Auditrapportage 2014
ADDENDUM Eerste evaluatie Centra voor innovatief vakmanschap (start 2012) Juli 2014
Dynamiek onderweg
Inleiding Nadat de zeven pioniers onder de Centres of expertise en Centra voor innovatief vakman schap in 2011 van start gingen met de oprichting van hun onderneming en steeds meer voet aan de grond hebben gekregen, heeft het concept Centra een vlucht genomen. Inhoudelijk: met het ontwikkelen van nieuwe inzichten en kennis over hoe de Centra effectief vorm te geven. En in aantal: op verschillende plekken in het land worden inmiddels tientallen initiatieven in het mbo en het hbo uitgewerkt en geïmplementeerd. Tot die initiatieven behoort een tiental consortia van onderwijsinstellingen, bedrijven en overheden dat eind 2012 de bouwplannen voor een volgende generatie Centra voor inno vatief vakmanschap heeft gepresenteerd en met het Platform Bèta Techniek de afspraak heeft gemaakt om gedurende vier jaar samen te bouwen aan de ambitie van een duurzaam Centrum. Net als bij de pioniers, wordt de ontwikkeling van deze Centra door het Platform Bèta Techniek en de expertcommissie van dichtbij gevolgd en gestimuleerd.
CIV
Vestigingsplaats
Centrum voor Innovatief Vakmanschap Oost-Nederland (CIVON)
Doetinchem
CIV Biobased Economy
Bergen op Zoom
CIV LiS Academy en LiS Engineering
Leiden
CIV Maintenance en Procestechniek Rijnmond
Rotterdam
CIV Maritieme Techniek
Rotterdam
CIV Polymeren, Coatings en Composieten
Zwolle
CIV Water
Leeuwarden
Technology & Education Lab (Teclab)
Eindhoven
Techwise Twente*
Hengelo
Zorgtechniek Limburg kenniscentrum voor technologie in de zorg
Heerlen
* In 2013 zonder stimuleringsimpuls gestart; beoordeeld op het business plan
De Centra delen eenzelfde filosofie en set uitgangspunten, wat het zo belangrijk en interessant maakt om de ontwikkeling nauwgezet te volgen. Om te kunnen voortbouwen op eerder en elders ontwikkelde kennis en inzichten. Over hoe intensieve samenwerking tussen publieke en private partijen daadwerkelijk gestalte te geven en hoe verregaande betrokken heid en financiële duurzaamheid te realiseren. Hoe effectief bij te dragen aan onderwijs vernieuwing, aan het versterken van de concurrentiekracht van bedrijven en aan het leven lang leren, en zo meerwaarde te realiseren voor alle stakeholders: voor onderwijs, ondernemers, overheid.
2
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014
De expertcommissie heeft in de zomer van 2014 de tien ‘tweede generatie’ Centra voor een eerste keer bezocht en bestudeerd, en stelde vast dat verschillende Centra de ervaringen van de pioniers gretig hebben benut om de eigen ontwikkeling te versnellen. Hiervoor konden de Centra gebruik maken van het kennisprogramma van Platform Bèta Techniek, maar is ook proactief gezocht naar inspiratie bij collega’s, binnen het opgebouwde en zich uitbreidende netwerk van Centra. Wat bijvoorbeeld direct opviel, is dat deze Centra gelijktijdig met het overdenken en regelen van de governance aan de slag zijn gegaan. De ‘lessen’ van de commissie-Van der Touw worden hier in praktijk gebracht: laat de structuur op de inhoud volgen, met als vertrekpunt de vraag waarom het Centrum er moet komen en wat daarvoor nodig is, en hoe dat (vervolgens) effectief en lean & mean te organiseren en in te regelen.1
Juridische vorm Stichting
LiS Academy en LiS Engineering
Coöperatieve vereniging u.a.
Techwise
BV
Teclab CIVON
Consortium met samenwerkingsovereenkomsten
Passie voor Biobased
Netwerkorganisatie of ‘open samenwerkingsverband’ zonder Maintenance en Procestechniek eigen rechtsvorm Maritieme Techniek Polymeren, Coatings en Composieten* Technologie in de zorg* Water* * Een besluit over de rechtsvorm wordt in 2015 genomen.
De expertcommissie heeft deze Centra dus zo’n anderhalf jaar na de start geanalyseerd met als centrale vraag of de Centra voortvarend uit de startblokken zijn gekomen. De commissie heeft zich voor deze analyse gebaseerd op het prestatiecontract en de monitorrapportage per Centrum, en het Fasemodel publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs (fasemodel).2 Het generieke beeld dat van de ontwikkeling van deze tien Centra voor innovatief vakmanschap is verkregen, wordt in het hiernavolgende beknopt samengevat.
1 Meer hierover in het rapport Ruimte voor ontwikkeling, Commissie-Van der Touw (2013). 2 Een meer uitgebreide toelichting op de werkwijze van de expertcommissie is te lezen in Dynamiek onderweg: toelichting werkwijze expertcommissie.
3
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014
De stand van zaken Alle Centra zijn erin geslaagd om een fase van ontwikkeling te bereiken waarin de Centra loskomen van de papieren werkelijkheid. De eerste producten en diensten worden ontwik keld en voorzichtig getest in interactie met de doelgroepen. Bij verschillende – maar nog niet alle – Centra zijn de belangrijkste partners aan boord die zich committeren aan de verwezenlijking van de gezamenlijke onderneming. Samenstelling primaire partners Onderwijs (vmbo, mbo)
21
Bedrijfsleven
80
Overheden
8
Hbo/wo instellingen
21
Onderzoeksinstituten
3
Overig (samenwerkingsverbanden; bedrijfs- en werkgeversverenigingen; gemeenten e.a.)
18
Bij het merendeel van de Centra is een trekker aangesteld met affiniteit met het beroepenveld, essentieel om de dialoog tussen onderwijs en het afnemende werkveld tot stand te brengen. Uit de ervaringen van de eerste generatie Centra blijkt dat dit een bepalende factor voor een succesvolle ontwikkeling van de bedrijfsmatige en commerciële kant van het Centrum. Financiën 2014 Gerealiseerde omzet Gerealiseerde cofinanciering (totaal)
€k 537 9.977
- Onderwijs
1.696
- Bedrijfsleven
2.220
- Rijksoverheid
5.149
- Lokale overheid
660
- Overig
252
De cofinanciering vanuit bedrijfsleven en onderwijs is met respectievelijk 2,2 miljoen euro en 1,7 miljoen euro - omgerekend per Centrum - ruim 1,5 tot 2 keer zoveel als de eerste generatie heeft gerealiseerd (stand van zaken driekwart jaar geleden). Het valt wel op dat een groot deel van de gerealiseerde cofinanciering bestaat uit in-kind bijdragen, van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs. Hierbij moet worden gezegd dat de tweede generatie Centra er ‘beter’ in slaagt om in-kind bijdragen van bedrijfspartners in de financiële monitor mee te nemen. Maar ook hier geldt dat niet alle Centra er al in slagen om de financiële huishouding transparant en inzichtelijk te maken.3 Dit geldt vooral daar waar geen aparte rechtspersoon is ingericht en het arbitrair is welk deel van de uitgaven en welk deel van de activiteiten onder de regie van het centrum worden gebracht.
3 Een constatering die niet alleen opgaat voor deze tweede generatie Centra, maar ook voor de pioniers nog steeds een actueel aandachtspunt is.
4
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014
De ontwikkeling Op basis van het fasemodel is de kwalitatieve ontwikkeling van de Centra op te maken en visueel te vangen in het onderstaande spindiagram. Het spindiagram is illustratief en vooral niet bedoeld om de inhoudelijke analyse te vertalen in normatieve scores of ‘rapportcijfers’. Dit gezegd hebbende valt direct op dat er een flinke variatie is te zien in de mate waarin de Centra op verschillende dimensies voortgang boeken.
Business case 5 Control
4 3
Financiering
Positionering & Profilering
Kanalen & Klantrelaties
2 1 Kosten & Baten
Platform
0
Govermance
Aanbod
Max Organisatie Kernteam
Kernactiviteiten & Faciliteiten
Min Gemiddeld: halverwege fase 2 ‘Ontwikkelen’
De richting en het tempo van de ontwikkeling is over de hele linie voldoende. Wel blijkt in het tempo waarin de ontwikkelingsfasen worden doorlopen, een flink verschil te zien tussen de koploper en achterhoede. Het realiseren van gedeeld eigenaarschap – waarbij ook het bedrijfsleven zijn rol als ‘eigenaar’ neemt – blijkt in het algemeen geen eenvoudige exercitie en vraagt derhalve nog om een flinke inspanning. De gekozen rechtsvorm kan een bepalende factor zijn in de mate waarop het bedrijfsleven in de praktijk meestuurt. Techwise is het enige Centrum dat kiest voor een coöperatieve vereniging, en daar neemt het bedrijfsleven daadwerkelijk een sturende rol in. Daar waar gekozen is voor een ‘losser’ samenwerkingsverband, zijn het vooral de onderwijsinstellingen die regie voeren en het bedrijfsleven niet aan tafel zit. Andere bepalende factoren zijn de aanwezigheid van het bedrijfsleven in bestuur of stuurgroep, en de aanstelling van een ondernemende karttrekker.
5
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014
Het perspectief Wat bij de omgeving en de eigen ambities past – en wat de ‘markt’ vraagt - staat in de ontwikkeling van de Centra voorop. Voor een duurzaam Centrum is het immers essentieel dat effectief wordt ingespeeld op de vraag. Dat betekent per definitie maatwerk en (daarmee) verschillende profielen en manieren van inrichting van Centra. Deze tweede generatie Centra voor innovatief vakmanschap zijn nu anderhalf jaar onderweg en een variatie in oriëntatie en positie tekent zich al duidelijk af. Daarin blijkt bij enkele Centra het noodzakelijk om de aanvankelijke aannames ten aanzien van de beoogde positie van het Centrum in de omgeving en ten aanzien van behoeften van klanten in die omgeving, bij te stellen. De richting waarin de Centra zich ontwikkelen en wat dat betekent in termen van focus en positionering van deze Centra, is in de volgende figuur weergegeven. De kernvraag die de commissie hierbij heeft gesteld, is wat – gezien de eerste stappen die nu zijn gezet - de Centra in de volgende fase van ontwikkeling - zeg, over een jaar van nu – willen of zullen zijn.
Innovatieve dienstverlening
INCUBATOR
CO-CREATOR
Tech wise
LIS
civon
Focus
BBE Maritieme techniek
Teclab
PCC
M&P zorg techniek
Initieel onderwijs
TRANSFORMATOR Geïntegreerd
6
Water
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014
Positionering
Facilitator Autonoom
Hoewel veel van deze Centra, net als de pioniers, in hun oriëntatie en activiteiten (nog) veel nadruk leggen op het verhogen van de kwaliteit van het beroepsonderwijs (in de rol van transformator), zijn er ook verschillende Centra die verder zijn in het co-creëren van innovatieve ideeën en oplossingen en zo een directe bijdrage leveren aan het concurrerend vermogen van bedrijven.4 Verschillende Centra worden gepositioneerd als onderdeel van het mbo. Een issue daarbij is hoe voldoende zichtbaar te maken wat het Centrum uniek maakt ten opzichte van bestaande spelers en aanbod richting het bedrijfsleven. In geval van bijvoorbeeld de LiS en Maintenance & Procestechniek lijkt die keuze overigens logisch: bij vakinstellingen als de LiS, en in Rotterdam met het al bestaande Proces- en Maintenance College, kan worden gesteund op een sterk merk en goed imago bij het afnemend veld.
De leerpunten De lessen die de Centra uit de gezamenlijke ontwikkeling tot nu toe kunnen trekken, is samengebracht in het huiswerk op blz. 31 e.v. van de auditrapportage Dynamiek onderweg.
4 Voor een verdere duiding van de indeling van de Centra, zie blz. 30 e.v. van de auditrapportage Dynamiek onderweg
7
< eerste evaluatie centra voor innovatief vakmanschap dynamiek onderweg 2014