STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND HOOGLAND INDIANEN SHI NIEUWSBRIEF 1, JANUARI 2003 “Als je daar maïs oogst is het net of je cadeautjes uitpakt” Bij deze wil ik me graag even voorstellen. Mijn naam is Jiska van der Heide en ik was tot voor kort studente tropische landbouw aan de Hogeschool Larenstein in Deventer. Tijdens deze vierjarige studie spelen de vaak buitenlandse stages en de afstudeeropdracht een belangrijke rol. Ik heb me in de maanden mei tot en met augustus 2002 met succes bezig gehouden met een afstudeeropdracht in Peru. Per eind augustus kon ik dan ook afstuderen. Sinds kort werk ik op de hogeschool als projectmedewerker.
De Stichting Samenwerkingsverband Hoogland Indianen heeft in 2002 voor drie jaar een bijdrage goedgekeurd aan het beurzenprogramma van de Universidad para el Desarrollo Andino1 (UDEA) in het stadje Lircay in het centrum van de Andes, Peru. De contacten zijn verlopen via Constantino Calderón Mendoza, die verbonden is aan UDEA, maar bovendien docent is aan een universiteit in Lima. Lima en de Andes zijn werelden van verschil. Tijdens mijn stage kreeg ik de kans met beide werelden kennis te maken.
‘Strijd’ tussen Spaans en Quechua De strijd tussen “Lima”, de stad, en Lircay, de Andes, is ook een strijd om de taal en de cultuur. Peru heeft twee officiële talen in gebruik, het Spaans en het Quechua. Het Quechua, de oorspronkelijke taal van de Inca’s, wordt voor het merendeel in de kleinere dorpen in het hooggebergte gesproken terwijl het Spaans door het hele land gesproken wordt. Slechts 16% van de Peruaanse bevolking zegt het Quechua als moedertaal te hebben. Er zijn onderzoeken gedaan waaruit bleek dat er een relatie is tussen het Quechua als moedertaal en het analfabetisme. Het gebruik van Quechua neemt af. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te geven. Net zoals zoveel Ik sta hier links met een groep studenten die op practicum gaan. minder ontwikkelde landen We zijn net met z’n allen uit één auto gekomen. heeft Peru te maken met de bevolkingstrek uit de rurale gebieden naar de stad. Met Quechua kom je daar niet ver, reden waarom men zich genoodzaakt ziet Spaans te spreken. Mensen verleren zodoende niet alleen zelf hun moedertaal maar leren deze taal ook niet altijd meer aan hun kinderen. Het gevolg is dat de taal steeds minder in trek is en zelfs te maken heeft met een slecht imago. In het 1
Universiteit voor de Ontwikkeling van de Andes
1
algemeen wordt toch al neergekeken op de nieuwkomers uit de Andes, die alleen daarom al zo min mogelijk willen opvallen. Tweetalig onderwijs Veel mensen zien tweetalig onderwijs als de sleutel tot ontwikkeling. Als kinderen goed onderwijs krijgen kunnen ze later opkomen voor hun rechten en hun plichten vervullen. Quechua is belangrijk om binding te kunnen houden met de cultuur. Spaans is onmisbaar om werk in de stad te kunnen vinden en om je in het openbare leven en bestuur te kunnen bewegen. Het probleem met het huidige onderwijs is dat docenten niet tweetalig en niet altijd goed geschoold zijn. Daarnaast spreken kinderen in afgelegen dorpen alleen Quechua. Onderwijs is vaak in het Spaans, maar de klacht is dat leerlingen desalniettemin het Spaans na de basisschool nog steeds gebrekkig spreken. Bovendien, omdat het Quechua een van oorsprong mondelinge taal is, zijn mensen wel de spreektaal machtig maar niet altijd de schrijftaal. Een taal gaat leven als die veelvuldig gebruikt wordt en als er mensen zijn die de taal kunnen onderwijzen. Het tweetalige element zou dan ook van groot belang moeten zijn bij de instellingen die onderwijzers voor de Andesregio opleiden, om zo enerzijds het Quechua en de daarmee verbonden cultuur voor de ondergang te behoeden en anderzijds mensen voor te bereiden om zich zo nodig ook in de stad te kunnen redden. Helaas zijn deze instellingen een grote uitzondering. Peru heeft veel verschillende universiteiten waarvan de meeste zich in de grotere steden bevinden. Zij zijn bijna zonder uitzondering Spaanstalig. Om onderwijs op een universiteit te kunnen genieten moeten jongeren vanuit de bergen vaak verhuizen naar de stad, ze verblijven dan bij vrienden of familie. De oplossing? Een religieuze uit Lima, La Madre Luz Maria, zette zich in voor de ontwikkeling van het Andes gebied, m.n. voor allerlei vormen van onderwijs. Het was voor haar een logische stap om zich in te zetten voor de oprichting van een tweetalige universiteit in de Andes die ervoor zou kunnen zorgen dat de achteruitgang van het Quechua beperkt kon worden. Jongeren die in hun eigen omgeving de kans krijgen om te leren hoeven niet meer weg te trekken om te studeren in een voor hen vervreemdende stadscultuur. De kans dat jongeren in de grote steden blijven hangen wordt verminderd. Het is de bedoeling dat de studenten tijdens en na hun studie zelf gaan bijdragen aan de ontwikkeling van de Andes. Zo kwam UDEA tot stand. In maart 2000 is er vanuit een reeds bestaande universiteit in Lima een dependance opgezet in het dorp Lircay in de Andes met de naam proUDEA (project UDEA). In juni 2002 werd UDEA, nadat men aan een aantal voorwaarden had voldaan, door de overheid als universiteit gecertificeerd. Constantino Calderón Mendoza werd aangesteld als coördinator voor de opleiding landbouwwetenschappen: ‘Toen ik door la Madre Luz Maria gevraagd werd om deel te nemen aan dit project voelde ik me zeer vereerd. Ik kon er geen nee tegen zeggen.’ Nu reist Constantino een aantal malen per maand van Lima naar Lircay. De ‘Universidad para el Desarollo Andino (UDEA)’, ofwel de Universiteit voor de Ontwikkeling van de Andes bevindt zich in Lircay. In 1993 telde de gemeente Lircay zo’n 20.000 inwoners. Het bevindt zich op een hoogte van 3270 meter boven zeeniveau. De busreis van de hoofdstad naar Lircay bedraagt ongeveer 16 uur. Er is in het verleden een stuk grond van de gemeente aangekocht, hier is het eerste gebouw 2
van de universiteit al op gebouwd. In de toekomst moeten er nog verscheidene gebouwen gebouwd worden. Tot die tijd is een deel van de onbebouwde grond in gebruik voor het telen van gewassen als tuinbonen, tomaten en haver. Op dit moment is er een bibliotheek, kantoorruimte, een computerlokaal, verscheidene leslokalen en een laboratorium.
Boven: De maquette van de universiteit zoals deze er in de toekomst uit moet komen te zien. Rechts: Dit is het deel wat al gebouwd is. Links voor ziet u de rivier die door het dorp stroomt.
Universitaire landbouw en informatica Een groot deel van de bevolking in de Andes is werkzaam in de agrarische sector. Dit is een reden om landbouwwetenschappen aan de studenten aan te bieden. Deze studie biedt studenten de kans hun De universiteit heeft tot nu toe vijf verschillende praktijkkennis te combineren met opleidingen: kleuteronderwijs, basisonderwijs, theorie van de universiteit. José middelbaar onderwijs met de richtingen taal en Arone Gaspar, een van de literatuur, informatica en landbouwweten- docenten bij landbouwwetenschappen. Elke opleiding duurt 5 jaar. De schappen zegt: ‘Landbouwgestudenten beëindigen hun opleiding met de titel richte opleidingen in de grotere Bachelor, het niveau wat in Nederland gelijk steden onderwijzen liever de gebruiken in de ‘Westerse’ staat aan een vierjarige HBO opleiding. sector dan de Tijdens mijn verblijf waren er 17 docenten in agrarische gebruiken en technieken die ze loondienst van de universiteit, 10 voor de bij mij in het dorp nog kennen.’ onderwijsopleidingen, 5 voor de informatica opleiding en 2 voor de landbouwopleiding. Ook voor deze opleiding geldt Daarnaast waren er twee bewakers, een weer dat een groot deel van de secretaresse, een financieel administratief lokale kennis in het Quechua medewerker en een kantinemedewerker. Er aanwezig is, wil je met mensen stonden in het voorjaar van 2002 40 studenten kunnen communiceren dan is ingeschreven bij de opleiding landbouwweten- kennis van deze taal belangrijk. schappen, 97 bij de verschillende opleidingen Dat het gebruik van computers in onderwijs en 74 bij de informatica opleiding. toenemende mate belangrijker Voor komende jaren worden er meer studenten wordt in de wereld blijft ook in de Andes niet onopgemerkt. De verwacht. informatica opleiding van UDEA biedt de mogelijkheid computerprogramma’s te ontwikkelen toegespitst op de situatie in de Andes. Verder is het contact onderhouden met mensen over de hele wereld via internet een middel om samen sterk te staan in de strijd voor erkenning van lokale gebruiken en kennis op landbouwgebied. 3
Tijdens mijn verblijf heb ik het meest contact gehad met José Arone Gaspar. Volgens hem zijn overeenkomsten en samenwerkingsverbanden voor deze universiteit van groot belang. ‘Niet alleen kan het een bron van informatie voor ons zijn maar ook kunnen anderen ons misschien financieel steunen.’ De UDEA is immers een particuliere universiteit, hoewel de docenten wel een salaris van de overheid krijgen. Voor de rest wordt de universiteit deels via de stichtingen van la Madre Luz Maria gefinancierd, daarnaast moeten de studenten een bedrag aan de universiteit betalen als collegegeld. Het gaat hier om een bedrag van ongeveer 300 US dollar op jaarbasis, voor de studenten is dat aardig wat. Voor diegenen die van ver moeten komen en die geen vrienden of familie hebben waar ze kunnen slapen stelt de universiteit gratis slaapruimte beschikbaar om zo ook deze studenten van onderwijs te kunnen voorzien. Landbouwstudenten hebben de kans praktijkervaring op te doen in de kas op het onbebouwde terrein van de universiteit. José Arone Gaspar: ‘Het eerste zaaigoed heb ik samen met de studenten bij elkaar gekregen. Elke leerling die een kilo pootgoed aan de UDEA kon lenen beloofde ik tijdens de oogstperiode het dubbele terug te geven.’ Zo had iedereen baat bij de ruil. Met de opbrengsten van deze gewassen hebben ze Hier zijn een aantal studenten na de oogst met wat geld verdiend waarvan papier, pennen zijn allen op het land aan het eten. en wat materialen voor in de tuin gekocht konden worden. De universiteit beschikt ook over een groentetuin, waarin studenten kunnen werken. Dat wordt ook gestimuleerd. José Arone Gaspar: ‘Niet alle studenten willen of kunnen in de tuin werken. Diegenen die, overigens vrijwillig, in de tuin helpen zijn de eersten die voor een beurs in aanmerking komen. Dat is voor mij een manier om studenten te belonen voor hetgeen ze doen.’ Ik vond het leuk op te merken dat er veel initiatieven waren onder de studenten en de docenten. Er wordt in de kas, in de groetentuin en bij boeren in de omgeving geëxperimenteerd en onderzoek opgezet. De laatsten staan een stuk van hun grond in bruikleen af waar de studenten op kunnen zaaien en oogsten, de boer krijgt een deel van de oogst voor het gebruik van zijn grond. Contact met de gemeenschap De studenten komen uit de verschillende gemeenschappen rond Lircay, de meeste van hen verblijven gedurende de lesperiodes in Lircay. Anderen lopen elke dag een aantal uren om les te kunnen volgen. Zo kunnen ze thuis op het bedrijf nog meehelpen en hoeven ze niet bij familie of vrienden te verblijven. Op deze manier wordt via studenten contact met de gemeenschappen onderhouden, maar ook door het gebruik van grond van boeren ontstaan er contacten. Dat is voor de universiteit van levensbelang. Mensen leren zodoende wat ze aan de UDEA hebben, en UDEA blijft dicht bij de praktijk van de indiaanse landbouw. José neemt veel initiatieven om zoveel mogelijk mensen bij de universiteit te betrekken. Zo organiseerde hij een cursus, ‘hoe om te gaan met de omgeving’. Er zijn veel problemen met rondzwervend afval, verder hebben goudmijnen in de omgeving de rivier sterk vervuild. Deze cursus duurde een aantal dagen en studenten konden tegen een gering bedrag ‘s avonds 4
deelnemen aan deze cursus. Er werden specialisten bijgehaald; iemand van de gemeente Lircay die iets kon zeggen over de plannen van de gemeente, iemand van de plaatselijke ziekenpost en iemand van het waterleidingbedrijf. Zo ontstaan ook waardevolle contacten met instanties. ‘Inheemse praktijken’ In Peru komt een aantal inheemse landbouwtechnieken en samenwerkingsvormen voor die wij in de ‘Westerse’ wereld niet meer toepassen. Arbeid lenen en uitlenen werkt als een soort bank: als ik jou vandaag help dan help jij mij morgen. Ze zien landbouw niet als productie alleen. Het is een heel oud sociaal en spiritueel gebeuren, doortrokken van allerlei gebruiken en rituelen en eerbied voor Moeder Aarde. Maïs oogsten gebeurt daar niet door één persoon op een machine, maar ze gaan met een grote groep familieleden en vrienden het land op. Veel westerse landbouwmethoden kun je in dit gebied niet toepassen. Het hele systeem van marketingkanalen en infrastructuur is er niet. Daarom kan je de producten niet zo makkelijk kwijt als bijvoorbeeld in Nederland. Ook de inzet van landbouwmachines is eigenlijk niet mogelijk op de steile hellingen. Ze zijn ook veel te duur voor de boeren en het is moeilijk aan brandstof te komen. De vervanging van mankracht voor machines zou ook afbreuk doen aan de identiteit van de bevolking in de Andes. Omdat daarmee niet alleen de arbeidsverhouding tussen mensen verandert als ook de tijd om sociale banden aan te halen verdwijnt. Verder is het klimaat erg specifiek en Een aardappeloogst, vele handen maken licht werk. Een voorbeeld extreem op die hoogte. van de oude samenwerkingsvorm die in dit dorp in ere is gehouden. De llama’s moeten de opbrengst naar het dorp brengen.
De traditionele methoden zijn daar in honderden jaren op aangepast. Het is vooral belangrijk dat de indiaanse studenten hun eigen landbouwmethoden systematisch gaan beschrijven. Er is wel enorm veel kennis maar er staat bijna nergens iets op papier2. Zo is de soortenrijkdom van gewassen enorm. De indianen gebruiken bijvoorbeeld heel veel verschillende soorten maïs door elkaar. Wanneer je maïs oogst is het net of je cadeautjes uitpakt, elke keer heeft de maïs een andere kleur en vorm. Ze hebben ook allemaal hun eigen smaak en bereidingswijze. Dat geldt ook voor hun 2
De organisatie IECTA in Chili, waaraan de oprichter van de SHI, Joop van Kessel, verbonden is, heeft zich toegelegd op het beschrijven en toegankelijk maken van traditionele landbouwmethoden in de Andes via cursussen en internet. IECTA beschikt over een enorme bibliotheek. IECTA biedt ook ondersteuning aan UDEA.
5
aardappelen. Wanneer er onder een bepaalde soort een ziekte voorkomt, kunnen ze terugvallen op een heel grote genenbank. Als je over dat alles wilt doceren, dan moet het ook op papier staan. Dan is de kans dat die oude inheemse kennis behouden blijft groot. De Universiteit voor de Ontwikkeling van de Andes draagt bij aan de strijd tegen het klakkeloze aanpassen aan de westerse techniek. De universiteit helpt de studenten inzien dat die informatie die van generatie op generatie is doorgegeven niet waardeloos en oubollig is. Deze kennis kan juist in combinatie met nieuwe techniek misschien wel een opleving van de cultuur en de economie in de Andes teweeg brengen. Want we hebben er niks aan als de hele wereld hetzelfde is. Het is juist de verscheidenheid aan mensen die het leven interessant maakt.
Secretariaat SHI: Schepen van Hemerthstraat 40 6831 KC Arnhem Tel/fax: 026-3237587 E-mail:
[email protected] Website: www.antenna.nl/shi Betalingen: Giro 470630 Rabo 336148321
6