19 december Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V

Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V.

19 december 2006

Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Achtergrond 1.2 Doelstellingen

3 3 3

2. Alcohol en drugsbeleid 4 2.1. Algemeen geldende bepalingen voor Yara Sluiskil 4 2.2. Beleid ten aanzien van interne werknemers Yara Sluiskil 5 2.2.1. Preventie 5 2.2.2. Begeleiding 5 2.2.2.1. Informeel gesprek 6 2.2.2.2. Formeel gesprek 7 2.2.2.3. Plan van Aanpak, stappenplan 8 2.2.2.4. Evaluatie 8 2.2.3. Disciplinaire maatregelen 9 2.3. Beleid ten aanzien van externe werknemers 9 2.4. Evaluatie beleid 10

Bijlagen 1. Technische specificaties (kenmerken) 11 2. Aandachtslijst informeel gesprek 14 3. Checklist eerste en tweede formele gesprek 15 4. Verklaring onderwerping test alcohol en drugs interne werknemer Yara Sluiskil B.V. 17 5. Verklaring onderwerping test alcohol en drugs externe werknemer (leverancier) 18

Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V. ___________________________________________________________________________

1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het gebruik van alcohol en/of drugs, al dan niet in relatie tot het werk, kan gezondheidsproblemen veroorzaken en het functioneren negatief beïnvloeden. Daarnaast kan de veiligheid van zowel de werknemer zelf, als zijn omgeving in het geding zijn, zeker als de functie hoge eisen stelt aan het reactie- en beoordelingsvermogen. Het is wetenschappelijk vastgesteld dat werknemers met een drank en/of drugsprobleem: gemiddeld vaker verzuimen. Het ziekteverzuim als gevolg van alcoholmisbruik is 1,5 tot 6 keer hoger dan dat bij matige drinkers; vaker betrokken zijn bij ongevallen. Geschat wordt dat in Nederland 10 tot 30% van de bedrijfsongevallen samenhangt met alcohol. Mensen met bovenmatig alcoholgebruik hebben twee tot vier keer grotere kans op een bedrijfsongeval; minder presteren. De productiviteit loopt aanzienlijk terug en ook neemt de kwaliteit van het werk af; vaker aanleiding geven tot een verslechtering van de werksfeer. Met een gericht beleid kunnen genoemde problemen worden beperkt of voorkomen. Voor bijkomende informatie (kenmerken) van alcohol en drugs verwijzen we naar bijlage 1.

1.2. Doelstellingen Uitgangspunt bij de vaststelling van een alcohol- en drugsbeleid is het bevorderen van veiligheid en welzijn voor alle werknemers en voor alle andere op de werkplek aanwezige personen door middel van volgende primaire doelstellingen: preventie d.m.v. bewust maken en bespreekbaar maken van de gevaren van alcohol en drugs; het voorkomen dat sociaal gebruik overgaat in probleemgebruik;

___________________________________________________________________________ Blz. 3 / 18


het voorkomen van gebruik voorafgaand aan of tijdens het werk dat tot disfunctioneren zou kunnen leiden; zorgdragen voor een zo vroeg mogelijke herkenning van probleemsituaties en zonodig het bewerkstelligen van gedragsverandering ten aanzien van het gebruik van alcohol en drugs; adequate opvang en begeleiding van probleemgebruikers, in overleg met de curatieve sector. Het Alcohol- & Drugsbeleid kadert in het algemeen Arbobeleid binnen Yara Sluiskil B.V. Bij toepassing van het uitgestippelde beleid moeten altijd de wettelijke bepalingen aangaande de bescherming van de persoonsgegevens in acht genomen worden.

2.

Alcohol- & Drugsbeleid

2.1. Algemeen geldende bepalingen voor Yara Sluiskil In de Westerse cultuur en gewoonten zijn de geestverruimende middelen niet meer weg te denken. Het is niet de taak noch de bedoeling van Yara Sluiskil het gebruik te verbieden en daarmee een cultuuromslag te propaganderen. Als bedrijf heeft Yara wel de taak, duidelijk aan te geven wat op het bedrijfsterrein wel en wat niet kan worden geaccepteerd. Zoals aangegeven in de veiligheidsbeleidsverklaring heeft de directie van Yara zich uitgesproken om de veiligheid van alle medewerkers, het personeel van aannemers, bezoekers en klanten te waarborgen. Een belangrijk aspect van veilig gedrag is dat men werkt zonder dat men onder invloed is van drank of drugs. Daarom zijn de volgende regels van toepassing op het Yara terrein voor Yara medewerkers en het personeel van andere bedrijven, zoals chauffeurs, bezoekers, klanten: •

Op het terrein van Yara Sluiskil geldt een algemeen verbod op het gebruik van alcohol en drugs.

•

Wanneer iemand het terrein van Yara Sluiskil betreedt, gelden de wettelijke bepalingen aangaande het gebruik van alcohol en drugs. Concreet betekent dit dat maximaal 0,5 promille alcohol in het bloed aanwezig mag zijn. Indien de wettelijke bepalingen wijzigen, zijn deze wijzigingen automatisch van toepassing op het terrein van Yara Sluiskil.

___________________________________________________________________________ Blz. 4 / 18

Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V. ___________________________________________________________________________ •

Wat buiten het terrein van Yara Sluiskil gebeurt valt niet onder het Alcohol& Drugsbeleid van Yara Sluiskil, ook niet indien buiten het terrein activiteiten plaats vinden voor of in naam van het bedrijf.

2.2. Beleid ten aanzien van interne werknemers Yara Sluiskil 2.2.1. Preventie Doelstelling is de werknemers de nodige voorlichting te geven over de nadelige gevolgen en de risico’s van alcohol- & drugsgebruik. Tevens dient het Alcohol- & Drugsbeleid van Yara Sluiskil duidelijk aan alle werknemers kenbaar gemaakt worden. De communicatie kan gebeuren op volgende manieren: via publicatieborden attenderen dat er een Alcohol- & Drugsbeleid komt/is; werknemers en leveranciers schriftelijk in kennis stellen van het bestaan van het nieuwe beleid; het Alcohol- & Drugsbeleid toelichten in de DOV’en en Yara infodagen; via KAM /Arbodienst posters met teksten en plaatjes publiceren; het beleid summier samenvatten in de Yara veiligheidsvoorschriften. De case managers en de mensen van de Gezondheidsdienst zullen op gepaste tijd verder opgeleid worden indien dit noodzakelijk blijkt.

2.2.2. Begeleiding Wanneer een alcohol- of drugsprobleem gesignaleerd wordt, of er is een ernstig vermoeden dat dit probleem aanwezig is, behoort het tot de taak van de leidinggevende, personeelsdienst en bedrijfsarts, dit probleem met de betrokken werknemer te bespreken, met als belangrijkste doelstelling het probleem aan te pakken en samen een oplossing uit te werken. Indien de toestand van de betrokken werknemer van die aard is dat verder uitvoeren van de werkzaamheden onmogelijk is, zal betreffende werknemer in eerste instantie onder begeleiding van de leidinggevende en het hoofd ___________________________________________________________________________ Blz. 5 / 18


personeelsdienst naar de beveiligingsdienst gebracht worden. Indien dit buiten de kantooruren gebeurt zal steeds de manager van dienst gecontacteerd worden. Bij de beveiligingsdienst zal een taxi gebeld worden die de werknemer naar huis zal brengen. Alle gemaakte kosten vallen hierbij ten laste van de werknemer. De begeleiding zal nadien zo spoedig mogelijk gestart worden. Om de begeleiding te bewerkstelligen zijn verschillende soorten gesprekken mogelijk c.q. noodzakelijk. Hierna volgt een beschrijving van deze gesprekken, met een aanduiding van de doelstelling en de acties voor de betrokken partijen.

2.2.2.1. Informeel gesprek Wanneer een ernstig vermoeden bestaat dat een werknemer een alcohol- of drugsprobleem heeft, zonder dat hierbij de veiligheid van betrokkene of andere werknemers op de plant in gevaar komt, kan initiatief genomen worden voor dit gesprek. De bedoeling van dit gesprek is, om op een open en eerlijke manier te achterhalen of er een probleem is en indien dit aanwezig is wat de onderliggende redenen zijn (werken/of thuissituatie, gezondheid, financiën etc). Het initiatief kan genomen worden door de medewerker zelf, de leidinggevende of diens vervanger. Een medewerker die zelf, of door zijn omgeving gestimuleerd, een gesprek wil aangaan over zijn of haar situatie, dient te worden benaderd als hulpvragende. Het gesprek vindt plaats met de leidinggevende of diens vervanger. Eventueel kan ook de casemanager aanwezig zijn. De leidinggevende of diens vervanger dient te beschikken over een aandachtslijst of formulier dat kan gebruikt worden om het gesprek voor te bereiden (zie bijlage 2). Tevens dient hij te wijzen op: de risico’s die optreden bij het gebruik van alcohol en drugs; het alcohol- & Drugsbeleid bij Yara Sluiskil B.V.; mogelijke vormen van hulpverlening die geboden kunnen worden; disciplinaire maatregelen die genomen kunnen worden. Indien geen oplossing gevonden wordt of er na verloop van enige tijd geen verbetering in de situatie optreedt, zal een formeel gesprek volgen.

___________________________________________________________________________ Blz. 6 / 18


2.2.2.2. Formeel gesprek Indien het informele gesprek niet het gewenste effect heeft, of de veiligheid van betrokkene of andere werknemers is in gevaar, dient een formeel gesprek plaats te vinden. De verantwoordelijkheid en de plicht tot aanvraag van het gesprek ligt bij de leidinggevende of diens vervanger. Ook indien tijdens het informele gesprek de betrokken werknemer de wens heeft uitgesproken geholpen te worden, kan op verzoek van de werknemer een formeel gesprek aangevraagd worden bij de leidinggevende, hoofd personeelsdienst of de bedrijfsarts. Ook hier geldt het principe dat een medewerker die zelf, of door zijn omgeving gestimuleerd, een gesprek wil aangaan over zijn of haar situatie, dient te worden benaderd als hulpvragende. Bij dit gesprek zijn volgende mensen aanwezig: • Betrokken werknemer • Leidinggevende • Case manager • Hoofd personeelsdienst Volgende punten zijn van belang bij het formeel gesprek: • Alle formele gesprekken en afspraken worden schriftelijk vastgelegd en door betrokkenen ondertekend. In bijlage 3 wordt de checklist beschreven die kan gebruikt worden bij het formele gesprek. • Hoofd Personeelsdienst zal de werknemer vragen om een verklaring (zie bijlage 4) te ondertekenen waarin staat dat deze wel of niet zal meewerken aan een op willekeurig tijdstip uit te voeren test op alcohol- of drugsgebruik. Deze medewerker (intern of extern) kan gevraagd worden een indicatieve, Yara interne, alcoholtest te ondergaan. Indien deze positief is, zal een gelijkaardige test uitgevoerd worden in het ziekenhuis van Terneuzen. De resultaten van de testen worden als medische gegevens door de bedrijfsarts verder behandeld. Als de medewerker weigert zullen geen testen plaatsvinden. De beveiligingsdienst stelt de Manager van Dienst op de hoogte en zal de medewerker terreintoegang weigeren tot de Manager van Dienst arriveert. Hij of zij zal daarna verder beslissingen nemen. • De mogelijkheden van externe hulpverlening worden besproken. • Indien hulpverlening noodzakelijk blijkt, zal korte tijd na het eerste een tweede formeel gesprek plaatsvinden waarvoor ook de partner of een familielid en bedrijfsarts worden uitgenodigd. ___________________________________________________________________________ Blz. 7 / 18


Tijdens dat gesprek wordt de wijze van hulpverlening besproken en gekozen. Eventueel kan hierbij extern advies van een hulpverleningsinstantie worden aangeboden. • Diverse vormen van externe hulpverlening en punten die in het gesprek aan de orde dienen te komen, staan op een checklist die als hulpmiddel tijdens het gesprek kan gebruikt worden.

2.2.2.3. Plan van Aanpak, stappenplan De afspraken die zijn gemaakt in het tweede formele gesprek worden in een overeenkomst vastgelegd: • Het bedrijf verzorgt het algemeen kader waarin de samenwerking tussen de hulpverleningsinstantie en de werknemer kan gebeuren. In de opdracht dienen duidelijke doelen beschreven te staan. Denk hierbij aan de duur van de behandeling, de prijs, de periodieke terugkoppeling, resultaat, overschakeling naar andere behandelmethode, enz. • De betrokken medewerker verplicht zich te onderwerpen aan de behandeling die de hulpverleningsinstantie, b.v. een behandelingsinstituut, artsen, enz., voorschrijft. De werknemer zal zelf initiatief moeten nemen om de hulpverlening aan te vangen. Elke vorm van hulpverlening is onmogelijk zonder de volledige betrokkenheid en bereidwilligheid van betreffende werknemer. • Verdere stappen in het proces worden in samenspraak met de bedrijfsarts opgenomen in een Plan van Aanpak. Stappen daarin zijn o.a. dat de werknemer de start van de behandeling aangeeft, samen met de te verwachten duur van de behandeling, eventueel in samenspraak met het behandelingsinstituut, het eind van de behandeling, de melding bij de bedrijfsarts. • Aan het eind van het traject dient er duidelijkheid te zijn over de gesteldheid van de werknemer.

2.2.2.4. Evaluatie Voor elke hulpverlening zal een evaluatie worden gemaakt vanaf de signalering, de diverse stappen m.b.t. de behandeling en de daarbij horende stappen en het resultaat. De evaluatie wordt besproken met de werknemer en eventueel zijn of haar partner. ___________________________________________________________________________ Blz. 8 / 18


2.2.3. Disciplinaire maatregelen • Indien een medewerker na het afwerken van het plan van aanpak nog of opnieuw problemen heeft met alcohol of drugs dient hij of zij dit onverwijld bij de bedrijfsarts te melden. In dat gesprek worden vervolgstappen afgesproken. In principe start de begeleiding dan voor de tweede en laatste maal bij het tweede formele gesprek. • Indien dit melden bij de bedrijfsarts wordt nagelaten en het probleem zich terug manifesteert, zal middels een aangetekende brief van de directie een officiële waarschuwing wegens ontoelaatbaar gedrag aan de medewerker worden gezonden. • Deze brief heeft tot gevolg dat de betrokken medewerker zich dient te onderwerpen aan een laatste beoordeling door externe deskundigen. Hierbij zal overwogen worden of een tweede hulpverleningsprogramma zinvol is. • Indien na de officiële waarschuwing een tweede hulpprogramma d.m.v. een plan van aanpak niet het gewenste resultaat geeft, zal de conclusie worden getrokken dat verdere hulp geen zin meer heeft en zal de arbeidsovereenkomst worden beëindigd.

2.3. Beleid ten aanzien van externe werknemers Wanneer een ernstig vermoeden bestaat dat een externe werknemer (chauffeur, leverancier,…) aanwezig op YARA terrein, onder invloed is van alcohol of drugs, zal contact opgenomen worden met het hoofd van de afdeling waarvoor hij te werk is gesteld. Indien dit buiten kantooruren gebeurt, zal contact opgenomen worden met de manager van dienst. Is het vermoeden terecht dan zal de leverancier begeleid worden naar de beveiligingsdienst van Yara Sluiskil. Indien bij de beveiligingsdienst geconstateerd wordt dat leverancier onder invloed is van alcohol of drugs zal hem: - toegang tot YARA terrein verboden worden; - indien de leverancier een chauffeur is, worden de sleutels in bewaring afgegeven aan de beveiligingsdienst van Yara Sluiskil; - toegangsbadge ingenomen worden; - personeelsdienst gewaarschuwd worden, uren dezelfde dag worden niet uitbetaald; - firma gevraagd worden om leverancier op te komen halen bij YARA; - supply management geïnformeerd worden. ___________________________________________________________________________ Blz. 9 / 18


Steeds onder begeleiding, zal aan de betrokken leverancier gevraagd worden zich te onderwerpen aan een indicatieve interne Yara alcoholproef. Naar analogie van de procedure voor de interne werknemers zal aan de leverancier gevraagd worden een verklaring (zie bijlage 5) te ondertekenen waarbij hij zijn akkoord geeft zich te onderwerpen aan een interne alcoholproef. Indien de leverancier weigert zal hij dit op de verklaring moeten aanduiden. Door de beveiligingsdienst zal een rapport opgesteld worden dat zal behandeld worden als bijna ongeval. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de in Nederland geldende reglementeringen aangaande de privacy van de leverancier.

2.4. Evaluatie beleid Het Alcohol- & Drugsbeleid zal jaarlijks worden geëvalueerd. De evaluatie vindt plaats in de maand januari van ieder jaar. De evaluatiecommissie zal bestaan uit hoofd personeelsdienst, hoofd KAM, bedrijfsarts, een OR lid, de casemanager en de algemeen directeur. Daarbij zal de gekeken worden of het beleid resultaat creëert. Indicatiepunten zijn daarbij de toe- of afname van het aantal gevallen. de resultaten van behandelingen. Indien daartoe aanleiding is zal het beleid worden bijgesteld. Het is duidelijk dat de beschreven controles vooral gericht zijn op het gebruik van alcohol. Indien ook het gebruik van drugs zich zou manifesteren in Yara Sluiskil zal, naarmate de mogelijkheden om het gebruik van drugs te controleren verder uitgebreid worden in Nederland, overwogen worden om ook deze controles te implementeren.

___________________________________________________________________________ Blz. 10 / 18


Bijlage 1 Technische gegevens (kenmerken) 1.1. Alcohol Wanneer uitgegaan wordt van de werking van de stof dan is alcohol na koffie en thee het meest gebruikte stimulerend middel in Nederland. Alcohol is de werkzame stof in verschillende dranken zoals bier, wijn en jenever maar ook in mixdranken en shooters. Het gebruik en de verkoop van alcoholhoudende dranken is legaal. Bij sociaal gebruik kan er sprake zijn van matige geestelijke afhankelijkheid, bij intensief gebruik van grote geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid. Om steeds hetzelfde effect te verkrijgen is er meer voor nodig. Effecten op korte termijn zijn verdovend en ontremmend, aantasting beoordelings- en reactievermogen, sentimentaliteit, agressie, zelfoverschatting, onverschilligheid, aantasting van motoriek en spraak. Gevolgen op lange termijn zijn ernstige schade aan de lever, hersenen, hart en maag bij overmatig gebruik. Bij mannen geeft 3 glazen alcoholhoudende drank per dag al een hogere leverwaarde en brengt dus schade toe aan de lever. Belangrijk te weten is het gevaar dat ontstaat bij combinatie met andere middelen (medicijnen en drugs). Herkenning overmatig alcoholgebruik/alcoholmisbruik/alcoholprobleem • Verzuim: vooral kort ziekteverzuim, vaak te laat op het werk, afwezig zonder toestemming, vage excuses, e.d • Verlies aan concentratievermogen: het werk kost meer tijd en moeite dan voorheen, er zijn problemen met het onthouden van instructies en men heeft moeite met complexe taken. • Verlies aan reactievermogen: minder alert reageren in bepaalde situaties. • Ongevallen: men is vaker dan voorheen betrokken bij ongevallen, er zijn vreemde ongelukjes op het werk en privé. • Kwaliteit van het werk: wisselend werkpatroon, dat wil zeggen perioden van hard werken en weinig doen wisselen elkaar af. De persoon wordt minder betrouwbaar en zijn gedrag is toenemend onvoorspelbaar. De ___________________________________________________________________________ Blz. 11 / 18


efficiëntie neemt ook af (materiaal verspillen, klachten van klanten, slechte beslissingen). • Relaties met collega’s: heftige reacties op klachten en opmerkingen, humeurig, achterdochtig, ontlopen van anderen. • Uiterlijk: zichtbaar onder invloed, ruiken naar alcohol, trillende handen, opgezet gezicht, minder verzorgd uiterlijk. • Overig: melding door familie en vrienden; veroordeeld wegens rijden onder invloed.

1.2. Drugs De bepaling of een middel een drug is niet eenduidig vastgelegd of vast te leggen. Soms is iets een drug als er in de wet over wordt gesproken, soms wordt uitgegaan van de werking van het middel. De Opiumwet in Nederland is wel zeer duidelijk over wat wij in de volksmond drugs noemen. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar groot risico vormen (harddrugs, zoals heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD, XTC) en middelen die een minder groot risico vormen (softdrugs, zoals hasj, weed, Valium, Seresta). Het moet wel duidelijk zijn dat beide middelen verslavend werken. De werking van de verschillende drugs is zeer verschillend, zo zijn er stimulerende-, verdovende- en bewustzijnsveranderende middelen. Maar of het nu maatschappelijk geaccepteerde- of wettelijk verboden middelen zijn, op een bedrijf vormen de meeste van dergelijke middelen een gevaar. Herkenning drugprobleem • In grote lijnen hetzelfde beeld als bij alcohol.

1.3. Markante cijfers • Van de werknemers in de Ziektewet geeft 13% aan problemen met alcohol te hebben. Bij 5% is zelfs sprake van ernstige problemen. • Drie procent van de totale alcoholconsumptie in Nederland wordt op het werk genuttigd.

___________________________________________________________________________ Blz. 12 / 18

Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V. ___________________________________________________________________________ •

Ruim vier op de vijf personen drinken wel eens alcohol. Vanaf eind jaren negentig is dit aandeel vrijwel niet veranderd. Ruim een op de tien Nederlanders is een zware drinker. Deze mensen drinken minstens een keer in de week ten minste zes glazen alcohol. In 2003 dronk de Nederlander gemiddeld 7,7 glazen alcohol per week. In 2001 lag het gemiddelde nog op bijna 8,5 glazen. • Volgende grafiek geeft een overzicht van de zware drinkers van alcohol naar geslacht en leeftijd ouder dan 12 jaar. In dit onderzoek is een zware drinker gedefinieerd als iemand die op een of meer dagen per week zes of meer glazen alcohol drinkt. Gekeken is naar de bevolking van 12 jaar en ouder. Het percentage zware drinkers wordt per leeftijd en naar geslacht weergegeven. 11.7% van de bevolking van 12 jaar en ouder blijkt een zware drinker (Bron: NDM (Nationale Drugs Monitor) 2003, Auteur: POLS, CBS (01-12-03))

___________________________________________________________________________ Blz. 13 / 18


Bijlage 2 Aandachtslijst informeel gesprek Alcohol- & Drugsbeleid bij Yara • Preventief • Begeleiding en hulpverlenend • Disciplinair maatregelend Risico’s gebruik geestverruimende middelen Gevaar op arbeidsplek voor collega’s en zichzelf. Gevaar op verslaving met: • lichamelijke problemen (lever, hart, hersenen) • relatieproblemen (partner, vrienden/kennissen, werk, buurt enz.) • werk komt in gevaar dus ook inkomen Mogelijke vormen van hulpverlening • Eerste stap is het eerste formele gesprek. Daarbij aanwezig o leidinggevende o case manager o hoofd personeelsdienst • Met betrokkene worden volgende punten besproken: o de verschillende mogelijke risico’s voor de persoon, de omgeving thuis en op het werk. o de verschillende vormen van hulpverlening o tweede formele gesprek waarbij ook de eventuele partner aanwezig is, inclusief bedrijfsarts. In dit gesprek wordt de keuze gemaakt welk hulpprogramma wordt genomen en wordt een stappenplan opgesteld.

Disciplinaire maatregelen Wijzen op het risico dat het werk verloren gaat zonder wijziging gedrag.

___________________________________________________________________________ Blz. 14 / 18


Bijlage 3 Checklist eerste en tweede formele gesprek Naam betrokkene: ….…………………………. Yara Nummer: ………… Naam case manager: ……………………………. Yara Nummer: ………… Initiatiefnemer gesprek: medewerker /

leidinggevende / collega

Aanleiding gesprek: ……..………………………………………………….. …………………………………………………………………………………

Voor een afspraak gemaakt wordt dient nagegaan te worden of er een informeel gesprek heeft plaatsgevonden. • • • • •

Gesprek plaatsgevonden met leidinggevende(n) Bekend met het Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil Bekend met feit dat Yara Sluiskil hulp wil verlenen Bekend met de gevaren en risico’s a.g.v. gebruik geestverruimende middelen Bekend met mogelijke disciplinaire maatregelen

Aangeven welke hulpprogramma’s mogelijk zijn. • Hulpprogramma opstellen met hulp van huisarts. • In dit geval moet het hulpprogramma toegelicht worden. • Hulp vragen bij het consultatiebureau Alcohol en Drugs. Dit kan leiden tot: o Een hulpprogramma van het consultatiebureau o Een ontwenningskuur ondergaan in een daarvoor bestemde inrichting

Plan van aanpak • Keuze wijze hulpverlening moet vastgelegd worden.

___________________________________________________________________________ Blz. 15 / 18


• Start en beëindiging van de behandeling wordt bepaald (zie aandachtpunten afspraken medewerker) • Samenwerking bedrijfsarts: o Tijdens tussentijds verlof contact opnemen met de Gezondheidsdienst o Onmiddellijk na eind van de behandeling dient een afspraak met de bedrijfsarts te worden gemaakt. o Met eventuele partner het resultaat van de behandeling bespreken. Wensen t.a.v. beëindiging van de behandeling of voortzetting dienen onderdeel van het gesprek te zijn.

Aandachtpunten bij afspraken betrokken medewerker • Werknemer doet mededeling over zijn of haar bereidheid hulp te aanvaarden. • Verplichting onderwerping aan behandeling voorgeschreven door hulpverleningsinstantie b.v. a. arts of psychiater b. behandelingsinstituut • Werknemer neemt zelf initiatief om de hulpverlening aan te vangen, tenzij deze bij voorkeur dit aan het bedrijf overlaat en dit aangeeft. Elke vorm van hulpverlening is echter onmogelijk zonder volledige betrokkenheid en bereidwilligheid van betreffende werknemer. • Indien er behoefte is aan voorzetting van de behandeling (tweede behandeling) dient dit of onmiddellijk na de behandeling of zo spoedig hiertoe noodzaak bestaat bij het hoofd Personeelsdienst of de bedrijfsarts te worden gemeld. • Meegedeeld wordt: de laatste beoordeling door een erkende hulpinstantie en de mogelijke disciplinaire gevolgen bij: o onvoldoende medewerking medewerker. o bij een tweede mislukking (laatste beoordeling externe deskundige)

Aandachtpunten bij contract met hulpinstantie • • • • • •

Keuze van eventuele hulpinstantie Doel benoemen in het contract Duur behandeling Kosten behandeling Periodieke terugkoppeling (afspraak) Resultaat

___________________________________________________________________________ Blz. 16 / 18


Bijlage 4 Verklaring onderwerping test alcohol en drugs Interne werknemer Yara Sluiskil B.V.

Ondergetekende, …………………………………. (naam), …………………….. (nummer) verklaart hierbij akkoord te gaan zich eventueel te onderwerpen aan een test alcohol en drugs, zoals beschreven in het Alcohol- & Drugsbeleid van Yara Sluiskil B.V. , punt 2.2.2.2 - Formeel gesprek. Indien van toepassing zal eerst een indicatieve Yara interne alcoholtest worden uitgevoerd. Indien positief resultaat zal deze test onder begeleiding nogmaals uitgevoerd worden in het ziekenhuis van Terneuzen.

Wel / Niet akkoord, ……………………… (handtekening)

Sluiskil,

……………………….. (datum)

___________________________________________________________________________ Blz. 17 / 18


Bijlage 5 Verklaring onderwerping test alcohol en drugs Externe werknemer (leverancier)

Ondergetekende, …………………………………. (naam), …………………………….. (firma) verklaart hierbij akkoord te gaan zich te onderwerpen aan een test alcohol en drugs, zoals beschreven in het Alcohol- & Drugsbeleid van Yara Sluiskil B.V. , punt 2.3. - Beleid ten aanzien van externe werknemers. Deze test zal onder begeleiding uitgevoerd worden bij de beveiligingsdienst van Yara Sluiskil B.V. De resultaten zullen doorgegeven worden aan de leiding van de firma waar de werknemer werkzaam is.

Wel / Niet akkoord, ……………………… (handtekening)

Sluiskil,

……………………….. (datum)

___________________________________________________________________________ Blz. 18 / 18

19 december Alcohol- & Drugsbeleid Yara Sluiskil B.V

Recommend Documents