Klinische zorg en onderzoeksmethodologie van Spinale chirurgie en KNO/Audiologie
BLOKBOEK
Bachelor Geneeskunde, derde jaar Cursusjaar 2014-2015
Blokcoördinatoren Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg,
[email protected] Dr.ir. J.A.P.M. de Laat, klinisch-fysicus - audioloog,
[email protected]
© 2014 Alle rechten voorbehouden LUMC Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, web-publishing of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een gegevensopzoeksysteem worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van de copyrights. Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met: Directoraat Onderwijs en Opleidingen, PB 9600, 2300 RC Leiden
Inhoud Blokcommissie en docenten
2
Voorwoord
5
Inleiding
5
Hoofdstukken
Error! Bookmark not defined.
Bijlage(n)
Error! Bookmark not defined.
of the Biomedical Sciences OLC; the committee responsible for content and quality of the curriculum. When not teaching he serves as a consultant to the Deparment of Neuroradiology of the LUMC and to the Leiden Institute of Brain and Cognition.
Blokcommissie en docenten Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg en cursus coördinator: binnen de neurochirurgie is zij gespecialiseerd in de spinale chirurgie. Binnen de spinale chirurgie heeft zij als speciaal aandachtsgebied patiënten met achondroplasie of dwerggroei door een andere oorzaak. Verder is zij coördinerend en sturend in het onderzoek dat bij de Neurochirurgie gedaan wordt op het gebied van de wervelkolomchirurgie. Zij stuurt de SIPS onderzoeksgroep aan vanuit de kliniek. Zij begeleidt meerdere promovendi en (excellente) studenten.
Prof. dr. W.C. Peul, neurochirurg, epidemioloog en cursus coördinator: binnen de neurochirurgie is hij gespecialiseerd in de spinale chirurgie. Binnen de spinale chirurgie heeft hij als speciaal aandachtsgebied reumatologie en tumorchirurgie en is hij gespecialiseerd in de ingewikkelde craniocervicale chirurgie. Hij is internationaal bekend door zij kennis op het gebied van de wervelkolom en door de Sciatica trial die hij heeft verricht. De uitkomsten van deze trial hebben een mondiale invloed op het chirurgisch beleid van de lumbale HNP. Hij is oa betrokken bij het onderwijs aan spinaal chirurgen in europees verband (EANS).
Dr. E. Lakke, neuroanatoom: He is an Associate Professor in the Department of Anatomy and Embryology, and the Clinical Anatomist responsible for graduate, postgraduate and specialist teaching and training in the areas Head en Neck Anatomy and Neuroanatomy. After receiving his MD from the Free University of Brussels he joined the (Neuro)Anatomy Department of the Leiden University where he earned his PhD-degree in Experimental Neuroembryology. Dr. Lakke coördinates Neuroanatomy and Anatomy courses in both the medical and biomedical curricula and serves as a member
Dr. W. Pondaag: neurochirurg LUMC
2
Prof. Dr. A.M. Stiggelbout, epidemioloog, hoogleraar medisch besliskunde LUMC Dr. J. Fleisch, anaesthesist LUMC --------------------------------------------------------Mw. C. de Boer-Dexel, coordinator CI, LUMC Drs. P.P.B.M. Boermans, klinisch-fysicus – audioloog, LUMC Dr. E.L.E.M. Bollen, neuroloog, LUMC Mw. Dr. S. Bruijn, audioloog (i.o.), LUMC Drs. D.T.M. Dekker, audioloog (i.o.), LUMC Mw. M. van Engen, ambulant begeleider, De Weerklank/Auris Prof. Dr.ir. J.H.M. Frijns, KNO-arts, LUMC Mw. Dr. M.A. Huisman, onderzoeker, LUMC Mw. V. v.d.. Kamp, logopediste, LUMC Mw. S.M. van der Kraan – Van der Aa, logopediste, LUMC Dr. Ir. J.A.P.M. de Laat, klinisch-fysicus – audioloog, en cursuscoördinator. Hij is als audioloog vooral betrokken bij de hoorrevalidatie van kinderen, patiënten met tinnitus en musici. Onderzoeksgebieden: gehoorontwikkeling bij kinderen en jongeren, gehoorscreeningsmethoden.
Dr. P. Schutte, neurochirurg LUMC
Dr. W. Jacobs, epidemioloog LUMC
Dr. M.E. van den Akker-van Marle, gezondheidseconoom LUMC
Dr. Van Rooden, medische statistiek
Dr. M.P. Arts, neurochirurg MCHaaglanden Dr. J. Wolfs, neurochirurg MChaaglanden Dr. S. Dijkstra, orthopaedisch chirurg LUMC Dr. R. Noteboom, neuroanatoom LUMC Dr. P. Barnhoorn, huisarts LUMC Dr. H. Thiadens, huisarts LUMC Dr. W. Bollen, neuroloog LUMC Dr. M. Kruit, neuroradioloog LUMC Dr. M. Simon, anaesthesist LUMC S. van der Lans, fysiotherapeut Prof. dr. P. Hogendoorn, patholoog LUMC Dr. K. Bartlema, traumachirurg LUMC Ambulanceverpleegkundige Dr. F. van Galen, reumatoloog LUMC Dr. R. van Ingen, revalidatie arts Rijnlands Revalidatie centrum Mw. N. Leyerzapf, oncologisch verpleegkundige LUMC
Dr. A.P.M. Langeveld, KNO-arts Mw. M.A.C. Manshanden, maatschappelijk werker, LUMC Dhr. M. Mantel, maatschappelijk werker, LUMC Dr. L.J.C. Rotteveel, KNO-arts, LUMC Mw. M.A.L. Ruiter, psycholoog, LUMC Dr. ir. W. Soede, klinisch-fysicus – audioloog, LUMC Dhr. H. Troost, musicus en pianostemmer Dr. C.C. Wever, KNO-arts, LUMC
3
Voorwoord In dit blok maak je kennis met de kliniek, met operaties en met de onderzoeksbevindingen op dit gebied. Bovendien zijn er leerzame patiëntdemonstraties, en neem je deel aan excursies en hands-on trainingen. Je leert de klinische en onderzoeksbevindingen in een breder kader te plaatsen zodat je uiteindelijk een kritische blik kunt werpen op ontwikkelingen in dit stuk van de geneeskunde. Steeds is aangegeven wat de competenties zijn waar je aan werkt bij een bepaald onderdeel. We hopen dat jullie een leerzame tijd bij ons zullen hebben.
Toetsing zit in bijlage 2
5
Inleiding Beschrijving De student krijgt inzicht in het klinische vak van de chirurgie van de wervelkolom en het hoofd/hals gebied. Met de kennis die is opgedaan kunnen onderzoeksvragen worden geformuleerd. Er zal aandacht worden besteed aan het opzoeken van literatuur van dit aandachtsgebied en aan de interpretatie hiervan. Het opstellen van een onderzoeksprotocol zal worden geleerd. Hierbij zal aandacht zijn voor het opstellen van een statistisch plan en interpretatie van onderzoeksresultaten. Er zal aandacht zijn voor de maatschappelijke implicaties van de resultaten van dit onderzoek. Ook wordt deze kennis aangewend om kwaliteit en organisatie van zorg op dit terrein te onderzoeken en te beoordelen. Blokleerdoelen • Een (eenvoudig) literatuuronderzoek op kunnen zetten • Inzicht hebben in de opzet van een clinical trial • Kennis hebben van het opstellen van een statistisch plan • Het uit kunnen voeren van statistisch onderzoek • Kennis hebben van kwaliteit van leven uitkomstmaten • Kennis hebben van economische evaluaties • Het uit kunnen voeren van economische evaluaties • Kennis hebben in gedeelde besluitvorming • Inzicht krijgen in verschillende invalshoeken voor een ziektebeeld vanuit diverse disciplines • Toepassen van in het tweede jaar geleerde ‘presenteren’ aan de hand van onderzoeksresultaten • Inzicht hebben in de factoren die een rol spelen bij inbedding van onderzochte items in gezondheidszorgbeleid in Nederland Beoordeling: De beoordeling zal gebeuren door een combinatie van beoordeling van de eindpresentatie en de paper die gedurende deze minor geschreven zal worden. Ook zullen tussendoor kleine toetsen worden gegeven. Gedurende tien weken maakt de student intensief kennis met de spinale chirurgie zowel vanuit neurochirurgie als orthopaedie, KNO/Audiologie, Medische Besliskunde, Statistiek en met beleidsmatige aspecten van de genoemde gebieden. De eerste weken zullen vooral gericht zijn op de basale kennis rond de aandoeningen van de wervelkolom en het hoofd-hals gebied, daarna zal onderwijs gericht op medische besliskunde, statistiek en beleid meer aan bod komen. Dit alles zal gebeuren in een geïntegreerde setting waarin voldoende tijd en aandacht is voor wetenschappelijke vorming. Naast het algemene onderwijs zal steeds een tweetal studenten gekoppeld worden aan een ‘persoonlijk’ begeleider. Samen met de begeleider zal een onderwerp voor de eindopdracht worden geformuleerd. Gedurende de minor is er voldoende tijd om hier aan te werken. De kennis die gedurende de minor wordt aangeboden moet hierin worden verwerkt. Dit zorgt voor integratie van de aangeboden kennis binnen 1 bepaald onderwerp, dat op het vlak zal liggen van 1 van de vakgroepen die aan deze minor meewerkt. De eindopdracht is tweeledig: in het begin van de laatste week zal een presentatie worden gegeven. Deze zal onder andere worden beoordeeld door de persoonlijk begeleider. Naar aanleiding van deze presentatie en commentaar van de persoonlijk begeleider, de
6
blokcoördinatoren en van de medestudenten, kan het eindverslag, dat op vrijdag moet worden ingeleverd, worden aangepast.
Wervelkolomproblematiek (clinicus: Carmen Vleggeert-Lankamp, basic scientist: Wilco Jacobs) Anatomie zal worden behandeld middels college, anatomisch prepareren in de snijzaal, en anatomie in vivo onderwijs door fysiotherapeuten Er zal een 360 graden beeld worden gegeven van de problematiek en behandeling van de lage rug hernia, kanaalstenose, cervicale hernia en cervicale myelumcompressie. Hierbij komen huisarts, neuroloog, revalidatiearts, anaesthesist, radioloog, patholoog, orthopaed en neurochirurg aan het woord. Daarna zal de ingewikkelder wervelkolomproblematiek aan bod komen, zoals de wervelfracturen, wervelkolomtumoren en ernstige deformiteiten. Er zal hierbij onderwijs verzorgd worden door de reumatoloog, neuroloog, traumachirurg, revalidatiearts, orthopaed en neurochirurg. Bovendien is er tijd vrijgemaakt om de wat meer praktische kant van deze pathologie te belichten Een ambulanceverpleegkundige zal onderwijs verzorgen, waarbij de student zelf oefent in het stabiliseren van een patient met wervelkomletsel. De oncologieverpleegkundige van de orthopaedie zal een uur onderwijs verzorgen over de impact van de diagnose van een wervelkolomtumor. Op het gebied van deze thema’s zullen onderzoeksvraagstukken worden geformuleerd. De student leert literatuur ter achtergrondinformatie op te zoeken en hieruit een conclusie te formuleren. Ook zal de student leren welke factoren van belang zijn bij het opstellen van een onderzoeksprotocol. De kennis die is opgedaan bij statistiek zal helpen om inzicht te krijgen in e resultaatverwerking. De kennis die is opgedaan bij medische besliskunde zal worden gebruikt om inzicht te krijgen in de implicaties van het gedane onderzoek voor de gezondheidszorg in het algemeen. Leerdoelen bij wervelkolomproblematiek: • • • • • • • •
Kennis van de anatomie van de wervelkolom ‘opfrissen’ Pathologie van de lumbale hernia en stenose herkennen en behandelmethoden kennen Pathologie van de cervicale hernia en myelumcompressie herkennen en behandelmethoden kennen Kennis maken met lichamelijk onderzoek Oefenen van anamnese afnemen Inzicht krijgen in beweegredenen om een wervelkolom te instrumenteren Inzicht krijgen van de behandelmogelijkheden bij de ernstig gedeformeerde wervelkolom Inzicht krijgen in de spoedeisende wervelkolomproblematiek
KNO/Audiologie (klinisch-fysicus - audioloog: Jan de Laat) Verschillende thema’s vanuit de KNO zullen aan bod komen: Gehoor en vroegdiagnostiek, Spraak en taal, gehoorschade, audiometrie, tumorchirurgie in het KNO gebied. Ook zal er aandacht zijn voor de “cochlear implants”. Vanuit het gebied KNO/neurochirurgie zal de schedelbasispathologie en chirurgie worden belicht. Doeltreffende communicatie is in onze maatschappij een basisvoorwaarde voor een kwalitatief goed leven. Verreweg de meeste communicatie geschiedt via taal, spraak en gehoor. De organen die ons hierbij ten dienste staan - het gehoororgaan, het spraakorgaan en het regulerend systeem in het centraal zenuwstelsel - werken complex samen en zijn opgebouwd uit kwetsbare delen. Vooral het gehoororgaan is onmisbaar bij normaal maatschappelijk functioneren: zowel in de beroepsuitoefening als in de sociale relaties. Bovendien is ons gehoor belangrijk bij waarschuwingssignalen. 7
Aangeboren en verworven afwijkingen van het gehoororgaan komen relatief vaak voor. De arts behoort daarom kennis te hebben van de invloed die taal, spraak en gehoor op elkaar hebben en de ontwikkeling ervan in de vroege jeugd. De wijze waarop de jeugd zich momenteel blootstelt aan lawaai wordt een toenemend sociaal en medisch probleem, daar de desastreuze gevolgen ervan op het gehoororgaan niet te onderschatten zijn. Door de vergrijzing van de bevolking zal het voorkomen van presbyacusis, ouderdomsslechthorendheid, een toenemend probleem zijn en de combinatie van beide beelden stelt de maatschappelijke impact van deze chronische ziektebeelden aan de kaak. Kennis is ook nodig van de sociale context van slechthorende en dove mensen en hun mogelijkheden. De hulpmiddelen die aan dove mensen ter beschikking staan zijn in technisch opzicht volop in ontwikkeling. Deze worden echter veelal onvoldoende benut door psychosociale omstandigheden. Indeling Korte omschrijving van de thema’s 1.
2. 3. 4.
5.
6. 7.
8.
De invloed van het gehoor op spraak-, taal- en algemene ontwikkeling van kinderen en het belang van vroegdiagnostiek Ingegaan wordt op het belang van vroegdiagnostiek bij pasgeborenen en jonge kinderen, om elk doof of slechthorend kind zo vroeg mogelijk te vinden, diagnosticeren en begeleiden. Spraak-, taal-, emotionele en algemene (cognitieve) ontwikkeling bij SH, ESM, CI Audiometrie Gehoorrevalidatie Hoortoestellen ter revalidatie van slechthorendheid worden technisch steeds beter. Toch zijn deze impopulair. Over de oorzaken hiervan wordt nader ingegaan. Tevens zal aan de orde komen hoe de gehoorrevalidatie in Nederland georganiseerd is en welke regelingen gelden. Gehoorschade door lawaai en presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid) Door de vergrijzing zal de problematiek van ouderdomsslechthorendheid groter worden en door MP3/Ipod gebruik en discobezoek zal gehoorbeschadiging door lawaai vaker voorkomen. Onder meer zal worden ingegaan op aspecten van voorlichting en beleid. Cochleaire implantatie Laryngologie en laryngectomie Anatomie, fysiologie en pathologie van de larynx. Stem, spraak en taal zijn bijzonder belangrijk bij de communicatie tussen mensen. Stoornissen in deze aspecten veroorzaken veel hinder. Inzicht in deze begrippen en hun onderlinge relatie wordt geleerd. Schedelbasispathologie en – chirurgie De diagnostiek en behandeling van de brughoektumor en het cholesteatoom.
Om de bovengenoemde thema’s inzichtelijker te maken zijn in het blok verschillende lesactiviteiten en illustratieve activiteiten opgenomen, o.a. het “poli(klinisch) meelopen”. Er zullen ook enkele patiëntdemonstraties verzorgd worden: bijv. een (dove) patiënt met een cochleair implantaat en een gelaryngectomeerde patiënt. Beiden zullen aan de hand van een open interview hun ervaringen, problemen met communicatie, de invloed van hun aandoening op het dagelijks leven e.d. delen met de groep. Uiteraard wordt van de studenten juist hierbij een actieve participatie vereist. Tijdens het blok worden enkele “excursies” georganiseerd: •
Er zal een bezoek worden gebracht aan enkele vestigingen van audicien Beter Horen. Hier zal een demonstratie plaatsvinden van wat de audicien doet m.b.t. de aanpassing van hoortoestellen en overige hulpmiddelen, zoals het maken van oorstukjes en het fitten van de hoortoestellen. 8
• •
Een excursie naar Siemens Audiologische Techniek in Zoetermeer. Hier worden hoortoestellen geproduceerd, geassembleerd en gerepareerd en oorschaaltjes gemaakt. Tevens zal een bezoek gebracht worden aan De Weerklank, een school voor slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraak-/taal-problemen. Zie ook: www.deweerklank.nl.
Wij hebben een aantal gastsprekers bereid gevonden om iets over hun werk te komen vertellen. Maatschappelijk werker mevr. Manshanden zal de maatschappelijke gevolgen van slechthorendheid en doofheid belichten. Maatschappelijk werker dhr. Mantel zal praten over auditieve verwerkingsproblematiek en psychogene slechthorendheid bij kinderen. Ambulant begeleider mevr. Van Engen laat bijzonderheden zien over het mede door haar ontwikkelde programma Peuterpraat en Kinderklanken. Pianostemmer en violist dhr. Troost emotioneert met zijn persoonlijke ervaringen als musicus met gehoorproblemen. Mevr. dr. Huisman werpt een blik in de toekomst betreffende de mogelijkheden van regeneratie van het perifere auditieve systeem. Klinisch fysicus – audioloog drs. Boermans bespreekt en bediscussieert het onderwerp tinnitus. KNO-arts dr. Wever behandelt het onderwerp schisis. Neuroloog dr. Bollen vertelt over zijn inzichten m.b.t. afasie. Literatuur en leermiddelen • Het KNO-leerboek (Huizing e.a.) zal tijdens de introductie aan elke deelnemer worden uitgeleend. • Goorhuis-Brouwer SM. Het audiologisch centrum en het spraak- en taalgestoorde kind. In: Audiologische Centra en kinderen met spraak-/taal-/problemen. Graef WPM, Laat JPM de, Veen PH van der (eds). Verslag 3e FENAC symposium, 1991, pp.13-32 • Stes R. Beschrijving van de spraakstoornissen Uit: Inleiding in de logopedie & audiologie. pp. 7999. Acco, Amersfoort, 1993. • Volksgezondheid – Toekomst – Verkenning. De gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode 1950 – 2010. Gehoorstoornissen, pp.367-376, Rapport RIVM, Den haag, 1993 • Frudiger W, Laat JAPM de. De normale en afwijkende spraak- en taalontwikkeling van jonge kinderen. Brochure voor hulpverleners in de zorgsector. Uitgave van Effatha, 1997 • Kapteyn TS, Lamoré PJ, Tange RA. Gehoor en leeftijd (presbyacusis). ( http://www.ned-ver-audiologie.nl/NVAleerboek/niveau2/hfd7/7-2-5.htm) • Passchier-Vermeer W. Veroorzaakt luisteren via hoofdtelefoons gehoorverlies? Geluid 1999;9:126-129 • Laat JAPM de. Nieuwe vormen van gehoorscreening in Nederland, Logopedie en foniatrie, 2001, 73.9;224-230 • Laat JAPM de, Bonnet RM. Gehoorproblemen bij 0-19 jarigen, Praktijkboek Jeugdgezondheidszorg, Elsevier, 2000, 3/57/78 • Frijns, JHM. Cochleaire Implantatie. In Vorderingen en Praktijk, Boerhaavecursusboek 2001, pp. 111-140 • Goorhuis SM, Schaerlaekens AM. Signaleren, screenen, diagnostiek en indeling van taalontwikkelingsstoornissen. In: Handboek taalontwikkeling, taalpathologie en taaltherapie bij nederlands sprekende kinderen (1997), 85-111. (zie bijlage 13) • Connolly CM, Rose J, Austen S. (2006). Identifying and assessing depression in prelingually deaf people: A literature review. American Annals of the Deaf, 151, 49-60. • Bat-Chava Y, Martin D, Kosciw JG (2005). Longitudinal improvements in communication and socialization of deaf children with cochlear implants and hearing aids: evidence from parental reports. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 46, 1287-1296. • Fellinger J, Holzinger D, Dobner U, et al. (2005). Mental distress and quality of life in a deaf population. Social Psychiatry and psychiatric Epidemiology, 40, 737-742. 9
•
• o o o o
Hindley, P.A. (1994). Psychiatric-disorder in deaf and hearing-impaired children and youngpeople - a prevalence study. Journal of Child Psychology and Psychiatry and Allied Disciplines, 35, 917. Ter inzage op het Audiologisch Centrum (KNO) en als naslag te gebruiken: Slechthorende en hoortoestel. Uitgave Nederlandse Vereniging voor Audiologie. Hearing Aids, Harvey Dillon, Uitgave Thieme, 2001 Validiteit, slechthorendheid en werk. Uitgave Nederlandse Vereniging voor Audiologie Diverse informatiebrochures
Leerdoelen KNO/Audiologie • De student kan de relevantie van taal, spraak en gehoor voor een goede communicatie aangeven en de onderlinge verhouding tussen deze begrippen toelichten. • De student kan een uiteenzetting geven over het belang van het gehoor voor een goede taal- en spraakontwikkeling. • De student kan een uiteenzetting geven over de gevolgen in het dagelijks leven van − éénorigheid − plotsdoofheid − geleidelijk toenemende slechthorendheid − lawaaitrauma • De student kan een schets geven van de organisatie van de vroegdiagnostiek van gehoorstoornissen in Nederland en kan de verschillende methoden, waarmee gehoormeting verricht wordt, aangeven. • De student kan een screeningsaudiogram maken en een toondrempelaudiogram interpreteren. • De student kan uitleg geven over methoden en hulpmiddelen waarmee patiënten met een slecht gehoor kunnen worden geholpen. • De student kan de invloeden aangeven die een rol spelen in het ziektegedrag van slechthorende mensen ten aanzien van de revalidatie met een hoortoestel. • De student kan aangeven wat het verschil is tussen stem en spraak en welke verschillende stoornissen bij deze twee begrippen kunnen optreden.
10
• Centrale Begrippen KNO/Audiologie
Communicatie
beroepsuitoefening sociale relaties dagelijks functioneren (zelfredzaamheid)
Non verbale communicatie
Spreken Horen spraak Stem (articulatie)
gehoor fysiologie audiometrie
Taal Culturele ontwikkeling
vormen slechthorendheid één-orig doof prelinguaal doof postlinguaal doof plotsdoof
oorzaken spraakstoornis geen larynx meer aansturing hersenen psycosociaal taalbarrière
Vroegdiagnostiek interventie somatische oorzaken behandelen logopedie
interventie gehoorrevalidatie
Hulpmiddelen
hoortoestellen gebarentaal liplezen instructies omgeving audiologisch centrum
Ziektegedrag
11
Medische besliskunde (clinicus: Wilco Peul, basic scientist: Elske van den Akker) Na enige weken basale kennis te hebben gekregen zal er uitgebreid aandacht besteed worden aan onderzoek waarbij de wervelkolomchirurgie, zowel laag- als hoogcomplex, en de hoofdhals pathologie als onderwerp zullen dienen. Medische besliskunde is de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met het beschrijven, analyseren en ondersteunen van medische beslissingen. Dit kan variëren van beslissingen in de spreekkamer tot beslissingen op landelijk niveau. Deze beide uitersten zullen aan bod komen. Kosten-effectiviteitsanalyses leveren informatie op voor landelijke beslissingen, tijdens dit onderwijs zal de student inzicht krijgen in het uitvoeren van kosteneffectiviteitsstudies. Dit zal geïllustreerd worden met voorbeelden op het gebied van de spinale chirurgie. . Ook besluitvorming in de spreekkamer zal aan bod komen. Theoretische kennis op dit gebied zal in een klinische ministage in praktijk worden getoetst. Leerdoelen bij Medische besliskunde: • Kennis van uitkomstmaten op het gebied van kwaliteit van leven • Kennis van bepalen van kosten van zorg vanuit verschillende perspectieven • Kennis van verschillende typen van economische evaluaties en het uitvoeren van een economische evaluatie • Kennis over gedeelde besluitvorming en keuzehulpen
Statistiek (clinicus: Carmen Vleggeert-Lankamp, basic scientist: Stephanie van Rooden) Binnen dit onderwijs zal ook een week onderwijs door de statistiek worden verzorgd. Dit onderwijs is er op gericht om de student inzicht te laten krijgen in de ‘design, management and analysis of clinical trials’. Gedurende 3 dagen zullen studenten in de ochtend onderwijs krijgen van medisch statistici en andere specialisten op het gebied van opzet en uitvoering van clinical trials. In de middag kunnen de studenten zich de stof eigen maken door te oefenen met analyses op een deel van de data van de SCIATICA trial in een werkgroep. Aan het einde van de dag worden de oefenopgaven besproken en is er ruimte voor discussie. De resultaten van de oefenopgaven vormen de basis voor de eindopdracht, waarin de resultaten geïnterpreteerd moeten worden en hieruit conclusies moeten worden getrokken. Vervolgens wordt de studenten gevraagd op basis van deze conclusies aanbevelingen te doen voor toekomstige behandelingen. In een bijeenkomst gezamenlijk met Medische Besliskunde zal een groep de resultaten van de evaluaties van klinische effectiviteit presenteren aan de medestudenten. Een andere groep zal in deze bijeenkomst de evaluaties van kosten effectiviteit presenteren waarna de conclusies en aanbevelingen bediscussieerd zullen worden. Leerdoelen bij Statistiek: • Kennis van aspecten van statistiek die een rol spelen bij clinical trials: o Kennis van statistische analyse methoden voor clinical trials o Kennis van berekenen van power en sample size o Kennis van verschillende randomizatie technieken o Kennis van missing data analyse methoden o Inzicht in verschillen tussen superiority, inferiority en equivalence trials en de consequenties daarvan o Kennis van datamanagement bij clinical trials o Inzicht in de interpretatie van analyse resultaten
12
• •
Voorbereiding: Bij de oefenopgaven wordt gebruik gemaakt van SPSS. Dit moet vooraf worden geïnstalleerd op de PC of laptop. SPSS kan via surfspot worden besteld of men kan een proefversie van SPSS installeren.
Beleidsmatige aspecten Er zal aandacht worden besteed aan de maatschappelijke vraagstukken die moeten worden beantwoord op het gebied van de spinale en hoofd-hals pathologie. Hierbij moet gedacht worden aan de prijs die de maatschappij bereid is te betalen voor een bepaald type zorg, over de realistische bereikbaarheid van zorg, zowel letterlijk als figuurlijk en over de prijs die de maatschappij bereid is te betalen voor innovatie. Vanwege de brede opzet van dit keuzeblok is het voor veel studenten geschikt, variërend van toekomstig huisartsen tot neurochirurgen en specialisten KNO/audiologie.
Competenties Competenties voor het lijnonderwijs (kunnen meetellen voor lijncijfer of om te oefenen) Voor alle competentiegerichte leerdoelen (zowel blokdoelen als lijndoelen) staan de volgende [concept]symbolen; kleur=Blackboard; zwart-wit= blokboek
Beroepsvorming
Academische vorming
Samenwerking en organisatie
Gezondheidsbevordering
13
• Blackboard Het is aanbevolen om tijdens het keuzeblok iedere dag blackboard te raadplegen. Blackboard wordt gebruikt voor: • aanbieden van actuele informatie (o.a. doorgeven van roosterwijzigingen) • overzicht van aangeboden collegestof • overzicht van eindopdrachten • overzicht van tussentijdse opdrachten
14
Rooster: Week 1
Maandag 1-9
Dinsdag 2-9
Donderdag 4-9
Vrijdag 5-9
09.00-10.00
Opening
Introductie
Woensdag 3-9
Basale kennis aanbieden
Kennis opdoen over
academisch jaar,
Vleggeert
over cervicale laag
lumbale hernia en
complexe
stenose
wervelkolompathologie
zelfstudie
geen programma
Vleggeert 10.00-11.00
Het opfrissen van kennis van de
lichamelijk
Kennis nemen van
anatomie van de wervelkolom
onderzoek -
cervicale laag complexe
Lakke/zelfstudie
lumbaal
wervelkolompathologie
Vleggeert
zelfstudie
11.00-12.00
Kennis nemen van beoordeling van literatuur op risk of bias Jacobs
12.00-13.00 13.00-14.00
14.00-15.00
lumbale laag complexe
Kennis nemen van
lichamelijk onderzoek –
wervelkolomproblematiek,
beoordeling van
cervicaal
vleggeert
literatuur op risk of
Vleggeert
Oefenen van anamese
bias; verdiepen van
Kennis opdoen over
Voorbereiden
Vleggeert
kennis over
lumbale hernia en stenose
presentatie
lumbale hernia
zelfstudie
zelfstudie
15.00-16.00
stenose
Presenteren laag
Jacobs
complexe zorg Vleggeert
15
week 2 09.00-10.00
Maandag 8-9
Dinsdag 9-9
Woensdag 10-9
Donderdag 11-9
Vrijdag 12-9
Kennis van een
Inzicht in
Bekend worden
Inzicht krijgen in het 3D
Inzicht krijgen in
statistical analysis
consequenties missing
met Data Safety
beeld van de
verschillende
plan (SAP); kennis
data voor analyses;
and Monitoring
wervelkolom,
invalshoeken van
van
richtlijnen hoe om te
Board Stijnen
ruggenmerg en spinale
professionals die
karakteristieken bij
gaan met missing data
zenuwen - snijzaal
met WK bezig
het testen treatment
van Rooden
Vleggeert en Noteboom
zijn
effect
zelfstudie
Stijnen 10.00-11.00
Inzicht in sample
BInzicht krijgen in
Kennis richtlijnen
size en power
analyse methoden bij
datamangement in
berekeningen
herhaalde metingen
het algemaan en
Brand
specifiek voor fase
Stijnen
1&2 trials en fase 3&4 trials en observationele studies van Rooden 11.00-12.00
Inzicht krijgen in
Bekend worden met
Bekend worden
Inzicht krijgen in
doel randomizeren;
termen superiority,
met
de beweegredenen
kennis
inferiority,
datamanagement
om een WK te
verschillende
equivalence trials en
en statistiek
stabiliseren
randomisatie
overwegingen bij
middels
middels
technieken; kennis
keuze hiertussen;
oefenopgaven op
instrumentatie
praktische
inzicht in
de SCIATICA
Vleggeert
implicaties
consequenties voor
data: zelfstudie
randomizeren
power van de studie
van Rooden
Brand
Bekend worden
Bekend worden met
14.00-15.00
met
15.00-16.00
datamanagement en
12.00-13.00
13.00-14.00
Inzicht krijgen in
Inzicht krijgen in
datamanagement en
therapeutische
de beweegredenen
statistiek middels
behandeling van een
om een WK te
statistiek middels
oefenopgaven op de
wervelkolomaandoening;
stabiliseren
oefenopgaven op
SCIATICA data:
inzicht krijgen in
middels
de SCIATICA
zelfstudie
verschillende
instrumentatie
invalshoeken van
zelfstudie
data: zelfstudie
professionals die met WK bezig zijn fysio de Geus 16.00-17.00
Nabespreken
Nabespreken
Nabespreken
Oefenopgaven
Oefenopgaven
Oefenopgaven
SCIATICA data
SCIATICA data
SCIATICA data
van Rooden
van Rooden
van Rooden
16
Week 3
Maandag 15-9
Dinsdag 16-9
Woensdag 17-9
Donderdag 18-9
Vrijdag 19-9
09.00-10.00
Globaal overzicht,
Kennispresentatie &
programma
discussie werking
Kennispresentatie
Introductie
Indeling in koppels van 2
& discussie
eindopdracht
studenten die
toelichting, uitleg
gehoor & belang
werking gehoor &
Vleggeert en de
eindopdracht kiezen
ZSO’s, keuze
vroegdiagnostiek
belang
Laat
Vleggeert en de Laat
eindopdrachten
de Laat
vroegdiagnostiek
de Laat 10.00-11.00
Ruiter
Basale kennis
Basale kennis
Basale kennis
Basale kennis
Basale kennis (ontstaan,
aanbieden van de
aanbieden van de
aanbieden van de
aanbieden van de
achtergronden) aanbieden
bouw en functie van
vroege spraak- en
audiologische
theorie en praktijk
v. afasie Bollen
het gehoororgaan
taalontwikkeling
aspecten van
van
mede a.d.h.v.
van jonge kinderen
tinnitus; theorie,
gehoorrevalidatie:
modellen, demos’s
v.d. Kraan
praktijk & aanpak
hoorhulpmiddelen,
van problematiek
counseling
Rotteveel
11.00-12.00
12.00-13.00
Boermans
Soede
Basale kennis
Basale kennis
Basale kennis
Inzicht krijgen in de
Basale kennis (medisch,
aanbieden van de
aanbieden van
aanbieden van de
sociale
sociaal) aanbieden v.
ontwikkeling en
stoornissen in de
praktijk van
problematiek van
schisis Wever
werking van het
spraak- en
audiometrie
SH/doofheid
gehoororgaan & de
taalontwikkeling
Bruijn
Troost
screening op
van jonge kinderen
gehoorstoornissen
Ruiter
de Laat
Basale kennis
Inzicht krijgen in
Basale kennis
aanbieden van de
de praktijk van
aanbieden van de
sociaal, gevolgen)
manier waarop je
audiometrie
sociale gevolgen
aanbieden van auditieve
jonge kinderen
Vree
van SH/doofheid
verwerkingsproblematiek
Manshanden
en psychogene SH
stimuleert in hun spraak- en
Basale kennis (ontstaan,
Mantel
taalontwikkeling v. Engen 13.00-14.00 14.00-15.00
15.00-16.00
Gestuurd inzicht
Gestuurd inzicht
Praktikum
Gestuurd inzicht
Zelfstudie, literatuuronderzoek
krijgen in de
krijgen in de (ab-
audiometrie a.d.h.v.
krijgen in de vele
werking van het
)normale spraak- en
AudTutor, oefenen
facetten van
gehoor en het
taal- ontwikkeling
op elkaar
gehoorrevalidatie
belang van
van jonge kinderen
Vree
a.d.h.v.
vroegdiagnostiek
a.d.h.v.
a.d.h.v.
literatuuronderzoek
praktijkvoorbeelden
literatuuronderzoek
Kennispresentatie & discussie gehoorrevalidatie Soede
17
Week 4
Maandag 22-9
Dinsdag 23-9
Woensdag 24-9
Donderdag 25-9
9.00-10.00
De
Wervelkolominstrumentatie
voortgangstoets
gedeformeerde
technieken
statistiekopdracht;
cervicale
Pondaag
zelfstudie
Werken aan verslag
wervelkolom Peul 10.00-
werk aan fictieve
Verhogen kennis
11.00
casus met
over WK
literatuur
pathologie,
zelfstudie
literatuuronderzoek en verwerken leren, presentatie leren Zelfstudie
11.00-
Verhogen kennis over WK
Verhogen kennis over
Pathologie van WK
12.00
pathologie,
WK pathologie,
aandoeningen
literatuuronderzoek en
literatuuronderzoek en
Hogendoorn
verwerken leren, presentatie
verwerken leren,
leren
presentatie leren
Vleggeert
zelfstudie
Verhogen kennis over WK
Orthopaedie en
Presentaties Vleggeert
12.0013.00 13.0014.00
Reumatologie en de cervicale
pathologie,
wervelkolom/tumoren
wervelkolom
literatuuronderzoek en
Dijkstra
van Gaalen
verwerken leren, presentatie
14.00-
werk aan fictieve
leren zelfstudie
15.00
casus met literatuur
revalidatiearts bij wervelkolom problematiek
van
Ingen
zelfstudie 15.00-
Verhogen kennis over
16.00
WK pathologie,
16.00-
Radiologische
literatuuronderzoek en
17.00
beschouwing van
verwerken leren,
de wervelkolom
presentatie leren
Kruit
zelfstudie
18
Vrijdag 26-9
Week 5 9.00-10.00
Maandag 29-9
Dinsdag 30-9
Woensdag 1-10
Donderdag 2-10
Vrijdag 3-10
Schrijven
Kennispresentatie &
Vorderingen
Feestdag! Geen
systematic review
discussie toepassing
eindopdracht,
programma
zelfstudie
CI
plenaire
Rotteveel
terugkoppeling Vleggeert/de Laat
10.00-11.00
inzicht krijgen in de
Basale medische
Excursie (Leiden)
Basale
spoedeisende
kennis (theorie,
Inzicht krijgen in
audiologische
wervelkolom
achtergronden
functioneren
kennis aanbieden
problematiek
problematiek)
audiciensbedrijf
van NIHIL en
Bartelsma/
aanbieden van
balkenende
presbyacusis
ambulance
cochleaire
verpleegkundige
implantaten
de Laat
Frijns 11.00-12.00
Inzicht krijgen in de sociale (on-) mogelijkheden van CI de Boer
12.00-13.00
Toegepaste kennis
Basale biologische
aandragen rondom
kennis (therorie,
de praktische
achtergronden) van
spraak- en taal / (on-
binnenoor
) mogelijkheden van
stamcelonderzoek
CI
(gentherapie)
v.d. Kraan
Huisman
13.00-14.00
Schrijven
Kennispresentatie &
Gestuurd inzicht
14.00-15.00
systematic review
discussie toepassing
krijgen in de
zelfstudie
CI a.d.h.v.
problematiek van
literatuuronderzoek
NIHIL a.d.h.v.
d.m.v. het vervullen
literatuuronderzoek
van opdrachten
d.m.v. het vervullen van opdrachten
15.00-16.00
1700 uur: Kennispresentatie & discussie NIHIL & presyacusis de Laat
19
Week 6
Maandag 6-10
Dinsdag 7-10
Woensdag 8-10
Donderdag 9-10
Vrijdag 10-10
9.00-10.00
Inzicht krijgen in
Inzicht krijgen in
Inzicht krijgen in
Schrijven syst
Schrijven syst
10.00-11.00
uitkomstmaten op
kosten van
economische
review
review
het gebied van
gezondheidszorg
evaluaties
zelfstudie
zelfstudie
kwaliteit van leven
vanuit verschillende
v.d. Akker
v.d. Akker
perspectieven v.d. Akker
11.00-12.00
Toepassen van
Toepassen van
Toepassen van
12.00-13.00
verworven kennis
verworven kennis
verworven kennis
13.00-14.00
over uitkomstmaten
over kosten op
over economische
14.00-15.00
op het gebied van
neurochirurgische
evaluaties op
kwaliteit van leven
dataset
neurochirurgische
15.00-16.00
op
dataset
neurochirurgische
Afsluitende
dataset
discussie economische evaluatie v.d. Akker
16.00-17.00
Afsluitende
Afsluiten discussie
discussie
kosten van
uitkomstmaten
gezondheidszorg
kwaliteit van leven
v.d. Akker
v.d. Akker
20
Week 7
Maandag 13-10
Dinsdag 14-10
Woensdag 15-10
Donderdag 16-10
Vrijdag 17-10
9.00-10.00
Vorderingen
Kennispresentatie
Inzicht krijgen in
Klinische
Inzicht krijgen in
observaties
grensgebied KNO
eindopdracht,
& discussie
gedeelde
plenaire
laryngologie en
besluitvorming (incl
nech
terugkoppeling
laryngectomie
introductie OPTION
v.d. Mey/Koot
Vleggeert/de Laat
Langeveld
schaal) en keuzehulpen Pieterse/Stiggelbout
10.00-11.00
Basale medische
Inzicht krijgen in
Zelfstudie
Inzicht krijgen in
kennis (theorie,
organisatie en
Incl. keuzehulp lage
hypofyse/
achtergronden,
functie van afdeling
rugpijn
schedelbasischirurgie
problematiek)
KNO
aanbieden van
Hoevers
Verstegen
laryngologie Sjögren 11.00-12.00
Basale medische
Zelfstudie
kennis (theorie, achtergronden, problematiek) aanbieden van laryngologie Sjögren 12.00-13.00
Gestuurd inzicht
13.00-14.00
krijgen in de
14.00-15.00
laryngologie a.d.h.v.
15.00-16.00
Zelfstudie
literatuuronderzoek d.m.v. het uitvoeren
Groepsdiscussie/college
beoordelen
Pieterse/Stiggelbout
consulten a.d.h.v.
van opdrachten
OPTION schaal
16.00-17.00
(wat deed arts wel? Wat deed arts niet? Hoe kan dit wel doorgaan?
Week 8
Maandag 20-10
Dinsdag 21-10
Woensdag 22-10
Donderdag 23-10
9.00-10.00
Excursie
Zelfstudie
10.00-11.00
Zoetermeer
Werken aan
Live meekijken met de
Inzicht krijgen in
eindopdracht
operatie
11.00-12.00
Zelfstudie
de technische
Vleggeert
Inzicht krijgen in
mogelijkheden van
Zelfreflectie zelfstudie
het opzetten van
HT’en
een clinical trial
Zoetemelk
Jacobs 12.00-13.00
Inzicht krijgen in
13.00-14.00
het opzetten van
14.00-15.00
een clinical trial
15.00-16.00
Jacobs beoordeelt
VRIJ
de opzet
21
Vrijdag 24-10
Week 9
Maandag 27-10
Dinsdag 28-10
Woensdag 29-10
Donderdag 30-10
Vrijdag 31-10
9.00-10.00
zelfstudie
Hoe word ik
Toets
Inzicht krijgen in
Excursie Leiden
Werken aan
neurochirurg
nakijken toetsen:
mogelijkheden WK
Inzicht krijgen in de
eindopdracht
Vleggeert
v.d. Akker
Vleggeert
rol van SO aan SH
Value based health
en ESM kinderen
care
Krijtenberg
10.00-11.00
van Schaik 11.00-12.00
Klinische
Inzicht krijgen in
effectiviteit versus
mogelijkheden WK
kosten effectiviteit
en nadenken over
v.d. Akker en van
financiele en
Rooden
maatschappelijke consequenties
12.00-13.00
Zelfstudie
13.00-14.00
Werken aan
14.00-15.00
zelfstudie
eindopdracht
Werken aan eindopdracht/ overleg met Jacobs of begeleider
15.00-16.00
Week 10
Maandag 3-11
Dinsdag 4-11
Woensdag 5-11
Donderdag 6-11
9.00-10.00
Schrijven syst
10.00-11.00
review
Hoe word ik KNO
zelfstudie
arts/ inleveren syst
Vrijdag 7-11
review 11.00-12.00 12.00-13.00 13.00-14.00 14.00-15.00
Presentaties
Presentaties
Eindgesprek met begeleider
15.00-16.00
Beoordeling; schrijven van een onderzoeksverslag
22
Week 1: eenvoudige wervelkolompathologie
Maandag 1 september
Opening academisch jaar, geen programma.
Dinsdag 2 september
• di 2 /9 Collegeuur 9.00-10.00: Introductie algemeen en wervelkolom
Docent: Dr. C Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: College Leerdoel: Introductie Locatie: V3-36 In dit uur zal in een korte introductie aan de student worden uitgelegd wat het programma in het algemeen inhoudt en wat het programma van het wervelkolomdeel inhoudt. Voor elk onderdeel (KNO, Statistiek en Medische besliskunde) zal separaat een aparte introductie worden gegeven. Ook wordt hier aangegeven wat er gedurende deze eerste week van de student wordt verwacht. Ook de groepsindeling voor de verschillende werkgroepen zal worden gegeven en besproken.
• Di 2/9 Collegeuur 10.00-12.00: Anatomie Docent: Dr. E. Lakke, neuroanatoom Type Activiteit: Invuloefeningen Leerdoel: Het opfrissen van kennis van de anatomie van de wervelkolom. Locatie: V3-36 Aan het begin van deze twee uur zal dr Lakke een introductie van 5 minuten geven waarbij hij uitlegt hoe U de oefeningen in moet vullen. Dan volgt er anderhalf uur waarin U zelf bezig gaat met deze oefeningen. Van 11.30 tot 12.00 zal dr Lakke met u de oefeningen nabespreken. Let op: deze anatomische kennis is de basis van de kennis van de wervelkolom gedurende dit blok. De kennis wordt niet getoetst, maar is onontbeerlijk.
23
• Colleguur 13.00-14.00: Lumbale hernia en stenose Docent: Dr. C Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: College Leerdoel: Basale kennis aanbieden over lumbale laag complexe wervelkolomproblematiek, ziektebeeld, diagnostiek en therapie Locatie: In dit uur krijgt U college over de lage rug hernia en de lage rug stenose: waarover klaagt de patient? wat ligt hieraan ten grondslag? Wat vindt u bij onderzoek? Waar moet u aan denken? Hoe onderscheidt u een hernia van een kanaalstenose?
• Collegeuur: 14.00 – 16.00: Lumbale hernia en stenose
Docent: Dr. C Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: Anamnese oefenen Leerdoel: Oefenen van anamnese Competentie: Medisch handelen
Locatie: Toetsing: Geen. Wel wordt gelet op het participeren in de groep, op uw inzicht en op de manier waarop u de kennis die u reeds op deze dag hebt aangeboden gekregen gebruikt.
Woensdag 3 september
• Collegeuur: 10.00 – 11.00: Lumbale hernia en stenose Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: Werkgroep Leerdoel: Oefenen van lichamelijk onderzoek op elkaar Locatie: C1-127
24
Competentie: Medisch handelen Gedurende dit uur leert u het lichamelijk onderzoek bij de patient met een lage rug hernia of stenose. Het is belangrijk dat u leert waar u op moet letten bij een aandoening die past bij een perifere zenuw beknelling. Ook leert u hoe u de verschillende spiergroepen moet testen, het gevoel moet onderzoeken en een reflex moet slaan. U doet dit onderzoek in tweetallen. Een dokter onderzoekt een ontbloot lichaam en u moet leren daarmee om te gaan. Voorbereiding: Doe schoon en heel ondergoed aan. Zorg dat u fris bent. Kijk of u een reflexhamer mee kunt nemen. Dit onderzoek vindt plaats in een ruimte waarin geen inkijk is.
• Wo 3/9 Collegeuur 11.00 – 12.00: Lumbale hernia en stenose Docent: Dr. W. Jacobs, epidemioloog Type activiteit: Uitleg over risk of bias Leerdoel: Kennis nemen van beoordeling van literatuur op risk of bias Competentie: Academische vorming en samenwerking
Locatie: V3-46 In dit uur krijgt u uitleg over hoe u de kwaliteit van literatuur kunt toetsen. Dit zal zich uiteraard toespitsen op literatuur betreffende de lage wervelkolom. U doet tevens een literatuuronderzoek in viertallen. U krijgt een onderwerp en start met het zoeken van de bijbehorende literatuur. Onderwerpen: 1. Moet een lumbale kanaalstenose operatief worden behandeld? 2. Is een endoscopische behandeling van een lage rug hernia beter dan een open benadering? 3. Is het terecht dat de verzekeraar een transforaminale benadering van een lumbale hernia niet wil vergoeden? 4. Wat is de relatie tussen kliniek en MRI op het gebied van lage rug problematiek? 5. Helpt fysiotherapie bij een lage rug hernia?
• Wo 3/9 Collegeuur 13.00-16.00: Lumbale hernia en stenose Docent: Dr. W. Jacobs, epidemioloog Type activiteit: Analyse van artikelen, zelfstudie
25
Leerdoel: Kennis nemen van beoordeling van literatuur op risk of bias; verdiepen van kennis over lumbale hernia en stenose
Competentie: Academische vorming Tenslotte: 1530-1600: Beoordelen van de ingevulde risk of bias formulieren door W Jacobs Locatie: V3-26 Aan de hand van het type artikel dat u hebt gevonden gebruikt u een van de risk of bias formulieren die de Cochrane aanbeveelt (zie bijlage 3) De beoordeling van de ingevulde formulieren is niet voor een cijfer, maar om te zien of u het principe hebt begrepen. U hebt deze beoordeling nodig voor uw verslag en de presentatie die u op vrijdag 5 september moet inleveren cq. geven.
Donderdag 4 september
• Collegeuur 9.00 – 10.00: Cervicale hernia en myelopathie Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: College Leerdoel: Basale kennis aanbieden over cervicale laag complexe wervelkolompathologie Locatie: V3-12 In dit uur krijgt U college over de cervicale hernia en de cervicale stenose: waarover klaagt de patient? wat ligt hieraan ten grondslag? Wat vindt u bij onderzoek? Waar moet u aan denken? Hoe onderscheidt u een hernia van een kanaalstenose? Bovendien wordt aandacht besteed aan het verschil tussen een eerste en een tweede motor neuronstoornis. Voorbereiden: Het strekt tot aanbeveling als u zelf thuis het verschil tussen een eerste en een tweede motorneuron stoornis (centrale versus perifere aandoening) opzoekt.
• Collegeuur: 10.00 – 12.00: Cervicale hernia en myelopathie Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Kennis nemen van cervicale laag complexe wervelkolompathologie
26
U krijgt een aantal artikelen die u zelf mag bestuderen, waarbij u kennis neemt van de problematiek van de cervicale hernia en stenose.
• Collegeuur 13.00 – 14.00: Cervicale hernia en myelopathie Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: Werkgroep Leerdoel: Oefenen van lichamelijk onderzoek op elkaar - cervicaal Locatie: C1-127 Competentie: Medisch handelen Gedurende dit uur leert u het lichamelijk onderzoek bij de patient met een cervicale hernia of stenose. Het is belangrijk dat u leert waar u op moet letten bij een aandoening die past bij een perifere zenuw beknelling. Ook leert u hoe u de verschillende spiergroepen moet testen, het gevoel moet onderzoeken en een reflex moet slaan. U doet dit onderzoek in tweetallen. Een dokter onderzoekt een ontbloot lichaam en u moet leren daarmee om te gaan. Voorbereiding: Doe schoon en heel ondergoed aan. Zorg dat u fris bent. Kijk of u een reflexhamer mee kunt nemen. Dit onderzoek vindt plaats in een ruimte waarin geen inkijk is.
• Collegeuur 14.00 – 16.00: Lumbale hernia en stenose Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: zelfstudie Leerdoel: kennis opdoen over lumbale hernia en stenose Competentie: Academische vorming en samenwerking
In deze tijd gaat u verder met het uitdiepen van de opdracht die u op woensdag 3 september bent begonnen. U bereidt een verslag voor waarbij u uw literatuuronderzoek beschrijft en de risk of bias die u hebt uitgevoerd. U doet tevens een dataanalyse van uw literatuur en komt tot een conclusie. Ook bereidt u een presentatie voor over dit onderwerp om op vrijdag 5/9 aan uw medestudenten te kunnen geven. 27
Vrijdag 5 september
• Collegeuur 9.00 – 14.00: Laag complexe WK problematiek
Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg en W. Jacobs, epidemioloog Type activiteit: zelfstudie en maken verslag Leerdoel: kennis opdoen over lumbale hernia en stenose Competentie: Academische vorming en samenwerking
In deze tijd gaat u verder met het uitdiepen van de opdracht die u op woensdag 3 september bent begonnen. U bereidt een verslag voor waarbij u uw literatuuronderzoek beschrijft en de risk of bias die u hebt uitgevoerd. U doet tevens een dataanalyse van uw literatuur en komt tot een conclusie. Ook bereidt u een presentatie voor over dit onderwerp om op vrijdag 5/9 aan uw medestudenten te kunnen geven. Toetsing: Verslag beoordelen: Dr. Jacobs Bij de toetsing wordt gelet op de compleetheid van uw literatuursearch, op de mate waarop de risk of bias goed doordacht is ingevuld en op de mate waarop u uw resultaten hebt geformuleerd. Verder wordt gelet op de netheid van het ingeleverde werk. Dit alles gebeurt door Jacobs. Uw samenwerking wordt getoest bij de presentatie.
• Collegeuur 14.00 – 15.00: Laag complexe WK problematiek
Docent: Dr C Vleggeert-Lankamp Type activiteit: Voorbereiden presentatie Met het onderwerp waarover u een verslag hebt geschreven gaat u aan het werk, samen met uw drie collega’s om een presentatie te houden over uw werk.
• Collegeuur 15.00 – 16.00: Laag complexe WK problematiek Docent: Dr. C. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: Presentatie van 4 ziektebeelden aan elkaar Leerdoel: Presenteren van het geleerde; etaleren van kennis op het gebied van laag complexe zorg 28
Competentie: Communicatie en samenwerking
Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door Dr. Vleggeert-Lankamp en Prof Peul Locatie: V3-22 U geeft samen met uw drie partners een presentatie over uw onderwerp. Bij de toetsing wordt gelet op de compleetheid van uw literatuursearch, op de mate waarop de risk of bias goed doordacht is ingevuld en op de mate waarop u uw resultaten hebt geformuleerd. Specifiek voor de presentatie wordt gelet op uw slides, uw presentatie en de mate waarin u uw boodschap over kunt brengen. Ook wordt gelet op het presenteren van de gebruikte literatuur. Tenslotte wordt gelet op de mate waarin uw samenwerking naar voren komt. Uw presentatie wordt ook getoetst door een cijfer door uw medestudenten. Tenslotte geeft u (anoniem) een cijfer voor uw medestudenten. Zo kan dr Vleggeert zien of iedereen evenveel effort heeft geleverd.
29
Week 2: Statistiek en start wervelkolompathologie voor gevorderen Maandag 8 september
• Collegeuur 9.00 – 10.00: Introductie in aanpak statistische analyses Docent: Prof. Dr. Stijnen Type activiteit: College Leerdoel: Kennis van een Statistical Analysis Plan (SAP); kennis van verschillende uitkomst variabelen; kennis van effect maten; kennis van karakteristieken bij het testen treatment effect Competentie: Academische vorming Locatie: V2-18 Wanneer je een idee hebt voor een nieuwe behandelmethode, moet je een onderzoeksprotocol schrijven. Hierin moet hier altijd een Statistical Analysis Plan in komen te staan. In dit uur worden een aantal aspecten belicht die moeten worden beschreven in zo een plan.
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Sample size berekeningen Docent: Prof. Dr. Stijnen Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht in sample size en power berekeningen; berekenen sample size bij verschillende typen uitkomstmaten (continu, dichotoom en time-to-event); inzicht in handelen bij discrepantie vereist en verwacht aantal patienten Competentie: Academische vorming Locatie: V2-18 Om een behandeleffect aan te kunnen tonen, is het essentieel dat een studie voldoende ‘power’ heeft om dit effect aan te kunnen tonen gegeven dat dat effect er is. Hoe de power van een studie wordt bepaald en wat voor invloed dit heeft op de grootte van de patiëntengroep in de studie, wordt in dit uur besproken.
• Collegeuur 11.00 - 1200: Randomisatie technieken Docent: Dr. v. Rooden 30
Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht in doel randomiseren; kennis verschillende randomisatie technieken; kennis praktische implicaties randomiseren en blinderen. Competentie: Academische vorming Locatie: V2-18 Wanneer je onderzoekt of een nieuwe behandeling het gewenste effect heeft, kun je niet uitsluiten dat andere factoren ook de uitkomstmaat beïnvloeden. Daarnaast kan de uitkomstmaat (onbedoeld) worden beïnvloed door de arts of de patiënt wanneer bekend is welke behandeling wordt gegeven. In dit uur wordt besproken hoe je hierop kunt anticiperen in het onderzoeksdesign.
• Collegeuur 13.00 – 16.00: Oefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr v. Rooden Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: documenteren data dictionary; kwaliteitschecks op data en analyse van missing values; herhaling beschrijvende statistiek; vergelijken behandelarmen; inzicht in verschillen per protocol en Intention To Treat analyses Competentie: Academische vorming en samenwerking Locatie: V-18 Maandag-, dinsdag- en woensdag middag in week 2 zult u oefeningen gaan doen waarbij verschillende statistische aspecten van data analyses aan bod komen die vaak worden toegepast bij clinical trials. U werkt zelfstandig aan deze opgaven, waarbij u informatie kunt uitwisselen met medestudenten. Aan het eind van de middag worden de opgaven besproken en in een breder kader geplaatst van een klinische trial studie. De analysemethodes op zich zijn niet specifiek voor clinical trial onderzoek, maar worden wel vaak gebruikt in dit type onderzoek. De opgaven hebben betrekking op datamanagement, kwaliteitscontroles, beschrijvende statistiek, grafische weergaven, subgroep-analyses en er wordt een begin gemaakt met analyses van herhaalde metingen. Op deze manier maakt u kennis met het datamanagement en statistische analyses van trial gegevens in SPSS.
Voorkennis: Het programma SPSS is al eerder gebruikt en de basisfunctionaliteiten worden bekend verondersteld. Voor het gebruik van SPSS kunt u de handleiding voor SPSS 20 raadplegen. Voorbereiding: Installeer SPSS op de PC of laptop. 31
• Collegeuur 16.00 – 17.00: Oefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr. V. Rooden Type activiteit: Werkgroep Leerdoel: Zoals de leerdoelen van de zelfstudieopdracht en het kunnen plaatsen in breder kader van wetenschappelijk onderzoek Locatie: V2-18
Dinsdag 9 september
• Collegeuur 09.00 – 10.00: Missing data analyses Docent: Dr. v. Rooden Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht in consequenties missing data voor analyses; richtlijnen hoe om te gaan met missing data Competentie: Academische vorming Locatie: V4-30 In dit uur wordt gesproken over missende waarden in het wetenschappelijk onderzoek. Hoezeer iedereen ook zijn best doet om te voorkomen dat data ontbreken, is het heel lastig om geen missende waarden te hebben. Dit heeft talloze oorzaken, waar je zelf niet altijd invloed op hebt.
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Introductie analyses met herhaalde waarnemingen Docent: Prof. Dr. Brand Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in de analyse methoden die worden gebruikt bij herhaalde waarnemingen. Competentie: Academische vorming Locatie: V4-30 In wetenschappelijk onderzoek wordt dezelfde patiënt vaak op een aantal momenten onderzocht. Dit resulteert in een dataset met herhaalde metingen. De analyses om met dit type data om te gaan, gaan te
32
ver voor de statistiek die in deze minor behandeld wordt. Omdat het bij clinical trials wel vaak voorkomt, wordt alvast een kleine introductie gegeven over dit type analysemethoden.
• Collegeuur 11.00 – 12.00: Superiority vs inferiority vs equivalence trials Docent: Prof. Dr. Brand Type activiteit: College Leerdoel: Bekend worden met termen superiority, inferiority, equivalence trials en overwegingen bij keuze hiertussen; inzicht in consequenties voor power van de studie Competentie: Academische vorming Locatie: V4-30 Wat is het uitgangspunt van je wetenschappelijk onderzoek; wil je aantonen dat de nieuwe behandeling beter is dan placebo of wil je aantonen dat je nieuwe behandeling niet slechter is dan de huidige behandelmethode? En wat betekent dat voor het onderzoek? In dit uur worden deze punten besproken.
• Collegeuur 13.00 – 16.00: Oefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr. v. Rooden Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Leren beschrijven van metingen in de tijd; leren evalueren door middel van een KaplanMeierplot. Competentie: Academische vorming en samenwerking Maandag-, dinsdag- en woensdag middag in week 2 zult u oefeningen gaan doen waarbij verschillende statistische aspecten van data analyses aan bod komen die vaak worden toegepast bij clinical trials. U werkt zelfstandig aan deze opgaven, waarbij u informatie kunt uitwisselen met medestudenten. Aan het eind van de middag worden de opgaven besproken en in een breder kader geplaatst van een klinische trial studie. De analysemethodes op zich zijn niet specifiek voor clinical trial onderzoek, maar worden wel vaak gebruikt in dit type onderzoek. De opgaven hebben betrekking op datamanagement, kwaliteitscontroles, beschrijvende statistiek, grafische weergaven, subgroep-analyses en er wordt een begin gemaakt met analyses van herhaalde metingen. Op deze manier maakt u kennis met het datamanagement en statistische analyses van trial gegevens in SPSS.
33
• Collegeuur 16.00 – 17.00: Nabesprekenefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr. V. Rooden Type activiteit: Werkgroep Leerdoel: Zoals de leerdoelen van de zelfstudieopdracht en het kunnen plaatsen in breder kader van wetenschappelijk onderzoek Locatie:
Woensdag 10 september
• Collegeuur 09.00 – 10.00: DSMB Docent: Prof. Dr. Stijnen Type activiteit: College Leerdoel: Bekend zijn met Data and Safety Monitoring Boards en het doel en de werkwijze van deze boards. Competentie: Academische vorming Locatie: V3-12 In dit uur wordt verteld wat een Data and Safety Monitoring Board is, en wat de functie is van deze DSMB.
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Data management bij clinical trials Docent: Dr. v. Rooden Type activiteit: College Leerdoel: Kennis richtlijnen datamanagement in het algemeen en specifiek voor fase 1&2 trials en fase 3&4 trials en observationele studies Competentie: Academische vorming Locatie: V3-12 In dit uur wordt gesproken over datamanagement. Om de statistische analyses uit te kunnen voeren is het belangrijk dat de data op de juiste manier verzameld en opgeslagen zijn.
34
• Collegeuur 11.00 – 16.00: Oefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr. v. Rooden Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Leren analyseren met gepaarde waarnemingen; inzicht krijgen in het effect van subgroepen op effectiviteit. Definiëren van een eindconclusie op basis van alle resultaten van de oefenopgaven.
Competentie: Academische vorming
Maandag-, dinsdag- en woensdag middag in week 2 zult u oefeningen gaan doen waarbij verschillende statistische aspecten van data analyses aan bod komen die vaak worden toegepast bij clinical trials. U werkt zelfstandig aan deze opgaven, waarbij u informatie kunt uitwisselen met medestudenten. Aan het eind van de middag worden de opgaven besproken en in een breder kader geplaatst van een klinische trial studie. De analysemethodes op zich zijn niet specifiek voor clinical trial onderzoek, maar worden wel vaak gebruikt in dit type onderzoek. De opgaven hebben betrekking op datamanagement, kwaliteitscontroles, beschrijvende statistiek, grafische weergaven, subgroep-analyses en er wordt een begin gemaakt met analyses van herhaalde metingen. Op deze manier maakt u kennis met het datamanagement en statistische analyses van trial gegevens in SPSS.
• Collegeuur 16.00 – 17.00: Nabespreken oefenopgaven SCIATICA data Docent: Dr. v. Rooden Type activiteit: Werkgroep Leerdoel: Zoals de leerdoelen van de zelfstudieopdracht en het kunnen plaatsen in breder kader van wetenschappelijk onderzoek Competentie: Academische vorming Locatie:
Donderdag 11 september
• Collegeuur 09.00 – 12.00: Snijzaal Docent: Dr. C. Vleggeert, neurochirurg / Dr. Noteboom Type activiteit: Bekijken anatomie op preparaat en zelf prepareren 35
Leerdoel: Inzicht krijgen in het 3D beeld van de wervelkolom, ruggenmerg en spinale zenuwen Locatie: Snijzaal Competentie: medisch handelen Dit fantastische onderdeel wordt elk jaar hoog gewaardeerd. Op voorbereide preparaten laten we U zien hoe de anatomie van lage rug en nek/hals er uit ziet en met name ook laten we u zien wat de chirurgische route is. Ook mag u zelf oefenen op kadavers op de benadering van de wervelkolom. Bereid u goed voor: ken uw anatomie en eet voldoende in de ochtend.
• Collegeuur 13.00 – 16.00: Fysiotherapie Docent: Vincent de Geus, fysiotherapeut Type activiteit: Onderwijs van fysiotherapeut Leerdoel: Inzicht krijgen in therapeutische behandeling van een wervelkolomaandoening; inzicht krijgen in verschillende invalshoeken van professionals die met WK bezig zijn Locatie: Competentie: medisch handelen Bij dit onderdeel legt de fysiotherapeut uit waar hij op let bij de behandeling van patienten met lage rug en cervicale problemen. De visie van de fysiotherapeut is een andere dan die van de chirurg, en het is heel interessant om hier goed kennis van te nemen. Verder zelfstandig uit te voeren: Samenvatting maken van belangrijkste aandachtspunten van FT en overzicht maken van belangrijkste overeenkomsten en verschillen van benadering fysio en arts. Gebruik hierbij ook literatuur. Kijk eens naar artikelen die de benadering van de wervelkolom door fysiotherapeut en medicus vergelijken.
Toetsing: uw samenvatting wordt beoordeeld door Vleggeert-Lankamp (zie toetsplan).
Vrijdag 12 september
• Zelfstudie 9.00 – 11.00: Fysiotherapie Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in verschillende invalshoeken van professionals die met WK bezig zijn U werkt verder aan het verslag en levert dit aan het begin van het volgende college-uur in.
36
• Collegeuur 11.00 – 12.00: Spondylodese lumbaal / thoracaal Docent: Dr.C. Vleggeert, neurochirurg Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in de beweegredenen om een WK te stabiliseren middels instrumentatie Locatie: V2-18 Tijdens dit college wordt een introductie gegeven over stabilisatie middels instrumentatie van de wervelkolom. Algemene principes worden besproken.
• Zelfstudie 13.00 – 16.00: Spondylodese lumbaal / thoracaal Docent: Dr.C. Vleggeert, neurochirurg Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in de beweegredenen om een WK te stabiliseren middels instrumentatie
Aan de hand van aangeboden literatuur spondylodese bestuderen. Testcasus worden voorgelegd en u stelt een spondylodeseplan voor Competentie: Medisch handelen Artikelen: Meta-analysis of instrumented posterior interbody fusion versus instrumented posterolateral fusion in the lumbar spine. Zhou ZJ, Zhao FD, Fang XQ, Zhao X, Fan SW. J Neurosurg Spine. 2011 Sep;15(3):295-310.
Therapeutic decision making in thoracolumbar spine trauma. Oner FC, Wood KB, Smith JS, Shaffrey CI. Spine (Phila Pa 1976). 2010 Oct 1;35(21 Suppl):S235-44.
Lateral mass screw fixation in the cervical spine: a systematic literature review. Coe JD, Vaccaro AR, Dailey AT, Skolasky RL, Sasso RC, Ludwig SC, Brodt ED, Dettori JR. J Bone Joint Surg Am. 2013 Dec 4;95(23):2136-43.
Comparison of anterior surgical options for the treatment of multilevel cervical spondylotic myelopathy: a systematic review. Shamji MF, Massicotte EM, Traynelis VC, Norvell DC, Hermsmeyer JT, Fehlings MG. Spine (Phila Pa 1976). 2013 Oct 15;38(22 Suppl 1):S195-209. doi: 10.1097/BRS.0b013e3182a7eb27.
Effect of various kinds of cervical spinal surgery on clinical outcomes: a systematic review and meta-analysis. Verhagen AP, van Middelkoop M, Rubinstein SM, Ostelo R, Jacobs W, Peul W, Koes BW, van Tulder MW. Pain. 2013 Nov;154(11):2388-96.
37
Week 3: Gehoor – Spraak – Taal Maandag 15 september
• College-uur 09.00 – 10.00: KNO/Audiologie Docent: Dr. De Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Introductie, hoorcollege Leerdoel: Globaal overzicht, programma toelichting, opzet en werkwijze van de ZSO's Competentie: Communicatie Locatie: V2-18
• College-uur 10.00 – 11.00: Oren & horen (basics) Docent: Dr. Rotteveel, KNO-arts Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de bouw en functie van het gehoororgaan mede a.d.h.v. modellen, demo's Competentie: Academische vorming Locatie: V2-18
Toelichting: In de inleiding van het onderwerp wordt gesproken over de relevantie van het gehoor voor communicatie. Voor een beter en sneller begrip van de werking van het gehoor en de totstandkoming van taal, spraak en stem zullen de relevante onderwerpen (anatomie, fysiologie en pathofysiologie) van het hoofd/hals-gebied besproken worden. Literatuur: Leerboek KNO & hoofd/hals-chirurgie, 2de herziene druk, ISBN 90 313 9806 5 Hoofdstuk 1 Anatomie en fysiologie van het oor Hoofdstuk 2 Onderzoek van het oor en het gehoor
38
• College-uur 11.00 – 13.00: Gehoor & vroegdiagnostiek
Docent: Dr. De Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de ontwikkeling en werking van het gehoororgaan & de screening op gehoorstoornissen Competentie: Academische vorming Locatie: V2-18 Toelichting: Taalbegrip en spraak ontwikkelen zich langzamerhand in een wisselwerking met de omgeving. Hierbij neemt het kind voortdurend spraakklanken waar. Hierdoor leert het kind dat bepaalde klanken een bepaalde betekenis hebben. De eigen spraakgeluiden worden dan bijgestuurd, zodat die gaan lijken op die van de omgeving. Voor dit proces is onder meer een goed functionerend gehoor onontbeerlijk. Gehoorstoornissen bij kinderen die de spraak/taalontwikkeling belemmeren kunnen door verschillende oorzaken optreden. Om een gehoorverlies bij een kind te kunnen onderkennen, moet er actief naar gezocht worden. In Nederland is de vroegdiagnostiek goed georganiseerd op dit punt. Het doel is een gehoorverlies zo vroeg als mogelijk te onderkennen om de ontwikkeling van slechthorende kinderen zo effectief te kunnen begeleiden en bijsturen. Leerdoelen: • De student kan verschillende oorzaken van slechthorendheid bij kinderen aangeven. • De student kan een uiteenzetting geven van de relatie tussen taal-/spraakontwikkeling en gehoorsfunctie. • De student kan aangeven wat het belang is van vroegdiagnostiek en op welke wijze de vroegdiagnostiek van gehoorverlies in Nederland georganiseerd is. • De student kan verschillende vormen van gehoormeting bij zeer jonge kinderen beschrijven Literatuur: - Goorhuis-Brouwer SM. Het audiologisch centrum en het spraak- en taalgestoorde kind. In: Audiologische Centra en kinderen met spraak-/taal-/problemen. - Graef WPM, Laat JPM de, Veen PH van der (eds). Verslag 3e FENAC symposium, 1991, pp.1332 - Laat JAPM de. Nieuwe vormen van gehoorscreening in Nederland. Uitgave AC (KNO) LUMC, 2003 - Laat JAPM de, Bonnet RM. Gehoorproblemen bij 0-19 jarigen. Uitgave AC (KNO) LUMC, 2003 - Website KNO-AC LUMC
13.00 – 16.00: ZSO Gehoor & vroegdiagnostiek Docent (op de achtergrond): Dr. De Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: ZSO 39
Leerdoel: Gestuurd inzicht krijgen in de werking van het gehoor en het belang van vroegdiagnostiek a.d.h.v. literatuuronderzoek en leeropdrachten Competentie: Academische vorming Locatie: bibliotheek of zelf te kiezen studieruimte Voorbeelden van leeropdrachten: A Probeer zo goed mogelijk de belangrijke fasen van de anatomische en functionele ontwikkeling van het gehoororgaan te beschrijven (inclusief figuren), van embryo tot 4-jarige leeftijd. B Probeer zo goed mogelijk de meest belangrijke oorzaken van prenatale en perinatale slechthorendheid te noemen in volgorde van vóórkomen, met daarbij prevalentie (incidentie) cijfers. C Probeer zo goed mogelijk de recente vorderingen op het gebied van de regeneratie van binnenoor haarcellen met daarbij stamceltechnieken te beschrijven (inclusief figuren). D Probeer zo goed mogelijk de meest belangrijke oorzaken van postnatale slechthorendheid te noemen in volgorde van vóórkomen met daarbij prevalentie (incidentie) cijfers & de gemiddelde ontstaansleeftijd. E Probeer zo goed mogelijk duidelijke auditieve voorbeelden te vinden (en beschrijven) van de belangrijkste stadia van de normale spraak- en taalontwikkeling bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar (4 stadia in 1e levensjaar, 2 stadia in 2de levensjaar, daarna telkens 1 stadium in de volgende levensjaren). F Probeer zo goed mogelijk duidelijke auditieve voorbeelden te vinden (en beschrijven) van de belangrijkste hoofdvormen van spraak- en taalstoornissen bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar.
Dinsdag 16 september
• College-uur 09.00 – 10.00: Gehoor & vroegdiagnostiek
Docent: Dr. de Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie werking gehoor & belang vroegdiagnostiek Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (De Laat) Locatie: V7-41
40
• College-uur 10.00 – 11.00: Spraak- & taalontwikkeling Docent: Mevr. Van der Kraan, logopedist Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de vroege spraak- en taalontwikkeling van jonge kinderen Competentie: Academische vorming Locatie: V7-41
• College-uur 11.00 – 12.00: Signalering & diagnostiek ESM Docent: Mevr.drs. Ruiter, GZ-ontwikkelingspsycholoog Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van stoornissen in de spraak- en taalontwikkeling van jonge kinderen Competentie: Academische vorming Locatie: V7-41
• College-uur 12.00 – 13.00: Kinderklanken, peuterpraat Docent: mevr. Van Engen, ambulant begeleider speciaal onderwijs cluster II (SH & ESM) Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de manier waarop je jonge kinderen stimuleert in hun spraaken taalontwikkeling Competentie: Academische vorming Locatie: V7-41 Toelichting: De docenten zullen een colleges verzorgen over de ontwikkeling van spraak en taal in samenhang met de algehele ontwikkeling van kinderen. Spraak-en taalontwikkeling kan niet los gezien worden van de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en vindt plaats in interactie met de omgeving. In deze colleges gaan we onder meer aan de hand van video-opnames in op de voorwaarden voor taalontwikkeling en op de mijlpalen van normale taalontwikkeling. Daarnaast komen de kenmerken van afwijkende taalontwikkeling aan de orde en de eventueel ermee gepaard gaande gedragsproblemen. Een aantal syndromen waarbij taalproblemen voorkomen, worden 41
besproken. Ten slotte besteden we aandacht aan het traject van screening en diagnostiek tot en met doorverwijzing naar verschillende vormen van behandeling en begeleiding.
• 13.00 – 16.00: ZSO Spraak- & taalontwikkeling Docent (op de achtergrond): mevr.drs. Ruiter, GZ-ontwikkelingspsycholoog Type activiteit: ZSO Leerdoel: Gestuurd inzicht krijgen in de (ab-)normale spraak- en taal-ontwikkeling van jonge kinderen a.d.h.v. literatuuronderzoek Competentie: Academische vorming Voorbeeld van leeropdracht: Vergelijk de drie signalerings/screeningsinstrumenten voor spraak- en taalproblemen, die tijdens het blok zijn genoemd: - Van Wiechenschema - VTO - SNEL 1) Zoek in de literatuur of op internet de achtergrond van ieder instrument op. Denk daarbij aan: ontwikkeling, normeringsonderzoeken, toepassingen. 2) Vergelijk de instrumenten op doelgroep en de werkwijze. 3) Bespreek voor- en nadelen van ieder instrument.
Woensdag 17 september
• College-uur 09.00 – 10.00: Normale en afwijkende spraak-, taal- en cognitieve ontwikkeling Docent: mevr.drs. Ruiter Type activiteit: Presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie spraak-, taal- en cognitieve ontwikkeling van kinderen Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Ruiter) Locatie: V2-26 42
• College-uur 10.00 – 11.00: Tinnitus Docent: Drs. Boermans, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de audiologische aspecten van tinnitus: theorie, praktijk & aanpak van problematiek Competentie: Academische vorming Locatie: V2-26
• College-uur 11.00 – 12.00: Audiometrie Docent: mevr. dr. Bruijn, klinisch-fysicus – audioloog i.o. Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de praktijk van audiometrie Competentie: Academische vorming Locatie: V2-26
• College-uur 12.00 – 13.00: Audiometrie Docent: mevr. Vree, audiologie-assistent Type activiteit: Patiëntdemonstratie Leerdoel: Inzicht krijgen in de praktijk van audiometrie Competentie: Medisch handelen Locatie: V2-26 Toelichting: Er zijn verschillende soorten en vormen audiometrie. • •
•
Screeningstests: OAE en ALGO, Ewingtest, “PA-5”-test, stemvorkproeven (Rinne/Weber), fluisterspraaktest Diagnostische tests: toonaudiogram, spraakaudiogram, tympanogram, stapediusreflextesten, toonvervaltest, spraakverstaan-in-ruistest, BERA-onderzoek, electrocochleografie, centrale hoortesten Kinderaudiometrie: gedragsobservatie (BOA), orientatiereflexaudiometrie (CORA), beloningsaudiometrie (VRA), spelaudiometrie 43
Het doel van toonaudiometrie is vast te stellen of er een gehoorverlies is, hoe groot het gehoorverlies is en van welke aard het is, namelijk een geleidingsverlies, een perceptief verlies of een combinatie van deze twee. Bij de uitvoering van de test wordt bepaald hoe zacht een zuivere toon van verschillende frequenties mag worden aangeboden om nog net hoorbaar te zijn voor een luisteraar. De tonen worden aangeboden zowel met een hoofdtelefoon als met een beengeleider. Dit laatste is een ‘trilblokje’ dat op het mastoïd achter het oor geplaatst wordt. Bij de interpretatie van het meetresultaat ten aanzien van het functioneren van de patiënt dienen we er rekening mee te houden dat het toonaudiogram slechts één facet van het horen weergeeft, het detecteren van geluiden, en niet in welke mate met het overgebleven gehoor die tonen kunnen worden onderscheiden en of ook spraak kan worden verstaan. Het is van belang om te weten hoe de drempelmeting wordt uitgevoerd, hoe de resultaten genoteerd worden en welke instructies aan de patiënt gegeven worden. Ook de bepaling van het “niveau van onaangename luidheid” hoort bij een toonaudiogram.
• College-uren 13.00 – 16.00: Audiometrie Docent: mevr.dr. Bruijn, klinisch-fysicus - audioloog & mevr. Vree, audiologie-assistent Type activiteit: ZSO Leerdoel: Praktikum audiometrie a.d.h.v. AudTutor, oefenen met, op en bij elkaar Competentie: Medisch handelen Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Bruijn) Locatie: V2-28
Donderdag 18 september
• College-uur 09.00 – 10.00: Uitleg eindopdracht
Docent: Dr. Vleggeert / De Laat Type activiteit: Introductie tot de eindopdracht Leerdoel: Inzicht krijgen in een specifiek onderdeel van deze minor, leren van opstellen onderzoeksplan, leren schrijven van een verslag, voorbereiden en geven van een presentatie
Competentie: Academische vorming, communicatie Toetsing/begeleiding: elk tweetal van studenten krijgt een persoonlijke begeleider, waarmee hij periodiek af kan spreken
44
Locatie: V2-22 Het is de bedoeling dat zich tweetallen van studenten vormen verdeeld over de verschillende onderwerpen: Neurochirurgie: begeleider: C. Vleggeert-Lankamp Neurochirurgie: begeleider: P. Schutte Neurochirurgie: begeleider: W. Pondaag Neurochirurgie/KNO: brughoekpathologie: begeleider: R. Koot KNO/Audiologie – gehoorontwikkeling , -revalidatie: J. de Laat KNO/Audiologie – cochleaire implantatie: P.P. Boermans KNO/Audiologie – spraak-/taalontwikkeling: R. Ruiter, S. v.d. Kraan Statistiek Statistiek Medische besliskunde
• College-uur 10.00 – 11.00: Gehoorrevalidatie Docent: Dr. Soede, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de theorie en praktijk van gehoorrevalidatie: hoorhulpmiddelen, counseling Competentie: Academische vorming Locatie: V2-22
• College-uur 11.00 – 12.00: Ervaringen van een slechthorende
Docent: dhr. Troost, musicus (violist) en pianostemmer Type activiteit: Patiëntdemonstratie Leerdoel: Inzicht krijgen in de sociale problematiek van SH/doofheid Competentie: Medisch handelen Locatie: V2-22
45
• College-uur 12.00 -13.00: Maatschappelijke gevolgen van doofheid en slechthorendheid
Docent: mevr. Manshanden Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis aanbieden van de sociale gevolgen van slechthorendheid en doofheid Competentie: Academische vorming Locatie: V2-22 Toelichting: op een gegeven moment kan constateer je dat je gehoor zo sterk verminderd is dat communicatie met familie en/of werk niet goed meer verloopt. Tegen die tijd dringt iedereen in je omgeving er op aan om er wat aan te doen. Maar wat doe je dan en hoe kun je je gehoor terugkrijgen? In deze zelfstudieopdracht zoeken we naar het traject en de mogelijkheden die je als slechthorende hebt om je gehoor weer terug te krijgen met als hoofdthema: hoortoestelrevalidatie. Literatuur: ter inzage op het Audiologisch Centrum en als naslag te gebruiken:
• • • • •
Slechthorende en hoortoestel. Uitgave Nederlandse Vereniging voor Audiologie. Harvey Dillon, Hearing Aids, Uitgave Thieme, 2001 Validiteit, slechthorendheid en werk. Uitgave Nederlandse Vereniging voor Audiologie Diverse informatiebrochures http://www.oorakel.nl
• 13.00 – 15.00: ZSO Gehoorrevalidatie
Docent (op de achtergrond): dr. Soede, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: ZSO Leerdoel: gestuurd inzicht krijgen in de vele facetten van gehoorrevalidatie a.d.h.v. praktijkvoorbeelden d.m.v. leeropdrachten. Competentie: Academische vorming Voorbeelden van leeropdrachten:
46
• College-uur 15.00 – 16.00: Gehoorrevalidatie Docent: Dr. Soede, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie gehoorrevalidatie Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Soede) Locatie: V3-46
Vrijdag 19 september
• College-uur 09.00 – 10.00: Algemeen
Docent: Dr. Vleggeert / De Laat Type activiteit: Overleg Leerdoel: definitieve indeling in koppels van 2 studenten die gemotiveerd eindopdracht kiezen Locatie: V2-22
• College-uur: 10.00 -11.00: Afasie
Docent: Dr. Bollen, neuroloog 47
Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis (ontstaan, achtergronden) aanbieden t.a.v. afasie Competentie: Academische vorming Locatie: V2-22
• College-uur 11.00 – 12.00: Schisis
Docent: Dr. Wever, KNO-arts Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis (medisch, sociaal) aanbieden t.a.v. schisis Competentie: Academische vorming Locatie: V2-22
• College-uur 12.00 – 13.00: auditieve verwerkingsproblematiek, psychogene slechthorendheid
Docent: dhr. Mantel, maatschappelijk werker Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale kennis (ontstaan, sociaal, gevolgen) aanbieden t.a.v. auditieve verwerkingsproblematiek en psychogene slechthorendheid Competentie: Academische vorming Locatie: V2-22
13.00 -16.00: Werken aan eindopdracht Docent (op de achtergrond): dr. Vleggeert, dr. De Laat Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Literatuuronderzoek
48
Week 4: Wervelkolompathologie voor gevorderden Maandag 22 september
• Collegeuur 09.00 – 10.00: Deformiteiten van de cervicale wervelkolom
Docent: Prof. Dr. Peul Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in pathologie eigenschappen van de gedeformeerde cervicale wervelkolom
Locatie: V2-28 De neurochirurg legt uit wat de overwegingen zijn voor het opereren aan de gedeformeerde cervicale wervelkolom. Hij laat zien welke operatietechnieken er worden gebruikt en wat de voors en tegens van de verschillende benaderingen zijn. De kennis die in dit uur wordt opgedaan zal worden gebruikt voor de zelfstudie tijd die hierop volgt.
• Zelfstudie 10.00 -12.00: Deformiteiten van de cervicale wervelkolom
Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in pathologie eigenschappen van de gedeformeerde cervicale wervelkolom Maak een fictieve casus van een patient die geopereerd moet worden aan de cervicale wervelkolom, waarbij instrumentatie moet worden toegepast. Zoek een goed stuk uit de literatuur dat de beslissing die je neemt onderbouwt. Doe dit in tweetallen. Let hierbij op • moeilijkheidsgraad van de casus • uitwerking van de casus • oplossing van het probleem • passendheid van de gevonden literatuur. Competentie: Samenwerking en academische vorming
49
• Collegeuur 13.00 – 14.00: Reuma/deformiteiten
Docent: Dr. Van Gaalen, reumatoloog Type activiteit: College
Leerdoel: Inzicht krijgen in de problematiek die speelt bij de reumatische wervelkolom Locatie: V2-46 De reumatoloog bespreekt de problemen die de patient met reuma kan tegenkomen op het gebied van de cervicale wervelkolom.
• Zelfstudie 14.00 – 16.00: Deformiteiten van de cervicale wervelkolom
Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in pathologie eigenschappen van de gedeformeerde cervicale wervelkolom De student gaat verder met de opdracht zoals deze in de ochtend is gegeven.
• Collegeuur 16.00 – 17.00: Radiologische beschouwing van de wervelkolom
Docent: Dr. M. Kruit Type activiteit: college Leerdoel: Verhogen kennis over de radiologische kenmerken van WK pathologie. Locatie: De verschillende modaliteiten (X, CT en MRI) zullen aan de orde komen. Er zal worden besrpoken waar de radioloog op let en wat de relatie is met de kliniek.
Dinsdag 23 september
• Collegeuur 9.00 – 11.00: Demo producten
Docent: Dr. Pondaag, neurochirurg
50
Type activiteit: College/werkgroep Leerdoel: Verhogen van inzicht in wervelkolominstrumentatie technieken Locatie: CZ-4 De industrie stelt instrumentatie sets ter beschikking die door dr Pondaag worden toegelicht. Je kunt aan de schroeven, platen en dergelijke komen en kijken hoe het werkt. Dit verhoogt het inzicht van de mogelijkheden die er zijn om de wervelkolom te fixeren.
• Collegeuur 11.00 -12.00: Wervelkolom
Docent: Dr. Vleggeert, neurochirurg Type activiteit: Uitleg over presentatie zie hieronder Leerdoel: Verhogen kennis over WK pathologie, literatuuronderzoek en verwerken van literatuur in een presentatie, waar let je op bij het geven van een presentatie Aan het eind van de week moet een presentatie worden gehouden over een zelf te kiezen wervelkolomonderwerp. In dit uur wordt toegelicht hoe je daarbij te werk kunt gaan. Er moet aandacht besteed worden aan het zoeken van literatuur, risk of bias, data extractie en weergeven van resultaten. Locatie: V3-12
• Collegeuur: 13.00 – 14.00: Pijnbeleving en pijnstilling bij wervelkolomgerelateerde aandoeningen
Docent: Dr. M. Simon, anaestesioloog Type activiteit: college Leerdoel: Verhogen kennis over pijnbeleving en pijnstilling in het kader van wervelkolomproblematiek Locatie: In dit uur zal de anaesthesioloog, die gespecialiseerd is in pijnbestrijding, uitleg geven over pijn. Dit is een complex probleem dat vaak multifactorieel moet worden aangepakt. Met name de rol van de anaesthesist (de pijnpoli) zal hierbij worden belicht.
51
• Zelfstudie: 14.00 – 16.00: Voorbereiden presentatie vrijdagmiddag
Type activiteit: zelfstudie Leerdoel: Verhogen kennis over WK pathologie, literatuuronderzoek en verwerken van literatuur in een presentatie, waar let je op bij het geven van een presentatie Aan het eind van de week moet een presentatie worden gehouden over een zelf te kiezen wervelkolomonderwerp.
Woensdag 24 september
• 09.00-12.00: voortgangstoets
• Collegeuur 13.00 – 14.00: De rol van de orthopaed bij wervelkolom problematiek Docent: Dr. S. Dijkstra, orthopaedisch chirurg Type activiteit: college Leerdoel: Verhogen kennis over de rol van orthopaedie bij WK pathologie Locatie: V3-36 In dit uur zal de orthopaed uitleggen wat de orthopaedische mogelijkheden zijn voor de behandeling van de wervelkolom. Sommige operaties doen orthopaed en neurochirug samen. De tumoren van de wervelkolom worden ook heel vaak door de orthopaed geopereerd. Daar zal in dit uur meer over verteld worden.
• Collegeuur 14.00 – 15.00: De rol van de revalidatiearts bij wervelkolom problematiek
Docent: Dr. R. van Ingen, revalidatiearts Type activiteit: college Leerdoel: Verhogen kennis over de rol van revalidatie bij WK pathologie Locatie: In dit uur zal de revalidatiearts uitleggen wat de mogelijkheden zijn voor de behandeling van de patient die geopereerd is. Hier bij komen ook dwarslaesies aan bod. Ook de ergotherapeut zal uitleggen wat de rol van ergotherapie is.
52
• Zelfstudie 15.00 -17.00: voorbereiden van presentatie donderdag 25/9
Type activiteit: Studenten bereiden in groepjes van 2 presentatie voor over WK onderwerp: hierbij aandacht voor literatuuronderzoek, risk of bias, presentatie voorbereiden Leerdoel: Verhogen kennis over WK pathologie, literatuuronderzoek en verwerken leren, presentatie leren
Donderdag 25 september
• Collegeuur 11.00 – 12.00: Pathologie van wervelkolomaandoeningen
Docent: Prof. Dr. P. Hogendoorn, patholoog Type activiteit: college Leerdoel: Verhogen kennis over de rol van pathologie bij WK pathologie Locatie: V2-28 In dit uur zal de patholoog uitleggen wat de rol van de beoordeling van het weefsel door de patholoog is bij de beoordeling van een uitgenomen of gebiopteerde laesie. Tevens zal door de pathologie van de verschillende typen wervelkolomtumoren inzicht worden gegeven in de te bespreken aandoeningen.
• Presentaties 14.00 -16.00: Wervelkolom
Docent: Dr. Vleggeert, neurochirurg Type activiteit: Presentaties Leerdoel: Verhogen kennis over WK pathologie, literatuuronderzoek en verwerken leren, presentatie leren Competentie: Communicatie en academische vorming en samenwerking
Toetsing: zie toetsplan Locatie: V2-26 53
Vrijdag 26 september
• Collegeuur 09.00 – 17.00: Werken aan statistiek opdracht
Docent: Type activiteit: Studenten maken een verslag van de vraagstelling, methode, resultaten, conclusies en aanbevelingen voor toekomstige behandelingen bij de sciatica trial op basis van de analyses in de opdrachten Leerdoel: Leren overzicht maken en interpreteren onderzoeksresultaten, leren wetenschappelijk formuleren van resultaten en conclusies Competentie: Communicatie/ academische vorming Toetsing: Ja, statistiekopdracht in verslagvorm. Zie toetsplan Op basis van de vraagstelling, methode en resultaten van de analyses in de oefenopgaven schrijf je een conclusie en aanbevelingen voor toekomstige behandelingen. Dit hoeft niet een uitgebreid verslag te zijn. De beoordeling is niet voor een cijfer, maar om te zien of u het principe heeft begrepen.
54
Week 5: KNO en eindopdracht Maandag 29 september
• College-uur 09.00 -10.00: Algemeen
Docent: Dr. Vleggeert / Dr. de Laat Type activiteit: Overleg met supervisors Leerdoel: Vorderingen eindopdracht, plenaire terugkoppeling Competentie: Zelfreflectie Locatie: V2-22
• Collegeuur 09.00 -11.00: Traumatologie
Docent: Dr. Bartlema/ambulance verpleegkundige Type activiteit: College/ambulance Leerdoel: Inzicht krijgen in de spoedeisende wervelkolomproblematiek Locatie: De traumatoloog laat zien hoe zij omgaan met wervelkolomproblematiek in de acute fase. De ambulanceverpleegkundige geeft zijn visie op het traumatologisch deel. Het is praktisch onderwijs waarbij ook echt wordt geoefend met de materialen zoals deze ‘op straat’worden gebruikt. Heel aansprekend onderwijs!
Dinsdag 30 september
• College-uur 10.00 – 11.00: de CI-patient
Docent: Dr. Frijns, KNO arts Type activiteit: Hoorcollege
55
Leerdoel: Basale medische kennis (theorie, achtergronden problematiek) aanbieden van cochleaire implantaten Competentie: Academische vorming Locatie: V6-45
• College-uur 11.00 -12.00: de CI-patient
Docent: mevr. De Boer - Dexel Type activiteit: Patiëntdemonstratie Leerdoel: Inzicht krijgen in de sociale (on-)mogelijkheden van CI Competentie: Medisch handelen Locatie: V6-45
• College-uur 12.00 – 13.00: Spraak, taal & emotie bij CI-patiënten
Docent: mevr. Van der Kraan Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: toegepaste kennis aandragen rondom de praktische spraak- & taal-(on-)mogelijkheden v. CI Competentie: Academische vorming Locatie: V6-45 Toelichting: sinds 2000 worden “dove” kinderen en volwassenen voorzien van een cochleair implantaat, als het spraakverstaan met de beste conventionele hoortoestellen < 50% bedraagt. Kinderen krijgen beiderzijds ’n implantaat. Tijdens de intake en diagnostiek fase worden niet alleen de somatische voorwaarden onderzocht (d.m.v. subjectieve en objectieve audiometrie, electronystagmografie, CT/MRI) maar ook de sociaal-emotionele: heeft de patiënt reële verwachtingen, is de patiënt in staat met co-therapeut intensieve training te volgen na de implantatie en de fitting. De resultaten laten spraakverstaanscores zien > 90% (zonder spraakafzien, onbekende spreker). Naast het cochleair implantaat komt ook het hersenstamimplantaat aan de orde.
56
• College-uur 13.00 – 16.00: ZSO “Cochleaire implantaten”
Docent (op de achtergrond): dr. Rotteveel, KNO-arts Type activiteit: ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie toepassing CI a.d.h.v. literatuuronderzoek d.m.v. het vervullen van opdrachten Competentie: Academische vorming Voorbeelden van leeropdrachten: A Probeer zo goed mogelijk (met een handvol plaatjes + tekst) de essentiële werking van een CI van drie (bekende) firma’s (Advanced Bionics, Cochlear, Med-El) te beschrijven, inclusief de wezenlijke onderlinge verschillen. B Probeer zo goed mogelijk (met een handvol plaatjes + tekst) de essentiële werking van een ABI (auditory brainstem implant) te beschrijven, inclusief de wezenlijke verschillen t.o.v. een CI (cochleair implantaat). C Probeer zo goed mogelijk de huidige indicatiecriteria voor een CI te noemen en motiveren, zoals op dit moment (wereldwijd) gebruikelijk is (best practice). D Probeer zo goed mogelijk de overeenkomsten en verschillen te noemen en motiveren betreffende de toepassing van een cochleair implantaat bij prelinguaal en postlinguaal dove volwassenen. E Probeer zo goed mogelijk de “voors” en “tegens” te noemen en motiveren betreffende bilaterale cochleaire implantatie versus monolaterale cochleaire implantatie. F Probeer zo goed mogelijk enkele fysiologische eigenschappen te beschrijven bij toepassing van een CI, zoals hoorspan (M-levels en T-levels), frequentiediscriminatie (spatiëring) en temporele resolutie, e.e.a. in relatie tot dezelfde eigenschappen bij toepassing van een normaal hoorapparaat. G Meningitis is een belangrijke oorzaak van doofheid en daarmee een CI-indicatie. Zoek uit welke verwekkers (bacterieel en/of viraal) als doofheid kunnen veroorzaken en leg uit waarom er sprake is van een spoedindicatie voor bilaterale CI. Welke onderzoeken dienen plaats te vinden alvorens besloten wordt te implanteren, danwel te vervolgen (en hoe dan?). Wanneer kan een patiënt in dit opzicht uit controle worden ontslagen? Wat zijn de alternatieven, als achteraf blijkt dat een reguliere CI niet meer geplaatst kan worden?
Woensdag 1 oktober
• College-uur 09.00 – 10.00: “Cochleaire implantaten”
Docent: Dr. Rotteveel Type activiteit: Presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie toepassing CI 57
Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Rotteveel) Locatie: V3-22
• Collegeuur 10.00 – 16.00: Excursie audiciensbedrijf
Docent: dhr. Balkenende, audicien Type activiteit: Excursie (Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Katwijk) Leerdoel: Inzicht krijgen in functioneren audiciensbedrijf Competentie: Organisatie
Donderdag 2 oktober
• College-uur 10.30 – 12.00: Gehoorschade door lawaai & presbyacusis
Docent: Dr. de Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: basale audiologische kennis aanbieden van gehoorschade door lawaai en presbyacusis Competentie: Academische vorming Locatie:
• College-uur 12.00 – 13.00: Regeneratie van perifere auditieve systeem
Docent: mevr. dr. Huisman Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale biologische kennis (theorie, achtergronden) van binnenoor stamcelonderzoek (gentherapie) Competentie: Academische vorming 58
Locatie: Toelichting: slechthorendheid zal in de toekomst een rol gaan spelen als een van de belangrijkste chronische ziekten. Daarvoor zijn nu al twee oorzaken aan te geven: door het ouder worden van de bevolking zal een groter deel ervan slecht gaan horen. Een tweede oorzaak is de toenemende expositie van lawaai op jongeren. Zij bezoeken frequent disco’s en feesten waar muziek met extreme luidheid ten gehore wordt gebracht. Ook het onbeheerst luid afstellen van walkmans draagt bij tot lawaaibeschadiging van het gehoor. Aan het optreden van ouderdomsslechthorendheid is op zichzelf niet veel te doen. Dit is een niet te beïnvloeden proces, dat uitvoerig in kaart is gebracht. Het zich systematisch blootstellen aan excessief lawaai moet voortvarend bestreden worden. In de industrie zijn in de laatste 20 jaar lawaaipreventieprogramma’s ingevoerd, onder meer via de Arbowetgeving. De expositie van lawaai aan jongeren is een moeilijker te bestrijden fenomeen. Dit zal door effectieve voorlichtingscampagnes moeten worden aangepakt. Literatuur: • Kapteyn TS, Lamoré PJ, Tange RA. Gehoor en leeftijd (presbyacusis).( http://www.ned-veraudiologie.nl/NVAleerboek/niveau2/hfd7/7-2-5.htm) • Passchier-Vermeer W. Veroorzaakt luisteren via hoofdtelefoons gehoorverlies? Geluid 1999;9:126-129 • Ter inzage op het Audiologisch Centrum en als naslag te gebruiken: o Validiteit, slechthorendheid en werk. Uitgave Nederlandse Vereniging voor Audiologie o Diverse informatiebrochures
• 13.00 – 16.00: ZSO Gehoorschade door lawaai & presbyacusis Docent (op de achtergrond): dr. De Laat Type activiteit: ZSO Leerdoel: Gestuurd inzicht krijgen in de problematiek van gehoorschade door lawaai a.d.h.v. literatuuronderzoek d.m.v. het vervullen van opdrachten Competentie: Academische vorming Type activiteit: zelfstudie Voorbeelden van leeropdrachten: A Probeer zo goed mogelijk een overzicht te geven van verschillende beroepen waar bij de uitoefening lawaai voorkomt en geef daarbij aan wat het gemiddelde lawaainiveau is waaraan men wordt blootgesteld (ref. beroepenlijst van musici met per instrument het gemiddelde lawaainiveau, Peutz). B Probeer zo goed mogelijk in de wetenschappelijke literatuur (recente) artikelen te vinden waarin aangetoond wordt wat de lange termijn bevindingen zijn van blootstelling aan lawaai door bij dezelfde personen gedurende die termijn (tenminste enkele jaren) het gehoor te meten en te vergelijken.
59
C Probeer zo goed mogelijk duidelijk te maken wat de huidige stand van zaken is betreffende het gebruik van OAE onderzoek om in een vroeg stadium gehoorschade door lawaai aan te tonen met daarbij zo mogelijk een vergelijking met de gehoormetingen d.m.v. de conventionele toonaudiometrie. D Probeer zo goed mogelijk op basis van literatuuronderzoek een richtlijn te bedenken die jongeren kunnen hanteren om hun persoonlijke risico op gehoorschade door muzieklawaai in te schatten. E Probeer zo goed mogelijk duidelijk te maken (bijvoorbeeld door een overzicht te geven) welke invloed op het werk aanwezige chemicaliën kunnen hebben op de achteruitgang van het gehoor bij langdurige blootstelling aan lawaai. F Probeer zo goed mogelijk duidelijk te maken wat de huidige stand van zaken is betreffende actieve gehoorbescherming in relatie tot passieve gehoorbescherming (oordoppen, oorpluggen, otoplastieken, oorkappen).
• College-uur 16.00 – 17.00: Gehoorschade door lawaai & presbyacusis
Docent: Dr. de Laat, klinisch-fysicus - audioloog Type activiteit: Presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie NIHL & presyacusis Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (De Laat) Locatie:
Vrijdag 3 oktober: VRIJ (Leidens Ontzet)
60
Week 6: Wervelkolompathologie voor gevorderden Maandag 6 oktober
• Collegeuur 09.00 -11.00: Kwaliteit van leven/QALYs
Docent: Dr. Van den Akker Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in uitkomstmaten op het gebied van kwaliteit van leven Achtergrondliteratuur: Drummond MF, Sculpher MJ, Torrance GW, O’Brien BJ, Stoddart GL. Methods for the economic evaluation of health care programmes. Third edition. Oxford University Press, 2005. ISBN 97 801 985 2945 3. Voorbereiding: L.M. Lamers, P.F.M. Stalmeier, J. McDonnell, P.F.M. Krabbe. en J.J. van Busschbach. Kwaliteit van leven meten in economische evaluaties: het Nederlands EQ-5D-tarief. Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:1574-8
Competentie: Academische vorming Locatie: V4-26 Tijdens dit college zal het begrip kwaliteit van leven worden geïntroduceerd en verschillende methoden waarmee de kwaliteit van leven kan worden gemeten. Ook zal worden toegelicht hoe kwaliteit van leven-metingen kunnen worden omgezet in quality adjusted life years (QALYs; voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren)
• Collegeuur 11.00 – 16.00: Kwaliteit van leven/QALYs
Docent: Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Toepassen van verworven kennis over uitkomstmaten op het gebied van kwaliteit van leven op neurochirurgische dataset Locatie:
61
Na de algemene introductie van het begrip kwaliteit van leven, gaat u zelf aan de slag met de SCIATICA dataset om de afgenomen kwaliteit van leven vragenlijsten om te zetten in utiliteiten en QALYs.
• Collegeuur 16.00 -17.00: Kwaliteit van leven/QALYs
Docent: Dr van den Akker Type activiteit: Terugkomuur Leerdoel: Afsluitende discussie uitkomstmaten kwaliteit van leven Locatie: V2-18 In het afsluitende uur zullen de uitkomsten van de zelfstudie worden besproken.
Dinsdag 7 oktober
• Collegeuur 09.00 – 11.00: Kosten
Docent: Dr. Van den Akker Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in kosten van gezondheidszorg vanuit verschillende perspectieven Achtergrondliteratuur: Drummond MF, Sculpher MJ, Torrance GW, O’Brien BJ, Stoddart GL. Methods for the economic evaluation of health care programmes. Third edition. Oxford University Press, 2005. ISBN 97 801 985 2945 3. Voorbereiding: Tan SS, Bouwmans CA, Rutten FF, Hakkaart-van Roijen L. Update of the Dutch Manual for Costing in Economic Evaluations. Int J Technol Assess Health Care. 2012 Apr;28(2):1528. Competitie: Academische vorming Locatie: V4-26 Tijdens dit college zal het begrip kosten van zorg besproken worden en de verschillende perspectieven die onderscheiden kunnen worden (ziekenhuisperspectief, gezondheidszorgperspectief, maatschappelijk perspectief, ….). De kosten van zorg zijn het product van zorgverbruik en kostprijzen van eenheden zorgverbruik. Hoe kan het zorgverbruik gemeten worden en hoe worden kostprijzen bepaald? 62
• Collegeuur 11.00 – 16.00: Kosten
Docent: Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Toepassen van verworven kennis over kosten op neurochirurgische dataset Locatie: De verkregen kennis over het bepalen van kosten zal worden toegepast op de SCIATICA dataset.
• Collegeuur 16.00 – 17.00: Kosten
Docent: Dr. Van den Akker Type activiteit: Terugkomuur Leerdoel: Afsluiten discussie kosten van gezondheidszorg Locatie: V2-28 In het afsluitende uur zullen de uitkomsten van de zelfstudie worden besproken.
Woensdag 8 oktober
• Collegeuur 09.00 – 11.00: Kosten-effectiviteit
Docent: Dr. Van den Akker Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in economische evaluaties Competentie: Academische vorming Achtergrondliteratuur: Drummond MF, Sculpher MJ, Torrance GW, O’Brien BJ, Stoddart GL. Methods for the economic evaluation of health care programmes. Third edition. Oxford University Press, 2005. ISBN 97 801 985 2945 3. Voorbereiding: van den Hout WB, Peul WC, Koes BW, Brand R, Kievit J, Thomeer RT; Leiden-The 63
Hague Spine Intervention Prognostic Study Group. Prolonged conservative care versus early surgery in patients with sciatica from lumbar disc herniation: cost utility analysis alongside a randomised controlled trial. BMJ. 2008 Jun 14;336(7657):1351-4. Locatie: Na de introductie in kwaliteit van leven als effectmaat en het bepalen van kosten, zal worden besproken hoe deze in economische evaluaties aan elkaar gerelateerd kunnen worden. Hiertoe worden de verschillende typen economische evaluaties besproken (cost-of-illness, kosten-minimalisatie, kosten-effectiviteitsanalyse, kosten-utiliteitsanalyse) en de manier waarop de resultaten van economische evaluaties gepresenteerd kunnen worden.
• Collegeuur 11.00 – 15.00: Kosten-effectiviteit
Docent: Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Toepassen van verworven kennis over economische evaluaties op neurochirurgische dataset Locatie: De uitkomsten van de zelfstudie opdrachten met behulp van de SCIATICA dataset op het gebied van de QALYs en kosten zullen aan elkaar worden gerelateerd om te komen tot kostenutiliteitsuitkomsten.
• Collegeuur 15.00 – 16.00: Kosten-effectiviteit
Docent: Dr. Van den Akker Type activiteit: Terugkomuur Leerdoel: Afsluitende discussie economische evaluatie Locatie: V2-18 De uitkomsten van de kosten-utiliteitsanalyses op basis van de SCIATICA dataset zullen worden besproken en in een breder kader worden gezet. Wat zijn wij als maatschappij bereid te betalen voor een QALY?
64
Donderdag 9 oktober en vrijdag 10 oktober
• Zelfstudie: Werken aan eindopdracht
Type acitviteit: Zelfstudie Leerdoel: Schrijven syst review en voorbereiden presentatie De studenten en hun begeleider bewaken zelf de voortgang van het proces. Zorg ervoor dat je overlegmomenten inbouwt zodat je tijdig kunt signaleren of alles loopt zoals het zou moeten doen. Competentie: Academische vorming
65
Week 7: KNO en besliskunde Maandag 13 oktober
• College-uur 09.00 -10.00: Algemeen
Docent: Dr. Vleggeert / Dr. De Laat Type activiteit: Overleg met supervisors Leerdoel: Vorderingen eindopdracht, plenaire terugkoppeling Competentie: Zelfreflectie Locatie: V4-26
• College-uur 10.00 – 11.00: Anatomie, fysiologie en pathologie van de larynx
Docent: Dr. Sjögren, KNO-arts Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale medische kennis (theorie, achtergronden, problematiek) aanbieden van laryngologie Competitie: Academische vorming Locatie: V4-26
• College-uur 11.00 – 12.00: Laryngectomie
Docent: Dr. Sjögren, KNO-arts Type activiteit: Hoorcollege Leerdoel: Basale medische kennis (theorie, achtergronden, problematiek) aanbieden van laryngologie Competentie: Academische vorming Locatie: 66
• College-uur 12.00 – 13.00: De gelaryngectomeerde patient
Docent: mevr. Van de Kamp, logopedist Type activiteit: Patiëntdemonstratie Leerdoel: Inzicht krijgen in de “sociale” (on-)mogelijkheden van een gelaryngectomeerde patiënt Competentie: Medisch handelen Locatie: Information: in 1965 Bloch wrote: “Man is distinguished among the other biological systems by the prodigious extension of his faculty of communication. Homo faber, homo loquens, homo sapiens, are the three essential qualifications that ethnology attributed to him. Man's primary means of communication is speech.” He is unique among life forms in his ability to acquire and use speech. It is even more remarkable that he has derived the ability from the physiological apparatus designed for other purposes: the vital functions of breathing and eating. Communication cannot occur in isolation. It is essentially a dynamic process of interaction between two or more people, in which thoughts, ideas and feelings are exchanged. For the exchange to be effective each participant has to conform to the rules which govern communicative 'competence' and 'performance'. 'Competence' presumes that the speaker 'knows' what he or she wishes to say (i.e. has access to an intact cognitive system). It also presumes that the speaker has access to a means of 'saying it', via intact phonological, lexical, and syntactic processes. Successful 'performance' is dependent upon the relay of information in a manner which is intelligible to the listener. This depends on the fine motor coordination of respiration, phonation, and articulation. Prosodic features such as rate, stress, and intonation also contribute to clarify the message being conveyed. Non-verbal behavior such as gesture and facial expression constitutes an integral part of the communication process. Thus, the total communication process consists of a number of modules, both on the speaker’s side (initial concept, linguistic processing, and eventual production) and the listener’s side (reception, recognition, and comprehension of the message). As was already pointed out, speech and language functions are of fundamental human significance, both in social intercourse and in private intellectual life. When they are disturbed, the resultant functional loss exceeds all others in gravity - even blindness, deafness, and paralysis. Trauma, disease, or defect can have a devastating effect on one or more of the aforementioned modules. For example, aphasia or dysphasia can lead to a loss or impairment of the production and/or the comprehension of spoken or written language due to an acquired lesion of the brain. Another example is dysarthria, a defect in articulation, which is a pure motor disorder of the muscles of articulation and may be due to flaccid or spastic paralysis, rigidity, repetitive spasms, or ataxia. In contrast, articulation in head and neck cancer patients articulation is often largely and irreversibly affected by the tumor and/or treatment. Similarly, a disorder of the larynx or its innervation can result in aphonia or dysphonia. Articulation and language are unaffected, but the sound source is affected. This can seriously disturb speech, communication, and ultimately one’s life. Stemrevalidatie na laryngectomie Bij maligniteiten van de larynx is een totale laryngectomie de aangewezen chirurgische therapie als de tumor wat betreft omvang en grootte niet meer in aanmerking komt voor radiotherapie of lasertherapie. 67
De gevolgen van een totale laryngectomie zijn ingrijpend voor de patiënt. De veranderingen na de operatie kunnen een significante invloed hebben op zowel lichamelijk als psychosociaal functioneren van de patiënt. De meest ingrijpende consequenties: a. verlies van normale stemgeving: door verwijdering van het strottenhoofd, inclusief de stemplooien, is de fysiologische bron voor het basisgeluid niet meer aanwezig. b. consequenties voor voedselpassage: het normale slikproces kan negatief worden beïnvloed door de veranderde anatomie. De voedselpassage kan worden belemmerd door de soms vernauwde “neopharynx”, die zich niet meer gecoördineerd opent tijdens het slikken c. consequenties voor ademhaling: vaak ontstaan er na een totale larynxextirpatie luchtwegproblemen. De voornaamste klacht is veel last van slijmproductie en hoesten. Door het permanente tracheostoma doet de neus geen dienst meer als filter en warmte- en vochtwisselaar tijdens de ademhaling. d. verlies van reuk- en smaakvermogen Geschiedenis en “stemgeving” Het belang van een goede stemrevalidatie na een totale laryngectomie is al sinds de eerste laryngectomie in 1866 door Watson en in 1873 door Billroth (en beschreven door zijn collega Gussenbauer in 1874) onderkend. In de meer dan 140 jaar die volgde, zijn er verschillende methoden en vervangingen van stemgeven ontwikkeld en geprobeerd. In 1932 doet Guttman verslag van een gelaryngectomeerde patiënt die bij zichzelf een fisteltje maakte in de wand tussen de trachea en de oesophagus, waarna hij door afsluiting van het stoma een goed geluid kon produceren. In het begin van de twintigste eeuw was ook de slokdarmmond als geluidsbron al wel ontdekt: het bestond uit opboeren van lucht uit de slokdarm, waarbij de slokdarmmond in trilling komt. Pas in 1980 werd door Singer en Blom een eerste verslag gedaan van een prothese voorzien van een klep die ingebracht werd in een chirurgisch gemaakte fistel tussen de trachea en de oesophagus (het tracheoesophageal fistula). Vandaag de dag wordt bij elke gelaryngectomeerde patiënt een Provox “stemprothese” standaard ingebracht. Indeling alaryngeale stemgeving. 1.Tracheoesophageale stemgeving: door het dicht drukken van het stoma op de uitademing gaat de lucht uit de longen door de stemprothese waardoor het PE-segment in trilling komt. 2. Injectie oesophageale stemgeving: de slokdarm vormt nu het luchtreservoir, het PE-seg-ment wordt in trilling gebracht net als bij boeren. 3. Electro-larynx of servox is een klein apparaatje met een trillend membraantje dat tegen de mondbodem plaatst moet worden. Die trillingen worden door de huid geleid naar de mond/keelholte waardoor de articulatie ondersteund wordt met een ééntonig geluid. Literatuur: Literatuur: Leerboek KNO & hoofd/hals-chirurgie, 2de herziene druk, ISBN 90 313 9806 5 Hoofdstuk Larynx: anatomie, fysiologie en onderzoeksmethoden Hoofdstuk Aandoeningen van de larynx
• 13.00 -16.00: ZSO Laryngologie & laryngectomie
Docent (op de achtergrond): dr. Langeveld, KNO-arts
68
Type activiteit: ZSO Leerdoel: Gestuurd inzicht krijgen in de laryngologie a.d.h.v. literatuuronderzoek d.m.v. het uitvoeren van opdrachten Competentie: Academische vorming Voorbeelden van leeropdrachten: A Probeer zo goed mogelijk de 3 belangrijkste functies van de larynx te omschrijven en denk na over de gevolgen als één van deze functies wegvalt. B Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat de impact is van stembandknobbels bij professionele stemgebruikers (journalisten, zangers, leraren, etc.) en hoe denk je zo iemand het beste te kunnen begeleiden. C Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat de functie van de ruimte van Reinke is en probeer te achterhalen of er speciale behandelingen zijn om deze ruimte te herstellen bij een defect. D Probeer zo goed mogelijk te omschrijven welke medicijnen of medicijngroepen een effect hebben op de stem, wat is dat effect en wat zijn de bij-effecten? E Probeer zo goed mogelijk te omschrijven wat “de baard in de keel hebben” betekent, en probeer dit fenomeen anatomisch en fysiologisch te verklaren (waarom hebben vrouwen een hogere stem dan mannen?). F Probeer zo goed mogelijk te omschrijven hoe je een patiënt kan herkennen met een eenzijdig stilstaande stemband, met welke klachten kan zo’n patiënt zich presenteren en wat kan hier differentiaal diagnostisch aan ten grondslag liggen?
Dinsdag 14 oktober
• College-uur 09.00 – 10.00: Laryngologie & laryngectomie
Docent: Dr. Langeveld, KNO-arts Type activiteit: Presentatie uitwerking ZSO Leerdoel: Kennispresentatie & discussie laryngologie en laryngectomie Competentie: Zelfreflectie Toetsing: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Langeveld) Locatie: V2-28
• College-uren 10.00 -16.00: Algemeen
69
Docent: mevr. Hoevers Type activiteit: “Meelopen”, o.a. (poli)kliniek, OK, functie-afdeling, etc. Leerdoel: Inzicht krijgen in organisatie en functie van afdeling KNO Competentie: Organisatie Locatie: 10-11 V2-28
Woensdag 15 oktober
• College-uur 09.00 – 10.00: Gedeelde besluitvorming en keuzehulpen
Docent: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in gedeelde besluitvorming (incl introductie OPTION schaal) en keuzehulpen Competentie: Communicatie Locatie: V2-26
• Collegeuur 10.00 – 15.00: Lezen artikelen m.b.t. keuzehulpen en vragen daarover schriftelijk beantwoorden; Webbased keuzehulpen beoordelen a.d.h.v. gerichte vragen
Docent: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Incl. keuzehulp lage rugpijn
• Collegeuur 15.00 – 17.00: Bespreken keuzehulpen; voor alle patiënten geschikt? Toelichten en bespreken IPDAS criteria
Docent: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout Type activiteit: Groepsdiscussie / college 70
Leerdoel: Competentie: Communicatie Locatie: V4-26
Donderdag 16 oktober
• Collegeuur 09.00 -13.00: Consult-observaties
Docent: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout Type activiteit: Klinische observaties Leerdoel: Beoordelen consulten a.d.h.v. OPTION schaal (Wat deed arts wel? Wat deed arts niet? Hoe kan dit wel worden gedaan? Locatie: V4-56
• Collegeuur 13.00 – 17.00: Verslaglegging consultobservaties
Docent: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Beoordelen consulten a.d.h.v. OPTION schaal (Wat deed arts wel? Wat deed arts niet? Hoe kan dit wel worden gedaan? Toetsing: Dr. Pieterse / Dr. Stiggelbout beoordelen het observatieverslag.
Vrijdag 17 oktober
• Collegeuur 09.00 -10.00: Pathologie en behandeling brughoektumor & cholesteatoom
Docent: Dr. Van der Mey, KNO-arts; dr. Koot, neurochirurg Type activiteit: College 71
Leerdoel: Inzicht krijgen in grensgebied KNO, neurochirurgie Locatie: V2-18
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Pathologie hypofyse
Docent: Dr. Verstegen Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in hypofyse/schedelbasischirurgie Locatie: V2-18
• Collegeuur 11.00 – 16.00: Schedelbasispathologie
Docent: Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel:
72
Week 8: Hoogcomplexe neurochirurgie en bestuurlijk inzicht Maandag 20 oktober
• Collegeuur 11.00 -12.00: Opzet clinical trial
Docent: Dr. Jacobs Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in het opzetten van een clinical trial Locatie: V3-46 Uitgelegd zal worden hoe een clinical trial moet worden opgezet. Hierbij komt aan bod: het stellen van een primaire onderzoeksvraag, omgaan met seundaire onderzoeksvragen, bepalen van uitkomstparameters en de werving van patienten en zorgverleners.
• Zelfstudie 13.00 – 16.00: Opzet clinical trial
Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in het opzetten van een clinical trial Competentie: Academische vorming Toetsing: Jacobs beoordeelt de opzet In groepjes van 4 bereiden studenten een clinical trial voor. Aan alle hierboven genoemde aspecten moet aandacht worden besteed. Toetsing: gelet wordt op • definiering onderzoeksvraag • praktische opzet en haalbaarheid • statistische analyse • uitkomstmaat definiering
73
Dinsdag 21 oktober
• Excursie 09.00 – 16.00: KNO, excursie Siemens
Docent: Dhr. Zoetemelk, directeur Siemens Audiologische Techniek Type activiteit: Excursie (Zoetermeer) Leerdoel: Inzicht krijgen in de technische (on-)mogelijkheden van hoortoestellen Competentie: Organisatie en techniek gezondheidszorg algemeen Locatie: Siemens Audiologische Techniek, Zoetermeer
Woensdag 22 oktober
• Zelfstudie: Werken aan eindopdracht
Type activiteit: Zelfstudie
Donderdag 23 oktober
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Meekijken met operatie
Docent: Dr. Vleggeert Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in praktijk van wervelkolomchirurgie Locatie: CZ-2 We kijken live mee met een operatie
• Collegeuur 11.00 -12.00: Zelfreflectie
Docent: Vleggeert
74
Type activiteit: zelfstudie Leerdoel: de student leert benoemen en herkennen waar de eigen zwaktes/sterktes liggen; introductie in de SWOT methode Competentie: Professionals De student formuleert voor zichzelf de impact die het verhaal van de patient en de operatie op hemzelf heeft. Hij benoemt hierbij welke punten hij als bedreiging en welke als mogelijkheid wordt gezien. De eigen sterkte en zwakte wordt ook besproken.
• Middag: vrij
Vrijdag 24 oktober
• Zelfstudie: voorbereiden eindopdracht
75
Week 9: Value based health care Maandag 27 oktober
• Zelfstudie: voorbereiden eindopdracht
Dinsdag 28 oktober
• Di 28/10 Collegeuur 9.00 – 10.00: Hoe word ik neurochirurg
Docent: Dr. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg Type activiteit: College Leerdoel: inzicht krijgen in het dagelijks leven van de neurochirurg Locatie: V4-26
Woensdag 29 oktober
• Collegeuur 09.00 – 11.00: Kwaliteit van leven, kosten, economische evaluaties en shared decision making
Docent: Type activiteit: Toets Leerdoel: Competentie: Academische vorming Toetsing: Nakijken toetsen: van den Akker Locatie:
76
• Collegeuur 11.00 – 12.00: Klinische effectiviteit versus Kosteneffectiviteit
Docent: Dr. Van den Akker/ Dr. van Rooden Type activiteit: Leerdoel: Definiëren van conclusies op basis van klinische evaluatie en kosten evaluatie; beargumenteren van de conclusie; afweging kunnen maken tussen de verschillende aspecten van een behandeling voor het bepalen van effectiviteit. Competentie: Communicatie, samenwerking en academische vorming.
Locatie:
• Collegeuur 11.00 – 16.00: Werken aan eindopdracht
Docent: Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Locatie:
Donderdag 30 oktober
• Collegeuur 09.00 – 10.00: Onmogelijkheden in de neurochirurgie
Docent: Dr. Vleggeert Type activiteit: College Leerdoel: Inzicht krijgen in mogelijkheden WK Locatie: V3-36
• Collegeuur 10.00 – 11.00: Value based heath care
77
Docent: Renee van Schaik, MBA Type activiteit: college Leerdoel: Inzicht krijgen in mogelijkheden WK en nadenken over financiele en maatschappelijke consequenties Locatie: V3-36 In dit uur worden de financieringsstromen van de gezondheidszorg uitgelegd. Ook wordt uitgelegd hoe de organisatie van de zorg in nederland en van de ziekenhuizen in het bijzonder is. Er wordt toegelicht dat deze organisatie van grote invloed is op het dagelijks werken op de werkvloer. Aandacht zal worden besteed aan financiering van maatschappen en academische financiering.
• Do 30/10 Zelfstudie 11.00 – 16.00: Value based health care
Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Inzicht krijgen in mogelijkheden WK en nadenken over financiele en maatschappelijke consequenties In groepjes van 4 wordt bestudeerd en samengevat hoe de financiering is van de gezondheidszorg in NL. Opinierende stukken worden verzameld en becommentarieerd. Dit commentaar wordt aan de hand van beleidsstukken geillustreerd. Toetsing: het gevondene zal worden beoordeeld door van Schaik en Vleggeert (zie toetsplan)
Vrijdag 31 oktober
• College-uren 09.00 – 16.00: De Weerklank, SO/VSO scholen SH/ESM
Docent: mevr. Krijtenberg, directeur SO De Weerklank/Auris Type activiteit: Excursie (Leiden) Leerdoel: Inzicht krijgen in de rol van SO aan SH en ESM kinderen Competentie: Organisatie Locatie: De Weerklank, SO/VSO scholen SH/ESM, Leiden
78
Week 10: Eindopdracht Maandag 3 november
• Presentaties 14.00 – 16.00
Docent: Vleggeert/Rooden/de Laat/vd Akker Type activiteit: presentaties van groep 1, 3, 5, 7 en 9 Leerdoel: Beoordeling: inhoudelijk en op presentatie van een voordracht Competentie: Communicatie
Toetsing: Eigen begeleider, Vleggeert/de Laat/studenten toetsen a.d.h.v. voorgeformuleerde eisen Locatie: V3-18 Zie toetsplan
Dinsdag 4 november
• Presentaties 14.00 – 16.00
Docent: Vleggeert/Rooden/de Laat/vd Akker Type activiteit: presentaties van groep 2, 4, 6, 8 en 10 Leerdoel: Beoordeling: inhoudelijk en op presentatie van een voordracht Competentie: Communicatie
Toetsing: Eigen begeleider, Vleggeert/de Laat/studenten toetsen a.d.h.v. voorgeformuleerde eisen Locatie: V4-52 Zie toetsplan
79
Woensdag 5 november
• Zelfstudie: Werken aan eindopdracht
Type activiteit: Zelfstudie Leerdoel: Schrijven syst review
Competentie: Academische vorming
Donderdag 6 november
• College-uur 10.00 -11.00: Hoe word ik KNO arts / inleveren eindopdracht
Docent: dr. Van der Mey, KNO-arts (en plaatsvervangend opleider) Type activiteit: Leerdoel: Competentie: Academische vorming Locatie: V3-44
Vrijdag 7 november
• Collegeuur 14.00 – 16.00: Eindgesprek met begeleider
Docent: Type activiteit: Leerdoel: Beoordeling; schrijven van een onderzoeksverslag Toetsing: Begeleider beoordeelt syst review en schat in in hoeverre de student hiermee door wil gaan in de bestaande onderzoekslijn Zie toetsplan
80
Bijlagen 1.1.1 Bijlage 1:
6STEP behandelplan In Leiden leert de student om behandelplannen op te stellen volgens de methode van 6step. Dit is een landelijk vastgesteld model met als doel om tot een duidelijke en rationele onderbouwing van de behandeling te komen, die gemakkelijk gecommuniceerd kan worden. De 6step is de vierde stap (behandelplan) in het model van klinisch redeneren en volgt op de klinische presentatie, differentiaal diagnose en diagnostisch actieplan. Kenmerken van een 6STEP: Duidelijke informatie over welke behandeling gekozen is en waarom. 6stappenplan: alle informatie staat op de juiste plaats (in de juiste stap). Compleet: alle ziektebeelden en behandelingen van 1 patiënt komen aan bod. Compact: in de praktijk omvat een 6step behandelplan 1 A4-tje. Logisch: het plan is een logisch gevolg van de evaluatie, doel en argumentatie. Momentopname: het geeft de situatie weer op 1 tijdstip (geen beloop) Documentatie: het is een verantwoording van het therapeutisch handelen wat van groot belang is bij eventuele toetsing, visitatie of juridische procedures. De 6 stappen en een korte uitleg 1. Evalueer de problemen van deze patiënt • Maak een lijst van werkdiagnose(n) • Geef de ernst en pathofysiologie/oorzaak aan • Evalueer elke bestaande behandeling op effect en bijwerkingen Een beknopte en heldere evaluatie van alle problemen van de patiënt (meest waarschijnlijke diagnosen) en van de bestaande behandeling, die noodzakelijk is om een rationele behandeling op te baseren. Tip: kijk naar de voorgeschiedenis en de medicatielijst van de patiënt om de lijst van ziektebeelden zo compleet mogelijk te krijgen. Zet de ziektebeelden in volgorde van belangrijkheid: ernstige en actuele ziektebeelden eerst. Is er een zinvolle relatie tussen het werkingsmechanisme van die behandeling en de pathofysiologie van het ziektebeeld? NIET in stap 1: geen DD, alleen de meest waarschijnlijke diagnose. Dus ook geen symptomen als ziektebeeld. Ook geen opsomming van mogelijke oorzaken, alleen de oorzaak/pathofysiologie bij deze patiënt. Voorbeeld: Hypertensie: 65 jaar, BD is 180/110 mmHg, waarschijnlijk essentieel. Hoge BMI (29,8), roken, HVZ in familie. Momenteel geen behandeling, maar zijn toestand vereist dit wel. 2. Geef de gewenste behandeldoelen • Geef de gewenste behandeldoelen voor elk ziektebeeld: symptomatisch, oorzakelijk, preventief en/of palliatief Let op het verschil tussen middel en doel. Het doel bij een patiënt met hypertensie is het voorkomen van HVZ, niet het verlagen van de bloeddruk (=middel). 3. Inventariseer de behandelmogelijkheden (indicatiegericht) 81
• Maak een lijst van de behandelmogelijkheden per ziektebeeld. Gebruik standaarden, richtlijnen, formularia, EBM etc. Benoem hier behandelopties (ook niet-medicamenteus!) in volgorde van de richtlijnen/standaarden. Denk niet aan de patiënt, maar puur aan het ziektebeeld. Indien er geen standaard bestaat of bekend is, dan wordt een indicatiegerichte behandeling bedacht op basis van de pathofysiologie van het ziektebeeld. NIET in stap 3: opsomming van alle mogelijke geneesmiddelen van een bepaalde groep. Geen doseringen.
Voorbeeld: Hypertensie: niet-medicamenteus: leefregels (stoppen met roken, afvallen, bewegen, dieet). Medicamenteus volgens CBO-richtlijn: diuretica, bètablokkers, ACE-remmers, AT-II antagonisten, calciumantagonisten). 4. Kies en beargumenteer de meest geschikte behandeling voor deze patiënt (patiëntgericht) • Kies voor elke werkdiagnose de meest geschikte behandeling • Beargumenteer elke keuze en betrek hierbij de patiëntkenmerken In stap 4 wordt de behandeling van elk ziektebeeld van de patiënt geïndividualiseerd. De meest geschikte behandeling voor de patiënt wordt uitgekozen/geselecteerd uit stap 3 op basis van de patiëntkenmerken. De argumentatie dient hier op de voorgrond te staan. De volgende patiëntkenmerken kunnen leiden tot aanpassing van de keuze, de dosering, de toedieningsvorm, de frequentie, de duur en de voorzorgsmaatregelen van de behandeling: bv. leeftijd, zwangerschap/lactatie, co-morbiditeit, allergie, farmacokinetische verandering, interacties: bestaande therapie, zelfmedicatie, alternatieve therapie, intoxicaties en therapietrouw. NIET in stap 4: geen kopie van stap 3, maar een duidelijke keuze maken uit stap 4 en die beargumenteren. Dus geen zinnen als: “We zouden kunnen starten met een diureticum, maar misschien is een bètablokker toch beter, en anders kunnen we een ACE-remmer nemen.” Voorbeeld: Hypertensie: wegens verhoogd risico op HVZ naast leefregels (stoppen met roken, bewegen, dieet) ook medicatie. Pt heeft ook jicht en diabetes, dus diuretica en bètablokkers zijn geen optie. Een ACEremmer (captopril) in startdosering is de beste keus. 5. Stel de definitieve behandeling vast (recept) • Plan voor de huidige behandeling • Plan voor evt. nieuwe behandeling • Patiëntinstructies Stap 5 geeft de uitkomsten weer uit stap 4 en bevat slechts duidelijke, korte beslissingen (recept, leefregel of verwijzing) per ziektebeeld. De tekst in deze stap moet voldoen aan de voorwaarden zoals op een recept; dus inclusief middel (behandeling), dosering, frequentie en duur NIET in stap 5: geen argumentatie hier, die hoort in stap 4. Geen onduidelijkheden in het recept; de apotheker moet ermee overweg kunnen. Ook geen controlemaatregelen; die komen in stap 6 aan bod. Voorbeeld: Hypertensie: Stop roken, 30 min bewegen/dag, dieet met veel groente en fruit, weinig vet, 5kg/maand. captopril 20 mg po 1dd1
82
6. Bepaal de controlemaatregelen / follow-up • Bepaal de parameters om de werking, bijwerkingen en therapietrouw van de behandeling te controleren • Geef een tijdsbestek voor de controles Hier wordt aangegeven op welke manier en wanneer de effectiviteit en bijwerkingen van elke behandeling gecontroleerd wordt. Dit is heel concreet. Bv. bepaling van serum kreatinine over 2 dagen, DEXA-scan maken elk half jaar. Bijwerkingen moeten worden opgezocht en vertaald worden naar zinvolle controles. Voorbeeld: Hypertensie: BD na 4 wk (SBD <140 mmHg). Bij onvoldoende effect dosering verhogen. Pt wegen en vragen naar slagen stoppen met roken, dieet en beweging. Bijwerkingen captopril: prikkelhoest en controle kalium na 3 mnd. Als BD goed is: halfjaarlijks controle op BD, glucose, lipiden en vera
83
Bijlage 2: toetsplan: • Examination plan Surgery and patient management in spine & head-neck pathology • Module: GNK half minor Surgery and patient management in spine & head-neck pathology Period: 2nd Sep 2014 -7th Nov 2014 ECTS: 15 ETCS Level: 300 Coordinators: Dr. C Vleggeert-lankamp, Dr. J de Laat
Introductie Gedurende tien weken maakt de student intensief kennis met de spinale chirurgie zowel vanuit neurochirurgie als orthopaedie, KNO/Audiologie, Medische Besliskunde, Statistiek en met beleidsmatige aspecten van de genoemde gebieden. De eerste weken zullen vooral gericht zijn op de basale kennis rond de aandoeningen van de wervelkolom en het hoofd-hals gebied, daarna zal onderwijs gericht op medische besliskunde, statistiek en beleid meer aan bod komen. Dit alles zal gebeuren in een geïntegreerde setting waarin voldoende tijd en aandacht is voor wetenschappelijke vorming. Naast het algemene onderwijs zal steeds een tweetal studenten gekoppeld worden aan een ‘persoonlijk’ begeleider. Samen met de begeleider zal een onderwerp voor de eindopdracht worden geformuleerd. Gedurende de minor is er voldoende tijd om hier aan te werken. Hier zal een eindpresentatie en een verslag over worden gemaakt. Anatomie zal worden behandeld middels college, anatomisch prepareren in de snijzaal, en anatomie in vivo onderwijs door fysiotherapeuten. Er is aandacht voor traumatologie en spondylodesemateriaal. Verschillende thema’s vanuit de KNO zullen aan bod komen: Gehoor en vroegdiagnostiek, Spraak en taal, gehoorschade, audiometrie, tumorchirurgie in het KNO gebied. Ook zal er aandacht zijn voor de “cochlear implants”. Vanuit het gebied KNO/neurochirurgie zal de schedelbasispathologie en chirurgie worden belicht. De doelmatigheid en kosteneffectiviteit van chirurgische ingrepen op deze terreinen zullen aan de orde komen. Ook besluitvorming in de spreekkamer zal aan bod komen. Theoretische kennis op dit gebied zal in een klinische ministage in praktijk worden getoetst. Binnen dit onderwijs zal ook een week onderwijs door de statistiek worden verzorgd. Dit onderwijs is er op gericht om de student inzicht te laten krijgen in de ‘design, management and analysis of clinical trials’. Dit alles wordt getoetst door regelmatig tussendoor opdrachten te maken en in te leveren. Bovendien zullen verschillende ZSO’s in groepjes van 3 studenten uitgewerkt worden. De studenten rouleren qua aandachtsgebied, en dus ook qua presentatie per opdracht: a) algemene achtergronden (literatuur), b) specifieke achtergronden, beantwoording van de vraag, c) discussie. Aan het einde van de halve minor volgt een slotpresentatie (in groepjes van drie studenten, willekeurig roulerend qua presentatie onderdeel) en volgt het inleveren van een eindopdracht c.q. eindverslag. Algemeen leerdoel De student krijgt inzicht in het klinische vak van de chirurgie van de wervelkolom en het hoofd/hals gebied. Met de kennis die is opgedaan kunnen onderzoeksvragen worden geformuleerd. Er zal 84
aandacht worden besteed aan het opzoeken van literatuur van dit aandachtsgebied en aan de interpretatie hiervan. Het opstellen van een onderzoeksprotocol zal worden geleerd. Hierbij zal aandacht zijn voor het opstellen van een statistisch plan en interpretatie van onderzoeksresultaten. Er zal aandacht zijn voor de maatschappelijke implicaties van de resultaten van dit onderzoek. Ook wordt deze kennis aangewend om kwaliteit en organisatie van zorg op dit terrein te onderzoeken en te beoordelen. Leerdoelen bij wervelkolomproblematiek: • Kennis van de anatomie van de wervelkolom ‘opfrissen’ • Pathologie van de lumbale hernia en stenose herkennen en behandelmethoden kennen • Pathologie van de cervicale hernia en myelumcompressie herkennen en behandelmethoden kennen • Kennis maken met lichamelijk onderzoek • Oefenen van anamnese afnemen • Inzicht krijgen in beweegredenen om een wervelkolom te instrumenteren • Inzicht krijgen van de behandelmogelijkheden bij de ernstig gedeformeerde wervelkolom • Inzicht krijgen in de spoedeisende wervelkolomproblematiek Leerdoelen KNO/Audiologie • De student kan de relevantie van taal, spraak en gehoor voor een goede communicatie aangeven en de onderlinge verhouding tussen deze begrippen toelichten. • De student kan een uiteenzetting geven over het belang van het gehoor voor een goede taal- en spraakontwikkeling. • De student kan een uiteenzetting geven over de gevolgen in het dagelijks leven van − éénorigheid − plotsdoofheid − geleidelijk toenemende slechthorendheid − lawaaitrauma • De student kan een schets geven van de organisatie van de vroegdiagnostiek van gehoorstoornissen in Nederland en kan de verschillende methoden, waarmee gehoormeting verricht wordt, aangeven. • De student kan een screeningsaudiogram maken en een toondrempelaudiogram interpreteren. • De student kan uitleg geven over methoden en hulpmiddelen waarmee patiënten met een slecht gehoor kunnen worden geholpen. • De student kan de invloeden aangeven die een rol spelen in het ziektegedrag van slechthorende mensen ten aanzien van de revalidatie met een hoortoestel. • De student kan aangeven wat het verschil is tussen stem en spraak en welke verschillende stoornissen bij deze twee begrippen kunnen optreden. Leerdoelen bij Medische besliskunde: • Kennis van uitkomstmaten op het gebied van kwaliteit van leven • Kennis van bepalen van kosten van zorg vanuit verschillende perspectieven • Kennis van verschillende typen van economische evaluaties en het uitvoeren van een economische evaluatie • Kennis over gedeelde besluitvorming en keuzehulpen Leerdoelen bij Statistiek: • Kennis van aspecten van statistiek die een rol spelen bij clinical trials: o Kennis van statistische analyse methoden voor clinical trials 85
Kennis van berekenen van power en sample size Kennis van verschillende randomizatie technieken Kennis van missing data analyse methoden Inzicht in ‘flexible trial designs’ en ‘stopping rules’ Inzicht in verschillen tussen superiority, inferiority en equivalence trials en de consequenties daarvan o Kennis van datamanagement bij clinical trials o Inzicht in de interpretatie van analyse resultaten
o o o o o
Algemene leerdoelen A. Een (eenvoudig) literatuuronderzoek op kunnen zetten B. Inzicht hebben in de opzet van een clinical trial C. Kennis hebben van het opstellen van een statistisch plan D. Het uit kunnen voeren van statistisch onderzoek (niet getoetst) E. Kennis hebben van kwaliteit van leven uitkomstmaten F. Kennis hebben van economische evaluaties G. Het uit kunnen voeren van economische evaluaties H. Kennis hebben in gedeelde besluitvorming I. Inzicht krijgen in verschillende invalshoeken voor een ziektebeeld vanuit diverse disciplines J. Toepassen van in het tweede jaar geleerde ‘presenteren’ aan de hand van onderzoeksresultaten K. Inzicht hebben in de factoren die een rol spelen bij inbedding van onderzochte items in gezondheidszorgbeleid in Nederland •
Examination matrix
Examination plan overview A description of all summative exams of the half minor and their relation with the learning objectives. Assessment:
Presentatie en verslag 5/9
Eindverslag
Eindpresentatie
Exam type:
Geschreven rapport van ca 3000 woorden Knowledge and ability
Presentatie
Time: Duration: Weight: Collaboration:
Presentatie met gedegen voorbereiding in verslag Knowledge, ability, and communication Week 1 10 uren 10% Groep van 4
Week 10 36 uren 60% Koppel
Knowledge, ability, and communication Week 10 20 uren 30% Koppel
Assessed by:
Minor teacher
De begeleider
De begeleider
Area:
Specification to learning objectives:
86
Assessment: Een (eenvoudig) literatuuronderzoek op kunnen zetten
Presentatie en verslag 5/9
Eindverslag
X
X
Eindpresentatie
X
Inzicht hebben in de opzet van een clinical trial
X
Kennis hebben van het opstellen van een statistisch plan
X
X
Kennis hebben van kwaliteit van leven uitkomstmaten
X
X
Kennis hebben van economische evaluaties
X
X
X
X
X
X
Kennis hebben in gedeelde besluitvorming
Inzicht krijgen in verschillende invalshoeken voor een ziektebeeld vanuit diverse disciplines Toepassen van in het tweede jaar geleerde ‘presenteren’ aan de hand van onderzoeksresultaten Inzicht hebben in de factoren die een rol spelen bij inbedding van onderzochte items in gezondheidszorgbeleid in Nederland
X
X
X
X
• Gedetailleerde omschrijving van testen en presentaties Het opgetelde toetsplan bestaat uit: Verslag en presentatie 5/9 (vakgebied wervelkolom) Eindverslag (op het gebied van het specialisme van jouw begeleider) Presentatie (op het gebied van het specialisme van jouw begeleider) Bijkomende eisen Verslag en presentatie 5/9 (Appendix A) U bereidt een verslag voor waarbij u uw literatuuronderzoek beschrijft en de risk of bias die u hebt uitgevoerd. U doet tevens een dataanalyse van uw literatuur en komt tot een conclusie. Ook bereidt u een presentatie voor over dit onderwerp om op vrijdag 5/9 aan uw medestudenten te kunnen geven. U geeft samen met uw drie partners een presentatie over uw onderwerp. Rating: mark 1-10 Assessment form: n/a Assessed by: Werkgroup docent week 1, Uw presentatie wordt ook getoetst door een cijfer door uw medestudenten. Tenslotte geeft u (anoniem) een cijfer voor uw medestudenten. Zo kan dr Vleggeert zien of iedereen evenveel effort heeft geleverd. 87
Assessment criteria: verslag: Bij de toetsing wordt gelet op de compleetheid van uw literatuursearch, op de mate waarop de risk of bias goed doordacht is ingevuld en op de mate waarop u uw resultaten hebt geformuleerd. Verder wordt gelet op de netheid van het ingeleverde werk. Presentatie: Bij de toetsing wordt gelet op de compleetheid van uw literatuursearch, op de mate waarop de risk of bias goed doordacht is ingevuld en op de mate waarop u uw resultaten hebt geformuleerd. Specifiek voor de presentatie wordt gelet op uw slides, uw presentatie en de mate waarin u uw boodschap over kunt brengen. Ook wordt gelet op het presenteren van de gebruikte literatuur. Tenslotte wordt gelet op de mate waarin uw samenwerking naar voren komt. Eindpresentatie De presentatie zal gaan over hetzelfde onderwerp als het eindverslag. De presenatie zal eerder in week 10 gehouden worden, waarna u nog 2 dagen hebt om te werken aan uw eindverslag. Leerdoel: Inzicht krijgen in een specifiek onderdeel van deze minor, leren van opstellen onderzoeksplan, leren schrijven van een verslag, voorbereiden en geven van een presentatie elk tweetal van studenten krijgt een persoonlijke begeleider, waarmee hij periodiek af kan spreken. Deze begeleider komt uit het deelgebied van deze ½ minor waarop u uw onderwerp kiest Neurochirurgie: begeleider: C. Vleggeert-Lankamp Neurochirurgie: begeleider: P. Schutte Neurochirurgie: begeleider: W. Pondaag Neurochirurgie/KNO: brughoekpathologie: begeleider: R. Koot KNO/Audiologie – gehoorontwikkeling , -revalidatie: J. de Laat KNO/Audiologie – cochleaire implantatie: P.P. Boermans KNO/Audiologie – spraak-/taalontwikkeling: R. Ruiter, S. v.d. Kraan Statistiek Statistiek Medische besliskunde Assessment: Mark 1-10 Assessment form: presentatie Assessed by: Medical specialists of the corresponding casus en vleggeert (zie hieronder). Assessment criteria: Bij de presentatie wordt niet alleen gelet op de inhoud, maar juist ook op de manier van presenteren. Hier bij is het juist ook van belang dat u aangeeft het onderwerp goed te beheersen, dusdanig dat u di took kunt overbrengen. Bij de beoordeling wordt ook gelet op de verbeteringen die u hebt laten zien tov de oefensessie in week 1 en 4. Daarom zal ook de beoordelaar van die sessies meebeoordelen bij de eindpresentatie. U doet dit in koppels.
Eindverslag Leerdoel: Inzicht krijgen in een specifiek onderdeel van deze minor, leren van opstellen onderzoeksplan, leren schrijven van een verslag, voorbereiden en geven van een presentatie elk tweetal van studenten krijgt een persoonlijke begeleider, waarmee hij periodiek af kan spreken. Deze begeleider komt uit het deelgebied van deze ½ minor waarop u uw onderwerp kiest Neurochirurgie: begeleider: C. Vleggeert-Lankamp Neurochirurgie: begeleider: P. Schutte Neurochirurgie: begeleider: W. Pondaag 88
Neurochirurgie/KNO: brughoekpathologie: begeleider: R. Koot KNO/Audiologie – gehoorontwikkeling , -revalidatie: J. de Laat KNO/Audiologie – cochleaire implantatie: P.P. Boermans KNO/Audiologie – spraak-/taalontwikkeling: R. Ruiter, S. v.d. Kraan Statistiek Statistiek Medische besliskunde Assessment: Mark 1-10 Assessment form: U levert een verslag in. U krijgt een persoonlijk begeleider die steeds aan zal geven waar uw verbeterpunten liggen. Er is geen algemeen ontwerp te geven voor hetgeen u moet inleveren. U doet dit in samenspraak met uw begeleider. Assessed by: Medical specialists of the corresponding casus. Assessment criteria: inzet, werkhouding, gebruik van wetenschappelijke literatuur, logische opbouw, volledigheid, originaliteit. Op al deze punten zal worden gelet en deze worden meegenomen in de beoordeling.
• Calculation overall mark Final mark A short description to calculate the final mark The final report and the final mark has to be >5.5, to pass the half minor. - verslag en presentatie 5/9 = 10% of the final mark - Final report = 60% of the final mark - Grant proposal poster presentation = 30%
Additional requirements Description of the additional requirements to receive the final mark of the half minor AANVULLENDE EISEN 1. Anamnese oefenen in Week 1 Assessment: Passed/Failed Assessed by: Minor teacher Week 1/2. Assessment criteria: Actieve inzet gedurende dit practicum, beheersen van voldoende basale vaardigheden die worden aangeleerd. 2. Fysiotherapie in Week 2 Assessment: Passed/Failed Assessed by: Vleggeert-Lankamp. Assessment criteria: Bij dit onderdeel legt de fysiotherapeut uit waar hij op let bij de behandeling van patienten met lage rug en cervicale problemen. De visie van de fysiotherapeut is een andere dan die van de chirurg, en het is heel interessant om hier goed kennis van te nemen. Beoordeeld wordt of de belangrijkste aandachtspunten van FT en belangrijkste overeenkomsten en verschillen van benadering fysio en arts worden genoemd. Er wordt gekeken of gebruik is gemaakt van wetenschappelijke literatuur. (Kijk eens naar artikelen die de benadering van de wervelkolom door fysiotherapeut en medicus vergelijken). 3. Spondylodeseplan week 2 89
Assessment: Passed/Failed Assessed by: Medical specialist of the casus Assessment criteria: Aan de hand van aangeboden literatuur spondylodese bestuderen. Testcasus worden voorgelegd en u stelt een spondylodeseplan voor 4. Gehoor en vroegdiagnostiek week 3 Assessment: Passed/Failed Assessed by: Medestudenten en de Laat Assessment criteria: Kennispresentatie & discussie werking gehoor & belang vroegdiagnostiek . Het is van belang dat hieruit blijkt dat u de aangeboden kennis zoals ook genoemd in het boekboek bij maandag en dinsdag van week 3 hebt doorgenomen. 5. Cervicale wervelkolom week 4 Assessment: Passed/Failed Assessed by: Medical specialist of the corresponding week. Assessment criteria: Maak een fictieve casus van een patient die geopereerd moet worden aan de cervicale wervelkolom, waarbij instrumentatie moet worden toegepast. Zoek een goed stuk uit de literatuur dat de beslissing die je neemt onderbouwt. Doe dit in tweetallen. Dit voorstel zal worden beoordeeld door professor Peul, die daarbij let op • moeilijkheidsgraad van de casus • uitwerking van de casus • oplossing van het probleem • passendheid van de gevonden literatuur. 6. Oefenen maken verslag en presentatie Week 4 Assessment: Passed/Failed Assessed by: Medical specialist of the corresponding week. Assessment criteria: Inzet. Het gaat er om dat u leert hoe wij willen dat een verslag er uit ziet en waar op wordt gelet bij het presenteren. Dit is om u te laten zien wat we verwachten in week 10 van uw verslag en presentatie in week 10. 7. Statistiek week 4 Studenten maken een verslag van de vraagstelling, methode, resultaten, conclusies en aanbevelingen voor toekomstige behandelingen bij de sciatica trial op basis van de analyses in de opdrachten; het verslag wordt geschreven alsof het voor een artikel is (short report). Leerdoel: Leren overzicht maken en interpreteren onderzoeksresultaten, leren wetenschappelijk formuleren van resultaten en conclusies. Beoordelen verslag: van Rooden 8. Gehoorschade week 5. Kennispresentatie & discussie NIHL & presyacusis Assessment: Passed/Failed Assessed by: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (De Laat) 9. Cochleaire implantaten week 5. Assessment: Passed/Failed Assessed by: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Rotteveel) 10. Laryngologie en Laryngectomie Week 6 Leerdoel: Kennispresentatie & discussie laryngologie en laryngectomie Assessment: Passed/Failed Assessed by: Beoordeling door medestudenten en door vakdocent (Langeveld) 11. opzet Clinical trial week 8 Leerdoel: Inzicht krijgen in het opzetten van een clinical trial In groepjes van 4 bereiden studenten een clinical trial voor. Aan alle hierboven genoemde aspecten moet aandacht worden besteed. Assessment: Passed/Failed 90
Assessed by: vakdocent (Jacobs) Toetsing: gelet wordt op • definiering onderzoeksvraag • praktische opzet en haalbaarheid • statistische analyse • uitkomstmaat definiering 12. Value based health care week 9. Leerdoel: Inzicht krijgen in mogelijkheden WK en nadenken over financiele en maatschappelijke consequenties Assessment: Passed/Failed Assessed by: van Schaik en Vleggeert-Lankamp In groepjes van 4 wordt bestudeerd en samengevat hoe de financiering is van de gezondheidszorg in NL. Opinierende stukken worden verzameld en becommentarieerd. Dit commentaar wordt aan de hand van beleidsstukken geillustreerd.
Een minimal aantal van 9 van de 11 additionele taken moet met een ‘passed’ zijn beoordeeld. Maximaal 2 van de 11 taken kan worden herhaald in overleg met de docent.
Aanwezigheid Uw aanwezigheid bij het complete programma is essentieel. Ditz al worden bijgehouden. Als u minder dan 90% van de contacturen aanwezig bent zal een vervangende opdracht moeten worden gemaakt. Als deze opdracht onvoldoende is, zult u worden uitgesloten van het behalen van een eindcijfer. •
Re-examination
Repeating exams Rules to repeat exams to fulfil the requirements of the half minor. Een minimal aantal van 9 van de 11 additionele taken moet met een ‘passed’ zijn beoordeeld. Maximaal 2 van de 11 taken kan worden herhaald in overleg met de docent.
Appendix A: Assessment criteria verslag en presentatie 5/9 Content (5 points) 1. Writing (1 points) • Have the students used their own words (original writing, no copy-paste)? • Is the writing grammatically correct? 2. Scientific content (analysis of information, synthesis, visual representation) (3 points) • Is the hypothesis clearly described and introduced? • Is an original research question formulated? 91
• • •
Is the approach chosen feasible? Is there a contingency plan? Is the clinical relevance or impact clearly described?
3. Quality/originality of graphical elements(1 points) • Do images support the text and vice versa (coherence text, images)? • Is the poster design esthetically pleasing? Presentation (5 points) 4. Presentation (3 points) • Are the students to present their idea in a concise, structured talk? • Can the students bring forward the idea within the time limit (7 min)? • Are the students enthusiastic and eager to sell their idea? 5. Discussion (2 points) • Are the students capable to answer scientific question related to their topic? • Are the students capable to place their grant proposal and idea in a broader perspective (clinical relevance)? Can the students deal with ‘criticism
92
Bijlage 3: Cochrane formulieren risk of bias Case control studies NEWCASTLE - OTTAWA QUALITY ASSESSMENT SCALE CASE CONTROL STUDIES Note: A study can be awarded a maximum of one star for each numbered item within the Selection and Exposure categories. A maximum of two stars can be given for Comparability.
Selection 1) Is the case definition adequate? a) yes, with independent validation ¯ b) yes, eg record linkage or based on self reports c) no description 2) Representativeness of the cases a) consecutive or obviously representative series of cases ¯ b) potential for selection biases or not stated 3) Selection of Controls a) community controls ¯ b) hospital controls c) no description 4) Definition of Controls a) no history of disease (endpoint) ¯ b) no description of source
Comparability 1) Comparability of cases and controls on the basis of the design or analysis a) study controls for _______________ (Select the most important factor.) ¯ b) study controls for any additional factor ¯ (This criteria could be modified to indicate specific control for a second important factor.)
Exposure 1) Ascertainment of exposure a) secure record (eg surgical records) ¯ b) structured interview where blind to case/control status ¯ c) interview not blinded to case/control status d) written self report or medical record only e) no description 2) Same method of ascertainment for cases and controls a) yes ¯ b) no 3) Non-Response rate a) same rate for both groups ¯ b) non respondents described c) rate different and no designation
93
Cohort studie NEWCASTLE - OTTAWA QUALITY ASSESSMENT SCALE COHORT STUDIES Note: A study can be awarded a maximum of one star for each numbered item within the Selection and Outcome categories. A maximum of two stars can be given for Comparability
Selection 1) Representativeness of the exposed cohort a) truly representative of the average _______________ (describe) in the community ¯ b) somewhat representative of the average ______________ in the community ¯ c) selected group of users eg nurses, volunteers d) no description of the derivation of the cohort 2) Selection of the non exposed cohort a) drawn from the same community as the exposed cohort ¯ b) drawn from a different source c) no description of the derivation of the non exposed cohort 3) Ascertainment of exposure a) secure record (eg surgical records) ¯ b) structured interview ¯ c) written self report d) no description 4) Demonstration that outcome of interest was not present at start of study a) yes ¯ b) no
Comparability 1) Comparability of cohorts on the basis of the design or analysis a) study controls for _____________ (select the most important factor) ¯ b) study controls for any additional factor ¯ (This criteria could be modified to indicate specific control for a second important factor.)
Outcome 1) Assessment of outcome a) independent blind assessment ¯ b) record linkage ¯ c) self report d) no description 2) Was follow-up long enough for outcomes to occur a) yes (select an adequate follow up period for outcome of interest) ¯ b) no 3) Adequacy of follow up of cohorts a) complete follow up - all subjects accounted for ¯ b) subjects lost to follow up unlikely to introduce bias - small number lost - > ____ % (select an adequate %) follow up, or description provided of those lost) ¯ c) follow up rate < ____% (select an adequate %) and no description of those lost d) no statement
94
Randomized controlled trial
Methodological quality Form RCTs Article nr: ___
Reviewer: ...
Date: ....... /......./.......
Sources of risk of bias Item
Judgment
A
1. Was the method of randomization adequate?
1. Yes / No / Unsure
B
2. Was the treatment allocation concealed?
2. Yes / No / Unsure
C
Was knowledge of the allocated interventions adequately prevented during the study? 3. Was the patient blinded to the intervention? 4. Was the care provider blinded to the intervention? 5. Was the outcome assessor blinded to the intervention? Were incomplete outcome data adequately addressed? 6. Was the drop-out rate described and acceptable? 7. Were all randomized participants analysed in the group to which they were allocated? 8. Are reports of the study free of suggestion of selective outcome reporting? Other sources of potential bias: 9. Were the groups similar at baseline regarding the most important prognostic indicators? 10. Were co-interventions avoided or similar? 11. Was the compliance acceptable in all groups? 12. Was the timing of the outcome assessment similar in all groups?
D
E F
95
3. Yes / No / Unsure 4. Yes / No / Unsure 5. Yes / No / Unsure
6. Yes / No / Unsure 7. Yes / No / Unsure 8. Yes / No / Unsure
9. Yes / No / Unsure 10. Yes / No / Unsure 11. Yes / No / Unsure 12. Yes / No / Unsure