Alternatieve Studiegids 2013 B.V.W. ‘Biologica’ ß
EducaCie
Alternatieve Evaluaties van WUR-keuzevakken voor Biologen door Biologen
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Colofon Jaar van uitgave: 2013 Uitgever: EducaCie, Studiecommissie van B.V.W. ‘Biologica’ Droevendaalsesteeg 2 Bodenummer 819 Kamernummer 111 6708 PB Wageningen Wageningen Kijk voor meer informatie op: www.bvwbiolgica.nl of stuur een mailtje naar educacie.biologica@ gmail.com De redactie houdt zich het recht voor ingezonden stukken te wijzigen of te weigeren zonder opgaaf van reden. Fouten en wijzigingen graag doorgeven aan educacie.biologica@ gmail.com
Majorvakken 3 Practical Biological Chemistry 4 Genetic Analysis, Tools and Concepts 4 Gene Technology 5 Cell Biology and Advanced Imaging Technologies 5 Bioinformation Technology 6 Concepts and Approaches in Developmental Biology 7 Ecophysiology 8 Plant Plasticity and Adaptation 9 Vertebrate Structure and Function 10 Cell Biology and Health 11 Behavioural Endocrinology 12 Basics of Infectious Diseases 13 Nutritional Physiology 14 Population and Systems Ecology 14 Molecular and Evolutionary Ecology 16 Fieldcourse European Flora and Fauna 17 Ecological Methods I 18 Systems Analysis, Simulation and Systems Management 19 Vrije keuze- en Mastervakken 20 Cutting Edge Ecology 20 Sustainable Fish and Seafood production 21 Didactic Skills 22 Molecular Virology 23 Introduction Animal Sciences 23 MOS-modules 24 Intuitive Intelligence 25 Career Development & Planning 26 Negotiation Skills 27 Intercultural Communication Skills 29 Argumentation Skills 29
Inleiding Ben je bezig met het kiezen van een Major, maar weet je niet precies wat je van de verschillende specialisaties moet verwachten? Ben je nog op zoek naar een leuk vrije keuzevak? Zoek je een geschikte MOS-module? Dan kan deze gids je misschien helpen. Verschillende biologen hebben hun ervaringen tijdens verschillende vakken voor ons opgeschreven en wij hebben ze vervolgens gebundeld in deze gids. Zo lees je ook een keer iets anders dan het verkooppraatje van de docenten... Heb je zelf nog een vak gevolgd waarvan je denkt dat het interessant is voor biologen en staat er nog geen evaluatie in deze gids, neem dan contact op met ons door een mailtje te sturen naar
[email protected]. Graag willen we ook nog even alle leden bedanken die ons geholpen hebben door een vak te evalueren! We hopen dat jullie iets aan deze gids zullen hebben! Veel liefs, De EducaCie
ß
4
Majors Major A – Cell and Molecular Biology BIC-10306 GEN-30306 MOB-20306 PCB-30306 SSB-20306
Practical Biological Chemistry Genetic Analysis, Tools and Concepts (GATC) Gene Technology Cell Biology and Advanced Imaging Technologies Bioinformation Technology
Major B – Organismal and Developmental Biology BIC-10306 EZO-22306 NEM-21306 PPH-30806 EZO-31306
Practical Biological Chemistry Concepts and Approaches in Developmental Biology Ecophysiology Plant Plasticity and Adaptation Vertebrate Structure and Function
Major C – Human and Animal Health Biology BIC-10306 CBI-20306 ETH-20306 NEM-20806 HAP-30306
Practical Biological Chemistry Cell Biology and Health Behavioural Endocrinology Basics of Infectious Diseases Nutritional Physiology
Major D – Ecology and Biodiversity CSA-20806 GEN-20306 BIS-20803 REG-31806 PPS-20306
Population and Systems Ecology Molecular and Evolutionary Ecology Fieldcourse European Flora and Fauna Ecological Methods I Systems Analysis, Simulation and Systems Management
ß
5
Practical Biological Chemistry BIC-10306 (2013)
Het vak geeft de basiskennis en basisvaardigheden over veelgebruikte technieken in de (moleculaire) biologie. Je kijkt onder andere naar technieken om DNA te klonen, PCR, spectrofotometrie en fluorimetrie. Het vak bestaat uit twee onderdelen: een moleculaire biologie gedeelte en een biochemie gedeelte. Bij moleculaire biologie analyseer je DNA/RNA en met biochemie ben je bezig met eiwitten en enzymen te analyseren. Je volgt elk onderdeel twee weken, dus twee weken moleculaire biologie en twee weken biochemie. Bij moleculaire biologie begin je met een college en de rest van de dag heb je practica. Bij biochemie start je elk practicum met een korte introductie en begin je dan met je practicum, waarover je aan het eind van elk practicum een klein verslagje moet schrijven, daar heb je vaak ook nog extra tijd voor. Als je doorwerkt heb je deze extra tijd niet nodigJe hebt dus veel practica die soms afgewisseld wordt met een computerpracticum. Het vak wordt vooral in het Nederlands gegeven, alhoewel sommige begeleiders alleen Engels spreken. De begeleiders zijn over het algemeen toegankelijk, enthousiast en goed in uitleggen. De practica van moleculaire biologie zijn erg leuk en leerzaam. Technieken waarvan je veel gehoord hebt mag je nu zelf uitvoeren. De practica van biochemie waren ook leuk, maar ze zijn redelijk simpel, met veel herhaling en er wordt gebruik gemaakt van oude apparatuur. Je krijgt twee practicumhandleidingen, deze zijn echt tentamenstof. Daarnaast gebruikt je het boek Introduction to Genetic Analysis, dit is meer ondersteunend. Je hebt ongeveer dagelijks van half 9 tot 4 of 5 uur les. Daarnaast moet je dus nog iets voorbereiden en het verslag maken. De toets past goed bij de behandelde stof en maakt tijdens het vak een heleboel oefententamens die erg vergelijkbaar zijn met de eindtoets. Het is een erg leuk en interessant vak en het is relatief makkelijk, maar ik vond soms dat er wel redelijk wat herhaling van vorige vakken in zat.
Genetic Analysis, Tools and Concepts ß
6
Dit vak wordt in periode 6 gegeven en zal daarna pas geëvalueerd worden.
Gene Technology Voor dit vak hebben we nog geen evaluatie kunnen bemachtigen. Wil jij ons helpen? Stuur dan een mailtje naar:
[email protected]
Cell Biology and Advanced Imaging Technologies PCB-30306 (2012)
Het vak richt zich, zoals de naam al zegt, vooral op microscopen en andere manieren om processen in cellen te visualiseren. Het vak bestaat uit drie delen gegeven door drie verschillende leerstoelgroepen. PPH geeft 20% van deze cursus, hier gaat het voornamelijk over het gebruik van reporter genes (genen om activiteit van andere genen aan te tonen). PCB geeft 40% van dit vak. Dit deel gaat voornamelijk over de werking van verschillende soorten microscopen en toepassingen daarvan. Met name fluorescentiemicroscopie om microtubili (onderdeel van het cytoskelet) te visualiseren komt uitgebreid aan de orde. De overige 40% van het vak wordt gegeven door BIC, ook hier ligt de nadruk op fluorescentiemicroscopie, maar nu om eiwitinteracties (voornamelijk tussen transcriptiefactoren) in plantencellen te bekijken. Het vak bestaat voor een klein deel uit colleges (tien stuks van een uur) en voor een groot deel uit verplichte (maar erg leerzame) practica (tien stuks van elk twee dagen). Voor de practica wordt je in kleine groepjes van acht personen verdeeld. Hierdoor krijgt iedereen de kans om met de geavanceerde microscopen te werken. Je leert tijdens omgaan met het apparatuur en hoe je effectief de verkregen data moet verwerken. Na elk practicum is er een literatuurdiscussie, hiervoor moet je een artikel lezen dat verwant is aan het practicum. In de laatste week van de cursus moet je een verslag schrijven over één van de tien practica waarin je dieper ingaat op dat specifieke practicum. Het vak wordt in het Engels gegeven en enige natuurkundige kennis op het gebied van licht is handig. De begeleiding van dit vak is zeer goed. De docenten nemen de tijd om je dingen helder uit te leggen. De colleges en practica worden interactief gegeven. Aangezien alle delen van het vak ingeroosterd zijn heb je niet veel ‘huiswerk’ voor dit vak. Delen als verslag schrijven, literatuur lezen en presentaties voorbereiden zijn allemaal ingeroosterd. Het examen is goed te doen in vergelijking met de gegeven colleges en practica en bestaat uit theorievragen, het interpreteren van datasets en het uitvoeren van berekeningen. 7 ß
Over het algemeen is dit een zeer leerzaam en nuttig vak als je geïnteresseerd bent in cel- en moleculaire biologie. Ook voor mensen die geïnteresseerd zijn in ontwikkelingsbiologie (met name van planten) kan dit vak zeer leerzaam zijn. De practica leren je erg veel over het werken met geavanceerde microscopen en het verwerken van data die hiermee verkregen wordt. De literatuurdiscussies leren je veel over het lezen van wetenschappelijke artikelen en hoe deze te beoordelen. Het enige nadeel van het vak is dat het een zeer druk geroosterd vak is (je hebt geen dagen vrij).
Bioinformation Technologies SSB-20306 (2011)
Bioinformation Technology is onderdeel van de major Cell and Molecular Biology. Het behandelt de basis van bioinformatica. Dat houdt in dat je op verschillende niveaus, van gen tot eiwit, leert werken met de belangrijkste databases en tools. De nadruk ligt vooral op het biologische aspect van wat je aan het doen bent en niet zozeer op de informaticakant. Het vak omvat een aantal colleges, maar vooral veel computerpractica. De colleges geven in principe de (biologische) informatie die je nodig hebt om de practica uit te kunnen voeren. Een serie colleges over eiwitten wordt gegeven door een gastdocent, die vrij veeleisend is, maar waar je razend veel van leert. Het computerpracticum is opgedeeld in een aantal modules, die je in de gegeven tijd dient door te werken. De laatste twee dagen heb je een eindopdracht die meetelt voor 45% van het cijfer en waarin je alle opgedane kennis moet gebruiken. Daarnaast wordt er van je verwacht dat je een aantal artikelen leest, die vervolgens klassikaal worden besproken in kleinere groepen. Deze bijeenkomsten zijn best nuttig, omdat je heel kritisch leert lezen en vooral overal vraagtekens bij leert zetten. Dit onderdeel telt mee voor 10%. Het vak wordt in het Engels gegeven en de groep is heel heterogeen: er zitten tweedejaars bachelorstudenten, maar ook masterstudenten en zelfs PhD-ers. De begeleiding is best goed, maar af en toe worden vragen wel wat cryptisch beantwoord. Ze willen vooral graag dat je het zelf probeert uit te vogelen. Ze verwachten veel van je, maar zijn ook bereid om er zelf moeite in te stoppen. 8 De colleges en computerpractica zijn best intensief en pittig, maar wel leerzaam. Als je goed doorwerkt is het mogelijk om alles op ß
tijd af te krijgen. Daarnaast moet je thuis ook nog wel een beetje doen. Het gaat dan om het doorlezen van een aantal artikelen en het uit je hoofd leren van alle aminozuren. Daarnaast heeft het lezen van de literatuur op zich dus ook nog een educatieve waarde, doordat je aangeleerd wordt heel kritisch te zijn. Het tentamen (45%) is vrij pittig, maar wel te doen als je goed hebt meegedaan en de stof goed hebt doorgenomen van te voren. Dit kan allemaal binnen het aantal uren dat er voor het vak staat. Ik vond het een heel leerzaam en nuttig vak, maar wel vrij pittig, zeker als je het in je tweede jaar volgt binnen de major.
Concepts and Approaches in Developmental Biology EZO-22306 (2013)
Het vak behandelt elke week een ander concept van de ontwikkelingsbiologie, en gaat daarbij steeds dieper op de precieze werkingen van bevruchte eicel tot ontwikkeld organisme. Het vak bestaat uit 2 colleges per week, en 2 dagen (computer)-practicum, waarbij het modelorganisme en het concept van die week wordt onderzocht in simulaties en modellen. Op de laaste dag van de week wordt een paper gelezen en worden vragen beantwoord over die paper en de colleges van die week, als een soort van samenvatting. De colleges en de practica zijn in het Nederlands, de slides in het Engels. Het vak wordt gegeven door Sander Kranenbarg, die erg geenthousiasmeerd is over dit vak, en er veel van weet. Hij weet de stof goed over te brengen. Het vak is niet veel werk naast de aanwezigheid bij de colleges/practica/discussie. Een beetje inlezen is soms handig, maar geen huiswerk. Het lezen van de papers kan wel wat lastiger zijn als je er nog niet eerder ervaring mee had. Door de verschillende delen (alleen de colleges zijn niet verplicht) blijft het gevarieerd en blijf je gedurende het vak goed bij. Als je alles doet is het geen moeilijk vak. De reader die er bij zit bevat de informatie van de colleges, en de papers, wat samen genoeg is om het tentamen te leren. De algemene indruk van het vak is dat het al een stapje voorbij een introducerend vak ligt op dit gebied van de biologie. Iedereen die zich wat verder in de ontwikkelings- of moleculaire biologie wil verdiepen, heeft wat aan dit vak. Met de vele verplichte dingen voelt het nog 9 wel echt als een bachelorvak, ook al wordt er redelijk serieus op de stof in gegaan. ß
Ecophysiology NEM-21306 (2011)
Het vak gaat over de fysiologische processen van verschillende ecologische aspecten, zoals de biologische klok en elektrische velden. Het zijn zes colleges van twee uur, die elk een aspect behandelen met informatie van de nieuwste resultaten. Naast de colleges zijn er nog twee weken practica. Er zijn in totaal vijf onderwerpen, gelinkt aan de colleges, waar je er twee uit moet kiezen. Elke week moet je een verslag maken, dat 20% van je totale eindcijfer is. Als laatste zijn er nog zes literatuurbesprekingen, elk met een onderwerp gelinkt aan de colleges. De reader is in het Engels, maar het vak zelf wordt in het Nederlands gegeven. Voor elk onderwerp is er een eigen docent, die je ook weer terugziet bij de gekozen practica. Bij de practica zijn er nog extra assistenten, die je helpen met problemen. Ze zijn zeer enthousiast en gemotiveerd, je moet ook initiatief nemen tijdens de practica. Als derdejaars bioloog met major B, is dit vak verplicht. Er is veel overlap met de vorige majorvakken, maar als vrije keuzevak valt dat nog wel mee. Maar ook voor mij, die dit als vrije keuzevak had, was het tempo niet zo hoog en de stof niet zo moeilijk. De eerste weken zijn nog redelijk druk, maar de laatste paar weken zijn vooral zelfstudieweken. Als je de stof goed hebt bijgehouden, is het best een rustig vak, waar niet veel tijd in gestoken hoeft te worden. Het tentamen is heel goed gekoppeld aan de colleges. En dankzij de verslagen, heb je een hoog slagingspercentage bij dit vak. In 2011 was dit 88%.
Plant Plasticity and Adaptation PPH-30806 (2011)
Het vak gaat over de aanpassingen die planten nodig hebben om te overleven. Het gaat hierbij vooral om de meest geconserveerde en oudste mechanismen. Denk hierbij aan fotosynthese, de opname van water en nutriënten, stressrespons en mechanische adaptaties in de structuur van planten. De focus ligt hierbij vooral op hoe planten functioneren en reageren op signalen uit hun omgeving. Wat gebeurt er bij meer CO2 met de fotosynthese? Wat doen planten bij overstromingen? Hoe integreren planten signalen zoals licht en donker en hoe houdt dit samen met processen in de plant? Hoe is zaadkieming vastgelegd? Het gaat dus vooral over hoe planten 10 reageren op signalen uit de omgeving en wat dit betekent voor de overlevingsstrategie van de plant. ß
Het vak is opgebouwd uit colleges en practica. Hierdoor behandeld elke docent behandeld een eigen onderwerp waar ook een practicum bij hoort. Vaak lopen deze onderwerpen niet helemaal gelijk. Hierdoor komt het voor dat er een practicum is waarbij je delen van het college nog niet gehad hebt. De meeste practica duren meerdere dagen. De eerste twee dagen van de week zijn er colleges. De volgende twee bestaan uit practica ( of PC opdrachten). De vrijdag is gereserveerd voor zelfstudie. Verder moet er ook nog een essay worden geschreven. Hiervoor kun je kiezen uit vaste onderwerpen. Hierin wordt van je verwacht dat je de onderwerpen die zijn behandeld in een college verder uit gaat diepen met een literatuurstudie. Het vak wordt officieel in het Engels gegeven, maar het kan wel voorkomen dat leraren Nederlands les geven als er geen Engelstaligen aanwezig zijn. De begeleiders zijn over het algemeen goed bereikbaar voor vragen en ze willen je zeker iets leren. Over het algemeen staan ze open voor vragen, de begeleiding bij de practica is prima. De colleges zijn goed en vertellen je voldoende over de stof. Om het echt duidelijk te krijgen is het wel aan te raden om ook delen van het boek echt te lezen. De practica zijn prima, maar persoonlijk had ik het soms liever wat uitdagender willen hebben. Naast de colleges en practica is het aan te raden om het boek ook echt te lezen, maar het vak is te halen zonder dat je dat doet. Er wordt echter wel verwacht dat je de aangewezen delen uit het boek kent voor het tentamen. Verder is het schrijven van het essay redelijk veel werk. Let wel: er is een vrijdag vrij geroosterd dus in principe krijg je die tijd ook wel. Voor dit vak is het wel aan te raden om de stof goed bij te houden. Verder wordt er ook verwacht dat je enkele artikelen leest als supplementaire informatie. Soms worden deze artikelen ook tijdens de colleges behandeld. Het is examen is niet makkelijk, doordat de hoeveelheid informatie vrij groot is. Hierdoor moet je goed opletten op welke delen de nadruk ligt. Het oefententamen kan hier zeer nuttig zijn. Alles leren is niet per se voordelig. Ik vond het een leuk vak dat zeer zeker aan te raden is als je verder wil met plantonderzoek of een thesis bij PPH of een andere plantgerelateerde leerstoelgroep. Het had qua practica wat uitdagender gekund, maar de stof die wordt gegeven is zeker nuttig. ß
11
Vertebrate Structure and Function EZO-31306 (2011)
Dit in het Nederlands-gedoceerde-vak is een echte aanrader voor Mens- en Dierkunde-liefhebbers. Als je de behandelde stof van M&D 1 en 2 interessant vond en je die nog enigszins paraat hebt, is dit vak redelijk goed te doen. Redelijk, want het vak is zwaarder dan deze voorgaande vakken. Je bent er dan ook meer tijd mee kwijt dan dat er eigenlijk voor staat. Wel krijg je echt “waar voor je geld”, je zult verbaasd staan over hoeveel je van deze cursus leert. Het vak is opgebouwd uit colleges (40%), discussiecolleges (10%), practica (40%), een themaweek (10%) en een videoserie (facultatief). Tijdens het vak wordt een overzicht gegeven van de wereld van de vertebraten. De evolutionaire lijnen staan centraal: in de eerste colleges en discussiecolleges wandel je dan ook door de tijd en ga je van het ontstaan van de vertebraten tot het ontstaan van de meest geavanceerde dieren. De andere colleges behandelen thema’s zoals spieren, het skelet, respiratie, het zenuwstelsel, etc. Alle informatie kun je terugvinden in het boek ‘Vertebrates, comparative anatomy, function, evolution’ van Kardong. Het is aan te raden dit boek aan te schaffen, want het wordt intensief gebruikt. Tijdens de discussiecolleges wordt nogmaals (soms dieper) ingegaan op de stof die de vorige week in de colleges aan bod is gekomen. De discussiecolleges vormen dan ook een mooie rode draad door de leerstof. Iedere student is een keer voorzitter tijdens deze discussie en hiervoor krijg je ook een cijfer. Eens per week wordt tijdens het discussiecollege een tussentoetsje afgenomen. Kijk hiervoor goed de colleges van vorige keer door, dat werkt efficiënter dan alles na te moeten lezen in het boek. De cijfers die je voor deze toetsjes krijgt vormen samen met het voorzitterscijfer 10% van je eindcijfer. In de morfologiepractica vind je ook de evolutionaire lijn terug. De eerste practica staan in teken van de zeeprik (een heel primitieve vertebraat), daarna volgt Necturus en als laatste de gans. Niet ieder jaar worden dezelfde dieren behandeld. Voorheen werd de gans vervangen door de duif, het is maar net wat er op dat moment voor handen is. Ook zijn er histologiepractica die ingaan op de functionele histologie van bijvoorbeeld de darmtractus of de zintuigen. De cursus werd in 2011 afgesloten met een projectweek met het thema “De kunst van het vliegen”. Hierin leerden we in de colleges van alles over de vliegeigenschappen van vogels. De practica waren gericht op het verzamelen van parameters die belangrijk zijn om te 12 kunnen vliegen van zoveel mogelijk verschillende soorten vogels. Deze vogels waren over de hele wereld verzameld en ingevroren bewaard in Wageningen. Tussen de mussen, uilen en grutto’s ß
waren zelfs de reuzenalbatros en pinguïn beschikbaar. Van deze vogels verzamelden we gegevens over onder andere vleugeloppervlak en spanwijdte. Ook de vliegspieren werden uitgeprepareerd om er metingen aan te kunnen doen. Verder werden er tijdens deze week groepjes gevormd die een thema mochten kiezen en presenteren, gekoppeld aan de stof van de practica. In de zelfstudieweek is er de mogelijkheid om mee te gaan naar de excursie naar de dierentuin. Hoewel deze excursie een hoog schoolreisjesgehalte heeft, is hij uiteraard ook educatief verantwoord met een college over internationale fokprogramma’s. Het tentamen is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel vindt plaats in de zelfstudieweek en is de practicumtoets waarin de kennis die je tijdens de practica hebt opgedaan wordt getest. De tweede is in de tentamenweek en gaat over de collegestof en de discussiecolleges. De toets wordt deels gemaakt op de computer en lijkt op het eerste gezicht dan ook op de tentamens van M&D. Maar vergis je niet: naast meerkeuzevragen komen er open vragen in voor. Ga er bij het leren dus niet vanuit dat je namen of termen wel zult herkennen in de meerkeuzevragen, er wordt soms daadwerkelijk van je verwacht dat je de volledige Latijnse namen intypt. Daarnaast krijg je op papier ook nog wat open vragen. Deze zijn bedoeld om meer inzicht te kunnen toetsen in plaats van ‘de kunst van het stampen’. Al met al een pittig en druk vak, maar gelukkig werkt het enthousiasme van de docenten aanstekelijk en lukt het aardig wat studenten het vak te halen. Ook al kostte het veel tijd en energie, het was wat mij betreft de moeite waard.
Cell Biology and Health CBI-20306 (2013)
Het vak beschrijft de gezondheid van organismen vanuit 3 verschillende richtingen namelijk Immunology, Virology en Toxicology. Bij Immunology wordt er voornamelijk gekeken naar de verschillende afweersystemen van de mens, hoe deze zijn opgebouwd en wanneer deze geactiveerd zijn. Bij virology wordt de opbouw van verschillende virussen besproken, hoe deze zich vermenigvuldigen en hoe deze reageren op het immuunsysteem. Bij Toxicology komen onderwerpen aan het ligt als: wat voor verschillende toxische stoffen er zijn en wat ze überhaupt toxisch maakt. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan verschillende vormen van kanker. ß
Voor elke richting zijn er een aantal colleges, het totale aantal hoorcolleges bedraagt 23. Naast deze colleges die op vaste dagen plaatsvinden, zijn er ook practica. Voor elke richting heb je 1 week
13
practicum. Hiernaast zijn er ook nog 2 weken ingepland voor de praktische opdracht die men in groepjes moet vervullen. Voor deze opdracht moet je een poster en een presentatie over een bepaalde kankertherapie maken. De begeleiding is in principe prima, tijdens de practica is er voldoende tijd om bepaalde dingen te vragen en ze helpen je hierbij ook prima. Onze begeleider voor onze praktische opdracht was in staat om ons goed te helpen en te sturen/ verbeteren op bepaalde punten. Zijzelf was zeer goed bereikbaar als we haar nodig hadden. Waarschijnlijk is dit wel afhankelijk van je begeleider. De colleges zijn over het algemeen goed verzorgd en interessant. Echter het gesproken Engels is niet altijd van een goed niveau, wat storend kan zijn. Er wordt een grote hoeveelheid stof besproken in de colleges, maar over het algemeen is het goed te volgen. De practica zijn een beetje verschillend per vakgroep, aan de ene kant heb je Immunology waar je continue bezig bent met proefjes maar ook met ICT-modules terwijl de practica van Toxicology juist helemaal niet zo zwaar zijn en je wat vroeger klaar bent. De practica zijn goed geregeld, alles staat duidelijk in de map en uiteraard zijn de begeleiders je bereid om bij alles te helpen. Naast de colleges is het wel zeer verstandig om de stof goed bij te houden, ook wordt er van je verwacht de practica doorgenomen te hebben. Voor de PO moet uiteraard ook wel een groot deel thuis worden gedaan. Alles wat je behoort te weten op het tentamen wordt genoemd in de colleges/ practica of anders in de reader. De toets was naar mijn idee moeilijker dan ik had verwacht bij de behandelde stof. De behandelde stof werd echt in detail gevraagd waardoor een goede voorbereiding echt noodzakelijk is. Het was een interessant en leerzaam vak, en ik vond het zeker niet erg om naar de colleges te gaan. Doordat er van 3 verschillende richtingen bekeken wordt, is de stof ook veelzijdig.
Behavioural Endocrinology ETH-20306 (2011)
Het vak behandelt vier thema’s. Eerst wordt een introductie gegeven in gedrag en hormonen. Verschillende hormonen worden behandeld, en verschillende definities van gedrag worden behandeld. Daarna wordt reproductie, en ouderlijk gedrag behandeld. Vervolgens gaat het over homeostase en regulatie daarvan. Als laatste wordt stress en sociaal 14 gedrag behandeld. Bij alle thema’s ligt de focus op zowel het gedrag als de hormonen die dit gedrag induceren. ß
Het vak wordt volledig in het Engels gegeven en bestaat uit 16 college-uren, 7 problem orientated education classes (POE) en 2 practica. In de POE’s wordt de college stof toegepast op voorbeelden. Verder zit er heel veel zelfstudie bij dit vak. Dit vak eist heel veel zelfstudie. Er is 106 uur voor ingeroosterd en ik heb dat denk ik ook wel allemaal gebruikt. Waarschijnlijk wel iets meer, dat weet ik niet meer, maar het was leuk genoeg! Fijn is dus wel dat je daar de tijd voor krijgt tussen 9 en 5 en dus weinig nog ’s avonds hoeft te doen( in principe). Het is echt noodzakelijk de stof bij te houden, maar ik vond het heel interessant, dus was dat voor mij niet zo’n opgave. Ik las met plezier de literatuur. Het boek is dan ook absoluut noodzakelijk. In de reader staat geen info, en het volledige boek wordt behandeld, dus het is ook niet zonde van je geld om het aan te schaffen. Tijdens de zelfstudie wordt je geacht het boek te lezen. Het boek bevat veel extra voorbeelden en plaatjes, die het vak nog levendiger maken. Het vak wordt gedoceerd door vier gedreven en enthousiaste docenten. Dat maakt het vak erg leuk en interessant. Tijdens de POE’s heb je persoonlijk contact met hen en kun je vragen stellen. Tijdens de colleges komt er veel info op je af, maar er worden vaak bizarre, rare, of bijzondere voorbeelden gegeven, die het college opfleuren. Tijdens de POE’s vallen veel dingen op hun plek. Je hoeft de POE’s niet (extra) voor te bereiden, want je maakt de vragen tijdens de POE. Tijdens de toets wordt je vooral getest op mechanismen en principes, maar feitenkennis is ook belangrijk. Maar als je tijdens het vak alles goed bijhoudt en alles volgt, zal veel van de stof al opgeslagen zijn. Dit vak was ontzetten veel werk, maar ontzettend leerzaam en leuk. Je leert hoe je eigen lichaam in elkaar zit, en er zijn genoeg voorbeelden om ook aan niet biologen te vertellen( en dat ze het dan ook nog snappen) Als je van fysiologie houdt moet je dit vak zeker volgen, want het vele werk, valt in het niet bij het plezier dat je hebt terwijl je dit volgt
Basics of Infectious Diseases NEM-20806 (2012)
Het vak gaat, zoals de naam al doet vermoeden, over infectieziektes. En dan vooral over de veroorzakers van die ziektes. Zo is er voor elke groep ziekteverwekkers (bijv. schimmels, virussen of nematoden) een college. Daarnaast is er ook een aantal colleges over algemene principes van infectieziektes. Denk hierbij aan transmissie via vec15 toren, sociaal-economische aspecten van infectieziektes of aan antibiotica(resistentie). ß
Er zijn in totaal een stuk of 12 colleges, gegeven door verschillende docenten van verschillende vakgroepen (in het Nederlands). Hierdoor wordt elk onderwerp behandeld door een persoon die daar dagelijks mee bezig is. De rest van de tijd wordt besteed aan een praktisch project. In een groepje van drie kies je een ziekteverwekker (bacterie/virus/nematode) of de schapenteek. Behalve de ziekteverwekker krijg je per groepje ook een kip. Vervolgens heb je twee weken om een onderzoeksvraag te bedenken, een literatuuronderzoek te doen en een uiteindelijk een praktisch onderzoekje in het lab. Een simpel voorbeeld van zo’n onderzoeksvraag is om te kijken of jouw kip met een bepaalde bacterie is geïnfecteerd. Hiervoor kun je dan je eigen kip in stukken hakken, de darmen openrijten en in de cloaca van andere kippen gaan roeren, om vervolgens een breed scala aan biologische trucjes (platen van bacteriën, PCR etc.) op het verkregen bewijsmateriaal los te laten. Tijdens deze practica lopen er ruim voldoende begeleiders rond. Het is de bedoeling dat je zelf het onderzoek verzint en uitvoert, maar wanneer je iets nodig hebt zijn alle begeleiders erg bereidwillig te helpen. Het tentamen sluit mijns inziens prima aan bij de colleges. Er is verder geen ondersteunende literatuur, dus het is wel aan te raden om de colleges bij te wonen (of de sheets door te kijken). Zoals vermeld in de titel van het vak, gaat het om de basisprincipes van infectieziektes. Er wordt dus niet naar vreselijk diepgaande details gevraagd. Wel wordt in de colleges een aantal voorbeelden behandeld van ziekteverwekkers en hun ziektes. Deze dien je wel te kennen. Persoonlijk vond ik het een van de leukste/interessantste vakken die ik tot dan toe had gevolgd. Deels vanwege persoonlijke interesse, maar ook grotendeels vanwege de relaxte begeleiding en de prima tijdverdeling. Buiten de contacturen hoef je niet bijzonder veel tijd in het vak te steken. Het praktische deel is daarnaast ook goed om zelf eens een onderzoek op te zetten en uit te voeren in plaats van een voorgekauwd practicum uit te voeren terwijl je geen flauw idee hebt waar je überhaupt mee bezig bent.
Nutritional Physiology HAP-30306 (2012)
Het vak gaat over energie-metabolisme. Het begint met een deel over het maagdarmkanaal, en de opname van nutrienten. Het grootste deel gaat over de verschillende pathways om de nutrienten af te breken en er energie van te maken. Dus glycolyse, citroenzuurcy16 clus, oxidatieve fosforylering, enz. Als laatste behandelt het vak thermoregulatie. ß
Het vak heeft 19 colleges van elk 2 uur, daarnaast heb je 1 keer per week practicum. Het vak wordt volledig in het Engels gegeven. Evert Schothorst, de coördinator, is erg gemotiveerd, en weet van redelijk droge stof, iets boeiends te maken. Tijdens de practica wordt je begeleidt door studentenassistenten. Tijdens het eerste practica weten zij ook nog niet hoe alles werkt, wat het lastig maakt, maar naarmate de weken vorderen, krijgen zij de practica steeds beter in de vingers, en wordt de begeleiding beter. De colleges waren interessant, maar de leerstof bestaat voornamelijk uit schema’s. Dat is gewoon even doorbijten. Er wordt wel veel herhaald, en aan het eind van elk college worden er examenvragen gesteld, om de stof nogmaals te herhalen, dus veel van de benodigde info doe je al op tijdens de colleges. De practica waren erg makkelijk. Als bioloog heb je al behoorlijk wat practica ervaring, maar omdat dit oorspronkelijk een voeding en gezondheid vak is, rekenen ze daar niet op. Verder waren de uitkomsten van de practica al ver van te voren te voorspellen, en was het nut van de proef dus niet echt aanwezig. Ik heb naast de colleges en practica, denk ik maximaal een halfuur per dag besteed aan het vak, maar het is wel belangrijk om het overzicht te bewaren. Veel stoffen komen in meerdere pathways voor, en het helpt als je nog weet waar die stof nog meer gebruikt werd, zodat je pathways aan elkaar kunt linken. Het boek dat bij dit vak hoort is niet noodzakelijk. Verder bevat de reader alle handouts van de colleges en daar staat alles op wat je moet weten. Literatuur wordt dus niet echt gebruikt. De toets bestaat uit meerkeuzevragen en een aantal open vragen. Tijdens de toets krijg je drie schema’s erbij, dus je hoeft niet alle pathways uit je hoofd te kennen. In de toets wordt gevraagd naar dingen die ook behandeld zijn, en vaak zelfs al een keer met eenzelfde soort oefenvraag zijn uitgelegd. Het vak zit goed in elkaar. Ik vond het interessant. Op sommige punten had het wel wat dieper op de stof in mogen gaan, naar mijn mening, zeker omdat je niet alles uit je hoofd moest weten. Maar ik heb wel genoten van dit vak.
Population and Systems Ecology CSA-20806 (2012)
Tijdens dit vak leer je van alles over het leven om je heen. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over veranderingen in populatiegroottes en de oorzaken en gevolgen daarvan. Daarnaast wordt op nog grotere schaal gekeken wat het verschil is tussen ecosystemen in verschillende 17 landschappen. ß
In colleges wordt verteld over de verschillende onderwerpen en worden modellen nader verklaard, dit gebeurt bijvoorbeeld met het Lotka-Volterra model. Naast deze colleges zijn er werkcolleges, waar je onder begeleiding gaat rekenen/werken met de modellen. In principe is het vak ingericht om in het Engels gegeven te worden, dat wil zeggen dat de PowerPoint in het Engels was, als er geen niet Nederlandstalige studenten in de groep zitten, kan er echter in overleg in het Nederlands les gegeven worden. Persoonlijk is dit vak me goed bevallen, de colleges werden over het algemeen op een leuke manier gegeven en de docenten waren gemakkelijk te benaderen. Naast de colleges en de werkcolleges die we volgden, die al redelijk wat tijd in beslag namen, heeft dit vak ook nog twee computer practica per week. Deze waren leerzaam, maar naar mijn mening minder interessant. In de werkcolleges is de stof prima te behandelen, dus in principe hoeft er buiten de colleges niet veel meer gedaan te worden als je in de colleges op een normaal tempo doorwerkt in de klapper met opgaven en antwoorden die je hebt gekregen. Naast deze klapper is er ook nog een boek voor deze cursus, maar die is door veel van mijn jaargenoten niet eens aangeschaft, je moet het tentamen ook kunnen halen zonder. Als laatste vond ik het tentamen wel passen bij de stof, er kwam ongeveer in terug wat ik verwacht had. Daarmee vond ik dit een leuk en uitdagend vak om te volgen, omdat ik zeker het gevoel heb dat ik nuttige kennis heb opgedaan en daar goed in begeleid ben door mijn docenten.
Molecular and Evolutionary Ecology GEN-20306 (2013)
In dit vak leer je moleculaire technieken als DNA-isolatie en PCR te gebruiken in ecologisch onderzoek. Het vak word gegeven door docenten van zowel genetica, fytopathologie en entomologie. Bij een van deze leerstoelgroepen doe je ook een klein onderzoekje van een paar weken. De eerste week van het vak volg je colleges over een aantal moleculaire technieken waarna je deze in een practicum zelf zult leren toepassen. Over deze eerste week moet een verslag ingeleverd worden zodat je nadenkt over de verschillende stappen die gedaan worden in deze moleculaire technieken. De overige vijf weken doe je een klein onderzoekje bij een van de drie leerstoelgroepen (genetica, fytopathologie of entomologie). Je krijgt startliteratuur en vanuit hier kun je een klein beetje bepalen welke kant jouw onderzoekje op zal gaan. Je werkt in een lab, vaak met 18 een PhD-student. Er zijn een aantal excursies waarin je elke keer naar een leerstoelgroep gaat om te luisteren naar een kleine preß
sentatie van je medestudenten. Zelf geef je dus ook een keer een presentatie over je eigen onderzoek. Ook zijn er literatuurdiscussies waarin je zelf een artikel uitkiest dat relevant is voor je onderzoek en dit vervolgens met de groep bespreekt en bediscussieert. Dit helpt erg goed om je eigen artikel(en) beter te begrijpen. Aan het eind van de vijf weken lever je een verslag in en geef je ook een presentatie over je onderzoek. Het vak word in het Engels gegeven maar de meeste docenten zijn Nederlands en tijdens practica kun je dus ook vaak in het Nederlands communiceren. De begeleiding tijdens het eerste deel van het vak is heel goed. De begeleiders zijn heel behulpzaam en enthousiast. De begeleiding in het tweede deel verschilt per onderzoekje. Bij mij was de begeleiding super goed. Het hele vak was erg leuk om te volgen. De practica in het begin waren leuk en leerzaam. Het eigen onderzoekje was natuurlijk het aller leukste. Je zit dan echt bij de leerstoelgroep in een kamer en het voelt echt een beetje of je er bij hoort. Super leuk! Er word niet gewerkt aan de hand van een boek. Thuis moet je natuurlijk wel artikelen lezen over jouw onderzoekje, presentaties moeten voorbereid worden en verslagen moeten geschreven worden. Al is daar ook wel tijd voor als je je planning goed hebt gemaakt. Ik was niet heel veel extra tijd kwijt voor dit vak. We begonnen sommige ochtenden wel eerder (8 uur) omdat we het anders niet af zouden krijgen voordat het middagvak zou beginnen. Maar dit deden we natuurlijk ook omdat we heel enthousiast waren over ons eigen onderzoekje. Ook kost het schrijven van het verslag soms wat extra tijd en het voorbereiden van de presentaties ook. Maar daar staat tegenover dat er geen tentamen voor dit vak is. Aan het eind lever je jouw verslag in en doe je een korte presentatie over de uitkomsten van je onderzoek. Dit sluit goed aan bij hoe het vak gegeven word en het is ook nog eens goed voor je Engelse presentatieskills. Dit vak was denk ik een van de leukste vakken die ik in mijn bachelor gevolgd heb. Ik kan het zeker aanraden. Het is erg leuk om mee te doen in een onderzoek van een PhD student. Het is zo anders dan hoe het er normaal aan toe gaat, echt een leuke afwisseling.
Fieldcourse European Flora and Fauna BIS-20803 (2011)
Dit is de welbekende excursie naar de Pyreneeën. Je bent twee weken lang bezig met het uit je hoofd leren van de Europese flora en fauna. De ene dag ben je bezig met flora en de andere dag ben je bezig met fauna. Bij flora neem je elke dag wat planten mee naar de practicumzaal waar je met je groepje de namen van
ß
19
deze planten in je hoofd gaat stampen. Ook wordt er een soort scorebord bijgehouden waarop wordt gescoord welke planten waar zijn gevonden en hoe vaak ze gedurende de twee weken gevonden zijn. Hoe vaker een plant gezien is hoe grotere kans dat die plant wordt gevraagd op het tentamen. Hou er wel rekening mee dat, hoewel er gezegd wordt dat orchideeën niet geplukt mogen worden, je deze wel op je tentamen kunt krijgen. Bij fauna ga je elke dag insecten vangen met je groep. Een paar keer per dag ga je dan de insecten die je tot dan toe gevangen hebt bekijken en identificeren. De insecten gaan vervolgens in de stikpot en worden bij terugkomst opgespeld en in de bakken die hiervoor staan neergezet. De collectie, die je met een paar groepen verzameld hebt, wordt beoordeeld op diversiteit en het aantal soorten dat erin zit. Het is makkelijk om met behulp van deze collectie te leren voor je tentamen. Het is een erg leuk vak, al is het niet aan te bevelen als je zwakke knieën hebt, aangezien er veel gewandeld wordt door de bergen. Als je dit vak verplicht moet volgen omdat je major D hebt en een lichamelijke aandoening hebt, kun je vrijstelling aanvragen. Het is lastig om dit vak te volgen als vrije keuzevak omdat er maar een bepaald aantal mensen mee kan en mensen met major D voorrang krijgen. De toets die je krijgt gaat over het benoemen van de insecten en planten die je hebt bestudeerd en de theorie die je bij planten krijgt en bij insecten eerst nog zelf moet uitzoeken. Het is aan te raden dit al eerder te doen dan daar, want daar ben je zo druk dat je er eigenlijk geen tijd voor hebt. Voor de rest zijn de avonden erg gezellig. Ik heb veel nieuwe mensen leren kennen bij de kampvuurtjes die we hebben gestookt en je duikt altijd net iets te laat je bed in, maar het is het allemaal waard.
Ecological Methods I REG-31806 (2011)
Ecological Methods bevat toegepaste statistiek. Je leert hoe je een dataset moet analyseren, hoe je een hypothese vormt en wanneer je welke statistische test moet toepassen. Daarnaast krijg je nog de onderdelen univariate- en multivariate analyses. Het vak bestaat uit colleges, met daarop volgend practica. Aan het einde van het vak ga je in een week met een groep een dataset bewerken en de resultaten presenteren. Hier krijg je een cijfer voor. Tijdens het vak is er na elk onderdeel een tussentijdse toets, als je ze alle drie haalt hoef je geen examen te doen. Het vak wordt in het Engels gegeven. Er is wel een mogelijkheid om tijdens de practica een 20 vraag in het Nederlands te stellen. ß
De docenten zijn erg gemotiveerd en geven hun colleges met veel humor en enthousiasme. Ze nemen echt de moeite om je de stof te laten snappen. De practica zijn goed te volgen en na het practicum wordt er nog kort even uitgelegd wat nu de boodschap was. Naast de colleges en practica hoef je niet heel hard te leren, ten minste als je goed je best doet hierbij. Voordat er een tussentijdse toets is, is er tijd ingeroosterd om te leren. Als je het oefententamen maakt, heb je een goed idee hoe zwaar de toets is. Het is een erg leuk vak en je leert er veel van.
Systems Analysis, Simulation and Systems Management PPS-20306 (2011)
Dit vak gaat verder op het vak Modelling Biological Systems (PPS-21306). Het vak wordt in het Engels gegeven en de reader die je krijgt is ook in het Engels. Wel kan je je vragen gewoon in het Nederlands stellen. Je leert ingewikkeldere modellen te bouwen en je deze te interpreteren. Je werkt met Simili en Matlab. Je leert eerst met Simile een model op te bouwen met behulp van symbolen, net zo als ik dat had geleerd met Visual Grind in Matlab bij Modelling Biological Systems. De reden hiervoor is dat ze, toen ik het vak volgde, niet wisten dat een docent van Modelling Biological Systems Visual Grind had geschreven voor Matlab. Dit doe je ongeveer twee tot drie weken en daarna ga je in computertaal leren programmeren met Matlab. Wat ik jammer vond was dat er heel veel overlap is tussen Modelling Biological Systems en dit vak. De eerste twee à drieweken zijn eigenlijk alleen maar herhaling van het programmeren met symbolen. Dat dit er toch inzit komt omdat het vak ook wordt gevolgd door plantenwetenschappers, die hier nog geen kennis van hebben. Dit zijn echter wel vaardigheden die je moet hebben wil je de rest van de weken snappen wat je doet. Wat ik ook jammer vond aan het vak was dat er zo weinig begeleiding was, namelijk twee begeleiders op 45 studenten. Het kwam hierdoor regelmatig voor dat je een kwartier of langer zat te wachten op uitleg. En vaak was dit uitleg over het programma en niet over de stof. Op zich heb je weinig zelfstudie. Het enige wat je moet doen is je syllabus lezen en vooral de grijze kaders leren. Waar je wel rekening mee moet houden is dat de toets op papier is, dus dat je sommige berekeningen die je eerst op de computer doet je ook met de hand moet kunnen. De zelfstudie bestaat dus vooral uit het oefenen van de weinige opdrachten die je zelf kan doen zonder behulp van Matlab en het lezen van de syllabus. 21 De opdrachten waar je gebruik moet maken van Simile kan je wel thuis oefenen omdat dit open software is. ß
Het idee van het vak is op zich goed maar het komt er niet uit. Dit komt waarschijnlijk ook door de vele veranderingen die het vak heeft ondergaan en die het nog steeds ondergaat. Dus wie weet zit het voortaan wel goed in elkaar. Voor mensen die het vak Modelling Biological Systems hebben gevolgd is het momenteel niet heel interessant vanwege de grote overlap tussen deze vakken. Als je dit vak niet hebt gevolgd is het goed te doen als je alles bijhoudt.
Vrije-keuze- en Mastervakken Cutting Edge Ecology ENT-90303 (2013)
Het vak gaat over ´hot topics´ in de ecologie. Het wordt door mensen van het NIOO gegeven. Het vak heeft een thema wat varieert per jaar. Elke week krijg je een lezing over twee verschillende onderwerpen van verschillende takken in de ecologie. Het vak word een keer in de 2 jaar gegeven. Een keer per week heb je verplicht college (in het NIOO gebouw). Naast de colleges moet je in een groepje een PhD proposal (alleen inhoudelijk) schrijven onder begeleiding van iemand die bij het NIOO werkt. Het moet gaan over een ecologisch onderwerp, wat je zelf, of met je groep, mag kiezen. Hier geef je ook een presentatie over helemaal aan het einde van het vak. Voor deze opdracht moest je naast de vaste uren nog wat werk doen. Je moest zelf je groep samenstellen en afspraken maken met je begeleider. Het vak heeft geen reader of boek, maar er waren wel ondersteunende artikelen over de onderwerpen die in de lezingen werden besproken. Er is geen toets, alleen het schrijven van het onderzoeksproposal. Het is leuk dat je jouw eigen onderwerp mocht kiezen. Alle groepen presenteren aan het einde hun ideeën die heel divers bleken te zijn. Je cijfer wordt bepaald aan de hand hiervan en aan de hand van het proposal zelf. Ik vond het een leuk vak om te volgen. De leraren waren enthousiast en de werkdruk was prima voor 3ects. Het is vooral leuk om een breder beeld te krijgen over verschillende ecologische onderzoeken. Ik vond het wel jammer dat je niet heel diep op de verschillende onderwerpen in kon gaan. De tijdsindeling voor het vak is prima. Vooral aan het einde was ik er meer tijd aan kwijt omdat we toen het proposal moesten schri22 jven en hiervoor moesten afspreken met de groep en de begeleider. Ook moest toen de presentatie worden voorbereid. De eerste weken heb je alleen maar veel ochtenden vrij! ß
Sustainable Fish and Seafood production AFI-33306 (2012)
Dit vak gaat over het duurzaam produceren van met name vis, zowel voor gekweekte en gevangen vis. Het vak wordt gegeven door drie vakgroepen: bedrijfseconomie (BEC), Aquacultuur en Visserij (AFI) en Management studies (MST). AFI neemt hierin de leiding en is uiteindelijk aansprakelijk. Het vak werd gecoördineerd door een afgestudeerde biologe (Marleen Hoofd), wat erg leuk was aangezien zij iets meer over haar eigen traject kon vertellen. Tijdens het vak leer je vanuit bedrijfsperspectief, ecologisch perspectief en managementperspectief te kijken naar duurzaamheid. Ook leer je wat duurzaamheid precies inhoud en dat het nog niet zo makkelijk is om dit te benoemen, omdat iedereen weer iets anders belangrijk vindt. Het vak wordt in vier weken gegeven en als je nog nooit iets over visserij of kwekerij hebt meegekregen, komt er best veel op je af. Het vak bestaat uit een aantal college’s, drie excursies naar bedrijven en een verslag. De colleges worden door gastsprekers en de verschillende vakgroepen gegeven en benaderen duurzaamheid vanuit hun eigen perspectief. De colleges zijn makkelijk te volgen, zeker de colleges van management zijn erg leuk. Elke vakgroep behandelt ook een case aan de hand van de colleges. Hierin ga je praktisch aan de slag met wat je in de colleges hebt geleerd. Voor het verslag ga je kijken naar Pangasiuskwekerijen in Vietnam of naar de tonijnvisserij. In je verslag ga je kijken naar duurzaamheid in de huidige situatie en je bedenkt een alternatieve situatie met verbeteringen met je groepje. Hier ben je de eerste helft van de tweede week en de hele derde week mee bezig. Aan het eind moet je de resultaten presenteren aan je mede studenten. Je kennis wordt op twee momenten getoetst. Aan het begin van de tweede week wordt je kennis getoetst over de colleges die je in de eerste week hebt gehad. Het tweede tentamen gaat ook over deze kennis maar dan vooral toegepast in een vraagstuk. Ook wordt je kennis over de Pangasius en de Tonijn getoetst. Doordat het vak nog redelijk jong is en in mijn jaar ontzettend gegroeid is qua aantal leerlingen (van 18 naar 50) was het nogal een chaotisch vak. De zaaltjes waren precies goed maar meer kon er ook echt niet in. Ook waren er in het begin niet genoeg lokaaltjes gereserveerd om te werken aan het verslag. Verder werd informatie vaak de dag van te voren gegeven of om 12 uur ’s nachts, waar je dus niks meer mee kon. Hopelijk komt dit niet meer voor in de komende jaren want het leverde erg veel 23 onnodige stress en onduidelijkheid op. Verder was het een erg interessant vak om te volgen en ik heb er ook ontzettend veel van geleerd. ß
Didactic Skills ECS-20806 (2012)
Je leert in zes weken, door het maken van oefeningen, het zelf lesgeven en het volgen van colleges, een aantal dingen over hoe je jouw lesgeefvaardigheden kunt verbeteren. Het is daarnaast een erg gezellig vak waarbij je verplicht veel met elkaar kletst en waarbij je leuke lessen krijgt van anderen over onderwerpen waar je zelf nooit aan had gedacht. Maar vergis je niet: het is niet alleen maar leuk, soms is het best heftig om voor de klas te staan en feedback te krijgen. Ook moet je een reflectieverslag schrijven over je ervaringen met het vak en moet je een korte stage organiseren. Deze stage is best veel werk, je moet hem zelf opzetten en vaak zelf een invulling geven aan de lessen. Ook hiervan moet weer een uitgebreid reflectieverslag gemaakt worden. Toch is het een erg leerzaam en interessant vak en zeker een aanrader voor mensen die denken dat ze mogelijk docent willen worden, maar het nog niet zeker weten. Je hebt maandagmorgen en vrijdagmorgen werkcollege. Je krijgt dan hoorcolleges en opdrachten met betrekking tot lesgeven. Ook moet je zelf drie microlessen van ongeveer een half uur voorbereiden en geven en meedoen met de microlessen van je klasgenoten. Daarnaast moet je nog stagelopen. Voor deze stage, inclusief reflectieverslag, staat ongeveer 40 uur. Deze stage is tevens je eindopdracht. Je wordt een beetje in het diepe gegooid, maar het sluit wel goed aan op de stof die je tijdens het vak behandelt. Het vak wordt in het Nederlands gegeven. De colleges waren elke maandag- en vrijdagochtend en toch was ik (na een heftige donderdag) meestal goed in staat om enthousiast op te letten. Dat is best een prestatie. Het was vooral erg gezellig omdat je toch een beetje je ziel blootlegt voor je klas door les en feedback te geven. Hierdoor werd het in een korte tijd al een vrij hechte groep. De reader die je tijdens dit vak gebruikt is niet erg wetenschappelijk, maar juist praktisch en handig. Bijna alles wat besproken wordt staat ook in de reader. Ik had een hele leuke enthousiaste docent, die je veel leerde door goede feedback te geven enzovoort. Natuurlijk blijven het typische ‘LeBo-docenten’, wat wel even omschakelen zal zijn voor een biologiestudent. Thuis moet je de reflectieverslagen schrijven. Dit kost best veel tijd, maar hiervoor zijn drie vrije ochtenden ingeroosterd, waardoor het wel te doen is. Het vak is goed opgezet, maar iets meer begeleiding bij de stage zou wel fijn zijn. Mijn stage was door slechte planning trouwens in de periode nadat het vak gegeven werd. Niet handig! Een afrader! 24 Daardoor had ik het helemaal niet druk in de periode van het vak en verdronk ik bijna in het werk in de periode daarna. ß
Molecular Virology VIR-30306 (2012)
Het vak gaat over de verschillende (moleculaire) aspecten van virussen, de taxonomie, hun bouw, manieren van repliceren, etc. De eerste twee weken wordt er college gegeven. De twee weken die hier op volgen worden besteed aan practica en de laatste twee weken zijn voor een case, waar je in een groep van vijf studenten aan werkt (dit cijfer telt mee voor het eindcijfer). Het hele vak wordt in het Engels gegeven. De docenten spreken goed Engels, geven duidelijke en interessante colleges en zijn voor vragen makkelijk bereikbaar. Er is me qua docenten niks tegen gevallen in dit vak. Er wordt op een hoog niveau en lekker tempo lesgegeven, zoals verwacht bij een mastervak. De colleges waren zeer interessant, misschien de beste die ik ooit gehad heb. De practica waren zeer leerzaam een sloten goed aan op de colleges, maar er zat niet teveel herhaling in. Het nadeel van moleculaire practica blijft altijd dat men sommige dagen enorm intensief aan het werk is, en andere dagen een uur moet wachten tot iets geïncubeerd is. De practica zijn volle middagen. De case neemt ook zijn volle tijd in beslag (lees: middag van half twee tot vijf). De colleges waren elke dag anderhalf uur, dus die namen minder tijd in beslag. De vrijetijd kon gebruikt worden om het boek door te nemen. Op zich hoef je thuis niet veel meer te doen. Je moet alleen het boek doorlezen, wat nog best interessant is. Er wordt veel verwezen naar het boek, maar het vak is prima te doen zonder. In de colleges staat in principe alles wat je moet weten.Het schriftelijk tentamen legt vooral de nadruk op de colleges, maar er komt ook stof uit de practica in voor. Het laatste deel is het cijfer van de case. Kortom: het vak is interessant, zit goed in elkaar en men weet waar men over praat.
Introduction Animal Sciences YAS-10306 (2011)
Het vak geeft een beeld van hoe het er in dierbedrijven in Nederland aantoe gaat. Je leert over de verschillende sectoren: wat de belangen zijn, de grootte, de problemen. Dit wordt gedaan aan de hand van colleges, een verslag en een presentatie. Je krijgt een cijfer voor de toets, het verslag en de presentatie. De verhoudingen voor je cijfer zijn 0.6 25 : 0.32 : 0.8. In elk college wordt een andere sector behandeld. Voor het verslag ga je twee keer naar een bedrijf toe, samen met ß
je begeleider en groepje. De eerste keer krijg je een rondleiding door het bedrijf waarna je het globale deel kan schrijven van je verslag. Er moet ook een deel in wat dieper op het bedrijf ingaat. Vaak gaat dit over een probleem waar het bedrijf tegenaan loopt. Hiervoor ga je een tweede keer naar het bedrijf. Voor de presentatie moet je eerst een poster maken met een vraagstelling en deze ga je daarna voor een gedeelte van de dierwetenschappers presenteren. Omdat het een eerstejaars vak is voor Dierwetenschappen wordt er relatief veel herhaald wat betreft hoe je een verslag maakt en hoe je een bron moet vermelden. Het hele vak is wordt in het Nederlands gegeven. De begeleiding tijdens de colleges is goed maar bij het verslag hangt het er maar net vanaf wie je begeleider is. De één helpt beter of weet meer bij/over een onderwerp dan de ander. Ik vond de colleges erg interessant en heb er ook veel van geleerd. Wat wel opvalt is dat dierwetenschappers heel anders zijn ingesteld dan biologen als je kijkt naar interesses. Thuis hoef je opzich niet heel veel te doen als je de colleges goed bijhoudt (deze worden ook opgenomen). Ook moet je de tijd die je hebt voor het verslag goed indelen omdat je anders in problemen komt. Qua tekst wordt alles op internet gezet dus je hoeft geen boeken te kopen. Op Blackboard staan per sector stukken tekst die je goed moet leren. Ook moet je alle plaatjes goed bekijken ook al lijken ze niet zo belangrijk. Hier stellen ze namelijk tijdens de toets ook vragen over. Ik vond de toets heel apart en niet goed aansluiten op de stof. Tijdens het vak wordt heel globaal verteld over de verschillende sectoren en ga je wat dieper in op de problemen en de huisvesting van de dieren, terwijl er op de toets veel specifiekere vragen gesteld werden. In het begin ben je er niet zoveel tijd mee kwijt maar aan het einde best wel wat. Dit kwam bij mij vooral omdat ons verslag voor geen meter vooruit kwam. Je werkt met eerstejaars studenten en dat merk je. Bronnen zoeken, academisch taalgebruik enzovoort zijn nog moeilijk voor ze. Hierdoor gaat alles trager dan dat je wil. Wat verder een puntje is om mee rekening te houden is dat ze het vak over 2 periodes geven. De presentatie moet je in de tweede periode doen meestal in de 3de week.
MOS-modules MOS-modules zijn cursussen van 1,5 ECTS, waar je vaardigheden leert ontwikkelen die belangrijk zijn voor een MSc, maar die je niet leert door gewone vakken te doen. Je kunt hierbij denken aan presentatievaardigheden, argumentatievaardigheden etc... In de Master26 fase moet je tenminste 2 MOS-modules gedaan hebben, die je vrij kunt kiezen, maar het is verstandig een module te kiezen die gaat ß
over een vaardigheid die bij jou nog wel wat bijgeschaafd mag worden. Vaak worden er 2 MOS-modules naast ACT (academic consultancy training, een 9-ECTS-project waarbij je samen met een groepje een probleem uit het bedrijfsleven gaat oplossen) gevolgd. Hieronder staat een lijstje met MOS-modules. De MOS-modules waarvoor een evaluatie geschreven is, zijn dikgedrukt. Let wel op! Niet alle MOS-modules worden in elke periode gegeven of zijn te combineren met je ACT, kijk voor meer informatie op: https://ssc.wur.nl/Handbook/ Course/YMC-60303. APP-65000 Professional Ethics APP-65100 Introduction Philosophy of Science ECS-65300 Negotiation Skills ECS-65400 Intercultural Communication Skills ECS-65500 Argumentation Skills ECS-65800 Intuitive Intelligence ECS-65900 Career Development & Planning ECS-66000 Facilitating Innovative Learning Processes ECS-66100 Entrepreneurial skills ECS-66200 Consultancy skills ECS-66300 Management skills ECS-66400 Integral leadership for Sustainability INF-65100 Project Planning and Organizing RM-65100 Interviewing Techniques YRM-65000 Observation Techniques YRM-65300 Questionnaire Construction
Intuitive Intelligence ECS-65800 (2012)
Er waren vijf volle college middagen ingepland, waarvan de eerste 4 bedoeld waren voor mensen met een MOS-module. De 5de dag was voor de mensen die het vak voor 3 ECT’s volgden. In elk college hadden we een powerpoint en een bepaald onderwerp dat we bestudeerden. Hierin werd bijvoorbeeld uitgelegd wat het concept ‘mindfulness’ inhield. We moesten vanaf toen iedere dag vijf minuten aan onze mindfulness werken. Mindfulness is overigens dat je probeert je bewust te worden van alles om je heen en in het nu te leven. Zo zaten er door de lessen heen nog wat opdrachtjes en moest je artikelen lezen en filmpjes bekijken. Aan het einde van deze 4 weken moet je voor de 27 MOS-module een verslag schrijven. Daarin moet terugkomen wat je hebt geleerd en wat je persoonlijke ervaringen waren. Voor het ß
3-puntsvak, moet je ook nog een presentatie en een persoonlijke creatieve opdracht doen. Van dit vak is er geen tentamen, je word alleen voldoende of onvoldoende beoordeeld op de ingeleverde stukken. Ik vond deze lesvorm persoonlijk heel prettig. Alles werd gewoon uitgelegd en je had genoeg gelegenheid om in je eigen tijd nog even kleine herhalingsoefeningen te doen. Het schrijven van een verslag om je vak af te ronden is naar mijn mening altijd een prettige afsluiting. Het beoordelingsformulier is ook op blackboard terug te vinden. Al is het soms een beetje vaag, het is een behoorlijke richtlijn om je verslag tot een goed resultaat te kunnen brengen. Aan het vak ben je vier volledige middagen en de tijd die je in het maken van je verslag steekt kwijt. Aangezien het verslag geen minimum of maximum aantal pagina’s heeft, kun je dat zelf helemaal invullen. Ook moet je soms wat artikelen lezen, maar dat kost je niet meer dan 1 extra middag in de week. Het maakt bij deze MOS-module werkelijk niks uit of je al kennis op het gebied van Intuïtieve Intelligentie hebt, of niet. In onze klas zat ook een mix van nieuwsgierige mensen en mensen die al veel kennis hadden, maar deze graag nog aan wilde vullen of extra wilde oefenen. De module is zeer netjes georganiseerd. Alle stof was op tijd ter beschikking en tijdens de lessen was je altijd vrij om vragen te stellen. Over de mail gaat het wat moeilijker, want de docente werkt momenteel maar een keer per week. Dus je moet er wel op letten dat je vragen over de mail op tijd verstuurd. Het vak kan erg rustgevend werken, maar er zitten ook wat momenten van confrontatie in. Je gaat zo ook bezig met je eigen ‘zwakten’. Ze proberen je te leren hoe je om kunt gaan met kritiek op dingen die gevoelig bij je liggen. Ook is dit vak niet geschikt voor de mensen die niet instaat zijn om 5 minuten gewoon echt helemaal niks te doen.
Career Development & Planning ECS-65900 (2012)
Het doel van deze module is het bewustworden van je carrière. Het geeft geen concrete tips over hoe je bijvoorbeeld sollicitatiebrieven moet schrijven, sollicitatiegesprekken moet voeren enzovoort, dus daarvoor moet je het vak niet doen. Wat je wel gaat doen is uitvinden hoe jij jezelf het beste kunt verkopen aan een werkgever, door middel van verschillende opdrachten. 28 ß
Er waren drie bijeenkomsten die de hele middag duurden (en
ja, echt de hele middag). Tijdens de eerste bijeenkomst vorm je een groep van 4-5 personen, dit is je groep voor het hele vak en daar doe je de meeste groepsopdrachten mee. Voor het vak moest je verschillende ‘home assigments’ maken, variërend van het maken van een LinkedIn profiel tot het opstellen van je ‘unique selling points’ die je kunt gebruiken als je in zo’n kort mogelijke tijd moet uitleggen waarom jij uitgekozen moet worden als werknemer. Je mocht zelf kiezen uit de lijst welke opdrachten je wilde maken, het moesten er wel minimaal 3 zijn. Het cijfer wordt gebaseerd op je ‘Personal Development Plan’. Hierin moest je je CV verwerken, een beeld schetsen van hoe je jouw carrière voor je ziet en laten zien dat je de home assignments hebt gedaan. Dit PDP moest je opsturen naar je groepsgenoten en de docent, waarna je elkaar feedback moest geven, dat besproken werd tijdens een meeting. Hierbij hoor je of je bent geslaagd voor de cursus. Ik vond het maken van de PDP erg nuttig en de bijeenkomst was gezellig, ik had een leuke groep en hoewel de docente ons mededeelde bij het begin van de meeting dat we al allemaal geslaagd waren, hebben we toch nog uren gepraat over onze feedback. Voor de MOS-module was ik nog niet zo bezig met mijn carrière, dus dit heeft me zeker aan het denken gebracht. Na de drie bijeenkomsten moet je je PDP gaan schrijven, daar ben je redelijk wat tijd mee kwijt. Ik deed deze MOS-module naast ACT, dat na de derde week fulltime gegeven wordt, waardoor had ik alleen maar in de avonden en weekenden tijd om het te schrijven. Ik heb veel geleerd over hoe bedrijven op zoek zijn naar werknemers en hoe je je kunt onderscheiden van al die andere mensen die solliciteren voor een baan. Er zijn gewoon banen waarop door honderd man gereageerd wordt, dus dan is het erg belangrijk dat jij weet wat je sterke punten zijn en hoe je ze kunt benadrukken. Ik heb ook geleerd dat het nooit te vroeg is om te gaan zoeken naar een baan, terwijl je nog aan het studeren bent. Hierdoor ben ik ook nu al op zoek. Tijdens de opleiding biologie wordt er weinig nadruk gelegd op wat je na de studie moet gaan doen, zeker wat betreft richtingen die niet in het onderzoek liggen, maar bij bedrijven of andere organisaties.
Negotiation Skills ECS-65300 (2012)
ß
Negotiation skills gaat over de manieren waarop je kunt onderhandelen met verschillende partijen en hoe je conflicten oplost. Het gaat niet zozeer over hoe je altijd je gelijk kunt halen (als je dat wilt, moet je Argumentation Skills gaan volgen), maar meer over
29
welke stijlen van onderhandelen er zijn en in welke situaties je ze kunt toepassen. Bovendien wordt er gekeken naar hoe je een beslissing kunt nemen die alle partijen tevreden stelt (win-win situatie), wat overigens niet hetzelfde is als een compromis (maar daarvoor moet je de module maar volgen)!! Er waren drie bijeenkomsten die de hele middag duurden. Tijdens de bijeenkomsten deed je veel opdrachten waarbij je een bepaalde situatie ging naspelen. Hierbij moest je met een partner oefenen, waarbij elk een verschillende partij vertegenwoordigde. Je kreeg dan een papier waarop stond wat jouw mening over deze situatie was en wat jij wilde, en dan moest je opstellen hoe je de onderhandeling aan ging pakken. De opdrachten zijn gevarieerd, al hebben ze wel meestal te maken met geldbedragen, zoals afspraken over carpoolen (waarbij 1 iemand degene met de auto is en 1 iemand degene die wil meerijden) of het verkopen van een nummerplaat. Sommige van deze opdrachten hebben verrassende uitkomsten, maar hierover ga ik natuurlijk niets verklappen. Er was ook één grote opdracht, waarvoor je je een week kon voorbereiden. Hierbij simuleer je een belangrijk probleem bij een bedrijf, waarbij er een vergadering wordt gehouden om een oplossing te bedenken. Er zijn verschillende partijen met verschillende belangen, dus kunnen er interessante situaties ontstaan. Ook hier kreeg je weer een rol toebedeeld die je geheim moest houden voor anderen. Je moest ook een boekje lezen, Getting to Yes. Het is een erg leuk boek met veel voorbeelden en leuke verrassingen. Ik had zelf weinig tijd om alles te lezen, maar een vriend van mij heeft het zo’n beetje in één adem uitgelezen en is er helemaal weg van. Toetsing gebeurde via een reflectieverslag, waarin je de rollenspellen moest verwerken die je tijdens de bijeenkomsten hebt gedaan, evenals een paar home assignments (het maken van korte testjes etc. ). Een belangrijke home assignment was het uitproberen van een andere stijl van onderhandelen in je eigen leven. Dat was niet moeilijk, want je onderhandelt bijna dagelijks! Ik deed deze module samen met een heel erg druk ACT-project, dus ik had zelf te weinig tijd om het boek compleet uit te lezen. Het verslag maken kostte ook aardig wat tijd, maar ik had een heel goede beoordeling, dus misschien kan het ook in minder tijd. De module was zeer goed georganiseerd. Ik vond de omschrijving van wat er in het reflectieverslag moest iets te vaag. Zeker als je weinig ervaring hebt met reflecteren en reflectieverslagen schrijven kan dit misschien problemen opleveren. De docente staat wel klaar voor je om je vragen te beantwoorden! 30 ß
Intercultural Communication Skills ECS-65400 (2013)
In deze module leer je om te gaan met andere culturen en het verschil in kijk op de wereld tussen verschillende culturen. Je krijgt 3 colleges met een powerpoint in het Engels. Opdrachten bestonden uit het naspelen van bepaalde situaties. Het had soms een beetje een knippen-, bouwen- en lijmenniveau. Er moet een verslag geschreven worden over enkele behandelde onderwerpen. Er was geen tentamen. Je benr minder tijd kwijt dan er voor geschreven staat. Buiten de hoorcolleges om moet er een verslag geschreven worden en twee interviews gehouden worden welke in een uur afgerond kunnen worden. De stof is geen inhoudelijke vakkennis, maar meer een praktische manier om te leren hoe je moet omgaan met andere culturen. Voor mensen die ervaringen in het buitenland hebben (helemaal met uitwisselingsorganisaties zoals YFU (http://www.yfu.nl) voor een langere periode, zullen waarschijnlijk weinig aan het vak hebben. Het wordt dan meer een feest van herkenning.
Argumentation Skills ECS-65500 (2013)
Tijdens deze mos module leer je de basistheorie over argumenteren en discussiëren aan de hand van het boek Arguing Constructively. Er zijn 3 middagen met colleges en praktische oefeningen. In het eerste college wordt vooral aandacht besteed aan de theorie rondom argumenteren zoals logica en de verschillende manieren waarop je een debat kunt voeren. Op de tweede middag moet je meteen je kennis in de praktijk brengen door een speech voor te bereiden voor een kleine groep. Het is de bedoeling dat je in deze speech je publiek doormiddel van retorische figuren zoals alliteratie, assonantie en metaforen overtuigd van een zelfgekozen stelling, wat alvast een goede oefening is voor de opdracht van de 3e dag. Daar ga je namelijk met een groepje een debat proberen te winnen. Het gaat daarbij niet alleen om overtuigend argumenteren maar ook om het doorzien van de foutjes en misleidingen van je opponenten. Dit debat is grappig om te doen, en het is heel leuk om op deze manier met studenten met een andere achtergrond in discussie te gaan over onderwerpen die je zelf mag verzinnen. ß
De module kost in totaal 42 uur, waarvan 12 uren echte contacturen zijn. De rest van de tijd kun je zelf indelen om het boek te lezen of om de speech en het debat voor te bereiden.
31
Het instapniveau van de cursus is laag: je hoeft geen achtergrondkennis over argumenteren te hebben. Omdat je zelf je leerdoelen mag vaststellen is het niet erg als je al wat voorkennis hebt: je kunt dan gewoon andere leerdoelen opstellen en daaraan werken. Maar als je in het tweede jaar Ethics, Philosophy and History of the Life Sciences hebt gedaan is het misschien beter om een andere module te kiezen omdat veel van deze theorie met argumentation skills overlapt. De organisatie van de module was prima, in de reader staat precies waar je moet zijn en wat je moet voorbereiden. De module wordt net als veel andere mos modules afgesloten met een reflectieverslag.
ß
32