Atelier Fryslân werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Verstild getij
Een atlas van de Nederlandse Waddenkust
Verstild getij
Een atlas van de Nederlandse Waddenkust Arnhem / Leeuwarden . juli . 2012
1. Inleiding
5
2. De vraag
9
3. Tijdbalk
13
4. Stormvloeden Getijdenlandschap Ondergrond 5. Bedijking Dijken en polders Watersysteem Natuur 6. Occupatie Nederzettingspatroon Steden Bereikbaarheid 7. Economie Havens en visserij Landbouw Energie en delfstoffen Kustrecreatie
21 22 26 33 34 38 44 47 48 52 56 61 62 68 72 74
8. Bestuur Bestuurlijke verschillen
83 84
9. Het vervolg
91
Bronnen Colofon
( 1 ) Inleiding
6
Aanleiding De vaste wal van het Nederlandse wad, de waddenkust is een landschap van rust, ruimte, duisternis, prachtige dorpen en steden en fraaie vergezichten. Tegelijkertijd is krimp een actueel thema en gaat het de regio economisch niet voor de wind. Toeristisch gezien vormt de Waddenkust een anoniem doorgangsgebied richting de druk bezochte eilanden. Dat is jammer. Tegelijkertijd zorgt de verwachte zeespiegelstijging in het kader van de klimaatverandering voor verzilting van de landbouwgronden binnendijks. De verwachte zeespiegelstijging noopt ook tot dijkversterking. Hoe gaan we andermaal de zeedijk versterken? Verder ophogen, zodat de ruimtelijke barrière tussen binnendijks gebied en buitendijks wordt vergroot of zijn er ook andere methoden? Kortom er zijn verschillende aanleidingen om integraal en samenhangend naar dit prachtige gebied te kijken vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit. Het Regiecollege voor het Waddengebied (RCW) ondersteunt die observatie en is aanvrager van dit onafhankelijke advies van Atelier Fryslân.
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Doel Het doel van de studie is om, vanuit de invalshoek van ruimtelijke kwaliteit, in beeld te brengen welke kansen er liggen voor de ontwikkeling van de Waddenkust als geheel. Er gebeurt al veel in de regio. Vanuit allerlei invalshoeken zijn er initiatieven, maar de plannen zijn vaak erg lokaal, sectoraal ingestoken en weinig samenhangend. Deze studie moet een meer integrale blik op regionaal niveau bieden. Een visie die kan sturen en zorgen dat het geheel van initiatieven meer wordt dan de som der delen die het nu is. Aanpak De studie gebeurt middels ontwerpend onderzoek en met een grote inbreng vanuit het gebied middels regiobijeenkomsten. De eerste stap is een grondige en inspirerende analyse van het gebied middels een atlas. De atlas zorgt daarmee voor een gedeelde oriëntatie richting de vervolgstappen. Voor u ligt de atlas; een brede verkenning van het Noord-Hollandse, Friese en Groninger kustgebied, die een stevige basis vormt
voor de verdere ideevorming. De Atlas is samengesteld door bureau Veenenbos en Bosch landschapsarchitecten (Arnhem) in nauwe samenwerking met Atelier Fryslân en de aanvrager, het RCW. Leeswijzer De atlas begint met het essay ‘Een vergeten kust, een verstild getij’ dat ingaat op de vraag. Daarna volgt een tijdsbalk welke de dynamiek in de regio beschrijft van de laatste 2000 jaar. De vijf thema’s uit de tijdsbalk - stormvloeden, bedijking, occupatie, economie en bestuur vormen de volgende hoofdstukken. Per thema wordt aan de hand van kaartbeelden de huidige stand van zaken ontleed in tijd en ruimte. In de bijgevoegde teksten en beelden wordt de opbouw van dit beeld geanalyseerd en worden de ontwikkelingen geschetst. Door middel van verschillende intermezzi wordt een beeld geschetst van de pracht en bijzonderheden van het gebied. Het afsluitende essay van de atlas ‘De dynamiek benut’ schetst de belangrijkste dynamiek in de regio waar de komende jaren bij aangehaakt kan worden.
‘t Zielhoes, Noordpolderzijl
( 2 ) De vraag Een vergeten kust, een verstild getij
10
Vergeten kust
De Nederlandse Waddenkust maakt deel uit van een veel groter gebied dat zich uitstrekt tot aan het Deense Esjberg. Maar waar de Waddenzee internationaal allang op de agenda staat geldt dit niet voor de kust. Bij ‘de kust’ denkt het gros aan de zandstranden langs de Noordzee. Wanneer het over ‘de wadden’ gaat worden in de meeste gevallen de zee en eilanden bedoeld. De hoge zeedijk staat symbool voor de scherpe scheiding. De vastelandskust is een vergeten kust. Vraag het op straat: de noordelijke regio betekent voor velen het einde van de wereld en is al net zo onbekend. Niet eens onbemind, want men heeft er werkelijk geen beeld van. Hooguit van de doorreis op weg naar één van de eilanden.
Verstild
De Nederlandse waddenkust lijkt verstild. Prachtig door zijn ruimte, door de uitgestrektheid van de vele polders en door de rust die er heerst. Prachtig door het scherpe licht wat er boven het land hangt en menig
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
schilder van De Ploeg inspireerde en door de imponerende wolkenluchten die te zien zijn boven de uitgestrekte akkers. Prachtig ook door de rijke historie die je tegenkomt met de verspreid liggende terpen, de vele dorpen en de uiteenlopende, vaak grote boerderijen. Maar ook ‘stil’ in zijn dynamiek. Veel huizen staan in de verkoop en in de dorpen zie je steeds minder winkels. De leefbaarheid staat onder druk. Met de arbeidsextensieve, tamelijk grootschalige akkerbouw, kleine lokale bedrijventerreinen en nauwelijks recreanten heeft de regio een smalle economische basis. Toch willen veel van de huidige bewoners voor geen goud weg.
Verkrampt
De dynamiek, van oudsher een wezenskenmerk van het gebied, lijkt te zijn verdwenen. De verschillende initiatieven, die als antwoord daarop worden verzonnen, ogen verkrampt. Ze lijken als een soort satellieten te zijn neergedaald in het vooral agrarische land: de Eemshaven als een vooruitgeschoven
post aan het diepe water, het recreatiedorp Esonstad bij de ingedijkte natuur van het Lauwersmeer, de kassen bij Berlikum als een glazen stad in de polder en de woningen van de Blauwestad aan het pas aangelegde water. Stuk voor stuk flinke programmatische ingrepen en forse investeringen en niet altijd met het gewenste resultaat. Het is de vraag of er nog meer van dergelijke nieuwe pleksgewijze initiatieven gaan komen. Het politieke tij lijkt immers te keren, de ogen zijn nu gericht op de sterke regio’s.
Waarnemingen
Ook vanuit de ruimtelijke kwaliteit vraag je je af of dit de oplossing is of wordt. Is het niet mogelijk om veel meer in te zetten op de bestaande kwaliteiten voor een verdere ontwikkeling van de regio? Misschien niet zo groots, maar wel als basis voor ieder initiatief. Waarom worden nieuwe quasi oude huizen gebouwd in Esonstad, terwijl even verderop de bestaande monumentale dorpskern van Holwerd leeg loopt? Hoe kan het dat wij een
11
Veerstoep Holwerd
bijna ontoegankelijke waddenkust kennen terwijl er in Duitsland een hele badcultuur op is gebouwd? Kunnen wij onze veerstoepen naar de Waddeneilanden niet uitbouwen tot een aantrekkelijke toeristische pleisterplaats, zoals Neuharlingersiel in plaats van de desolate pier bij Holwerd? En waarom moeten wij de dijkversterking altijd als een ongenadig hard stukje ingenieurskunst opvatten, terwijl ‘building with nature’ kustveiligheid, natuurontwikkeling en recreatief medegebruik kan combineren?
Waddenfrisheid
de lucht boven de Waddenzee ook de plannenmakerij bereikt. Is het mogelijk om via de inzet van een brede gebiedskennis, ontwerponderzoek en casestudies een cultuur te kweken waarbij we nieuwe mogelijkheden voor het gebied opbouwen op basis van de bestaande kwaliteiten? En is het mogelijk om interventies voor te stellen die veel meer op de kwaliteit zijn geënt? Om op die vragen een antwoord te geven moet je eerst het gebied in duiken, het gebied leren kennen en het ontleden. Vandaar deze atlas.
Als je vraagt of betrokkenen willen meepraten over het samenstellen van een atlas en een agenda voor de Nederlandse waddenkust wordt er mat gereageerd. Er heerst waddenmoeheid. In het gebied lopen (te) veel initiatieven, zonder veel onderlinge samenhang. Bovendien blijven veel plannen bij mooie woorden en wordt er geen spade in de grond gezet. Kortom, het wordt tijd dat de frisheid van Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Tijdbalk ( (23) )De vraag De historie vogelvlucht Een vergeten kust, eeninverstild getij
0
200
400
Hludana steen
BESTUUR
FRIESE KRIJGSHEREN
28 Friese opstand tegen Romeinen ECONOMIE
GEMENGD BEDRIJF
HANDEL
450 Romeinen trekken zi OCCUPATIE
TERPEN
BEDIJKINGEN
STORMVLOEDEN
400 Middelzee
14
Kustlijn 200 nChr
Om het huidige beeld van de Nederlandse waddenkust te begrijpen is het goed om enige historische achtergronden op een rij te zetten. Niet als uitputtend verhaal, wel als een vogelvlucht. Als een zoektocht naar de eigenheid en de karakteristieken van deze kust, naar markante thema’s, naar de continuïteit en belangrijke keerpunten.
Stormvloeden
Het wad is continu in beweging. Het tij, de zandplaten en de geulen, iedere dag is anders. Wanneer je het kaartbeeld voor de afgelopen 2000 jaar op een rij zet, zie je hoeveel en hoe radicaal de kust hier veranderd is. De Waddenkust heeft zich gevormd achter een ooit bijna gesloten duinenrij. Op het kaartbeeld van 200 nChr is die duinenrij nog heel duidelijk aanwezig. De duinen ontstonden na de ijstijden toen de zeespiegel rees en de zee een richel van zand afzette op het raakvlak met het land. Achter de duinen ontstonden uitgestrekte veengebieden die gevoed werden door zoet regenwater uit het achterland.
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Rivieren zochten er een weg naar zee. De duinenrij was kwetsbaar, vooral daar waar de rivieren uitmonden in zee. Onder invloed van een stijgende zeespiegel en forse stormen sloegen er gaten in het aanvankelijk gesloten front. Hierdoor kon het zoute zeewater diep het achterland binnen dringen en werd het veen langzamerhand over steeds grotere oppervlakten weggeslagen. Deze turbulente periodes werden afgewisseld met meer rustige tijdvakken. Rond 800 zijn grote delen in het noorden van Groningen in zee verdwenen en heeft zich de Middelzee in het centrum van Fryslân gevormd. De Vlie vormt een verbinding van het aanvankelijk centraal in Nederland gelegen Flevomeer naar de Noordzeekust. Rond 1200 is achter een reeks van eilanden een waddenzee ontstaan. De Vlie en het Flevomeer (of Almere) zijn sterk vergroot en de Zuiderzee ontstaat. In het kaartbeeld van 1650 is de huidige Nederlandse kustlijn goed te herkennen. De Zuiderzee is op zijn grootst en de kop van Noord-Holland ontbreekt nagenoeg. Op het laatste kaartbeeld is de kustlijn
Terp Oosterwierum
gesloten. De Afsluitdijk is aangelegd en het Lauwersmeer is afgesloten van de zee.
Bedijkingen
Zo’n 1000 jaar geleden zijn de bewoners van de Waddenkust zich middels dijkenbouw gaan beschermen tegen de toenemende invloed van de zee. Aanvankelijk gebeurde dit door stukken land te omringen met een aarden wallen, een soort zomerdijkjes. Deze polders werden langzaam uitgebouwd tot grotere aaneengesloten delen bedijkt land en vormden uiteindelijk een aaneengesloten kustlijn. Langzamerhand veranderde de strategie. Kustverdediging in de vorm van bedijkingen ging over in een aanval op de zee door het indijken van zeearmen en kwelders. Begin 13e eeuw werd onder andere de Marne, een zijtak van de Vlie, afgesloten. Zo’n halve eeuw later werd begonnen met het bedijken van de Middelzee en de Fivel. En nadat een start was gemaakt met de Hondsbossche Zeewering in de 16e eeuw werd ook in Noord-Holland gestart met de inpolderingen.
HARDE GRENS ZEE EN LAND 800
600
Koning Redbad
Bloeitijd van de handel
1000
Bonifatius
De Noormannen
Munt Stavoren
KERSTENING EN GOUWEN
734 slag aan de Boorne 754 Bonifatius vermoord
850 invallen Noormannen
ich terug
BEDIJKING
950 moederpolders
800 Hunze slibt dicht
15
Kustlijn 800 nChr
De eerste contouren van de huidige kust worden zichtbaar. Maar de zee laat zich niet temmen. Verschillende stormvloeden, waarbij de zee door de dijken brak of er overheen spoelde, brachten grote schade aan in het achterland. Vanaf de zestiende eeuw is een continu verhaal op te schrijven van dijkversterking. Aanvankelijk waren de verhoogde dijklichamen opgesloten tussen palenrijen en vaak bekleed met wier. In de 18e eeuw werden deze flink aangetast door paalworm. Willem Loré introduceerde daarom een nieuwe dijkopbouw waarbij de dijk opgebouwd is uit verstevigde taluds. Ter versterking van de taluds werden even later ook de stenenglooiingen geïntroduceerd. Om de stormvloeden het hoofd te bieden werden de dijken verschillende malen verhoogd. In de dijk bij Oosterbierum, Fryslân is dit proces aan de hand van in steen gehouwen opschriften prachtig te volgen.
Occupatie
Rond het begin van onze jaartelling was de
Waddenkust, en dan vooral Westergo, één van de dichtstbevolkte gebieden van ons land. De zee bood mogelijkheden voor handel en visserij, maar minstens zo belangrijk was de vruchtbare kleigrond. Toch was het niet gemakkelijk om in het vlakke, laaggelegen kustland te wonen. Door de zee kon dat alleen op de hogere en drogere delen, zoals de kwelderruggen. Omdat het ook daar nogal eens mis ging, beschermden de bewoners zich tegen het water door kunstmatig heuvels op te werpen. Dit gebeurde langs de hele waddenkust. In Groningen wordt een dergelijke heuvel ook wel wierde genoemd, in Fryslân terp en in Noord-Holland werf. Aanvankelijk waren deze heuvels eenvoudige vluchtplekken, maar in loop der eeuwen groeiden ze uit tot complete dorpen en belangrijke handelsplaatsen. Vanaf de 11e eeuw ontstonden munt, markt- en tolplaatsen zoals Leeuwarden, Bolsward, Stavoren, Dokkum, Groningen, Winsum en Garrelsweer. Zij groeiden in Fryslân met een handvol nederzettingen vanaf de 13e eeuw uit tot stedelijke nederzettingen. Tussen Eems en
Bouwen van de eerste dijken
Laauwers overvleugelde de stad Groningen alle ander stedelijke centra, inclusief het later opgekomen Appingedam. De Kop van NoordHolland was vanwege de drassige bodem lange tijd ongeschikt voor bewoning. Alleen achter de duinen en op het eiland Wieringen werd gewoond. De terpenbouw eindigde met de komst van de eerste dijken in het gebied. Door de betere bescherming van het land en ook een betere ontwatering kon de akkerbouw in betekenis uitgroeien. Grond was een belangrijk bezit. De eigenaren waren vaak edelen of hoofdelingen. De stinsen, versterkte en uit steen opgetrokken torens naast de houten boerderij, werden door hun eigenaren verder uitgebouwd tot landhuizen of landgoederen. In Fryslân worden deze panden states genoemd, in Groningen borgen. Ook investeerden welgestelde kooplieden in deze tijd in de diverse ontginningen, zoals in de Zijpe. In de polders lieten zij pachtboerderijen bouwen, maar ook zomerverblijven voor zichzelf of hun familie.
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
1200
1000
1400
Groningen
Opstalboom
BESTUUR
FRIESE VRIJHEID
1498 cen ECONOMIE
OCCUPATIE
HANDELSSTEDEN
1234 Harlingen 1285 Leeuwarden 1289 Dokkum
1040 Groningen 1060 Stavoren
1327 Appingedam 1374 Franeker
1455 Bolsward
BEDIJKINGEN
1150 kustlijn Westergo 1200 afsluiting Marne
1000 kustlijn Oostergo STORMVLOEDEN
1360 noordelijke kustlijn Groningen 1280 Lauwerszee 1288 Zuiderzee
16
Dijk met palen
Kustlijn 1200 nChr
Slachtedijk
Aan het einde van de 19e eeuw ontstond een grote landbouwcrisis als gevolg van de massale toevloed van goedkoop graan en vlees uit Rusland, Oekraïne, de VS, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Dit was mogelijk door de verdergaande mechanisatie en de grotere schaal van de boerenbedrijven aldaar en door de komst van snellere en betere transportmiddelen, waaronder koelschepen. Het leidde tot een massale uitstoot van arbeidskrachten en een grootschalige emigratie naar het westen en zuiden Nederland en overzee. Vanaf de jaren 1920 herhaalt zich dit door de mechanisatie en schaalvergroting in eigen land. Na de Tweede Wereldoorlog zetten de ruilverkavelingen het platteland flink op de schop en leidden tot een sterk gewijzigde landindeling en een veranderd beeld, waarbij het platteland als het ware van kleur verschoot.
een belangrijke rol. Aanvankelijk werd alleen handel gedreven met het oosten, later ook met het westen. Westergo was een belangrijk ‘handelscentrum’. Ondanks verscheidene aanvallen van de Noormannen voeren de Friese schepen tot in de eerste eeuwen van het millennium nog tot in Rusland. Vanaf de 13e eeuw werd de handel langzamerhand over genomen door de Hanze, een internationaal verbond van belangrijke handelsplaatsen langs de Oost- en Noordzee. Stavoren en Groningen waren hierbij nog wel aangesloten. De balans in de internationale handel is daarna met regelmaat verschoven. Vanwege hun behendigheid als zeevaarders bleven de Friezen nog lange tijd een rol spelen, maar de centrale positie van de regio voor wat betreft de handel verdween geleidelijk aan. Tegelijkertijd nam het belang van de landbouw in het noorden verder toe. De kleigronden waren vruchtbaar en zeer geschikt voor akkerbouw en veeteelt. De eerste boerenbedrijven waren gemengd van opzet. Op de hoger gelegen gronden deed men aan akkerbouw, de lager
gelegen gronden werden benut voor het vee. Pas vanaf 1500, toen de waterhuishouding steeds beter onder controle kwam, groeide de betekenis van de akkerbouw. Langzamerhand ontstond er een verschil in de regio’s die zich zoals de Greidhoeke meer op veeteelt of zoals de Bouhoeke meer op de akkerbouw richtten. Rond 1750 werd in Nederland de aardappel geïntroduceerd. Nu is het gebied wereldwijd een van de belangrijkste gebieden voor de teelt van pootaardappelen. Door de stevige positie van de landbouw is de industrialisatie in het noorden relatief laat opgang gekomen. Hoewel de werkgelegenheid in de landbouw sterk is afgenomen heeft het noordelijk kustgebied zich nooit tot een sterke industriële regio ontwikkeld. Ondanks verschillende pogingen van overheidswege om hier verandering in te brengen.
Economie
Rond de 7 eeuw behoorde het hele kustgebied tussen het Zwin en de Wezer tot het Friese rijk, het Frisia Magna. Handel speelde hierin
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Bestuur
Het Friese rijk werd bestuurd door allerlei koningen, waarvan Redbad de bekendste is. In 734 werden de Friezen bij de slag aan
1431 Hondsbossche 15 zeewering
OVERGANG NAAR LANDBOUWECONOMIE
PERIFERIE 1800
1600
Heringastate
eerste molens
VORSTEN
2000
Rijkswerf Willemsoord
Zuivelfabriek Freia, Veenwouden
REPUBLIEK
1594 aansluiting Republiek der Verenigde Nederlanden ntraal gezag 1597 Admiraliteit Dokkum 1644 Admiraliteit Harlingen
1781 Den Helder marinehaven
1990 Start RCW INDUSTRIE
LANDBOUW
1750 aardappel
1550 komst molen
1879 eerste zuivelfabriek 1880 landbouwcrisis OPKOMST STAD
STATES & BORGEN & LANDHUIZEN
VERSTERKING
INDIJKING
505 Het Oud Bildt
1950 Philips Drachten 1973 Eemshaven
1597 De Zype 1600 Het nieuw Bildt
1717 dijk versterking 1731 paalworm
1825 dijk versterking 1877 dijkverhoging
1932 Afsluitdijk 1969 afsluiting Lauwersmeer
17
Kustlijn 1600 nChr
Nieuw dijkprofiel
de Boorne verslagen door Karel Martel en viel het land ten westen van de Lauwers in handen van de Franken, na 787 volgde Groningen. De Franken introduceerden zowel het christendom als een feodaal stelsel met gouwen. Naderhand groeiden uit deze landstreken landgemeenten die zich de facto zelf bestuurden. In de loop van de Middeleeuwen werden de kuststreken gekerstend. Plaatselijk stuitte de kerstening op verzet. In 754 werd Bonifatius bij Dokkum door woedende Friezen vermoord. Vanaf de twaalfde eeuw hebben zich echter verschillende kloosters in het gebied gevestigd. De rol van de kloosters was niet alleen religieus, ze runden grote landbouwbedrijven en bemoeiden zich met de handel. Daarnaast hebben een belangrijke rol gespeeld bij de bedijkingen en de aanleg van waterwegen als ook in de zijlvestenijen, de voorlopers van de waterschappen. Vanuit hun goede organisatie ondernamen ze ook grootschalige ontginningswerken, op deze manier verwierven ze een enorm landbezit in de regio. Hierdoor
behoorden de kloosteroversten tot invloedrijke figuren. Het bestuur in de middeleeuwen was lange tijd een subtiel machtspel tussen de koning en zijn lokale adel, de kerk en de boeren. Voor de koning was de regio ver weg en het land aanvankelijk moeilijk toegankelijk. Zijn invloed is dan ook lange tijd gering geweest. Feitelijk bestond de Friese kuststreek uit een soort kleine ‘boerenrepublieken’. De bevolking organiseerde zich naar eigen inzicht en oude gewoonten, waarbij de grootste grondbezitters meer en meer de lakens uitdeelden. Deze situatie, met een versnipperd en lokaal bestuur, heeft verhoudingsgewijs lang geduurd. Zij staat bekend als ‘de Friese vrijheid’. Soms waren de conflicten te moeilijk of liep de onderlinge strijd erg hoog op. Groningen wist hier goed van te profiteren. De stad had ruime ervaring in het beslechten van geschillen en de ommelanders legden hun probleemgevallen graag voor, tot in Fryslân aan toe. De stad bood als beschermde marktplaats ook veiligheid en zekerheid aan de handel.Groningers waren
Kustlijn anno nu
ook maar wat bereid om hun strijdmacht in te zetten en daarmee naleving van wetten en afspraken af te dwingen, maar ook om de belangen te verdedigen tegen de dreiging van buitenaf. Ondanks hun onderlinge verschillen groeiden de stad en de ommelanden vanaf de 15de eeuw steeds verder naar elkaar toe. De stad had het zelfs voor gedurende korte tijd in een groot deel van Fryslân voor het zeggen. Ze moest deze echter prijsgeven aan de hertogen van Saksen die een einde maakten aan de Friese Vrijheid en een centraal bewind installeerden. Uit strategische overwegingen sloten de Groningers daarna verbonden met verschillende tegenstanders. Eerst met de Hertog van Gelre en daarna met de keizer Karel de Vijfde. In Groningen bleven stad en ommeland echter hun meningsverschillen houden. De Ommelanders sloten zich aan bij de Republiek der Verenigde Nederlanden, terwijl de stad aanvankelijk de Spaanse zijde hield. In 1594 werd Groningen uiteindelijk veroverd door prins Maurits en de Friese stadhouder Willem Lodewijk.
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Andere voor Friezen belangrijke handelsplaats Stad met Friese handelswijk Stad met kooplieden en handelswijk Stad met Friese kooplieden op de markt 18
Handelsroute Fries gebied Vroegmiddeleeuwse Friese handel
Omslagpunten
De tijdbalk biedt een ruimer overzicht in de geschiedenis van de Waddenkust. Die blik laat een aantal constante of specifieke eigenschappen van de regio zien. Zoals de zeeklei, afgezet en gedeeltelijk ook weer opgeruimd door de zee. Zoals de terpen en de kwelderwallen, de oudste bewoonde plekken, die nu in het landschap op veel plaatsen nog herkenbaar zijn. Zoals de inpoldering van het gebied die overal nog te herkennen is in de verkaveling en in de dijken. En zoals de handelssteden en de havens die de oude handel nog laten doorschemeren. Maar er zijn ook een drietal breuklijnen te herkennen in de tijdsbalk. Omslagpunten in de cultuur van het noorden. Markante momenten die de regio juist in een hele ander positie hebben gebracht. Van dynamische kust naar bedijkt land Aanvankelijk was de Waddenkust onderdeel van het dynamische landschap van de Waddenzee. De bedijking heeft hier een grote verandering in gebracht. In de strijd tegen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
de zee zijn de kustbewoners steeds verder gegaan. Aanvankelijk werden kleine stukken land beschermd, vervolgens werden zeearmen en de kwelders ingepolderd en daarna wordt de kustlijn keer op keer versterkt. Er rest een scherpe grens waarop het gevecht nog steeds wordt geleverd. Van handelsmaatschappij naar agrarische regio De oude Friezen waren niet alleen boer, maar ook zeevaarder en handelaar. Echter, naarmate de waterhuishouding op orde kwam nam het belang van de landbouw toe. Door betere methoden en technieken werden de opbrengsten steeds groter. De op de zee veroverde gronden bleken bovendien erg vruchtbaar. Van centrum naar periferie De mechanisatie in de landbouw zorgde er voor dat de bedrijven fors groter konden worden en minder arbeidsintensief werden. Die schaalvergroting heeft daarna alleen
maar doorgezet. Door de internationalisering van de economie verschoof het zwaartepunt bovendien steeds meer naar de kennis en dienstverlening. In het huidige nationale ruimtelijke beleid ligt de nadruk op de economisch sterke regio’s zoals de Randstad, waar hiervan meer dan voldoende aanbod is. De Waddenkust veranderde in ruim 1000 jaar van centrum in periferie.
Een agrarische regio
( 4 )(Stormvloeden 2 ) De vraag Waddenlandschap Een vergetenHet kust, een verstild getij
Getijdenlandschap / stormvloeden
22
Huidige kustlijn Buitenwaterkerende dijken in 1350 Kustlijn, oeverlijn in 1850 Verloren gegaan tussen 800 en 1850, niet herwonnen vóór 1850 Verloren gegaan tussen 800 en 1850 herwonnen vóór 1850 Landwinst ten opzichte van 800
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
23
De Waddenkust is het resultaat van een wisselwerking tussen natuur en cultuur. Sedimentatie, stormvloeden, bedijkingen en inpolderingen hebben de kustlijn door de jaren heen steeds weer verschoven. De bijgevoegde kaart geeft een overzicht van de grootste verschuivingen. Te herkennen zijn de verschillende zeearmen en riviermondingen: Vlie, Middelzee of Boorne, Lauwerszee, Hunze, Fivel en de Dollard. Sommige slibden dicht zoals de Hunze en de Fivel, andere groeiden uit tot grote zeegaten zoals het Vlie tot Zuiderzee. Daarnaast werden er verschillende zeearmen geheel, zoals de Middelzee, of gedeeltelijk, zoals de Lauwerszee, ingedijkt. In tegenstelling tot de Duitse kust, maar ook andere getijdenkusten als Engeland en Frankrijk, kent de Nederlandse Waddenkust dan ook geen grote zeearmen meer landinwaarts of rivieren die uitmonden in zee. Hierdoor beperkt de natuurlijke dynamiek zich tegenwoordig tot het buitendijkse gebied. De dynamiek van het buitendijkse Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Ondergrond / stormvloeden
24
Duinen Zandplaat Keileem Droogmakerij Grootschalige zeekleipolders Kleinschalige zeekleidpolders Kwelderruggen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
25
Het Waddenlandschap omvat een aantal duidelijk te onderscheiden geografische landschapstypen, die van streek tot streek verschillen. De dijk die de harde grens vormt tussen zee en land vormt het verbindende element tussen de verschillende landschappen. Voor de begrenzing van het studiegebied worden de contouren van het zeekleilandschap gehanteerd, waaronder de Wieringermeerpolder. De Middeleeuwse veenontginningen ten noorden van Groningen zijn buiten beschouwing gelaten, dit in tegenstelling tot de begrenzing van Meindert Schroor in ‘Waddenzee - Waddenland’.
De dijk als verbindend element Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
26
Zeekleilandschap
Het merendeel van de kust bestaat uit een reeks van kleine, idyllische en grote uitgestrekte zeekleipolders. Het is een vlak, open landschap met weidse uitzichten en hoge luchten. Het oudere zeekleilandschap wordt gekenmerkt door verspreid liggende boerderijen, compacte nederzettingen en bochtige wegen en waterlopen, vaak restanten van getijdekreken en wadgeulen. Westergo, Oostergo en een groot deel van het Groninger Hoogeland behoren tot deze kleinschalige zeekleipolders. De jongere, grootschalige polders kennen een veel regelmatiger patroon. De boerderijen liggen langs dijken, wegen of kanalen, terwijl de dorpen gesitueerd werden bij sluizen of kruispunten van wegen. Ze kennen een overwegend agrarisch grondgebruik in de vorm van akkerbouw, zoals het Oldambt en het Bildt. De Wieringermeerpolder behoort tot de grootschalige droogmakerijen. Net als de andere IJsselmeerpolders werd ze aangelegd om te voorzien in nieuwe landbouwgrond.
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
De drooggelegde zeebodem wordt diep bemalen en kent een zeer geometrisch patroon. De laatste grote inpoldering was die van het Lauwersmeergebied. In plaats van een gemaal werd gekozen voor een sluis, waarachter een groot meer ontstond. Er werd een dijk aangelegd ten behoeve van de veiligheid van het achterland. In het drooggevallen gebied kreeg de natuur de vrije hand.
Zand en keileem
De vastelandkust van de Waddenzee kent eigenlijk geen duinen. Het duinlandschap ten zuiden van Den Helder grenst dan ook aan de Noordzee. Het is een relatief smalle duinstrook, die de voormalige eilanden Huisduinen en Callantsoog omvat. Wieringen verschilt, net als Texel, van de andere Waddeneilanden doordat de kern van het eiland bestaat uit keileem. De keileemheuvel steekt dan ook ver boven het omliggende polderlandschap uit. Het eiland werd vanwege deze hoge ligging al vroeg
bewoond. In tegenstelling tot het omringende zeekleigebied is het Wieringer landschap reliëfrijk en plaatselijk veel meer besloten.
Buitendijkse kwelders
Langs de buitenzijde van de dijk liggen verschillende zomerpolders, kwelders en kwelderwerken. Een groot deel daarvan zijn restanten van landaanwinningprojecten ten behoeve van de landbouw. Tegenwoordig zijn het buitendijkse natuurgebieden en wordt de rol van de landbouw steeds kleiner.
Ongenaakbaar
Het Waddenlandschap is ontegenzeggelijk van een grote schoonheid. Het is echter geen lieflijk landschap zoals dat van de Drentse of Twentse zandgronden, het is er ruim en ledig en bij barre omstandigheden met wind, regen en kou vaak ongenaakbaar. Het is een landschap voor de liefhebber.
Ongenaakbaar landschap
Terpen in Oostergo, de hoogste en door afgraving van de rijke terpgrond ook de laagste punten in het landschap
28
Oude maren in Groningen
Kwelderruggen in Westergo Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
De Noord-Hollandse duinen
29
Keileembult Wieringen
Kwelders en zomerpolders Noard-Fryslân Bûtendyks Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Vertellingen / intermezzo
Boek Lied Bijzondere plekken
Net als over elke andere streek zijn er ook vele verhalen, gedichten en liederen over het hoge Noorden. Op verschillende plekken langs de kust wordt hier naar verwezen doormiddel van kunstwerken en plaquettes. Zoals de Stiennen man op de Westerzeedijk bij Harlingen, die herinnert aan het dijkherstel in de 16e eeuw onder leiding van Casper de Robles, maar ook de bankjes bij Zwarte Haan als ode aan Anita Andriessen en het gedicht van Ede Staal bij Nieuw Statenzijl. Daarnaast zijn er vele boeken die vertellen over het leven langs de kust. ‘Randland’ van Annemarie Kok is een portret van de Fries en Groninger kuststrook, net als ‘De Ent’ van Annie Regnerus over de omgeving van Oudebildtzijl. In ‘Een soort familie’ van Kees van Beijnum wordt het verhaal vertelt van een opgroeiende jongen op Wieringen en in bijvoorbeeld ’De Graanrepubliek’ van Frank Westerman wordt inzicht gegeven in de landbouwpolitiek van Sicco Mansholt in het Oldambt. De kaart is bij lange na niet compleet, maar schetst enkel een beeld van de kust als inspiratiebron.
( 5( )2Bedijkingen ) De vraag Heteen maakbare Een vergeten kust, verstild land getij
Dijken en polders / bedijkingen
34
Moederpolders Oude dijkringen Inpoldering Droogmakerij
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
35
Het begint met de moederpolders in Westergo omstreeks de 10e eeuw. Vanuit deze kleinschalige, grillige zeekleipolders werden steeds grotere gebieden bedijkt. Hierdoor ontstond een mozaïek van poldertjes. In Groningen begonnen de bedijkingen in het achterland van de Fivel die langzaam aan het verlandden was, net als de Middelzee vanaf de 12e eeuw. In de 15e eeuw werden de Ruigewaarden bij Grijpskerk ingepolderd. Dan volgt een schaalsprong die begon met Het Bildt en die een hoogtepunt bereikte langs de Groninger kust. Tot in de 20e eeuw worden langs de noordelijke kust en in het Dollardgebied grote stukken kwelder als een soort schillen fasegewijs ingepolderd. In de Kop van Noord-Holland dateert de oudste dijk, de West-Friese Omringdijk, uit de 13e eeuw. Ruim drie eeuwen later werd als eerste De Zijpe ingepolderd. Pas in 1880 werd het gat in de duinen bij Petten voorgoed gedicht door een voorloper van de huidige Hondsbossche Zeewering. Tot slot werden Zuiderzee (1932) en Lauwerszee (1969) afgesloten. Oude zeedijk Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Mozaïekverkaveling Westergo
36
Recht toe, recht aan op het Bildt
Zijpepolder achter de duinen Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Grootschalige Waddenpolders
37
Geometrie van de Wieringermeerpolder
Drooggevallen platen in het Lauwersmeer Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Watersysteem / bedijkingen
38
Zoutgrens Sluis Gemaal
Peilvlakken +0m NAP
-6.6m NAP
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
39
Water speelt een grote rol in het kustgebied. De eeuwenlange strijd tegen het water is nog duidelijk afleesbaar in het landschap. Waarbij de huidige zeedijk als het ware de kroon op het werk vormt. Ondanks de dijk heeft het zoute zeewater nog een behoorlijke invloed landinwaarts, zowel in het grondwater als oppervlaktewater. De verzilting heeft met name gevolgen voor de landbouw en natuur. Voor de zoetwatervoorziening is het noorden van Nederland grotendeels afhankelijk van het IJsselmeer. In de zomerperiode wordt onder vrij verval water ingelaten voor ondermeer het doorspoelen van het brakke water. De peilgebieden langs de kust worden bepaald door de verschillende polders. Slechts enkele daarvan wateren nog direct af op de Waddenzee. Het overgrote deel wordt landinwaarts afgevoerd naar Waddenzee en IJsselmeer. De Wieringermeerpolder wordt als droogmakerij het diepst bemalen. Ook het voormalige Dollardgebied in het oosten van Groningen kent lage waterpeilen als gevolg van de bodemdaling door de gaswinning. Dijksvaart Harlingen Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Voor 1200
Vanaf 13e eeuw
Gouden Eeuw
Anno 2011
40
Ommekeer
De bedijkingen hebben grote gevolgen gehad voor de afwatering van de noordelijke gebieden. Lange tijd waterde het vasteland door kreken rechtstreeks af op de zee. Met de komst van de bedijkingen werd dit gereguleerd via zogenaamde zijlen of spuisluizen. Door het verdere opslibben van de kust werd de afwatering op de zee steeds lastiger. Uiteindelijk werd de afwateringsrichting van de kreken omgekeerd. Er werd een nieuwe verbinding gegraven om het water te kunnen lozen. Veel zijlen in de oude dijk verloren hun functie. Ten behoeve van het transport over water werden de oorspronkelijke kreken verbreed en verdiept tot vaarten. Ook werden er nieuwe (op)vaarten gegraven. In veel dorpen langs de kust werd een haventje aangelegd.
Klimaatverandering
Het klimaat verandert. Als gevolg daarvan zal er in de toekomst rekening moeten worden gehouden met een nieuwe stijging
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
van de zeespiegel. Dit betekent dat huidige kustverdediging zal moeten worden aangepast om ook in de toekomst voldoende veiligheid kunnen garanderen. Daarnaast zal de verzilting van het kustgebied, met name in de laaggelegen gebieden, toenemen. Dit terwijl de af- en aanvoer van zoet water steeds lastiger wordt. De vraag is dan ook hoelang het huidige peilregime en de huidige waterkwaliteit is te handhaven? En welke invloed het eventueel loslaten hiervan heeft op het grondgebruik?
Buitendijkse haven Noordpolderzijl
Lucht, licht en leegte / intermezzo
De Waddenkust bestaat bijna geheel uit zeekleipolders. Die polders, zowel de kleinschalige als de grootschalige, zijn allemaal relatief vlak en open. Door die leegte valt je blik al snel op de lucht, die er onmeetbaar hoog lijkt. De meest prachtige luchten hangen hier boven het land: stapelwolken, strepen en sluiers. Het land soms in een spotlight dan weer in de zachte rode gloed van het avondlicht. Door de nabijheid van de zee - die als een spiegel werkt - is het licht in het noorden scherp en intens. Dit inspireerde vele kunstenaars en fotografen.
Natuur / bedijkingen
44
Zandplaten Duinen Zoet-zout herstelgebieden Kwelders Ganzenfourageergebieden Grasland - zilt Grasland Bos
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
45
Het Waddengebied vormt na de Alpen het grootste aaneengesloten natuurlandschap van Midden-Europa. Binnendijks is het areaal natuurgebied echter zeer beperkt. Hier overheerst de landbouw. De dijk vormt niet alleen een harde grens tussen zee en land, maar ook tussen natuur en cultuur. De buitendijkse natuur bestaat veelal uit kwelders. Dit zijn begroeide buitendijkse gebieden die alleen nog bij extreem hoge waterstanden onderlopen. Ze ontstaan waar de bodem hoog genoeg is opgeslibd om de plantenwortels houvast te geven. De mens heeft hier door landaanwinningswerken een handje meegeholpen. Kwelders worden al eeuwenlang als weidegrond gebruikt. Hierdoor kennen ze een grotere soortenrijkdom. De rol van de landbouw wordt steeds kleiner ten gunste van de natuur. Om de harde overgang tussen land en zee te verzachten worden er langs de kust ‘brakke parels’ ontwikkelt, zoals het Ruidhorn in Noord-Groningen. Dit zijn kleine, binnendijkse natuurgebieden met brakke milieus. Groningse kwelder Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
( (62))Occupatie De vraag Van centrum periferie Een vergeten kust, eennaar verstild getij
Nederzettingspatroon / occupatie
48
Terpen Duinen Keileem Kwelderwallen Dorpen Steden
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
49
Het landschap van de Waddenkust wordt hoofdzakelijk bepaald door torenspitsen en machtige boerderijen. Aanvankelijk werden alleen de hogere delen langs de kust bewoond, al dan niet kunstmatig opgeworpen. In het noorden van Fryslân en Groningen zijn dit de kwelderruggen. Hier liggen de dorpen als een soort kralensnoeren parallel aan de kust. Ten zuiden daarvan is het patroon veel meer verspreid. Wel zijn de contouren van bijvoorbeeld de Middelzee nog duidelijk herkenbaar. De Kop van Noord-Holland kent een veel regelmatiger nederzettingspatroon vanwege de relatief late en grootschalige inpoldering van het gebied. De Wieringermeerpolder werd pas vanaf 1930 bewoond.
Kerk op terp, Paessens-Moddergat Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Bevolkingstoe- en afname 2007-2025 (CBS) 12% 6/12% 0/6% 0/-6% -6/-12% -12%
50
Krimp
In de vroege Middeleeuwen was het noordelijk kustgebied één van de dichtstbevolkte delen van Europa. Tegenwoordig kenmerkt het zich door een relatief lage bevolkingsdichtheid, met de Wieringermeerpolder als meest dunbevolkte gemeente van het Nederlandse vasteland. Bovendien heeft de regio sinds enkele jaren te maken met krimp. Vooral in het oosten van Groningen is sprake van een forse afname van de bevolking. Hierdoor komt de leefbaarheid van met name de kleine kernen onder grote druk te staan. De dorpen lopen leeg. Voorzieningen verdwijnen en hier en daar vallen letterlijk ‘gaten’ in de bebouwing. In Winschoten werd als één van de eerste gemeenten geprobeerd het tij te keren. Met het project De Blauwestad werd getracht de leefbaarheid in deze regio te behouden en te versterken. Rondom het nieuw aangelegde Oldambtmeer zouden onder andere vijf verschillende woongebieden moeten worden gerealiseerd. Hoewel de huizenverkoop stagneerde, sloeg de recreatie op en rondom
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
het meer wel aan. Inmiddels heeft dat geleid tot een herziening van de plannen, waarbij drie van de vijf woongebieden zullen worden omgezet in recreatie- en natuurgebied.
De Blauwestad
Steden / occupatie
52
Oude zeearmen Hoger gelegen gebied Kanalen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
53
De noordelijke steden ontstonden relatief laat, hoofdzakelijk 13e en 14e eeuw. Na een bloeiperiode in de Gouden Eeuw duurde het tot begin 20e eeuw voordat de meeste steden zich opnieuw uitbreidden. Het platteland daarentegen was vrij welvarend. Kenmerkend voor de meeste steden in het noorden is de ligging aan goed bevaarbaar water. Den Helder in de Kop van NoordHolland is daarvan een goed voorbeeld. Het vissersdorp groeide na 1781 uit tot belangrijke oorlogshaven. Het stadsbeeld wordt nog steeds gedomineerd door de marine. Ook de meer landinwaarts gelegen steden zijn van oorsprong veelal havensteden, zoals Dokkum aan de Ee, of knooppunten in het net van binnenwaterverbindingen, zoals Bolsward en Leeuwarden. De stad Groningen was in eerste instantie gericht op de Drentse zandgronden, maar wist zich door goede verbindingen via ondermeer het Reit- en Damsterdiep tot de grootste stad van het noorden te ontwikkelen. Met ruim 200.000 inwoners wordt Groningen de metropool van het noorden genoemd. Historsiche binnenstad van Dokkum
Een dijk van een dijk / intermezzo
De Afsluitdijk is een onderdeel van de Zuiderzeewerken. De 30 kilometer lange waterkering sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee. In 1927 werd begonnen met de dijk die Noord-Holland en Fryslân verbind. In 1932 werd het laatste gat gesloten. Een jaar later werd de dijk opengesteld voor het wegverkeer. In 2007 werd het 75 jaar bestaan van de Afsluitdijk gevierd, waarbij ondermeer een prijsvraag werd uitgeschreven over de toekomst van de dijk. De waterkering voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd, zeker met het oog op de toekomstige klimaatveranderingen. Ondanks de spectaculaire inzendingen, waarvan een aantal daadwerkelijk verder is uitgewerkt, is besloten de dijk voorlopig alleen veiliger te maken. Dit betekent onder meer het verhogen van de dijk en het aanbrengen van een derde spuisluizencomplex, zodat het IJsselmeer onder vrij verval kan blijven lozen op de Waddenzee.
Bereikbaarheid / occupatie
56
Veerverbinding Lokale wegen Hoofdwegen Snelwegen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
57
Een kaart van de infrastructuur in het noorden van het land laat zien hoe de wegen steeds smaller worden naarmate je de kustlijn nadert. De snelwegen brengen je tot de grote steden zoals Leeuwarden en Groningen, daarna nemen de hoofdwegen het over. De A7 over de Afsluitdijk vormt als verbinding tussen oost en west de uitzondering op het systeem. Evenals de A31, wat tot op heden een los fragment op de kaart is. De hoofdwegen verbinden de grote steden met de havens langs de Waddenzee, maar rijgen ook de reeksen van dorpen op de kwelderwallen door forse lussen aaneen. Om echt op de dijk aan de kust te komen moet je toch vaak voor het laatste stuk de lokale wegen op.
Onbereikbaar? Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
58
Dorpshaven Groninger hoogeland
Mobiliteit
Tot in de negentiende eeuw was de bereikbaarheid van de verschillende dorpen georganiseerd over water. Oorspronkelijke kreken werden verbreed en onderling verbonden. Waar waterwegen ontbraken werden ze gegraven. Op deze wijze ontstond er een stelsel van natuurlijke en gegraven vaarten, trekvaarten. Het vervoer per trekschuit of snik in het Gronings was comfortabel, maar traag. Met een gemiddelde van 7 km per uur duurde een tocht van Leeuwarden naar Dokkum ruim drie uur. Tussen 1880 en 1910 werden grote delen van de Waddenkust ontsloten door lokaalspoor- en tramwegen. Dit verkorte de reistijd aanzienlijk. Wie om 8.11 uur de trein uit Leeuwarden pakte, was rond 9.33 uur in Dokkum. Er werd lang vastgehouden aan het spoor, vooral voor het vervoer van goederen. In tegenstelling tot het vaarnetwerk, dat in het kader van het Friese Merenproject zelfs op diverse plekken wordt hersteld, is het overgrote deel van het spoornetwerk verdwenen. Op de overgebleven
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
trajecten rijden voornamelijk stoptreinen. Begin twintigste eeuw nam de auto het stokje over. Het eerste Rijkswegenplan stamt uit 1927. Het duurde echter tot 1973 voor er in het noorden de eerste snelweg werd aangelegd. In tegenstelling tot het spoor liggen deze ver van de kust, met uitzondering van de Afsluitdijk waar inmiddels met zo’n 130 km per uur overheen gereden kan worden. Een rit van Leeuwarden naar Dokkum duurt niet veel langer dan een half uur en is bovendien door vrijwel iedereen te maken. Over het algemeen is de mobiliteit de afgelopen decennia toegenomen. Daarin verschilt het noorden niet van de rest van Nederland. En hoewel de snelwegen niet tot aan de kust reiken is de kust vanuit de hoofdsteden nu veel sneller bereikbaar dan in vroeger tijden. Toch is de perceptie vrij radicaal omgedraaid. Waar Westergo in de vroege middeleeuwen een belangrijk centrum in Europa was vormt de Waddenkust voor veel Nederlanders en ook in het ruimtelijk beleid
momenteel de periferie. Een kwaliteit, maar ook reden dat initiatieven niet van de grond komen.
Waterwegen
Bevaarbare waterwegen
Spoor- en tramwegen
59 Trambaan (verdwenen) Lokaalspoorwegen (verdwenen) Spoorwegen
Snelwegen
Snelwegen
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
((72))Economie De vraag Na de handel en de landbouw Een vergeten kust, een verstild getij
Havens en visserij / economie
62
Offshore Visserijhaven Voormalige visserijhaven Visafslag Watergebonden bedrijvigheid Scheepsbouw Veerverbinding
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
63
De havens langs de Waddenkust zijn relatief klein, maar zeer divers. Variërend van diepzeehaven tot aanlegsteiger. De havens vervullen een belangrijke functie in de regionale economie. Er is dan ook altijd roering, zoals op zaterdagochtend op de Zeeverse Vismarkt van Wieringen bij de visafslag van Den Oever of in Harlingen bij de afvaart van één van de veerboten richting de eilanden. De havens van Den Helder, Harlingen, Delfzijl en de Eemshaven behoren tot de Noordelijke zeehavens. Iedere haven heeft zijn eigen specialisme en profilering, maar hoofdzakelijk worden er goederen overgeslagen, zoals agrarische producten, vis, hout, zand, grind, schelpen, brandstoffen en chemicaliën. De havens vervullen ook een belangrijke rol als visserijhaven. Niet alleen Den Oever, maar ook Den Helder, Harlingen en Lauwersoog beschikken over een visafslag. De Waddenzee is één van de belangrijkste Nederlandse viswateren. Niet alleen voor de visvangst, maar vooral ook als kraamkamer Haven Den Oever Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
64
voor allerlei soorten, waaronder de haring. Voor het ondiepe water van de Waddenzee werden aparte scheepstypen ontwikkeld met platte bodems en zijzwaarden, zoals de Wieringeraak. Daarmee werd onder andere gevist op garnalen. De Nederlandse vissersvloot is in de loop der jaren flink gekrompen onder druk van de toenemende vangstbeperking. Gezien de huidige situatie van overexploitatie lijken verdere beperkingen onafwendbaar. Alternatieven als visteelt worden, zeker met het oog op de Waddenzee als kwetsbaar ecosysteem, daarom steeds interessanter. De Waddenhavens vormen ook belangrijke entrees naar het achterland. Toch is het aantal erg beperkt. Begin 19e eeuw werd het Noordhollandsch Kanaal gegraven tussen Den Helder en Amsterdam. Het kanaal vormde voor de Amsterdamse haven een belangrijke verbinding met de Noordzee. Een halve eeuw later werd echter het Noordzeekanaal geopend. Vanuit Harlingen vormt het Van Harinxmakanaal, de vroegere
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Harlinger Trekvaart, van oudsher een belangrijke verbinding naar Leeuwarden, net als het Damsterdiep en het huidige Eemskanaal, tussen Delfzijl en Groningen. Langs de verschillende kanalen ontstond allerlei bedrijvigheid, zoals scheepswerven, steenbakkerijen, industriemolens en later ook melkfabrieken en andere industrieën. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd de Eemsmondregio, door de Nederlandse overheid verkozen tot ontwikkelingspool voor de economische stimulering en ontsluiting van Noord-Nederland. Eén van de redenen om juist voor het noorden te kiezen was het grote overschot aan arbeidskrachten die voorheen in de landbouw werkten. De haven van Delfzijl werd flink uitgebreid. Hiervoor moesten vele dorpen waaronder Oterdum, Heveskes en een groot deel van Weiwerd plaatsmaken. Zo’n 20 kilometer noordelijker werd een nieuwe zeehaven aangelegd: de Eemshaven. De haven ligt als een satelliet in het landschap. In 1973 werd de Eemshaven voor het eerst in gebruik genomen. De haven
was ontworpen voor grootschalige activiteiten in de olieraffinage en basischemie. Door de oliecrisis kwam dit echter niet van de grond. De Eemshaven is de tweede diepzeehaven van Nederland, toch is het succes van de industriehaven lange tijd uitgebleven.
Horizon Eemshaven
Duisternis / intermezzo
De Nederlandse nacht wordt elk jaar drie tot vijf procent lichter. Nederland behoort nu al tot één van de meest verlichte landen ter wereld. Echte duisternis is in ons land bijna niet meer te vinden, lichtvervuiling ontneemt bijna de helft van de Nederlanders het zicht op de sterrenhemel. Ook raken nachtdieren in de war van de lichte nachten. Maar in het noorden is het in de nacht nog relatief donker. Dat komt doordat het gebied weinig grote steden kent en weinig industrie. Kortom er is weinig lichthinder. Het is één van de kwaliteiten van de regio.
Landbouw / economie
68
Glastuinbouw Bloembollen Bieten Mais Graan Aardappelen Grasland
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
69
Het gebied direct achter de duinen tussen Callantsoog, Den Helder en Van Ewijcksluis wordt gekenmerkt door de bollenteelt. Na de inpoldering van het gebied werd het vooral gebruikt voor veeteelt. De bollenteelt kwam pas halverwege de negentiende eeuw tot ontwikkeling. De harde zeewind en het hoge zoutgehalte van de grond bemoeilijkte de teelt. In 1927 werd begonnen met de aanleg van de Wieringermeerpolder. Omdat er in Nederland grote behoefte was aan landbouwgrond werd de aanleg versneld en werd met de werkzaamheden begonnen voordat de Afsluitdijk was voltooid. In 1934 werd het nieuwe land in cultuur genomen. Fryslân en dan met name Het Bildt staat bekend om haar pootaardappelen, zoals de Bildtstar. De relatief smalle strook akkerbouw langs de kust wordt ook wel ‘Bouhoeke’ genoemd. Het open weidegebied in het zuidwestelijke deel van de provincie ‘Greidhoek’. Uitzondering tussen de groene weiden is de ‘lytse bouhoeke’ even ten zuiden van Harlingen, in de monding van de Marne. Bollen Noord-Holland Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
70
Ook Groningen is een landbouwprovincie bij uitstek. In de grootschalige polders aan het Wad worden aardappels, suikerbieten, uien en granen verbouwd. Het oosten van Groningen staat ook wel bekend als de graanschuur van Nederland, of zelfs van West-Europa. Hier kleurt het landschap zomers goudgeel. Tot het droogvallen van de IJsselmeerpolders, waren de boerderijen op het Hoogeland de grootste van Nederland.
Landschapsbeeld
De openheid van het Waddenlandschap wordt grotendeels bepaald door het overwegend agrarisch grondgebruik. Vanwege de openheid is het een erg kwetsbaar landschap. Alles is al van grote afstand zichtbaar en ingrepen hebben daardoor ook veel impact. Eén van de meest zichtbare veranderingen in de agrarische sector is de schaalvergroting. Boerderijen worden uitgebreid met nieuwe schuren die vaak vele malen groter zijn dan de oorspronkelijke bebouwing. Met de opkomst van de mechanisatie aan het
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
begin van de 20e eeuw werden paarden en mankracht vervangen door steeds grotere en gespecialiseerde machines. Na de oorlog werden bovendien veel landerijen door middel van ruilverkavelingen geoptimaliseerd. Ook de ontwikkelingen in de gewaskeuze hebben gevolgen gehad voor het beeld. Om ziektes en dergelijke te voorkomen wordt in de akkerbouw wisselteelt toegepast. Aardappels worden vaak afgewisseld met suikerbieten en graan. Door hervormingen in de suikersector dreigen de bieten nu als gewas weg te vallen. Tegenwoordig wordt vaak overgegaan op snijmaïs, dat wordt verwerkt als veevoer. Andere ontwikkelingen die in het oog springen zijn de glastuinbouw en de knalgele koolzaadvelden, voor de productie van biodiesel en krachtvoer voor het vee. Door de aanwezigheid van de Waddenzee is er gemiddeld tien procent meer licht dan elders in Nederland. Hierdoor leent het gebied langs de kust zich uitstekend voor het kweken onder glas. Zo wordt in het zuiden van de Wieringermeerpolder een grote
lokatie voor glastuinbouw en aanverwante bedrijvigheid ontwikkeld: Agriport A7. Ook in het noordwesten van Fryslân zijn twee lokaties in ontwikkeling, onder de noemer Waddenkas. Waar de ene wordt geprezen wordt de ander veelal verafschuwd.
Hervormingen
De komende jaren gaat het Europese landbouwbeleid, ingesteld om de voedselvoorziening veilig te stellen en sociale onrust te voorkomen opnieuw op de schop. Rode draad: het moet groener en competitiever. Boeren moeten minder afhankelijk worden van inkomenssteun door zich meer op de markt te richten. Tegelijkertijd moet gezocht worden naar oplossingen voor ondermeer de klimaatveranderingen. Wat betekent dit voor het landschap van de Waddenkust? Betekent dit een volgende schaalvergroting en dus een nog leger platteland? Of ligt de oplossing in alternatieven zoals zilte teelt? En wat voor impact heeft dat op het landschapsbeeld?
Schaalvergroting
Energie en delfstoffen / economie
72
Windturbines Boorplatform NorNed kabel Gasvelden Opsporingsvergunning zoutvelden Zoutvelden
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
73
Ruim 60% van het aantal windturbines in Nederland staat in de drie noordelijke provincies. Behalve op land worden er op zee ook turbines geplaatst. De steeds groter wordende rol die deze offshore windenergie in Nederland gaat spelen, biedt enorme mogelijkheden voor de Noordelijke zeehavens. Zeker voor de Eemshaven die nu al een belangrijke energiepoort voor Nederland is. Naast de huidige Eemscentrale worden drie nieuwe elektriciteitscentrales gebouwd. Wanneer deze klaar zijn, wordt ruim een derde van de energievoorziening van Nederland opgewekt in de Eemshaven. Bovendien komt hier de onderzeese hoogspanningskabel vanuit Noorwegen, de NorNed kabel, aan land. Wind is niet de enige energiebron in het noorden. In 1959 werd bij Slochteren aardgas gevonden. Inmiddels staan er verspreid over het noorden van Groningen en Fryslân verscheidene installaties. Tot slot wordt er op enkele plekken zout gewonnen. Door de winning van zout en gas daalt de bodem met alle gevolgen van dien. Windturbines bij Bolsward Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Kustrecreatie / economie
74
Recreatieve voorzieningen
camping, hotel, restaurant, museum, monument, etc.
Meer dan 15
1á2
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
75
De Nederlandse Waddenkust kent een aantal markante plekken waar men eigenlijk altijd wel mensen treft, zoals in ‘t Zielhoes in Noordpolderzijl of op de dijk bij Zwarte Haan. Het aantal recreatieve voorzieningen direct langs de kust is echter beperkt en vooral onbekend bij het grote publiek. Bovendien liggen de meeste plekken verscholen achter de hoge dijk en is er nauwelijks een relatie met de Waddenzee of de eilanden. Dit in tegenstelling tot de Duitse Waddenkust. Recreëren zoals langs de Noordzeekust kan maar op een beperkt aantal plekken. Er is vooral veel modder. Er kan gewandeld en gefietst worden. De meest bezochte dagattracties, buiten het aanbod van de grotere steden, zijn de zeehondencrèche van Lenie ‘t Hart in Pieterburen en het kuuroord Fontana in Bad-Nieuweschans. Het ‘heilwasser’ is sinds 2009 zelfs naamgever van de plaats met als doel meer, vooral Duitse, bezoekers te trekken. Ook de havens in het Waddengebied vervullen een belangrijke rol als het gaat om recreatie en toerisme. Ze Viskraam, Termunterzijl Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Strand Termunterzijl
Eemshotel, Delfzijl
De boot naar Borkum, Eemshaven
Op de dijk bij Den Helder
Bed en breakfast, Bad-Nieuweschans
Haven van Delfzijl
76
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Strandkorben, Neuharlingersiel, Duitsland
Buitendijkse camping, Burhave, Duitsland
77
De boot naar Spiekeroog, Neuharlingersiel, Duitsland
Boulevard op de dijk, Cuxhaven, Duitsland
Veel overnachtingsmogelijkheden, Norddeich, Duitsland
Historische haven aan het Wad, Neuharlingersiel, Duitsland Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
78
bieden onder meer ligplaatsen voor recreatieen chartervaartuigen, zoals de ‘bruine vloot’. Veel evenementen langs de kust vinden plaats in en rond de Waddenzeehavens, zoals de Nationale Vlootdagen in Den Helder, de Harlinger Visserijdagen en de Pinksterfeesten van Delfzijl. Een belangrijke graadmeter voor de omvang van het toerisme in het Waddengebied is het aantal overnachtingen. In vergelijking met de Waddeneilanden zijn de mogelijkheden hiertoe op het vasteland veel beperkter, zeker afgezet tegen de omvang van het gebied. Hoewel het aantal campings en hotels niet veel verschilt van de eilanden, is het aanbod van recreatiewoningen en groepsaccommodaties beduidend minder. Daarentegen zijn er langs de kust relatief veel accommodaties voor logies en ontbijt. In de kop van Noord-Holland ligt het accent vooral op de Noordzeekust, zoals bij Callantsoog en Julianadorp. Wieringen is een goede tweede, zij het vele malen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
kleinschaliger. In Fryslân en Groningen concentreert het zich vooral rondom het Lauwersmeer. Bij Oostmahorn werd begin deze eeuw een recreatiepark in de vorm van een historisch vestingstadje werd gebouwd: Esonstad.
Esonstad
80
Wadlopen
Routes
De drie Waddenprovincies kennen een uitstekend netwerk van wegen en paden. Bovendien zijn er vijf vertrekpunten langs de kust met wadlooproutes naar onder andere Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Er loopt zowel een Lange Afstand Wandelpad (LAW) als een Lange Afstand Fietspad (LF) langs de gehele Waddenkust. Ook starten er verschillende routes in zuidelijke richting. Zoals in Sint Jacobiparochie, het startpunt van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. De oostelijke route voert ondermeer langs de oude dijken van de Bildt. Doormiddel van het project Waddenwandelen wordt het netwerk de komende jaren versterkt en uitgebreid. Een nadeel is dat veel van de routes achter de dijk liggen en dus amper uitzicht bieden op het buitendijkse gebied. In de provincie Groningen is het voornemen om dit te veranderen. In het project Kiek over Diek is een voorstel gedaan voor een nieuwe fietsroute van in totaal 90 kilometer, afwisselend over, voor- en achterlangs de dijk.
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Watersport
Het noorden kent een fijnmazig netwerk van waterwegen. Een groot deel is bevaarbaar met kleine (motor)bootjes. Verschillende dorpen langs de kust beschikken dan ook over een klein haventje of een aanlegplaats. In het kader van het Friese Merenproject werd onlangs onder meer de Noordelijke Elfstedenvaarroute weer bevaarbaar gemaakt. Toch liggen de vaarten relatief ver van de kust en zijn de verbindingen naar zee erg beperkt.
Imago
De Waddenkust leent zich vanwege de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden goed voor recreatie en toerisme. Het gebied wordt vooral gewaardeerd om zijn rust, ruimte en weidsheid. Toch zijn er maar weinig die bij de Waddenkust denken aan het vasteland van Noord-Holland, Fryslân en Groningen. Het is typerend dat in de Bosatlas van Fryslân vier toeristengebieden worden onderscheiden en het kustgebied tussen Harlingen en Lauwersmeer buiten
beschouwing wordt gelaten. Velen zien het gebied enkel als noodzakelijke doortocht naar de eilanden. Er wordt daarmee letterlijk voorbij gegaan aan de kwaliteiten van het gebied. Dit in tegenstelling tot onze oosterburen die de eilanden en de vastelandkust als eenheid beschouwen, der Nordseeküste. De vastelandkust heeft zich daardoor ook kunnen ontwikkelen. Een bezoek aan de Duitse kust levert dan ook hele andere beelden op, met vooral meer dynamiek. Nu heeft Duitsland geen Noordzeekust zoals wij die kennen, dat maakt de positie van de Waddenzee daar sterker. Toch lijkt Duitsland meer uit zijn kust te halen dan Nederland. Kan de Duitse kust als voorbeeld dienen voor de Nederlandse kust?
Wadloop startpunt Wadlooproutes Lange afstand wandelroutes Lange afstand fietsroutes
81
Havens Elfstedentocht Vaarroutes
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Bestuur ( (28) )De vraag Naar een centrale organisatie Een vergeten kust, een verstild getij
Bestuurlijke verschillen / bestuur
84
Graven van Holland Friese plattelandskwartieren Elf steden (4e kwartier) Ommelanden (verdeeld in 3 kwartieren) Onderhorigheden stad Groningen Stad Groningen Grietenijen
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
85
Het verschil in bestuurlijke organisatie van de drie noordelijke provincies heeft een grote stempel gedrukt op het Waddenlandschap zoals wij dat nu kennen. Aan het einde van de Middeleeuwen kwam de gehele noordelijke regio geleidelijk onder centraal bestuur. De Kop van Noord-Holland werd al relatief vroeg onderworpen aan de graven van Holland. Na het ontstaan van de Zuiderzee wisten zij zich definitief meester te maken van het gebied ten westen van de Vlie. De invloed van de graven was echter beperkt, omdat het gebied lange tijd moeilijk toegankelijk en vrijwel onbewoonbaar was. Tijdens de Friese vrijheid waren Groningen en Fryslân verdeeld in een aantal min of meer autonome landgemeenten, die in Fryslân later in grietenijen werden onderverdeeld en in Groningen samenvielen met kwartieren als Hunsingo en Fivelingo. De regels en machtsverhoudingen verschilden per gebied. In feite waren het kleine, onafhankelijke republieken. In de 16e eeuw maakten de elf steden zich bestuurlijk los van de grietenijen Menkemaborg, Uithuizen Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
86
Flamingo’s op het Wad
en vormden een vierde kwartier in de Staten met een eigen bestuur. De stad Groningen wist haar invloed op de omliggende gebieden, de Ommelanden, stevig uit te breiden. Dit ging ten koste van onder meer Appingedam. Op het hoogtepunt van haar macht beheerste de stad zelfs een aanzienlijk deel van Fryslân, alleen Franeker bleef zich verzetten. Op de overgang naar de 16e eeuw kwam er een einde aan het machtsvertoon. De dominantie van Groningen bleef voortaan beperkt tot het Friese gebied tussen Eems en Lauwers. Fryslân en Groningen gingen na 1579 als autonome provincies op in de Republiek der Verenigde Nederlanden. De macht in Fryslân was verdeeld over de plattelandskwartieren, in Groningen tussen de gelijknamige stad met haar onderhorigheden en de Ommelanden. Pas in 1851 kregen zowel de steden als de grietenijen de status van gemeente. Tegenwoordig werken deze gemeenten samen met provincies, rijk en waterschappen aan de uitwerking van de strategische hoofdlijnen van het Waddenzeebeleid in het Regionaal College
Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
Waddengebied. Daarnaast heeft het RCW een coördinerende taak, zoals handhaving van wet en regelgeving en afstemming van allerlei overheidsplannen en initiatieven in het Waddengebied. Bovendien is er een trilateraal samenwerkingsverband met Duitsland en Denemarken.
Beschermd gebied
Onlangs werd het Waddengebied bijgeschreven op de lijst van UNESCO Werelderfgoed, vanwege de unieke natuurwaarden waarvan het van wereldwijd belang wordt geacht om deze te behouden. Het Waddengebied wordt dan ook door allerlei wetten, richtlijnen, verdragen en overeenkomsten en op allerlei niveaus beschermd. Een groot deel van het Waddengebied maakt deel uit van Europese richtlijnen als de Habitat- en Vogelrichtlijn. Het betreft vrijwel alleen buitendijks gebied. Direct grenzend aan het Wad ligt het Nationale Park Lauwersmeer, één van de 20 Nationale Parken in Nederland. Even verder van de
kust liggen drie Nationale Landschappen: Middag-Humsterland, de Noordelijke Wouden en Zuidwest Fryslân. Tot slot valt een groot deel van het kustgebied onder de Nota Belvedere. Dit betekent dat het gebied vanuit cultuurhistorisch oogpunt bijzondere aandacht verdient. Het gevaar van deze grote mate van regelgeving is de kans op musealisering. Dat wil zeggen dat het gebied zich niet verder kan ontwikkelen op het gebied van wonen, werken en recreatie.
Plannenmoe
Het Waddengebied barst van de nieuwe ideeën, plannen, projecten en instellingen. Uit de inventarisatie van de kleine stapel voorhanden zijnde plannen blijkt dat deze zich vooral richten op het landschap en de cultuurhistorie gekoppeld aan recreatie en toerisme. Bovendien zijn de plannen vaak gericht op een bepaalde regio en niet het gehele kustgebied. Inwoners en ondernemers in het gebied zijn plannenmoe. Er is een grote behoefte om woorden om te zetten in daden.
Unesco, Trilateraal samenwerkingsverband Nota Belvedere Vogel- en habitatrichtlijnen, Natura 2000 Nationaal Park Nationale landschappen
87
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Taal en dialecten / intermezzo
Saksisch Veenkolonioals Oldambsters Hoogelaandsters Wester-kertiers
Fries Stadsfries Klaaifrysk Wâldfrysk Sudwesthoeksk Noardhoeksk
Frankisch Bildts Wierings Land-West-Fries
In de dialecten van het noorden weerspiegelt zich de oude strijd om het grondgebied. Grofweg zijn er drie taalgroepen: Fries, Frankisch en Saksisch. Rond het jaar 1000 strekte het Friese taalgebied zich uit van de Schelde tot aan de Weser. Tegenwoordig wordt er enkel in Fryslân nog Fries gesproken. Naast het Standaardfries kunnen op het vasteland verschillende dialecten worden onderscheiden. Vanuit het zuiden werd de Friese taal verdrongen door de Franken. Het Frankisch dialect vormt de basis voor het hedendaags Nederlands. Het West-Fries dat in de Kop van Noord-Holland wordt gesproken, het Stadsfries in de Friese elf steden en ook het Bildts zijn van Hollandse oorsprong. Het Bildts is ontstaan ten tijde van de inpolderingen onder leiding van Hollandse heren. De Groninger dialecten zijn qua oorsprong Fries, maar met een Saksische tongval. De Saksen kwamen uit het zuidoosten. Door de toenemende invloed van de stad Groningen en het Hanzeverbond werd het Fries ten oosten van de Lauwers langzaam verdrongen.
Het vervolg De dynamiek benut
92
De dynamiek benutten
De kwaliteit van de ruimte is voor het noorden een ‘unique selling point’. Het landschap is er van een grote schoonheid, een rijke cultuur is er afleesbaar. Tegelijkertijd staat de leefbaarheid onder druk en heeft de regio een sterke behoefte aan verbreding van zijn economische basis. Hoe kunnen we de bestaande ruimtelijke kwaliteit daar bij inzetten? Met de bedijkingen is het getij verdwenen uit de noordelijke waddenkust en daarmee ook de grote dynamiek zo lijkt het. De veranderingen die zich voordoen zijn sluipende processen en incidentele ingrepen. Daarbij ontbreekt een vaste koers en het besef van de kansen die er liggen om het karakter van het gebied te versterken. Met de bestaande opgaven valt veel te bereiken.
benaderd. Een bredere blik zou ruimtelijk veel kunnen toevoegen. De dijk rijgt, als continue lijn van oost tot west, het hele kustgebied aaneen. De dijk is een soort ruggengraat. Dat biedt vooral kansen voor het routenetwerk. Het wandel- en fietsnetwerk is op hoofdlijnen in orde, maar zou met weinig investeringen een stuk completer en aantrekkelijker kunnen worden. Zo lopen de fietsroutes vrijwel allemaal aan de binnenzijde van de dijk, zonder zicht op zee. Hoeveel mooier zou het zijn als je wandelend of fietsend de keuze hebt: achter, op, over of buitendijks. De weinige plekken waar je vanuit het achterland de kust kan bereiken vormen daarbij belangrijke knopen en bieden kansen. Op sommige plekken gaat het goed, maar soms ook helemaal niet. De pier bij Holwerd is daar wel het meest schrijnende voorbeeld van.
Er zit meer in de dijk
Kijk naar een brede kustzone
Voor de komende jaren staat, in het kader van de klimaatverandering, een verdere versterking van de kustlijn op het programma. Tot nu toe is de strijd tegen het water steeds puur technisch Atelier Fryslân, werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit
De opgave voor de kustlijn is goed beschouwd breder en betreft zowel het buitendijkse als binnendijkse gebied. De dijk is tot nu toe beschouwd als een scherpe scheiding tussen
zee en land en de dijkversterking heeft de zee steeds verder uit beeld gebracht. Een andere benadering zou een omslagpunt kunnen betekenen. Wellicht dat de vorming van nieuwe kwelders buitendijks kan bijdragen tot de benodigde versterking. Misschien dat dit ook de kansen biedt om het fascinerende landschap buitendijks op meer plekken toegankelijk te maken. Binnendijks dringt het zout van de zee steeds verder op in het grond- en oppervlaktewater. Door de stijgende zeespiegel en het verwachte gebrek aan zoet water wordt het in de komende decennia steeds moeilijker dit terug te dringen. Hoe gaan we in de komende jaren de strijd met de hogere zeespiegel en de bodemdaling aan? Gaan we ons grondgebruik aanpassen en experimenteren met bijvoorbeeld zilte teelten en bijzondere vormen van binnendijkse natuur, zoals we bijvoorbeeld zien ten zuiden van Harlingen (Hegewiersterfjild)? De huidige tijd biedt in ieder geval de kans en de noodzaak om kustveiligheid in een breder perspectief te zien.
93
Drukte op de dijk
Kansen voor een innovatieve voedselkust
Een belangrijke drager van het karakteristieke open landschap is de land- en tuinbouw. De waddenkust met de Kop van NoordHolland, Het Bildt en het Hoge Land is dé voedselkust van Nederland. Een breed spectrum van innovatieve producten wordt in het gebied geteelt. De wereldmarkt wordt met pootaardappelen en bijvoorbeeld Seed Valley in West-Friesland bediend, maar op een aantal plekken vindt ook verbreding en ontwikkeling van biologische teelten plaats. De percelen in het noorden zijn ruim, de boerderijen over het algemeen groot. De Europese landbouw wordt steeds meer op de wereldmarkt georiënteerd. Dat heeft in de afgelopen jaren vooral een verdere schaalvergroting tot gevolg gehad naast dat er soms juist breder of voor een eigen lokale markt wordt geproduceerd. De bewegingen op de wereldmarkt zullen hier ook in de komende decennia te volgen zijn en schaalvergroting zal verder doorzetten. Dat roept vooral de vraag op hoe deze grote bedrijven in een blijvend goed evenwicht te
brengen zijn met het ruime open landschap. Tegelijk ontstaat de vraag wat we doen met de vrijkomende forse boerderijen verspreid over de landerijen. Ontstaat er een nieuwe economie met bedrijven aan huis en of van uiteenlopende logiesaccommodaties. Hoe kunnen we het voedsel ook in dit gebied dichter bij de mensen brengen? Is er vanuit het oogpunt van voedsel de mogelijkheid om de gastvrijheid van het gebied op een aantal karakteristieke plekken te vergroten?
Zet een recreatieve bril op
De recreatie is nog steeds een groeiende sector in ons land, maar slecht vertegenwoordigd langs de waddenkust van het vasteland. Voor een recreatieve impuls moet je van de waddenkust geen tweede Noordzeestrand te maken, massaal en hip. De ontwikkeling kan zich beter richten op de eigen kwaliteiten. Koester de ongenaakbare ruimte, de prettige nuchterheid, het pretentieloze karakter en zet in op enkele specifieke punten en plekken met een zekere geborgenheid. Het is wel goed als dit besef bij alle ruimtelijke
ontwikkelingen doordringt en bij alle opgaven nog eens gekeken wordt hoe ingrepen ook een recreatieve component kunnen krijgen: de dijk als tribune en schakel, toegankelijke kwelders, de veerstoepen als pleisterplaats en de spuisluis als kleine kusthaven.
Zie de kust als deel van de wadden
Alleen voor de bewoners en de liefhebbers behoort de kust nu tot ‘De wadden”. Voor de rest van Nederland is het gewoon de kop van Groningen, het noorden van Friesland of de kop van Noord-Holland. Ver weg, saai boerenland, ongenaakbaar en verlaten. Dat imago werkt niet in het voordeel. De wadden vormen, zeker als Unesco Werelderfgoed, een sterk merk, de kust zou daar veel meer bij aan moeten sluiten, ook in accomoderende zin. Veel van de lading en betekenis van de wadden is immers terug te vinden in de kustregio: de rust, de ruimte en de natuur. Kortom, hoe maak je de waddenzee via de waddenkust op een aantrekkelijke manier toegankelijk?
Verstild getij, veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Bronnen Literatuur
Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma IJsselmeergebied, 2010 De Bosatlas van Fryslân Noordhoff Atlasproducties, 2009 De Bosatlas van Nederland Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 2007 De polderatlas van Nederland Pantheon der lage landen C.M.Steenbergen, W.Reh, S.Nijhuis en M.T.Pouderoijen THOTH, 2009 De Wadden Noorderbreedte Dossier 2010 Redactie A.Kok Stichting Noorderbreedte, 2010 Een zee van kansen Over de economie die ons wad perspectief biedt T.Bade en O.Van der Schroeff Triple E Productions Frieslands verleden De Friezen en hun geschiedenis in vijftig verhalen Redactie D.Kooistra, E.Betten en P.A.De Vries Bornmeer, 2008 Groningen Gids voor cultuur, landschap en recreatie Profiel Uitgeverij, 2004 Grote Historische Atlas van Nederland 1:50000 1. West-Nederland 1839-1859 2. Noord-Nederland 1851-1855 Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 1990 Limes Atlas Redactie B.Colenbrander, MUST Uitgeverij 010, 2010 Nieuwe landschappen De cultuur van Noord-Holland M.Reitsma PARK SUN Trancity, 2011 Waddenzee - Waddenland Histroische verkenningen rond de geografische identiteit en begrenzing van het internationale waddengebied M. Schroor Raad voor de Wadden, 2008 Waddenland Landschap en cultureel erfgoed in de Waddenzeeregio LanceWad-Nederland Uitgeverij Noordboek, 2001 Wadden, verhalend landschap Cultuurhistorische reis langs de waddenkust van Denemarken, Duitsland en Nederland Redactie J.Abrahamse, M.Bemelman en M. Hillenga Common Wadden Sea Secretariat TIRION NATUUR, 2005
Internet
dissertations.ub.rug.nl nl.wikipedia.org www.blauwestad.nl www.cbs.nl www.deltacommissaris.nl www.denhelder.nl www.fryskegea.nl www.fryskerfskip.nl www.fryslan.nl www.kei-centrum.nl www.kustgids.nl www.lancewadplan.nl www.landschapsbeheergroningen.nl www.monitorvrijetijdentoerisme.nl
www.nationaalpark.nl www.nationalelandschappen.nl www.netwerknoordoost.nl www.noord-holland.nl www.provinciegroningen.nl www.pvis.nl www.raadvoordewadden.nl www.rijksoverheid.nl www.stinseninfriesland.nl www.waddenacademie.knaw.nl www.waddenzeehavens.nl www.waddenvereniging.nl www.waddenzee.nl www.waddenzeewerelderfgoed.nl www.zeeinzicht.nl zoetzout.waddenzee.nl
Plannen en ideeën
De ruimte van Noord-Nederland Onderzoeksagenda ‘Architectuur en Landschap’ Lectoraat ruimtelijke Transformaties Hanzehogeschool Groningen, 2010 Fryske Wyn Windturbines en ruimtelijke kwaliteit Atelier Fryslân, 2009 Holwerd aan zee Schetsontwerpen Atelier Fryslân, Jos Bosman en Buro Harro, 2011 Kiek over diek, van Lauwerszee tot Dollard tou Een route langs de Waddenkust in 2020 Bosch Slabbers landschapsarchitecten, 2009 Klimaatverandering en ruimtelijke kwaliteit Kansen voor het Friese kustlandschap Atelier Fryslân, 2009 Koers voor het Lauwersmeer - concept Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving BV, 2011 Cultuurlandschap en cultuurhistorisch erfgoed in de Waddenzee-regio Project LancewadPlan 2004-2007 Lancewadplan, 2008 Landschapsontwikkelingsplan Noord-Groningen Bosch Slabbers landschapsarchitecten ism Arcadis, 2005 Léven in de Wadden Beheer- en ontwikkelingsplan Waddengebied, deel A Regionaal College Waddengebied, 2008 Léven in de Wadden Kaart van Kansen T. Bade, R.Enzerink en K. Van der Leest Regionaal College Waddengebied, 2006 Ruimtelijke kwaliteit bedrijventerreinen Atelier Fryslân, 2010 Verlangen Een ontdekkingstocht op het Hoogeland van Groningen vol festivals, evenementen en arrangementen Stichting Hoogeland op de kaart, 2011 Waddenkroon Bid-book ter ondersteuning van Groninger projecten op het gebied van landschap, cultuurhistorie, recreatie en toerisme voor het Waddenfonds Bosch Slabbers landschapsarchitecten, 2007 Waddenkust, bereikbaarheid nabij! Een ontwerp voor een padennetwerk in Noord-Groningen A.Beugel, 2005
GIS data
Hisgis Provincie Fryslân Provincie Groningen Provincie Noord-Holland Watlas
Colofon
Initiatiefnemer: Atelier Fryslân
Aanvrager advies: Regiecollege Waddengebied (RCW)
Uitvoerend adviesbureau: veenenbos en bosch landschapsarchitecten
Eewal 66 8911 GT Leeuwarden
Ruiterskwartier 121 A 8911 BS Leeuwarden
Zijpendaalseweg 51 6814 CD Arnhem
t 058 - 2333980 e
[email protected] w www.atelierfryslan.nl
t 058 - 2339010 e
[email protected] w www.waddenzee.nl
t 026 3515195 e
[email protected] w www.veenenbosenbosch.nl
Mark Berger Peter de Ruyter Abe Veenstra
Liesbeth Meijer
Willem Brouwers Harm Veenenbos Femke Visser
Ondersteunend communicatiebureau: Noordtij Wirdumerdijk 13c 8911 CB Leeuwarden t 058 - 2130819 e
[email protected] w www.noordtij.nl Jaap Jepma Rianca Huisman
Klankbordgroep Jos Bosman (Hanze Hogeschool Groningen) Gosse Beerda (ondernemer Fryslân) Doeke van Wieren (TWA architecten) Karin Wierda (Plattelânsprojekten NO Fryslân) Ger Bosklopper (Plattelânsprojekten NW Fryslân) Ulke van der Bij (Provincie Fryslân) Sietze Douma (Provincie Fryslân) Jan Beekman (Provincie Groningen) Jos Huis in ‘t Veld (Provincie Groningen) Jan van der Velde (Vereniging Waddengemeenten) Anke Kappers (Waddencoördinator Fryslân Nico Smit (Waddencoördinator Groningen) Anne Lenis (Waddencoördinator Noord-Holland) Rein Hagenaars (Wonen Noordwest Fryslân) Miranda Reitsma (voormalig Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit, Noord-Holland)
Eindredactie atlas op feitelijke onjuistheden: Bureau Varenius Lautastate 30 8925 HS Leeuwarden t 058 - 2672072 e
[email protected] w www.varenius.nl Meindert Schroor