Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare besluitenlijst Facilitaire diensten / 1043 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Portefeuillehouder
B. Jeene Samenvatting Aanwezig: Het Onderzoeksprogramma O&S 2012 geeft een totaalbeeld van de Th. de Graaf Voorzitter onderzoeksbehoefte voor 2012, inclusief de uitvoeringsmogelijkheden P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, Wethouders binnen het beschikbare budget. P. Lucassen, J. van der Meer Eringa Gemeentesecretaris Prioriteiten van ons collegeP. van B&W zijn (mede) leidend geweest bij A. geven Kuil per opdracht de functionele relatie Communicatie de totstandkoming ervan. We Verslag met andere programma’s inM. deSofovic Stadsbegroting aan.
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
OS00, Tom Merkx, 2782
H. Kunst, Datum ambtelijk voorstel 20 januari 2012 Registratienummer
12.0001879
Bij uitvoering van het vastgestelde Onderzoeksprogramma O&S zal per opdracht een bestuurlijke intake plaatsvinden.
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Ter besluitvorming door het college
Paraaf
1. Het Onderzoeksprogramma O&S 2012 vast te stellen, met inbegrip van het niet of anders oppakken / doorschuiven van opdrachten naar 2013. 2. De brief aan de Raad vast te stellen.
akkoord
De voorzitter,
Datum
Leidinggevende
De secretaris,
Programmamanager P. Kluver
Programmadirecteur P. Steijn
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 7 februari 2012 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
nummer: 1.2
Paraaf
Datum
akkoord Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Collegevoorstel.docx
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Jaarlijks bereidt de afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) een Onderzoeksprogramma (OP) voor. Het OP dient voor sturing en verantwoording van de productgroep onderzoek en statistiek (programma Facilitaire Diensten), in de Stadsbegroting. De functionele relaties met de andere programma’s in de Stadsbegroting brengen wij rechtstreeks in beeld in dit OP. Het OP 2012 is door de afdeling O&S in diverse stappen voorbereid: Uitgangspunt zijn de eerder door ons College vastgestelde prioriteiten voor de onderzoeksprogrammering in deze bestuursperiode: stads- en wijkmonitoring, bijdrage aan de meetbaarheid van doelen en effecten van programma’s in de Stadsbegroting, monitoring van dienstverlening en effectief gebruik van internet voor transfer van kennis en informatie en voor burgerpeilingen. Daarnaast is door de afdeling O&S de overige onderzoeks- en informatiebehoefte geïnventariseerd per programma, in overleg met portefeuillehouders, gevolgd door een eerste oplading van het OP. Omdat de vraag voor 2012 groter was dan de beschikbare uitvoeringsmogelijkheden (mede als gevolg van een forse opgelegde bezuinigingstaakstelling) is gewerkt aan een uitvoerbaar OP. In overleg met programmamanagers en -directeuren is een uitvoerbaar programma ontstaan.
2
Juridische aspecten
Niet van toepassing.
3
Doelstelling
4
Samenhangend overzicht van de gemeentelijke onderzoeks- en informatiebehoefte voor beleidsontwikkeling, -uitvoering en evaluatie, in relatie tot de programma’s in de Stadsbegroting. Hiertoe brengen we alle opdrachten en activiteiten overzichtelijk en ingedeeld naar programma’s waarmee ze functioneel een relatie hebben, in beeld. We vermelden hierbij belangrijke kenmerken van de opdrachten en activiteiten (zie hoofdstuk 4). Sturing op de inzet van de functie onderzoek en statistiek vanuit prioriteiten van het college. Deze prioriteiten staan toegelicht in het OP (hoofdstuk 3) en zijn verwerkt in de lijst van projecten (hoofdstuk 4). Toetsing van noodzaak, urgentie en uitvoeringsmogelijkheden van geïnventariseerde behoeften. De programmering is kritisch getoetst door programmamanagers en -directeuren en door ons college. Bij de uitvoering van het OP vindt voor de opdrachtuitwerking een bestuurlijke intake plaats bij de verantwoordelijke portefeuillehouder, of ons college (bij college-brede opdrachten) of de raad (bij opdrachten vanuit de raad).
Argumenten
Het betreft de vaststelling van het OP 2012. De voorbereiding en vaststelling van het OP vormt een jaarlijks wederkerend proces, als uitwerking en ter uitvoering van het programma Facilitaire Diensten, product Onderzoek en Statistiek in de Stadsbegroting.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
5
Klimaat
Niet van toepassing. 6
Financiën
Het OP 2012 voeren we uit binnen de middelen die in de Stadsbegroting onder het programma Facilitaire Diensten, product Onderzoek en Statistiek, ter beschikking gesteld zijn. Om dat te bereiken hebben we het programma getoetst op uitvoeringsmogelijkheden binnen deze middelen. Eventuele kosten voor enquêtering ten behoeve van onderzoeksprojecten dienen door de opdrachtgever te worden betaald. 7
Communicatie
Het OP 2012 brengen we direct na ons besluit actief ter kennis van de Raad. Daarnaast laten we het verspreiden binnen de ambtelijke organisatie en naar een vast bestand van extern geïnteresseerden / belanghebbenden. Het OP 2012 stellen we beschikbaar op de gemeentelijke website, onder Wonen en Leven > Onderzoek en Cijfers.
8
Uitvoering en evaluatie
Het programma is diverse malen getoetst op wenselijkheid en uitvoeringsmogelijkheden. De uitvoering van opdrachten in 2012 gebeurt op basis van dit OP, gevolgd door een bestuurlijke intake van opdrachtuitwerkingen. 9
Risico
Door opgelegde bezuinigingen moeten in toenemende mate gewenste onderzoeken beperkter worden uitgevoerd, worden doorgeschoven of worden geschrapt. Er kan in mindere mate ondersteuning worden geboden bij het monitoren van beleid of statistische informatie op maat worden geboden. Reductie van capaciteit leidt ook tot een sterk verlies van flexibiliteit, waardoor zich in toenemende mate planningsproblemen voordoen. Ten aanzien van het onderliggend onderzoeksprogramma geldt voorts dat er geen marge is voor onvoorziene, urgente opdrachten. Indien deze ontstaan, zal in overleg met opdrachtgevers en portefeuillehouders door schuiven en passen een oplossing gevonden moeten worden.
Bijlage(n):
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Onderzoek & Statistiek
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie 7 februari 2012 Verslag Datum
Telefoon
14024
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil OS00/12.0001958 Tom Merkx M. Sofovic
Onderwerp
Datum uw brief
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Doorkiesnummer
(024) 3292782
Hierbij bieden we u het Onderzoeksprogramma O&S 2012 ter informatie aan. Het Onderzoeksprogramma O&S 2012 geeft prioriteiten van het college van B&W aan voor onderzoeksprogrammering, Aldus een totaalbeeld van in de de onderzoeksbehoeften vastgesteld vergadering van: voor 2012 en de uitvoeringsmogelijkheden binnen het beschikbare budget. Zoals ook in andere jaren is de behoefte aan onderzoek groter dan de capaciteit van de eigen onderzoeksafdeling, dit jaar sterker dan vorige jaren. Doorgevoerde bezuinigingen op uw verzoek liggen hieraan mede ten grondslag. We zien ons genoodzaakt om geprogrammeerde onderzoeken beperkter uit teDe voeren. Voorts zal er zal vanuit onderzoek in mindere mate voorzitter, De secretaris, ondersteuning kunnen worden geboden bij het monitoren van beleid en ook minder statistische informatie op maat. Reductie van capaciteit leidt ook tot een sterk verlies van flexibiliteit, waardoor zich in toenemende mate planningsproblemen voordoen en informatie mogelijk niet op tijd beschikbaar zal zijn. Voor toelichting op de totstandkoming verwijzen wij u naar het Onderzoeksprogramma O&S 2012 en het voorstel waarover wij op 31 januari 2012 een besluit hebben genomen.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. W.(Wim)J.A. Dijkstra
drs. B. van der Ploeg 1
www.nijmegen.nl
Onderzoek en Statistiek - meten en weten G E M E E N T E
Ijmegen
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Onderzoeksprogramma O&S 2012
Datum: januari 2012 Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Tom Merkx tel.: (024) 329 98 89 e‐mailadres:
[email protected]
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
2
1.1 1.2
Onderzoek en Statistiek Opbouw Onderzoeksprogramma 2012
2 2
2
ALGEMENE BESTUURLIJKE PRIORITEITEN
3
2.1 2.2 2.3 2.4
Stads‐ en wijkmonitoring Effecten van gemeentelijke programma’s Stadsbegroting Gemeentelijke dienstverlening Informatievoorziening via internet
3 3 4 4
3
ONTWIKKELINGEN BINNEN ONDERZOEK
6
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Benchmarks Beschikbaarheid statistieken Bestandsanalyses of enquêtes Trends en prognoses Onderzoek en advies Sterkere koppeling tussen onderzoek en beleidscyclus Nieuwe technieken
6 6 7 7 7 7 8
4
VRAAG EN UITVOERINGSMOGELIJKHEDEN 2012
9
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Het totaalbeeld onderzoeksprogrammering 2012 Onderzoeksbehoefte versus beschikbare capaciteit Risico’s in uitvoering Meldpunt Onderzoek Onderzoeksprogramma 2012
9 9 10 11 11
5
BIJLAGEN
15
5.1 5.2
Specificatie uren statistiek Niet geprogrammeerde onderzoeksbehoefte
15 16
1 Inleiding 1.1 Onderzoek en Statistiek De afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) is het gemeentelijk informatie‐ en kennis‐ centrum voor het bestuur, gemeentelijke organisatie en burgers. Door middel van on‐ derzoek en statistiek leveren we bruikbare en betrouwbare informatie voor een beter gemeentelijk beleid, dienstverlening en bestuur. De gemeentelijke onderzoeks‐ en statistiekfunctie maakt onderdeel uit van het pro‐ gramma Facilitaire Diensten van de gemeentelijke Stadsbegroting. Binnen dit pro‐ gramma bereidt O&S ieder jaar een onderzoeksprogramma voor. Dit onderzoekspro‐ gramma bevat alle opdrachten van het bestuur in samenspraak met de ambtelijke orga‐ nisatie welke uitgevoerd zullen worden door O&S. Tevens vermelden we de onderzoe‐ ken waarvan we nu reeds weten dat deze uitbesteed gaan worden. Bij de opdrachten geven we de relatie aan met de verschillende programma’s in de Stadsbegroting.
1.2 Opbouw Onderzoeksprogramma 2012 Voor de opbouw van ons jaarlijks onderzoeksprogramma laten we ons leiden door al‐ gemene bestuurlijke prioriteiten, welke zijn vastgesteld in de Stadsbegroting (hoofd‐ stuk 2) en algemene ontwikkelingen op het gebied van onderzoek (hoofdstuk 3). Daarnaast hebben we voor de diverse begrotingsprogramma’s de onderzoeksbehoefte geïnventariseerd. Programmamanagers of andere ambtelijke opdrachtgevers hebben hiertoe overlegd met de portefeuillehouders in het college van B&W: welke opdrachten zijn gewenst en urgent voor uitvoering. De resultaten van de inventarisatie, de onder‐ zoeksonderwerpen die we hebben geprogrammeerd, vindt u in hoofdstuk 4. Te zien is dat het onderzoeksprogramma een heel groot deel van de gemeentelijke programma’s bedient. In bijlage 2 treft u een overzicht aan van de onderzoeksbehoefte die (mede door door‐ gevoerde bezuinigingen op de onderzoekscapaciteit) niet is geprogrammeerd of waar‐ voor anderszins een oplossing is voorgesteld.
2
2 Algemene bestuurlijke prioriteiten In de stadsbegroting worden de de algemene bestuurlijke prioriteiten ten aanzien van het onderzoekprogramma vastgelegd. Ter voorbereiding van elk onderzoeksprogram‐ ma wordt het college van B&W gevraagd of deze nog steeds richtinggevend zijn. Deze prioriteiten zijn gebruikt als onderlegger bij het samenstellen van dit Onderzoekspro‐ gramma O&S 2012. Hieronder zullen we deze prioriteiten en hoe we deze oppakken toelichten.
2.1 Stads‐ en wijkmonitoring Het college streeft naar een duurzaam, sociaal en economisch sterke stad. Bewoners, instellingen en bedrijven worden gestimuleerd om duurzaam te wonen, te werken en te leven. Nijmegen moet daarbij een sociale stad blijven, waarin mensen met minder kan‐ sen extra aandacht krijgen. Om de werkgelegenheid te bevorderen, werkt het college aan een duurzame Nijmeegse economie. Leefbare en veilige wijken vormen de basis voor een aantrekkelijke stad. Het college is van mening dat veel Nijmeegse wijken voldoende zelfredzaam zijn en nauwelijks speci‐ fieke ondersteuning nodig hebben. Zij wil daarom focussen op de aandachtsgebieden. Om de staat van de stad en wijken te kunnen volgen, is in 2003 is de Stads‐ en Wijkmo‐ nitor ontwikkeld. De publicatie Stads‐ en Wijkmonitor geeft toegang tot belangrijke kennis en informatie over ontwikkelingen in de stad en haar wijken. Hieruit komt ook naar voren welke wijken tot de aandachtgebieden gerekend moeten worden. Deze tweejaarlijkse rapportage bundelt de bevindingen uit burgerpeilingen en de voornaamste bevindingen uit onderzoeken en statistieken van de afgelopen periode (zoals de Stadscentrummonitor, de Veiligheidsmonitor, Onderwijsmonitor, Bedrijven‐ peiling, Monitor Milieu en de Jeugdmonitor). Waar mogelijk vergelijken we Nijmegen met andere gemeenten. In 2011 voerden we opnieuw een stadspeiling uit. Deze was veel beperkter van opzet dan voorheen; de thema’s leefbaarheid en veiligheid zijn bevraagd via de eerder ge‐ noemde landelijke Integrale Veiligheidsmonitor. In het voorjaar van 2012 leveren we de 5e editie van de Stads‐ en Wijkmonitor op, met daarin o.a de bevindingen uit de Stads‐ peiling en de Integrale Veiligheidsmonitor.
2.2 Effecten van gemeentelijke programma’s Stadsbegroting De programma’s van de gemeentelijke Stadsbegroting zijn gericht op het bereiken van maatschappelijke doelen en effecten. Doelen, prestaties en effecten moeten daarbij zo‐ veel mogelijk meetbaar zijn. Dit vormt weer een informatiebasis voor de Stadsrekening waarin ook op doelbereik en effecten verantwoording wordt afgelegd. In de afgelopen periode zijn door de raad, in samenspraak met portefeuillehouders en programmamanagers, voor diverse programma’s zogenaamde Topindicatoren be‐ noemd. O&S heeft hierin geadviseerd. O&S zal waar nodig/gewenst blijven adviseren over de keuze van indicatoren.
3
Het indicatormateriaal kunnen we in veel gevallen ontlenen aan de bestaande informa‐ tieopbouw: Stadsgetallen (onze database met statistieken) en verrichte onderzoeken. Een flink deel van de onderzoeksprogramma’s van de laatste jaren en ook het bijgaande onderzoeksprogramma bestaat immers uit monitoring en evaluatieonderzoek. Waar nodig en mogelijk ontwikkelen we nieuwe indicatoren. Belangrijke onderzoeken in 2012 zijn in dit kader o.a. de monitor Woningmarkt, de monitor Werk en Inkomen, monitoring in het kader van het WMO‐beleid (doelgroepen, wijkpilots, sociale wijkprofielen)en de monitor Cultuurparticipatie.
2.3 Gemeentelijke dienstverlening Het college maakt deze bestuursperiode werk van een slimme organisatie van onze dienstverlening, waarbij de vraag van mensen centraal staat. De gemeentelijke dienst‐ verlening moet voor iedereen toegankelijk en bereikbaar zijn. Burgers, bedrijven en instellingen moeten hun zaken snel en zeker kunnen regelen. Waar mogelijk wordt ook digitale dienstverlening geboden. Richting burgers en bedrijven communiceert de ge‐ meente wat zij van ons kunnen verwachten. De afgelopen jaren zijn in opdracht van meerdere directies diverse klantenonderzoeken uitgevoerd. Die onderzoeken bestaan meestal uit zogenaamde “contactmetingen”: en‐ quêtes bij burgers of bedrijven die daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van een spe‐ cifiek loket en een specifieke vorm van dienstverlening (bijv. Sociale Zaken, Stadswin‐ kel). Niet alleen is er behoefte aan informatie over klanttevredenheid per loket of soort dienstverlening, ook een totaalbeeld gewenst: hoe kijken burgers in zijn algemeenheid tegen de ambtelijke dienstverlening. Welke contacten hebben ze gehad en hoe waar‐ deert men de afwikkeling daarvan? Welk beeld (imago) hebben burgers over de ge‐ meente als dienstverlener? Hoe verhoudt dat beeld zich tot de eigen ervaringen van de burgers? In 2007 is een eerste dienstverleningsmonitor uitgebracht. In die dienstverleningsmoni‐ tor hebben resultaten uit diverse klantenonderzoeken een plek gekregen. Onderzoeks‐ vragen inzake de dienstverlening vragen om verdere stroomlijning. In 2012 maken we daar een vervolgstap in en brengen we een nieuwe dienstverleningsmonitor uit.
2.4 Informatievoorziening via internet Om onze missie als kenniscentrum waar te maken kunnen we niet volstaan met het opleveren van producten aan opdrachtgevers. Wij zien het als onze taak om al die in‐ formatie en kennis met elkaar in verband te brengen en intern en extern opvraagbaar te maken. Op de gemeentelijke website, op de pagina’s “Onderzoek en cijfers” van het onderdeel Wonen en Leven, onderhouden we een “digitaal informatie‐ en kennisloket”. Op de openingspagina staan berichten over lopend en recent afgeronde onderzoeken. We linken ook door naar onze belangrijkste rapportage, de Stads‐ en Wijkmonitor, en naar Stadsgetallen, de gemeentelijke statistische databank. Hierin kunnen gebruikers
4
op relatief eenvoudige wijze statistische tabellen op maat samenstellen. Ook is het mo‐ gelijk om de gegevens grafisch weer te laten geven, in zowel kaarten als grafieken. Per thema geven we vervolgens typeringen van ontwikkelingen en linken naar alle onderzoeksrapporten. Om het gebruik van die informatie en kennis in de breedte (dus ook bij anderen dan de opdrachtgevers) te stimuleren, brengen we vernieuwingen ook periodiek onder de aandacht via onze digitale nieuwsbrief respOnS .
5
3 Ontwikkelingen binnen onderzoek In dit hoofdstuk kijken we naar ontwikkelingen die voor de onderzoeksprogrammering O&S relevant zijn.
3.1 Benchmarks Benchmarks, stedenvergelijkingen zijn al langere tijd “hot”. Binnen (gemeentelijk) on‐ derzoeksland worden benchmarks nogal eens negatief afgeschilderd; het is appels met peren vergelijken, stelt men dan. Maar ze voorzien in een bepaalde behoefte. Hoewel dat in theorie wel het gevolg zou kunnen zijn , betekent deelname aan landelij‐ ke benchmarks nauwelijks minder werk voor O&S. Dat komt omdat ze veelal een sig‐ naleerfunctie hebben en maar weinig handvatten voor beleid bieden. We doen er dan een eigen onderzoek naast om de lokale situatie beter in beeld te brengen (bijvoorbeeld Benchmark Publiekszaken). Benchmarks leveren soms ook extra werk op, in het bij‐ zonder ongevraagde benchmarks, wanneer resultaten ervan afwijken van eigen metin‐ gen (bijvoorbeeld AD‐misdaadmeter). Een benchmark met wat meer perspectief is de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor. Deze benchmark hebben we geïntegreerd in onze kennishuishouding. We zijn betrok‐ ken bij de uitvoering en analyse (en via de VSO, Vereniging voor Statistiek en Onder‐ zoek, ook bij de opzet van het instrument). Voor O&S ligt er een taak om mee te denken aan de ontwikkeling van een gemeentelijk Benchmarkprogramma: bij welke benchmarks zouden we moeten aansluiten, welke onderzoeken kunnen we zelf uitvoeren? Doordat we sinds 2010 zoveel mogelijk ook uit te besteden onderzoek opnemen in het onderzoeksprogramma, hebben we een deel van de benchmarks in beeld en zijn we hierover in gesprek met de opdrachtgevers. Aange‐ scherpte spelregels rondom het Meldpunt Onderzoek zouden een volledig beeld moe‐ ten opleveren. Via de VSO trachten we te komen tot een verbetering van belangrijke benchmarks.
3.2 Beschikbaarheid statistieken Op landelijk niveau is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in toenemende mate in staat om ook binnengemeentelijke gegevens te leveren, dus op stadsdeel‐ of wijkni‐ veau. Daarbij heeft men in toenemende aandacht voor de gebruikersvriendelijkheid van hun presentaties. De techniek maakt dit ook steeds beter mogelijk. Binnen O&S volgen we deze ontwikkelingen. Er dient steeds een afweging gemaakt te worden of we informatie zelf maken en ontsluiten. Tot op heden ligt een eigen ontslui‐ ting van statistieken nog steeds voor de hand. De redenen daarvoor zijn • • •
meer en actuelere statistieken gebruikersvriendelijker ontsloten één vindplaats voor de gemeentelijk relevante statistieken
6
3.3 Bestandsanalyses of enquêtes Hetzelfde CBS ontsluit ook steeds meer statistieken op een lager niveau, de zgn micro‐ data. Het maakt deze bestanden op verzoek (en tegen betaling) toegankelijk voor bij‐ voorbeeld gemeenten voor nadere analyses. Ze kunnen mogelijk worden gebruikt om de behoefte aan enquêtering of het zelf maken van statistiekbestanden te verminderen. In bredere zin geldt überhaupt dat de beschikbaarheid van nieuwe gegevens in bewe‐ ging is. Een voorbeeld hiervan is de Leefbaarometer. Deze geeft gedetailleerd de ont‐ wikkeling van de leefbaarheid in wijken en buurten weer. In 2012 krijgen resultaten uit deze Leefbaarometer een plek in de Wijkmonitor.
3.4 Trends en prognoses Binnen O&S monitoren we allerlei ontwikkelingen en doen we veel evaluatieonderzoek rondom beleidsprojecten. De resultaten worden gebruikt om lering te trekken en beleid waar nodig aan te passen. We kijken ook vooruit. Wat zijn de trends, ontwikkelingen? We worden dan gevraagd om prognoses maken. Bevolkingsprognoses zijn al langer onderdeel van het onderzoeksprogramma.In de afgelopen periode zijn we ook inge‐ schakeld om prognoses voor de WMO en WWB te maken. Kennis over het maken van dergelijke prognoses is in de afdeling aanwezig, maar ver‐ dient ook onderhoud.
3.5 Onderzoek en advies Onderzoekers worden in toenemende mate gevraagd om advies, om mee te denken in beleidstrajecten of projecten. En daarbij gaat het niet alleen over het al dan niet uitvoe‐ ren van onderzoek of hoe informatie te verzamelen. Het gaat geregeld ook om inbreng van hun kennis op bepaalde terreinen. De mate waarin men gevraagd wordt, is verschillend per programma. Voor een betere doorwerking van onderzoeksresultaten kan het wenselijk zijn om hier steviger op in te zetten.
3.6 Sterkere koppeling tussen onderzoek en beleidscyclus O&S werkt steeds in opdracht van verschillende programma’s. Voor een goede verbin‐ ding met de beleidscyclus werken we sinds enkele jaren werken ook met een zoge‐ naamde bestuurlijke intake; wanneer we starten met een onderzoek wordt het onder‐ zoeksvoorstel besproken met de portefeuillehouder. En na oplevering van het onder‐ zoek worden de resultaten met dezelfde wethouder besproken. Verdere verankering van onderzoek in de beleidscyclus kan worden bewerkstelligd door betrokkenheid van onderzoekers in meerdere fases van die cyclus. Dit vraagt om een actieve houding van programmamanagers en onderzoekers samen. Overigens, O&S kan zich niet alleen focussen op de beleidsprioriteiten; de functie van kenniscentrum vraagt om een basiskennis van ontwikkelingen per beleidsterrein. Daarmee houden we zicht op nieuwe ontwikkelingen, verdwalen we niet in de ‘waan van de dag’. We zorgen voor onderhoud aan die basiskennis.
7
3.7 Nieuwe technieken Binnen gemeentelijk onderzoeksland is er in de afgelopen jaren niet veel gewijzigd in de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd. Eerder bracht de automatisering grote wijzigingen met zich mee. De laatste grotere wijzigingen betroffen het digitaal ontslui‐ ten van onze statistieken en de introductie van het internet‐enquêteren binnen de afde‐ ling. Ten aanzien van het laatste constateren we overigens wel een grote toename in gebruik en ook een bredere toepasbaarheid. Zo is het gemeentelijk digitaal stadspanel in de afgelopen periode vaker benaderd en constateren we bij de Integrale Veilig‐ heidsmonitor, welke gebruik maakt van meerdere methoden, een veel hogere respons op de digitale vragenlijst. Sindsdien heeft automatisering geen efficiency meer gebracht, wel wat nieuwe moge‐ lijkheden; de GIS‐analyses genereren nieuwe (afstands)statistieken. En met een scheef oog kijken we momenteel naar mogelijkheden van Web 2.0, waarmee we mogelijk an‐ dere groepen kunnen bereiken en een ander type informatie zullen kunnen ontsluiten. Vanuit die optiek participeren we bijvoorbeeld in het traject rondom de cultuurvisie #CV024.
8
4 Vraag en uitvoeringsmogelijkheden 2012
4.1 Het totaalbeeld onderzoeksprogrammering 2012 Het onderzoeksprogramma O&S voor 2012 bedient (nagenoeg) alle programma’s in de stadsbegroting. De verdeling van onderzoekscapaciteit van O&S over de diverse pro‐ gramma’s wisselt per jaar. Dit enerzijds omdat we diverse monitoren om de twee, drie of vier jaar uitvoeren, anderzijds omdat de jaarlijks de vraag naar incidentele onder‐ zoeken of specifieke advisering varieert. In de onderstaande tabel geven we de verdeling van onderzoekscapaciteit voor 2012 weer. Het programma Facilitaire Diensten springt er flink uit, maar dat komt omdat alle programmaoverstijgende onderdelen, zoals de Stads‐ en Wijkmonitor en Stadsge‐ tallen, hierin zijn ondergebracht. Tabel 1: verdeling onderzoekscapaciteit over de programma’s Programma
Uren
1011 ‐‐ Dienstverlening & Burgerzaken
650
1012 ‐‐ Veiligheid
525
1013 ‐‐ Citymarketing & Externe betrekkingen
900
1021 ‐‐ Wonen
465
1022 ‐‐ Klimaat & Energie
125
1023 ‐‐ Groen & Water 1031 ‐‐ Ruimte & Cultuurhistorie
25 ‐
1032 ‐‐ Grondbeleid
240
1041 ‐‐ Economie & Toerisme
575
1042 ‐‐ Bestuur & Middelen
460
1043 ‐‐ Facilitaire diensten
3850
1051 ‐‐ Zorg & Welzijn
1575
1052 ‐‐ Sport
150
1061 ‐‐ Werk & Inkomen
575
1062 ‐‐ Openbare ruimte
280
1063 ‐‐ Wijken
500
1071 ‐‐ Cultuur
250
1072 ‐‐ Mobiliteit
475
1073 ‐‐ Onderwijs Eindtotaal
500 12120
In paragraaf 3.5 treft u een meer gespecificeerd overzicht aan van (onderzoeks)‐ opdrachten en activiteiten. Deze zijn gesorteerd naar de programma’s uit de stadsbe‐ groting waarmee deze een functionele relatie hebben.
4.2 Onderzoeksbehoefte versus beschikbare capaciteit We meten elk jaar een grote behoefte aan onderzoek. De druk op het onderzoekspro‐ gramma is de afgelopen jaren groter geworden en zal naar verwachting in de komende
9
jaren groter blijven dan de eigen capaciteit. Bezuinigingen liggen hieraan (mede) ten grondslag: - op de formatie van O&S, in korte tijd ruim 4 fte minder - op afdelings‐ of projectbudgetten, waardoor beleidsafdelingen minder geld hebben om onderzoeken uit te besteden (en mogelijk dus vaker een beroep zul‐ len doen op O&S) Bezuinigingen op gemeentelijk onderzoek kunnen alleen gerealiseerd worden door een taakreductie: minder onderzoek doen. Het dwingt ons om steeds scherper te adviseren op nut en noodzaak van gevraagd onderzoek. In de opmaat naar dit onderzoeksprogramma is extra geïnvesteerd in het scherp krijgen van nut en noodzaak van onderzoeksbehoeften van de opdrachtgevers. Toch laat het resultaat van de inventarisatie van de onderzoeksbehoefte nog een grotere vraag zien dan onze capaciteit toelaat. Door middel van aanvullende toetsing en urgentiestellingen bij programmamanagers en ‐directeuren en (via hen) portefeuillehouders, is uiteindelijk een uitvoerbaar programma tot stand gekomen. Een deel van de oplossing bestaat, na beleidsmatige afweging, uit het (voorlopig) niet oppakken van bepaalde onderzoeksvragen. Daarnaast zullen we een aantal onderzoe‐ ken beperkter of anders opzetten. De tabel in paragraaf 4.5 laat zien wat, na toetsing en urgentiestelling, uitgevoerd zal worden in 2012 (uitgedrukt in programmering van uren). Voor een deel van de vraag geldt dat we een beperkte of andere uitvoering voorstaan. In bijlage 2 treft u een over‐ zicht van gevraagde onderzoeken die we komend jaar niet oppakken of waar een ande‐ re oplossing voor is gekozen. Opdrachten die bij de urgentiestellingen voorrang hebben gekregen: Eerder gestelde prioriteiten van het college van B&W voor de onderzoekspro‐ grammering (zie hoofdstuk 2); Opdrachten die reeds in 2011 in uitvoering zijn genomen en doorlopen naar 2012 Opdrachten die berusten op harde toezeggingen over oplevering in 2012 aan het college of/en de raad; “Vaste” activiteiten van belang voor monitoring (informatieopbouw); Opdrachten die voor meerdere of alle beleidsvelden van belang zijn.
4.3 Risico’s in uitvoering Het onderliggend uitvoerbaar programma wekt mogelijk de schijn dat de bezuinigin‐ gen die in de afgelopen jaren zijn doorgevoerd op O&S probleemloos en zonder risico’s konden worden doorgevoerd. Echter, we ervaren inmiddels dat we in toenemende mate gewenste onderzoeken beperkter moeten uitvoeren, doorschuiven of schrappen, in steeds mindere mate ondersteuning kunnen bieden bij het monitoren van beleid of statistische informatie op maat kunnen bieden. We zien ook een sterk verlies van flexi‐ biliteit, waardoor zich in toenemende mate planningsproblemen voordoen (minder
10
vragen tegelijkertijd afhandelen, tegenvallers in de uitvoering opvangen of bijvoorbeeld bij ziekte). In samenhang hiermee voorzien we ook mogelijke effecten op langere termijn. Tijdens het proces van samenstellen van dit onderzoeksprogramma was er nu begrip voor een noodzakelijkerwijs soberder programmering. Vanuit een tot nu toe goed onderhouden kennisbank kunnen we nu ook nog bij veel op ons afkomende informatieverzoeken gebruik maken van die kennisbank en adviseren op basis van eerder uitgevoerd onder‐ zoek. De mogelijkheden hiertoe zullen afnemen bij een blijvend sober programma. Net als in voorgaande jaren kent ook dit Onderzoeksprogramma O&S geen marge voor onvoorziene urgente opdrachten (“inschieters”). Dat leverde in de regel geen grote problemen op. De ervaring leert dat elk jaar enkele onderzoeksopdrachten komen te vervallen. Ook nu zullen we wanneer nieuwe onderzoeksbehoeften zich voordoen, deze in overleg met opdrachtgevers en portefeuillehouders trachten in te passen. We verwachten echter dat deze minder gemakkelijk aan te pakken zullen zijn. Immers on‐ derzoeken die mogelijk zouden kunnen vervallen zullen nu al vaker beperkt, doorge‐ schoven of geschrapt zijn. Ook hier geldt het zojuist genoemde verlies aan flexibiliteit.
4.4 Meldpunt Onderzoek In dit onderzoeksprogramma schetsen we een beeld van alle gemeentelijke (be‐ leids)onderzoeken. We vermelden we in dit onderzoeksprogramma, voor zover nu reeds bekend, dus ook onderzoeken die zullen worden uitbesteed. Op deze manier genereren we inzicht in de totale gemeentelijke onderzoeksbehoefte en informatieop‐ bouw. Het uitbesteden van nieuwe onderzoeken monitoren we door middel van het Meld‐ punt Onderzoek. Om te voorkomen dat de capaciteitsreductie bij O&S leidt tot extra uitbestedingen van (beleids)onderzoek, zijn de afspraken rondom het Meldpunt On‐ derzoek begin 2012 herijkt. Wensen om onderzoek uit te besteden, worden vooraf voorgelegd aan de DirectieRaad. O&S zal daarbij advies geven over nut en noodzaak van het voorgenomen onderzoek, en ook of uitbesteden het meest wenselijk pad is. Ons criterium: bij (eenmalig) specialistisch onderzoek en bij benchmarks en onderzoeken in de sfeer van arbitrage ligt uitbesteden voor de hand.
4.5 Onderzoeksprogramma 2012 In onderstaande tabel treft u het onderzoeksprogramma voor 2012 aan. Voor de lees‐ baarheid hebben we de uren statistiek getotaliseerd. Deze reserveringen worden jaar‐ lijks uiteraard wel opnieuw afgewogen. En als gevolg van bezuinigingen zal hier in 2012 een reductie op plaatsvinden. Voor een specificering van deze uren, zie bijlage 1. Tabel 2: onderzoeksprogramma, gegroepeerd naar programma’s Programma Naam onderzoeksproject Type 1011 ‐‐ Dienstverlening & Burgerzaken
Benchmark Publiekszaken VNG
Monitor
Toelichting
Uren
Uitbesteden
0
11
Digitaal (stads)panel (3 peilingen) Verkenning
Ruimte voor 3 ad‐hoc peilingen
Ondersteuning Dienstverlening
Ondersteuning/Advies
Continu klantenonderzoek
Klanttevredenheid
Uitbesteden
400 50 0
Dienstverleningsmonitor 2012
Monitor
Inclusief Monitor Burgerzaken
200
Totaal 1011 ‐‐ Dienstverlening & Burgerzaken 1012 ‐‐ Veiligheid
650
Evaluatie Veiligheidshuis
Evaluatie
125
Integrale veiligheidsmonitor
Monitor
250
Herhaling analyse overvallen
Verkenning/Monitor
rapportage op hoofdlijnen en uitgebreide rapportage afwisse‐ len. In 2012 beknopte rapportage.
50
Informatie veiligheid
Ondersteuning/Advies
100
Totaal 1012 ‐‐ Veiligheid
525
1013 ‐‐ Citymarketing & Exter‐ ne betrekkingen
Ondersteuning/Advies
200
Ondersteuning/Advies
50
Dienstverlening Strategie en Programmeren Ondersteuning ontwikkeling Voorzieningenplan Stadsmonitor
Monitor
600
Dienstverlening GSO
Ondersteuning/Advies
50
Totaal 1013 ‐‐ Citymarketing & Externe betrekkingen 1021 ‐‐ Wonen
900
Monitor
90
Monitor effecten woonruimte‐ verdelingsmodel Monitoring woningmarkt
Monitor
100
Crisismonitor woningmarkt
Monitor
Verzoek Raad
150
Ondersteuning programma Wonen Ondersteuning oversampling Woon2012
Ondersteuning/Advies
75
Verkenning/Monitor
Deelname landelijke monitor
50
465
Ondersteuning Programma Klimaat & Energie
Ondersteuning/Advies
125
125
Ondersteuning Programma Groen & water
Ondersteuning/Advies
25
25
KAN vastgoedrapportage (bege‐ leiding) Marktschetsen VGP
Monitor
40
Verkenning/Monitor
100
Ondersteuning div planontwik‐ kelingen
Ondersteuning/Advies
100
240
Verkenning
150
Actualisatie analysedeel detail‐ handelsstructuurvisie Monitor Stadscentrum
Monitor
100
Ondersteuning innovatie agenda
Ondersteuning/Advies
50
Ondersteuning Programma Economie & Toerisme Marktverkenning bedrijventer‐ rein de Grift Monitor Vestigingsklimaat Nij‐ megen Economisch belang 4daagse
Ondersteuning/Advies
100
Marktonderzoek
25
Monitor
100
Evaluatie
Indexeren bestaande informatie
Totaal 1021 ‐‐ Wonen 1022 ‐‐ Klimaat & Energie Totaal 1022 ‐‐ Klimaat & Energie 1023 ‐‐ Groen & Water Totaal 1023 ‐‐ Groen & Water 1032 ‐‐ Grondbeleid Totaal 1032 ‐‐ Grondbeleid 1041 ‐‐ Economie & Toerisme
12
50
Totaal 1041 ‐‐ Economie & Toerisme 1042 ‐‐ Bestuur & Middelen
Monitor bestuur, RaadsMonitor
Monitor
50
Ondersteuning Griffie
Ondersteuning/Advies
monitor bestuur rapporteren in Stadsmonitor
Ondersteuning/Advies
30
Ondersteuning/Advies
30
Ondersteuning Medewerkers / organisatie‐onderzoeken Ondersteuning medezeggen‐ schap Medewerkersonderzoek 2
Evaluatie
ihkv MeeAnder
150
Medewerkersmonitor 2012
Monitor
Periodieke meting
150
460
Ondersteuning/Advies
50
Prognose
75
Prognose
75
Prognose
150
Verkenning
200
Totaal 1042 ‐‐ Bestuur & Midde‐ len 1043 ‐‐ Facilitaire diensten Ondersteuning benoemen TO‐ Pindicatoren Ondersteuning bevolkingsprog‐ nose Monitor Waalsprong: bevol‐ kingsprognose Demografische verkenningen (stadsbreed) overzicht en analyse gebruik wijk‐ en jeugdaccommodaties en voorzieningenharten Statistiek
575
50
Statistiek
Zie voor specificatie bijlage 1
3350
Totaal 1043 ‐‐ Facilitaire dien‐ sten 1051 ‐‐ Zorg & Welzijn
3850
Jeugdmonitor 2011
Monitor
300
WMO Prognose
Monitor
150
Aanvulling klanttevredenheids‐ onderzoek WMO Monitoring en ondersteuning doorontwikkeling regieteams Volwassenen‐ en Ouderenmoni‐ tor (GGD) Inventarisatie en analyse doel‐ groepen sociaal beleid Ondersteuning programma zorg en welzijn Onderzoek naar polarisatie
Verkenning/Monitor
125
Ondersteuning/Advies
100
Monitor
Uitbesteden
Verkenning/Monitor
300
Ondersteuning/Advies
200
Verkenning
75
WMO Ontwikkeling wijkprofie‐ len Ondersteuning Wijkpilots WMO
Monitor
150
Ondersteuning/Advies
100
Evaluatie
Totaal 1051 ‐‐ Zorg & Welzijn
Inventarisatie en evaluatie Antil‐ lianenbeleid
Stageproject, uren voor begelei‐ ding en bijdrage O&S
1052 ‐‐ Sport
Informatieverstrekking sport
Ondersteuning/Advies
50
Verkenning
100
Totaal 1052 ‐‐ Sport
Peiling rondom oplading sport‐ nota
150
1061 ‐‐ Werk & Inkomen
Arbeidsmarktmonitoring
Ondersteuning/Advies
50
Prognose WWB (herha‐ ling/onderhoud) Monitor Werk en Inkomen
Prognose
150
Monitor
100
Ondersteuning/Advies
75
Beleidsondersteuning Werk en Inkomen
0
13
75 1575
Re‐integratiemonitor
Monitor
200
Totaal 1061 ‐‐ Werk & Inkomen
575
1062 ‐‐ Openbare ruimte
Verkenning
100
Evaluatie
Draagvlakmeting nieuw afvalbe‐ leid Evaluatie Bel‐ & Herstellijn
130
Verkenning
50
Totaal 1062 ‐‐ Openbare ruimte
Dienstverlening Programma Openbare Ruimte
280
1063 ‐‐ Wijken
Ondersteuning wijkmanagement
Ondersteuning/Advies
200
WijkMonitor
Monitor
300
Totaal 1063 ‐‐ Wijken
500
1071 ‐‐ Cultuur
Monitoring activiteiten cultuur‐ participatie
Monitor
200
Ondersteuning/Advies
Totaal 1071 ‐‐ Cultuur
Ondersteuning programma cultuur
Alleen gemeentelijk hoofdrap‐ port, geen rapportages per podi‐ um (of in een stage‐opdracht)
250
1072 ‐‐ Mobiliteit
Evaluatie fiets‐parkeren
Evaluatie
200
Dienstverlening Mobiliteit
Ondersteuning/Advies
50
75
150
Totaal 1072 ‐‐ Mobiliteit
Studie gedragsbeïnvloeding Verkenning duurzame vervoerswijzen Inrichting statistische kennisbank Statistiek mobiliteit
475
1073 ‐‐ Onderwijs
Monitor onderwijs
Monitor
200
ondersteuning programma‐ uitwerking onderwijs Inventarisatie verzuim
Ondersteuning/Advies
100
Ondersteuning/Advies
50
Bijdrage beleidsthemaʹs onder‐ wijs: visie VMBO en Passend Onderwijs
Verkenning
150
500
Totaal 1073 ‐‐ Onderwijs
14
50
5 Bijlagen 5.1 Specificatie uren statistiek Programma
Naam onderzoeksproject
1043 ‐‐ Facilitaire diensten, statistiek
Dataproces: d controle
Uren 350
Dataproces: e presentatie Stadsgetallen
200
Dataproces: gebiedsindelingen
Dataproces: inzameling
250
Dataproces: Urban Audit / Benchmarks
100
Dataproces: vernieuwen
250
Dataproces: verwerking
600
Dataproces: wijkdeelgetallen
200
Infobeheer: organisatie datahuishouding
100
Infobeheer: toepassing hard‐/software
150
Infoverstrekking binnen gemeente
550
Infoverstrekking extern
350
Onderzoek en cijfers: onderhoud website
200
50
15
5.2 Niet geprogrammeerde onderzoeksbehoefte Programma
Naam onderzoeksproject
Type
Toelichting
1022 ‐‐ Klimaat & Energie
Ondersteuning EnergieOnline
Dienstverlening
Review Nijmegen‐West
Dienstverlening
Ondersteuning kwalitatieve informa‐ Dienstverlening tie Geluidkartering
Onderdeel ondersteuning programma Klimaat en Energie Onderdeel ondersteuning programma Klimaat en Energie Onderdeel ondersteuning programma Klimaat en Energie
Toepassing duurzame energie
Dienstverlening
1043 ‐‐ Facilitaire diensten
Monitoring jongerenaccommodaties
Incidenteel
1051 ‐‐ Zorg & Welzijn
Ondersteuning managementinforma‐ Dienstverlening tie en evaluatie CJG
infobehoefte pakken we in samenhang met overige vraagstukken doelgroepen sociaal beleid op.
Oriëntatie op decentralisatie Jeugd‐ Investering zorg
Oriëntatie op decentralisatie AWBZ
Investering
1063 ‐‐ Wijken
dooranalyse resultaten Wijkmonitor
Dienstverlening
1011 ‐‐ Dienstverlening & Burgerzaken
Evaluatie aanvraag omgevingsver‐ Incidenteel gunning
infobehoefte pakken we in samenhang met overige vraagstukken doelgroepen sociaal beleid op. infobehoefte pakken we in samenhang met overige vraagstukken doelgroepen sociaal beleid op. Ondergebracht in ondersteuning Wijkma‐ nagement algemeen. In 2012 daar 50 uren extra op begroot. Eventueel onderdeel algemene dienstverle‐ ningsmonitor
Klantenonderzoek steuning
1012 ‐‐ Veiligheid
Evaluatie straatcoaches
Incidenteel
Inzetten op evaluatie vanuit beleid
1013 ‐‐ Citymarketing & Externe betrekkingen 1031 ‐‐ Ruimte & Cultuurhis‐ torie 1032 ‐‐ Grondbeleid
Monitoring Project Life
Incidenteel
Subsidie nog niet zeker
Verleden Verbeeld (vervolgonder‐ Incidenteel zoek) Evaluatie herstructurering Willems‐ Incidenteel kwartier
(Te) snel na onderzoek 2011, verschil moge‐ lijk niet meetbaar in 2010 evaluatie Wolfskuil gehouden, evt. Portaal ondersteunen
1051 ‐‐ Zorg & Welzijn
Verkenning ondersteuning vrijwilli‐ Incidenteel gerswerk en mantelzorg
lage prioriteit opdrachtgever
Evaluatie regeling tijdelijk huisver‐ Incidenteel bod
Inzetten op beleidsmatige evaluatie, wel algemene ondersteuning O&S
Evaluatie SchoolsOUt
Incidenteel
Prioriteit onduidelijk
1061 ‐‐ Werk & Inkomen
Recidive SHV
Incidenteel
Jongerenloket
Dienstverlening
Prioriteit onduidelijk. Aan opdracht van de raad is tegemoet gekomen, onderzoek minder noodzakelijk Heel kort na evaluatie en aanpassingen 2011. En als het gaat evaluatie van de (im‐ plementatie van) de beleidsaanpassingen, inzetten op evaluatie vanuit beleid zelf
1073 ‐‐ Onderwijs
Klantenoordeel Leerlingenvervoer
Incidenteel
1021 ‐‐ Wonen
woonbehoefte ouderen in 5 woonser‐ Incidenteel vicegebieden
Inkomensonder‐ Incidenteel
Onderdeel ondersteuning programma Klimaat en Energie Ondergebracht bij project overzicht en analyse wijkaccomodaties
Prioriteit onduidelijk
Prioriteit: geen aanleiding om te denken dat er veel mis is / weinig klachten Resultaten WoON vormen basis. Pas eind 2012 beschikbaar.
16
17