ALGEMEEN BESTUUR Datum 19 december 2012
www.vggm.nl
AGENDA Overleg
:
Algemeen bestuur
Datum
:
19 december 2012
Tijd
:
9.30 uur - circa 11.00 uur
Plaats
:
LET OP: Openluchtmuseum (Kasteelboerderij)
AGENDAPUNTEN:
Behandelwijze:
1. Opening en mededelingen - Welkom aan Kolonel Leuvering, Commandant RMC-Noord 2.
3.
4.
5.
6.
Verslagen en algemene organisatie a. Verslag en besluitenlijst vergadering AB d.d. 31 oktober 2012 b. Concept-besluitenlijst DB d.d. 6 december 2012 c. Lijst ingekomen stukken d. Archiefverordening e. Invulling vacature Dagelijks Bestuur DB f. Invulling vacature Financiële Commissie
Ter besluitvorming Ter informatie Ter besluitvorming Ter besluitvorming Ter besluitvorming Ter besluitvorming
Financiën a. Advies Financiële Commissie b. Kaderbrief begroting 2014 c. Kaders voor de begroting 2014 van de brandweer
Ter bespreking Ter besluitvorming Ter besluitvorming
Brandweer a. Stand van zaken regionalisering brandweer b. Organisatieplan c. Implementatieplan d. Sociaal plan e. Voorstel blusboot
Ter informatie Ter besluitvorming Ter informatie Ter besluitvorming Ter besluitvorming
Risicobeheersing en rampenbestrijding a. Regionaal Crisisplan deel 2 b. Evaluatie gemeentelijke processen c. Multidisciplinair oefenrooster
Ter besluitvorming Ter informatie Ter besluitvorming
Rondvraag en sluiting
Registratienummer: 121204-0020
2a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2a Verslag en besluitenlijst AB 31 oktober 2012
Voorstel: Ter besluitvorming
VERSLAG Verslag van
:
Gehouden op Plaats
: :
Algemeen bestuur VGGM / Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid 31 oktober 2012 Arnhem, Schelmseweg
Aanwezig
Gemeente
Afwezig
P. Krikke (voorzitter) H. Kok A. van Dijk C. Luesink H. Zomerdijk J. van Groningen G. Ligtelijn S. de Vreeze B. van Eeten G. Renkema G. de Graaf G. Koopmans-Jacobs J.P. Gebben P. van Wingerden-Boers T. Vugts M. Slinkman J.H. Klein Molekamp J. Colijn H. Vreeswijk J. Geukers J. Breunissen G. van Rumund
Arnhem Arnhem Barneveld Doesburg Duiven Duiven Ede Lingewaard Lingewaard Nijkerk Nijkerk Overbetuwe Renkum Rheden Rheden Rijnwaarden Rozendaal Scherpenzeel Scherpenzeel Westervoort Westervoort Wageningen
A. Troost J. Bouman C. van der Knaap E. Tuijnman R. Weeda S. Efdé J. de Ruiter H. Staring
Barneveld Doesburg Ede Overbetuwe Renkum Wageningen Zevenaar Zevenaar
P. Miltenburg
Korpschef Politie Gelderland-Midden Coördinerend functionaris gemeenten Liaison ministerie V&J
J. Lucas T. Lith
HovJ / Openbaar Ministerie Plv. korpschef Politie Gelderland-Midden Dir. Publieke Gezondheid Directeur Brandweer Controller Directiesecretaris Politie Gelderland-Midden Liaison provincie
Y. Schat P. Joosten M. Meijer E. van Neerrijnen (notulist) J. de Warle H.J. Prüst-Nieuwenhuis Verslag tekst:
1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering.
T. Visser P. van Hilst
Gemeente
Voorgestelde behandeling \
2.
Verslagen en algemene organisatie a. Verslag en besluitenlijst vergadering AB d.d. 27 juni 2012 Ter besluitvorming De heer van Rumund vraagt naar aanleiding van het verslag naar het nadere voorstel over carbidschieten in relatie tot het beleidskader voor de jaarwisseling. De voorzitter geeft aan dat uiteindelijk afgesproken is dat iedere gemeente zelf moet bepalen of een verbod van carbidschieten in de APV wordt opgenomen.
b. Concept-besluitenlijst DB d.d. 18 oktober 2012 Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
1
Verslag c. Lijst ingekomen stukken Er wordt ingestemd met de voorgestelde wijze van afhandeling.
Ter besluitvorming
d. Vergaderrooster 2013 e. Verslag Veiligheidsberaad d.d. 25 mei 2012 f. Conceptverslag Veiligheidsberaad d.d. 28 september 2012 g. Verslag dialoogronde VWS / VNG d. t/m g.: Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie Ter informatie Ter informatie Ter informatie
3.
Financiën a. Advies Financiële Commissie
Ter bespreking
De heer Zomerdijk geeft een toelichting bij het advies van de Financiële Commissie: Controleprotocol Er is sprake van voortzetting van het huidig beleid. De Commissie adviseert het controleprotocol vast te stellen. Halfjaarrapportage Het financieel beleid is conform besluiten die eerder zijn genomen. Er wordt door het vullen van specifieke 'spaarpotjes' geanticipeerd op ontwikkelingen (in het bijzonder: inrichtingskosten regionale brandweer en efficiencykorting + verplaatsen hoofdstandplaats ambulancedienst) De Commissie adviseert het behoedzame financiële beleid voort te zetten. Voorstel voor invulling bezuiniging BDUR De korting is groot 6% = € 300.000 structureel. De eerste tranche van € 75.000 is reeds met efficiencymaatregelen ingevuld. Nu is het zaak te besluiten over € 140.000. En dan resteert € 85.000 die wordt ingevuld in de begroting 2015. Het is verstandig de ontwikkelingen vanuit het Rijk even af te wachten. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met de voorgestelde bezuinigingen. Voorstel financiering versterking gemeentelijke processen De Financiële Commissie adviseert de tweede optie uit het voorstel van de directie over te nemen. Dat betekent dat vanaf 2014 ruim € 36.000 van het efficiencyvoordeel uit de regionalisering wordt ingezet. Daar anticiperen wij dus alvast op. In 2013 geeft de incidentele onderuitputting van de rijksbijdrage (BDUR) ruimte. Het tweede voorstel heeft de voorkeur omdat geen claim bij de gemeenten wordt neergelegd én ook geen structureel beroep op de rijksbijdrage wordt gedaan. Bij agendapunt 4: Regionalisering brandweer Een eerste beeld van de financiële effecten van de regionalisering van de brandweer tekent zich af. Het goede nieuws is dat de plannen passen in het totaal beschikbare budget. Er ontstaat een efficiencyvoordeel dat feitelijk kan worden geïncasseerd als boventalligheid is verdwenen. De opdracht is nu een verdeelsysteem uit te werken dat voorkomt dat herverdeeleffecten tussen gemeenten ontstaan. Wij willen geen voor- en nadeel gemeenten. De Financiële Commissie adviseert in de verdeling van de kosten uit te gaan van het per 1 januari 2014 in te brengen budget per gemeente. Als 'de ingebrachte budgetten' als uitgangspunt worden gehanteerd treden er geen herverdeeleffecten op. Iedere gemeente blijft immers hetzelfde bedrag betalen voor de brandweerzorg. Het 'in te brengen budget' moet wel juist en volledig zijn. Dat betekent in de eerste plaats budgettaire omissies wegnemen (zie nulmeting Financiën). In de tweede plaats 'het been bijtrekken' (zie nulmeting kwaliteit). In de derde plaats de effecten van het Sociaal Plan naar individuele korpsen uitrekenen.
2
Verslag Er vindt op dit moment een verificatieproces plaats. Dat doet VGGM in samenspraak met de financiële mensen van de gemeenten. De uitkomsten moeten voor de volgende vergadering bekend zijn want in december 2012 staat de Kaderbrief 2014 in het AB op de agenda. Organisatieplan Er treedt een efficiency-effect op dat feitelijk ingeboekt kan worden als de boventalligheid verdampt is. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het organisatieplan. Ondersteunende functies Er is sprake van een relatief laag percentage voor ondersteuning (10%) en daaruit blijkt het synergie-effect van een ondersteunende organisatie voor brandweer, GGD en ambulancedienst. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het plan ondersteunende functies. ICT-plan De Financiële Commissie heeft kennis genomen van het ICT-plan. In de plan is een budget voor de migratie opgenomen ter grootte van € 825.000 (excl. btw). Dit bedrag wordt gedekt uit het spaarpotje voor inrichtingskosten. De Financiële Commissie wil benadrukken dat voor het welslagen van de migratie welke al vanaf begin 2013 start, het van groot belang is dat eenduidige afspraken worden gemaakt tussen de ICTmedewerkers van de gemeenten en de ICT-ers van VGGM. Als die samenwerking niet vlekkeloos verloopt bestaat het gevaar van snel stijgende kosten. De Financiële Commissie adviseert in te stemmen met het ICTplan. De voorzitter dankt de voorzitter van de Financiële Commissie voor zijn inbreng. De heer Klein Molekamp stelt vast dat er een spanning bestaat tussen enerzijds het standpunt dat de regionalisering voor gemeenten budgettair neutraal verloopt en anderzijds dat gemeenten zonodig "het been moeten bijtrekken". Hij vraagt om een toelichting. De heer Zomerdijk antwoordt dat gemeenten eventuele achterstanden eerst moeten wegwerken. Het kan niet zo zijn dat tekorten bij één gemeente moeten worden weggewerkt door andere gemeenten. Op een tegenvraag van de heer Klein Molekamp vult de heer Zomerdijk aan dat dit beginsel prioriteit heeft. De voorzitter stelt vast dat er voor het overige geen op- en aanmerkingen zijn naar aanleiding van het advies van de Financiële Commissie. Zij vraagt of de vergadering het advies van de Financiële Commissie inhoudelijk overneemt. Dit blijkt het geval. Zij vraagt vervolgens of daarmee kan worden ingestemd met de voorstellen gedaan onder agendapunt 3b t/m 3e alsmede agendapunt 4d. Dit blijkt het geval. b. Controleprotocol c. Halfjaarrapportage 2012 d. Voorstel invulling bezuiniging BDUR e. Voorstel coördinatie gemeentelijke processen rampenbestrijding 3b. t/m 3e.: Reeds behandeld bij agendapunt 3a.
Ter besluitvorming Ter besluitvorming Ter besluitvorming Ter besluitvorming
f. Convenant belastingdienst over horizontaal toezicht Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
4.
Brandweer a. Brief minister inzake dekkingsplan brandweer Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
3
Verslag b. Landelijke meldingsclassificaties Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
Regionalisering brandweer: c. Stand van zaken regionalisering brandweer Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
d. Financiële vertaling organisatieplan: 1. Financiële structuur 2. Ondersteunende functies 3. ICT 3d 1,2 en 3: Reeds behandeld bij agendapunt 3a.
Ter besluitvorming Ter besluitvorming Ter besluitvorming
e. Concept Sociaal Plan Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie
5.
Risicobeheersing en rampenbestrijding a. Bovenregionale samenwerking Ter informatie De heer de Vreeze wijst op de grensoverschrijdende aspecten bij de brand bij Chemiepak in Moerdijk. Hij vraagt of er duidelijke afspraken in onze regio zijn in geval van interregionale incidenten. Het gevaar bestaat dat incidenten bewust klein worden gehouden. De heer Joosten antwoordt dat hiervoor heldere afspraken zijn. De voorzitter vult aan dat dit geldt voor zowel bestuurlijke als operationele aspecten. Het is belangrijk dat zo te houden. Burgemeesters ontvangen voorwaarschuwingen bij incidenten die niet hoeven te leiden tot opschaling. De heer Luesink vraagt welke veiligheidsregio coördineert indien het incident afspeelt in meerdere regio's. De heer Joosten wijst op het advies dat is bijgevoegd bij dit agendapunt. Daarin staat dat de bronregio de spil is in de communicatie met andere regio's en ook met het Rijk. Dus de bronregio is coördinerend. Voor het overige zijn er geen op- of aanmerkingen bij dit agendapunt. b. c. d. 5b t/m 5d:
NL-Alert Coördinatieplan stroomuitval Meldkamer van de toekomst Voor kennisgeving aangenomen.
e. Convenanten partners in vitale sectoren Zonder inhoudelijke beraadslaging wordt ingestemd met het voorstel. Volksgezondheid / Ambulancezorg a. Vereniging voor Publieke Gezondheid en Veiligheid in oprichting b. Inspectieonderzoek slachtofferregistratie 6a en 6b: Voor kennisgeving aangenomen.
Ter informatie Ter informatie Ter informatie
Ter besluitvorming
6.
Ter informatie Ter informatie
4
Verslag 7. Rondvraag en sluiting Burgemeester van Rumund wijst op een brief van de inspectie over brandveiligheid van zorginstellingen die is gestuurd aan in ieder geval een flink aantal gemeenten. De heer van Rumund geeft aan dat hij het niet eens is met de constatering van de inspectie en dat hij de toonzetting in de brief betreurt. Hij vond het niet prettig dat er een brief wordt gestuurd zonder vooronderzoek bij VGGM. Een aantal bestuurders geeft aan zich te herkennen in het standpunt van de heer van Rumund. De heer van Rumund vraagt de heer Joosten om een reactie. De heer Joosten geeft aan dat al is afgesproken dat over dit onderwerp vanuit de NVBR een brief zal worden gestuurd. De voorzitter stelt voor om namens het bestuur een aanvullende brief te sturen. Met dat voorstel wordt ingestemd. Mevrouw van Wingerden vult aan dat in de brief zou moeten worden aangegeven hoe serieus wij invulling geven aan de brandveiligheidszorg bij zorginstellingen. De heer van Dijk wijst er op dat door de berichtgeving in de krant er maatschappelijk onrust ontstaat. De voorzitter sluit de vergadering.
5
Concept-besluitenlijst AB Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden d.d. 31 oktober 2012 A. Het AB stelt het verslag en besluitenlijst vast van de vergadering van het AB d.d. 27 juni 2012. B. Het AB stemt in met de voorgestelde wijze van afdoening van ingekomen stukken. C. Het AB neemt het advies van de Financiële Commissie d.d. 1 oktober 2012 over. D. Het AB stemt in met het controleprotocol E. Het AB stemt in met de halfjaarrapportage 2012 F. Het AB stemt in met het voorstel "invulling bezuiniging BDUR" G. Het AB stemt in met het voorstel "coördinatie gemeentelijke processen rampenbestrijding" H. Het AB stemt in het kader van de regionalisering brandweer in met de voorstellen "financiële structuur", "ondersteunende functies" en "ICT". I.
Het AB stemt in met het voorstel "Convenanten vitale sectoren".
2b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2b Concept-besluitenlijst DB d.d. 6 december 2012
Voorstel: Ter informatie
Concept-besluitenlijst DB Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden d.d. 6 december 2012 Opmerking: Voor deze vergadering was geen quorum aanwezig. De voorgestelde besluiten worden daarom via een schriftelijke ronde voorgelegd aan de overige leden van het Dagelijks Bestuur die niet in staat waren aanwezig te zijn bij de vergadering. De verwachting is dat ter vergadering (van het Algemeen Bestuur d.d. 19 december) duidelijk is dat via schriftelijk consultatie alsnog een meerderheid van het DB heeft ingestemd met de voorgestelde besluitvorming. A. Het DB stelt het verslag en besluitenlijst vast van de vergadering van 18 oktober 2012. B. Het DB stemt in met de voorgestelde wijze van afdoening van ingekomen stukken. C. Het DB stemt in met de vaststelling van de archiefverordening door het algemeen bestuur en besluit, onder voorbehoud van vaststelling van de Archiefverordening door het Algemeen Bestuur: 1. Het "Informatiebesluit" vast te stellen; 2. De algemeen directeur van het Gelders Archief (te Arnhem) aan te wijzen als archivaris; 3. Het Gelders Archief (Markt 1 te Arnhem) aan te wijzen als archiefbewaarplaats; 4. In te stemmen met het voorstel om aan de zorg voor het in stand houden van een archiefbewaarplaats invulling gegeven door middel van een dienstverleningsovereenkomst met het Gelders Archief. D. Het DB neemt het advies van de Financiële Commissie d.d. 12 november 2012 over. E. Het DB stemt in met kaderbrief 2014 F. Het DB stemt in met toepassing van model 2 voor de wijze van berekening van de financiële kaders voor de begroting 2014 van de brandweer en heeft kennis genomen van het tussenresultaat. Het DB stemt in met het voorstel om na afronding van de accountantscontrole, de finale afstemming met gemeenten en de verwerking van de consequenties van het Sociaal Plan de onderliggende stukken aan te passen en ter besluitvorming aan te bieden aan het Algemeen Bestuur als onderdeel van de te stellen kaders voor de ontwikkeling van de begroting 2014. G. Het DB stemt in met het voorstel " organisatieplan" met dien verstande dat in lijn met het advies van de directie een onderdeel van het plan over formatieverdeling nog niet ter besluitvorming wordt aangeboden aan het Algemeen Bestuur. Dit om de Bijzondere Ondernemingsraad op dit onderdeel de gelegenheid te geven hier een nader advies over uit te brengen. Aan het algemeen bestuur zal worden voorgesteld de finale besluitvorming over dit tekstgedeelte te mandateren aan het dagelijks bestuur. H. Het DB stemt in met het sociaal plan regionalisering brandweer. I.
Het DB stemt in met het voorstel om het "Beleidsplan brandweer 2014-2018" ter vaststelling door te geleiden naar het algemeen bestuur, maar te wachten met doorgeleiding tot de volgende vergadering in maart 2013 zodat ontbrekende reacties van gemeenteraden nog kunnen worden meegenomen.
J.
Het DB stemt in met het voorstel "Blusboot", met dien verstande dat het DB het van belang acht dat in de finale uitwerking van het voorstel rekening wordt gehouden met de aanwezige boten in Emmerich en Wageningen. Onderdeel van deze uitwerking is onder meer het maken van de expliciete bestuurlijke keuze om op de Nederrijn geen eigen blusboot beschikbaar te hebben.
K. Het DB stemt in met het regionaal crisisplan (deel 2) met dien verstande dat op advies van de coördinerend gemeentesecretaris wordt besloten om de verwanteninformatie niet onder te brengen bij de crisiscommunicatie maar bij het CRIB. L. Het DB stemt in met het multidisciplinair oefenrooster
2c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2c Lijst ingekomen stukken
Voorstel: Instemmen met voorgestelde afhandeling
MEMO Datum
:
20 november 2012
Aan
:
Dagelijks Bestuur
Van
:
Directie
Betreft
:
Lijst ingekomen stukken
In deze notitie wordt een overzicht gegeven van (een selectie van) ingekomen stukken gericht aan het bestuur. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de verdere afhandeling van deze stukken. De stukken zijn desgewenst op te vragen bij de directiesecretaris van VGGM. Ingekomen: a.
b.
c.
Brief van Datum Onderwerp Korte Inhoud
: : : :
Voorstel
:
Brief van Datum Onderwerp Korte Inhoud
: : : :
Voorstel
:
Brief van Datum Onderwerp Korte Inhoud
: : : :
Voorstel
:
Ministerie van Veiligheid en Justitie 4 oktober 2012 Aandachtspunten jaarwisseling 2012-2013 In de brief worden aandachtspunten genoemd die van belang zijn om de jaarwisseling rustig te laten verlopen. In de vergadercyclus van juni/juli zijn reeds beleidsuitgangspunten overeengekomen die in voldoende mate in gaan op de aandachtspunten in de brief. Ministerie van Veiligheid en Justitie 23 oktober 2012 Start NL-Alert In de brief wordt de start van de landelijke implementatie van het waarschuwingssysteem NL-Alert aangekondigd. In de vorige bestuurscycylus is dit onderwerp reeds besproken en is een besluit genomen over de implementatiewijze. Voorgesteld wordt de brief voor kennisgeving aan te nemen. Waterschap Vallei en Eem / Waterschap Veluwe 29 oktober 2012 Concept-calamiteitenplan Het calamiteitenplan beschrijft de wijze waarop de voorbereiding en uitvoering van crisisbeheersing en rampenbestrijding binnen het nieuw op te richten waterschap Vallei en Veluwe wordt vormgegeven. De directie heeft inmiddels, mede gezien de beantwoordingstermijn, per brief enkele operationale aandachtspunten aangegeven. Voor het overige kan de brief voor kennisgeving worden aangenomen. Het finale calamiteitenplan wordt benut bij de voorbereiding op rampenbestrijding.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO d.
Brief van Datum Onderwerp
: : :
Korte Inhoud :
e.
Voorstel
:
Brief van Datum Onderwerp Korte Inhoud
: : : :
Voorstel
:
Veiligheidsberaad 2 november 2012 Reactie op onze brief over het advies van de werkgroep bovenregionale samenwerking. In de brief wordt aangegeven dat de formulering in het advies van de werkgroep voldoende ruimte biedt om de door ons gekozen oplossing bij het incident in Nijkerk te rechtvaardigen. Bij een Grip 2 is immers nog geen sprake van bestuurlijke noodzaak, aangezien alleen operationeel is opgeschaald. Ons voorstel om in vergelijkbare situaties in ieder geval in alle betrokken regio's op te schalen naar Grip 2 wordt onderschreven. Dit punt wordt ter kennis gebracht aan de projectleiders, zodat het bij de uitwerking van het advies betrokken kan worden. Het advies van de werkgroep en de bestuurlijke opdracht biedt volgens de schrijver echter geen ruimte om ook de bestuurlijke coördinatie te laten bij het niveau van de burgemeester. Zodra er sprake is van een bovenlokaal incident - of dat nu binnen één veiligheidsregio is of verspreid is over meerdere regio's - treedt artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's in werking en gaan de bevoegdheden van de burgemeester over op de voorzitter van de veiligheidsregio. Voor kennisgeving aannemen Veiligheidsberaad 16 november 2012 Dekkingsplannen In de brief wordt aangekondigd dat de Minister van Veiligheid en Justitie zeer spoedig een brief zal sturen met een handreiking waarin het begrip 'locatie" opnieuw wordt gedefinieerd en waarin wij worden geadviseerd op welke wijze wij afwijkingen en motivatie voor die afwijkingen inzichtelijk kunnen maken. Deze handreiking is tot stand gekomen in afstemming met de portefeuillehouder Brandweer van het Veiligheidsberaad, de RRC, de VBV en de inspectie Veiligheid en Justitie. Generiek afwijken van de tijdsnormen (bijvoorbeeld per veiligheidsregio) behoort niet tot de mogelijkheden. Voor de meer langere termijn, om een alternatief te kunnen bieden op de normtijden zoals neergelegd in het Besluit Veiligheidsregio's en op de huidige toetsingsmethode van de Inspectie VenJ, heeft het Veiligheidsberaad opdracht gegeven voor een onderzoek naar de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en proportionaliteit van de huidige normtijden. Het Veiligheidsberaad zal de resultaten van dit onderzoek inbrengen bij de evaluatie van de Wet Veiligheidsregio's. Voor kennisgeving aannemen
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
2d Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2d Archiefverordening
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Archiefverordening Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie d.d.: DB VGGM d.d.: 06-12-2012 Algemeen Bestuur d.d.: 19-12-2012
Inleiding: Met de inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling VGGM is besloten de uitwerking van lagere regelingen binnen een jaar na inwerkingtreding af te ronden. Het bestuur is begin 2012 geïnformeerd dat de vaststelling van de Archiefverordening en het bijbehorende Informatiebesluit vertraagd was. De reden hiervoor is dat met het Gelders Archief nadere afspraken moesten worden vastgelegd.
Korte inhoud Per 1 januari 2013 valt VGGM niet langer meer onder de archiefverordening van de gemeente Arnhem. In de onderliggende verordening en bijbehorende besluiten wordt het beheer van het archief van VGGM geregeld. Bij de totstandkoming is aangesloten bij landelijke modellen.
Besluit Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de vaststelling van de Archiefverordening. Besluitvorming Dagelijks Bestuur Onder voorbehoud van vaststelling van de Archiefverordening door het Algemeen Bestuur heeft het Dagelijks Bestuur d.d 6 december besloten: Het "Informatiebesluit" vast te stellen; De algemeen directeur van het Gelders Archief (te Arnhem) aan te wijzen als archivaris; Het Gelders Archief (Markt 1 te Arnhem) aan te wijzen als archiefbewaarplaats; In te stemmen met het voorstel om aan de zorg voor het instandhouden van een archiefbewaarplaats invulling gegeven door middel van een dienstverleningsovereenkomst met het Gelders Archief.
Verdere behandeling Alle besluiten worden gepubliceerd via het elektronisch publicatieblad.
ARCHIEFVERORDENING
Het algemeen bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden, gelet op artikel 40 van de Archiefwet 1995 en artikel 34 van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden 2011, besluit vast te stellen de navolgende: "verordening betreffende de zorg van het dagelijks bestuur voor de archiefbescheiden, het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats". (Archiefverordening)
Hoofdstuk I.
Algemene bepalingen
Artikel 1 In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: a. de wet: de Archiefwet 1995; b. de archiefbewaarplaats: de door het dagelijks bestuur aangewezen archiefbewaarplaats; c. de archivaris: de door het dagelijks bestuur overeenkomstig de wet benoemde archivaris; d. beheerder: degene die ingevolge artikel 3 is belast met het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats; e. beheereenheid: een door het dagelijks bestuur als zodanig aan te wijzen organisatieonderdeel, belast met de documentaire informatievoorziening; f. informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur en programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen, bewaard, geordend en geraadpleegd. Hoofdstuk II.
De zorg van het dagelijks bestuur voor de archiefbescheiden
Artikel 2 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het inrichten en instandhouden van een archiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 31 van de wet, alsmede voor voldoende en doelmatige archiefruimten. Artikel 3 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het aanwijzen van de beheerder(s). Artikel 4 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbescheiden en documentaire verzamelingen, ongeacht hun vorm.
Archiefverordening VGGM, versie 19-11-2012, Reg.nr: 121119-0015
2 Artikel 5 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschieden op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of een andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Artikel 6 Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat jaarlijks op de begroting voldoende middelen worden geraamd ter bestrijding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden. Artikel 7 Het dagelijks bestuur stelt voor het beheer van de archiefbescheiden en voor het beheer van de archiefbewaarplaats voorschriften vast. Artikel 8 Het dagelijks bestuur doet ten minste éénmaal per jaar aan het algemeen bestuur verslag omtrent hetgeen het heeft verricht ter uitvoering van artikel 30 van de wet. Het dagelijks bestuur legt daarbij over de verslagen die door de archivaris aan hem zijn uitgebracht in verband met het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Hoofdstuk III Toezicht van de archivaris op het beheer van de archiefbescheiden welke niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats Artikel 9 De archivaris is belast met het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Artikel 10 De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een of meer ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet. Artikel 11 1. De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen. 2. De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervangen of bijstaan, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden en de ruimten waarin deze zich bevinden. Artikel 12 De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerder alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan het dagelijks bestuur. De archivaris geeft
Archiefverordening VGGM, versie 19-11-2012, Reg.nr: 121119-0015
3 daarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen. Artikel 13 De beheerder doet aan de archivaris tijdig mededeling van het voornemen om aan het dagelijks bestuur een voorstel te doen tot: a. opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheereenheid of overdracht van één of meer taken aan een andere beheereenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon; b. bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefruimte; c. verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden; d. ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem; e. voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen. Artikel 14 De archivaris doet eenmaal per jaar verslag aan het dagelijks bestuur betreffende de uitoefening van het toezicht. Hoofdstuk IV Slotbepalingen Artikel 15 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. De archiefverordening van de gemeente Arnhem is per deze datum niet meer van toepassing op de zorg voor de archieven van de Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden en het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van de Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Artikel 16 Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Arnhem 2012. Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 19 december 2012 De voorzitter, `
De secretaris,
Pauline Krikke
Paul Joosten
Archiefverordening VGGM, versie 19-11-2012, Reg.nr: 121119-0015
4 Memorie van toelichting Deze Archiefverordening (Model: openbaar lichaam met archivaris) sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277) en het Archiefbesluit 1995 (Stb. 671), en dient door het algemeen bestuur te worden vastgesteld op grond van het in de aanhef genoemde artikel in de Archiefwet 1995. Zij bestaat in hoofdzaak uit twee gedeelten, namelijk de regeling voor de zorg, die het dagelijks bestuur draagt voor de archieven en het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet alleen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers. Hoofdstuk II bevat een uitwerking van het begrip “zorg”, dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (artikel 2), is geregeld in het Archiefbesluit 1995 respectievelijk in de Archiefregeling (Stcrt. 70, 6 januari 2010 + wijziging Stcrt. 17967, 17 november 2010). Hoofdstuk III is een uitwerking van het toezicht bedoeld in artikel 32, tweede lid van de wet. Het gehanteerde model is van toepassing op gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend door gemeenten wordt deelgenomen. Artikelgewijze toelichting: Artikel 1 Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend. Artikel 2 De Archiefregeling stelt op grond van artikel 13, vierde lid van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen. Artikel 3 De aanwijzing van de beheerder is opgenomen in de op grond van artikel 7 te stellen voorschriften: het Besluit Informatiebeheer. Artikel 5 De Archiefregeling stelt op grond van artikel 11 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid als geheel achten wij dit onjuist. Daarom is in het tweede lid bepaald, dat ook de te verzenden stukken aan de genoemde Regeling dienen te voldoen. Het openbaar lichaam heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt. Artikel 7 De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer. Artikel 8 en artikel 14 Binnen één zittingsperiode verneemt het algemeen bestuur op deze manier vier maal wat er op het gebied van de archiefzorg, het archiefbeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden. Een jaarlijkse verslaglegging past bij het vernieuwde interbestuurlijk toezicht, waarbij een zwaarder accent wordt gelegd op de horizontale verantwoording.
Archiefverordening VGGM, versie 19-11-2012, Reg.nr: 121119-0015
5
Artikel 11 De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van de term “archiefbescheiden”. De wetgever heeft – binnen de formele betekenis van het begrip archiefbescheiden – bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd kan worden. Ondanks de ruimere betekenis van “archiefbescheiden” kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen. Dat heeft onder andere gevolgen voor een term als “beheer”. Zo zal het voor het toezicht op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de ruimte is verzekerd. De formulering betreffende de noodzakelijke medewerking is ontleend aan de artikelen 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 13 Slechts die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering achteraf tot onevenredig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud dan wel de openbaarheid van de archiefbescheiden en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg zouden hebben. Artikel 13 De verslaglegging door de archivaris is de basis voor de verantwoording van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur zoals bedoeld in artikel 8.
Archiefverordening VGGM, versie 19-11-2012, Reg.nr: 121119-0015
2e Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2e Invulling vacature Dagelijks Bestuur DB
Voorstel: Ter besluitvorming
MEMO Datum
:
6 december 2012
Aan
:
Algemeen bestuur VGGM
Van
:
Directie
Betreft
:
Voordracht nieuw DB-lid
Met het vertrek van Mevrouw Tuijnman als burgemeester van Overbetuwe is een vacature ontstaan in het Dagelijks Bestuur. In de organisatieregelingen is opgenomen dat de voordracht voor een nieuw lid in dit geval wordt gedaan door de gemeenten in het "district Over-Betuwe", bestaande uit de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe. De directie heeft begrepen dat beide gemeenten het eens zijn geworden over de voordracht van waarnemend burgemeester De Vreeze (Lingewaard) als lid van het Dagelijks Bestuur. Bij een nieuwe invulling van de waarnemersfuncties wordt de vertegenwoordiging opnieuw bezien. Besluit Voorgesteld wordt, op voordracht van de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe, om waarnemend burgemeester De Vreeze van de gemeente Lingewaard te benoemen als lid van het Dagelijks Bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
2f Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 2f Invulling vacature Financiële Commissie
Voorstel: Ter besluitvorming
MEMO Datum
:
6 december 2012
Aan
:
AB VGGM
Van
:
DB VGGM
Betreft
:
Invulling vacatures DB en Financiële Commissie
Inleiding In de Financiële Commissie is een vacature ontstaan met het vertrek van de heer De Vries als burgemeester van Lingewaard. Vacature Financiële Commissie Het gezamenlijk algemeen bestuur (burgemeesters en wethouders) benoemt uit haar midden, op advies van het Dagelijks Bestuur, een nieuw lid. De Financiële Commissie adviseert de heer Klein Molekamp (burgemeester van Rozendaal) te benoemen als lid van de Financiële Commissie. Hij was onder meer lid van de Financiële Commissie van de Politie Gelderland-Midden. Het dagelijks bestuur ondersteunt het advies van de Financiële Commissie. Besluit Voorgesteld wordt om de heer Klein Molekamp, burgemeester van Rozendaal, te benoemen als lid van de Financiële Commissie.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
3a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 3a Advies Financiële Commissis
Voorstel: Ter bespreking
Advies Financiële Commissie
Aanwezig Dhr. H Zomerdijk Dhr. J.P. Gebben
Afwezig Voorzitter
Dhr. B. de Graaf
Dhr. P. Joosten Dir. Brandweer Dhr. Y. Schat Dir. Publieke Gezondheid Mevr. M. Meijer Controller Dhr. E. van Neerrijnen Directiesecretaris Advies Tijdens de vergadering van 12 november 2012 heeft de Financiële Commissie advies uitgebracht over de kaderbrief 2014 en de financiële structuur van de brandweer. Kaderbrief 2014 De Financiële Commissie heeft kennis genomen van de kaderbrief voor de begroting 2014. De Financiële Commissie kiest voor het continueren van de behoedzame financiële beleidslijn die de afgelopen jaren is ingezet want het financieel klimaat laat geen ruimte voor beleidsinhoudelijke claims. De compensatie voor loon- en prijsstijging is uitgerekend conform de bestuurlijke vastgestelde systematiek. De Financiële Commissie onderschrijft de vertaling in de inwonerbijdrage (2014) van het door VWS beschikbaar gestelde budget voor het extra contactmoment in de jeugdgezondheidszorg. VGGM stelt i.s.m. gemeenten een plan op over de invulling van het contactmoment en de daarmee gepaard gaande kosten. De Financiële Commissie vraagt bij het opstellen van het plan aandacht voor de kosten van de inzet van gemeentelijke beleidscapaciteit voor het vormgeven van het extra contactmoment. De Financiële Commissie onderschrijft de keuze voor projectfinanciering in het jaar 2013 ter hoogte van het door VWS aan gemeenten beschikbaar gestelde budget . Financiële structuur brandweer De kosten van de regionalisering Minister Opstelten heeft laten uitrekenen dat de regionalisering van de brandweer gemiddeld per regio € 7 miljoen kost en dat die kosten in 7 jaar kunnen worden terugverdiend. Dat
Advies betekent dat een efficiencyvoordeel in eerste aanleg moet worden aangewend voor het terugverdienen van de kosten. In de regio Gelderland-Midden gaat de regionalisering maximaal 2 miljoen kosten. De financiering van deze kosten vindt voor een groot deel plaats uit opgebouwde reserves en de incidentele onderuitputting van de rijksbijdrage. Als gevolg daarvan is het mogelijk direct een efficiencyvoordeel te vertalen naar een lagere bijdrage van gemeenten. De baten van de regionalisering De regionalisering van de brandweer moet er toe leiden dat de brandweer effectiever en efficiënter gaat functioneren. In de regio Gelderland-Midden tekent zich uit de inrichting van de brandweerorganisatie en de ondersteunende functies een efficiencyvoordeel af. Na plaatsing van de medewerkers in 2013 is de omvang van het efficiencyvoordeel bij de start in 2014 exact vast te stellen. Op basis van de op dit moment beschikbare raming loopt het voordeel na verdamping van de boventalligheid op naar € 600.000. In de Financiële Commissie is gediscussieerd over het financieren van de boventalligheid. Door het efficiencyvoordeel direct te vertalen naar een lagere per gemeente in te brengen budget ontstaat in de eerste jaren na de regionalisering een dekkingsprobleem. De gedachte is dit probleem in een periode van 4 jaar weg te werken door een deel van het efficiencyvoordeel niet direct te verdelen ("blijft op de plank liggen") en voor dekking van de kosten van boventalligheid een voorziening te treffen. In 2013 start een project voor de herijking van het personeelsplan en het materieel plan voor de periode na de regionalisering (perspectief 2014 - 2018). Mogelijk dat daar ook verdere efficiencyvoordelen uit voort komen. Verdeelmodellen In de Financiële Commissie is een aantal malen gediscussieerd over de systematiek van financiering van de brandweer. De discussie liep via de navolgende lijnen: -Idealiter vindt financiering van een gelijkwaardig niveau van brandweerzorg in de regio via een uniforme inwonerbijdrage plaats. Dat vraagt om het harmoniseren van de inwonerbijdrage. Dat leidt tot grote herverdeeleffecten tussen gemeenten. Dit is een route die in enkele veiligheidsregio's wel is verkend maar waar geen enkele veiligheidsregio uiteindelijk voor heeft gekozen. Daarbij speelt mee dat de verwachting leeft dat er op termijn (na 2018) een einde komt aan de gemengde financiering van de brandweer (door het rijk en de gemeenten). In het toekomstperspectief van financiering van de veiligheidsregio via een doeluitkering van het rijk, is het niet verstandig voor een periode van vijf jaar tussen gemeenten fors her te verdelen. -Financiering van 'lokale zorg' via een dienstverleningsovereenkomst en 'boven lokale zorg' via een inwonerbijdrage, blijkt ook tot forse herverdeeleffecten te leiden. Deze variant valt om die reden af. -Het Algemeen Bestuur heeft in oktober 2012 gekozen voor financiering via 'de ingebrachte budgetten' want dan treden er geen herverdeeleffecten op. Iedere gemeente blijft immers hetzelfde bedrag betalen voor de brandweerzorg. Verificatie van budgetten Als 'de ingebrachte budgetten' als uitgangspunt worden gehanteerd treden er geen herverdeeleffecten op. De Financiële Commissie benadrukt dat 'het in 2014 te brengen budget' juist en volledig moet zijn. Om dat te bereiken vinden de navolgende correctieslagen plaats: 1. administratieve verificatie van de aard en de omvang van het budget voor brandweerkosten; 2. doorvertalen van de uitkomsten van de nulmeting financiën (budgettaire omissies wegnemen);
Advies 3. doorvertalen van de uitkomsten van de nulmeting kwaliteit (been bijtrekken); 4. doorvertalen van de uitkomsten van de onderhandeling over arbeidsvoorwaarden. Een onafhankelijk accountant controleert de cijfers. De Financiële Commissie heeft, met waardering voor de inspanning van financiële medewerkers bij gemeenten en VGGM, kennis genomen van de voorlopige resultaten van de eerste drie stappen in de verificatieslag. De gepresenteerde cijfers behoeven na afronding van de accountantscontrole nog de finale afstemming met de individuele gemeenten. Het effect van het Sociaal Akkoord moet ook nog worden verdisconteerd in de cijfers per gemeente. Het is de bedoeling voor de vergadering van het Algemeen Bestuur in december 2012 de verificatie af te ronden. Twee berekeningen Aan de Financiële Commissie zijn twee berekeningen voor de verdeling van kosten via het 'in te brengen budget' gepresenteerd: met en zonder correctie van indirecte kosten. De Financiële Commissie adviseert te kiezen voor de berekeningssystematiek zonder correctie van indirecte kosten omdat daarmee de herverdeeleffecten kleiner zijn. Ook de controllers hebben de voorkeur voor dit model en hebben hierbij een aantal kanttekeningen gemaakt. Kanttekeningen van controllers van gemeenten bij verdeelmodel De Financiële Commissie heeft kennis genomen van de kanttekeningen van de controllers bij het verdeelmodel en nemen de navolgende punten in het advies vanuit de commissie over: a. Het is van belang consequent de in het projectplan geformuleerde uitgangspunten te hanteren. Dat betekent dat alleen budgettaire omissies die in de nulmeting Financiën zijn opgenomen voor correctie in aanmerking komen. Concreet: In Doesburg was het tekort op de vrijwilligersvergoeding bekend want dat tekort wordt al een aantal jaren incidenteel opgevangen. Een correctie is rechtvaardig. In Scherpenzeel is dit knelpunt niet in de nulmeting opgenomen en er hebben zich de afgelopen jaren ook geen tekorten voorgedaan. Een correctie op basis van een ramingmethodiek is niet juist. b. Uit de verdieping van de nulmeting Financiën (nader onderzoek opleiden & oefenen + onderhoud materieel) kunnen knelpunten naar voren komen maar natuurlijk ook mogelijkheden voor vergroting van de efficiency. Vooralsnog gaan we er van uit dat die zaken tegen elkaar weggestreept kunnen worden. c. De knelpunten die in de nulmeting Financiën niet financieel zijn vertaald en niet worden gecorrigeerd in het in te brengen budget, mogen niet uit beeld verdwijnen. Zo moeten bijvoorbeeld met Nijkerk en Renkum specifieke afspraken worden gemaakt over de dekking van toekomstige flo-kosten. d. De knelpunten die in de nulmeting Kwaliteit niet financieel zijn vertaald en niet worden gecorrigeerd in het in te brengen budget, mogen eveneens niet uit beeld verdwijnen. Het gaat dan met name over de kwaliteit van de kazernes. Ook hierover moeten specifieke afspraken worden gemaakt. e. De kazernes gaan niet over naar VGGM. Het budget voor eigenaarlasten blijft bij de gemeente. VGGM gaat de kazernes gebruiken en de gebruiklasten dragen. Een eenduidige afbakening van de verantwoordelijkheden in het kader van het eigendom en het gebruik is noodzakelijk. Dat vraagt vervolgens om een juiste vertaling naar het budgettair kader. f. Het is verstandig voor de jaren 2014 en 2015 'inputgestuurde dienstverleningsovereenkomsten' af te sluiten. Het budget is in die periode waarschijnlijk nog niet stabiel. Specifieke knelpunten moeten worden neergelegd bij de veroorzaker van dat knelpunt en niet worden afgewikkeld op het collectief van alle
Advies gemeenten. g. Het is wenselijk dat gemeenten op het niveau van de lokale brandweerzorg nog enige speelruimte behouden. Het moet mogelijk zijn lokaal rekening houdend met wettelijke eisen, regionale beleidsuitgangspunten en onderlinge afhankelijkheden, keuzen te maken. Het calculatiemodel geeft inzicht in de kosten van vrijwilligers, kazernes, voertuigen en overige materiaal. De gemeente kan sturen op deze kostencategorieën. h. De controllers geven aan dat de financiële structuur toekomstige ontwikkelingen moet accommoderen en dus in voldoende mate flexibel moet zijn.
3b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 3b Kaderbrief begroting 2014
Voorstel: Ter besluitvorming
MEMO Datum
:
19 november 2012
Aan
:
Financiële Commissie
Van
:
Directie
Betreft
:
Concept Kaderbrief 2014
1
Samenvatting
Ter voorbereiding van de begroting voor het jaar 2014 stelt het Algemeen Bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (hierna af te korten met VGGM) beleidsinhoudelijke en financiële kaders vast. De financiële ontwikkelingen nopen tot terughoudendheid. Daarom treft u in deze kaderbrief geen voorstellen aan voor nieuw beleid die leiden tot budgetuitzetting. 2.
Kaders voor de begroting
Voor het opstellen van de begroting 2014 geeft het Algemeen Bestuur van de VGGM een aantal kaders aan. Het stellen van beleidsprioriteiten vraagt om inzicht in de ontwikkelingen op beleidsmatig en financieel terrein die van invloed kunnen zijn op de begroting 2014. Een schets van deze ontwikkelingen is in de ontwikkelingenbrief 2013 opgenomen. De concrete kaders die worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur treft u aan in deze kaderbrief. De activiteiten van VGGM worden uit verschillende bronnen gefinancierd en de financiers stellen specifieke eisen aan de taakuitoefening. Dat is de reden dat er in de begroting een indeling is gemaakt naar financieringsstromen. Als uitgangspunt is genomen dat elke financieringsstroom qua inkomsten en uitgaven per saldo jaarlijks binnen de kaders van de financiële afspraken VGGM verloopt. In de begroting wordt per ‘cluster van producten’ aangegeven uit welke activiteiten het uit de regiobijdrage gefinancierde takenpakket bestaat. Per cluster wordt aangegeven: doelstelling, productie, beleidsmatige ontwikkelingen en waar mogelijk is een indicator voor het prestatieniveau opgenomen. Op deze wijze ontstaat een koppeling tussen ‘de inhoud’ en ‘het geld’. 3.
Financieel economische ontwikkelingen
De Miljoenennota 2013 is kort na de Tweede Kamerverkiezingen verschenen en laat ruimte aan een nieuw kabinet voor de invulling van concrete maatregelen. Op 29 oktober 2012 heeft het nieuwe kabinet het regeerakkoord gepresenteerd. De bezuinigingen van de rijksoverheid zijn van invloed op de budgetten van gemeenten (trap-op-trap-af). Het kabinet gaat daarnaast uit van een verlaging van de gemeentelijke apparaatskosten en er zal geen budgettaire ruimte zijn voor een loonstijging.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO Rijksbijdrage in brede doeluitkering De omvang van de brede doeluitkering BDUR neemt vanaf 2012 jaarlijks met 1,5% af, oplopend tot structureel 6 % vanaf 2015. Dit is een korting ter grootte van € 300.000. De bezuiniging is voor € 215.000 ingevuld. In de begroting 2015 wordt het restant ter grootte van € 85.000 gevonden. In de BDUR is een compensatie voor BTW-kosten opgenomen. Wij gaan er van uit dat in deze compensatie de stijging van het BTW-tarief van 19% naar 21% wordt verdisconteerd. De Minister van Veiligheid en Justitie stelt de Veiligheidsregio's verantwoordelijk voor de uitvoering en de financiering van een aantal voormalige rijkstaken. De gedachte daarachter is dat dit de Veiligheidsregio's in hun regierol versterkt. Het betreft zaken als de financiering van het Veiligheidsberaad, de decentralisatie van het beheer van materieel, de financiering van de beheersorganisatie landelijk crisismanagementsysteem en het beheer van de noodcommunicatievoorziening (opvolger Nationaal Noodnet). Deze zaken waren in de regio Gelderland-Midden in de begroting 2011 voor een belangrijk deel al budgettair vertaald. Uit het departement komen echter ook signalen die wijzen op decentralisatieplannen waarop in onze regio nog niet is geanticipeerd. Zo vernemen wij geluiden over de wens de gebruikers van informatie- en communicatiesystemen verantwoordelijk te maken voor de financiering. Denk hierbij bijvoorbeeld aan C2000 en het gemeenschappelijk meldkamersysteem. Al met al bestaat er onzekerheid over de ontwikkeling van de BDUR op middellange termijn. Kader voor de ambulancezorg De tijdelijke Wet Ambulancezorg is per 1 januari 2012 in werking getreden. VGGM heeft het recht gekregen de ambulancezorg in de regio te verrichten. In 2013 wordt een efficiencykorting doorgevoerd indien, de gerealiseerde groei van het aantal ritten minder is dan de geprognosticeerde groei van 2,5% per jaar. Dat betekent voor Gelderland-Midden dat het budget voor de ambulancedienst gaat dalen. Bij het opmaken van de kaderbrief is de omvang van de korting nog niet duidelijk. Loon- en prijsindex De loonkostenontwikkeling van VGGM voor 2014 vloeit voort uit drie CAO-akkoorden, te weten: arbeidsvoorwaarden voor gemeenten, ambulancezorg en brandweervrijwilligers. Over de nieuwe akkoorden vinden in 2013 en 2014 onderhandelingen plaats. Gezien het financieel economisch klimaat in Nederland ligt een loonsverhoging niet voor de hand. VGGM hanteert een systematiek voor loon- en prijscompensatie bestaande uit een voorcalculatie voor 2014 en nacalculatie over 2012. - In de voorcalculatie voor de begroting 2014 gaan wij uit van de raming van het CPB in de Macro Economische Verkenning 2012. In de MEV (september 2012) wordt voor de collectieve sector rekening gehouden met een loonkostenstijging in 2013 van 0,25 % en een prijsstijging in 2013 voor het materieel deel van 2,25 %. Cijfers voor 2014 zijn niet beschikbaar omdat in het MEV geen doorkijk wordt gegeven naar de middellange termijn. In deze kaderbrief wordt in afwachting van een betrouwbare raming van de loonkostenontwikkeling in 2014 uitgegaan van 0,25%% De indexering voor de loonstijging is € 0,03 en de prijsstijging is € 0,08. Per saldo dus 11 cent. - In de nacalculatie wordt de werkelijk loonkostenontwikkeling in 2012 (het zogenaamde in haaleffect) vastgesteld op basis van het Centraal Economisch Plan 2013. In de begroting 2012 is rekening gehouden met een loonkostenstijging van deel van 1% en een prijsstijging voor het materieel deel van 2,75%.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO 4.
Samenhang met de ontwikkelingenbrief
In ontwikkelingenbrief zijn beleidsmatige ontwikkelingen geschetst en ambities verwoord. De ontwikkelingenbrief geeft informatie aan de hand waarvan bestuurlijk een koers uitgezet kan worden. Lang niet alle thema’s zijn rijp voor bestuurlijke besluitvorming. In de loop van de tijd zullen zaken zich verder uitkristalliseren. In de ontwikkelingenbrief zijn geen voorstellen opgenomen die van invloed zijn op de hoogte van de inwonerbijdrage. Dat neemt niet weg dat een aantal zaken van invloed is of zou kunnen zijn op de begroting 2014. Wij vragen uw aandacht voor de navolgende zaken: a. Wet publieke gezondheid De minister van VWS stelt dat het op grond van artikel 14 van de Wet publieke gezondheid noodzakelijk is dat de GGD een zelfstandig openbaar lichaam is, met de naam GGD, een eigen bestuur en een eigen begroting. Ambtelijk overleg is opgestart om na te gaan welke gevolgen dit heeft voor de wijze waarop wij in Gelderland-Midden invulling geven aan de gemeenschappelijke regeling. Wellicht moet de GGD begroting vanaf 2014 formeel worden afgesplitst van de VGGM begroting. b. Heroverweging invulling Basistakenpakket JGZ Er vindt in opdracht van het rijk een heroverweging plaats van het huidige JGZ-basistakenpakket. Het nieuwe JGZ-basistakenpakket zal worden ondergebracht in de Wet Publieke Gezondheid. Deze ontwikkeling kan van invloed zijn op de begroting 2014. c. Extra contactmoment JGZ vanaf 14 jaar VWS investeert extra in het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd. Vanaf 2013 is hiervoor structureel € 26 miljoen beschikbaar, waarvan € 15 miljoen via de decentralisatie-uitkering CJG voor extra contactmomenten van de JGZ met adolescenten vanaf 14 jaar. De contactmomenten maken deel uit van het in de Wet Publieke Gezondheid voorgeschreven basistakenpakket. Het heeft dan ook onze voorkeur het bedrag voor Gelderland-Midden € 521.148 toe te voegen aan de inwonerbijdrage. Dat is verhoging van € 0,79 (€521.148 / 661.981 inwoners). Door VGGM zal i.s.m. gemeenten een plan wordt opgesteld over de invulling van het contactmoment en de daarmee gepaard gaande kosten. Daarbij past het in 2013 beschikbaar stellen van de middelen voor de voorbereiding, de implementatie en de uitvoering via een projectbegroting. d. Digitaal Dossier Jeugdigen en Landelijk Schakelpunt Het is de wens van alle JGZ-organisaties om met het Digitaal Dossier te kunnen aansluiten op een landelijk zorginfrastructuur via het zogeheten Landelijk Schakelpunt. Landelijk is daarvoor geen budget beschikbaar gesteld. Op 26 oktober hebben de Zorgverzekeraars toegezegd de kosten voor het LSP te betalen van 2013-2016. Dit betekent dat GGD-en en thuiszorgorganisaties de komende drie jaar kosteloos hiervan gebruik mogen maken. e. Forensische geneeskunde Door de nationalisering van de politie valt te verwachten dat er op termijn één landelijk contract komt voor arrestantenzorg. Wellicht heeft dit invloed op de inkomsten van VGGM uit de arrestantenzorg. f. Centra Jeugd en Gezin Het concept voor het CJG is in ontwikkeling. Dat kan betekenen dat de rol van VGGM in het CJG verandert. Een andere rol- en taakopvatting heeft ongetwijfeld financiële consequenties die zich vertalen naar de opbrengsten uit het maatwerk.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO g. Landelijke meldkamerorganisatie De nieuwe meldkamerorganisatie is voor 2017 gerealiseerd. Voorzien is dat in 2015 de bestaande meldkamers zijn opgeschaald naar tien locaties. De financiële consequenties voor VGGM zijn nog niet duidelijk. h. Crisismanagement systeem Gelderland-Midden gaat gebruik maken van het landelijk crisismanagementsysteem (LCMS 1.4). Voor de bestrijding van natuurbranden wordt daarnaast een mobiele versie van Eagle gebruikt. De budgettaire effecten zijn in 2012 reeds afgedekt. i. Samenwerking gemeentelijke kolom rampenbestrijding en crisisbeheersing 0,5 fte wordt vanaf 2014 ingevuld door herschikking van taken bij de brandweer. De financiële ruimte daarvoor wordt gevonden in het efficiencyeffect van de regionalisering. 5.
Regionalisering Brandweer
De regionalisering leidt er toe dat de inwonerbijdrage voor de regionale brandweer vervalt. De brandweerorganisatie wordt gefinancierd uit een bijdrage per gemeente, een rijksbijdrage en een aantal specifieke inkomsten. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van december 2012 worden de uitgangspunten voor financiering van de brandweer voorgelegd. Op basis van deze uitgangspunten stelt het Algemeen Bestuur de bijdrage per gemeente vast en wordt de begroting voor brandweer 2014 opgesteld. 6.
Recapitulatie inwonerbijdrage 2012 – 2013 VGZ
BRW
Bijdrage 2012
11,09
5,50
l/p- compensatie 2013 l/p- compensatie inhaaleffect 2011 (o.b.v CEP maart 2012) Digitaal dossier JGZ
0,13 -0,10 0,40
0,07 -0,05
Bijdrage 2013 Vereveningsbijdragen brandweer: Instructeurs ROBO pakket Concentratie AOV-capaciteit (van verevening op nacalculatiebasis naar opname in de inwonerbijdrage dus budgettair neutrale verschuiving) Autonome ontwikkelingen: l/p- compensatie 2014 l/p- compensatie inhaaleffect 2012 (o.b.v CEP maart 2013) Budget extra contactmoment JGZ
11,52
5,52 0,10* 0,05
0,07 pm 0,79
0,04** Pm
Bijdrage 2014 12,38 5,71*** * = de vereveningsbijdrage maakt vanaf 2014 integraal onderdeel uit van de bijdrage aan de brandweerorganisatie **= over de indexering van de bijdrage aan de brandweer worden specifieke afspraken gemaakt. ***= de inwonerbijdrage maakt vanaf 2014 integraal onderdeel uit van de bijdrage aan de brandweerorganisatie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO
Verevening op nacalculatiebasis (afhankelijk van feitelijke inzet door gemeenten) ROT piket (AOV-ers + voorlichters) Concentratie AOV-capaciteit (voor 0,5 fte inzet vanuit de projectgroep)
Multidisciplinair
* = de vereveningsbijdrage maakt vanaf 2014 integraal onderdeel uit van de bijdrage aan de
brandweerorganisatie **= over de indexering van de bijdrage aan de brandweer worden specifieke afspraken gemaakt. ***= de inwonerbijdrage maakt vanaf 2014 integraal onderdeel uit van de bijdrage aan de
brandweerorganisatie
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
0,05 0,05
3c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 3c Kaders voor de begroting 2014 van de brandweer
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Kaders voor de begroting 2014 van de brandweer Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie d.d.: DB VGGM d.d.: 06-12-2012 Algemeen Bestuur d.d.: 19-12-2012
Inleiding: In de vorige vergadercyclus zijn afspraken gemaakt over de financiële structuur van de brandweer. Bij de verdeling van de kosten wordt uit gegaan van het gecorrigeerde per 1 januari 2014 in te brengen budget per gemeente. Om zeker te zijn dat het in 2014 in te brengen budget juist en volledig is, is door VGGM in samenspraak met de gemeenten een verificatieslag uitgevoerd. In de bijlage treft u de laatste tussenstand aan van deze verificatieslag. Hiermee zijn berekeningen gemaakt op basis van twee mogelijk te hanteren modellen: Model 1: Bijdrage op basis van weging na correctie indirecte kosten Model 2: Bijdrage op basis van gecorrigeerde inbreng en "winst". De verificatie is nog niet geheel afgerond maar de verwachting is dat de effecten verder beperkt zijn. Zo nodig zal ter vergadering worden ingebracht of de nog lopende onderzoeken substantiële wijzigingen met zich mee brengen. De verificatie geeft een goede indruk wat de financiële consequenties per gemeente zijn. Voorzien wordt dat per 2014 een efficiencyvoordeel ontstaat van in totaal € 637.000 waarvan € 423.000 wordt vertaald naar een lagere bijdrage per gemeente. In twee gemeenten (Renkum en Westervoort) is de bijdrage hoger. Besluit Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met toepassing van model 2 voor de wijze van berekening. 2. Instemmen met het voorstel om het onderliggende tussenresultaat vast te stellen als kader voor de ontwikkeling van de begroting van de brandweer voor 2014, met dien verstande dat de afronding van de accountantscontrole, de finale afstemming met gemeenten en de verwerking van de consequenties van het Sociaal Plan nog aanleiding kan zijn om in beperkte mate (gemotiveerd) af te wijken van deze kaders bij de totstandkoming van de begroting. Verdere behandeling Het navolgende tijdpad is van toepassing: -voor 30 november 2012 afronden accountantscontrole verificatie; -voor 3 december 2012 afronden finale afstemming verificatie met gemeenten; -19 december 2012 vaststellen kaders voor de begroting 2014 door het Algemeen Bestuur; -in de eerste maanden 2013 opstellen ontwerp begroting 2014 en DVO per gemeente; -27 maart 2013 vaststellen ontwerp begroting 2014 door het Dagelijks Bestuur; -april + mei 2013 consultatieronde Gemeenteraden; -juni 2013 vaststellen begroting 2014 door het Algemeen Bestuur. Bijlagen 1. Tabel "Tussenstand verificatie budgetten brandweer" 2. Toelichting tussenstand verificatie budgetten brandweer
Tussenstand verificatie budgetten brandweer
Totaal korpsen
Begroting 2011 (saldo van baten & lasten) Begroting 2012
Arnhem
Renkum
Barneveld
Doesburg
Duiven
Ede
Lingewaard
Nijkerk
Overbetuwe
Rheden
Rozendaal
Rijnwaarden
Scherpenzeel
Wageningen
Westervoort
Zevenaar
38.855.666
11.473.415
1.850.074
3.770.244
658.708
918.017
5.955.073
1.998.793
2.808.569
2.057.245
2.715.313
77.240
693.206
419.629
1.334.357
507.648
1.618.135
38.978.872
11.187.560
1.902.640
3.561.174
662.798
887.380
5.856.778
2.260.306
2.841.376
2.086.660
2.663.822
77.961
691.552
451.512
1.659.281
507.648
1.680.424
-1.046
-31.514 7.867
-1.441
-161
7
Administratieve aandachtspunten: Administratieve correctie nulmeting Financiën (juist DVO-bedrag hanteren) Huisvestingskosten Renkum/Nijkerk Administratieve correctie regiobijdrage naar niveau 2013 cf vggm begroting Eliminatie kosten dienstverlening cluster Rijn & IJssel Eliminatie vergoeding dienstverlening cluster Rijn en IJssel Administratieve correctie specifieke doorbelasting Specifieke vergoeding personeel Bijdrage voor samenwerking met Arnhem op vastgestelde niveau 2013 Begrotingswijzigingen 2012
-321.969 215.486 -18.016 -493.144 518.695 94.748 28.141 97.733 -84.579
-320.694 247.000
-1.275 -7.310
-5
408
0
2.532
-9.003 -493.144 518.695
-878
90.000
0
0
-8.986
4.748
28.141 97.733
-84.579
Verschuiving binnen gemeentelijke begroting: Eliminatie gemeentelijk budget rampenbestrijding & crisisbeheersing / OOV Opbrengsten vergunningverlening brandweer / interne doorbelasting diensten brandweer
-591.847 1.066.723
-1.755 259.916
276.161
-162.780 6.191
203.360
-128.318 7.778
-19.558 14.640
-55.933
-14.982 1.000
-99.442
236.052
-109.079 61.625
49.965
84.934
196.514
7.832
4.050 0
-4.283
-20.813
Specifieke aandachtspunten budgettaire omissies: Aanpassing budget rente (4%) & afschrijving op basis van activastaat 2013 Verhoging budget voor vrijwilligersvergoeding
305.232 30.000
49.772
-49.635
40.820 30.000
4.125
2.000
1.000
0
-58.049
Uitkomsten nulmeting kwaliteit: Bereikbaarheidskaarten (been bijtrekken) Risicobeheersing (been bijtrekken) Realistisch oefenen (been bijtrekken)
Gecorrigeerde begroting 2012
6.180 81.000 51.500
9.500
39.964.755
11.473.221
1.885.718
3.699.811
741.804
892.913
6.150.138
2.062.431
3.103.746
2.078.586
2.881.466
75.808
671.151
461.419
1.557.243
626.129
1.603.171
-3.649.959 -561.781 -479.241 -3.653.925 -25.000
-830.593 0 -189.081 -823.680
-75.438 0 0 -174.566
-430.496 0 -7.125 -295.469
-47.343 0 -5.597 -64.006
-61.000 0 0 -140.906
0 -405.836 -223.379 -600.133
-394.105 -22.155 -1.800 -252.454
-470.420 -44.311 -12.117 -221.477
-142.872 -34.537 -12.114 -255.318
-577.924
-1.800
-4.405
-8.357
-241.671 0 0 -201.027
0
-11.500 -240.724
-58.668 -12.679 -228 -60.761
-313224 -42263 -9000 -179014
-108.001 -483.433
-15.867 -24.646
-27.498
-97.576 -87.807
-29.900 -132.909
-79.808 -209.280
-22.609
-34.345 -184.274
7.000
4.500 20.500
22.000
24.000
1.680 5.000 4.500
20.000
16.000
1.000
Bepaling wegingsfactor Eliminatie interne doorbelasting Facilitair personeel Dubbele posten (ict/kantoorkosten ed) Regiobijdrage Incidentele middelen Eliminatie huisvesting -stelpost onderhoud -rente&afschrijving gebouwen -correctie exploitatie huisvesting (eigenaar) FLO BTW
Wegingsfactor
-392.397 -1.288.308 -247.000 -2.125.596 -369.299 0 27.172.249
Te financiering via generieke verdeling over gemeenten Structureel effect loonkosten (cafetariamodel) Coördinator gemeentelijke processen rampenbestrijding Bijdrage oplossen boventalligheid te financieren
34.860.588 100.000 37.000 113.000 35.110.588
-7.300 -51.620 -25.000
-50.837
-13.500 -22.204
0 -84413
-13400 -42811
-1.708.854 -310.000
-247.000 PM -59.299
7.611.013
1.329.415
2.375.287
584.345
663.509
4.318.665
1.229.108
2.066.333
1.611.136
1.832.699
65.651
487.978
337.390
1.114.545
541.716
1.003.459
-416.742
PM
Bijdrage op basis van wegingsfactor: Wegingsfactor Verdeling a.d.h.v wegingsfactor Eigen huisvesting FLO BTW
27.172.249 7.938.339 1.927.705 2.125.596 369.299
7.611.013 2.223.548 0 1.708.854 310.000
1.329.415 388.387 247.000 pm 59.299
2.375.287 693.937 591.434
584.345 170.716 40.513
663.509 193.843 27.498
4.318.665 1.261.693 185.383 416.742
1.229.108 359.082 162.809
2.066.333 603.677 289.088 pm
1.611.136 470.691 22.609
1.832.699 535.421 218.619
65.651 19.180 0
487.978 142.562 50.837
337.390 98.568 35.704
1.114.545 325.613 0
541.716 158.262 0
1.003.459 293.159 56.211
Totaal bijdrage Afgezet t.o.v. gecorrigeerde inbreng
39.533.188 -431.567
11.853.415 380.194
2.024.101 138.383
3.660.658 -39.153
795.574 53.770
884.850 -8.063
6.182.483 32.345
1.750.999 -311.432
2.959.098 -144.648
2.104.436 25.850
2.586.739 -294.727
84.831 9.023
681.377 10.226
471.662 10.243
1.440.158 -117.085
699.978 73.849
1.352.829 -250.342
-294.567 39.964.755
-82.726 11.473.221
-14.296 1.885.718
-25.712 3.699.811
-6.352 741.804
-7.064 892.913
-46.213 6.150.138
-13.227 2.062.431
-22.276 3.103.746
-17.292 2.078.586
-20.002 2.881.466
-717 75.808
-5.190 671.151
-3.599 461.419
-11.697 1.557.243
-7.547 626.129
-10.658 1.603.171
-69.000 -171.500 -121.500 150.000 75.000
-12.000
-2.500
-7.000 -15.000
-500
-1.000
-3.500 -15.000
-6.000 -6.500 -15.000
-3.000 -10.000
-500
-1.000
-28.500
-7.000 -21.000 0
39.533.188 -431.567
11.350.995 -122.226
2.030.704 -31.727
3.053.970 -49.776
2.032.794 -45.792
Bijdrage op basis van gecorrigeerde inbreng en gewogen "winst" Gewogen "winst" per gemeente Directe inbreng gecorrigeerde begroting 2012 Inhoudelijke correcties: Bereikbaarheidskaarten (winstpakker) Risicobeheersing (winstpakker) Realistisch oefenen (winstpakker) Westervoort naar € 50,- per inw Bijdrage facilitaire kosten Renkum naar 10% Totaal bijdrage Afgezet t.o.v. gecorrigeerde inbreng
stand per 7 december 2012
-27.500
-18.500
-2.500
-16.000
-23.000 -64.000 -2.000
732.452 -9.352
868.849 -24.064
6.014.925 -135.213
-2.000
-7.500
-40.000 -4.000
449.820 -11.599
1.501.546 -55.697
0 150.000
75.000 1.925.423 39.704
3.652.099 -47.712
2.859.464 -22.002
75.091 -717
652.961 -18.190
767.582 141.453
1.564.513 -38.658
TOELICHTING TUSSENSTAND VERIFICATIE BUDGETTEN BRANDWEER Efficiencyvoordeel Op basis van de voorlopige uitkomsten van de verificatie is het efficiencyvoordeel groot € 673.141. Van dit bedrag wordt € 100.000 ingezet voor de dekking van de structurele kosten voortvloeiend uit de regiobrede introductie van het cafetariamodel en € 37.000 voor de dekking van 0,5 fte voor de coördinator gemeentelijke processen rampenbestrijding & crisisbeheersing. Daarnaast blijft € 113.000 voor een periode van 4 jaar beschikbaar als bijdrage voor het wegwerken van de boventalligheid. Resteert € 423.141 dat wordt ingezet voor het verlagen van de bijdrage per gemeente. Doelstelling van de verificatie De kosten van de brandweer worden toegerekend met behulp van een calculatiemodel en vervolgens verdeeld aan de hand van 'de ingebrachte budgetten'. Om een juiste en volledige budgettaire uitgangspositie te bereiken is het noodzakelijk de navolgende correctieslagen uit te voeren: 1. administratieve verificatie van de aard en de omvang van het budget voor brandweerkosten; 2. doorvertalen van de uitkomsten van de nulmeting financiën (budgettaire omissies wegnemen); 3. doorvertalen van de uitkomsten van de nulmeting kwaliteit (been bijtrekken); 4. doorvertalen van de uitkomsten van de onderhandeling over de arbeidsvoorwaarden. Voorlopige uitkomsten De stappen 1, 2 en 3 zijn uitgevoerd. De gepresenteerde cijfers behoeven na afronding van de accountantscontrole nog de finale afstemming met de individuele gemeenten. Stap 4 is in uitvoering. Het effect van het Sociaal Akkoord moet ook nog worden verdisconteerd in de cijfers per gemeente. Het is de bedoeling voor de vergadering van het Algemeen Bestuur in december 2012 de verificatie af te ronden. De administratieve correcties zijn budgettair neutrale mutaties. Door verschuiving binnen de gemeentelijke begroting kan het beeld ontstaan dat er sprake is van een verhoging van het budget. Dat is onjuist. Op het niveau van de gemeente blijft het budget gelijk. Uit de nulmeting Financiën kwam als belangrijkste knelpunt naar voren dat het investeringsprogramma niet overal volledig is vertaald naar het budgettair kader. Dat moet natuurlijk wel want de vervangingsinvesteringen uit de activastaat moeten plaats kunnen vinden. Temporiseren biedt op korte termijn budgettaire ruimte maar creëert structureel geen oplossing. Ook hier kan ten onrechte het beeld ontstaan dat er sprake is van een verhoging van het budget. Dat is niet het geval. De gemeente had immers zelf ook voor dekking van de brandweerinvesteringen zorg moeten dragen. In de verificatie hebben wij gerekend met het niveau van rente- en afschrijvingslasten 2013. De definitieve vaststelling van het niveau 2014 en 2015 (DVO contractduur) vraagt om een brandweerinhoudelijke toets van de noodzakelijke vervangingsinvesteringen. En dat geldt in het bijzonder voor de eventuele vervanging van het niet geactiveerde materieel. Deze inventarisatie vindt nog voor de jaarwisseling plaats onder begeleiding van het regionaal commandanten overleg. Verdeelmodel Er zijn twee berekeningen voor de verdeling van kosten via het 'in te brengen budget' gemaakt, te weten: met en zonder de correctie van indirecte kosten. Bij de berekeningssystematiek met de correctie van indirecte kosten ontstaan herverdeeleffecten omdat de mate van toerekening van de kosten van het gemeentelijk apparaat naar de brandweer sterk varieert. Van cijfers 2012 naar cijfers 2014 De verificatie is gebaseerd op de begrotingscijfers 2012. Dat betekent dat een actualisatie plaats moeten vinden naar het niveau 2014. Denk daarbij aan door de gemeente doorgevoerde indexatie voor het jaar 2013 en mutaties in de activastaat. Bij het opstellen van de DVO's voor 2014 vindt de actualisatie plaats. Dat brengt marginale wijzigingen met zich mee. Het principe van verdeling van kosten over de gemeente blijft ongewijzigd.
Opstellen begroting + DVO's voor 2014 Het navolgende tijdpad is van toepassing: -voor 30 november 2012 afronden accountantscontrole verificatie; -voor 3 december 2012 afronden finale afstemming verificatie met gemeenten; -19 december 2012 vaststellen kaders voor de begroting 2014 door het Algemeen Bestuur; -in de eerste maanden 2013 opstellen ontwerp begroting 2014 en DVO per gemeente; -27 maart 2013 vaststellen ontwerp begroting 2014 door het Dagelijks Bestuur; -april + mei 2013 consultatieronde Gemeenteraden; -juni 2013 vaststellen begroting 2014 door het Algemeen Bestuur. Thema's in de verificatie Administratieve thema's Thema's Vertaling van vervangingsinvesteringen (afgeleid van de activastaat) naar het budget voor kapitaallasten
Indexeren investeringsniveau en budget voor kapitaallasten
Niet geactiveerde bezittingen
Toerekening van rentelasten naar het brandweerbudget
Hoogte van de omslagrente
Afschrijvingsmethodiek
Uitgangspunten Het investeringsprogramma is veelal niet volledig vertaald naar het budgettair kader omdat jaarlijks kredieten worden toegekend en er dus jaarlijks een aanpassing van het budget voor rente- en afschrijvingslasten plaatsvindt. Vanuit VGGM kunnen we niet meedoen aan de gemeentelijke kredietrondes en dus moet het budget bij inbreng toereikend zijn. Het is daartoe wel noodzakelijk vast te stellen of de investeringen uit de activastaat ook daadwerkelijk plaats gaan vinden. In de activastaat zijn de investeringen voor de boekwaarde opgenomen en deze waarde is afgeleid van de aanschafwaarde. Voor vervanging moet veelal een hogere prijs worden betaald en dan stijgen de kapitaallasten. De aanpassing van het budget vindt na het toekennen van het krediet plaats. VGGM doet niet mee aan de kredietrondes en dus moet het budget bij in inbreng toereikend zijn. Dat betekent dat of het investeringsbedrag moet worden aangepast of het budget voor kapitaallasten moet worden verhoogd. Bij korpsen zijn reeds afgeschreven of nooit geactiveerde bezittingen in gebruik. Van de activa is dus geen boekwaarde beschikbaar en de rente- en afschrijvingslasten zijn niet in het budgettair kader opgenomen. Dat hoeft geen probleem te zijn als deze bezittingen niet worden vervangen. Bij vervanging moet natuurlijk wel een juiste en volledig vertaling plaatsvinden naar het budgettair kader. Niet bij alle gemeenten zijn de rentekosten van investeringen van de brandweer doorvertaald naar het budget van de brandweer. Bij die gemeenten worden de rentekosten op concernniveau afgewikkeld. Bij de inbreng naar VGGM moet de rentecomponent natuurlijk wel worden ingebracht. Gemeenten hanteren verschillende percentages. 4% komt het meest voor. Voor VGGM moet een rente worden vastgesteld die aansluit bij de rente die wij op de kapitaalmarkt gaan betalen. Gemeenten hanteren m.u.v. Ede een lineair
Vertaling ingebrachte formatie naar budget voor personeelskosten
Vertaling uitgangspunt vrijwilligersvergoeding naar budget
Vertaling van opleidingsinspanning naar budget
FLO
afschrijvingssysteem. Termijnen wijken hier en daar af. Afgesproken is dat bij nieuwe investeringen wordt geharmoniseerd naar VGGM termijnen. Fte's en salarisniveaus moeten juist en volledig zijn. De in te brengen formatie is 'bevroren' om het inbrengniveau vast te stellen en het efficiencyeffect van de regionalisering uit te rekenen. Een te laag budget voor de inzet van vrijwilligers vraagt om correctie. Bij een gemeente ontstaat een budgettair knelpunt. Bij de meeste gemeenten is het budget gebaseerd op de realisatie van de afgelopen jaren en toereikend voor de inzet die feitelijk door vrijwilligers wordt geleverd. Verdiepingsslag nulmeting vindt plaats. Met name de stijging van het verloop in het vrijwilligersbestand kan op termijn tot hogere opleidingskosten leiden. Specifiek voor Arnhem, Ede, Nijkerk en Renkum. FLO-kosten bestaan uit drie elementen: 1. Storting voor vervroegd ouderdomspensioen op 53 jarige leeftijd; 2. Stortingen levensloop in reguliere salarisbetaling; 3. Uitbetaling overbruggingsuitkering (4 jaar 80% laatste salaris + fiscale boete 52% ) op moment dat medewerker op of na de 55 jarige leeftijd gebruik maakt van de regeling. Of betaling 90% laatste salaris bij 50% werken. Nijkerk en Renkum hebben elementen 1 en 3 niet opgenomen in het budgettair kader. Bij deze gemeenten worden de kosten op nacalculatiebasis in rekening gebracht bij voormalige werkgever van de werknemer. Hiervoor sluit VGGM een contract af met de gemeente. Latente ruimte in FLO-budget van Arnhem en Ede: Arnhem heeft deze ruimte herbestemd voor de kostenverhoging van de nieuwe kazerne in Arnhem Noord. Het budget blijft in budgettair kader gehandhaafd. Ede kan op termijn het budgettair kader verlagen.
PPMO Onderhoud materieel
N.B. Landelijke ontwikkelingen (verhogen AOW leeftijd) hebben nog niet geleid tot aanpassing van de FLO- aanspraken. Landelijk beleid nog steeds niet uitgekristalliseerd en daarna vertaald naar eenduidige regionale beleidslijn. Verschillende uitvoeringsvarianten die vooralsnog worden gecontinueerd. Budget moet beschikbaar daarvoor blijven. Potentiële mogelijkheden voor het vergroten van de efficiency. Hier ligt een uitdaging voor de toekomst.
Inkomstenbron uit onderhoud Eliminatie budget voor gemeentelijke processen rampenbestrijding
Doorbelasting van gemeentelijk apparaat naar de brandweer
Doorbelasting van de brandweer naar het gemeentelijk apparaat voor werkzaamheden in het kader van vergunningverlening en/of andere specifieke werkzaamheden
ICT Huisvesting
Kwalitatieve thema's Bluswatervoorziening: Vitens contract
Capaciteit voor vervaardigen bereikbaarheidskaarten en risicobeheersing :
Realistisch oefenen
Baten voor de brandweer maken deel uit van budgettair kader. De gemeentelijke processen rampenbestrijding worden niet door de brandweer uitgevoerd. De budgetten blijven bij de gemeenten en worden daar waar van toepassing uit het brandweerbudget gehaald. De doorbelasting van kosten van het gemeentelijk apparaat telt mee als referentiekader voor de gemeente. Voor de weging in het kader van de verdeling van kosten wordt de doorbelasting uit het brandweer-budget gehaald. De indirecte kosten van VGGM komen in plaats van de indirecte kosten van de gemeenten. De brandweer voert werkzaamheden uit voor de gemeente. Als de brandweer daarvoor specifieke inkomsten ontvangt, moeten deze baten deel uit maken van het budget van de brandweer. Financiering via specifieke afrekeningen of factureringen stopt met ingang van 1 januari 2014. Migratie naar hard- en software omgeving van VGGM. Kosten naar gebruik doorbelast. Kazernes blijven eigendom van gemeente. Vastgoedbeheer vindt vanuit gemeente plaats. VGGM zal gebruikersbeheer uitvoeren. Daarover worden specifieke afspraken gemaakt en dan wordt het budget voor huisvestingskosten vastgesteld.
Er zijn voor- en nadeelgemeenten. In het budgettair kader leidt dat tot een besparing dan wel een kostenverhoging. In de meeste gemeenten zijn deze effecten al verwerkt in het budgettair kader. In de financiële vertaling van de nulmeting Kwaliteit is aangegeven dat op het totaal van de regio te veel capaciteit voor risicobeheersing aanwezig is maar dat een aantal gemeenten te weinig capaciteit inbrengt en een aantal gemeenten te veel. In het Organisatieplan is de overcapaciteit als efficiencyvoordeel vertaald. De gemeenten die conform de nulmeting te weinig capaciteit inbrengen moeten 'een been bijtrekken' en dus budget toevoegen. Op basis van een normbedrag per medewerker van € 550 per jaar is vastgesteld of het budget voor realistisch oefenen toereikend is. Waar het budget niet toereikend is, moet 'een been worden bijgetrokken'. Uit de verdiepingsslag van de nulmeting Financiën moet blijken of het totale oefenbudget te laag is.
4a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 4a Stand van zaken regionalisering brandweer
Voorstel: Ter informatie
MEMO Datum
:
7 december 2012
Aan
:
Algemeen Bestuur
Van
:
Dagelijks Bestuur
Betreft
:
Stand van zaken project regionalisering brandweer november 2012
Inleiding In de laatste vergadering van het Algemeen Bestuur van 2012 zal een aantal documenten ter vaststelling worden geagendeerd waarmee de contouren van de nieuwe brandweerorganisatie redelijk helder geschetst zijn. Het vormt de markering naar de implementatiefase die in 2013 van start gaat. In deze memo wordt geschetst hoe het project er op dit moment voor staat. Deelprojectgroep kwaliteit De deelprojectgroep kwaliteit heeft begin september een concept beleidsplan opgeleverd dat voor advies is aangeboden aan de BOR. Het advies wordt half december verwacht. Paul Joosten maakt een ronde langs de gemeenteraden om een toelichting te geven op het project regionalisering en het beleidsplan. De zienswijzen die gemeenten indienen zullen bij de behandeling van het beleidsplan worden meegenomen. Momenteel wordt gewerkt aan een projectplan voor het personeel- en materieelplan dat vanaf medio 2013 ontwikkeld gaat worden. Deelprojectgroep bedrijfsvoering De deelprojectgroep bedrijfsvoering is intensief bezig met de controllers van de gemeenten om de brandweerbudgetten op gelijke wijze in beeld te brengen. De kaderbrief 2014 wordt in het Algemeen Bestuur van december vastgesteld. Er wordt op dit moment bij alle korpsen een nulmeting facilitaire zaken uitgevoerd om zicht te krijgen op zaken als de lopende contracten, toegang en beveiliging van het gebouw, inkoop en bevoorrading, etc. Op het gebied van ICT worden voorbereidingen getroffen om vanaf 2013 gefaseerd de brandweerposten in de regio aan te sluiten op het VGGM netwerk. Daarvoor vindt afstemming plaats met ICT contactpersonen in de gemeenten. Deelprojectgroep P&O De deelprojectgroep P&O heeft gewerkt aan de totstandkoming van het sociaal plan. Daarnaast is zij druk met de voorbereiding van de plaatsingsprocedure. Er wordt een brochure ontwikkeld voor medewerkers waarin de plaatsingsprocedure en het nieuwe generieke functiehuis worden uitgelegd. Er is een externe functiedeskundige aangetrokken die de WAS-WORDT-lijst opstelt. Hiervoor hebben leidinggevenden, in november in overleg met hun medewerkers, aanvullende gegevens aangeleverd over de taken en functie van medewerkers. Die aanvullende informatie is vooral nodig daar waar met generieke functies wordt Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO gewerkt. Op basis van het functiedocument is dan niet te bepalen of iemand een lijn- of staffunctie heeft, of op welk vakgebied iemand werkzaam is. De WAS-WORDT-lijst wordt in december voorgelegd en toegelicht aan de BOR voor advies. De eerste fase van de plaatsingsprocedure, namelijk de selectie van het tweede echelon managementfuncties, zal in januari gestart worden. Deelprojectgroep organisatie De deelprojectgroep organisatie heeft het organisatie afgerond voor bestuurlijke besluitvorming. Daarnaast heeft zij een implementatieplan uitgewerkt waarin voor 2013 een veelheid aan activiteiten is beschreven en is gepland. Dit document is een werkdocument voor de projectgroep om de voortgang en samenhang van de implementatie mee te bewaken. Tevens verdiept de deelprojectgroep zich verder in het onderwerp “processturing” en werkt dit uit voor de nieuwe organisatie. Klankbordgroep gemeentesecretarissen In oktober en november heeft geen overleg van de klankbordgroep gemeentesecretarissen plaatsgevonden. Op 19 december staat een overleg gepland met alle gemeentesecretarissen, waarin Paul Joosten zal toelichten welke inspanningen aan de zijde van de gemeenten worden gevraagd in 2013. Klankbordgroep vrijwilligers In oktober en november hebben geen bijeenkomsten plaatsgevonden van de klankbordgroep vrijwilligers. Met hen is afgesproken dat in 2013 een volgende bijeenkomst plaatsvindt. Klankbordgroep lokaal commandanten In de maandelijkse vergadering van het commandantenoverleg is elke keer tijd ingeruimd om te klankborden over de voortgang van het project en diverse onderwerpen. De commandanten zijn ondermeer bijgepraat over de nieuwe financieringsstructuur en over processturing. Brandweerverenigingen Er hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden met contactpersonen van brandweerverenigingen. Hierbij is de uitkomst besproken van de inventarisatie die onder hen gehouden is. Er is een aantal onderwerpen benoemd waarin harmonisatie-afspraken gemaakt gaan worden. Een voorstel daarvoor wordt gemaakt en wordt in het eerste kwartaal van 2013 teruggelegd bij de brandweerverenigingen. BGO Er is een onderhandelingsakkoord bereikt voor het sociaal plan, bestaande uit een deel dat betrekking heeft op de beroepsmedewerkers en een deel dat betrekking heeft op de vrijwilligers. Stemming over zowel het beroepsdeel als het vrijwilligersdeel heeft plaatsgevonden door de leden en heeft tot positief resultaat geleid. Het sociaal plan wordt in december ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur. Voorzien wordt dat het sociaal plan begin januari wordt vastgesteld door alle Colleges van B&W van de gemeenten in Gelderland-Midden met eigen personeel.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
MEMO BOR In oktober heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Paul Joosten en de BOR over de door hen gestelde vragen rondom het organisatieplan. Vragen en antwoorden zijn ook gepubliceerd op extranet en intranet. Het BOR advies over het organisatieplan is afgerond. De BOR is positief over het organisatieplan. De BOR heeft al wel ingestemd met de totale formatie, maar over de operationele uitwerking daarvan in het formatieplan wordt in januari 2013 nog een nader advies uitgebracht. Aan de BOR zal in december uitleg gegeven worden over de WAS-WORDT lijst ten behoeve van de advisering die zij daarop doen. Tevens wordt de BOR afgevaardigd in de diverse adviescommissies die ingesteld worden voor de selectie van het nieuwe management. Communicatie Het projectjournaal is maandelijks verschenen. Daarnaast zijn diverse vragen van medewerkers beantwoord en verwerkt in het overzicht van gestelde vragen. Organisatieplan Het organisatieplan (incl. functieboek) staat ter besluitvorming op de agenda. Naar aanleiding van besprekingen met de BOR is besproken om nog geen besluit te nemen over het formatieplan dat onderdeel vormt van het organisatieplan. Het organisatieplan wordt derhalve ter vaststelling aangeboden zonder formatieplan. Aan het algemeen bestuur zal worden voorgesteld om de vaststelling van het organisatieplan met formatieplan over te dragen aan het dagelijks bestuur zodat er geen vertraging optreedt bij de plaatsing van medewerkers. Beleidsplan Voorzien was het beleidsplan ter besluitvorming zou worden aangeboden aan het algemeen bestuur van 19 december 2012. Ter voorbereiding hierop, heeft Paul Joosten een rondgang gemaakt langs gemeenteraden / raadscommissies om de stand van zaken van het project toe te lichten en om de thema’s van het beleidsplan te duiden. De raden zijn in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Omdat nog maar van enkele gemeenten een reactie is ontvangen op het beleidsplan, heeft het DB besloten de vaststelling van beleidsplan op te schuiven naar de vergadering van het algemeen bestuur van maart 2013.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
4b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 4b Organisatieplan (incl. functieboek, excl. formatieplan)
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: organisatieplan inclusief functieboek Voorgestelde behandelwijze: Planning bespreking: Ter besluitvorming Veiligheidsdirectie d.d.: Ter informatie Dagelijks Bestuur d.d.: 06-12-2012 Vertrouwelijk Algemeen Bestuur d.d.: 19-12-2012 Bestuurscommissie d.d.: Veiligheid en Gezondheid Samenvatting: Voor de zomer is een eerste concept van het organisatieplan gedeeld. De versie die nu gereed is, is een nadere uitwerking van dat eerste concept. Aan de hand van de informatiebijeenkomsten die hebben plaatsgevonden en de vragen die gesteld zijn over het plan door medewerkers en vrijwilligers, is het organisatieplan verder verfijnd. De veranderingen ten opzichte van de eerdere conceptversie zijn als volgt: • •
• • •
De nieuwe functies zijn toegevoegd. De functies zijn generiek, maar zijn wel zoveel mogelijk voorzien van toelichting wat een functionaris binnen een team voor werkzaamheden verricht. Namen van teams en bepaalde functionarissen zijn aangepast; zo heten de twee bureaus risicobeheersing respectievelijk “brandveiligheidszorg Vallei” en “brandveiligheidszorg Rivieren”, de clusters Noord, Midden, West, Zuid en Oost zijn benoemd en de naam van de ploegchefs is gewijzigd in ploegcommandant. De functie van vrijwillig plaatsvervangend ploegcommandant is op advies van de BOR toegevoegd. Er zijn twee teams logistiek omdat het aantal medewerkers te veel was voor één leidinggevende. Er zijn werklocaties benoemd waar de verschillende leidinggevenden een eerste standplaats hebben en waar ondersteuning georganiseerd wordt door een medewerker bedrijfsvoering. De leidinggevenden zitten verspreid door de regio om medewerkers zo goed mogelijk een aanspreekpunt namens het management te bieden.
In het organisatieplan is een uitwerking gemaakt van het aantal fte voor de nieuwe brandweerorganisatie. Die nieuwe formatie ligt 10 fte lager dan de huidige formatie van de brandweerorganisaties bij elkaar opgeteld. Er is een nieuw functieboek opgesteld voor de brandweer met behulp van externe expertise op basis van het organisatieplan, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de huidige functiebeschrijvingen. De toetsingcommissie van VGGM heeft het nieuwe functieboek getoetst met een positief resultaat als uitkomst. De opgestelde functies zijn generiek, dit betekent dat medewerkers met soortgelijke functies soortgelijke beschrijvingen hebben. De functiebeschrijving is een korte samenvatting van de te verrichten taken. De BOR is om advies gevraagd over het organisatieplan of er sprake is van onverwachte en belangrijke teruggang in aantallen fte en of er grove onbillijkheden zitten in het loongebouw. Een gedeeltelijk advies van de BOR over het organisatieplan is ontvangen, dat is positief. De BOR is in de gelegenheid gesteld om aanvullend advies te geven op de verdeling van formatie (in het formatieplan). De BOR heeft aangegeven hier meer informatie nodig te hebben (WAS-WORDT lijst). Voorzien wordt dat het aanvullend advies in januari 2013 gereed is. Om die reden is in de onderliggende versie van het organisatieplan het formatieplan weggelaten. Voorgesteld wordt om de vaststelling van het organisatieplan (mét formatieplan) over te dragen aan het dagelijks bestuur zodat er geen vertraging optreedt bij de plaatsing van medewerkers. De bestuurlijke consequenties daarvan zijn beperkt. Draagvlak: Het organisatieplan is in een uitvoerig proces tot stand gekomen binnen de deelprojectgroep organisatie en is besproken in de projectgroep regionalisering. Een eerste concept van het organisatieplan is voor de zomer gedeeld met medewerkers, vrijwilligers, de klankbordgroep lokaal
commandanten en de klankbord gemeentesecretarissen. Zij zijn geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen tijdens de bijeenkomsten. Ook de bijzondere ondernemingsraad is goed aangesloten op het proces. Beslispunten: 1. Voorgesteld wordt om in te stemmen met het voorliggende organisatieplan inclusief het functieboek maar zonder het formatieplan; 2. Voorgesteld wordt om de vaststelling van het organisatieplan met formatieplan over te dragen aan het dagelijks bestuur zodat er geen vertraging optreedt bij de plaatsing van medewerkers. Bijlagen: • Definitief concept organisatieplan (zonder formatieplan) • Functieboek brandweer Communicatie: Nadat bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden in het Algemeen Bestuur, zal dit in het projectjournaal gepubliceerd worden.
Project regionalisering brandweer Gelderland-Midden DEFINITIEF CONCEPT Organisatieplan
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 4 2. Brandweer Gelderland-Midden ........................................................................................................... 5 2.1 Bouwstenen voor nieuwe organisatie ............................................................................................ 5 2.2 Ambitie ........................................................................................................................................... 5 2.3 Resultaat........................................................................................................................................ 6 3. Hoofdstructuur en inrichtingsprincipes ................................................................................................ 7 3.1 Definitie .......................................................................................................................................... 7 3.2 Sturingsfilosofie.............................................................................................................................. 7 3.3 Cultuur ........................................................................................................................................... 8 3.4 Processen ...................................................................................................................................... 8 3.5 Hoofdstructuur brandweer Gelderland-Midden ........................................................................... 13 3.6 Inrichting brandweer Gelderland-Midden..................................................................................... 15 4. Incidentbestrijding.............................................................................................................................. 18 4.1 Definitie ........................................................................................................................................ 18 4.2 Doelstelling .................................................................................................................................. 18 4.3 Producten, diensten en activiteiten.............................................................................................. 18 4.4 Inrichtingsprincipes ...................................................................................................................... 18 4.5 Gebiedsindeling ........................................................................................................................... 18 5. Operationele Voorbereiding............................................................................................................... 26 5.1 Definitie ........................................................................................................................................ 26 5.2 Doelstelling .................................................................................................................................. 26 5.3 Producten, diensten en activiteiten.............................................................................................. 26 5.4 Samenwerking ............................................................................................................................. 28 5.5 Structuur ...................................................................................................................................... 29 6. Risicobeheersing ............................................................................................................................... 31 6.1 Definitie ........................................................................................................................................ 31 6.2 Doelstelling .................................................................................................................................. 31 6.3 Producten, diensten en activiteiten.............................................................................................. 31 6.4 Samenwerking ............................................................................................................................. 32 6.5 Structuur ...................................................................................................................................... 32 7. Stafbureau ......................................................................................................................................... 34 7.1 Definitie ........................................................................................................................................ 34 7.2 Doelstelling .................................................................................................................................. 34 7.3 Producten, diensten en activiteiten.............................................................................................. 34 7.4 Samenwerking ............................................................................................................................. 35 7.5 Structuur ...................................................................................................................................... 35 8. Relatie sector brandweer - sector facilitaire zaken ........................................................................... 37 8.1 Definitie ........................................................................................................................................ 37 8.2 Doelstelling .................................................................................................................................. 37 8.3 Producten, diensten en activiteiten.............................................................................................. 37 8.4 Samenwerking ............................................................................................................................. 38 Bijlage 1: uitgewerkte procesbeschrijvingen op hoofdlijnen.................................................................. 39 Bijlage 2: overzicht posten regio Gelderland-Midden............................................................................ 43 Bijlage 3: operationele hoofdstructuur brandweer Gelderland-Midden per 1 januari 2014................... 44
2
Voorwoord Beste brandweercollega’s, Voor jullie ligt het definitieve concept van het organisatieplan. Het document is nog verder aangeschept naar aanleiding van de vragen en opmerkingen die aan bod zijn gekomen in de laatste informatiebijeenkomsten en de reacties die ontvangen zijn op de conceptversie van het organisatieplan. Ik wil jullie bedanken voor alle input die wij hebben ontvangen en jullie deelname aan de verschillende informatiebijeenkomsten. Ik vind het mooi om te zien dat wij in gezamenlijkheid zo verder bouwen aan een nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Het vorige organisatieplan had de naam “organisatieplan op hoofdlijnen”, logischerwijs zou dit plan dan het “organisatieplan in detail” zijn. Er is voor gekozen om het gewoon “organisatieplan” te noemen, want niet alles is nu al in detail uitgewerkt. Er blijft ruimte in zitten voor de leidinggevenden en hun teams om verdere invulling te geven aan hoe het werk straks wordt ingericht. Een aantal zaken is nu ook nog niet definitief bekend, zoals hoe de plaatsingsprocedure plaatsvindt en wanneer precies. Dat is afhankelijk van de onderhandelingen met het Bijzonder Georganiseerd Overleg. In de planning van het project regionalisering brandweer is opgenomen dat begin september 2012 een definitief concept van het organisatieplan ter advisering wordt voorgelegd aan de Bijzondere Ondernemingsraad. De uiteindelijke besluitvorming over het organisatieplan door het Algemeen Bestuur vindt volgens planning in december 2012 plaats gezamenlijk met het beleidsplan brandweer en het met de vakbonden overeengekomen sociaal statuut. De functiebeschrijvingen van de nieuwe functies zijn niet opgenomen in dit plan, maar zijn ter informatie beschikbaar. De beschrijvingen en waardering zijn voorlopig vastgesteld door de directie en zullen eind 2012 definitief worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Zoals het er nu naar uitziet, kan in de eerste maanden van 2013 hopelijk al een start worden gemaakt met het traject van plaatsing. Dit is nog onder voorbehoud, omdat het traject van plaatsing afhankelijk is van het overeen te komen sociaal statuut dat samen met het Bijzonder Georganiseerd Overleg wordt opgesteld. De onderhandelingen hiervoor zijn nog in volle gang. De eerste stap in het plaatsingtraject is de invulling van leidinggevende functies. Er zal gestart worden met de selectie van afdelingshoofden en het hoofd stafbureau. Vervolgens staat de selectie van teammanagers op de planning en het plaatsingtraject wordt afgesloten met de plaatsing van alle medewerkers. Hiervoor wordt een was-wordt-lijst opgesteld, die waarschijnlijk door een onafhankelijke plaatsingscommissie wordt getoetst. Eind van dit jaar worden jullie uitgebreid geïnformeerd over het proces. Na afronding van het plaatsingtraject wordt gestart met de nadere invulling van het werk en de werkwijzen in de nieuwe afdelingen samen met de mensen die op de nieuwe functies zijn geplaatst. Voor de functie van vrijwilligers verandert er niet veel, behalve dan dat zij een clustercommandant krijgen. De clustercommandant zal in de tweede helft van 2013 met de ploegcommandanten aan de slag gaan om praktische afspraken te maken over wie wat doet. Tijdens de komende informatiebijeenkomsten in september wil ik graag jullie vragen beantwoorden over het voorliggende organisatieplan. Bovendien wil ik jullie persoonlijk meer toelichting geven over het traject van plaatsing en de activiteiten die hieruit voortvloeien. Met vriendelijke groet, Paul Joosten
3
1. Inleiding Een belangrijke stap in het project regionalisering is de keuze hoe de brandweerorganisatie in Gelderland-Midden er uit komt te zien vanaf 1 januari 2014. Hiervoor is een eerste aanzet gegeven in het organisatieplan op hoofdlijnen dat in het voorjaar van 2012 bestuurlijk is vastgesteld. Het voorliggende document is het definitieve organisatieplan voor de brandweerorganisatie in GelderlandMidden. In dit document worden de in het organisatieplan op hoofdlijnen gekozen richting en de hoofdstructuur van de nieuwe organisatie verder uitgewerkt. Het organisatieplan geeft een beeld weer van de nieuwe organisatie met de verschillende afdelingen, teams en functies voor de brandweer in Gelderland-Midden. 2013 staat voor het project regionalisering brandweer in Gelderland-Midden in het teken van het ontwerpen en het inrichten van de nieuwe organisatie. Er zijn en worden op veel fronten ideeën gecreëerd en uitgewerkt om de nieuwe brandweerorganisatie vorm te geven. Dit organisatieplan is het startpunt voor de verdere ontwikkeling en opbouw van de nieuwe organisatie. Het organisatieplan op hoofdlijnen is de basis waarop dit plan verder is doorontwikkeld. Het organisatieplan op hoofdlijnen is met een positief advies van de Bijzondere Ondernemingsraad vastgesteld door de stuurgroep van dit project op 29 februari 2012 en is op 21 maart 2012 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Dit organisatieplan beschrijft de structuur van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden met bijbehorende functies en werklocaties. In dit plan is het implementatietraject van de nieuwe organisatie niet opgenomen. Hiervoor wordt een implementatieplan opgesteld in het najaar van 2012. Het implementatieplan zal verder ingaan op hoe de overgang naar één nieuwe brandweerorganisatie wordt vormgegeven. Zo komt in het implementatieplan aan bod hoe medewerkers en leidinggevenden worden begeleid in het werken met processen. Maar het implementatieplan beschrijft bijvoorbeeld ook hoe wordt gekomen tot een passende overlegstructuur voor de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Het is belangrijk om te benoemen dat de vorming van de nieuwe brandweerorganisatie een dynamisch proces is. Dit betekent dat tijdens de ontwerp- en inrichtingsfase nieuwe inzichten naar voren kunnen komen die invloed hebben op de vormgeving van de nieuwe organisatie waardoor kleine wijzigingen noodzakelijk zijn. Bovendien kan het zo zijn dat bijvoorbeeld een vooraf bedachte structuur van een team in de praktijk toch niet efficiënt of effectief functioneert. Het organisatieplan is dus ook een dynamisch document. Het is de basis voor brandweer Gelderland-Midden. Door nieuwe inzichten of opgedane praktijkervaringen kan het plan nog aanvullingen krijgen. Het organisatiemodel zal geëvalueerd worden per 1 januari 2016. Per 1 januari 2015 vindt een eerste tussenevaluatie plaats.
Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk twee de nieuwe brandweerorganisatie van Gelderland-Midden geduid. In hoofdstuk drie wordt dit verder uitgewerkt in de hoofdstructuur en bijbehorende inrichtingsprincipes. De hoofdstukken vier tot en met zes beschrijven elk één inhoudelijk afdeling en hoofdstuk zeven beschrijft het stafbureau. Het laatste hoofdstuk gaat kort in op de relatie tussen de sector brandweer en de sector facilitaire zaken binnen Veiligheids- en Gezondheidsregio GelderlandMidden. In het organisatieplan worden enkele processen beschreven om daarmee duidelijk te maken hoe processturing een wezenlijk onderdeel is van de nieuwe organisatie. Verdere uitwerking van deze en andere processen zal tijdens en na inrichting van de nieuwe organisatie plaatsvinden. De overige processen worden beschreven in een separaat handboek. Voor de volledigheid: daar waar over "hij" of "hem" gesproken wordt in de notitie, kan ook "zij" en "haar" gelezen worden.
4
2. Brandweer Gelderland-Midden 2.1 Bouwstenen voor nieuwe organisatie In het project regionalisering geldt een aantal uitgangspunten waaraan de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden moet voldoen. Deze uitgangspunten komen voort uit het projectplan en worden hieronder nader gedefinieerd. • Een efficiënte organisatie Efficiëntie komt tot uiting in het realiseren van een eenvormige werkomgeving door te kiezen voor één standaard, zoals op het gebied van materieel en materiaal. Maar ook door te organiseren in enkelvoud: bijvoorbeeld één rechtspositie en één verantwoordelijk managementteam. Hierbij is oog voor het minimaliseren van overhead en coördinatiedrukte. •
Uitvoering van wettelijke brandweertaken en taken op het terrein van rampenbestrijding & crisisbeheersing De brandweerorganisatie voert de taken uit op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing zoals omschreven in de Wet Veiligheidsregio's. De brandweer voert daarnaast de multidisciplinaire coördinatie uit in de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. •
Een eenduidig en stuurbaar organisatiemodel voor de brandweerorganisatie als onderdeel van VGGM De nieuwe organisatie wordt ingericht op basis van een organisatie- en besturingsmodel dat duidelijke sturing biedt. De leidinggevenden in dit organisatiemodel hebben de positie en middelen om sturing te geven aan de werkzaamheden waarvoor zij verantwoordelijk zijn. In de organisatie wordt de repressieve brandweerzorg herkenbaar neergezet voor de vrijwilliger en de beroepsmedewerker. • Een slagvaardige organisatie die snel inzetbaar is en voldoende kritische massa heeft Paraatheid en slagkracht zijn kerneigenschappen van de brandweerorganisatie. Dit uit zich in beschikbaarheid, gekwalificeerd personeel, goede voorbereiding en geoefendheid. De brandweer kan in korte tijd veel mensen en materiaal in stelling brengen. Slagvaardigheid heeft ook betrekking op de beheersorganisatie: de uitvoering van risicobeheersing, operationele voorbereiding, bedrijfsvoering wordt op een slagvaardige wijze neergezet. •
Een uniform kwaliteitsniveau voor het gemeenschappelijke deel en als afgeleide daarvan eensluidende werkwijzen De organisatie voert haar taken uit op alle schakels van de veiligheidsketen op basis van een bestuurlijk vastgesteld uniform kwaliteitsniveau voor de gehele regio. Er ontstaat een basispakket dat in de gehele regio wordt geleverd volgens uniforme werkwijzen. Daarnaast heeft elke gemeente de mogelijkheid om aanvullende werkzaamheden in te kopen of een hoger kwaliteitsniveau uit te laten voeren. • Korte informatielijnen met betrokken gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau In overleg met de gemeenten wordt per gemeente de dienstverlening bepaald. Afspraken worden vastgelegd in individuele dienstverleningsovereenkomsten. Aan de voorkant worden ook duidelijke afspraken gemaakt over vaste aanspreekpunten bij de advisering vanuit de brandweer aan de gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
2.2 Ambitie Brandweer Gelderland-Midden is straks één van de 25 brandweerkorpsen in Nederland. Het korps is gericht op de taken behorend bij de veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg). Bij het uitvoeren van deze taken is de veiligheidsketen herkenbaar in de organisatie en een gesloten en krachtige keten. Het korps zorgt voor een continue paraatheid van de basisbrandweerzorg. Om dit te bereiken is samenwerking tussen medewerkers uit de diverse afdelingen, beroepskrachten èn vrijwilligers van onze regio van groot belang. Voor alle medewerkers geldt dat er sprake zal zijn van een herkenbare werkeenheid, met een aanspreekbare leidinggevende (bevoegd om te beslissen) èn een herkenbaar bovenliggend leidinggevend niveau. Concreet: iedereen kent zijn baas en de 'baas van zijn baas’.
5
Hiermee is herkenbaarheid en betrokkenheid geborgd. Brandweer Gelderland-Midden is een bekwame organisatie, die werkt vanuit de wetenschap dat repressieve brandweerzorg in belangrijke mate wordt verzorgd door vrijwilligers. De organisatie is op 1 januari 2014 toekomstbestendig ingericht en houdt rekening met de relevante omgevingsontwikkelingen. Dit omdat stabiliteit van taken en werkeenheden bijdraagt aan een goede taakuitvoering. In de uitvoering van de werkzaamheden is er ruimte voor het verrichten van extra taken voor gemeenten op basis van bestuurlijke wensen. De hoogste besturingslaag van de brandweerorganisatie is gezamenlijk verantwoordelijk voor de totale resultaten en voor de afstemming tussen bestuur en de organisatie. Deze samenhang is in de gehele organisatie herkenbaar. Werkzaamheden zijn op elkaar afgestemd en medewerkers zijn daarin aanvullend aan elkaar. Niet alleen de eigen werkzaamheden, maar juist ook de bijdrage aan de herkenbare producten voor onze klanten zijn bepalend.
2.3 Resultaat Het project regionalisering brandweer in Gelderland-Midden streeft naar het volgende resultaat: • Een brandweerorganisatie voor Gelderland-Midden onder eenhoofdige leiding die regionaal beheer voert en waarbij al het brandweerpersoneel in dienst is; • De start van de nieuwe organisatie is op 1 januari 2014; • Een eenduidig, efficiënt en stuurbaar organisatiemodel voor de brandweerorganisatie als onderdeel van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden; • Een eenduidige set van arbeidsvoorwaarden, -regelingen en functies; • Een stabiele financiële situatie met een transparant financieel model dat recht doet aan de gebiedsgebonden kenmerken en risico’s; • Een uniform kwaliteitsniveau voor het gemeenschappelijk deel en als afgeleide daarvan eensluidende werkwijzen; • Opgestelde dienstverleningsovereenkomsten met alle gemeenten in de regio Gelderland-Midden waarin de brandweerzorg met het geldende kwaliteitsniveau is vastgelegd. Dit niveau voldoet tenminste aan het instapkwaliteitsniveau; • Korte informatielijnen met betrokken gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau.
6
3. Hoofdstructuur en inrichtingsprincipes 3.1 Definitie In de regio Gelderland-Midden zijn momenteel 10 brandweerkorpsen, waarvan een aantal meerdere gemeenten bedient. In de regio zijn 41 uitrukposten van waaruit de brandweerzorg geleverd wordt. Dat gebeurt met de inzet van ruim 800 vrijwilligers en ruim 100 beroeps. Er werken zo'n 150 medewerkers met een beheersmatige functie bij de brandweer, waarvan een deel ook een repressieve functie vervult. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) is één dienst die als wettelijk aangewezen hulpverleningsorganisatie op het terrein van brandweer, volksgezondheid, rampen en crises fungeert. De organisatie kent drie sectoren: brandweer, volksgezondheid en facilitaire zaken. De sector facilitaire zaken ondersteunt de beide inhoudelijke sectoren.
De gemeentelijke brandweerkorpsen in de regio gaan samen met de sector brandweer van VGGM één nieuwe brandweerorganisatie vormen. In het proces van regionalisering worden de andere twee sectoren binnen VGGM niet opnieuw ingericht. Uiteraard wordt de sector facilitaire zaken wel aangepast op de uitbreiding aan de brandweerkant. Dit valt buiten de verantwoordelijkheid van het project regionalisering. De directie van VGGM leidt dit proces. De herinrichting van de brandweerorganisatie vindt plaats binnen de context van de bestaande VGGM organisatie. Dit betekent dat het voorgestelde organisatiemodel van de brandweer moet aansluiten op de rest van de organisatie van VGGM. Dat geldt vooral op het aspect bedrijfsvoering. De PIOFACH taken (personeel & organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting) zijn op dit moment centraal belegd binnen de sector facilitaire zaken. Het hierop aansluiten is als randvoorwaarde meegenomen in de uitwerking van dit organisatieplan. Daar waar significante voordelen kunnen worden behaald door af te wijken van dit centrale gedachtegoed voor de sector brandweer, zal dat worden benoemd.
3.2 Sturingsfilosofie Brandweer Gelderland-Midden wordt gevormd uit gemeentelijke brandweerkorpsen en de sector brandweer van VGGM; ieder met een eigen identiteit en eigen manier van werken. Dit betekent dat het belangrijk is een eenduidige sturingsfilosofie te hebben. Leiderschap dat zich kenmerkt door leidinggevenden die zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor hun eigen organisatieonderdeel, maar gezamenlijk staan voor het belang van het geheel. Leiderschap is werken aan identiteit, cultuur en gedrag. Dit creëren we door: • Te sturen op samenhang. Het management draagt uit hoe de eigen taken samenhangen met andere taakgebieden in de organisatie, om de doelstellingen van het geheel te kunnen realiseren. Naast de verbondenheid met het primaire taakgebied bestaat er ook een collectieve ambitie. • Te sturen op resultaten met het accent op goedlopende processen, output en samenwerking. • Te sturen op kostenbewustzijn en efficiëntie met een accent op goed budgetbeheer van geld en tijd. • De bereidheid om prestatieafspraken te maken en elkaar daarop aan te spreken.
7
• • •
Het management maakt prestatieafspraken maar geeft ook de nodige vrijheid en ruimte bij de uitvoering van de taken zodat kennis en ervaring optimaal worden benut. Het management is in staat om coachend te sturen maar ook directief als het nodig is. Werkprocessen bevorderen effectieve samenwerking met collega’s en externe partners. Processen zijn beschreven en bieden daardoor voldoende informatievoorziening.
3.3 Cultuur De organisatie die wij met elkaar willen zijn, moet zich vanaf 1 januari 2014 gaan ontwikkelen. Dat geldt ook voor de cultuur van de organisatie. De brandweer Gelderland-Midden wordt een grote organisatie met veel verschillende teams. Die verscheidenheid van de organisatie is een groot goed. Die zullen we ook koesteren, zonder te denken in "wij-zij-hokjes". De belangen in de brandweerorganisatie zijn immers hetzelfde. Dat geeft saamhorigheid. Als brandweer zijn wij dienstbaar naar anderen, maar ook naar elkaar. De "warme" en "koude" organisatie zijn beide van waarde en houden we daarom dicht bij elkaar. Ook qua gevoel. Bij de brandweer werken vrijwilligers en beroepsmedewerkers intensief samen. In de organisatie werken we niet alleen samen binnen de afdelingen, maar vinden we het juist belangrijk dat medewerkers afstemming zoeken met andere afdelingen, gericht op het resultaat, en verder kijken dan het eigen team. Iedereen realiseert zich dat hij of zij onderdeel uitmaakt van het totaal en dat samen gewerkt wordt aan het neerzetten van een resultaat dat voldoet aan de wensen en eisen van onze interne en externe partners. Vanuit dat verantwoordelijkheidsgevoel wordt gehandeld. De brandweer blijft geworteld in de lokale gemeenschap, waarbij een post zijn eigen identiteit heeft. We organiseren betrokkenheid bij de organisatie en bij het verzorgingsgebied. Dit vraagt om inspirerend leiderschap, goed werkgeverschap en een management dat werkt volgens het principe: zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. Open en transparant. Medewerkers worden uitgedaagd te doen wat ze leuk vinden en wat ze goed kunnen. Met passie en deskundigheid.
3.4 Processen Een organisatie heeft structuur nodig wil het niet eindigen in chaos. Een structuur alleen is echter niet genoeg. Het kan namelijk duidelijk zijn welke afdelingen, functies, taken en bevoegdheden er zijn, maar als er niet duidelijk is hoe het werk wordt uitgevoerd en afgestemd, kan een organisatie niet leveren wat zij wil leveren. Een hiërarchische structuur alleen maakt niet duidelijk welke resultaten de organisatie wil behalen en hoe die behaald moeten worden. Processen maken dit wel inzichtelijk, omdat het te behalen eindresultaat centraal staat in een proces. Processen zijn ketens van activiteiten (c.q. werkzaamheden) in onderlinge samenhang, logisch geordend en gericht op het bereiken van een resultaat.
Input = bijv. informatie
Proces
Product of dienst
Klant = bijv. inwoner, bedrijf of gemeente
In bovenstaand figuur leidt het proces, dat weergegeven wordt in het blok, tot een eindproduct dat bestemd is voor de klant. Een procesbeschrijving laat zien uit welke activiteiten een proces bestaat, wat het moet opleveren, wie er bij betrokken zijn en met welke andere activiteiten het samenhangt. De meerwaarde van het werken met processen voor de brandweer is: • De samenhang in de activiteiten van de organisatie is duidelijk zichtbaar. • Het geeft een beter inzicht in hoe een specifieke taak zich verhoudt ten opzichte van het geheel, gericht op een helder geformuleerd resultaat/product. 8
• • • • • • •
De rollen van de verschillende medewerkers in een werkstroom worden inzichtelijk. Communicatie over verbeteringen wordt vergemakkelijkt. Er ontstaat een betere overdraagbaarheid van kennis aan nieuwe medewerkers, kennis wordt immers vastgelegd. Er is een afgesproken werkwijze, waarbij er sprake is van een optimale balans in efficiency en effectiviteit. Klantgericht denken en externe gerichtheid worden gestimuleerd, omdat het eindresultaat en de klant centraal staan. Zelfsturing is beter mogelijk omdat de kaders duidelijk(er) worden vastgelegd. Met een medewerker worden resultaatafspraken gemaakt van wat er in een bepaalde periode van hem verwacht wordt. Er is aandacht voor het cyclische aspect van processen: alle processen hebben een herkenbare plan-do-check-act-cyclus in zich.
Het procesgestuurde model De brandweer in Gelderland-Midden kiest voor processturing. Het procesgestuurde organisatiemodel staat voor dat wat we wettelijk verplicht zijn te doen: één brandweerorganisatie bouwen op de schaal van de regio, gebaseerd op de optimale schaal van werkprocessen. Dit betekent dat de werkprocessen in de organisatie centraal staan. De processen beschrijven het werk van medewerkers, wat van hen verwacht wordt in het werkproces, wie nog meer betrokken is bij de werkzaamheden en met wie dus samenwerking moet worden gezocht. Medewerkers worden in het procesgestuurde model gestimuleerd om verder te kijken dan een afgebakende taak, zij zijn medeverantwoordelijk voor een proces. De taak is onderdeel van een groter geheel en draagt bij aan het einddoel. De gekozen primaire producten van de brandweer in Gelderland-Midden zijn incidentbestrijding, operationele voorbereiding en risicobeheersing. Deze producten komen tot stand doordat medewerkers uitvoering geven aan zowel afdelingsoverstijgende als afdelingspecifieke werkprocessen. Daarnaast zijn er verschillende ondersteunende en besturende processen te onderkennen, die deels binnen de brandweer en deels binnen de VGGM-sector facilitaire zaken zijn ondergebracht. Het landelijke procesmodel van de Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding (NVBR) is als uitgangspunt genomen voor de in de tabel hieronder weergegeven processtructuur binnen Gelderland-Midden. Binnen de NVBR is een model ontwikkeld voor alle veiligheidsregio’s die de regio’s kunnen gebruiken als referentie voor het definiëren van de eigen werkprocessen en het ontwikkelen van procesbeschrijvingen. In dit NVBR procesmodel zijn de belangrijkste werkprocessen van de brandweer benoemd en onderverdeeld in verschillende categorieën. Er is voor gekozen om aansluiting te zoeken bij dit bestaande procesmodel van de brandweer. Op basis van het NVBR procesmodel zijn zeven afdelingsoverstijgende processen gekozen om nader uit te werken als onderdeel van dit organisatieplan. Bij de keuze voor deze processen is betrokkenheid van meerdere afdelingen als leidend criterium genomen. Afdelingsspecifieke processen maken ook onderdeel uit van de processtructuur binnen brandweer Gelderland-Midden. Dit zijn de werkprocessen die binnen één afdeling plaatsvinden.
9
Voorlopige processtructuur brandweer Gelderland-Midden Primaire producten: • Incidentbestrijding • Operationele voorbereiding • Risicobeheersing Afdelingsoverstijgende processen (horizontaal georganiseerd) o.a.: • Bereikbaarheidskaarten • Evalueren • Risicoanalyse • Advisering externe veiligheid • Opleiden / vakbekwaam worden • Oefenen / bijscholen • Advisering ten aanzien van vergunningverlening Afdelingsspecifieke processen, bijvoorbeeld: • Controle op brandveiligheid (afdeling risicobeheersing) • Bestrijden van incidenten (afdeling incidentbestrijding) • Onderhoud van voertuigen (afdeling operationele voorbereiding) Ondersteunende processen, bijvoorbeeld: • P&O • Het leveren van facilitaire diensten Besturende processen, bijvoorbeeld: • Beleid en sturing
Processen in relatie tot hiërarchie In de brandweerorganisatie van Gelderland-Midden is elk afdelingshoofd verantwoordelijk voor één primair product voor de gehele regio. Voor de totstandkoming van de primaire producten is een hiërarchische (c.q. verticale) structuur noodzakelijk om het werk te kunnen doen. Maar een belangrijk kenmerk van het procesgestuurde model is dat de drie afdelingen nauw met elkaar verbonden zijn door afdelingsoverstijgende (c.q. horizontale) processen. In onderstaand figuur zijn deze afdelingsoverstijgende processen weergegeven in relatie tot afdelingsspecifieke processen.
10
AFDELINGSSPECIFIEK PROCES
AFDELINGSSPECIFIEK PROCES
AFDELINGSSPECIFIEK PROCES
AFDELINGSOVERSTIJGEND PROCES
AFDELINGSOVERSTIJGEND PROCES
De afdelingsoverstijgende processen lopen dwars door de hiërarchische structuur heen om onderlinge afstemming en informatie-uitwisseling tussen de afdelingen te borgen. Voor deze afdelingsoverstijgende processen worden zogenoemde proceseigenaren benoemd die de gemaakte afspraken in het proces bewaken. Het MT draagt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van afdelingsoverstijgende processen. De proceseigenaar organiseert in samenspraak met afdelingshoofden het werkproces over de afdelingen heen op basis van het product (c.q. dienst) dat wordt geleverd en de eisen en wensen die de klant aan dit product (c.q. dienst) stelt. Daarbij zoekt de proceseigenaar afstemming met de betrokken afdelingshoofden in het proces, bijvoorbeeld over de te leveren capaciteit. Verder genereert de proceseigenaar in opdracht van het MT belangrijke managementinformatie over het proces waarop het MT stuurt om processen te kunnen verbeteren. De rol van proceseigenaar is een structurele taak die een aantal functionarissen binnen de brandweer naast het reguliere werk op zich nemen. Proceseigenaren worden op basis van competenties benoemd. De proceseigenaar en het afdelingshoofd zijn in sterke mate afhankelijk van elkaar om resultaten te behalen. In relatie tot de proceseigenaar, is het afdelingshoofd verantwoordelijk voor het product dat wordt geleverd in het proces terwijl de proceseigenaar namens het MT de inrichting en de kwaliteit van
11
het proces bewaakt. In geval van conflicten tussen proceseigenaren en afdelingshoofden, wordt dit besproken in het managementteam waar immers de gezamenlijke verantwoordelijkheid ligt voor de processen. De leden van het managementteam worden geacht te kunnen schakelen en afwegen tussen overkoepelende prioriteiten en doelstellingen en de afdelingsbelangen. De uiteindelijke doorzettingsmacht ligt bij de directeur brandweer, in het geval dat het managementteam er in goed overleg niet uitkomt. Een goed voorbeeld van een afdelingsoverstijgend proces is de totstandkoming van bereikbaarheidskaarten. Hieronder is de procesbeschrijving weergegeven. De afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de specifieke activiteiten in het proces zijn ook bij iedere processtap aangegeven1. Bereikbaarheidskaarten worden opgesteld voor de incidentbestrijding met behulp van informatie vanuit de afdelingen risicobeheersing en operationele voorbereiding. Als resultaat heeft de bevelvoerder bij een uitruk juiste en volledige informatie tot zijn beschikking. Maar aan de voorkant moeten wel duidelijke afspraken worden gemaakt over welke prestaties behaald moeten worden in het werkproces. Een prestatie-indicator van het proces bereikbaarheidskaarten kan bijvoorbeeld actualiteit van een bereikbaarheidskaart zijn. Zo kan binnen de organisatie worden afgesproken dat het aanpassen van een bereikbaarheidskaart door een wijziging van het object binnen tien werkdagen doorgevoerd moet zijn.
Bij de totstandkoming van het organisatieplan is bewust gekozen om eerst te starten met het beschrijven van een aantal afdelingsoverstijgende werkprocessen. Hier ligt tenslotte de crux van het procesgestuurde organisatiemodel: samen werken aan één eindresultaat (een door de brandweer te leveren product of dienst) met meerdere mensen vanuit verschillende afdelingen over de hele regio Gelderland-Midden verspreid. Voor zeven afdelingsoverstijgende processen zijn procesbeschrijvingen gemaakt door medewerkers van de brandweerorganisaties in Gelderland-Midden die momenteel ook betrokken zijn bij de werkzaamheden in het proces. De processen zijn op hoofdlijnen beschreven. Dit betekent dat er geen uitgebreide handboeken gemaakt worden met gedetailleerde procesbeschrijvingen. Werkprocessen zijn geen doel op zich, ze worden ingezet als middel om resultaten te bereiken. Het leidende principe hierbij is vakmanschap, de medewerkers die in het proces betrokken zijn, weten zelf hoe ze invulling kunnen geven aan de werkzaamheden op detailniveau. De volgende procesbeschrijvingen zijn in bijlage 1 opgenomen: • Evalueren • Risicoanalyse • Advisering externe veiligheid • Opleiden / vakbekwaam worden • Oefenen / bijscholen • Advisering ten aanzien van vergunningverlening
1
De afkorting RB staat voor de afdeling risicobeheersing en wordt aangegeven met de kleur groen; OV staat voor de afdeling operationele voorbereiding en wordt aangegeven met de kleur geel. IB staat voor de afdeling incidentbestrijding en wordt aangegeven met de kleur rood. Indien meerdere afdelingen betrokken zijn bij een specifieke processtap, dan is het blokje blanco gelaten.
12
Tijdens de sessies waarin medewerkers van de brandweerorganisaties in Gelderland-Midden aan de slag zijn gegaan met de procesbeschrijvingen, is ook een aantal inhoudelijke details en vragen naar voren gekomen. Met de uitwerking van deze inhoudelijke details en de beantwoording van de geformuleerde vraagpunten gaan de nieuwe leidinggevenden met de afdelingen verder aan de slag. Een vervolgstap is het beschrijven van nog een aantal afdelingsoverstijgende werkprocessen en het beschrijven van de werkprocessen die binnen één afdeling plaatsvinden. Deze laatste activiteit zal plaatsvinden in het tweede halfjaar van 2013 wanneer alle medewerkers van de brandweer in Gelderland-Midden op een functie zijn geplaatst. Dan start een traject waarin leidinggevenden en proceseigenaren gezamenlijk met medewerkers van de afdeling aan de slag gaan met hoe zij het werk in de afdeling willen organiseren en dus hoe zij de werkprocessen willen inrichten. Dit zal doorlopen in het eerste half jaar van 2014 als de nieuwe organisatie van start is gegaan.
Samenwerking Er zijn vier soorten samenwerkingsrelaties te benoemen in de brandweerorganisatie van GelderlandMidden: 1. Externe relaties: bijvoorbeeld inwoners, Regionale Uitvoeringsdiensten, leveranciers en de pers 2. Interne relaties: andere afdelingen binnen de brandweerorganisatie van Gelderland-Midden, andere sectoren binnen VGGM 3. Ketenpartners: de partners binnen en buiten de Veiligheidsregio Gelderland-Midden zoals gemeenten 4. Bestuurders: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de burgemeesters Waar relevant worden de verschillende samenwerkingsrelaties van de betreffende afdeling benoemd in de volgende hoofdstukken van deze notitie.
Informatiemanagement Goede en adequate informatievoorziening is een voorwaarde om succesvol te kunnen werken in een procesgestuurde organisatie. Door informatie en gegevens op een adequate wijze te registreren en te beheren, kan inzicht worden verkregen in geleverde resultaten en kan gericht worden (bij)gestuurd om gestelde doelen te behalen. Verder is een groot deel van de werkzaamheden dat wordt uitgevoerd in de nieuwe brandweerorganisatie niet specifiek locatiegebonden. Dit vraagt dus ook dat informatie overal beschikbaar is. Bovendien moet informatie actueel, betrouwbaar, controleerbaar en tijdig zijn. Informatievoorziening behelst vooral het ontsluiten van een veelheid aan bronsystemen, zodat van de grote hoeveelheid gestructureerde en ongestructureerde data gegevens kunnen worden gemaakt. Van deze gegevens wordt door inhoudsdeskundigen informatie gemaakt voor de desbetreffende doelgroep. Deze informatie kan dan worden gebruikt om te kunnen sturen, verantwoorden en/of adviseren, dit zowel in de koude als warme situatie. Het organiseren van een goede informatievoorziening zal de nodige inspanning vragen om dit gestructureerd en structureel op poten te zetten. Het is belangrijk om hierbij een onderscheid te maken tussen informatievoorziening en ICT automatisering. Automatisering gaat over het beschikbaar stellen aan medewerkers van geautomatiseerde hulpmiddelen (PC's, laptops, telefoon, etc.) en alles wat daar voor nodig is om dat te faciliteren. Waar automatisering randvoorwaardelijk is om te kunnen werken, is informatievoorziening randvoorwaardelijk om de goede dingen te kunnen doen.
3.5 Hoofdstructuur brandweer Gelderland-Midden De brandweer in Gelderland-Midden heeft een eenhoofdige leiding: de directeur brandweer. Het managementteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor de brandweerorganisatie in GelderlandMidden. De directeur brandweer is voorzitter van het managementteam en bestaat naast hem uit de drie afdelingshoofden incidentbestrijding, operationele voorbereiding en risicobeheersing, het hoofd financiën, het hoofd advies & service en het hoofd stafbureau.
13
De organisatie is centraal ingericht en kent gedeconcentreerde werkplekken in de regio. Er is dus geen sprake van centrale of decentrale werklocaties en taken in de nieuwe organisatie.
Terminologie In dit organisatieplan worden de volgende begrippen gebruikt voor aanduidingen binnen de organogrammen van de verschillende afdelingen: Afdeling: er zijn drie afdelingen binnen brandweer Gelderland-Midden: incidentbestrijding, operationele voorbereiding en risicobeheersing. Iedere afdeling wordt geleid door een afdelingshoofd. Team: elke afdeling is waar nodig onderverdeeld in teams. Een team wordt geleid door een teammanager. De teammanager heeft volledige personele verantwoordelijkheid voor alle medewerkers die onder het team vallen. Onder de teammanager zijn enkele medewerkers werkzaam die functioneren als inhoudelijk aanspreekpunt voor de overige medewerkers. Daarnaast nemen zij een deel van de werkplanning op zich, zoals het uitzetten van werkzaamheden of opdrachten bij verschillende medewerkers in het team. Deze medewerkers hebben geen personele verantwoordelijkheid.
14
Repressief cluster: de afdeling incidentbestrijding kent een afwijkende benaming van de organisatieonderdelen. De afdeling is onderverdeeld in repressieve clusters die ieder aangestuurd worden door een clustercommandant. De clustercommandant stuurt rechtstreeks alle ploegcommandanten in het cluster aan. Ploeg: de vrijwilligers en beroepsmedewerkers die de brandweerzorg leveren vanuit de 41 uitrukposten in de regio Gelderland-Midden zijn onderverdeeld in ploegen. Een ploeg wordt geleid door een ploegcommandant. Een ploegcommandant heeft personele verantwoordelijkheid voor alle vrijwilligers of beroepsmedewerkers in de ploeg.
3.6 Inrichting brandweer Gelderland-Midden De brandweerorganisatie in Gelderland-Midden wordt opnieuw, van onderop, opgebouwd. Enerzijds betekent dit dat eerder gemaakte keuzes voor het vormgeven van de (lokale) brandweerorganisaties niet meer van toepassing zijn. Anderzijds geldt dat een brandweerorganisatie gebouwd wordt op een aantal vaststaande uitgangspunten, zoals: • Processturing. • Een wettelijk bepaalde taakstelling. • De combinatie van een beheersmatige en een repressieve organisatie waarin veelal dezelfde mensen een functie vervullen. • De lokale verankering van brandweerposten. Er is geprobeerd een zo optimaal mogelijke balans te vinden tussen de twee oriëntaties van de brandweer: de beheersmatige organisatie en de repressieve organisatie. Waar de repressieve organisatie primair een lokale focus heeft, zal de beheersmatige organisatie vooral worden georganiseerd op basis van een optimale schaalgrootte voor de betreffende taak. Daarbij spelen diverse factoren als kritische massa, uniforme kwaliteit, eenduidige werkwijze, continuïteit, efficiëntie en sturing een rol. Deze factoren worden door de procesgestuurde werkwijze ondersteund. Ten aanzien van de totale organisatie worden de volgende inrichtingsprincipes gehanteerd: • Een afdeling heeft enkele uitvoerende teams (of clusters) om de kwaliteit te borgen en de gelaagdheid van de organisatie beperkt te houden. De opdeling in teams gebeurt op basis van span of control, het bundelen van specifieke kennis / kunde, de logische aansluiting bij andere organisaties en/of geografie. Dit wordt toegelicht in de betreffende hoofdstukken. • De span of control van teammanagers is lastig te generaliseren voor alle teams. Per team is gekeken wat werkbaar is in de context van het te leveren product (c.q. dienst) en het gebied dat bediend moet worden. De aansturing van de teammanager varieert tussen de 15 tot 25 medewerkers. • Ondersteunende staffuncties worden sectorbreed georganiseerd in een stafbureau. Vakinhoudelijk beleid is in de afdelingen belegd, algemeen beleid in het stafbureau. Hierbij wordt projectmatig werken niet bij één specifiek organisatieonderdeel belegd. In de afdelingen is een brede groep medewerkers beschikbaar die net als nu de rollen van projectleider, projectmedewerker of projectsecretaris op zich kunnen nemen bij het uitvoeren van een project. Daarnaast is vakinhoudelijke administratieve en secretariële ondersteuning in de afdelingen belegd, algemene administratieve en secretariële ondersteuning in het stafbureau. • Op een aantal taakvelden die direct gerelateerd zijn aan de uitrukposten, is bewust gekozen om niet alles vanuit één punt te organiseren, maar juist aansluiting te zoeken bij de lokale verbondenheid en omstandigheden. Ten aanzien van de afdeling incidentbestrijding worden de volgende inrichtingsprincipes gehanteerd: • De huidige posten zijn de basis voor de borging van de repressieve uitruksterkte. • De span of control van een ploegcommandant en van een clustercommandant is 12 tot 18 medewerkers. Zo is er voldoende gelegenheid om de medewerkers (waarvan velen vrijwilligers zijn) personele ondersteuning te bieden en de periodieke functionerings- en beoordelingsgesprekken te voeren. Voor de clustercommandant geldt tevens dat hij voldoende gelegenheid moet hebben om zichtbaar te zijn op de posten, de medewerkers hierin te kennen en de oefeningen geregeld bij te wonen.
15
Ten aanzien van de verbinding tussen de repressieve en beheersmatige organisatie worden de volgende inrichtingsprincipes gehanteerd: • Verbinding en samenwerking in de veiligheidsketen vindt plaats op de werkvloer. Medewerkers met een beheersmatige functie werken op de diverse posten in de regio waar ook de clustercommandanten en ploegcommandanten werkzaam zijn. • Op basis van de huidige ervaring en inzichten is duidelijk dat medewerkers van de beheersmatige organisatie ook nodig zijn voor het ondersteunen van de repressieve uitruksterkte op een aantal posten in de dagsituatie. Dit belang kan uitstijgen boven het bereiken van de optimale schaal voor de organisatie van de koude processen. • Medewerkers die nu mee uitrukken in de dagsituatie, hebben bij de overgang naar de nieuwe brandweerorganisatie een keuzemogelijkheid voor de manier waarop zij uitvoering geven aan de beheersmatige en repressieve werkzaamheden. De eerste mogelijkheid is dat een medewerker één aanstelling heeft bij VGGM en daarbij twee functies kan bekleden (zowel beheersmatig als repressief). Dit betekent dat een medewerker beheersmatige taken uitvoert voor de brandweer, bijvoorbeeld de organisatie en begeleiding van oefeningen, en daarnaast ook een repressieve functie bekleedt doordat hij mee uitrukt tijdens kantoortijden op een bepaalde post als bevelvoerder. In dit geval worden uitruk- en oefenuren gezien als werktijd. Een tweede mogelijkheid is dat een medewerker een beheersmatige aanstelling heeft bij VGGM en daarnaast een aanstelling als vrijwilliger heeft bij VGGM. Uitruk- en oefenuren worden bij deze mogelijkheid vergoed volgens de vrijwillige aanstelling. Bij deze keuze moet wel de Arbeidstijdenwet als randvoorwaarde in acht worden genomen. In de toekomst krijgen nieuwe medewerkers bij de brandweer in Gelderland-Midden één aanstelling bij VGGM waarin zij meerdere functies kunnen bekleden (zowel beheersmatig als repressief). Definitieve besluitvorming over dit punt volgt nog in afstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg. • Repressieve taken zijn niet hard te matchen met beheersmatige taken, er is dus geen koppeling op voorhand tussen beheersmatige en repressieve functies. Voor de repressieve functie worden, net als voor de beheersmatige functie, eisen geformuleerd op basis waarvan mensen wel of niet geschikt zijn om deze functie uit te oefenen.
Strategisch, tactisch en operationeel niveau In een procesgestuurde organisatie vindt besturing plaats op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De directeur brandweer en de drie afdelingshoofden sturen voornamelijk op strategisch en tactisch niveau. Het gaat hierbij over het richting geven aan de organisatie en welke resultaten over een termijn van drie tot vijf jaar moeten worden neergezet. Tactische besturing gaat specifiek over het inrichten van de organisatie. Waar op strategisch niveau besluiten zijn genomen over de richting van de komende drie tot vijf jaar, gaat het op tactisch niveau over de vertaling van die keuzes in consequenties voor de brandweerorganisatie. Bijvoorbeeld welke middelen zijn nodig voor het behalen van strategische doelstellingen en welke medewerkers en/of externe samenwerkingspartners komen hierbij in beeld? Het is de taak van afdelingshoofden om de vertaalslag van strategisch naar tactisch niveau goed te maken voor het middenmanagement dat gevormd wordt door de verschillende teammanagers en clustercommandanten. Deze laatste groep heeft namelijk op hun beurt weer de taak om naast de tactische besturing een goede vertaling hiervan te maken naar het operationeel niveau. Medewerkers van brandweer Gelderland-Midden verrichten vooral uitvoerende werkzaamheden, omdat de activiteiten die zij ondernemen een directe bijdrage leveren aan de totstandkoming van producten of diensten die de brandweer levert aan bijvoorbeeld inwoners, bedrijven, samenwerkingspartners of andere afdelingen binnen de sector brandweer of binnen de veiligheidsregio.
Directeur brandweer De directeur is eindverantwoordelijk voor de gehele brandweerorganisatie. Hij stuurt op hoofdlijnen, de afdelingshoofden zijn integraal verantwoordelijk voor de drie afdelingen en hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het totale resultaat. Naast de sturing van de interne organisatie is hij adviseur van het bestuur en heeft hij een sterke externe oriëntatie. De organisatie maakt beleid, het managementteam stelt vast en de organisatie voert uit. De directeur brandweer wordt bij afwezigheid vervangen door een van de afdelingshoofden. Deze wordt aangesteld als plaatsvervangend directeur brandweer.
16
De directeur brandweer is samen met de directeur publieke gezondheid verantwoordelijk voor de gehele VGGM organisatie. Daarnaast is hij voorzitter van de veiligheidsdirectie. De directeur brandweer heeft, samen met zijn managementteam, als eerste standplaats de werklocatie Arnhem – Rietgrachtstraat. Dit om dichtbij de ondersteunende sector facilitaire zaken en de directie volksgezondheid georganiseerd te zijn.
Relatie met gemeenten Afdelingshoofden dragen in de procesgestuurde brandweerorganisatie niet alleen verantwoordelijkheid voor het primaire product dat wordt afgeleverd, maar zijn ook gezamenlijk integraal verantwoordelijk voor het totale resultaat. Zij fungeren namelijk, ook voor de andere beleidsvelden buiten de eigen afdeling om, individueel als aanspreekpunt voor een aantal gemeentelijke bestuurders. De onderlinge afstemming over de lopende zaken in de drie afdelingen is dus van cruciaal belang. Dit contact heeft betrekking op zowel de operationele gang van zaken als de zaken op strategisch niveau, zoals beleidsmatige wijzigingen, ontwikkelingen in de gemeente en aanpassingen in de dienstverleningsovereenkomst. Het procesgestuurde model biedt ruimte en regie om gemeentelijk maatwerk te kunnen leveren.
Relatie met veiligheidsbureau Gelderland-Midden kent een veiligheidsbureau waarin de betrokken multidisciplinaire partners (brandweer, GHOR, politie, gemeenten, waterschap, Openbaar Ministerie en defensie) een bijdrage leveren aan het multidisciplinaire product. Het veiligheidsbureau is geen eigenstandige organisatie. De betrokken organisaties leveren elk een bijdrage in de vorm van capaciteit. Het managementteam van het veiligheidsbureau bestaat uit tactisch leidinggevenden van de parate diensten op het gebied van meldkamer, risico- en crisisbeheersing en een coördinerend functionaris namens de gemeente. Waterschap, Openbaar Ministerie en defensie zijn agendalid. Op basis van het beleidsplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Gelderland-Midden wordt door het managementteam leiding gegeven aan dit bureau en de multidisciplinaire meldkamer. In de jaarplanning worden afspraken gemaakt over het aantal en het soort oefeningen, planfiguren en de te leveren capaciteit vanuit de verschillende partijen. Het managementteam van het veiligheidsbureau legt verantwoording af aan de veiligheidsdirectie. Werkzaamheden van het veiligheidsbureau vinden veelal plaats in de vorm van "projecten". Per oefening of planvorm wordt een projectleider benoemd. Vanuit de afdelingen worden de projectleden benoemd en door deze multidisciplinaire gelegenheidsteams worden de producten inclusief een evaluatie geleverd. Deze samenwerking vindt fysiek plaats in het politiebureau aan de Beekstraat in Arnhem. De brandweer zorgt voor de coördinatie en beleidsmatige ondersteuning van de werkzaamheden. De bijdrage aan het veiligheidsbureau en de coördinerende taak van de brandweer blijven ook na 2014 in stand en worden ondergebracht binnen de afdeling operationele voorbereiding. Het afdelingshoofd operationele voorbereiding is de coördinator van het veiligheidsbureau.
17
4. Incidentbestrijding 4.1 Definitie Incidentbestrijding is het bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand.
4.2 Doelstelling Incidentbestrijding heeft als taak het bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Daarnaast heeft incidentbestrijding in Gelderland-Midden een First Response Brandweer taak. Om deze taken uit te voeren, kan de afdeling continu (7 dagen per week, 24 uur per dag) vrijwilligers en beroepsmedewerkers inzetten. Deze rukken uit naar de plaats van het incident, met voldoende en gekwalificeerd personeel en met adequate hulpmiddelen.
4.3 Producten, diensten en activiteiten De afdeling incidentbestrijding levert meerdere producten en diensten. De taken worden verricht op basis van wetgeving, dienstverlening, of op basis van het aannemen van een opdracht. Conform de wetgeving worden de volgende producten/diensten geleverd: • Redden van mens en dier • Brandbestrijding • Hulpverlening • Schadebeperking • Stabiliseren In de regio Gelderland-Midden is als extra taak door het bestuur vastgesteld: • First Response Brandweer (FRB) De afdeling incidentbestrijding zorgt eveneens voor het ontwerpen, het toepasbaar maken en het actualiseren van procedures voor de brandweerzorg. De ontwikkeling en het beheer van werkinstructies, handboeken voor bevelvoerders, Officieren van Dienst en Hoofdofficieren van Dienst maken ook deel uit van dit taakveld. De taken op dit gebied zijn meer dan alleen het beschrijven van een procedure. Het wordt uitgevoerd door medewerkers die bekend zijn met de ontwikkelingen op het desbetreffende vakgebied. De vertaling van plannen en procedures naar het meldkamerdomein en het overleg hieromtrent horen ook bij dit taakveld.
4.4 Inrichtingsprincipes Voor de afdeling incidentbestrijding blijven een groot aantal zaken gaan zoals ze op dit moment gaan in de bestaande organisaties. De kracht van de brandweer zit in de lokale aansluiting en de identiteit van de verschillende posten. De wijze waarop de posten zijn opgebouwd, is en blijft herkenbaar voor alle collega’s. Voor het repressief personeel is de ploegcommandant aanspreekbaar voor de dagelijkse gang van zaken. Wat verandert, is dat meerdere posten samen een repressief cluster vormen. Het cluster wordt geleid door een clustercommandant. De herkenbaarheid /aanspreekbaarheid van direct leidinggevenden is hierbij voor iedereen van belang. De clustercommandant en de Officier van Dienst zullen regelmatig op de post zijn voor een bezoek tijdens of na de oefeningen. Vrijwilligers en beroepsmedewerkers van de afdeling incidentbestrijding kunnen dus terecht bij de eigen ploegcommandant met vragen of problemen, maar kunnen ook aankloppen bij de clustercommandant.
4.5 Gebiedsindeling Voor de repressieve organisatie hanteren we clusters van posten die samen onder de verantwoordelijkheid vallen van één clustercommandant. De repressieve sterkte per post zoals die in de huidige situatie georganiseerd is, is een gegeven. Het risicoprofiel van het ene gebied is eenmaal anders dan dat van een ander gebied in de regio. Een post heeft een of meerdere ploegcommandanten voor de aansturing van de repressieve organisatie op de post. Voor de span of control van een ploegcommandant wordt als uitgangspunt gehanteerd dat hij leiding geeft aan een
18
ploeg van zo'n 12 - 18 personen2. Indien de sterkte van een post groter is dan 18 personen, heeft het de voorkeur een tweede ploegcommandant aan te stellen, maar er zijn ook andere oplossingen denkbaar. Voor de indeling van de repressieve clusters is gekeken naar het aantal ploegcommandanten in relatie tot de span of control van een clustercommandant. Daarnaast is bij de inrichting van de repressieve clusters rekening gehouden met de gemeentegrenzen en de eerder afgesproken vijf OvDgebieden. In de operationele hoofdstructuur van brandweer Gelderland-Midden, die verderop in dit hoofdstuk wordt toegelicht, wordt ook uitgegaan van deze OvD-gebieden. Voor een zo optimaal mogelijke aansturing en samenwerking worden OvD-gebieden en repressieve clusters op dezelfde schaal georganiseerd. In bijlage 2 is een overzicht te vinden van de posten in de regio en het aantal vrijwilligers en beroepsmedewerkers per post. Aan de hand daarvan is het aantal verwachte ploegcommandanten toegekend aan de posten. Dit komt uit op een aantal van 68 ploegcommandanten in de regio. Een clustercommandant kan qua taken ook weer zo'n 12 - 18 ploegcommandanten aansturen. Uitgaande van deze uitgangspunten is de gebiedsindeling als volgt: Cluster
Posten
Aantal ploegcommandanten
Noord
Barneveld Garderen Kootwijkerbroek Voorthuizen Zwartebroek Nijkerk Hoevelaken Scherpenzeel Ede Ede-Stadspoort Bennekom Lunteren Otterlo Harskamp De Valk Ederveen Wageningen Arnhem Arnhem-Zuid Doorwerth Oosterbeek Renkum/Heelsum Wolfheze Doesburg Duiven Rheden Dieren Velp Zevenaar Giesbeek Lobith Pannerden Bemmel Huissen Gendt Doornenburg Elst Heteren Oosterhout Valburg Zetten
2 1 1 2 1 4 2 2 3 1 1 1 1 1 1 1 3 6
West
Midden
Oost
Zuid
1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 1 2 1 2 2 1 1 2 2 1 1 2
Totaal aantal ploegcommandanten 15
13
10
17
14
2
De bezetting van een tankautospuit bestaat uit 6 personen. Uitgaand van een factor 200% voor de bezetting komt het neer op 12 personen, en bij een factor van 300% gaat het over 18 personen.
19
Om de brandweerzorg te kunnen leveren heeft de brandweer beroepsmedewerkers en vrijwilligers paraat. Deze paraatheid is op diverse manieren vormgegeven. De korpsen Arnhem en Ede kennen een gedeeltelijke beroepsbezetting om brandweerzorg te kunnen leveren. De overige korpsen in de regio werken met vrijwilligers. Daarbij kan weer onderscheid worden gemaakt tussen posten waar alle vrijwilligers altijd gealarmeerd worden, vrijwilligers met consignatiedienst of posten waarbij vrijwilligers in een groep of sectie draaien die in een bepaalde week "dienst heeft".
Posten met dagbezetting In principe kunnen medewerkers op alle 41 posten in de regio Gelderland-Midden werken. Op een aantal plekken in de regio worden specifieke werklocaties ingericht van waaruit medewerkers hoofdzakelijk uitvoering geven aan hun werkzaamheden. Alle medewerkers van de brandweer in Gelderland-Midden hebben in overleg met hun leidinggevende een eerste standplaats van waaruit zij hun werkzaamheden uitvoeren. Daarnaast kunnen medewerkers nog een aantal nevenlocaties hebben waar zij bijvoorbeeld lokaalgebonden werkzaamheden verrichten. Vanuit een aantal posten wordt overdag ondersteuning van de uitruksterkte georganiseerd. De locaties zijn gekozen aan de hand van de huidige ervaring en inzichten op welke posten in de regio Gelderland-Midden ondersteuning van de repressieve uitruksterkte in de dagsituatie noodzakelijk is, omdat de uitruk op deze posten overdag niet volledig door vrijwilligers kan worden verricht. Het ondersteunen van de repressieve uitruksterkte in de dagsituatie is geen nieuw verschijnsel. Op veel posten in de regio werken nu medewerkers met beheersmatige taken die mee kunnen uitrukken. Per korps zijn daar afspraken over gemaakt hoe deze medewerkers mee uitrukken. Op basis van de ervaring en inzichten van alle commandanten over hun eigen korps is geïnventariseerd op welke posten in de dagsituatie knelpunten zijn in de uitruksterkte en in welke mate. Hierbij is ook gekeken naar het aantal meldingen tijdens werkdagen het afgelopen jaar. Op de volgende locaties wordt, op de momenten dat er knelpunten zitten in de bezetting, op roosterbasis de ondersteuning van de uitruksterkte met maximaal twee medewerkers (bevelvoerder en chauffeur/manschap) georganiseerd: • • • • • • • •
Barneveld Bemmel Dieren Doorwerth Elst Nijkerk Wageningen Zevenaar
Doordat op een aantal posten medewerkers aanwezig zijn die mee kunnen uitrukken, kan een post overdag bij een melding toch uitrukken. Immers, de post hoeft niet buitendienst gesteld te worden omdat er te weinig mensen beschikbaar zijn, of er hoeft geen buurpost gealarmeerd te worden omdat na een melding er niet voldoende mensen opkomen. Er zullen afspraken gemaakt worden op de post hoe de medewerkers mee uitrukken, bijvoorbeeld dat zij pas opstappen na een aantal minuten. Er zal nadrukkelijk overleg zijn met de post over de invulling van deze ondersteuning. In Arnhem (locaties Rietgrachtstraat en Beekstraat) en Ede zijn ook drie werklocaties gevestigd voor de nieuwe brandweerorganisatie, alleen hier is geen sprake van ondersteuning van de repressieve organisatie.
20
4.6 Structuur Bij de vormgeving van de structuur van incidentbestrijding is de tankautospuit als basis genomen. Als organisatorische basiseenheid voor incidentbestrijding is de groep medewerkers gehanteerd die nodig is om een tankautospuit te bemannen. Dit aantal kan per post verschillen in verband met sociaal/ demografische en geografische kenmerken. Daarnaast heeft een aantal posten een specialistisch voertuig waarop de operationele sterkte is aangepast.
21
Ploegcommandanten Om een ploeg paraat te houden en om te kunnen sturen op kwaliteit is een leidinggevende nodig. In de praktijk betekent dit dat er op een post minimaal één ploegcommandant noodzakelijk is. De ploegcommandanten zijn verantwoordelijk voor de uitruk en de bemensing daarvan vanaf de betreffende post. Daarnaast leveren zij namens de ploeg belangrijke input voor de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van bijvoorbeeld oefenen en opleiden en bij beleidsontwikkeling door de wensen en behoeften van de ploeg aan te geven. Verder hebben ploegcommandanten een belangrijke rol in het vertalen van het gezamenlijk opgestelde beleid naar de uitvoering en zij vormen daarmee de verbinding tussen de 41 posten binnen incidentbestrijding. Het is gewenst dat een ploegcommandant minimaal de repressieve functie van bevelvoerder bekleedt. De ploegcommandant voert beheersmatige taken uit voor de post, zo fungeert hij als aanspreekpunt voor de beroepsmedewerkers of vrijwilligers van de ploeg, voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de ploegleden en regelt zaken die hieruit voortkomen met bijvoorbeeld de clustercommandant. Verschillende posten binnen de regio hebben meer vrijwilligers of beroepsmedewerkers dan de 12 tot 18 medewerkers waarmee standaard gerekend is. Daar waar nodig is het mogelijk om de uren aan te passen per post. Dit kan door de uren voor één ploegcommandant bij te stellen dan wel door de totale groep te verdelen in twee ploegen en twee ploegcommandanten aan te wijzen. Indien er meerdere ploegcommandanten binnen de post functioneren, vindt een verdeling plaats in de verschillende beheersmatige taken per post. Zo kan één ploegcommandant alle contacten met de lokale omgeving op zich nemen, terwijl de andere ploegcommandant regelt dat de voorkomende problemen met het materieel en materiaal op de post worden gemeld bij de betreffende afdeling. Uitgangspunt hierbij is dat de ploegcommandanten allemaal zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor de medewerkers binnen de eigen ploeg. Daar waar behoefte is aan een plaatsvervangend ploegcommandant, kan dat georganiseerd worden. Voor de posten met een beroepsbezetting in Arnhem en Ede worden ploegcommandanten aangesteld voor wie deze functie hun hoofdwerk is, dan wel een combinatiefunctie. Deze functies hebben ook een grotere beheersmatige component in zich. Een deel van de te werken uren is beschikbaar voor leidinggevende taken. In Arnhem en Ede is elk een eigen systeem voor de repressieve bezetting. Dit blijft in de nieuwe organisatie in stand.
Clustercommandant Een clustercommandant geeft leiding aan de ploegcommandanten in zijn gebied en is verantwoordelijk voor meerdere posten. De clustercommandant is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het totale incidentbestrijdingsproces in zijn werkgebied. Hij bepaalt de inzet van capaciteit in het gebied en heeft inzicht in paraatheid en capaciteit van de posten in het gebied in nauwe samenwerking met de ploegcommandanten. Hij coördineert de taken tussen de ploegcommandanten op de verschillende
deeltaken binnen het vakgebied en draagt actief bij aan de kwaliteitsverbetering en -borging binnen het incidentbestrijdingsproces. Vervanging van de clustercommandant wordt horizontaal opgelost met de collega clustercommandanten van de overige repressieve clusters. De clustercommandant voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de ploegcommandanten en draagt zorg voor werving en selectie van repressief personeel in nauwe samenwerking met de ploegcommandant en P&O. De clustercommandant heeft een taak bij personele gebeurtenissen, zoals jubilea, en hij draagt zorg voor de betrokkenheid van burgemeesters hierbij. De clustercommandant heeft variabele werktijden, omdat zijn werkzaamheden voor een deel buiten kantoortijden plaatsvinden. De clustercommandant is regelmatig aanwezig op de post bij of na de oefening.
Ondersteuning Binnen de afdeling incidentbestrijding wordt een aantal ondersteunende taken uitgevoerd. Ten behoeve van de beroepsbezettingen van Arnhem en Ede en de repressieve bezetting op de werklocaties is planningscapaciteit beschikbaar om roosters op te stellen. De formatie is opgenomen in de clusters waar de posten Arnhem en Ede onder vallen.
22
Ter ondersteuning van de clustercommandant wordt een medewerker incidentbestrijding ingezet die een deel van de uitvoerende werkzaamheden voor het betreffende repressieve cluster op zich neemt. De medewerker incidentbestrijding houdt zich o.a. bezig met de coördinatie van de repressieve piketten in het cluster, de paraatheid van de posten, het overleg tussen de clustercommandant en de ploegcommandanten en de organisatie van de eerstelijns nazorg. Op het gebied van bedrijfsvoering wordt een centrale ondersteuningsfunctie op de werklocaties ingericht waar een clustercommandant werkzaam is of op andere grote werklocaties. Het gaat om de volgende locaties: • • • • • • • • •
Arnhem; Rietgrachtstraat en Beekstraat Barneveld Bemmel Velp Doorwerth Ede Nijkerk Wageningen Zevenaar
Met ingang van 1 januari 2014 krijgen medewerkers te maken met veranderingen in de werkomgeving. Zij werken bijvoorbeeld met een andere PC en de telefoon- en postafhandeling zal ook anders verlopen dan zij nu gewend zijn. Praktische vragen, zoals "bij wie kan ik terecht als er iets is met mijn werkplek?" of "waar kan ik een declaratieformulier vinden?", gaan zeker ontstaan. Medewerkers en vrijwilligers kunnen niet alleen terecht bij hun leidinggevende voor vragen, maar er wordt ook een aanspreekpunt georganiseerd voor dit soort praktische vragen op de verschillende werklocaties. Dit aanspreekpunt ondersteunt medewerkers en vrijwilligers met allerhande zaken zoals het beantwoorden van de telefoon, het verstrekken van briefnummers, het reserveren van vergaderruimtes en dienstvoertuigen. Medewerkers en vrijwilligers worden zo op weg geholpen door hen bijvoorbeeld in contact te brengen met de juiste persoon van de sector facilitaire zaken binnen VGGM. Deze zogenoemde medewerkers bedrijfsvoering dragen gezamenlijk zorg voor het beantwoorden van het algemene telefoonnummer binnen de sector brandweer. Telefoongesprekken worden vanaf het algemene telefoonnummer vervolgens doorgeleid in de organisatie naar betreffende medewerkers op een willekeurige locatie in de regio Gelderland-Midden. De coördinatie van de telefonische bereikbaarheid en -dienstverlening is belegd bij het stafbureau. De medewerkers bedrijfsvoering worden aangestuurd door de clustercommandant.
Meldkamer De Regionale Alarm Centrale brandweer (RAC) vormt samen met de Meldkamer Ambulancezorg en Meldkamer Politie de gemeenschappelijke meldkamer Gelderland-Midden. Naast de afstemming met de andere disciplines bij gezamenlijk optreden, zijn het aannemen en beoordelen van meldingen, het alarmeren van de brandweereenheden en verstrekken van informatie aan die eenheden, taken van de RAC. De meldkamerorganisatie gaat in de nabije toekomst veranderen. Landelijk loopt een traject om te komen tot één meldkamerorganisatie met 10 uitvoeringslocaties. Het zal nog enige tijd duren voordat de nieuwe meldkamerorganisatie is opgebouwd en operationeel functioneert. In verband met deze landelijke besluitvorming over het opschalen van de meldkamers, is er voor gekozen om de bestaande structuur van de meldkamer als onderdeel van de totale brandweerorganisatie Gelderland-Midden te handhaven. Tot die tijd zal de RAC onder de afdeling incidentbestrijding worden geplaatst, als team meldkamer, en deel uit blijven maken van het concept gemeenschappelijke meldkamer zoals dit in Gelderland-Midden is georganiseerd. Nadat de meldkamer is opgeschaald naar een landelijke organisatie, blijft het afdelingshoofd incidentbestrijding verantwoordelijk voor het relatiebeheer met de meldkamer.
23
Afdelingshoofd incidentbestrijding De clustercommandanten worden aangestuurd door het afdelingshoofd incidentbestrijding. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de complete incidentbestrijding en een efficiënte koppeling naar de andere afdelingen, zodat het totale product incidentbestrijding van brandweer GelderlandMidden optimaal geleverd wordt. Tevens is de coördinatie van de jeugdbrandweer binnen de regio Gelderland-Midden bij het afdelingshoofd incidentbestrijding belegd. Het afdelingshoofd heeft zitting in het managementteam van de sector brandweer. Het afdelingshoofd is bestuurlijk aanspreekpunt voor een aantal gemeenten. Hij is voor deze gemeenten integraal aanspreekpunt voor bestuurlijke aangelegenheden op het terrein van de brandweerzorg. Hij wordt bij afwezigheid vervangen door één van de collega afdelingshoofden. Gezien het zware accent dat in deze functie ligt op de repressieve organisatie, heeft het afdelingshoofd incidentbestrijding tevens een aanstelling als Commandant van Dienst. Voor alle leidinggevenden binnen de brandweerorganisatie geldt dat ze op meerdere plekken in Gelderland-Midden werkzaam zijn, omdat het werk vanuit verschillende locaties uitgevoerd wordt. Een leidinggevende zal dus niet vijf dagen per week op één locatie werken. Alle leidinggevenden hebben daarbij wel een eerste standplaats om de spreiding van leidinggevenden over de regio GelderlandMidden evenwichtig te verdelen. Hierbij zijn de werklocaties als uitgangspunt genomen. Zo werken ook de leidinggevenden van de afdeling incidentbestrijding verdeeld over de regio. De leidinggevenden van de afdeling incidentbestrijding hebben de volgende locaties als eerste standplaats voor hun werkzaamheden: Functionaris Afdelingshoofd incidentbestrijding Clustercommandant Noord Clustercommandant West Clustercommandant Midden Clustercommandant Zuid Clustercommandant Oost Teammanager meldkamer
Eerste standplaats Arnhem – Rietgrachtstraat Nijkerk Ede Arnhem – Rietgrachtstraat Bemmel Zevenaar Arnhem – Beekstraat
Operationele hoofdstructuur De hiervoor beschreven structuur van de afdeling geldt voor de normale dagelijkse werkzaamheden binnen incidentbestrijding. Op het moment dat een brandweereenheid uitrukt naar een incident geldt een andere structuur, de repressieve organisatie. Hierin heeft de burgemeester het opperbevel. De operationele hoofdstructuur van de repressieve kant van de brandweer is gebaseerd op eenhoofdige leiding tijdens een inzet. Een incident wordt bestreden door een basiseenheid die uit een tankautospuit met één bevelvoerder bestaat. Bij grotere of bijzondere inzetten worden meerdere basiseenheden ingezet onder leiding van een Officier van Dienst. Bij zeer grote inzetten met veel basiseenheden en meerdere Officieren van Dienst zal een Hoofdofficier van Dienst leiding geven aan de brandweer inzet. De Hoofdofficier van Dienst is de hoogst leidinggevende functie binnen het (monodisciplinaire) brandweeroptreden. Daarnaast maken de volgende specialistische functies onderdeel uit van de operationele hoofdstructuur: de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen, de Adviseur Gevaarlijke Stoffen en de Voorlichter. Naast monodisciplinaire leiding aan het brandweeroptreden hebben de Hoofdofficier van Dienst en de Commandant van Dienst als respectievelijk Leider Commando Plaats Incident en (plaatsvervangend) Operationeel leider een multidisciplinaire leidinggevende functie. De directeur brandweer fungeert als leidinggevende voor de Commandanten van Dienst. Het afdelingshoofd incidentbestrijding geeft leiding aan de Hoofdofficieren van Dienst. De clustercommandant fungeert als leidinggevende voor de Officieren van Dienst en de ploegcommandanten in zijn cluster.
24
De uitwerking van de operationele hoofdstructuur is te vinden in bijlage 3. Het afdelingshoofd incidentbestrijding is verantwoordelijk voor de inrichting en organisatie van de operationele hoofdstructuur.
25
5. Operationele Voorbereiding 5.1 Definitie Operationele voorbereiding betreft alle activiteiten ter voorbereiding op het daadwerkelijke operationele optreden. In de context van brandweer Gelderland-Midden gaat het om het borgen van voldoende vakbekwame mensen, het borgen van de kennis en informatie die nodig is voor het operationele optreden (door bijvoorbeeld het maken van plannen) en het borgen van logistiek en materieel. Het gaat dus in de eerste plaats om het optimaal voorbereiden, beschikbaar maken en houden van de organisatie van brandweer Gelderland-Midden, inclusief de medewerkers.
5.2 Doelstelling De afdeling operationele voorbereiding heeft als primaire doelstelling het leveren van producten en diensten die de uitvoering van de repressieve brandweerwerkzaamheden versterken of ondersteunen, zowel bij het monodisciplinaire als bij het multidisciplinaire optreden van de brandweer. Het vormt de verbindende schakel tussen enerzijds risicobeheersing waar er alles aan gedaan wordt om risico’s op incidenten zo klein mogelijk te houden en anderzijds de incidentbestrijding waarbij brandweermensen feitelijk worden ingezet. Daarnaast is operationele voorbereiding de schakel naar de multidisciplinaire partners die een rol spelen bij incidentbestrijding en crisisbeheersing (zowel regionale partners als instanties op landelijk niveau, of internationaal). De activiteiten binnen operationele voorbereiding zijn er op gericht dat de personen die actief zijn bij het repressieve optreden, adequaat zijn voorbereid op hun specifieke taakuitvoering. Dit heeft te maken met het vakbekwaam worden en blijven van de diverse functionarissen en de beschikking hebben over de juiste middelen (informatie, plannen, procedures, materiaal en materieel) om tot de vereiste taakuitvoering te komen. Daarnaast zijn de activiteiten erop gericht te voorzien in het materieel en materiaal ten behoeve van de uitruk. Daarbij gaat het om het verwerven, onderhouden en vervangen.
5.3 Producten, diensten en activiteiten De producten en diensten van operationele voorbereiding zijn in drie hoofdgroepen onder te brengen: Vakbekwaamheid (opleiden en oefenen), Operationele informatievoorziening en Logistiek.
Vakbekwaamheid Alle activiteiten die binnen de vakbekwaamheidteams worden uitgevoerd zijn gericht op het vakbekwaam maken en houden van het brandweerpersoneel. Vakbekwaamheid heeft betrekking op de functies met een kwalificatieprofiel zoals opgenomen in het Besluit personeel veiligheidsregio's. Het organiseren van algemene, niet brandweer georiënteerde opleidingen, valt niet onder de scope van de afdeling operationele voorbereiding. De vakbekwaamheidteams geven ieder uitvoering aan drie taakvelden voor de gehele regio. De verdeling van taken tussen de teams wordt in paragraaf 5.5 toegelicht. Het eerste taakveld is opleiden. Opleiden is het competentiegericht voorbereiden van brandweermensen op een functie. Het verzorgen van brandweeropleidingen vindt voornamelijk plaats door externe, landelijke opleidingsinstituten. Vanuit vakbekwaamheid wordt dit proces ondersteund en bewaakt. Daarnaast worden alle aanmeldingen voor brandweeropleidingen gecoördineerd en wordt uitvoering gegeven aan trajectbegeleiding. Voor de uitvoering van opleidingsactiviteiten (voornamelijk leerwerkplekbegeleiding) zal gebruik worden gemaakt van personeel dat werkzaam is bij incidentbestrijding of bij de andere afdelingen en dat naast de reguliere taken een neventaak heeft binnen het vakgebied van vakbekwaamheid. Oefenen en bijscholen is het tweede taakveld waar de teams vakbekwaamheid uitvoering aan geven. Hierbij gaat het om de organisatie, uitvoering en afstemming van oefeningen en het ontwikkelen en beheren van het meerjaren oefenprogramma. De organisatie van oefeningen vindt in nauwe samenwerking met ploegcommandanten plaats. De doelstelling is het op het gewenste niveau houden van de vakbekwaamheid van het repressief personeel. Het gaat hier om het bijscholen en oefenen van alle operationele functies binnen de brandweer op het gebied van mono- en multidisciplinaire
26
taakuitvoering, ofwel het geoefend houden van de gehele brandweerketen, van manschap tot Commandant van Dienst. Als laatste het taakveld planning, control en registratie dat de zorg voor de administratieve invulling van de vakbekwaamheidorganisatie omvat. De oefenbehoefte en wensen van individuen worden gekoppeld aan opleiding, bijscholing en oefenmomenten waardoor er een optimale afstemming tussen vraag en aanbod plaatsvindt. Registratie zorgt voor inzicht in het niveau van iedere medewerker, welke ontwikkelpunten er zijn en in hoeverre er is voldaan aan de oefenverplichting. Ook het faciliteren van logistieke zaken ten behoeve van oefeningen is onderdeel van dit taakveld.
Operationele informatievoorziening Bij operationele informatievoorziening worden intensieve betrekkingen met de multidisciplinaire partners, de afdelingen risicobeheersing en incidentbestrijding en de overige werkprocessen binnen de brandweerorganisatie onderhouden. In de regel zal vanuit de afdelingen risicobeheersing en incidentbestrijding input voor de werkzaamheden geleverd worden. Uitgangspunt voor operationele informatievoorziening is de toerusting van de vraaggestuurde organisatie: er worden producten geleverd waartoe een behoeftesteller opdracht heeft gegeven en die toepasbaar zijn voor het operationeel optreden zowel mono- als multidisciplinair. Naast taken op het gebied van de basisbrandweerzorg, worden ook producten ten behoeve van het specialistisch en bijzonder optreden ontwikkeld, cyclisch onderhouden en continu kwalitatief bewaakt (o.a. ongeval gevaarlijke stoffen/ waarschuwings- en verkenningsdienst, natuurbrandbestrijding en duiken). In samenwerking met medewerkers van de teams vakbekwaamheid wordt inhoud gegeven aan de oefeningen van deze specialismen. Grootschalig en multidisciplinair optreden, coördinatie en leiding In dit multidisciplinaire deel van operationele informatievoorziening worden ramp- en incidentbestrijdingsplannen ontworpen, onderhouden en geactualiseerd, evenals voorbereiding op evenementen, crisisplannen, procedures van multidisciplinaire aard en het grootschalig optreden. Het brandweergedeelte van rampenbestrijdingsplannen wordt opgesteld in nauwe samenwerking met risicobeheersing en incidentbestrijding en worden nadrukkelijk multidisciplinair afgestemd. Dit deelgebied ontwikkelt, beheert en adviseert over alle coördinatieprocessen, -structuren en faciliteiten waar de brandweer over gaat. Deze hebben in essentie een multidisciplinair karakter, maar vormen de basis voor de wijze van optreden van de brandweer binnen het stelsel van de hulpdiensten in de regio Gelderland-Midden. Onderwerpen als mono- en multidisciplinaire opschaling, bijstand aan buurregio’s, het onderhouden/beheren van CoPI en RCC, het functioneel beheer van LCMS, de afstemming en integratie met de multidisciplinaire partners krijgen binnen dit taakveld gestalte. De vertaling van de hiervoor genoemde plannen en procedures naar het meldkamerdomein en het overleg hieromtrent maakt onderdeel uit van het werkproces. Vanuit dit taakveld wordt ook de verbinding gelegd met de partners van het veiligheidsbureau en binnen deze samenwerking worden de multidisciplinaire oefeningen georganiseerd. Kenniscentrum Brandweer Gelderland-Midden heeft de ambitie om een lerende organisatie te zijn, waarbij processen en structuren zodanig zijn ingericht, dat leren en innoveren onderdeel worden van de dagelijkse praktijk. Een belangrijk aangrijpingspunt vormt het evalueren van incidenten, waarbij leerpunten via een kort cyclisch en continu leerproces binnen de organisatie worden verspreid en belegd. Door een reeks van activiteiten ontstaat een verbetercyclus waardoor het brandweervak en daarmee het brandweervakmanschap zich ontwikkelt. Ook het integraal uitvoeren van verbeteracties en implementeren van nieuwe producten kan vanuit het kenniscentrum worden gevoerd. Vanuit het kenniscentrum kan ook de zorg voor de inhoud, kwaliteit, actualiteit en uitvoering van de bijscholing- en oefenorganisatie worden geleverd. Aan de hand van verschillende bronnen implementeert of ondersteunt het kenniscentrum bijscholing- en oefenonderwerpen in het programma. Tevens wordt binnen het kenniscentrum de kwaliteit en effectiviteit van het bijscholing- en oefenprogramma permanent geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
27
Leerpunten die niet direct terugkomen in het landelijk opleidingsprogramma worden integraal gedeeld binnen de organisatie. De communicatie tussen de afdeling incidentbestrijding, de afdeling operationele voorbereiding en multidisciplinaire partners is hierbij cruciaal. Het kenniscentrum faciliteert daarnaast in kennis die elders in de organisatie niet voorhanden is. Het kenniscentrum is onafhankelijk en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de afdelingen en het management. Het kenniscentrum vormt een regionale leerarena voor de sector brandweer waarin (nieuwe) kennis en informatie wordt opgedaan en gedeeld, onder andere op het gebied van inzetevaluaties, brandonderzoek en opkomsttijden, om vorm te geven aan het leerproces in de staande organisatie. Een belangrijke taak van het kenniscentrum is om bevindingen en uitkomsten door te vertalen naar de verschillende vakdisciplines, zoals risicobeheersing en incidentbestrijding. Bovendien wordt actief aansluiting gezocht bij landelijke netwerken. Het kenniscentrum is met name gericht op de vakinhoudelijke kwaliteit van de brandweer, zowel beheersmatig als repressief. Daarnaast genereert het kenniscentrum de benodigde managementinformatie over de totstandkoming van de primaire producten van de brandweer. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de prestatiegegevens ten behoeve van de indicatoren van Aristoteles.
Logistiek Onder de taak logistiek vallen voor de gehele regio de inkoop en het beheer van het materieel en materiaal, het keuren en onderhouden van dit materieel en materiaal, de magazijnfunctie, de ondersteunende ARBO werkzaamheden en het onderhoud aan bluswatervoorzieningen. Op het niveau van de repressieve clusters wordt een logistiek steunpunt georganiseerd vanuit logistiek. Dit steunpunt bestaat uit enkele medewerkers per cluster die onder andere zorg dragen voor ademlucht werkzaamheden, het reinigen van bluskleding en het klein onderhoud. Uitvoering van deze werkzaamheden valt onder verantwoordelijkheid van de afdeling operationele voorbereiding in nauwe samenwerking met de clustercommandant. Er is een bewuste keuze gemaakt om deze werkzaamheden zoveel als mogelijk in het repressieve cluster te organiseren, omdat op dit moment de ademlucht werkzaamheden erg verschillend zijn georganiseerd en er ook diverse materialen en voorraden zijn. Het is ook mogelijk dat een aantal taken door vrijwilligers wordt uitgevoerd. Daarnaast is de keuze gemaakt om dit taakveld in het repressief cluster te organiseren zodat ook meer flexibiliteit kan worden geboden als bijvoorbeeld een incident heeft plaatsgevonden. Op termijn, na harmonisatie in materialen en onderhoudscontracten, kunnen logistieke werkzaamheden wellicht op een grotere schaal worden georganiseerd.
5.4 Samenwerking Relaties / behoeftestelling De belangrijkste relaties van de afdeling zijn: • Afdeling incidentbestrijding • Afdeling risicobeheersing • De ketenpartners (voor de multidisciplinaire plannen) • Gemeenten • Ministerie van Veiligheid & Justitie • Externe leveranciers • Landsgrensoverschrijdende contacten met Kreis Kleve
28
5.5 Structuur De afdeling operationele voorbereiding bestaat uit een aantal organisatie-eenheden:
Voor het taakgebied (mono)oefenen wordt een geografische indeling gehanteerd en de teams sluiten aan bij de repressieve clusters, omdat de werkzaamheden vaak postspecifiek zijn en bovendien kan op deze manier een goede aansluiting met oefenleiders worden gevonden. Er is gekozen voor een opdeling in twee vakbekwaamheidteams, omdat het qua span of control niet werkbaar is voor één team. Beide teams houden zich bezig met het oefenen van manschappen en bevelvoerders. Daarnaast worden aandachtsgebieden / specialismen gekoppeld aan een team. Het betreffende team voert deze taak dan uit voor de hele regio. Er komt één team voor de clusters Midden en West waar tevens het specialisme OGS ondergebracht wordt. Hiermee vallen de beroepsploegen van Arnhem en Ede binnen één team. Bij het team vakbekwaamheid Midden en West (MW) worden ook de taken rond leerwerkplekbegeleiding en het contact met externe opleidingsinstituten voor de gehele regio Gelderland-Midden ondergebracht. Het andere team vakbekwaamheid werkt ten behoeve van de clusters Noord, Oost en Zuid (NOZ) waar tevens het specialisme natuurbrandbestrijding wordt ondergebracht. Doordat gewerkt wordt volgens de principes van processturing betekent het niet dat de taken en werkzaamheden die voortvloeien uit de specialismen van natuurbrandbestrijding en OGS alleen in het team vakbekwaamheid MW of het team vakbekwaamheid NOZ plaatsvinden. Het proces (c.q. de werkzaamheden in het proces) loopt door de gehele regio Gelderland-Midden heen. Taken zoals het ROBO pakket voor bevelvoerders, het realistisch oefenen en de organisatie van internationale wedstrijden worden ook belegd bij de teams vakbekwaamheid MW en NOZ. Het team operationele informatievoorziening houdt zich bezig met het multidisciplinair oefenen, het multidisciplinair opleiden en de trainingen van Officieren van Dienst, Hoofdofficieren van Dienst en Commandanten van Dienst voor alle repressieve clusters. Binnen dit team worden tevens de planvorming, procedures en operationele informatievoorziening ondergebracht. Daarnaast zijn de taken en de regiefunctie die gericht zijn op het ontwikkelen en borgen van kennis en het leren van ervaringen in dit team ondergebracht (het kenniscentrum). Vanuit dit team wordt een bijdrage geleverd aan de producten en werkzaamheden van het veiligheidsbureau. Vanwege de span of control wordt een splitsing gemaakt binnen het taakveld logistiek tussen een team beheer en logistiek en een team inkoop en werkplaatsen. In deze teams worden zowel op regionaal niveau taken uitgevoerd, bijvoorbeeld inkoop en magazijnbeheer, als op het niveau van repressieve clusters. Het team beheer & logistiek regelt het eerstelijns beheer en onderhoud van het materiaal en materieel van de 41 posten, alsmede de logistieke werkzaamheden die nodig zijn om de posten paraat te houden. Daarnaast zijn ARBO werkzaamheden bij het team beheer en logistiek belegd. Het team inkoop & werkplaatsen regelt de centrale inkoop van brandweergerelateerd materiaal en de werkplaatsen van Ede en Doorwerth maken onderdeel uit van dit team. Vanuit het team beheer & logistiek wordt op het niveau van de repressieve clusters een logistiek steunpunt georganiseerd. Dit steunpunt bestaat uit enkele medewerkers per cluster die onder andere uitvoering geven aan ademlucht werkzaamheden. Op dit moment worden ook op een aantal posten logistieke werkzaamheden uitgevoerd door het repressief personeel. In overleg met de teammanager
29
logistiek en de ploegcommandant kunnen de logistieke werkzaamheden die worden uitgevoerd door het repressief personeel worden behouden. Ieder team binnen de afdeling operationele voorbereiding wordt aangestuurd door een teammanager. De teammanager is verantwoordelijk voor de kwaliteit en doorlooptijd van de werkzaamheden van het team. Daarvoor maakt hij een jaarplan voor zijn eigen team. Hij heeft een signalerende rol ten aanzien van te verwachten risico’s of bestuurlijke gevoeligheden. Hij voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van zijn team. De vijf teammanagers kunnen elkaar vervangen bij afwezigheid.
Afdelingshoofd operationele voorbereiding Het afdelingshoofd operationele voorbereiding geeft leiding aan de teammanagers van de vijf teams. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de complete operationele voorbereiding en een efficiënte koppeling naar de andere afdelingen. Hij wordt bij afwezigheid vervangen door één van de collega afdelingshoofden. Het afdelingshoofd heeft zitting in het managementteam van de sector brandweer. Tevens is het afdelingshoofd bestuurlijk aanspreekpunt voor een aantal gemeenten. Hij is voor deze gemeenten integraal aanspreekpunt voor bestuurlijke aangelegenheden op het terrein van de brandweerzorg. Het afdelingshoofd is bovendien coördinator van het veiligheidsbureau. De leidinggevenden van de afdeling operationele voorbereiding werken verdeeld over de regio. Een leidinggevende zal niet vijf dagen per week op één locatie werken. Om toch een verdeling te maken van leidinggevenden over het hele gebied, hebben de leidinggevenden van de afdeling operationele voorbereiding de volgende locaties als eerste standplaats voor hun werkzaamheden: Functionaris Afdelingshoofd operationele voorbereiding Teammanager vakbekwaamheid NOZ Teammanager vakbekwaamheid MW Teammanager operationele informatievoorziening Teammanager beheer & logistiek Teammanager inkoop & werkplaatsen
Eerste standplaats Arnhem – Rietgrachtstraat Barneveld Wageningen Arnhem – Beekstraat Bemmel Doorwerth
30
6. Risicobeheersing 6.1 Definitie Bij risicobeheersing staat advisering over brandveiligheid centraal. De afdeling risicobeheersing is verantwoordelijk voor de schakels proactie en preventie in de veiligheidsketen. Proactie staat voor het structureel voorkomen van onveiligheid, bijvoorbeeld door vanuit veiligheidsoptiek invloed uit te oefenen op het maken van ruimtelijke plannen en het uitvoeren van risico inventarisaties. Preventie is het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het beperken van de gevolgen ervan door het doorvoeren van preventieve maatregelen in een bepaald gebied. Hierbij kan gedacht worden aan het verbinden van voorwaarden aan vergunningen met het oog op brandveiligheid. Burgers, bedrijven en instellingen worden geadviseerd over preventieve maatregelen.
6.2 Doelstelling De afdeling risicobeheersing is verantwoordelijk voor de taken proactie en preventie. De afdeling heeft de volgende doelstelling: 1. Het door advisering en toezicht voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand; 2. Het informeren van de afdeling incidentbestrijding over de bijzonderheden en risico’s van objecten zodat zij adequaat en veilig kunnen functioneren.
6.3 Producten, diensten en activiteiten Toezicht Toezicht houden c.q. adviseren over toezicht op de gebruiksmeldingen en verleende vergunningen. Toezicht maakt deel uit van een ketenproces met gemeenten. Hierover worden met de gemeenten, op basis van het gemeentelijke handhavingprogramma en het bijbehorende uitvoeringsprogramma, jaarlijkse afspraken gemaakt in een dienstverleningsovereenkomst.
Advisering Adviseren op vergunningaanvragen, brandbeveiligingsverordening, algemene plaatselijke verordening, evenementen en de toetsing van ruimtelijke plannen. Advisering maakt deel uit van een ketenproces met gemeenten, provincie en rijk. Hierover worden met de gemeenten afspraken gemaakt in een dienstverleningsovereenkomst.
Objectpreparatie Objectpreparatie is verantwoordelijk voor de objectgebonden planvorming ten behoeve van incidentbestrijding (bijvoorbeeld bereikbaarheidskaarten). De procedures en formats hiervoor worden opgesteld in samenspraak met operationele voorbereiding en incidentbestrijding. Om de keten goed gesloten te houden, wordt ervoor gekozen om objectpreparatie onder te brengen bij risicobeheersing en zo een koppeling te maken tussen de schakels preventie, preparatie en repressie.
Voorlichting/ brandveilig leven Het geven van brandpreventieve voorlichting. Voorlichting geven maakt veelal onderdeel uit van het adviestraject en is gericht op verschillende doelgroepen.
Advisering in het kader van Ruimtelijke Ordening Advisering bij grote infrastructurele projecten en ruimtelijke ontwikkelingen met als basis het regionale risicoprofiel.
31
Advisering Externe Veiligheid Advisering ter uitvoering van taken conform het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en het Besluit Externe Veiligheid Transport en Buisleidingen.
Aanwijzing bedrijfsbrandweren en uitvoering BRZO controles Advisering van het regionaal bestuur inzake haar taak als bevoegd gezag bij toezicht op bedrijfsbrandweren en het realiseren van integrale controles bij bedrijven die onder het BRZO regiem vallen.
Risicocommunicatie Het coördineren van de risicocommunicatie ten behoeve van de gemeenten in de regio GelderlandMidden.
6.4 Samenwerking De belangrijkste relaties van de afdeling zijn: • Afdeling incidentbestrijding • Afdeling operationele voorbereiding • Gemeenten • Provincie • Rijk • Regionale Uitvoeringsdiensten • Eigenaren en gebruikers van objecten in de regio
6.5 Structuur De afdeling risicobeheersing bestaat uit een aantal organisatie-eenheden:
De taken advies, toezicht en objectpreparatie zijn nauw met elkaar verbonden in het werkproces. Daarom wordt ervoor gekozen de taken gekoppeld binnen een team uit te voeren. Voor de stuurbaarheid wordt ervoor gekozen twee teams in te richten, afgestemd op de grenzen van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD3), respectievelijk het team brandveiligheidszorg Vallei en het team brandveiligheidszorg Rivieren. Onder het werkgebied van het team brandveiligheidszorg Vallei vallen de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen. De gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar behoren tot het werkgebied van het team brandveiligheidszorg Rivieren. Zaak is om het werkproces in de afdeling risicobeheersing zo te organiseren dat een goede aansluiting en afstemming met de RUD’s en de gemeenten wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt een team risicobeheersing en externe veiligheid ingericht waarin specialistische advisering, multidisciplinaire taken, en projecten worden geborgd. Denk daarbij aan advisering op het 3
Daar waar RUD staat, kan ook omgevingsdienst (OD) gelezen worden. Beide termen worden in Gelderland gehanteerd.
32
gebied van externe veiligheid, BRZO en bedrijfsbrandweer; objectpreparatie; risicoanalyse en multidisciplinaire evenementenvergunningen; risicocommunicatie. Het taakveld voorlichting wordt ondergebracht bij de sector facilitaire zaken. Communicatie en voorlichting zal als één geheel worden uitgevoerd vanuit de sector facilitaire zaken. De vakinhoud zal vanuit de sector brandweer worden geleverd. Vanuit de sector facilitaire zaken vinden dan de volgende communicatie-uitingen plaats: concerncommunicatie; perscontacten en persberichten; beheer en vormgeving website/ intranet/ extranet; verzorgen van drukwerk; bewaken van de huisstijl en interne communicatie. Risicocommunicatie is vakinhoudelijk belegd bij de afdeling risicobeheersing, uitingen zijn belegd bij de sector facilitaire zaken en multidisciplinair vindt afstemming plaats met andere kolommen. En de coördinatie van brandpreventieve voorlichting (brandveilig leven) wordt belegd bij het team risicobeheersing en externe veiligheid. De uitvoering van de werkzaamheden rond brandpreventieve voorlichting en brandveilig leven vindt plaats in de teams brandveiligheidszorg Vallei en brandveiligheidszorg Rivieren. Voor twee teams brandveiligheidszorg wordt ervoor gekozen om een geografische indeling te hanteren die overeenkomt met de werkgebieden van de RUD’s in Gelderland-Midden. Het team wordt aangestuurd door een teammanager. De teammanager is verantwoordelijk voor de coördinatie en de afstemming met de RUD en de gemeenten in het betreffende gebied. Het team voert de taken advies, toezicht, objectpreparatie, brandpreventieve voorlichting en beheer van bluswatervoorzieningen uit. Het derde team risicobeheersing en externe veiligheid voert taken uit op het gebied van externe veiligheid, BRZO, risicoanalyse, objectpreparatie, vakinhoudelijk beleid en risicocommunicatie. Het team wordt aangestuurd door een teammanager. Voor dit team is geen geografische indeling gehanteerd. De teammanagers zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en doorlooptijd van de werkzaamheden van het team. Daarvoor maakt hij een jaarplan voor zijn eigen team. Hij heeft een signalerende rol ten aanzien van te verwachten risico’s of bestuurlijke gevoeligheden. Hij voert functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van zijn team. De drie teammanagers kunnen elkaar vervangen bij afwezigheid.
Afdelingshoofd risicobeheersing Het afdelingshoofd risicobeheersing geeft leiding aan de teammanagers van de drie teams. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor het totale risicobeheersingproduct en een efficiënte koppeling naar de andere afdelingen. Hij wordt bij afwezigheid vervangen door één van de collega afdelingshoofden. Het afdelingshoofd heeft zitting in het managementteam van de sector brandweer. Tevens is het afdelingshoofd bestuurlijk aanspreekpunt voor een aantal gemeenten. Hij is voor deze gemeenten integraal aanspreekpunt voor bestuurlijke aangelegenheden op het terrein van de brandweerzorg. De leidinggevenden van de afdeling risicobeheersing werken verdeeld over de regio. Een leidinggevende zal niet vijf dagen per week op één locatie werken. Om toch een verdeling te maken van leidinggevenden over het hele gebied, hebben de leidinggevenden van de afdeling risicobeheersing de volgende locaties als eerste standplaats voor hun werkzaamheden: Functionaris Afdelingshoofd risicobeheersing Teammanager brandveiligheidszorg Vallei Teammanager brandveiligheidszorg Rivieren Teammanager risicobeheersing & externe veiligheid
Eerste standplaats Arnhem – Rietgrachtstraat Ede Velp Arnhem – Beekstraat
33
7. Stafbureau 7.1 Definitie Het stafbureau draagt zorg voor de beleidsmatige en secretariële ondersteuning van het management van brandweer Gelderland-Midden en een algemene ondersteuning van de medewerkers van de sector brandweer.
7.2 Doelstelling Het stafbureau is samen met het management verantwoordelijk voor het afstemmen en opstellen van organisatiebrede strategie en beleid, de ontwikkeling van besturing voor de organisatie en het bewaken van de samenhang binnen de organisatie VGGM. Daarnaast is het stafbureau verantwoordelijk voor de secretariële ondersteuning van de sector en medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de verschillende werklocaties.
7.3 Producten, diensten en activiteiten Binnen het stafbureau wordt een breed spectrum aan producten geleverd. •
Inhoudelijke en beleidsmatige ondersteuning van het management en de directie De beleidsmedewerkers en het hoofd leveren algemene en brede visie- en beleidsontwikkeling aan de directeur brandweer en de afdelingshoofden. Zij zijn tevens inzetbaar voor projecten die de afdelingen binnen de sector brandweer overstijgen en is betrokken bij de subsidieverwerving binnen de sector brandweer. Het vakinhoudelijke beleid wordt in de afdelingen ontwikkeld. Het stafbureau kan daarbij ondersteunen en zorgt ook voor de procesmatige afwikkeling van agendering voor het MToverleg, het directieoverleg en het bestuur. Tevens wordt vanuit het stafbureau de vertaling gemaakt naar de breedte van de VGGM-organisatie met sectoroverstijgend beleid.
•
Informatieanalyse In het stafbureau worden de informatie en gegevens die zijn gegenereerd in het team operationele informatievoorziening (taakveld kenniscentrum) nader geanalyseerd en vertaald naar voorstellen of scenario’s waarop het MT van de brandweer stuurt. Tevens wordt vanuit deze rol de ICT wensen en behoeften van de sector vertaald naar bureau ICT.
•
Relatiebeheer met gemeenten De drie afdelingshoofden hebben elk een aantal gemeenten in portefeuille. Het stafbureau zorgt voor de ondersteuning van dit relatiebeheer. Zij zorgen voor een afgestemde jaarplanning, bewaken de dwarsverbanden en integraliteit en ondersteunen de afdelingshoofden bij de afspraken met de betreffende gemeenten.
•
Procesmanagement De algemeen beleidsmedewerkers dragen zorg voor het beheer en de borging van procesmanagement binnen de sector brandweer. Daarbij zoeken ze afstemming met de senior beleidsmedewerker kwaliteit van de sector facilitaire zaken. De algemeen beleidsmedewerkers zijn samen met de proceseigenaren verantwoordelijk voor het processenboek van de brandweerorganisatie. Het stafbureau levert kennis over (het beschrijven van) processen, procesmanagement en de wijze van aansturing aan leidinggevenden en medewerkers.
•
Secretariële ondersteuning directeur brandweer en afdelingshoofden
34
De directeur en de drie afdelingshoofden kunnen ieder beschikken over een secretaresse die hen ondersteunt in de organisatie van hun werkzaamheden. De directiesecretaresse is verantwoordelijk voor de ondersteuning van het MT-overleg. •
Telefonische bereikbaarheid sector brandweer Naast de directe nummers waarop medewerkers te bereiken zijn, komt er één centraal nummer voor de sector brandweer van waaruit telefoongesprekken verder de organisatie worden doorgeleid naar individuele medewerkers of organisatorische werkeenheden.
7.4 Samenwerking De gehele organisatie van brandweer Gelderland-Midden behoort tot de interne relaties van het stafbureau: • Directie • Afdeling incidentbestrijding • Afdeling risicobeheersing • Afdeling operationele voorbereiding • Sector facilitaire zaken • Sector volksgezondheid Tot de externe relaties van het stafbureau behoren: • Gemeenten in de regio • Veiligheidsregio's in het land • Ministerie van Veiligheid & Justitie • Brandweer brancheorganisaties
7.5 Structuur Onder het stafbureau valt zowel de secretariële ondersteuning als de inhoudelijke beleidsondersteuning van het management. Het stafbureau valt direct onder de directeur brandweer.
Vooral in de beginfase van de nieuwe brandweerorganisatie speelt het stafbureau een belangrijke rol bij het begeleiden en ondersteunen van leidinggevenden en medewerkers, omdat het werk in de afdelingen voor een groot deel opnieuw moet worden ingericht. Processturing geldt hierbij als uitgangspunt. Het is een taak van de nieuwe leidinggevenden om samen met medewerkers van de afdelingen aan de slag te gaan met het beschrijven van de nieuwe werkprocessen, en de bijbehorende werkwijzen, die toegepast worden in de gehele regio Gelderland-Midden. Hierbij worden leidinggevenden en medewerkers ondersteund, zowel in de coördinatie als inhoudelijk op het gebied van procesmanagement, vanuit het stafbureau. Het organiseren van het werk en het beschrijven van de afdelingsprocessen vraagt in het begin veel tijd en energie. Daarnaast is ook een belangrijke rol weggelegd voor leidinggevenden, en ter ondersteuning voor het stafbureau, om het gedachtegoed van processturing over te brengen aan medewerkers en het gedachtegoed te laten beklijven. In de beginfase wordt bewust meer beleidscapaciteit ingezet om dit proces goed te kunnen begeleiden. Daarnaast is de management- en directieondersteuning ondergebracht in het stafbureau. Managementassistentes bieden secretariële ondersteuning aan de afdelingshoofden binnen de
35
brandweerorganisatie. De directiesecretaresse ondersteunt specifiek de directeur brandweer en het MT-overleg. De leidinggevenden die functioneren onder de drie afdelingshoofden hebben geen eigen secretariële ondersteuning tot de beschikking. Zij kunnen voor allerhande ondersteuning terugvallen op de medewerkers bedrijfsvoering die op verschillende werklocaties zitten. Het stafbureau vervult ook een ondersteunende rol in het relatiebeheer met gemeenten. Daarbij wordt uitgegaan van een vaste cyclus van gesprekken met gemeenten met de frequentie van eenmaal per kwartaal. Een deel van de huidige formatie binnen de brandweerorganisaties in Gelderland-Midden wordt ondergebracht bij de sector facilitaire zaken. Het betreft de formatie voor ondersteunende taken zoals communicatie, financiën, ICT en personeel en organisatie. Dit is in totaal 13,3 fte. Alle facilitaire medewerkers zijn hard nodig met de komst van de nieuwe brandweerorganisatie, dus er zullen geen medewerkers boventallig worden.
Hoofd stafbureau Het stafbureau wordt aangestuurd door een hoofd. Het hoofd levert inhoudelijke ondersteuning en adviezen aan de directeur brandweer. Het hoofd coördineert de beleidsmatige werkzaamheden van het stafbureau en stuurt de secretariële ondersteuning aan. Hij is verantwoordelijk voor het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers van het stafbureau. Het hoofd stafbureau bewaakt het procesmanagement binnen de sector brandweer en begeleidt en ondersteunt leidinggevenden en medewerkers bij het beschrijven en het beheer van werkprocessen. Hierbij hoort ook het overdragen van kennis over procesmanagement aan proceseigenaren en begeleiden van proceseigenaren bij het monitoren van processen. Het hoofd stafbureau functioneert tevens als secretaris van het MT. De eerste standplaats van het hoofd stafbureau is locatie Arnhem – Rietgrachtstraat.
36
8. Relatie sector brandweer - sector facilitaire zaken 8.1 Definitie Een goede facilitaire ondersteuning is van essentieel belang voor de werkzaamheden in de sector brandweer. Medewerkers en leidinggevenden moeten kunnen rekenen op vakkundige ondersteuning op het brede palet aan ondersteunende taken. De ondersteunende taken zijn binnen VGGM belegd bij de sector facilitaire zaken. De sector facilitaire zaken ondersteunt zowel de sector brandweer als de sector volksgezondheid binnen VGGM.
8.2 Doelstelling De sector facilitaire zaken is ondersteunend en dienstverlenend aan de twee vakinhoudelijke sectoren brandweer en volksgezondheid. Dit betekent dat de sector facilitaire zaken leidinggevenden en medewerkers ondersteunt door kaders te stellen en beleid te ontwikkelen waarbinnen de bedrijfsvoering uitgevoerd moet worden. De sector facilitaire zaken heeft hierbij ook een bewakende en toetsende functie om het doelmatig en rechtmatig handelen van de organisatie te borgen. Bovendien heeft de sector facilitaire zaken een belangrijke adviesfunctie. Leidinggevenden in de organisatie worden geadviseerd over bijvoorbeeld een goede uitvoering van de personeelszorg, het gebruik van communicatiemiddelen of een goed beheer van budgetten. Daarnaast verleent de sector facilitaire zaken diensten om de werkzaamheden van medewerkers in de organisatie te vergemakkelijken en te ondersteunen. Bijvoorbeeld door het beheren van de ICT infrastructuur, het leveren van kantoorautomatisering, het informeren over verschillende regelingen en het actualiseren en beheren van de verschillende websites. De medewerkers van de sector facilitaire zaken hebben dus veel contact over alle diensten en producten die de sector levert met zowel de leidinggevenden van de organisatie als met de medewerkers uit de verschillende afdelingen. Dit betekent dat de medewerkers van de sector facilitaire zaken goed toegankelijk en goed bereikbaar moeten zijn voor alle personeelsleden van de organisatie, ongeacht de locatie waar zij werken. De sector facilitaire zaken is gehuisvest in Arnhem, maar werkt door de hele regio Gelderland-Midden. Dit betekent dat de medewerkers van de sector gedeconcentreerd werken.
8.3 Producten, diensten en activiteiten De sector facilitaire zaken is opgebouwd uit twee afdelingen: de afdeling Control en Financiën en de afdeling Advies en Service. 1. Control en Financiën Taken van de afdeling zijn: beleid en control, financiële advisering, interne controle, financiële administratie, treasury, administratieve organisatie, toetsing van bedrijfsvoeringprocessen en rapportage hierover. De afdeling wordt aangestuurd door een afdelingshoofd, tevens concerncontroller. De afdeling is opgebouwd uit een bureau financiële administratie en een team sectorcontrollers. Voor de sector brandweer is er een sectorcontroller. Deze functionaris sluit aan bij het managementteam van de sector brandweer. Het afdelingshoofd/ concerncontroller is adviseur van de directie. 2. Advies en Service Taken van de afdeling zijn: personeel & organisatie, ARBO, kwaliteitszorg, juridische zaken, communicatie, webbeheer, informatisering en automatisering, archiefbeheer, postafhandeling, inkoop en gebouwenbeheer. De afdeling wordt aangestuurd door een afdelingshoofd. De afdeling is opgebouwd uit verschillende expertise-teams en heeft een verdeling in servicegerichte taken en beleidsontwikkelende taken. Het afdelingshoofd is adviseur van de directie. Door de nieuwe brandweerorganisatie zal op diverse taakgebieden ondersteuning worden gevraagd vanuit de sector facilitaire zaken. Maar waar het efficiënter of effectiever is om de (detail) uitvoering van taken te beleggen bij afdelingen of teams binnen de sector brandweer, worden taken met mandaat en budget bij de desbetreffende leidinggevende binnen de sector brandweer neergelegd. Het
37
uitgangspunt hierbij is dat deze taken binnen de kaders van de sector facilitaire zaken worden uitgevoerd. Bij ondersteuning vanuit de sector facilitaire zaken kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: • Afhandeling van rechtspositionele aangelegenheden; • Ondersteuning en advisering van leidinggevenden op het gebied van personeel & organisatie; • Begeleiding van werving- en selectieprocedures voor beroepsmedewerkers en vrijwilligers; • Juridische toetsing van beleid; • Ondersteuning van medewerkers op het gebied van ICT; • Het verzorgen van perscontacten en persberichten; • Het afhandelen van facturen; • Het opstellen van begroting en jaarrekening. Daarnaast zal de sector facilitaire zaken ook een aantal diensten op zich nemen voor de sector brandweer die op dit moment nog bij de verschillende gemeenten in de regio Gelderland-Midden zijn belegd. Voorbeelden hiervan zijn de salarisadministratie, het bijhouden van personeelsdossiers, het gebouwenbeheer, de inrichting van werkplekken en de postbezorging.
8.4 Samenwerking De belangrijkste interne relaties van de sector facilitaire zaken zijn: • Medewerkers en leidinggevenden sector brandweer • Medewerkers en leidinggevenden sector volksgezondheid Tot de externe relaties van de sector facilitaire zaken behoren onder andere: • Gemeenten in de regio • Provincie Gelderland • Ministerie van Veiligheid & Justitie • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport • Europese Unie • Zorgverzekeraars en Nederlandse Zorgautoriteit • Belastingdienst en Bedrijfsvereniging • Federaties en vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers • Landelijke koepels (GGD-Nederland, GHOR-Nederland, Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding) • Leveranciers en afnemers
8.5 Formatie De opbouw en inrichting van de afdeling facilitaire zaken valt buiten de reikwijdte van de regionalisering van de brandweer. In de huidige brandweerkorpsen is in totaal 13,3 fte medewerkers werkzaam op een functie die in de nieuwe organisatie terugkomt in de sector facilitaire zaken. Deze formatie komt in zijn geheel terug in de uitbreiding van facilitaire zaken, waarbij de betreffende medewerkers zoveel mogelijk volgens het principe van “mens volgt functie” geplaatst worden op een soortgelijke functie als die zij nu verrichten. Waar welke functionaris op geplaatst wordt, komt terug in de WAS-WORDT-lijst, net als voor alle andere medewerkers. Alle facilitaire medewerkers zijn hard nodig met de komst van de nieuwe brandweerorganisatie, dus er zullen geen medewerkers boventallig worden.
38
Bijlage 1: uitgewerkte procesbeschrijvingen op hoofdlijnen Hieronder zijn de procesbeschrijvingen weergegeven voor de volgende afdelingsoverstijgende processen: • evalueren • risicoanalyse • advisering externe veiligheid • opleiden / vakbekwaam worden • oefenen / bijscholen • advisering ten aanzien van vergunningverlening Deze procesbeschrijvingen zijn tot stand gekomen in de verschillende sessies met medewerkers van de brandweerorganisaties in Gelderland-Midden die momenteel ook betrokken zijn bij de werkzaamheden in het proces. De processen zijn op hoofdlijnen beschreven. De afdelingen die verantwoordelijk zijn voor de specifieke activiteiten in het proces zijn ook bij iedere processtap aangegeven4. Procesbeschrijving evalueren Het proces evalueren start met het signaleren van een probleem. Dit kan op verschillende gebieden zijn, de procesbeschrijving is dus niet alleen van toepassing op incidentevaluatie. In het team vakbekwaamheid kan zich bijvoorbeeld ook een terugkerend probleem voordoen bij het oefenen dat het team graag nader wil onderzoeken door een evaluatie te organiseren. In overleg met de opdrachtgever vanuit de vakinhoudelijke afdeling volgt eerst een beslismoment of het probleem voldoet aan de criteria voor het organiseren van een evaluatie. Zo ja, dan wordt een opdracht geformuleerd en een evaluatieteam samengesteld. Het evaluatieteam gaat vervolgens aan de slag met het vaststellen van de onderzoeksdoelen en de te hanteren methodiek. Na het verzamelen van de benodigde informatie, stelt het evaluatieteam een conceptrapportage op. De conceptrapportage kan zowel bij interne als externe partners getoetst worden, bijvoorbeeld door een andere afdeling binnen de brandweer en door de opdrachtgever. Het proces wordt afgesloten met het opstellen van de definitieve rapportage en het aanbieden van deze rapportage aan de opdrachtgever. De evaluatie is het eindresultaat van dit werkproces. De evaluatie heeft een rapport opgeleverd voor de opdrachtgever waarin de vooraf bepaalde norm, het doel, de feiten, het oordeel (inclusief analyse) en de acties en aanbevelingen voor de opdrachtgever zijn opgenomen.
4
De afkorting RB staat voor de afdeling risicobeheersing en wordt aangegeven met de kleur groen; OV staat voor de afdeling operationele voorbereiding en wordt aangegeven met de kleur geel. IB staat voor de afdeling incidentbestrijding en wordt aangegeven met de kleur rood. Indien meerdere afdelingen betrokken zijn bij een specifieke processtap, dan is het blokje blanco gelaten.
39
Procesbeschrijving risicoanalyse Het proces risicoanalyse heeft een opgesteld risicobeeld van de regio als eindresultaat. De klant van het proces risicoanalyse is het bestuur van de veiligheidsregio. Voor het opstellen van het risicobeeld wordt een team gevormd vanuit de afdelingen incidentbestrijding, risicobeheersing en operationele voorbereiding. Vervolgens gaat het team aan de slag met het verzamelen van inhoudelijke informatie, hiervoor moeten ook externe partners geraadpleegd worden. In samenwerking met externe partners, zoals het Waterschap of Liander, worden risico’s geanalyseerd en geprioriteerd. Dit leidt tot het opstellen van een concept risicobeeld met aanbevelingen. Vervolgens wordt dit concept risicobeeld intern en extern getoetst. Het toetsen van het risicobeeld kan op meerdere niveaus plaatsvinden, bijvoorbeeld ook bij het bestuur. Na het toetsmoment wordt het definitieve risicobeeld opgesteld dat wordt aangeboden aan het bestuur. Na vaststelling van het risicobeeld wordt het naar interne en externe partners gecommuniceerd.
Procesbeschrijving advisering externe veiligheid In het proces advisering externe veiligheid werken medewerkers gezamenlijk aan het opstellen van een advies externe veiligheid voor de vergunningverlener. De eerste stap in het proces bestaat uit het ontvangen van een verzoek op basis van gemaakte afspraken met externe partijen. Vervolgens wordt dit verzoek toebedeeld aan medewerkers die het werk afhandelen. Deze medewerkers van de afdeling risicobeheersing nemen het initiatief om het verzoek bij verschillende beoordelende partijen uit te zetten en dit te coördineren. De afdelingen operationele voorbereiding en incidentbestrijding zijn hier vaak bij betrokken, maar externe partners leveren hier ook een belangrijke bijdrage. Dan stellen de betrokken medewerkers van de afdeling risicobeheersing het advies op en wordt het advies inhoudelijk getoetst. De laatste stap in het proces behelst het registreren en het verzenden van het advies externe veiligheid aan de vergunningverlener.
Procesbeschrijvingen opleiden / vakbekwaam worden en oefenen/ bijscholen Het eindresultaat van het proces opleiden/ vakbekwaam worden en van het proces oefenen/ bijscholen is in beide gevallen een gekwalificeerde medewerker die werkzaam is bij de brandweer in
40
Gelderland-Midden. De klanten van beide processen zijn de medewerker zelf en zijn of haar leidinggevende die ook belang heeft bij de kwalificatie van de medewerker. De eerste stap in het proces opleiden/ vakbekwaam worden is de selectie van een medewerker. Dit kan bijvoorbeeld een manschap zijn die de opleiding tot bevelvoerder gaat volgen. Vervolgens moeten een aantal randvoorwaarden geregeld worden door de afdeling operationele voorbereiding, bijvoorbeeld de organisatie van trajectbegeleiding. Daarna wordt in gesprek gegaan met de betreffende medewerker. Na een positief resultaat meldt de afdeling operationele voorbereiding de medewerker aan voor de opleiding die zowel intern als extern kan plaatsvinden. In het opleidingstraject volgt een toetsmoment. De laatste stappen in het proces opleiden/ vakbekwaam worden, worden gevormd door het houden van een evaluatiegesprek met de medewerker en het registreren van de gevolgde opleiding door de afdeling operationele voorbereiding.
Het proces oefenen/ bijscholen start met het bepalen van de oefendoelen op het niveau van de medewerkers van de brandweer in Gelderland-Midden door de afdeling incidentbestrijding. Daarna wordt door de afdeling operationele voorbereiding een planning opgesteld en worden de randvoorwaarden voor het oefenen geregeld. Hierbij kan gedacht worden aan het versturen van uitnodigingen aan deelnemers en het regelen van de oefenlocatie met de benodigde middelen. Vervolgens nemen repressieve medewerkers deel aan de oefening/ bijscholing. Hier zit een toets aan verbonden op inhoud en op aanwezigheid. De laatste stappen in het proces oefenen/ bijscholen worden gevormd door het evalueren van het oefenen en het registreren van de gevolgde oefening door de afdeling operationele voorbereiding. Hierbij kan de evaluatie leiden tot bijscholing. In het gehele proces is de afstemming met de afdeling incidentbestrijding cruciaal.
Procesbeschrijving advies ten aanzien van vergunningverlening In dit proces wordt een advies ten aanzien van vergunningverlening als eindresultaat opgeleverd. De werkzaamheden in dit proces worden uitgevoerd voor de vergunningverlener. Het proces start met het ontvangen van een ontvankelijk verzoek van een externe partij, bijvoorbeeld de Regionale Uitvoeringsdienst. Vervolgens wordt dit verzoek toebedeeld aan medewerkers die het verder
41
afhandelen. Op basis van wet- en regelgeving wordt het verzoek beoordeeld door de afdeling risicobeheersing in afstemming met de afdelingen incidentbestrijding en operationele voorbereiding. Dan wordt het advies opgesteld door de betrokken medewerker van de afdeling risicobeheersing en wordt het advies inhoudelijk getoetst door een collega of een leidinggevende. De laatste stap in het proces behelst het registreren en het verzenden van het advies aan de vergunningverlener.
42
Bijlage 2: overzicht posten regio Gelderland-Midden Cluster
Posten
Aantal vrijwilligers / beroeps (medio 2011)
Aantal ploegcommandanten
Totaal aantal ploegcommandanten
Noord
Barneveld Garderen Kootwijkerbroek Voorthuizen Zwartebroek Nijkerk Hoevelaken Scherpenzeel Ede
33 16 16 22 16 40 26 25 Beroeps:27 Vrijwilligers: 16 16 18 16 15 15 15 15 48 Beroeps: 75 Vrijwilligers: 21 15 15 15 15
2 1 1 2 1 4 2 2 3
15
32 29 28 26 28 45 18 21 12 24 24 15 14 25 21 13 13 21
2 2 2 2 2 3 1 2 1 2 2 1 1 2 2 1 1 2
West
Midden
Oost
Zuid
Ede-Stadspoort Bennekom Lunteren Otterlo Harskamp De Valk Ederveen Wageningen Arnhem / ArnhemZuid Doorwerth Oosterbeek Renkum/Heelsum Wolfheze Doesburg Duiven Rheden Dieren Velp Zevenaar Giesbeek Lobith Pannerden Bemmel Huissen Gendt Doornenburg Elst Heteren Oosterhout Valburg Zetten
1 1 1 1 1 1 1 3 6
13
10
1 1 1 1
17
14
43
Bijlage 3: operationele hoofdstructuur brandweer Gelderland-Midden per 1 januari 2014 Inleiding In deze bijlage wordt de operationele hoofdstructuur van brandweer Gelderland-Midden beschreven. In deze beschrijving zijn, tenzij anders verwoord, onverkort van toepassing de uitgangspunten en (wettelijk) vastgelegde afspraken in de Wet veiligheidsregio's en bijbehorende Besluiten, het Beleidsplan Rampenbestrijding en Crisisbeheersing, de Mandaat Regeling Gelderland-Midden, het Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden, de kadernota "Regeling OvD Gelderland-Midden 2010", de notities "grip op GRIP" en "grip op INFO" en de procedure "Monodisciplinaire Opschaling Brandweer Gelderland-Midden". De operationele hoofdstructuur omvat de navolgende leidinggevende functies: bevelvoerder van een basiseenheid, bevelvoerder van een specialistische eenheid, Officier van Dienst (OvD), Regionaal Officier van Dienst Gevaarlijke Stoffen (ROGS), Hoofdofficier van Dienst (HOvD), Adviseur Gevaarlijke Stoffen/ Meetplanleider (AGS/ MPL) en Commandant van Dienst (CvD). Verder wordt ook de rol en plaats van de Voorlichter van Dienst (VvD) beschreven. Tenzij anders verwoord, zijn de eerder vastgelegde afspraken binnen Gelderland-Midden, kwalificatieprofielen, competenties, opleidingseisen, geoefendheid e.d.. in de aanhef genoemde documenten van toepassing op de functionarissen die deel uit maken van de operationele hoofdstructuur van brandweer Gelderland-Midden.
De bevelvoerder De bevelvoerder van een basiseenheid De bevelvoerder heeft de leiding over de manschappen van een tankautospuit (TS) en de manschappen van een redvoertuig of hulpverleningsvoertuig die aan zijn tankautospuit zijn gekoppeld. Hij heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van mensen en middelen vanaf het moment van uitruk tot en met het moment van aankomst op de post of kazerne. In geval van een multidisciplinaire inzet overlegt hij met collega's van ambulance, politie en gemeentelijke diensten omtrent de aanpak van het incident. Op de post of kazerne coördineert hij de materiële nazorg (inzet gereed maken), evalueert hij de inzet conform procedure met de manschappen (warme de-briefing) en handelt hij de administratie rondom het incident af. Bij opschaling heeft de eerst aanwezige bevelvoerder de leiding over de eenheden tot aankomst van de Officier van Dienst (OvD). Als de OvD aanwezig is, handelt de bevelvoerder onder leiding van de OvD. Bij een grootschalig optreden maakt de basiseenheid (TS) deel uit van een peloton brandweer bestaande uit 4 TS-en handelt de bevelvoerder onder leiding van een pelotonscommandant. De bevelvoerder van een bijzondere eenheid In de procedure "Monodisciplinaire opschaling brandweer Gelderland-Midden" zijn de bijzondere eenheden omschreven. Deze bijzondere eenheden zijn Watertransport 1000, Watertransport 2500, Technische hulpverleningseenheid instorting, Technische hulpverleningseenheid redding, de Verlichtingseenheid en de Gaspakken- en Ontsmettingseenheid. Iedere eenheid bestaat uit een TS en een bijzonder voertuig, meestal een haakarmchassis met bak. De bevelvoerder heeft de leiding over de manschappen van de TS en de manschappen van de bijzondere eenheid die aan zijn TS is gekoppeld. Hij heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van zijn mensen en middelen tot en met het moment van terugkomst op de post of kazerne. In de meeste gevallen zal bij een inzet van een bijzondere eenheid sprake zijn van een opgeschaalde situatie en zal de bevelvoerder handelen onder leiding van de reeds aanwezige OvD.
44
De Gaspakkeneenheid met bevelvoerder (Lima) en Ontsmettingseenheid met bevelvoerder (Oscar) handelen onder leiding van de Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS). Plaats in de organisatie Per basiseenheid zijn er afhankelijk van de organisatievorm 3 of 4 bevelvoerders beschikbaar. De beschikbaarheid is afhankelijk van de organisatievorm van de betreffende post of kazerne: vrije instroom, geconsigneerd of gekazerneerd. Bij daadwerkelijk optreden handelt de bevelvoerder onder verantwoordelijkheid van de OvD. In alle andere situaties handelt de bevelvoerder onder verantwoordelijkheid van de ploegcommandant van de post of kazerne. Deze ploegcommandant beoordeelt het functioneren van de bevelvoerder in zijn algemeenheid. Bij het beoordelen van het functioneren van de bevelvoerder onder repressieve omstandigheden is daarbij het oordeel van direct betrokken OvD's maatgevend. Indien de ploegcommandant zelf ook als bevelvoerder optreedt, wordt naast zijn functioneren in zijn algemeenheid ook zijn repressief optreden beoordeeld door de clustercommandant. Ook hier is het oordeel van de direct betrokken OvD's maatgevend.
Meldkamer
Bevelvoerder
Meldkamer
Meldkamer
OvD
Pelotons commandant
Bevelvoerder
Bevelvoerder
45
De Officier van Dienst (OvD) Optreden van de OvD bij een "klein incident" tot en met "zeer groot incident" De OvD geeft leiding aan maximaal 4 basis- of bijzondere eenheden. Hij heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van mensen en middelen vanaf het moment van uitruk tot het moment van terugkeer naar de post of kazerne. Hij evalueert de inzet conform procedure met de bevelvoerders en handelt zijn administratie rondom het incident af. Bij een multidisciplinaire inzet overlegt hij met leidinggevenden van GHOR, politie en gemeentelijke diensten omtrent de aanpak van het incident. Als de HOvD aanwezig is, handelt de OvD onder leiding van de HOvD. Optreden van de OvD als pelotonscommandant Bij een inzet van meer dan 4 basis- of bijzondere eenheden zal in de regel worden opgetreden in pelotonsverband. De eerst aanwezige OvD wordt pelotonscommandant van het eerste peloton. Een tweede OvD (eventueel derde en vierde) wordt gealarmeerd gelijktijdig met de extra basis- en bijzondere eenheden en fungeert als pelotonscommandant van het tweede (eventueel derde en vierde) peloton. In de clusters wordt dan op basis van vrije instroom voorzien in paraatheid van een OvD conform de "Regeling OvD Gelderland-Midden 2010" of door tijdelijke waarneming vanuit het naast gelegen OvD cluster. De OvD/ pelotonscommandant heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van mensen en middelen van zijn peloton vanaf het moment dat hij ter plaatse is. De OvD/ pelotonscommandant handelt onder leiding van de als taak/ compagniescommandant aanwezige HOvD.
De Officier van Dienst/ Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen (ROGS) De ROGS als adviseur van de OvD Voor een incident waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken is in zijn algemeenheid de procedure ongeval gevaarlijke stoffen van toepassing (OGS procedure). In deze procedure is bepaald dat de ROGS ter plaatse gaat en de OvD adviseert over de wijze van optreden. Daar waar nodig overlegt de ROGS met de AGS. De ROGS als pelotonscommandant van OGS peloton/ peloton schuimblussing Bij een inzet van het OGS peloton (gaspakken- en ontsmettingseenheid) en peloton schuimblussing treedt de ROGS op als pelotonscommandant van genoemd peloton. De ROGS/ pelotonscommandant heeft taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de operationele leiding en uitvoeringscoördinatie van mensen en middelen van zijn peloton vanaf het moment dat hij ter plaatse is. Als de HOvD aanwezig is, handelt de ROGS/ pelotonscommandant onder leiding van de HOvD. Plaats van de ROGS in de organisatie en aanvullende opleiding Aanvullend op de landelijke organisatiestructuur Gevaarlijke stoffen blijft in Gelderland-Midden de functie van ROGS onderdeel uit maken van de operationele hoofdstructuur. Enerzijds om de belasting bij de andere OvD's te verminderen, anderzijds door concentratie bij twee OvD piketten de kennis en ervaring te vergroten. De ROGS is een combi-functie met de OvD in de clusters Midden en West. De landelijke opleiding bij het NIFV bestaat niet meer. Daar waar door uitstroom of doorstroom vacatures ontstaan in genoemde gebieden wordt door een interne of externe opleiding/ bijscholing de gewenste kwaliteit van de ROGS/ OvD geborgd. De OvD bij bestrijding van natuurbranden Onbeheersbare natuurbranden scoren hoog in het risicoprofiel van Gelderland-Midden. Voor de bestrijding is een werkwijze vastgesteld waarin de OvD ingezet kan worden als flankcommandant en als staffunctionaris logistiek. Voor beide functies is regionaal voorzien in aanvullende oefeningen en bijscholing.
46
De OvD als flankcommandant De OvD's met omvangrijke bos en heide gebieden in het verzorgingsgebied treden op als flankcommandant. De flankcommandant coördineert de inzet van de toegewezen eenheden op zijn flank. In het coördinatieplan "Natuurbrand en ontruimen/ evacueren recreatiegebieden" zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en competenties omschreven. De flankcommandant handelt onder de leiding van de als taakcommandant/ staffunctionaris brandweer aanwezige HOvD in het CoPI. De OvD als staffunctionaris logistiek Logistiek is een kritische succesfactor bij het bestrijden van natuurbranden. De staffunctionaris logistiek wordt afhankelijk van de locatie van de brand ingevuld door de OvD van het cluster Midden en het cluster West. In het coördinatieplan "Natuurbrand en ontruimen/ evacueren recreatiegebieden" zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en competenties omschreven. De staffunctionaris logistiek handelt onder de verantwoordelijkheid van de als taakcommandant/ staffunctionaris brandweer aanwezige HOvD in het CoPI.
CoPi
Staf brandweer
Staf logistiek
Flank commandant
tactisch
bluswater
Bevelvoerders
47
De OvD als staffunctionaris in het ROT en CoPI Bij grootschalig optreden kan de OvD worden ingezet als staffunctionaris in het CoPI of ROT. In het CoPI handelt de OvD/ staffunctionaris onder verantwoordelijkheid van de als taakcommandant brandweer ingezette HOvD. In het ROT handelt de OvD/ staffunctionaris onder leiding van de als algemeen commandant brandweer optredende HOvD. Plaats in de organisatie Per cluster zijn 5 OvD's waarvan er altijd 1 op piket direct beschikbaar is voor de functie van OvD, ROGS, flankcommandant, staf logistiek. Voor de functie van pelotonscommandant en staffunctionaris in het ROT of CoPI wordt/ worden de direct beschikbare OvD('s) van omliggende gebieden/ clusters ingezet. In die clusters wordt dan op basis van vrije instroom voorzien in paraatheid van een OvD conform de "Regeling OvD Gelderland-Midden 2010" De OvD is een aparte functie die uitgevoerd wordt naast de hoofdfunctie bij de afdeling risicobeheersing, operationele voorbereiding of incidentbestrijding van Gelderland-Midden of naast een functie bij een externe werkgever. De OvD wordt beoordeeld door de clustercommandant. Voor de ROGS wordt hierbij het oordeel van de AGS meegenomen.
Voorzitter ROT
Algemeen commandant
AGS
Meetploegen
CoPI
Taakcommandant
ROGS
Pelotons commandant
48
De Hoofdofficier van Dienst (HOvD) De Hoofdofficier van Dienst kan drie verschillende rollen invullen. Elke rol brengt verschillende verantwoordelijkheden met zich mee en vereist andere competenties. De HOvD als taakcommandant brandweer in het CoPI Binnen de brandweerorganisatie en in het Crisisplan worden meerdere benamingen voor dezelfde functie gehanteerd: naast taakcommandant worden ook gehanteerd compagnies commandant of staffunctionaris van het CoPI. De HOvD als taakcommandant brandweer geeft leiding aan de bij het incident betrokken pelotonscommandanten. In het CoPI neemt de HOvD/ taakcommandant deel aan het multidisciplinaire overleg. Hij adviseert de Leider CoPI en stemt zijn handelen af met de andere in het CoPI aanwezige disciplines. Bij verschil van mening is het besluit van de Leider CoPI doorslaggevend. In functionele zin stemt de taakcommandant in GRIP 2 situaties en hoger zijn handelen af met de algemeen commandant brandweer in het ROT. In bijzondere situaties kan het voorkomen dat een HOvD aanwezig is bij een incident in GRIP 0 situatie. Hij geeft dan leiding aan de aanwezige OvD. De HOvD als algemeen commandant brandweer in ROT De algemeen commandant brandweer/ hoofd sectie brandweer van het ROT geeft leiding aan de uitvoering van maatregelen in het effectgebied van een incident. Daarbij wordt het handelen binnen het ROT onder leiding van de voorzitter ROT/ plv OL afgestemd met de andere bij het incident betrokken disciplines en instanties. Functioneel vindt afstemming plaats met de taakcommandant brandweer in het CoPI. Met betrekking tot de effecten van emissie van gevaarlijke stoffen en waarschuwen van de bevolking wordt de algemeen commandant brandweer geadviseerd door de AGS. De HOvD als leider CoPI De HOvD als leider CoPI geeft leiding aan het CoPI dat bestaat uit de hoogste leidinggevenden van de ter plaatse ingezette disciplines. In GRIP 1 situaties adviseert hij het bevoegd gezag en zorgt hij voor de multidisciplinair afgestemde communicatie richting bevolking en pers. In GRIP 2 situaties en hoger handelt de leider CoPI onder leiding van de plv OL/ voorzitter van het ROT. Plaats in de organisatie In het verzorgingsgebied van Gelderland-Midden zijn 2 HOvD gebieden met ieder 4 functionarissen. De dienstdoende HOvD geeft bij operationeel optreden leiding aan de in zijn gebied optredende OvD's. Bij opschaling naar GRIP 1 vult de dienstdoende HOvD in zijn gebied de functie van leider CoPI in. De andere dienstdoende HOvD wordt taakcommandant brandweer in het CoPI of bij verdere opschaling naar GRIP 2 en hoger algemeen commandant brandweer van het ROT. Afhankelijk van de aard van het incident wordt de prioriteit van invulling van de functie van taakcommandant of algemeen commandant bepaald. De niet direct ingevulde functie wordt ingevuld vanuit het vrije instroom principe. Bij repressief optreden of daaraan verbonden optreden handelt de HOvD onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd incidentbestrijding. Voor zijn repressief optreden wordt de HOvD beoordeeld door het afdelingshoofd incidentbestrijding. In alle andere situaties handelt de HOvD onder verantwoordelijkheid van zijn afdelingshoofd. De HOvD is een aparte functie die naast een hoofdfunctie bij de afdeling risicobeheersing, operationele voorbereiding of incidentbestrijding wordt ingevuld.
49
De Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) De Adviseur Gevaarlijke Stoffen als adviseur in CoPI en ROT De AGS is specialist op het gebied van gevaarlijke stoffen. In GRIP 0 situaties treedt hij op als backoffice/ adviseur van de ter plaatse aanwezige ROGS. In GRIP 1 situaties is de AGS adviseur van de aanwezige taakcommandant en leider CoPI. Indien vastgesteld is dat er geen effectgebied is en geen verdere opschaling naar GRIP 2 kan de AGS ter plaatse gaan en daar zijn adviesrol voortzetten. In GRIP 2 en 3 situaties gaat de AGS naar het ROT en adviseert daar de algemeen commandant. De AGS als Leider Meetplan Organisatie en adviseur ROT Indien er sprake is van een (vermoeden) van een effectgebied in GRIP 2 situaties en hoger geeft de AGS leiding aan de meetplan organisatie. Daarnaast adviseert de AGS de algemeen commandant in het ROT. Plaats in de organisatie In Gelderland-Midden zijn tenminste 4 AGS-en waarvan er altijd 1 op piket direct beschikbaar is voor advies aan de ROGS en het opstarten van de meetplan organisatie. Op basis van vrije instroom wordt in GRIP 2 situaties en hoger gestreefd naar een tweede AGS om de taken te verdelen en te zorgen voor de adviesfunctie in het ROT, leiding te geven aan de meetplan organisatie en afstemming met GAGS en externe deskundigen. De AGS wordt voor zijn repressief en daaraan verbonden optreden beoordeeld door het afdelingshoofd incidentbestrijding. De AGS is een aparte functie die naast de hoofdfunctie bij een van de afdelingen binnen GelderlandMidden wordt ingevuld.
50
De Commandant van Dienst (CvD) De functie van Commandant van Dienst wordt ingevuld door de korpsleiding zijnde de commandant en de afdelingshoofden risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding. De CvD treedt op in de context van het multidisciplinair repressief optreden vanaf GRIP 2 en kan daarin optreden als Operationeel Leider (OL) in het Beleidsteam of als voorzitter van het ROT. De CvD als voorzitter van het ROT De afdelingshoofden incidentbestrijding, operationele voorbereiding en risicobeheersing zorgen samen met functionarissen vanuit de GHOR en politie in een gezamenlijk piket voor de invulling van de functie van voorzitter ROT/ plv operationeel leider. Hij heeft in deze rol de leiding over de bestrijding van het incident en de effecten van het incident op de omgeving. De voorzitter van het ROT/ plv operationeel leider handelt onder verantwoordelijkheid van de OL in het Beleidsteam. De CvD als Operationeel Leider in het (regionaal) Beleidsteam De Operationeel Leider geeft onder verantwoording van de burgemeester/ voorzitter van het beleidsteam de leiding aan de bestrijding van het incident en de effecten van het incident op de omgeving. Daarnaast is hij adviseur van de burgemeester in het beleidsteam. Samen met de korpsleiding (districtsleiding na invoering van de landelijke politie organisatie) van de politie en de (plv) RGF borgt de CvD samen met de commandant brandweer de invulling van de functie van OL in het (regionaal) Beleidsteam. Op basis van het type incident, omschreven in het Crisisplan, wordt bepaald vanuit welke discipline de taak van OL wordt ingevuld. Vooraf wordt (periodiek) bepaald door de commandant brandweer welke CvD bij afwezigheid van de commandant hem als OL vervangt in het (regionaal) Beleidsteam. Plaats in de organisatie CvD is een nevenfunctie van de afdelingshoofden van de brandweer Gelderland-Midden.
51
De Voorlichter van Dienst (VvD) Tijdens en na een brandweerinzet is er een VvD beschikbaar om gevraagd en ongevraagd informatie te verstrekken aan de pers. Met behulp van social media en de eigen internetsite wordt de bevolking rechtstreeks geïnformeerd. De VvD verzamelt zijn informatie door eigen waarneming en het uitvragen van de bevelvoerende ter plaatse. De VvD in GRIP 0 De VvD wordt door de meldkamer automatisch geïnformeerd bij alle prio 1 meldingen. Op basis van kennis en ervaring bepaald de VvD of en hoe hij meer informatie moet verzamelen en actief de pers en bevolking gaat informeren omtrent de inzet van de brandweer. De VvD is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn berichten. Bij twijfel omtrent de inhoud overlegt hij met de OvD. De VvD in GRIP 1 en hoger Bij opschaling naar GRIP 1 situaties en hoger zal de VvD samen met collega's van de politie en mogelijk ook de gemeente optreden als voorlichter van het CoPI. Pers en bevolking worden geïnformeerd omtrent het verloop van het incident. De inhoud van de berichten hebben betrekking op het zichtbare, gezamenlijke operationele optreden van alle aanwezige disciplines. Onder verantwoording van de Leider CoPI wordt de inhoud van de berichten naar pers en bevolking bepaald. In het CoPI worden werkafspraken gemaakt met de aanwezige voorlichters. Bij een verdere opschaling naar GRIP 2 en 3 wordt volgens vrije instroom uit de voorlichterpool een VvD toegevoegd aan de sectie communicatie/ voorlichting van het ROT. Plaats in de organisatie In Gelderland-Midden bestaat een voorlichterpool die 4 - 6 voorlichters telt waarvan er altijd 1 direct beschikbaar is op piket. De VvD wordt voor zijn optreden beoordeeld door het afdelingshoofd incidentbestrijding. De VvD is een aparte functie die naast de hoofdfunctie bij een van de afdelingen in Gelderland-Midden wordt ingevuld.
52
Verdeling functies operationele hoofdstructuur Functie
Aantallen
Totaal
Beschikbaarheid
Combinatie
Bevelvoerder
3 - 4 per basiseenheid
255
Ploegcommandant
OvD
4 - 5 per gebied
22
Vrije instroom Piket Gekazerneerd Piket 1 per gebied, (totaal 5 direct beschikbaar )
HOvD
4 + 4.
8
CvD
4
4
AGS VvD
4 4-6
4 6
Piket 1 per gebied, (totaal 2 direct beschikbaar) Multi piket met ghor en politie. piket piket
*Pelotons cdt. *Staf brw ROT/ CoPI *ROGS (2 gebieden) Flank cdt (bos) Staf logistiek *Taak/ cie cdt CoPI *Alg. cdt brw ROT *Leider CoPI *Vz ROT *Operationeel Leider Leider meetplan
Individuele combi Vrijwillig/beroeps
Infomanager copi of rot
53
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) 8.4 11 44443 44333 43 33 49
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Gecoördineerde inbreng en integrale beleidsadvisering c.q. analyse en advies * is pro actief in het signaleren van en anticiperen op ontwikkelingen, het verzamelen en bestuderen van relevante informatie en adviseert actief over de implementatie en de uitvoering van het vastgestelde beleid. * ontwikkelt beleid, voert vooraf overleg met belanghebbenden, in- en externen en bewaakt de kwaliteit en voortgang van de beleidswerkzaamheden alsmede de implementatie; * analyseert de effecten van gevaarlijke stoffen, beoordeelt (de mogelijke gevolgen van het) incident (voor de omgeving) , brengt daarover advies uit en geeft mogelijke scenario's aan; * adviseert over het te kiezen scenario en de daarbinnen te nemen maatregelen (bron- of effectgebied); * formuleert handelingsperspectief in samenwerking met de diverse secties van het ROT en/of BT; * signaleert en volgt de ontwikkelingen van het incident, de operationele mogelijkheden en de multidisciplinaire belangen van betrokkenen en verzorgt de evaluatie; * levert een inhoudelijke bijdrage aan regionale en interregionale overlegstructuren en projecten. * draagt zorg voor metingen; * initieert multidisciplinaire samenwerking, verzorgt afstemming van de meetstrategie en geeft leiding aan de meetplanorganisatie. Resultaat: adviezen, coördinatie metingen
Speelruimte * de AGS neemt beslissingen over het inzetten van het regionaal meetplan, bij zijn optreden als ontsmettingsdeskundige, bij de coördinatie van een ongeval met gevaarlijke stoffen en over de wijze VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS)
VBalans Sessie waarop het onderzoek wordt verricht naar de oorzaak van het incident; * wet- en regelgeving, procedures en regionale en gemeentelijke regels en voorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de AGS is verantwoording schuldig aan het afdelingshoofd over de bruikbaarheid en toepasbaarheid van de beleidsadviezen, over zijn optreden als ontsmettingsdeskundige en zijn coördinatie tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Kennis en vaardigheden Kennis: * brede kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden bij de bestrijding van branden en ongevallen met gevaarlijke stoffen; * diepgaande specialistische kennis van gevaarlijke stoffen en bestijding daarvan; * kennis van de risicogebieden en gevaarsobjecten met gevaarlijke stoffen binnen het verzorgingsgebied; * inzicht in de impact van de gevaarlijke stoffen bij een incident. Vaardigheid: * vaardigheid in het ontsmetten en het opzetten van een meetplan; * vaardigheid in het geven van adviezen en formuleren van handelingsperspectieven; * vaardigheid in het in kaart brengen van het risicogebied; * vaardigheid in omgang met en herkennen van verschillende gevaarlijke stoffen.
Contacten * met beleidsmedewerkers, collega's binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen beleidsterrein en andere beleidsterreinen en over de voortgang van beleidsprocessen om standpunten te bespreken en beleidsvoornemens af te stemmen; * met externen (o.a. belanghebbenden) om regelgeving en (beleids)standpunten te bespreken, te verduidelijken c.q. af te stemmen en om over de uitvoering afspraken te maken. * met HOvD en/of OvD/ROGS over de rampplek om informatie af te stemmen; * met diverse collega's om af te stemmen over de te volgen procedures, het uitvoeren van metingen en met experts op het gebied van de gevaarlijke stoffen om (detail)informatie uit te wisselen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Beleidsadviseur A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Beleidsadviseur A 2.1 12 44444 44444 43 43 54
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Gecoördineerde inbreng en integrale beleidsadviezen op meerdere terreinen * is proactief bij het coördineren, het onderzoeken en signaleren van en anticiperen op( internationale) ontwikkelingen, scenario's, beleidsvisies en complexe vraagstukken, het verzamelen en bestuderen van relevante informatie en adviseert actief over de implementatie en de uitvoering van het vastgestelde beleid; * genereert informatie en kennis door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek; * ontwikkelt en formuleert beleid op basis van gesignaleerde problematiek, ideeën en wensen; * analyseert onzekerheden en risico's voor complexe veranderingen en aanpassingen in visie en het impact daarvan op de totale organisatie en adviseert het management daarover (programmamanagement); * initieert nieuwe beleidsvormingsprocessen en adviseert het management over aanpassing van beleid(svisies); * draagt zorg voor de integratie van het eigen beleid in het beleid van andere terreinen binnen de organisatie en op interbestuurlijk niveau; * toetst effectiviteit van beleidsmaatregelen en plaatst de uitkomsten van de evaluatie binnen de context van meerdere beleidsvelden; Resultaat: Gecoördineerde beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling en -advisering (meerdere beleidsdisciplines) en vormgeving en implementatie concernbrede kaderstelling. Resultaatgebied 2: Project- en procesmanagement * formuleert de (concept)opdracht en stelt projectplannen op voor de realisatie van multidisciplinaire projecten en processen; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Beleidsadviseur A
VBalans Sessie * leidt en neemt deel aan (grotere) beleidsprojecten en zorgt voor de afstemming met en integratie van verschillende beleidsvelden; * bewaakt de kwaliteit en voortgang, signaleert dreigende knelpunten voert onderhandelingen/overleg over mogelijke oplossingen; * bereidt besluitvorming voor inzake de resultaten van het project en voert overleg met diverse belanghebbenden en management. Resultaat: Projectrealisatie (complex en multidisciplinair), kwaliteit van de voortgang, voortgangsinformatie en budgetbewaking
Speelruimte * de beleidsadviseur A neemt beslissingen bij het ontwikkelen van beleidsvisies en -scenario's, bij het coördineren en opstellen van beleidsadviezen (op politiek-bestuurlijke en maatschappelijk gevoelige onderwerpen), bij het vertalen van beleid in richtlijnen en bij het leidinggeven aan projecten. * in algemene termen geformuleerde beleidslijnen, kaders en relevante wet- en regelgeving zijn van belang bij het uitvoeren van de werkzaamheden; * de beleidsadviseur A legt verantwoording af aan de leidinggevende over de bruikbaarheid van de adviezen over beleidsvisies, de risicoanalyses (programmamanagement) en over de wijze waarop afstemming heeft plaatsgevonden met de diverse stakeholders en over koerswijzigingen en de realisatie van projecten.
Kennis en vaardigheden Kennis * brede theoretische kennis op het eigen vakgebied/beleidsterrein en aanpalende beleidsterreinen; * kennis van financieel economische en administratieve processen; * inzicht in het functioneren van het openbaar bestuur en de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingsprocessen; * inzicht in de bestuurlijke, functionele en organisatorische verhoudingen binnen en buiten de organisatie; * inzicht in bedrijfsvoeringsprocessen en begrotings- en beleidscyclus; Vaardigheden * vaardigheid in het analyseren van onzekerheden en risico's en in het ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het ontwikkelen van en adviseren over het beleid; * vaardigheid in het inschatten van de politieke en bestuurlijke verhoudingen en de haalbaarheid van (politiek gevoelige) adviezen; * vaardigheid in het coördineren van implementatieplannen, beleidsevaluaties en projecten; * vaardigheid in het inhoudelijk en procesmatig coachen van beleidadviseurs, -medewerkers en anderen.
Contacten * met beleidsmedewerkers, collega's binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen beleidsterrein en andere beleidsterreinen en over de voortgang van beleidsprocessen om standpunten te bespreken en beleidsvoornemens af te stemmen; * met het management om risicoanalyses, adviezen inzake beleidsvisies en standpunten te bespreken en af te stemmen; * met externen (o.a. belanghebbenden) om regelgeving en (beleids)standpunten te bespreken, te verduidelijken c.q. af te stemmen en om over de uitvoering afspraken te maken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Beleidsadviseur B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Beleidsadviseur B 2.2 11 44443 43334 43 43 50
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Gecoördineerde inbreng en integrale beleidsadviezen op meerdere terreinen. * is pro actief in het signaleren van en anticiperen op ontwikkelingen, het verzamelen en bestuderen van relevante informatie en adviseert actief over de implementatie en de uitvoering van het vastgestelde beleid. * ontwikkelt beleid, voert vooraf overleg met belanghebbenden, in- en externen en bewaakt de kwaliteit en voortgang van de beleidswerkzaamheden; * bewaakt de implementatie en uitvoering van het vastgestelde beleid, voert evaluaties uit en doet voorstellen tot bijstelling; * geeft de consequenties aan van (extern)beleid en adviseert het management daarover; * fungeert als vakinhoudelijk adviseur en vraagbaak; * levert een bijdrage aan het opstellen van managementrapportages; * levert een inhoudelijke bijdrage aan regionale en interregionale overlegstructuren en projecten. Resultaat: beleidsadviezen, ontwikkeling instrumenten, evaluatie beleid en inhoudelijk bijdrage overlegstructuren en projecten Resultaatgebied 2. Projecten * stelt in overleg met de opdrachtgever een opdrachtformulering en projectplan op en geeft leiding aan projecten; * bewaakt de kwaliteit en voortgang, signaleert dreigende knelpunten voert overleg over mogelijke oplossingen; * bewaakt de budgetten en verzorgt de (voortgangs)rapportages. VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Beleidsadviseur B
VBalans Sessie Resultaat: projecten, kwaliteit van de voortgang, voortgangsinformatie en budgetbewaking
Speelruimte * de beleidsadviseur B neemt beslissingen bij de ontwikkeling van beleid, over de inhoud van de (beleids)adviezen en voorstellen, bij het uitvoeren van (project)werkzaamheden en bij de vertegenwoordiging van de organisatie in overlegsituaties; * relevante wet- en regelgeving alsmede jurisprudentie, (vastgesteld) beleid en toegewezen budgetten zijn van belang bij het uitvoeren van de werkzaamheden; * de beleidsadviseur B legt verantwoording af aan de leidinggevende over de bruikbaarheid van de (beleids)adviezen en voorstellen, over de projectwerkzaamheden en over de vertegenwoordiging van de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * brede theoretische kennis op het vakgebied respectievelijk beleidsterrein; * kennis van wet- en regelgeving op de beleidsterreinen; * inzicht in bestuurlijke, organisatorische en functionele verhoudingen; * inzicht in (maatschappelijke) ontwikkelingen op de beleidsterreinen. Vaardigheden * vaardigheid in het analyseren, ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het afstemmen van (beleids)adviezen en voorstellen en in het toelichten hiervan in een bestuurlijk politieke omgeving; * vaardigheid in het leiden van projecten.
Contacten * met beleidsmedewerkers, collega's binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen beleidsterrein en andere beleidsterreinen en over de voortgang van beleidsprocessen om standpunten te bespreken en beleidsvoornemens af te stemmen; * met het management om beleidsadviezen en standpunten te bespreken en af te stemmen; * met externen (o.a. belanghebbenden) om regelgeving en (beleids)standpunten te bespreken, te verduidelijken c.q. af te stemmen en om over de uitvoering afspraken te maken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Beleidsadviseur C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Beleidsadviseur C 2.3 10 43343 43333 33 33 45
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Beleidswerkzaamheden en -advisering * is pro actief in het signaleren van en anticiperen op ontwikkelingen, het verzamelen en bestuderen van relevante informatie en adviseert actief over de implementatie en de uitvoering van het vastgestelde beleid. * analyseert gegevens en ontwikkelt normen en levert daarmee een bijdrage aan de ontwikkeling van beleid en instrumenten; * voert beleidsevaluaties uit en bewaakt de voortgang; * fungeert als vraagbaak en voert overleg met externen over beleidsvoornemens, gevolgen, knelpunten en mogelijke oplossingen in relatie tot het beleid; * levert gegevens voor de P&C cyclus en verzorgt de correspondentie omtrent het beleidsterrein;. * levert een bijdrage aan projecten, signaleert dreigende knelpunten (o.a. voortgang en budgetten) en verzorgt mede de algemene voortgangsinformatie. Resultaat: analyse gegevens, beleidsadviezen en -nota's, kerngegevens en beleidsevaluaties, kwaliteit van de werkzaamheden binnen project, voortgangsinformatie en budgetten.
Speelruimte * de beleidsadviseur C neemt beslissingen over de inhoud van (beleids)adviezen en voorstellen, over het doen van voorstellen tot aanpassing van regelingen en procedures, bij ontwikkeling van standaards en normen en over de bijdrage aan projecten; * relevante wet- en regelgeving, vastgestelde beleidsrichtlijnen, meerjarenraming begroting en procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Beleidsadviseur C
VBalans Sessie * de beleidsadviseur C is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de inhoud en kwaliteit van de beleidsnota's, voorstellen en adviezen en over de implementatie van vastgesteld beleid.
Kennis en vaardigheden Kennis: * kennis van het beleidsgebied en kennis van/inzicht in de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving en jurisprudentie; * inzicht in relevante methoden en -technieken; * inzicht in de organisatorische en bestuurlijke verhoudingen. Vaardigheden * vaardigheid in het analyseren, ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het toelichten van het beleid aan in- en externen; * vaardigheid in het afstemmen van (beleids)adviezen en voorstellen.
Contacten * met (beleids)medewerkers binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen en andere beleidsterreinen en over de voortgang van beleidsprocessen en projecten om af te stemmen en standpunten toe te lichten; * met externen om af te stemmen over wensen, plannen, mogelijkheden en de vertaling van het beleid.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Bevelvoerder
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Bevelvoerder 6.3 8 33233 33233 33 33 40
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende en coördinerende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding en voert het commando over de eigen eenheid en ondersteunende eenheden; * werkt multidisciplinair samen; * bepaalt de inzet van mensen en middelen. * inventariseert gegevens met betrekking tot het incident; * maakt een inschatting van de aard, omvang en dynamiek van het incident; * stelt prioriteiten en maakt een afweging tussen het verwachte resultaat en het daarvoor te nemen risico; * draagt zorg voor de veiligheid van het eigen personeel, overige hulpverleners, slachtoffers en derden. * verzorgt personele en materiële nazorg en de administratie rondom het incident; * draagt zorg voor de procesmatige en functionele evaluatie van het incident. Resultaat: leidinggeven en coördineren, veiligheid medewerkers en nazorg Resultaatgebied 2: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * verzorgt en controleert de operationele paraatheid; * signaleert knelpunten en doet verbetervoorstellen; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren); * verzorgt de uitvoering van het oefenbeleid en oefenplan en bewaakt de geoefendheid van medewerkers; * geeft voorlichting over incidentbestrijding aan specifieke doelgroepen. Resultaat: geoefend personeel en uitdragen van brandweertaken ondersteuning aan de dagelijkse leiding en coördinatie. VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Bevelvoerder
VBalans Sessie Speelruimte * de bevelvoerder neemt beslissingen over de aanpak van een brand en/of ongeval gevaarlijke stoffen, de aanpak bij hulpverleningsacties, bij het nemen van maatregelen om de veiligheid te waarborgen, bij het opstellen van instructiemateriaal en het geven van instructies en bij het dagelijks leidinggeven; * wetgeving, procedures, werkplanningen, werkafspraken, handboeken en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de bevelvoerder is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de dagelijkse gang van zaken.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van het vakgebied aangevuld met specialistische opleidingen; * kennis van wetgeving, procedures, te volgen werkwijzen en te gebruiken methoden; * kennis van de risicogebieden en gevaarsobjecten binnen het verzorgingsgebied; * inzicht in de organisatie- en rampenbestrijdingsstructuur. Vaardigheid * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers en traumatische ervaringen van het eigen personeel; * vaardigheid in het coachen en begeleiden van medewerkers; * vaardigheid in het presenteren en het geven van instructies; * vaardigheid in het geven van leiding.
Contacten * met de officier van dienst om tijdens grotere incidenten informatie door te geven en opdrachten uit te voeren; * met leidinggevenden van andere (hulpverlenende) instanties die bij brand en hulpverlening optreden over het incident om af te stemmen over de aanpak; * met bewoners, omwonenden en slachtoffers over het incident om informatie uit te wisselen en de eerste emoties op te vangen; * met collega's (van andere korpsen) om informatie en ervaringen uit te wisselen en om af te stemmen over toe te passen technieken, oefeningen en werkzaamheden; * met deelnemers in projecten om af te stemmen over vakinhoudelijke bijdragen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Bevelvoerder A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Bevelvoerder A 6.1 10 43343 43333 33 33 45
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende en coördinerende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding en voert het commando over de eigen eenheid en ondersteunende eenheden; * werkt multidisciplinair samen; * bepaalt de inzet van mensen en middelen; * inventariseert gegevens met betrekking tot het incident; * maakt een inschatting van de aard, omvang en dynamiek van het incident; * stelt prioriteiten en maakt een afweging tussen het verwachte resultaat en het daarvoor te nemen risico; * draagt zorg voor de veiligheid van het eigen personeel, overige hulpverleners, slachtoffers en derden; * verzorgt personele en materiële nazorg en de administratie rondom het incident; * draagt zorg voor de procesmatige en functionele evaluatie van het incident. Resultaat: leiding en coördinatie, veilige werksituatie medewerkers en nazorg Resultaatgebied 2: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * signaleert en analyseert ontwikkelingen op het gebied repressie, beoordeelt het belang ervan voor de eigen organisatie, evalueert knelpunten in de uitvoering en formuleert voorstellen en adviezen inzake aanpassing, verbetering en vernieuwing; * voert overleg met diverse stakeholders over veranderingen en vernieuwingen; * verzorgt en controleert de operationele paraatheid, signaleert knelpunten en doet verbetervoorstellen; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren); * verzorgt de uitvoering van het oefenbeleid en oefenplan en bewaakt de geoefendheid van medewerkers; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Bevelvoerder A
VBalans Sessie Resultaat: geoefend personeel en uitdragen van brandweertaken, ondersteuning aan de dagelijkse leiding en coördinatie. Resultaatgebied 3: Leidinggeven en personeelszorg * draagt zorg voor: - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en integrale aansturing van de ploeg; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks plan; * coacht de ploegleden bij de uitvoering van hun werkzaamheden, corrigeert waar nodig en draagt de bedrijfscultuur uit door voorbeeldgedrag; * voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken, begeleidt de medewerkers bij hun ontwikkeling. Resultaat: personele zorg
Speelruimte * de bevelvoerder A beslist over de inhoud van zijn voorstellen en -adviezen, de aanpak van een brand of hulpverlening, over het efficiënt indelen van de beschikbare ploegleden en bij het leidinggeven en coachen van medewerkers; * wet- en regelgeving en het organisatiebeleid zijn van belang bij het uitoefenen van de functie; * de bevelvoerder A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende voor de dagelijkse gang van zaken en het leidinggeven aan een ploeg.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van het vakgebied aangevuld met specialistische opleidingen; * kennis van wetgeving, procedures, te volgen werkwijzen en te gebruiken methoden; * kennis van de geldende voorschriften over de inzet van personen en middelen; * kennis van de risicogebieden en gevaarsobjecten binnen het verzorgingsgebied. * inzicht in de organisatie- en rampenbestrijdingsstructuur. Vaardigheid * vaardigheid in het leidinggeven (o.a. coachen en begeleiden) onder verschillende omstandigheden; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers en traumatische ervaringen van het eigen personeel; * vaardigheid in het presenteren en het geven van instructies.
Contacten * met de officier van dienst om tijdens grotere incidenten informatie door te geven en opdrachten uit te voeren; * met leidinggevenden van andere (hulpverlenende) instanties die bij brand en hulpverlening optreden over het incident om af te stemmen over de aanpak; * met bewoners, omwonenden en slachtoffers over het incident om informatie uit te wisselen en de eerste emoties op te vangen; * met collega's om informatie en ervaringen uit te wisselen en om af te stemmen over toe te passen technieken, oefeningen en werkzaamheden; * met deelnemers in projecten om af te stemmen over vakinhoudelijke bijdragen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Bevelvoerder B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Bevelvoerder B 6.2 9 33333 33333 33 33 42
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende en coördinerende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding en voert het commando over de eigen eenheid en ondersteunende eenheden; * werkt multidisciplinair samen; * bepaalt de inzet van mensen en middelen; * inventariseert gegevens met betrekking tot het incident; * maakt een inschatting van de aard, omvang en dynamiek van het incident; * stelt prioriteiten en maakt een afweging tussen het verwachte resultaat en het daarvoor te nemen risico; * draagt zorg voor de veiligheid van het eigen personeel, overige hulpverleners, slachtoffers en derden. * verzorgt personele en materiële nazorg en de administratie rondom het incident; * draagt zorg voor de procesmatige en functionele evaluatie van het incident. Resultaat: leidinggeven en coördineren, veiligheid medewerkers en nazorg Resultaatgebied 2: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * geeft leiding bij de dagelijkse gang van zaken en maakt de indeling voor de dagelijkse oefeningen en de te verrichten werkzaamheden; * coacht mede de medewerkers bij de uitvoering van hun werkzaamheden en stuurt waarnodig bij; * levert een inhoudelijke bijdrage aan projecten, aanschaf en vervanging van materieel en materiaal en stelt adviezen op; * verzorgt en controleert de operationele paraatheid, signaleert knelpunten en doet verbetervoorstellen; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren); VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Bevelvoerder B
VBalans Sessie * verzorgt de uitvoering van het oefenbeleid en oefenplan en bewaakt de geoefendheid van medewerkers; * geeft voorlichting over incidentbestrijding aan specifieke doelgroepen. Resultaat: geoefend personeel en uitdragen van brandweertaken ondersteuning aan de dagelijkse leiding en coördinatie.
Speelruimte * de bevelvoerder B neemt beslissingen over de aanpak van een brand en/of ongeval gevaarlijke stoffen, de aanpak bij hulpverleningsacties, over de inhoud van de adviezen, bij het nemen van maatregelen om de veiligheid te waarborgen, bij het opstellen van instructiemateriaal en het geven van instructies en bij het dagelijks leidinggeven; * wetgeving, procedures, werkplanningen, werkafspraken, handboeken en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de bevelvoerder B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de dagelijkse gang van zaken.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van het vakgebied aangevuld met specialistische opleidingen; * kennis van wetgeving, procedures, te volgen werkwijzen en te gebruiken methoden; * kennis van de geldende voorschriften over de inzet van personen en middelen; * kennis van de risicogebieden en gevaarsobjecten binnen het verzorgingsgebied. * inzicht in de organisatie- en rampenbestrijdingsstructuur. Vaardigheid * vaardigheid in het geven van de dagelijkse leiding (coachen en begeleiden medewerkers); * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers en traumatische ervaringen van het eigen personeel; * vaardigheid in het presenteren en het geven van instructies.
Contacten * met de officier van dienst om tijdens grotere incidenten informatie door te geven en opdrachten uit te voeren; * met leidinggevenden van andere (hulpverlenende) instanties die bij brand en hulpverlening optreden over het incident om af te stemmen over de aanpak; * met bewoners, omwonenden en slachtoffers over het incident om informatie uit te wisselen en de eerste emoties op te vangen; * met collega's om informatie en ervaringen uit te wisselen en om af te stemmen over toe te passen technieken, oefeningen en werkzaamheden; * met deelnemers in projecten om af te stemmen over vakinhoudelijke bijdragen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Brandweercentralist
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Brandweercentralist 9.1 7 32232 33233 23 33 37
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Afhandeling van meldingen voor brandweerhulp en inzet voor grootschalig specialistisch optreden onder grote druk * ontvangt, beoordeelt en verwerkt meldingen en informatie; * adviseert en instrueert hulpvragers en hulpverleners en bewaakt de paraatheid in het verzorgingsgebied; * zorgt, volgens een tool, bij aanvang van een incident gevaarlijke stoffen, het effectgebied en bepaalt de veilige aanrijroute voor de uitrukkende eenheden van de hulpverleners; * coördineert de te alarmeren gemeenteprocessen en personen en bewaakt de voortgang van complexe alarmeringen; * levert verbindings-, registratie- en plottingsondersteuning binnen het regionaal coördinatieteam * alarmeert hulpverleners en zet de opschalingsprocedures in werking; * onderhoudt contact met de ingezette eenheden en geeft aanvullende informatie; * coördineert het berichtenverkeer en verzorgt ook dezelfde taken vanuit een mobiele alarmcentrale (V.C.) * voert technische voorbereidings werkzaamheden uit voor de V.C.; Resultaat: coördinatie en alarmering bij een ramp en doelmatige en efficiënte inzet van brandweereenheden Resultaatgebied 2: Samenstelling managementinformatie en neventaken * registreert het incidentverloop, meldings- en uitrukgegevens, de beschikbaarheid van personeel en materieel, verzamelt gegevens en stelt periodiek overzichten op; * beheert de geautomatiseerde informatiebestanden, verwerkt mutaties en bewaakt de actualiteit; * evalueert mede de uitvoering van het meldkamerproces, signaleert knelpunten en levert een bijdrage aan VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Brandweercentralist
VBalans Sessie oplossingen. Resultaat: periodieke overzichten, informatiedossiers
Speelruimte * de brandweercentralist neemt beslissingen over wel of geen inzet van brandweereenheden op basis van meldingen & urgentie en bij het opschalen; * wet- en regelgeving, protocollen, informatiesystemen en werkafspraken zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de brandweercentralist is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de uitvoering en kwaliteit van de hulpverlening.
Kennis en vaardigheden Kennis * basiskennis van en inzicht in de brandweerorganisatie alsmede wet en regelgeving; * specifieke kennis van de repressieve brandweerorganisatie en rampenbestrijdingsorganisatie; * kennis van verschillende toegepaste communicatietechnieken en automatiseringspakketten; * basiskennis van gevaarlijke stoffen en de bestrijding daarvan; * kennis van het verzorgingsgebied en omliggende regio's; * inzicht in de bedrijfsvoering en beslissingsstructuren van de brandweer, politie, gemeenten en VGGM. Vaardigheid * vaardigheid in het communiceren en werken onder sterk wisselende omstandigheden; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute situaties; * vaardigheid in het instrueren en ondersteunen van een hulpvrager en hulpverleningsorganisaties; * vaardigheid in het interpreteren van meetgegevens van gevaarlijke stoffen.
Contacten * met hulpvragers om informatie te verkrijgen over de hulpvragen met als doel de goede eenheden op pad te sturen en om hen te ondersteunen en te instrueren; * met diverse betrokkenen om gevraagd en ongevraagd aanvullende (operationele) informatie te geven voor een efficiënte inzet en/of, een mogelijke opschaling, over dagelijkse werkzaamheden om samenwerking te bereiken; * met burgemeester en wethouders over calamiteiten met als doel informatie uit te wisselen; * met collega's om verbeterpunten te overleggen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Commandant van Dienst (CvD)
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Commandant van Dienst (CvD) 8.1 14 45444 45544 44 44 59
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggeven * geeft als plaatsvervangend Operationeel Leider (OL) leiding in het Regionaal Operationeel Team (ROT); * bewaakt als voorzitter de voortgang en afstemming in het ROT; * geeft multidisciplinair leiding aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing; * plaatst de incidentbestrijding in een breed maatschappelijk perspectief en signaleert daarbij mediatechnische en politiekgevoelige kansen en bedreigingen; * is verantwoordelijk voor de totale incidentbestrijding in bron- en effectgebied. Resultaat: effectieve multidisciplinaire inzet van mensen en middelen op op ROT niveau Resultaatgebied 2: Advisering * adviseert als operationeel leider het beleidsteam bij het helpen vaststellen en realiseren van strategische doelen voor het nemen van politiek en/of bestuurlijk besluiten; * vertaalt tactische informatie naar strategische realistische beslispunten en omgekeerd; * is verantwoordelijk voor het samenstellen van multidisciplinaire scenario's; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren). Resultaat: strategisch en multidisciplinaire adviezen, eigen vakbekwaamheid
Speelruimte * de CvD neemt beslissingen als Operationeel Leider (OL) in het beleidsteam of als voorzitter van het ROT en over de inhoud van de strategische adviezen; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Commandant van Dienst (CvD)
VBalans Sessie * het strategisch beleid, wet- en regelgeving en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de CvD legt verantwoording af aan de Directeur Brandweer over de wijze waarop het leidinggeven heeft plaatsgevonden over de bruikbaarheid van de strategische voorstellen en adviezen voor het ontwikkelen van kaders, richtlijnen en modellen.
Kennis en vaardigheden Kennis: * diepgaande en brede kennis van de rampenbestrijdingsorganisaties en haar taken en bevoegdheden; * kennis van relevante wet- en regelgeving en gemeentelijke regels en voorschriften. * inzicht in de bestuurlijk-politiek en maatschappelijke verhoudingen. Vaardigheden: * vaardigheid in multidisciplinair leidinggeven; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute situaties; * vaardigheid in het formuleren van strategische adviezen en het vooraf overleg voeren met diverse stakeholders waarbij de adviezen worden toegelicht en verdedigd; * vaardigheid in het ontwikkelen van kaders, richtlijnen en modellen ten behoeve van de verbetering van de hulpverlening.
Contacten * met andere hulpverleningsorganisaties tijdens het incident om afstemming te bereiken, samen te werken en het incident zo goed mogelijk af te handelen en draagvlak te verkrijgen voor de ontwikkeling van nieuwe modellen en technieken; * met diverse stakeholders om vooraf overleg te voeren over de te formuleren strategische adviezen en het verdedigen daarvan; * met de ingezette diensten om af te stemmen over een juiste handelingswijze van het incident; * met de burgemeester en directeur brandweer om informatie te geven over de gevolgen en maatregelen na een incident/ramp.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Directeur brandweer
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Directeur brandweer 1.1 17 55555 55555 54 55 69
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Directie-eindverantwoordelijkheid * zorgt voor een integrale, strategische beleidsvoorbereiding en -advisering, formuleert beleidsuitgangspunten en adviseert het bestuur op basis van diverse ontwikkelingen; * adviseert binnen de directie (binnen het domein brandweer) over integrale strategische kwesties, bestuurlijk gevoelige zaken en interventiemogelijkheden en fungeert als klankbord en geeft (mede) integrale sturing aan de organisatie; * vertaalt de door het bestuur vastgestelde strategische beleidsuitgangspunten naar het organisatiebeleid (waaronder het strategisch meerjarenplan, het investeringsplan en de begroting); * draagt zorg voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het sectorbeleid en stelt prioriteiten; * participeert in overlegstructuren en voert overleg met diverse stakeholders; * fungeert als bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en voert overleg met de vakorganisaties. Resultaat: strategisch organisatiebeleid Resultaatgebied 2. Integraal management van de sector Brandweer * treedt op als regionaal brandweercommandant en draagt zorg voor het in- en extern functioneren van de brandweer en voor een goede relatie tussen de brandweerdienst en de diverse stakeholders; * fungeert als operationeel leider van de regionale rampenstaf; * is lid van de landelijke koepelorganisaties en bepaalt mede het landelijk beleid; * stelt het (meerjaren) strategisch beleids- en beheersplan op, draagt zorg voor de uitvoering en rapporteert VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Directeur brandweer
VBalans Sessie hierover; * ontwikkelt, implementeert en bewaakt de integrale P&C functie en de overige managementinstrumentaria; * voert de regie van organisatieontwikkelingsprojecten, bevordert de interne communicatie en draagt de gewenste bedrijfscultuur uit. Resultaat: integraal management
Speelruimte * de directeur brandweer neemt samen met de directeur volksgezondheid beslissingen over de inhoud en onderbouwing van de (strategische) beleidsadviezen, bij het tot stand komen en realisering van het organisatiebeleid, het investeringsplan en de begroting en over algemene managementaspecten; * strategische uitgangspunten en kaders geformuleerd door het bestuur, de gemeenschappelijke regeling, maatschappelijke ontwikkelingen, wet- en regelgeving zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de directeur brandweer is verantwoording schuldig aan het bestuur over het strategisch beleid, de integrale beleidsadvisering en het integraal leidinggeven aan de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis op hoofdlijnen van het beleidsterrein van de sector; * kennis van de door de directie geformuleerde strategische uitgangspunten en doelstellingen; * kennis van management- en planningsmodellen en technieken; * diepgaand inzicht in de bestuurlijke verhoudingen op organisatie en hoger niveau; * inzicht in de relevante beleidsgebieden van sectoren waarmee moet worden samengewerkt; * inzicht in de relevante wet- en regelgeving, beleids- en begrotingscyclus en bedrijfsvoering. Vaardigheden * vaardigheid in het vormgeven en formuleren van beleid en het verdedigen van (strategische) beleidsvoornemens of beleidsmaatregelen; * vaardigheid in het hanteren van tegengestelde belangen in het overleg met externen; * vaardigheid in het integraal managen van de organisatie.
Contacten * met bestuur en directie over (strategische) beleidsaangelegenheden, om fundamentele discussies aan te gaan en besluiten voor te bereiden over de visie, missie en strategische uitgangspunten alsmede beslissingen te nemen en draagvlak te creëren voor grensverleggende nieuwe ideeën en alternatieve oplossingsrichtingen; * met gemeentebesturen en gemeenteorganisaties om afstemming te bereiken over de samenwerking; * met diverse stakeholders over diverse strategische ontwikkelingen en om politieke en maatschappelijke belangentegenstellingen te overbruggen c.q. het beleid te verdedigen; * met ondernemingsraad en vakorganisaties over organisatieontwikkeling, bedrijfsvoerings- en personele aangelegenheden om het gevoerde en/of voorgenomen beleid toe te lichten, standpunten uiteen te zetten en draagvlak en overeenstemming te verwerven.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Hoofdofficier van Dienst (HOvD)
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Hoofdofficier van Dienst (HOvD) 8.2 12 44443 44344 44 44 54
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding aan de bestrijding van het incident; * bepaalt de inzet en de locatie van mensen, voertuigen en middelen van de eigen discipline; * treedt op als leider Commando Plaats Incident (COPI) of als taakcommandant COPI of als algemeen commandant brandweer ROT of als compagniescommandant. Resultaat: effectieve mono- en multidisciplinaire inzet van mensen en middelen op COPI niveau Resultaatgebied 2: Advisering * signaleert en analyseert ontwikkelingen op het gebied repressie, beoordeelt het belang ervan voor de eigen organisatie,evalueert knelpunten in de uitvoering en formuleert voorstellen en adviezen inzake de ontwikkeling van nieuw beleid, verbeteringen en vernieuwingen en geeft de consequenties van alternatieven aan; * voert overleg met diverse stakeholders over nieuw te ontwikkelen beleid, veranderingen en vernieuwingen; * draagt zorg voor de informatie aan betrokken diensten, pers en publiek met betrekking tot het incident; * draagt zorg voor de afstemming en het treffen van maatregelen in het effectgebied; * draagt zorg voor de evaluatie van het incident; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren) Resultaat: adviezen, afstemming, evaluatie, eigen vakbekwaamheid
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Hoofdofficier van Dienst (HOvD)
VBalans Sessie Speelruimte * de HOvD neemt beslissingen over de te nemen maatregelen die verband houden met de veiligheid van personeel en burgers, over de inhoud van de beleidsadviezen, aanpak en instrumenten; * het strategisch beleid, wet- en regelgeving en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de HOvD legt verantwoording af aan het afdelingshoofd over de wijze waarop het leidinggeven heeft plaatsgevonden en over de bruikbaarheid van de operationele- en tactische adviezen en besluiten.
Kennis en vaardigheden Kennis: * diepgaande en brede kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden bij de bestrijding van branden, rampen, calamiteitenen ongevallen met gevaarlijke stoffen; * kennis van de rampenbestrijdingsorganisaties en haar taken en bevoegdheden; * kennis van relevante wet- en regelgeving en gemeentelijke regels en voorschriften. * inzicht in de bestuurlijk-politiek en maatschappelijke verhoudingen. Vaardigheden: * vaardigheid in leidinggeven; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute situaties; * vaardigheid in het formuleren van adviezen en in het voeren van overleg met diverse stakeholders waarbij het beleid van de organisatie wordt toegelicht en verdedigd; * vaardigheid in het ontwikkelen van kaders, richtlijnen en modellen voor de verbetering van de hulpverlening.
Contacten * met andere hulpverleningsorganisaties tijdens het incident om afstemming te bereiken, samen te werken en het incident zo goed mogelijk af te handelen en draagvlak te verkrijgen voor de ontwikkeling van nieuwe modellen en technieken; * met diverse stakeholders overleg te voeren over het beleid van de organisatie en het verdedigen daarvan; * met de ingezette diensten om af te stemmen over een juiste handelingswijze van het incident; * met de burgemeester en directeur brandweer om informatie door te geven.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Manager A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Manager A 1.3 14 45444 45544 44 44 59
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Visie- en beleidsontwikkeling * anticipeert op landelijke en regionale ontwikkelingen, ontwikkelt het beleid van de eigen afdeling, draagt bij aan de visie en beleid van de sector en adviseert de directie bij het vaststellen van de strategische en tactische doelen; * vertaalt het strategisch beleid naar de beleidsvelden van de afdeling; * draagt zorg voor de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van het productenaanbod; * heeft een bestuurlijke accountmanagersrol naar de deelnemende gemeenten; * leidt multidisciplinaire organisatiebrede projecten met een politiek/maatschappelijk gevoelig karakter. Resultaat: visie- en beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, projectleiding Resultaatgebied 2. (Integraal) leidinggeven * draagt zorg voor: - het managen van de uitvoering van de strategische en tactische doelen; - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en aansturing van de afdeling, rekening houdend met de cultuur; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks afdelingsplan (beleidscyclus); * onderhoudt in- en externe contacten, die relevant zijn voor de realisatie van de producten van de afdeling; * begeleidt en verzorgt de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen. VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Manager A
VBalans Sessie Resultaat: managen van strategische doelen, integrale sturing afdeling, afdelingsplan, coördinatie inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 3. Vertegenwoordiging organisatie * bevordert dat de belangen en het beleid van de organisatie in interne en externe overleg- en adviesorganen goed naar voren wordt gebracht en overbrugt daarbij tegengestelde belangen. Resultaat: vertegenwoordiging VGGM
Speelruimte * de manager A neemt beslissingen over de adviezen voor de te volgen richting van het strategisch ontwikkelingsproces en de daaruit voortvloeiende effecten, bij het bij het integraal leidinggeven, bij het leiden van multidisciplinaire organisatiebrede projecten, bij de coördinatie van afdelingsoverstijgende beleidsvorming en bij de vertegenwoordiging van de organisatie; * het strategisch beleid, wet- en regelgeving en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de manager A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het integraal leidinggeven (kwaliteit, budgetverantwoordelijkheid, personeelsverantwoordelijkheid, in- en externe informatievoorziening), over de bruikbaarheid van de strategische adviezen en het ontwikkelde beleid, over de coördinatie van afdelingsoverstijgende beleidsvorming en over het extern vertegenwoordigen van de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementmethodieken; * brede kennis van en inzicht in het beleidsgebied in relatie tot de omgeving; * kennis van financieel economische en administratieve processen; * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen en de processen binnen en buiten de organisatie. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en creativiteit bij het zoeken van oplossingen (adviezen); * vaardigheid in het ontwikkelen en uitdragen van beleid en het voeren van overleg met stakeholders om tegenstellingen in het beleid en operationele aangelegenheden te overbruggen; * vaardigheid in het leidinggeven en tonen van voorbeeldgedrag.
Contacten * met de directie om af te stemmen over en draagvlak te verwerven voor de grote lijnen van het te ontwikkelen strategisch beleid; * met stakeholders om af te stemmen over te ontwikkelen beleid, om ideeën op te doen en draagvlak te verkrijgen over het ontwikkelde beleid voorafgaande aan de definitieve besluitvorming en belangentegenstellingen te overbruggen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Manager B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Manager B 1.4 13 44444 44444 44 44 56
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Visie- en beleidsontwikkeling * anticipeert op landelijke en regionale ontwikkelingen, ontwikkelt het beleid van de eigen afdeling en draagt bij aan de visie en beleid van de sector (advisering directie); * vertaalt het strategisch en tactisch beleid naar de beleidsvelden van de afdeling; * draagt zorg voor de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van het productenaanbod; * leidt multidisciplinaire organisatiebrede projecten met een politiek/maatschappelijk gevoelig karakter. Resultaat: visie- en beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, projectleiding Resultaatgebied 2. (Integraal) leidinggeven * draagt zorg voor: - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en aansturing van de afdeling, rekening houdend met de cultuur; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks afdelingsplan (beleidscyclus); * onderhoudt in- en externe contacten, die relevant zijn voor de realisatie van de producten van de afdeling; * begeleidt en verzorgt de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen. Resultaat: integrale sturing afdeling, afdelingsplan, coördinatie inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 3. Vertegenwoordiging organisatie * bevordert dat de belangen en het beleid van de organisatie in interne en externe overleg- en VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Manager B
VBalans Sessie adviesorganen goed naar voren wordt gebracht en overbrugt daarbij tegengestelde belangen. Resultaat: vertegenwoordiging VGGM
Speelruimte * de manager B neemt beslissingen bij het integraal leidinggeven, bij het ontwikkelen van een beleidsvisie voor de sector alsmede het implementeren van beleid, bij het leiden van multidisciplinaire organisatiebrede projecten, bij de coördinatie van afdelingsoverstijgende beleidsvorming en bij de vertegenwoordiging van de organisatie; * het strategisch beleid, wet- en regelgeving en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de manager B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het integraal leidinggeven (kwaliteit, budgetverantwoordelijkheid, personeelsverantwoordelijkheid en in- en externe informatievoorziening), over de bruikbaarheid van ontwikkeld beleid, over de coördinatie van afdelingsoverstijgende beleidsvorming en over het extern vertegenwoordigen van de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementmethodieken; * brede kennis van en inzicht in het beleidsgebied in relatie tot de omgeving; * kennis van financieel economische en administratieve processen; * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen en de processen binnen en buiten de organisatie. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en creativiteit bij het zoeken van oplossingen (adviezen); * vaardigheid in het ontwikkelen en uitdragen van beleid en het voeren van overleg met stakeholders om tegenstellingen in het beleid en operationele aangelegenheden te overbruggen; * vaardigheid in het leidinggeven en tonen van voorbeeldgedrag.
Contacten * met de directie om af te stemmen over en draagvlak te verwerven voor de grote lijnen van het te ontwikkelen beleid; * met stakeholders om af te stemmen over te ontwikkelen beleid, om ideeën op te doen en draagvlak te verkrijgen over het ontwikkelde beleid voorafgaande aan de definitieve besluitvorming en belangentegenstellingen te overbruggen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning A 5.1 7 32232 33223 33 32 36
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Organiseren van (bestuurs) vergaderingen * draagt zorg voor de volledige organisatie van (bestuurs)vergaderingen/bijeenkomsten en is proactief (toevoegen van informatie en wijzen op bijzondere aandachtspunten); * bewaakt de voortgang en afdoening van afspraken en genomen besluiten; * signaleert knelpunten en doet voorstellen voor oplossingen. Resultaat: organisatie vergaderingen, agendabewaking Resultaatgebied 2: Ondersteuning van de directie * ondersteunt de directie bij de organisatie van de werkzaamheden, schat belang en urgentie in van berichten en is daarbij proactief (toevoegen van informatie en wijzen op bijzondere aandachtspunten); * corrigeert berichten en verzorgt het berichtenverkeer; * verzorgt het archief van de directie, levert managementinformatie en stelt voortgangsrapportages op; * vervult een faciliterende functie tussen de directieleden, interne medewerkers en bestuurssecretariaten van de bestuurders, respectievelijk externe instanties; * fungeert als aanspreekpunt voor en instrueert andere administratief secretarieel medewerkers. Resultaat: correspondentie, nota's en brieven, voortgangsrapportages, aanspreekpunt en overzichten
Speelruimte * de medewerker neemt beslissingen bij het beoordelen van het belang en de urgentie van de informatie, bij de ondersteuning van alle directietaken, het beheer van het archief en bij het samenstellen van VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning A
VBalans Sessie (management)informatie; * interne administratieve werkafspraken en richtlijnen zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de inhoudelijke kwaliteit van de (secretariële) ondersteuning.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis managementondersteunende methoden, werkwijzen en archiverings- en documentatietechnieken; * kennis van en inzicht in bestuurlijke, organisatorische en functionele verhoudingen binnen de organisatie; * inzicht in de aard en gevoeligheid van actuele beleidsonderwerpen en in het registreren van relevante informatie. Vaardigheden * vaardigheid in het omgaan, interpreteren en inzichtelijk maken van (vertrouwelijke) gegevens/informatie en het leveren van managementinformatie en overzichten voor periodieke verslagen; * vaardigheid in het vormen en bijhouden van het archief en in het maken van voortgangsrapportages, overzichten, verslagen, nota's; * vaardigheid in het instrueren van medewerkers.
Contacten * met in- en externen (als eerste contactpersoon) over knelpunten en oplossingen, de secretariële en administratieve afhandeling van zaken en in behandeling zijnde onderwerpen, om informatie uit te wisselen over de voortgang in de uitvoering en om (agenda-)afspraken te maken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning B 5.2 6 32222 33223 22 22 32
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Ondersteuning, vergaderingen, berichtenverkeer en archief * ondersteunt het management bij de organisatie van de werkzaamheden en attendeert op afspraken; * concipieert brieven, berichten en documenten (op basis van aangeleverde informatie), voegt de benodigde stukken toe en verzorgt het berichtenverkeer; * verzorgt de administratieve organisatie van vergaderingen/bijeenkomsten en bewaakt de voortgang van acties; * treedt op als aanspreekpunt/vraagbaak voor administratieve en organisatorische zaken en handelt vragen af; * verzamelt gegevens in/uit de diverse administratieve systemen en stelt periodiek overzichten op; * maakt project werk- en vergaderdossiers aan en verzorgt en beheert het archief. Resultaat: administratief/organisatorische voorbereiding van vergaderingen, agenda's, notulen en afspraken alsmede beheer archief Resultaatgebied 2: Beheer van decentrale applicaties en begeleiding bij de (invoering van) nieuwe toepassingen. * ondersteunt medewerkers bij de invoering van nieuwe toepassingen; * begeleidt gebruikers met betrekking tot de toepassing van (nieuwe) applicaties. Resultaat: implementatie van nieuwe applicaties
Speelruimte VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning B
VBalans Sessie * de medewerker neemt beslissingen bij het beoordelen van het belang en de urgentie van de informatie, bij de ondersteuning van afdelingshoofden en bij het beheer van het archief; * interne administratieve werkafspraken en richtlijnen zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de inhoudelijke kwaliteit van de (secretariële) ondersteuning.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementondersteunende methoden en werkwijzen; * kennis van reguliere archiverings- en documentatietechnieken; * kennis van en inzicht in de interne administratieve en procedurele regels en voorschriften. Vaardigheden * vaardigheid in het omgaan, interpreteren en inzichtelijk maken van (vertrouwelijke)gegevens/informatie en het leveren van managementinformatie en overzichten voor periodieke verslagen; * vaardigheid in het vormen en bijhouden van het archief en in het maken van voortgangsrapportages, overzichten, verslagen, nota's.
Contacten * met in- en externen als eerste contactpersoon over de secretariële en administratieve afhandeling van zaken en in behandeling zijnde onderwerpen, om informatie uit te wisselen over de voortgang in de uitvoering en om (agenda-)afspraken te maken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning C 5.3 5 32222 23222 22 22 30
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Administratieve ondersteuning * concipieert reguliere brieven en berichten, voegt de benodigde stukken toe en verzorgt het berichtenverkeer; * maakt vergaderverslagen, actielijsten en afspraken en bewaakt deze; * verzorgt bestellingen en beheert archieven; * verzamelt gegevens in/uit de diverse administratieve systemen en stelt periodiek overzichten op; * muteert bestanden en controleert de mutering van gegevens die door anderen zijn ingevoerd; * treedt op als aanspreekpunt voor collega's. Resultaat: postbehandeling, behandeling berichtenverkeer, mutering, beheer archief en correspondentie
Speelruimte * de medewerker neemt beslissingen bij het beoordelen van berichten, het muteren van bestanden en bij het beheer van het archief; * interne administratieve werkafspraken en voorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de correctheid van de ondersteunende werkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker administratie en secretariële ondersteuning C
VBalans Sessie * kennis van managementondersteunende methoden en werkwijzen; * kennis van reguliere archiverings- en documentatietechnieken; * kennis van en inzicht in de interne administratieve en procedurele regels en voorschriften; Vaardigheden * vaardigheid in het omgaan, interpreteren en inzichtelijk maken van (vertrouwelijke)gegevens/informatie en het leveren van managementinformatie en overzichten voor periodieke verslagen; * vaardigheid in het vormen en bijhouden van het archief en in het maken van voortgangsrapportages, overzichten, verslagen, nota's.
Contacten * met in- en externen als eerste contactpersoon over de secretariële en administratieve afhandeling van zaken en in behandeling zijnde onderwerpen, om informatie uit te wisselen over de voortgang in de uitvoering en om (agenda-)afspraken te maken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker incidentbestrijding A 7.1 7 32232 33223 33 22 35
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Incidentbestrijding onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * voert verkenningen uit en herkent gevaarlijke situaties; * verricht diverse directe (niet) spoedeisende activiteiten tijdens brand en bij hulpverleningsactiviteiten; * treedt op als first-responder en past zo nodig levensreddende hulp of reanimatie toe bij slachtoffers. Resultaat: uitvoeren van basisbrandweerzorg en hulpverlening Resultaatgebied 2: Specialismen onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * voert specialistische taken uit: - bestuurt alle uitrukvoer- en vaartuigen; - bedient de pomp van het blusvoertuig en de bijzondere uitrukvoertuigen; - voert (niet) spoedeisende duikwerkzaamheden uit; - voert allerhande werkzaamheden in gaspak of als ontsmetter uit; * voert meerdere en/of complexe specialistische taken uit met eigen deelverantwoordelijkheid: - geeft leiding aan de manschappen op bijzondere voertuigen; - treedt op als papa (plotter) tijdens incident met gevaarlijke stoffen - biedt eerste en/of ondersteunende medische hulp (MOB); - zorgt voor de overdracht naar de ambulanceverpleegkundige; - treedt op als duikploegleider; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding A
VBalans Sessie (duiker/duikploegleider OF MOB-er) Resultaat: uitvoeren van meerdere en/of complexe specialistische taken Resultaatgebied 3: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * verzorgt en controleert de operationele paraatheid van eigen materiaal en materieel; * signaleert knelpunten en doet verbetervoorstellen; * zorgt mede voor de noodzakelijke gebiedskennis; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren en zicht op eigen veiligheid); * verzorgt de uitvoering van het oefenbeleid en oefenplan, treedt op als oefenleider; * begeleidt nieuwe medewerkers; * geeft voorlichting over incidentbestrijding aan specifieke doelgroepen. Resultaat: bijdrage aan operationele voorbereiding en voorlichting
Speelruimte * de medewerker incidentbestrijding A neemt beslissingen bij brandbestrijding, hulpverlening en complexe specialistische taken in opdracht van de bevelvoerder, op eigen initiatief bij acute situaties en over de wijze waarop de niet spoedeisende taken worden gecoördineerd alsmede de inhoud van de praktische adviezen; * werkplanningen, werkafspraken, handboeken en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker incidentbestrijding A is verantwoording schuldig aan de bevelvoerder over de wijze waarop oefeningen en nieuwe medewerkers worden begeleidt, over de wijze waarop zelfstandig is opgetreden als bevelvoerder specialistisch voertuig/duikploegleider, over de wijze waarop is meegewerkt aan operationele activiteiten en oefeningen en over de voortgang en kwaliteit van de uitgevoerde (specialistische) werkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis * algemeen theoretische praktische kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden om brand, hulpverleningen en specialistische taken aan te pakken; * kennis van de bij een inzet benodigde materialen en materieel; * basiskennis van gevaarlijke stoffen en de bestrijding daarvan; * inzicht in het functioneren van andere hulpdiensten. Vaardigheid * vaardigheid in het besturen van voertuigen en bedienen van installaties; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het onder tijdsdruk en sterk wisselende omstandigheden effectief te blijven communiceren en samen te werken; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers; * vaardigheid in het instrueren van medewerkers en begeleiden van nieuwe medewerkers.
Contacten * met brandweercollega's en hulpverleners van andere diensten om informatie uit te wisselen; * met slachtoffers om informatie te verzamelen over de situatie en persoonlijke omstandigheden en om de eerste emoties op te vangen; * met de bevelvoerder om te evalueren over de wijze waarop operationele werkzaamheden zijn uitgevoerd; * met burgers tijdens zelfstandige inzetten met bijzondere voertuigen om informatie te geven.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 3
Medewerker incidentbestrijding A
VBalans Sessie
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker incidentbestrijding B 7.2 6 32222 23222 23 22 31
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Incidentbestrijding onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * voert verkenningen uit en herkent gevaarlijke situaties; * verricht diverse directe (niet) spoedeisende activiteiten tijdens brand en bij hulpverleningsactiviteiten; * treedt op als first-responder en past zo nodig levensreddende hulp of reanimatie toe bij slachtoffers. Resultaat: uitvoeren van basisbrandweerzorg en hulpverlening Resultaatgebied 2: Specialismen onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * voert specialistische taken uit (onder directe aansturing): - bestuurt alle uitrukvoertuigen en/of de boot bij waterongevallen; - bedient de pomp van het blusvoertuig en de bijzondere uitrukvoertuigen; - voert (niet)spoedeisende duikwerkzaamheden uit; - voert allerhande werkzaamheden gaspak of als ontsmetter uit. Resultaat: uitvoeren van specialistische taken Resultaatgebied 3: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * verzorgt en controleert de operationele paraatheid van eigen materiaal en materieel; * signaleert knelpunten en doet verbetervoorstellen; * verricht werkzaamheden, die buiten de direct-repressieve taken vallen (o.a. controles en voorlichting); * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren en zicht op eigen veiligheid); VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding B
VBalans Sessie * verzorgt mede de uitvoering van het oefenbeleid en oefenplan; * geeft voorlichting over incidentbestrijding aan specifieke doelgroepen. Resultaat: bijdrage aan voorbereiding basisbrandweerzorg en hulpverlening en voorlichting
Speelruimte * de medewerker incidentbestrijding B neemt beslissingen bij brandbestrijding, hulpverlening en specialistische taken in opdracht van de bevelvoerder, op eigen initiatief bij acute situaties en over de inhoud van de praktische adviezen; * werkplanningen, werkafspraken, handboeken en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker incidentbestrijding B is verantwoording schuldig aan de bevelvoerder over de wijze waarop is meegewerkt aan operationele activiteiten en correct uitgevoerde dagelijkse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis * algemene vaktechnische kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden om brand, hulpverleningen en specialistische taken aan te pakken; * kennis van de bij een inzet benodigde materialen en materieel; * basiskennis van gevaarlijke stoffen en de bestrijding daarvan; * inzicht in het functioneren van andere hulpdiensten. Vaardigheid * vaardigheid in het besturen van voertuigen en aanhangers en bedienen van installaties; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het onder tijdsdruk en sterk wisselende omstandigheden effectief te blijven communiceren en samen te werken; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers; * vaardigheid in het geven van voorlichting.
Contacten * met brandweercollega's en hulpverleners van andere diensten om informatie uit te wisselen; * met slachtoffers om informatie te verzamelen over de situatie en persoonlijke omstandigheden en om de eerste emoties op te vangen; * met de bevelvoerder om te evalueren over de wijze waarop operationele werkzaamheden zijn uitgevoerd; * met burgers tijdens zelfstandige inzetten met bijzondere voertuigen om informatie te geven.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Medewerker incidentbestrijding C 7.3 5 22222 22222 23 22 29
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Incidentbestrijding onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * voert verkenningen uit en herkent gevaarlijke situaties; * verricht diverse directe (niet) spoedeisende activiteiten tijdens brand en bij hulpverleningsactiviteiten; * treedt op als first-responder en past zo nodig levensreddende hulp of reanimatie toe bij slachtoffers. Resultaat: uitvoeren basisbrandweerzorg en hulpverlening Resultaatgebied 2: Operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * verzorgt en controleert de operationele paraatheid van eigen materiaal en materieel; * signaleert knelpunten en doet mede verbetervoorstellen; * verricht werkzaamheden, die buiten de direct-repressieve taken vallen (o.a. controles en voorlichting); * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren en zicht op eigen veiligheid); Resultaat: Bijdrage aan voorbereiding van basisbrandbestrijding en -hulpverlening
Speelruimte * de medewerker incidentbestrijding C neemt beslissingen bij brandbestrijding en hulpverlening in opdracht van de bevelvoerder, bij het verhelpen van storingen (materieel) en op eigen initiatief bij acute situaties. * werkplanningen, werkafspraken, handboeken en veiligheidsvoorschriften zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de medewerker incidentbestrijding C is verantwoording schuldig aan de bevelvoerder over de wijze VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Medewerker incidentbestrijding C
VBalans Sessie waarop is meegewerkt aan operationele activiteiten en correct uitgevoerde dagelijkse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis * algemene vaktechnische kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden om brand en hulpverleningen aan te pakken; * kennis van de bij een inzet benodigde materialen en materieel. Vaardigheid * vaardigheid in het besturen van voertuigen en bedienen van installaties; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid in het onder tijdsdruk en sterk wisselende omstandigheden effectief te blijven communiceren en samen te werken; * vaardigheid in het omgaan met emoties van slachtoffers.
Contacten * met brandweercollega's en hulpverleners van andere diensten om informatie uit te wisselen; * met slachtoffers en burgers om informatie te verzamelen over de situatie en persoonlijke omstandigheden en om de eerste emoties op te vangen; * met de bevelvoerder om te evalueren over de wijze waarop operationele werkzaamheden zijn uitgevoerd.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Officier van Dienst (OvD)
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Officier van Dienst (OvD) 8.5 10 43343 43333 33 33 45
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding aan de uitrukwerkzaamheden/hulpverlening van de eigen discipline; * initieert multidisciplinaire samenwerking en kan het COPI opstarten; * draagt zorg voor de bestrijding van het incident; * bepaalt de inzet en de locatie van mensen, voertuigen en middelen; * fungeert, bij multidisciplinair repressief optreden, als staffunctionaris in het COPI en/of als pelotonscommandant en/of als staffunctionaris in het actiecentrum brandweer en/of als staffunctionaris in de sectie brandweer ROT; * draagt zorg voor de veiligheid en welzijn van het eigen personeel, overige hulpverleners, slachtoffers en derden; * draagt zorg voor de evaluatie van het incident. Resultaat: effectieve inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 2: Advisering, operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * monitort de operationele paraatheid van het cluster; * adviseert en rapporteert over de bestrijding van het incident; * laat betrokken diensten, pers en publiek informeren over de bestrijding van het incident; * adviseert over nieuw beleid, aanpak en instrumenten en geeft de consequenties van alternatieven aan; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren). Resultaat: adviezen, afstemming, evaluatie, eigen vakbekwaamheid VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Officier van Dienst (OvD)
VBalans Sessie Speelruimte * de OvD-B neemt beslissingen over de te nemen maatregelen die verband houden met de veiligheid van personeel en burgers en over de inhoud van de adviezen; * wet- en regelgeving en de daaraan verbonden regionale convenanten zijn van belang bij het uitoefenen van de functie; * de OvD-B is verantwoording schuldig aan de teammanager over de uitvoering van het repressief optreden, paraatheid, kennis en vaardigheden en geoefendheid.
Kennis en vaardigheden Kennis: * tactische kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden bij de bestrijding van branden, rampen, calamiteitenen ongevallen met gevaarlijke stoffen; * kennis van de rampenbestrijdingsorganisaties en haar taken en bevoegdheden; * kennis van relevante wet- en regelgeving en gemeentelijke regels en voorschriften. * inzicht in de bestuurlijk-politiek verhoudingen en maatschappelijke verhoudingen. Vaardigheden: * vaardigheid in leidinggeven; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute situaties; * vaardigheid in het optreden in overlegsituaties en het daarin toelichten en verdedigen van het standpunt; * vaardigheid in het adviseren.
Contacten * met andere hulpverleningsorganisaties tijdens het incident om afstemming te bereiken, samen te werken en het incident zo goed mogelijk af te handelen; * met de ingezette diensten om af te stemmen over een juiste handelingswijze van het incident; * met de burgemeester en directeur brandweer om informatie door te geven.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
OvD/ROGS
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
OvD/ROGS 8.3 11 44443 44333 43 33 49
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Leidinggevende repressietaken onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * geeft leiding aan de uitrukwerkzaamheden/hulpverlening van de eigen discipline; * initieert multidisciplinaire samenwerking en kan het COPI opstarten; * draagt zorg voor de bestrijding van het incident; * bepaalt de inzet en de locatie van mensen, voertuigen en middelen; * fungeert, bij multidisciplinair repressief optreden, als staffunctionaris in het COPI en/of als pelotonscommandant en/of als staffunctionaris in het actiecentrum brandweer en/of als staffunctionaris in de sectie brandweer ROT; * draagt zorg voor de veiligheid en welzijn van het eigen personeel, overige hulpverleners, slachtoffers en derden; * draagt zorg voor de evaluatie van het incident. Resultaat: effectieve inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 2: Advisering, operationele voorbereiding en vakbekwaamheid * monitort de operationele paraatheid van het cluster; * adviseert en rapporteert over de bestrijding van het incident; * laat betrokken diensten, pers en publiek informeren over de bestrijding van het incident; * adviseert over nieuw beleid, aanpak en instrumenten en geeft de consequenties van alternatieven aan; * wordt en blijft vakbekwaam (o.a. door sporten, oefenen en evalueren). Resultaat: adviezen, afstemming, evaluatie, eigen vakbekwaamheid VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
OvD/ROGS
VBalans Sessie Resultaatgebied 3: Adviezen en inzet bij gevaarlijke stoffen onder sterk wisselende omstandigheden en grote druk in gevaarlijke situaties * signaleert en analyseert ontwikkelingen en stelt zonodig, in samenwerking met andere instanties, onderzoek in naar oorzaken, evalueert knelpunten in de uitvoering en formuleert voorstellen en adviezen inzake de ontwikkeling van nieuw beleid, verbeteringen en vernieuwingen en geeft de consequenties van alternatieven aan; * voert overleg met diverse stakeholders over nieuw te ontwikkelen beleid, veranderingen en vernieuwingen; * adviseert over de identificatie, de gevaren, de technische bestrijding, te nemen (veiligheids)maatregelen als er mogelijk gevaarlijke stoffen betrokken zijn bij het incident; * treedt op als ontsmettingsdeskundige; * schakelt zo nodig de AGS/meetplanleider in; * draagt zorg voor metingen en zet specialistische ploegen in. Resultaat: advies en specialistisch optreden
Speelruimte * de OvD-B/ROGS neemt beslissingen over de te nemen maatregelen die verband houden met de veiligheid van personeel en burgers, over de inhoud van de adviezen (over gevaarlijke stoffen); * wet- en regelgeving en de daaraan verbonden regionale convenanten zijn van belang bij het uitoefenen van de functie; * de OvD-B/ROGS is verantwoording schuldig aan de teammanager op de uitvoering van het repressief optreden, paraatheid, kennis en vaardigheden, over zijn optreden als ontsmettingsdeskundige en over de kwaliteit van zijn adviezen over gevaarlijke stoffen.
Kennis en vaardigheden Kennis: * brede kennis van repressieve maatregelen, technische mogelijkheden en methoden bij de bestrijding van branden, rampen, calamiteitenen ongevallen met gevaarlijke stoffen; * kennis van de rampenbestrijdingsorganisaties en haar taken en bevoegdheden; * kennis van relevante wet- en regelgeving en gemeentelijke regels en voorschriften. * inzicht in de bestuurlijk-politiek verhoudingen en maatschappelijke verhoudingen; * inzicht in de impact van de gevaarlijke stoffen bij een incident. Vaardigheden: * vaardigheid in leidinggeven; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute situaties; * vaardigheid in het optreden in overlegsituaties en het daarin toelichten en verdedigen van het standpunt; * vaardigheid in het adviseren; * vaardigheid in omgang met en herkennen van verschillende gevaarlijke stoffen.
Contacten * met andere hulpverleningsorganisaties tijdens het incident om afstemming te bereiken, samen te werken en het incident zo goed mogelijk af te handelen; * met de ingezette diensten om af te stemmen over een juiste handelingswijze van het incident; * met de burgemeester en directeur brandweer om informatie door te geven; * met experts op het gebied van de verschillende gevaarlijke stoffen voor informatie.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Plaatsvervangend directeur brandweer
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Plaatsvervangend directeur brandweer 1.2 15 45445 45545 44 45 62
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Bijdrage aan de leiding aan en het beleid van de organisatie * fungeert als sparringpartner en adviseert over een integrale, strategische beleidsvoorbereiding en -advisering en speelt in op maatschappelijke- en politiek bestuurlijke ontwikkelingen (nationaal); * levert een bijdrage aan de informatie-uitwisseling tussen sectoren (communicatie) en de vertaling van strategische uitgangspunten voor een optimale (beleids)afstemming en samenwerking; * volgt proactief externe ontwikkelingen en brengt de effecten in kaart voor het sectorbeleid; * ziet mede toe op het managen van personele, financiële en materiële aspecten van beheer en bedrijfsvoering en levert een bijdrage aan het ontwikkelen van de integrale P&C functie; * voert mede de regie van organisatieontwikkelingsprojecten, initieert en coördineert sectoroverstijgende projecten en draagt de gewenste bedrijfscultuur uit; * is als plaatsvervangend regionaal brandweercommandant lid van de regionale rampenstaf mede verantwoordelijk voor het in- en extern functioneren van het korps; * voert overleg met diverse stakeholders (o.a. over beleidszaken) om tegenstellingen te overbruggen. Resultaat: bijdrage aan de strategische doelstellingen en de integrale bedrijfsvoering van de organisatie en coördinatie sectoroverstijgende projecten
Speelruimte * de plaatsvervangend directeur brandweer neemt mede beslissingen over de inhoud van de (strategische) adviezen, de vernieuwing van en prioritering binnen het sectorbeleid en bij de integrale sturing van de VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Plaatsvervangend directeur brandweer
VBalans Sessie organisatie en de uitvoering van het integraal management (meerjaren beleidsplan); * de organisatieverordening en (strategische) beleidskaders zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de plaatsvervangend directeur brandweer is verantwoording schuldig aan de directie over de kwaliteit en inpasbaarheid van het ontwikkelde strategische beleid en de realisatie van de strategische doelstellingen.
Kennis en vaardigheden Kennis * brede kennis op hoofdlijnen van het beleidsterrein van de sector; * kennis van de door de directie geformuleerde strategische uitgangspunten en doelstellingen; * kennis van management- en planningsmodellen en technieken; * diepgaand inzicht in de bestuurlijke verhoudingen op organisatie en hoger niveau; * inzicht in de relevante beleidsgebieden van sectoren waarmee moet worden samengewerkt; * inzicht in de relevante wet- en regelgeving, beleids- en begrotingscyclus en bedrijfsvoering; Vaardigheid * vaardigheid in het ontwikkelen van beleid, het voeren van overleg en het overbruggen van tegenstellingen; * vaardigheid in het integraal managen.
Contacten * met de directie over (strategische) beleidsaangelegenheden, om fundamentele beslissingen te realiseren en draagvlak te creëren voor grensverleggende nieuwe ideeën, alternatieve oplossingsrichtingen en dergelijke; * met politieke bestuurders en stakeholders om hen te overtuigen van het belang van strategische concepten, het beleid van de organisatie te verdedigen en tegenstellingen te overbruggen; * met het bestuur van de organisatie om af te stemmen over beleidsaangelegenheden van de sector.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Teammanager A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Teammanager A 1.5 12 44444 44444 43 43 54
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Visie- en beleidsontwikkeling * anticipeert op landelijke en regionale ontwikkelingen, ontwikkelt het beleid van het eigen bureau en draagt bij aan de visie en beleid van de afdeling en de sector (advisering afdelingshoofd directie); * vertaalt het strategisch en tactisch beleid naar de beleidsvelden van het bureau; * draagt zorg voor actieve kwaliteitszorg van het bureau en levert een bijdrage aan de kwaliteitszorg van de afdeling; * leidt multidisciplinaire organisatiebrede projecten met een politiek/maatschappelijk gevoelig karakter. Resultaat: visie- en beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, projectleiding Resultaatgebied 2. Leidinggeven * draagt zorg voor: - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en integrale aansturing van het bureau, rekening houdend met de cultuur; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks afdelingsplan (beleidscyclus); * onderhoudt in- en externe contacten, die relevant zijn voor de realisatie van de producten van het bureau; * begeleidt en verzorgt de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen; * coacht medewerkers en draagt de bedrijfscultuur uit door voorbeeldgedrag. Resultaat: integrale sturing afdeling, afdelingsplan, coördinatie inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 3. Vertegenwoordiging organisatie * bevordert dat de belangen en het beleid van de organisatie in interne en externe overleg- en VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Teammanager A
VBalans Sessie adviesorganen goed naar voren wordt gebracht. Resultaat: vertegenwoordiging VGGM
Speelruimte * de teammanager A neemt beslissingen bij het leidinggeven, bij het mede ontwikkelen van een beleidsvisie voor het bureau, de afdeling en sector alsmede het implementeren van beleid, bij het leiden van multidisciplinaire organisatiebrede projecten, bij de coördinatie van afdelingsoverstijgende beleidsvorming en bij de vertegenwoordiging van de organisatie; * het strategisch beleid, wet- en regelgeving en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de teammanager A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het leidinggeven (kwaliteit, afgeleide budgetverantwoordelijkheid, personeelsverantwoordelijkheid en in- en externe informatievoorziening), over de bruikbaarheid van de adviezen voor de beleidsvisies, het ontwikkelde beleid, over de coördinatie van bureauoverstijgende beleidsvorming en over het extern vertegenwoordigen van de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementmethodieken; * brede kennis van en inzicht in het beleidsgebied; * kennis van financieel economische en administratieve processen; * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen en de processen binnen en buiten de organisatie. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en creativiteit bij het zoeken van oplossingen (adviezen); * vaardigheid in het ontwikkelen en uitdragen van beleid en het voeren van overleg met stakeholders; * vaardigheid in het leidinggeven en tonen van voorbeeldgedrag.
Contacten * met het management om af te stemmen over de grote lijnen van het te ontwikkelen beleid; * met stakeholders om af te stemmen over het te ontwikkelen beleid, om ideeën op te doen en draagvlak te verkrijgen over het ontwikkelde beleid voorafgaande aan de definitieve besluitvorming en belangentegenstellingen te overbruggen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Teammanager B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Teammanager B 1.6 11 44443 43334 43 33 49
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Beleidsontwikkeling * anticipeert op landelijke en regionale ontwikkelingen op de beleidsterreinen; * initieert het ontwikkelen en vertalen van nieuw beleid en de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van het productenaanbod; * draagt bij aan een actieve kwaliteitszorg voor het bureau; * levert een bijdrage aan multidisciplinaire projecten; * leidt vakinhoudelijke projecten en deelprojecten met een politiek/maatschappelijk gevoelig karakter. Resultaat: beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, deelprojectleiding Resultaatgebied 2. Leidinggeven * draagt zorg voor: - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en integrale aansturing van het bureau; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks plan (beleidscyclus); * onderhoudt in- en externe contacten, die relevant zijn voor de realisatie van de producten van het bureau; * begeleidt en verzorgt de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen; * coacht medewerkers en draagt de bedrijfscultuur uit door voorbeeldgedrag. Resultaat: sturing bureau, bureauplan, coördinatie inzet van mensen en middelen Resultaatgebied 3. Vertegenwoordiging organisatie * bevordert dat de belangen en het beleid van de organisatie in interne en externe overleg- en adviesorganen goed naar voren wordt gebracht. VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Teammanager B
VBalans Sessie Resultaat:vertegenwoordiging VGGM
Speelruimte * de teammanager B neemt beslissingen bij het anticiperen op beleidsontwikkelingen en bij het vormgeven van beleid, bij het leiden van (deel)projecten, bij het managen van het bureau en bij het vertegenwoordigen van de organisatie in in- en externe overleg- en adviesorganen; * het beleidsplan van de afdeling, wet- en regelgeving en de geldende normen en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de teammanager B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het leidinggeven (afgeleide budgetverantwoordelijkheid, personeelsverantwoordelijkheid en in- en externe informatievoorziening), over de bruikbaarheid van ontwikkeld beleid en over het vertegenwoordigen van de organisatie.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementmethodieken; * brede kennis van en inzicht in het beleidsgebied en in de relatie tot wensen van de verschillende belangengroeperingen; * kennis van financieel economische en administratieve processen; * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen binnen de organisatie en de processen. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en het uitbrengen van adviezen; * vaardigheid in het voeren van overleg met vertegenwoordigers van externe partners; * vaardigheid in het communiceren met stakeholders de buitenwereld over operationele aangelegenheden. * vaardigheid in het leidinggeven en tonen van voorbeeldgedrag.
Contacten * met het management om af te stemmen over de grote lijnen van het te ontwikkelen beleid; * met stakeholders om over te ontwikkelen beleid ideeën op te doen voorafgaande aan de definitieve besluitvorming; * met interne en externe advies- en overlegorganen om het beleid van de organisatie toe te lichten; * met bestuursorganen over beleidsaangelegenheden om af te stemmen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Teammanager C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Teammanager C 1.7 10 43343 43333 43 33 46
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Beleidsontwikkeling * signaleert en analyseert ontwikkelingen op het beleidsterrein, beoordeelt het belang ervan voor de eigen organisatie, evalueert knelpunten in de uitvoering en formuleert voorstellen en adviezen inzake aanpassing, verbetering en vernieuwing; * voert overleg met diverse stakeholders over veranderingen en vernieuwingen; * draagt bij aan een actieve kwaliteitszorg voor het team; * levert een bijdrage aan projecten; * leidt vakinhoudelijke- en deelprojecten. Resultaat: beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, deelprojectleiding Resultaatgebied 2. Leidinggeven * draagt zorg voor: - een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en integrale aansturing van het team; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks plan; * onderhoudt in- en externe contacten, die relevant zijn voor de realisatie van de producten van het team; * begeleidt en verzorgt de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen; * voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken, begeleidt en coacht de medewerkers bij hun ontwikkeling en draagt de bedrijfscultuur uit door voorbeeldgedrag. Resultaat: sturing team, coördinatie inzet van mensen en middelen VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Teammanager C
VBalans Sessie Resultaatgebied 3. Vertegenwoordiging organisatie * bevordert dat de belangen en het beleid van de organisatie in interne en externe overleg- en adviesorganen goed naar voren wordt gebracht. Resultaat: vertegenwoordiging VGGM
Speelruimte * de teammanager C neemt beslissingen over de inhoud van de voorstellen en adviezen, bij het leiden van vakinhoudelijke- en deelprojecten en bij het managen van het team en bij het vertegenwoordigen van de organisatie in in- en externe overleg- en adviesorganen; * het beleidsplan van de afdeling, wet- en regelgeving en de geldende normen en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de teammanager C is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het leidinggeven (afgeleide budgetverantwoordelijkheid, personeelsverantwoordelijkheid en in- en externe informatievoorziening) en over de kwaliteit van de beleidsadviezen op het specifieke beleidsveld.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van managementmethodieken; * brede kennis van en inzicht in het beleidsgebied; * kennis van financieel economische, administratieve en P&O processen; * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen binnen de organisatie en de processen. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en het uitbrengen van adviezen; * vaardigheid in het voeren van overleg met vertegenwoordigers van externe partners; * vaardigheid in het communiceren met stakeholders de buitenwereld over operationele aangelegenheden. * vaardigheid in het leidinggeven en tonen van voorbeeldgedrag.
Contacten * met het management om af te stemmen over de te ontwikkelen voorstellen en adviezen; * met interne en externe advies- en overlegorganen om het beleid van de organisatie toe te lichten en af te stemmen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Teammanager D
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Teammanager D 1.8 9 33333 33333 33 33 42
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Advieswerkzaamheden * levert een vakinhoudelijke bijdrage aan de totstandkoming en actualisatie van producten en/of diensten; * beheert systemen, ontwerpen en/of administraties en houdt deze toegankelijk; * draagt mede bij aan een actieve kwaliteitszorg voor het team; * levert een bijdrage aan vakinhoudelijke- en deelprojecten. Resultaat: beleidsontwikkeling, kwaliteitszorg, productenaanbod, deelprojectleiding Resultaatgebied 2. Mede leidinggeven * draagt mede zorg voor: - een effectieve en efficiënte aansturing van het team; - het opstellen en realiseren van een jaarlijks plan; * begeleidt en verzorgt mede de implementatie van organisatorische veranderingen en vernieuwingen; * coacht medewerkers en draagt de bedrijfscultuur uit door voorbeeldgedrag. Resultaat: sturing team, bureauplan, coördinatie inzet van mensen en middelen
Speelruimte * de teammanager D neemt beslissingen over de inhoud van de voorstellen en adviezen, bij het mede managen van het team en en bij het uitvoeren van (project)werkzaamheden; * het beleidsplan van de afdeling, wet- en regelgeving en de geldende normen en voorschriften zijn van belang bij de uitvoering van de werkzaamheden; * de teammanager D is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over het mede leidinggeven VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Teammanager D
VBalans Sessie (afgeleide personeelsverantwoordelijkheid en in- en externe informatievoorziening) en over de kwaliteit van de adviezen op het specifieke beleidsveld.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van en inzicht in het beleidsgebied; * kennis van wetgeving, procedures, te volgen werkwijzen en te gebruiken methoden; * kennis van financieel economische, administratieve en P&O processen. Vaardigheid * vaardigheid in het geven van de dagelijkse leiding (coachen en begeleiden medewerkers); * vaardigheid in het analyseren van knelpunten en het uitbrengen van adviezen; * vaardigheid in het voeren van overleg met vertegenwoordigers van externe partners; * vaardigheid in het tonen van voorbeeldgedrag; * vaardigheid in het presenteren en het geven van instructies.
Contacten * met het management om af te stemmen over de te ontwikkelen voorstellen en adviezen; * met interne en externe advies- en overlegorganen om het beleid van de organisatie toe te lichten.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Vakmedewerker A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakmedewerker A 4.1 8 33233 33223 33 33 39
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Begeleiding en uitvoering specialistische werkzaamheden * voert procedures, protocollen en regelingen uit; * stelt op, werkt uit, toetst en beoordeeld plannen, rapportages, beschikkingen, berekeningen, aanvragen, verordeningen, akten, vergunningen en [vakbekwaamheids]trajecten; * coördineert groot of complex technische onderhoud; * biedt begeleiding door het leveren van specialistische kennis en expertise; * coördineert specialistische ondersteunende en logistieke werkzaamheden voor het primaire proces; * verricht analyses en (statistisch) onderzoek; * maakt een functioneel en technisch ontwerp; * verricht (applicatie- en systeem)beheer werkzaamheden op het eigen vakgebied. Resultaat: werkbare procedures, beoordeling plannen, onderzoek en ontwerpen Resultaatgebied 2. Advisering over beheersmatige aspecten en beleidsuitvoering * levert een vakinhoudelijke bijdrage aan totstandkoming en actualisatie van plannen en nota's; * bewaakt vastgestelde kaders en rapporteert bij afwijking; * genereert management informatie; * adviseert over procedures en regelingen; * vervult een rol bij het opzetten en uitvoeren van projecten en processen; * levert informatie en correspondentie op het inhoudelijke aandachtsgebied. Resultaat: adviezen en managementinformatie
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Vakmedewerker A
VBalans Sessie Speelruimte * de vakmedewerker A neemt beslissingen bij het begeleiden en uitvoeren van specialistische werkzaamheden en bij het adviseren over de beleidsuitvoering; * werkafspraken, relevante wet- en regelgeving alsmede procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de vakmedewerker A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de kwaliteit van de adviezen, de vervulde rol bij projecten en bijdrage aan totstandkoming van plannen.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van en inzicht in de regelgeving en beleid op het vakgebied; * kennis van normen en eisen voor veiligheid en kwaliteitszorg; * kennis van en inzicht in het functioneren van hulpdiensten; * kennis van en inzicht in relevante methoden en -technieken. Vaardigheid * vaardigheid in het voeren van overleg en het oplossen van knelpunten; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid op het opstellen van notities en plannen; * vaardigheid in het communiceren met interne en externe contacten.
Contacten * met stakeholders over de inhoud van de aanvraag om af te stemmen en overleg te voeren over afwijkingen en nader te stellen eisen; * met deskundigen die betrokken zijn bij projecten op het vakgebied om informatie in te winnen; * met deelnemers van oefeningen om instructie te geven tijdens oefeningen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Vakmedewerker B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakmedewerker B 4.2 7 33232 33223 33 22 36
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Begeleiding en uitvoering specialistische werkzaamheden * voert procedures, protocollen en regelingen uit; * stelt op, werkt uit, toetst en beoordeeld plannen, rapportages, beschikkingen, berekeningen, aanvragen, verordeningen, akten, vergunningen en [vakbekwaamheids]trajecten; * coördineert technische onderhoud; * biedt begeleiding door het leveren van specialistische kennis en expertise; * voert specialistische ondersteunende en logistieke werkzaamheden uit voor het primaire proces; * verricht (applicatie- en systeem)beheer werkzaamheden op het eigen vakgebied; * vervult een rol bij het opzetten en uitvoeren van projecten en processen; * signaleert tekortkomingen en doet verbetersuggesties; * levert informatie en correspondentie op het inhoudelijke aandachtsgebied. Resultaat: werkbare plannen, kwalitatief goede rapportages, specialistische ondersteuning
Speelruimte * de vakmedewerker B neemt beslissingen bij het toetsen/beoordelen van plannen en procedures, bij het coördineren van onderhoudswerkzaamheden en bij het uitvoeren van projecten; * werkafspraken, relevante wet- en regelgeving alsmede procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de vakmedewerker B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de kwaliteit van de werkzaamheden, de vervulde rol bij projecten en over de voortgang van de werkzaamheden.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Vakmedewerker B
VBalans Sessie Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van en inzicht in de regelgeving en beleid op het vakgebied; * kennis van normen en eisen voor veiligheid en kwaliteitszorg; * kennis van en inzicht in het functioneren van hulpdiensten; * kennis van en inzicht in relevante methoden en -technieken. Vaardigheid * vaardigheid in het voeren van overleg en het oplossen van knelpunten; * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen in acute omstandigheden; * vaardigheid op het opstellen van notities en plannen; * vaardigheid in het communiceren met interne en externe contacten.
Contacten * met leidinggeven/medewerkers van stakeholders over de uitvoering van werkzaamheden; * met deskundigen die betrokken zijn bij projecten op het vakgebied om informatie in te winnen; * met deelnemers van oefeningen om instructie te geven tijdens oefeningen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Vakmedewerker C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakmedewerker C 4.3 6 32232 23222 32 22 32
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Uitvoering specialistische ondersteunende werkzaamheden * voert procedures, protocollen en regelingen uit; * voert groot technische onderhoud uit; * beheert (magazijn)voorraden en ontvangt bezoekers en goederen; * voert specialistische ondersteunende en/of logistieke werkzaamheden uit voor het primaire proces en bij de organisatie van oefeningen; * verricht (applicatie- en systeem)beheer werkzaamheden op het eigen vakgebied; * signaleert tekortkomingen en doet verbetersuggesties; * verricht administratieve werkzaamheden en verzorgt gestandaardiseerde rapportages. Resultaat: correcte uitvoering van procedures, wetten en regelingen, specialistische ondersteuning
Speelruimte * de vakmedewerker C neemt beslissingen bij het uitvoeren van specialistische ondersteunende werkzaamheden; * werkafspraken, relevante wet- en regelgeving alsmede procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de vakmedewerker C is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de correcte uitvoering van de werkzaamheden en over de voortgang van de werkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Vakmedewerker C
VBalans Sessie * kennis van en inzicht in de regelgeving en beleid op het vakgebied; * kennis van normen en eisen voor veiligheid en kwaliteitszorg; * kennis van en inzicht in het functioneren van hulpdiensten; * kennis van en inzicht in relevante methoden en -technieken. Vaardigheid * vaardigheid in het bedenken van creatieve oplossingen; * vaardigheid in het communiceren met interne en externe contacten; * vaardigheid in het opstellen van correspondentie.
Contacten * met leidinggeven/medewerkers van stakeholders over de uitvoering van werkzaamheden om informatie uit te wisselen; * met deskundigen die betrokken zijn bij projecten op het vakgebied om informatie in te winnen; * met deelnemers van oefeningen om instructie te geven tijdens oefeningen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Vakmedewerker D
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakmedewerker D 4.4 5 22222 22222 22 22 28
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Uitvoering ondersteunende werkzaamheden * voert procedures en protocollen uit; * voert technische onderhoud uit; * beheert mede (magazijn)voorraden en ontvangt bezoekers en goederen; * voert ondersteunende en/of logistieke werkzaamheden uit voor het primaire proces en bij de organisatie van oefeningen; * signaleert tekortkomingen en doet verbetersuggesties; * verricht administratieve werkzaamheden en verzorgt gestandaardiseerde rapportages. Resultaat: correcte uitvoering van procedures, ondersteuning
Speelruimte * de vakmedewerker D neemt beslissingen bij het uitvoeren van ondersteunende werkzaamheden; * werkafspraken en procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de vakmedewerker D is verantwoording schuldig aan de leidinggevende over de correcte uitvoering van de werkzaamheden.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van (technische) product- en materiaalspecificaties; * kennis van normen en eisen voor veiligheid en kwaliteitszorg; * inzicht in het functioneren van hulpdiensten; VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Vakmedewerker D
VBalans Sessie * kennis van en inzicht in relevante methoden en -technieken. Vaardigheid * vaardigheid in het communiceren met interne en externe contacten; * vaardigheid in het opstellen van correspondentie; * vaardigheid in het uitvoeren van onderhoud.
Contacten * met leidinggeven/medewerkers van stakeholders over de uitvoering van werkzaamheden om informatie uit te wisselen; * met deskundigen die betrokken zijn bij projecten op het vakgebied om informatie in te winnen; * met deelnemers van oefeningen om instructie te geven tijdens oefeningen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 1
Vakspecialist A
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakspecialist A 3.1 11 44443 43334 43 33 49
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Specialistische advieswerkzaamheden en bijdrage aan beleidsontwikkeling, -advisering en -uitvoering. * volgt, signaleert en analyseert ontwikkelingen, voert overleg met diverse betrokkenen en levert van daaruit een inhoudelijke bijdrage aan beleidsontwikkeling en -advisering op een specifiek beleidsterrein; * bereidt onderzoeken voor (onderzoeksvraag en opdracht) en stemt af met andere beleidsterreinen; * doet onderzoek en coördineert de integrale advisering en ondersteuning van het management; * levert een vakinhoudelijke bijdrage aan producten en/of diensten en adviseert hierover; * vervult een (coördinerende) rol bij het opzetten en uitvoering van multidisciplinaire projecten en processen. Resultaat: beleidsadviezen, ontwikkeling en evaluatie van beleid en inhoudelijk bijdrage aan overlegstructuren en projecten.
Speelruimte * de vakspecialist A neemt beslissingen bij de coördinatie van de verschillende processen voor onderzoek, advisering en aansturing projecten, bij de ontwikkeling van beleid, over de formulering van onderzoeksopdrachten en de advisering en ondersteuning van het management; * wet- en regelgeving alsmede het beleidsplan zijn van belang voor het verrichten van de werkzaamheden; * de vakspecialist A is verantwoording schuldig aan de leidinggevende voor wat betreft de opgestelde adviezen, beleidsvoorstellen en coördinatie van multidisciplinaire projecten.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Vakspecialist A
VBalans Sessie Kennis en vaardigheden Kennis * brede theoretische kennis op het vakgebied/beleidsterrein; * kennis van wet- en regelgeving op het beleidsterrein; * inzicht in bestuurlijke, organisatorische en functionele verhoudingen; * inzicht in (maatschappelijke) ontwikkelingen op het beleidsterrein. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren, ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het toelichten van de organisatie standpunten in overleggen; * vaardigheid in het afstemmen van (beleids)adviezen en voorstellen en in het toelichten hiervan; * vaardigheid in het coördineren van projecten.
Contacten * met beleidsmedewerkers, collega's binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen en andere vakgebieden en over de voortgang van de processen om standpunten te bespreken en voornemens af te stemmen; * met leidinggevende en directie over beleidsadviezen om standpunten te bespreken en af te stemmen; * met stakeholders om af te stemmen over de inhoud van het beleid en de uitvoering ervan.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Vakspecialist B
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakspecialist B 3.2 10 43343 34333 33 33 45
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Specialistische (technische) advieswerkzaamheden en bijdrage aan beleidsadvisering en -uitvoering op een specifiek beleidsterrein gericht op implementatie. * volgt, signaleert en analyseert ontwikkelingen, voert overleg met diverse betrokkenen en levert van daaruit een inhoudelijke bijdrage aan beleidsadvisering op een specifiek beleidsterrein (advisering management); * vertaalt in- en externe ontwikkelingen in planvorming en programma's van eisen en begeleidt de implementatie; * onderhoudt plannen, procedures, scenario's en draaiboeken en adviseert over de uitvoering; * bereidt een casus voor en stemt daarover met anderen af; * levert een vakinhoudelijke bijdrage aan producten en/of diensten en adviseert hierover; * vervult een (coördinerende) rol bij het opzetten en uitvoering van projecten en processen. Resultaat: inhoudelijke bijdrage aan (beleids)adviezen en projecten en implementatie van beleid en planvorming.
Speelruimte * de vakspecialist B neemt beslissingen over de inhoud van de (beleids)adviezen, over de inhoud van plannen, procedures, scenario's en draaiboeken bij het uitvoeren en coördinatie van (project)werkzaamheden; * wet- en regelgeving alsmede het beleidsplan zijn van belang voor het verrichten van de werkzaamheden; * de vakspecialist B is verantwoording schuldig aan de leidinggevende voor wat betreft de opgestelde VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Vakspecialist B
VBalans Sessie adviezen, plannen, procedures, scenario's en draaiboeken en coördinatie van projecten.
Kennis en vaardigheden Kennis * kennis van het beleidsgebied en kennis van/inzicht in de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving en jurisprudentie; * inzicht in relevante methoden en -technieken; * inzicht in de organisatorische en bestuurlijke verhoudingen. Vaardigheid * vaardigheid in het analyseren, ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het inhoudelijk afstemmen van werkzaamheden; * vaardigheid in het analyseren, ontwikkelen en formuleren van beleidsadviezen; * vaardigheid in het coördineren van projecten.
Contacten * met (beleids)medewerkers binnen en buiten de organisatie over ontwikkelingen op het eigen en andere vakgebieden en over de voortgang van processen en projecten om af te stemmen en standpunten toe te lichten; * met externe organisaties over wensen, plannen en mogelijkheden op het vakgebied om deze af te stemmen en voorlichting te geven;
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Vakspecialist C
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Vakspecialist C 3.3 9 33333 33333 33 33 42
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1 januari 2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1. Specialistische (technische) advieswerkzaamheden * voert specialistische advieswerkzaamheden uit die voortvloeien uit het geformuleerde beleid en bestaande wet- en regelgeving gericht op een specifiek terrein/vakgebied; * beoordeelt complexe aanvragen en adviseert over gebruik- en vergunningsvoorwaarden; * levert een vakinhoudelijke bijdrage aan de totstandkoming en actualisatie van producten en/of diensten; * analyseert situaties, maakt ontwerpen en stelt adviezen en rapportages op; * voert procedures, protocollen, wetten en regelingen uit; * beheert systemen, ontwerpen en/of administraties en houdt deze toegankelijk; * levert informatie en correspondentie op het inhoudelijke aandachtsgebied. Resultaat: berekening en beoordelen (met adviezen) van aanvragen, vergunningen, programma's aan de geldende voorwaarden op volledigheid, juistheid en consequenties
Speelruimte * de vakspecialist C neemt beslissingen over de inhoud van de (beleids)adviezen, over de inhoud van plannen, procedures, scenario's en draaiboeken bij het uitvoeren van (project)werkzaamheden; * wet en regelgeving, organisatiekaders zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de vakspecialist C is verantwoording schuldig aan de leidinggevende voor wat betreft de kwaliteit opgestelde adviezen, plannen, procedures, scenario's en draaiboeken en uitvoering van projecten.
Kennis en vaardigheden VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Functiedocumenten VGGM
Blz. 2
Vakspecialist C
VBalans Sessie Kennis en vaardigheden Kennis: * kennis van de regelgeving en beleid op het vakgebied; * kennis van en inzicht in het functioneren van hulpdiensten; * inzicht in relevante methoden en -technieken. * inzicht in de organisatorische en bestuurlijke verhoudingen. Vaardigheden: * vaardigheid op het opstellen van plannen, aanvragen, vergunningen en programma's; * vaardigheid in het motiverend en onderbouwend adviseren.
Contacten * met deskundigen die betrokken zijn bij projecten op het vakgebied om informatie in te winnen; * met de regionale vertegenwoordigers om af te stemmen over nieuwe ontwikkelingen en de toepassing daarvan en de organisatie en coördinatie; * met collega's (ook van andere korpsen, hulpdiensten en externe instanties) om gegevens op te vragen, informatie te verstrekken, rapportages en voorstellen toe te lichten en afstemming te verkrijgen.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 1
Functiedocumenten VGGM
Voorlichter van Dienst (VvD)
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering Salarisschaal Kenmerkscores Somscore
Voorlichter van Dienst (VvD) 8.6 9 33333 33333 33 33 42
Functiebeschrijving Omgeving Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden zet op efficiënte en effectieve wijze haar middelen in voor een optimale waarborging van de kwaliteit van het leven, in casu de veiligheid en de gezondheid van de inwoners van het verzorgingsgebied. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden bestaat uit de volgende sectoren: * Sector Facilitaire Zaken * Sector Brandweer * Sector Volksgezondheid/GGD De sector werkt volgens een procesgestuurd organisatiemodel waarin medewerkers worden gestimuleerd om buiten hun kaders te kijken en die samenwerking te zoeken die bijdraagt aan een kwalitatief sterk eindproduct. Ingangsdatum: 1-1-2014
Werkzaamheden Resultaatgebied 1: Voorlichting * is eerste aanspreekpunt voor de pers wat betreft een incident; * geeft informatie aan de pers over het zichtbare, gezamenlijke operationele optreden van de aanwezige disciplines bij een incident; * fungeert zo nodig ook als voorlichter van het COPI en ROT en neemt deel aan de vergaderingen; * adviseert over en uitvoering van de inzet van de juiste communicatiemiddelen op het juiste moment; * stelt onder tijdsdruk een handelingsperspectief voor de bevolking op in samenwerking met de verschillende secties in het ROT; * stelt na afloop een persbericht op. Resultaat:goed geïnformeerde pers (en dus bevolking)
Speelruimte * de VvD neemt beslissingen over de inhoud van de adviezen voor de inzet van communicatiemiddelen en bij de wijze waarop voorlichting wordt gegeven en de pers te woord wordt gestaan; * wet- en regelgeving, protocollen en procedures zijn van belang voor de uitvoering van de werkzaamheden; * de VvD is verantwoording schuldig aan het afdelingshoofd voor de kwaliteit van de adviezen en de wijze waarop de pers is geïnformeerd, voorlichting is gegeven en informatie is verstrekt.
Kennis en vaardigheden VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
Blz. 2
Functiedocumenten VGGM
Voorlichter van Dienst (VvD)
VBalans Sessie Kennis en vaardigheden Kennis: * kennis van de brandweerorganisatie en andere hulpverleninginstanties; * kennis van voorlichtingsmethoden en -technieken. * inzicht in de bestuurlijke verhoudingen. Vaardigheden: * vaardigheid in het omgaan met vertegenwoordigers van de media; * vaardigheid in het inspelen op bestuurlijk, maatschappelijk of politiek gevoelige aangelegenheden; * vaardigheid in het opstellen van persberichten.
Contacten * met de bevelvoerderende om informatie in te winnen en aan te geven hoe de pers wordt geïnformeerd; * met voorlichters van andere operationele en/of gemeentelijke diensten over de afstemming van de persuitingen; * met de vertegenwoordigers van de media over actuele gebeurtenissen om actief nadere inlichtingen te verstrekken.
VBalans+ 2003.1.40 / VBalans tabel 1
VGGM
4c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 4c Implementatieplan
Voorstel: Ter informatie
Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: implementatieplan Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid
d.d.: d.d.: 06-12-2012 d.d.: 19-12-2012 d.d.:
Inleiding: Het jaar 2013 staat voor het project regionalisering in het teken van de implementatie van de nieuwe brandweerorganisatie. Voor de implementatiefase is een plan opgesteld om de activiteiten die plaats moeten vinden overzichtelijk en beheersbaar te houden voor de projectgroep. Samenvatting: Het implementatieplan beschrijft de belangrijkste activiteiten die plaatsvinden tijdens de implementatiefase van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Het plan is vooral praktisch van aard om opdrachtnemers te verbinden aan de verschillende activiteiten die moeten worden verricht tijdens de implementatiefase. Verder geeft het de planning van de diverse activiteiten weer. In de implementatiefase blijft de projectstructuur, zoals weergegeven in figuur 1, in stand. Na de selectie van het management, kunnen de drie afdelingshoofden en het hoofd stafbureau worden aangewezen als kwartiermakers. De bezetting van de projectgroep ondergaat daarmee wel een wisseling: de kwartiermakers krijgen zitting in de projectgroep, naast de directeur brandweer, de twee afdelingshoofden van de sector facilitaire zaken, de communicatieadviseur en de directiesecretaris van VGGM. De deelprojectgroepen blijven bestaan, maar zullen meer gebruikt worden als implementatieteams. Uiteraard blijven ook de Bijzondere Ondernemingsraad en de klankbordgroepen aangesloten in de implementatiefase. De volgende implementatiethema’s worden onderscheiden in het plan: • Plaatsing personeel • Ontvlechting en overdracht • Inrichten nieuwe beheersmatige organisatie • Inrichten nieuwe repressieve organisatie • Start van de nieuwe organisatie. Per implementatiethema zijn kort de resultaten, termijn, verantwoordelijke(n) en de diverse activiteiten die onder het implementatiethema vallen beschreven. Vervolg: Het implementatieplan is een werkdocument van de projectorganisatie om overzicht te bewaken over de verschillende activiteiten die plaatsvinden in de implementatiefase en om de planning van die activiteiten te beheersen. Het is belangrijk om te benoemen dat de implementatie van de nieuwe brandweerorganisatie een dynamisch proces is. Dit betekent dat tijdens de implementatiefase nieuwe inzichten naar voren kunnen komen die invloed hebben op de geplande activiteiten. Door nieuwe inzichten of opgedane praktijkervaringen kan het implementatieplan nog aanvullingen krijgen.
Project regionalisering brandweer Gelderland-Midden Implementatieplan 2012-2014
Versie 20 november 2012
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2. Plaatsing personeel ............................................................................................................................. 7 3. Ontvlechting en overdracht ............................................................................................................... 10 4. Inrichten nieuwe beheersmatige organisatie..................................................................................... 12 5. Inrichten nieuwe repressieve organisatie .......................................................................................... 18 6. Start nieuwe organisatie .................................................................................................................... 20 7. Betrokkenheid van BOR, BGO en klankbordgroepen....................................................................... 21 8. Communicatie met medewerkers...................................................................................................... 22 9. Bestuurlijke besluitvorming................................................................................................................ 24 Bijlage 1 Opdrachtformulier ................................................................................................................... 26
2
1. Inleiding In de drukte van de ontwikkeling van diverse producten ten behoeve van de inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden, is het ook nodig om tijdig na te denken over de implementatie op weg naar de startdatum van 1 januari 2014. Het jaar 2013 staat nog open en is geoormerkt als implementatiejaar. Deze 12 maanden lijkt een hoop tijd, maar die tijd zal in de praktijk hard nodig zijn. Bovendien kunnen de laatste maanden van 2012 gebruikt worden ter voorbereiding op de activiteiten die moeten plaatsvinden in het implementatiefase. Dit plan beschrijft de verschillende elementen die plaats moeten vinden in de implementatiefase. Er wordt ook gekeken naar onderlinge afhankelijkheden en relaties van verschillende activiteiten. Voordat daadwerkelijk gestart kan worden met de activiteiten in de implementatiefase, is het van belang dat de volgende documenten bestuurlijk zijn vastgesteld: • organisatieplan • formatie- en functieplan • sociaal plan • beleidsplan brandweer Gelderland-Midden 2014-2018 Besluitvorming is voorzien voor december 2012. Dit implementatieplan is een werkdocument van de projectorganisatie en wordt door de projectgroep vastgesteld. Het implementatieplan is op hoofdlijnen om op deze wijze de activiteiten die in de implementatiefase plaats moeten vinden overzichtelijk en beheersbaar te houden voor de projectgroep. De ambitie is om op 1 januari 2014 ongeveer 80 procent van de inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie gereed te hebben en de overige 20 procent detaillering in 2014 te realiseren als daadwerkelijk het werk uitgevoerd wordt zoals vooraf ingericht door leidinggevenden en medewerkers. Hierbij is het belangrijk om nog ruimte te houden voor het verder optimaliseren van de werkwijzen in de nieuwe brandweerorganisatie. Projectstructuur in de implementatiefase In de implementatiefase blijft de projectstructuur, zoals weergegeven in figuur 1, in stand. Na de selectie van het management, kunnen de drie afdelingshoofden en het hoofd stafbureau worden aangewezen als kwartiermakers. De bezetting van de projectgroep ondergaat daarmee wel een wisseling: de kwartiermakers krijgen zitting in de projectgroep, naast de directeur brandweer, de twee afdelingshoofden van de sector facilitaire zaken, de communicatieadviseur en de directiesecretaris van VGGM. De deelprojectgroepen blijven bestaan, maar zullen meer gebruikt worden als implementatieteams. De huidige personele bezetting van de deelprojectgroepen kan veranderen, omdat de deelprojecten aangevuld kunnen worden met andere expertises. Bovendien kan het zijn dat een aantal losstaande functionarissen activiteiten op zich nemen in de implementatiefase waar geen projectstructuur voor nodig is of waar bepaalde expertise vereist is. Zij krijgen concrete opdrachten vanuit dit implementatieplan om de implementatie goed gestalte te geven. De aansturing valt onder verantwoordelijkheid van de projectgroep. De opdrachtnemers zijn verantwoordelijk voor het organiseren van een werkgroep met medewerkers vanuit verschillende invalshoeken en verschillende brandweerorganisaties in de regio om de beoogde resultaten te behalen. Uiteraard blijven ook de Bijzondere Ondernemingsraad, het Bijzonder Georganiseerd Overleg en de klankbordgroepen aangesloten in de implementatiefase. In paragraaf 7 is deze betrokkenheid van de Bijzondere Ondernemingsraad, het Bijzonder Georganiseerd Overleg en de klankbordgroepen in de implementatiefase verder uitgewerkt. In de implementatiefase worden medewerkers tijdig en volledig geïnformeerd over de stand van zaken in het project regionalisering en de activiteiten die plaatsvinden. Bovendien is de planning van de bestuurlijke besluitvorming in het project regionalisering leidend. Dit zijn belangrijke deadlines in de implementatiefase. De communicatie met medewerkers en de bestuurlijke besluitvorming zijn uitgewerkt in de laatste twee paragrafen van dit implementatieplan.
3
Algemeen Bestuur
Stuurgroep = DB
Directieoverleg
BOR en BGO
Projectgroep Klankbordgroep lokaal commandanten
Klankbordgroep gemeentesecretarissen
Klankbordgroep vrijwilligers
Deelprojectgroep bedrijfsvoering
Deelprojectgroep P&O
Deelprojectgroep organisatie
Deelprojectgroep kwaliteit
Figuur 1 projectstructuur regionalisering Samenhang van activiteiten Dit plan beschrijft de belangrijkste activiteiten die plaatsvinden tijdens de implementatiefase van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Het plan is vooral praktisch van aard om namen en rugnummers te verbinden aan de verschillende activiteiten die moeten worden verricht tijdens de implementatiefase. Daarnaast geeft het de planning van de diverse activiteiten weer. De verschillende hoofdstukken van het plan staan voor de belangrijkste implementatiethema´s die in het traject zijn onderscheiden. Per element zijn vervolgens kort de resultaten, termijn, verantwoordelijke(n) en de diverse activiteiten beschreven die onder de paraplu van dit implementatiethema plaatsvinden. Achter de genoemde activiteiten zitten uiteraard weer werkzaamheden en taken die niet allemaal in detail in dit plan worden genoemd. De onderlinge afhankelijkheden in de implementatiefase zijn groter dan in de ontwerpfase waar de verschillende activiteiten overzichtelijk onder te verdelen waren in vier verschillende deelprojecten. In de implementatiefase gaan veel activiteiten naast elkaar lopen. Deze activiteiten zijn allemaal gerelateerd aan elkaar zoals is weergegeven in figuur 2. Alle activiteiten dragen bij aan het einddoel, een goede en zorgvuldige start van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden op 1 januari 2014. De communicatie met medewerkers en de bestuurlijke besluitvorming lopen parallel aan alle implementatieactiviteiten. Om ervoor te zorgen dat de projectgroep in staat is om te sturen op de hoeveelheid activiteiten die in de implementatiefase gaan plaatsvinden en te sturen op de samenhang tussen deze activiteiten, wordt aan iedere opdrachtnemer gevraagd om een kort opdrachtformulier in te vullen voor de specifieke opdracht die zij gaan verrichten in de implementatiefase. In dit formulier werkt de opdrachtnemer kort de opdracht uit door de activiteiten, resultaat, uitgangspunten, tijdsplanning,
4
samenwerkingspartners en afhankelijkheden te beschrijven. Dit opdrachtformulier wordt teruggelegd bij de projectgroep. Voor dit formulier is een format opgesteld. Dit format is opgenomen in bijlage 1. Daarnaast is aan iedere activiteit ondersteuning toegevoegd om zo ook samenhang en afstemming tussen de verschillende activiteiten in de implementatiefase te borgen.
Communicatie met medewerkers Plaatsing van medewerkers Communicatie plaatsingprocedure Voorbereiding voor plaatsing Voornemen tot plaatsing Definitieve plaatsing
Inrichten nieuwe repressieve organisatie Inrichten repressieve taken Doorontwikkeling repressieve organisatie
Start nieuwe organisatie per 1 januari 2014
Ontvlechting en overdracht Ontvlechting van gemeenten Overdracht aan VGGM Dienstverleningsovereenkomsten
Inrichten nieuwe beheersmatige organisatie Inrichten nieuwe organisatie Aansluiting brandweer – facilitaire zaken Processturing Aanpassingen VGGM Ontwikkeling nieuwe brandweerorganisatie Inrichting van het werk
Bestuurlijke besluitvorming Figuur 2 Implementatiefase Implementatieorganisatie versus bestaande organisaties In 2013 ontstaat daarmee een wat diffuse periode waarin de implementatie van de nieuwe organisatie draait naast de huidige (latende) organisaties. Leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor hun huidige organisatie, maar zijn daarnaast bezig met het inrichten van hun nieuwe afdeling en team. Dit vraagt van leidinggevenden dat zij in staat moeten zijn om te schakelen tussen bestaand en nieuw. Er dient zorgvuldig bekeken te worden wie op welk moment voor welk besluit verantwoordelijk is. De huidige leidinggevenden nemen uiteraard besluiten die betrekking hebben op het budget van 2013. Besluiten die van invloed zijn op de periode 2014 en later, zullen primair genomen worden in de projectgroep. Verder is het belangrijk dat nadat het nieuwe management bekend is afstemming wordt gezocht door de commandanten met de nieuwe afdelingshoofden over zaken die betrekking hebben op de periode 2014 en verder. De flinke extra inzet die gevraagd wordt van de nieuwe leidinggevenden kan ertoe leiden dat er onvoldoende tijd en aandacht over blijft om sturing en leiding te geven aan de huidige organisaties. Dit is een aandachtspunt voor de projectgroep. Daarin zal moeten worden afgewogen of tijdelijk extra capaciteit moet worden bijgezet in de bestaande organisaties. Het RCO zal na 2014 niet meer bestaan, die functie wordt dan overgenomen door het nieuwe managementteam. In 2013 wordt het RCO nog in stand gehouden voor de noodzakelijke
5
onderwerpen die moeten worden besproken en besloten, die niet primair betrekking hebben op de periode 2014 en verder. Tevens dient het nog als klankbordgroep commandanten. De vorming van nieuwe teams en de verdere inrichting van het werk na 1 januari 2014 vindt plaats naast het bestaande werk van medewerkers. Het is belangrijk dat hier rekening mee wordt gehouden in de planning van werkzaamheden voor het jaar 2013, zodat medewerkers ook tijd en ruimte krijgen om samen te bouwen aan het nieuwe team.
6
2. Plaatsing personeel Een van de belangrijkste activiteiten in de implementatiefase is de plaatsing van alle medewerkers. In de eerste maanden van 2013 wordt een start worden gemaakt met het traject van plaatsing. De eerste stap in het plaatsingtraject is de invulling van leidinggevende functies. Er zal gestart worden met de selectie van afdelingshoofden en het hoofd stafbureau. Vervolgens staat de selectie van teammanagers op de planning en het plaatsingtraject wordt afgesloten met de plaatsing van alle medewerkers. Hiervoor wordt een was-wordt-lijst opgesteld. Na afronding van het plaatsingtraject wordt gestart met de nadere invulling van het werk en de werkwijzen in de nieuwe afdelingen samen met de mensen die op de nieuwe functies zijn geplaatst. De verschillende activiteiten in de implementatiefase rondom plaatsing van vrijwilligers en beroepsmedewerkers zijn in vier categorieën ondergebracht: communicatie plaatsingprocedure; voorbereiding voor plaatsing; voornemen tot plaatsing en definitieve plaatsing Resultaat: • Communicatie plaatsingprocedure: Begin december ontvangt iedere beroepsmedewerker een brochure met informatie over het verloop van de plaatsingsprocedure en het tijdspad. Vrijwilligers ontvangen een aangepaste versie van de brochure met de voor hen relevante informatie. • Voorbereiding voor plaatsing: Voor het plaatsingtraject aanvangt, is het sociaal plan door de individuele colleges van B&W vastgesteld. Daarnaast is de was-wordt lijst opgesteld en ter advisering voorgelegd aan de Bijzondere Ondernemingsraad. Verder zijn vacatureteksten opgesteld en zijn de diverse commissies ingericht. • Voornemen tot plaatsing: Alle vrijwilligers en beroepsmedewerkers zijn geplaatst op een nieuwe functie binnen de brandweer Gelderland-Midden. Zij hebben een brief ontvangen met toelichting over wat er voor hen wijzigt met de overgang naar de nieuwe organisatie. Als welkom heeft iedere medewerker een gesprek met zijn/ haar nieuwe leidinggevende. • Definitieve plaatsing: Alle vrijwilligers en beroepsmedewerkers ontvangen in december 2013 een ontslagbesluit van de huidige organisatie en tegelijkertijd ontvangen zij het formele aanstellingsbesluit van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Termijn: Het gehele plaatsingtraject is eind september 2013 afgerond. Verantwoordelijke(n): Paul Joosten en Annelies Venhuis Activiteiten: Onderwerp
Door wie
Communicatie plaatsingprocedure 1. Communicatie Annelies rond plaatsingVenhuis procedure (brochure) 2. Uitwerken Annelies nazorg Venhuis plaatsing/ vertrouwenspersoon (opnemen in brochure) 3. Uitwerken Annelies keuzevariant Venhuis beheersmatigrepressief voor medewerkers 4. Functies Deelprojectkoppelen aan groep P&O +
Ondersteuning
Start
Gereed
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
Suzanne Roijakkers
Oktober ‘12
December ‘12
Sociaal plan
Suzanne Roijakkers
Oktober ’12
December ’12
Suzanne Roijakkers
Oktober ‘12
December ’12
Suzanne Roijakkers
Mei ´13
December ’13
Er wordt gewacht op de evaluatie
7
deelprojectkwalificatiegroep profielen Besluit organisatie personeel veiligheidsregio’s (communicatie in brochure) Voorbereiding voor plaatsing 5. Voorbereiden Eric van besluitvorming Neerrijnen sociaal plan door individuele gemeenten 6. Definitieve Annelies plaatsingVenhuis procedure 7. Vacatureteksten Annelies opstellen en Venhuis competentieprofielen voor selectiefuncties 8. Inrichten Annelies plaatsingVenhuis commissie 9. Inrichten advies- Annelies commissie Venhuis 10. Inrichten Annelies selectieVenhuis commissie 11. Opstellen Annelies was/wordt lijst Venhuis en toetsing Voornemen tot plaatsing 12. Vacatures Paul Joosten tweede management echelon openstellen 13. Selectie tweede Paul Joosten management echelon 14. Assessments Annelies (en contacten Venhuis met bureau) 15. Vacatures derde Paul Joosten management echelon openstellen 16. Selectie derde Paul Joosten management echelon 17. InloopAnnelies spreekuren Venhuis concept waswordt lijst 18. Plaatsing Annelies (voornemen tot) Venhuis 19. Opstellen statusberichten
Annelies Venhuis
van de Wet veiligheidsregio´s. Deze wordt verwacht in april 2013.
Suzanne Roijakkers
November ’12
December ’12
Suzanne Roijakkers
Loopt
September ’12
Suzanne Roijakkers
Oktober ´12
December ´12
Janneke Snellink
November ´12
Januari ´13
Sociaal plan
Janneke Snellink Janneke Snellink
November ´12 November ´12
Januari ´13
Sociaal plan
Januari ´13
Sociaal plan
Suzanne Roijakkers
Loopt
November ’12
Formatieplan
Januari ‘13
Januari ’13
Sociaal plan
Januari ‘13
Februari ‘13
Sociaal plan
Januari ´13
Mei ´13
Maart ‘13
Maart ‘13
Sociaal plan
Maart ‘13
Mei ‘13
Suzanne Roijakkers
Februari ‘13
April ‘13
Sociaal plan / selectie tweede echelon Advies BOR concept was-wordt lijst
Suzanne Roijakkers
Mei ’13
Juli ‘13
Suzanne Roijakkers
Mei ‘13
Juli ‘13
Janneke Snellink
Sociaal plan
Sociaal plan / selectie tweede en derde echelon Plaatsing
8
(per medewerker brief met aanstelling, nieuwe arbeidsvoorwaarden, rechten uit sociaal plan en uitleg) 20. Belangstellingsregistratie voor nieuwe / gewijzigde functies en invullen van die functies 21. Openstellen resterende functies 22. Persoonlijke gesprekken met medewerkers als welkom Definitieve plaatsing 23. Ontslagbesluiten individuele gemeenten 24. Formele aanstellingsbesluiten VGGM
Annelies Venhuis
Suzanne Roijakkers
Juni ‘13
Juli ’13
Plaatsing
Annelies Venhuis
Suzanne Roijakkers
Augustus ’13
September ‘13
Nieuwe leidinggevenden
Marieke Bik
Juli ’13
September ‘13
Plaatsing + invulling nieuwe / gewijzigde functies Verloop van plaatsingtraject
Annelies Venhuis
Suzanne Roijakkers
November ‘13
December ‘13
Sociaal plan
Annelies Venhuis
Suzanne Roijakkers
November ´13
December ´13
Medewerker ontvangt ontslagbesluit en formeel aanstellingsbesluit in één
9
3. Ontvlechting en overdracht De huidige brandweerorganisaties worden door de regionalisering losgekoppeld van gemeenten. De implementatiefase staat in het teken van ontvlechting van de huidige organisaties en de overdracht aan VGGM. De verschillende ontvlechtingwerkzaamheden die uitgevoerd moeten worden in de implementatiefase zijn in drie categorieën ondergebracht: ontvlechting; overdracht en opstellen dienstverleningsovereenkomsten. Resultaat: • Ontvlechting van gemeenten: Per gemeente wordt een ontvlechtingplan opgesteld waarin afspraken worden gemaakt over de contracten en zaken die worden overgenomen door VGGM. Het ontvlechtingplan wordt ook opgesteld voor de afdelingen binnen VGGM die onderdeel uitmaken van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. • Overdracht aan VGGM: Voor de overdracht van de huidige brandweerorganisatie naar VGGM wordt per gemeente een overdrachtsdocument opgesteld waarin hetgeen staat omschreven dat wordt overgedragen aan VGGM. Het overdrachtsdocument wordt ook opgesteld voor de afdelingen binnen VGGM die onderdeel uitmaken van de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden. Naast het opstellen van een schriftelijk overdrachtsdocument vinden ook persoonlijke gesprekken met betrokkenen van de huidige brandweerorganisatie plaats om de overdracht goed te laten verlopen. • Dienstverleningsovereenkomsten: Per gemeente wordt een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarin de afspraken tussen een individuele gemeente en VGGM worden vastgelegd. Termijn: Het ontvlechtingplan, het overdrachtsdocument en de dienstverleningsovereenkomst zijn op 1 december 2013 gereed. De gemeenten en brandweerorganisaties zijn al eerder geïnformeerd over het ontvlechtingplan en het overdrachtsdocument, zodat zij hier naartoe kunnen werken (bijvoorbeeld opschonen archieven, dossiers digitaliseren, lopende contracten beëindigen, e.d.). Verantwoordelijke(n): Paul Joosten en Madeleine Meijer Activiteiten:
Onderwerp
Door wie
Ontvlechting van gemeenten 25. OntvlechtingMadeleine plannen Meijer 26. Communicatie: Ine Haancentraal postadres, appel websitevermeldingen 27. Opstellen Dpg huurovereenbedrijfskomsten kazernes voering Overdracht aan VGGM 28. Opstellen Remco overdrachtsAarts documenten 29. Overdracht Remco contracten en Aarts leveranciers (incl. afsluiten verzekeringen) 30. Communicatie naar Dpg externen over bedrijfs-
Ondersteuning
Start
Gereed
Marieke Bik Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13 December ‘13
Nulmeting bedrijfsvoering
Marieke Bik
Juni ‘13
December ‘13
Nulmeting bedrijfsvoering
Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13
Nulmeting bedrijfsvoering
Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13
Nulmeting bedrijfsvoering
Marieke Bik
Februari ’13
November ’13
Nulmeting bedrijfsvoering
Januari ‘13
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
10
overdracht (leveranciers, gidsvermeldingen) 31. Overdracht salarisadministraties en benodigde gegevens voor salarisuitbetaling 32. Overdracht personeelsdossiers
voering
33. Overdracht archief
Annelies Venhuis
Marieke Bik
September ‘13
December ‘13
Remco Aarts
Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13
Remco Aarts
Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13
Marieke Bik
December ‘12
December ‘13
Marieke Bik Marieke Bik Marieke Bik
Januari ‘13
December ‘13 Juni ‘13
Januari ‘13
December ‘13
Suzanne Roijakkers
Oktober ‘12
December ‘13
Marieke Bik
December ’12
December ‘13
34. Opschonen huidig Commanpapieren en digitaal danten archief 35. Overdracht digitale Remco bestanden Aarts 36. Beheer Dpg vakliteratuur kwaliteit 37. Begeleiding en Paul afspraken Joosten jeugdbrandweerkorpsen bij overdracht 38. Begeleiding en Paul afspraken Joosten brandweerverenigingen bij overdracht (incl. oud- leden administratie) Dienstverleningsovereenkomsten 39. DVO’s opstellen Dpg kwaliteit en dpg bedrijfsvoering
Januari ‘13
Hier hoort ook bij informatie naar gemeenten/ brandweerorganisaties over hoe dossiers moeten worden aangeleverd Hier hoort ook bij informatie naar gemeenten/ brandweerorganisaties over hoe archiefmateriaal moet worden aangeleverd Aanvullende afspraken wat wel / niet mee gaat Nulmeting bedrijfsvoering
Aanspreekpunt vanuit MT mee op gesprek in de totstandkoming van DVO
De uitkomsten van de nulmeting bedrijfsvoering die op dit moment plaatsvindt bij alle korpsen in de regio Gelderland-Midden zijn leidend bij het opstellen van het ontvlechtingplan en het overdrachtsdocument. Bij ontvlechting hoort ook het afscheid nemen van de oude organisatie. Dit is aan de oude werkgever. Voor het afscheid vindt coördinatie plaats vanuit VGGM om afstemming te realiseren tussen de verschillende brandweerorganisaties.
11
4. Inrichten nieuwe beheersmatige organisatie De implementatiefase beslaat ook het inrichten van de nieuwe beheersmatige organisatie. Het inrichten van de nieuwe beheersmatige organisatie kan gesplitst worden in twee onderdelen. Als eerste, de inrichting van de bedrijfsvoering binnen de brandweer zoals de uitwerking van de relatie tussen de sector brandweer en de sector facilitaire zaken. Ook de verdere inrichting van processturing behoort hiertoe. Het tweede onderdeel gaat meer over de ‘zachte’ aspecten die in de implementatiefase aan bod komen en richt zich vooral op de ontwikkeling van nieuwe afdelingen en teams en de inrichting van het werk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een traject voor nieuwe leidinggevenden, zodat de neuzen dezelfde kant op wijzen bij de start van de nieuwe brandweerorganisatie. 1. Inrichten bedrijfsvoering Resultaat: • Inrichten nieuwe organisatie: Alle medewerkers beschikken per 1 januari 2014 over een nieuwe werkplek en kunnen inloggen op het netwerk van VGGM. Daarnaast hebben zij beschikking over ondersteunende hulpmiddelen, zoals telefoon, toegangspas/ tag/ sleutel van werklocatie, printer, e.d. • Aansluiting brandweer - facilitaire zaken: De bedrijfsvoeringstaken en de inzet van ondersteunende middelen zijn nader uitgewerkt, zowel binnen de sector brandweer als in aansluiting met de sector facilitaire zaken. Hierbij zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden gedefinieerd. • Processturing: De bedrijfsvoering is verder ingericht op basis van de principes van processturing. De processtructuur van de brandweer Gelderland-Midden is ontwikkeld. Ook zijn leidinggevenden en medewerkers meegenomen in het gedachtegoed van processturing. De nieuwe teams gaan in het laatste halfjaar van 2013 aan de slag met de inrichting van het werk door gezamenlijk processen te beschrijven. • Aanpassingen VGGM: De planning en control cyclus, de gemeenschappelijke regeling en de mandaten van de brandweer Gelderland-Midden zijn aangepast op basis van de gekozen inrichtingsprincipes zoals die zijn beschreven in het organisatieplan. Termijn: Per activiteit is de planning aangegeven in het overzicht. Verantwoordelijke(n): Paul Joosten Activiteiten: Onderwerp
Door wie
Inrichting nieuwe organisatie 40. Uitwerken HNW/ Dpg verdeling teams/ organisatie medewerkers over verschillende werklocaties 41. Inrichting Dpg telefoonconcept organisatie en Dpg bedrijfsvoering 42. Uitwerken contacten Dpg tussen nieuwe organisatie brandweerorganisatie en gemeenten (wie en wat) -> verbindingen op ambtelijk en bestuurlijk
Ondersteuning
Start
Gereed
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
Karen van Middelkoop
Oktober ‘12
Februari ‘13
Was-wordt lijst
Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ’13
ICT mogelijkheden
Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ‘13
12
niveau 43. Uitwerken taakveld Dpg kenniscentrum en organisatie hoe medewerkers aangesloten zijn bij landelijke projecten en netwerken 44. Reguliere Dpg communicatie in de organisatie nieuwe brandweerorganisatie (overlegstructuren) 45. Keuze nieuwe Erik Oukes softwareprogramma’s en Jan en implementatie Pieter hiervan Duhen 46. Transitie ICT/ Eric Oukes telefoons 47. Inrichten (hoofd) Dpg mappenstructuur voor kwaliteit nieuwe organisatie en structuur voor overgedragen documenten 48. Keuzes en uitwerken Dpg ondersteunende kwaliteit middelen 49. Uitwerken Karen van vergaderruimtes in de Middelkoop regio en beschikbaarheid 50. Toegang en Remco beveiliging posten en Aarts werklocaties voor beroepsmedewerkers en vrijwilligers & beheer 51. Hoe rol je als Remco medewerker/ Aarts en leidinggevende je Suzanne nieuwe werk in? Roijakkers (instructie VGGM werkwijze) 52. Welkom voor Remco vrijwilliger: hoe rol je Aarts en als vrijwilliger Suzanne brandweer Roijakkers Gelderland-Midden in? 53. Inrichten Paul medezeggenschap Joosten sector brandweer (i.s.m. BOR) 54. Selectie nieuwe Annelies Arbodienst Venhuis Aansluiting brandweer – facilitaire zaken 55. Uitwerken aansluiting Albert-Jan sector brandweer – van Maren sector facilitaire en Annelies zaken Venhuis
Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ’13
Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ‘13
Aparte planning Marieke Bik
Januari ‘13
Juni ’13
Marieke Bik
Juni ‘13
Oktober ‘13
September ‘13
November ‘13
Juni ‘13
November ‘13
Karen van Middelkoop
Maart ‘13
September ‘13
Karen van Middelkoop
Maart ‘13
September ‘13
Annelies Venhuis
Juni ‘13
December ’13
Suzanne Roijakkers
April ‘13
September ‘13
Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ‘13
Afhankelijk van Alfresco
Aansluiting sector brandweer – sector facilitaire zaken en dienstverleningsconcept Aansluiting sector brandweer – sector facilitaire zaken en dienstverleningsconcept
13
-
gebouwenbeheer P&O/ salarisadministratie - Financiën - ICT - Communicatie/ voorlichting - Post en archief 56. Uitwerken dienstverleningsconcept vrijwilliger (rol mw bedrijfsvoering en rol mw incidentbestrijding) 57. Inrichten posten/ werklocaties (koffieautomaat, schoonmaak, kantoorinrichting, toegangsystemen) Processturing 58. Processturing uitwerken naar praktijk en ontwikkeling van processtructuur brandweer Gelderland-Midden Wijzigingen VGGM 59. Aanpassen planning en control cyclus/ budgetten, budgetverantwoordelijkheid en inrichting factuurstromen 60. Onderzoeken of aanpassing gem. regeling noodzakelijk is en zo nodig aanpassen gem. regeling 61. Regionaliseringbesluit individuele gemeenten 62. Aanpassen mandaatbesluit VGGM
Dpg organisatie en FacZa
Suzanne Roijakkers en Karen van Middelkoop
November ‘12
Maart ‘13
Remco Aarts
Karen van Middelkoop
Juni ‘13
December ‘13
Nulmeting bedrijfsvoering en overdrachtsdocument
Nieuwe teams mbv Jacqueline Barnasconi / stafbureau
Karen van Middelkoop
November ‘12
December ‘13
Organisatieplan, beleidsplan en kaders VGGM
Madeleine Meijer/ Maarten Funk
Marieke Bik en Karen van Middelkoop
Eric van Neerrijnen
Suzanne Roijakkers
Eric van Neerrijnen
Suzanne Roijakkers
Eric van Neerrijnen
Suzanne Roijakkers
Beleidsplan
Juni ‘13
November ‘13
Hoe rol je als medewerker je nieuwe werk in: Voor medewerkers dient een instructie over VGGM te worden opgesteld met wat ze waar kunnen vinden, en diverse praktische zaken. Ook moeten een aantal trainingen worden georganiseerd voor de zogenoemde medewerkers bedrijfsvoering om uitleg te geven over de nieuwe organisatie, wie/wat/waar te vinden is en de telefonische dienstverlening. Deze trainingen moeten in het laatste kwartaal van 2013 plaatsvinden. Deze activiteit hangt samen met de aansluiting van de sector facilitaire zaken op de sector brandweer en het inrichten van een dienstverleningsconcept voor vrijwilligers. Voor de vrijwilliger moet er niets veranderen, behalve dat wat echt moet. In de implementatiefase moet verder worden uitgewerkt bij
14
wie de vrijwilliger terecht kan, bijvoorbeeld voor een nieuwe blusbroek, het wassen van bluskleding of een vraag over de vergoeding. Hiervoor kan ook goed de klankbordgroep vrijwilligers benaderd worden. Processturing De nadere uitwerking van processturing in de implementatiefase bestaat uit twee delen. Allereerst is het noodzakelijk om de visie op processturing zoals deze gegeven is in het organisatieplan verder uit te werken. De processtructuur dient verder te worden uitgewerkt, naast de relatie tussen hiërarchie en proces. Van de benoemde processen moet voor elk een proceseigenaar worden aangewezen/ geselecteerd. Als tweede onderdeel is het overbrengen van het gedachtegoed van processturing aan leidinggevenden en medewerkers een significant onderwerp in de implementatiefase. In het laatste halfjaar van 2013 starten medewerkers met de inrichting van het werk aan de hand van het beschrijven van de werkprocessen. Hiermee samenhangend moeten in de implementatiefase jaarplannen worden opgesteld door de nieuwe afdelingshoofden in samenwerking met de nieuwe teammanagers voor het jaar 2014, zodat de doelstellingen en taken van de afdeling ook duidelijk zijn per 1 januari 2014. De afdelingshoofden stemmen met de sectorcontroller af hoe de budgetten over de teams verdeeld worden voor 1 januari 2014. Aanpassingen P&C cyclus, GR en mandaatbesluit Voor 1 januari 2014 moeten ook de begroting en de afdelingsbudgetten opnieuw worden ingericht. Vanzelfsprekend hoort hier ook het aanwijzen van nieuwe budgetverantwoordelijken bij en het wijzigen van het mandaatbesluit. Het is belangrijk dat bij de verantwoording in de planning en control cyclus de aansluiting op processturing wordt meegenomen. Verder dient de rol van de directiesecretaris van VGGM te worden opgenomen in de gewijzigde procedures. Programma van eisen huisvesting Bij de inrichting van de werklocaties in de regio dient het nieuwe werken te worden meegenomen. Het uitgangspunt is dat leidinggevenden en medewerkers een zogenoemde eerste standplaats hebben. Verder kunnen zij nog op een aantal nevenlocaties hun werkzaamheden uitvoeren. Dit geldt echter niet voor medewerkers met een repressieve taak waardoor zij gebonden zijn aan een bepaalde werklocatie. In de implementatiefase dient het concept van het nieuwe werken nog te worden uitgewerkt in wat dit betekent voor de brandweer. Hierbij moet ook aansluiting worden gezocht bij de principes van processturing (resultaatgericht werken en sturen op resultaat). Ook het thuiswerken moet worden genomen. Binnen welke kaders kunnen medewerkers thuiswerken en voor welke functies geldt het thuiswerken niet? Dit punt is nauw verbonden met de verdeling van teams/ medewerkers over de verschillende werklocaties aan de hand van de uiteindelijke was-wordt lijst. Per werklocatie dient een inschatting gemaakt te worden hoeveel medewerkers hier ongeveer werkzaam zullen zijn. Dit wordt vergeleken met het huidige aantal werkplekken. Indien er meer of minder werkplekken nodig zijn in de nieuwe situatie, wordt dit afgestemd met ICT, ten behoeve van de inrichting van de werkplekken. In principe wordt het kantoormeubilair dat momenteel in de kazernes staat overgenomen. Zaken die moeten worden meegenomen bij het programma van eisen huisvesting: • Vergaderlocaties en – faciliteiten (ook in hoeverre gemeenten hier gebruik van kunnen maken) • Toegang en beveiliging van gebouwen • Gebruiksgoederen centraal; verbruiksgoederen decentraal • Logistiek: waar zitten kazernes aangesloten op gemeentelijke routing? Nadat de bezetting van team risicobeheersing & externe veiligheid en team operationele informatievoorziening bekend is, dient voor de nieuwe medewerkers een toegangspas voor de Beekstraat te worden aangevraagd. Met de politieorganisatie dient afgestemd te worden dat deze procedure voor 1 januari 2014 is afgerond. Verantwoordelijk hiervoor is Remco Aarts. Ondersteunende middelen Op 1 januari 2014 dienen medewerkers beschikking te hebben over diverse ondersteunende middelen om het werk te kunnen uitvoeren, zoals een pc, telefoon, dienstauto, etc. De leidinggevende bepaalt welke ondersteunende middelen een medewerker tot zijn beschikking krijgt.
15
Vanuit de bedrijfsvoering van de nieuwe organisatie moet worden bedacht op welke plekken de telefooncentrale bediend moet kunnen worden. Vanuit ICT dienen deze werkplekken ingericht te worden. Gebruik, financiering en herschikking van dienstauto’s • Waar staan ze nu? • Waarvoor worden ze gebruikt? • Wat zijn de gebruiksregels? • Hoe zijn parkeervergunningen geregeld? 2. Ontwikkeling nieuwe afdelingen en teams Resultaat: • Ontwikkeling nieuwe brandweerorganisatie: Een traject met leidinggevenden dat loopt vanaf april 2013 tot en met december 2013 waarin leidinggevenden bekend worden gemaakt met de werkwijzen die gehanteerd worden binnen VGGM. In het traject komen ook onderwerpen als processturing, leiderschap binnen de brandweer, cultuur en gewenste houding/gedrag en inrichting van de nieuwe teams aan bod. • Inrichting van het werk: In het laatste kwartaal van 2013 gaan leidinggevenden met de inrichting van het werk en de ontwikkeling van de nieuwe teams aan de slag (onder begeleiding van het stafbureau om samenhang en afstemming te realiseren). Dit geldt ook voor de clustercommandanten samen met de ploegcommandanten. Eind november 2013 zijn jaarplannen voor de afdelingen opgesteld. Termijn: Per activiteit is de planning aangegeven in het overzicht. Verantwoordelijke(n): Paul Joosten Activiteiten: Onderwerp
Door wie
Ondersteuning Ontwikkeling nieuwe brandweerorganisatie 63. Opdracht Projectgroep Suzanne verstrekking Roijakkers externe en Karen ondersteuning van voor traject Middelkoop met leidinggevenden 64. Planning van Marieke Bik traject met en Karen leidingvan gevenden en Middelkoop ontwikkeling van teams (aantal dagen, data vastzetten) 65. Traject met Nieuwe Marieke Bik leidingleidingen Karen gevenden gevenden van Middelkoop 66. Plan voor Projectgroep/ Marieke Bik ontwikkeling MT en Karen teams van Middelkoop
Start
Gereed
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
December ‘12
April ’13
Januari ‘13
Maart ‘13
April ‘13
December ‘13
Selectie tweede en derde echelon management
Februari ‘13
Mei ’13
Selectie tweede en derde echelon management en opdrachtverstrekking
16
traject met leidinggevenden Inrichten van het werk 67. Opstellen van MT managementafspraken 68. Inrichting van het werk
Nieuwe teams
69. Opstellen jaarplannen 2014
Nieuwe afdelingshoofden met team -managers
Marieke Bik en Karen van Middelkoop Marieke Bik en Karen van Middelkoop Marieke Bik en Karen van Middelkoop
April ’13
December ‘13
September ‘13
December ’13
September ‘13
November ’13
Beleidsplan
Traject met leidinggevenden Nadat de nieuwe leidinggevenden geplaatst zijn, start een traject waarin de nieuwe leidinggevenden in een aantal bijeenkomsten samenkomen om op de eerste plaats kennis met elkaar te maken. Maar ook om voor de start van de nieuwe brandweerorganisatie gezamenlijk na te denken en afstemming te vinden over het leiderschap binnen de brandweer, de gewenste houding/ gedrag van medewerkers en de inrichting en ontwikkeling van de nieuwe afdelingen en teams. Het is belangrijk dat de neuzen dezelfde kant op staan voordat gestart wordt met de inrichting en ontwikkeling van de nieuwe teams. Bovendien wordt uitleg over het managementinstrumentarium van VGGM in dit traject meegenomen. Hierbij gaat het om zaken als budgetverantwoordelijkheid, de P&C cyclus, de rol van de personeelsconsulent, omgang met ziekteverzuim van medewerkers, kaders voor jaarplannen, etc. Dit traject kan in verschillende fasen worden opgedeeld door eerst met het MT aan de slag te gaan. In de tweede fase kan het traject vervolgens worden uitgebreid met de betrokkenheid van teammanagers. Voor externe ondersteuning bij dit traject dient een opdrachtformulering te worden gemaakt. Teamontwikkeling Na de afronding van het plaatsingtraject, is de invulling van nieuwe teams binnen de sector brandweer bekend. Niet alleen is het belangrijk dat een traject wordt opgestart met nieuwe leidinggevenden, ook is het zaak om aandacht te besteden aan de ontwikkeling van nieuwe teams. Medewerkers krijgen waarschijnlijk een andere leidinggevende, maar de kans bestaat ook dat zij met andere collega’s gaan samenwerken. Het is belangrijk om hier bij stil te staan en ruimte te bieden voor de ontwikkeling van het nieuwe team. Een mooie gelegenheid is om teamontwikkeling te combineren met het inrichten van het nieuwe werk. In het laatste halfjaar van 2013 gaan de nieuwe teams zelf aan de slag met het inrichten van de werkzaamheden aan de hand van processen. Het beschrijven van een aantal werkprocessen geeft het team de gelegenheid om samen na te denken over de meest optimale inrichting van de taken en werkzaamheden binnen het team. En vervolgens om ook gezamenlijk in het nieuwe team te bespreken wat van medewerkers verwacht wordt in het werkproces, wie nog meer betrokken is bij de werkzaamheden en met wie dus samenwerking moet worden gezocht. Voor vrijwilligers blijven een groot aantal zaken gaan zoals ze op dit moment gaan. Wat verandert, is dat meerdere posten samen een repressief cluster gaan vormen. Het cluster wordt aangestuurd door een clustercommandant. Voor de kennismaking met de clustercommandant moet aandacht zijn in de implementatiefase. Ook kan het zijn dat de aansturing van de post/ ploegen wijzigt doordat er een of meerdere ploegcommandanten actief zijn binnen de post die de taken onderling verdelen. Om samenhang en afstemming te realiseren in de ontwikkeling van nieuwe teams zal dit met begeleiding van het stafbureau brandweer plaatsvinden.
17
5. Inrichten nieuwe repressieve organisatie Ondanks dat het uitrukken niet verandert in de nieuwe organisatie, is er wel een aantal veranderingen in de repressieve organisatie die geïmplementeerd moeten worden. Zo wijzigt de invulling van een aantal functionarissen in de operationele hoofdstructuur van de brandweer. Ook is in het organisatieplan opgenomen dat vanuit een aantal posten overdag ondersteuning van de uitruksterkte in de dagsituatie wordt georganiseerd, omdat de uitruk op deze posten overdag niet volledig door vrijwilligers kan worden verricht. Hierover moeten wel afspraken gemaakt worden met posten. Resultaat: • Inrichten repressieve taken: Het CvD piket is per 1 januari 2014 ingericht en operationeel. De OvD en HOvD clusters en piketten zijn per 1 januari 2014 ingericht en operationeel. Door de regionalisering wijzigt de bemensing van het VvD-piket en van de sectie info waarschijnlijk niet. De repressieve ondersteuning in de dagsituatie voor de posten Barneveld, Bemmel, Dieren, Doorwerth, Elst, Nijkerk, Wageningen en Zevenaar is uitgewerkt. Het rooster voor de repressieve ondersteuning is gemaakt en operationeel per 1 januari 2014. Daarnaast zijn nadere afspraken gemaakt met de posten waarbij sprake is van repressieve ondersteuning in de dagsituatie vanaf 1 januari 2014. • Spreidingsplan personeel en materieel: Er is een plan van aanpak opgesteld voor het onderzoek dat gaat plaatsvinden ter voorbereiding op het opstellen van een materieel en personeel spreidingsplan voor brandweer Gelderland-Midden. Termijn: De hierboven genoemde resultaten zijn per 1 januari 2014 gereed. Verantwoordelijke(n): Paul Joosten Activiteiten: Onderwerp
Door wie
Ondersteuning
Inrichten repressieve taken 70. Inrichten CvD MT piket
Start
Gereed
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
Juni ‘13
December ‘13
Selectie tweede en derde echelon management Selectie tweede en derde echelon management en traject van plaatsing Selectie tweede en derde echelon management
71. Inrichten OvD clusters
Clustercommandanten
Juni ‘13
December ‘13
72. Inrichten HOvD clusters
Afdelingshoofd incidentbestrijding Ine Haanappel en afdelingshoofd incidentbestrijding Dpg kwaliteit / clustercommandanten Clustercomman-
Juni ‘13
December ‘13
September ‘13
December ‘13
Januari ‘13
Juni ‘13
September ‘13
December ‘13
73. Uitwerken brandweervoorlichting in relatie tot communicatie FacZa 74. Uitwerken repressieve ondersteuning posten in dagsituatie 75. Voorlichting ploeg-
Karen van Middelkoop
Om ervoor te zorgen dat de
18
commandanten in werkwijzen en afspraken brandweer GelderlandMidden
repressieve organisatie vanaf 1 januari 2014 goed voorbereid is en ploegcommandanten op de hoogte zijn van afspraken en te gebruiken formulieren.
danten (en ondersteuning stafbureau en facilitaire zaken)
Doorontwikkeling repressieve organisatie 76. Plan van Dpg Marieke aanpak doorkwaliteit Bik ontwikkeling repressieve organisatie 77. Doorontwikkeling repressieve organisatie
November ’12
Maart ’13
September ‘13
Januari ‘15
Deze activiteit start in het jaar 2013, maar de resultaten worden in 2014 opgeleverd.
Inrichten OvD clusters Eerder is al richting gegeven aan de OvD clustering, alleen is dit niet volledig ten uitvoer gebracht. Per 1 januari 2014 moeten de vijf OvD clusters zijn ingericht conform de notitie OvD regeling GelderlandMidden. Hiervoor is het nieuwe afdelingshoofd incidentbestrijding verantwoordelijk. Inrichten HOvD clusters Op dit moment kennen we nog geen HOvD functie in de regio Gelderland-Midden. Voor deze nieuwe repressieve functie zal een belangstellingsregistratie worden opengesteld in het tweede kwartaal van 2013. Het afdelingshoofd incidentbestrijding is verantwoordelijk voor de selectie van de HOvD’s. In de tweede helft van 2013 worden de HOvD’s getraind en geoefend om voorbereid te zijn op hun nieuwe taak. In het oefenprogramma dient daar rekening mee te worden gehouden. Repressieve ondersteuning posten in de dagsituatie Vanuit een aantal posten wordt overdag ondersteuning van de uitruksterkte georganiseerd. Hierdoor kan een post bij een melding overdag toch uitrukken. Per post dienen afspraken gemaakt te worden over hoe deze medewerkers mee uitrukken, zodat dit niet in gedrang komt met het vrije instroomprincipe. Bijvoorbeeld dat beroepsmedewerkers pas opstappen als er niet voldoende vrijwilligers zijn of na een met de post overeengekomen aantal minuten. Doorontwikkeling repressieve organisatie Tijdens het regionaliseringsproces is gesproken over een efficiënte verdeling van specialistisch materieel over de regio. Bestuurlijk is besloten dit onderwerp niet apart te behandelen maar het mee te nemen in een totaalplan voor de regio. Een plan waarin op basis van het brandrisicoprofiel, wettelijke uitgangspunten, slagkracht en de belasting voor het personeel voorstellen gepresenteerd worden voor een verantwoorde en efficiënte brandweerorganisatie in de regio, waarbij ook recht gedaan wordt aan de maatschappelijke betrokkenheid en lokale binding. Het plan gaat over materieel, personeel en repressieve slagkracht. Met dit project zal in 2013 gestart worden om in 2015 een totaalplan te kunnen presenteren. Een zorgvuldig proces wordt ingericht om, samen met betrokkenen, te komen tot een plan voor de toekomst waarin inhoud en doelmatigheid goed in evenwicht zijn met elkaar.
19
6. Start nieuwe organisatie Op 1 januari 2014 is de nieuwe brandweerorganisatie een feit. Een aantal implementatieactiviteiten loopt door in het jaar 2014, bijvoorbeeld de inrichting en ontwikkeling van de nieuwe teams. Ook komen er vast en zeker gaandeweg zaken op ons pad die vooraf niet voorzien waren en moeten worden opgelost. Hiervoor wordt een “troubleshoot” functie ingericht om direct in te kunnen spelen op zaken. Resultaat: • Start brandweer Gelderland-Midden: Per 1 januari 2014 is de nieuwe, ingerichte, organisatie operationeel. Dit houdt in dat mensen geplaatst zijn op een functie en werkzaam zijn bij de nieuwe organisatie. De start van de nieuwe organisatie wordt gemarkeerd voor zowel beroepsmedewerkers als vrijwilligers. • Op 1 januari 2015 vindt een tussenevaluatie plaats van het gekozen organisatiemodel. Op 1 januari 2016 wordt het organisatiemodel geëvalueerd. Termijn: Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Verantwoordelijke(n): Paul Joosten Activiteiten: Onderwerp
Door wie
Start brandweer Gelderland-Midden 78. Markeren van de Ine start (plan) Haanappel 79. Inrichten functie Suzanne troubleshooter Roijakkers 80. Evaluatie/ Projectgroep terugblik project regionalisering 81. Evaluatie/ Projectgroep terugblik project regionalisering 82. Voorbereiding MT tussenevaluatie op 1 januari 2015
Ondersteuning
Start
Gereed
Karen van Middelkoop Karen van Middelkoop Suzanne Roijakkers
Januari ‘13
September ‘13 Maart ‘13
Suzanne Roijakkers
December ’13
Januari ‘14
Suzanne Roijakkers
Januari ‘14
September ‘14
November ‘12 December ‘12
Afhankelijkheid/ bijzonderheden
Januari ‘13
20
7. Betrokkenheid van BOR, BGO en klankbordgroepen Ook in de implementatiefase van het project regionalisering blijven de Bijzondere Ondernemingsraad, het Bijzonder Georganiseerd Overleg en de drie klankbordgroepen (vrijwilligers, gemeentesecretarissen en lokaal commandanten) goed aangesloten. Het Bijzonder Georganiseerd Overleg is en blijft uiteraard betrokken bij het traject van plaatsing. De samenwerking met de Bijzondere Ondernemingsraad wordt op dezelfde wijze voortgezet. Zij blijven goed geïnformeerd over de voortgang van het project in de implementatiefase. De voorzitter van de projectgroep gebruikt de klankbordgroepen in de implementatiefase om de voortgang van het project mee te spiegelen, om documenten mee te klankborden voordat ze formeel voorgelegd worden aan de stuurgroep en om de betrokkenheid van beroepsmedewerkers en vrijwilligers af te stemmen. In onderstaand overzicht worden de belangrijkste implementatieactiviteiten en onderwerpen weergegeven waar de verschillende organen in ieder geval bij betrokken zijn. En uiteraard zullen er tijdens het implementatietraject nog onderwerpen naar voren komen waarover de organen extra geïnformeerd worden of waarvoor zij benaderd worden. Overigens worden het Bijzonder Georganiseerd Overleg, de Bijzondere Ondernemingsraad en de drie klankbordgroepen op de hoogte gehouden van de voortgang in het implementatietraject. Bijzonder Georganiseerd Overleg • Plaatsingtraject
Bijzondere Ondernemingsraad • Inrichten medezeggenschap nieuwe brandweerorganisatie • Keuze van Arbodienst • Reguliere communicatie in de nieuwe brandweerorganisatie (overlegstructuren) • Regeling nevenactiviteiten • Attentiebeleid • Afspraken persoonlijk gebruik van goederen • Deelname aan adviescommissie bij selectieprocedure leidinggevenden
Klankbordgroep vrijwilligers • Aansluiting brandweer – facilitaire zaken • Dienstverleningsconcept vrijwilligers • Instructie: hoe rol je als vrijwilliger de nieuwe organisatie in? • Uitwerken repressieve ondersteuning in dagsituatie • Spreidingplan personeel en materieel
Klankbordgroep gemeentesecretarissen • Communicatie over bedrijfsvoeringtaken • Ontvlechtingplan • Overdrachtsdocument • Contacten tussen nieuwe brandweerorganisatie en gemeenten • Model dienstverleningsovereenkomst en huurovereenkomst
Klankbordgroep lokaal commandanten • Inrichting van processturing • Ontvlechting en overdracht; inrichten posten/ werklocaties • Reguliere communicatie in de nieuwe brandweerorganisatie (overlegstructuren) • Traject met leidinggevenden • Markeren van de start • Inrichten repressieve taken
21
8. Communicatie met medewerkers Tijdens de implementatiefase wordt er gebouwd aan de nieuwe brandweerorganisatie in Gelderland-Midden, maar tegelijkertijd blijven de huidige brandweerorganisaties voortbestaan. De vorming van nieuwe teams en de verdere inrichting van het werk na 1 januari 2014 vindt plaats naast het bestaande werk van medewerkers. Het is belangrijk dat hier rekening mee wordt gehouden in de planning van werkzaamheden voor het jaar 2013, zodat medewerkers ook tijd en ruimte krijgen om samen te bouwen aan het nieuwe team. De tijdlijn geeft weer hoe de communicatie naar medewerkers toe ingericht wordt in de implementatiefase. Bovendien worden medewerkers van informatie voorzien middels het projectjournaal dat in de implementatiefase ook verschijnt. dec-12
Brochure plaatsing en functies Uitwerking keuzevariant vrijwilliger/beroeps
jan-13
feb-13
mrt-13
Informatieronde vrijwilligers en beroeps
Selectie afdelingshoofden
Toelichting implementatiefase Toelichting sociaal statuut plaatsing, was-wordt lijst
en teammanagers Communicatie via projectjournaal
Januari tot en met maart 2013 sessies met medewerkers om beleving over te brengen processturing/ procesbeschrijvingen
Inloopspreekuren concept was-wordt lijst
apr-13
mei-13
Traject met leidinggevenden Fase 1: MT april '13 - mei '13 Fase 2: MT+ teammanagers jun '13-dec '13
April- Mei 2013: Medewerkers ontvangen statusbericht en voornemen tot plaatsing (gewijzigde functies volgen in zomerperiode)
22
jun-13
jul-13
aug-13
sep-13
okt-13
nov-13
dec-13
Sessies met nieuwe teams Inrichten van het werk aan de hand van processen (incl. beschrijven van processen) Start laatste kwartaal 2013 en loopt door tot in 2014 Medewerkers hebben gelegenheid voor een gesprek met Paul n.a.v. uitkomsten plaatsing
Juni- september 2013: Gesprek met nieuwe leidinggevende als 'welkom' na plaatsing/ clustercommandanten langs posten voor vrijwilligers Informatieronde vrijwilligers en beroeps Stand van zaken implementatiefase en wat kunnen medewerkers verwachten aankomend half jaar
Medewerkers ontvangen ontslagbesluit en definitieve aanstelling bij VGGM
23
9. Bestuurlijke besluitvorming In de implementatiefase zullen ook diverse bestuurlijke besluiten plaatsvinden. In de tijdlijn is de besluitvorming door het AB, de colleges van B&W en de gemeenteraden uiteengezet.
dec-12
jan-13
feb-13
mrt-13
apr-13
mei-13
bestuurlijke besluitvorming implementatiefase DB 18 okt/ 6 dec Beleidsplan Organisatieplan Sociaal plan incl. plaatsingsprocedure Kaderbrief 2014 Implementatieplan Functieboek AB 19 dec Organisatieplan Sociaal plan incl. plaatsingsprocedure Kaderbrief 2014 Functieboek Implementatieplan
Colleges B&W Dec 2012 - jan 2013 Instemmen met sociaal plan
DB 6 maart Begroting en meerjarenbegroting Model DVO Beleidsplan
Colleges B&W Apr 2013 - mei 2013 Begroting en meerjarenbegroting Raad ter consultatie
AB 20 maart Begroting en meerjarenbegroting Model DVO Beleidsplan
24
jun-13
jul-13
aug-13
sep-13
DB 12 juni
Colleges B&W
Begroting en meerjarenbegroting
AB 26 juni Begroting en
Sept 2013 - nov 2013 Instemmen met regionaliseringsbesluit en DVO/ overdracht en ontvlechting met lokale financiële
meerjarenbegroting
consequenties
okt-13
nov-13
dec-13
Colleges B&W Nov 2013 - dec 2013 Ontslagbesluiten (of gemandateerde) DB 27 november Regionaliseringsbesluit Aanpassing mandaatbesluit VGGM AB 11 december Regionaliseringsbesluit Aanpassing mandaatbesluit VGGM
25
Bijlage 1 Opdrachtformulier Project:…………………………………….. Opdrachtgever: …………………………… Opdrachtnemer: ………………………….. 1. Doelstelling
2. Beoogd resultaat
3. Randvoorwaarden en uitgangspunten voor het project
26
4. Te ondernemen activiteiten en tijdsplanning
5. Wie zijn betrokken?
6. Andere samenwerkingspartners en afhankelijkheden
7. Communicatie
27
4d Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 4d Sociaal plan
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Regionalisering brandweer: sociaal plan Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid
d.d.: d.d.: 06-12-2012 d.d.: 19-12-2012 d.d.:
Inleiding: In het BGO is overeenstemming bereikt over de inhoud van het sociaal plan voor zowel het beroepspersoneel als het vrijwillig personeel. De vakorganisaties hebben ervoor gekozen eerst het beroepsdeel voor te leggen aan hun achterban middels een ledenraadpleging en daarna een ledenraadpleging te organiseren voor de vrijwilligers. De ledenraadpleging voor beroeps is positief verlopen. De ledenraadpleging voor de vrijwilligers is eind november afgerond. Op 3 december is het sociaal plan ondertekend. Belangrijke punten uit het sociaal plan zijn: 1. Werkgelegenheidsgarantie: Er vinden geen gedwongen ontslagen plaats als gevolg van de regionalisering. 2. Arbeidsvoorwaarden VGGM zijn uitgangspunt. 3. Voor zittend personeel zijn verschillende overgangsafspraken gemaakt. De projectleiding vindt het belangrijk dat medewerkers zo snel mogelijk duidelijkheid hebben over hun plek in de nieuwe brandweerorganisatie. Daarom willen wij zo spoedig mogelijk kunnen starten met de selectie- en plaatsingsprocedure. Voorwaarde hiervoor is dat het sociaal plan zo spoedig mogelijk wordt vastgesteld in zowel het AB als in alle gemeenten met eigen brandweerpersoneel. Aan deze gemeenten is inmiddels het definitief onderhandelingsakkoord toegestuurd, met het verzoek het sociaal plan, onder voorbehoud van vaststelling door het AB, zo spoedig mogelijk na de AB vergadering maar uiterlijk dinsdag 8 januari 2013, vast te stellen.
Besluit: 1. Instemmen met vaststelling van het sociaal plan;
Verdere behandeling: Nadat het sociaal plan is vastgesteld door het AB dienen de gemeenten (Colleges van B&W) dit onderhandelingsresultaat ook zelf nog vast te stellen.
4e Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 4e Voorstel blusboot
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Blusboot Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Bestuurscommissie Veiligheid en Gezondheid
d.d.: d.d.: 06-12-2012 d.d.: 19-12-2012 d.d.:
Samenvatting: De Gelderse Commissie Calamiteitenbestrijding grote rivieren bereidt een advies voor met betrekking tot incidentbestrijding op de grote rivieren in Gelderland. De Gelderse Commissie heeft aangegeven dat ze niets doen geen optie vindt. De Gelderse Commissie heeft nog geen definitief advies gegeven. In de laatste vergadering ging de voorkeur uit naar een optie met 2 blusboten in Nijmegen en Tiel en daarnaast de mogelijkheden te onderzoeken om samen met Duitsland een blusboot in Emmerich te realiseren. Invulling voor Gelderland-Midden Wanneer de Gelderse Commissie definitief adviseert om bovenstaande optie te kiezen en dit advies door de veiligheidsregio’s wordt omgezet in besluitvorming, is het idee dat Gelderland-Midden gebruik blijft maken van nieuwe boten uit Gelderland Zuid en mogelijk ook uit Emmerich. Deze blusboten zijn sneller ter plaatse dan de huidige boten. De voorkeur gaat uit naar meebetalen aan een boot in plaats van het exploiteren van een eigen boot omdat dit naast een veel grotere financiële bijdrage ook een behoorlijke personele inspanning vereist. Een eerste duiding van de kosten komt neer op een bedrag van € 100.000 structureel per jaar. Besluit: 1. Voorgesteld wordt om bij de geplande ontwikkeling van het personeel- en materieelplan van de brandweer mee te geven dat de structurele kosten van meebetaling aan een boot (circa € 100.000) dient te worden meegenomen met als opdracht deze kosten budgettair neutraal te verwerken. Behandeling in Dagelijks Bestuur: Het DB acht van belang dat in de finale uitwerking van het voorstel rekening wordt gehouden met de aanwezige boten in Emmerich en Wageningen. Onderdeel van deze uitwerking is onder meer het maken van de expliciete bestuurlijke keuze om op de Nederrijn geen eigen blusboot beschikbaar te hebben. Verdere behandeling: Definitieve besluitvorming over dit punt vindt plaats in het voorjaar 2013.
MEMO Datum
:
6 december 2012
Aan
:
AB VGGM
Van
:
DB VGGM
Betreft
:
Toekomstige invulling blusboot voor Gelderland-Midden
Inleiding Ruim 30 jaar geleden heeft het Rijk 3 blusboten gefinancierd (Dordrecht, Nijmegen en Tiel) die nu aan het einde van hun levensduur gekomen zijn. Het Rijk heeft deze boten enkele jaren geleden overgedragen aan de veiligheidsregio’s en stelt geen gelden ter beschikking voor vervanging. De regio’s Zuid Holland Zuid en Midden West Brabant hebben inmiddels een besluit genomen over de vervanging c.q. aanschaf van een blusboot. De Gelderse Commissie Calamiteitenbestrijding grote rivieren bereidt een advies voor met betrekking tot incidentbestrijding op de grote rivieren in Gelderland. De directie heeft aangegeven een advies over de blusboot in december te agenderen gelijktijdig met de kosten van de regionalisering. Richting advies De Gelderse Commissie heeft aangegeven dat ze niets doen geen optie vindt. Aangegeven is dat bij het bepalen van een zorgniveau voor de rivier ook onderscheid gemaakt moet worden in risico’s waarbij gesteld kan worden dat de risico’s kleiner zijn op de Nederrijn en de IJssel. De Gelderse Commissie heeft nog geen definitief advies gegeven. In de laatste vergadering ging de voorkeur uit naar een optie met 2 blusboten in Nijmegen en Tiel en daarnaast de mogelijkheden te onderzoeken om samen met Duitsland een blusboot in Emmerich te realiseren. Invulling voor Gelderland-Midden Wanneer de Gelderse Commissie definitief adviseert om bovenstaande optie te kiezen en dit advies door de veiligheidsregio’s wordt omgezet in besluitvorming, is het idee dat Gelderland-Midden gebruik blijft maken van de boten uit Gelderland Zuid en mogelijk ook uit Emmerich. Deze blusboten zijn sneller ter plaatse dan de huidige boten. De voorkeur gaat uit naar meebetalen aan een boot in plaats van het exploiteren van een eigen boot omdat dit naast een veel grotere financiële bijdrage ook een behoorlijke personele inspanning vereist. Duiding kosten Een eerste duiding komt neer op een bedrag van € 100.000 structureel per jaar. Deze structurele kosten worden meegenomen in het personeel-/materieelplan brandweer met als opdracht deze budgettair neutraal te verwerken. Vervolg Definitieve besluitvorming over dit punt vindt plaats in het voorjaar 2013.
Postbus 5364 6802 EJ Arnhem www.vggm.nl
5a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 5a Regionaal Crisisplan deel 2
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Crisisplan deel 2 Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie d.d.: 14-11-2012 DB VGGM d.d.: 06-12-2012 Algemeen Bestuur d.d.: 19-12-2012
Inleiding: Het Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden is in oktober 2011 door het Algemeen Bestuur vastgesteld en per 1 september 2012 in werking getreden. Bij de vaststelling is aangekondigd dat deel 2 van het Crisisplan nog nader uitgewerkt zou worden. Hier is nu invulling aan gegeven. Er is gekozen voor een uniforme wijze van opstellen van de deelplannen op hoofdlijnen. Dit vormt het multidisciplinaire raamwerk. De uitwerking moet monodisciplinair in draaiboeken opgenomen worden. Vanuit gemeentesecretarissen leeft de verwachting dat de mono-draaiboeken wel toegevoegd zouden zijn. Gemeend is tevens het eerste deel van het Crisisplan op enkele onderdelen licht aan te passen in verband met de komst van de Nationale Politie. Tevens zijn enkele omissies verwerkt. In bijlage 2 worden de voor te stellen tekstuele wijzigingen in deel 1 opgesomd.
Besluit 1. Voorgesteld wordt het crisisplan uit te breiden met het voorliggende "deel 2" en het crisisplan (deel 1) voor het overige te wijzigen zoals voorgesteld. Besluitvorming dagelijks bestuur Op advies van de coördinerend gemeentesecretaris is besloten om een wijziging aan te brengen in de het aan het DB voorgestelde versie van deel 2 waarbij het informeren van verwanten niet langer wordt beschreven bij de "deeltaak verwanteninformatie", onderdeel van de hoofdtaak "Communicatie" maar wordt als onderdeel gezien van de deeltaak "Centrale Registratie en Informatie Bureau (CRIB)", onderdeel van de hoofdtaak "Informatie". Dit is in lijn met landelijke ontwikkelingen op het gebied van het informeren van slachtoffers en verwanten (landelijk slachtinformatiesysteem (SIS)). De aanpassing van het DB is verwerkt in de bijgevoegde versie. Ook deel 1 van het crisisplan wordt hier op aangepast. Bijlagen 1. Crisisplan deel 2 2. Overzicht tekstuele wijzigingen Crisisplan deel 1
Bijlage 2: Tekstuele wijzigingen Deel 1 Crisisplan De tekstuele wijzigingen zijn als volgt: - Op pagina 9 staat het volgende achter CoPI: "In het commando plaats incident (CoPI) wordt de leiding vormgegeven door de Leider CoPI. Deze rol wordt ingevuld door een Commandant van Dienst van de Brandweer, aangevuld met enkele opgeleide politiecommissarissen die niet regulier in het piket meedraaien maar kunnen optreden als er vanuit een (monodisciplinaire) openbare orde situatie (Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden, SGBO) doorgeschakeld moet worden naar een multidisciplinaire organisatie. Zij treden dan op als leider CoPI." In verband met de Nationale Politie wordt "enkele opgeleide politiecommissarissen" vervangen door "voor deze rol opgeleide leidinggevenden van de politie". - Op pagina 14 functienamen leden ROT worden bij de bezetting ROT als vaste leden toegevoegd de liaison Defensie en de liaison Waterschap. Deze maken sinds een aantal jaren vast deel uit van de ROT bezetting en zijn bij de vaststelling van het plan ten onrechte niet opgenomen. Onder "facultatief" wordt "Algemeen Commandanten Stafsecties" geschrapt. De Algemeen Commandanten van de Stafsecties maken vast deel uit van het ROT. - Op pagina 20 in de tabel “Bevoegdheid tot op- en afschalen” worden de volgende zaken aangepast. • Bij GRIP 1 en 2 is de bevoegdheid tot opschalen voor de Calamiteitencoördinator ook aan de starttriggers verbonden, net als bij de centralisten. Wordt dus gewijzigd in: calamiteitencoördinator / centralist op basis van starttriggers. • Bij GRIP 2 wordt het woord “beoogd” voor Operationeel Leider geschrapt. • Bij GRIP 4 wordt bij het sterretje toegevoegd dat de Operationeel Leider GRIP 4 mag afkondigen indien zowel de voorzitter veiligheidsregio als de burgemeester niet beschikbaar is. In de vorige versie werd alleen de voorzitter veiligheidsregio benoemd en niet de burgemeester. Wordt dus gewijzigd in: *In het uiterste geval kan de operationeel leider, indien de burgemeester en/of de voorzitter veiligheidsregio niet bereikbaar is, GRIP4 afkondigen. De burgemeester en/of de voorzitter veiligheidsregio dienen terstond te worden geïnformeerd. - Op pagina 30 wordt bij de facultatieve bezetting van de stafsectie geneeskundige zorg het "Hoofd Ondersteuning" toegevoegd. In eerste instantie is de GHOR uitgegaan van een multidisciplinaire invulling van deze functie. Door deze wijziging wordt het ook mogelijk deze functie monodisciplinair in te vullen.
REGIONAAL CRISISPLAN GELDERLAND-MIDDEN 2011-2014 Deel 2
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Vastgesteld door: Vastgesteld op:
Versie 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 1.0
Algemeen Bestuur Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden 19 december 2012
Afstemming in Projectgroep digitaal Projectgroep 10 september Projectgroep MT Veiligheidsbureau Veiligheidsdirectie Algemeen Bestuur
Ten behoeve van Werkversie Werkversie Doorgeleiding aan MT Veiligheidsbureau Doorgeleiding aan Veiligheidsdirectie Doorgeleiding aan Dagelijks Bestuur Vaststelling
2
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...............................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1
Inleiding.................................................................................................................................5
Hoofdstuk 2
Deelplan Bevolkingszorg.....................................................................................................7
2.1
Hoofdtaak Publieke Zorg.................................................................................................................8
2.1.1
Deeltaak Verplaatsen van mens en dier.....................................................................................8
2.1.2
Deeltaak Opvang ......................................................................................................................10
2.1.3
Deeltaak Voorzien in Primaire levensbehoefte.........................................................................12
2.1.4
Deeltaak bijzondere uitvaartzorg ..............................................................................................13
2.2
Hoofdtaak Communicatie..............................................................................................................14
2.2.1
Deeltaak Persvoorlichting .........................................................................................................14
2.2.2
Deeltaak Publieksvoorlichting...................................................................................................16
2.3.1
Deeltaak Milieubeheer ..............................................................................................................18
2.3.2
Deeltaak Ruimtebeheer ............................................................................................................19
2.3.3
Deeltaak Bouwbeheer ..............................................................................................................20
2.4
Hoofdtaak (grootschalige) Evacuatie ............................................................................................21
2.5
Hoofdtaak Informatie.....................................................................................................................23
2.5.1
Deeltaak Centrale Registratie en informatie bureau (CRIB) ....................................................23
2.5.2
Deeltaak Centrale Registratie en Afhandeling Schade (CRAS)...............................................25
2.5.3
Deeltaak Verslaglegging...........................................................................................................26
2.5.4
Deeltaak Interne Communicatie ...............................................................................................27
2.6
Hoofdtaak Ondersteuning .............................................................................................................28
2.6.1 Deeltaak Bestuursondersteuning, waaronder juridische en financiële ondersteuning en protocollaire zaken.................................................................................................................................28 2.6.2
Deeltaak Preparatie Nafase......................................................................................................29
Hoofdstuk 3
Deelplan Brandweerzorg ...................................................................................................30
3.1
Hoofdtaak Bron- en Emissiebestrijding.........................................................................................31
3.2
Hoofdtaak Redding .......................................................................................................................34
3.3
Hoofdtaak Ontsmetting .................................................................................................................36
3.4
Hoofdtaak Informatiemanagement................................................................................................38
3.4.1 3.5
Deeltaak Waarnemen en meten ...............................................................................................38 Hoofdtaak Ondersteuningsmanagement .....................................................................................40
3.5.1
Deeltaak Waarschuwen bevolking............................................................................................40
Hoofdstuk 4
Deelplan Geneeskundige Zorg..........................................................................................42
4.1
Hoofdtaak Acute gezondheidszorg ...............................................................................................43
4.2
Hoofdtaak Publieke Gezondheidszorg..........................................................................................45
Hoofdstuk 5
Deelplan Politiezorg ...........................................................................................................47
5.1
Hoofdtaak Mobiliteit.......................................................................................................................48
5.2
Hoofdtaak Ordehandhaving ..........................................................................................................51
5.3
Hoofdtaak Bewaken en Beveiligen ...............................................................................................53
3
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.4
Hoofdtaak Opsporing ....................................................................................................................55
5.5
Hoofdtaak Interventie ....................................................................................................................58
Hoofdstuk 6 6.1
Hoofdtaak Informatiemanagement................................................................................................62
Hoofdstuk 7 7.1
Deelplan Informatiemanagement......................................................................................60 Deelplan Logistiek / Ondersteuningsmanagement.........................................................64
Hoofdtaak Logistiek / Ondersteuningsmanagement.....................................................................66
Bijlagen..........................................................................................................................................................68 Bijlage 1
Besluit...................................................................................................................................68
Bijlage 2
Verzendlijst ...........................................................................................................................69
Bijlage 3
Afkortingen ...........................................................................................................................70
4
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 1
Inleiding
Inleiding
In deel 2 van het Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden worden de hoofd- en deeltaken beschreven, onderverdeeld in de deelplannen: -
Bevolkingszorg; Brandweerzorg; Geneeskundige zorg; Politiezorg; Informatiemanagement en Ondersteuningsmanagement.
Deze beschrijvingen vormen het kader waar binnen de gemeenten en de hulpdiensten hun taak uitvoeren tijdens een crisis. In dit deel staat wie wat gaat doen op het moment dat er een crisis is en wat ze daarvoor hebben geregeld. De ‘hoe’ vraag wordt beantwoord in de individuele draaiboeken van de gemeenten en in de handboeken en procedures van de hulpdiensten.
Voor wie
Deel 2 van het RCP is bestemd voor de crisisfunctionarissen binnen de regio GelderlandMidden en wordt ter beschikking gesteld door middel van toezending van een digitaal exemplaar. Tevens wordt het document beschikbaar gemaakt via brandweer extranet, het RCC domein en LCMS.
Revisie en borging
Deel 2 van het RCP wordt minimaal eenmaal per vier jaar vastgesteld door het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Zodra belangrijke wijzigingen plaatsvinden, zullen deze in dit plan aangepast worden en zal het plan opnieuw vastgesteld worden. Het MT Veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor het beheer van deel 2 van het regionaal crisisplan.
Leeswijzer De beschrijvingen in dit tweede deel zijn opgebouwd volgens een vaste indeling. Alle
deelplannen beginnen met een algemene inleiding. De hoofd- en deeltaken zijn op een zelfde manier omschreven voor de disciplines om eenheid en onderlinge verbanden goed in beeld te brengen. Doel Doelgroep Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Taken Oude processen Aandachtspunten Relevante planvorming Activiteiten binnen taak
Hier wordt het doel van de hoofdtaak weergegeven. Hier wordt de doelgroep helder gemaakt. In dit onderdeel worden de verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de taak omschreven. Wie is verantwoordelijk en bevoegd. In dit onderdeel worden de taken omschreven. Wat moet er gedaan worden. Hier wordt de relatie naar de processen uit het oude rampenplan weergegeven. Hier worden aandachtspunten per taak weergegeven. Hier wordt gerefereerd aan onderliggende draaiboeken, plannen, procedures of handboeken. Hier worden de activiteiten binnen de betreffende taak kort weergegeven.
5
AC
Algemeen Commandant
Hovj
Hoofd Officier van Justitie
R/O
Rijksheren/Overige adviseurs
B
Burgemeesters direct betrokken gemeenten
IMROT
Informatiemanager ROT
LOGROT
Staffunctionaris logistiek ROT
SC
Strategisch communicatieadviseur Regionaal Beleidsteam
BO I&R
BackOffice Informatie en Resources / Ondersteuning
L
Leidinggevende diensten (bevolkingszorg, brandweer, GHOR en politie
COPI
Commando Plaats Incident
LD
Liaison Defensie ROT
RBT
GBT
Gemeentelijk Beleidsteam
Lp
Liaison Publiek Privaat
T
Teamleider
GMK
Gemeenschappelijke Meldkamer
LROT
Leider ROT
VZ
Voorzitter (Regionaal/Gemeentelijk) Beleidsteam
H
Hoofd
OL
Operationeel Leider
VzW
Voorzitter Waterschap
Bronvermelding: oorspronkelijk knoppenmodel gemaakt door Veiligheidsregio Gelderland Zuid, Veiligheidsbureau, Lukas Vermeulen. Aangepast voor Gelderland-Midden.
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 2
Deelplan Bevolkingszorg
Schema
De plaats van de Bevolkingszorg binnen de crisisorganisatie.
Inleiding
De taken in het kader van bevolkingszorg worden uitgevoerd door de 16 gemeenten in de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Dit hoofdstuk beschrijft de inrichting van de crisisorganisatie op het gebied van bevolkingszorg, inclusief taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Bevolkingszorg
Bevolkingszorg kent de volgende hoofdtaken: - Publieke zorg - Communicatie - Omgevingszorg - (grootschalige) Evacuatie Daarnaast zijn er twee ondersteunende taken: - Informatiemanagement - Ondersteuningsmanagement.
Locatie
De uitvoerende teams zijn gehuisvest in het gemeentelijk coördinatiecentrum van de incidentgemeente, met uitzondering van het regionaal actiecentrum communicatie. Het regionaal actiecentrum communicatie is gehuisvest is het stadskantoor van de gemeente Arnhem.
Uitvoering
De taken in het kader van de bevolkingszorg worden uitgevoerd door gemeentelijke lokale teams met uitzondering van het regionale actiecentrum communicatie. Het regionale actiecentrum communicatie wordt gevuld door een regionale pool van communicatiemedewerkers en staat onder leiding van een regionale teamleider.
7
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.1
Hoofdtaak Publieke Zorg
2.1.1 Deeltaak Verplaatsen van mens en dier
Doel
De schadelijke gevolgen voor bepaalde groepen mensen en dieren van een ramp of crisis (of dreiging daarvan) zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken door hen naar elders te verplaatsen.
Doelgroep
Alle mensen en dieren die in een bedreigd gebied verblijven.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Publieke Zorg (HPZ) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden Verplaatsen van mens en dier.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om de verplaatsing van mens en dier mogelijk te maken.
Oude processen
Ontruimen en evacueren.
Aandachtspunten
• • • • • •
verantwoordelijken nemen besluit tot verplaatsen; alarmeren en informeren van betrokkenen; aanwijzen en inrichten van een opvanglocatie; bepalen van opstapplaatsen; bewaking van het ontruimde gebied; teruggeleiding naar herbewoning.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek Verplaatsen van mens en dier.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
activiteit Bepalen noodzaak tot inzet van het Team Verplaatsen Besluit tot ontruimen / evacueren Bepalen wijze van alarmeren / informeren bevolking Inschatten aantal te verplaatsen mensen en dieren Bepalen wijze van verplaatsen mensen Bepalen opstapplaatsen Organiseren transport dieren Controle op de ontruiming Bewaking ontruimde gebied Terugkeren
bz C C C C C C C
brw U B (C) U U U -
ext U (C) U (C) U
ghor U U U U U
pol U B (C) U U U/C U C C U
8
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Waterschap, Nederlandse Rode Kruis.
9
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.1.2 Deeltaak Opvang
Doel
Het onderbrengen in één of meerdere opvangcentra van daklozen, evacués, behandelde gewonden en huisdieren die niet langer in een bedreigd gebied kunnen of mogen verblijven of naar aanleiding van een ramp of crisis tijdelijk moeten worden ondergebracht.
Doelgroep
Alle mensen en huisdieren die niet langer in een bedreigd gebied mogen verblijven of naar aanleiding van een ramp of crisis tijdelijk moeten worden ondergebracht.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Publieke (HPZ) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden Opvang.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om de opvang van daklozen,evacués, behandelde gewonden en huisdieren mogelijk te maken.
Oude processen
Opvang en verzorgen.
Aandachtspunten
• • • • • • •
bepalen noodzaak tot opvang alarmeren en informeren betrokkenen aanwijzen, inrichten en bekendmaken opvanglocatie psychosociale opvang eerste hulp opvanglocatie toezicht toegang opvanglocatie terugkeren
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek opvang.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
10
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
activiteit Bepalen noodzaak tot opvang Besluit tot opstarten team Opvang Inschatten aantal op te vangen personen en mobiliteit daarvan Bepalen wijze van alarmeren / informeren bevolking Inschatten tijdsduur opvang Alarmeren NRK Inrichten opvanglocatie Registratie opgevangenen Opvang beperkt zelfredzamen Opvang huisdieren Eerste hulp opvanglocatie Psychosociale opvang Informeren aanwezigen binnen de opvanglocatie Leveren van primaire levensbehoefte voor aanwezigen binnen de opvanglocatie Toezicht toegang opvanglocatie Terugkeren
bz C C C
brw U -
ext U -
ghor U U
pol U U
C C C C C C C C C C C
B U -
U (C) -
(C) U U -
-
U U U U U U U U
C C
-
U U
U
U U
-
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Waterschap, Nederlands Rode Kruis, beheerder/exploitant opvanglocatie.
11
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.1.3 Deeltaak Voorzien in Primaire levensbehoefte
Doel
Het verstrekken van voedsel, drank, kleding, geld en medicijnen en/of het regelen van tijdelijke huisvesting voor mensen die daaraan behoefte of recht op hebben omdat ze slachtoffer zijn van een ramp of crisis.
Doelgroep
Slachtoffers van een ramp of crisis voor zover die niet in staat zijn zelf in de primaire levensbehoeften te voorzien.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Publieke Zorg (HPZ) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden Voorzien in Primaire levensbehoefte.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om Voorzien in Primaire levensbehoefte mogelijk te maken.
Oude processen
Voorzien in primaire levensbehoeften.
Aandachtspunten
• • • •
alarmeren en informeren betrokkenen; coördinatie verstrekken nooddrinkwater; inzicht in gevoelige afnemers nutsvoorzieningen; samenwerking externe relaties.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek Voorzien in primaire levensbehoeften.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6 7
activiteit Bepalen noodzaak tot inzet van het Team Primaire Levensbehoefte Catering in opvanglocaties Medicijnen evacués Opstellen plan van aanpak distributie nooddrinkwater Coördinatie verstrekken nooddrinkwater Langdurige huisvesting regelen Gevoelige afnemers van nutsvoorziening in kaart brengen
bz C
brw U
C C C C C C
-
ext U U U U U U U
ghor U
pol -
U U
U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Waterschap, Vitens, beheerder/exploitant opvanglocatie.
12
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.1.4 Deeltaak bijzondere uitvaartzorg
Doel
Het bieden van bijzondere uitvaartzorg, zoals de mogelijkheid tot (gemeenschappelijke) rouwverwerking, stille tochten, herdenkings- en uitvaartdiensten.
Doelgroep
- de nabestaanden (familie en relaties) van de overleden slachtoffers - voor wat betreft de collectieve rouwverwerking de gehele samenleving (inclusief hulpverleners).
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Publieke Zorg (HPZ) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden Bijzondere uitvaartzorg.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om Bijzondere uitvaartzorg mogelijk te maken.
Oude processen
Uitvaartverzorging.
Aandachtspunten
-
achterhalen identiteit overledenen (via politie); inrichten van ruimte of ruimten die worden gebruikt als morgue en Chapelle ardente; organiseren rouwdienst; instellen en beheren condoleanceregister;
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek bijzondere uitvaartzorg.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6
activiteit Vaststellen aantal overledenen Aanwijzen contactpersoon voor nabestaanden Contacten onderhouden met externe partijen Inrichten morgue en Chapelle aardende Inventariseren behoefte en organisatie van mogelijkheid tot (gemeenschappelijke) rouwverwerking zoals stille tochten en herdenkingsdiensten Instellen en beheren condoleanceregister
bz C C C C C
brw U
C
-
ext U U U U U
ghor U U
pol U U
-
-
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. uitvaartondernemer(s), kerken.
13
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.2
Hoofdtaak Communicatie
2.2.1 Deeltaak Persvoorlichting
Doel
• •
•
Betekenisgeving/duiding: betekenis geven aan feiten en omstandigheden en daarmee verbinding maken met betrokkenen en getroffenen van de ramp of crisis (duidelijk maken wat de crisis betekent voor de samenleving) Schadebeperking: beperken van materiële en immateriële schade door het informeren over maatregelen, het geven van gedrags- en handelingsadviezen en –instructies aan betrokkenen en getroffenen van de ramp of crisis en het stimuleren van zelfredzaamheid. Informatieverstrekking: verzorgen van algemene informatieverstrekking, openbaarmaking, verklaring en toelichting van het beleid van de burgemeester over de bestrijding van de crisis en het schetsen van feiten en omstandigheden, zodat betrokkenen en getroffenen een actueel beeld krijgen van (te verwachten) situaties en gebeurtenissen.
Doelgroep
Media.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Communicatie is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de leden van het Regionaal Actiecentrum Communicatie, lokale communicatie-adviseurs en –medewerkers en het Copi.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om persvoorlichting mogelijk te maken. Taken komen in algemene zin op het volgende neer: • Informeren over aard, omvang, aanpak, gevolgen, duur en verloop, over maatregelen, het proces en/of wat de getroffenen zelf kunnen of moeten ondernemen. • Voor het voetlicht brengen van de dilemma’s, beslissingen en keuzes van autoriteiten en hulpverleners. • Een werkelijkheid schetsen die relevant is voor de buitenwereld. • Onophoudelijk schetsen van feiten en omstandigheden op basis waarvan iedereen een correct beeld krijgt van de (te verwachten) situaties en gebeurtenissen.
Oude processen
Voorlichting en informeren.
Aandachtspunten
Persvoorlichters moeten zich actief en voortdurend inspannen om: • De aandacht van de media te vestigen op belangrijke aspecten van de crisisaanpak en de betekenis daarvan voor de bevolking. • De media zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen • Ook in de nazorgfase contacten te onderhouden met de pers
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in Draaiboek Crisiscommunicatie.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
14
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
nr 1 2 3 4
activiteit Faciliteiten voor media tot stand brengen. Telefonisch beantwoorden van mediavragen. Media tijdig, eenduidig, kernachtig en concreet informeren. Organiseren en geven van interviews.
bz C C C C
brw U (C) U
5
Organiseren en geven van persconferentie.
C
U
ext
ghor
pol
U
U (C) U
U
U
U (C) U/ (C) U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Openbaar Ministerie, Waterschap, liaisons.
15
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.2.2 Deeltaak Publieksvoorlichting
Doel
Doorgeven van gedrags- en handelingsadviezen of -instructies aan burgers voorafgaand, tijdens en/of na een ramp of crisis (of dreiging daarvan).
Doelgroep
Bevolking, in het bijzonder de (direct)-getroffenen van de ramp of crisis.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Communicatie is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de leden van het Regionaal Actiecentrum Communicatie en lokale communicatie-adviseurs en –medewerkers.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om publieksvoorlichting mogelijk te maken. Taken komen in algemene zin op het volgende neer: • Informeren over aard, omvang, aanpak, gevolgen, duur en verloop, over maatregelen en/of wat de getroffenen (betrokkenen, gedupeerden) zelf kunnen of moeten ondernemen. • Voor het voetlicht brengen (toelichten, verklaren, duiden) van de dilemma’s, beslissingen en keuzes van autoriteiten en hulpverleners.
Oude processen
Voorlichting en informeren.
Aandachtspunten
•
•
Om effectief en betrouwbaar te kunnen communiceren is geloofwaardigheid een belangrijke voorwaarde. Publiek zal deze inschatten op basis van getoonde openheid, gedeelde betekenisgeving, deskundigheid, eerlijkheid en empathie. De communicatie moet er onder meer op gericht zijn mensen te stimuleren zoveel mogelijk zelf aan het werk te gaan en elkaar te helpen.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in Draaiboek Crisiscommunicatie.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6 7
activiteit Bepalen noodzaak tot inzet Publieksvoorlichting Openstellen en publiceren van belangrijke telefoonnummers voor publieksvragen. Activeren publieksinformatienummer 0800-0251/ 0800-1351 Inrichten webpagina. Opstellen bewonersbrieven. Organiseren informatiebijeenkomst. Publieksinformatie in nazorgfase.
bz C C
brw U -
C C C C C
U U U -
ext U U U U U U
ghor U -
pol U -
U U U (C)
U U (C) -
16
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Openbaar Ministerie, Waterschap, liaisons.
17
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.3
Hoofdtaak Omgevingszorg
2.3.1 Deeltaak Milieubeheer
Doel
Schadelijke gevolgen van een ramp of crisis voor het milieu voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
Doelgroep
• • • •
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Omgevingszorg is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak.
Taken
Het nemen van maatregelen met als doel het milieu te beschermen. Hieronder vallen: • toezichts- en handhavingstaken • afvaltaken waaronder het inzamelen van besmette waren • taken voortvloeiend uit wet- en regelgeving.
Oude processen
Milieuzorg
Aandachtspunten
•
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek milieubeheer.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6
Burgers Bedrijven Hulpverleners Grond- en waterbeheersers
Treffen van maatregelen i.o.m. hulpdiensten en externe partners zoals het waterschap en het RIVM
Activiteit Het analyseren van relevante gegevens Het opstellen van een acuut inzetplan Het beschikbaar krijgen van mensen en middelen Het inzetten van mensen en middelen Uitvoering geven aan het meten Het vaststellen van milieumaatregelen
bz U U U U U C
brw C C C C C (C)
ext (C) U U U (U)
ghor U U U U U U
pol U U U -
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. het waterschap, het RIVM, gespecialiseerde bedrijven.
18
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.3.2 Deeltaak Ruimtebeheer
Doel
Het beheren van de openbare ruimte tijdens en na een ramp of crisis.
Doelgroep
• • •
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Omgevingszorg is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak.
Taken
Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het betreft taken op het gebied van openbare verlichting, rioleringen, wegen, groen, bodem, etc.
Oude processen
N.v.t.
Aandachtspunten
Maatregelen treffen i.o.m. hulpdiensten en externe partners zoals het waterschap en het RIVM.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in draaiboek Ruimtebeheer.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1
2 3 4 5 6
Burgers Beheerders infrastructuur (wegen, spoor, water) Gebruikers infrastructuur (hulpdiensten, transporteurs, particulieren)
activiteit Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident in de fysieke leefomgeving om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties hierbij betrokken moeten worden. Het beoordelen van de staat van wegen en openbare ruimten. Het verzamelen van meldingen van apparatuur (zoals rioleringsignalering). Het zo nodig afsluiten van riolen, met het oog op het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Het ondersteunen bij het gebruik en/of de afzetting van de openbare ruimte. Beheer openbare ruimte (verlichting, etc.)
bz C
brw U
C
-
C
ext U
ghor -
pol U
U
-
-
-
-
-
-
U
-
U
-
C
U
-
-
-
-
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. het waterschap, de nutsbedrijven, aannemers weg- en waterbouw.
19
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.3.3 Deeltaak Bouwbeheer
Doel
Het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving.
Doelgroep
• •
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Omgevingszorg is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak.
Taken
Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen. Het gaat hierbij om toezichts- en handhavingstaken op het gebied van bouwregelgeving, het beheer van monumenten, cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken, etc.
Oude processen
N.v.t.
Aandachtspunten
Maatregelen treffen i.o.m. externe partners zoals provincie, rijk en monumentenwacht.
Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1
2 3 4
Gebouweigenaren en bewoners Beheerders gemeentelijke gebouwen, musea, archieven en monumenten.
activiteit Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident voor wat betreft de staat van bebouwing om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties erbij betrokken moeten worden. Het nemen van maatregelen voor monumenten en cultureel erfgoed. Het verzorgen van noodmaatregelen om gevaarlijke situaties aan bouwwerken aan te pakken of verdergaande schade te voorkomen (noodsloop, stutten). Het behartigen van de belangen van de gemeente als eigenaar van bouwwerken die schade hebben opgelopen.
bz C
brw -
C
-
C
-
ext U
ghor -
pol -
U
-
-
U
-
-
C
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. eigenaren monumenten en cultureel erfgoed, Monumentenwacht, bouwbedrijven.
20
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.4
Hoofdtaak (grootschalige) Evacuatie
Doel
De schadelijke gevolgen voor bepaalde groepen mensen en dieren van een ramp of crisis (of dreiging daarvan) zoveel mogelijk te voorkomen en/of te beperken door hen naar elders te verplaatsen.
Doelgroep
De bij de crisis betrokken personen en zo mogelijk dieren alsmede onvervangbare kunst- en cultuurgoederen/objecten die zich in het bedreigde gebied bevinden.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Evacuatie gebeurt op last van het bevoegd gezag. Het Hoofd Evacuatie (HEC) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze taak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden Verplaatsen van mens en dier.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om de verplaatsing van mens en dier (evacuatie) mogelijk te maken.
Oude processen
Ontruimen en evacueren.
Aandachtspunten
• • • • •
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek evacuatie.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
besluit tot evacueren moet door burgemeester worden genomen; aanwijzen en inrichten van een opvanglocatie; bepalen van opstapplaatsen; bewaking van het ontruimde gebied; teruggeleiding naar herbewoning.
activiteit Bepalen noodzaak tot inzet van het Team Verplaatsen Besluit tot evacueren Bepalen wijze van alarmeren / informeren bevolking Inschatten aantal te verplaatsen mensen en dieren Bepalen wijze van verplaatsen mensen Bepalen opstapplaatsen Organiseren transport dieren Controle op de ontruiming Bewaking ontruimde gebied Terugkeren
bz C B C C C C C C
brw U (C) U U U -
ext U (C) U (C) U
ghor U U U U U
pol U (C) U U U/C U C C U
21
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Waterschap, Nederlandse Rode Kruis.
22
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.5
Hoofdtaak Informatie
2.5.1 Deeltaak Centrale Registratie en informatie bureau (CRIB)
Doel
- Het verzamelen, registreren en verifiëren van alle van belang zijnde gegevens over slachtoffers van een ramp of crisis en/of over mensen en dieren die worden opgevangen als gevolg van een ramp of crisis. - Het verstrekken van geautoriseerde informatie aan familieleden en/of relaties van personen die getroffen zijn door een ramp of crisis.
Doelgroep
De bij de ramp of crisis betrokken slachtoffers inclusief de slachtoffers onder de rampbestrijders, familie en relaties. Bij de doelgroep horen ook de mensen en dieren die worden opgevangen als gevolg van een ramp of crisis. De informatie wordt verstrekt aan het bevoegd gezag (en op aanwijzing van het bevoegd gezag aan belanghebbenden).
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Informatie (HIN) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden CRIB.
Taken
- Het organiseren van mens en middelen om verwanteninformatie mogelijk te maken. - Registratie van mensen en dieren. Hiertoe behoren in ieder geval: • het registreren van slachtoffers van de ramp of crisis • het registreren van personen en dieren die gebruik maken van de opvangcentra • het opstellen van lijsten van vermiste personen • het bewerken van verzamelde gegevens ten behoeve van verwanteninformatie
Oude processen
Registratie van slachtoffers (CRIB).
Aandachtspunten
• • •
• •
De te geven informatie gaat niet verder dan de verblijfplaats van de gezochte persoon. Over de toestand van de gezochte persoon wordt geen informatie gegeven. Een belangrijke taak is ook om de persoonsinformatie bij ziekenhuizen (via de GHOR) en/of bij opvangcentra (via Actiecentrum Opvang) zo snel mogelijk te achterhalen, zodat er concreet antwoord gegeven kan worden op vragen van familieleden, relaties en het bevoegd gezag. Indien de gezochte persoon gewond is en zich in een ziekenhuis bevindt kan dit worden meegedeeld. Nadere informatie over de toestand van gezochte kan dan worden gegeven door het ziekenhuis. Er wordt geen enkele informatie verstrekt over overleden personen (de politie informeert de nabestaanden van overledenen).
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek CRIB.
Activiteiten binnen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende
23
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
taak nr 1 2 3 4 5 6 7 8
taken. activiteit Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Inzetten van personeel en middelen Registratie van slachtoffers in opvanglocatie(s) Compleet maken registratie van gewonde en dodelijke slachtoffers Verificatie geregistreerde gegevens Inlichtingen aan verwanten verstrekken Bepalen noodzaak tot inzet Verwanteninformatie Informeren verwanten
bz C C C C
brw -
ext -
ghor U
pol U
C C C C
U -
U
U U U U
U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. ziekenhuizen en opvanglocaties.
24
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.5.2 Deeltaak Centrale Registratie en Afhandeling Schade (CRAS)
Doel
Registratie en coördinatie van schademeldingen die het gevolg zijn van een ramp of crisis en mede op basis van deze meldingen inzicht verkrijgen in de totale omvang van de schade.
Doelgroep
Burgers en bedrijven die schade hebben als gevolg van de ramp of crisis. Daar waar het gaat om het verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de schade behoren het bevoegd gezag en de verzekeringsmaatschappijen ook tot de doelgroep.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Informatie (HIN) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de Teamleider en teamleden CRAS.
Taken
• • • •
Het registeren van schademeldingen die door particulieren en bedrijven of instellingen bij de gemeente worden gedaan. Het registreren en zo mogelijk vaststellen van schade aan gemeentelijke eigendommen. Het registreren van de schademeldingen en bevindingen van experts en taxateurs, alsmede het aansturen van experts en taxateurs. Zorgdragen voor een eerste quick scan van de schade op basis waarvan (nood)reparaties uitgevoerd kunnen worden om onnodige vervolgschade te voorkomen.
Oude processen
Centrale Registratie en Afhandeling Schade (CRAS)
Aandachtspunten
Na inrichting van een IAC vindt de schaderegistratie in het IAC plaats
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek CRAS.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4
activiteit Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Inzetten van personeel en middelen Inname van schadeformulieren en verificatie Vaststellen schade
bz C C C C
brw -
ext U U U
ghor -
pol -
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Verzekeraars Hulpdienst (VHD).
25
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.5.3 Deeltaak Verslaglegging Doel
De besluitvorming en de gemaakte afspraken in het GBT en de teams van het onderdeel Bevolkingszorg wordt op een adequate manier vastgelegd in een besluiten- en actielijst met als doel: • overzicht te houden op lopende acties; • zaken te signaleren die nog afgehandeld moeten worden; • overdracht van werkzaamheden bij aflossing van medewerkers te vergemakkelijken; • bij de evaluatie van het incident inzicht te hebben in het verloop van het incident.
Doelgroep
De bij de ramp of crisis bestrokken betrokken organisaties, instanties en personen. Voor het afleggen van verantwoording: de gemeenteraad, Commissaris van de Koningin, minister van Veiligheid en Justitie en onderzoekende instanties.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Informatie (Hin) is onder leiding van de Algemeen Commandant verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de leden van de BackOffice Informatiemanagement.
Taken
Het organiseren van mens en middelen om een adequate verslaglegging mogelijk te maken.
Oude processen
Verslaglegging.
Aandachtspunten
Zorg voor een zorgvuldige vastlegging van de afspraken en besluiten.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek Verslaglegging.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4
activiteit Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Inzetten van personeel en middelen Verzamelen informatie Samenstellen eindverslag
bz C C C C
brw U U U U
ext U U U U
ghor U U U U
pol U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. waterschap en nutsbedrijven.
26
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.5.4 Deeltaak Interne Communicatie
Doel
Verkrijgen van inzicht in de stand van zaken tijdens de bestrijding én de nafase van een ramp of crisis door middel van het volgen en vastleggen van gegevens.
Doelgroep
Het gemeentelijk beleidsteam en leden van het team Bevolkingszorg.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Informatie (HIN) is onder leiding van de Algemeen Commandant verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de leden van de Backoffice Informatiemanagement.
Taken
Informatie raadplegen en uitwisselen o.a. door het gebruik van een digitaal informatiemanagementsysteem;.
Oude processen
Voorlichten en informeren.
Aandachtspunten
Dit betreft een interne taak. Er wordt dus geen informatie verstrekt aan pers en publiek.
Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek communicatie.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4
activiteit Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Inzetten van personeel en middelen Bijhouden van beeld bevolkingszorg in LCMS Inventariseren en beoordelen informatie in LCMS
bz C C C C
brw -
ext -
ghor -
pol -
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester.
27
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.6
Hoofdtaak Ondersteuning
2.6.1 Deeltaak Bestuursondersteuning, waaronder juridische en financiële ondersteuning en protocollaire zaken
Doel
Het ondersteunen van het bestuur ten tijde van een ramp of crisis.
Doelgroep
Het bestuur.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Ondersteuning (HON) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de BackOffice Resource management en/of het team Bestuursondersteuning.
Taken
Advisering en ondersteuning van het bestuur op het gebeid van juridische, financiële en protocollaire zaken.
Oude processen
n.v.t.
Aandachtspunten Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek Bestuursondersteuning.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3 4
activiteit Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Inzetten van personeel en middelen Inname van vragen en verzoeken en verificatie Vaststellen juridische, financiële, protocollaire zaken
bz C/U C/U C/U C/U
brw -
ext -
ghor -
pol -
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester.
28
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
2.6.2 Deeltaak Preparatie Nafase
Doel
Het voorbereiden van maatregelen om na de ramp of crisis zo snel mogelijk terug te keren naar een “genormaliseerde” situatie. Daartoe behoort ook het voorbereiden en primair inrichten van een Informatie en AdviesCentrum (IAC).
Doelgroep
• • •
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het Hoofd Ondersteuning (HON) is onder leiding van de Algemeen Commandant Bevolkingszorg verantwoordelijk voor de uitvoering van deze deeltaak. Hij kan hierbij een beroep doen op de BackOffice Resource management en/of het team Nafase.
Taken
•
•
Oude processen
de door de ramp of crisis getroffenen en hun familie en relaties hulpverleners / betrokken medewerkers bedrijven
inzicht krijgen in de omvang en gevolgen van de ramp of crisis waarbij in ieder geval aandacht bestaat voor psychosociale, medische, materiële en financiële schade en de wijze waarop deze kan worden hersteld en indien van toepassing vergoed; het opstellen van een advies, plan van aanpak of projectplan met betrekking tot de Nafase voor het bestuur en/of management.
Nazorg
Aandachtspunten Relevante planvorming
Nadere uitwerking in het draaiboek Preparatie Nafase.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1 2 3
activiteit Starten preparatie op de nafase Inrichten van een (project)organisatie Aanwijzen van een (project)leider Nafase
bz C/U C/U C/U
brw -
ext U -
ghor U -
pol -
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externen zijn maatschappelijke organisatie zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk en Slachtofferhulp.
29
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 3
Deelplan Brandweerzorg
Schema
De plaats van de Brandweerzorg binnen de crisisorganisatie. Inleiding
De inrichting van de crisisorganisatie voor brandweerzorg is in handen van de regionale brandweer en staat beschreven in dit 'Deelplan brandweerzorg'. De organisatie bestaat uit een stafsectie brandweerzorg met een algemeen commandant aan het hoofd. Bij een crisis geeft de stafsectie leiding aan alle brandweertaken en de totale inzet van brandweereenheden.
Brandweerzorg
De brandweerzorg kent de volgende hoofdtaken: - Bron- en emissiebestrijding Redding Ontsmetting Daarnaast zijn er nog twee ondersteunende taken: informatiemanagement ondersteuningsmanagement
Uitvoering
Binnen de basisbrandweerzorg worden incidenten tot en met de inzet van vier tankautospuiten uitgevoerd, onder leiding van een OvD. Daarboven is sprake van grootschalig optreden. De basiseenheid voor grootschalig optreden bestaat uit een brandweerpeloton met vier tankautospuiten onder leiding van een pelotonscommandant. Bij verdere opschaling en inzet van meerdere pelotons staan de pelotonscommandanten onder leiding van een compagniescommandant / taakcommandant. Daarnaast zijn er specialistische eenheden voor inzet bij gevaarlijke stoffen, redding en ontsmetting. Na opschaling van de crisisbeheersingsorganisatie worden de taken brandweerzorg uitgevoerd onder leiding van de algemeen commandant brandweerzorg.
30
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
3.1
Hoofdtaak Bron- en Emissiebestrijding
Doel
Doel van deze hoofdtaak is het ten tijde van een incident/calamiteit/crisis voorkomen, beperken en bestrijden van de fysische oorzaak en de daarmee samenhangende fysische effecten van de incident/calamiteit/crisis, voor zover deze in artikel 3, lid 1 Wet veiligheidsregio’s is opgenomen.
Doelgroep
Dit deelproces is bedoeld voor: - De bevolking / dieren; - Het maatschappelijke leven / de industrie; - De bij de hulpverlening betrokken hulpverleners.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De brandweer is taakverantwoordelijke voor deze taak in samenwerking met de politie, GHOR en de gemeenten.
Taken
De hoofdtaak Bron- en emissiebestrijding wordt verdeeld in drie deeltaken: - Brandbestrijding; - Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen; - Decontaminatie. Opmerking: Bij decontaminatie gaat het om de reguliere ontsmetting bij een inzet van gevaarlijke stoffen van enkele hulpverleners of slachtoffers. Grootschalige ontsmetting wordt besproken in hoofdtaak "Ontsmetting".
Oude processen
De oude brandweerprocessen "Brandbestrijding en emissie gevaarlijke stoffen" en "Toegankelijk maken en opruimen" zijn in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
Voor contacten met hulppotentieel (van derden) wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de normale praktijk, conform de formele bijstandsprocedures. Diensten die voor eigen activiteiten reeds contacten met derden onderhouden, doen dat zoveel mogelijk ook in de voorbereiding en in de operationele situatie. Indien van bestaande contacten geen sprake is, ligt contact vanuit de meest overeenkomstige dienst/discipline voor de hand. Voor het overige is de brandweer als taakverantwoordelijke de aangewezen discipline. Inwendige ontsmetting is een vorm van geneeskundige hulpverlening. Aandachtspunten in geval van terrorisme: - Bij de dreiging van aanslagen is het bepalen van bron- en effectgebied moeilijk door vele onzekere factoren (o.a. exacte wapens, kracht explosie, locatie). - Bij dreiging van aanslagen en na aanslagen kan inzet van BBE of andere militaire- of politiediensten met bijzondere competenties noodzakelijk zijn. - Bij aanslagen in het buitenland komt het steeds vaker voor dat op hetzelfde moment of kort achtereenvolgens aanslagen worden gepleegd op verschillende locaties. Dit heeft effecten op de verdeling van (schaarse) hulpverleningscapaciteit bij de bron- en effectbestrijding. - De dreiging van een vervolgaanslag maakt een snelle dreigingsanalyse door de politie noodzakelijk. - Direct na een aanslag kan de politie geen garantie afgeven voor de veiligheid van hulpverleners in het bron- en effectgebied. - CBRN: Aanslagen met CBRN-wapens zijn niet eenvoudig te detecteren
31
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
(zie deeltaak Waarnemen en Meten). Het risico van vervolgaanslagen heeft effect op de capaciteitsverdeling van hulpverleningscapaciteit en op de veiligheid van hulpverleners. Een snelle dreigingsanalyse is onmisbaar. - De algehele veiligheid van hulpverleners is een verantwoordelijkheid van het beleidsteam. Het is de leidinggevende ter plaatse die het meest direct wordt geconfronteerd met dit vraagstuk en een inschatting moet maken. Het beleidsteam maakt hier een afweging over, aan de hand van dreigingsanalyses. - De veiligheid van hulpverleners strekt zich ook uit over het aanwezige materieel. Dit materieel moet op veilige afstand worden gepositioneerd. - Bewaken en beveiligen van objecten en personen is noodzakelijk. Tevens worden bijzondere eisen gesteld aan het herstellen van de openbare orde en het voorkomen van verdere en andersoortige ordeverstoringen (als rellen of vergeldingsacties). - Strafrechtelijk onderzoek bij terroristische aanslagen stelt extra bijzondere eisen aan deze taak. Voor strafrechtelijk onderzoek is het belangrijk dat ter plaatse niets gewijzigd wordt. Wrakstukken, onderdelen en stoffelijke resten worden niet verplaatst of weggenomen tenzij dit dringend noodzakelijk is: voor het waarborgen van de openbare orde en veiligheid; voor het redden van mensen en voor de beperking van schade aan de gezondheid; voor de essentiële bescherming van het milieu en voor het beperken van overige onacceptabel schade (materieel, cultureel historisch, enz.). Er dient een constante afweging van belangen gemaakt te worden. Afstemming met politie is nodig. -
Relevante planvorming
De werkwijzen voor bron- en emissiebestrijding zijn grotendeels vastgelegd in lesstof en werkinstructies. Voor voorzienbare incidenten met betrekking tot specifieke risico’s of objecten zijn bestrijdingsplannen opgesteld. Het gaat hierbij o.a. over plannen voor: - hoogwater; - incidenten op de grote rivieren; - incidenten op de snelwegen; - incidenten op de spoorwegen; - natuurbrandbestrijding; - luchtvaartongevallen; - ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen en - VR-plichtige bedrijven.
Activiteiten taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
binnen
32
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het in kaart brengen van de specifieke gevaaraspecten Het opstellen van een plan voor voorkoming van uitbreiding Het opstellen van een plan voor bronbestrijding Het opstellen van een plan voor emissiebestrijding Het opstellen van een plan voor decontaminatie Het opstellen van een plan voor toegankelijk maken Het bekend maken van het totale inzetplan Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Voortgangsbewaking van de bestrijdingsacties
bz U
U U U U U U
brw C C C C C C C C C C C
ext U U U U U U U U U U U
ghor U U U U U U U U U U U
pol U U U U U U U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Defensie, RIVM en bedrijfsdeskundigen.
33
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
3.2
Hoofdtaak Redding
Doel
Doel van deze hoofdtaak is het opsporen, redden en in veiligheid brengen van slachtoffers, waarbij in een zo vroeg mogelijk stadium de voorwaarden worden gecreëerd voor het bieden van snelle en goed georganiseerde geneeskundige hulpverlening om slachtoffers aldus een maximale overlevingskans te bieden.
Doelgroep
Deze hoofdtaak is bedoeld voor de slachtoffers
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De brandweer is taakverantwoordelijk voor deze hoofdtaak in samenwerking met de GHOR, de gemeenten en particuliere aannemers.
Taken
De hoofdtaak Redding wordt verdeeld in twee deeltaken: - Redding - Technische hulpverlening Opmerking: De brandweer (bij gevaarlijke stoffen) en/of de politie (bij openbare orde problemen) bepaalt wanneer andere hulpverleners zich in het onveilige gebied mogen begeven.
Oude processen
Het oude brandweerproces "Redding en Technische hulpverlening” is in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
De eerst aankomende eenheden (brandweer, politie en ambulancedienst) dragen, zo nodig en zo mogelijk indien de eigen veiligheid dit toestaat, zelf zorg voor de eerste levensreddende handelingen en elementaire geneeskundige hulpverlening op de plaats van het incident. Aandachtspunten in geval van terrorisme: Er dient aandacht uit te gaan naar het risico op vervolgaanslagen (second devices). Dit risico heeft effecten op de inzet van hulpverleners en de mogelijkheden om slachtoffers te redden. Te allen tijde staat de veiligheid van hulpverleners voorop. Het risico van vervolgaanslagen belemmert de inzet van hulpverleners. De nadruk bij redding ligt op direct getroffen slachtoffers. CBRN: Bij aanslagen met CBRN-wapens kan het dilemma zich voordoen dat besmette slachtoffers niet gered en in veiligheid gebracht kunnen worden om besmetting tegen te gaan. Bij afvoer van slachtoffers dient rekening te worden gehouden met eventuele besmetting. Er dienen metingen uitgevoerd te worden om mogelijke besmettingsrisico’s te traceren alvorens slachtoffers met ambulances worden afgevoerd. Tenzij er een harde aanwijzing is voor een vervolgaanslag zal de redding te allen tijde door blijven gaan. Psychologische effecten van de aanslag op hulpverleners en slachtoffers beïnvloeden het oordeelsvermogen waardoor redding kan worden bemoeilijkt. -
Relevante planvorming
De planvorming voor de taak redding is, voor zover van toepassing, geïntegreerd in de planvorming voor de taak Bron- en emissiebestrijding.
34
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Activiteiten binnen taak nr 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het in kaart brengen van de specifieke gevaaraspecten Het opstellen van een plan m.b.t. de redding Het verspreiden van het plan onder de relevante partners Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen.
bz U U U U U
brw C C C C C C
ext U U U U U U
ghor U U U U U U
pol U U U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. particuliere aannemers.
35
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
3.3
Hoofdtaak Ontsmetting
Doel
Doel van deze hoofdtaak is het ten tijde van een incident/calamiteit/crisis zo snel mogelijk ontsmetten van mens en dier om de gevolgen van chemische, biologische en/of radioactieve besmetting te voorkomen, c.q. te beperken.
Doelgroep
Deze hoofdtaak is bedoeld voor - besmette mensen en dieren - besmet materieel, hulpverleningsvoertuigen en overige voertuigen - besmette infrastructuur t.p.v. het brongebied, i.v.m. lokale ontsmetting. Opmerkingen: Voor ontsmetting van de infrastructuur op grotere schaal wordt verwezen naar deeltaak milieuzorg van de gemeente.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De brandweer is verantwoordelijk voor de uitwendige ontsmetting. De GHOR is verantwoordelijk voor de medische behandeling van de besmetting. Bij de ontsmetting zijn verschillende organisaties betrokken. Naast de Regionale Brandweer kunnen de afdeling Medische Milieukunde en de afdeling Infectieziekten van de GGD genoemd worden.
Taken
De hoofdtaak ontsmetting wordt verdeeld in de volgende deeltaken: - Ontsmetting mens en dier - Ontsmetting voertuigen - Ontsmetting infrastructuur Opmerking: De reguliere ontsmetting bij een inzet van gevaarlijke stoffen van enkele hulpverleners of slachtoffers valt onder de hoofdtaak "Bron en emissie bestrijding".
Oude processen
De oude processen ontsmetting mens en dier en ontsmetting voertuigen en infrastructuur zijn in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
Er is een keuze tussen twee wijzen van ontsmetten: - De bevolking wordt geadviseerd zich thuis te ontsmetten. Voortduring of verdere uitbreiding van de besmetting kan een nadeel zijn. - Georganiseerde ontsmetting in centra. De mate van individuele besmetting kan beter worden vastgesteld, middelen kunnen efficiënter worden ingezet, verdere verspreiding wordt beter tegengegaan en aan individuele zorgbehoeften kan beter tegemoet worden gekomen. Nadeel van deze vorm is de omvangrijke organisatie en mogelijk kan het collectieve karakter weerstand oproepen. -
Inwendige ontsmetting is een vorm van geneeskundig hulpverlenen. Het opvangen en afvoeren van afvalproducten zo mogelijk in overleg met de milieudienst en/of de GHOR te organiseren. Vastleggen in een plan verdient aanbeveling, waarbij aandacht voor: de omvang van het ontsmettingswerk (aantallen objecten); de wijze van ontsmetten en de prioriteiten. besmetting wordt beperkt door de ontsmettingslocaties voor het
36
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
hulpverleningsmaterieel zo dicht mogelijk bij het rampterrein te kiezen. De complete hulpverleningsketen informeren over plaats, tijd en omvang van de ontsmettingswerkzaamheden.
Aandachtspunten in geval van terrorisme: - Bij een terroristische aanslag kunnen CBRN-middelen ingezet worden, waarbij ontsmetting noodzakelijk zal zijn. Grootschalige ontsmetting van mensen en dieren vergt een enorme capaciteit. De veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland is aangewezen als NBC-steunpuntregio en beschikt om deze reden over een decontaminatiecontainer. Deze container en de containers van andere steunpuntregio’s kunnen ingezet worden. - Het ministerie van Defensie heeft een ICMS/CBRN eenheid,die over speciale voertuigen en materialen beschikt. Deze eenheid (tbv ontsmetting) is binnen 6 uur na alarmering op plaats incident. - Bij grootschalige ontsmetting kunnen capaciteitsproblemen ontstaan. - Bij de bepaling van ontsmettingslocatie dient rekening te worden gehouden met vervolgaanslagen. Relevante planvorming
600 Gevaarlijke stoffen 601 Gaspakprocedure 602 Regionaal meetplan 603 Waarschuwen bevolking 607 Procedure registratie OGS incidenten 1303 Notitie ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen in Gelderland Midden Protocol decontaminatie
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een plan voor het ontsmetten van mens en dier Het opstellen van een plan voor het ontsmetten van voertuigen en infrastructuur. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Het informeren van de diverse eenheden en andere belanghebbenden
bz U U
brw C C
ext U U
ghor U U
pol U U
U
C
U
U
U
U U U
C C C
U U U
U U U
U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. bedrijfsdeskundigen, NBC-steunpuntregio's, Defensie ICMS/CBRN eenheid.
37
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
3.4
Hoofdtaak Informatiemanagement
3.4.1 Deeltaak Waarnemen en meten
Doel
Het doel van deze deeltaak is het ten tijde van een incident of calamiteit georganiseerd en gestructureerd verzamelen van (meet)gegevens over aard, ernst en omvang van een gevaarstoestand, om beslissingen over de veiligheid van de bevolking en hulpverleners te kunnen nemen.
Doelgroep
Deze deeltaak is bedoeld voor − De bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen; − De bevolking. − Het milieu
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De brandweer is procesverantwoordelijke in samenwerking met de gemeenten, GHOR en de politie. Opmerking: Het zwaartepunt van de coördinatieverantwoordelijkheid is afhankelijk van de aard van het incident. De operationele verantwoordelijkheid ligt bij: Chemisch, nucleair: brandweer Biologisch: GHOR Milieu: team Bevolkingszorg
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze deeltaak worden uitgevoerd: Het in kaart brengen van het risicogebied door gespecialiseerde eenheden/deskundigen; Het adviseren aan het bevoegd gezag betreffende: de grootte en de effecten van het risicogebied; de te nemen maatregelen om de risico's voor de bevolking en de bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen tot een minimum te beperken
Oude processen
Waarnemen en meten.
Aandachtspunten
-
-
De brandweer beschikt over een Waarschuwings- en Verkenningsdienst (WVD) die is toegerust om de informatie te genereren. Gewerkt wordt aan de hand van en regionaal meetplan. Metingen kunnen ook uitgevoerd worden door externe deskundigen of instellingen, zoals stationaire- en mobiele meetnetten van andere meetdiensten, zoals o.a. RIVM, het Nationaal Meetnet Radioactiviteit (NMR) van het NRG, Laboratoria van milieu- en keuringsdiensten (Voedsel en Warenautoriteit). Het ter beschikking hebben van beschermende kleding is een vereiste. Meetgegevens worden ter beschikking gesteld van het beleidsteam via het ROT. Defensie kan de civiele autoriteiten op verzoek ondersteunen met "responseenheden" en een ontsmettingseenheid (met name tbv materieel / infra). Hiervoor staan responseenheden ter beschikking, bestaande uit: een Advies & Assistentie (A&A) team en een Detectie, Identificatie & Monitoring (DIM) team.
38
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
• •
•
A&A team bestaat uit 2 CBRN specialisten die kunnen adviseren bij CBRN incidenten. Het A&A team is uiterlijk binnen 2 uur na alarmering aanwezig op plaats incident. DIM: Chemische/radiologische verkenningseenheid die detectie, identificatie en monitoring uitvoert bij de dreiging van- of na een incident of aanslag met radiologische of chemische middelen. Het team bestaat uit een voertuig met 4 personen en is uiterlijk binnen 2,5 uur na alarmering op plaats incident. de ontsmettingseenheid om materieel, kritische infrastructuur e.d. te ontsmetten, is uiterlijk binnen 6 uur na alarmering op plaats incident.
Aandachtspunten in geval van terrorisme: Het herkennen van een NBC-aanslag, de detectie van het gebruikte strijdmiddel en de feitelijke ontsmetting is moeilijk. De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland is door het ministerie van BZK aangewezen als steunpuntregio bij NBC-incidenten. Vanuit het rijk zijn daartoe NBC-pakken en meetapparatuur beschikbaar gesteld. Relevante planvorming
602 Regionaal meetplan 205 Milieu-incidentenplan (MIP)
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een inzetplan Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Uitvoeren van metingen Het adviseren aan het bevoegd gezag van te nemen maatregelen
bz C C C C C C
brw C C C C C C
ext U U U U U U
ghor C C C C C C
pol U U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Opmerking: In deze deeltaak wordt de coördinerende dienst bepaald door de aard van het incident · Chemisch, nucleair: brandweer · Biologisch: GHOR · Milieu: team Bevolkingszorg De externe partners zijn o.a. bedrijfsdeskundigen, NBC-steunpuntregio's, Defensie ICMS/CBRN eenheid, RIVM, VWA. NRG, waterschap.
39
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
3.5
Hoofdtaak Ondersteuningsmanagement
3.5.1 Deeltaak Waarschuwen bevolking
Doel
Doel van deze deeltaak is het ten tijde van een incident/calamiteit/crisis (of dreiging daarvan): Op snelle wijze waarschuwen van de bevolking ingeval acuut gevaar dreigt. Tijdig alarmeren van de bevolking zodat maatregelen kunnen worden getroffen ter bescherming tegen de vrijgekomen stoffen en gezondheid bedreigende gevaren. Voorkomen/beperken materiële en immateriële schade voor zowel mens als dier. Snel en doelmatig informeren van de bevolking (waarschuwingsberichten).
Doelgroep
Deze deeltaak is bedoeld voor de bevolking van het bedreigde gebied.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De brandweer is procesverantwoordelijke in samenwerking met de gemeenten, GHOR en de politie.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze deeltaak worden uitgevoerd: Gericht alarmeren (van beperkte gebieden) op basis van de door de operationele diensten gemaakte gevaarsinschatting. Het waarschuwen en informeren van de bevolking door middel van bijvoorbeeld geluidswagens, sms-alert of NL-Alert. Het waarschuwen van de bevolking d.m.v. het waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS). Nader informeren van de bevolking via de calamiteitenzender (radio/tv). Het ontalarmeren van de bevolking.
Oude processen
Waarschuwen bevolking
Aandachtspunten
-
Voor het geven van het waarschuwingssignaal wordt het sirenenetwerk gebruikt. De betekenis van het signaal wordt tegelijk bekend gemaakt via Radio en TV van Omroep Gelderland. Alarmering via geluidswagens is in de praktijk niet optimaal met politievoertuigen te realiseren, daar het geluid van de voertuigmegafoons geen grote reikwijdte heeft. De beslissing tot waarschuwen berust bij de Burgemeester, die deze bevoegdheid omwille van de snelheid heeft gemandateerd aan de commandant brandweer. De AGS/meetplanleider adviseert over het te gebruiken middel en de inhoud van de boodschap. De burgemeester houdt hierover contact met de commissaris van de Koningin en de burgemeesters van de buurgemeenten.
Aandachtspunten in geval van terrorisme: Er bestaat een beperkende mogelijkheid om informatie vrij te geven die deel uitmaakt van opsporingsonderzoek. Dit levert een dilemma op tussen het belang van bescherming van de bevolking tegenover het opsporen en aanhouden van daders in het algemeen en terroristen in het bijzonder.
40
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
-
Er dient goede afstemming met het Openbaar Ministerie plaats te vinden. Dit gebeurt in vijfhoeksverband. Wanneer de calamiteitenzender wordt benut moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de informatievoorziening, mede gelet op de vertrouwelijkheid. De Minister van Veiligheid en Justitie kan besluiten de communicatie op te schalen naar nationaal niveau.
Relevante planvorming
603 Waarschuwen bevolking
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een waarschuwingsplan/strategie. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Het uitvoering geven aan de waarschuwing. Ontalarmeren.
bz U U U U U U
brw C C C C C C
ext U U U U U U
ghor U U U U U U
pol U U U U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Opmerking: In deze deeltaak wordt de coördinerende dienst bepaald door de aard van het incident · Chemisch, nucleair: brandweer · Biologisch: GHOR · Milieu: team Bevolkingszorg De externe partners zijn o.a. bedrijfsdeskundigen, Omroep Gelderland
41
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 4
Deelplan Geneeskundige Zorg
Schema
De plaats van de geneeskundige zorg binnen de crisisorganisatie. Inleiding
De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied.
Geneeskundige zorg
De geneeskundige zorg tijdens crisissituaties wordt geleverd door verschillende organisaties, zoals ambulancediensten, de GGD, huisartsen, ziekenhuizen, GGZ instellingen, slachtofferhulp, maatschappelijk werk, apothekers, verloskundigen en het Nederlands Rode Kruis. De GHOR vormt een schakel tussen die organisaties. Het gaat om de uitvoering van de volgende hoofdtaken: Acute gezondheidszorg Publieke gezondheidszorg Daarnaast zijn er twee ondersteunende taken: Informatiemanagement Ondersteuningsmanagement
Uitvoering
De taken die binnen de geneeskundige zorg vallen, worden uitgevoerd door operationele eenheden onder leiding van de algemeen commandant geneeskundige zorg. De operationele eenheden worden ter plaatse aangestuurd door de Officier van Dienst Geneeskundig en daarbuiten door de crisiscoördinatoren van de desbetreffende zorginstellingen. De betrokken crisiscoördinatoren worden hierbij ondersteund door de stafsectie GHOR en de crisisorganisatie van de zorginstelling zelf. De taken Publieke Gezondheidszorg en Acute Gezondheidszorg worden elk aangestuurd door de hoofden PG / AG.
42
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
4.1
Hoofdtaak Acute gezondheidszorg
Doel
De hoofdtaak acute gezondheidszorg heeft tot doel het gecoördineerd en adequaat organiseren van geneeskundige hulp voor gewonden als gevolg van rampen en zware ongevallen. Uitgangspunt hierbij is dat de geneeskundige hulp een keten van samenhangende handelingen vormt vanaf het opsporen/ redden van gewonden, eerste hulp en transport tot het moment dat verdere behandeling (in een ziekenhuis) niet meer nodig is.
Doelgroep
Slachtoffers
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De GHOR is taakverantwoordelijke (coördinatie, aansturing, regie en advisering van de geneeskundige hulpverlening) Uitvoering vindt plaats door de reguliere keten van acute zorg.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze hoofdtaak worden uitgevoerd: • Het organiseren en uitvoeren van de geneeskundige hulpverlening en opvang van gewonde personen ter plaatse van het incident (triage en behandelen) • Het vervoeren van gewonde personen naar ziekenhuizen/behandelcentra (gewondenspreidingsplan) (vervoeren).
Oude processen
Spoedeisende medische hulpverlening (SMH)
Aandachtspunten
•
• •
Bij een groot aantal gewonde slachtoffers kan de hulpverleningsketen worden gesplitst in een hoofdketen en een nevenketen. De hoofdketen kan zich richten op alle spoedeisende ziekenhuisbehandelingen, terwijl de nevenketen zich kan richten op (ambulante) gewonde slachtoffers. Triage en eerste hulp zoveel mogelijk ter plaatse en door professionele hulpverleners laten uitvoeren. Goede registratie borgen.
Aandachtspunten in geval van terrorisme: • Het risico van vervolgaanslagen vraagt bijzondere aandacht voor de keuze voor een locatie van het gewondennest. • Het risico op vervolgaanslagen belemmert de inzet van hulpverleners. • Tenzij er een harde aanwijzing is voor een vervolgaanslag zal de redding ten alle tijde door blijven gaan. • Overweeg de mogelijkheid om over te gaan op ‘grijpreddingen’ door de brandweer (het redden van relatief eenvoudig te bereiken / redden slachtoffers binnen een beperkt beschikbare tijd). • Psychologische effecten van de aanslag op hulpverleners en slachtoffers beïnvloeden het oordeelsvermogen waardoor redding wordt bemoeilijkt. • CBRN: De redding van besmette slachtoffers versus het voorkomen van verdere besmetting vereist expertise om besmettingsrisico’s te meten. Op dit moment worden deze metingen nog niet standaard verricht.
43
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Relevante planvorming
Procesplannenboek GHOR Gelderland Midden Ziekenhuisrampenopvangplan (ZIROP) Huisartsenrampenopvangplan (HAROP) Pariter (tot op heden nog Octopus) GGD rampenopvangplan (GROP)
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een plan mbt de geneeskundige hulpverlening Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Het informeren van publiek, de bevolking en andere belanghebbenden
bz U
C
brw U U
ext U U
ghor C C
pol U U
U U
U U
C C U
U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Regionale Ambulancevoorziening (RAV), het Nederlandse Rode Kruis (NRK), traumacentra, ziekenhuizen en huisartsen(posten).
44
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
4.2
Hoofdtaak Publieke Gezondheidszorg
Doel
Publieke gezondheidszorg wordt verdeeld in vier deeltaken: •
• • •
Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) heeft tot doel om getroffenen al dan niet collectief en door middel van professionele begeleiding het gevoel van zelfcontrole na een schokkende gebeurtenis terug te laten krijgen. Gezondheidsonderzoek levert een bijdrage aan het herstel van fysieke en psychologische gevolgen van rampen en zware ongevallen. Infectieziektebestrijding richt zich op het voorkomen of beperken van besmetting met virussen en bacteriën via lucht, voedsel en lichamelijk contact. Medische milieukunde heeft als doel het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers door het contact met milieudeterminanten te voorkomen dan wel beperken.
Doelgroep
Slachtoffers (direct en indirect), de bevolking en hulpverleners.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
De GHOR is taakverantwoordelijk. (coördinatie, aansturing, regie en advisering van de geneeskundige hulpverlening) De daadwerkelijke uitvoering van de primaire zorgprocessen vindt plaats door de regulier keten.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van de hoofdtaak publieke gezondheidszorg worden uitgevoerd: • beoordeling van risico’s en maatregelen. Het betreft hier onderzoek naar en advies over mogelijke nadelige invloeden op de gezondheid, zowel op korte als lange termijn. • Uitvoering van maatregelen. • Psychosociale opvang in de acute en eerste nazorgfase • Voorlichting met als doel het geruststellen van getroffenen en het geven van uitleg over normale stressreacties. • PSHOR registratie van slachtoffers • Psychosociale nazorg.
Oude processen
Publieke openbare gezondheidszorg (POG) en Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR).
Aandachtspunten
• •
• • •
Vaststellen van de aard, omvang en graad van de bedreigingen en eventuele besmettingen. Communicatie over de te nemen (preventieve) medische-hygiënische maatregelen van: - Bestuur; - Bevolking; - Hulpverleners. Verstrekken van collectieve, preventieve (profylactische) medicatie. Repatriëring van meerdere patiënten die in het buitenland in een ziekenhuis zijn behandeld gaat in principe via het Calamiteitenhospitaal te Utrecht. In de deeltaak PSHOR gaat het meestal om een onverwachte, in aanvang onoverzichtelijke, gebeurtenis waardoor meerdere mensen getroffen worden en die een grote mate van destructie en / of menselijk lijden tot gevolg heeft.
45
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
• • • • • •
Psychosociale hulpverlening voor de hulpverleners maakt onderdeel uit van evaluatie van het handelen achteraf. De psychosociale hulpverlening zal voornamelijk een collectief karakter dragen. Individuele hulpverlening volgt zonodig in de nazorgfase. Tot de doelgroep kunnen zowel de direct als de indirect getroffenen worden gerekend. Confessionele geestelijke verzorging = pastorale nazorg. Goede registratie borgen.
Aandachtspunten terrorisme: • Er is onvoldoende capaciteit van quarantaine- en isolatiefaciliteiten voor grootschalige aanslagen met besmettelijke chemische of biologische wapens. • Alleen voor een pokkenuitbraak en influenzapandemie heeft extra voorbereiding plaatsgevonden (draaiboeken, vaccins, etc.). Voor andere biologische en chemische wapens niet. • NBC-decontaminatiecontainers van de steunpuntregio’s kunnen worden ingezet. • Het traumatiserend effect op slachtoffers van een aanslag is voorspelbaar groter dan bij een ander incident. De aanslag is immers doelbewust veroorzaakt: burgers zijn niet in staat geweest de eigen situatie te beveiligen. De publieke ruimte is daarmee onveilig geworden. • Een zelfde effect treft de hulpverleners. Daarnaast moeten zij werken onder traumatiserende omstandigheden Relevante planvorming
Procesplannenboek GHOR Gelderland Midden GGD rampenopvangplan (GROP) Draaiboeken infectieziekten Procesbeschrijvingen GROP
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een plan voor de publieke gezondheidszorg Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen Uitvoering geven aan het inzetplan. Nazorgactiviteiten / De controle op de geestelijke gezondheidszorg.
bz U
brw U
ext U U
ghor C C
pol U
U U U U
U U U
U U U U
C C C C
U U U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. Huisartsenzorg, traumacentra, ziekenhuizen, GGD, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ), Algemeen maatschappelijk werk (AMW), Slachtofferhulp Nederland (SHN),
46
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 5
Deelplan Politiezorg
Schema
De plaats van de Politiezorg binnen de crisisorganisatie
Inleiding
De inrichting van de crisisorganisatie voor politiezorg is in handen van de politie en staat beschreven in dit “Deelplan politiezorg”.
Politiezorg
De politiezorg kent de volgende hoofdtaken: • Mobiliteit: • Ordehandhaving • Bewaken en beveiligen • Opsporing • Interventie Daarnaast zijn er twee ondersteunende taken: • Informatiemanagement • Ondersteuningsmanagement
Uitvoering
De taken politiezorg worden uitgevoerd door operationele eenheden onder leiding van de algemeen commandant politiezorg. Ze worden ter plaatse aangestuurd door de Officier van Dienst of door de stafsectie politiezorg.
47
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.1
Hoofdtaak Mobiliteit
Doel
In het kader van het ongestoord en veilig laten verlopen van een evenement/gebeurtenis/incident/crisis is het hoofd Mobiliteit verantwoordelijk voor een ongestoorde, veilige circulatie van het verkeer alsmede voor begidsen en begeleiden. Onder verkeer wordt in dit verband verstaan: goederen- en mensenstromen. Dit is anders dan crowd management, crowd control en riot control, dat gericht is op het sturen en ingrijpen op mensenmassa’s in het kader van openbare orde en veiligheid (zie hoofdtaak Ordehandhaving).
Doelgroep
Deze hoofdtaak wordt uitgevoerd ten behoeve van: de bij de hulpverlening betrokken organisaties/ personen, de bevolking, overige belanghebbenden.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het hoofd Mobiliteit is onder leiding van de algemeen commandant verantwoordelijk voor deze hoofdtaak. Indien de hoofdtaak niet geactiveerd wordt dan kan mobiliteit vallen onder de verantwoording van het hoofd Ordehandhaving. Bijzonderheid is dat de wegbeheerder verantwoordelijk is voor de vooraf te treffen voorzieningen, zoals verkeerscirculatieplannen en middelen (hekken/bebording).
Taken
De hoofdtaak mobiliteit wordt verdeeld in twee deeltaken: Dynamisch en statisch verkeersmanagement (scheppen en in standhouden van mobiliteit). Verkeershandhaving en opsporing (herstellen niet bestaande mobiliteit en onderzoek ter opheldering van verkeersongevallen). De volgende taken dienen te worden uitgevoerd: Het regelen en controleren van alle verkeersbewegingen in het ondersteuningsgebied en waar nodig in de veiligheidszone. Het afzetten van wegen. Hierbij moet ook gedacht worden aan vaarwegen, spoorwegen en luchtverkeer. Het afschermen van objecten en terreinen/ gebieden. (Het afzetten/ afschermen van ongevalplaatsen behoort tot de dagelijkse werkzaamheden van de politie). Het begidsen van hulpverleningseenheden van een loodspost naar een uitgangsstelling en, zo nodig, naar het crisisgebied. Het begeleiden van hulpverleningseenheden van het crisisgebied naar nader te bepalen locaties (ziekenhuizen, opvangcentra etc.). Het begeleiden van de verkeersstromen en transporten van evacués. Het opsporingsonderzoek naar aanleiding van eventueel gepleegde verkeersmisdrijven. Opmerking: Omdat de plaats van het incident of de calamiteit/crisis vooraf vaak niet bekend is, kan de voorbereiding daarop slechts globaal zijn. Taken hoofd Mobiliteit (HMob) Het hoofd Mobiliteit is verantwoordelijk voor de inrichting van de mobiliteitsorganisatie en ziet toe dat opdracht is gegeven tot het verrichten van twee voorgenoemde deeltaken.
48
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hij/zij draagt zorg voor: het informeren van de algemeen commandant over de operationele voortgang van de mobiliteitsorganisatie en de afwijking van de beoogde operationele resultaten van de mobiliteitsorganisatie; het geven van leiding aan en coördineren van de werkzaamheden van de operationele politie-eenheden; het maken van een operationeel/tactisch basisplan en het opstellen van operationele/tactische kaders; de coördinatie van het opsporingsonderzoek naar aanleiding van eventueel gepleegde verkeersmisdrijven; het plegen van overleg met de algemeen commandant en de overige hoofden binnen de SGBO; het tactisch en operationeel afstemmen met de ketenpartners. Oude processen
De ‘oude’ politieprocessen ‘verkeer regelen’, ‘begidsen’ en ‘afzetten en afschermen’ zijn in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
De aandachtspunten bij deze hoofdtaak zijn als volgt: De eerst aankomende eenheden dragen zo nodig/ zo mogelijk zelf zorg voor afzetting/afscherming van de plaats incident. Het gebied, waarbinnen sprake is van intensieve hulpverlening (hulpverleningsgebied) wordt met een binnengrens afgebakend. Een buitengrens markeert het ondersteuningsgebied. Dit gebied wordt afgeschermd van de omgeving (ramptoerisme). Toegang door niet-politiefunctionarissen regelen met legitimatiebewijzen (o.a. d.m.v. de crisispas). Onder meer in het belang van het sporenonderzoek dient afzetten en bewaken van het rampterrein zo snel mogelijk te geschieden. Deze taak kan eventueel worden gecombineerd met beveiligingstaken en ordehandhaving. Ingeval van een neergestort militair luchtvaartuig zal de bewaking worden overgenomen door personeel van het ministerie van defensie. Het begidsen van hulpverleningseenheden van een loodspost naar een uitgangsstelling en zo nodig naar het ongeval- / rampterrein. Dit tenzij in de voorbereiding (bestrijdingsplan) door de gemeente al verwijsborden naar de UGS’n zijn geplaatst. Bepaalde transporten van en naar het rampterrein behoeven politiebegeleiding. Ter beheersing van de verkeersstromen dient zo snel mogelijk een verkeerscirculatieplan te worden opgesteld. Indien nodig rekening houden met verkeer te water, via het spoor en / of in de lucht. Aandachtspunten in geval van terrorisme: Met betrekking tot het afzetten van het crisisgebied dienen de volgende aandachtspunten in overweging te worden genomen: Na een aanslag moet rekening gehouden worden met een vervolgaanslag (op dezelfde locatie of elders). Met betrekking tot het verkeer regelen en de begidsing dient bij een terroristische aanslag rekening te worden gehouden met bijzondere bijstand (DSI: Dienst Speciale Interventies, BBE: Bijzondere Bijstands Eenheid, décontaminatie-containers en militaire eenheden) die mogelijk naar het crisisgebied begeleid moeten worden. Deze diensten dienen op de hoogte te worden gebracht van het verkeerscirculatieplan. Het openbaar vervoer is een gekend doelwit van aanslagen. Bij dreiging zal het openbaar vervoer bijzondere aandacht behoeven. De bevolking kan het openbaar vervoer gaan mijden uit angst voor aanslagen. Dit heeft als gevolg dat men op zoek gaat naar een alternatieve wijze van vervoer,
49
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
-
waardoor het verkeer ontregeld kan worden. Bij aanslagen met CBRN-wapens (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair) is het niet mogelijk om het effectgebied snel te bepalen en af te zetten.
Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het VOORAF opstellen van een verkeerscirculatieplan, bijvoorbeeld in bestrijdingsplannen. Het opstellen van een verkeerscirculatieplan TIJDENS een calamiteit/crisis. Het opstellen van een begidsingsplan. Het verspreiden van het verkeerscirculatieplan. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen. Het informeren van het publiek, de bevolking en andere belanghebbenden (relatie hoofdtaak communicatie). Het uitvaardigen van aanwijzingen/ noodverordeningen/ noodbevel m.b.t. afzettingsmaatregelen op basis van de gemeentewet.
bz U C
brw U -
ext U C
ghor U -
pol C U
U
U
-
U
C
U U C
U U U
U
U U U
C C C C U
C
-
U
-
U
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partijen bij punt 2 zijn de Provincie en Rijkswaterstaat. Externe partij bij punt 1, 8 en 9 is het Openbaar Ministerie.
50
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.2
Hoofdtaak Ordehandhaving
Doel
Doel van de hoofdtaak ordehandhaving is het veilig, ongestoord en ordelijk laten verlopen van een evenement/gebeurtenis/incident/crisis, het voorkomen van ordeverstoringen en het daadwerkelijk handhaven van de rechtsorde (het handhaven van de openbare orde en het strafrechtelijk handhaven van de rechtsorde).
Doelgroep
Deze hoofdtaak is bedoeld voor alle personen in en rondom het bedreigde gebied.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het hoofd Ordehandhaving is onder leiding van de algemeen commandant verantwoordelijk voor deze hoofdtaak. Indien er tevens sprake is van strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, is daar het hoofd Opsporing onder leiding van de algemeen commandant voor verantwoordelijk. Opmerkingen: - Voor de openbare orde draagt de burgemeester de verantwoordelijkheid. - Voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde draagt de hoofdofficier van justitie de verantwoordelijkheid.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze hoofdtaak worden uitgevoerd1: - Handhaven van de rechtsorde, met name de openbare orde. - Het (mede) ontruimen (snel, acuut gevaar) van een gebied, niet zijnde een (geplande) evacuatie. Taken hoofd Ordehandhaving (Hoha) Hoofd Ordehandhaving is verantwoordelijk voor de ordehandhaving gericht op de drie deeltaken: - Crowd management (scheppen van gewenste orde). - Crowd control (handhaven van bestaande orde). - Riot control (herstel van niet bestaande orde). Hij/zij draagt zorg voor: - het geven van leiding aan en coördineren van de werkzaamheden van de operationele taak/locatiecommandanten en het eventueel geformeerde actiecentrum; - het maken van een tactisch basisplan en het opstellen van tactische kaders; - het plegen van overleg met de algemeen commandant en de overige hoofden binnen de SGBO; - het afstemmen met de verschillende operationele diensten; - het door middel van politiemaatregelen scheppen van de gewenste orde met als doel het ordelijk verlopen van massabijeenkomsten; - het handhaven van de bestaande orde met als doel het voorkomen van rellen en andere wanordelijkheden; - het herstellen van de niet bestaande orde naar het gewenste niveau van orde door middel van het neutraliseren van de wanordelijkheden.
1
Het referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 heeft hiernaast nog een knop ‘Handhaven netwerken’. In Gelderland-Midden is een
dergelijke knop niet ingericht en valt dit onder Ordehandhaving.
51
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Opmerkingen: - In specifieke situaties zal steeds in overleg met de burgemeester en/of de hoofdofficier van justitie worden bepaald welke tolerantiegrenzen door de politie zullen worden gehanteerd en welke beleidsuitgangspunten daaraan ten grondslag liggen. - Indien de recherchemaatregelen uitsluitend betrekking hebben op de verwerking van arrestanten, dan kan dit ook geschieden onder verantwoording van het hoofd Ordehandhaving. Oude processen
De ‘oude’ politieprocessen ‘ontruimen’ en ‘handhaven rechtsorde’ zijn in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
Bij het handhaven van de openbare orde is de politie ondergeschikt aan de burgemeester. Bij de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde heeft de officier van justitie het gezag over de politie. Met het oog daarop kan het noodzakelijk zijn de officier van justitie bij de bepaling van het beleid te betrekken. Aandachtspunten in geval van terrorisme: - Bij een (dreiging) van een terroristische aanslag is er sprake van een samenloop van crisisbeheersingswerkzaamheden in het kader van de openbare orde en veiligheid en strafrechtelijk onderzoek naar de (dreiging van) de aanslag. - Informatie uit inlichtingendiensten en politie bereiken zowel de burgemeester, alsook de hoofdofficier. In sommige gevallen zijn dit separate informatie- en adviestrajecten. - Door de hoofdofficier van justitie kan inzet van de DSI worden verzocht. Zie verder de hoofdtaak Interventie.
Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens Het opstellen van een plan voor het handhaven van de rechtsorde. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen. De strafrechtelijk handhaving van de rechtsorde.
bz U U
brw -
ext U U
ghor -
pol C C
U -
-
U U U
-
C C C
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partij in deze is het Openbaar Ministerie.
52
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.3
Hoofdtaak Bewaken en Beveiligen
Doel
Doel van de hoofdtaak bewaken en beveiligen is het bewaken en beveiligen van de daarvoor in aanmerking komende subjecten, objecten, diensten en plaatsen, indien de aantasting van de veiligheid zulke vormen dreigt aan te nemen dat daar zelfstandig geen weerstand aan geboden kan worden.
Doelgroep
Deze hoofdtaak is bedoeld voor het bewaken en beveiligen van subjecten, objecten, diensten en plaatsen.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Deze taak verricht de politie onder gezag van de officier van justitie (Stelsel Bewaken en Beveiligen). Het hoofd Bewaken en Beveiligen is onder leiding van de algemeen commandant de uitvoeringsverantwoordelijke voor deze taak.
Taken
De hoofdtaak bewaken en beveiligen wordt verdeeld in twee deeltaken: Bewaken en beveiligen subjecten. Bewaken en beveiligen objecten, diensten en plaatsen. Taken hoofd Bewaken en Beveiliging (HBB) Het hoofd Bewaken en Beveiligen is verantwoordelijk voor de bovengenoemde deeltaken. Hij/zij draagt zorg voor: het observeren van de omgeving van bepaalde objecten of diensten zodat bij het signaleren van onregelmatigheden zo spoedig mogelijk kan worden ingegrepen dan wel assistentie kan worden ingeroepen, alsmede het treffen van (preventieve) veiligheidsmaatregelen; het actief rekening houden met de inzet van zwaardere geweldsmiddelen bij de beveiliging van subjecten, objecten of diensten waarbij er in beginsel vanuit wordt gegaan dat fysiek handelend optreden door politie noodzakelijk is of zal zijn om ernstige strafbare feiten te voorkomen of beëindigen of voor het afwenden van dreigende situaties of aanslagen; het plegen van overleg met de algemeen commandant en de overige hoofden binnen de SGBO; het afstemmen met vertegenwoordigers van het bevoegd gezag; het afstemmen met de verschillende operationele diensten; het afstemmen met de verschillende landelijke diensten en Ministeries.
Oude processen
Het ‘oude’ politieproces ‘afzetten en afschermen’ is in deze hoofdtaak geïntegreerd.
Aandachtspunten
De aandachtspunten bij deze hoofdtaak zijn als volgt: Bewaken: de grootschalige of bijzondere (ketengeoriënteerde) politiemaatregelen, gericht op het bewaken, observeren, signaleren en de daaraan verbonden maatregelen tot het afslaan van de (dreigende) aantasting van de integriteit. Beveiligen: Bij beveiliging wordt er in beginsel van uitgegaan dat fysiek handelend optreden door politie noodzakelijk is of zal zijn om ernstige strafbare feiten te voorkomen of beëindigen of voor het afwenden van dreigende situaties of aanslagen.
53
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Aandachtspunten in geval van terrorisme: Dreigingen ten aanzien van subjecten, objecten, diensten of plaatsen worden primair afgewend door maatregelen te nemen conform de systematiek van het Stelsel Bewaken en Beveiligen. Dit kan een terroristische dreiging zijn. Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een plan voor het bewaken & beveiligen. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen.
bz U U
brw -
ext B C/B
ghor -
pol C C
U -
-
-
-
C C
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partij in deze is het Openbaar Ministerie.
54
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.4
Hoofdtaak Opsporing
Doel
Doel van deze hoofdtaak is het doen van onderzoek naar de oorzaak van het incident/de calamiteit/ crisis met als doel het opsporen van strafbare feiten alsmede het verrichten van opsporingshandelingen gericht op de afhandeling van een groot aantal aanhoudingen (binnen de stafsectie Politiezorg). Hieronder vallen tevens preparatie en pro-actie.
Doelgroep
Deze taak is bestemd voor de opsporingsambtenaren van politie, Koninklijke Marechaussee, bijzondere opsporingsdiensten en overige buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) voor zover zij ingezet worden bij de opsporing in de crisisbestrijding.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Het hoofd Opsporing politie is onder leiding van de algemeen commandant verantwoordelijk voor deze hoofdtaak. Zodra er andere onderzoeken gedaan worden (door externe instanties), dan houdt de politie de regie op de afstemming tussen de onderzoekende instanties.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze taak worden uitgevoerd: Het opsporen van strafbare feiten. Een voorspoedige afhandeling van een bepaald volume aanhoudingen. Bergen, identificeren en registreren van overleden slachtoffers. Taken hoofd Opsporing (Hops) Het hoofd Opsporing politie is verantwoordelijk voor de aansturing van het operationeel proces gericht op de drie deeltaken: Grootschalige Opsporing; Bijzondere Opsporing; Recherchemaatregelen (waaronder het afhandelen van grote aantallen arrestanten). Hij/zij draagt zorg voor: het tijdens de bestrijding van het incident/ de calamiteit verzamelen van feiten en gegevens; het coördineren van alle strafrechtelijke opsporingsactiviteiten; het instellen van technisch onderzoek op plaats incident/ calamiteit; het opmaken van proces-verbaal; het vastleggen van de situatie waarin overleden slachtoffers worden aangetroffen, het vaststellen van de identiteit en het bergen van deze slachtoffers (opsporingsexpertise); tactische en forensische identificatie vermiste/overleden slachtoffers (opsporingsexpertise). Opmerking: Omdat aard en aanleiding van een crisis niet op voorhand bekend zijn, kan uitwerking van deze taak slechts op hoofdlijnen plaatsvinden. Indien de recherchemaatregelen uitsluitend betrekking hebben op de verwerking van arrestanten, dan kan dit ook geschieden onder de verantwoording van het hoofd Ordehandhaving.
Oude processen
De ‘oude’ politieprocessen ‘strafrechtelijk onderzoek’ en “identificatie slachtoffers”zijn in deze hoofdtaak geïntegreerd.
55
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Aandachtspunten
Als daartoe aanleiding bestaat, geschiedt strafrechtelijk onderzoek naar de oorzaak van de ramp. Daartoe worden reeds tijdens de bestrijding feiten verzameld: Horen van getuigen en verhoren van eventuele verdachten. In beslag nemen van sporen, voorwerpen en lichamen van slachtoffers ten behoeve van het (forensisch) onderzoek, waaronder het vaststellen van de doodsoorzaak. Verzamelen en registreren van alle overige, op het rampterrein aangetroffen, voorwerpen die voor het onderzoek van belang (kunnen) zijn. Na registratie- ter beschikking stellen van de gevonden voorwerpen aan de teams die in het mortuarium zijn belast met de identificatie. Teruggeven van de voorwerpen aan de rechthebbenden. De voor identificatie noodzakelijke maatregelen kunnen conflicteren met de hulpverlening (opsporings-expertise). De stoffelijke overschotten (ook van hulpverleners) worden door de politie in beslag genomen en ter beschikkinggesteld van justitie (opsporingsexpertise). Verplaatsen of transporteren van stoffelijke overschotten mag alleen gebeuren in opdracht van een (hulp)officier van justitie (opsporingsexpertise). Overig onderzoek: Daarnaast geschiedt bij een ramp of een zwaar ongeval strafrechtelijk onderzoek naar delicten zoals het niet naleven van vergunningvoorwaarden/noodverordeningen en delicten die in de sfeer van de ramp plaatsvinden zoals plundering en dergelijke. Zo nodig in samenwerking / afstemming met externe onderzoekspartijen. Het onderzoek wordt zodanig verricht dat de daadwerkelijke hulpverlening niet onnodig in het gedrang komt. Een dergelijk strafrechtelijk onderzoek vindt altijd plaats onder het gezag van een zaaksofficier van justitie, daarvoor speciaal aangewezen door de hoofdofficier. Aandachtspunten in geval van terrorisme: Bij een (dreiging van een) terroristische aanslag is er sprake van een samenloop van crisisbeheersingswerkzaamheden in het kader van de openbare orde en veiligheid en strafrechtelijk onderzoek naar de (dreiging van de) aanslag. Informatie uit inlichtingendiensten en politie bereiken zowel de burgemeester, alsook de hoofdofficier. In sommige gevallen zijn dit separate informatie- en adviestrajecten. Door de HOvJ kan inzet van de DSI worden verzocht. De landelijke terreurofficier zal als adviseur van de HOvJ optreden. Bij een landelijke impact kan de HOvJ van het landelijk parket op lokaal niveau aansluiten bij het strafrechtelijk onderzoek en mogelijk de Nationale recherche inschakelen. Een grootschalig opsporingsonderzoek zal worden opgestart. Dit kan tot inzet/betrokkenheid van de Nationale Recherche leiden. Zeker bij een aanslag met meerdere explosieven op verscheidene locaties moet een enorm gebied worden onderzocht. Het bron- en effectgebied worden ten behoeve van het opsporingsonderzoek afgesloten en eventueel bewaakt. In het kader van het strafrechtelijk onderzoek zal veel afstemming met de andere hoofdtaken plaatsvinden. De handelingen van hulpverleningsdiensten tijdens de bron- en effectbestrijding kunnen belangrijke sporen voor het opsporingsonderzoek vernietigen. Afhankelijk van de aard van de aanslag dient extra voorzichtigheid te
56
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
-
-
worden betracht door hulpverleners bij het in aanraking komen met lichamen of voorwerpen die besmet kunnen zijn (opsporingsexpertise). Indien de doodsoorzaak een ongeval met radioactieve of chemische stoffen is of een besmettelijke ziekte, wordt de overledene niet behandeld (o.b.v. instructies van artsen, stralingsdeskundigen of van deskundigen gevaarlijke stoffen; LLN-TA2 en Regionale ontsmettingsfaciliteit3). Bij CBRN-aanslagen kan het vrijgeven van lichamen aan de nabestaanden problemen opleveren (opsporingsexpertise)
Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het opstellen van een plan voor het strafrechtelijk onderzoek. Het opstellen van een identificatieplan. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen. Het uitvoeren van het inzetplan slachtofferidentificatie. De justitiële afhandeling. Het informeren van het bevoegd gezag en overige belanghebbenden (relatie met hoofdtaak communicatie).
bz U U
brw U -
ext B B
ghor U -
pol C C
U U U U
U U -
B B B/C B
U U U U -
C C C C U C
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partij in deze is het Openbaar Ministerie.
2
Landelijk Laboratorium Netwerk-Terreur Aanslagen ; komt uit het ‘Protocol Verdachte Objecten’, versie 1.0 april 2006, van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 3
Volgt uit het landelijke ‘Protocol Decontaminatie; Operationele uitvoering van kleinschalige chemische besmettingen’.
57
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
5.5
Hoofdtaak Interventie
Doel
Doel van deze hoofdtaak is het voorkomen of beëindigen van levensbedreigende situaties door specialistische interventie-eenheden en/of technische middelen, alsmede de (specialistische) beveiliging van personen, objecten en/of geografische gebieden.
Doelgroep
Deze hoofdtaak is bedoeld voor de bij de hulpverlening betrokken organisatie/personen en het OM.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Verantwoordelijk voor deze hoofdtaak is het hoofd Interventie. Hij werkt onder leiding van de algemeen commandant. Als de taak Interventie wordt geactiveerd, moet er altijd een hoofd Interventie zijn. Deze hoofdtaak kan niet door een ander hoofd worden waargenomen. Uitzondering: Indien de DSI wordt ingezet, is hun commandant nevenschikkend aan de algemeen commandant van de politie. Als de DSI wordt ingezet, is er altijd een tweede Hoofd Interventie van de DSI aanwezig. Deze is verantwoordelijk voor de “binnenring”. Interventie vindt altijd plaats onder gezag van de hoofdofficier van justitie.
Taken
Het (direct) voorkomen of beëindigen van levensbedreigende situaties, met een minimum aan risico onder de gegeven omstandigheden, uitgevoerd door specialistische eenheden. Taken hoofd Interventie (Hint) Het hoofd Interventie is verantwoordelijk voor de aansturing van de operationele hoofdtaak interventie: Interventie (afslaan van een (dreigende) aantasting van integriteit van subjecten, objecten, diensten of plaatsen via specialistische eenheden). Tactische/technische observatie (kenmerkt zich door bijzondere bevoegdheden en methodieken). Onderhandelen. Hij/zij draagt zorg voor de (bijzondere) politiemaatregelen (primaire processen) gericht op: het voorkomen en/of bevrijden van slachtoffer(s) de interventie ter uitschakeling; de interventie ter aanhouding; het tactisch en technisch observeren.
Oude processen
N.v.t.
Aandachtspunten
Aandachtspunten bij deze hoofdtaak zijn als volgt: Gelet op de bijzonderheid van het optreden worden de opdrachten hier niet beschreven. De inhoud van de opdrachten en de wijze van opdracht geven wordt in de eigen taak beschreven. Aan de politie is in het kader van de hoofdtaak Interventie een aantal specifieke taken en bevoegdheden toegekend. Deze bevoegdheden zijn wettelijk vastgelegd in een groot aantal daarop geënte reglementen,
58
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
besluiten e.d. Aandachtspunten in geval van terrorisme: Bij (dreiging van) terroristische aanslagen zal deze taak een belangrijke rol spelen. Interventie kan plaatsvinden door inzet van eenheden met bijzondere competenties, zoals de DSI of EODD. Relevante planvorming
N.v.t.
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
nr 1. 2. 3. 4. 5.
activiteit Het analyseren van de relevantie gegevens. Het opstellen van een plan. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Het inzetten van personeel en middelen. Het informeren van het publiek, de bevolking en andere belanghebbenden.
bz U U U
brw -
ext U B/C B B
ghor -
pol C C/U C C C
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partij in deze is het Openbaar Ministerie.
59
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 6
Deelplan Informatiemanagement
Schema
De plaats van Informatiemanagement binnen de crisisorganisatie Inleiding
Goede informatievoorziening is cruciaal voor een effectieve bestrijding van incidenten. In het deelplan Informatiemanagement4 is beschreven hoe de informatieorganisatie is ingericht en hoe zij in de praktijk dient te functioneren. Het gaat hierbij om de informatieorganisatie van het ROT als team en niet als informatieorganisatie voor de afzonderlijke stafsecties. Deze vullen deze taak eigenstandig in.
Informatiemanagement
Met informatiemanagement worden alle activiteiten bedoeld die gericht zijn op het verzamelen, valideren, analyseren, filteren en doorleiden van informatie. In Gelderland-Midden is de taak informatiemanagement zodanig ingericht dat netcentrisch gewerkt wordt. Alle actoren beschikken op hetzelfde moment over dezelfde informatie.
Uitvoering
De informatieorganisatie is erop gericht om binnen de hoofdstructuur van de crisisorganisatie bij opschalingssituaties snel te komen tot een over de verschillende teams gedeeld operationeel beeld (totaalbeeld genoemd) van de situatie. Dit totaalbeeld dient als basis voor de te nemen besluiten en in te zetten acties. Informatie voor het totaalbeeld wordt door alle niveaus aangeleverd. Elke stafsectie heeft de beschikking over een eigen Hoofd Informatie (HIN). Deze functionaris gaat over de informatiestroom binnen de eigen sectie. Het ROT als geheel beschikt over een Informatiemanager, inclusief een sectie Informatiemanagement. Deze gaat over de multidisciplinaire informatiestroom van het gehele ROT en voert binnen het ROT de regie op het totaalbeeld.
4
Op dit moment staat de werkwijze beschreven in de notitie Grip op INFO. Deze notitie zal verwerkt worden in het nieuwe deelplan.
60
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Een regiefunctie op het totaalbeeld is nodig om te zorgen dat het beeld niet alleen goed leesbaar en begrijpelijk is maar ook waar mogelijk gevalideerd. De regie over het totaalbeeld wordt (afhankelijk van de GRIP-fase) gevoerd door de meldkamer, het COPI of het ROT. Archivering Er bestaat een wettelijke verplichting tot het bewaren van gegevens over de rampenbestrijding (Archiefwet). In geval van een ramp of crisis wordt de monodisciplinaire en multidisciplinaire informatiemanager belast met het lokaliseren en verzamelen en bewaren van archiefbescheiden die informatie verschaffen over de oorzaken, toedracht en bestrijding van de ramp of het zware ongeval;wettelijk dient er een eindrapportage ten behoeve van de gemeenteraad te worden opgesteld.
61
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
6.1
Hoofdtaak Informatiemanagement
Doel
Informatiemanagement heeft als doel het verzamelen, valideren, analyseren, filteren en doorleiden van informatie. Uitgangspunt hierbij is dat iedereen op hetzelfde moment de beschikking heeft over dezelfde en actuele informatie, zodat iedereen op basis daarvan op zijn eigen niveau tijdig de vereiste beslissingen kan nemen. In Gelderland-Midden is de taak zo ingericht dat netcentrisch gewerkt kan worden.
Doelgroep
Alle betrokkenen bij de bestrijding van een incident.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Informatiemanagement voor het gehele ROT is een multidisciplinaire taak onder leiding van de Calamiteitencoördinator, Leider COPI of de Informatiemanager ROT afhankelijk van de opschaling. Uitvoering vindt plaats in de gehele rampbestrijdingsorganisatie.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van deze taak worden uitgevoerd: • Het verzamelen van informatie bij alle betrokkenen. • Het valideren van informatie. • Het analyseren en filteren van informatie. • Het doorleiden van informatie.
Oude processen
N.v.t.
Aandachtspunten
• • •
Het tijdig verzamelen van informatie. Continue monitoring of alle informatie die gedeeld moet worden ook daadwerkelijk gedeeld wordt. Goede archivering borgen.
Relevante planvorming
Grip op INFO
Activiteiten binnen taak
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
62
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
nr 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
activiteit Het verzamelen van de relevante informatie. Het valideren van informatie. Het analyseren van informatie. Het filteren van informatie. Het doorleiden van informatie. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen
Info C C C C C C C
bz U U U U U U U
brw U U U U U U U
ext U U U U U U U
ghor U U U U U U U
pol U U U U U U U
De coördinatie ligt in GRIP0 bij de Caco, in GRIP1 bij de Leider CoPI en bij GRIP2 en hoger bij de informatiemanager ROT. Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. Externe partijen in deze zijn voornamelijk: betrokken partijen bij incident, zoals ondermeer RWS, waterschappen, nutsbedrijven, prorail etc.
63
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Hoofdstuk 7
Deelplan Logistiek / Ondersteuningsmanagement
Schema
De plaats van Ondersteuningsmanagement binnen de crisisorganisatie. Inleiding
Multidisciplinaire aansturing van de ondersteuning met mensen en middelen vindt op kleine schaal plaats. Iedere discipline regelt grotendeels zijn eigen ondersteuning en heeft daarvoor in de stafsectie een hoofd ondersteuning (HON) opgenomen. In dit deelplan gaat het niet om de monodisciplinaire ondersteuning maar om de multidisciplinaire ondersteuning.
Logistiek / Ondersteuningsmanagement
Met logistiek / ondersteuningsmanagement worden alle activiteiten bedoeld die gericht zijn op het tijdig en in juiste kwaliteit / kwantiteit ter beschikking stellen van facilitaire en personele voorzieningen.
Uitvoering
Elke stafsectie beschikt over een eigen Hoofd ondersteuning (HON). Deze functionaris verzorgt de monodisciplinaire ondersteuning van de stafsectie. Het ROT beschikt over een staffunctionaris Logistiek. Deze heeft de volgende taken. De staffunctionaris logistiek coördineert, in samenspraak met de hoofden ondersteuning van de verschillende stafsecties, de multidisciplinaire ondersteuning. Een aantal zaken wordt multidisciplinair geregeld. Daarnaast is de sectie logistiek verantwoordelijk voor de logistiek binnen het ROT en de toegang tot het ROT. Bij grootschalige incidenten, waarbij veel logistieke aspecten een rol spelen, kan multidisciplinaire coördinatie van ondersteuning nodig zijn. Onder coördinatie van de staffunctionaris logistiek kunnen de hoofden ondersteuning van de stafsecties onderling afstemmen of en welke taken verdeeld worden.
64
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Aanvragen bijstand Het aanvragen van grootschalige bijstand via het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) moet ook multidisciplinair gecoördineerd worden tot één gezamenlijke aanvraag van alle disciplines in de regio. Dit is een taak van de staffunctionaris logistiek in het ROT, in overleg met de hoofden ondersteuning van de monodisciplinaire stafsecties.
65
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
7.1
Hoofdtaak Logistiek / Ondersteuningsmanagement
Logistiek / ondersteuningsmanagement heeft als doel het tijdig en in juiste kwaliteit / kwantiteit ter beschikking stellen van facilitaire en personele voorzieningen.
Doel
Multidisciplinaire aansturing van de ondersteuning met mensen en middelen vindt op kleine schaal plaats. Iedere discipline regelt grotendeels zijn eigen ondersteuning en heeft daarvoor binnen zijn eigen stafsectie een hoofd ondersteuning opgenomen. Doelgroep
Rampbestrijdingsorganisatie.
Verantwoordelijkheden / bevoegdheden
Logistiek / ondersteuningsmanagement is naast mono een multidisciplinaire taak. Vanaf GRIP 2 wordt de multidisciplinaire ondersteuning uitgevoerd door de sectie logistiek onder verantwoordelijkheid van de staffunctionaris logistiek. Deze is verantwoordelijk voor de coördinatie van de multidisciplinaire ondersteuning, de logistiek binnen het ROT en de toegang tot het ROT.
Taken
De volgende taken moeten in het kader van de taak logistiek / ondersteuningsmanagement worden uitgevoerd: • Organiseren multidisciplinaire logistiek. • Logistiek binnen ROT. • Aanvraag grootschalige bijstand via LOCC. • Toegangsprocedure RCC.
Oude processen
Logistiek
Aandachtspunten Relevante planvorming Activiteiten binnen taak nr 1. 2 3.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coördinerende en uitvoerende taken.
activiteit Het analyseren van de relevante gegevens. Het beschikbaar krijgen van personeel en middelen Het inzetten van personeel en middelen
Log C C C
bz U U U
brw U U U
ext U U U
ghor U U U
pol U U U
Multidisciplinaire logistiek wordt vanaf GRIP1 georganiseerd vanuit het CoPI onder verantwoordelijkheid van de Leider CoPI. Vanaf GRIP2 en hoger is dit een verantwoordelijkheid van de staffunctionaris logistiek binnen het ROT.
66
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Legenda C discipline die de taak coördineert. (C) discipline die afhankelijk van de aard van het incident, de calamiteit of crisis belast is met de operationele leiding en de coördinatie van de taak ter hand neemt. U discipline die, indien ingeschakeld, mede betrokken is bij de uitvoering van (onderdelen van) de taak of bij de afstemming daarover. discipline die geen taak heeft. B discipline die bevoegd gezag is, niet zijnde de burgemeester. De externe partners zijn o.a. verschillende leveranciers, het LOCC.
67
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Bijlagen Bijlage 1
Besluit
Het Algemeen Bestuur van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van VGGM; gelet op het bepaalde in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s; besluit : het Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011-2014 deel 2 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur VGGM d.d. De voorzitter,
De secretaris,
Pauline Krikke
Paul Joosten
68
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Bijlage 2
Verzendlijst
Burgemeesters en wethouders in de regio Gelderland-Midden Gemeenteraden in de regio Gelderland-Midden Coördinerend functionaris gemeente in de regio Gelderland-Midden Ambtenaren Openbare Veiligheid in de regio Gelderland-Midden Korpschef Politie Gelderland-Midden Directeur Brandweer / Regionaal commandant Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Regionaal geneeskundig functionaris / Directeur publieke Gezondheid Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Hoofdofficier van Justitie arrondissement Arnhem Beleidsmedewerker bewaken, beveiligen en crisisorganisatie OM Arnhem en Zutphen Dijkgraven van de Waterschappen in de regio Gelderland-Midden Calamiteitencoördinatoren van de Waterschappen in de regio Gelderland-Midden Regionaal Militaire Commandant Officier veiligheidsregio Defensie in Gelderland-Midden Commissaris van de Koningin Provincie Gelderland Adviseur Openbare orde en Veiligheid Provincie Gelderland Hoofdingenieur-directeur RWS Oost-Nederland Adviseur crisismanagement RWS Oost-Nederland Directeur Veiligheidsregio Gelderland Zuid Projectleider crisisplan Veiligheidsregio Gelderland Zuid Directeur Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Projectleider crisisplan Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Directeur Veiligheidsregio Flevoland Projectleider crisisplan Veiligheidsregio Flevoland Directeur Veiligheidsregio Utrecht Projectleider crisisplan Veiligheidsregio Utrecht Directie Liander Medewerker crisisbeheersing Liander Directie Vitens Gelderland Beleidsadviseur Bedrijfsbureau Vitens Gelderland Directie ProRail Regionaal Regio Noord-Oost & Zuid Hoofd Calamiteitenorganisatie ProRail Regionaal Regio Noord-Oost & Zuid Hoofd Inspectie Veiligheid en Justitie van het ministerie van Veiligheid en Justitie
69
Regionaal Crisisplan Gelderland-Midden 2011 – 2014, deel 2
Bijlage 3
Afkortingen
AC ACB AGS BBE BOA Bz CBRN CoPI CRAS CRIB DSI EODD GGD GGZ GHOR GRIP GROP HBB HEC HIN Hint HMob Hoha HON Hops HOvJ HOZ HPZ IAC KLPD LCMS LLN-TA LOCC MIP NMR NRG NRK NBC OGS OM OVD RACC RCC RCP RIVM ROT SGBO UGS VHD VWA WAS WVD
Algemeen commandant Adviseur crisisbeheersing Adviseur gevaarlijke stoffen brandweer Bijzondere Bijstandseenheid Buitengewone opsporingsambtenaar Bevolkingszorg Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair Commando plaats incident Centrale registratie en afhandeling schade Centrale registratie en informatie bureau Dienst Speciale Interventies van het KLPD Explosieven Opruimingsdienst Defensie Gemeentelijke gezondheidsdienst Geestelijke gezondheidszorg Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio Geregionaliseerde incidentenbestrijdings procedure GGD rampenopvangplan Hoofd Bewaken en Beveiligen Hoofd evacuatie Hoofd informatie Hoofd Interventie Hoofd Mobiliteit Hoofd Ordehandhaving Hoofd ondersteuning Hoofd Opsporing Hoofd officier van justitie Hoofd omgevingszorg Hoofd publieke zorg Informatie- en adviescentrum Korps landelijke politiediensten Landelijk crisismanagementsysteem Landelijk Laboratorium Netwerk-Terreur Aanslagen Landelijk operationeel coördinatiecentrum Milieu incidentenplan Nationaal meetnet radioactiviteit Nuclear Research and consultancy Group Nederlands rode kruis Nucleair, biologisch, chemisch Ongeval gevaarlijke stoffen Openbaar Ministerie Officier van Dienst Regionaal actiecentrum communicatie Regionaal coördinatiecentrum Regionaal Crisisplan Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Regionaal operationeel team Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden Uitgangsstelling Verzekeraars hulpdienst Voedsel- en warenautoriteit Waarschuwings- en alarmeringssysteem Waarschuwings- en verkenningsdienst
70
5b Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 5b Evaluatie gemeentelijke processen
Voorstel: Ter informatie
Oplegnotitie Onderwerp: Evaluatie gemeentelijke processen Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie d.d.: DB VGGM d.d.: 06-12-2012 Algemeen Bestuur d.d.: 19-12-2012
Inleiding: In de vorige vergadercyclus is reeds besloten tot het aanstellen van een regionaal coördinator. Echter, het evaluatierapport dat aan de basis van dit besluit ligt, is nog niet bestuurlijk ter kennis gebracht. Samenvatting: In 2011 is bestuurlijk besloten een evaluatief onderzoek te doen naar de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van de rampenbestrijding. Dit onderzoek is het gevoerd door het COT. In het onderliggend eindrapport wordt een aantal conclusies en aanbevelingen gedaan. Samenvattend wordt voorgesteld een keuze te maken in de taakverdeling tussen regio en gemeenten en aan de hand van deze keuze te kiezen voor een verandering in de organisatiestructuur. In het rapport wordt uitwerking van de organisatiestructuur op basis van model 3 geadviseerd. Onderdeel van model 3 is de aanstelling van een regionaal coördinator. Deze regionale coördinator zorgt voor een helder aanspreekpunt voor gemeentesecretarissen, gemeenten en voor andere kolommen, pakt zelfstandig taken op en kan daardoor meters maken en speelt een belangrijke rol in coördinatie, prioritering en voortgangsmonitoring bij taken die in werkgroepen worden belegd.
Evaluatie organisatie gemeentelijke kolom Terugblik op functioneren en vooruitblik op te maken keuzes in Gelderland Midden
COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Drs. M. Meesters Mr. E.M.J. Verberne
Den Haag, april 2012 Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit rapport kunt u contact opnemen met: COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Koninginnegracht 26 2514 AB Den Haag 070-3122020
[email protected] www.cot.nl
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding ...............................................................................................................................1 Aanleiding .............................................................................................................................1 Onderzoeksvragen................................................................................................................1 Gebruikte methode................................................................................................................2
2
Totstandkoming "Extra impuls" ........................................................................................3
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Terugblik: bevindingen over het functioneren.................................................................4 Ambitie en realisatie..............................................................................................................4 Kwantitatieve analyse ...........................................................................................................5 Kwalitatieve analyse..............................................................................................................7 Realisatie uitgangspunten.....................................................................................................8 Conclusies over functioneren structuur.................................................................................8
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Vooruitblik: keuzes in takenpakket .................................................................................10 Bemensing crisisorganisatie ...............................................................................................10 Voorbereiden van de teams bevolkingszorg .......................................................................11 Bestuurlijke advisering en voorbereiden besluitvorming .....................................................11 Overige taken......................................................................................................................12 Overwegingen voor regionaal of lokaal beleggen ...............................................................13
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Organisatiemodellen.........................................................................................................14 Model 1: geen regionale capaciteit (adoptiemodel) ............................................................14 Model 2: aangepast adoptiemodel (huidig model) ..............................................................15 Model 3: regionale en lokale capaciteit ...............................................................................16 Model 4: regionale capaciteit ..............................................................................................17 Samenvatting ......................................................................................................................18
6
Conclusies en aanbevelingen..........................................................................................19
Bijlage A - Realisatie uitgangspunten .............................................................................................22 Bijlage B - Totstandkoming Extra Impuls .......................................................................................24 Bijlage C - Organisatiemodellen veiligheidsregio's.......................................................................27 Over COT ...........................................................................................................................................29
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
In de veiligheidsregio Gelderland-Midden (officieel: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden, VGGM) werkten de gemeenten van 2006 tot en met 2009 in het zogenaamde adoptiemodel aan de ontwikkeling van de gemeentelijke rampbestrijdingsprocessen. Dat betekende dat een aantal werkgroepen van AOV’ers en procesverantwoordelijken een (of twee) proces(sen) beheerden. Daarnaast was er een werkgroep Algemeen, die zich met de algemene c.q. niet-procesmatige zaken (wetswijzigingen, ondersteuning coördinerend secretaris) bezighield. In 2009 ondersteunde de werkgroep Algemeen ook de werkgroepen om een impuls te bewerkstelligen. Deze impuls leverde nog te weinig resultaat op. Daarom kozen de gemeentesecretarissen van de veiligheidsregio in april 2010, na een evaluatie van de auditcommissie van de gemeente Arnhem, voor een extra impuls. Deze extra impuls behelst het volgende: alle processen (behalve Voorlichting) zijn ondergebracht bij de werkgroep Algemeen. De werkgroep Algemeen wordt uitgebreid van 4 naar 5 personen, die allen 1 dag in de week hebben vrijgemaakt voor de ‘regionale’ werkzaamheden. Daardoor is er 1 fte beschikbaar. Deze centrale capaciteit wordt gefinancierd met tijdelijke middelen; een deel van de zogenaamde convenantgelden. Die middelen zijn beschikbaar tot en met 2012. De huidige werkwijze loopt inmiddels meer dan een jaar. Tevens komt het moment dichterbij dat de incidentele middelen zijn uitgeput. Dat betekent dat er wellicht middelen gereserveerd moeten worden in de begrotingen van 2013 voor het eventueel structureel invullen van regionale capaciteit. Over het reserveren van eventuele middelen zal voor de zomer van 2012 duidelijkheid moeten zijn. Daarom is het wenselijk om de huidige werkwijze nu te evalueren en om nu over een structurele invulling na 2012 na te denken. Dit is ook als zodanig geformuleerd door het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio. Naast de uitputting van de middelen is de implementatie van de Wet (en het Besluit) Veiligheidsregio's een belangrijke reden voor deze evaluatie. Deze regelgeving zorgt voor nieuwe taken op het gebied van bevolkingszorg. Bovendien is de vrijblijvendheid ingeperkt omdat er voor het eerst sprake is van wettelijke normen (opkomsttijden). Het COT is verzocht om deze evaluatie uit te voeren.
1.2
Onderzoeksvragen
In de evaluatie stonden de volgende onderzoeksvragen centraal: 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Wat is de inzet geweest in de afgelopen twee jaar? Welke resultaten heeft ons dat opgeleverd? Wat is er terecht gekomen van de uitgangspunten voor de huidige werkwijze: aanbevelingen van de Auditcommissie en aanvullende voorwaarden? Welke opgave ligt er voor de komende periode (in 2012 en erna)? Hierbij moet bedacht worden dat er in 2012 nog veel ‘opbouwwerk’ gedaan moet worden in verband met het uitwerken van deel 2 van het Crisisplan en dat het op lange termijn gaat om structureel ‘beheer en onderhoud’ van de gemeentelijke processen c.q. de gemeentelijke kolom. Koppel aan die structurele opgave de benodigde inzet/capaciteit. Welke opties zijn er om de structureel benodigde capaciteit in te vullen en wat zijn de plussen en minnen daarvan?
De eerste drie vragen betreffen een terugblik op het functioneren van de in de Extra impuls gekozen structuur. De laatste drie vragen betreffen een vooruitblik op de taken van de regionale organisatie en de mogelijkheden om die regionale organisatie in te richten.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 1 van 29
1.3
Gebruikte methode
Voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van de volgende aanpak: Documentstudie en gesprekken met werkgroepen Het COT analyseerde de notities die bijdroegen aan de totstandkoming van de Extra impuls, de jaarplannen van de werkgroepen Algemeen en Voorlichting, de tussentijdse evaluatie van de Werkgroep Algemeen en diverse rapporten, plannen en memo's. Deze documenten gaven een eerste inzicht in de werkwijze, de ambities en de resultaten van de werkgroepen. Om dit beeld aan te scherpen en aan te vullen voerde het COT gesprekken met de werkgroep Algemeen en met twee leden van de werkgroep Voorlichting. Interviews met gemeentesecretarissen Vervolgens interviewde het COT de gemeentesecretarissen of andere ambtelijke portefeuillehouders van Renkum (bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris), Lingewaard (operationeel coördinerend gemeentesecretaris), Doesburg, Nijkerk en Barneveld. De interviews gaven inzicht in de betrokkenheid van gemeenten bij de regionale organisatie en op de realisatie van bestuurlijke uitgangspunten. Interviews met andere veiligheidsregio's Het COT interviewde vertegenwoordigers van de gemeentelijke kolom van de veiligheidsregio's Twente, Groningen, Zaanstreek-Waterland en Zuid-Holland Zuid. In deze gesprekken stonden de keuzes die deze regio's hebben gemaakt voor het regionale takenpakket en de inrichting van de organisatie van de gemeentelijke kolom centraal. Bijlage C geeft een overzicht van de belangrijkste uitkomsten. Opstellen houtskoolschets Op basis van bovenstaande stelde het COT een houtskoolschets op van het functioneren van de huidige structuur en van verschillende keuzemogelijkheden. Deze houtskoolschets gebruikten we in bijeenkomsten met de werkgroep Algemeen en het Regionaal Overleg ambtenaren Openbare Veiligheid (ROOV) om de beelden aan te scherpen en om de afwegingen bij keuzes helder te krijgen. Opstellen eindrapportage Vervolgens stelde het COT de concept eindrapportage op. Het voor u liggende document bevat deze concept eindrapportage. Deze rapportage wordt, na verwerking van het commentaar van de coördinerend gemeentesecretarissen en de werkgroep Algemeen, voorgelegd aan alle leden van het ROOV en vervolgens definitief gemaakt.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 2 van 29
2
Totstandkoming "Extra impuls"
Onderstaande tabel geeft kort de totstandkoming van de Extra impuls weer. De tabel geeft weer wanneer bepaalde modelkeuzes zijn gemaakt en waarom. In bijlage B worden deze keuzes verder uitgewerkt. Wanneer
2006
Wat / model Vaststelling notitie Organisatie gemeentelijke processen. Werkgroepenstructuur/adoptiemodel (per gemeente worden 1 of 2 gemeentelijke processen 'geadopteerd').
September 2008
Notitie door werkgroep Algemeen: impuls aan geplande werkzaamheden d.m.v. ondersteuning aan de verschillende werkgroepen door de Werkgroep Algemeen.
April 2010
Extra impuls: voortzetting huidige model met (tijdelijk) extra capaciteit voor Werkgroep Algemeen.
Motivatie modelkeuze Voorbereiding en uitvoering gemeentelijke processen moeten een kwaliteitsimpuls krijgen. Het adoptiemodel werkt, maar behoeft aanpassingen en de impuls levert nog te weinig resultaat op. Enkele regionale werkgroepen verliepen zeker in eerste instantie stroef en er is gebrek aan daadkracht. Uitkomst audit 1 : (onder andere) meer regie naar Werkgroep Algemeen. Convenantsgelden t/m 2012 (ruimte voor extra capaciteit werkgroep Algemeen).
Begin 2012 ziet de regionale organisatie van de gemeentelijke kolom er als volgt uit. Personele inrichting Een werkgroep Algemeen, waarvoor vijf AOV-ers uit de inliggende gemeenten allemaal voor één dag in de week zijn vrijgemaakt. Samen zijn zij verantwoordelijk voor de uitvoering van de regionale taken. Ze werken in principe vanuit het veiligheidsbureau in Arnhem. Een werkgroep Voorlichting, waarin vijf gemeentelijke voorlichters, twee voorlichters VGGM (één vanuit de brandweer en één vanuit de Volksgezondheidspoot), één voorlichter politie, één AOV'er en één AOV'er uit de werkgroep Algemeen. Zij besteden ongeveer een halve dag in de maand aan de werkgroep. De voorzitter besteedt ongeveer een dag in de maand aan de werkgroep. De gemeentelijke functionarissen zijn niet formeel vrijgemaakt van hun reguliere werk voor deze taak. Aansturing Er is een bestuurlijk coördinerend en een operationeel coördinerend gemeentesecretaris. De bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de communicatie naar het bestuur en zit in de veiligheidsdirectie namens de gemeentelijke kolom. De operationeel coördinerend gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de aansturing van de werkgroep Algemeen en zit in het MT van het veiligheidsbureau. Financiering De gemeenten die een lid van de werkgroep Algemeen leveren krijgen hiervoor compensatie vanuit de veiligheidsregio. Hiervoor worden de convenantsgelden gebruikt.
1
In oktober 2009 is door een auditcommissie de impuls geëvalueerd. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 3 van 29
3
Terugblik: bevindingen over het functioneren
Dit hoofdstuk blikt terug op de periode na het besluit om een Extra impuls te geven. Het hoofdstuk bespreekt welke ambities er waren en in welke mate die zijn gerealiseerd. Ook gaat het hoofdstuk in op de oorzaken. Het hoofdstuk beantwoordt daarmee de eerste drie onderzoeksvragen.
3.1
Ambitie en realisatie
Werkgroep Algemeen Ambitie De werkgroep Algemeen heeft haar ambities vastgelegd in het jaarplan 2010. Dit jaarplan is goedgekeurd door het overleg van gemeentesecretarissen in april 2010. Het jaarplan definieert de ambitie als: "het realiseren van een slagvaardige gemeentelijke kolom en een betrouwbare partner voor de andere operationele diensten in de voorbereiding op en tijdens de bestrijding van incidenten." Het jaarplan onderscheidt vijf categorieën activiteiten die de werkgroep Algemeen in 2010 en 2011 uit moet voeren. Het gaat om (in volgorde van prioritering): 1. Alle gemeenten op het basisniveau krijgen. Onder andere door planvorming, de inrichting van secties gemeentelijke processen ROT en voorlichting ROT, de vorming van intergemeentelijke pools voor de gemeentelijke processen en het sluiten van convenanten (CRAS, Nederlandse Rode Kruis). 2. Opleiden-trainen-oefenen. Door het opstellen van een opleidings- en oefeningsplan en multidisciplinair op te leiden en te oefenen; 3. Subregionale samenwerking; 4. Poolvorming. Opstellen van functieprofielen en competenties voor de regiofuncties bevolkingszorg; 5. Regioplanning. Daarnaast onderscheidt het jaarplan een aantal activiteiten dat doorlopend moeten worden uitgevoerd, zoals het periodiek deelnemen aan overleggen. Begin 2011 blijkt uit een tussenevaluatie dat niet alle prioriteiten zijn behaald. Er is een aantal regionale projecten opgepakt en een deel daarvan is afgerond (bv. Regionaal risicoprofiel 20112014). Veel taken die gericht waren op het verhogen van het basisniveau van de gemeenten, zoals het ontwikkelen van deelplannen voor de gemeentelijke processen, zijn niet uitgevoerd. Door de inwerkingtreding van de Wet op de Veiligheidsregio en daarmee de verplichting om een regionaal crisisplan te ontwikkelen, verschuift de prioriteit in 2011 naar het ontwikkelen van het crisisplan. De gedachte is dat het verhogen van het basisniveau daarna opgepakt wordt met de uitwerking van de gemeentelijke deelplannen in het tweede deel van het regionaal crisisplan. Realisatie Onderstaande opsomming geeft de resultaten weer van het werk van de werkgroep in de periode vanaf de Extra impuls in april 2010 tot en met maart 2012. Regionale projecten: risicoprofiel, beleidsplan, multidisciplinair draaiboek jaarwisseling (2010 & 2011), gemeenschappelijke regeling Voorbereiding multidisciplinaire oefeningen (bestuurlijke oefeningen en ROT oefeningen) (2010 & 2011) Ontwikkeling regionaal crisisplan deel 1 Ontwikkeling regionaal multidisciplinair plan voor opleiden en oefenen Poolvorming voor stafsecties Bevolkingszorg en regionaal actiecentrum communicatie (werving en selectie) Daarnaast heeft de werkgroep Algemeen een aantal continue taken uitgevoerd: Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 4 van 29
Voorbereiding en uitvoering overleggen, inclusief opstellen notities met voorstellen (AB, DB, gemeentesectarissenoverleg, AOV-overleg, communicatieoverleg) Uitvoering taken voor veiligheidsbureau en veiligheidsdirectie (multidisciplinaire agenda) Verhoging kennis van alle AOV-ers en gemeentesecretarissen Deelname aan landelijke werkgroepen
Werkgroep Voorlichting In het jaarplan 2010 definieert de Werkgroep Voorlichting de volgende activiteiten: Regeling ROT piket: actualiseren regeling, uitwerken en bijhouden handleiding ROT piket, vragen beantwoorden Intergemeentelijk Team Voorlichting (ITV) opzetten voor vijf functies: beleidsvoorlichters, publieksvoorlichters, persvoorlichters, interne voorlichters, webredacteuren Extranet: opzetten extranet voor alle communicatiemedewerkers van gemeenten in Gelderland Midden Opleiden en oefenen: opzetten opleidings- en oefenprogramma voor ROT Piketmedewerkers en het ITV Regionaal Crisisplan: participeren in ontwikkeling Project risicocommunicatie: bijdragen aan campagne Communicatie veiligheidsregio: bijdragen aan regionaal communicatieplan Netwerkbijeenkomsten organiseren voor alle gemeentelijke voorlichters Pagers: bewaken of alarmering via pagers goed verloopt De volgende resultaten zijn door de werkgroep behaald: De Regeling ROT Piket Sectie Voorlichting bestaat sinds 1 januari 2009 Het ITV is opgezet. Er is een Voorlichterpool gevormd en deze personen staan geregistreerd in de Communicator. Er is sprake van vrije instroom en per gemeente is een AOV-er verantwoordelijk voor de updates De werkgroep heeft zich bezig gehouden met het opzetten van een opleiding- en oefenprogramma voor gemeentelijke voorlichters en ROT-piketmedewerkers Er is een extranet in het leven geroepen, bedoeld voor alle communicatiemedewerkers van gemeenten in de Veiligheidsregio Gelderland Midden De werkgroep heeft medewerking verleend aan het Project Risicocommunicatie Er zijn netwerkbijeenkomsten georganiseerd om binding te creëren tussen alle gemeentelijke voorlichter Bevindingen De werkgroepen Algemeen en Voorlichting hebben een aantal mooie en belangrijke resultaten geboekt, met name op het gebied van regionale planvorming en regionale poolvorming. Hiervoor is waardering bij de AOV-ers uit andere gemeenten en de gemeentesecretarissen. De resultaten van de werkgroep Algemeen sluiten beperkt aan bij de prioriteiten die in 2010 zijn gesteld. Begin 2011 is de keuze gemaakt om voorrang te geven aan de ontwikkeling van het regionaal crisisplan, waarvan in 2011 deel 1 is afgerond. In het crisisplan deel 2 worden de gemeentelijke deelplannen verder uitgewerkt, waardoor ook het versterken van het basisniveau van gemeenten opgepakt wordt.
3.2
Kwantitatieve analyse
Het COT heeft een kwantitatieve analyse gemaakt van de tijdsbesteding van de werkgroep Algemeen en van de prioriteiten. Voor de werkgroep Voorlichting waren hiervoor onvoldoende gegevens voorhanden.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 5 van 29
Tijdsbesteding In de Extra impuls wordt besloten dat de werkgroep Algemeen uit vijf mensen zal bestaan, die allemaal één dag in de week aan de werkgroep zullen besteden. Daarmee komt, zo beschrijft het voorstel, één fte beschikbaar. Eén fte staat gelijk aan circa 1.550 productieve uren. 2 In 2010 en 2011 hebben de leden van de werkgroep de uren geschreven die ze daadwerkelijk aan de werkgroep hebben besteed. Onderstaande tabel geeft deze geplande uren en gerealiseerde uren weer (inzet). In het jaarplan 2010 maakt de werkgroep Algemeen een inschatting van de benodigde uren voor de activiteiten. Onderstaande tabel geeft ook weer hoeveel uren volgens die planning nodig waren voor het uitvoeren van de geplande activiteiten en de gerealiseerde activiteiten (activiteiten). Inzet Planning 1.450 4 1.550
2010 2011
Realisatie 1.250 1.768
Activiteiten Planning 3 1.764 5 2.595
Realisatie 759 1.147
De tabel laat zien dat: de leden van de werkgroep gezamenlijk in 2010 minder tijd besteedden aan de werkgroep dan gepland, maar in 2011 meer; de planning zowel in 2010 als in 2011 te ambitieus was. Er waren volgens de planning meer uren nodig voor het uitvoeren van de geprioriteerde taken dan er volgens diezelfde planning beschikbaar waren. Verder valt op dat de werkgroepleden in de tijd die ze daadwerkelijk besteed hebben aan de werkgroep (gerealiseerde inzet) minder activiteiten hebben uitgevoerd dan gepland (gerealiseerde activiteiten). Hiervoor wordt een aantal oorzaken genoemd: de werkgroep heeft tijd besteed aan activiteiten die niet in het jaarplan stonden, zoals het reageren op verzoeken of opdrachten van de andere kolommen, het overleg gemeentesecretarissen, en het regionaal openbare orde en veiligheidsoverleg (ROOV); in de geplande inzet is geen rekening gehouden met niet-productieve activiteiten, zoals overleg. De werkgroep heeft tijd besteed aan onderlinge afstemming; sommige activiteiten kostten meer tijd dan vooraf gepland. Voor het opstellen van het regionaal crisisplan was bijvoorbeeld 120 uur gepland, terwijl dit meer tijd heeft gekost; het heeft tot eind 2010 geduurd voordat alle faciliteiten (bv. toegangspassen en werkplekken) geregeld waren. Dit belemmerde de werkzaamheden van de werkgroep. Prioritering In 2010 is een prioritering gemaakt voor de activiteiten. Deze prioritering is in 2011 aangepast. Onderstaande tabel geeft weer hoeveel uren volgens de planning nodig waren voor de wel en de niet gerealiseerde activiteiten. In de tabel zijn de activiteiten uitgesplitst naar prioriteit. 6
Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 Totaal
2010 Wel gerealiseerd 144 120 495 759
Niet gerealiseerd 1.060 440 121 1.621
2011 Wel gerealiseerd 1.114 24 9 1.147
Niet gerealiseerd 404 644 0 1.048
2
Uitgaande van een 36-urige werkweek, 7 feestdagen, 25 vakantiedagen en 5% ziekteverzuim. De cijfers in deze kolom geven weer hoeveel tijd er volgens de planning nodig was om de in dat jaar geplande activiteiten uit te voeren. 4 Vanaf april 2010 was 1 fte beschikbaar, dus 2/3 van het jaar. Tot april was 0,8 fte beschikbaar. 5 1.204 uur voor het realiseren van het basisniveau bij de individuele gemeenten en 560 uur voor de overige geprioriteerde activiteiten. 3
6
Deze gegevens zijn overgenomen uit bijlage 3 van de Tussenevaluatie Inzet leden werkgroep Algemeen 2010. De prioritering wordt niet nader beschreven.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 6 van 29
De tabel laat zien dat de werkgroep in 2010 er beperkt in is geslaagd om de prioriteiten uit het jaarplan te volgen. De werkgroep heeft in 2010 veel meer activiteiten met prioriteit 3 opgepakt dan met prioriteit 1 en 2. In 2011 heeft de werkgroep zich beduidend beter aan de prioriteiten kunnen houden.
3.3
Kwalitatieve analyse
Het COT heeft diverse gesprekken gevoerd. Daaruit komen de volgende observaties over het functioneren van de werkgroep.
Werkgroep Algemeen De regionale capaciteit van de werkgroep Algemeen zorgt volgens alle respondenten voor de realisatie van een aantal belangrijke regionale producten. Er is waardering bij de gemeenten voor de geboekte resultaten, ook voor de meer ontastbare resultaten als "het op één lijn krijgen van de gemeenten" en het "verhogen van de kennis van de AOV-ers in de gemeenten". Ook zorgt het aanwezig zijn op het veiligheidsbureau voor aanspreekpunten voor de andere kolommen. De respondenten geven aan dat de structuur zoals die in de Extra Impuls is vastgesteld beter functioneert dan het adoptiemodel van vóór de Extra Impuls. Er zijn echter een paar kritische kanttekeningen te maken bij de huidige structuur. Ten eerste krijgt de werkgroep vanuit verschillende gremia opdrachten. Formeel gezien is het overleg van gemeentesecretarissen, onder voorzitterschap van de bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris, de opdrachtgever. In de praktijk krijgt de werkgroep Algemeen echter ook opdrachten en vragen vanuit de veiligheidsdirectie en het MT veiligheidsbureau, vanuit het ROOV, vanuit het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur, alsmede landelijk overleg en vanuit de andere kolommen. Er is geen helder proces voor het bepalen van de prioriteiten, waardoor de werkgroep in zekere mate ad hoc reageert op haar omgeving. Ook ontbreekt het aan een helder proces voor het monitoren van de voortgang. Formeel is dit een taak voor de operationeel coördinerend gemeentesecretaris, in de praktijk spreken ook de andere "opdrachtgevers" de werkgroep rechtstreeks aan op de voortgang. De operationeel coördinerend gemeentesecretaris vertegenwoordigt de gemeentelijke kolom in het MT veiligheidsbureau. Het is echter de vraag of dit de meest wenselijke oplossing is, omdat hier veelal vrij technische en operationele onderwerpen op de agenda staan, voornamelijk aangedragen door de brandweer. Ook binnen de werkgroep ontbreekt het op sommige punten aan heldere afspraken. Zo zijn er op sommige punten geen heldere afspraken over de urenbesteding aan de werkgroep. Afgesproken is dat iedereen één dag in de week aan de werkgroep besteedt, niet hoe wordt omgegaan met bijvoorbeeld vakantiedagen of ziekteverzuim. Ook de praktische invulling verschilt, sommige werkgroepleden zitten wekelijks op een vaste dag op het veiligheidsbureau, andere vullen dat meer flexibel in, of werken vaker vanaf het eigen stadhuis of vanuit huis. Tot slot hebben de werkgroepleden wel afspraken gemaakt over een periodiek afstemmingsoverleg, maar in de praktijk functioneert dat nog niet altijd. De werkgroepleden kijken verschillend aan tegen de balans tussen het werk voor de eigen gemeente en het werk voor de werkgroep. Sommige werkgroepleden slagen er goed in één dag in de week vrij te houden voor de werkgroep. Andere werkgroepleden geven aan dat de prioriteiten van de eigen gemeente en burgemeester vaak het werk voor de werkgroep doorkruisen. De AOV-ers die niet in de werkgroep Algemeen zitten hebben verschillende beelden bij hun betrokkenheid. Voor sommigen zijn de activiteiten van de werkgroep niet altijd helder en is de communicatie van de werkgroep naar de andere AOV-ers te beperkt. Ook sommige gemeentesecretarissen geven dit aan. De verbinding tussen de activiteiten van de werkgroep en de activiteiten van AOV-ers van andere gemeenten is niet altijd goed. Daarnaast leven bij sommige gemeentesecretarissen zorgen over het soms ontbreken van een open discussie in het gemeentesecretarissenoverleg.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 7 van 29
Werkgroep Voorlichting Ook de werkgroep Voorlichting heeft de afgelopen jaren een aantal mooie resultaten geboekt. Een groot gedeelte van de geplande werkzaamheden is daadwerkelijk gerealiseerd. Per persoon wordt ongeveer vijf uur per maand aan werkzaamheden voor de werkgroep besteed. Voor de voorzitter is dit ongeveer het dubbele. Deze uren zijn hiervoor niet officieel vrijgemaakt, waardoor de werkgroepleden weinig houvast hebben. De werkgroep vergaderde in 2011 om de twee maanden. Er is echter regelmatig een vergadering niet doorgegaan in verband met te weinig deelnemers. Sinds 1 januari 2012 vergadert de werkgroep één keer per maand. De werkgroep bespreekt dan de planning verdeelt de taken. Naast de geplande werkzaamheden vragen verschillende partijen advies aan de werkgroep. Indien op korte termijn om een advies wordt gevraagd, wordt dit soms voorbereid in een subgroep van de werkgroep Voorlichting. Naar aanleiding van een advisering volgt niet altijd terugkoppeling vanuit de vragende partij. De communicatielijn is niet altijd even helder en dat zorgt soms voor onduidelijk, bijvoorbeeld voor wat betreft het inbrengen van stukken. Net als bij de werkgroep Algemeen ontbreekt een helder proces voor het bepalen van de prioriteiten en voor het monitoren van de voortgang. Ook de aansluiting met de werkgroep Algemeen laat te wensen over waardoor er onduidelijkheid kan ontstaan over vragen of opdrachten. In combinatie met het feit dat er weinig contact is met de bestuurlijk en operationeel coördinerend gemeentesecretarissen, roept dit op momenten de vraag op wie formeel gezien de opdrachtgever is en aan wie verantwoording moet worden afgelegd.
3.4
Realisatie uitgangspunten
De auditcommissie formuleerde een aantal aanbevelingen. Daarbij formuleerde de gemeentesecretarissen een aantal randvoorwaarden. Samen vormen deze aanbevelingen en de randvoorwaarden de uitgangspunten voor de werkwijze in de gemeentelijke kolom. De tabel in bijlage A geeft weer wat er in de praktijk van deze uitgangspunten terecht is gekomen. De belangrijkste conclusies voor de realisatie van de uitgangspunten zijn: De werkgroep Algemeen heeft de regie naar zich toe getrokken, met name in de ontwikkeling van het crisisplan. Subregionale samenwerking is niet gedefinieerd en niet tot stand gekomen, alleen daar waar die al bestond (Doesburg, Rheden, Rozendaal en Westervoort, Duiven, Zevenaar en Rijnwaarden). De verbinding tussen de regionale werkgroepen en de gemeenten wordt als wisselend ervaren. De gemeenten verzorgen zelf de monodisciplinaire opleidingen, trainingen, oefeningen. Er zijn verschillen tussen de gemeenten in de invulling. Het jaarplan 2010/2011 vormt de basis voor een gezamenlijke uitvoeringsagenda, maar functioneert (nog) niet als zodanig.
3.5
Conclusies over functioneren structuur
Bovenstaande leidt tot de volgende conclusies: De werkgroepen Algemeen en Voorlichting hebben een aantal mooie resultaten geboekt en daarmee bijgedragen aan de ontwikkeling van de regionale crisisbeheersing in de gemeentelijke kolom. Daar is dan ook waardering voor bij de gemeenten. De huidige structuur laat een aantal beperkingen zien. In zowel de werkgroep Algemeen als de werkgroep Voorlichting ontbreekt het aan heldere processen voor prioritering en voortgangsmonitoring, waardoor de werkgroepen ad hoc reageren. In de werkgroep Algemeen zijn er daarnaast te weinig werkafspraken gemaakt over tijdsbesteding en afstemming. De werkgroep Voorlichting ontbeert vooral een heldere rol in de gehele structuur van de regionale organisatie van de gemeentelijke kolom. Het spreiden van de taken over verschillende
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 8 van 29
functionarissen (werkgroepleden en gemeentesecretarissen) die het regionale werk ook nog eens naast hun reguliere werk doen, zorgt voor versnippering en conflicten in prioriteiten. Het belangrijkste uitgangspunt, het oppakken van de regie naar gemeenten toe, is daadwerkelijk gerealiseerd. Veel van de andere uitgangspunten zijn slechts beperkt gerealiseerd.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 9 van 29
4
Vooruitblik: keuzes in takenpakket
De behoefte aan regionale capaciteit voor de gemeentelijke kolom hangt af van de taken die de regionale organisatie moet uitvoeren. Daarom kan pas worden bepaald hoe de regionale capaciteit voor de gemeentelijke kolom het beste vormgegeven kan worden, als besloten is welke taken bij de regionale organisatie worden belegd. Deze keuze is niet zomaar te maken, maar vergt een bestuurlijke weging van verschillende argumenten. In dit hoofdstuk zetten we de te maken keuzes en de afwegingen die daarbij gelden op een rij. We onderscheiden vier taakgebieden, die we hieronder verder uitwerken. Het gaat hierbij om de taken in de koude fase, dus in de voorbereiding op een ramp of crisis. De wijze waarop de regionale organisatie in de warme fase acteert heeft wel invloed op de taken in de koude fase. Voor elk taakgebied kan een keuze gemaakt worden tussen regionaal of lokaal beleggen. Ook binnen de taakgebieden zijn keuzes mogelijk. Vanwege de samenhang tussen de taken in de taakgebieden verdient het de voorkeur om voor de meeste taken binnen een taakgebied dezelfde keuze te maken. De Wet op de Veiligheidsregio's stelt slechts een beperkt aantal eisen aan de regionale organisatie van de gemeentelijke kolom. Voor het overige zijn de gemeenten vrij om eigen keuzes te maken. De wet stelt de volgende eisen: Het bestuur van de veiligheidsregio stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan op voor de taken van de veiligheidsregio (art 14). Dit plan is gebaseerd op een risicoprofiel. Het risicoprofiel wordt tenminste eenmaal per jaar besproken met alle in de regio betrokken partijen (art 15). Dit is een multidisciplinaire taak waaraan vanuit de gemeentelijke kolom moet worden bijgedragen. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een crisisplan op met de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing (art 16). Dit is een multidisciplinaire taak waaraan vanuit de gemeentelijke kolom moet worden bijgedragen.
4.1
Bemensing crisisorganisatie
Het eerste taakgebied betreft het organiseren van pools voor de diverse functionarissen van een crisisorganisatie. In geval van incidenten of rampen moeten verschillende posities worden ingevuld voor het uitvoeren van de gemeentelijke processen. Deze functionarissen kunnen (afhankelijk van de aard en de duur van een incident) waarschijnlijk niet allemaal uit de gemeentelijke organisatie waar het incident plaatsvindt worden gehaald. Veel regio's kiezen er daarom voor om voor een aantal posities in de crisisorganisatie regionale pools op te richten. Regionale pools bestaan uit geselecteerde personen die in dienst van één van de inliggende gemeenten zijn, maar die in geval van incident of ramp in de hele regio hun functie in de crisisorganisatie kunnen uitvoeren. Er zijn verschillende keuzes te maken: Lokaal of regionaal uitvoeren van gemeentelijke processen? Formeel is bij het optreden van een crisis de getroffen gemeente verantwoordelijk voor het uitvoeren van de gemeentelijke crisisbeheersingsprocessen. Sommige regio's kiezen er echter voor om sommige gemeentelijke processen op regionaal niveau te beleggen, bijvoorbeeld om op 1 of 2 locaties CRIB te organiseren, in plaats van 16 keer. Voor welke functionarissen wordt een regionale pool georganiseerd? Gelderland Midden heeft recent gekozen voor het opzetten van regionale pools voor de functies Algemeen Commandant Bevolkingszorg en de Hoofden van de sectie Bevolkingszorg. Andere
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 10 van 29
regio's gaan verder en richten ook pools in voor de teamleiders, de Officieren van Dienst Bevolkingszorg 7 en voor de bemensing van operationele teams. Opzetten, beheren en opleiden/trainen/oefenen? Het opzetten van regionale pools betekent het werven van mensen voor de verschillende functies en het selecteren van de juiste kandidaten. In Gelderland Midden is dit traject recent afgerond voor de genoemde functionarissen. De pools moeten ook beheerd worden. Telefoonlijsten moeten actueel worden gehouden, indien personen weggaan moeten ze vervangen worden. Het is het meest logisch om deze taak bij de regionale organisatie neer te leggen. De functionarissen in de pools moeten ook opgeleid, getraind en geoefend blijven. De functionarissen moeten op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen in crisisbeheersing en van de processen die binnen de regio zijn afgesproken. Opleiden, trainen en oefenen vraagt voorbereiding, organisatie en uitvoering, maar ook om het bijhouden van "geoefendheid" van functionarissen, bijvoorbeeld in een oefenpaspoort. Het lijkt logisch om deze taak ook bij de regionale organisatie neer te leggen.
4.2
Voorbereiden van de teams bevolkingszorg
Het tweede taakgebied is het voorbereiden van de gemeenten op een incident of ramp. Tijdens een incident of ramp zullen diverse processen in de getroffen gemeente moeten worden uitgevoerd. Goed voorbereid zijn betekent goede crisisplannen paraat hebben, voldoende mensen die weten wat ze moeten doen tijdens een crisis en de juiste faciliteiten ter beschikking hebben. Er zijn verschillende taken te onderscheiden: Ontwikkelen van regionale crisisplannen. Veiligheidsregio's zijn sinds de invoering van de Wet op de Veiligheidsregio's verplicht om een regionaal crisisplan te ontwikkelen. Dit dient gebaseerd te zijn op een regionale risicoanalyse. Gelderland Midden ontwikkelde in 2011 het eerste deel van het crisisplan, waarin de functiestructuur wordt neergelegd. Ontwikkelen van gemeentelijke deelplannen. Gemeenten ontwikkelen deelplannen, gebaseerd op de uitgangspunten van het regionale crisisplan. Hierin worden de gemeentelijke processen voor de eigen gemeente en de bemensing van de lokale functies verder uitgewerkt. De regionale organisatie kan gemeenten ondersteunen door formats te ontwikkelen voor lokale invulling en door mee te denken en eventueel te schrijven. Opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke functionarissen. De personen die een functie moeten vervullen in de lokale crisisorganisatie moeten, net als de functionarissen van de regionale pools, opgeleid, getraind en geoefend zijn. Dit vraagt voorbereiding, organisatie en uitvoering, en het beheer van oefenpaspoorten. Elke gemeente kan dit zelf doen, maar de regionale organisatie kan ook gevraagd worden om dit voor alle gemeenten in de regio uit te voeren.
4.3
Bestuurlijke advisering en voorbereiden besluitvorming
Het derde taakgebied is het adviseren van bestuurders over de crisisbeheersing en het voorbereiden van lokale en regionale besluitvorming. Er zijn twee taken te onderscheiden: Regionale advisering en besluitvorming Het bestuur van de veiligheidsregio neemt de multidisciplinaire besluiten. Het bestuur bestaat uit het Algemeen en het Dagelijks bestuur. Deze besturen moeten geadviseerd worden over de besluiten die aan hen worden voorgelegd. Daarnaast is binnen de gemeentelijke kolom het gemeentesecretarissenoverleg een belangrijk besluitvormend orgaan. Besluitvorming in dit overleg moet worden voorbereid en vastgelegd. Deze taken worden in Gelderland Midden vervuld door de bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris moet 7
Deze pool is ook in Gelderland Midden in de maak. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 11 van 29
gevoed en ondersteund worden om zijn rol goed vorm te kunnen geven. Daarnaast voorbereiding Veiligheidsdirectie, voorbereiding mt-veiligheidsbureau. Lokale advisering en besluitvorming De burgemeesters van de inliggende gemeenten zijn binnen de gemeenten verantwoordelijk voor besluitvorming. Zij hebben behoefte aan advies over de besluiten die aan hen worden voorgelegd. Vaak is deze taak belegd bij de Ambtenaar Openbare Veiligheid (AOV-er) van de gemeente. Sommige regio's, zoals Groningen, kiezen er voor om deze taak op (sub)regionaal niveau te beleggen. De regionale AOV-er stelt dan een advies op wat voor alle of een deel van de burgemeesters geldt.
4.4
Overige taken
Het vierde taakgebied bevat een aantal taken die niet onder één van de vorige taakgebieden vallen. Het gaat om de volgende taken: Bijdragen aan multidisciplinaire ontwikkelingen en inspelen op vragen vanuit de andere kolommen Binnen de veiligheidsregio vinden diverse multidisciplinaire ontwikkelingen plaats. Het is nuttig als vanuit de gemeentelijke kolom bijgedragen wordt aan deze ontwikkelingen, zodat de gemeentelijke praktijk in de ontwikkelingen kan worden meegenomen. Deelnemen aan landelijke overleggen en werkgroepen Ook landelijk vinden tal van relevante ontwikkelingen plaats, zoals het project GROOT, waarin voor diverse gemeentelijke sleutelfunctionarissen kwaliteitseisen zijn ontwikkeld. Het kan nuttig zijn om vanuit de regio bij te dragen aan dergelijke ontwikkelingen. Vaak vragen landelijke werkgroepen om vertegenwoordigers van een regio (bijvoorbeeld LOCB en LOCGS). Deze bijdrage kan vanuit individuele gemeenten worden vormgegeven, maar ook vanuit de regionale organisatie. Beleidsontwikkeling Het ontwikkelen van beleid op terreinen als evenementen is over het algemeen een lokale taak, omdat elke gemeente daarin zijn eigen voorkeuren heeft en zijn eigen accenten wil leggen. De regionale organisatie kan hierin een rol spelen, bijvoorbeeld door formats te ontwikkelen of gemeenten te ondersteunen in de ontwikkeling van beleid. Evaluatie Incidenten en rampen zijn vaak een rijke bron voor het leren van de betrokken organisaties. Het evalueren van incidenten en rampen verdient dan ook de aanbeveling. Gemeenten kunnen dit zelf oppakken, of een bureau inhuren om dit te doen. De regionale organisatie kan echter de gemeenten ook ondersteunen, bijvoorbeeld door formats te ontwikkelen, of kan de evaluaties uitvoeren. 8 Kennis De ontwikkelingen in de crisisbeheersing volgen elkaar in snel tempo op. Het is voor individuele gemeenten dan ook lastig om goed bij te blijven, zeker als de betrokken ambtenaren naast hun crisisbeheersingstaken nog tal van andere taken moeten uitvoeren. De regionale organisatie kan hierin een faciliterende rol spelen, bijvoorbeeld door de ontwikkelingen scherp te volgen en gemeenten te informeren.
8
DE VGGM doet nu al evaluaties naar aanleiding van GRIP incidenten. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 12 van 29
4.5
Overwegingen voor regionaal of lokaal beleggen
Voor alle hierboven genoemde taken kan de veiligheidsregio besluiten om ze regionaal of lokaal te beleggen. Onderstaande tabel geeft hiervan een samenvatting. Taakgebied Bemensing crisisorganisatie
Voorbereiden teams bevolkingszorg
Bestuurlijke advisering Overige taken
Taak Uitvoeren van gemeentelijke processen Regionale pools Opzetten, beheren en opleiden, trainen en oefenen Ontwikkelen regionaal crisisplan Ontwikkelen gemeentelijke deelplannen Opleiden, trainen en oefenen gemeentelijke functionarissen Regionale advisering Lokale advisering Bijdragen aan multidisciplinaire ontwikkelingen en inspringen op vragen uit andere kolommen Deelnemen aan landelijke werkgroepen Beleidsontwikkeling Evaluatie Kennis
In het maken van keuzes tussen regionale of lokale invulling van taken speelt steeds een aantal overwegingen. Het regionaliseren van taken kan om de volgende redenen wenselijk zijn: De lokale capaciteit 9 voor crisisbeheersing is vaak zeer beperkt. Door de lokale taken te bundelen en regionaal onder te brengen kan wel de benodigde capaciteit worden gerealiseerd. Daardoor kunnen betere resultaten worden geboekt. Door de krachten van gemeenten te bundelen in de regio kan een beperkt aantal sterke mensen worden aangesteld. Het is efficiënter om een beperkt aantal (sleutel)functionarissen te hebben in de regio die in actie komen bij incidenten en rampen, in de warme fase. Deze functionarissen kunnen immers relatief gemakkelijk goed opgeleid, getraind en geoefend worden. Het is efficiënter om regionaal op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen rond crisisbeheersing en deze kennis over te brengen naar de gemeenten. Regionalisering zorgt voor standaardisering. Als vanuit de regio formats en standaard werkwijzen worden opgesteld is de kans groter dat gemeenten dezelfde werkwijze gebruiken. Lokale kennis blijft van belang bij een incident of ramp. Echter, deze kennis kan gemobiliseerd worden in tijden van crisis door medewerkers van de getroffen gemeente te laten samenwerken met regionaal opgeleide (sleutel)functionarissen. Het lokaal beleggen van taken kan om de volgende redenen wenselijk zijn: In de crisisbeheersing is lokale kennis van groot belang, daarom moeten bij elke crisisafhandeling mensen uit de getroffen gemeenten participeren. Een relevant lokaal takenpakket helpt om de gemeentelijke functionarissen betrokken te houden bij de crisisbeheersing. Crisisbeheersing is een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de burgemeester, die hierover verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Dit pleit ervoor dat de burgemeester voldoende ruimte heeft om lokale keuzes te maken in de voorbereiding op crisis.
9
AOV'ers en alle andere betrokken bij de crisisbeheersing. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 13 van 29
5
Organisatiemodellen
In 2010 heeft het overleg van gemeentesecretarissen gekozen voor de Extra impuls, die bestond uit opheffing van de meeste regionale werkgroepen en onderbrenging van de activiteiten bij de werkgroepen Algemeen en Voorlichting. Er zijn ook andere opties om organisatie van de gemeentelijke kolom vorm te geven. Op basis van een quick scan bij vier andere veiligheidsregio's komt het COT tot vier alternatieven. In bijlage C geven we per veiligheidsregio weer hoe de regionale organisatie is vormgegeven. 1. Geen regionale capaciteit (adoptiemodel) 2. Aangepast adoptiemodel (huidig model) 3. Regionale en lokale capaciteit 4. Regionale capaciteit Onderstaande paragrafen werken deze modellen verder uit op vier thema's: Personele inrichting Aansturing Financiering Overwegingen De Wet op de Veiligheidsregio en het Besluit veiligheidsregio's stellen slechts 1 eis aan de regionale organisatie van de gemeentelijke kolom: Het bestuur van de veiligheidsregio wijst een functionaris aan die is belast met de coördinatie van maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis (art 36 Wet op de Veiligheidsregio's).
5.1
Model 1: geen regionale capaciteit (adoptiemodel)
Dit model gaat uit van zeer beperkte behoefte aan regionale capaciteit, dus een keuze voor een groot lokaal takenpakket en een zeer beperkt regionaal takenpakket. Voor die taken die echt niet lokaal uitgevoerd kunnen worden en daarom echt regionaal opgepakt moeten worden, worden werkgroepen van AOV-ers gecreëerd. Dit model is gelijk aan het model waarmee de regionale samenwerking rond veiligheid in 2006 is vormgegeven en waarvan in 2008 en 2009 is geconstateerd dat het te weinig resultaten opleverde. Personele inrichting Vanuit gemeenten krijgen medewerkers beperkte tijd om aan regionale taken te werken. Er worden werkgroepen geformeerd rond de taakgebieden. De werkgroepen maken goede werkafspraken over tijdsbesteding, taakverdeling, werkwijze (in veiligheidsbureau of bij eigen gemeente) en over afstemming (bijvoorbeeld maandelijks afstemmingsoverleg). Elke werkgroep kiest een voorzitter die als aanspreekpunt voor de andere werkgroepen geldt. Aansturing Er is één coördinerend gemeentesecretaris, eventueel met een plaatsvervanger. De coördinerend gemeentesecretaris stuurt de verschillende werkgroepen aan en zorgt voor coördinatie tussen de werkgroepen, bijvoorbeeld door periodiek afstemmingsoverleg met de werkgroepvoorzitters. De coördineren gemeentesecretaris is aanspreekpunt voor de andere kolommen en opdrachtgevende overleggen en verzorgd een filterfunctie: de gemeentesecretaris bepaalt de prioriteitsstelling en voortgangsmonitoring. Financiering Er is slechts zeer beperkt regionale financiering nodig. De gemeenten "leveren" capaciteit voor de werkgroepen en de coördinerend gemeentesecretaris vervult deze rol naast zijn reguliere functie.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 14 van 29
Eventueel kunnen compensatieafspraken gemaakt worden voor de relatief hoge tijdsbesteding van gemeentesecretaris en werkgroepvoorzitters. Overwegingen Voordelen: Maximale lokale inbreng Nadelen: Het is de vraag of alle gemeenten voldoende inspanning (kunnen) leveren om hun basisniveau te verhogen. Dit model werkt alleen als alle gemeenten zich (vrijwillig) aan de afspraken houden. Efficiency: elke gemeente gaat apart doen wat nu in de regionale organisatie één keer gebeurt.
5.2
Model 2: aangepast adoptiemodel (huidig model)
Dit model gaat uit van het huidige model en zoekt binnen die model naar verbeteringen, op basis van de uitkomsten van de evaluatie. Personele inrichting Er is een werkgroep Bevolkingszorg (nu: Algemeen) waarin vanuit een aantal gemeenten een AOVer participeert. Deze AOV-ers krijgen hiervoor structureel tijd, bijvoorbeeld één dag in de week. Deze werkgroep vervult alle taken die op regionaal niveau worden belegd. Eventueel wordt de werkgroep Bevolkingszorg ondersteunt door één of meerdere werkgroepen voor specifieke taken, zoals de werkgroep Voorlichting. Deze ondersteunende werkgroepen bestaan uit AOV-ers en/of inhoudelijk deskundigen uit gemeenten die hiervoor niet specifiek tijd krijgen en die daarom slechts beperkt tijd besteden (circa een halve dag per maand). De werkgroep kiest een voorzitter, die als operationeel aanspreekpunt geldt voor de andere kolommen en de diverse besluitvormende overleggen in de veiligheidsregio. De voorzitter heeft ook een spilfunctie naar eventuele ondersteunende werkgroepen. De werkgroepleden maken heldere afspraken over tijdsbesteding, taakverdeling, werkwijze (in veiligheidsbureau of bij eigen gemeente) en over afstemming (bijvoorbeeld maandelijks afstemmingsoverleg). Aansturing Er zijn één of twee gemeentesecretarissen, met een heldere rolverdeling, bijvoorbeeld coördinerend en plaatsvervangend gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor prioriteitsstelling en voortgangsmonitoring van de werkgroepen. De gemeentesecretaris heeft hiervoor regelmatig overleg met de voorzitter van de werkgroep Bevolkingszorg en neemt deel aan periodieke voortgangs- en afstemmingsoverleggen met de hele werkgroep. De gemeentesecretaris is (bestuurlijk) aanspreekpunt voor de andere kolommen en de diverse besluitvormende overleggen in de veiligheidsregio en neemt als vertegenwoordiger van de gemeentelijke kolom deel aan de multidisciplinaire overleggen (MT Veiligheidsbureau 10 , Veiligheidsdirectie). Financiering Omdat de werkgroepleden en de coördinerend gemeentesecretarissen relatief veel tijd investeren in de regionale taken, is compensatie daarvoor gewenst. Hiervoor zijn grofweg twee mogelijkheden: een financiële gemeentelijke bijdrage aan de regio, bijvoorbeeld op basis van inwoneraantal; een bijdrage van gemeenten in capaciteit, bijvoorbeeld door bij toerbeurt voor een bepaalde periode een medewerker beschikbaar te stellen voor de werkgroep of de rol van coördinerend gemeentesecretaris. Een combinatie (sommige gemeenten betalen, sommige gemeenten leveren capaciteit). Financiering uit de BDUR-gelden (Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding)
10
Een andere optie is dat de voorzitter van de werkgroep Bevolkingszorg deelneemt aan het MT veiligheidsbureau. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 15 van 29
Overwegingen Voordelen: De continuïteit wordt geborgd doordat ieder lid van de werkgroep in principe de andere leden kan vervangen. Goede verbinding tussen de gemeentelijke praktijk en de regionale activiteiten Nadelen: Loyaliteitsconflict door werk voor regio en voor eigen gemeente Het blijkt lastig om de werkgroep effectief en efficiënt te laten functioneren (zie hoofdstuk 3) Zorg dat je de andere gemeenten/achterban goed op de hoogte houdt (bijv. subregionaal)
5.3
Model 3: regionale en lokale capaciteit
Dit model gaat uit van een noodzaak om tot versterking van de regionale organisatie te komen. In het model wordt een combinatie gemaakt van regionale en lokale capaciteit. Personele inrichting Voor de gemeentelijke kolom worden één of twee regionale coördinatoren aangesteld. Zij zijn volledig in dienst van de veiligheidsregio en werken dus niet daarnaast nog voor een gemeente. Van belang is dat de coördinator wel een stevige kennis heeft van de gemeentelijke praktijk, dus bij voorkeur een verleden hebben als AOV-er in een gemeente. De regionale coördinator werkt vanuit het veiligheidsbureau en is aanspreekpunt voor de andere kolommen en voor de andere opdrachtgevende overleggen. De regionaal coördinator kan bijvoorbeeld zitting nemen in het MT van het veiligheidsbureau om de gemeentelijke kolom te vertegenwoordigen. Ook coördineert de coördinator de uitvoering van de regionale taken (voortgangsmonitoring, afstemming tussen taken). Eventueel kan hij ook als oefencoördinator optreden. De regionale coördinator wordt ondersteund door één of meerdere werkgroepen, die specifieke taken voor de regio uitvoeren. De werkgroepen worden geformeerd uit de AOV-ers van de gemeenten, die een deel van hun tijd vrijgemaakt worden voor het uitvoeren van regionale taken, vergelijkbaar met de huidige werkgroep Algemeen. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit bij gemeenten kan gekozen worden voor een model, waarin alle gemeenten voor één dag in de week een AOV-er beschikbaar stellen (model Twente) of een model waarin een beperkt aantal gemeenten één of meerdere AOV-ers beschikbaar stellen. Voor deze AOV-ers is het belangrijk dat ze naast hun werk voor de regio ook in hun eigen gemeente met crisisbeheersing bezig zijn, zodat ze goed gevoel houden voor wat er in hun gemeente speelt en ze de verbinding kunnen leggen tussen regionaal en lokaal. Aansturing Er wordt onderscheid gemaakt tussen hiërarchische en functionele aansturing. Voor de functionele aansturing van de regionale organisatie voor de gemeentelijke kolom worden één of meerdere coördinerend gemeentesecretarissen aangewezen. Zij sturen de coördinator en de werkgroepen inhoudelijk aan, vormen het bestuurlijk aanspreekpunt voor de gemeentelijke kolom en bepalen, samen met de coördinator, prioriteiten en monitoren de voortgang. Hiërarchisch wordt de coördinator voor de gemeentelijke kolom aangestuurd door de coördinator veiligheidsbureau. Deze coördinator voert de PIOFACH 11 taken uit. De functionele en hiërarchisch leidinggevenden hebben regelmatig contact. Financiering In dit model is meer regionale financiering nodig dan in de vorige modellen. In ieder geval is regionale financiering nodig voor de coördinator gemeentelijke kolom. Hiervoor is een inwonersbijdrage van alle gemeenten het meest geijkte instrument. De regionale financiering zorgt ervoor dat bij individuele gemeenten minder budget nodig is.
11
Personeel, Inkoop, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie, Huisvesting. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 16 van 29
Voor compensatie van de coördinerend gemeentesecretarissen en de werkgroepleden zijn verschillende opties: een financiële gemeentelijke bijdrage aan de regio, bijvoorbeeld op basis van inwoneraantal; een bijdrage van gemeenten in capaciteit, bijvoorbeeld door bij toerbeurt voor een bepaalde periode een medewerker beschikbaar te stellen voor de werkgroep of de rol van coördinerend gemeentesecretaris. Een combinatie (sommige gemeenten betalen, sommige gemeenten leveren capaciteit). Financiering uit de BDUR-gelden (Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding) Overwegingen Voordelen: De afvaardiging van gemeentelijke AOV-ers voor de taken in de koude fase levert een aanzienlijke beschikbare capaciteit op. Doordat de AOV-ers daarnaast in hun eigen AOV-taken blijven uitvoeren, is de binding tussen lokaal en regionaal geborgd Lokale betrokkenheid is geborgd door AOV'ers in werkgroepen. De centrale rol van de regionaal coördinator(en) zorgt voor meer coördinatie en afstemming en vergemakkelijkt het monitoren van de voortgang. De regionaal coördinator(en) kunnen sneller resultaten boeken omdat ze zelfstandig kunnen werken. De centrale rol van de regionaal coördinator(en) zorgt voor een helder aanspreekpunt voor de andere kolommen. Nadelen Het is de vraag of alle gemeenten in staat zijn om iemand af te vaardigen voor een regionale werkgroep en diegene ook binnen de gemeente tijd te geven voor crisisbeheersing. Werkgroepen zijn te vrijblijvend, ieder werkgroeplid heeft last van de "spagaat" tussen regionale taken en lokale prioriteit. Sturing en coördinatie vragen meer tijd indien uit alle gemeenten een AOV-er participeert in de werkgroepen.
5.4
Model 4: regionale capaciteit
Dit model gaat uit van een groot opgezette regionale organisatie voor de gemeentelijke kolom, met een uitgebreid takenpakket. De lokale benodigde capaciteit voor de gemeentelijke processen wordt geminimaliseerd. Personele inrichting In dit model worden meerdere coördinatoren voor de gemeentelijke kolom aangenomen bij het veiligheidsbureau. Zij voeren gezamenlijk alle taken uit op regionaal niveau en vormen een "tegenwicht" voor de andere kolommen. Het team werkt vanuit het veiligheidsbureau en is aanspreekbaar voor de andere kolommen. Wel zijn de coördinatoren regelmatig te vinden in de inliggende gemeenten, om hun relaties daar op pijl te houden, onder andere met de burgemeester. De coördinatoren "verdelen" de regio in subregio's, die ze als een soort accountmanager bedienen. Aansturing Net als in het vorige model worden de coördinatoren functioneel aangestuurd door de coördinator veiligheidsbureau en inhoudelijk door één of meerdere coördinerend gemeentesecretarissen. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor prioriteitsstelling en voortgangsmonitoring, de coördinator veiligheidsbureau is verantwoordelijk voor de PIOFACH taken. Financiering In dit model is de meeste regionale financiering nodig. Deze kan op verschillende manieren vormgegeven worden: een financiële gemeentelijke bijdrage aan de regio, bijvoorbeeld op basis van inwoneraantal; Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 17 van 29
een bijdrage van gemeenten in capaciteit, bijvoorbeeld door detachering van medewerkers in de rol van gemeentelijk coördinator. Een combinatie (sommige gemeenten betalen, sommige gemeenten leveren capaciteit). Financiering uit de BDUR-gelden (Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding)
Overwegingen Voordelen: De continuïteit is gewaarborgd omdat verschillende regionaal coördinatoren samenwerken. De centrale regie is optimaal, waardoor voor heel de regio hetzelfde niveau kan worden bereikt en er sprake is van standaardisatie. Efficiency doordat de regionale organisatie voor alle gemeenten het grootste deel van de taken uitvoert. Nadelen: Weinig lokale inbreng. De taak van de AOV-er wordt alleen uitvoerend, en veel minder inhoudelijk. Door de grotere afstand tot gemeenten kan er sprake zijn van verlies van betrokkenheid.
5.5
Samenvatting Personele inrichting
Model 1
Werkgroep(en) van AOV-ers uit inliggende gemeenten die informeel tijd krijgen voor de regionale werkzaamheden
Model 2
• Werkgroep Algemeen met 1 fte capaciteit • Verbetering effectiviteit door werkafspraken
Model 3
• Eén of enkele regionale coördinatoren • Werkgroepen van AOV-ers uit de inliggende gemeenten
Model 4
Enkele regionale coördinatoren / AOV-ers
Aansturing
Eén coördinerend gemeentesecretaris • Een bestuurlijk en een operationeel coördinerend gemeentesecretaris • Verbetering aansturing door werkafspraken en/of door meerdere plaatsvervangend coördinerend gemeentesecretarissen voor taakgebieden • Functionele aansturing door coördinerend gemeentesecretaris. Eventueel plaatsvervangers voor aansturing werkgroepen • Hiërarchische aansturing door coördinator veiligheidsbureau • Functionele aansturing door coördinerend gemeentesecretaris. Eventueel plaatsvervangers voor aansturing werkgroepen • Hiërarchische aansturing door coördinator veiligheidsbureau
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 18 van 29
6
Conclusies en aanbevelingen
Voorgaande hoofdstukken geven de uitkomsten van de evaluatie van de Extra Impuls. Het COT evalueerde de huidige werkwijze (hoofdstuk 3), beschreef voor welke taken de veiligheidsregio keuzes moet maken om ze lokaal of regionaal te beleggen (hoofdstuk 4) en definieerde vier organisatiemodellen om de regionale organisatie vorm te geven. Hieronder geven we de belangrijkste conclusies van het onderzoek weer. 1 Keuze in organisatiemodel volgt op keuze in takenpakket Keuzes in de organisatiestructuur van de gemeentelijke kolom zijn afhankelijk van keuzes over de verdeling van taken tussen de regio en de gemeenten. De vraag hoeveel regionale capaciteit voor de gemeentelijke kolom nodig is, kan pas beantwoord worden als heldere keuzes gemaakt zijn over het takenpakket van deze regionale organisatie. Beperkt de regionale taak zich tot het ontwikkelen van het crisisplan (deel 2) en blijft de gemeentelijke crisisbeheersing een taak voor de individuele gemeenten, dan is de capaciteitsbehoefte op regionaal niveau beperkt. Als echter besloten wordt dat meer taken regionaal worden belegd, bijvoorbeeld de gemeentelijke processen in de koude fase (planvorming, trainen en oefenen), dan is meer capaciteit nodig. Het in hoofdstuk vier gepresenteerde overzicht van taakgebieden en onderliggende taken biedt een basis voor het maken van deze keuze. 2 Gemaakte keuzes vragen om regionale capaciteit, meer keuzes zijn nodig In de ontwikkeling van het regionaal crisisplan heeft de veiligheidsregio Gelderland Midden al een aantal keuzes gemaakt. Over de bemensing van de stafsectie Bevolkingszorg heeft de veiligheidsregio reeds besloten om regionale pools van sleutelfunctionarissen in te richten. Deze keuze maakt het logisch om ook het beheer en de opleiding, training en oefening van deze mensen op regionaal niveau te beleggen. De inrichting van een regionaal actiecentrum Voorlichting maakt dat het beheer van dit actiecentrum logischerwijs ook een regionale taak is. Voor het voorbereiden van de teams bevolkingszorg geldt dat het ontwikkelen van een regionaal crisisplan een regionale taak is. Het beheren van dit plan lijkt ook een typisch regionale taak. Regionale bestuurlijke advisering is nu impliciet belegd bij de werkgroep Algemeen, net als het bijdragen aan multidisciplinaire ontwikkelingen en het deelnemen aan landelijke werkgroepen. Er zijn aanvullende keuzes nodig over het regionale takenpakket: • Voor bemensing van de crisisorganisatie moet besloten worden of ook voor andere functionarissen, zoals teamleiders, pools worden ingericht. • Voor het voorbereiden van de teams bevolkingszorg moeten nog keuzes gemaakt worden over de rol van de regionale organisatie in het ontwikkelen van lokale crisisplannen en het opleiden, trainen en oefenen van gemeentelijke functionarissen. Het eerste lijkt een typisch lokale aangelegenheid, voor het tweede zijn veel argumenten voor regionalisering (met name de efficiency). • Voor bestuurlijke advisering en voor overige taken geldt dat keuzes impliciet gemaakt lijken te zijn, en nu expliciet gemaakt moeten worden. Zo is impliciet de keuze gemaakt om regionale advisering regionaal te beleggen en lokale advisering lokaal. Deze keuze kan expliciet gemaakt worden. Hetzelfde geldt voor de rol van de regionale organisatie in de overige taken (multidisciplinaire ontwikkelingen, landelijke werkgroepen, beleidsontwikkeling, evaluatie en kennis).
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 19 van 29
3 Andere regio's kiezen voor een (beperkte) regionale capaciteit van coördinatoren Uit de ronde langs andere veiligheidsregio's blijkt dat deze regio's kiezen voor het beleggen van een flink aantal taken op het regionale niveau. Voor de inrichting van de regionale organisatie kiezen deze regio's voor het inzetten van één of meerdere regionale coördinatoren, ondersteunt door één of meerdere werkgroepen van gemeentelijke AOV-ers. Deze regio's kiezen voor een mix van regionale capaciteit die efficiënt tot resultaten kan komen en lokale betrokkenheid door inzet van gemeentelijke AOV-ers. 4 Het huidige organisatiemodel kent beperkingen In het huidige organisatiemodel, met twee werkgroepen en twee coördinerend gemeentesecretarissen, zijn mooie resultaten geboekt. Dit is echter vooral te danken aan de inzet van de betrokken personen. Het model kent belangrijke beperkingen. Het ontbreekt aan heldere processen voor prioritering en voortgangsmonitoring, en aan heldere afspraken over tijdsbesteding en afstemming. Doordat alle betrokkenen het werk voor de regio naast hun reguliere werk doen, ontstaat teveel versnippering van aandacht. Daarnaast vergt afstemming tussen de werkgroepleden tijd en heeft de werkgroep Algemeen niet één gezicht naar buiten toe. De werkgroepleden hebben, in verschillende mate, last van de spagaat tussen het werken voor de eigen gemeente en voor de regionale werkgroep. De (operationele) afstemming met de andere kolommen in het MT veiligheidsbureau is op het verkeerde niveau belegd (gemeentesecretaris). De communicatie naar en de betrokkenheid van de overige AOV-ers laat soms te wensen over. 5 De centrale keuze is voor of tegen regionale coördinatiecapaciteit De keuze voor het organisatiemodel is afhankelijk van de keuze van het regionale takenpakket. Hierboven is aangegeven welke keuzes reeds gemaakt zijn en welke keuzes nog openstaan. De reeds gemaakte keuzes vragen al om een (beperkte) regionale capaciteit, aanvullende keuzes kunnen om meer regionale capaciteit vragen. In deze rapportage zijn vier organisatiemodellen weergegeven. De modellen 1 en 4 lijken niet goed aan te sluiten bij de situatie in Gelderland Midden. Model 1 is in het recente verleden te licht bevonden, model 4 biedt te weinig waarborgen voor lokale betrokkenheid. De keuze die gemaakt moet worden is dan ook tussen model 2 en 3. De belangrijkste keuze daarbij is of één of meerdere regionale coördinatoren moeten worden aangesteld. Gezien de ervaringen van de andere veiligheidsregio's en de geconstateerde zwaktes in het huidige model ligt het voor de hand om hiervoor te kiezen en van het huidige model (model 2) naar model 3 op te schuiven. Een regionale coördinator zorgt voor een helder aanspreekpunt voor gemeentesecretarissen, gemeenten en voor andere kolommen, pakt zelfstandig taken op en kan daardoor meters maken en speelt een belangrijke rol in coördinatie, prioritering en voortgangsmonitoring bij taken die in werkgroepen worden belegd. 6 Regionale coördinatiecapaciteit betekent extra regionaal budget Het aanstellen van een regionale coördinator vraagt wel om meer regionaal budget. Dit extra budget kan beperkt zijn, omdat de regionale coördinator werk uit handen neemt van wat nu de werkgroep Algemeen is, en daardoor zorgt voor minder capaciteitsbehoefte bij deze werkgroep. Indien voor een zwaarder regionaal takenpakket wordt gekozen, is meer extra budget nodig. Deze keuze leidt echter naar verwachting tot minder behoefte aan capaciteit en budget bij de individuele gemeenten. Het verdient aanbeveling om de extra capaciteit te financieren met een combinatie van het leveren van capaciteit en een inwonersbijdrage, zodat elke gemeente kan bepalen wat voor haar de beste optie. Ook de BDUR-gelden kunnen als financieringsbron worden gebruikt.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 20 van 29
7 Binnen het organisatiemodel zijn keuzes mogelijk Binnen dit model zijn nog keuzes mogelijk, bijvoorbeeld over de capaciteit regionale coördinatoren en de capaciteit gemeentelijke AOV-ers in werkgroepen. Deze keuzes hangen af van de zwaarte van het regionale takenpakket en zijn dus niet op voorhand te maken. Daarbij geldt wel dat het niet voor alle gemeenten haalbaar lijkt om een AOV-er af te vaardigen voor een regionale werkgroep. 8 Elk organisatiemodel vraagt om heldere processen en afspraken Daarnaast vraagt elke keuze voor een organisatiemodel om heldere afspraken over de rollen van elk orgaan binnen de structuur (bijvoorbeeld de rol van werkgroepen), over de werkwijze en afstemming en over processen van prioritering en voortgangsmonitoring. De huidige werkwijze voldoet niet aan deze eisen.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 21 van 29
Bijlage A - Realisatie uitgangspunten Uitgangspunt Neem vanuit de integrale gemeentelijke insteek en voor verdere versterking van de gemeentelijke kolom in de rampenbestrijding meer dan tot nu toe het geval geweest het voortouw. Trek de regie naar de gemeenten toe Versterk de kwaliteit in de uitvoering, ontwikkel de kwaliteit in de voorbereiding en geef aandacht aan de versterking van de regie Vanuit de regionale samenwerking naar de afzonderlijke gemeenten: Bevorder de verdere implementatie van voorstellen van de notitie gemeentelijke processen
Stimuleer subregionale samenwerking, uiteraard van onderaf Bevorder de informatie over, benchmarking van en advisering aan gemeenten bij verbeteringsmaatregelen Geef bijzondere aandacht aan het aanbod aan en het door gemeenten voldoende benutten van mogelijkheden van opleiding, training en oefening
Houd alle gemeenten betrokken bij de state of the art ontwikkelingen en problemen rondom crisisbeheersing Versterk de crisisbeheersing in de regio zelf door vanuit de gemeenten bij te dragen aan het volgende: Leg een heldere gezamenlijke agenda neer waarop de samenwerking op de locatie in de Beekstraat in Arnhem gebaseerd wordt Benut de opgave van de totstandkoming van het regionale crisisplan desgewenst als een katalysator voor samenwerking Wijs als gezamenlijke gemeenten voor de dagelijkse regie van stimulering, advisering en planontwikkeling van een en ander de uitvoerend coördinerend gemeentesecretaris en de werkgroep Algemeen aan, en faciliteer deze
Realisatie De werkgroep Algemeen heeft de activiteiten voor versterking van de gemeentelijke kolom naar zich toegetrokken. De werkgroep heeft daarmee de regie naar zich toegetrokken. Een beoordeling van de kwaliteit van de uitvoering en de voorbereiding zijn niet mogelijk op basis van dit onderzoek.
Deze voorstellen gaan in op het basisniveau van gemeenten en op de functie van de AOV-er. Een beoordeling van het basisniveau van elke individuele gemeente past niet in dit onderzoek. Subregionale samenwerking is niet tot stand gekomen De werkgroepen zijn niet toegekomen aan advisering van individuele gemeenten over de lokale crisisbeheersing In 2010 heeft de werkgroep Algemeen aandacht besteed aan het multidisciplinair opleiden en oefenen. Monodisciplinair oefenen ligt nog bij de gemeenten zelf. De meeste AOV-ers voelen zich op de hoogte gehouden door de werkgroepleden.
Het jaarplan vormt een gezamenlijke agenda voor de samenwerking 2011 heeft in het teken gestaan van de ontwikkeling van het regionale crisisplan. Op 11 februari hebben de gemeentesecretarissen de gemeentesecretaris van Lingewaard (Mw. Loenen) aangewezen als operationeel coördinerend gemeentesecretaris. Tot die tijd werd de functie vervuld door de bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris (dhr. Visser van Renkum). De formatie van de werkgroep
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 22 van 29
Benut bij de implementatie van de voornemens het veiligheidsbureau, het ROOV en versterk de positie van de AOV-ers uit de 16 gemeenten (of subregio's). Betrek hierbij ook de mogelijkheden van synergie met de AOV-ers die werkzaam zijn op het vlak van de openbare veiligheid. Functionarissen moeten "met hun voeten in de gemeentelijke klei staan"
Er is/komt geen extra budget
Algemeen is uitgebreid van 16 uur naar 40 uur. In het ROOV leven verschillende beelden bij hun betrokkenheid.
De vijf leden van de werkgroep Algemeen werken alle vijf in een gemeente De uitvoering van het werk voor de werkgroep in het veiligheidsbureau in Arnhem maakt de afstand tot hun gemeente groter. Niet van toepassing door beschikbaar komen extra budget uit convenantsgelden.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 23 van 29
Bijlage B - Totstandkoming Extra Impuls Deze bijlage beschrijft de totstandkoming van de Extra impuls in 2010. De bijlage beschrijft welke keuzes door de veiligheidsregio voor die tijd zijn gemaakt over de organisatorische inrichting van de gemeentelijke kolom voor de rampenbestrijding en welke motivaties aan die keuzes ten grondslag lagen. Ook beschrijft de bijlage de Extra impuls en de ambitie die met deze impuls beoogd was.
Adoptiemodel In de veiligheidsregio Gelderland-Midden (officieel: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden, VGGM) werken de gemeenten van 2006 tot en met 2009 met het zogenaamde adoptiemodel aan de ontwikkeling van de gemeentelijke rampbestrijdingsprocessen. Het adoptiemodel houdt in dat per gemeente één of twee gemeentelijke processen worden 'geadopteerd'. Deze processen worden beheerd door een aantal werkgroepen van AOV’ers en procesverantwoordelijken. Daarnaast is er een werkgroep Algemeen, die zich met de algemene c.q. niet-procesmatige zaken (wetswijzigingen, ondersteuning coördinerend secretaris) bezighoudt. 12 Voor dit model is gekozen omdat uitgegaan wordt van de bestuurlijke autonomie van de afzonderlijke gemeenten. Het zijn uiteindelijk lokale bestuurders die aan de lokale samenleving verantwoording moeten afleggen. Besluitvorming vindt plaats door het overleg van gemeentesecretarissen. Vanuit dit overleg zijn er een bestuurlijk en een operationeel coördinerend gemeentesecretaris aangewezen die met mandaat de verschillende gemeenten uit de gemeentelijke kolom vertegenwoordigen in multidisciplinair verband. De bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris neemt deel aan het veiligheidsoverleg en adviseert aan het regionaal bestuur. De operationeel coördinerend gemeentesecretaris neemt, als vertegenwoordiger van de gemeentelijke kolom, deel aan het managementteam van het Veiligheidsbureau en is voorzitter van het regionale overleg van AOV-ers. Tot 2008 blijven de resultaten van veel werkgroepen uit. Er wordt besloten dat er een impuls nodig is voor de versterking van de gemeentelijke processen. Als de gemeenten de processen in eigen hand willen houden, en niet willen onderbrengen bij de Veiligheidsregio, dan zullen deze ook voor de langere termijn professioneel moeten worden opgepakt. De werkgroep Algemeen geeft in september 2008 in een notitie aan hoe, door middel van een impuls, de geplande werkzaamheden kunnen worden behaald. De impuls bestaat onder andere uit een ondersteuning van de verschillende werkgroepen door de werkgroep Algemeen. De leden hiervan zijn hiervoor één dag per week vrijgemaakt. Daarnaast zijn in overleg met de werkgroepen de taken op een rij gezet en is prioritering aangebracht. De taken met de hoogste prioriteit worden door de werkgroep Algemeen opgepakt. Dit betekent echter niet dat men op lokaal niveau of in de andere werkgroepen niets meer hoeft te doen.
Audit Veiligheidsregio In oktober 2009 is door middel van een audit de doeltreffendheid van de organisatie van de gemeentelijke processen in de VGGM beoordeeld. Geconcludeerd wordt dat het adoptiemodel op zich wel werkt, maar aanpassingen behoeft. Het hechten van belang aan het lokale draagvlak kan namelijk de voortgang van processen bemoeilijken en vertragen. Daarnaast kan het strijden om voorrang met andere gemeentelijke verantwoordelijkheden wellicht regionale daadkracht en professionaliteit tegenwerken. Ook laat het adoptiemodel zien dat een verdeling van projectmatige taken in regionaal verband niet garandeert dat gemeenten hun eigen processen goed op orde hebben. De auditcommissie concludeert dat het model zoals het tot nu toe functioneert onvoldoende is om in de toekomst tegemoet te blijven komen aan de uitdagingen die de rampenbestrijding en crisisbeheersing met zich
12
De werkgroep algemeen bestaat uit AOV-ers uit de gemeenten Arnhem, Duiven, Ede, Overbetuwe en Lingewaard. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 24 van 29
meebrengt. De kwaliteit op lokaal niveau is daarvoor te sterk afhankelijk van de eigen inspanning van gemeenten. Ook wordt geconcludeerd dat de impuls nog te weinig resultaat oplevert. Enkele regionale werkgroepen verlopen zeker in eerste instantie stroef en er is gebrek aan daadkracht. Dit heeft voornamelijk te maken met (het gebrek aan) beschikbare capaciteit per AOV-er ten opzichte van de taken die er liggen. De auditcommissie komt tot een aantal aanbevelingen: 1. Trek de regie naar de gemeenten toe; 2. Versterk de kwaliteit in de “uitvoering”, ontwikkel de kwaliteit in de “voorbereiding”; 3. Bevorder de verdere implementatie van voorstellen van de notitie gemeentelijke processen; 4. Stimuleer subregionale samenwerking, uiteraard van onderaf; 5. Bevorder de informatie over, benchmarking van en advisering aan gemeenten bij verbeteringsmaatregelen; 6. Geef bijzondere aandacht aan het aanbod aan en het door gemeenten voldoende benutten van mogelijkheden van opleiding, training en oefening; 7. Leg een heldere gezamenlijke agenda neer waarop de samenwerking op de locatie in de Beekstraat in Arnhem gebaseerd wordt; 8. Wijs als gezamenlijke gemeenten voor de dagelijkse regie van stimulering, advisering en planontwikkeling van een en ander de uitvoerend coördinerend gemeentesecretaris en de werkgroep Algemeen aan, en faciliteer deze; 9. Benut bij de implementatie van de voornemens het veiligheidsbureau, het ROOV en versterk de positie van de AOV-ers uit de 16 gemeenten.
Uitwerking audit: jaarplan en notitie Het advies van de auditcommissie is door de werkgroep Algemeen verder uitgewerkt. Ten eerste is er een jaarplan 2010/2011 geschreven. In dit jaarplan wordt benadrukt dat het versterken van de gemeentelijke kolom leidend is. De kolom versterken kan door beter regie te voeren (oftewel: te monitoren) en door sub-regionale samenwerking te versterken. Daarnaast kan het lokaal door het basisniveau te verbeteren en regionaal door meer aan te sluiten bij de hulpverleningsdiensten. In het jaarplan is een lijst van prioriteiten opgenomen om deze doelstellingen te bereiken. Al het andere heeft een lagere prioriteit. Daarnaast is er een Notitie Organisatie gemeentelijke processen Veiligheidsregio Gelderland Midden ("een aantal tandjes erbij, een extra impuls") geschreven. In deze notitie wordt kort omschreven welke ontwikkelingen er in de veiligheidsregio hebben plaatsgevonden sinds 2006. Daarnaast worden er vier modellen uitgewerkt om aan te geven welke andere mogelijkheden (naast het adoptiemodel) er zijn om de gemeentelijke processen te organiseren. De gemeentesecretarissen hebben, naast de aanbevelingen van de auditcommissie, twee andere voorwaarden meegegeven voor het te kiezen model: 10. bij de bemensing van het model moet rekening worden gehouden met het feit dat dit functionarissen moeten zijn die "met hun voeten in de klei staan"; 11. er is/ komt géén extra budget beschikbaar. De volgende modellen worden door de werkgroep Algemeen in de notitie uitgewerkt: a) voortzetting huidige model met tijdelijk extra ondersteuning; b) voortzetting huidige model met structurele extra ondersteuning; c) fysiek Veiligheidsbureau (gemeentelijke kolom fysiek aanwezig bij de operationele diensten, huisvesting in hetzelfde gebouw); d) huidig model waarbij een aantal taken meer gecentraliseerd worden.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 25 van 29
Extra impuls Op basis van de notitie is in april 2010 gekozen voor voortzetting van het huidige adoptiemodel met tijdelijk extra ondersteuning (een extra impuls). Het gekozen model behelst het volgende: alle processen worden ondergebracht bij de werkgroep Algemeen. De werkgroep Voorlichting blijft, gelet op het belang van het proces Voorlichting en de omvang van de taken, in zijn huidige vorm bestaan. De overige werkgroepen worden opgeheven. De te verrichten werkzaamheden zijn grotendeels afgerond, en waar dit nog niet het geval is, worden deze taken vanaf 2010 uitgevoerd onder regie van de werkgroep Algemeen. De werkgroep Algemeen krijgt op deze manier een sturende en faciliterende rol. De werkgroep wordt uitgebreid van 4 naar 5 personen, die allen 1 dag in de week hebben vrijgemaakt voor de ‘regionale’ werkzaamheden. Daardoor is er 1 fte beschikbaar. Er wordt besloten dat de leden van de werkgroep Algemeen hun werkzaamheden zoveel mogelijk verrichten vanuit het Politiebureau/ kantoor van HGM aan de Beekstraat te Arnhem. Het voordeel hiervan is dat zij zich in dit gebouw volledig kunnen bezighouden met de intergemeentelijke werkzaamheden zonder dat zij daarbij gestoord worden voor de uitvoering van hun reguliere lokale werkzaamheden. Een ander voordeel is dat er gemakkelijker afstemming kan plaatsvinden met de operationele diensten en er sprake is van kortere lijnen naar deze diensten. Voor dit model is gekozen omdat BZK aan Hulpverlening Gelderland Midden een geldbedrag beschikbaar stelt uit de zogenaamde convenantsgelden. Die middelen zijn beschikbaar tot en met 2012. De centrale capaciteit van 1 fte wordt gefinancierd met een deel van deze convenantgelden. Daarnaast kan door middel van deze Extra impuls invulling worden gegeven aan de aanbeveling van de auditcommissie om de regie naar de gemeenten toe te trekken. Doordat alle processen worden ondergebracht bij de werkgroep Algemeen zal de gemeentelijke kolom, onder leiding van de coördinerend gemeentesecretarissen, versterkt worden. De bestuurlijk coördinerend gemeentesecretaris neemt, net als voorheen, deel aan het veiligheidsoverleg en adviseert aan het regionaal bestuur. Hij draagt de verantwoordelijkheid betreffende de gemeentelijke processen. De operationeel coördinerend gemeentesecretaris neemt deel aan het managementteam veiligheidsbureau (MT veiligheidsbureau) en is voorzitter van het regionale overleg van AOV-ers. Daarnaast is deze belast met de aansturing van de werkzaamheden van de werkgroep Algemeen en ziet toe op het tijdig behalen van de gestelde doelen. Verwacht wordt dat met deze inzet in de komende twee jaar de knelpunten ten aanzien van de gemeentelijke processen opgelost zullen zijn. De uitvoering hiervan zal geschieden conform het jaarplan.
Werkgroep Voorlichting De nieuwe invulling van het adoptiemodel houdt in dat alle gemeentelijke processen worden ondergebracht bij de werkgroep Algemeen en dat de overige werkgroepen worden opgeheven. De werkgroep Voorlichting 13 wordt echter in stand gehouden vanwege het grote belang van dit gemeentelijke proces en de omvang en veeleisendheid van de taken. Daarnaast heeft dit proces veel raakvlakken met processen van de operationele diensten. Een continue regie hierop is dus noodzakelijk.
13
De werkgroep Voorlichting bestaat uit communicatieadviseurs van de gemeenten Duiven, Ede, Lingewaard, Westervoort, Arnhem en de Hulpverlening Gelderland Midden en de Politie Gelderland-Midden. Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 26 van 29
Bijlage C - Organisatiemodellen veiligheidsregio's Het COT heeft in gesprekken met vier veiligheidsregio's in kaart gebracht hoe de regionale organisatie is opgezet. Onderstaande tabel geeft weer welke keuzes de veiligheidsregio's hebben gemaakt over het takenpakket van de regionale organisatie en de organisatie-inrichting. Regionaal takenpakket Zaanstreek-Waterland
Groningen
Twente
Zuid-Holland Zuid
Bemensing crisisorganisatie
Regionale pools voor Algemeen Commandant BZ, Communicatieadviseurs (BT en OT), Officier van Dienst Bevolkingszorg, hoofden teams
Functies in gemeentelijke processen regionaal ingevuld met expertteams (Algemeen commandant BZ, procesondersteuners GBT opvang, officier van dienst Bevolkingszorg).
Regionale pools voor diverse functies: Algemeen commandant Bevolkingszorg, crisiscommunicatie, operationeel leiders.
Voorbereiden teams Bevolkingszorg
Opleiden, oefenen en trainen, regionale planvorming, crisiscommunicatie, beheren regionale pools, beheren regionale faciliteiten
Opleiden, oefenen en trainen, beheren expertteams, contract met Rode kruis, regionale en lokale planvorming
Bestuurlijke advisering
Regionale advisering
Regionale advisering
Overig
-
Regionale advisering door coördinerend gemeentesecretaris, lokale advisering door "accountmanagers" voor subregio's. -
Werkt toe naar 1 regionaal team bevolkingszorg (Algemeen Commandant Bevolkingszorg, Adviseur ROT, hoofden, teamleiders, Officier van dienst Bevolkingszorg). 5 personen per functie. Alle "koude" gemeentelijke crisisbeheersingstaken regionaal belegd: beleid en planvorming, opleiden, trainen en oefenen, kwaliteit, informatievoorziening, Regionale advisering
-
-
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 27 van 29
Beheer van de pools, regionale planvorming, opleiden, trainen en oefenen (multidisciplinair).
Organisatie
Personele inrichting
Zaanstreek-Waterland
Groningen
Twente
Zuid-Holland Zuid
2,5 fte regionaal coördinator in dienst bij veiligheidsbureau 14 Platform adviseurs crisisbeheersing van gemeenten: 1x per 6 weken bijeenkomst.
Functioneel: coördinerend gemeentesecretaris Hiërarchisch: coördinator veiligheidsbureau Gemeentesecretaris neemt deel aan veiligheidsdirectie en – bestuur Er is geen multidisciplinair MT
Aansturing
Financiering
14
Inwonersbijdrage
5 ambtenaren rampenbestrijding ter ondersteuning Directie in dienst van veiligheidsbureau.
Directie Gemeentelijke Kolom : coördinerend gemeentesecretaris + 2 plaatsvervangers Coördinerend en eerste plv gemeentesecretaris: 40 weken à 8 uur Tweede plaatsvervangend Coördinerend gemeentesecretaris: 40 weken à 6 uur Inwonersbijdrage
1,8 fte regionaal coördinator Werkgroepen van lokale AOV-ers. Alle 14 gemeenten leveren 0,2 fte capaciteit AOV-er. Deze AOV-ers besteden daarnaast minstens 0,2 fte in hun eigen gemeente aan crisisbeheersing.
Functioneel: 1 coördinerend gemeentesecretaris (1/2 dag in de week vrijgemaakt), 4 plaatsvervangers met eigen portefeuille Hiërarchisch: secretaris veiligheidsbureau
Inwonersbijdrage
1 regionaal coördinator Vanuit alledrie de subregio's 0,5 fte adviseur crisisbeheersing gedetacheerd. Samen 1,5 fte. Werkgroepen voor regionale activiteiten, zonder inspanningsafspraken. Voorstel gemeentesecretaris: 15 detachering van 3 fte aan veiligheidsbureau. Coördinerend gemeentesecretaris (1/2 dag in de week vrijgemaakt)
Inwonersbijdrage Capaciteit (vanuit subregio's).
Op dit moment heeft Zaanstreek-Waterland 2 regionaal coördinatoren voor de gemeentelijke kolom. Een derde persoon wordt nu geworven.
15
De coördinerend gemeentesecretaris van Zuid-Holland Zuid bereidt een voorstel voor voor het overleg van gemeentesecretarissen om tot een steviger organisatie van de gemeentelijke kolom te komen. Uitbreiding van de organisatie moet gepaard gaan met uitbreiding van het takenpakket: monodisciplinair oefenen het ondersteunen van gemeenten
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 28 van 29
Over het COT Het COT is een gespecialiseerd bureau op het gebied van veiligheids- en crisismanagement. Ons werkterrein strekt zich uit van vraagstukken over security ambities en de vormgeving van lokaal veiligheidsbeleid tot de voorbereiding op crisissituaties. Met onze kennis en kunde helpen we opdrachtgevers in complexe situaties waarbij grote risico's worden gelopen, strategische belangen op het spel staan en vaak vele stakeholders zijn betrokken. Advies, onderzoek, en training en oefening vormen de basis van onze dienstverlening. Het COT opereert vanuit Den Haag en is een volledige dochteronderneming van Aon Nederland. Meer informatie: www.cot.nl
Dit rapport is uitsluitend bestemd voor de opdrachtgever. De inhoud van dit rapport is gebaseerd op omstandigheden bij en informatie ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Op geen enkele wijze kan worden gegarandeerd dat beschreven omstandigheden volledig in overeenstemming zijn met van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Derden die van dit rapport kennisnemen kunnen aan dit rapport geen rechten ontlenen.
© 2012 COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement B.V.
Evaluatie gemeentelijke kolom Gelderland-Midden | 2 mei 2012
pagina 29 van 29
5c Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Algemeen Bestuur Vergadering 19 december 2012
Agendapunt 5c Multidisciplinair oefenrooster
Voorstel: Ter besluitvorming
Oplegnotitie Onderwerp: Oefenrooster 2012 Voorgestelde behandelwijze: Ter besluitvorming Ter informatie Vertrouwelijk
Planning bespreking: Veiligheidsdirectie d.d.: 14 november 2012 DB VGGM d.d.: 6 december 2012 Algemeen Bestuur d.d.: 19 december 2012
Samenvatting: In het bijgevoegde schema wordt een overzicht gegeven van multidisciplinaire operationele en bestuurlijke oefeningen. Omdat oefeningen voor alle partijen de nodige voorbereiding met deze meebrengen, is het van belang in een vroegtijdig stadium het oefenschema breed te verspreiden zodat hier rekening mee kan worden gehouden. De daadwerkelijke uitvoering van de oefeningen kan onder druk komen te staan als gevolg van belangrijke ontwikkelingen. Door Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden worden jaarlijks bestuurlijke oefeningen c.q. workshops gehouden voor de 16 Gemeentelijk Beleidsteams. In 2012 was sprake van een combinatie met de lokale voorlichting waarbij de oefendoelen scenariodenken & scenario-ontwikkeling centraal staan stonden met communicatie en uitvoering van de lokale voorlichtingactiviteiten. Tevens is multidisciplinaire capaciteit beschikbaar voor het opleiden en trainen van met name het team Bevolkingszorg, in te zetten in nauwe samenwerking met de werkgroep Algemeen van de gemeenten. Deze in 2012 ingezette lijn wordt in 2013 voortgezet. Beslispunten: 1. Instemmen met de inhoud van het oefenschema
Multidisciplinair oefenrooster 2013 Datum 29-10-13 9-11-13 eind 2013 16-01-13 28-01-13 29-01-13 31-01-13 31-01-13 4-02-13 7-02-13 14-02-13 4-03-13 5-03-13 11-03-13 12-03-13 21-03-13 26-03-13 28-03-13 28-03-13 8-04-13 17-04-13 18-04-13 19-04-13 22-04-13 23-04-13 7-05-13 13-05-13 22-05-13 23-05-13 23-05-13 23-05-13 27-05-13 28-05-13 29-05-13 30-05-13 4-06-13 6-06-13 10-06-13 14-06-13 5-09-13 5-09-13 9-09-13 11-09-13 12-09-13 17-09-13 18-09-13 20-09-13 23-09-13 23-09-13 25-09-13 26-09-13 1-10-13 1-10-13 7-10-13 8-10-13 10-10-13 29-10-13
Starttijd Eindtijd Locatie
9:00 9:00 14:30 9:30 10:00 12:00 9:30 9:00 12:00 14:30 9:00 12:00 12:00 12:00 9:30 14:30 12:00 14:30 12:00 9:00 10:00 12:00 9:00 12:00 12:00 9:00 14:30 12:00 19:00 19:00 19:00 19:00 14:30 9:30 12:00 9:00 9:00 12:00 9:30 14:30 9:30 12:00 9:00 9:00 10:00 14:30 12:00 12:00 12:00 9:00 9:00 9:00 13:30 9:00
16:00 16:00 22:00 12:00 12:00 16:00 12:00 16:00 16:00 22:00 16:00 16:00 16:00 16:30 12:00 22:00 16:00 22:00 16:00 16:00 12:00 16:00 16:00 16:00 16:30 16:00 22:00 16:00 22:00 22:00 22:00 22:00 22:00 12:00 16:00 16:00 16:00 16:00 12:00 22:00 12:00 16:00 15:00 16:00 12:00 22:00 16:30 16:00 16:00 15:00 15:00 16:00 16:00 16:00
Onderwerp Begin NATOPS oefening defensie Eind NATOPS oefening defensie Grootschalige oefening IOOV (veld tot BT) RCC CACO oefening RCC CACO oefening Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC Training Sectie Informatie Multi voortgangsoverleg workshop GBT Duiven MOTO; info bijeenkomst partners in rampenbestrijding RCC CACO oefening workshop GBT Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC CACO oefening workshop GBT workshop GBT Arnhem RCC ROT oefening RCC Training Sectie Informatie Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 workshop GBT Barneveld Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 workshop GBT Ede RCC CACO oefening Multi voortgangsoverleg workshop GBT RCC CACO oefening workshop GBT RCC ROT oefening RCC CACO oefening Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 workshop GBT Wageningen Pelotonsoefening Pelotonsoefening Pelotonsoefening Pelotonsoefening Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC Training Sectie Informatie workshop GBT Rijnwaarden RCC CACO oefening RCC CACO oefening workshop GBT Renkum MOTO; info bijeenkomst partners in rampenbestrijding Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC Training Sectie Informatie workshop GBT 1x CoPI oefening RCC CACO oefening Multi voortgangsoverleg Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC ROT oefening workshop GBT Nijkerk workshop GBT 1x CoPI oefening 1x CoPI oefening RCC CACO oefening RCC Bijscholing team bevolkingszorg RCC CACO oefening
30-10-13 31-10-13 31-10-13 5-11-13 11-11-13 13-11-13 14-11-13 18-11-13 21-11-13 26-11-13 28-11-13 28-11-13 3-12-13 5-12-13 10-12-13 11-12-13 12-12-13 12-12-13 13-12-13 16-12-13 16-12-13
9:00 9:30 13:30 14:30 13:30 9:00 9:00 13:30 12:00 9:00 9:00 14:30 9:00 9:30 12:00 14:30 9:00 10:00 9:00 9:00 12:00
15:00 12:00 16:00 22:00 16:00 16:00 15:00 16:00 16:30 15:00 16:00 22:00 15:00 12:00 16:00 22:00 16:00 12:00 15:00 16:00 16:00
1x CoPI oefening RCC Training Sectie Informatie RCC Bijscholing team bevolkingszorg Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC RBT oefening RCC CACO oefening 1x CoPI oefening RCC RBT oefening RCC ROT oefening 1x CoPI oefening RCC CACO oefening Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 1x CoPI oefening RCC Training Sectie Informatie workshop GBT Schelmseweg VR-training (4x) voor OvD-B/OvD-g/OvD-P en leider CoPI cyclus 4 RCC CACO oefening Multi voortgangsoverleg 1x CoPI oefening RCC CACO oefening workshop GBT Doesburg