Wie het langst zijn ogen dicht kan houden
Bernhezer BernhezerKinderpoëziebundel Kinderpoëziebundel
Bernhezer Kinderpoëziebundel
Bernhezer .. Kinderpoeziebundel 2010
Woord vooraf Beste Bernhezers, Met plezier presenteren we de vierde Bernhezer Kinderpoëziebundel. De eerste bundel verscheen in 1998, de tweede in 2001, de derde in 2006. Nu zijn al die klassen ‘ververst’ met nieuwe jonge dichters. Alle kinderen van de groepen vijf tot en met acht van alle basisscholen van Bernheze hebben onder leiding van Erik van Os, tijdens de cultoerbus van Cube, prachtige gedichten geschreven. Elke groep heeft één gedicht ingestuurd. Dichters… ‘van harte gefeliciteerd!’ Alle andere kinderen… ‘hartelijk bedankt!’ De Bernhezer basisscholen zijn: De Bolderik, ‘t Palet, Het Mozaïek, St. Albertus, Op weg, De Beekgraaf, ’t Maxend, Emmaus, De Kiem, De Toermalijn en Delta. De prachtige tekeningen zijn weer van de hand van de Loosbroekse illustratrice Jannemeis Snels. Graag bedanken we: • De gemeente Bernheze voor hun financiële steun. • De Lions Club Bernheze voor hun financiële steun. • Cube voor de medewerking en de presentatieavond. • Hanni van Herpen en Louis van de Burgt voor de correctie.
Veel lees- en kijkplezier, de Bernhezer KunstKring
Lions Club Bernheze
Albertus De man vond een klavertje vier Gevonden… De man zakte door de brug in het water. En toen werd hij gered... Daan van Bladel Groep 5 Bs. St. Albertus
Sneeuw Sneeuw is koud Sneeuw is glad Ik glijd uit want sneeuw is nat Ik val op mijn gat Daarna ga ik naar binnen Ik drink een kop chocomel En die smaakt naar karamel Daarna naar buiten naar de sneeuw Dit was ons gedicht van de eeuw Giel Roefs en Rob van der Wielen Groep 6 Bs. St. Albertus
Ik zit in bad met heel veel schuim, het moet weg dat hele vieze puin. Lekker lang badderen in het sop, dan hoor ik de baddop. O nee, het bad loopt leeg, en op mijn wang zit nog een vieze veeg! Dan maar met een washandje, dat ligt op het randje. Nu is het wel genoeg geweest, dat hele leuke feest: Het schuim, dat vieze puin, lekker liggen in het sop, en die baddop, en het bad liep ook nog leeg, die vieze veeg, en als laatste het washandje op het randje. Eva van den Hurk Groep 7 Bs. St. Albertus
Het kaboutertje en zijn vriendje! Kaboutertje Henkie was op zoek naar z’n vriendje. In z’n broekzak had hij nog een tientje. Toen ging hij naar een winkeltje, en zag daar kaboutertje Pinkeltje. Henkie vroeg aan Pinkeltje: “Wil je met me spelen”? En toen zei Pinkeltje: “Daarmee ben ik tevreden”. Henkie en Pinkeltje gingen samen door het leven. Ik wou dat iedereen dat kon beleven. Jenny Heerkens Groep 8 Bs. St. Albertus
10
Luilekkerland ik droomde dat ik in Luilekkerland was ik woonde in een snoephuisje ik likte aan een lolly ik zat in een spekjesachtbaan ik ging in een chocoladebad en ik at heel veel snoep ik smulde alles in een hap op en dat was top! Groep 5b Bs. De Beekgraaf
11
Bij ons in de klas Bij ons in de klas gaan we samen op reis Bij ons in de klas heeft iedereen een eigen rugzak Bij ons in de klas is iedereen uniek Bij ons in de klas hebben wij een meester en een juf Bij ons in de klas werken we hard Bij ons in de klas zit ik te dromen Ik ben zo blij dat ik in deze klas ben gekomen Groep 5a Bs. De Beekgraaf
12
Dino Dientje Luister goed, dan hoor je hier. Het verhaal over mijn fantastisch dier. Een mooie Dino die Dientje heette. Een jaartje oud en nog een beetje, kwam Dientje Dino bij ons wonen. En kon zij daar haar kunstjes tonen. Ze deed een salto achterover erg vlug. Een handstand 5 minuten en weer terug. En ik zeg je zonder liegen. Ze kon ondersteboven vliegen. Ze steeg en daalde met een sierlijke boog. En zelfs loopings als ze vloog. Spugen met vuur dat kon ze ook, terwijl ze bovenop ons huisje dook. Maar dat was de verkeerde kant, want ons huisje dat vloog in brand! Niet getreurd zei Dientje toen. Ik bouw een nieuw voor één miljoen. En binnen een uur was dat huis toen klaar. Een prachtig exemplaar. Net als dit gedicht, echt waar! Janne Nooijen Groep 7b Bs. De Beekgraaf
13
14
Blub Blub is goed in breien. Hij doet het de hele dag. En zijn er mensen aan het kijken, Zijn ze helemaal van slag. Bregje van de Ven, Sanne van der Heijden, Vera Ruijs Groep 6a / 6b Bs. De Beekgraaf
15
Ik ben ik Ik ben zoals ik ben Niemand die mij anders kent Zoals ik ben moet ik blijven Want ik ben goed zoals ik ben Soms denk ik was ik maar haar Soms wil ik anders zijn Maar iets moet je weten en niet vergeten: Blijf zoals je bent! Fleur Cissen Groep 8a Bs. De Beekgraaf
16
Wie het langst zijn ogen dicht kan houden heeft een zwembad in zijn slaapkamer. Wie het langst zijn ogen dicht kan houden heeft een glijbaan van zolder naar school. Wie het langst zijn ogen dicht kan houden heeft een gratis pretpark in zijn tuin. Krijn Hermes Groep 7a Bs. De Beekgraaf
17
BLAUW De hemel In de lucht Ik denk aan iets leuks Nieuwsgierig ben ik wel Bijna jarig, wat spannend Ik ben bijna 12 Eigenlijk denk ik teveel Toch vind ik het fijn Daan Mulder Groep 8b Bs. De Beekgraaf
18
De ster is ver. Ver van mij. Ster kom! Blijf niet ver van mij! Ver van huis. Ster, kom bij mij! Ster ster ster kom, jij bent van mij! Kom nou ster, kom toch bij mij. Doei ster. Lisanne van Lankvelt Groep 5 Bs. De Bolderik
19
De uil Er was een uil, Die zat op een zuil. Er kwam een man die was een beetje raar, En die zei: “Wat doe jij daar?” Toen zei de uil: “Ik hou me schuil”. De man vroeg: “Waarom? ” De uil zei: “Daarom.” Hij wees naar een vos die kwam voorbij, En die zei: “Jij bent van mij.” Hij at hem op met huid en haar, En toen was ik klaar. Groep 6 Bs. De Bolderik
20
De zon Ik zie de zon. In het geel. Met mooie stralen. Heel erg veel. Ik zie de zon. Die schijnt op mij. En nu ben ik echt superblij. Ik zie de zon. Nog even schijnen. Maar dan zal hij toch echt verdwijnen. Susan van den Broek Groep 7 Bs. De Bolderik
21
22
Rare familie Ik heb een familie o zo raar, hoor maar: Opa is een rockster die schopt het nog heel ver Oma heeft een angst voor autorijden Ze neemt zelfs het vliegtuig van Eindhoven naar Leiden Tante is van top tot teen behaard Ze heeft zelfs een baard Oom die praat als een hond Er komt niks zinnigs uit zijn mond Neef eet graag behang, hij doet dit zonder dwang Hij heeft de keuken al wit gegeten Maar dat spul is toch niet te vreten Nicht heeft een groot gebrek Ze heeft geen tanden in haar bek Vader fietst van hier naar daar Dat krijgt hij makkelijk voor elkaar Mama heeft een kookfobie Daarom eten we iedere dag selderie Mijn zusje kent het woordenboek uit haar hoofd En heeft in de tandenfee geloofd Mijn broertje kan echt helemaal niks Hij kijkt de hele dag naar Jetix En ik, de ergste van allemaal Vertel nu een onzinverhaal Pauline van der Geld, Amé van Zutphen, Lucas van der Geld, Sebastiaan van Zutphen
Groep 8 Bs. De Bolderik
23
Verliefd Je hart Je hartje klopt Een hartje met pijltje Verliefd Esther Vermeulen Groep 5 Bs. De Kiem
24
25 jaar Onze school bestaat al 25 jaar Dat hebben we mooi voor elkaar We werken en we spelen We eten en we delen Maar één ding weten we al Onze school heeft een hele grote hal! Dave Geurts Groep 6 Bs. De Kiem
25
26
Iedereen voor iedereen Doe iets voor het goede doel Maak mensen blij En maak een lachende smoel Dan staan ze voor je in de rij Iedereen heeft wensen Laat die uitkomen En dan heb je meer blije mensen En laat ze het niet dromen Iedereen is gelijk Al kom je van de straat Ook al ben je arm of rijk En dat is waar het gedicht voor staat Leon van Erp en Dyonne Hendriks Groep 8 Bs. De Kiem
27
Allebei anders jij bent ik nee, ik ben jij of wacht, hoe kom ik er ook bij? jij bent jij en ik ben ik Nadine Visser Groep 7 Bs. De Kiem
28
Ik zag je staan in een lange rij. Ik vroeg je uit maar je zei nee. Maar dat was niet fijn. Maar je kwam terug en vroeg me uit. Ik zei ja en we gingen samen naar het park. Dzenis Karisik Groep 7 Bs. Delta
29
Jarig Ik ben 22 januari jarig want ik ben heel erg aardig. Dit wordt de leukste dag van mijn leven, want mijn vrienden gaan heel veel cadeautjes aan mij geven. Ik word 13 jaar en ik krijg een hele grote taart. Mijn vrienden feliciteren mij, en ik krijg een doosje marsepein. Ze geven mij een hand om te feliciteren want ik ben de baas en ik begeer ze. D’lorian Sadji Groep 8 Bs. Delta
30
Problemen Er zijn problemen die je niet ontloopt, Alsof je maag is vastgeknoopt. Iets waar je niet over praat, Een gevoel dat niet weg gaat. Een blij gevoel heb ik niet, Het enige wat ik heb is verdriet. Niemand die me daar ziet staan, Ze kijken me vol afschuw aan. Je wordt geslagen en gestompt, En uitgelachen, als je bent neergeslagen op de grond. Dan voel ik me heel alleen, Met een heel groot probleem. Kon iemand dit gevoel maar weghalen, Dan hoefde ik niet zo te balen. Was mijn leven maar gewoon, En dat ik werd geprezen met een kroon. Wieke Metzlar Groep 8 Bs. Delta
31
32
Groot ! Het is groot, Groot en bloot. Het is rood, En van lood. Het schoot, En is bloot. Het rookt, En loopt. Het sloopt, En hoopt. Olifant waar ben je? Marina Manders Groep 8 Bs. Delta
33
Zeg voel jij je wel goed? Ben je wel goed opgevoed? Je zit altijd te boeren en naar de buurvrouw te loeren. Je doet een beetje raar en hebt ook al zo’n gek haar. Misschien moet je eerst op les en wordt het dan een succes! Stein van den Hurk Groep 5b Bs. Emmaus
34
Een boterham met ham Ik heb zin in een boterham. Met twee grote plakken ham. Ik eet het heel snel op. O jee, nou is het op. Mag ik nog een boterham? Met drie grote plakken ham. Ik eet het heel snel op. O jee, nou is het op. Mag ik nog een boterham? Met vier grote plakken ham. Ik eet het heel snel op. O jee, nou is het op. O jee, ik voel me echt niet goed. Zeg dat ik naar bed toe moet. Cindy Lafeber Groep 5A Bs. Emmaus
35
Maar wie kwam daar nou aan? Dat was de banaan. Ze was op zoek, naar een stukje koek. De indiaan schoot en de banaan was dood Iedereen was snel weg, maar de banaan had pech! Jaffrey van Rosmalen Groep 6a Bs. Emmaus
36
Dat zo’n vredig uitziende jongen met zo’n mooi en kort bruin haar tegenover je in de trein zit oftewel recht voor je, ja daar met zijn mooie blauwe ogen nog nooit iemand bedrogen ineens iets laat gebeuren, iets stoms hij propt zijn mond vol met bonbons Jop Vollebergh Groep 7b Bs. Emmaus
37
Oma Ze verzorgt me altijd super goed, Ze staat altijd voor me klaar, Ook alles mag en niks moet, Wat moet ik zonder haar? We zijn altijd samen, ze laat me nooit alleen, Ze weet wat ik bedoel zonder een enkel gebaar, Niemand is zo lief als zij, nee geen een. Wat moet ik zonder haar? Ze verzorgt me altijd super goed, Ze staat altijd voor me klaar. Ook alles mag en niks moet. Wat moet ik zonder haar? We zijn altijd samen, ze laat me nooit alleen. Isabel de Jager Groep 7a Bs. Emmaus
38
Vliegen Ik wil vliegen, als een vogel zo vrij Ik wil vliegen, alle zorgen voorbij Maar als ik dan ga vliegen over bergen en dalen doelloos in het rond dan kijk ik naar beneden, naar de grond en zie ik mensen schieten, en vechten zonder reden Dan denk ik, was ik maar beneden…………… Ilja van Bergen Groep 8b Bs. Emmaus
39
40
Een drietal rende door de speeltuin Ze gingen wild van de wip naar de schommel toe Een drietal rende door de speeltuin Was na een uur nog steeds niet moe Een drietal rende door de speeltuin En ging snel van de glijbaan af Een drietal rende door de speeltuin Ze waren heel erg wild en maf Een drietal rende door de speeltuin En ging ook voetballen op het veld Een drietal rende door de speeltuin Totdat hun moeder voor het eten belt Linde Jacobs Groep 6b Bs. Emmaus
41
Stralen of balen Er was eens een vos die straalde. En een boom die baalde. Ze kwamen elkaar tegen in het bos. En….daar zei de vos: “Ik snap niet dat jij baalt, Als er hier iemand voor je straalt”. “Dat zal ik dan eens uitleggen”, zei de boom. “Maar luister goed, dit is geen droom”. “Morgen komen de houthakkers eraan en die laten van ons niets meer staan.” “Dat is niet leuk”, zei de vos. “Dan is er voor mij ook geen bos”. Toen zaten ze samen te balen. En zagen ze nergens nog iets stralen. Daar kwam het kleine vogeltje “Kwekker”. Toen hij het hoorde, baalde hij ook als een stekker. Na een uur zat iedereen in het bos te balen. Er was niemand die nog straalde. “De houthakkers mogen hier niet komen anders zijn er voor ons geen bomen”. Ze besloten samen de houthakkers weg te jagen Door ze maar eens flink te plagen. Eekhoorns zouden met eikels gooien. En stinkdieren hun stank rondstrooien. Daar kwamen de houthakkers aan. Ieder dier ging in positie staan. De houthakkers gingen er vlug vandoor. “Hoera!”, riep iedereen in koor. De dieren waren dolblij. Ze voelden zich als een vogel zo vrij!! Iris Huijben Groep 8a Bs. Emmaus
42
Scouting Scouting is een leuke hobby Er is zelfs een jongen en die heet Bobby Je mag daar niet schelden Misschien zijn er ook helden Daar is natuurlijk een wc Maar je mag daar geen pc Je mag daar niet rocken Er zijn daar geen klokken Er zijn natuurlijk geen geesten Maar achter een boomstronk zijn beesten Ik voel me blij of rot Dit is het slot Linda de Bree Groep 5a Bs. ‘t Maxend
43
Er was een eenzaam kind. Hij had geen vrind. Hij maakte popjes. Van papieren propjes. Hij had een hond die heette Kiend. Die was zijn echte vriend. Thijs van der Heijden Groep 6a Bs. ‘t Maxend
44
Bernheze Bernheze is onze gemeente. Die bestaat al 15 jaar. Je zou denken, we zijn ermee klaar. Maar dat is niet waar. Overal in Bernheze zijn ook leuke activiteiten. Bernheze is gewoon mooi, leuk en gezellig. Dat zijn belangrijke feiten. In Bernheze zijn de mensen heel sociaal. Daarom is onze gemeente helemaal ideaal. In Bernheze krijg je een fijn gevoel. We besteden ook aandacht aan het goede doel. In Bernheze is Nistelrode het leukste dorp, misschien omdat ik er woon. Het is in Bernheze cool en zeker niet gewoon. Arantxa Amukwaman Groep 8 Bs. ‘t Maxend
45
46
Ik had de auto goud gespoten.. Gespoten had ik goed Maar papa zei dat is niet zo zoet Mama vond het wel grappig Papa vond van niet Dus verstopte ik me in het riet.. Mama zei ze is nog zo klein En de auto is toch al zo oud Dus ook papa zei: oké laat hem nu maar goud Klassengedicht 6b Bs. ‘t Maxend
47
Op de piste Als ik op de piste sta dan krijg ik een raar gevoel En als ik dan ga snowboarden dan heb ik dat gevoel Als ik in de lift sta dan val ik wel een keer Maar dan sta ik snel weer op en probeer ik het nog een keer Vallen, springen het hoort er allemaal bij Maar... je skischoenen vastmaken, dat is pas een karwei! Gijs van Dijk Groep 7a Bs. ‘t Maxend
48
Anders zijn!!! Ik ben anders!!! Anders dan de rest Maar ik voel me toch op mijn best!!! Iedereen is anders Hetzelfde is niemand!!! Jij bent anders!!! Anders dan de rest Maar jij voelt je toch op je best!!! Iedereen is anders Hetzelfde is niemand!!! Jasmijn Pennings Groep 6a en 6b Bs. Het Mozaïek
49
Wensen O gele sterrenpracht Schijn maar lekker door vannacht Ik heb een wens voor u bedacht Hij is niet raar, maar geeft mij macht Alstublieft, vervul mijn wens vannacht Het heeft geen haast o grote ster Zo dicht bij de maan, heel ver... ver... ver... O gele sterrenpracht Hopelijk heeft u meegedacht Stef van Lieshout Groep 7 Bs. Het Mozaïek
50
Schaatsen in de winter Winter is pret om ijshockey te spelen En de warme chocolademelk te delen In de winter kun je een sneeuwpop maken En mensen met sneeuwballen raken Van schaatsen krijg je nooit genoeg Je hebt zo weer een rondje voor de boeg In de winter is het koud Maar toch schaatsen we, jong en oud Wedstrijden schaatsen tegen elkaar Dan voel je de wind in je haar Marco Kanters Groep 8 Bs. Het Mozaïek
51
52
Snoep in je soep Er zit snoep in mijn soep. Laat de poes ze eten. Dat zal je nooit vergeten. Kook ze even in een pan. Daar krijgt die poes het warm van. Als je het in het pannetje doet. Dan krijgt die al een lieve snoet. Bente Versteden Groep 5 Bs. Het Mozaïek
53
Zonnesneeuw Ik ben naar de zon geweest. Daar lag warme sneeuw, dikke sneeuw, warme, dikke sneeuw. Zo warm, zo dik als de ragout van een heerlijke kroket. Zo warm, zo dik als de erwtensoep uit een kokend hete pan. Zo warm, zo dik als de eerste pannenkoek van een enorme stapel. Niemand komt te weten of ik van die zonnesneeuw heb gegeten. Groep 5/6 Bs. Op Weg
54
Op de maan Op een dag was ik daar op de maan Ik vloog met een pen en die was een fan Nu ben ik terug Maar ik ging weer terug naar de maan met een banaan Toen was ik weer terug en ik had veel geluk Pim van Lanen Groep 5 Bs. Op Weg
55
56
Gescheiden ouders. Het voelt zo rot, zo rot, zo rot… Die stomme ouders maken alles kapot. Ze zijn uit elkaar. Ik snap het gewoon niet, het is zo raar. Waarom gebeurde dit mij nou weer. Ik heb altijd pech, keer op keer. Altijd maar spullen brengen, over en weer. Het doet zo zeer in mijn hart, zo zeer. Ze zeggen altijd stomme dingen over elkaar. Ik denk vaak: Wat is nou waar? Maar voordelen zijn er ook een paar. Want gescheiden ouders is echt niet alleen maar naar. Ik heb twee kamers, die allebei heel mooi zijn. Dat is wel heel erg fijn. Het irritantste is het over en weer gaan. Geloof me, jij wilt echt niet in mijn schoenen staan. Maaike de Boer Groep 8 Bs. Op Weg
57
Alleen thuis Ik ben alleen. Er is niemand om me heen. Het huis is stil. Ik hoor geen gil. Geen geluid. Ik kijk door een ruit. Buiten zijn kinderen aan het spelen en ik, ik zit maar te mailen. Saai, ik wil naar buiten. Maar ik spring niet door de ruiten. Ik loop naar de deur, met een treur. De deur zit op slot en de sleutel is kapot. Dan ga ik maar mailen en niet buiten spelen. Vera Timmers Groep 6 Bs. Op Weg
58
Een smiley loopt met een schelpje in zijn hand. Het schelpje gaat open en zegt: “ Laat me lopen”. De smiley liet hem los en liep zelf naar het bos. In het bos kwam hij een boom tegen die stond te beven. Naast de boom stond geschreven: ‘ De bomen worden omgekapt’. Hij pakte zijn spullen met borden En schreef: ‘Zo laat ik het niet worden!’ Tom Barten Groep 7 Bs. Op Weg
59
Hond Ik heb een hond Zijn kleur haar is blond. Hij heeft een vriendinnetje Dat is bang voor een spinnetje Ze woont bij een boer Die heeft lekker voer Zijn hond wilde daar heen Helemaal alleen Maar daar is een hek Maar mijn hond is niet gek Hij zag een gat Hij wist dat het daar zat Hij wrong zich er doorheen Maar hij kreeg pijn in zijn been Hij was aan de andere kant van het hek Dat vond hij niet gek Hij ging naar zijn vriendinnetje Weg van dat spinnetje Laurissa Kroos Groep 5b Bs. ’t Palet
60
Alleen Een spinnetje, een spinnetje. Dat is daar zo alleen. Een spinnetje, een spinnetje. Dat heeft niemand om zich heen. Het loopt daar nu zo treurig rond. Met alle acht zijn pootjes op de vieze, natte grond. Moon van Asseldonk Groep 6a Bs. ‘t Palet
61
Vrienden Je hebt ze om te delen Je hebt ze om te spelen Je hebt ze om te troosten Een vriend is het allermooiste Imke Vissers Groep 6b Bs. ’t Palet
62
Het is feest Ik ben een feestbeest De slingers hangen al En een grote ballonbal Het is feest We dansen als een beest Kijk daar komen de dansende dichters aan Hef het gedicht maar aan Marije de Jongh Groep 7a Bs. ‘t Palet
63
Als dichters dansen, Dansen wij mee. Wie d’r danst, Bepalen zij twee. Wel in paren met zijn twee. Dit was het einde. Yippie Hoezé! Dans de volgende keer weer met ons mee. Luuk Daandels Groep 7b Bs. ’t Palet
64
Vriendschap Vrienden zijn mensen die je heel goed kent, iemand waar je altijd welkom bent. Altijd lol en nooit alleen, je gaat er het liefst iedere dag heen. Samen kun je praten over leuke en mindere dingen, bijvoorbeeld over toen jullie ouders scheiden gingen. Of over het geweldige schoolfeest, daar waren jullie samen naar toe geweest. Een leven zonder vrienden zou maar eenzaam zijn, geen vrienden om mee te praten doet toch pijn? Samen lekker rennen langs het water door het riet, een leven zonder vrienden wil ik echt niet. Pascale vd Akker Groep 8a Bs. ‘t Palet
65
66
Het boekenbeest Op de zolder is het feest voor het boekenbeest. Oude kranten, kladpapier... “Lekker”, zegt ie, “geef maar hier”. Mijn boeken heeft ie opgevreten, de kaften in een hoek gesmeten. Stripboeken en tekenpapier, alles vreet ie op, dat gekke dier. Tegen de muur kruipt hij sloom. Gelukkig,... het was maar een droom. Lieke Verhoeven Groep 5a Bs. ‘t Palet
67
De winter Zie de maan schijnt door de bomen. Ja de winter is aangekomen. Het vriest nu min negen. Ook dan bevriest de regen. Vol verwachting zitten we voor het vuur. Want de verwarming aanzetten is te duur. En toen kwam plots de kerstman binnen. En de kat begon te spinnen. De kinderen gingen zingen. En de kerstman met zijn elfen gingen. Zij lieten pakjes achter bij de kerstboom. En plots bevroor toen de room. Want de kerstman had de deur open laten staan. En in die deuropening zag je de maan. Merel Schoones Groep 8b Bs. ’t Palet
68
Ik heb goed mijn boterham opgegeten Toen heb ik mijn tas op de grond gesmeten. Want ik had geen zin om naar school te gaan. Mama vroeg wil je nog een lekkere banaan. Nee, doe maar een glaasje water uit de kraan. Linde van Heck Groep 5a Bs. De Toermalijn
69
Ik doe mijn haar in een staart En ik heb de stiek bewaard. Toen ging ik naar de klas En daar was ik erg met mijn staart in mijn sas. Maud Verstegen Groep 5b Bs. De Toermalijn
70
Je bent zo lief als een zonnestraaltje in de lucht dat me ‘s morgens wakker maakt en de hele dag om mij straalt en me ‘s avonds in slaap maakt en zo het hele jaar door gaat. Eva van Esch Groep 5d Bs. De Toermalijn
71
Het konijntje Ik zag een konijntje, dat sprong vrolijk over straat. Er kwam een fietser aangereden en die reed over het konijn z’n staart. Naomi van de Meulenreek Groep 6a Bs. De Toermalijn
72
Lijstje Er was eens een meisje Dat had een lijstje. En op dat lijstje stond: Yell, yell, yell…. Dit is ’t einde van het vel Nina Schoenmakers Groep 6c Bs. De Toermalijn
73
Er was eens een danseres en haar naam was Tess Als zij hoorde retteketet maakte zij een pieroët (pirouette) Ze was de beste danseres en moest ook heel erg vaak naar les Haar moeder was apetrots maar toen liep ze tegen een rots En toen had ze een gebroken been maar de pijn ging snel weer heen Iris Gloudemans Groep 6b Bs. De Toermalijn
74
Ik snoep niet veel Maar ik word chagrijnig van al dat gezond Maar ik doe het toch want dat is goed voor mijn kont Janne van der Stappen Groep 6d Bs. De Toermalijn
75
Ik rende, toen ik viel want ik stond niet zo stabiel Het deed heel erg zeer op dat moment dat ik viel Marijn Lodewijkx Groep 7a Bs. De Toermalijn
76
Ik moest hard gillen, had ik dat maar niet gedaan. Ik kreeg rode billen, daarna leek ik net op een baviaan. Janne v.d. Heijden Groep 7b Bs. De Toermalijn
77
78
Jij bent zo mooi als een tulp die uitkomt En je lach is zo mooi als een roos Je tranen zijn zo mooi als ze naar...... beneden vallen net zoals de regen. Louelle Bens Groep 5c Bs. De Toermalijn
79
De kip en de haan, staren elkaar zachtjes aan. Ze komen steeds dichter bij elkaar, ze raken elkaar bijna aan. Weet je wat ze wel doen, ze geven elkaar een zoen. Bente van de Leijgraaf Groep 7c Bs. De Toermalijn
80
Twee varkens liggen in bed Ze staren elkaar aan De ene heeft een baard De andere een snor En ze zeggen samen “knor” Floor Verstegen Groep 7d Bs. De Toermalijn
81
De basisschool Groep 1 dat is je eerste jaar, dan word je vrienden met elkaar. Groep 2 dan ben je al gewend, dat je elkaar al heel goed kent. Groep 3 daar moet je leren lezen, dat je al een groter kind mag wezen. Groep 4 dat is al halverwege, dan krijg je je communie zegen. Groep 5 ga je deelsommen leren, met behulp van appels en peren. Groep 6 daar word je helemaal dol, maar dat is ook een jaar met heel veel lol. Groep 7 ben je al aan het kijken, welke school je leuk zou lijken. Groep 8 dat is een cito ramp, maar gelukkig ga ik ook op kamp. Nu ben je al heel wijs, en ga je naar het voortgezet onderwijs! Lotte van den Hanenberg Groep 8b Bs. De Toermalijn
82
De maan Ik kijk naar buiten en zie de maan. Zou ik daar ooit heen kunnen gaan? Misschien als ik een astronaut ben, maar dan zit ik in de ruimte waar ik niemand ken. Zou ik daar serieus kunnen zijn? Zo hoppa, weg met de gein. Geen lekker eten meer. Dat bevalt me niet zo zeer. Als ik daar zou wezen, zou ik dan rust hebben om lekker te lezen? Zou ik mijn droom op kunnen geven en dan gewoon weer verder kunnen leven? Tja, wat moet dat moet. Het komt altijd weer goed. Ga nu maar lekker slapen en dromen en wees voorbereid op wat er dan ook mag komen! Annelies van Engelen Groep 8d Bs. De Toermalijn
83
Toen mijn ouders gingen scheiden, waren dat hele moeilijke tijden. Ik vond het erg naar, want ik hou van hem en van haar. We hadden allen veel plezier gehad, Maar toch waren ze het zat. Niet iedereen begreep hoe moeilijk ik het had. Ik moest vaak huilen en wilde me dan ook vaak verschuilen. Ik ben vaak nog graag alleen want ik ben nog steeds niet over de scheiding heen. Lennart de Jong Groep 8a Bs. De Toermalijn
84
Dit gedicht gaat over groep 8, Een jaar waar er veel van je wordt verwacht. Maar er zijn ook leuke dingen te beleven, Zoals op kamp gaan en een musical geven. Ook de Citotoets komt er dan aan, Je moet dan je best doen en er voor gaan. Ook ben je dan de oudste van iedereen, En je doet dingen moeilijker dan voorheen. Dit jaar neem ik afscheid van De Toermalijn. Jammer, want ik vond het er heel fijn. Dus ik zeg nu maar vast gedag, En hopen dat mijn volgende school net zo fijn wezen mag. Anne van Munster Groep 8c Bs. De Toermalijn
85
Omslag