Alcohol en drugsbeleid van de VGC
13/11/2006
p. 45
Een beleid? • Het alcohol en drugsbeleid van de VGC geldt voor iedereen en past in het globaal personeels, gezondheids en veiligheidsbeleid. • Opzet ervan is preventief op te treden en zo alcohol en drugsproblemen te vermijden zodat de betrokkene zijn werk kan behouden. Een degelijke hulpverlening is dan ook geen overbodige luxe. Bovendien wil de VGC met haar beleid de alcohol en drugsthematiek bespreekbaar maken via allerlei voorlichtings en vormingssessies. • Het alcohol en drugsbeleid wordt opgenomen in het arbeidsreglement. Introductie
13/11/2006
p. 46
4 Pijlers Het alcohol en drugsbeleid binnen de VGC berust op vier pijlers:
1. Regelgeving: de VGCgedragscode 2. Procedures bij acuut en chronisch misbruik 3. Hulpverlening 4. Vormings en voorlichtingsprogramma
Introductie
13/11/2006
p. 47
Regelgeving: De VGC gedragscode 1. Het is verboden om alcoholische dranken te gebruiken tijdens de diensturen en op de werkplaats in het algemeen. Deze regel geldt voor alle personeelsleden, ongeacht hun niveau. 2. Een beperkt gebruik van alcoholische dranken is toegelaten bij feesten en sociale gelegenheden (verjaardagen, huwelijk, pensionering, speciale vergaderingen of vergaderingen met externen…) onder strikte voorwaarden: •
Het tijdstip en de duur worden duidelijk afgesproken.
•
Nietalcoholische dranken moeten ook steeds aangeboden worden.
•
De leidinggevende geeft de toelating en ziet er op toe dat de frequentie beperkt blijft.
Introductie
13/11/2006
p. 48
Regelgeving: De VGC gedragscode 3. Alcoholische dranken mogen niet in de dienstlokalen worden opgeslagen,tenzij ze gebruikt worden bij feesten of sociale gelegenheden (zoals vermeld onder punt 2) en gecontroleerd worden door de leidinggevende. 4. Het gebruik van alcoholhoudende dranken buiten de diensturen en buiten de werkplaats mag geenszins de uitoefening van de taken belemmeren. 5. Bij het besturen van een voertuig houdt iedereen uiteraard rekening met het geldende verkeersreglement (max. 0,5 promille). 6. Het gebruik van drugs is strikt verboden. 7. Zelfverantwoordelijkheid blijft een basisprincipe. Introductie
13/11/2006
p. 49
Regelgeving: De VGC gedragscode • Leidinggevenden zien er op toe dat deze regelgeving nageleefd wordt en vervullen een belangrijke voorbeeldfunctie.
• Wanneer het om veiligheidsfuncties gaat, oefent de leidinggevende een bijzondere waakzaamheid uit.
Introductie
13/11/2006
p. 50
Acuut en chronisch misbruik: Wat zijn de procedures? Personeelsleden met alcohol of drugsproblemen kunnen enkel aangesproken worden op basis van hun arbeidsgedrag, op hun disfunctioneren. De rol van de leidinggevenden is hierbij cruciaal. Zij stellen een verminderd functioneren vast, omschrijven dit en maken hun verwachtingen kenbaar tegenover het betrokken personeelslid. Hoe verloopt dit nu?
Introductie
13/11/2006
p. 51
Acuut misbruik Het betrokken personeelslid heeft zoveel alcohol of drugs gebruikt dat hij op dat ogenblik niet meer normaal kan functioneren. Het gaat hierbij om een éénmalige gebeurtenis.
• De leidinggevende stelt het disfunctioneren van het personeelslid vast aan de hand van uiterlijke kenmerken. • De leidinggevende neemt contact op met een aantal instanties/personen. > Het meldpunt > De persoon “ te contacteren in noodgevallen” Introductie
13/11/2006
p. 52
Acuut misbruik • De leidinggevende heeft een gesprek met het betrokken personeelslid. • De leidinggevende stelt een verslag op.
..\procedures\ACUUT MISBRUIK.doc
Introductie
13/11/2006
p. 53
Chronisch misbruik Het betrokken personeelslid functioneert herhaaldelijk (gedurende een bepaalde periode) minder goed tot slecht als gevolg van een (vermoedelijk) alcohol of drugsprobleem.
• De leidinggevende stelt het disfunctioneren van het personeelslid vast aan de hand van een aantal kenmerken • De leidinggevende heeft een gesprek met het betrokken personeelslid. • De leidinggevende neemt contact op met het meldpunt. Introductie
13/11/2006
p. 54
Chronisch misbruik • De leidinggevende beoordeelt het betrokken personeelslid. > Eerste opvolging > Tweede opvolging: idem eerste evaluatie > Derde opvolging • De leidinggevende stelt een verslag op. • De leidinggevende en de jaarlijkse evaluatie. • De chronische procedure met al zijn evaluatiemomenten kan max. 2 jaar duren. Bij herval wordt de chronische procedure onmiddellijk heropgestart. Introductie
13/11/2006
..\procedures\CHRONISCH MISBRUIK.doc p. 55
Hulpverlening • Een personeelslid met alcohol of drugsproblemen kan vrijwillig of op advies van de leidinggevende een beroep doen op de interne hulpverlener (maatschappelijk assistent van de vzw Sociaal Fonds VGC) en/of op de arbeidsgeneesheer. Hun aanpak is strikt vertrouwelijk. Tijdens een eerste gesprek peilen deze hulpverleners naar de ernst van het probleem. Beide behandelen nooit zelf maar verwijzen naar externe hulpverleners en volgen het personeelslid verder op. • Rol van de interne hulpverlener (maatschappelijk assistent van de vzw Sociaal Fonds VGC) • Rol van de arbeidsgeneesheer Introductie
13/11/2006
p. 56
Vormings en voorlichtingsprogramma Zowel voor de leidinggevenden als voor de personeelsleden worden vormings en voorlichtingsprogramma’s georganiseerd.
Introductie
13/11/2006
p. 57