van de leerlingen is (of wordt) de NGT zelfs de taal waarin ze zich het meeste thuis voelen, voor andere leerlingen wordt het een taal die ze naast het Nederlands blijven gebruiken en voor weer andere is het de taal die ze -als ze naar een andere school gaan- niet meer gebruiken. Sommige Auris-scholen zijn tweetalig. Dat wil zeggen dat zowel het Nederlands als de Nederlandse Gebarentaal aangeboden worden aan de leerlingen en dat beide talen als vak op het rooster staan. Hoe groot of hoe klein die rol van beide talen is, hangt af van de hulpvraag van de leerling. In de loop der jaren kan die rol dan ook veranderen. Leerlingen die geen gebaren (meer) nodig hebben, gaan naar het reguliere onderwijs.

Taalonderwijs Op de Auris-scholen wordt doelgericht gewerkt aan het taalonderwijs. Om er voor te zorgen dat de scholen voldoende tijd besteden aan het taalonderwijs, is er een Auris-urentabel waarin staat aangegeven hoeveel uren er minimaal per week aan taal en lezen besteed moet worden. Afwijken van de norm kan wel, maar alleen met instemming van de Commissie van Begeleiding. Het taalonderwijs aan dove kinderen bestaat uit twee vakken: Nederlands en de Nederlandse Gebarentaal. Niet alleen taal, maar ook lezen is een vak waaraan de Aurisscholen veel tijd en aandacht besteden. Voor leerlingen met een auditieve beperking kan leren lezen erg moeilijk zijn. Daarom krijgen de leerkrachten op alle Auris-scholen speciale bijscholing om dit vak zo goed mogelijk te onder wijzen. Natuurlijk maken de scholen ook gebruik van de kennis en inzichten van dyslexiedeskundigen.

En thuis? Auris gaat er vanuit dat voor de communicatie en het taalaanbod thuis, ouders en anderen uit de omgeving van het kind, dié taal gebruiken waarin zij het makkelijkst communiceren met het kind. Een goed contact tussen ouders en kind is van onschatbare waarde voor de ontwik keling van het kind. Ouders dwingen een bepaalde taal te gebruiken, kan dat contact negatief beïnvloeden. Wel stimuleert Auris ouders van leerlingen met een auditieve beperking om gebaren te gebruiken, in welke vorm dan ook. Zonder die gebaren kunnen kinderen met een auditieve beperking een gesprek vaak niet goed volgen. 17


AURIS-VISIE OP ONDERWIJS De Auris-scholen werken intensief aan het vergroten van de taal- en communicatievaardigheden van de leerling. Taal is daarom één van de belangrijkste onderwerpen. Onder taal verstaan wij het taalaanbod, taalonderwijs en lezen. Het taalaanbod bestaat naast het Nederlands zo nodig ook uit Nederlandse Gebarentaal (NGT).

Taalverwerving Voor de ontwikkeling van de leerling is taal van groot belang. Problemen met horen, spreken of taal beïnvloeden de deelname aan onderwijs negatief. Als een leerling niet goed mee kan komen op school heeft dat gevolgen voor zijn hele ontwikkeling. Er zijn extra inspanningen nodig om deze problemen te voorkomen of te verhelpen. De Aurisscholen zijn hierin gespecialiseerd. Het onderwijs richt zich namelijk in eerste instantie op het taalvaardig maken van de leerling. Een taalvaardige leerling kan deelnemen aan het (reguliere) onderwijs en later aan het arbeidsproces. Mocht dit niet of voor een deel niet mogelijk zijn, dan richt het onderwijs zich op het ontwikkelen van de sterke kanten van de leerling. Wij stellen het reguliere onderwijs in staat om goed onderwijs te geven aan niet taalvaardige leerlingen of leerlingen die het risico lopen problemen te krijgen met de moedertaal. Als er meerdere leerlingen zijn met dezelfde hulpvraag dan zorgen wij voor een speciaal onderwijsaanbod binnen de reguliere school in de vorm van lichte en medium arrangementen (zie hiervoor ook het kopje ‘Onderwijs arrangementen’).

voor een passende plaatsing in het regulier onderwijs, het vervolgonderwijs, op een werkplek of in dagbesteding.

De omgeving In onze schoolgebouwen wordt rekening gehouden met de beperking van onze leerlingen. Er is aandacht voor de akoestiek en de juiste signaal/ruis verhouding. De methodes, methodieken en materialen die op de Auris-scholen worden gebruikt, zijn wetenschappelijk onderbouwd of hebben zich in de praktijk bewezen. Om kennis over het onderwijs en het speciaal onderwijs voor onze doelgroep op peil te houden, volgen de medewerkers regelmatig interne en externe scholing. De medewerkers van Auris werken onderling nauw samen. Er is ook samenwerking met andere instanties uit het onderwijs en de zorg. Onze medewerkers gaan respectvol om met verschillende sociaal-culturele en levensbeschouwelijke achtergronden. In het onderwijsaanbod is aandacht voor diverse levensvisies.

AURIS ZORG Auris Zorg heeft een aanbod voor kinderen en jongeren en hun ouders. Er is een aantal behandelgroepen voor kinderen van één tot vier jaar, Behandelgroep STAP is voor kinderen in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. We bieden ambulante behandeling die bestaat uit signaleren & vroegbehandeling en gezinsgerichte behandeling. Onder Auris Zorg vallen ook de Audiologische Centra in Rotterdam, Bergen op Zoom en Goes.

Leeropbrengsten De individuele ontwikkeling en het welbevinden van de leerling zijn belangrijk en altijd gekoppeld aan maximale leeropbrengsten. Het aanbod op de Auris-scholen is opbrengstgericht en wordt onder andere bepaald op basis van wat de leerling nodig heeft, wettelijke kaders, de kerndoelen voor het speciaal onderwijs en het Auris-beleid. Binnen dit aanbod krijgen leerlingen de ruimte om hun talenten optimaal te ontwikkelen. De scholen hebben een veilig pedagogisch klimaat waar leerlingen zich prettig voelen en uitgedaagd worden om te leren.

De leerling De leerkrachten en medewerkers hebben een hoge verwach ting van de leerling. Zij dagen hem uit om het beste uit zichzelf te halen. Dit wordt vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsperspectief (OPP). De leerkrachten en medewerkers volgen de vorderingen via een leerlingvolgsysteem. De resultaten evalueren zij regelmatig en als het nodig is, passen ze het lesaanbod aan. Overleg en samenwerking met ouders vinden zij hierbij belangrijk. Zij zien de leerling niet los van de wereld waarin hij leeft. De leerling wordt gestimuleerd om zoveel mogelijk verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces. Als hij de schooltijd afsluit, zorgt de school 18


AURIS CURSUSAANBOD Auris organiseert gedurende het hele jaar cursussen voor ouders, jongeren en professionals. In de praktijk en door onderzoek wordt veel kennis en ervaring opgedaan en ontwikkeld over onze doelgroep. Deze kennis en ervaring delen we graag met elkaar, met ouders, opvoeders en collega’s buiten onze organisatie. Via de website www.auris.nl vindt u het overzicht van al onze cursussen.

SCHOOLKLIMAAT, CODES, PROTOCOLLEN EN BELEID Schoolklimaat Wij bieden een pedagogisch klimaat met een veilige omgeving waarin elk kind zich gewaardeerd voelt. Wij gaan uit van een individuele benadering en bieden hulp waar nodig. We bieden onze leerlingen een overzichtelijke

omgeving door structuur aan te brengen in ruimte en tijd en duidelijke regels te hanteren onder meer over goede omgangsvormen.

Gedragscode, gedragsprotocol Via wetgeving probeert de overheid een veilig schoolklimaat te bevorderen. Veiligheid heeft betrekking op fysieke en mentale aspecten. Om te waarborgen dat scholen voldoende aandacht besteden aan de mentale veiligheidsaspecten adviseert de minister van onderwijs scholen een gedragscode op te stellen. Wij vinden veiligheid belangrijk en leggen daarom belangrijke afspraken voor leerlingen, personeel en ouders hierover vast. Het gaat hierbij om afspraken over algemene uitgangspunten en over zaken als machtsmisbruik, seksuele intimidatie, mishandeling, discriminatie, racisme, pesten en privacy. Door het vastleggen van deze afspraken ontstaat duidelijk heid en hebben alle partijen houvast. Uitgangspunten • Acceptatie en respect voor elkaar: iedereen is anders en hoort erbij. • Gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, jongens en meisjes. • Ruimte voor persoonsgebonden of cultuurgebonden verschillen, mits deze niet in conflict zijn met de algemene gedragsregels. • Binnen de school voelen zowel kinderen als volwassenen zich veilig. • Binnen de school zijn de voorwaarden aanwezig waarin kinderen en volwassenen een positief zelfbeeld kunnen vormen. • Zelfredzaamheid en weerbaar gedrag worden bevorderd. • Op school worden materialen met respect behandeld en is iedereen verantwoordelijk voor een verzorgde en opgeruimde omgeving. • Van iedereen binnen de school mag worden verwacht dat zij zich aan de vastgestelde gedragsregels houden. • De gedragsregels worden binnen het team en de klas actueel gehouden.

Pestprotocol Onze school wil een veilige en prettige omgeving bieden waarin kinderen zich thuis voelen. Om te komen tot respectvolle en sociaal aanvaardbare omgang met elkaar worden er regels afgesproken. Er wordt klassikaal aandacht besteed aan dit onderwerp. Als ouders signalen krijgen van structureel pesten van hun kind, ondanks onze zorgvuldige observaties, willen wij dat altijd horen.

Rookbeleid In de school en op het schoolplein is het verboden te roken.

FORMELE ZAKEN Fotogebruik in Auris-publicaties Tijdens diverse activiteiten maken we foto’s of filmopnamen van leerlingen of werkstukken van leerlingen. Deze gegevens gebruiken we voor eigen uitgaven zoals de website en de schoolgids. U kunt aangeven of u hiervoor wel of geen toestemming geeft. Bij het plaatsen van de gegevens zal hier rekening mee worden houden. U heeft altijd het recht om zaken van de website te laten verwijderen. Neemt u daarvoor contact op met het managementteam.

Klachtenregeling en vertrouwenspersonen Voor ouders, leerlingen en medewerkers is er een klachtenregeling. We gaan er vanuit dat u uw klacht of probleem allereerst bespreekt met de persoon over wie de klacht gaat. Als het een klacht is over een leerkracht, dan bespreekt u eerst uw klacht met deze leerkracht. Als het gaat om een klacht over algemene schoolzaken dan bespreekt u deze eerst met de teamleider of met de directeur. Als het niet lukt het probleem op te lossen dan kunt u contact opnemen met een vertrouwenspersoon. Uw klacht meldt u dan mondeling of schriftelijk bij één van onze vertrouwenspersonen. Als het probleem te groot of te complex is om in een gesprek op te lossen, kan de vertrouwenspersoon adviseren een klacht in te dienen bij de onafhankelijke externe klachtencommissie of het bevoegd gezag (Raad van Bestuur) van de Koninklijke Auris Groep. De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht. De klachtencommissie onderzoekt de klacht en geeft advies aan de Raad van Bestuur van Auris. De Raad van Bestuur van Auris neemt de uiteindelijke beslissing. De klachtenregeling is te vinden op www.auris.nl. Voor onze school zijn de vertrouwenspersonen: Marja van Doorn en Marion Verkuil. Het adres van de externe klachtencommissie is: Bachstraat 9, 2807 HZ Gouda.

Meldcode Begin 2013 is de wet ‘meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in werking getreden. De wet stelt gebruik van een meldcode verplicht voor leerkrachten en andere professionals bij (mogelijke) signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Auris heeft de meldcode opgesteld naar het basismodel dat beschikbaar is vanuit de ministeries van VWS, OCW en Veiligheid & Justitie. De meldcode bestaat uit een stappenplan waarin staat wat een leerkracht of professional moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld of kinder mishandeling. De meldcode bestaat uit vijf stappen. Stap 1 Signaleren en observeren. Stap 2 Collegiale consultatie en het raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 19


of het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Stap 3 Gesprek met de leerling of cliënt. Stap 4 Wegen van de aard en de ernst. Stap 5 Beslissen: zelf hulp organiseren of melden. Op www.auris.nl onder het tabblad ‘klachten en opmer kingen’ kunt u de meldcode downloaden.

Schorsing en verwijdering In bijzondere situaties kan een leerling geschorst worden. Hiervoor zijn duidelijke richtlijnen. Afhankelijk van het voorval bepaalt de directie in overleg met de teamleider of de leerling geschorst wordt. Dit kan variëren van een dag tot maximaal een week. De ouders en ook onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar worden geïnformeerd over de schorsing en de maatregelen die hier op volgen. Daarna wordt met de ouders en zo mogelijk de leerling besproken welke stappen worden ondernomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Bij dit gesprek zijn de leerkracht, een lid van het managementteam en van de commissie van begeleiding aanwezig. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Dit sturen we op naar de ouders en bewaren het in het leerlingendossier. De procedure voor definitieve verwijdering is te vinden op www.auris.nl. Ouders kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen de beslissing bij het bestuur.

Sponsoring Op het gebied van sponsoring is er een convenant gesloten tussen de scholen, besturenorganisaties, ouder verenigingen en diverse ander partijen. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijs kundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden. Het onderwijsaanbod mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Eventueel aan vullende middelen worden separaat zichtbaar gemaakt in de financiële verantwoording en leiden nooit tot verplichtingen die de onafhankelijkheid of kwaliteit van Auris kunnen aantasten.

Veiligheidsbeleid Op elke Auris-locatie is bedrijfshulpverlening (BHV ingericht. Bij een calamiteit kunnen medewerkers, cliënten en leerlingen er vanuit gaan dat er adequaat wordt gehandeld. Een aantal medewerkers is geschoold als bedrijfs hulpverlener (BHV-er). Zij hebben ook een belangrijke rol bij het ontruimingsplan en de ontruiming die jaarlijks wordt geoefend. Alle bedrijfshulpverleners volgen jaarlijks een herhalingscursus bij een extern trainingsbureau. Veel BHV-ers bezitten een EHBO-diploma. De school is voorzien van plattegronden met vluchtroutes, de noodzakelijke alarmmelders en brandblusapparatuur. Ook is elke locatie voorzien van een Automatische Externe Defibrillator (AED). 20


De BHV-er wordt in de jaarlijkse training opgeleid in het gebruik van dit apparaat. Op elke nieuwe locatie en na elke ingrijpende verbouwing vindt er een Risico Inventarisatie Evaluatie (RIE) plaats. Eén maal per vier jaar wordt een RIE uitgevoerd op elke locatie. In een RIE-rapport staan de veiligheidsomstandigheden van de school vermeld en hoe deze kunnen worden verbeterd. Aanbevelingen naar aanleiding van het rapport worden uitgevoerd. Op elke locatie is inzichtelijk welke preventieve maatregelen er gelden ter voorkoming van een legionella-infectie bij medewerkers, cliënten en leerlingen. Ook is op elke locatie inzichtelijk welke stappen moeten worden ondernomen bij een geconstateerde legionella infectie.

Verwijsindex Dit is een systeem waarin scholen en instanties kinderen registreren waarover zorgen bestaan. Dit kan bijvoorbeeld zijn als de leerkracht zich zorgen maakt omdat een kind regelmatig spijbelt. Of als een hulpverlener ziet dat een gezinssituatie negatieve invloed heeft op een kind, bijvoorbeeld door alcohol, echtscheiding, geweld of psychische problemen. Registreren is het opnemen van het Burger Service Nummer (BSN) van uw kind in een geautomatiseerd systeem: de verwijsindex. Het unieke BSN is gekoppeld aan de naam en geboortedatum van uw kind. Hierdoor kunnen er geen misverstanden ontstaan. Het doel van de verwijsindex is het vroegtijdig in beeld brengen van zorgen met betrekking tot uw kind. Er staat geen inhoudelijke informatie over uw kind in de verwijsindex.

Vrijstelling onderwijsactiviteiten Leerlingen die zijn toegelaten op een school voor speciaal onderwijs zijn verplicht om deel te nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. In bepaalde gevallen kan vrijstelling worden verleend voor het volgen van onderwijsactiviteiten; er zullen dan vervangende activiteiten worden aangeboden. Soms is externe zorg voorwaardelijk voor het onderwijs en kan niet anders dan tijdens de les plaatsvinden. Ouders en school zullen moeten aantonen dat het in het belang van het kind is dat deze zorg onder schooltijd plaatsvindt. De ouders of de therapeut dienen dan een verantwoording te schrijven. De consequenties voor het lesprogramma wordt door ouders geaccepteerd. De school heeft het uitgangspunt dat het rooster niet wordt aanpast op de externe zorg en therapeutische handelingsplannen. Ook wordt externe zorg niet uitgevoerd of voortgezet binnen de school. Voor het aanvragen van een vrijstelling van onderwijs activiteiten, dienen ouders een verzoek in bij het managementteam dat bepaalt onder welke voorwaarden vrijstelling wordt gegeven.

Onze school maakt deel uit van de Koninklijke Auris Groep De Koninklijke Auris Groep is de professionele partner van mensen die ondersteuning nodig hebben bij horen, spreken of taal. De kernactiviteiten zijn voorlichting, preventie, diagnostiek, begeleiding, behandeling en scholing. Auris bestaat uit scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, audiologische centra, aanmeldpunten, ambulante dienst verlening, zorggroepen, gezinsbegeleiding en een centraal bureau. De vestigingen zijn verspreid over midden en zuidwest Nederland. Het bestuur en de gemeenschappelijke diensten zijn gehuisvest in Gouda. Meer informatie over Auris vindt u op www.auris.nl


Auris Taalkring Agavedreef 92 3563 EN Utrecht T (030) 266 08 75 F (030) 261 34 19 E [email protected] W www.detaalkring.nl

Auris Taalkring dependance Hilversum Tot einde 2014: Aloysius College Schapenkamp 200 1211 PB Hilversum

SO/1406/250

Vanaf januari 2015: Kindercampus, Hilversum (in aanbouw)

Auris so Utrecht. locatie Taalkring. Cooperatief. Voortrekker. Gedreven. Creatief

Recommend Documents