Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Nijmegen, Lichtplan openbare verlichting en illuminatie
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Openbare Ruimte / 1062 Portefeuillehouder
T. Tankir Samenvatting Aanwezig: Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. In het najaar van 2011 is deTh. beleidsnota PM30, Rene Holslag, 00646344477 de Graaf"Zicht op Nijmeegs licht" Voorzitter vastgesteld. Hierin zijn beleidsdoelen openbare met P. Depla, voor H. van Hooft verlichting sr., L. Scholten, H. Kunst, Wethouders Datum ambtelijk voorstel betrekking tot veiligheid, burgertevredenheid, duurzaamheid en P. Lucassen, J. van der Meer 1 november 2013 beeldkwaliteit opgenomen. P. HetEringa college heeft bovendien besloten dat Gemeentesecretaris Registratienummer als vervolg op deze beleidsnota een Lichtplan ontwikkeld moet worden, A. Kuil Communicatie 13.0005527 waarin een uitwerking op de visie op toekomstige stadsverlichting wordt M. Sofovic Verslag
gegeven. Het Lichtplan bestaat uit een “Nota van Aanbevelingen” en een “Inspiratieboek”. In de nota van aanbevelingen staat het wensbeeld weergegeven. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad met aanbevelingen om initiatiefnemers op het gebied van verlichting te verleiden zo veel mogelijk aan te sluiten bij het streefbeeld van de gemeente. Het Inspiratieboek is een visuele verbeelding die het basisconcept uit de Nota van Aanbevelingen ondersteunt. Ter besluitvorming door het college Aldus
vastgesteld in de vergadering van:
1. Het lichtplan bestaande uit een Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek, vast te stellen. 2. Brief aan de Raad vast te stellen.
De voorzitter,
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Leidinggevende
De secretaris, H. Westenend, PM30 Programmamanager J. ter Wal
Programmadirecteur R. van Wuijtswinkel
Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 19 november 2013 nummer: 2.1 Conform advies
Aanhouden Anders, nl.
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
lichtplan Voorstel aan het College7b.doc
1
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Stadsverlichting is een belangrijk thema in Nijmegen. Het geeft zicht in het donker en levert daarmee een bijdrage aan de verkeers- en sociale veiligheid in Nijmegen. Verder is het belangrijk voor de belevingswaarde; het is decoratief en het laat details opvallen. In het najaar van 2011 is de beleidsnota "Zicht op Nijmeegs licht" vastgesteld. Hierin zijn beleidsdoelen voor openbare verlichting met betrekking tot veiligheid, burgertevredenheid, duurzaamheid en beeldkwaliteit opgenomen. Het college heeft bovendien besloten dat als vervolg op deze beleidsnota een beeldkwaliteitplan verlichting ontwikkeld moet worden: een ‘Lichtplan’. Het Lichtplan is een richtinggevende schets met bijlagen bedoeld als kader voor partijen die betrokken zijn bij ontwerp, aanleg, onderhoud en beheer van stadsverlichting in de gemeente Nijmegen. Het is daarnaast bedoeld als referentiekader voor de Commissie beeldkwaliteit en kwaliteitsbeheer. Het lichtplan bestaat uit een Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de Nota van Aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept voor verlichting weer. Het basisconcept is de grondgedachte die we graag in het beeld van zowel de openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te geven is de nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad met aanbevelingen om initiatiefnemers op het gebied van verlichting te verleiden zo veel mogelijk aan te sluiten bij het streefbeeld van de gemeente. Het Inspiratieboek laat door middel van plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting.
2
Juridische aspecten
Voor de verlichting in de Openbare Ruimte is de gemeente verantwoordelijk. Hiervoor vormt De Gemeentewet het juridisch kader (formele zorgplicht). In de wegenwet is de verantwoordelijkheid geregeld dat het beheer bij de gemeente is neergelegd. Voor de verlichting aan gebouwen (particulier) vormt de APV (omgevingsvergunning) het juridisch kader. Er wordt o.a. getoetst aan de nota Beeldkwaliteit en het Reclamebeleid. De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen uit de Nota van Aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden om de verlichting conform de ideeën uit het inspiratieboek in te richten. De gegevens staan tevens op de gemeentelijke website.
3
Doelstelling
Het doel van dit voorstel is het vaststellen van het Lichtplan, bestaande uit een inspiratieboek en een nota van aanbevelingen, dat het streefbeeld biedt voor de stadsverlichting in Nijmegen vanuit de invalshoeken identiteit, beeldkwaliteit, structuur, beheer, duurzaamheid en proces.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
4
Argumenten
1.1 Met dit lichtplan wordt uitvoering gegeven aan de opdracht van het College verstrekt bij vaststelling van de beleidsnota “Zicht op Licht”. 1.2 Anticiperen op verlichting bij bouwprojecten en reconstructies In Nijmegen lopen verschillende projecten waar stadsverlichting een rol speelt. Deze projecten verbeteren, door de gekozen (of nog te kiezen) verlichting, de structuur en de identiteit van de stad. Het basisconcept) zoals weergegeven in het Lichtplan, is het streefbeeld. 1.3. Samenhang in sfeerverlichting In Nijmegen is sinds 2005 Stichting de Verlichting actief. Dit is een groep Nijmeegse ondernemers die tot doel heeft de stad te promoten met aanlichtingsprojecten. Verschillende andere projecten staan nog op de agenda. Door deze initiatieven ontstaan kwalitatief hoogwaardige, samenhangende en afgestemde lichtprojecten die de belevingswaarde van de stad vergroten en lichthinder, lichtvervuiling en energieverspilling tegengaan. Zowel vanuit de Stichting als de gemeente is behoefte aan afspraken, afstemming en samenwerking. Niet alleen Stichting de Verlichting, maar ook andere partijen zoals de gemeente zelf of projectontwikkelaars hebben aanlichtingsprojecten gerealiseerd of hebben er het voornemen toe. In Nijmegen zijn sinds 2000 verschillende lichtprojecten in de stad gerealiseerd, waaronder de aanlichting van het Mariënburgplein, Electrabel, de Hezelstraat en de St. Stevenstoren. Het basisconcept uit het Lichtplan zorgt er voor dat lichtprojecten in samenhang met de openbare verlichting, elkaar kunnen versterken. 1.4. Samenhang sfeerverlichting enerzijds en openbare verlichting anderzijds. Het slim afstemmen van de aanlichting van gebouwen enerzijds met de openbare verlichting anderzijds, geeft besparingkansen van energie en materialen. Het licht dat van de gebouwen afstraalt geeft een verhoogde veiligheidbeleving. 1.5. Duurzaamheid en beheer Het belang van een Lichtplan vanuit het oogpunt van duurzaamheid en beheer is beperking van het energieverbruik en beperking van de kosten voor onderhoud en beheer. We willen verrommeling van de stad voorkomen met een sober materialenassortiment en beperking van het aantal (lantaarn)palen. Daarnaast is behoefte aan afspraken tussen gemeentelijke afdelingen en Stichting de Verlichting over de financiering en het beheer van aanlichtingsprojecten. 1.6. Economische stimulans In het kader van City-Marketing en het nieuwe winkelen is een economische stimulans van Nijmegen welkom. Een mooi aangelichte stad kan leiden tot toename van het aantal bezoekers en toeristen. Recent is de Lange Hezelstraat mede vanwege de sfeervolle aanlichting genomineerd voor de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit.
5
Klimaat
De uitvoering van de beleidsvisie uit het Lichtplan draagt bij aan de klimaatdoelstellingen die de gemeente heeft geformuleerd in het Coalitieakkoord en de Kadernotitie Klimaat. Het draagt zowel bij aan het besparen van energie als aan het reduceren van de CO2 uitstoot. Ook het duurzaam inkopen rond de openbare verlichting heeft een gunstige invloed op de klimaatdoelstellingen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
6
Financiën
De kosten voor de uitvoering van het Lichtplan vallen binnen de bestaande budgetten: • Nieuwe verlichtingsinstallaties bij planexploitaties, waarbij de eventuele meerprijs bij de investering in de exploitatie kan worden terugverdiend. • Vervanging van openbare verlichting wordt bekostigd uit het product openbare verlichting uit het programma openbare ruimte. Voor vervanging of aanpassing van de centrum verlichting wordt jaarlijks € 75.000 gereserveerd uit het onderhoudsbudget OV • Verlichtingsinstallaties op initiatief van derden worden met eigen financieringsbronnen uitgevoerd. Onder andere op basis van sponsoring, subsidies, het ondernemersfonds, bijdrage product openbare verlichting en particuliere financiering. • Er worden vooraf aan de uitvoering afspraken gemaakt met alle particuliere partijen (zoals Stichting de Verlichting) die met initiatieven komen voor verlichting in Nijmegen, over financiering van beheer en onderhoud. • Door aan te sluiten bij projecten die toch al worden uitgevoerd, betekent investeren in verlichting “werk met werk maken”. Bovendien wordt er ook in gezet op Social Return (zie bijdrage NXP). Hierdoor is er sprake van een “win win situatie”.
7
Participatie en communicatie
Bij het opstellen van het Lichtplan heeft afstemming plaatsgevonden met de commissie Beeldkwaliteit. De commissie is positief. Voor burgers en ondernemers is een digitale website beschikbaar met alle benodigde gegevens. Om het Lichtplan meer kracht bij te zetten, zal het bovendien in een eenvoudige boek versie worden gedrukt. Voor het realiseren van mooi aangelichte gebouwen wil de gemeente samenwerken met particulieren. Participatie van ondernemers komt tot uitdrukking in de samenwerking per project. De gemeente en de particuliere initiatiefnemer realiseren samen. Een voorbeeld hiervan is de realisatie van illuminatie op het V&D gebouw op de Grote Markt. Zie verder ook de quick wins.
8
Uitvoering en evaluatie
Na vaststelling van het Lichtplan wordt het Lichtplan stap voor stap gerealiseerd op basis van autonome ontwikkelingen zoals reconstructies, nieuwe aanleg en lichtprojecten, ontwikkeling centrum in samenwerking met City management. De uitvoering van het Lichtplan zal projectsgewijs plaatsvinden bij nieuwbouw, reconstructies of lichtprojecten.
Mogelijke snelle realisaties Hieronder staan enkele projecten omschreven die in aanmerking komen om snel gerealiseerd te kunnen worden, bijvoorbeeld omdat de huidige armaturen al aan remplace toe zijn of omdat een aanvulling op de huidige situatie weinig ingrijpend. Wel is het belangrijk om de eigenaren van de betreffende panden goed te betrekken bij het lichtplan.
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
Grote Markt; beter positioneren grondspots en schakelen van de installatie (bv beeldje Mariken niet gekoppeld aan de andere grondspots) Stadhuis; grondspots vervangen en beter uitrichten door ledspots in warm wit. Ook kleine spotjes in neutaal wit binnen monteren om het glas-in-lood 's avonds door te stralen. Oorlogsmonument Marikenstraat; De 2 bomen verlichten met grondspots en de schommel zacht uitlichten door 2 kleine spotjes vanaf de 3-hoekige masten. Het Arsenaal; Grondspots en enkele spotjes op de dakkapellen richten. Algemeen; beter uitrichten schijnwerpers en witte (led) lichtbron; (bv ronde gevels aan het begin van de Molenstraat) Uitvoering van Ouick Wins vindt in 2013 en 2014 plaats. Het is niet de bedoeling om versneld openbare verlichting te gaan vervangen vóór het einde van de levensduur. Daar waar door versnelde vervanging energie bespaard kan worden met mogelijkheid om de investeringskosten in een korte periode terug te verdienen, is een versnelde omvorming wel gewenst. In dit zelfde kader gaan we de in het beleidsplan “Zicht op Licht” genoemde actiepunt van “Licht op Maat” uitvoeren. Dit betekent dat afhankelijk van het aanbod van het verkeer, de intensiteit van het licht verandert. Op de “Groene route” wordt dit gefaseerd de komende 3 jaar en in samenwerking met NXP uitgevoerd.
9
Risico
Bij de uitrol van het lichtplan zijn er op voorhand geen risico’s.
Bijlage(n):
Inspiratieboek, Nota van Aanbevelingen en brief aan de raad
Project- en Interimmanagement Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 19 november 2013
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 90 19 E-mail
[email protected] Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic PM30/13.0014764 Rene Holslag
Onderwerp
Datum uw brief
Lichtplan openbare verlichting en illuminatie
Direct telefoonnummer
00646344477
Geachte leden van de Raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van: Een van de doelstellingen uit de nota “Zicht op Licht”uit 2011, is dat verlichting moet bijdragen aan de identiteit en herkenbaarheid van de stad. Met dat doel voor ogen is het Lichtplan opgesteld. Het lichtplan bestaat uit deze Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de Nota van Aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept weer. Het basisconcept is een grondgedachte die we graag in het beeld van zowelDe devoorzitter, openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, De secretaris, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te kunnen geven, is deze nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. Het Inspiratieboek laat door middel van kaarten en plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting. De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg 1
Bijlagen: Nota van Aanbevelingen en Inspiratieboek
www.nijmegen.nl
briefraadlichtolan.doc
LICHTPLAN NIJMEGEN NOTA VAN AANBEVELINGEN 1. Inleiding Verlichting krijgt steeds meer aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Zo zorgt licht ervoor dat we ‘s avonds de weg kunnen vinden. Licht betekent ook veiligheid. Het beschermt gebouwen tegen inbraak en vernielingen en het maakt dat we ons veiliger voelen op straat en in het verkeer. Even belangrijk is hoe licht onze perceptie van de bebouwde omgeving kan beïnvloeden; licht vestigt de aandacht op de architectonische kwaliteiten van gebouwen. Een lichtconcept is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Het lichtplan is gebaseerd op een heldere en samenhangende visie op de rol van licht in een bepaald gebied. In de beleidsnota openbare verlichting “Zicht op licht” uit 2011 ligt de basis voor een integrale visie op verlichting. Een van de doelstellingen uit die nota is dat verlichting moet bijdragen aan de identiteit en herkenbaarheid van de stad. Met dat doel voor ogen is het Lichtplan opgesteld. Het lichtplan bestaat uit deze Nota van Aanbevelingen en een Inspiratieboek. Het Inspiratieboek is een uitgebreide uitwerking van de nota van aanbevelingen. De nota van aanbevelingen geeft het basisconcept weer. Het basisconcept is een grondgedachte die we graag in het beeld van zowel de openbare verlichting, als in de aanlichting van gebouwen, zouden terug zien. Om daar makkelijk uitvoering aan te kunnen geven, is deze nota van aanbevelingen opgesteld, voor iedereen die een initiatief op gebied van verlichting neemt. Het Inspiratieboek laat door middel van kaarten en plaatjes zien wat verlichting voor Nijmegen kan doen en waar in Nijmegen kansen liggen om de stad mooier te maken door verlichting.
2. Verschil Nota van Aanbevelingen en Inspiratieboek Met de Nota van Aanbevelingen en in het verlengde daarvan met het inspiratieboek, willen we anticiperen op plannen met betrekking tot verlichting, we willen meer samenhang brengen in openbare verlichting en sfeerverlichting en illuminatie. De Nota van Aanbevelingen is een compacte leidraad. Het geeft, zowel voor de Gemeente als beheerder van openbare verlichting en van verlichting van gebouwen die in gemeentelijk eigendom zijn, als voor initiatiefnemers die een particulier) bouwwerk willen aanlichten, aanbevelingen voor de uitvoering van de verschillende vormen van openbare verlichting. Het is de bedoeling dat bij nieuwe openbare verlichting en bij aanlichting van gebouwen rekening wordt gehouden met het basisconcept. Het Inspiratieboek geeft een analyse van de huidige armaturen en lichtbronnen op basis van aangeleverde informatie (de stedenbouwkundige structuur- visie, beleidsdocumenten, het beleidsplan en de visie van Stichting de Verlichting Nijmegen, de huidige beheergegevens en onze eigen waarnemingen). Het inspiratieboek is een visuele verbeelding en ondersteunt het basisconcept uit de nota van aanbevelingen.
3.
Doel en werkwijze nota van aanbevelingen.
Doel van de nota van aanbevelingen is voor burgers, ondernemers, ontwerpers en ontwikkelaars in een korte overzichtelijke tekst de aanbevelingen ten aanzien van verlichting weer te geven, die maken dat het project bijdraagt aan het streefbeeld van de gemeente Nijmegen. Uitgebreidere informatie en achtergronden zijn te vinden in het inspiratiedocument. Deze gegevens staan tevens op de gemeentelijke website.
De Commissie Beeldkwaliteit zal bij haar beoordelingen rekening houden met de aanbevelingen ten aanzien van verlichting. Het zijn echter geen regels of richtlijnen die dwingend zijn voorgeschreven. Het betreft aanbevelingen waarmee we initiatiefnemers willen verleiden om de verlichting conform de ideeën uit het inspiratiedocument in te richten. De doelstelling voor Nijmegen op het gebied van energiegebruik is om in 2045 energieneutraal te zijn (zie Kadernota Klimaat). Op basis van een totaalscan van de stad is aan te geven waar bij stadsverlichting energie bespaard kan worden, door juiste keuzes voor type openbare verlichting en slim schakelen.
4.
Basisconcept
Verlichting is een middel om bij te dragen aan sociale en persoonlijke veiligheid. Verlichting mag geen verblinding veroorzaken. Te heldere verlichting maakt het soms onmogelijk om dingen die we willen zien, te kunnen waarnemen. Het is daarom van belang bij het aanlichten van gebouwen en objecten er voor te zorgen dat er geen (licht)hinder wordt veroorzaakt. Er zijn enige algemene richtlijnen voor verlichting van de openbare ruimte: -de ruimte moet goed verlicht zijn voor voetgangers -het lichtniveau en de gelijkmatigheid moet herkenning van mensen mogelijk maken binnen een afstand van ongeveer 4 meter -verborgen hoeken en blinde vlekken moeten adequaat worden verlicht De richtlijn opgesteld door de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) wordt algemeen geaccepteerd als basis voor het creëren van een verantwoorde verlichting. In de gemeente Nijmegen worden de meest recente verlichtingsrichtlijnen ROVL2011 gevolgd.
Basisconcept Naast de algemene richtlijnen is door het projectteam Verlichting een basisplan voor zowel de verlichting openbare ruimte als voor aanlichting van gebouwen ontwikkeld. Bij het opstellen van het lichtplan is samengewerkt met Stichting de Verlichting, Lighting and Design Application Centre van Philips en de Gelderse Milieu Federatie. In de wijken is de algemene verlichting in de openbare ruimte (straatverlichting), warm wit licht (3000K), met overal de zelfde lichttechniek om de installatie goed te kunnen beheren en rust in het nachtbeeld te creëren. Voor aanlichting van gebouwen (illuminatie) is gezocht naar een concept dat enerzijds mooi, warm en aangenaam is. Anderzijds is gezocht naar een concept dat structuur biedt, de herkenbaarheid in de stad vergroot. Als uitgangspunt voor aanlichting van gebouwen is daarom de geschiedenis van de stad genomen. De historische structuren die nog zichtbaar zijn, worden gevolgd en in het nachtbeeld versterkt. Met herkenbare verlichting kunnen we mensen door de stad geleiden langs geselecteerde routes.
Elke tijdzone kent zijn eigen verlichting. Zo kan de geschiedenis van het pand door de wijze van verlichting gelezen worden. De algemene verlichting van straten en verblijfsgebieden, de oriëntatieverlichting in de verschillende gebieden en de illuminatieverlichting voor de bijzondere objecten vormen een samenhangend geheel dat herkenbaar is voor de stad. Basisconcept (verkeers-)verlichting Het basisconcept verlichting biedt een leidraad om de installaties op een esthetisch en duurzaam hoogwaardig niveau te krijgen, zodat elke plek van de stad op het gebied van verlichting kwaliteit en comfort biedt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de openbare ruimten zoals de pleinen van de stad waar de inrichting meer luxueus is (want een verblijfsgebied) en de doorgaande gebieden waar een meer basisverlichting (efficiënt, lage kosten), maar ook met een kwalitatief hoogwaardig lichtbeeld, wordt gevraagd. Het streven is om de variatie van de verschillende armaturen en vooral lichtbronnen klein te houden, wat ten goede komt aan de visuele rust, de oriëntatie en de herkenbaarheid van het gebied. Hier volgt een globaal overzicht. 1. A+B wegen (verbindingswegen tussen de verschillende wijken en wegen richting de snelwegen) worden in neutraal wit (4000K) verlicht. Een andere mogelijkheid is om deze wegen in koud wit (6500K) uit te lichten, maar dit is minder geschikt in woongebieden. De Energieweg tot over de Stadsbrug tot het eerste knooppunt in Lent zijn al zo verlicht. Het koele licht benadrukt de energie, het tempo en het industriële karakter van deze doorgaande weg. 2. Binnenstedelijke straten worden in warm wit (3000K) verlicht. Dit past bij het menselijke, sociale karakter van dit gebied. Ook de kleurweergave wordt zo verbeterd, dit draagt bij aan de sociale veiligheid en de architecturale uitstraling van het gebied. 3. (Binnenstedelijke) pleinen worden met warm wit licht (3000K) aangelicht. De lichtpunthoogtes gaan hier echter wat omhoog zodat er minder masten nodig zijn en deze gebieden wat theatraler worden verlicht wat de verblijfsfuntie versterkt. 4. Het historisch centrum (deelgebied 00 + 01) wordt in de basis met warm wit licht verlicht. Er worden hier echter elementen toegevoegd die de historische structuur en ontwikkeling van de stad laten zien. Het wandelen van speciale routes om deze geschiedenis van de stad te ervaren wordt gestimuleerd door kleine kenmerkende markers in de bestrating.
Basisconcept illuminatie vertaald naar de stad Nijmegen In het centrum van Nijmegen, maar ook daarbuiten, zijn verschillende objecten te vinden die zeer de moeite waard zijn om in het nachtbeeld zichtbaar te maken. Naast een vaak fraaie architectuur geven deze panden ook goed de tijd weer waarin ze gebouwd werden en maken daarmee de geschiedenis van Nijmegen zichtbaar. In overleg met stedenbouwkundigen en cultuurhistorici van de gemeente is de geschiedenis ingedeeld in tijdzones om de objecten te kunnen groeperen voor zichtbaarheid in het nachtbeeld.
Per tijdszone is een specifieke sfeer gedefinieerd waar de illuminatie van het pand uit deze periode in grote lijnen aan voldoet, in een combinatie van basisverlichting en accenten. Elk object moet individueel worden bekeken en krijgt een lichtadvies op maat, zodat de architecturale kwaliteiten van de gevel of het gebouw goed tot zijn recht te laten komen. De industriële panden zoals de Vasim, de Honigfabriek en de elektriciteitscentrale staan een stukje buiten het centrum en hebben een geheel eigen, dynamisch karakter. De illuminatiesfeer wordt hier uitgebreid met het gebruik van kleur.
Lichtplan Nijmegen Inspiratieboek voor openbare sierverlichting Nijmegen
Inhoud Hoofdstuk 1 Woord Vooraf
3
Hoofdstuk 2 Inleiding lichtplan
4
Hoofdstuk 3 Lichtplan algemene informatie 6 3.1 Licht verlevendigt................................................. 7 3.2 Werkwijze lichtplan.............................................. 8 3.3 Toelichting op licht ............................................. 9 3.4 Algemene verlichting en veiligheid ...... ..... 10 3.5 Aandachtspunten ................................................ 11 Hoofdstuk 4 Analyse 12 4.1 Geschiedenis en ontwikkeling Nijmegen.... 13 4.2 Verlichting, dag en nachtbeeld....................... 14 Hoofdstuk 5 Strategie 5.1 5.2 5.3
19
Hierarchische lichtplattegrond........................ 20 Concept illuminatie.............................................. 21 Concept algemene verlichting........................23
Hoofdstuk 8 Illuminatie markante gebouwen buiten het centrum in de wijken 63 Hoofdstuk 9 info diversen 57 9.1 Energiebesparing..................................................58 9.2 Helderheden en verblinding.............................60 9.3 Flora en Fauna & routes lopen..........................61 Hoofdstuk 10 Vervolgstappen 62 10.1 Vervolgstappen.......................................................63 10.2 Quick wins........................................................... ......64 10.3 Eerste grote projecten..........................................65
Hoofdstuk 6 deelgebieden nader toegelicht 27 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Historisch Centrum Nijmegen 28 19e eeuwse Stadsuitleg .................................... 38 Ruimte voor de Waal / Waterplein..................39 Bruggenlandschap...............................................42 Recreatiekade noordelijke oever....................44 Maas-Waal kanaal.................................................45 Pleinen en uitgaansgebieden..........................46 Parken en parkeergebieden.............................. 47
Hoofdstuk 7 OV structuren 48 7.1 7.2 7.3 7.4
Routing in- en uit de stad..................................49 Entreegebieden.....................................................50 Knooppunten.........................................................51 Groene Route (autoverkeer en fietsroute)..52
2
1 Woord vooraf Lichtplan Nijmegen Dit is het inspiratieboek van het lichtplan Nijmegen. Het lichtplan is opgesplitst in 2 documenten; Deel 1; het inspiratieboek Het inspiratieboek geeft een helicoptervisie over de stad Nijmegen in de avonduren; grote, algemene waarnemingen waarbij een analyse gemaakt is van de huidige armaturen en lichtbronnen op basis van aangeleverde informatie (de stedenbouwkundige structuurvisie, beleidsdocumenten, het beleidsplan en de visie van Stichting de Verlichting Nijmegen, de huidige beheergegevens en onze eigen waarnemingen) Dit document beschrijft het totaalconcept voor de stedelijke verlichting en de uitwerkingsideeen daarvan van de verschillende onderdelen en vormen van verlichting. Centrale vragen in dit document; hoe maken we een eenheid van de nachtelijke stad? Ideeen om de stad ’s nachts goed leesbaar te maken en extra belevingselementen toe te voegen. Deel 2; het uitvoeringsdocument. Het uitvoeringsdocument is een lijdraad die voortkomt uit de verlichtingsconcepten zoals beschreven in het inspiratieboek. Het geeft concrete richtlijnen voor de uitvoering van de verschillende vormen van openbare verlichting. In dit document worden ook landmarks en bijzondere gebieden in de stad aangewezen om de sfeer en citymarketing van de stad mee te versterken. Omdat we een totaalscan hebben gemaakt in het inspiratiedocument kunnen we nu aanwijzen welke gebieden zo efficiënt mogelijk verlicht dienen te worden en waar we wat meer uit kunnen pakken met luxe oplossingen. Zo borgen we een totaalplaatje Nijmegen waarbij bovendien verstandig met energie wordt omgegaan.
Zicht op de Waalbrug vanaf het Valkhof
Petra Hulst, lichtontwerper LiAS Philips Nederland in samenwerking met Gemeente Nijmegen Stadsbeheer.
3
2 Inleiding Lichtplan Masterplan verlichting Na het zorgvuldig opstellen van een visie voor de openbare ruimte door de gemeente en stedenbouwkundigen en de uitvoeringsnota openbare verlichting werd de behoefte aan een aansluitend inspiratiedocument voor de uitstraling van de stad bij nacht steeds sterker. Verlichtingsideeen die Nijmegen ook in de avonduren aantrekkelijk maken om te verblijven en recreëren. Ook ’s avonds mag Nijmegen zich onderscheiden van de omliggende steden met een bijzonder en aangenaam nachtbeeld. Goede openbare verlichting en illuminatie staan niet op zichzelf; alleen door een zorgvuldige, integrale aanpak zal een sterk nachtbeeld ontstaan. Licht is een bouwmateriaal dat alleen zichtbaar is bij de gratie van de omgeving waarin deze wordt geplaatst; de volumes, materialen en kleuren van de omgeving. Een ander belangrijk onderdeel is de duurzaamheid van de nieuwe installatie; hoe kan ervoor gezorgd worden dat de doelstellingen op het gebied van energiebesparing en onderhoud in de toekomst / over een periode van 10 jaar worden gehaald? Slimme technieken en efficiënte producten worden voorgesteld. De eerste stappen om tot een dergelijke oplossing te komen bestaan dan ook uit een grondige analyse van de omgeving en de op hand zijnde veranderingen van deze omgeving. Gesprekken met de betrokken stedenbouwkundigen en architecten zijn gevoerd, evenals natuurlijk met de gemeenteambtenaren en beleidsmakers van de gemeente Nijmegen. Dit document begint met het in kaart brengen van deze analyse en gaat over in een strategie voor de (sier-)berlichting. Deze strategie is een integraal concept waarin beschreven staat hoe de stad verlicht kan worden zonder in te gaan op een daadwerkelijke implementatie op armatuurniveau. Daarna zullen vanaf hoofdstuk 6 aan de hand van een hiërarchische lichtplattegrond alle onderdelen van het plan apart worden behandeld.
Nijmegen Centraal Station; de eerste kennismaking met de stad voor de treinreiziger.
De digitale lichtplattegrond is een ondersteunende schil van het document dat onbeperkt kan worden aangevuld en aangepast. Het stuk dat u nu gaat lezen is wel 'bevroren' als conceptdocument. Het voorstel per onderdeel van het lichtplan wordt omschreven in schets, sfeerbeelden, lichtkleuren, richting van het licht en eventueel interactie/ dynamiek. In dit document en op de digitale kaart zullen schetsmatig armaturen te zien zijn; dit ter illustratie van het type armatuur wat wordt aangeraden in het concept. Deze voorbeelden zijn dus illustratief bedoeld, niet als concreet voorstel. Het proces om tot het uitrollen van dit lichtplan te komen wordt beschreven in (het kaderdocument) hoofdstuk 12 als vervolgstappen.
4
2 Inleiding Lichtplan Ook 's avonds aangenaam anders Een goed lichtplan bestaat niet alleen uit verkeersverlichting en aangelichte panden. Een goed lichtplan is toegesneden op de stad waarvoor het is gemaakt, betrekt stegen, water en muren en kruipt als het ware onder de huid van het stedenbouwkundig plan. Bovendien is het een zowel eenvoudige als mystieke manier om een extra lading te geven aan de stad bij nacht, het verhaal te vertellen dat overdag onuitgesproken blijft. Om zo'n toegesneden plan te kunnen maken voor de stad moet er eerst nauwkeurig gekeken worden naar de huidige situatie, de wensen van bewoner en toerist en natuurlijk naar de geschiedenis van deze historische stad. Vanaf juli 2012 zijn er verschillende gesprekken gevoerd met betrokkenen en wandelingen door de stad gemaakt om deze goed te leren kennen. We hebben met het projectteam ook een wandeling in de avond gemaakt om verschillende locaties te analyseren. De bevindingen en ideeën die hieruit voortgekomen zijn, zijn terug te vinden in de analyse en strategie van het lichtplan in dit boekwerk. De verschillende onderdelen van het lichtplan zullen per hoofdstuk beschreven worden. De implementatie van het lichtplan voor de verschillende onderdelen, het daadwerkelijke ontwerp, kan in de periode die voor ons ligt stap voor stap in afstemming met de gemeente worden uitgewerkt door ons of andere partijen waarbij de gemeente aangeeft waar de prioriteit ligt. In dit voorstel wordt met alle onderdelen rekening gehouden met de doelstelling van de gemeente om een energiezuinige, efficiente installatie aan te schaffen. (Energieneutraal in 2045 mogelijk?) Waar mogelijk zullen duurzame (led-) oplossingen worden voorgesteld. Wanneer het daadwerkelijk komt tot implementatie van een onderdeel van het plan zullen de op dat moment meest efficiente oplossingen naast dit plan gehouden worden om de beste keuze te maken. Het lichtplan begint met een algemene inleiding in het lichtontwerp in de openbare ruimte.
Zicht op de kade vanaf de Spoorbrug
5
Hoofdstuk 3 Lichtplan Algemene Informatie
6
3.1 Licht verlevendigt Licht verlevendigt Verlichting krijgt steeds meer aandacht bij de inrichting van de openbare ruimte. Terecht, want goed licht draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van het stedelijk leven. Zo zorgt licht ervoor dat we ‘s avonds de weg kunnen vinden naar vrienden en familie, naar de schouwburg en de sportclub. Licht betekent ook veiligheid. Het beschermt gebouwen tegen inbraak en vernielingen en het maakt dat we ons veiliger voelen op straat en in het verkeer. Wellicht even belangrijk hoe licht onze perceptie van de bebouwde omgeving kan beïnvloeden; licht vestigt de aandacht op de architectonische kwaliteiten van gebouwen en objecten en toont vertrouwde plekken ‘s nachts op geheel nieuwe wijze. Een lichtconcept is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Een plan, gebaseerd op een heldere en samenhangende visie op de rol van licht in een bepaald gebied; functioneel, gevoelsmatig en esthetisch. Een plan dat ook rekening houdt met de waardevolle architectonische kenmerken, de algemene ruimtelijke karakteristieken en niet in de laatste plaats de gewenste uitstraling. Alle soorten van verlichting bepalen mede het nacht-beeld. Dit plan gaat ook over de functionele doch sfeervolle verlichting en illuminatie van gebouwen. In de stedelijke omgeving echter beïnvloeden ook etalages, reclame- en informatieborden met hun verlichting het nachtbeeld. Een goede verlichtingsinstallatie bestaat door de jaren heen dankzij een goed onderhoud.
Zicht op de Waalbrug vanaf het Trajanusplein. De Belvedere links in beeld is in werkelijkheid minder fraai verlicht met gele verlichting, zie de meer realistische foto hiernaast.
7
3.2 werkwijze lichtplan Lichtplan Doel van een masterplan is het vaststellen van de strategie van de integrale verlichting om een gebied of project te presenteren als één geheel met respect voor ieder specifiek onderdeel. Deze onderdelen hangen als het ware als een kralensnoer aan elkaar. Analyse Om te komen tot een samenhangend beeld moet er eerst een helder idee van het geplande ‘avondlandschap’ zijn en wat de bijdrage kan zijn in die specifieke omgeving. Daarom begint het plan met een analyse van de geplande situatie overdag en ‘s avonds. Een goede lichtoplossing is een integratie van functionele, esthetische en emotionele aspecten. De prioriteit van elk van deze aspecten hangt af van het karakter en de mogelijkheden van een gebied, object, route of ruimte. Voor bijvoorbeeld een snelweg is de verkeersveiligheid van het grootste belang, terwijl op een wandelpromenade ook de sfeer een grote rol speelt. Concept De volgende stap is de resultaten van de analyse te vertalen in strategische concepten. De doelen en het gewenste lichtklimaat moeten worden gedefinieerd, samen met globale oplossingen. Ideeën en referentiebeelden zullen worden gegeven. Detaillering Deze fase start met het stellen van prioriteiten voor projectrealisaties samen met alle betrokken partijen. Het is de basis voor detaillering van het ontwerp en de realisatie. Praktische, technische en budgettaire zaken spelen een belangrijke rol in deze fase. Het lichtconcept zal dan als naslagwerk blijven dienen. Implementatie Dit is de fase van definitieve keuze van verlichtingsarmaturen. Positionering, bevestiging en het voldoen aan de gestelde eisen worden hier definitief vastgesteld.
8
3.3 Toelichting op licht Kleur en kleurweergave Kleurweergave (Ra) De kleurweergave eigenschap van een lamp wordt weergegeven in een index. Simpel gezegd een soort van rapportcijfer met een maximum van honderd. Echter hoe goed men kleuren kan zien is ook afhankelijk van het lichtniveau. In een verlichtingsinstallatie in de buitenomgeving zijn die altijd relatief laag. Dat neemt niet weg dat sommige lampen het ons praktisch onmogelijk maken om ook maar enigszins kleuren te kunnen herkennen. Bij het licht van andere lampen kan men heel goed kleuren onderscheiden ook zonder dat er sprake is van een Ra van 90. Contrastwerking Bij verlichtingsinstallaties wordt niet aangegeven hoeveel kracht ze hebben om een schaduw te maken. Een installatie die dit wel kan wordt geassocieerd met zonlicht en geeft het effect van een zonnige vakantiedag (CDM-T/ CDO-TT). Diffuse koele verlichting geeft over het algemeen een mistroostige indruk van een regenachtige of mistige dag (PLL, PL-T). Hoe kleiner de lamp, hoe meer contrastwerking de lamp kent. Maar zoals de zon kan verblinden, zo kan een lamp dat ook. Zeker voor lampen met een grote contrastwerking is een optiek, die inkijk in de lamp beperkt, belangrijk.
Impressie warm wit licht, 2700 Kelvin
Impressie neutraal wit licht, 4000 Kelvin
Combinatie koel en warm wit licht
Kleurtemperatuur (K) Net als zonlicht heeft ook het licht van iedere kunstlichtbron een eigen kleurindruk. Hoe hoger de kleurtemperatuur is, hoe meer blauw in het licht aanwezig is en hoe minder rood. Vergelijk dit principe met het verhitten van een hoefijzer in het vuur. Wanneer de kleurtemperatuur laag is, bijvoorbeeld 2500K, dan zullen de warme kleuren beter tot hun recht komen dan de koelere kleuren zoals blauw of groen.
9
3.4 Algemene verlichting en veiligheid Algemene verlichting en veiligheid Verlichting en het ontwerp van de openbare ruimte zijn middelen om bij te dragen aan sociale en persoonlijke veiligheid. Met persoonlijke veiligheid wordt bedoeld dat men kan zien waar men loopt zonder te struikelen of uit te glijden. Met sociale veiligheid wordt in de openbare verlichting bedoeld dat men zich vooral veilig moet voelen en zonder angstgevoelens de straat op durft te gaan. Matig ontwerp en verlichting wekken de indruk dat de openbare ruimte er niet toe doet. Mensen voelen zich niet uitgenodigd om gebruik te maken van de ruimte. Verlichting en ontwerp kunnen mensen met sociaal wenselijk gedrag uitnodigen en maken dat mensen met minder wenselijk gedrag op hun hoede zijn. Verlichting op zich voorkomt geen criminaliteit, het gaat om de combinatie van de aanwezigheid van mensen en licht. Belangrijk blijft de vraag of de ruimte bedoeld is voor gebruik bij nacht. Er zijn enige algemene richtlijnen voor verlichting van de openbare ruimte: -de ruimte moet goed verlicht zijn voor voetgangers -het lichtniveau en de gelijkmatigheid moet herkenning van mensen mogelijk maken binnen een afstand van ongeveer 4 meter -helderheden moeten zo veel mogelijk worden beperkt -verborgen hoeken en blinde vlekken moeten adequaat worden verlicht -in de meeste gevallen is het toepassen van meer lampen met een lager vermogen adequater dan minder lampen met een hoog vermogen.
Het plein voor het Valkhofmuseum op de Kelfkensbosch is erg donker met hoge helderheden van de etalage langs de rand
Er wordt overal rekening gehouden met de beleving van de stadsparken en het gevoel van veiligheid dat dit terrein oproept in de avonduren. De nadruk zal liggen op de belevenis van de omgeving. De richtlijn opgesteld door de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) wordt algemeen geaccepteerd als basis voor het creëren van een verantwoorde verlichting. In de gemeente Nijmegen worden de meest recente verlichtingsrichtlijnen ROVL2011 gevolgd.
De van Schaeck Mathonsingel is zeer gelijkmatig verlicht met een hoog lichtniveau
10
3.5 Aandachtspunten Lichthinder, beheer en onderhoud Lichthinder Door objecten op een speciale manier te verlichten krijgt men een heel ander beeld ten opzichte van het dagbeeld. Dit gebeurt bewust, maar moet ook gebeuren zonder verblinding te veroorzaken. Te heldere oppervlakken of armaturen maken het soms onmogelijk om dingen die we willen zien te kunnen waarnemen. Het is daarom van belang bij het aanlichten van gebouwen en objecten er voor te zorgen dat er geen (licht)hinder wordt veroorzaakt. Beheer en onderhoud Een lichtplan kan pas dan succesvol zijn, als naast de initiële investeringen ook de kosten voor beheer en exploitatie structureel worden opgenomen in begrotingen. Dit is noodzakelijk voor vervanging bij einde van de levensduur van de lampen, armaturen en masten, maar het is belangrijk ook middelen te reserveren voor calamiteiten, zoals vervanging na een aanrijding. Een lichtplan dat wel in goede samenhang is ontworpen wekt bij matig onderhoud, evenals matige verlichting of ontwerp, de indruk dat deze ruimte er niet toe doet. Dat creëert een gevoel van, wellicht subjectieve, onveiligheid bij de goedwillende burger, maar evenzeer nodigt het sommigen uit de levensduur te testen van de nog functionerende verlichting. Daarvoor is het noodzakelijk alle soorten van “openbare verlichting” in een onderhoudsplan samen te brengen. Te weten: -functionele verlichting van verkeers- en verblijfsgebieden -verlichting van kunstwerken (waaronder bruggen) -illuminatie van gebouwen en objecten.
Slecht afgeschermde armaturen verlichten niet alleen het object, maar geven ook lichtvervuiling en lichthinder (verblinding) af aan de omgeving.
11
Hoofdstuk 4 Analyse De tijdsporen van Nijmegen
12
4.1 Geschiedenis en ontwikkeling Nijmegen Geschiedenis en bijzondere kenmerken Nijmegen is de oudste stad van Nederland, de verschillende leefperiodes/ tijdsvlakken zijn nu nog goed zichtbaar in de stad. De stad heeft een spannende gelaagdheid door de verschillende historische bouwlagen; in de stad kun je zowel delen van een Romeinse muur als moderne architectuur naast elkaar tegenkomen. Verder zijn er hoogteverschillen door natuurlijk relief (door stuwwallen) en ligt de stad aan een rivier; de Waal. Deze interactie met water is kenmerkend voor de stad. De stad heeft een geschiedenis met hoogte- en dieptepunten, zoals de bouw van de Valkhofburcht en de St. Stevenskerk in de Middeleeuwen, de inname van de stad door prins Maurits in 1591, het Vredescongres in 1678-1679, de afbraak van de vesting in 1874 en het bombardement in februari 1944. Meest recent is de ingrijpende omlegging van de Waal in het project Ruimte voor de Waal waarbij een nevengeul wordt gegraven voor waterberging en de wijk Veur-Lent een met bruggen aan het vaste land verbonden eiland wordt.
De situatie in de nabije toekomst na de uitvoering van het project Ruimte voor de Waal
toen
13
4.2 Verlichting Dag- en nachtbeeld De huidige verlichting is uiteenlopend. Sommige gebieden zijn hoogwaardig verlicht; uitgebalanceerd en fraai ontworpen. Andere, vaak tussengelegen gebieden zijn puur functioneel verlicht, vaak met verouderde armaturen en lichtbronnen. De lichtbronnen zijn hier vaak goed zichtbaar in het eenvoudige armatuur en werken zeer verblindend. De armaturen in deze doorgangsgebieden zijn erg eenvoudig vormgegeven en zijn niet comfortabel opgesteld. Er is ooit wel een lijn gekozen op het gebied van kleurtemperatuur, kleurweergave en lichtintensiteit; de verblijfsgebieden zouden uitgerust moeten worden met wit licht en de specifieke verkeerswegen met geel licht (Son). Dit plan is echter niet consistent uitgevoerd waardoor een aantal verblijfsgebieden, zoals bijvoorbeeld het Stationsplein op de foto hiernaast, nu door geel licht verlicht zijn. De verschillende gebieden zijn hierdoor niet goed leesbaar en krijgen zo ook weinig samenhang. Door het twee lampen principe (2 PL lampen in een armatuur die geschakeld worden om meer of minder licht te maken) is de verlichting al redelijk energiezuinig. Ook voor de illuminatie van panden is onsamenhangend. Aan sommige objecten en/ of gebieden is veel aandacht geschonken en zien er fraai en uitgebalanceerd uit, zoals de Stevenstoren, De Lange Hezelstraat en de Marienburgkapel. Op andere plekken is er alleen attentiewaarde gecreeërd door met een grote schijnwerper het hele object (vaak met een hoge druk natrium lichtbron zoals de SON lamp) in een keer aangelicht. Hiermee is het object goed zichtbaar, maar wordt er geen aandacht geschonken aan de architectuur, het beeld wordt vrij vlak. Ook wordt er zo meer energie gebruikt dan noodzakelijk en is er veel lichtvervuiling. Bij sommige particuliere panden is gebruik gemaakt van gekleurd licht; niet altijd in evenwicht met de omgeving en vaak schijnbaar zonder achterliggende gedachte.
Een voorbeeld van het huidige nachtbeeld ; geintegreerde verlichting en een aangelichte toren op het Stationsplein. Deze foto geeft een te mooie indruk; in werkelijkheid is het type geintegreerde verlichting is niet goed gekozen en werkt verblindend, waardoor het contrast met de omgeving te hoog wordt en het plein nu als te donker wordt ervaren.
14
Voorbeelden huidig nachtbeeld Huidige straat- en pleinverlichting
Fraaie dubbele uithouder, maar een combinatie van wit voor het troittoir en geel licht voor de rijweg terwijl dit in zijn geheel verblijfsgebied is en wit verlicht zou moeten zijn. (Kelfkensbos)
Lichtstokken langs het water op de kade. Deze lichtmasten geven voornamelijk helderheid en een ritme aan de kade. Ze dragen nauwelijks bij aan het lichtniveau van de omgeving.
Fraaie combinatie van pendelverlichting en illuminatie op de Lange Hezelstraat.
De huidige straatverlichting in de woonwijken zorgt voor een goed lichtniveau en is door de toepassing van een refractiekap minder verblindend dan met alleen een optiek.
15
Voorbeelden huidig nachtbeeld Huidige straat- en pleinverlichting
Verschillende armaturen en lichtbronnen in een gebied zorgen voor een rommelig nachtbeeld. Hier op het J.Iversenplein is vook het gemiddelde lichtniveau te laag en het kunstwerk donker.
Een voorbeeld van het huidige nachtbeeld ; de slechte illuminatie rond het Keizer Karelplein
Oranjesingel; de verlichting is hier slecht in balans door een groot verschil in lichtniveau; een goed verlichtte rijweg (in geel licht want verkeersfunctie) met daarnaast een zeer donkere ventweg in wit licht. Her en der zijn panden verlicht, maar op een vlakke manier door schijn-werpers met hoog vermogen lamp in diverse lichtkleuren.
Een combinatie van geel licht en wit licht voor het Station terwijl dit als verblijfsgebied in zijn geheel wit verlicht zou moeten zijn.
16
Voorbeelden huidig nachtbeeld Huidige verlichting panden en objecten
De St.Nicolaaskapel op het Valkhof is vlak aangelicht door hoog vermogen schijnwerpers met geel licht.
Geel licht in het centrum, vlakke illuminatie door hoog vermogen schijnwerpers met SON lampen.
Door verkeerde accenten en een hoog contrast met de donkere delen van de gevel komt de architectuur niet goed tot zijn recht.
Sierlijke gevelverlichting in de benedenstad (Oude Haven), helaas niet alle armaturen deden het.
17
Voorbeelden huidig nachtbeeld Huidige verlichting panden en objecten
Het St Stevenspoortje wordt geaccentueerd door licht, maar met het rondstralende, licht verblindende armatuur boven de poort wordt de architectuur niet benadrukt.
Het grote pand van het Casino is in de maanden zonder kerstverlichting redelijk ingetogen verlicht en geeft een mooi ritme aan dit deel van de kade.
In bovenstaande situatie is slechts een fragment van het gebouw verlicht in een schijnbaar willekeurige kleur die erg sfeerbepalend is voor de rest van het gebied en hiermee een storend object.
Goed gebruik van kleur bij de electriciteitscentrale
18
Hoofdstuk 5 Strategie Verlichtingsconcept
19
5.1 Hierarchische Lichtplattegrond Structuur in de stad Globaal kunnen we een aantal lijnen en gebieden in de stad omschrijven, die elkaar dikwijls kruisen of overlappen. Zoals bijvoorbeeld de route langs de oude stadswal en de gevelsteenroute. Met herkenbare verlichting kunnen we mensen door de stad geleiden langs geselecteerde routes, al naar gelang hun voorkeur. In de wijken is de algemene verlichting warm wit licht (3000K), met overal de zelfde lichttechniek om de installatie goed te kunnen beheren en rust in het nachtbeeld te creeren. Het is echter interessant om een armatuur met mast bij de uitstraling van de wijk of deelgebied (bv Dukenburg) aan te laten sluiten. Zie verder pagina 25.
Hierarchische lichtplattegrond met de belangrijkste structuren van de verschillende tijdsvlakken in het centrum Romeinse Tijd (tot 500) Vestingstad (500-1874) 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940) Oorlog en Wederopbouw (1940-1970)
20
5.2 Concept illuminatie Basisplan Als basisuitgangspunt wordt de geschiedenis van de stad genomen. De historische structuren die nog zichtbaar zijn worden gevolgd en in het nachtbeeld versterkt. Het illuminatieconcept volgt hetzelfde principe. We wijzen in de verlichtingsstrategie bijzondere gebouwen (landmarks) en bijzondere gebieden aan die de sfeer, uitstraling en bovendien de orientatie van de stad zullen versterken in het nachtbeeld. Deze objecten worden geklassificeerd binnen een bepaalde tijdszone waar ze toebehoren, en volgens deze sfeer verlicht zodat de geschiedenis van het pand door het licht gelezen kan worden. Hoe dit er uit ziet wordt toegelicht in het hoofdstuk Illuminatie. De algemene verlichting van straten en verblijfsgebieden, de orientatieverlichting in de verschillende gebieden en de illuminatieverlichting voor de bijzondere objecten vormen een samenhangend geheel dat herkenbaar is voor de stad en makkelijk uitgebreid kan worden.
Overkoepelend concept illuminatie 'verleden verbeeld' als kleurtemperatuurbarometer weergegeven
Enkele afbeeldingen van de digitale kaart van Lichtplan Nijmegen
21
5.2 Concept illuminatie Onderdelen lichtplan Nijmegen In het centrum van Nijmegen, maar ook daarbuiten, zijn verschillende objecten te vinden die zeer de moeite waard zijn om in het nachtbeeld zichtbaar te maken, Naast een vaak fraaie architectuur geven deze panden ook goed de tijd weer waarin ze gebouwd werden en maken daarmee de geschiedenis van Nijmegen zichtbaar. In overleg met stedenbouwkundigen en cultuurhistorici van de gemeente is de geschiedenis ingedeels in tijdzones om de objecten te kunnen groeperen voor zichtbaarheid in het nachtbeeld. 1. Romeinse tijd tot 500 na Christus 2. Vestingstad van 500 tot 1874 3. 19e eeuwse stadsuitbreiding 1874 tot 1940 4. Oorlog en wederopbouw 1940 tot 1970 5. Eigentijds 1970 tot heden 6. Industrie Per tijdszone is een specifieke sfeer gedefinieerd waar de illuminatie van het pand uit deze periode in grote lijnen aan voldoet, in een combinatie van basisverlichting en accenten. Elk object wordt individueel bekeken en krijgt een lichtadvies op maat maar de architecturale kwaliteiten van de gevel of het gebouw goed tot zijn recht te laten komen. Hiernaast is dit verloop in kleurtemperatuur (voor uitleg zie pagina 9) schematisch weergegeven, op de volgende pagina's wordt de uitwerking van de verschillende tijdzones met voorbeelden toegelicht. De industriele panden zoals de Vasim, de Honigfabriek en de Electriciteitscentrale staan een stukje buiten het centrum en hebben een geheel eigen, dynamisch karakter. De illuminatiesfeer wordt hier uitgebreid met het gebruik van kleur. In het hoofdstuk 6.1 deelgebied historisch centrum wordt het illuminatieconcept per tijdsvlak toegelicht.
Hierarchische lichtplattegrond met de belangrijkste structuren van de verschillende tijdsvlakken in het centrum Romeinse Tijd (tot 500)
Amber
Vestingstad (500-1874)
2200 Kelvin
19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940)
3000 Kelvin
Oorlog en Wederopbouw (1940-1970)
4000 Kelvin
Eigentijds (1970-heden)
Wit + kleuraccenten
22
5.3 Concept algemene verlichting Algemene (verkeers-) verlichting De bewoners en bezoekers van de stad passeren altijd de doorgangsgebieden op weg naar een plein of openbaar gebouw, ervaren dus ook beide verlichtingsinstallaties en krijgen hierdoor een verschillende indrukken van de stad; de sfeer van het plein en de sfeer van de algemene verlichtingsinstallatie in de gang ernaar toe. Dit lichtplan verlichting biedt een leidraad om de installaties op een esthetisch en duurzaam hoogwaardig niveau te krijgen, zodat elke plek van de stad op het gebied van verlichting kwaliteit en comfort biedt. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen de openbare ruimten zoals de pleinen van de stad waar de inrichting meer luxueus is (want een verblijfsgebied) en de doorgaande gebieden waar een meer basisverlichting (efficient, lage kosten), maar ook met een kwalitatief hoogwaardig lichtbeeld, wordt gevraagd. Het streven is om de variatie van de verschillende armaturen en vooral lichtbronnen klein de houden, wat ten goede komt aan de visuele rust, de orientatie en de herkenbaarheid van het gebied. De gebieden blijven zo ook 's avonds leesbaar. De doorstroom van de stad wordt door deze afstemming van de armaturen en lichtbronnen heel natuurlijk en comfortabel. De ideeen voor de verschillende (type) wegen en gebieden zullen op de volgende pagina's per deelgebied worden toegelicht, de daaruit voortkomende algemene richtlijnen worden in het kaderdocument besproken. Hier vast een globaal overzicht met op deze en de volgende pagina enkele referentiefoto's ter illustratie.
Voorbeeld markerende spotjes om een route aan te geven (Utrecht)
Voorbeeld fraai verlicht entreegebied van een park (Lyon)
1. A+B wegen (verbindingswegen tussen de verschillende wijken en wegen richting de snelwegen) worden in neutraal wit (4000K) verlicht. Om de wegen die in- en uit de stad richting snelwegen leiden extra als zodanig te benadrukken kunnen hier wat hogere masten gekozen worden die deze (komende) snelheid aangeven. Een andere mogelijkheid is om deze wegen in koud wit (6500K) uit te lichten, maar dit is minder geschikt in woongebieden. Deze kleurtemperatuur kan wel worden toegepast op de Energieweg tot over de Stadsbrug tot het eerste knooppunt in Lent. Het koele licht benadrukt de energie, het tempo en het industriele karakter van deze doorgaande weg. 2. Binnenstedelijke straten worden in warm wit (3000K) verlicht. Dit past bij het menselijke, sociale karakter van dit gebied. Ook de kleurweergave wordt zo verbeterd, dit draagt bij aan de sociale veiligheid en de architecturale uitstraling van het gebied. 3. (Binnenstedelijke) pleinen worden met warm wit licht (3000K) aangelicht. De lichtpunthoogtes gaan hier echter wat omhoog zodat er minder masten nodig zijn en deze gebieden wat theatraer worden verlicht wat de verblijfsfuntie versterkt. 4. Het historisch centrum (deelgebied 00 + 01) wordt in de basis met warm wit licht verlicht. Er worden hier echter elementen toegevoegd die de historische structuur en ontwikkeling van de stad laten zien. Het wandelen van speciale routes om deze geschiedenis van de stad te ervaren wordt gestimuleerd door kleine kenmerkende markers in de bestrating.
23
5.3 Concept algemene verlichting Referentiebeelden lichtbeeld algemene verlichting
Kleurtemperatuur 3000K voor de verblijfsgebieden
Kleurtemperatuur 4000K voor de B-wegen
Hierarchische lichtplattegrond met de A+B wegen en de knooppunten, afbeelding website
Voorbeeld van kleurtemperatuur 6500K voor de Energieweg
24
5.3 Concept algemene verlichting Wijken; herkenbaarheid deelgebied, herkenbaar geheel In alle wijken komt algemene verlichting in de vorm van medium hoge masten (4-6 meter) met daarop een armatuur die een lamp draagt met een kleurtemperatuur heeft van 3000K; warm wit licht. Om de wijken op subtiele wijze een eigen karakter te geven door de openbare verlichting, kan elke wijk worden uitgerust met een eigen stijl armatuur. Dit kunnen verschillende 'leden' uit een armatuurfamilie zijn, zodat de armaturen nog wel een vergelijkbaar lichtbeeld geven en allen herkenbaar 'Nijmeegs'. Hiernaast enkele voorbeelden; een schets van het typerende armatuur dat in Nijmegen Noord wordt toegepast en een geschetst voorbeeld van een armatuurfamilie. Voor pleinen in woonwijken waar verbijzondering gewenst is maar geen behoefte of interessante mogelijkheid is om illuminatie van objecten of gebouwen toe te passen, kan er gespeeld worden met bijzondere optieken in het armatuur om op deze manier lichteffecten op het plein te creeren.
Armatuur in Nijmegen-Noord
Voorbeeld armatuurserie; verschillende karakters, 1 stijl
lichteffecten door bijzondere optieken te gebruiken.
25
5.3 Concept algemene verlichting Wijken; herkenbaarheid deelgebied, herkenbaar geheel Hiernaast nog wat voorbeelden.. Naast onderscheid in het armatuur kan ook juist de mast of de combinatie mast en uithouder herkenbaar zijn voor een gebied.
Projectie van boomkruinen vanaf 1 hoge centraal geplaatste mast in het centrum van Hoogeveen.
Gebogen masten langs een boulevard
26
Hoofdstuk 6 Deelgebieden
27
6.1 Historisch centrum Structuur In het centrum is de middeleeuwse structuur van stadsmuur, assenkruis en gassen naar de benedenstad nog goed te zien. De openbare verlichting heeft overal in het centrum een kleurtemperatuur van 3000K (warm wit licht) omdat het in zijn geheel geklassificeerd is als verblijfsgebied. Een goede manier om de verschillende doorgangen te laten zien is door een armatuur te kiezen die kenmerkend is voor bijvoorbeeld het middeleeuwse assenkruis of de gassen. Andere kenmerkende straten zijn de Lange Hezelstraat en de ringstraten, die momenteel al goed onderscheidend verlicht zijn door een combinatie van pendelverlichting en illuminatie (Lange Hezelstraat) en pendelverlichting (de Ringstraten). De integrale verlichting in de Lange Hezelstraat kan doorgetrokken worden in de Stikke Hezelstraat tot aan de Grote Markt. De overige straten, zoals bijvoorbeeld de assen, kunnen naast extra zichtbaar gemaakt worden door typerende armaturen te gebruiken ook versterkt worden door kleine markers in de bestrating toe te voegen. De kleur van de marker geeft het type straat aan. De markers worden zo gepositioneerd dat ze een route markeren, hierover in een volgend hoofdstuk informatie. Andere interessante structuren zijn de verbindings-wegen tussen de Houtstraat- Koningsplein- Marienburg en MolenstraatValkhof-Kelfkensbos. Ook de groene omzoming van het centrum is een bijzondere structuur.
Schematische weergave van de structuren in het centrum Romeinse Tijd (tot 500) Vestingstad (500-1874) 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874-1940) Oorlog en Wederopbouw (1940-1970) Gassen naar de kade Ringstraten Groene omzoming van het centrum
28
6.1 Historisch centrum Illuminatie Romeinse Tijd (tot 500) Er zijn in en buiten het centrum van de stad veel sporen gevonden van de Romeinse tijd toen de stad Ulpia Noviomagus Batavorum heette. Deze sporen betreffen vooral archeologische opgravingen en deze zijn in het huidige dagbeeld niet of nauwelijks zichtbaar. Om deze plekken in het nachtbeeld een rol te laten spelen is projectie een oplossing. In het kleurconcept heeft de Romeinse Tijd een amberkleurig, warm licht (licht van fakkels). De projectie kan (een deel van) de plattegrond van het gevonden object zijn.
Objecten/ locaties
. Er zijnoverblijfselen uit de Romeinse tijd gevonden op de volgende locaties in de stad:
Valkhof Kopsplateau Waterkwartier Hunnerberg Trajanusplein Jozefhof
Op de digitale kaart zijn de vindplaatsen van Romeinse overblijfselen aangegeven met een symbool
Route Burghtstraat- Lange Hezelstraat
Referentiebeeld; projectie in de openbare ruimte vanaf een mast
Impressie van een Romeins gebouw
Impressie van de projectie van de plattegrond van een Romeins gebouw ter herinnering aan die tijd in het nachtbeeld
29
6.1 Historisch centrum Illuminatie Vestingstad (500 tot 1874)
. De periode Vestingstad is een lange periode, van de zeer vroege middeleeuwen tot eind 19e eeuw. De gebouwen uit deze periode worden in warm witte sfeer aangelicht, gemiddeld 2500 Kelvin.
Belangrijke objecten uit deze periode zijn naast de hieronder omschreven objecten ook de overblijfselen of locatie van de oude structuur van de stad; de stadsmuur en de poorten. De oude gebouwen krijgen wat warmere accenten (richting de 2200K) en de latere gebouwen gaan wat meer richting de 3000K in accenten.
Objecten
. Barbarossa ruine 1030
RK Weeshuis
St. Nicolaaskapel (Valkhofkapel) 1030/1152/1190
Brouwershuis 1570
Stadsmuur en wallen 1155
St Antoniuspoort 1589
De Donjon (origineel 1155, wordt mogelijk herbouwd)
Oude Haven 1602-1884
Commanderie van de St Jan 1196
De Waagh (Boterwaag) 1612
St. Stevenskerk en historische gebouwen 1273
Belvedere 1646
protestants weeshuis 1247
Synagoge 1756
Onze Lieve Lossertpoort 14e eeuw
Hek Valkhofpark 1797
Keupertoren 14e eeuw
Vlaams Arsenaal en Arsenaalpoort 1820
St. Stevenspoortje (Kerkboog) + gevelrij 14e eeuw
St.Antoniusplaats 1770
Interessante objecten Nijmegen Vestingstad
Stadhuis 14e eeuw/1554/1882 Kruittoren (Kronenburgertoren) 1426 Marienburg kapel 1431 Glashuis (St Jacobskapel) 1525 Besiendershuis 1525 Stratenmakerstoren 1526 Rondeel/ Roomse voet 1527 Latijnse School 1545 Protestants Weeshuis 1562
Voorstel sfeer periode vestingstad
30
6.1 Historisch centrum Illuminatie Vestingstad (500 tot 1874)
De Barbarossa ruine wordt uitgerust met effcientere spots en aan de binnenzijde in een warmere kleurtemperatuur, wat meer sfeer geeft en past binnen de verlichtingsvisie van objecten.
Voorbeeld van een aangelicht object waar de combinatie van kleurtemperaturen om tot 2500K gemiddeld te komen gebruikt zijn. Bij dit object is het contrast tussen 2 kleurtemperaturen vrij groot, de uitwerking in Nijmegen mag subtieler zijn. Mogelijke gevelverlichting van de Latijnse School (Photoshop impressie)
31
6.1 Historisch centrum Illuminatie 19e eeuwse Stadsuitbreiding (1874 tot 1940) Kenmerkend voor de 19e eeuwse architectuur is de ruimere opzet, witte details aan de gevel, veel groen in de straat en een ruim stratenplan. De gebouwen uit deze nieuwe, frisse en actieve periode van groei wordt in warm tot neutraal wit aangelicht, gemiddeld 3000K. Het grootste deel van deze periode bevind zich grotendeels buiten het stadscentum omdat deze stadsuitbreiding begon bij de oude stadsmuren en naar buiten toe groeide. De Singels en het grote Keizer Karelplein als centraal knooppunt zijn meegenomen bij het lichtplan centrum omdat deze structuur zeer kenmerkend is voor de (vorm van) het centrum en belangrijk onderdeel is voor het overkoepelende lichtconcept. Dit geldt ook voor enkele historische industriele panden die belangrijk zijn in de skyline van de stad vanaf de bruggen en de kades gezien.
Objecten
. Voetgangersbrug Voerweg 1886
Spoorwegviaduct Spoorbrug 1878 Waalbrug 1936 Landhoofd ('Hezelpoort') 1876 Concertgebouw De Vereeniging Panden Lange Heezestraat (als winkelstraat) Panden langs de singels
Interessante objecten 19e eeuwse stadsuitbreiding
Titus Brandsma Gedachteniskerk Opuskerk Lutherse kerk Maria Geboortekerk Mariaplein Gevels rond Marienburg en Klein Marienburg
Lichtbeeld Lange Hezelstraat als voorbeeld voor de gevelverlichting van de singels
Lichtbeeld centrum Gent als voorbeeld van een verlichtte gevelwand
Gewenste toekomstige kleurtemperatuur verlichting De Vereeniging
32
6.1 Historisch centrum Illuminatie Oorlog en wederopbouw (1940 tot 1970) . De tweede wereldoorlog en de wederopbouw van de stad is zeer gezichtsbepalend voor Nijmegen. Deze panden vallen nu soms wat weg in het dag- en nachtbeeld maar zijn architectonisch vaak zeer de moeite waard om te tonen. De gemiddelde kleurtemperatuur is neutraal wit, iets koeler dan de verlichting van de 19e eeuwse stadsuitbreiding.
Het hieronder genoemde pand De Vassim ligt niet in het historische centrum maar is belangrijk voor de skyline van de stad vanaf de bruggen en de kades gezien. De Schouwburg heeft een uitzonderingspositie; door de periode waarin dit gebouw is ontworpen en gebouwd wordt het in de basis verlicht volgens deze periode; 4000K. Door de moderne invulling van het gebruik van dit gebouw mogen er ook 'eigentijdse' kleuraccenten worden toegepast om dit te accentueren. Zie verdere toelichting op pagina 37.
Objecten . Pand V&D
Pand C&A Stationsgebouw Stadschouwburg Dependance Nederlandse Bank Gevel Stedelijk Gymnasium Interessante objecten periode oorlog en wederopbouw
Schouwburg bij nacht
V&D
33
6.1 Historisch centrum Illuminatie Oorlog en wederopbouw (1940 tot 1970) . In de afbeeldingen op deze pagina worden referentiebeelden en enkele photoshopimpressies getoond van mogelijke 3d gevelprojecties op de gevel van de wederopbouwarchitectuur, zoals de V&D aan de Grote Markt.
Door afbeeldingen of filmpjes te projecteren kan het gebouw een verhaal gaan vertellen of zelf een hele andere gedaante aan gaan nemen. In de zomer kan een samenspel gezocht worden met de bomen die voor het pand staan (bijvoorbeeld vogels die er in gaan zitten). In de winter houden de kale boomkruinen nauwelijks licht tegen en kan er vrij geprojecteerd worden, bijvoorbeeld met een beamer geplaatst in het tegenovergelegen pand of op een mast.
34
6.1 Historisch centrum Illuminatie Eigentijds (1970 tot heden)
. Nijmegen ken naast een hoop historische gebouwen ook fraaie moderne architectuur. De verlichting van deze panden mag wat meer op zichzelf staan dan die van de historische panden waarbij vooral het zichtbaar maken en het ondersteunen van de bouwstijl belangrijk is. De basisverlichting van deze eigentijdse objecten is (neutraal) wit maar er kan worden gewerkt met speciale hoeken van inval zoals strijklicht om speciale effecten te creeren die in het dagbeeld niet of minder goed zichtbaar zijn, zoals bijvoorbeeld het strijklicht op de gevel van het pand Lux. Ook het gebruik van gekleurd licht om bijvoorbeeld een verhaal te vertellen is op deze panden van toepassing. Een voorbeeld hiervan is het gebouw 52 Degrees in stadsdeel Nijmegen midden, wijk Goffert. De nieuwe bruggen over de Waal zijn ook een voorbeeld van nieuwe architectonische objecten die volgens deze methode verlicht kunnen worden. De nieuwe bruggen hebben ieder al een eigen lichtplan die goed passen bij het overkoepelende lichtplan. Soms komt een gebouw niet uit deze eigentijdse periode volgens het lichtplan, maar is aangewezen als eigentijds kunstobject, zoals de Marienburgkapel. Volgens het kleurenschema van de periode Vestingstad wordt er geen gekleurd licht gebruikt op de gevel, maar nu het gebouw fungeert als lichtkunstwerk wordt een eigen verhaal verteld in een nieuw ontworpen omgeving. Zie verder pagina 37.
Objecten
. Museum Het Valkhof 1999
Interessante eigentijdse objecten
Labyrinth (kunstwerk) 1982 Plein 44 , 2013-2014 Lux 2000 Marikenstraat 2000 Nieuwe pand Doornroosje 2015
Gevel Lux
Marienburgkapel
kleurgebruik bij 52degrees
35
6.1 Historisch centrum Illuminatie Industrie
. De activiteit die de industrie uitstraalt wordt benadrukt door de neutraalwitte basisverlichting van de gevel uit te breiden door gekleurd licht te gebruiken. Zo is deze periode in het nachtelijk landschap goed leesbaar. Vooral voor Nijmegen is deze industrie belangrijk, omdat het door de vestingstatus van de stad pas later op gang is gekomen. De industriele panden stammen soms uit de periode van voor 1970 of zelfs uit de 19e eeuw of nog ouder als we de eerste pakhuizen ook mee rekenen. De verlichting is dan samengesteld uit de basisverlichting van deze periode (bv 3000K of 4000K) met gekleurde accenten.
Objecten . De Vasim
Honigfabriek Transformatorenfabriek Electriciteitcentrale Loswal Maas-Waal kanaal Oude pakhuizen centrum interessante industriele objecten
Impressie mogelijke illuminatie de Vasim
Energiecentrale reeds in kleur verlicht
36
6.1 Historisch centrum Uitzonderingsgevallen illuminatie
. Wanneer panden uit een historische periode stammen maar momenteel een opvallende eigentijdse invulling of functie hebben kan er worden afgeweken van het illuminatieprincipe uit het tijdsvlak van de bouw. De basisilluminatie van het betreffende pand of object is nog steeds samengesteld uit de toegewezen kleurtemperatuur van de ontstaansperiode, maar er worden gekleurde accenten gemaakt om het eigentijdse karakter te benadrukken. Enkele voorbeelden zijn de Marienburgkapel die in zijn geheel als lichtkunstwerk wordt neergezet 's avonds en de Stadsschouwburg die met kleuraccenten de sfeer van het lopende programma of festival toont. Ook horecapanden zoals die in de Molenstraat zouden volgens dit principe verlicht kunnen worden, mits de gekleurde verlichting zich beperkt tot accenten en in de basis aansluit bij de bouwperiode.
Objecten
. Marienburgkapel Stadsschouwburg Horecapanden Molenstraat Stadsschouwburg in de huidige situatie met kleuraccent op de toneel-
Marienburgkapel
Marienburgkapel
37
6.2 19e eeuwse stadsuitbreiding Ruimte om te wonen Na het opheffen van de vestingstatus in 1874 kon gestart worden met het ontwerp van de uitbreiding van de stad buiten de stadsmuren. Bij de planvorming voor deze eerste stadsuitleg is steeds gestreefd naar een sterke samenhang tussen het stedenbouwkundige patroon (het stratenplan) en de architectonische opzet (de bebouwing). Hygiëne en schoonheid waren hierbij belangrijke doelstellingen. In 1878 is het definitieve stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit plan voorzag in de aanleg van een aantal rondom de oude stad lopende zeer brede, ruim van groen voorziene singels (onder andere de Oranjesingel en de St. Canisiussingel), met zowel aan de zuid- als aan de oostzijde een groot, rond plein (Keizer Karelplein en Trajanusplein) en een park aan de westzijde (Kronenburgerpark). Verspreid over het gebied werden terreinen gereserveerd voor de bouw van kerken, scholen, winkels en gebouwen met andere bijzondere functies. (bron; Nijmegen.nl)
Algemene verlichting De algemene verkeersverlichting van de singels en pleinen die deel uitmaken van dit 19e eeuwse plan worden in een neutraal witte lichtkleur (4000K) aangelicht om herkenbaar te zijn als 1 gebied. De masten worden aan weerszijde van de rijbaan geplaatst, vanaf welke positie zowel de rijbaan als de ventwegen worden verlicht. Indien mogelijk gebeurt dit met dubbele uithouders met enige overhang in verband met de bomen. Wanneer deze bermen erg breed zijn worden er twee masten geplaatst; een hoge om de rijbaan te bedienen en een lagere mast om de ventweg en de stoep aan de overzijde aan te lichten. Op deze manier blijft de stoep vrij van obstakels en is er vrij zicht op de omliggende gevels. Vanaf de openbare verlichtingsmasten worden een boomkruinen zacht verlicht om deze visueel minder zwaar te maken.
De 19e eeuwse stadsuitbreiding ligt als een ring om de stad
Objecten Zoveel mogelijk gevels van de architectonisch interessante panden worden op subtiele wijze, in neutraal wit licht, aangelicht. Hierdoor ontstaat een zachte wand van licht langs de singels, vergelijkbaar met de verlichtte wanden in het centrum van de stad Gent. De gevels worden waar mogelijk aangelicht vanaf korte uithouders die aan de gevel op de eerste verdieping gemonteerd en naar boven zijn gericht. Hierdoor wordt de gevel zacht verlicht en licht de witte dakrand gelijkmatig op zonder dat bewoners last hebben van verblinding of lichthinder. Op de dakrand worden wat kleine spots toegevoegd die interessante erkers en dakkapellen aanlichten en hiermee een ritme maken in het nachtbeeld.
Schetsmatige opstelling 2 masten in plaats van een dubbele uithouder in verband met de brede middenberm op de Oranjesingel en de Canisiussingel. Bomen aangelicht vanaf de lage mast
Voorbeeld opstelling verlichting hele profiel vanaf minder masten, dubbele uithouder bijvoorbeeld toepassen op de Annasingel en Graafseweg.
38
6.3 Ruimte voor de Waal Waterplein Omdat de Waal meer ruimte nodig heeft om overstroming te voorkomen wordt het gebied ten noorden van de Waal (Nijmegen Noord) aanzienlijk veranderd. Het is een prachtige kans om het gebied dat vlak aan de Waal ligt bij het centrum te betrekken en activiteiten te stimuleren. Op dit moment worden de strandjes van de Waal al gebruikt in de zomer, maar is het wat minder vanzelfsprekend om de rivier over te gaan. In het nieuwe ontwerp wordt het deel van de wijk (en voormalig dorp) Lent dat direct aan het water ligt (Veur-Lent) veranderd in een eiland, dat verbonden wordt met het vaste land met drie moderne bruggen. De aftakking van de Waal waar deze bruggen overheen lopen wordt een nieuw recreatiegebied van de stad. In de toekomst komt hier achter ook veel nieuwe bebouwing waardoor mogelijk een tweede stadscentrum ontstaat. De verlichting versterkt het effect van een waterplein dat nu ontstaat en vergroot het gevoel van samenhang tussen Nijmegen centrum en Nijmegen noord.
Algemene verlichting, zuid- en noordoever Om het water meer bij het nachtbeeld te betrekken worden de lichtpunten lager hoe dichter deze bij het water komen. Zo wordt voorkomen dat je vanaf de kade eerst in of naar een lichtbron kijkt voordat je er langs over het water kijkt. Het oog trekt meteen naar de helderheid van een lichtbron (al dan niet goed afgeschermd) waardoor de achtergrond extra donker oogt. In dit gebied worden de masten die nodig zijn om de rijbaan aan te lichten (ongeveer 6 meter hoog) aan de kant van de stad geplaatst, naar de weg toe gericht. De masten zijn licht gebogen om een omarmend effect naar het waterplein toe te verkrijgen. Ook aan de overzijde zullen de hogere masten licht gebogen zijn om dit effect compleet te maken. De armaturen zijn uitgerust met een goede optiek waardoor het licht naar beneden op de weg en troittoir wordt gericht en alleen het noodzakelijke strooilicht voor de sociale veiligheid veroorzaakt. De armaturen die meer naar het water toe geplaatst zijn om de boulevard te verlichten staan ook zo dicht mogelijk naar de stad geplaatst (tussen wandelaar en stad) en hebben een wat lager, zacht rondstralend lichtpunt. Deze rondstralende armaturen zijn rechte kolommen, lichtsticks, waarmee ze meteen een ritme geven en de oever van de waal benadrukken. Dit ritme komt ook terug aan de overzijde van de Waal. Wanneer de boulevard erg breed is kunnen ter ondersteuning lage lichtmastjes, zogenaamde bollards, of markers worden gebruikt. Hier kijkt men overeen en ze markeren de kaderand. Ook geven de bollards de sfeer van een kade waar boten kunnen aanleggen. Verspringingen van de kademuur worden getoond door strijklicht over de wand of heldere (contour) lichtlijnen toe te passen. Schematische weergave armaturen op de kade
Schets 2 lagen illuminatie; de gevels langs de kade en de grote landmarks
39
6.3 Ruimte voor de Waal Illuminatie zuidelijke oever Vanaf de kade heeft men zicht op de skyline van de stad, van zowel de zuidelijke oever van de Waal (het oude centrum) als de noordzijde. Dichterbij is ook de aanzet van de stad goed te zien.
Licht gebogen masten 4-6 meter verlichting rijbaan
Zacht rondstralende 'lichtsticks' voor
Lichtlijnen of bollards, geleiding langs het water
De skyline en de aanzet van de stad net achter de keerwand worden zichtbaar gemaakt in het nachtbeeld door het aan lichten van gevels. De grotere kenmerkende gebouwen die zichtbaar zijn vanaf de kade, zoals de St Stevenskerk, worden volgens het illumnatie concept passend bij de tijdsvlakken verlicht. Ook het casino zou als eigentijds gebouw zichtbaar gemaakt worden, op zodanige wijze dat het in balans is met de rest van de omgeving, zoals bijvoorbeeld in de zomer waargenomen. (zie afbeelding). De kleinere woonpanden die verhoogd aan de kade op de waterkering staan zijn interessant om zacht aan te lichten zodat de aanzet van de stad meer zichtbaar wordt. Wanneer meerdere panden zacht worden aangezet ontstaat een verlichtte wand, wat de stad een zeer vriendelijke uitstraling geeft. Dit is interessanter dan maar een paar panden op dit niveau wat opvallender aan te lichten. De toegangsgebieden van de kade naar de gassen van de benedenstad krijgen ook een accent om deze overgang zichtbaar en (van twee kanten) uitnodigend te maken. Het contact van de stad met het water wordt zo verbeterd. Oorspronkelijk waren deze toegangsgebieden poorten, waarvan er nog maar enkelen zijn, zoals de Sint Anthonispoort. Bestaande poorten worden zacht aangelicht, verdwenen poorten worden terug in het leven geroepen door een kleine markering zoals omschreven in het hoofdstuk 'routes'. Naast de objecten zoals de historische panden en bruggen (deze worden als apart hoofdstuk hierna besproken) zijn er ook minder zichtbare sporen in dit gebied, zoals de oude haven. Deze structuur kan met projectie (net zoals de Romeinse sporen) vanaf de aanwezige masten zichtbaar gemaakt worden.
Zacht aanlichten kadewoningen/ 'dijk' huisjes
Projectie Oude Haven en Oude kraan
Aanlichten landmarks
40
6.3 Ruimte voor de Waal Illuminatie noordelijke oever en Veur-Lent Op de noordelijke oever staan een aantal cultuur historische relicten (panden) op het toekomstige eiland Veur-Lent die van grote toevoeging zijn voor het nachtbeeld en de 'waterplein' beleving wanneer ze aangelicht worden. Het type verlichting zal aansluiten bij het totaal concept voor Nijmegen om een pand of object in de sfeer van de tijdzone waarin het gebouwd is aan te lichten. Dit zal voor de panden op VeurLent voornamelijk de periode van vestingstad (2500K) en 19e eeuwse stadsuitbreiding (3000K) zijn. Ook zijn er sporen van een oud fort gevonden op deze plek, fort Knodsenburg. De plattegrond van dit fort kan ook op het water en het land geprojecteerd worden zoals bij de Romeinse sporen. Op het vaste land, iets verderop in het noordelijk landschap, zijn nog meer sporen van een aantal forten gevonden, waarvan nog enkele sporen zichtbaar zijn. Ook deze kunnen met een grote (plattegrond) of kleine (symbolisch) projectie terug in het nachtbeeld gebracht worden. Op de noordelijke oever zijn verder restanten van de oorlog te vinden, zoals bunkers en onderdelen van de IJssellinie. Ook deze objecten zijn fraai om aan te lichten, in neutraal wit (4000K) in de periode van oorlog en wederopbouw.
Huidig zicht over het Labyrinth op de toekomstige landtong die kan overstromen van het nieuwe (schier-) eiland VeurLent.
41
6.4 Bruggenlandschap Algemene verlichting De algemene verkeersverlichting op de (verlengde) Waalbrug, Snelbinder en De Oversteek is gelijk aan de verlichting op de toelopende wegen. Belangrijk is dat deze armaturen goed gericht licht geven (goede afscherming) zodat er geen verblindende helderheid van het armatuur is waarmee de architectonische verlichting (aanlichting bovenbouw van de brug) minder goed tot zijn recht komt. De algemene verlichting op de Promenadebrug wordt door de architect geintegreert in de architectuur en is warm wit van kleurtemperatuur.
Objecten en Lichtkunst De landhoofden van de brug zijn interessante objecten om aan te lichten. Dit is eigenlijk alleen bij de Spoorbrug (Snelbinder) van toepassing. Deze landhoofden zijn hele gebouwen die als een poortgebouw tot de stad fungeren. De andere bruggen beginnen al op het land, de illuminatie van deze bruggen beginnen dus ook al boven land en betrekt de bruggen bij het landschap, zoals de bogen onder De Oversteek.
De nieuwe Stadsbrug ligt inmiddels op zijn plek! (foto internet)
Er zijn ideeen om een lichtkunstwerk aan de verlichting van de Waalbrug toe te voegen om de Waaloversteek door soldaten in 1944 te symboliseren. Dit kan heel goed samengaan met de verlichtingsrichtlijnen voor de bruggen.
42
6.4 Bruggenlandschap Verbindende elementen In de nieuwe situatie worden een aantal bruggen toegevoegd om de gang naar Nijmegen-noord, en van Veur-Lent naar Nijmegen- noord makkelijker te maken. Wanneer de bruggen aangelicht zijn reflecteren ze in het water waardoor het water meer zichtbaar wordt. De bruggen hebben ieder een eigen karakter maar vormen met elkaar een ensemble over de Waal. De Waalbrug, Snelbinder (spoorbrug) en de nieuwe stadsbrug De Oversteek zijn grote bruggen die de Waal oversteken. De twee bruggen die het eiland Veur-Lent verbinden met het vaste land, de Citaldelbrug en de Promenadebrug, zijn kleiner en voornamelijk voor langzaam verkeer. De derde brug over de nevengeul is de Verlengde Waalbrug. De Waalbrug en De Oversteek worden van onderen in een warme kleur aangelicht; een combinatie van amber en wit licht. De Snelbinder is wat minder fraai aan de onderzijde, maar zou wat accenten kunnen krijgen in dezelfde lichtkleur. De opbouw van de bruggen krijgen ieder hun eigen verlichting, passend bij de architectuur en periode waarin ze zijn gebouwd.
Impressie en 2 foto's bruggen over de Waal
De Waalbrug en de Spoorbrug vallen in de periode van de 19e eeuwse stadsuitbreiding (wit licht in 3000K), De Oversteek is eigentijds (neutraal wit met kleuraccent). De verlengde Waalbrug wordt gelijk aan de oude Waalbrug verlicht; amberkleurig aan de onderzijde en een warm wit verlichtte opbouw. Van de twee verbindingsbruggen tussen het eiland en het vaste land krijgt de Citadelbrug geen vaste verlichting (hij kan onderlopen) alleen bij evenementen kan er tijdelijke algemene verlichting worden geplaatst. Een fraai effect kan verkregen worden door in de leuning verlichting te integreren. De andere brug is de Promenadebrug; deze wordt naast als verbindingsweg gebruikt als verblijfsgebied. Deze brug is erg autonoom vormgegeven en krijgt een verlichting die tegengesteld is aan het verlichtingsprincipe van de grote bruggen: hier wordt de onderzijde van de brug in koel wit licht verlicht, omdat het licht er door reflectie voor zorgt dat de beweging van het water op de wanden van de brug zichtbaar is. De bovenbouw van de brug wordt in warm wit verlicht; dit geeft een warme, menselijke sfeer. Dit deel van de brug is immers verblijfsgebied
Impressie bruggen over de nevengeul (visualisatie archi-
43
6.5 Recreatiekade noordelijke oever Algemene verlichting De algemene verkeersverlichting in dit gebied volgt de richtlijn van de eerder beschreven algemene verlichting van de noordelijke en zuidelijke oevers; de lichtpunten gaan van hoog naar laag naar het water toe en de hoge masten die de rijweg aanlichten zijn licht gebogen in de richting van het water voor het omarmende effect rond het 'waterplein'. De kleurtemperatuur van de algemene verlichting is warmwit; 3000K.
Bijzondere verlichting recreatiekade De kade tussen de Spoorbrug en de verlengde Waalbrug zal een bijzondere functie krijgen. Deze kade is ingericht voor recreatief gebruik, geinspireerd op de stedelijke kades van Franse steden, zoals Orleans en Lyon. Op dit deel van de nevengeul kunnen verschillende watersporten beoefend worden. In het landhoofd van de Verlengde Waalbrug op het eiland zal een watersportvereniging worden gehuisvest. De kade ligt op het zuiden wat haar aantrekkelijk maakt voor een langs zomeravond. In het water kan een tijdelijk podium gelegd worden waardoor het genieten van een concert of voorstelling vanaf de kadetrappen een mogelijkheid is. Om dit gebied ook 's avonds een aantrekkelijk verblijfsgebied te laten zijn is een aangename en aantrekkelijke verlichting erg belangrijk. In de trappen zijn een aantal heldere contourlijnen gepland, die nu echter vooral een helderheid geven terwijl ze ook zo kunnen worden gepositioneerd dat ze meer strijklicht geven om de omgeving te accentueren. Hieronder worden enkele scenario's geschetst om het nachtbeeld nog interessanter te maken. Een combinatie van deze scenario's is ook mogelijk.
Impresie mogelijk lichtbeeld recreatiegebied noordelijke
1. Projectie van patronen of beelden op de kade vanaf enkele hoge masten. Mast met losse armaturen of Multipole. De projectie van de contouren van Ford Knotdsenburg bijvoorbeeld, dat door de nevengeul nu deels in het water ligt. 2. Patroon van kleine lichtkiezels waarmee op een abstracte manier gecommuniceerd kan worden dat er een concert komt, wat de weersverwachting is of dat het water zal stijgen. 3. Gebruik van wanden van de kade en het botenhuis om animatie op te projecteren. 4. De bomen dienen als achterwand van dit gebied en worden zacht aangestraald. Door de kleurtemperatuur van het licht te veranderen kan de sfeer aan het seizoen worden aangepast. 5. In de opstaande rand langs de aflopende kade wordt strijklicht verwerkt, zodat het spannende verloop en relief van de kade goed zichtbaar wordt.
Inspiratie: de levendige kade van Lyon
Fraai indirect rondstralend armatuur langs de boulevard, tussen de bomen
Dynamisch aangelichtte bomen zorgen voor een sfeer passend bij het seizoen of evenement
Projecties op de grond en de wanden ter ondersteuning van sfeer, communicatie en evenement
Kleine spotjes in de aflopende kade veranderen van patroon en kleur en voorspellen bijvoorbeeld het weer
44
6.6 Het Maas-Waalkanaal De Waal en het Kanaal Het Maas-Waalkanaal is in 1927 opgeleverd. Het heeft een grote impact gehad op een aantal dorpen die door het kanaal doormidden zijn gekliefd en later opgenomen als wijk door Nijmegen. Het kanaal begint bij de Loswal Maas-Waalkanaal welke een industrieel karakter heeft. Het kanaal wordt in Nijmegen door een 5-tal wegen overbrugd. Gezien het industriele karakter van dit kanaal kunnen de bruggen in neutraal wit aangelicht worden met eventueel gekleurde accenten. Dit in harmonie met elkaar zodat een samenhangend geheel ontstaat. Bijvoorbeeld van intens blauw bij de Loswal (kleur ivm industrie) naar steeds lichter blauw en wit naar het zuiden toe. De eerste brug is niet als landmark zichtbaar; op deze plek wordt de hefinstallatie van de sluizen in intensblauw aangelicht om deze plek te markeren.
Referentiebeelden; brug met blauw accent
Schets van het ritme en verloop kleur van de 4 bruggen en de hefinstallatie van de sluizen.
45
6.7 Pleinen en uitgaansgebieden Pleinen Pleinen komen 's nachts beter tot hun recht als aangenaam verblijfsgebied als de verlichting hier toe uitnodigt. Sommige pleinen zoals de Korenmarkt zijn zeer fraai ontworpen maar uitgerust met standaard straatverlichting, zodat de vorm van het plein en ook de wanden niet tot hun recht komen. Andere pleinen zoals het Joris Ivensplein hebben zelfs een verlichtingsplan die de ruimte naargeestig maken 's avonds omdat de balans tussen algemene verlichting en andere verlichting zoals de illuminatie van wanden of objecten niet goed is. In het algemeen is het advies om de pleinverlichting te verzorgen vanaf wat hogere masten met (goed afgeschermde) verlichting die het plein wat meer in de spotlichten zet, al dan niet met theatraal effect. Het lichtniveau op de pleinen is wat hoger dan de omgeving) en de gelijkmatigheid mag gelijk of iets hoger zijn.
Korenmarkt, prachtig plein met niet-passende verlicht-
Plein Kelfkensbos; nu erg donker
Lange Heezestraat; pendelverlichting en illuminatie gevel als zacht verlichtte wand.
Ringstraten; pendelverlichting, hier het illuminatieprincipe van de Lange Hezelstraat voor de historische gevels toepassen.
Voor een plein is het belangrijk dat er geen donkere hoeken ontstaan waar mensen zich kunnen verschuilen. Dit kan door de wanden zacht aan te lichten maar ook door de algemene verlichting de gevel een beetje mee te laten nemen. Kunstwerken verfraaien aangelicht het plein 's nachts en geven een karakter aan een plein. Wanneer een kunstwerk erg groot is en niet aangelicht (zoals de sculptuur op jet Joris Ivensplein) dan werkt het als een dreigend object in de openbare ruimte. Minimale aanlichting is hier dan zeker gewenst!
Uitgaansgebieden De uitgaansgebieden zijn de gebieden waar mensen na middernacht nog op straat zijn. Een goede gelijkmatigheid van de verlichting is zeer belangrijk voor de sociale veiligheid, en ook mogen er liever geen donkere hoekjes en/ of vlakken zijn. Extra aandacht voor de wanden van dit deel van het centrum is wenselijk! Ook draagt dit (illuminatie) bij aan de sfeer en uitstraling van Nijmegen. Belangrijk voor de algemene verlichting hier is dat het lichtniveau in geval van calamiteiten een stuk hoger gemaakt kan worden dan het standaard ingestelde niveau. De verlichting moet dus op dit hogere niveau (met een goede gelijkmatigheid van de opstelling) berekend worden en in een normale situatie gedimd worden naar het voor de locatie gewenste niveau. Dit is voor een stadcentrum bijvoorbeeld 10-15 lux gemiddeld; bij calamiteiten minimaal 20 lux en het gebruik van wit licht.
De belangrijkste uitgaansgebieden
46
6.8 Parken en parkeergebieden Parken en Groengebieden Voor bijna alle parken geldt dat deze grotendeels donker blijven 's nachts om de flora en fauna van het park te respecteren. Het Kronenburgerpark ligt erg centraal in het centrum van de stad en wordt gebruikt als doorgangsgebied. Het park is een onderdeel van de oude stadswal. In dit park is er hierdoor voor gekozen wel verlichting toe te passen langs de voornaamste wandel- en fietspaden en om ook bijzondere verlichting toe te passen zoals de illuminatie van de Kruittoren en lichtkunstwerken zoals de vuurvliegjes gerealiseerd door Stichting de Verlichting. Voor de andere parken kan een selectieve verlichting goed werken om het park niet een donkere vlek in de stad te laten zijn. Bijvoorbeeld alleen het aanlichten van de entree of enkele bomen langs de rand geven al een veel vriende-lijker indruk dan alles donker te laten. Dit kan al gebeuren met enkele kleine spotjes bij het entreehek en wordt gezien als een quick-win project. Ook de tijd waarin het park ontworpen en aangelegd is (In het geval van het Kronenburgerpark is dat de periode van de 19e eeuwse stadsuitbreiding) kan zo mooi tot uiting worden gebracht.
Illuminatie in het Kronenburgerpark
Voorbeeld van fraai verlicht toegangshek, hier Parc de la Tete
Parkeergebieden Parkeerterreinen worden als een apart deelgebied uitgelicht, omdat ze een bijzondere functie hebben in de stad. Ze zijn de eerste kennismaking met Nijmegen, de sfeer in deze gebieden is de eerste ervaring van bezoekers en zet daarmee de toon. Ook is het de laatste ervaring wanneer mensen de auto weer instappen om naar huis te gaan. Deze plekken bieden een uitgelezen kans voor CityMarketing; door hier al een goede indruk te maken wordt een positieve toon gezet voor de stad. Ook staan mensen hier even stil; een uitgelezen kans om een boodschap over te brengen. Bijvoorbeeld de aankondiging van een evenement in de stad of het tonen van een kunstwerk. Wellicht een multifunctioneel scherm plaatsen; informatie, reclame, drive-in bioscoop. Parkeerterreinen zijn pleinen; hier kunnen hogere masten geplaatst worden met een of meerdere spots om zo de ruimte uit te rusten met zo min mogelijk obstakels. Het terrein wordt aangelicht volgens de ROVL 2011. Een hoger lichtniveau en hogere gelijkmatigheid dan gemiddeld in de stad is hier gewenst voor de (sociale) veiligheid.
Referentie; verfraaiing door projectie op de stoep
Referentie; verfraaiing van wanden en projectie op de stoep: Hoofdstraat noord, Hoogeveen
47
Hoofdstuk 7 Structuren openbare verlichting
48
7.1 Routing in- en uit de stad Eerste kennismaking met de stad Wanneer je vanuit het noorden de stad inrijd zijn de masten gebogen. Dit geeft een heel duidelijk signaal dat de snelweg is verlaten en dat stedelijk gebied wordt binnen gereden. Dit ontwerpprincipe kan worden doorgetrokken naar alle entree's naar de stad. Deze A+B wegen worden in 4000K of 6500k verlicht; alle wegen die naar de snelwegen leiden worden door koel wit licht (6500 K) verlicht, met uitzondering van de stukken weg waar huizen langs staan; dit wordt neutraal wit licht (4000K).
Openbare verlichting Vanaf de snelweg als afbakening gebogen masten, en naarmate men dichter bij de stad komt steeds rechtere en lagere masten. Rond het waterplein (verkeersverlichting op de kades) licht gebogen masten.
Landmarks Ovatonde Kenmerkende objecten op de knooppunten
Impressie en foto van de Ovatonde
De gebogen masten in Nijmegen Noord
49
7.2 Entreegebieden Entreegebieden in beeld Op het overzichtskaartje hiernaast zijn de voornaamste entreegebieden aangeduid. Dit zijn de plekken waar men de eerste kennismaking met Nijmegen ervaart, het licht moet hier goed en verzorgd zijn. Wanneer er landmarks zijn in dit gebied dan hebben deze een prioriteit om aangelicht te worden. Ook in het centrum kunnen plekken ervaren worden als entreegebied. Een opvallend entreegebied in het centrum is bijvoorbeeld het begin van de Molenstraat; hier is de architectuur zo gebouwd dat er een echte entree ontstaat; twee opvallende hoekgebouwen. Hiernaast en hieronder enkele entreegebieden in het centrum met het voornaamste landmark.
De voornaamste entreeroutes
Het Centraal Station
Landhoofd Spoorbrug
Entree Molenstraat; kenmerkende hoekpanden
50
7.3 Knooppunten Orientatie en richting geven Hiernaast een paar afbeeldingen van de knooppunten in Nijmegen. Deze knooppunten zijn belangrijke (en drukke) verkeerspunten, waarbij een goede verlichting (algemene verlichting en de illuminatie van eventueel aanwezige landmarks zoals bv een viaduct) de veiligheid en orientatiemogelijkheden verbetert. Ook is het een gelegenheid mensen hier 'welkom' te heten. De Ovatonde bijvoorbeeld wordt een echt kenmerkende plek met onderscheidende verlichting.
51
7.4 Groene Route Groene Route voor het verkeer: 'Groene Golf' De Groene route is de grote ring rond en deels door Nijmegen die zo wordt geregeld dat je als automobilist goed door kunt rijden. Zo min mogelijk stoppen voor stoplichten dus; de Groene Golf. Deze rijweg wordt kenmerkend verlicht door hoge masten (8 meter en hoger) die ver uit elkaar staan met daarop het hoogwaardige ledverlichting. Deze (A-) wegen worden door koelwit licht (6500K) verlicht om zich te onderscheiden van de andere wegen. Alleen de stukken weg die door woongebieden lopen worden door neutraal wit licht (4000K) verlicht. Opvallend langs deze route zijn in ieder geval de hoge masten en de futuristische verlichtingsarmaturen.
Groene Route voor fietsers: natuurervaring Wanneer een bepaalde route iets kenmerkend heeft, zoals een extra groene fietsroute bijvoorbeeld, dan kan dit ook in de avond zichtbaar gemaakt worden door een afwijking in de mast of verlichtingsarmatuur dat erlangs staat. Bovendien is echt 'groene' verlichting zo efficient mogelijk, dus op basis van bijvoorbeeld ledverlichting. Hiernaast enkele voorbeelden van verlichtingsarmaturen of bijzondere masten die een groene route zouden kunnen markeren.
Kleureffect langs de mast
Lichteffecten op straat door het optiek
Kleureffect in de kap van het armatuur (achter transparante band)
52
Hoofdstuk 8
Illuminatie markante gebouwen in de wijken
53
8 Illuminatie in de wijken Illuminatie objecten volgens concept tijdszones Hieronder en op de volgende pagina's zijn een paar wijken uitgelicht waarbij een suggestie middels een kleurtemperatuurbarometer voor de illuminatie van enkele specifieke gebouwen wordt gedaan. Op de digitale kaart is er voor elke wijk een suggestie gegeven. Samen met de wijkbewoners worden de objecten in de wijken gekozen die uiteindelijk in aanmerking komen om te worden aangelicht. Iedere wijk krijgt zijn eigen ''nachtjuweel''. Het lichtplan zal vervolgens het tijdzone-schema volgen wat ook in het centrum is toegepast; met uiteraard aandacht voor de kenmerkende architectonische kwaliteit van het object.
Wijk 5: Hunnerberg (Nijmegen Oost) Wijk en pleistocene stuwwal, veel archeologische vonsten zoals een tweetal Romeinse Castra en een aquaduct. Canisius College (1900) Maria Geboortekerk (1894-1901-1923-1931) (voormalig) Museum Kam (1919) Sint-Stephanuskerk (1922) Lutherse Kerk (1896), rijksmonument vanwege oudste orgel van Nijmegen
Hunnerberg; Canisius College
Hunnerberg; Museum Kam
54
8 Illuminatie in de wijken Wijk 22: Hees (Nijmegen Nieuw-West) Was een dorp, later bij Nijmegen getrokken. Ook deel van het Waterkwartier De naam ‘Hees’ komt van het oudgermaanse woord haisjô, dat’jong beukenbos’ of ‘kreupelhout’betekent. St Jozefsklooster (1930) Petruskerk (midden 16e eeuw)
Hees; Petruskerk
Hees; St Jozefsklooster
Wijk 70: Lent (Nijmegen Noord) Maakt deel uit van stedenbouwkundig project de Waalsprong De kern van Lent wordt een 'stadseiland' Rond het dorpsplein zijn resten van een romeinse straat gevonden. De Romeinen vonden de Lentse stranden vooral prettig vanwege de vele halfedelstenen die men er vindt, vooral Jaspis. In de middeleeuwen werd lent gebruikt als groententuin De cultuurhistorische relicten aanlichten om samen met het centrum een aangenaam ‘waterplein’ te vormen. Ook aanlichten; bunkers en schotelementen, ford (projecteren op water?) Fort Knotsenburg is nu bebouwd met een villa, maar de Noord en zuidforten zijn nog zichtbaar in het landschap De neogothische Rooms Katholieke kerk in Lent is een mooi gebouw om aan te lichten.
RK kerk Lent
Vitens-Pompstation
Ook aanlichten; het Vitens- Waterpompstation
55
8 Illuminatie in de wijken Wijk 25: Haven- en Industrieterrein (Nijmegen Nieuw-West) Industrieterreinen noord- en oost kanaalhaven Stamlijn Nijmegen loopt van de industrieterreinen naar het centrum (stalling transformatoren op energieweg?) stadsvernieuwingsproject Koerswest Stadsbrugtrace (entreepunt van de stad) De Vasim Honigfabriek Electrabel energiecentrale De Vasim
Honig fabriek
Electrabel energiecentrale
56
Hoofdstuk 9 Info diversen
57
9.1 Energiebesparing TCO algemene verlichting De doelstelling voor Nijmegen op het gebied van energiegebruik is om in 2040 energieneutraal te zijn. Bekijk hiervoor de Kadernota Klimaat. Wanneer we een totaalscan kunnen maken van de stad op basis van een inventaris van alle lichtpunten kunnen we aanwijzen in welke gebieden energie bespaard kan worden. Het is mogelijk om een Total Cost of Ownership (TCO) studie te maken om de mogelijke besparing exact in beeld te brengen. Op basis van een TCO kunnen we een balans brengen in het totale energieplaatje van de openbare verlichting in Nijmegen en zo keuzes maken welke gebieden enkel functioneel en dus zo efficiënt mogelijk verlicht dienen te worden met behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte en in welke gebieden we wat meer uit kunnen pakken met luxe oplossingen met het oog op City Marketing en economisch gewin voor de stad. Zo borgen we een totaaloplossing voor Nijmegen waarbij efficient met energie wordt omgegaan. Een dergelijke TCO studie is een heel project wat als vervolg op dit masterplan gemaakt kan worden. Hiervoor is inzicht in het overzicht van lichtpunten en onderhoudskosten noodzakelijk. Wel kunnen we op basis van onze ervaring richtlijnen uitschrijven welk type openbare verlichting (lichtbron, armatuur, masthoogte) en illuminatieverlichting (grondspots, schijnwerpers etc) het meest geschikt zijn om op een efficiente, energiezuinige manier te verlichten. Wanneer deze verlichting ook nog eens slim geschakeld wordt en gemonitored (bv CityTouch), dan is de meest efficiente en onderhoudsvriende-lijke verlichtingsinstallatie geborgd.
Besparing bij illuminatieprojecten
Zicht in de avond over Nijmegen vanuit het Erasmusgebouw van de Radboud Universiteit.
Concrete besparing kan geboekt worden bij het moderniseren van de aanstraalverlichting van objecten. Op de volgende pagina is een voorbeeld te zien van enkele objecten met hun huidige en potentiele nieuwe verlichting. Bij geheel nieuwe installaties is er uiteraard geen besparing ten opzichte van een oude situatie, maar kunnen we er met de huidige efficiente (led-) technolgie en schakelen (bv dimmen) een zeer efficiente opstelling van maken. Ook de onderhoudskosten worden een stuk naar beneden gebracht omdat de lichtbronnen op basis van led vele malen langer mee gaan dan de conventionele gasontladingslampen. Bij gebruik van de juiste optieken kan de ledverlichting goed uitgericht worden waardoor er veel minder licht verspild wordt aan de omgeving van het object (lichtvervuiling, lichthinder) dan met armaturen met een gasontladingslamp.
58
9.1 Energiebesparing Algemene verlichting Energie besparing waar mogelijk -
Total Cost of Ownership (TCO) studie waar besparing mogelijk
-
Gebieden enkel functioneel en efficiënt inrichten
-
Gebieden met meer luxe oplossingen (City Marketing en economisch gewin voor de stad)
-
Borgen van een totaaloplossing waarbij efficient met energie wordt omgegaan.
Illuminatieprojecten -
Moderniseren huidige aanstraalverlichting
-
Nieuwe installaties inrichten met efficiente (led-) technologie
-
Schakelen en dimmen
-
Onderhoudskosten led verlichting
Hierboven twee voorbeelden van mogelijke energiebesparing door een andere aanpak bij reeds aangelichtte objecten
59
9.2 Helderheden Lichthinder door felle illuminatie, etalageverlichting en reclameborden Een belangrijk en vaak dominant onderdeel van het nachtbeeld is de verlichting van etalages en reclameborden. Heldere etalageverlichting en lichtbakken ontnemen het zicht op de rest van de gevel (bv boven de etalage) en de aangrenzende gevels. Etalageverlichting wordt ontworpen op een dagsituatie; in daglicht moeten de passanten goed kunnen zien wat er in een etalage ligt. Het lichtniveau in een etalage is vaak een viervoud van het het niveau van de verlichting in de winkel en komt neer op 1000-2000 lux. Bestaande etalageverlichting is vaak niet of nauwelijks dimbaar door het gebruik van gasontladingslichtbronnen zoals CDM-T of SDW-T. Het zou logisch zijn de verlichting 's avonds te dimmen; immers er is geen daglicht meer om tegenop te boksen en ook de winkel is donker. In een winkelstraat is 's avonds vaak niet meer dan 10-15 lux, het contrast met de etalage (1000-2000 lux) is dus enorm! De commissie Lichthinder van de NSVV werkt momenteel aan richtlijnen voor licht van binnen naar buiten straalt, deze richtlijnen worden waarschijnlijk begin 2014 gepubliceerd. Momenteel wordt door sommigen wel reeds gewerkt met de grenswaarden gepubliceerd in het document Lichthinder deel 3 “Aanstraling gebouwen en objecten” Ook kan worden gewerkt met de grenswaarden in Lichthinder deel 4 “Reklame”. Zowel deel 3 als 4 gelden in feite voor omwonenden van deze installaties. Volgens de voorzitter van de commissie Lichthinder van de NSVV lijken de grenswaarden van de lichtsterkte van puntvormige lichtbronnen op dit moment verantwoord toepasbaar uit deze beide delen, misschien met een correctie voor de absorptie van de ruit. In de praktijk zal het afstemmen van etalageverlichting op de openbare verlichting neerkomen op het in overleg met de winkeleigenaar dimmen (en waarschijnlijk eerst dimbaar maken!) van de etalage aangezien het lichtniveau van de etalage zoals hierboven beschreven hoog genoeg moet zijn om overdag zichtbaar te maken. Hiernaast twee tabellen met een indicatie van nog niet gepubliceerde aanbevelingen. De etalage of reclame lichtbak wordt gezien als een helder vlak waar licht vanaf straalt; een soort grote lichtbron. De oppervlakteluminantie wordt gemeten in candela per m2.
Tabellen met indicatieve richtlijnen voor heldere vlakken in de openbare ruimte
60
9.3 Flora & Fauna en routes lopen Effect van licht op de natuur Openbare verlichting wordt in de eerste instantie ontworpen voor mensen. Het lichtniveau in een bepaald gebied en voor een bepaalde situatie is afgestemd op de belangrijkste oogtaak, bijvoorbeeld door een centrum rijden of parkeren. De keerzijde van kunstlicht 's avonds is dat het het leven van planten en dieren verstoort. Gevolgen hiervan kunnen zijn; de ontregeling van biologische ritmes, desorientatie, verandering van de habitatkwaliteit en aantrekking tot licht (met mogelijk fatale afloop voor onder andere vogels en insecten). Naar de mate waarin verstoring optreedt en de gevolgen die dit heeft wordt de laatste tijd, ook in Nederland, steeds meer onderzoek gedaan. Biodiversiteit is een thema dat nauw verbonden is met flora en fauna. Overdaad aan kunstlicht vormt een bedreiging voor sommige soorten. Het donkere, nachtelijke leven is voor het in stand houden van soorten en ecosystemen even belangrijk als het leven overdag. (bron: rekenmodel Interprovinciaal Overleg)
Groen verlichtte boortoren van de NAM in de Noordzee om hier de vogeltrek niet te verstoren.
Impressie van de nieuw te bouwen Verlengde Waalbrug. De onderzijde van deze brug is aangewezen als vliegroute van vleermuizen en wordt met 'vleermuisvriendelijke' (amber/rode) verlichting aangelicht.
Uit onderzoek is gebleken dat dieren voor andere golflengtes licht gevoelig zijn dan mensen. Zo hebben (trek-)vogels vooral last van het rode deel van het spectrum in zichtbaar licht. Sommige boortorens in de Noordzee zijn dan ook verlicht door speciale lichtbronnen die vooral licht uitstralen in het groene deel van het zichtbare spectrum. Vogels worden zo niet gestoord in hun trek en laten de boortorens links liggen op hun reis. Andere dieren, zoals bepaalde vleermuizen, zijn juist het minst gevoelig voor licht in het amber/rode deel van het spectrum. Gebieden waar vooral vleermuizen leven die niet gestoord mogen worden zouden dus openbare verlichting moeten krijgen met veel amber/rood in het spectrum. Zoals gezegd zijn dit pas de eerste gevallen die bekend zijn, wellicht komt er door lopend onderzoek nog meer 'aan het licht' betreffende de gevoeligheid van diersoorten waar we in de toekomst rekening mee moeten houden. Bij de uitvoering van onderdelen van dit lichtplan zal er op de plekken waar dit verwacht wordt zoals parken en gebieden grenzend aan een natuurgebied rekening gehouden worden met flora en fauna, door niet of aangepast te verlichten.
Schetsidee; markering routes in Nijmegen door
Routes lopen Om de stad extra te beleven 's avonds en mensen te leiden naar plekken waar ze normaal gesproken niet zo snel zullen komen, worden routes uitgezet door middel van subtiele markeringen in de bestrating. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld de gele lijn te volgen naar middeleeuwse gevelstenen en hofjes, of groen om de groene rondgang om het historische centrum te ervaren. Het markeren van de Nijmeegse brandgrens is ook een optie, hiernaast een voorbeeld hoe de stad Rotterdam dit heeft gedaan. Hiernaast een concreet voorbeeld van een aantrekkelijke route door het historische centrum.
Voorstel gevels en gevelstenen route (groene lijn)
Referentie; markering Brandgrens in Rotterdam
61
Hoofdstuk 10 Vervolgstappen
62
10.1 Vervolgstappen Realisatie Lichtplan lichtVoorstel voor uitrol Een goede start met de uitrol van het het lichtplan kan gemaakt worden door bestaande initiatieven van bijvoorbeeld Stichting de Verlichting verder uit te rollen of te verbeteren zodat het lichtbeeld fraaier wordt en er energie bespaard kan worden. Er is een projectteam aangesteld die dit proces gaat begeleiden. We maken onderscheid tussen grotere projecten waar verschillende partijen bij betrokken moeten worden (bv omdat het een monumentale gevel betreft en/of nieuwe aansluitpunten gemaakt moeten worden) en kleine verbeterprojecten waar de verlichting bijvoorbeeld aan vervanging toe is of er met weinig middelen een goed effect gemaakt kan worden. Bij grotere projecten is het raadzaam de volgende stappen te doorlopen; - voorstel toetsen binnen de organisatie - communicatieplan - uitvoering coordineren Het is belangrijk om de eigenaren van particuliere panden goed te informeren en hun ideeen te betrekken bij de ontwikkelingen van het ontwerp van de gevelverlichting. De kans van slagen wordt dan veel groter. Bestaande gevelverlichting die niet (geheel) overeen komt met het lichtplan zal worden geevalueerd en er wordt gekeken of het mogelijk is om met een kleine ingreep (Quick-win) wel aansluiting te vinden. Bijvoorbeeld door de lichtbron te vervangen om tot de gewenste kleurtemperatuur te komen. De eerste stappen; Het verlichtingsprincipe van de Lange Hezelstraat wordt doorgetrokken over de Grote Markt naar de Burchtstraat. Wanneer alle panden met een interessante (historische) gevel zacht worden aangelicht slingert de sfeer van de Lange Hezelstraat dwars door het centrum. Naast een warmere sfeer wordt ook de centrumstructuur zo beter leesbaar. De Grote Markt; de historische gevels rondom worden zoveel mogelijk volgens het principe van de Lange Hezelstraat warm wit verlicht; vanaf de eerste verdieping omhoog. De plint zelf wordt ingevuld door (zachte) etalage- en kroegverlichting. Waar dit niet het geval is wordt de plint van bovenaf zacht aangestraald vanaf de positie van de (lineaire) ledschijnwerpers die naar boven stralen. De historische pronkstukken van de Grote Markt zijn de Waag en de Lakenhal. Deze panden worden volgens het lichtconcept in warm wit aangelicht (2500 Kelvin). Dit kan worden bereikt door een combinatie van warm wit (2700-3000 Kelvin) als basisverlichting metbwarme amberkleurige accenten. Onderdeel van de Grote Markt is de wederopbouwarchitectuur van de panden van de V&D en de Hema. Dit grote gevelvlak leent zich verder uitstekend voor bijvoorbeeld projectie. (wanneer de bomen niet te ver in bloei staan)
Schetsmatige impressie nieuw lichtbeeld Grote Markt
Het uitrollen van de pilot op de Oranjesingel waarbij nu de panden van Lux en Manna zijn aangelicht. De panden zijn fraai aangelicht, maar enige fine tuning kan nog wel gedaan worden. Zo mogen de uithouders wat langer zijn om slagschaduw op de gevel te verminderen. Ook mag het lichtniveau wat lager. Wanneer meerdere panden naast elkaar worden aangelicht ontstaat een zachte gevelwand. De Oranjesingel en in de toekomst ook de overige singels van de 19e eeuwse stadsuitbreiding zullen dan als een geheel te ervaren zijn in de avond. Naast de illuminatieverlichting wordt ook aandacht geschonken aan de openbare verlichting; de masten worden in de berm tussen de rijbaan en de ventweg geplaatst waardoor de masten wat verder van de gevels af komen te staan en er meer rust in het dag- en nachtbeeld komt. Vanaf de masten worden de boomkruinen zacht aangestraald met kleine spotjes waardoor dit dichte bladerdak als veel lichter ervaren wordt 's avonds. Schetsmatige impressie nieuw lichtbeeld Latijnse School
63
10.2 Quick wins Mogelijke snelle realisaties Hieronder staan enkele projecten omschreven die in aanmerking komen om snel gerealiseerd te kunnen worden, bijvoorbeeld omdat de huidige armaturen al aan remplace toe zijn of omdat een aanvulling op de huidige situatie weinig ingrijpend. Wel is het belangrijk om de eigenaren van de betreffende panden goed te betrekken bij het lichtplan, zodat het goed gedragen wordt en er zorgvuldig omgegaan wordt met de installatie (bv de terrastafels niet op een grondspot plaatsen). Ook is het erg belangrijk dat men gerustgesteld wordt dat er zorgvuldig omgegaan wordt met het positioneren en uitrichten van de armaturen alsmede met het toepassen van energiezuinige armaturen met het oog op lichthinder en milieu. Grote Markt; beter positioneren grondspots en schakelen van de installatie (bv beeldje Mariken niet gekoppeld aan de andere grondspots) Stadhuis; grondspots vervangen en beter uitrichten door ledspots in warm wit. Ook kleine spotjes in neutaal wit binnen monteren om het glas-in-lood 's avonds door te stralen. Lange Hezelstraat principe; uitrollen over Stikke Hezelstraat, Grote Markt en Burchtstraat.
De Barbarossa ruine wordt uitgerust met effcientere spots en in een warmere kleurtemperatuur
Lange Hezelstraat principe; toepassen bij de interessante gevels van de Ringstraten en het uitgaansgebied Barbarossa Ruine en St Nicolaaskapel; vervangen en herpositioneren armaturen voor nieuwe zuinige lichtbronnen in amber/warmwit en koeler wit op de schijnwerpers aan de buitenzijde voor een spooky effect. Oorlogsmonument Marikenstraat; De 2 bomen verlichten met grondspots en de schommel zacht uitlichten door 2 kleine spotjes vanaf de 3-hoekige masten. Korenmarkt; de huidige openbare verlichtingsmasten vervangen door sierlijke moderne lantaarns zodat hier meer een pleingevoel ontstaat, passend bij de dagsituatie. Het Arsenaal; Grondspots en enkele spotjes op de dakkapellen richten.
Huidige verlichting 4000-6500 K 3000W totaal
Nieuw voorstel: 2200K gemiddeld strijklicht amber interieur, strijklicht 2700K exterieur 110W totaal
Algemeen; beter uitrichten schijnwerpers en witte (led) lichtbron; (bv ronde gevels aan het begin van de Molenstraat) 64
10.3 Eerste grote projecten Grotere projecten De hieronder omschreven projecten zijn nieuw uit te voeren of wat meer complexe projecten. Omdat het vaak een monument betreft is het waarschijnlijk dat er een procedure gestart moet worden met de Welstandscommissie of Monumentenzorg in Nijmegen en dat de uitrol van een ontwerp daardoor wat langer duurt. Grote Markt (ingrepen naast de quick-wins); de verlichting met grondspots uitbreiden met (strijklicht) verlichting aan de gevels.
Stadsschouwburg
De Vereniging
Grote Markt
Stadhuis
Pand V&D en Hema
pilot Manna en Lux aan de Oranjesingel
V&D en Hema; projectie met beamers Keizer Karelplein; de Schouwburg en het gebouw De Vereeniging goed architecturaal verlichten (en verder de overige gebouwen zeer zacht aanlichten voor de aanwezigheid in het nachtbeeld) Oranjesingel; illuminatie en nieuw OV principe verder uitrollen Panden Molenstraat; gevels volgens verlichtingsstrategie verlichten en kleuraccenten toevoegen voor het uitgaans karakter. Noordelijke Waaloever; hiervan wordt een detailontwerp gemaakt Waalbrug; hiervan wordt een detailontwerp gemaakt Belvedere; aanlichten van de gevel rondom in warm wit met grondspots en schijnwerpers op mastjes. Achter de ballustrade wordt strijklicht geplaatst in de kleur amber. Feestverlichting; dit wordt met beheer opgestart (icm citymarketing)
65
Lighting Design and Application Centre
All rights strictly reserved. Reproduction or issue to third parties in any form whatever is not permitted without written authority from the proprietor