ALGEMENE ADMINISTRATIEVE

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN van een overheidsopdracht van WERKEN

Opdrachtgevend bestuur : PROVINCIALE HOGESCHOOL LIMBURG ELFDE-LINIESTRAAT 24, 3500 HASSELT Benaming van de WERKEN:

de restauratie van de gevels en het dak van gebouw C en de restauratie en verbouwing van de conciërgewoning van gebouw C, Guffenslaan 39 te 3500 Hasselt

Nummer aanbestedingsdossier: 20100519 Datum goedkeuring: 09/09/2010 Wijze van gunnen van de opdracht: openbare aanbesteding en een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor bepaalde posten van de opdracht voor het dossier van het Universal Design Woonlabo (Conciërgewoning voormalig moederhuis te Hasselt)

Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) - Elfde-Liniestraat 24 - 3500 HASSELT Tel (011) 23 88 88 Fax (011) 23 88 89 PHL Aanbestedingsdossier administratieve bepalingen UDWoonlabo & gebouw C

datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 2 van 61

Aanbestedingsdocumenten: De aanbestedingsdocumenten voor de onderhavige opdracht voor werken liggen ter inzage: Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), Elfde-Liniestraat 23a, GEBOUW D, 3500 HASSELT Contactpersoon: Diane Bervoets (tel) 011 23 86 36, (email) [email protected] De aanbestedingsdocumenten voor de onderhavige opdracht voor werken zijn te koop, mits voorafgaande betaling van het bedrag op naam van de opdrachtgever: de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), Elfde-Liniestraat 24, 3500 HASSELT op het rek.nr. 091-0117677-45

Kostprijs

EXCL. BTW

BTW

VERZENDINGSKOSTEN

TOTAAL

perceel 1

Restauratiedossier (gebouw C en conciërgewoning)

223,00

46,83

5,00

€274,83

perceel 2

Verbouwing en nieuwbouw (conciërgewoning)

121,60

25,54

5,00

€152,14

260,00

54,60

5,00

€319,60

perceel 1+2 OF

Gratis downloaden via: http://www.phl.be/inschrijving/udw-gebouwc http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_bul/bul.pl (federale overheidsdienst Justitie - bulletin der aanbestedingen)

De opening van de offertes heeft plaats op dinsdag 11 januari 2011 om 14.00 uur ten overstaan van de algemeen directeur van de Provinciale Hogeschool Limburg of zijn afgevaardigde, in de raadzaal van de PHL, Elfde-Liniestraat 24 te 3500 Hasselt (1ste verdieping gebouw - A)


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 3 van 61

INFODAGEN DEZE INFODAGEN ZIJN VERPLICHT VOOR DE AANNEMERS, NIET VOOR DE SPONSORS!

UD woonlabo infodag voor kandidaat inschrijvers in verband met de wijze van aanbesteding Locatie: aula A0.01 dpt. Gezondheidszorg, campus Centrum, Guffenslaan 39 te 3500 Hasselt 1. WOENSDAG 01/12/2010 VAN 14.00 UUR TOT 16.00 UUR 2. DINSDAG 21/12/2010 VAN 14.00 UUR TOT 16.00 UUR

UD woonlabo infodag specifiek voor de sponsors in verband met de wijze van aanbesteding en onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking Locatie: aula A0.01 dpt. Gezondheidszorg, campus Centrum, Guffenslaan 39 te 3500 Hasselt 1. WOENSDAG 01/12/2010 VAN 16.00 UUR TOT 18.00 UUR

HET VOORAFGAAND PLAATSBEZOEK houdt eveneens in: Dat de inschrijver zich zal vergewissen van de bestaande toestand van de bouwplaats en gebouwen, de ligging, de omgeving en de toegangswegen, om zo een correcte prijs te kunnen opmaken voor zijn inschrijving. Inschrijvers die de infodagen laattijdig opmerken zullen een afspraak maken met Mevr. Diane Bervoets via [email protected]. Na het plaatsbezoek zal een „bewijs van plaatsbezoek‟ door Mevr. Diane Bervoets ingevuld en overhandigd worden.


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 4 van 61

Toepasselijke reglementering Wet van 24 december 1993 (BS van 22-01-1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en de latere wijzigingen, aangevuld met de “errata” (BS 25 februari 1997). 1.

Het Koninklijk besluit van 8 december 1988 betreffende de mededinging inzake bepaalde overheidsopdrachten van leveringen in het raam van de Europese Gemeenschappen.

2.

Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26-01-1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en de latere wijzigingen, aangevuld met de "errata" (BS 25 februari 1997), gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 25 maart 1999 (BS 19 mei 1999)

3.

Koninklijk besluit van 8 november 1998 (BS VAN 13-11-98) betreffende de wijziging van Art. 100 van het KB van 08-01-96.

4.

Koninklijk besluit van 14 oktober 1998 tot wijziging van de rentevoet van de verwijlintresten voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. (BS 27.10.1998).

5.

Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en dienstenen voor concessies van openbare werken, en de latere wijzigingen.

6.

Koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot wijziging van artikel 15, par. 4, van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten die opgenomen zijn in de bijlage van het koninklijk besluit van 26 september 1996. (BS 24.02.1999).

7.

Koninklijk besluit van 29 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. (BS 19.05.1999).

8.

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 (BS 19 januari 2002) houdende de vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002 (BS 30 oktober 2002).

9.

Ministrieel besluit van 17/12/2007 (BS2008-12-20) betreffenfe de overheidsopdrachten.

10. Wet van 12 januari 2007 ( BS15-02-2007) 11. KB van 23/11/2007 tot wijziging van de wet van 24/12/92 12. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) uitgegeven door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. 13. Het Algemeen Reglement op de Electrische Installaties (AREI laatste uitgave). 14. Dit bestek, dat bovenvermelde bepalingen aanvult, wijzigt of ervan afwijkt voor sommige artikels toegelaten door de Algemene Aannemingsvoorwaarden. 15. Alle bescheiden waarnaar de hierboven vermelde documenten verwijzen, zijn ook van toepassing op deze opdracht.


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 5 van 61

Reglementering betreffende de erkenning van de aannemers De wet van 20 maart 1991 (BS van 06.04.1991) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, gewijzigd bij wet van 19 september 1994 (BS van 08.03.1996). Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (BS van 18.10.1991) tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers. Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (BS van 18.10.1991) betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, par. 1 van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten.

Reglementering betreffende de arbeidsbescherming en betreffende de veiligheid Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB). Het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI). De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS 18 september 1996), gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998 (BS 19 februari 1998), 28 februari 1999 en 5 maart 1999 (BS 18 maart 1999) en haar uitvoeringsbesluiten. Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 (BS van 07.02.2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (incl. de wijzigingen die hierna van toepassing zijn). Het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen.

Reglementering betreffende de werkzaamheden waarvoor beroep moet worden gedaan op een geregistreerde aannemer De artikelen 400 tot 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992 en de eventuele wijzigingen en het artikel 30 bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van het stelsel van de maatschappelijke zekerheid en het koninklijk uitvoeringsbesluit van 5 oktober 1978.

Overige toepasselijke wettelijke bepalingen en voorwaarden Europese richtlijnen van 15/06/2006 en de wet van 16/06/2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers. Belangrijke opmerking: De berichten en terechtwijzende berichten gepubliceerd in het “Bulletin der Aanbestedingen” en/of in het “Supplement op het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen” in verband met deze opdracht maken integraal deel uit van de contractuele voorwaarden. De inschrijver wordt geacht hiervan kennis te hebben genomen en er rekening mede te hebben gehouden bij het opmakenvan zijn offerte. Alle wijzigingen aan de Wet en de voormelde besluiten die van toepassing zijn op de dag van de opening van de offerten. De nieuwe CPV-verordening nr. 213/2008, vastgesteld op 28 november 2007, en gepubliceerd in het Publicatieblad van de EG op 15 maart 2008 (L74/1) en in werking getreden op 15 september 2008. Het Koninklijk Besluit dd 25 april 1996 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) Vlarebo-wetgeving, hoofdstuk XIII en de VLAREA-wetgeving


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 6 van 61

Lijst van de contractuele documenten -

Het typebestek nr. VL100 (laatste uitgave) "Permanente administratieve bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de overeenkomsten van bouwwerken".

-

Het standaardbestek nr. 240 (laatste uitgave) betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie - "Algemene administratieve en contractuele bepalingen".

-

De gemeenschappelijke en de eengemaakte technische specificaties (STS) en, voorzover het bijzondere bestek of het typebestek ernaar verwijst, het typebestek nr.104 (laatste uitgave), delen 1 en 2 "Aannemingen van bouwkundige werken - Technische voorschriften" en de addenda.

-

Het typebestek nr. 105 (laatste uitgave) "Centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling".

-

Het standaardbestek nr. 250 (laatste uitgave) voor de wegenbouw.

-

De omzendbrieven nr. 576.N.M./6, gebruik van geotextiel, van 25 april 1985, nr. 576.N.M./7 van 23 november 1989 en N.M./8 van 20 december 1989.

-

Het typebestek nr. 400 (laatste uitgave) "Aanneming van mechanische en elektrische installaties en constructies"

-

De volgende afleveringen van de algemene aannemingsvoorwaarden in zoverre de voorschriften ervan niet in tegenspraak zijn met die van de later verschenen EN-normen en NBN-normen: Aflevering 1:

grondwerken en bouwputten, baggerwerken - funderingsheiwerk - inheien van damplanken rijswerk - bezoding - bezaaiingen - beplantingen.

Aflevering 2:

kalk, stukadoorgips - cement - stenen.

Aflevering 3:

bouwstenen.

Aflevering 4.1:

betonwerken.

Aflevering 6:

teer - bitumen - asfalt.

Aflevering 7:

metaalconstructies.

Aflevering 10:

bescherming van de ferrometalen tegen corrosie.

Aflevering 12:

pakkingen van gevulcaniseerde rubber voor stijve onderdelen die koud water, stadsgas of samengeperste lucht bevatten.

-

Het verwijzingsbestek nr. 901 ("Onderhouds-, verbouwings- en aanpassingswerken van gebouwen en hun omgeving" werd afgeschaft. Dit wordt vervangen door document904 (= basisteksten voor bijzondere bestekken inzake ruwbouw en afwerking) en kan bekomen worden bij de Regie der Gebouwen (www.regiedergebouwen.be).

-

Het "Sanitair reglement" samengesteld uit de technische voorlichtingsnota's nrs. 114 en 120 van het W.T.C.B.

-

De omzendbrief van 24 januari 1995 van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur "Kostenschaal voor aannemersmateriaal CMK-93" (BS van 09.03.1995).

-

De Europese normen en de gehomologeerde of geregistreerde NBN-normen, uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie, inzonderheid die waarnaar dit bestek en de andere contractuele documenten verwijzen voorzover zij twee maanden eerder dan de opgelegde datum voor het indienen van de offerte werden gepubliceerd.

-

De documentatiebladen betreffende de normalisatie van de gebouwen, uitgegeven door de Regie der Gebouwen, voorzover dit bestek ernaar verwijst.

-

Normalisatie van luchtkanalen, uitgegeven door de Regie der Gebouwen.

-

De technische voorlichtingsnota's (T.V.) gepubliceerd door het W.T.C.B., inzonderheid die waarnaar dit bestek en de andere contractuele documenten verwijzen, voorzover zij drie maanden eerder dan de opgelegde datum voor het indienen van de offerte werden gepubliceerd.


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 7 van 61

In geval van tegenstrijdigheid tussen voormelde documenten is de orde van voorrang de volgende: 1. de wet van 24 december 1993, de wet van 20 maart 1991 en de wet van 19 september 1994; 2. de koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 24 december 1993 van 8 januari 1996, 26 september 1996 uitgezonderd de bijlage, 14 oktober 1996, 29 januari 1997 en het koninklijk besluit van 26 september 1991 tot uitvoering van de wet van 20 maart 1991; 3. het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI); 4. de ministeriële besluiten van 27 september 1991 tot uitvoering van de wet van 20 maart 1991; 5. het onderhavige bestek; 6. de bijlage van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene aannemingsvoorwaarden; 7. het typebestek nr. VL100 van 2002; 8. de typebestekken, voorzover zij werken bevatten die het voorwerp uitmaken van de huidige opdracht: o 8.1. -

voor de ruwbouw en afwerking, in volgorde: de STS-documenten het typebestek nr. 104 de afleveringen; in geval van tegenstrijdigheid hebben de afleveringen 4.1. en X evenwel voorrang op de voorschriften van het typebestek nr. 104 en de addenda erbij het bestek nr. 800

o 8.2. voor de elektriciteit: - het standaardbestek nr. 240 - het typebestek nr. 400 o 8.3. voor de centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling, in volgorde: - het typebestek nr. 105 - de brochures over de luchtkanalen o 8.4. voor de wegen: - het standaardbestek 250; 9. de gemeenschappelijke en de eengemaakte technische specificaties; 10. de Europese en de Belgische normen; 11. de Europese en de Belgische technische goedkeuringen; 12. de documentatiebladen; 13. de technische voorlichtingsnota's.

Lijst van de aanbestedingsdocumenten (volgens orde van voorrang) -

Administratieve bepalingen / Algemene Technische bepalingen Detailtekeningen Plannen Bijzondere Technische bepalingen (dwz lastenboek) Gedetailleerde & Samenvattende Meetstaat Bijlagen Inschrijvingsformulier


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 8 van 61

Lijst van tekeningen opgemaakt door de ontwerper De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de aanwijzingen op de goedgekeurde en genummerde plannen, waarvan de plannenlijst in bijlage terug te vinden is. De inschrijver wordt geacht rekening te hebben gehouden met alle wijzigingen aan voormelde documenten die van kracht werden tot uiterlijk de vijfde dag welke de opening der inschrijvingen voorafgaat.

Opmerking: toevoegingen en wijzigingen m.i.v. 01/11/2009 1.

Wet van 24.12.1993 Motivering voor de onregelmatigheid van de offertes artikel 21bis, §2, 1e lid Speciale sectoren gunningscriteria artikel 41bis Vervanging van de bijlage 1 en 2 door aangepaste bijlagen

2.

KB 08.01.1996 Raming van het opdrachtbedrag artikels 2, 28 en 54 Kandidaatstellingen artikels 6, §3, 32, §3 en 58, §3 Indieningstermijnen artikels 7, 15, 33, 41, 59 en 67 PV van gegunde Europese opdracht artikels 9, 35 en 61 Selectiebeperking artikels 16, 42 en 68 Kwalitatieve selectiecriteria artikels 16, 42 en 68 Uitsluitingsgronden en de kwalitatieve selectie artikels 17, §1, 20bis, 20ter, 43, §1, 45, 46bis, 69, §1, 73bis en 73ter Ontwerpenprijsvragen artikels 75 en 76, §2 Technische specificaties en normen artikels 82bis en 83bis en 85 Verplichtingen inzake belastingen, milieu en arbeid die op de plaats van uitvoering gelden kunnen in het bestek worden opgenomen Verantwoordingen voor abnormale eenheids- en totale prijzen artikel 110, §3 Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gesteund op dwingende spoed artikel 120bis Verloop van de onderhandelingen artikel 122ter Gebruik van elektronische middelen artikel 81ter & quater, 104, 106 en 108

AFWIJKINGEN + eventuele MOTIVATIE (artikel 3 KB van 26-09-1996) Hierna volgt de lijst van de bepalingen waarvan voor onderhavige aanneming wordt afgeweken van de bovenvermelde toepasselijke reglementering. 1. (Art. 116, 1ste lid , KB van 08/01/98). De gestanddoeningstermijn wordt van 60 kalenderdagen gebracht op 180 kalenderdagen. 2. (Art. 3 §2 KB VAN 26/09/96 en Art. 5 § 1 bijlage 1 KB van 26/09/96) Voor opdrachten waarvan de uitgave kleiner is dan 22.000,00 euro (excl. BTW) wordt geen borgtocht geëist vermits artikel 5 van de algemene aannemingsvoorwaarden niet opgesomd werd onder de minimaal van toepassing te stellen artikelen volgens artikel 3 § 2 van het Koninklijk besluit van 26-09-1996. 3. (Art 33 bijlage KB van 26/09/96) Aan de aannemer wordt een bijzondere terugnemingsplicht inzake verpakkingen opgelegd. De aannemer is verplicht iedere verpakking terug te nemen. Onder verpakking wordt verstaan: alle producten, vervaardigd in gelijk welk materiaal, die gebruikt worden voor het insluiten, beschermen en aanbieden van goederen aan de aanbestedende overheid. 4. De termijnen van oplevering worden van 15 op 30 kalenderdagen gebracht.


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 9 van 61

TOELICHTING VAN DE PROJECTEN

PERCEEL 1: RESTAURATIEDOSSIER LOT 1: GEBOUW C (voormalig moederhuis): de restauratie van het dak, de kroonlijst, het buitenschijnwerk en de gevel LOT 2: de restauratie van de conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo PERCEEL 2: VERBOUWING EN NIEUWBOUW conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)woonlabo

PERCEEL 1, LOT 1 de restauratie van gebouw C, Guffenslaan 39, 3500 Hasselt

Volgende problemen dienen aangepakt te worden:

1.

de voorgevel

De voorgevel van het voormalige moederhuis is onder te verdelen in drie bouwlagen onder het dak. Links van de voorgevel wordt aangesloten op de dwarse gevel van het aanpalende gebouw. De gevel is ongeveer 14 m hoog en 55 m lang. De plint van de gevel is uit maaslandsekalksteen:  Geprofileerd als een bol gekloofde steen. Deze is in een goede staat, enkel plaatselijk dienen de voegen nagekeken te worden en heropgevoegd. Plaatselijk is er mos aanwezig. De plint dient behandeld te worden met een mos- en algenwerend product.


datum

20100519

09-09-2010

bladnummer 10 van 61

Gevelmetselwerk baksteen:  Uit rode baksteen en ingevoegd met een geknipte voeg. Het metselwerk en voegwerk is in relatief goede staat.  Het voegwerk is plaatselijk verweerd en dient dan ook plaatselijk vervangen te worden (10%).  Plaatselijke is er mosvorming. De gevel dient gereinigd, en behandelt te worden tegen mosvorming.  Gewelven in baksteen ter hoogte van het inkomportiek, zijn in goede staat.  De aansluiting met de ramen; de voeg is overal los of niet aanwezig. Voeg dient vervagen te worden. Gevelmetselwerk in natuursteen:  Speklagen in mergel, globaal gezien is de mergel in relatief goede staat, wel vuil en hier en daar zijn er hoekjes uit. De mergel dient gereinigd te worden, waar nodig dient de verweerde mergel vervangen te worden of plaatselijk hersteld met een restauratiemortel. Het aantal te vervangen natuursteen zal zich tot een minimum beperken van enkele stenen.  Horizontale lijst met vensterbanken: Komt voor op alle niveaus. Ook uit maaslandsekalksteen. In relatief goede staat, plaatselijk barsten; te herstellen door de natuursteen te lijmen.  Boogvormige natuurstenen lijsten en zuiltje: Boven inkomdeur en raam in het midden van de eerste verdieping. Zijn in relatief goede staat; dient te worden opgekuist. De inscriptie bovenaan; dient plaatselijk te worden hersteld.  Inkomportiek; het voegwerk dat aansluit op de natuursteen dient hersteld te worden, omlijsting opnieuw te voegen. Twee opschriften in natuursteen: Links dient de lijst te worden hersteld. Deze lijst uit rode graniet mist vanonder een stuk, en dient bijgeplaatst te worden. De rest is in goede staat.  Fronttonnen boven de 3 dakkapellen, uit maaslandsekalksteen. Voor zover kan worden waargenomen is dit ook in relatief goede staat, en dient wel gereinigd te worden en ook wel gecontroleerd op een goede verankering. Roosters in gietijzer:  Verluchtingsgaten, openingen onder de vensterbanken: De natuurstenen omlijsting is in een goede staat. De gietijzerenroosters dienen ontroest te worden en terug geschilderd te worden.  Ronde en vierkante gietijzeren roostertjes in de gevel: Bevinden zich ter hoogte van het gelijkvloers en de eerste verdieping. Het roest te verwijderen en te schilderen met roestwerende verf  Alle vreemde metalen elementen dienen te worden verwijdert uit de gevel.  Het gietijzen traliewerk ter hoogte van het glas van de inkomdeur dient plaatselijk hersteld te worden en te behandelen met een roestwerende verf. Inkomportaal:  Vloer in beton tegels: aan het portiek aan de inkom; grootte tegels: 10x10. Plaatselijk te herstellen rond de verluchtingsrooster in de vloer. Ook voor deze vloerrooster dient een nieuw voorstel te worden gemaakt; naar bestaand model van de gevels.  Glasraam in lood boven de deur: is in goede staat. Buitenschrijnwerk;  Het buitenschrijnwerk van de ramen is in hout en wit geschilderd. Bevindt zich op het gelijkvloers en op de verdieping. Te herschilderen, de stijlen zowel horizontaal als vertikaal dienen nagekeken te worden en eventueel vervangen te worden. Reeds dubbele beglazing aanwezig.  Het buitenschrijnwerk op de 2de verdieping bestaat nu uit enkele beglazing, en de raamstijlen zijn rot. Dit buitenschrijnwerk dient vervangen te worden naar bestaand model met dubbele beglazing. Ook het hang en sluitwerk naar bestaand model. Sommige ramen zijn met boog.  Deur / links gelijkvloers: bestaat uit witgeverfd hout. Heeft een grondig herstel nodig. Ook het hang en sluitwerk dient grondig te worden nagekeken.  Dakkapellen: Het buitenschrijnwerk is in slechte staat en dient vervangen te worden naar bestaand model.  Houten eiken deur: De deur is beschut door het inkomportaal, het hout en het schilderwerk is in goede staat.  Kelderopeningen: Openingen enkel rechts t.o.v. inkomdeur, onder het gelijkvloers. Bestaan nu uit verschillende soorten gewapende beglazingen; enkele zijn beschadigd. Er wordt geopteerd om deze allemaal te vernieuwen.


datum

20100519

09-09-2010


De kroonlijst:  Geprofileerd hout met gootklossen, wit geschilderd, plaatselijk beschadigd door lekkage, rot hout. Plaatselijk te verwijderen en te vervangen, de rest bij te werken. Overal te verven. (Ongeveer de helft is te vervangen).  De bekleding in de goot volledig te vervangen. Regenwaterafvoer:  Uit zink, is in goede staat.  De aansluitingen met de dakgoot en de aansluitstukken naar de riolering (in gietijzer), dienen vervangen te worden.  De verbinding tussen het gietijzer en het zink, hier dient er een rubber ring te worden voorzien omwille van de elektrolyse.  Enkel het eindstuk is in gietijzer en dient roestwerend behandelt te worden.  Ook de tapbuizen dienen vervangen te worden en er dienen bolroosters in te worden aangebracht. Vlaggenmasten: dienen roestwerend behandelt te worden. Het voetpad:  vlak onder de plint op het voetpad, zijn de betonnen tegels gebarsten, door zetting. Best het volledige voetpad op te breken en opnieuw te leggen. De betonklinkers hebben een afmeting van 30x30, en ook de boordsteen is in beton.  Gietijzeren deksel is gebroken, deksel te vervangen.  Andere gietijzeren deksel te ontroesten en te herschilderen.

2.

de zij- en achtergevel

De zij en achter gevel van het voormalige moederhuis zijn onder te verdelen in drie bouwlagen onder het dak. De zijgevel is gedeeltelijk een onderdoorgang, gedeeltelijk onder een glazen dak. De achtergevel kent verschillende aanbouwen; de traphal, de kapel, het restaurant. Op het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn de ramen reeds vervangen door pvc raamprofielen en een dubbele beglazing. De plint van de gevel:  is uit betonpleisterwerk. Deze is in een goede staat, zal mee gereinigd worden met de rest van de gevel. Gevelmetselwerk baksteen:  Uit rode baksteen en ingevoegd met een geknipte voeg. Het metselwerk en voegwerk is in relatief goede staat.  Het voegwerk: de voeg is in speklagen geel ingevoegd. ( telkens 4 lintvoegen) Vensterbanken uit blauwe steen, in relatief goede staat. Buitenschrijnwerk;  Het buitenschrijnwerk op de tweede verdieping, de ramen zijn in hout en wit geschilderd, zijn in inslechte staat en dienen vervangen te worden naar bestaand model met een dubbele beglazing.  Dakkapellen: Het buitenschrijnwerk is in slechte staat en dient vervangen te worden naar bestaand model. De kroonlijst:  Geprofileerd hout, wit geschilderd, plaatselijk beschadigd door lekkage, rot hout. Plaatselijk te verwijderen en te vervangen, de rest bij te werken. Overal te verven. (Ongeveer de helft is te vervangen).  De bekleding in de goot volledig te vervangen. Regenwaterafvoer:  Uit zink, is in goede staat.

Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) - Elfde-Liniestraat 24 - 3500 HASSELT Tel (011) 23 88 88 Fax (011) 23 88 89



PHL Aanbestedingsdossier administratieve bepalingen UDWoonlabo & gebouw C

datum

20100519

09-09-2010


 

De aansluitingen met de dakgoot en de aansluitstukken naar de riolering (in gietijzer), dienen vervangen te worden. De verbinding tussen het gietijzer en het zink, hier dient er een rubber ring te worden voorzien omwille van de elektrolyse. Enkel het eindstuk is in gietijzer en dient roestwerend behandelt te worden. Ook de tapbuizen dienen vervangen te worden en er dienen bolroosters in te worden aangebracht.

3.

het dak



Het dak van het voormalige moederhuis is op een basis opgebouwd van een rechthoekig volume. De dakvorm is een zadeldak. De voorzijde onderscheid zich duidelijk van de achterzijde; zij is mee opgebouwd in de symmetrie van de gevel. In het midden, rechts en links zorgen de uitspringende delen van de gevel voor uitspringende delen in het dak, beëindigd met een kroon bestaand uit een gietijzeren hekwerk. De drie uitspringende dakgehelen hebben ieder nog een dakkapel die aansluit op de gevel bekroond met een fronton, situerend boven de kroonlijst. Tussenin liggen nog kleinere dakkapellen. De drie grote dakkapellen hebben een fronton ornament uit natuursteen. Het dakvlak aan de achterzijde is eenvoudiger en kent rechte dakkapellen. Ze zijn recht met een plat dak in zink, en grotere glasvlakken. Aangezien men de zolder wil inrichten als landschapskantoor is het aangewezen om de daksamenstelling i.f.v. de waterdichting, en isolatie te wijzigen; leien, onderdakfolie, bebording in PNG. Ook een houtbehandeling is noodzakelijk, zowel een curatief-preventieve houtbehandeling als een brandremmende houtbehandeling. Dakbedekking:  De algemene dakbedekking bestaat uit kunststof leien. Deze zijn nog in een relatief goede staat. Bij het heropbouwen van de dak samenstelling kan ongeveer 40% gerecupereerd worden.  De horizontale delen in het dak; de 3 bekroningen en de dakkapellen in de achterzijde, zijn bekleed met zink. Voor een duurzame waterdichting dienen deze vervangen te worden. De dakkapellen in de achtergevel in funktie van het nieuwe ontwerp. Aansluitingen:  De kilgoten en noord bomen en nok zijn afgewerkt in zink. Lekkage binnen wijst erop dat de aansluitingen niet overal o.k. zijn. Bij het heropbouwen van de dak samenstelling dienen deze aansluitingen volledig opnieuw te gebeuren. Opnieuw in zink. Dakdoorbrekingen:  De lei bekleding van de dakkapellen is in dezelfde staat als de rest van het dak. Bekroningen:  Rond een plat gedeelte uit zink is een bekroning uit een gietijzeren helwerk, zwart geschilderd. Het ijzerwerk is roestig en dient ontroest en herschildert te worden. Bovendakseschoorsteen:  Het metselwerk is idem als in de voorgevel; rode baksteen met speklagen van mergel en gevoegd in geknipte voegen. Hij is in relatief goede staat, dient wel gereinigd te worden, de voegen hersteld en de mergel eventueel bijgewerkt; Ook de aansluitingen met het dak dienen vernieuwd te worden i.f.v. een waterdichting. houtconstructie:  Het hout verkeert, voorzover inspecteerbaar in relatief goede staat. Door lekkage is er wel hier en daar een aantasting.  Het dak bestaat uit houten kepers met hierop leilatten en kunststof leien. Op verschillende plaatsen zijn lekkages waarneembaar. Aangezien de dakopbouw gewijzigd word, worden de kepers, leilatten,en de leien van het dak verwijdert en dan kan er een grondig inspectie van de dakstructuur gebeuren. Deze is dan eventueel plaatselijk uit te bijlen en polymeerchemischisch te herstellen.


datum

20100519

09-09-2010


PERCEEL 1, LOT 2 en PERCEEL 2 de restauratie en verbouwing van de conciërgewoning van gebouw C, Guffenslaan 39, 3500 Hasselt

Guffenslaan 39 – 3500 Hasselt


datum

20100519

09-09-2010


Voorstelling Universal Design Woonlabo

Levenslang wonen … een uitdaging voor jong en oud Levenslang wonen is toegankelijk, veilig, comfortabel en zelfs flexibel en aanpasbaar wonen met behulp van eenvoudige aanpassingen. Dit is een uitdaging voor jong en oud. Wil je op dezelfde plek blijven wonen, dan hou je daar best al bij de bouw, verbouwing of aankoop van je woning rekening mee. Het UD Woonlabo wil tonen hoe je levenslang in je eigen woning kan blijven wonen. Hierbij vertrekt men steeds vanuit de 7 principes van Universal Design: bruikbaar voor iedereen, flexibel in gebruik, eenvoudig en intuïtief gebruik, verstaanbare informatie, marge voor vergissingen, beperkte inspanning, geschikte afmetingen en gebruiksruimten. Kortom voor ouderen onmisbaar, voor anderen gebruiksvriendelijk! Aangepast bouwen of verbouwen kan de levenskwaliteit van de bewoners aanzienlijk verhogen. In dat kader werd er reeds heel wat kennis opgedaan door experten van de PHL en het Toegankelijkheidsbureau inzake architectuur, interieurarchitectuur en ergotherapie. Het UD Woonlabo geeft dit onderzoek nu een fysiek ankerpunt in Vlaanderen.

“Universal Design is gebruiksvriendelijk, mooi, praktisch en toegankelijk ontwerpen voor iedereen.”

Voorstelling van het Universal Design Woonlabo Het UD Woonlabo is een uniek project van de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) in samenwerking met het Toegankelijkheidsbureau vzw. Dit UD Woonlabo wordt gerealiseerd in het hartje van Hasselt waar de oude conciërgewoning met typisch stadskarakter wordt verbouwd tot een modelwoning, waarin de principes van universal design en meegroeiwonen toegepast worden. In dit project ligt de algemene focus op het behoud van woon- en levenskwaliteit doorheen wisselende omstandigheden van levensfases en diversiteit van bewoners. Hiervoor wensen we een toegankelijke en bruikbare woning voor iedereen te realiseren, een woning die “mee kan groeien” met veranderende wensen en noden. Het UD Woonlabo zal ter beschikking staan van het grote publiek, maar ook van specialisten, zoals architecten, projectontwikkelaars, ontwikkelaars van innovatieve interieurelementen, specialisten in domotica, ergotherapeuten, zorgmanagers, installateurs, aannemers, … Huidige bouwers en verbouwers die op zoek zijn naar inspiratie voor levenslang meegroeiwonen. Vanuit een sterk partnership tussen onderwijs, onderzoek en advies- en expertisecentra wordt gemikt op de modale bouwer. Daarnaast zal het UD Woonlabo zich ook sterk richten op innovatieve bedrijven die samen met onderzoekers nieuwe woonconcepten willen ontwikkelen.


datum

20100519

09-09-2010

Het UD Woonlabo bundelt 3 functies: 1. Demonstratiewoning 2. Bezoekerscentrum 3. Onderzoekslabo



datum

20100519

09-09-2010


1. Demonstratiewoning Het UD Woonlabo wenst te inspireren door goede voorbeelden te tonen, zowel op het vlak van ontwerp van de woning, als wat betreft het inpassen van mooie, gebruiksvriendelijke producten en elementen in de woning en dit alles volgens de principes van Universal Design. In dit luik worden onder één dak verscheidene varianten van woonoplossingen en uitrusting aangeboden. Er komen twee woonunits met een gemeenschappelijke inkom: -

De gelijkvloerse kernwoning is uitgerust met alle woonfuncties, dankzij een uitbreiding van de woonoppervlakte nodig is. Bij de inrichting hebben de conceptontwikkelaars zich gericht op de behoeften van een ouder koppel als bewoners.

-

De bovenliggende wooneenheid wordt een autonome duplex, met leefruimtes op het eerste verdiep en een slaapkamer en een badkamer op het tweede verdiep.

De volledige woning wordt voorzien van talrijke elementen die oplossingen bieden voor een leven lang zorgeloos wonen.


datum

20100519

09-09-2010


2. Bezoekerscentrum Het bezoekerscentrum legt de focus op adviesverlening, vorming en sensibilisering inzake levenslang zorgeloos wonen. Het centrum staat open voor verscheidene doelgroepen. Zowel voor particuliere bouwers en verbouwers als professionals zoals architecten, installateurs, projectontwikkelaars, aannemers, ..., maar ook voor iedere geïnteresseerde. Hier kan je je licht opsteken en recente ontwikkelingen inzake aanpasbaar wonen blijven volgen. Naast thematische tentoonstellingen zullen in het UD Woonlabo congressen, vormingssessies en symposia georganiseerd worden. Uiteraard zullen de events gedragen worden door een partnership met innoverende bedrijven. Thematische tentoonstellingen zijn de hefboom bij uitstek om te komen tot een samenwerking met professionelen uit de bouwsector, de organisatoren van opleidingen, experten en uiteraard de (toekomstige) gebruikers.


datum

20100519

09-09-2010


3. Onderzoekslabo Het UD Woonlabo wordt een plek waar onderzoek wordt georganiseerd naar gerichte wooneisen voor iedereen. In samenwerking met bedrijven zullen nieuwe ontwerpen en producten geëvalueerd worden in een realistische context. Aan de hand van proefopstellingen worden installaties en woonconcepten onderzocht op hun intrinsieke kwaliteiten en zullen deze getoetst worden door ervaringsdeskundigen, onderzoekers en studenten.


datum

20100519

09-09-2010


Aandachtspunten voor het UD Woonlabo Concrete principes en ontwerprichtlijnen vanuit Universal Design opgesteld door: - Hubert Froyen, An Dreesen, PHL, departement Architectuur, Onderzoeksinstituut ArcK, onderzoeksgroep Universal Design - Lieve Houbrechts, TGB

Algemeen: principes van UD Concrete principes en ontwerprichtlijnen worden geformuleerd vanuit de volgende invalshoeken : - de principes van Universal Design, - de mogelijke categorieën gebruikers en relevante functioneringsbeperkingen (Conflicts).

Principes van UD, toegepast op UD Woonlabo Midden de jaren negentig van de 20ste eeuw werden in het Center for Universal Design (CUD) aan de North Carolina State University (USA) verschillende versies van de principes uitgewerkt. De eerste versie dateert van mei 1995 en omvatte tien principes (Story, 2001, 10.4). De huidige versie dateert van april 1997 en omvat zeven principes (CUD, website) 1. PRINCIPE 1: Bruikbaar voor Iedereen Richtlijnen:  Voorzie dezelfde gebruiksmogelijkheden voor alle gebruikers: identiek indien mogelijk, of anders alleszins gelijkwaardig (trap of lift voor verticale circulatie in de woning). Alle bezoekers betreden het UD Woonlabo door dezelfde deur, zitten mee aan tafel, bezoeken mee de tuin (multi-sensoriele kwaliteiten), kunnen het toilet gebruiken (Bezoekbaarheid). Bij toelichting, demonstratie en gebruik van ICT wordt expliciet rekening gehouden met zintuiglijke beperkingen (zien, horen)  Vermijd het afzonderen of stigmatiseren van bepaalde gebruikersgroepen.  Voorzieningen voor privacy en veiligheid moeten in dezelfde mate voor alle gebruikers aanwezig zijn. Denk aan mensen met bewegings- of evenwichtstoornis  Maak het ontwerp aantrekkelijk voor alle gebruikers, geen stigma. PRINCIPE 2: Flexibiliteit in het gebruik Richtlijnen:  Voorzie keuzemogelijkheid in gebruikswijzen, bedieningselementen, informatie in verschillende vormen, visueel, auditief, tactiel..  Voorzie waar mogelijk voor rechtshandig en linkshandig gebruik  Vergemakkelijk nauwkeurigheid in gebruik, en precisie in resultaat  Laat de gebruikers volgens eigen ritme werken PRINCIPE 3: Eenvoudig en intuïtief gebruik Richtlijnen:  Vermijd onnodige complexiteit, domotica kan bepaalde handelingen vergemakkelijken, maar kan ook verwarring en stress veroorzaken. Keep it Simple (KIS)  Anticipeer op de verwachtingen en de intuïtie van de gebruiker. Duidelijke herkenning van bediening van toestellen, plateaulift, klinken, kranen...  Stem het ontwerp af op een grote verscheidenheid van cognitieve vaardigheden en taalvaardigheden.  Orden eventuele informatie volgens de graad van belangrijkheid PRINCIPE 4: Verstaanbare informatie Richtlijnen:  Gebruik diverse informatiedragers (beeld, woord, tactiel) voor overdracht van essentiële informatie  Maak essentiële informatie maximaal „leesbaar‟  Groepeer en faseer in duidelijk beschrijfbare entiteiten (duidelijke instructies voor elk fragment) 1

Principles of Universal Design (©1997). CUD, The Center for Universal Design, NC State University, Raleigh, North Carolina, USA. Website. Geraadpleegd op 30 september 2006, op: http://www.design.ncsu.edu/cud





datum

20100519

09-09-2010


Voorzie overeenstemming met een verscheidenheid van technieken en hulpmiddelen die door mensen met zintuiglijke beperkingen gebruikt worden

PRINCIPE 5: Marge voor vergissingen Richtlijnen:  Orden elementen zodanig dat gevaren en vergissingen vermeden worden: de meest gebruikte elementen op de best bereikbare plek; gevaarlijke elementen verwijderd of verborgen. Kookplaten in de keuken op één rij vooraan bijvoorbeeld, niet achter elkaar.  Waarschuw voor gevaren en mogelijke fouten. Denk aan markeren van glazen wanden / deuren, markeren van trapranden..  Voorzie beschermingselementen. Trapleuning 50 cm voorbij de eerste en laatste trede PRINCIPE 6: Beperkte inspanning Richtlijnen:  Maak gebruik in een neutrale en ontspannen lichaamshouding mogelijk. Stoelen met armsteunen, steunmogelijkheden in toilet en badkamer, bij zitten en rechtstaan. Kranten en post direct bereikbaar vanuit staande of zittende houding (geen post die op de grond valt)  Ontwerp voor redelijke kracht voor bediening en gebruik  Beperk repetitieve handelingen. Hoe rolluiken open en sluiten bijvoorbeeld ?  Beperk de noodzaak voor aanhoudende krachtinspanning. Bijvoorbeeld „dodemansknop‟ op de plateaulift, bij schuifdeuren. PRINCIPE 7: Geschikte afmetingen en gebruiksruimten Richtlijnen:  Denk aan bezoekers / bewoners in rolstoel, met rollator of krukken, mensen die zwaarlijvig zijn, enz.  Voorzie een duidelijk (over-)zicht naar belangrijke elementen voor alle gebruikers, groot of klein rechtstaand of zittend. Hou ook rekening met zichthoogte voor iemand die langdurig bedlegerig is.  Maak het (be-)reiken comfortabel voor zittende en staande gebruikers  Houd rekening met diverse maten van handen en grijpmogelijkheden  Voorzie voldoende ruimte voor assistentie door een persoon of voor het gebruik van hulpmiddelen in het UD Woonlabo.

Mogelijke gebruikers van het UD Woonlabo Categorieën gebruikers en relevante functioneringsbeperkingen in functie van het UD Woonlabo. Fragmenten van „CONFLICTS‟ tussen gebruikers en fysieke elementen 20 juli 2010. Na correctie van de lijst van categorieën door prof. dr. Marjan Vandersteen. Vakgroep Morfologie Faculteit Geneeskunde, Uhasselt 0.0 Modale gebruikers  ook modale gebruikers, zonder expliciete of waarneembare functioneringsbeperkingen kunnen in het UD Woonlabo barrières ervaren.  vele schijnbaar „modale gebruikers‟ hebben verdoken beperkingen die hen belemmeren of stigmatiseren in de activiteiten van het dagelijkse leven (ADL) ; beperkt uithoudingsvermogen, beperkte longcapaciteit, dyslexie, analfabetisme, kleurwaarneming stoornis, niet kunnen bukken, hoofd beperkt of niet kunnen draaien, autisme spectrum stoornis, epilepsie, chronische ziekten en pijn, gevolgen van alcoholisme of drugverslaving, incontinentie, ernstige fobieën, allergieën, langdurige depressie, psychiatrische problemen.  hou rekening met bezoekers die erg vermoeid zijn, zwanger zijn of net bevallen zijn, onder stress staan of verward zijn, ontstekingen hebben, ziek of gekwetst zijn, gipsverband dragen, medische behandelingen ondergaan.  Bezoekers met kinderwagen, met boodschappentassen.  Kinderen.


datum

20100519

09-09-2010


1.0 Mensen met motorische beperkingen 1.1 Beperking van de loopfunctie (semi-ambulant)  beperk loopafstanden door samenvoegen van verwante functies (keuken  berging, slaapkamer  badkamer, eetruimte  keuken), door voorzien van een WC per verdieping, door afstandsbediening en domotica (parlofoon, deuropener).  ontwerp voor gebruikers met loophulpmiddelen (looprekje, rollator)  voorzie steungelegenheid op plaatsen waar zitten / rechtstaan aan de orde is (WC, zetel, bed..) 1.2 Ontbrekende loopfunctie  ontwerp in functie van zelfstandig rolstoelgebruik, maar voorzie ook ruimte voor occasionele assistentie bij ADL 1.3 Beperking van arm- of handfunctie  deurklinken en deursloten, maar ook lichtschakelaars, keuken kastdeuren, kranen, toiletpapierdispensers, zeepverdelers kunnen voor problemen zorgen wanneer ze moeilijk te manipuleren zijn, of gebruik van twee handen of alle vingers vergen. 1.4 Bewegingsstoornis  bij hypokinetische of hyperkinetische bewegingsstoornissen wordt de beweeglijkheid gehinderd of onnauwkeurig, en kunnen activiteiten in onaangepaste ruimten, of de bediening van onergonomische toestellen moeilijk en pijnlijk zijn. 1.5 Evenwichtsstoornis  te enge ruimten en het ontbreken, of onvoldoende aanwezig zijn van steunmogelijkheden kunnen deze gebruikersgroep verhinderen om de voorzieningen in de woning te bereiken, om zich binnen de ruimte te verplaatsen, en om veilig en efficiënt gebruik te maken van een toilet, een keukenfornuis of een wastafel. Natte en gladde vloeren zijn extra gevaarlijk voor personen met stoornis in evenwicht. 1.6 Verlies van kracht en verminderd uithoudingsvermogen  wanneer bij circulatie, bij traplopen, bij neerzitten en rechtstaan geen bijkomende steun voorhanden is om de noodzakelijke inspanning te verdelen over benen en armen, dan wordt de beweging moeilijk en soms risicovol. 2.0 Mensen met zintuiglijke beperkingen 2.1 Auditieve beperking: gehoorsvermindering  te veel omgevingsgeluid en een slechte akoestiek kan storend werken voor mensen met een beperkte hoorfunctie. 2.2 Doofheid  visuele perceptie is belangrijk, zicht naar de toegangsdeur, de woonruimte, eetruimte. Goede voorziening van daglicht / kunstlicht, zonder verblinding. 2.3 Visuele beperking: gezichtsstoornissen  onaangepaste natuurlijke of kunstmatige verlichting op weg naar en binnen de ruimten van het UD Woonlabo creëert vaak obstakels en handicapsituaties. Het ontbreken van voldoende contrast tussen de muren en deuren, muren en vloeren, sanitaire toestellen en bedieningselementen, bemoeilijkt het gebruik van ruimten en toestellen voor mensen met een visuele beperking. 2.4 Blindheid  deursloten, doorspoelsystemen, papierverdelers en kranen, die visuele waarneming vereisen voor herkennen en gebruiken, scheppen handicapsituaties voor deze gebruikers.  natte en gladde vloeren zijn risicovol voor personen die het gevaar niet kunnen zien. (Half)openstaande deuren en (losse) obstakels geplaatst in de circulatiezone vormen vaak een gevaarlijke hindernis.


datum

20100519

09-09-2010


2.5 Geurwaarneming stoornis  gebruikers met allergieën of reukaandoeningen zoals hyperosmie 2 en dysosmie 3 kunnen zware hinder ondervinden van chemische luchtverfrissers en andere kwalijke huisgeuren. Ontbrekende of onvoldoende verluchting van de ruimte verzwaart de handicapsituatie. 3.0 Mensen met orgaanafwijkingen 3.1 Cardiovasculaire stoornissen  Grote loopafstanden in de woning en niveauverschillen tussen daggedeelte en het sanitair zijn voor sommige personen met cardiovasculaire stoornissen problematisch omdat zij vaak een beperkt uithoudingsvermogen hebben.  Beperkte bewegingsruimte en vooral het ontbreken van hulpmiddelen, die zitten en rechtstaan vergemakkelijken, verhinderen sommige gebruikers met een cardiovasculaire stoornis om efficiënt en veilig van het UD Woonlabo gebruik te maken. 3.2 Stoornis van de longfunctie en van de ademhalingswegen  Slecht verluchte en / of stoffige toiletten, chemische reinigingsmiddelen en geurbestrijdende stoffen kunnen gebruikers met longfunctiestoornissen en ademhalingsproblemen belemmeren. 3.3 Urologische stoornissen en darmafleidingen  ontbreken van verzorgingsruimte (in het publieke deel van UD Woonlabo) voor mensen met stoma, en personen die incontinent zijn, schept handicapsituaties 3.4 Diabetes 4.0 Mensen met sterk afwijkende maten 4.1 Kleine gestalte. Proportionele afwijkingen  fysieke belemmeringen die mensen met een kleine gestalte ondervinden worden grotendeels bepaald door onaangepaste maatvoering van de gebouwde omgeving. 4.2 Grote gestalte  lage doorgangen en lage trapruimte, maar ook onvoldoende beenruimte in bad en bed veroorzaken ongemak 4.3 Uitzonderlijke omvang en gewicht  smalle doorgangen, naar binnen draaiende deuren in enge ruimten, niet stevige zitgelegenheden, zwakke leuningen en steunstangen, hinderen zwaarlijvige personen 5.0 Mensen met mentale en/of psychische beperkingen 5.1 Mentale beperkingen  vele personen met mentale beperkingen en niet aangeboren hersenletsels (NAH) hebben weinig of geen oriëntatiegevoel, zelfs niet binnen gebouwen  mentale functioneringsbeperkingen kunnen leiden tot ontbrekende vaardigheden en tot moeilijkheden bij het uitvoeren van eenvoudige taken. 5.2 Psychische beperkingen  enge gesloten ruimten, vervuilde en beschadigde toiletruimten, gebrek aan voldoende privacy, zijn enkele omgevingsgerelateerde gebreken die latente functioneringsbeperkingen kunnen provoceren en effectieve handicapsituaties kunnen veroorzaken.  psychische beperkingen, verwarring, stress en fobieën kunnen verergerd worden door slecht verlichte en verluchte ruimtes, gebrek aan visueel / auditief contact met (groene) buitenruimten.

2 3

Hyperosmie: reukaandoening met overgevoeligheid van de neus tot gevolg Dysosmie: reukaandoening met veranderingen van de reukzin tot gevolg


datum

20100519

09-09-2010


Gehanteerd principe voor het woonlabo Het woonlabo bestaat uit 2 grote delen: de conciërgewoning zelf en het publieke deel met de bezoekersruimten. De conciërgewoning wordt beschouwd als een typisch voorbeeld van een stadswoning. Ook al is dit in realiteit niet zo, er wordt uitgegaan dat deze woning een rijwoning is (geen zijdelingse toegangen, ingesloten tuin) en dat ze direct aan de stoep grenst (geen voorgebied). De woning wordt uitgerust met twee wooneenheden: het gelijkvloers is ontworpen als een woning voor twee oudere personen, terwijl de eerste en tweede verdieping een wooneenheid vormt voor een gezin. Het gelijkvloers van de conciërgewoning wordt zo uitgerust dat het bruikbaar is voor een koppel waarbij één persoon een rolstoel gebruikt en geholpen wordt door de tweede persoon. (Of deze persoon in een rolstoel zich volledig zelfstandig moet kunnen behelpen, vb. ook moet kunnen koken, is nog niet duidelijk – dit heeft belangrijke consequenties bij de keuze voor bvb. keuken). Het accent/aandachtspunt bij het inrichten van de eerste en tweede verdieping van de woning ligt op een ander vlak: getoonde oplossingen houden vooral rekening met personen met een beperkte mobiliteit, zwaarlijvige personen of personen met een visuele beperking. Maar het universele karakter moet gevrijwaard blijven, en ook deze eerste en tweede verdieping moeten bezoekbaar zijn door personen in een rolstoel. In de woning worden zo mogelijk verschillende oplossingen gedemonstreerd: zo kunnen verschillende typen van lichtschakelaars voorzien worden per ruimte (met sensor, met verklikkerlichtje, met aanraaktoets…). Het bijbehorend “verhaal” moet steeds kloppen. Het is echter niet de bedoeling alle oplossingen te demonstreren in de woning zelf, alternatieven kunnen steeds in de expositieruimte voorgesteld worden. (vb. oplossingen voor het wegwerken van deurdorpels kunnen niet in de conciërgewoning gedemonstreerd worden omdat deze geen hoogteverschil hebben – deze kunnen dus wel in de expositieruimte aan bod komen). Alle apparaten zijn zo veel als mogelijk volledig functioneel (dus aangesloten op water, elektriciteit, riolering) om de werking te kunnen demonstreren. De bezoekersruimten moeten zodanig uitgerust zijn dat bezoekers uit alle categorieën uit de lijst uit voorgaande paragraaf de ruimten kunnen gebruiken. Het geheel van het UD Woonlabo voldoet in elk geval aan de wetgeving wat betreft toegankelijkheid van publieke ruimten. De getoonde oplossingen zijn steeds esthetisch en niet stigmatiserend.


datum

20100519

09-09-2010


Partners en sponsors Het Universal Design Woonlabo is gelokaliseerd op de Guffenslaan 39 te Hasselt. Dit project is een initiatief van de Provinciale Hogeschool Limburg in samenwerking met het Toegankelijkheidsbureau vzw.

Het project wordt mede gerealiseerd met steun van de Europese Unie het Doelstelling 2 - programma voor Vlaanderen 2007-2013 (EFRO), de Vlaamse Regering, de provincie Limburg en de stad Hasselt.

Bijkomende partners en sponsors worden gezocht via deze publicatie. Geïnteresseerden dienen zich kandidaat te stellen op het daarvoor specifieke inschrijvingsformulier. Bijkomende info vindt u verder in deel III en deel IV van dit dossier


datum

20100519

09-09-2010


DEEL I REGLEMENTAIRE EN VERORDENENDE BEPALINGEN 1.1 Algemene bepalingen De reglementering die van toepassing is op deze opdracht wordt aangegeven op blz. 4 en volgende van dit dossier. Op deze opdracht zijn in het bijzonder van toepassing (en alle latere aanvullingen en wijzigingen): -

-

-

-

-

De wet van 24 december 1993 (BS van 22-01-1994) en van 15-06-2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen, aangevuld met de “errata” (BS 25 februari 1997). Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26-01-1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en de latere wijzigingen, aangevuld met de "errata" (BS 25 februari 1997), gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 25 maart 1999 (BS 19 mei 1999). Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en dienstenen voor concessies van openbare werken, en de latere wijzigingen. Koninklijk besluit van 25 januari 2001 (BS 7 februari 2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (incl. de wijzigingen die hierna van toepassing zijn). Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 (BS 19 januari 2002) houdende de vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002 (BS 30 oktober 2002). Alle bescheiden waarnaar de hierboven vermelde documenten verwijzen, zijn ook van toepassing op deze opdracht.

1.2 Opdrachtgever van de werken Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) Elfde-Liniestraat 24 3500 Hasselt tel. (011) 23 88 88

1.3 Voorwerp van de opdracht Deze opdracht heeft als voorwerp de werken, leveringen, het vervoer, de arbeidskrachten en alle uitvoeringsmiddelen met betrekking tot 

de restauratie van de gevels en het dak van gebouw C, Guffenslaan 39, 3500 Hasselt;



de restauratie, verbouwing en nieuwbouw van de conciërgewoning van gebouw C, Guffenslaan 39, 3500 Hasselt.


datum

20100519

09-09-2010


OPDRACHT IN PERCELEN PERCEEL 1: RESTAURATIEDOSSIER LOT 1: GEBOUW C (voormalig moederhuis): de restauratie van het dak, de kroonlijst, het buitenschijnwerk en de gevel LOT 2: de restauratie van de conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo PERCEEL 2: VERBOUWING EN NIEUWBOUW conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)woonlabo Elke kandidaat inschrijver kan een offerte voor één of twee percelen percelen indienen. De 2 restauratieopdrachten voor het voormalig moederhuis en de daarbij horende conciërgewoning (Perceel 1: lot 1 en lot 2) worden samen in één perceel aanbesteed, omdat de uitvoering beter door één aannemer, gespecialiseerd in restauraties, uitgevoerd wordt. Perceel 2, de verbouwing en de nieuwbouw van de conciërgewoning kan door een gewone aannemer uitgevoerd worden. Dit sluit niet uit dat de gespecialiseerde aannemer van perceel 1 ook op perceel 2 kan intekenen.

1.4 Ontwerpers van de opdrachten OPDRACHT IN PERCELEN

ONTWERPERS

PERCEEL 1: RESTAURATIEDOSSIER LOT 1: GEBOUW C (voormalig moederhuis): de restauratie van het dak, de kroonlijst, het buitenschijnwerk en de gevel

architectuur: a2o-architecten cvba

LOT 2: de restauratie van de conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo

architectuur: Simoni Architecten nv en Architectenvenootschap TOKO bvba

architectuur: PERCEEL 2: VERBOUWING EN NIEUWBOUW conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de Simoni Architecten nv en uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo Architectenvenootschap TOKO bvba Contactgegevens a2o-architecten cvba Vissersstraat 2, 3500 HASSELT (tel) 011 26 03 30 (fax) 011 28 55 28 (e.mail) [email protected] contactpersoon: Bart Hoylaerts (e.mail) [email protected] Simoni Architecten nv Hentjenslaan 9-11, 3500 HASSELT (tel) 011 25 35 02 (fax) 011 87 21 00 (e.mail) [email protected] contactpersoon: Valentijn Van Assche (e.mail) [email protected]

VEILIGHEIDSCOORDINATIE: Libost Groep nv Herckenrodesingel 101, B-3500 Hasselt tel: +32 11 260 870 fax: +32 11 260 880

&

Architectenvenootschap TOKO bvba Eikelstraat 19, 2500 Lier (tel) 03 491 01 80 (fax) 03 491 01 83 (e.mail) [email protected]


datum

20100519

09-09-2010


1.5 Wijze van gunnen van de opdracht voor perceel 1 (artikel 13 wet 24-121993) De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een openbare aanbesteding. Dit is een gunningsprocedure waarbij elke aannemer, leverancier of dienstverlener een offerte mag indienen voor één of meerdere percelen en aanwezig mag zijn op de openingszitting van de offertes.

1.5bis Wijze van gunnen van de opdracht voor perceel 2 (artikel 13 wet 2412-1993) De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een openbare aanbesteding en een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor bepaalde posten (zie toegevoegde lijst) van de opdracht voor het dossier van het Universal Design Woonlabo. Elke inschrijver voor de openbare aanbesteding dient een offerte in voor alle posten. In de aanneming zijn een aantal posten, die in aanmerking komen voor sponsoring, opgesplitst in werken en in materialen. De bouwheer (BH) behoudt zich het recht voor om eenzijdig wijzigingen aan te brengen aan de initiële aanneming en bepaalde delen van de aanneming weg te laten. Hierbij kan de BH opteren om bepaalde delen van de aanneming (werken en/of materialen) toe te vertrouwen aan andere aannemers en/of leveranciers uitsluitend omwille van sponsoring, aangesteld en vergoed door de BH. Dit dient uitdrukkelijk en schriftelijk te gebeuren door de BH, doch zonder andere formaliteiten te moeten vervullen. In voorkomend geval zal de AA gehouden zijn samen te werken met deze andere aannemers en/of leveranciers met het oog op een coherente en eenvormige uitvoering van de bouwwerken. Het gevolg van deze wijzigingen of weglatingen op het bedrag van de forfaitaire prijs zal geregeld worden via verrekeningen op basis van eenheidsprijzen van deze aanbesteding. (zie gedetailleerde meetstaat) Aan de aannemer wordt voor posten die uit de ingediende offerte kunnen worden gehaald omwille van externe sponsering een coördinatievergoeding toegekend. De aannemer voorziet deze coördinatiefee in zijn offerte. Deze coördinatievergoeding zal worden besproken met de ontwerper en worden berekend op het toewijzings/sponsorbedrag op die welbepaalde post. De mogelijke coördinatiefee wordt afgetopt tot een maximun van 5%. De bepalingen van artikel 19 – opleveringen en waarborgen - voor posten die uit de offerte kunnen worden gehaald, blijven behouden voor zowel de uitvoerders als de sponsors .

1.6 Wijze van prijsbepaling (artikel 86 wet 08-01-1996) Deze opdracht vormt een: gemengde opdracht (relatief forfait), omvattende:  een gedeelte volgens prijslijst voor de posten welke als vermoedelijke hoeveelheden (VH) worden opgegeven;  een gedeelte voor een globale prijs (GP) voor de posten zonder aanduiding van de hoeveelheid en voor de posten met een forfaitaire hoeveelheid (FH), wanneer de hoeveelheid aangegeven is.


datum

20100519

09-09-2010


1.7 Vereiste erkenning De aannemer moet voldoen aan de voorwaarden tot erkenning:

OPDRACHT IN PERCELEN PERCEEL 1: RESTAURATIEDOSSIER



(ONDER)CATEGORIE D24 - in klasse 4 of hogere (volgens kostenraming van de werken)

LOT 1: GEBOUW C (voormalig moederhuis): de restauratie van het dak, de kroonlijst, het buitenschijnwerk en de gevel LOT 2: de restauratie van de conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo D1 - in klasse 3 of hogere PERCEEL 2: VERBOUWING EN NIEUWBOUW conciërgewoning van het voormalig moederhuis voor de (volgens kostenraming van de werken) uitbouw van een Universal Design (UD)-woonlabo

De aannemer voegt bij zijn inschrijving een erkenninggetuigschrift overeenstemmend de gevraagde categorie en klasse.

1.8 Vereiste registratie De voor deze opdracht vereiste registratiecategorie is voor beide percelen 11. De aannemer moet geregistreerd zijn in overeenstemming met artikel 299 bis van het wetboek van de inkomensbelasting en artikel 30 bis van de wet van 27-06-1969 tot herziening van de besluitwet van 28-12-1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Bij zijn inschrijving voegt de aannemer een afschrift van het bewijs van registratie volgens de toepasselijke reglementering.

1.9 Opmaak van de offerte (artikel 89 KB van 08-01-1996) De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de samenvattende opmetingsstaat in op het bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorende model is. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver. Een dergelijk document dient volgende formule te vermelden : “Ik, ondergetekende, [Naam inschrijver], verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door de opdrachtgever verstrekte offerteformulier en inventaris, en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden.” De documenten moeten door de inschrijver of zijn gemachtigde worden ondertekend. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.


datum

20100519

09-09-2010


De opmetingsstaten zullen digitaal ter beschikking gesteld worden aan elke inschrijver. Elke inschrijver is verplicht om de ingevulde digitale opmetingsstaten via een digitale datadrager toe te voegen aan het inschrijvingsdossier.

1.10 Bij te voegen bescheiden (artikel 90 KB van 08-01-1996) Alle bescheiden en nota's die bij de offerte worden gevoegd moeten worden gedagtekend en ondertekend onder de vermelding "Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden". Bij de offerte te voegen documenten: 1.

Erkenning Kopie van de inschrijving op de lijst van de erkende aannemers, met vermelding van categorie of ondercategorie en klasse. De werken die het voorwerp zijn van de aanneming waarop dit bestek van toepassing is, worden gerangschikt op basis van de raming  in de categorie D / ondercategorie 24 / klasse 4 voor perceel 1  in de categorie D / ondercategorie 1 / klasse 3 voor perceel 2 (KB van 26 september 1991, artikel 2).

2.

R.S.Z. Belgische inschrijver Een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (geen kopie!). Dit attest moet betrekking hebben op het voorlaatste afgelopen kwartaal ten opzichte van de dag van de opening van de offertes (artikel 90, par. 3). Buitenlandse inschrijver Een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (geen kopie!), indien hij personeel tewerkstelt dat onderworden is aan de Belgische sociale zekerheid. Indien hij ander personeel tewerkstelt, dient hij een attest bij te brengen, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake sociale zekerheid, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, dient hij bij te brengen: ofwel een verklaring onder eed; ofwel een plechtige verklaring voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie (KB 08.01.1996 - art. 17bis, par. 2, 43bis, par. 2 en 69bis, par. 2)

3.

Belasting & BTW De inschrijver levert het bewijs dat hij in orde is met de betalingen aan de belastingen. Hij voegt hiertoe bij zijn inschrijving: een getuigschrift van het ministerie van financiën – adm. van de directe belastingen getuigschrift van de BTW

4.

Bewijs van handtekenbevoegdheid een bewijs waaruit blijkt dat de ondertekenaar van de offerte wel degelijk de bevoegdheid heeft om te ondertekenen.


5.


datum

20100519

09-09-2010


Lijst van eventuele onderaannemers De lijst met eventuele onderaannemers met bewijs van erkenning in de vereiste categorieën en klassen (artikel 90, par. 1, 3°). Indien de identificatie nog niet bekend is, zal deze aan de aanbestedende overheid worden bekendgemaakt alvorens een onderaannemer prestaties levert ter uitvoering van de opdracht. De aannemer zal slechts beroep kunnen doen op een niet vermelde onderaannemer na schriftelijk en voorafgaand akkoord van het bestuur.

6.

Veiligheids- en gezondheidsplan De kandidaten dienen bij hun offerte 2 documenten betreffende veiligheid en gezondheid te voegen: een beschrijvende nota die verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan en waarin zij beschrijven op welke wijze zij het bouwwerk zullen uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan (cfr Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen), een prijsberekeningsnota, waarin de kostprijs voor de maatregelen vermeld in de beschrijvende nota uiteengezet wordt. Het veiligheids- en gezondheidsplan, en het eventuele milieuplan, worden als bijlage gevoegd bij het aanbestedingsdossier.

1.11 Verbetering vermoedelijke hoeveelheden (artikel 96.2 KB van 08-011996) De inschrijver vult de leemten in de samenvattende opmetingsstaat aan en verbetert de vergissingen die hij in de forfaitaire hoeveelheden ontdekt, rekening houdend met de tekeningen, het bestek, zijn beroepskennis of persoonlijke bevindingen. Hij voegt bij zijn offerte een aparte nota ter verantwoording van de wijzigingen. De inschrijver handelt op dezelfde wijze voor de verbetering van de vermoedelijke hoeveelheden waarvoor het bestek die verbetering toestaat en de voorgestelde wijziging ten minste tien pct., in meer of in min, van de hoeveelheid van de betrokken post bereikt. Belangrijke opmerking: Het is verboden de vermoedelijke hoeveelheden te wijzigen, behalve: - in het geval van een duidelijke materiële vergissing of - indien de voorgestelde wijziging tenminste 10 % in meer of in min bereikt van de hoeveelheid van de betrokken post. Ook dan voegt hij een aparte nota bij zijn offerte ter verantwoording van de wijzigingen.

1.12 Vergissingen + leemten (artikel 98 KB van 08-01-1996) Indien de inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten van de opdracht zodanige vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans tenminste TIEN dagen vóór de dag van de opening van de offertes, schriftelijk kennis aan het bestuur, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toelaat deze voorwaarden na te leven.


datum

20100519

09-09-2010


1.13 BTW (artikel 100 KB van 08-01-1996) De eenheidsprijzen in de offerte worden opgegeven exclusief BTW. De BTW zal berekend worden op het totaal van de offerte, en erbij gevoegd worden, conform het model van samenvattende opmeting. De BTW-voet is 21%.

1.14 Prijsopgave opdrachten in percelen (artikel 101 KB van 08-01-1996) De inschrijver kan een offerte indienen voor één of meer percelen (lot 1 en lot 2 kunnen niet gesplitst worden, ze behoren te samen tot perceel 1). Voor elk gekozen perceel dient hij een offerte in. De inschrijver mag zijn offertes op de verschillende percelen aanvullen met prijsvermindering in geval van samenvoeging van de percelen waarvoor hij een offerte indient. De aanbestedende overheid zal perceel per perceel vergelijken, eventueel worden percelen samengevoegd bij de gunning. Deze samenvoeging mag echter de gelijkheid onder de kandidaten niet in het gedrang brengen. Dergelijke beslissing tot samenvoeging moet daarom op een duidelijke motivering steunen. Bij de uitvoering blijven deze percelen als afzonderlijke opdrachten bestaan. Elk perceel zal daarom individueel bekeken worden in relatie tot de termijnen, eventuele boetes, ...

1.15 Talen (artikel 102 KB van 08-01-1996) Het taalgebruik van de offerte en alle bijgevoegde stukken is in het Nederlands.

1.16 Indiening van de offerte (artikel 104 KB van 08-01-1996) De offertes worden geschoven in een “definitief gesloten omslag” waarop zijn vermeld:     

“offerte”; het kenmerk van het bestek (20100519); de omschrijving van de opdracht (PHL: UD Woonlabo en gebouw C te Hasselt); de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend; de verwijzing naar het bestek en eventueel naar de nummers van de betrokken percelen.

De offerte wordt ingediend in 3 originele exemplaren. Inzending per post Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede gesloten omslag met opgave van het adres van het bestuur en met de vermelding “offerte”.

De offerte wordt gestuurd aan: Provinciale Hogeschool Limburg - PHL t.a.v. de heer Ben Lambrechts Algemeen Directeur Elfde-Liniestraat 24 3500 Hasselt De offerte moet bij het bestuur toekomen ten laatste de dag vóór de opening van de offertes.


datum

20100519

09-09-2010


Afgifte ten kantore De inschrijvingen kunnen op dezelfde wijze tegen ontvangstbewijs eveneens afgegeven worden op volgend adres: PROVINCIALE HOGESCHOOL LIMBURG, Gebouw A, Eerste verdieping Secretariaat algemeen directeur Elfde-Liniestraat 24 3500 Hasselt en dit tot één uur voor de opening van de zitting.

Afgifte ter zitting De inschrijvingen kunnen op de dezelfde wijze afgegeven worden aan de voorzitter en dit voor de opening van de zitting.

1.17 Plaats, dag en uur van de opening van de offertes (artikel 2 KB van 2609-1996) De opening van de offertes heeft plaats op dinsdag 11 januari 2011 om 14.00 uur ten overstaan van de algemeen directeur van de Provinciale Hogeschool Limburg of zijn afgevaardigde, in de raadzaal, ElfdeLiniestraat 24 te 3500 Hasselt (1 ste verdieping, gebouw A).

1.18 Varianten (artikel 113 KB van 08-01-1996) Er zijn geen “verplichte” en/of “facultatieve” varianten.

1.19 Gestanddoeningstermijn (artikel 116 KB van 08-01-1996) In afwijking van artikel 116 blijven de inschrijvers gebonden door hun offerte, eventueel verbetert door het aanbestedende bestuur, gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, vanaf de dag na de zitting voor de opening van de offertes.


datum

20100519

09-09-2010


DEEL II ADMINISTRATIEVE EN CONTRACTUELE BEPALINGEN 2.1 KB van 26 september 1996 2.1.1 Artikel 2 - Contractuele documenten Op deze opdracht zijn toepasselijk: (A) Volgende typebestekken en voorschriften, met uitzondering van de bepalingen die strijdig zouden zijn met de bepalingen in onderhavig bestek: -

typebestek VL 100 van 1998 van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : aannemingen van bouwwerken - algemene contractuele administratieve bepalingen typebestek nr. 104 van 1963 met addenda van 1967, 1969 en 1973 van het ministerie van openbare werken: aanneming van bouwkundige werken - technische voorschriften; alle gepubliceerde STS-uitgaven (Eengemaakte Technische Specificaties) A.R.A.B. (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming); A.R.E.I. (Algemeen Reglement betreffende de Elektrische Installaties); N.B.N. (Normen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie) voor elektrische installaties: het typebestek nr. 400 van 1954 van het ministerie van openbare werken, met latere aanvullingen, voor zover deze typebestekken niet strijdig zijn met de bepalingen van de hier bovengenoemde wet, K.B.; alle gepubliceerde STS-uitgaven (Eengemaakte Technische Specificaties); de technische voorlichtingen van het WTCB; de Wet op het Welzijn; de CODEX over het welzijn op het werk; het KB van 23/03/1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden, samen met de Ministeriële Besluiten tot uitvoering ervan; het KB van 05/05/1995 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines; het KB van 18/05/1994 (richtlijn 8-9/336/EEG) betreffende elektromagnetische compatibiliteit (EMC); het KB van 25 januari 2001 houdende Tijdelijke en Mobiele werkplaatsen: veiligheidscoördinatie.

Berichten en terechtwijzingen: De berichten en terechtwijzingen, bekend gemaakt in het Bulletin van de Aanbestedingen en die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op onderhavige opdracht, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. De inschrijver wordt daarom geacht hiervan kennis te hebben genomen en er mee rekening te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte.

(B) Betreffende de erkenning: - de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van de aannemers van werken (B.S. 6 april 1991), gewijzigd door de wet van 19 september 1994 (B.S. 8 maart 1996) en door voornoemde wet van 24 december 1993; - het koninklijke besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken (B.S. 18 oktober 1991); - het ministeriële besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers (B.S. 18 oktober 1991);


datum

20100519

09-09-2010


- het ministeriële besluit van 27 september 1991 betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, §1, van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten (B.S. 18 oktober 1991). (C) Plannen De hierna vermelde tekeningen opgemaakt door de ontwerper, zie plannenlijst in bijlage Alle latere aanvullingen en/ of wijzigingen op de bovenvermelde toepasselijke documenten zijn eveneens van toepassing op deze opdracht voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze opdracht.

(D) Dit administratieve bestek en het door de ontwerper opgestelde bijzonder bestek. De gedetailleerde meetstaat geeft volgende aanduidingen: - situering: de plaats waar het beschreven element wordt toegepast - meeteenheid: 0 = stuks 0,0 = lm 0,00 = m2 0,000 = m3 De samenvattende meetstaat geeft volgende aanduidingen: met betrekking tot de prijs : - E.P.: eenheidsprijs, in deze kolom wordt de eenheidsprijs van de meeteenheid in letterschrift opgegeven. -

G.P.:

globale prijs, in dit geval betreft het de vaste som voor een niet aangegeven totale hoeveelheid die niet voor verrekening in aanmerking komt, tenzij de inschrijver hierover bij de inschrijving opmerkingen zou geformuleerd hebben.

met betrekking tot de hoeveelheden en aftrek: -

V.H.:

vermoedelijke hoeveelheid, post tegen eenheidsprijs die later na opmeting of voorlegging van stavingstukken (levering- of werkingsbonnen) moet verrekend worden.

-

F.H.:

forfaitaire hoeveelheid, in dit geval betreft het een aangegeven totale hoeveelheid die niet voor verrekening in aanmerking komt, tenzij de inschrijver hierover bij de inschrijving opmerkingen zou geformuleerd hebben.

-

aftrek: geldig voor alle artikels: alle openingen groter dan 0,5m2 worden afgetrokken, tenzij anders aangegeven in het bijzondere bestek.

De meetcode: volgens NBN B06-001 meetcode tenzij anders vermeld onder “meting” in het bijzonder bestek (E) het veiligheids- en gezondheidsplan: In overeenstemming met artikel 30 van het betreffende KB (zie eerder).

2.1.2 Artikel 9 – Uitvoering in percelen Elk perceel maakt de uitvoering van een afzonderlijke opdracht. Het is de bedoeling van dit artikel te vermijden dat indien enkele percelen of alle percelen van een opdracht die in percelen werd verdeeld, die worden gegund aan eenzelfde aannemer, de uitvoeringstermijnen van deze percelen zouden worden samengeteld.


datum

20100519

09-09-2010


2.2 Bijlage bij het KB van 26 september 1996 2.2.1 Algemeen Voorzover er niet van afgeweken wordt, is het Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18-10-1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing alsmede de bepalingen van de bijlage bij dit Koninklijk besluit. De indeling hierna in artikels is overgenomen van de bijlage bij het bovenvermelde Koninklijk besluit.

2.2.1 Artikel 1 - Leidend ambtenaar De leiding en het toezicht op de uitvoering gebeurt door de ontwerper.

2.2.2 Artikel 3 - afwijkingen op de algemene aannemingsvoorwaarden De bijzondere eisen van de opdracht, het voorwerp van dit bestek, noodzaken tot een aantal afwijkingen van de algemene aannemingsvoorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in de bijlage van het KB van 26 september 1996. Hieronder vindt u de lijst van de artikels van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan in onderhavig bestek wordt afgeweken artikel 10, par. 1 artikel 13, par. 1 artikel 15, par. 1 artikel 20, par. 4 artikel 27, par. 7 artikel 29, par. 1 artikel 30, par. 1 artikel 37 artikel 43, par. 2

2.2.3 Artikel 4 § 1 -Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid In verband met de voorwaarden voor het gebruik van plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden. De aanbestedingsplannen gelden als principetekeningen en niet als definitieve uitvoeringstekeningen De inschrijver is verplicht zich vooraf persoonlijk te vergewissen van de uitvoeringsvoorwaarden van de werken.


datum

20100519

09-09-2010


§ 2 - Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer Het typebestek VL100 bepaalt de voorwaarden voor gebruik van plannen, documenten en voor werken aan de opdracht opgemaakt door de aannemer. De aannemer zal de uitvoeringstekeningen opmaken met behoud van conceptie, vorm, afmetingen en materialen zoals beschreven in het bijzonder bestek. Bij de voorlopige oplevering van de werken, overhandigt de aannemer 3 exemplaren van de “As-Built” plannen aan de aanbestedende overheid. De aannemer levert enkel die documenten (in drievoud) waarnaar uitdrukkelijk gevraagd wordt in onderhavig bijzonder bestek.

2.2.4 Artikel 5 - borgtocht De borgtocht wordt bepaald op 5% van de oorspronkelijke aannemingssom. Het berekende bedrag wordt afgerond tot op het hoger liggend tiental (in euro). De aannemer moet binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht het bewijs leveren aan het aanbestedende bestuur dat hij of een derde de borgtocht heeft gesteld. Bij verzuim, resp. laattijdige uitvoering gelden de bepalingen van art. 6 resp. art. 7 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden. Het bedrag van de borgtocht wordt berekend op de totaalprijs van de gunning exclusief BTW. De borgsom wordt echter niet berekend op de gesponsorde delen van de offerte

2.2.5 Artikel 9 - Vrijgave borgtocht Voor deze opdracht van werken wordt de borgtocht teruggegeven bij helften: de ene helft na de voorlopige oplevering van de gehele opdracht, op voorwaarde dat door de aannemer voldaan werd aan alle eventuele opmerkingen gemaakt in het PV van voorlopige aanvaarding, de andere helft na de definitieve oplevering, na aftrek van de sommen die de aannemer eventueel verschuldigd is aan het aanbestedende bestuur. In elk geval stuurt de aannemer het verzoek tot totale of gedeeltelijke vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid.

2.2.6 Artikel 10§1 – Onderaannemers De aannemer deelt in de offerte alle nuttige inlichtingen betreffende zijn producenten, leveranciers en onderaannemers. De aannemer dient tijdig de naam mede te delen aan de architect en het aanbestedende bestuur van zijn eventuele onderaannemers (in ieder geval, uiterlijk voor het begin der werken) die hun worden toevertrouwd en mits voorlegging van de overeenkomstige inschrijvingen en registratieattesten en referenties die bewijzen dat zij over de nodige gekwalificeerde bekwaamheid beschikken om de betreffende werken uit te voeren. Alle personen die in enig stadium als onderaannemer optreden moeten verplicht ingeschreven zijn op de lijst van de erkende aannemers en houder zijn van een erkenning in de categorie die overeenstemt met de aard van de hun opgedragen werken, evenals in de met hun aandeel in de opdracht overeenkomende klasse. De onderaannemer moet als aannemer geregistreerd zijn in overeenstemming met: de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, titel III (BS 17 augustus 1978) en het koninklijke besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van artikel 299bis van het wetboek van de inkomsten belastingen en artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Elke inbreuk op die verplichting zal beschouwd worden als een tekortkoming van de aannemer aan de bepalingen van zijn contract.


datum

20100519

09-09-2010


Het aanbestedende bestuur kan zonder ingebrekestelling, de onmiddellijke stopzetting bevelen van elk werk dat door een niet-erkende en/ of niet-geregistreerde aannemer wordt uitgevoerd, en in dat geval draagt de aannemer alle gevolgen van de stopzetting. De aannemer blijft in alle gevallen alleen aansprakelijk ten opzichte van het aanbestedende bestuur. AANVULLING De aannemer dient minstens 50% van de restauratiewerkzaamheden van perceel 1, bepaald op basis van de kostprijs met eigen personeel uitvoeren. (artikel 30 en 31 van het reglementaire premiebesluit van 14 december 2001, gewijzigd op 20 september 2002) -

de aannemer is verplicht een register bij te houden van de restauratiewerkzaamheden die hij door onderaannemers laat uitvoeren

-

indien de aannemer, in strijd met de bepalingen van bovenstaand besluit, meer dan de helft van de restauratiewerkzaamheden waarvoor de restauratiepremie is toegekend door onderaannemers laat uitvoeren, ziet hij af van de betaling van één derde van het bedrag dat deze helft overtreft

-

indien de aannemer geen register van de door onderaannemers uitgevoerde restauratiewerken bijhoudt, wordt hij geacht de restauratiewerkzaamheden volledig te hebben laten uitvoeren door onderaannemers en ziet hij af van de betaling van één derde van de kostprijs van de helft (of één zesde) van de restauratiewerkzaamheden

2.2.7 Artikel 12 – Keuringen -

Vóór de aanvang van de werken dient de aannemer een lijst voor te leggen waarin post per post alle gebruikte materialen worden vermeld (voorgestelde merken, types, enz.)

-

Alle keuringskosten, behalve de elektrische keuring volgens het A.R.E.I., voorafgaande kwaliteitscontroles, voorlopige en definitieve keuringen, vallen ten laste van de aannemer.

2.2.8 Artikel 13 - Prijsherziening De herziening van de prijs van de opdracht geschiedt volgens artikel 13§1.1. Herzieningsbepalingen van typebestek nr. VL100 van 1998. De werken behoren voor de verrekening tot de categorie D p = P (0,55 s/S + 0,25 i/I + 0,20) NB: In bovenvermelde formule is P = het volgens het contract vastgesteld bedrag van de staat en p = het aangepast bedrag tengevolge van de schommelingen van de lonen en van de sociale lasten en verzekeringen met betrekking tot de lonen. S = het gemiddeld uurloon van kracht tien dagen vòòr de datum die voor het openen van de inschrijvingsbiljetten is vastgesteld, verhoogd met het op dezelfde datum geldend totaalpercentage van de sociale kosten en verzekeringen. s = hetzelfde gemiddeld uurloon, van kracht op de aanvangsdatum van de op de termijnbetaling beschouwde maandperiode verhoogd met het door het Ministerie van Openbare Werken aangenomen totaalpercentage van de sociale lasten en verzekeringen op dezelfde datum. De termen i en I vertegenwoordigen het maandelijks indexcijfer, berekend op basis van een jaarlijks verbruik van de voornaamste materialen, grondstoffen en producten door het bouwbedrijf op de binnenlandse markt. De waarde ervan wordt maandelijks vastgesteld. I = dat indexcijfer met betrekking tot de kalendermaand vòòr de datum die voor het openen van de inschrijvingsbiljetten is vastgesteld; i = dat indexcijfer met betrekking tot de kalendermaand vòòr de aanvangsdatum van de in de maandelijkse termijnbetalingen beschouwde periode.


datum

20100519

09-09-2010


2.2.9 Artikel 15 §1– Betalingen De eerste vordering is in te dienen op het einde van de eerste volledige kalendermaand volgend op datum van aanvang van de werken. Procedure voor de indiening van de vorderingen: - De aannemer legt vooraf één exemplaar van zijn vordering vooraf ter goedkeuring voor aan de ontwerper - Na eventuele aanpassing van de vorderingen aan de gebeurlijke opmerkingen van de ontwerper zal de aannemer drie exemplaren overhandigen aan de ontwerper die deze ter goedkeuring zal ondertekenen; deze exemplaren worden als volgt verdeeld: - één exemplaar blijft in het bezit van de ontwerper, - één exemplaar wordt door de ontwerper aan het aanbestedende bestuur overgemaakt, - één exemplaar wordt door de ontwerper aan de aannemer overgemaakt Het aanbestedende bestuur ziet de ingediende staat van de werken na en brengt er eventuele verbeteringen in aan; wanneer er niet tussen de partijen overeengekomen eenheidsprijzen in voorkomen, stelt ze deze prijzen ambtshalve vast met behoud van alle rechten van de aannemer. Het aanbestedende bestuur maakt een procesverbaal op waarin het verschuldigde bedrag vermeldt wordt. Dit PV wordt naar de aannemer verstuurd met het verzoek een factuur in te dienen op basis van het bedrag vermeld in het PV. De factuur inclusief de BTW wordt in 3 exemplaren ingediend. De betalingen van de aan de aannemer verschuldigde sommen geschiedt binnen de zestig (60) kalenderdagen vanaf de dag waarop het aanbestedende bestuur de verklaring van schuldvordering heeft ontvangen. Ingeval van eindvereffening van de aanneming, of van enige betaling, wordt deze termijn op negentig (90) kalenderdagen gebracht.

2.2.10 Artikel 19 – Opleveringen en waarborgen §1 : Opleveringen: De opleveringskosten vallen ten laste van de aannemer, en worden gelijkmatig gespreid over de eenheidsprijzen van de inschrijving. §2 : Waarborgtermijn: De waarborgtermijn wordt vastgesteld op één jaar, ingaand op de datum van de voorlopige oplevering. De aannemer moet alle maatregelen nemen die nodig zijn om het geleverde werk in goede staat te behouden tijdens het gebruik ervan gedurende de waarborgtermijn. Elke vaststelling van niet tijdige voltooiing van opgelegde herstellingen geeft aanleiding tot toepassing van boeten zoals voorzien in artikel 48.

2.2.11 Artikel 20 - Middelen van optreden §4. – Straffen: De enige straf wordt bepaald op 0,07% van de oorspronkelijke aannemingssom met een minimum van 27 euro; de dagelijkse straf op 0,02% per kalenderdag met een minimum van 13 euro/kalenderdag. De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd. De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de aannemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven vastgesteld. Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende aannemer mogelijk is.


datum

20100519

09-09-2010


§5. Boeten wegens laattijdigheid: Deze boeten zijn eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn, zonder opstelling van proces-verbaal, en worden van rechtswege toegepast voor het totaal aantal kalenderdagen vertraging. De boeten wegens laattijdigheid worden berekend volgens de bepalingen van artikel 48§2.

2.2.12 Artikel 25 - Elementen die in de prijzen zijn inbegrepen Het typebestek VL100 geeft een aanvulling van de elementen die in de prijs zijn begrepen. De forfaitaire eenheidprijzen omvatten ondermeer de conceptie, de know-how, de kosten voor het opmaken van plannen, schema‟s en opmetingen nodig vooraleer de goedkeuring door het Bestuur kan gegeven worden voor de uitvoering van het desbetreffende project, de prestatiekosten, levering en plaatsing van alle materialen en toebehoren m.i.v. fabricatie in de werkplaats, de proeven, de verplaatsingskosten, de transportkosten zowel buiten als binnen de werfzone, kosten voor het afladen en opslaan van bouwmaterialen op de werf, algemene kosten, de afvoer van puin en verpakkingsmateriaal, de kosten voor de technische documentatie en de gebruikshandleidingen en de installatiekosten.

De bepalingen van artikel 25 worden aangevuld als volgt: -

Tenzij anders vermeld in het bijzonder bestek omvat elke post van de meetstaat naast de beschreven handeling eveneens de aanvoer, het verwerken en het desgevallend afvoeren van de materialen of gronden noodzakelijk voor een correcte uitvoering volgens de regels van de kunst.

-

Indien gewenst door de bouwheer dient de aannemer vertegenwoordigd te zijn op een eventuele infovergadering ten einde de werkwijze en de planning toe te lichten.

-

Het spreekt vanzelf dat de aanduidingen en de documenten niet beperkend zijn en elkaar aanvullen.

-

Alleen al door het indienen van zijn inschrijving, wordt de aannemer verondersteld volledig op de hoogte te zijn van de toestand van de bouwplaats en van alle in onderhevig bestek vermelde documenten, en alleen al door zijn deelneming aan de aanbesteding verklaart hij zich zonder voorbehoud te onderwerpen aan de voorschriften van dat bestek.

-

De aannemer moet de werken, die niet in onderhavig bijzonder bestek vermeld zijn, in elk geval volgens de regels van de kunst uitvoeren.

-

Hij kan in geen geval aanspraak maken op schadevergoeding wegens moeilijkheden die daaruit zouden voortvloeien.

-

De permanente reiniging van de wegen en/of de directe omgeving van de bouwplaats valt ten laste van de aannemer (minimaal wekelijks en steeds op aanvraag van de bouwheer of leidend ingenieur).

-

De aannemer is als enige verantwoordelijk voor de overtredingen op de geldende wetten, besluiten, reglementen en alle voorschriften van eender welke aard.

-

De aannemer moet eventueel rekening houden met de administratieve en technische prestaties in verband met de aanvragen voor vergunningen die hij in de eenheidsprijzen van zijn inschrijving meerekent.

Bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarebo hoofdstuk XII) De aannemer dient bij zijn inschrijving rekening te houden met het in voege treden van de nieuwe Vlarebowetgeving per 1/06/2008. Alle kosten die hiermee verbonden zijn (aansluitingsbijdrage bodembeheersorganisatie, verzekeringsbijdrage, kosten voor transportdocumenten, …) dienen in de eenheidsprijzen of totaalprijzen te zijn opgenomen.


datum

20100519

09-09-2010


2.2.13 Artikel 26 – Leiding en toezicht op de werken In overeenstemming met de voorschriften betreffende veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen ((KB van 25.01.2001) werd een coördinator terzake aangesteld. Er zal minstens één vaste wekelijkse werfvergadering plaatsvinden waarom de aannemer of zijn afgevaardigde verplichtend en tijdig aanwezig dient te zijn. Alle prestaties en kosten hiervoor zijn voor rekening van de aannemer. Coördinatie van de werken: De aannemer is ertoe gehouden minstens 15 dagen vòòr de uitvoering van een bepaald werk aan de architect alle nodige documenten en inlichtingen te vragen of te overhandigen, om het continue verloop van de werkzaamheden niet in het gedrang te brengen. Werkplanning: De uitvoeringsplanning wordt opgesteld door de algemene aannemer. Bij het begin van de werken overhandigt de aannemer een bindende werkplanning voor het geheel der werken. Aan deze planning wordt tijdens de werf een diagram van uitgevoerde werken gekoppeld. Vertegenwoordigers van premieverlenende besturen dienen op de werfvergadering uitgenodigd te worden, meer bepaald vertegenwoordiger(s) van de Vlaamse Overheid Onroerend Erfgoed Limburg.

2.2.14 Artikel 27 – Keuringen § 1. Keuring - algemeen Het merk van overeenkomstigheid "BENOR" is steeds verplichtend wanneer er voor eenzelfde product meer dan 1 leverancier of producent bestaat welke dit product onder BENOR-keurmerk kan leveren. Niet BENOR-gecertificeerde producten maken steeds het voorwerp uit van een partijkeuring, uit te voeren door een erkende onafhankelijke keuringsinstantie. Alle gebruikte materialen moeten voordat zij op de werf verwerkt worden, voorafgaandelijk gekeurd worden door een erkende onafhankelijke instantie.

§ 2. Keuringsmodaliteiten Het typebestek VL100 geeft een aanvulling op de keuringsmodaliteiten.


datum

20100519

09-09-2010


2.2.15 Artikel 28§1 – Bevel tot uitvoering en leiding van de werken De opdracht moet voltooid zijn binnen een termijn van:

OPDRACHT IN PERCELEN

WERKDAGEN

120 De restauratieposten die voor beide gebouwen gelijklopend zijn, dienen in het zelfde tijdsbestek afgewerkt te worden! Posten die louter de afwerking betreffen in de LOT 2: de restauratie van de conciërgewoning van restauratie van de conciërgewoning dienen op een later tijdstip uitgevoerd te worden (rekening het voormalig moederhuis voor de uitbouw van houdend met de timing van het verbouwings- en een Universal Design (UD)-woonlabo nieuwbouwdossier van de conciërgewoning! PERCEEL 2: VERBOUWING EN NIEUWBOUW conciërgewoning van het voormalig moederhuis 200 voor de uitbouw van een Universal Design (UD) – woonlabo PERCEEL 1: RESTAURATIEDOSSIER LOT 1: GEBOUW C (voormalig moederhuis): de restauratie van het dak, de kroonlijst, het buitenschijnwerk en de gevel

Bijkomend: Indien na het gunnen van de opdracht nodig blijkt te zijn bijkomende werken of wijzigingen uit te voeren waarvoor geen eenheidsprijs voorkomt in de samenvattende opmetingstaat gevoegd bij het offerteformulier, ofwel wanneer tijdens de uitvoering afwijkingen aan het bestek onder oogpunt van keuze van materialen of wijze van verwerking dezer, bevolen worden door het aanbestedende bestuur, moet er, voorafgaandelijk aan de uitvoering, een schriftelijke overeenkomst afgesloten worden tussen aanbestedend bestuur en aannemer betreffende deze nieuwe eenheidsprijzen en hun toepassingsgebied. Deze nieuwe eenheidsprijzen moeten eenheidsprijzen zijn die herleid worden naar datum van aanbesteding. CLAUSULE OMWILLE VAN GESUBSIDIEERD PROJECT DOOR EFRO HET EFRO-DOSSIER WORDT AFGESLOTEN OP 31/12/2012. DIT BETEKENT DAT DE EINDFACTUUR BETAALD DIENT TE ZIJN VOOR 15/12/2012. FACTUREN DIE TE LAAT ZIJN INGEDIEND WORDEN NIET MEER BETAALD.

2.2.16 Artikel 30 – Algemene organisatie van de bouwplaats Het typebestek VL100 geeft een aanvulling in verband met de veiligheid en de orde op de bouwplaatsen, en de lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid.

Milieuzorgmaatregelen Algemene bepalingen Gedurende de werken houdt de aannemer zich aan de voorschriften zoals bepaald zijn in VLAREM I en II. Het is de aannemer ten strengste verboden afvalstoffen te laten rondslingeren, te sluikstorten, te verbranden, te begraven e.d. op de werf en in de nabijheid van de werf, zelfs wanneer de eigenaar van het perceel hiervoor gebeurlijk de goedkeuring zou geven. Het is de aannemer gedurende de werken ten strengste verboden om nieuwe lozingspunten te creëren (ook niet kortstondig!) van DWA - afvoer naar grachten, beken en/of rivieren.


datum

20100519

09-09-2010


De aannemer zal op de werf alle voorzorgsmaatregelen nemen ter voorkoming van grondverontreiniging door oliën of brandstoffen. In het veld opgestelde machines (o.a. bemalingpompen, groepen e.d.) en voorraadtanks zijn met passende lekbeveiligingsconstructies uit te rusten (conform de VLAREM voorschriften). Geluid- en trillingshinder moet op de werf worden beperkt. Hiervoor wordt verwezen naar de richtlijnen “Bouwmateriaal en Bouwmachines” van de Europese Gemeenschap en overgenomen door het Besluit Vlaamse Executieven van 30/7/92. Inbreuken hierop kunnen aanleiding geven tot het onmiddellijk stilleggen van de werf en onmiddellijke verwijdering van de werf van de verontreinigende toestellen en machines. Afvalstoffen 1.

Selectieve en gescheiden inzameling van afvalstoffen en bouwafval op de werf De aannemer is verplicht op een selectieve wijze bouwen wegenisonderdelen te slopen en op een gescheiden wijze te verzamelen en af te voeren, inclusief het op selectieve wijze inzamelen van afvalstoffen. De selectieve inzameling is minstens op elke werf te voorzien voor de volgende fracties: o gevaarlijk afval o schoon puin (niet verontreinigd) o metaal o restfractie De selectieve inzameling geschiedt in hiervoor geschikte containers en/of andere zakverpakkingen. Elke container of zakverpakking dient voorzien te worden van een duidelijk en blijvend opschrift. Gevaarlijk afval moet op wettelijke wijze worden opgeslagen en afgevoerd.

2.

Selectieve sloop Er moet door de aannemer naar gestreefd worden de deelfracties van het puin en afval met volgende rangorde van prioriteiten te behandelen en/of te verwerken: o 1. rechtstreeks herbruik op de werf o 2. Recyclagebedrijf o 3. Sorteerbedrijf o 4. storten of verbranden Door de aannemer is voor elk van de afvalstoffen en puin vóór de aanvang van de werken een planvoorstel inzake afvoeren behandeling aan de bouwheer ter goedkeuring voor te leggen.

3.

Afvoer van afvalstoffen en puin De aannemer staat in voor de selectieve afvoer van alle afvalstoffen naar een erkend sorteer- en recyclagebedrijf of stortplaats. Alle puin is door de aannemer rechtstreeks af te voeren naar een puinbreekinstallatie. De aannemer dient ter bewijsvoering een kopie van elke vervoerbon of stortbon aan de bouwheer over te maken.

§2- Schade aan privé eigendommen: De aannemer draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de schade die hij mocht toebrengen bij het uitvoeren van onderhavige werken, aan privé eigendommen langs en buiten het weggebied waarin de werken dienen uitgevoerd. De aannemer verzaakt uitdrukkelijk aan ieder verhaal tegenover de aanbestedende overheid en de ontwerper. § 3 : Lokalen ter beschikking te stellen door het aanbestedend bestuur : De opdrachtgever zal geen lokaal binnen de school ter beschikking stellen ten behoeve van de werfvergaderingen. Een afzonderlijke werfkeet zal hiervoor beschikbaar zijn. Ook de overige werflokalen en sanitaire voorzieningen voor zijn personeel en/of zijn onderaannemers dient de algemene aannemer zelf te voorzien.


datum

20100519

09-09-2010


2.2.17 Artikel 37, § 2 - Werfvergaderingen Dag en uur van de wekelijkse werfvergadering is te bepalen na gemeenschappelijk overleg onder de verschillende partijen. De vergadering moet de nota's uit het dagboek der werken behandelen. De aannemer wordt erop gewezen dat er steeds aantekeningen moeten bijgehouden worden van alle werken die niet uitgevoerd worden tegen globale prijs.

2.2.18 Artikel 38 – Verzekeringen Binnen de 15 kalenderdagen na de dag van de gunning van de opdracht legt de aannemer een attest voor van zijn verzekeringsmaatschappij, waarin deze verklaart dat de aannemer verzekerd is conform de bepalingen van onderhavig bestek, artikel 38. De aannemer dient van bij de aanvang van de werken verzekerd te zijn voor arbeidsongevallen, evenals zijn burgerlijke aansprakelijkheid te verzekeren voor schade die hij door toedoen van de uitvoering van zijn aanneming zou kunnen berokkenen aan derden, en dit zowel aan hun persoon als aan hun goederen, en dit met inbegrip van de schade volgen art. 544 van het Burgerlijk wetboek. De aannemer voorziet eveneens in een ABR(alle bouwplaatsrisico's)-verzekering welke loopt vanaf de aanvang van de werken tot de definitieve oplevering, met een instandhoudingperiode van 1 jaar. Zowel de aannemer, de onderaannemers, het aanbestedende bestuur en de door hen aangestelde persopersonen die de werf opvolgen, de toezichthoudende ambtenaren van de premieverlenende instanties, als de ontwerper, veiligheidscoördinator en studiebureaus worden door deze polis gedekt. Worden eveneens gedekt in deze polis voor de duur van de werken: brand, diefstal, stormschade en glasbraak. De aannemer dient aan alle betrokken partijen, voor de aanvang van de werken, een ATTEST van de maatschappij voor te leggen dat hij minstens verzekerd is voor de risico‟s en bedragen die in het bestek vermeld werden. Het af te sluiten contract moet dekking van de volgende risico's omvatten en aan de hiernavolgende voorwaarden voldoen: 1. Verzekerde personen Alle personen die bij de oprichting van het gebouw betrokken zijn, onder meer: - de algemene aannemer - alle onderaannemers - de opdrachtgever - de ontwerpers - de veiligheidscoördinator 2. Verzekerde gevaren 2.1 Schade aan het werk: De schade aan het werk met inbegrip van de schade aan de materialen, de bouwelementen, de schade aan het te rehabiliteren gebouw. 2.2 Schade t.o.v. derden: De burgerlijke aansprakelijkheid t.o.v. derden krachtens de artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek. De stoornissen van nabuurschap gebaseerd op art. 544 van het Burgerlijk Wetboek. 3. Verzekerde bedragen Voor de waarborg onder 2.1: Voor de waarborg onder 2.2:

een bedrag af te spreken met de bouwheer na de toewijzing. een bedrag van € 2.500.000,00 voor het totaal van de schadegevallen die zich voordoen, met hierin een minimum van € 250.000,00 voor de schade tengevolge van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek.

4. Duur De polis zal ingaan bij de aanvang van de werken en zal eindigen bij de definitieve oplevering, met een instandhoudingperiode van 1 jaar.


datum

20100519

09-09-2010


5. Bijkomende bepalingen 5.1 Opruiming- en afbraakkosten Voor vergoedbaar schadegeval zullen de opruiming- en afbraakkosten verzekerd zijn tot 20% van de waarde van het op te richten goed en het bestaande gebouw. 5.2 Gekruiste aansprakelijkheid De verzekerden zullen als derden t.o.v. elkaar beschouwd worden. 5.3 Vrijstellingen De vrijstellingen zullen maximum € 2.500,00 bedragen. De vrijstellingen zijn ten laste van de aannemer 5.4 De vergoedingen zullen door de verzekeraar steeds betaald worden, ondanks het eventueel aanvullend karakter van de polis of faillissement van de aannemer. Zodoende treedt de verzekeringsmaatschappij in de rechten van haar verzekerde(n) tegen de verzekeraar(s) die waarborgen door andere polissen verschuldigd zijn, krachtens welke de genoemde vergoedingen hadden moeten betaald worden. 5.5 Volgende schadegevallen moeten door de polis onvoorwaardelijk gedekt zijn. Indien de volgende uitsluitingen in de algemene polisvoorwaarden voorkomen zullen ze geannuleerd worden: schade t.g.v. niet-waterdichte bekleding schade aan kabels en ondergrondse leidingen en de gevolgen ervan. schade door trillingen, wegnemen of verzwakken van steunen schade aan de naburige en aansluitende gebouwen 5.6 Een bewijs dat hij aan zijn verplichtingen voldaan heeft, wordt op eigen beweging door de aannemer voorgelegd voor het begin van de werfen binnen de door de wet gestelde termijnen. Een kopie van de polis wordt overgemaakt aan de diverse verzekerden. 5.7 De polis zal een verklaring omvatten waarbij de verzekeraar zich stellig verbindt onmiddellijk de opdrachtgever en de architect in te lichten: van elke wijziging aangebracht aan de polis van de schorsing of vernietiging van de polis over de weigering van de verzekerde de premie (geheel of gedeeltelijk) te betalen. 5.8 Schade door graafwerken, trillingen, wegnemen of verzwakken van steunen, verlagen van de grondwaterstand en schade aan de naburige en aansluitende gebouwen zullen over de volle schade aan de naburige en aansluitende gebouwen gedekt moeten zijn . De polis moet eveneens de schade dekken te wijten aan ontwerp-, reken-, of tekenfouten en foutieve uitvoering van het werk en dit zowel voor het foutieve deel als voor stoffelijke schade aan het op te richten of te verbouwen gebouw.

2.2.19 Artikel 41 – Draagwijdte van de aansprakelijkheid van de aannemer De aannemer staat ten opzichte van het aanbestedende bestuur in voor al de door hemzelf of door zijn onderaannemers uitgevoerde werken.

2.2.20 Artikel 42 - Wijziging aan de opdracht De overeen te komen eenheidsprijzen voor de bijkomende werken die niet voorzien zijn in het contract en die uitdrukkelijk bevolen worden per brief, ondertekend door de op pagina 1 vermelde persoon, zullen vastgesteld worden rekening houdend met een marge van 15% of 10% voor de algemene onkosten en winsten naargelang deze werken rechtstreeks door de aannemer worden uitgevoerd of door een onderaannemer. Deze prijzen worden door de aannemer herleid naar de datum van aanbesteding. Door zijn bieding aanvaardt de inschrijver de toepassingsmodaliteiten van de CMK-93. Kostenschaal aannemersmateriaal - zoals bepaald in de ornzendbrief van 24/01/1995 (Belgisch Staatsblad van 09.03.1995)


datum

20100519

09-09-2010


2.2.21 Artikel 43, § 2 - Voorlopige oplevering 1. Algemeen De aanvraag tot voorlopige oplevering wordt slechts aanvaard, nadat de resultaten van de voorgeschreven keuringen en proeven ten laste van de aannemer, bekend zijn. De termijn nodig voor deze keuringen en proeven is in de uitvoeringstermijn begrepen. 2. Voorlopige Oplevering. In afwijking met artikel 43, par. 2 M.B. wordt de termijn van voorlopige oplevering op dertig (30) kalenderdagen gebracht na de datum waarop de aannemer het Opdrachtgevend Bestuur bij aangetekend schrijven heeft verzocht tot de voorlopige oplevering. De datum wordt vastgesteld na wederzijdse overeenkomst tussen de verschillende partijen. Bij de voorlopige oplevering zal de aannemer het bewijs moeten leveren, ondertekend door alle betrokken partijen, waaruit blijkt dat bij nazicht van de staat van bevindingen, de eventuele herstellingswerken aan de naburige eigendommen volmaakt werden uitgevoerd. Onafgezien van het feit dat de werken zijn voltooid voor of na de einddatum van de werken dient de aannemer aan de leidend ambtenaar kennis te geven van de voltooiing van de werken en om de voorlopige oplevering verzoeken volgens de modaliteiten bepaald in artikel 43. par. 2. De aannemer neemt op zijn kosten en lasten alle beschermings- en beveiligingswerken op zich welke nodig zijn om zijn werken te beschermen tegen de beschadigingen te wijten aan het slechte weer en aan de vochtigheid en/of aan de werken van de eventuele andere vakgroepen, zodanig dat zijn eigen werken in perfecte staat zouden zijn bij de voorlopige oplevering Hij gaat op zijn kosten en lasten over tot de volledige verwijdering van de beschermingselementen waarvan hij gebruik zou hebben gemaakt, op het ogenblik waarop hiertoe door het bestuur wordt beslist en, later, bij de voorlopige oplevering van de aanneming. De voorlopige oplevering wordt toegestaan indien: -

De werken volledig zijn uitgevoerd overeenkomstig de bestekvoorwaarden waarnaar ze verwijzen en de regels van de vakkennis, onder voorbehoud van het resultaat van de werkingsproeven.

De modaliteiten waaraan de proeven worden onderworpen zijn beschreven in de desbetreffende artikels. Wanneer het bestuur de vervroegde indienststelling van de installatie of gedeelten ervan aan de aannemer oplegt, worden er gedeeltelijke voorlopige opleveringen voorzien voor de werken die in de plaatsbeschrijving voorkomen. Er kan in de processen-verbaal van de gedeeltelijke voorlopige oplevering voorbehoud worden gemaakt voor secundaire of niet noodzakelijke elementen die niet konden worden uitgevoerd rekening houdend met de omstandigheden van de bouwplaats. Vóór de voorlopige oplevering reinigt de aannemer alle lokalen waar hij werken heeft uitgevoerd en alle bouwwerken die hij heeft uitgevoerd alsook de sanitaire installaties. Deze reiniging omvat o.a.: -

het reinigen zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van alle ramen en beglazingen, deuren, schrijnwerk in het algemeen;

-

het reinigen van de vloerbekledingen, vensterbanken, muren en plafonds, ofwel met water, ofwel met water plus een geschikt reinigingsproduct;

-

het ontstoffen en het reinigen van de vloerbekledingen met vast tapijt;

-

het reinigen en het ontstoffen van de stookplaats, allerlei installaties, de sanitaire ruimten, enz...

-

het opruimen en het reinigen van toegangswegen;

-

het in orde brengen en wieden van de grasperken en beplantingen.

Indien de werken worden uitgevoerd in meerdere loten, moeten de voorzorgsmaatregelen en beschermingen voor de voorlopige oplevering van die aard zijn dat de geplande activiteiten van andere loten kunnen plaatsvinden.


datum

20100519

09-09-2010


3. Definitieve Oplevering. In afwijking met artikel 43, par. 4 M.B. wordt de termijn van definitieve oplevering op dertig (30) kalenderdagen gebracht na de datum waarop de aannemer het Opdrachtgevend Bestuur bij aangetekend schrijven heeft verzocht tot de definitieve oplevering. De datum wordt vastgesteld na wederzijdse overeenkomst tussen de verschillende partijen. Voor het verstrijken van de waarborgtermijn zal de aannemer het bewijs leveren, ondertekend door alle betrokken partijen, waaruit blijkt dat bij het nazicht van de staat van bevindingen, de herstellingswerken en het definitief in orde brengen van de schade aan naburige eigendommen werden uitgevoerd. De aannemer kan per aangetekend schrijven, een verzoek indienen voor een voorafgaandelijk bezoek van de uitgevoerde werken, die zal plaats vinden vijftien (15) kalenderdagen voor de vastgestelde datum van definitieve oplevering.

2.2.22 Artikel 48 - Middelen van optreden van het bestuur De toepassing van straffen, boetes en maatregelen van ambtswege bepaald in artikel 20 en artikel 48 van de algemene aannemingsvoorwaarden verhindert niet dat de in gebreke gebleven aannemer ertoe gehouden is om tegelijk de aanbestedende overheid volledig te vrijwaren tegen elke eis tot schadevergoeding vanwege derden (aannemers, studiebureaus, buren etc......).


datum

20100519

09-09-2010


2.3 CONFORM BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 14 DECEMBER 2001 2.3.1 Algemeen Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, gewijzigd bij besluist van de Vlaamse regering van 20 september 2002 (BS 30 oktober 2002) van toepassing. Hieronder wordt de inschrijver specifiek de aandacht getrokken op hoofdstuk V artikel II betreffende de bescherming van het vakmanschap. De tekst werd overgenomen uit het bovenvermelde besluit. HOOFDSTUK V

MAATREGELEN TER BEVORDERING RESTAURATIEWERKZAAMHEDEN

AFDELING II

Bescherming van het vakmanschap

VAN

DE

KWALITEIT

VAN

DE

2.3.1 Artikel 30 § 1. In de overeenkomst, af te sluiten tussen de premienemer en de uitvoerder van de restauratiewerkzaamheden, moet uitdrukkelijk worden bepaald dat hij minstens 50 % van de restauratiewerkzaamheden, bepaald op basis van de kostprijs, met eigen personeel zal uitvoeren. De premie kan niet worden toegekend als aan deze bepaling niet is voldaan. Hiervan kan afgeweken worden naar gelang van de aard van de restauratiewerkzaamheden of ten behoeve van de coördinatie van de restauratiewerkzaamheden. Deze afwijking wordt voorgesteld door de ontwerper en moet vooraf goedgekeurd worden door de Vlaamse regering.

§ 2.Onder gespecialiseerde restauratiewerkzaamheden worden begrepen: 1° orgels, beiaarden, torenuurwerken, luiklokken; 2° historische instrumenten; 3° beeldhouwwerken (hout en steen), grafstenen; 4° panelen, schilderijen, muurschilderingen; 5° muurbekledingen, textiel; 6° bomen, historische tuinen; 7° meubilair, lambriseringen, tuinen straatmeubilair; 8° heraldische wapens en symbolen; 9° glasramen; 10° smeedwerk; 11° archeologisch bodemonderzoek; 12° industrieelarcheologische instrumenten, machines en objecten; 13° en andere cultuurgoederen die integrerend deel uitmaken van een monument, inzonderheid de bijhorende uitrusting en de decoratieve elementen. § 3. In geval van onderaanneming voor de gespecialiseerde restauratiewerkzaamheden, vermeld in § 2, moet de uitvoerder per specialiteit minstens drie onderaannemers opgeven en de garantie geven dat met één ervan gewerkt zal worden. Deze onderaannemers zijn onderworpen aan dezelfde criteria met betrekking tot referenties en studie- en beroepskwalificaties als de uitvoerders. Hiervan kan afgeweken worden naar gelang van de aard


datum

20100519

09-09-2010


van de restauratiewerkzaamheden of ten behoeve van de coördinatie van de restauratiewerkzaamheden. Deze afwijking wordt voorgesteld door de ontwerper en moet vooraf goedgekeurd worden door de Vlaamse regering. § 4. Wanneer tijdens de uitvoering van de opdracht alle opgegeven onderaannemers verhinderd zijn als gevolg van duidelijke overmacht, geeft de aannemer drie nieuwe onderaannemers op. Zij moeten eveneens beantwoorden aan de in artikel 25 vermelde selectiecriteria. Het opdrachtgevende bestuur beslist over de aanvaarding van de onderaannemers.

2.3.2 Artikel 31 § 1. In de overeenkomst, afgesloten tussen de premienemer en de uitvoerder van de restauratiewerkzaamheden, moet uitdrukkelijk worden bepaald dat: a) de uitvoerder verplicht is een register bij te houden van de restauratiewerkzaamheden die hij door onderaannemers laat uitvoeren; b) de uitvoerder die in strijd met de bepalingen van dit besluit, inzonderheid artikel 31, § 1, a, meer dan de helft van de restauratiewerkzaamheden waarvoor de restauratiepremie is toegekend door onderaannemers laat uitvoeren, afziet van de betaling van één derde van het bedrag dat deze helft overtreft; c) de uitvoerder die geen register van de door onderaannemers uitgevoerde restauratiewerkzaamheden bijhoudt, geacht wordt de restauratiewerkzaamheden volledig te hebben laten uitvoeren door onderaannemers en afziet van de betaling van één derde van de kostprijs van de helft (of één zesde) van de restauratiewerkzaamheden. § 2. Als gevolg van de bepalingen van § 1 eventueel teveel betaalde bedragen (voorschotten en/of saldo) moeten terugbetaald worden aan de Vlaamse regering, die na inhouding van het eigen aandeel ze zal uitkeren aan de rechthebbende overheden in verhouding tot de door elk van hen toegekende bedragen.


datum

20100519

09-09-2010


2.4 BIJKOMENDE BEPALINGEN 2.4.1 Maatregelen tegen de activiteiten van koppelbazen Zijn van toepassing: -

De omzendbrief O.W. nr. 512-87 d.d. 02.04.1979;

-

Het K.B. van 08.03.1990 (B.S. d.d. 27.03.1990) betreffende het bijhouden van de individuele fiche van de werknemer;

-

Het K.B. van 12.03.1990 ( B.S. d.d. 27.03.1991) tot uitvoering, in het kader van de maatregelen tegen de activiteiten van de koppelbazen, van sommige bepalingen van art. 30ter van de Wet van 27.06.1969 tot herziening van de Besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

-

Het K.B. van 12.03.1990 (B. S. d.d. 27.03.1990) tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de Programmawet van 06.07.1989, op het stuk van de maatregelen tegen de activiteiten van de koppelbazen;

-

Het K.B. van 12.03.1990 (B.S. d.d. 27.10.1990) en bijlage, tot uitvoering van art. 30ter § 4 van de Wet van 27.06.1969 tot herziening van de Besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders.

-

Overeenkomstig hoofdstuk V van de 'Welzijnswet' van 4-08-96 (BS 18-09-1996) en rekening houdend met de vooruitzichten van de publicatie van de uitvoeringsbesluiten (voorzien eind 1998) wordt in dit bestek 'de coördinatie op de bouwplaats' reeds voorgeschreven. Deze regelgeving is immers een omzetting van de Europese richtlijnen 92/57/EEG welke reeds op 1. 01.1994 moest omgezet zijn in Belgisch recht. Voor aanbestedingen welke Europees moeten gepubliceerd worden is deze richtlijn dus van toepassing.

2.4.2 Meldingsplicht. Overeenkomstig omzendbrief O.W. n° 512-106 d.d. 17.01.1985: De bijzondere aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14.02.1980 en 29.03.1984 (B.S. d.d. 05.08.1980 en 14.07.1984) gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf, betreffende de meldingsplicht inzake Veiligheid en Hygiëne.

2.4.3 Schade aan ondergrondse installaties. Overeenkomstig omzendbrief O.W. n° 512-107 d.d. 12.03.1985: Het in toepassing stellen van de praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken en zijn bijdrage, maakt integrerend deel uit van onderhavige aanneming.


datum

20100519

09-09-2010


2.4.4 Veiligheidscoördinatie De aannemer is verplicht zich te schikken naar de onderrichtingen van de door het Bestuur aangestelde veiligheidscoördinator verwezenlijking conform de wet van 4 augustus 1996 en de latere uitvoeringsbesluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

2.4.5 Door aannemer aan te leveren documenten vóór aanvang der werken -

Alle gevraagde documenten volgens het Administratief en Bijzonder Bestek

-

Overzichtsplanning van het totaalproject

-

Overzichtslijst van alle aan te leveren technische fiches en stalen

-

Gedetailleerd werfinrichtingsplan

Op vraag van het Bestuur of het Ontwerpteam moet de aannemer bepaalde uitvoeringsdocumenten (zie verder) reeds voor aanvang der werken ter goedkeuring voorleggen.

2.4.6 Goedkeuringsprocedure van de uitvoeringsdocumenten Algemeen. Ieder document wordt verspreid met een verzendingsnota. Procedure. Het gecoördineerde uitvoeringsdocument (plannen, steekkaarten, certificaten van proeven en testen...) wordt aan de Bouwdirectie ter goedkeuring voorgelegd . Iedere betrokken partij van de Bouwdirectie en eventueel de Bouwheer controleert de documenten op basis van de overeenkomstdocumenten naar conformiteit. Zij brengen hun advies uit . Dit advies kan de volgende vormen aannemen: -

negatief.

-

goedkeuring onder voorbehoud (voorbehoud kan slechts slaan op minieme, niet essentiële, detailopmerkingen).

-

goedkeuring.

Bij negatief advies dient het document heropgemaakt en opnieuw voorgelegd te worden aan de Bouwdirectie om voor een tweede maal de goedkeuringsprocedure te doorlopen. Bij "Goedkeuring onder Voorbehoud" wordt het document op punt gesteld. De Ontwerper toetst als laatste het document aan de hand van het uitgebrachte advies. Bij positief advies krijgt het originele document (R) op de hoofding en identificatienota een stempel van de Ontwerper met de vermelding: "goedgekeurd", datum beoordeling, codering plan, handtekening.

2.4.7 Verspreiding documenten "Goed voor Uitvoering". De Aannemers van de respectieve percelen maken de nodige reproducties en copies op van de documenten met visa “Goed voor Uitvoering”. De documenten zijn te overhandigen in DIN-formaat (A0 tot A4), geplooid tot DIN A4-formaat.


datum

20100519

09-09-2010


2.4.8 Uitvoeringsdocumenten De layout van alle voorbladen, verslagen, verzendingsnota‟s,… Uitvoeringsplanning -

de gedetailleerde planning van het volledige project op basis van de termijnen opgegeven in algemene voorwaarden.

Uitvoeringstekeningen -

alle plannen op schaal 1/50 of 1/100

-

alle detailtekeningen op schaal 1/1, 1/2, 1/5, 1/10 of 1/20, volgens toepassing

De aannemer zal bij het opstellen van de uitvoeringstekeningen rekening houden met de recentste uitvoeringsplannen m.b.t. architectuur, stabiliteit en technieken. Een aanpassing van de inplanting van technieken of constructieve elementen t.o.v. het aanbestedingsdossier kan niet verrekend worden in studiekosten en is bijgevolg inbegrepen in het geheel der aanneming. Technische documentatie -

systeemomschrijvingen en -tekeningen

-

technische fiches met performanties en bijhorende normen

-

attesten

-

testverslagen van proeven

Berekeningsnota‟s -

de berekeningsnota‟s zoals gevraagd in de technische bepalingen.

Stalen/Proeven -

stalen en proefopstellingen op ware grootte

2.4.9 As-built dossier Op het einde van de studie, en ten laatste voor de rondgangen van de voorlopige oplevering, geeft de Aannemer een volledig dossier (planafdrukken, plannen op CAD, handleidingen, ; onderhoudsinstructies, schema's en documenten ...) opgesteld in de loop van de onderneming en wel op punt gesteld "as built" aan de Bouwdirectie, eventueel in verkleind formaat. De plannen worden getekend op DIN-formaat (A0 tot A4) en geplooid op DIN A4-formaat. Na uitvoering der werken stelt de Aannemers een as-built dossier samen dat een perfecte weergave is van de uitgevoerde werken en dat beantwoordt aan de volgende eisen: Het as-built dossier omvat de volgende documenten: zoals beschreven in de technische bepalingen


datum

20100519

09-09-2010


DEEL III TOELICHTING BIJ DE SPONSORING EN/OF PARTICIPATIE 3.1 Inleiding Aan alle kandidaten die in aanmerking willen komen voor sponsoring en/of participatie, wordt de gelegenheid gegeven om mee te dingen. Daarom dienen zij zich in te schrijven voor één of meerdere items:  sponsoring op de posten die in de lijst voorkomen, waarvoor zij sponsoring wensen te geven;  participatie of sponsoring met liquide middelen;  sponsoring van materialen die wegens onvoorziene omstandigheden niet in de lijst opgenomen zijn;  sponsoring van materialen die kunnen bijdragen tot de verhoging van de principes van het UD Woonlabo of/en bijzondere inrichtingsideeën. Door de wetgeving op de overheidsopdrachten toe te toepassen verzekert de opdrachtgever dat de concurrentie maximaal en transparant is. De opdrachtgever dient hiervoor een maximale openbaarheid van bestuur te garanderen. Wij hanteren daarom de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. De sponsor haalt een bepaald voordeel uit de reclame ten voordele van hem (Zie: Toelichting van de projecten pagina 5). De aanbestedende overheid heeft verplichtingen ten opzichte van het privébedrijf.

3.2 Selectie van sponsors Het aanleggen van een kandidatenlijst voor sponsoring en het doel van de onderhandelingsprocedure is:  de meest performante inrichting, materialen en producten in het kader van Universal Design Woonlabo te verwerven;  de economisch voordeligste offerte te bepalen. Er wordt met de verschillende kandidaten, die ingeschreven hebben op de te sponsoren posten onderhandeld.

3.3 Vermelding van sponsors in de communicatie De vermelding van logo‟s dient discreet te gebeuren en ondergeschikt zijn aan de verplichte vermelding (signatuur) van de «Vlaamse overheid» conform de huisstijlregels. Deze signatuur gaat vooraf aan de vermelding van de logo‟s van de commerciële sponsors. In Vlaamse overheidscommunicatie mogen bedrijfsnamen, merknamen, producten of producttypes die met één of meerdere bedrijven in verband kunnen worden gebracht, voorkomen, mits rekening wordt gehouden met norm 3.B. (de overheid communiceert commercieel neutraal). Dit betekent concreet dat: - dergelijke vermeldingen informatief relevant moeten zijn. De afweging „informatieve relevantie‟ wordt overgelaten aan de journalistieke autonomie van de redactie/redacteur; - bedrijfsnamen, merknamen, producten of producttypes die met één of meerdere bedrijven in verband kunnen worden gebracht, niet met elkaar worden vergeleken in de zin dat er, bewust of onbewust, oordelen of voorkeuren worden uitgesproken; - er in de tekst niet uitsluitend of eenzijdig wordt verwezen naar één merk, één bedrijf of één producttype, waaruit een voorkeur voor een merk, een bedrijf, een product of producttype van een bedrijf blijkt of zou kunnen blijken.


datum

20100519

09-09-2010


3.4 Sponsoring In dit dossier bieden wij de inschrijvers 2 keuzemogelijkheden waarvoor wij telkens 3 sponsorpakketten voorzien:

Keuzemogelijkheid 1: Sponsoring in materiële middelen en/of diensten: ° Formule A: ° Formule B: ° Formule C: ° Formule D:

< € 7.500 € 7.500 - € 15.000 € 15.000 - € 25.000 > € 25.000

Keuzemogelijkheid 2: Sponsoring in liquide middelen: * Formule B: * Formule C: * Formule D:

€ 7.500 € 15.000 > € 40.000

Hiervoor voorzien wij 3 spreidingsmogelijkheden: * Formule B, C en D: éénmalige betaling mogelijk * Formule C en D: mogelijkheid tot betaling met een spreiding over 3 jaar * Formule D: mogelijkheid tot betaling met een spreiding over 5 jaar

Wij streven ernaar om onze partners zo veel mogelijk return te bezorgen en zorgen voor een zo groot mogelijke uitstraling via een uitgebreide regionale en nationale promotie- en perscampagne. De initiatiefnemers staan open voor uw voorstellen.

Formule A

Formule B

Formule C

Formule D

Miniformaat

= Formule A + … Miniformaat

= Formule B + … Medium formaat

= Formule C + … Maxiformaat

Demoruimte - Demonstratie van het getoonde materiaal - Elementen die aanwezig zijn worden voorzien van logo en naam (indien van toepassing) Betrokkenheid - Bij onderzoekstrajecten inzake Universal Design in het Woonlabo Toegang tot het Woonlabo - 1 gratis infosessie & rondleiding met gids (max. 10 personen) - Uitnodiging officiële opening van het woonlabo (max. 2 personen)

Visibiliteit tijdens de werken - Logovermelding: o Op de website Visibiliteit tijdens de opening - Logovermelding: o Op de presentatie Visibiliteit na de werken - Logovermelding: o Op de website

Toegang tot het Woonlabo - 1 gratis gebruik van congresruimte met toegang tot het woonlabo (ikv vorming en/of receptie¹ – max. 20 personen) - Uitnodiging officiële opening van het woonlabo (max. 4 personen) ¹Catering wordt uitsluitend verzorgd door PHL Congress aan standaard tarief! Visibiliteit tijdens de werken - Logovermelding: o Op het participatiebord of werfdoek - Naamvermelding: o Op de infobrochure o De presentaties van het Woonlabo

Visibiliteit na de werken - Logovermelding: o Op het participatiebord *Het PHL-bestuur beslist over de inhoud en en de layout van het participatiebord of werfdoek

Toegang tot het Woonlabo - 1 gratis innovatiesessie (rondleiding door het Woonlabo verzorgt, op maat van uw bedrijf en product – max. 20 personen)

Visibiliteit tijdens de werken - Logovermelding: o Op de infobrochure o Op de presentaties van het Woonlabo

Visibiliteit na de werken - Logovermelding: o Op de infobrochure o Op de presentaties van het Woonlabo

Toegang tot het Woonlabo - 1 extra gratis infosessies & rondleidingen met gids - 1 extra gratis innovatiesessies (rondleiding door het Woonlabo verzorgt, op maat van uw bedrijf en product) of 1 extra gratis gebruik van congresruimte met toegang tot het Woonlabo (ikv vorming en/of receptie¹, max. 20 personen) Visibiliteit tijdens de werken - Logovermelding: o Op het werfdoek (formaat ifv het bedrag) Visibiliteit tijdens de opening - Logovermelding o Op de promostand (in onderling overleg) Visibiliteit na de werken - Logovermelding: o Op de publicaties door de mediapartner(s) Ifv het bedrag kunnen specifieke PR-activiteiten besproken worden

DEEL IV BEPALINGEN I.V.M. SPONSORING TEN BEHOEVE VAN DE AANNEMERS

4.1

WEGLATING VAN WERKEN EN BIJKOMENDE WERKEN

4.1.1 Het recht van de opdrachtgever om wijzigingen aan te brengen aan de werken en de materialen. De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een openbare aanbesteding en een onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking voor bepaalde posten (zie toegevoegde lijst) van de opdracht voor het dossier van het Universal Design Woonlabo. Elke inschrijver voor de openbare aanbesteding dient een offerte in voor alle posten. In de aanneming zijn een aantal posten, die in aanmerking komen voor sponsoring, opgesplitst in werken en in materialen. De bouwheer (BH) behoudt zich het recht voor om eenzijdig wijzigingen aan te brengen aan de initiële aanneming en bepaalde delen van de aanneming weg te laten. Hierbij kan de BH opteren om bepaalde delen van de aanneming (werken en/of materialen) toe te vertrouwen aan andere aannemers en/of leveranciers uitsluitend omwille van sponsoring, aangesteld en vergoed door de BH. Dit dient uitdrukkelijk en schriftelijk te gebeuren door de BH, doch zonder andere formaliteiten te moeten vervullen. In voorkomend geval zal de AA gehouden zijn samen te werken met deze andere aannemers en/of leveranciers met het oog op een coherente en eenvormige uitvoering van de bouwwerken. Het gevolg van deze wijzigingen of weglatingen op het bedrag van de forfaitaire prijs zal geregeld worden via verrekeningen op basis van eenheidsprijzen van deze aanbesteding. (zie gedetailleerde meetstaat) Aan de aannemer wordt voor posten die uit de ingediende offerte kunnen worden gehaald omwille van externe sponsering een coördinatievergoeding toegekend. De aannemer voorziet deze coördinatiefee in zijn offerte. Deze coördinatievergoeding zal worden besproken met de ontwerper en worden berekend op het toewijzings/sponsorbedrag op die welbepaalde post. De mogelijke coördinatiefee wordt afgetopt tot een maximun van 5%. De bepalingen van artikel 19 – opleveringen en waarborgen - voor posten die uit de offerte kunnen worden gehaald, blijven behouden voor zowel de uitvoerders als de sponsors .

4.1.2 Voorafgaande toelating van de opdrachtgever De A.A. mag geen enkel werk uitvoeren dat niet in de forfaitaire prijs is inbegrepen en dat meer- of minderkosten ten laste van de opdrachtgever zou veroorzaken, zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de opdrachtgever (O.G.). Bovendien, van zodra de A.A. op de een of andere manier kennis heeft kunnen nemen van een wijziging van de werken die prijs- of termijnconsequenties kan hebben, is hij verplicht binnen de 48 uur het feit aan de O.G. te melden. De prijsvermeerdering of -vermindering, die deze wijziging teweegbrengt, zal door de A.A. zo snel mogelijk en uiterlijk na twee weken overgemaakt worden aan de O.G. evenals de invloed die deze wijziging heeft op de uitvoeringstermijn. Wanneer de A.A. een aanvraag voor prijswijziging of verlenging van termijn zo laat indient dat de O.G. omwille van de vordering van de studies en/of de werken, niet meer in de mogelijkheid is om deze wijziging hetzij te weigeren, hetzij een betere oplossing ervoor te zoeken, dan heeft de O.G. het recht om zelf te bepalen in welke mate de forfaitaire prijs en/of de contractuele uitvoeringstermijn zal worden aangepast.


datum

20100519

09-09-2010


4.1.3 Uitvoeringstermijn Behoudens formele en geschreven overeenkomsten tussen beide partijen, leiden eventuele bijkomende werken niet tot een verlenging van de uitvoeringstermijn van de werken. Indien wijzigingen aan het project of gelijk welke andere omstandigheid invloed hebben op de uitvoeringstermijn, dient de AA dit te melden aan de BH binnen de 48 uur nadat de AA kennis heeft kunnen nemen van dat feit.

4.1.4 Afwezigheid van overeenkomst Alle bijkomende werken, uitgevoerd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande en geschreven overeenkomst tussen de AA en de BH, worden beschouwd als inbegrepen in de prijs. Een dergelijk akkoord tussen partijen kan blijken uit een door beide partijen schriftelijk goedgekeurd werfverslag of een door beide partijen schriftelijk en uitdrukkelijk geformuleerd akkoord.

4.1.5 Aparte overeenkomsten en werken De AA moet zich houden aan de aanwijzingen van de BH om de uitvoering van overeenkomsten rechtstreeks afgesloten door de opdrachtgever of derden mogelijk te maken.


DEEL V


datum

20100519

09-09-2010


TECHNISCH REGLEMENT INNAME OPENBAAR DOMEIN IN FUNCTIE VAN WERVEN EN/OF VERKEERSBELEMMERINGEN

Uittreksel uit de gemeenteraadsbeslissing d.d. 27 april 2010 1. Algemeen Art. 1 Dit reglement is van toepassing op het volledige grondgebied van de stad Hasselt. Art. 2 Niemand mag zonder voorafgaande schriftelijke vergunning het openbaar domein innemen voor het plaatsen van eender welke constructie. Art. 3 Er wordt enkel een vergunning verleend voor inname van het openbaar domein in functie van werven en/of verkeersbelemmeringen indien er geen aanvaardbaar alternatief is. Art. 4 De vergunninghouder is bovendien verplicht om het openbaar domein zo beperkt mogelijk (in tijd en in ruimte) in te nemen en dient, van zodra de werken beëindigd zijn of zodanig gevorderd zijn dat de inname niet meer noodzakelijk is, het openbaar domein te ontruimen en desgevallend te herstellen in de staat waarin deze zich bevond bij aanvang van de inname en/of zoals vermeld in de plaatsbeschrijving. Art. 5 De vergunning wordt steeds ten voorlopige titel afgeleverd. De vergunning wordt dus precair en herroepbaar afgegeven, in de vorm van een persoonlijke titel, die de stad niet aansprakelijk stelt en behoudens rechten van derden. Art. 6 De stad Hasselt behoudt zich dus te allen tijde het recht voor om een vergunning in te trekken, aan te passen, enz. in functie van de concrete situatie en dit zonder dat er aanspraak kan gemaakt worden op enige schadeloosstelling, van welke aard ook.

2. De aanvraag voor een vergunning 2.1 Algemene bepalingen Art. 7 §1 De aanvraag voor een vergunning inname openbaar domein in functie van werven en/of verkeersbelemmeringen moet door de belanghebbende zelf aangevraagd worden bij de stedelijke dienst mobiliteit, Dr Willemsstraat 34, 3500 Hasselt. §2 De aanvraag voor een vergunning moet minimum 14 kalenderdagen voor de aanvang van de werken gebeuren. Deze periode is noodzakelijk om de hulpdiensten te verwittigen, bijkomende informatie aan te vragen, het signalisatieplan goed te keuren en/of te wijzigen,... §3 Elke nieuwe aanvraag gebeurt door middel van het daartoe ter beschikking gestelde standaardformulier. Art. 8 Dit aanvraagformulier wordt opgesteld in tweevoud, behoorlijk ingevuld en ondertekend en moet vergezeld zijn van: - een inrichtingsplan (op schaal van minimum 1/200) van de werf met aanduiding van wat en waar er op het openbaar domein komt te staan met vermelding van de oppervlakte die wordt ingenomen en desgevallend met aanduiding van de gewenste afsluiting van een straat(deel); - een signalisatieplan dat voldoet aan de wettelijke vereisten; - een plaatsbeschrijving van het openbaar domein met vermelding van eventuele gebreken (gestaafd door fotomateriaal). Indien deze plaatsbeschrijving ontbreekt, wordt het openbaar domein in een goede staat geacht; - een kopie van de stedenbouwkundige vergunning, indien de aanvraag betrekking heeft op werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is;


-


datum

20100519

09-09-2010


een plan van aanpak en timing van de uit te voeren werken indien de aanvraag een inname betreft van meer dan 10 werkdagen; een ontwerp voor aan de werfafsluiting te bevestigen doeken/panelen indien de aanvrager geen gebruik wenst te maken van de doeken van de stad Hasselt; een schriftelijke akkoordverklaring van eigenaar/huurder van het pand indien de inname gebeurt voor andermans gevel.

Art. 9 De vergunning wordt op naam van de aanvrager afgeleverd. Het origineel moet steeds op de werf aanwezig zijn. Art. 10 Een aanvraag voor verlenging van de vergunning kan uitsluitend door de oorspronkelijke aanvrager ingediend worden en dit dient schriftelijk te gebeuren uiterlijk 5 werkdagen voor het verstrijken van de periode waarvoor de vergunning verleend werd

2.2 Bijzondere bepalingen voor aanvragen mbt innames op of binnen de groene boulevard tijdens kerst- en koopjesperiode Art. 11 Tijdens de Kerst- en koopjesperiode van 1 december tot 15 januari, zullen vergunningen voor inname openbaar domein op of binnen de groene boulevard, gefaseerd toegestaan worden. §1 Fase 1: Geldig tussen 1 december en de vrijdag voorafgaand aan de eerste koopzondag (ongeveer midden december) = uitdoofperiode: 1° Een beperkt aantal innames van openbaar domein worden tijdens deze uitdoofperiode nog toegestaan zoals: 1. verhuizen en leveren van meubels en/of huisraad, 2. dringende herstellings- en wegenwerken, 3. plaatsen van een container, 4. leveringen van materialen, 5. plaatsen van stellingen, 6. stapelen van bouwmaterialen, 7. plaatsen van werfafsluiting en werfketen en werken met een mobiele kraan mits er GEEN afsluiting van de rijweg is, 8. het storten van beton, uitgezonderd in het voetgangersgebied, indien er GEEN afsluiting van de rijweg is, op voorwaarde dat de inname van het openbaar domein uiterlijk op bovenvermelde einddatum volledig beëindigd is. 2° Een aantal innames van openbaar domein worden niet toegestaan zoals: 1. opstarten van nieuwe werven, 2. plaatsen van een bouwkraan, 3. verlengen van bestaande innames voor werven (aannemers moeten de werfzone terug brengen tot tegen de gevel en alles moet opgeruimd en grondig schoongemaakt worden), 4. parkeren in het voetgangersgebied, 5. grote en niet dringende wegenwerken, 6. afsluiten van de rijweg, 7. storten van beton in het voetgangersgebied tussen 9.00 u.en 19.00 u., 8. nachtvergunningen (vb. om te polieren), 9. inname van het openbaar domein voor werken op de verschillende pleinen van de Stad Hasselt waar evenementen voorzien zijn nl. Grote Markt, Molenpoortplein, kol. Dusartplein, Capucienenplein, Leopoldplein tussen Koning Albertstraat en kleine Ridderstraat. Deze opsomming is niet limitatief. §2 Fase 2: Geldig tussen het einde van de uitdoofperiode (ongeveer midden december) en 15 januari: 1° Een beperkt aantal innames van openbaar domein w orden toegestaan vanaf het einde van de uitdoofperiode tot uiterlijk 15 januari zoals: 1. verhuizen en leveren van meubels vanaf 18.00 u. tot 11.00 u. 2. parkeren van voertuigen op parkeerplaatsen, 3. dringende herstellings- en wegenwerken.


datum

20100519

09-09-2010


2 ° Een aantal innames van openbaar domein worden n iet toegestaan zoals: 1. parkeren in het voetgangersgebied, 2. plaatsen van stellingen en containers, 3. innames met werfketen, werfafsluitingen, bouwkranen, 4. stapelen van bouwmaterialen op het openbaar domein, 5. opstarten van nieuwe werven en/of plaatsen van bouwkranen, 6. verlengen van bestaande innames voor werven (aannemers moeten de werfzone terug brengen tot tegen de gevel en alles moet opgeruimd en grondig schoongemaakt worden), 7. grote en niet dringende wegenwerken, 8. afsluiten van de rijweg, 9. storten van beton tussen 9.00 u. en 19.00 u., 10. nachtvergunningen (vb. om te polieren), 11. inname op de verschillende pleinen van de stad Hasselt waar evenementen voorzien zijn nl. Grote Markt, Molenpoortplein, Kol. Dusartplein, Capucienenplein, Leopoldplein tussen Koning Albertstraat en kleine Ridderstraat, 12. Verhuizen, leveren van meubels en/of huisraad in elk voetgangersgebied en afhankelijk van het gebied tussen 11.00 u. of 13.00 u. en 18.00 u., Deze opsomming is niet limitatief. Art. 17 Het is verboden puin of bouwstoffen op de openbare weg; in de riolen of waterleidingen te storten. Art. 18 Materiaal en puin moet voorzichtig naar beneden gehaald worden en tegen het gebouw of de afsluiting geplaatst worden. Om puin te verwijderen, vanaf de 1 ste verdieping of hoger, moet gebruik gemaakt worden van een stortkoker. Art. 19 Wanneer er werken worden uitgevoerd, waarbij stof vrij komt, moet er gebruik gemaakt worden van water om de stofverspreiding te verhinderen en zo de overlast te beperken tot het minimum. Art. 20 De voertuigen die bouwstoffen aanbrengen of weghalen bv. aarde, steengruis moeten gelijklopend met het gebouw (en onder geen enkel beding dwars) op de openbare weg worden geparkeerd. Art. 21 Bijzondere toeleveringen die bijkomende hinder veroorzaken zijn slechts toegelaten na voorafgaand overleg met de dienst mobiliteit. Art. 22 De omgeving van de werf (openbaar domein) moet steeds proper gehouden worden. Modder,stof,steengruis…moet onmiddellijk verwijderd worden.

3.4 Bescherming van het openbaar domein Art. 23 Er dienen steeds de noodzakelijke maatregelen genomen te worden om het openbaar domein te beschermen tegen krassen, barsten, e.d…. Art. 24 Desgevallend zal de dienst mobiliteit een planken vloer laten voorzien over de hele breedte van de gevel ter vervanging van het voetpad. Art. 25 Het openbaar domein en de omgeving van de werf moet beschermd worden tegen vallend puin. 3.5 Aanvullende veiligheidsmaatregelen Art. 26 Indien de dienst mobiliteit het nodig acht wordt de aanvrager/vergunninghouder verplicht een tweede omheining te plaatsen. Art. 27 §1 Zij kunnen eveneens verplicht worden een overdekte tunnel met een minimumbreedte van 1,50 m te voorzien. §2 Deze overdekte tunnel moet voorzien zijn van verlichting. Indien de tunnel gelijk aan of langer is dan 10 m, moet er om de 5 m. een vluchtopening zijn. De tunnel moet obstakelvrij zijn en toegankelijk voor rolstoelgebruikers.


datum

20100519

09-09-2010


§ 3 De tweede omheining en/of tunnel moet voorzien zijn van de wettelijk vereiste signalisatie.

4. Signaleren van werken en verkeersbelemmeringen Art. 28 §1 De vergunninghouder dient zelf te zorgen voor de wettelijk vereiste signalisatie. §2 Eventueel kan hij de signalisatieborden huren bij de stad Hasselt die dan ook zorgt voor de plaatsing en ophaling. §3 Vanaf de plaatsing van de signalisatieborden is de vergunninghouder aansprakelijk voor alle schade die door de signalisatie veroorzaakt wordt.

5. Inname openbaar domein als werfzone en/of voor het plaatsen van een container 5.1 Waarborg voor aanvang der werken Art. 29 §1 Indien het openbaar domein wordt ingenomen als werfzone en/of voor het plaatsen van een container, dient de vergunninghouder voor de aanvang der werken een waarborg te betalen gelijk aan 250 euro/m² ingenomen openbaar domein hetzij in speciën, hetzij onder de vorm van een bankgarantie in te dienen bij de stad Hasselt. §2 De bankgarantie moet de verbintenis van de bank inhouden dat de bank de door de vergunninghouder verschuldigde waarborg op eenvoudig verzoek van de stad Hasselt zal betalen, indien de bij het einde van de inname vastgestelde schade aan het openbaar domein niet tijdig wordt hersteld, zoals in artikel 31 en 32 van dit reglement bepaald. §3 Het bedrag van de verschuldigde waarborg en de betalingswijze zal in de vergunning worden vermeld.

5.2 Einde inname : controle en herstellen openbaar domein Art. 30 Op de eerste werkdag na het vervallen van de vergunning, zal een beëdigd ambtenaar van de stad Hasselt het ingenomen openbaar domein controleren. Hij zal hiervan een proces-verbaal van vaststelling opmaken. Dit proces-verbaal wordt aangetekend aan de vergunninghouder verstuurd. Art. 31 §1 Indien er schade werd vastgesteld, dient de vergunninghouder deze binnen de 10 werkdagen te herstellen. De hersteltermijn wordt gerekend van de dag volgend op de aangetekende verzending. §2 Na het verstrijken van de toegekende hersteltermijn, volgt een nieuwe controle door een beëdigd ambtenaar waarvan een proces-verbaal wordt opgemaakt dat tevens aangetekend aan de vergunninghouder wordt verstuurd. §3 Indien in dit proces-verbaal wordt vastgesteld dat de schade aan het openbaar domein niet of niet volledig hersteld werd, zal de stad Hasselt ambtshalve en zonder enige ingebrekestelling, de herstelling (laten) uitvoeren. Art. 32 §1 De gestelde waarborg zal gebruikt worden om de kosten van de ambtshalve uitgevoerde herstelling te voldoen. §2 Wanneer de gestelde waarborg niet toereikend is, wordt het saldo van de herstellingskosten teruggevorderd van de vergunninghouder.

5.3 Vrijgave waarborg Art. 33 §1 De waarborg wordt slechts vrijgegeven indien uit het proces-verbaal van vaststelling bij einde van de inname blijkt dat het openbaar domein niet beschadigd werd of volledig hersteld werd. §2 De vrijgave zal ten laatste 45 kalenderdagen na datum van het bovenvermelde proces-verbaal gebeuren.


datum

20100519

09-09-2010


6. Inname openbaar domein zonder vergunning 6.1 Algemeen Art. 34 §1 Bij vaststelling door een beëdigd ambtenaar van inname van openbaar domein zonder vergunning, dient de plaats onmiddellijk in de oorspronkelijke staat hersteld te worden op eerste verzoek van de bevoegde personen. §2 Indien de overtreder nalaat dit te doen, zal dit ambtshalve, zonder dat enige ingebrekestelling vereist is, door de stad gebeuren. §3 Alle kosten die hieruit voortvloeien, zullen worden teruggevorderd van de overtreder. §4 De niet-vergunde inname zal bovendien aangerekend worden conform het belastingsreglement. 6.2 Meer-inname Art. 35 §1 Indien de inname zonder vergunning een meer-inname betreft, nl. dat de reëel ingenomen oppervlakte groter is dan de vergunde oppervlakte, zal een proces-verbaal van vaststelling opgemaakt worden door een beëdigd ambtenaar. §2 Er moet dan een aanvraag ingediend worden om een nieuwe vergunning te verkrijgen voor het geheel van de werf inclusief de meer-inname. Indien de meer-inname niet vergunbaar is, moet de inname onmiddellijk teruggebracht worden tot de vergunde oppervlakte en wordt toepassing gemaakt van artikel 34 van dit reglement.

7. Badge voor toegang tot voetgangersgebied Art. 36 §1 Om te werken in voetgangersgebieden kan bij de stedelijke dienst mobiliteit een badge aangevraagd worden. Deze badge is alleen geldig voor het voertuig en de periode zoals vermeld op de samen met de badge afgeleverde kaart. §2 Na betaling van een waarborg van 50 euro, kan de badge afgehaald worden op de stedelijke dienst mobiliteit. §3 De waarborg wordt terugbetaald indien de badge tijdig wordt ingeleverd bij de stedelijke dienst mobiliteit. Bij verlies of niet tijdig inleveren van de badge, kan er geen aanspraak meer gemaakt worden op de waarborg. §4 Bij misbruik kan de badge ingetrokken worden.

8. Opheffing Art. 37 Alle andere technische reglementen betreffende inname openbaar domein worden opgeheven.

9. Inwerkingtreding Art. 38 Dit reglement treedt na bekendmaking volgens artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet, in werking op 1 mei 2010 voor elke aanvraag waarvoor nog geen vergunning werd afgeleverd.

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE

Recommend Documents