ANWB ‘Kiezen voor mobiliteit’ -luchtvervuilingconclusies Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA 1
© Motivaction International B.V.
Inhoudsopgave Conclusies
2
© Motivaction International B.V.
Conclusies Milieuproblematiek autorijden • Van de drie milieueffecten van autorijden wordt luchtvervuiling het vaakst door de ANWB-leden zelf als een probleem gezien (44%), gevolgd door ruimtebeslag (30%) en geluidsoverlast (14%). Uit de 0-meting komt eenzelfde beeld naar voren. Slechts enkele ANWB-leden zien de drie milieueffecten helemaal niet als een probleem; uiteindelijk wordt luchtvervuiling door 92%, geluidsoverlast door 89% en ruimtebeslag door 84% als een probleem erkend door de ANWB-leden. •
Luchtvervuiling dient volgens de grootste groep leden aangepakt te worden (67%). Ruimtebeslag en geluidsoverlast zijn minder prangend (resp. 41% en 38%).
•
Na het geven van meer informatie over luchtvervuiling als gevolg van autorijden vinden nog meer ANWB-leden dat luchtvervuiling aangepakt moet worden (75%). In deze groep zijn vaker te vinden: – Degenen die luchtvervuiling zelf als een probleem ervaren – 18-24 jarigen – Hoog opgeleiden – Uit de 3 grootste agglomeraties – Uit zeer sterk stedelijke gebieden – Rijden minder dan het gemiddeld aantal kilometers per jaar
•
De overheid (zowel landelijk als regionaal) wordt door de ANWB-leden als eerste partij gezien om problemen rondom luchtvervuiling aan te pakken. Ook uit de 1meting (fileproblematiek) bleek dat de overheid als primaire probleemoplosser wordt gezien door de leden.
3
© Motivaction International B.V.
Conclusies Evaluatie maatregelen (1) • Aan de ANWB-leden is een zestal mogelijke maatregelen tegen luchtvervuiling voorgelegd. In eerste instantie zijn de maatregelen zonder achtergrondinformatie ter beoordeling voorgelegd. Daarna is voor vier van de zes maatregelen achtergrondinformatie voorgelegd en is wederom om een beoordeling per maatregel gevraagd. Aan het einde van de vragenlijst, nadat per maatregel is gesproken over financiering en is ingegaan op mogelijke betaalwijzen van de maatregelen, is gevraagd de voorkeur voor één van de zes maatregelen uit te spreken. •
De maatregel schonere auto’s wordt door een ruime meerderheid gezien als een goede maatregel om luchtvervuiling te verminderen. Dit is zowel voor als na het geven van achtergrondinformatie het geval. Ook bomen planten wordt in beide gevallen als een goede maatregel gezien, evenals meer alternatieven voor de auto. Een lagere maximum snelheid, luchtzuiveraars en autorijden duurder maken zijn minder populair en worden door minder dan de helft van de ANWB-leden als goede maatregelen gezien.
4
© Motivaction International B.V.
Conclusies Evaluatie maatregelen (2) • Het geven van achtergrondinformatie heeft voor schonere auto’s, bomen planten en luchtzuiveraars negatieve gevolgen; deze maatregelen worden minder populair. Hoewel de maatregelen schonere auto’s en bomen planten nog steeds overwegend positief worden beoordeeld; deze blijven na informatieverstrekking nog steeds de twee beste maatregelen. De maximum snelheid verlagen wordt iets populairder na informatieverstrekking, maar ruim de helft van de ANWB-leden is nog steeds geen voorstander van een dergelijke maatregel. •
Wel geldt dat het verlagen van de maximum snelheid meer gehoor vindt vanuit milieuoogpunt dan vanuit fileoogpunt; in de 1-meting (fileproblematiek) was het enthousiasme nagenoeg nihil voor deze maatregel. Ook in de 1-meting zagen we dat, met uitzondering van de maatregel lagere maximum snelheid, het geven van achtergrondinformatie een negatief effect heeft op de acceptatie van de maatregel.
Eindevaluatie maatregelen • Schonere auto’s (58%) worden gekozen als beste maatregel om luchtvervuiling te verminderen, op afstand gevolgd door meer alternatieven (23%). Bomen planten, een lagere maximum snelheid, luchtzuiveraars en autorijden duurder maken worden nauwelijks gekozen als beste maatregel.
5
© Motivaction International B.V.
Conclusies Achtergrondinformatie bij maatregelen Voor een aantal maatregelen zijn vervolgvragen gesteld. •
Schonere auto’s: Niet alleen worden schonere auto’s als een goede oplossing gezien voor luchtvervuiling; men vindt ook dat een schone auto verplicht zou moeten zijn; 80% van de ANWB-leden die schonere auto’s een neutrale tot zeer goede maatregel vinden, is voor het verplicht stellen van schonere auto’s.
•
Luchtzuiveringsinstallaties: Onder de ANWB-leden die luchtzuiveringsinstallaties een goede maatregel vinden, zou 55% een dergelijk apparaat in huis willen hebben. 5% heeft er al één. 40% is niet geïnteresseerd in een luchtzuiveringsinstallatie.
•
Verlagen maximumsnelheid: Degenen die het verlagen van de maximum snelheid geen goede maatregel vinden, zijn niet altijd overtuigd van de milieuvriendelijke effecten hiervan. Een deel is van mening dat trager rijden juist voor meer uitstoot zorgt. Daarnaast vindt men dat een lagere maximumsnelheid voor een langere reistijd zorgt en de doorstroming niet bevordert.
•
Meer alternatieven: Het verbeteren of goedkoper maken van het openbaar vervoer worden als goede maatregelen gezien om meer alternatieven voor de auto te genereren. Beiden kwamen in de 1-meting volgens de leden als goede maatregelen tegen files naar voren. Ook het verbeteren van fietsvoorzieningen, het stimuleren van thuiswerken en carpoolen en een betere informatievoorziening over alternatieven worden als goede maatregelen gezien. Over het stimuleren van thuiswinkelen twijfelt men; bijna de helft weet niet of dit een goede of slechte maatregel is. 6
© Motivaction International B.V.
Conclusies Financiering maatregelen (1) • Voor 4 van de 6 maatregelen is gevraagd wie deze maatregelen zou moeten betalen. Het betreft hier de maatregelen: – Bomen planten – Schonere auto’s – Alternatieven – Luchtzuiveringsinstallaties •
Wordt voor fileproblematiek de overheid (landelijk en regionaal) als de aangewezen partij voor financiering van filemaatregelen gezien, voor luchtvervuilingmaatregelen ligt dit gedeeltelijk anders. De overheid is nog steeds volgens de leden een belangrijke partij voor financiering, maar voor een aantal maatregelen ziet men ook andere partijen die zouden moeten meebetalen.
•
Voor de meest populaire maatregel schonere auto’s ziet 71% van de leden autofabrikanten als de aangewezen partij voor financiering van de ontwikkeling van schonere auto’s. De overheid komt met 68% op de tweede plaats en automobilisten met 37% op de derde plaats. Schonere auto’s is de enige maatregel waarvoor automobilisten op deze schaal bereid zijn mee te betalen, voor de andere maatregelen is de bereidheid rond de 15%. Ook uit de 1-meting blijkt dat maximaal 15% van de automobilisten bereid is mee te betalen aan (file)maatregelen.
7
© Motivaction International B.V.
Conclusies Financiering maatregelen (2) • Luchtzuiveringsinstallaties horen volgens 56% door de bewoners/gebruikers hiervan betaald te worden, 48% ziet hiervoor ook een rol voor de overheid. •
Bomen planten en alternatieven zijn volgens de ANWB-leden maatregelen die voornamelijk door de overheid betaald dienen te worden (resp. 82% en 81%), waarbij voor alternatieven 26% ook een rol voor het bedrijfsleven ziet.
•
ANWB-leden zijn alleen bereid zelf mee te betalen aan oplossingen voor luchtvervuiling als er een grote kans tot 100% zekerheid bestaat (resp. 46% en 42%) dat het probleem daadwerkelijk met de betreffende maatregel opgelost wordt. Uit de 1-meting (fileproblematiek) blijkt eenzelfde beeld; in meerderheid wil men garantie op effectiviteit van een maatregel.
•
Daarnaast is het merendeel van de ANWB-leden (gemiddeld 64%) alleen bereid mee te betalen aan maatregelen tegen luchtvervuiling op voorwaarde dat men in totaal niet meer geld kwijt is aan autorijden dan nu. De groep die wel bereid is meer te betalen dan nu, is voor luchtvervuilingmaatregelen groter dan voor filemaatregelen (gemiddeld 20% vs. 10% in de 1-meting).
•
De grootste bereidheid om meer geld dan nu te betalen is er voor schonere auto’s (29%), de laagste bereidheid voor luchtzuiveringsinstallaties (6%). 8
© Motivaction International B.V.
Conclusies Financiering maatregelen (3) • In totaal is op vier manieren gevraagd aan de ANWB-leden die schonere auto’s een goede maatregel vinden, in welke mate men bereid is te betalen voor een schonere auto: – Moeten automobilisten meebetalen (37% zegt ja) – Is men bereid meer te betalen dan nu (29% zegt ja) – Is men bereid een hogere aanschafprijs te betalen (63% zegt ja) – Zou een schonere auto duurder moeten zijn dan een vieze auto (10% zegt ja) •
De verschillen in uitkomsten worden onder andere veroorzaakt doordat het vier verschillende vragen zijn: – In de 1e vraag wordt gevraagd wie zouden moeten meebetalen aan de maatregel schonere auto’s, zonder daarbij een prijseffect te noemen. – In de 2e vraag wordt dit prijseffect wel toegevoegd, in de vorm van meer betalen dan nu voor het ontwikkelen van schonere auto’s. – De 3e en 4e vraag zijn gesteld voor de aanschaf van een schonere auto (i.p.v. de maatregel schonere auto’s). In eerste instantie zijn meer ANWB-leden bereid te betalen voor de schonere auto zelf dan voor de ontwikkeling ervan. – De tegenstrijdigheid tussen de 3e en 4e vraag wordt zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de vraagvolgorde. Was de 4e vraag eerst gesteld en daarna de 3e vraag, dan waren de uitkomsten zeer waarschijnlijk meer met elkaar in overeenstemming geweest.
•
Motivaction raadt aan uit te gaan van het percentage dat positief antwoordt op de 2e vraag: bereid meer te betalen voor de maatregel schonere auto’s. Reden hiervoor is dat deze vraag de gehele maatregel omvat en niet alleen de aanschaf van een schonere auto. 9
© Motivaction International B.V.
Conclusies Betaalwijze (1) • Na het voorleggen van de maatregelen die geld kosten (bomen planten, schonere auto’s, meer alternatieven en luchtzuiveringsinstallaties) is aan de ANWB-leden, die eerder hebben aangegeven dat ook de automobilist moet meebetalen aan 1 of meer van deze maatregelen (40%), gevraagd op welke wijze zij zouden willen meebetalen. Dit is gedaan in de vorm van stellingen die betrekking hebben op de volgende betaalwijzen: – Variabilisatie – Milieukorting – Zuinig rijden korting – Spitsheffing – Gelijke lasten – Cordonheffing •
Zoals uit de eerdere metingen al bleek, vindt een variabel betaalsysteem goed gehoor onder de leden. Het enthousiasme hiervoor neemt, naarmate men meer over het onderwerp gevraagd is, toe. In de 0-meting vond 77% een variabel systeem een goed idee, in de 1-meting 84% en in deze 2meting 88%. Hierbij dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat uit de 0-meting bleek dat 53% van de leden verwacht minder te gaan betalen bij een variabel betaalsysteem.
•
Een betaalsysteem, waarbij elke automobilist evenveel betaalt, vindt (evenals in de 1-meting) juist veel minder gehoor (55% niet mee eens). Het gaat hierbij om het meebetalen aan maatregelen. 10
© Motivaction International B.V.
Conclusies Betaalwijze (2) • In lijn met de populariteit van de maatregel schonere auto’s is het merendeel (93%) een voorstander van een milieukorting; eigenaren van schonere auto’s zouden minder moeten betalen dan eigenaren van vervuilende auto’s. •
Ook een zuinig rijden korting (agressieve rijders rijden milieuonvriendelijker, dus zouden meer moeten betalen) vindt gehoor onder ANWB-leden. De populariteit voor deze betaalwijze valt waarschijnlijk te verklaren vanuit het feit dat in de 0-meting bleek dat agressieve en onveilig rijdende weggebruikers worden gezien als één van de grootste problemen van autorijden.
•
Een spitsheffing wordt als betaalwijze voor filemaatregelen meer geaccepteerd dan als betaalwijze voor milieumaatregelen; in geval van spitsheffing als betaalwijze voor filemaatregelen is 60% voor (1-meting), als betaalwijze voor milieumaatregelen is 46% voor een spitsheffing.
•
Ook een cordonheffing is als betaalwijze voor milieumaatregelen minder populair dan als betaalwijze voor filemaatregelen (49% vs. 68%).
11
© Motivaction International B.V.
12
© Motivaction International B.V.