ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds 1e kwartaalbericht 2014
Marktontwikkelingen Waar de economische berichtgeving tegen eind 2013 overwegend positief was, zijn de cijfers de afgelopen tijd meer gemengd geweest. Daarbij wordt het beeld vertroebeld door incidentele factoren: in de VS door extreem slecht weer begin dit jaar, in China door de viering van het Chinese nieuwjaar, en in Europa door toegenomen politiek risico naar aanleiding van spanningen tussen Rusland en Oekraïne rond de Krim. Dat laat onverlet dat het beeld op hoofdlijnen wel duidelijk is, en niet wezenlijk anders dan eind 2013: het groeiherstel in de VS zet door (maar met mate), Europa blijft qua groei absoluut gezien achter bij de VS (maar lijkt de bodem steeds verder achter zich te laten) en de Chinese economie maakt een groeivertraging door (maar in lijn met het beleid van het Chinese leiderschap, in ieder geval tot nu toe). Meer in het algemeen blijven opkomende markten qua economische groei relatief achter bij de ontwikkelde economieën, maar ook dit is al geruime tijd (in ieder geval de afgelopen drie jaar) het geval. Voor de meeste belangrijke economieën is inflatiedruk nog altijd geen probleem, maar is juist deflatiedreiging in toenemende mate een risico. Dit geldt vooral voor de eurozone, waar de inflatie nu nog slechts 0,5% bedraagt. Een jaar geleden was dit nog ca. 2%. Daarmee neemt de druk op de ECB om in actie te komen toe, aangezien de doelstelling om de inflatie ‘onder, maar in de buurt van’ 2% te houden steeds verder buiten beeld raakt. Vooralsnog heeft de ECB deze druk weerstaan, en lijkt het erop dat, afgezien van een (meer symbolische dan effectieve) renteverlaging naar 0%, de ECB pas in actie zal komen als de deflatiedreiging meer acuut wordt of de economische omstandigheden (met name in de perifere landen van de eurozone) onverhoopt sterk zouden verslechteren. Ook in de VS is de inflatiedruk laag: de stijging van de consumentenprijzen bedraagt nu 1,1% jaar-op-jaar en de kerninflatie is 1,6%. In tegenstelling tot de ECB, is dit voor de Fed geen aanleiding om na te denken over extra monetaire verruiming, in wat voor vorm dan ook. De Fed is juist al een paar maanden bezig om de ‘quantitative easing’ van de afgelopen jaren geleidelijk af te bouwen, en het vooruitzicht van een eerste renteverhoging komt ook steeds dichterbij. Ervan uitgaande dat het programma van ‘quantitative easing’ voor eind 2014 is afgerond, zou een eerste rentestap al in de loop van de eerste helft van 2015 kunnen volgen. Verrassende koploper op inflatiegebied, althans van de drie grote ontwikkelde economieën, is Japan. Ook in Japan is de inflatie met 1,3% jaar-op-jaar nog altijd laag, maar het lijkt er wel steeds meer op dat Japan de jarenlange deflatie (een jaar geleden was de inflatie nog -1%) eindelijk achter zich heeft gelaten. Het beleid van ‘Abenomics’, gericht op het stimuleren van economische groei en inflatie, werpt dus zijn vruchten af. Hierbij helpt het natuurlijk dat de yen in dezelfde periode met 14% in waarde is gedaald (ten opzichte van de euro). Voor de komende tijd is de uitdaging de conjuncturele opleving (in belangrijke mate te danken aan de lagere yen) te bestendigen, vooral door ook meer structurele hervormingen door te voeren. De vraag is of dit gaat lukken, maar in ieder geval lijkt premier Abe een ruim mandaat van de Japanse kiezers te hebben om door te gaan op het ingeslagen pad. In het eerste kwartaal van 2014 profiteerden bedrijfsobligaties in absolute zin van een redelijk gunstig marktklimaat, met (licht) stijgende aandelenbeurzen en lagere lange rentes. Na de relatief sterke daling van credit spreads in 2013, bleven deze in het eerste kwartaal van 2014 per saldo vrijwel onveranderd. Performance Het beleggingsrendement van het ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds (AEBB) was in het 1e kwartaal van 2014 na kosten nagenoeg gelijk aan dat van de benchmark. De benchmark deed het op haar beurt 0,55% beter dan qua looptijd vergelijkbare AAA-staatsobligaties. Ook in absolute zin kon er een plus genoteerd worden: een participatie werd afgelopen de drie maanden 2,3% meer waard.
1e kwartaalbericht 2014
Pagina 1 van 6
Het positieve relatieve resultaat van niet-Staatsobligaties ten opzichte van de AAA-staatsobligaties kan nog steeds op het conto geschreven worden van de “whatevet it takes” toespraak van ECB-president Mario Draghi. Op 26 juli 2012 sprak hij op een conferentie in Londen de volgende beroemd geworden zinnen uit: “Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me, it will be enough.” (“Binnen haar mandaat zal de ECB alles doen om de euro in stand te houden. En geloof me, dat zal genoeg zijn.”) Bij dat “whatever it takes” dachten de financiële markten met name aan de opkoop van staatsobligaties. De mogelijkheid van onbeperkte opkoop van staatsobligaties van probleemlanden zorgde er voor dat de financiële markten vanaf dat moment in relatief rustig vaarwater terecht kwamen. Marktpartijen gaan er sindsdien vanuit dat het zogenaamde staartrisico verdwenen is. Staartrisico is de (doorgaans kleine) kans op een heel groot verlies. Tijdens een groot gedeelte van de eurocrisis werd er serieus rekening gehouden met een uiteenvallen van de eurozone, wat gepaard zou gaan met enorme verliezen van tal van landen en bedrijven. Dit gevaar van disintegratie van het eurogebied wordt ook wel een systeemrisico genoemd en zou wanneer het werkelijkheid wordt een forse knauw voor menige obligatie betekenen. Omdat de rente de afgelopen jaren in zeer lage regionen vertoeft, en de risico’s een stuk lager dan voorheen worden ingeschat, zijn beleggers sinds de toespraak van Draghi op zoek naar allerlei wegen die leiden tot een hoger rendement, de zogenaamde “search for yield”. Eén van de wegen die menigmaal wordt ingeslagen is die van de bedrijfsobligaties. Zodoende versloegen de bedrijfsobligaties de staatsobligaties in de periode juli 2012 – maart 2014 achttien van de éénentwintig maanden. Dat het fonds hetzelfde presteerde als de benchmark was intentioneel. Aan de ene kant was het duidelijk dat de “search for yield” de vraag naar bedrijfsobligaties intact hield. Aan de andere kant zagen we de nodige beren op de weg. Risico’s die we zagen waren onder meer de dreiging van een kredietcrisis in China, de revolutie in de Oekraine en de reactie van Rusland daarop, de onzekere situatie in het Midden-Oosten (Syrië, Turkije), de politieke situatie in Italië (met als gevolg wisseling van premier en beleid) en de snelheid waarmee de Fed de monetaire verruiming zou gaan terugdraaien (en niet onbelangrijk: de gevolgen daarvan). Een neutrale positie in overall creditexposure leek ons uiteindelijk het beste. Deze (per saldo) neutrale positie was een gevolg van de volgende posities. Een onderwogen positie in obligaties uit Spanje en Italië, alsmede een onderwogen positie in supranationale instellingen en overheidsgegarandeerd papier. Daar stond een overwogen positie in de sector niet-financiële bedrijven (corporates en utilities) tegenover. Verder was het fonds overwogen in obligaties buiten Europa en in achtergestelde obligaties van banken en verzekeraars. Plussen (overwogen positie in financiële instellingen, onderwogen positie in supranationale instellingen en door overheden gegarandeerd papier) en minnen (onderwogen positie in Spaanse en Italiaanse obligaties, overwogen positie in gewone bedrijven en nutsinstellingen) hielden elkaar per saldo keurig in evenwicht. Gedurende het kwartaal is de onderwogen positie in de periferie grotendeels teruggebracht. Met een licht onderwogen positie in de perifere landen en de overige hierboven geschetste posities zijn we het tweede kwartaal ingegaan. Vooruitzichten Voor de komende tijd verwachten we dat voortgaand economisch herstel, na de ‘Great Recession’ van 2008-2010, het belangrijkste thema voor financiële markten zal blijven. Daarbij is de VS op dit moment de stabiele factor, de eurozone de regio met de laagste absolute groei maar wellicht de beste relatieve vooruitzichten voor verder herstel, en China de grote onzekere factor. Wij gaan ervan uit dat China (in ieder geval op korte termijn) geen roet in het eten zal gooien, en dat het Chinese leiderschap in staat zal blijken om bij de eerste tekenen van een eventueel barsten van de kredietbubbel daar adequaat te reageren. Een tweede belangrijke aanname is dat de deflatiedreiging in de eurozone niet verder oploopt, en dat als dat wel het geval zou zijn (en/of de eurocrisis opnieuw zou oplaaien, in welke vorm dan ook) de ECB (en overheden) adequaat zullen handelen, zoals dat de afgelopen jaren op cruciale momenten ook steeds is gebeurd. Daarnaast gaan we ervan uit dat de politieke spanning over Oekraïne verder zal afnemen, of in ieder geval niet zodanig uit de hand loopt dat financiële markten hierdoor worden geraakt. Binnen het kader van onze visie, gaan we ervan uit dat bedrijfsobligaties kunnen blijven profiteren van een voorkeur van beleggers voor meer risicovolle belegginscategorieën. Echter, meer nog dan bij aandelen lijkt de waardering van deze beleggingscategorie daarop ook al behoorlijk vooruitgelopen. Per saldo zien wij daarom voor de komende tijd weinig ruimte voor verdere ‘credit spread tightening’.
1e kwartaalbericht 2014
Pagina 2 van 6
ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds (AEBB) Beleggingsstrategie Het ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds (AEBB) belegt hoofdzakelijk in obligaties en andere verhandelbare vastrentende schuldbewijzen, uitgegeven door debiteuren van goed geachte kwaliteit, ook wel “investment grade” genoemd. Het AEBB heeft de mogelijkheid om te beleggen in afgeleide instrumenten (derivaten) zoals credit default swaps, valutatermijncontracten, swaps, opties, futures. Derivaten zullen worden ingezet met inachtneming van de geldende beleggingsrestricties. Tevens kan het AEBB beleggen in andere beleggingsfondsen en/of indextrackers en/of indextrackers en/of beleggingspools. Op basis van macro-economisch onderzoek en inzichten in de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen wordt de spreiding over verschillende sectoren bepaald en wordt bepaald welke obligaties in de betreffende sector worden opgenomen. Het beleid van het AEBB is gericht op het realiseren van premies voor debiteurenrisico, de zogenaamde credit spreads, als bron van extra rendement. Daarnaast zijn het beleid omtrent de rentegevoeligheid (duration) en positionering op de yieldcurve additionele bronnen van performance. In het selectiebeleid wordt tevens rekening gehouden met de binnen a.s.r. gehanteerde maatstaven op het gebied van duurzaamheid van de uitgevende instellingen. Het valutarisico van alle beleggingen die luiden in een andere valuta dan de euro wordt zoveel als mogelijk afgedekt. Posities in andere valuta zijn toegestaan tot 5% van het fondsvermogen. 125
115
105
95
ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds
Rendement 1 maand Sinds start (*)
AEBB 0,48 % 2,30 %
Benchmark 0,46 % 2,27 %
(*) periode langer dan 1 jaar geannualiseerd
Benchmark BofA ML EMU Direct LCAPS Index(Net total ret)
mrt-14
feb-14
jan-14
75
jan-14
85
Benchmark
Technische kenmerken Totale activa (x1000) Aantal uitstaande units (x1000) Nettovermogenswaarde per unit Berekening Oprichtingsdatum
Dividendbeleid
Manager Op- en afslagkosten (maximaal)
Het AEBB keert geen dividend uit
Lopende kosten(**) Valutarisico
€243.806,18 4.782,19 €50,98 Dagelijks 02 jan 2014 Frank Achterstraat 0,25 % 0,00 % Beperkt
(**) De lopende kosten betreft de beheer- (0,00%) en servicevergoeding (0,00%) (exclusief de portefeuilletransactiekosten)
1e kwartaalbericht 2014
Pagina 3 van 6
10 voornaamste posities
Ultimo maand
KFW
1,625 %
15-1-2021
2,8 %
KFW
1,125 %
16-10-2018
1,3 %
DEXIA CRED
1,375 %
18-9-2019
1,2 %
CSFB GUER
1,000 %
12-3-2019
1,2 %
SAECURE1
0,965 %
30-1-2092
1,1 %
EURO GEMEENSCHAP
3,375 %
10-5-2019
1,1 %
STORM 2012-3
1,836 %
22-5-2054
1,1 %
DEUTSCHE KREDITB
1,375 %
25-2-2021
1,0 %
KBC
1,000 %
25-2-2019
1,0 %
PFIZER
5,750 %
3-6-2021
1,0 %
Aantal belangen
Rentelooptijdverdeling < 1 jaar
403
Ultimo maand 5,2 %
1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar
40,7 % 52,3 %
10 tot 20 jaar
1,7 %
Spreiding per rating
Ultimo maand
AAA
28,9 %
AA
19,1 %
A
27,2 %
BBB
24,9 %
BB
0,0 %
Anchor Let Op! Een belegging in ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds (AEBB) is onderhevig aan marktschommelingen en aan de risico’s die inherent zijn aan het beleggen in roerende waarden. De waarde van de belegging en de inkomsten ervan kunnen zowel stijgen als dalen. Het is mogelijk dat beleggers het initieel belegd kapitaal niet terugontvangen.
Disclaimer De waarde van uw belegging kan fluctueren, in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Deze publicatie is op zichzelf geen aanbod tot het kopen van enig effect of een uitnodiging tot het doen van een aanbod met betrekking tot dit effect.De participaties in het AEBB kunnen niet rechtstreeks aangekocht worden. In het Basisfonds kan alleen belegd worden via een Mixfonds. De beslissing om betreffende Mixfonds aan te kopen dient uitsluitend te worden genomen op basis van het informatiememorandum van betreffende Mixfonds.In het informatiememorandum is informatie opgesteld over het product, de kosten en de risico's. Lees het informatiememorandum. Het informatiememorandum en overige informatie is beschikbaar op www.asrverzekeringen.nl
Vragen? a.s.r. Archimedeslaan 10 3584 BA Utrecht www.asrverzekeringen.nl Bron ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden verleend.
1e kwartaalbericht 2014
Pagina 4 van 6
Bijlage ASR Euro Bedrijfsobligatie Basisfonds Intrinsieke waarde
NAV Fonds
Benchmark
02-01-2014
49,83
198,64
31-01-2014 28-02-2014
50,53 50,74
201,30 202,20
31-03-2014
50,98
203,14
1e kwartaalbericht 2014
Pagina 5 van 6
Prijzen laatste maand 28-02-2014 03-03-2014 04-03-2014 05-03-2014 06-03-2014 07-03-2014 10-03-2014 11-03-2014 12-03-2014 13-03-2014 14-03-2014 17-03-2014 18-03-2014 19-03-2014 20-03-2014 21-03-2014 24-03-2014 25-03-2014 26-03-2014 27-03-2014 28-03-2014 31-03-2014
Fund Ask
Fund Bid
50,86 50,96 50,96 50,96 50,88 50,87 50,93 50,91 50,99 51,07 51,04 51,03 51,04 51,00 50,88 50,90 51,01 51,06 51,11 51,17 51,12 51,11
1e kwartaalbericht 2014
50,61 50,71 50,71 50,71 50,62 50,61 50,68 50,66 50,73 50,81 50,79 50,77 50,78 50,75 50,63 50,64 50,76 50,80 50,85 50,92 50,87 50,85
Close 50,74 50,84 50,71 50,96 50,75 50,74 50,81 50,91 50,86 50,94 50,92 50,90 51,04 50,87 50,76 50,64 50,88 51,06 51,11 51,04 50,99 50,98
Pagina 6 van 6