Algemene informatie
2015
De informatie op dit deel van de site lijkt vrij uitgebreid maar is toch beknopt. Wil je volledig geïnformeerd zijn moet je de Toerclubgids raadplegen. Vraag één van de begeleiders ernaar; deze gids is gratis verkrijgbaar.
Wie kan lid van onze Toerclub worden of wie kan lid zijn? Incidenteel kan iedereen met ons, als schooltoerclub, een tochtje meerijden. Maar om lid van onze club te zijn (dan moet je minstens vier tochten meegereden hebben) dien je tot één of meer van de volgende categorieën te behoren: • Je bent leerling van het Sondervick College. • Je bent leerling van een andere middelbare school, (niet automatisch). • Je behoort tot de directe familie van de vorige twee categorieën meefietsende leerlingen. Daaronder wordt verstaan ouder, broertje, zusje. • Je bent medewerker van het Sondervick College. • Je bent eens eerder lid geweest. Je mag dus altijd mee blijven fietsen. • Je bent een ‘bijzonder geval’. In deze beslist de clubleiding.
Over toerfietsen in het algemeen De geschiedenis van de fiets valt voor een groot deel samen met andere ontwikkelingen. Met de opkomst van de auto bijvoorbeeld. En het daarbij behorende wegennet. Meer dan nu werd vroeger de fiets gebruikt als transportmiddel of om er je brood mee te verdienen. Steeds meer wordt de fiets gezien als recreatiemiddel. Dit gaat vaak samen met motieven als gezondheid of training: de ATB, de ligfiets, de toerfiets, de racefiets, de randonneur, de citybike, de hybride, de hometrainer, de vouwfiets, de waterfiets. Men beschouwt toerfietsen als die sport waarbij men alleen of in groepsverband deelneemt aan georganiseerde tochten op race- of semi-racefietsen en in speciaal tenue. Toerfietsen is vooral recreatief en kent geen wedstrijdelement. Een omschrijving zeker geldt voor de leden van de TSC toerclub (TSC betekent Toerclub Sondervick College). Een 50-tal personen vindt daar jaarlijks een plek in het peloton. Wat onze club jou te bieden heeft aan sfeer, gezondheid, prestatie, training, gezelligheid en avontuur moet je zelf maar eens ervaren. Beginners wordt aangeraden de Toerclubgids te lezen. Vraag ernaar bij een van de begeleiders. Voor beginners is dit een eerste opstapje, voor gevorderden een vertrouwd rondje langs alle dingen die een lid van de toerclub TSC echt moet weten. Maar het geheel, deze website en de Toerclubgids, is vooral bedoeld om de basis te leggen voor een fietstoekomst. Waarbij 2015 vooralsnog het eerste doel is. Op weg dus! Met de verwachting dat 2015 voldoende zon geeft om die in de spaken te doen schijnen!!
2 We rijden jaarlijks zo’n dertig eigen tochten. Met de speciale tochten (bij andere verenigingen) en de tochten van het fietskamp erbij zijn het er wel een kleine zestig!! Ondanks de veel drukkere wegen gebeuren er nauwelijks ongelukken.. Afkloppen ... Leerlingen van klas 1 tot en met klas 6 nemen aan onze tochten deel. Jongens en meisjes. En . . . er is géén contributie!
Publicaties De website geeft uitgebreide informatie: actuele mededelingen, routebeschrijvingen, jaarprogramma, klassementen, etc. De Toerclubgids. Daarin vind je informatie over de Toerclub in de breedste zin. Een must voor beginners. Ook ervaren fietsers vinden er veel van hun gading. Veel techniek.
Beginnen met toerfietsen Dat kan op verschillende manieren. Als je uit een echte fietsfamilie komt trap je vaak vanzelf de toerclub in. Op voorwaarde dat je je thuis voelt op school en de behoefte hebt je ergens bij aan te sluiten. Wanneer je echter het toerfietsen alleen maar van de buitenkant kent, liggen de zaken anders. Het begint dan meestal met een simpel gevoel van "dat zou ik misschien ook wel eens willen " • Bij het zien van een stukje film, foto, of van een mooie fiets of fietser (-ster), • Bij het lezen van een verslag of bij het aanhoren van enthousiaste verhalen van klas- of schoolgenoten. • Je wordt uitgenodigd een tocht geheel of gedeeltelijk (dat kan soms ook) mee te fietsen, • Ga je daarop in, dan raden wij je aan een fiets te lenen. De toerclub bemiddelt daarbij en heeft diverse eigen "probeerfietsen", die je mag lenen. • In je onervarenheid koop je vaak een verkeerde of te dure fiets, • Pas na een gewenningsperiode weet je of je uitgave loont, m.a.w. of je blijft toerfietsen en welke eisen je aan je fiets stelt.
Probeerfietsen Talrijke leerlingen op school zouden graag eens willen proberen of toerfietsen een leuke sport is. Zij kunnen kosteloos enkele keren proefrijden op probeerfietsen van de Toerclub. Een aantal echte racers in een gangbare maat, staat ter beschikking van iedereen die wil kennismaken met onze Toerclub. Meld je daarvoor bij Henk van Dooren. Na overleg kun je later deze probeerfiets meestal ook kopen. Aarzel niet en vertel het verder.
Afspraken voor het gebruik van de probeerfietsen • • • • •
Je leent de fiets – in principe - voor een periode van maximaal één jaar. In die periode kun je beslissen of je – als je het toerfietsen leuk vindt – zelf een fiets gaat aanschaffen. Verlenging is niet onmogelijk maar daarover moet natuurlijk wel overlegd worden. Van de gebruiker van de probeerfiets wordt verwacht dat hij/zij regelmatig meefietst. Indien de fiets niet (meer) gebruikt wordt voor het toerfietsen bij de Toerclub, moet de fiets weer worden teruggebracht. Schade door grove nalatigheid dient door de gebruiker worden vergoed. De gebruiker neemt de verplichting op zich de fiets te onderhouden of te laten onderhouden. Gebruikers moeten de fiets regelmatig laten controleren door een van de hieronder genoemde begeleiders. Ook kan men desgewenst voor hulp bij het onderhoud van de fiets contact opnemen met een van die begeleiders: Henk van Dooren, Hans Kuijs en Jan Coppens. Voor adressen en telefoonnummers zie de Toerclubgids.
3
Je eerste tochten Die zijn vaak vermoeiender dan de latere. Daar zijn redenen voor: • Meestal zit je onwennig op een vreemde fiets. • Alles is nieuw voor je. Je rijdt nog verkrampt en nog niet op de automatische piloot. • Je vangt meer wind dan nodig is. • Je maakt "verzorgingsfouten". Je fietst niet alleen als een beginneling maar je eet ook zo. • Je bent geen afstanden gewend. • Je rijdt met een verkeerd verzet, meestal te groot. Uiteraard word je in het begin begeleid en geholpen. Meestal vind je snel iemand naast wie je graag fietst en pik je de signalen van de meer ervaren tochtgenoten vlot op. De begeleider houdt je (on)bewust extra in de gaten. Desgewenst passen we de pauze aan je aan. Je eerste tochten rijd je altijd in de normale groep en (nog) niet in de snelle groep.
Afstanden Deze variëren van 40 tot 227 km! Maar deze variatie is er niet automatisch voor elk toerclublid. Voor de bijzonder lange tochten heb je extra ervaring en uithoudingsvermogen nodig. Zij worden jaarlijks dan ook maar enkele keren aan de echte doordouwers aangeboden. De meeste tochten hebben een afstand tussen de 50 en de 100 km. Er is sprake van een opbouw. De eerste tochten zijn kort. Volg je vanaf het begin het programma dan ben je goed in staat deel te nemen aan het vijfdaags toerfietskamp in de maand mei.
Groepsindeling en tempo Om beter aan jouw verwachtingen te kunnen voldoen hebben we in het verleden besloten om in twee groepen te rijden. De NORMALE groep en de SNELLE groep. Deze verdeling komt tevens de veiligheid ten goede. Per groep wordt een wegkapitein aangewezen. Deze wegkapitein waakt over de te volgen route en het tempo waarin wordt gereden. Als een groep uit meer dan 20 fietsers bestaat dan wordt die groep – om veiligheidsredenen - in twee groepen gesplitst. In overleg met de begeleiders wordt bepaald welke groep het beste bij jou past. Beginners starten altijd in de normale groep. Het verschil tussen beide groepen lijkt klein, maar is nogal groot. Denk je de overstap naar de snelle te kunnen maken, overleg dan met de begeleiders. Vaak zijn er tussenoplossingen mogelijk. Let wel: als uitgangspunt hanteren wij jouw belang én die van de groep. Op diverse wekelijkse tochten is er bovendien de mogelijkheid te kiezen voor een lange of een korte versie. Soms is er zelfs sprake van drie of vier afstanden voor één bepaalde tocht. De snelle groep rijdt met een kruissnelheid van 28 – 31 km/uur. Soms iets harder, soms iets langzamer, afhankelijk van de weersomstandigheden en groepssamenstelling. De normale groep rijdt met een kruissnelheid van 24 – 26 km/uur. Soms iets harder, soms iets langzamer, afhankelijk van de weersomstandigheden en groepssamenstelling. Per rit wordt bekeken of er een nieuwelingengroep wordt geformeerd. Die groep rijdt een (lager) tempo, aangepast aan de fietser/fietsster waar dat nodig voor is. Andere fietsers kunnen zich daarbij aansluiten zodat die groep niet te klein is. Per rit kan, afhankelijk van het aantal fietsers van de normale en snelle groep en de beschikbaarheid van begeleiding, een tussengroep, de normaal-plus-groep geformeerd worden.
4 Als er meerdere afstanden zijn, is het mogelijk dat er groepen worden samengevoegd of dat er groepen komen te vervallen. Ook dat is afhankelijk van de weersomstandigheden, groepssamenstelling en ook van beschikbaarheid van begeleiding.
Pauzes zijn er in alle tochten. Niet alleen vanwege de noodzakelijke rust en eetperiodes maar ook vanwege de sfeer. Tochten onder de 90 km hebben gewoonlijk één pauze. Is de afstand groter dan zijn er meer. Wat zakgeld voor onderweg is dus wel handig. Voedsel voor onderweg is onmisbaar, evenals drinken.
Over kleding Als beginneling fiets je mee in gewone sportkleding, eventueel trainingspak. Eenmaal besloten toerfietser te worden, koop je speciale wielerkleding. Fietsshirt. De club beschikt over een eigen clubshirt. Inlichtingen bij de begeleiders. Fietsbroek met kunstzeem. Handschoentjes bieden bescherming als je valt, werken enigszins als schokbrekers bij oneffenheden, zijn handig bij het zweetvrij maken van je gezicht en bij nat wegdek veeg je er af en toe de plakkerige binnendringers van je buitenband mee weg. Bij koud weer draag je een warm trainingsjack en een lange fietsbroek. Voor in de lente of de herfst kun je ook losse armen beenstukken aanschaffen. Helmen worden altijd gedragen. Het is voor de deelnemers vanzelfsprekend geworden. Voor onze club is het dragen van een helm verplicht. Koop alleen goedgekeurde helmen met een Ansi- of Snelaanduiding. De club heeft enkele leenhelmen. Fietsschoenen schaf je pas aan als je hoge eisen gaat stellen aan je uitrusting. Ook het feit dat je voeten wellicht in de groei zijn kan een reden zijn om te wachten. De prijzen zijn immers niet mis. Een (zonne)bril beschermt je ogen tegen insecten en opspattende modder bij regenweer. Er zijn speciale fietsbrillen. Een bidon heb je echt nodig; je verliest immers vocht en dat moet je aanvullen. Denk aan na elke rit grondig schoonmaken van die bidon. Een zadeltasje met daarin een reservebinnenband en een doosje met plakspullen horen evenals een pomp bij de uitrusting van een fiets. Zorg dat je in dat zadeltasje altijd je adres en telefoonnummer hebt voor het geval jou iets overkomt bij soloritjes. De bel: onderdeel van de fiets dat apart vermeld moet worden, omdat dit het meest sociale element van een fiets is dat toerfietsers uit "race overwegingen" vaak weglaten. Fout dus. Ook op een racefiets hoort een bel.
Kosten per tocht
5 Behalve wat zakgeld voor de pauzes heb je meestal geen geld nodig. Inschrijven is gratis op enkele uitzonderingen na: het fietskamp en de uiterst zware tochten waar een bezemwagen bij nodig is. Bij tochten die we bij andere verenigingen fietsen betaal je het normale tarief, meestal € 3,- dat is tevens voor een dagverzekering.
Inschrijven Voor een gewone zondagse tocht hoef je je niet in te schrijven. Voor bijzondere tochten wel. Dat wordt dan vooraf aangekondigd.
Start Die vindt normaal op school plaats. Meestal om 9 uur. Soms vertrekken we later, soms vroeger. Dat laatste gebeurt bij echt lange tochten, de klassiekers en de tochten die we bij andere verenigingen rijden. Bij de overgang van wintertijd naar zomertijd (en omgekeerd) goed op het vertrektijdstip letten. Houd voor vertrektijd vertrekplaats goed de toerclubwebsite in de gaten!
Bij pech onderweg Dan wacht de hele groep op je, nadat je zo mogelijk op gepaste wijze bent gestopt op een veilige plek (meestal aan de rechterkant). Dus niet in paniek in je remmen knijpen bij een lekke band Onderweg heb je altijd plakspullen en een reserve binnenbandje bij je. Tegenwoordig kun je het meest noodzakelijke gereedschap in zakmesformaat kopen. Banden repareren leer je vanzelf nadat het een keer of vijf mislukt is. Ook hierover kun je van ons instructiemateriaal krijgen.
Afgelastingen Elke zondag is er een tocht. Vanaf begin maart tot aan november. Die zondagse tochten worden zelden afgelast. Alleen bij slecht weer en dan vaak pas op zondagochtend. Wanneer het echt hondenweer is kun je zelf je conclusies trekken en gewoon thuisblijven. De meeste beslissingen tot afgelasting worden dus pas genomen op de ochtend van het vertrek. Bel bij twijfel een van de begeleiders of kijk op de site.. Voor de bijzondere evenementen, zoals het fietskamp of tochten in het buitenland gelden uiteraard andere regels.
Zelf sleutelen Een echte fietsliefhebber wil na verloop van tijd de meeste onderhoudswerkzaamheden zelf verrichten. Als je dat aanspreekt kun je ook via de toerclub leren hoe je moet onderhouden, herstellen of vervangen. We beschikken over uitvoerig documentatiemateriaal. Bij het fietskamp is er een speciale sleutelhoek waar je naar hartelust kunt poetsen en sleutelen met gereedschap van de toerclub. Het vereiste fietserslatijn, nodig voor het converseren, leer je onderweg.
Het klassement Bij elke rit worden de deelnemers genoteerd en opgenomen in twee klassementen: het kilometerklassement en het puntenklassement. In het eerstgenoemde zie je hoeveel kilometers je gereden hebt in toerclubverband. En welke plaats je dat oplevert. Er is een winnaar bij de jongens en de meisjes. Bovendien kun je daarin ook zien wie als nieuweling (n) de meeste kilometers maakt. Iedereen die na 1 augustus 2014 begon met toerfietsen, wordt het hele jaar 2015 als nieuweling beschouwd. In het puntenklassement vormt het aantal gereden
6 kilometers de basis van de telling. Om precies te zijn: het tiende deel van het aantal gereden kilometers. Daaraan toegevoegd worden de punten die je status oplevert: Ben je een meisje of een jongen? Fiets je voor het eerste jaar mee? Of het tweede jaar? Ben je jonger dan 16 jaar? Fiets je meer dan het clubgemiddelde?? Dat levert allemaal extra punten op in samenhang met je het aantal kilometers dat je fietst. Indien je precies wilt weten hoe het puntensysteem werkt, kun je de voorbeeldberekening bekijken; deze verschijnt mee en dan op de website.
Klassiekers Als klassiekers beschouwen we Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse Pijl en de Ronde Van Vlaanderen. Dit zijn zware tochten van 120 - 170 km en worden aan het einde van de grote vakantie gereden. Een aantal jaren is het er niet van gekomen totdat in het jubileumjaar 2004 de draad weer opgepakt werd. Voor dit jaar staat De Waalse Pijl weer op het programma.
Ten slotte Hopelijk heb je nu een aardig beeld gekregen wat de Toerclub inhoudt. Wil je nog meer weten, informeer bij de toerclubleden, zijn zullen je met plezier erover vertellen. Of spreek een van de begeleiders aan en vraag meteen naar de Toerclubgids.
Zie we je binnenkort aan de start? Je bent welkom!