met steun van de
Vlaamse overheid
Promotie van de seksuele gezondheid en preventie van HIV/Aids bij Subsaharaanse Afrikaanse Migranten (SAM)
Preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen
EINDVERSLAG WERKINGSJAAR 2006
Medewerkers promotie van de seksuele gezondheid en preventie van HIV/Aids bij Subsaharaanse Afrikaanse Migranten (SAM) Dr Therese Alou Dr Tom Hoeree (t/m juni 2006) Dr Lazare Manirankunda Dr Marie Louise Ngbo (t/m oktober 2006) Dr Christiane Nöstlinger (leiding en coördinatie) Prof Dr Robert Colebunders (supervisie)
Medewerkers preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen Prof Dr Alfons van Gompel (leiding) Alex Van den Daele (coördinatie)
LIJST MET AFKORTINGEN BIJ DEEL 1 AIDS ARC CSA CSC CAW DIA GIPA HIV ITG MVG PINA PLWHA RG SAM Sensoa SOA UNAIDS VIG VCT
: : : : : : : : : : : : : : : : : : :
WAD WIV WP
: : :
Acquired Immune Deficiency Syndrome Aids Referentie Centrum Cultureel sensitieve aanpak Cultureel sensitieve begeleiding Centrum voor algemeen welzijn Dienst Integratie Antwerpen Greater involvement of people living with HIV/Aids Human Immunodeficiency Virus Instituut voor Tropische Geneeskunde Ministerie Vlaamse Gemeenschap Project Integratie Nieuwkomers Antwerpen People Living with HIV/Aids Resultaatsgebied Subsaharaanse Afrikaanse Migranten Fusie van exclusieve Vlaamse aidsorganisaties Seksueel Overdraagbare Aandoeningen Joint United Nations Programme on HIV/Aids Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie Voluntary Counseling and Testing (vrijwillige HIV tests voorizen van Preen Post-test Counseling) Wereld Aids Dag Wetenschappelijk Instituut van Volksgezondheid Work-package of werkpakket
2
INHOUD Deel 1: Promotie van de seksuele gezondheid en preventie van HIV/Aids bij Subsaharaanse Afrikaanse Migranten 1. Introductie 2. Doelstellingen, doelgroepen, strategieën en werkwijze van het project 3. Gedetailleerde resultaten van de projectactiviteiten voor 2006 − Resultaatgebied 1: Informatie, documentatie en advies − Resultaatgebied 2: Methodiek- en materiaalontwikkeling − Resultaatgebied 3: Ondersteuning van de implementatie − Resultaatgebied 4: Evaluatie van de op methodieken en materialen gebaseerde interventies − Resultaatgebied 5: Vorming en deskundigheidsbevordering − Resultaatgebied 6: Outreach 4. Conclusie en besluit 5. Uitgaven per resultaatsgebied
Deel 2: Preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen
Annex: -
Programma WAD Antwerpen
-
Programma WAD Gent
-
Topic-guide voor diepte-interviews ARC medewerkers
-
Evaluatieformulier vorming integratiediensten
-
Brochure Muungano (tekst)
-
Brochure “HIV-SAM project” (3 talen)
3
Deel 1 Promotie van seksuele gezondheid en preventie van HIV/Aids bij Subsaharaanse Afrikaanse Migranten (SAM)
4
1.
Introductie
Dit eindverslag 2006 beschrijft de resultaten van het HIV-SAM project (“Promotie van seksuele gezondheid bij Sub-Saharaanse Afrikaanse migranten (SAM) en preventie van HIV/Aids in deze doelgroep; preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen) van het werkingsjaar 2006. De doelstellingen, opdrachten en activiteiten werden uitbundig in het document “jaarplanning 2006 in het kader van het convenant (2006-2010)” beschreven1. Dit document werd in de loop van de onderhandelingen over het convenant tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (agentschap Zorg en Gezondheid) en het ITG opgesteld en dient als referentiedocument voor de doelstellingen, activiteiten, en de te bereiken indicatoren tijdens dit werkjaar. 2006 was het eerste werkjaar van het HIV-SAM project met duidelijk aangepaste doelstellingen zoal ze in het planningsdocument beschreven zijn. Op een beleidsmatig niveau werd ervoor gekozen de totnogtoe doorgevoerde preventieen zelfzorgactiviteiten2 op het vlak van HIV/SOA voor de doelgroep van SAM op een structurele manier binnen de Subsaharaanse Afrikaanse gemeenschap en de medische en sociale dienstverlening in te bedden. Normalisatie van het fenomeen HIV/Aids in een grotere maatschappelijke context betekent immers dat regulaire structuren van de gezondheids- en welzijnssector in staat gesteld moeten worden het aanspreken en verzorgen van de primaire doelgroep in hun aanbod te integreren. De bijdrage van het HIV-SAM project hier, is methodieken voor gepaste vorming en opleiding naar verschillende intermediaire doelgroepen toe te ontwikkelen. De kennis en expertise, die tijdens de afgelopen 10 jaar in het kader van het HIV-SAM project zijn opgebouwd, zullen op deze manier doorgegeven worden. Rekening houdend met de recente epidemiologische ontwikkelingen van HIV/SOA in België, die aantonen dat de doelgroep van SAM een van de meest betrokkene is3, is het de doelstelling van alle activiteiten binnen dit project de kwaliteit van de interventies rond seksuele gezondheid, SOA/HIV preventie en zelfzorg voor deze doelgroep te verhogen. De doelstellingen van het HIV-SAM project kunnen ingepast worden in een gezondheidsbevorderend referentiekader. Twee strategische peilers, zoals beschreven in de Ottawa Charter4 zullen hierbij op langere termijn verder ontwikkeld moeten worden: Empowerment van de leden van de respectievelijke doelgroepen (bijv. Afrikaanse migranten of wereldreizigers) met bijzonder aandacht aan de gender dimensie; en het benaderen van de medische sector om een gezondheidsbevorderende visie in hun aanpak te versterken met bijzonder aandacht voor een cultureel aangepaste benadering. Dit wil zeggen dat interculturaliteit in de sector versterkt zal moeten worden. Doel van deze methoden is uiteraard de levenskwaliteit van specifieke doelgroepen te verbeteren door een holistische benadering. Het ITG heeft een nationale en internationale reputatie en expertise op dit gebied. In de sub-unit Health Promotion binnen Klinische Wetenschappen en de HIV/SOA unit zijn de verschillende krachten gebundeld die met promotie van seksuele gezondheid te maken hebben. Deze sub-unit heeft in 2006 de opdracht gekregen het HIV-SAM project verder uit te bouwen en zoals in het subsidiebesluit vastgelegd te implementeren. De opdrachten van het subsidiebesluit geven de lange termijn visie van een structurele inbedding van HIV/SOA preventie voor de SAM doelgroep in de regulaire structuren van de gezondheids- en welzijnssector weer. Dit kan echter enkel door en gefaseerde werking bereikt worden. Het is duidelijk dat tijdens dit eerste werkjaar van de oorspronkelijk voorziene convenantperiode (2006-2010) een aantal voorbereidende activiteiten doorgevoerd moesten worden. Zo kan men bijvoorbeeld niet direct met vormingsactiviteiten van start gaan alvorens men de concrete noden en behoeften van een specifieke doelgroep t.o.v. de vorming in kaart heeft gebracht. Voor de twee grote luiken; promotie van seksuele gezondheid/preventie van HIV/Aids bij SAM in Vlaanderen en preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen moet dus de jaarplanning 2006 en de daarin voorziene opdrachten en activiteiten als referentiekader gebruikt worden.
5
2.
Doelstellingen, doelgroepen, strategieën en werkwijze van het project
Algemene doelstelling Algemene doelstelling van het project is de promotie van seksuele gezondheid en de preventie van HIV/Aids en andere SOA bij de doelgroep van Subsaharaanse Afrikaanse migranten woonachtig in Vlaanderen (SAM). ‘Seksuele gezondheid’ is een term waarvoor geen eenduidige invulling mogelijk is. Een aantal internationale organisaties hanteren definities en referentiekaders, zoals bijvoorbeeld de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) 5: “Sexual health is a state of physical, emotional, mental and social well-being in relation to sexuality; it is not merely the absence of disease, dysfunction or infirmity. Sexual health requires a positive and respectful approach to sexuality and sexual relationships, as well as the possibility of having pleasurable and safe sexual experiences, free of coercion, discrimination and violence. Op een eenvoudigere manier gedefinieerd, kunnen we onder seksuele gezondheid het volgende verstaan: “Sexual health is the enjoyment of sexual activity of one’s choice, without causing suffering, physical or mental harm.”6
Specifieke projectdoelstellingen (1)
Verbetering van de kwaliteit van seksuele gezondheidspromotie, de preventie van HIV/SOA en HIV-gerelateerde zorg voor de primaire doelgroep (=SAM), aangeboden door professionele intermediairen van de gezondheids- en welzijnssector;
(2)
Verbetering van de kwaliteit van seksuele gezondheidspromotie, de preventie van HIV/SOA en HIV-gerelateerde zorg voor de primaire doelgroep aangeboden door verschillende groepen van vrijwillige intermediairen (‘community based’ organisaties).
Bepaling van de doelgroepen (1) Primaire doelgroep: Migranten afkomstig van Subsaharisch Afrika woonachtig in Vlaanderen (SAM). (2) Intermediairen op het vlak van professionele service organisaties, vb. artsen, counselors, sociaal verpleegkundigen, maatschappelijke werkers van ARCs en andere ziekenhuizen; Elisa HIV-test centers zoals “Help-center” in Antwerpen7; CAWs, OCMWs, logos, Kind en Gezin, integratiediensten zoals DIA, PINA, enz. …) (3) Intermediairen op het vlak van “community based” (gemeenschapsgerichte) organisaties (Afrikaanse zelfhulp-organisaties): sociale en culturele verenigen opgericht door de primaire doelgroep zelf, georganiseerd in verschillende netwerken (op provinciaal niveau) die door het HIV-SAM project begeleid en gevormd worden. Deze vrijwilligersorganisaties zijn essentieel voor de realisatie van de projectdoelstellingen, omdat ze rechtstreeks contact met de primaire doelgroep hebben.
6
Strategieën en werkwijze 1) Gemeenschapsgerichte benadering (GB): Dit is één van de basisprincipes waarmee het HIV-SAM project werkt, waarbij sociale netwerken worden gebruikt om met preventieactiviteiten zo dicht mogelijk bij de doelgroep aan te sluiten. Hieronder verstaan we een interactieve aanpak van de leden van de doelgroep om mee aan de doelstellingen, de methodieken, en de implementatie van de preventieactiviteiten te werken en bij alle stappen in dit proces betrokken te zijn. De literatuur ivm veranderingen van gezondheidsgedrag toont ook aan, dat “social network interventions” vooral in achtergestelde bevolkingsgroepen effectiever zijn dan traditionele interventies. 8 9 Deze benadering houdt voor het HIV-SAM project in, dat we met netwerken van Afrikaanse organisaties werken die begeleid moeten worden om zelfstandig kleinschalige preventieactiviteiten op te zetten (peer group education). Het project volgt hierbij een “train the trainer” aanpak, omdat de vrijwilligers gesteund, begeleid en opgeleid moeten worden. Deze netwerken vormen tegelijkertijd een belangrijke toegang tot de primaire doelgroep. Onze benadering baseert zich ook op een cultureel sensitieve aanpak (CSA), dwz houdt rekening met cultuur specifieke elementen tov kennis, attitudes en gedrag, en dan vooral op het vlak van gezondheid en seksualiteitsgedrag en belevenis binnen de doelgroep van SAM. 2) Cultureel sensitieve aanpak (CSA): Het project heeft gedurende de afgelopen 10 jaar het model van een cultureel sensitieve aanpak of begeleiding van HIVpositieve SAM-patiënten ontwikkeld. Dit model dient constant aangepast en verfijnd te worden om adequaat aan de noden en behoeften van de doelgroep te voldoen (psychosociale problemen i.v.m. met migratie en chronische ziekte, HIVstigma, vaak traumatische ervaringen tijdens de migratie, enz.). Een wetenschappelijke documentatie en evaluatie van de implementatie is noodzakelijk zodat het model vatbaar is voor overdracht naar andere achtergronden en professionele intermediaire doelgroepen. Als het specifiek over counseling van HIV-positieve patiënten, individueel of in een groep gaat, spreken we ook over cultureel sensitief counseling (CSC). 3) Coaching, vorming en opleiding: De expertise en kennis die in de loop van de voorbije jaren werd opgebouwd in het kader van het project, dient doorgegeven te worden aan andere instellingen en deskundigen zodat deze een cultureel sensitieve aanpak in hun eigen manier van werken kunnen integreren. Dit kan door punctuele en specifieke vormingsmomenten gebeuren, maar ook door procesbegeleiding zoals coaching en professioneel begeleide intervisie (peer review). Het vaststellen van de vaak uiteenlopende behoeftes van de verschillende doelgroepen die in aanmerking komen (zie boven: specificatie van de doelgroepen) is een voorwaarde om doelgericht te werken. Het opstellen van opleidingshandboeken en doelgroepspecifieke handleidingen hoort bij deze taken. 4) Wetenschappelijk onderbouwde werkwijze en evaluatie van de projectvoortgang: Het project verbindt zich tot een wetenschappelijk onderbouwde werkwijze, d.w.z. dat de strategieën en interventies overeenkomen met recente gegevens uit de internationale literatuur. In de literatuur worden verschillende op wetenschappelijke evidentie gebaseerde sociaal-psychologische modellen gehanteerd om individuele gedragsverandering en effectiviteit van interventies te kunnen verklaren. Gezondheidsvoorlichtingmodellen zijn echter meestal heel algemeen en houden geen of weinig rekening met de culturele aspecten van gezondheid en gedrag.10 Vooral de vermeende verbinding tussen cultuur en gezondheidsgedrag op vlak van HIV wordt voor de
7
meeste theorieën niet expliciet beschouwd. De meeste modellen zijn dan ook vanuit een westers denkpatroon ontwikkeld en er is weinig geweten over hun toepasbaarheid op verschillende culturen en bijgevolg bij migranten. De interventies die door het project ontwikkeld worden sluiten nauw aan bij de theoretische modellen die aandacht hebben voor het erkennen en gebruiken van culturele gezondheidsbevorderende praktijken, zoals dit bijvoorbeeld door het PEN3-model gepostuleerd wordt11 12. De strategieën waarmee gewerkt wordt zijn geëvalueerd (voor een grondige evaluatie van de projectwerking 1998-2004 zie evaluatierapporten 2005). Procesmatige evaluatie is een geïntegreerd onderdeel van de projectwerking. De interventies naar de doelgroepen toe worden regelmatig geëvalueerd op een wetenschappelijk onderbouwde wijze, rekening houdend met de specifieke geaardheid van de doelgroep, kunnen dit zowel kwalitatieve als kwantitatieve evaluatie methoden zijn.
Organisatie van de uitvoering van de projectactiviteiten door work-packages Vanuit perspectief van het project management zijn de activiteiten die per werkingsjaar doorgevoerd worden, in work-packages (WP) gebundeld. Door middel van WPs kunnen taken en activiteiten overzichtelijker bij elkaar gevoegd worden en ook beter opgevolgd worden. Bovendien zijn er duidelijke verantwoordelijkheden voor het goed uitvoeren van de activiteiten binnen een WP. Elk WP heeft betrekking tot meerdere resultaatsgebieden. De resultaten m.b.t. de specifieke activiteiten die onder de respectievelijke WPs vermeld staan, worden later gedetailleerd in hoofdstuk 3 beschreven. In hoofdstuk 3 wordt, zoals in het subsidiebesluit voorzien, per resultaatgebied gerapporteerd. WP 1: Project management en coördinatie Hoofdverantwoordelijke: Christiane Nöstlinger Doelstelling van WP 1: Het project op en effectieve manier coördineren en kwaliteitsbewaking van het project. Resultaten: De resultaten van dit WP hebben betrekking tot alle RGs. Binnen work-package 1 werd gedurende het werkjaar 2006 veel tijd in de voorbereiding van het draaft convenant en in de gedetailleerde uitwerking van de project activiteiten en interventies geïnvesteerd. Alle project medewerkers waren hierbij nauw betrokken. Dit was noodzakelijk om tot een coherente planning voor de gehele convenantperiode te komen. WP 2: Ontwikkeling en implementatie van methodieken en materialen voor de promotie van seksuele gezondheid en primaire preventie van HIV/Aids en SOA Hoofdverantwoordelijke: Lazare Manirankunda Doelstelling van WP 2: Doelstelling van WP 2 is het verbeteren van de seksuele gezondheid en het verminderen van nieuwe HIV/SOA overdrachten in de primaire doelgroep van SAM. Het ontwikkelen van wetenschappelijk onderbouwde methodieken (en materialen) voor de promotie van seksuele gezondheid en preventie van HIV/SOA zal daartoe een bijdrage leveren. Deze methodieken en materialen richten zich vooral op intermediaire doelgroepen, die bij de implementatie hiervan op een ondersteuningsaanbod van het project beroep kunnen doen. Voor het werkjaar 2006 lag de prioriteit bij het bereiken van de doelgroep van vrijwillige intermediaire. Voor de andere doelgroepen werden punctuele vormingsmomenten aangeboden (medewerkers van integratiediensten) of er werd
8
onderzoek verricht naar gepaste methodieken (eerstelijns-hulpverleners m.b.t. VCT, ARC stafleden m.b.t. CSC aanpak). Resultaten: De activiteiten van WP 2 hebben betrekking tot de resultaatgebieden 1 (informatie, documentatie en advies), 2 (methodiek- en materiaalontwikkeling) en 3 (ondersteuning van de implementatie; zie hoofdstuk 3). WP 3: Ontwikkeling en implementatie van methodieken en materialen voor de promotie van seksuele gezondheid en preventie van HIV/SOA voor de doelgroep van HIV-positieve SAM Hoofdverantwoordelijke: Thérèse Alou Doelstelling van WP 3: Doelstelling van WP 3 is het verbeteren van de seksuele gezondheid in de doelgroep van HIV-positieve SAM. Deze kunnen ook binnen de preventie een belangrijke rol innemen, niet alleen om hun eigen gezondheid te bevorderen maar ook ten opzichte van een bijdrage tot primaire preventie van HIV naar niet besmette personen toe (“positieve preventie”13 14). Dit stemt ook overeen met de van UNAIDS toegepaste strategie van GIPA (Greater involvement of people living with HIV/Aids)15. Het toepassen van dit principe betekent het continu betrekken van HIV – positieve personen in de primaire en secundaire preventie van HIV, iets wat al lang een principe van de project werking is. Van 2006 gaat het voor het HIV-SAM project hier in essentie om een upscaling van de cultureel sensitieve begeleiding die door het project ontwikkeld werd. Doelstelling is het verder ontwikkelen en documenteren van wetenschappelijk onderbouwde methodieken (en materialen) voor de promotie van de seksuele gezondheid en de preventie van overdracht van HIV naar seksuele (niet HIVbesmette) partners; maar ook een mogelijke re-infectie met HIV zoals een infectie met andere SOA zal moeten worden voorkomen om de gezondheid van HIV+ patiënten te beschermen. Doelgroepen: De methodieken en materialen richten zich op intermediaire doelgroepen, d.w.z. professionele hulpverleners die met de doelgroep HIV+ SAM leden werken, zoals bijvoorbeeld ARC medewerkers. Resultaten: De activiteiten van WP 3 hebben betrekking tot de resultaatgebieden 1 (informatie, documentatie en advies), 2 (methodiek- en materiaalontwikkeling) en 3 (ondersteuning van de implementatie; ze zijn in hoofdstuk 3 in detail beschreven). WP 4: Implementatie van vorming en deskundigheidbevordering Hoofdverantwoordelijke: Lazare Manirankunda Doelstelling van WP 4: Doelstelling van WP 4 is op en wetenschappelijk onderbouwde manier gepaste vormingen en opleidingen aan de verschillende doelgroepen aan te bieden. Doelgroepen: De vormingen en opleidingen richten zich tot alle intermediaire doelgroepen, d.w.z. professionele hulpverleners en vrijwillige intermediaire. Resultaten: De activiteiten van WP 4 hebben betrekking op resultaatgebied 5 (zie hoofdstuk 3). WP 5: Evaluatie en project monitoring Hoofdverantwoordelijke: Christiane Nöstlinger Doelstelling van WP 5: Doelstelling van WP 5 is op een wetenschappelijk onderbouwde manier de interventies, die in het kader van het HIV-SAM project plaatsvinden, te evalueren. Resultaten: De activiteiten van WP 5 hebben betrekking op resultaatgebied 4 (zie hoofdstuk 3).
9
3.
Gedetailleerde resultaten van de projectactiviteiten 2006
Resultaatgebied 1: Informatie, documentatie en advies Opdracht 1.1 Aanbieden van informatie aan de doelgroep van SAM en intermediairen over de impact van een SOA, onbekende serostatus en seksuele gezondheid Criteria
Indicatoren
Activiteiten volgens jaarplanning 2006
De informatie is wetenschappelijk onderbouwd*
De informatie wordt zowel proactief als reactief gegeven
De informatie wordt permanent geactualiseerd
De informatie wordt zoveel mogelijk gegeven door middel van de moderne interactieve weg
Het aanbod is bekend
Het aanbod komt tegemoet aan de behoeften
Het aanbod wordt gebruikt
Intermediairen en doelgroep zijn tevreden
-
Een steekproef bij de vermoedelijke doelgroep wordt samengesteld
-
Via ondervraging van de vermoedelijke doelgroep en de intermediairen, peilen naar HIV/SOA kennis. Bevraging gebeurt tweemaal in de loop van de convenantperiode.
1) Een meting van de impact van het project op de kennis en het gedrag van de doelgroep werd in de jaarplanning niet voorzien voor 2006. In het kader van het meerjarenplan wordt een concept voor de meting van kennis, attitudes en gedrag van SAM uitgewerkt. 2) Aanbieden van informatie gebeurt niet rechtstreeks, maar wel via de intermediairen (enkel voor de groep van HIV-positieve SAM leden in het Antwerpse gebeurt dit rechtstreeks): Via één jaarlijkse informatiesessie voor alle vertegenwoordigers van de SAM verenigingen gegroepeerd in Franstalige en Engelstalige netwerken .
Verwacht aantal deelnemers: 60 - 80 per jaar verspreid over 2 vergaderingen, die open staan voor deelnemers uit alle provincies
.
Aanbieden van relevante informatie over seksuele gezondheid, HIV/SOA preventie en VCT
.
Voorstellen van vorderingen van de projectwerking; inlichten van geplande activiteiten per jaar aan de doelgroep van vrijwillige intermediairen; registreren van samenwerking met vrijwilligers en de activiteiten geïmplementeerd door de vrijwilligers.
* Wetenschappelijk onderbouwd houdt in dat internationaal aanvaardbare methodieken worden toegepast.
Implementatie van opdracht 1.1: 1) Inventarisatie van de vermoedelijke primaire doelgroep Omtrent deze opdracht werd in 2006 een conceptuele planning opgesteld. Deze gedachtenpiste zal in 2007 verder uitgewerkt en als conceptfiche voorgelegd worden (zie ook jaarplanning 2007). In essentie zal het om een community-based survey gaan.
10
Doelstelling: Het samenstellen van een community-based steekproef voor een bevraging over kennis, houding en seksueel risicogedrag van SAM. Er zal een conceptfiche uitgewerkt worden voor een “community-based” en participatief opgezette studie over kennis, attitude en seksueel risicogedrag in de SAM doelgroep: uitwerken van een kwantitatief en een kwalitatief gedeelte om contextuele en socioculturele variabelen te kunnen meten; training van outreach interviewers voor de verspreiding van de vragenlijsten, aanpassen van een studie die in 1991/1992 door projectmedewerkers werd doorgevoerd16. Deze kwantitatieve basis bevraging zal regelmatig, vb. om de 2 jaar kunnen herhaald worden. Het bijkomende kwalitatieve gedeelte is noodzakelijk om diepgaande informatie over de effecten van de socio-culturele invloed en stigma in deze doelgroep te kunnen verzamelen. Er zal een begroting opgesteld moeten worden en bijkomende financiële middelen gezocht worden om deze studie in 2008 te kunnen realiseren. 2) Aanbieden van informatie aan de doelgroep van SAM via de HIV-SAM preventienetwerken en samenwerking met de netwerken rond HIV-preventie, impact van een onbekende serostatus en SOAs In 2006 werd er met elk netwerk van de drie provincies een evaluatie- en planningsvergadering gehouden. Doelstelling van deze netwerkvergaderingen waren:Voorstelling van vorderingen van de projectwerking aan de HIV-SAM intermediaire; mededelen van geplande activiteiten per jaar door de vrijwillige intermediairen; en vastleggen van samenwerking met vrijwilligers en de activiteiten geïmplementeerd door de vrijwilligers. Tabel 1 geeft een overzicht over de deelname aan deze vergaderingen. Tabel 1: Deelname aan de evaluatie- en planningsvergaderingen van de HIV-SAM preventienetwerken Datum
Network
Provincie
Deelname van vertegenwoordigers*
Deelname van associaties
1
24/2/06
Gent
OostVlaanderen
13/23 (57%)
11/16 (69%)
2
3/3/206
English speaking network
Antwerp
9/26 (35%)
3/16 (19%)
3
10/3/06
French speaking network
Antwerp
5/28 (18%)
5/19 (26%)
4
11/3/06
Leuven
Vlaams
10/19 (53%)
3/6 (50%)
37/96 (39%)
22/57 (39%)
Brabant Global participation rate * ratio aanwezige deelnemers/uitgenodigde deelnemers
De deelname van de associaties was over het algemeen gezien laag (39%). Enkel Gent en Leuven lagen boven de 50%. Om de cijfers in de tabel te kunnen interpreteren moet men weten dat van sommige associaties meer dan één vertegenwoordiger actief aan het netwerk mee doet. Er zijn ook vrijwilligers, die actief deelnemen, maar die niet aan een specifieke associatie verbonden zijn (in Leuven bijvoorbeeld zijn een aantal vrijwilligers actief, die niet via bestaande associaties georganiseerd zijn). De reden voor de lage deelname van de associaties heeft met de veranderde project opdrachten te maken: de reductie in het aantal netwerkvergaderingen op één planningsvergadering per jaar, werd door sommigen als het terugtrekken en zelf als het
11
einde van het project geïnterpreteerd. De lange onderhandelingsfase omtrent het convenant heeft een onzekerheid ivm de toekomst van het project gecreëerd, wat uiteraard een verlaagde motivatie had als terugslag. Bovendien is het moeilijk de motivatie van de vrijwilligers in stand te houden. Bijstand voor de vrijwilligers is van cruciaal belang naar de toekomst toe, wil men de “communitybased” (gemeenschapsgericht aanpak)als stevige basis van het project behouden. De belangrijkste inhoudelijke onderwerpen van de evaluatie en planningsvergaderingen waren: 1) De evaluatie van de samenwerking in 2005 (met focus op de organisatie van activiteiten in het kader van de Wereld Aids dag) 2) Het bekendmaken van de aangepaste opdrachten in het kader van het geplande convenant en de daarmee verbonden consequenties in de uitvoering van de opdrachten op het terrein. 3) De planning van de HIV-preventienetwerken op het terrein Ad 1) Resultaten m.b.t. de evaluatie van de WAD activiteiten 2005 In 2005 werd de de WAD georganiseerd in samenwerking met de HIV preventienetwerken in Antwerpen, Gent en Leuven. De netwerken kregen hiervoor technische en financiële steun door het HIV-SAM project. Voor de activiteiten doorgevoerd in het kader van WAD, zie het document jaarverslag 2005. 17 Deze activiteiten omvatten een muziek festival, waar ook een toneelstuk rond HIV preventie werd opgevoerd. Dit stuk werd door een Afrikaanse drama groep zelf geschreven, bewerkt en gespeeld. Daarin kwamen vooral de communicatieve aspecten van HIV aan bod (HIV-gerelateerd stigma, communicatie in het gezin, en de moeilijkheden omtrent de mededeling van een HIV-diagnose binnen het gezin). De feedback van de associaties had in eerste instantie betrekking tot de tijdslijnen, d.w.z. dat de concrete planning en voorbereiding van de activiteiten eerder zou moeten beginnen, dus nog voor de zomer maanden. Hun tweede opmerking was voldoende financiële steun om meer vrijwilligers aan te trekken. Vanuit het perspectief van het HIV-SAM project hebben we de samenwerking van het Engelstalige en het Franstalige netwerk rond WAD als een positieve ontwikkeling gestimuleerd. Desondanks vonden de deelnemers van de netwerken zelf de samenwerking minder geslaagd: er zijn nog tal van knelpunten in een netwerkoverkoepelende samenwerking, waarvan de taalbarrière er één blijkt te zijn. Naar de toekomst toe moet er erover nagedacht worden in hoeverre taal- en culturele barrières in de samenwerking overbrugd kunnen worden. HIV-preventie en promotie van seksuele gezondheid voor deze doelgroep kan alleen succesvol zijn als de interventies van een gezamenlijke en verenigde basis gesteund worden. Ad 2) Communicatie naar de HIV-preventie netwerken toe i.v.m. de aangepaste project objectieven De deelnemers werden op de vergaderingen geïnformeerd over de belangrijke aanpassingen van de project objectieven, d.w.z. van een project met eerste lijnswerking op het terrein naar een project dat op tweede lijn werkt en als belangrijkste doelgroep, verschillende groepen van intermediaire aanspreekt. De aanwezige vertegenwoordigers en vrijwilligers werden gevraagd om hun eigen plannen voor te stellen en in te dienen.
12
Dit gebeurde in de vorm van gemodereerde groepsdiscussies. Het idee van een preventiewerker per provincie, die via een artikel 60 contract (OCMW) de werking naar het terrein toe zou kunnen versterken was ook onderwerp van discussie. Er werd voorgesteld dat ook leden van de netwerken zelf zich voor deze positie kandidaat konden stellen indien ze aan de voorwaarden voldeden. Over het algemeen reageerden de vertegenwoordigers van de associaties onzeker op de nieuwe projectdoelstellingen en het nieuwe projectaanbod. Ze vrezen dat er minder middelen beschikbaar zullen zijn om eigen preventieactiviteiten op te starten. Dit kan gedeeltelijk door een goede planning en efficiëntere besteding van de middelen opgevangen worden; de associaties beseffen ook de nood aan opleiding en vorming om beter in staat te zijn eigen preventie- en promotieactiviteiten te lanceren. Dit komt hun eigen vraag tegemoet die tijdens de evaluaties van de projectwerking van de voorbije jaren ( zie ook evaluatierapport 2006 18) meermaals werd gesteld. We zijn ons ervan bewust dat een grondleggende verandering van het project, van een terreinwerking naar een tweede lijnswerking, een langdurig proces is. In die zin zal er nog veel moeten geïnvesteerd worden om de basis van de SAM gemeenschappen ervan te overtuigen dat ook zij hier baat zullen bij hebben. Er kan op dit ogenblik van een zekere spanning gesproken worden tussen de veranderingen van de projectdoelstellingen en de verwachtingen van de basisgemeenschappen. Het project zal desondanks trachten een soort “ownership” bij de basisgemeenschappen te creëren m.b.t. peergeïnitieerde preventieve interventies op vlak van HIV/SOA preventie en promotie van de seksuele gezondheid. Als project moeten we duidelijk herkennen dat er voor dit soort interventies grenzen zijn. De doelstelling van het project naar de toekomst toe, is door wetenschappelijk onderbouwde en effectieve vorming op maat de vrijwilligers en peereducators in staat te stellen binnen deze grenzen zo effectief mogelijk te kunnen functioneren. Ad 3) Door de HIV-SAM preventienetwerken geplande activiteiten 2006 Tabel 2 geeft een overzicht van de terreinactiviteiten die door de HIV-preventie netwerken gepland werden. Dit is het referentiekader voor de activiteiten die door de vrijwilligers zelf geïmplementeerd werden in de loop van 2006.
13
Tabel 2: Geplande terreinactiviteiten Provincie/ network Vlaams Brabant
Associatie
Geplande terreinactiviteiten
Allen Te Samen
Sensibiliseringacties op festivals Wije feest in Wilsele (13/5/06) Moeder Dag in HERENT (14/5/06) Informatie sessies (à 250 €) Raising awareness among young people during a basket-ball match (June 2006): Teams of Leuven and Brussels
Mount Cameroon
Information session (13/5/2006) (à 250 €)
Doelgroep
General population General population Burundian young people Cameroonian young people
Antwerpen Raising awareness Feest der geliefden (13/2/2006) Café Karibu (29/4/2006) Afrikaans kind (June 2006) Aids Memorial Day (May 2006) Festival: African music de Coninckxplein (August 2006) Opleiding voor de STA-OP leden HIV/AIDS Wereld Aids Dag in Antwerp (2/12/2006)
Provincie/ network
Associatie Church of Pentecost Africa drama Group
Geplande terreinactiviteiten
Informatiesessie voor jongeren (9/4/2006)
Sex education presentation (9/4/2006)
Congolese community General population General population General population General population
Doelgroep Ghanaian young people English speaking groups
Oost Vlanderen BasiBomoko Mafalo Edo Association Rama
Stand à 30€ (4/3/2006) Stand à 30€ Informatiesessie (à 250€): (6/5/2006) Informatiesessie: (9/9/2006)
2 Informatiesessies: (16/9/2006, 16/12/2006)
14
Nigerian community Pop of the African Great Lakes
Opdracht 1.2 Informeren van de doelgroep (SAM) en intermediairen (vrijwilligers en sociale en medische hulpverleners) over seksuele gezondheid, HIV/SOA preventie en zorg en over de bestaande dienstverlening en het projectaanbod. Criteria
Indicatoren
De informatie is wetenschappelijk onderbouwd
De informatie wordt zowel proactief als reactief gegeven
De informatie wordt permanent geactualiseerd
De informatie wordt zoveel mogelijk gegeven door middel van de moderne interactieve weg
Het aanbod is bekend
Het aanbod komt tegemoet aan de behoeften
Het aanbod wordt gebruikt
Intermediairen en doelgroep zijn tevreden
- Een steekproef wordt samengesteld bij de vermoedelijke doelgroep - Via een ondervraging van een representatief deel van de doelgroep en intermediairen peilen naar SOA/HIV-kennis. Deze bevraging gebeurt tweemaal in de loop van de convenantperiode.
Activiteiten en
1) Opzetten van een specifieke website over het onderwerp van het project en de projectactiviteiten (tweede helft 2006)
mijlpalen
2) Inventariseren van de vermoedelijke doelgroep (professionele intermediaire) om voor verdere bevragingen een steekproef samen te kunnen stellen. 3) Opstellen van een inventaris voor HIV-zorg en preventie voor de doelgroep in Vlaanderen: .
Start in 2006: Ontwikkeling van een vragenlijst voor de organisaties om in hun doelgroep een specifiek aanbod in kaart te brengen; data base beschikbaar eind 2006 (in samenwerking met Siréas)
Implementatie van opdracht 1.2: 1) Opzetten van een project web-site De ontwikkeling en implementatie van de web-site werd i.v.m. enkele onzekerheden omtrent de toekomst van het HIV-SAM project uitgesteld. Het lijkt verstandig om een duidelijke communicatie- en promotiestrategie naar het algemene publiek en naar het vakpubliek pas van start te laten gaan, als de randvoorwaarden van het project duidelijk omschreven zijn.
2) Inventariseren van de vermoedelijke doelgroep (professionele intermediaire) om voor verder bevragingen een steekproef samen te kunnen stellen. zie opdracht 1.1 3) Opstellen van een inventaris voor HIV-zorg en preventie voor de doelgroep in Vlaanderen: Deze opdracht werd in samenwerking met de Brusselse organisatie Siréas (Service International de Recherche, d’ Education et d’ Action Sociale) uitgewerkt en doorgevoerd.
15
De doelstelling is een netwerk te creëren van organisaties op het terrein van HIV/Aids preventie en zorg voor Afrikaanse migranten. Het leek aangewezen in de realisatie van deze opdracht met Siréas samen te werken, daar in het Brusselse een groter aantal gespecialiseerde organisaties bestaat dan in Vlaanderen. Het netwerk zou een mogelijkheid bieden voor terreinorganisaties, ervaringen en expertise uit te wisselen en beter samen te werken (vb. door verwijzing van patiënten). Meer bepaald moet het netwerk de mogelijkheden verbeteren om -
informatie omtrent dienstverlening voor de primaire doelgroep uit te wisselen
-
expertise en ervaringen onderling uit te wisselen en van elkaar te leren
-
beter samen te werken
-
cliënten en patiënten beter kunnen doorverwijzen zodanig dat beter aan hun behoeftes kan worden voldaan
Vier vergaderingen hadden plaats in de loop van 2006 en de volgende activiteiten werden uitgewerkt: -
opstellen van een korte vragenlijst over het organisatieaanbod m.b.t. cultureel sensitieve dienstverlening voor de doelgroep van SAM (in het Engels en Frans)
-
piloottesten van deze vragenlijst
-
opmaken van een adresbestand voor respondenten (organisaties) van dit onderzoek
-
opmaken van een database (in Excel) voor de data invoer
-
Data verzameling opgestart (volgende organisaties werden gecontacteerd: : STA-OP (Antwerp), Medical Challenge Africa (Leuven), Allen Te Samen (Leuven), A.F.A.D.S. vzw (Brussels) and Ette-Ibibio vzw (Gent).
Activiteiten gepland voor 2007: -
Data verzameling afsluiten (maanden februari en maart 2007; zie ook jaarplanning 2007)
-
Analyse van de gegevens
-
Organisatie van een workshop (presentatie van de resultaten) en kick-off vergadering om het netwerk op te starten
-
Creatie van het netwerk
De implementatie van deze opdracht heeft tegenover de jaarplanning 2006 vertraging opgelopen. Dit heeft er in eerste instantie mee te maken, dat in het algemeen voor 2006 te veel parallel verlopende activiteiten gepland en uitgevoerd werden. Ook verliep de samenwerking met de coöperatiepartner voor deze specifieke activiteit niet altijd even vlot. Opdracht 1.3 Verlenen van informatie aan en via de media, pro-actief en reactief. Criteria
Indicatoren
Criteria
Iedere communicatie naar de media wordt kenbaar gemaakt aan de administratie en de minister
Communicatie is compatibel met de promotie- en communicatiestrategieën die in het jaarplan worden vastgelegd
1. Het aantal interventies naar de media 2. Aantal georganiseerd met andere betrokken organisaties
16
Activiteiten en mijlpalen
-
-
Interventies naar de pers: .
Tenminste 1 x per jaar: rond Wereld Aids dag (december 2006)
.
Op vraag van de media (reactief)
Samenwerking hierin met Sensoa en andere betrokken organisaties
Implementatie van opdracht 1.3: In 2006 werd er in eerste instantie gefocusseerd op de interne herstructurering van het project. Er werden geen specifieke interventies naar de media toe gelegd. Opdracht 1.4 Informeren van de wetenschappelijke en geïnteresseerde media over de projectmethodieken en verwezenlijkingen Criteria
Criteria
Indicatoren
Activiteiten en mijlpalen
Communicatie is wetenschappelijk onderbouwd
1.
Het aantal wetenschappelijke voordrachten
2.
Het aantal publicaties in wetenschappelijke tijdschriften
1) Participatie aan seminaries, congressen, voordrachten en workshops als spreker: .
Lokaal (België): ≥ 2 interventies per jaar (vb. presentaties op de Belgische ARC/ARL-dag; UNICEF awareness raising day, en andere…)
.
Internationaal: 1 congress (AIDS & Mobility, September 2006, NL)
2) Indienen van een publicatie of artikel in wetenschappelijk tijdschrift (vb. in 2006 “patient support groups”). Implementatie van opdracht 1.4: 1) Participaties aan congressen, seminaries of workshops als spreker De volgende tabel geeft een overzicht over de in België gehouden presentaties en voordrachten om de doelstellingen en resultaten van het HIV-SAM project bij een vakpubliek bekend te maken. Tabel 4 toont de presentaties ter gelegenheid van internationale conferenties of seminaries. Tabel 3: Presentaties en voordrachten (nationaal)
1
Locatie/ datum
Evenement/organisatie
Doelgroep
Onderwerp
Brussel,
Journées de Gynécologie Obstétrique de l’Hôpital St Pierre
Artsen en ander gezondheidspersoneel
Barrière d’accès aux soins et aux structures de santé pour les populations migrantes d’origine africaine subsaharienne vivant en Belgique (prise en charge culturellement adaptée des PVVIH en Flandres)
3/1/06
17
2
Brussel, 20/3/06
Journées de Gynécologie Obstétrique de l’Hôpital St Pierre
Artsen en ander gezondheidspersoneel
Prévention du Sida chez les populations africaines
3
Brussel,
Pratiques religieuses, pratiques de soins, diversités sexuelles dans le contexte de l’épidémie VIH organized by « Le centre du Libre Examen and Siréas »
Algemeen publiek
Traitements alternatifs et Sida(prières, utilisation de la médicine traditionnelle)
Annual meeting of Belgian AIDS Reference Laboratories(ARL) & AIDS Reference Centres (ARC) organized by ULB-CHU
Artsen en ander gezondheidspersoneel werkzam in de ARCs, onderzoekers
Accompagnement culturellement adapté des personnes vivant avec le VIH en Flandres
UNICEF medewerkers, vrijwilligers
Culturally sensitive HIV prevention and promotion of sexual health for African Migrants Living in Flanders;
12-13/5/06
4
Brussel, 9/6/06
Saint Pierre 4
Brussel, 28/06/06
UNICEF België, discussieavond omtrent: “HIV/AIDS crisis faced by children today”
The specific situation of African migrant families living in Belgium: psychosocial support needs 5
Antwerpen, 15/09/2006
Stad Antwerpen, TATTU
Algemeen publiek
Openingstoespraak en presentatie van het HIV-SAM project
6
Bruxelles 29/11/06
Journée de sensibilisation des jeunes sur les questions liées a la prévention du Sida en Belgique. « Rencontre avec les jeunes organisée par l’UNICEF-Belgique en présence de la Princesse Mathilde ».
Jongeren
Présentation du projet HIVSAM
Tabel 4: Presentaties en voordrachten (internationaal) Locatie/ datum
Evenement/organisatie
Doelgroep
Onderwerp
1
Parijs 09/6/06
Séminaire : Sida et religion (URACA)*
Group de soutien Muungano, traitements alternatifs et sida
2
Utrecht, 28-30/9/06
Annual meeting “Aids and Mobility Europe, NIGZ”
Personnel de santé, associations et représentants religieux National Focal Point and migrant’s CBOs
Presentatie HIV-SAM project
* URACA: Unité de réflexion et d’action des communautés africaines basée à Paris : une association de migrants africanins pour la prévention du sida et la solidarité en France et en Afrique. Née en 1985 de la mobilisation des migrants africains de France, elle s'appuie sur une démarche interculturelle pour développer des actions de santé communautaire principalement axées sur la prévention du sida, le soutien et l'accompagnement des personnes séropositives, l'ethnomédecine, les médiations, le saturnisme, la drépanocytose, etc.
18
Het project stuurde een lid van het HIV preventienetwerk Antwerpen naar de AIDS and Mobility vergadering. De feedback was heel positief, de vergadering was een gelegenheid om te kennis te maken met de verschillende methoden op vlak van HIV preventie voor migranten in Europa en om te werken met tal van “community-based” organisaties. 2) Wetenschappelijke publicaties Op vlak van wetenschappelijke publicaties werd ervoor gekozen een samenvatting van het evaluatierapport in een vaktijdschrift te publiceren. Op vraag van het WIV zijn 2 korte artikels ingediend: 1) Hoerée T, Manirankunda L et al. 2006. Evaluatie van het project voor HIV-preventie en HIV/AIDS-zorg voor Afrovlamingen: analyse van de preventie-activiteiten in de periode 1998 - 2004. Evaluatierapport deel 1; ITG, Antwerpen. 2) Hoerée T, Alou T, Nöstlinger C et al. 2006. Evaluatie van het project voor HIVpreventie en HIV/AIDS-zorg voor Afrovlamingen: analyse van cultureel aangepaste zorg in de periode 1996-2004. Evaluatierapport deel 2; ITG, Antwerpen. De gegevens die voor het opstellen van het evaluatierapport gebruikt zijn, zullen in 2007 voor verdere wetenschappelijke publicaties gebruikt worden, vb. een artikel over de werking en resultaten van patiënten support groepen met Afrikaanse HIV positieve patiënten.
Resultaatgebied 2: Methodiek- en materiaalontwikkeling Opdracht 2.1 Het ontwikkelen van methodieken en materialen en het aanpassen van bestaande methodieken en materialen gericht op het verbeteren van de seksuele gezondheid, HIV/ SOA preventie bij SAM. Criteria
Indicatoren
Methodiek en materiaal zijn wetenschappelijk onderbouwd
Methodiek en materiaal passen binnen het beleid en worden getoetst
Methodiek en materiaal zijn afgestemd op de noden en behoeften van de gebruikers
Methodiek en materiaal zijn ontwikkeld als antwoord op nieuwe trends of hiaten
Methodiek en materiaal zijn werkbaar in een Vlaamse context
Methodiek en materiaal zijn gebruiksvriendelijk
Methodiek en materiaal zijn vergezeld van een aanbod aan vorming en ondersteuning
Methodiek en materiaal bevatten een strategie voor implementatie
Methodiek en materiaal bevatten een instrument voor evaluatie
.
Het aantal ontwikkelde materialen en methodieken
.
Het aantal gebruikers van de methodiek of het materiaal
.
Methodiek en materiaal zijn gebaseerd op een goed wetenschappelijk onderbouwde conceptfiche (voorgelegd aan experts en de administratie gezondheidszorg)
.
Methodiek en materiaal zijn vooraf getoetst met de eindgebruikers vooraleer het in productie gaat
19
.
Activiteiten en mijlpalen
De voorziening omschrijft haar gebruikers, en meet de tevredenheid van het aanbod. De tevredenheidgraat wordt jaarlijks vastgelegd in het jaarplan en neemt toe tijdens de convenantperiode.
1. Onderzoek naar barrières voor gebruik van VCT diensten door de SAM doelgroep: focusgroep onderzoek (zie annex) .
Start Mei 2006, rapport beschikbaar juni 2007
2. Literatuur overzicht over VCT .
Start Mei 2006, juni 2007
3. Opstellen van folders en brochures over het aanbod van het project, en specifieke topics: veilig vrijen, seksuele gezondheid, HIV/ SOA preventie, patiëntengroepen, …. .
2 brochures beschikbaar in de loop van 2006: Patiëntengroep Muungano en Kinderwens en reproductieve gezondheid bij HIV+ patiënten
.
Project-folder HIV-SAM: 1 pagina (A4) folder met basisinformatie m.b.t. het HIV-SAM project, doelstellingen, werkwijze, strategieën en activiteiten met als doelstelling het project bekend te maken bij intermediairen; folder beschikbaar tegen WAD
.
Herziene versie van een klein informatieblad bij condoom distributie (om in de pochetten/doosjes te steken)
.
Voorbereiding voor 2007: Update en herziene versie van de folder “Durf erover te spreken” (druk in 2007)
4. Voorzien van condooms en ander promotiemateriaal .
Jaarlijkse aankoop van 50.000 condooms voor gratis verspreiding tijdens campagnes en activiteiten door intermediairen
5. Omschrijven van de eindgebruikers van het project voor toekomstige tevredenheidmetingen t.o.v. het door het project gestelde aanbod.
Implementatie van opdracht 2.1: Onder dit resultaatgebied vallen twee grote groepen van opdrachten. Enerzijds gaat het hier over het opzetten van studies om evidenties te verzamelen waarvan op deze basis de gepaste methodieken kunnen worden ontwikkeld. Anderzijds omvat resultaatgebied 2 ook de productie van cultureel sensitief promotie- en preventiemateriaal. In wat volgt bespreken we de uitvoering van deze opdrachten. 1) Onderzoek naar barrières voor gebruik van VCT diensten door de SAM doelgroep: focusgroep onderzoek Hier gaat het om een kwalitatieve studie die d.m.v. data verzameling in focus groep discussies (FGD) met respondenten uit de primaire doelgroep (met klemtoon op volwassene, maar ook jongeren en nieuwkomers) hun percepties over bestaande knelpunten en barrières in de dienstverlening rond HIV-testen (bekendheid van het aanbod, toegang tot VCT, confidentialiteit, etc.) zal beschrijven. De doelstelling van dit onderzoek, dat de methodologie van grounded theory19 gebruikt is een gepast doelgroepenspecifiek aanbod rond VCT te ontwikkelen. Dit zal in een latere fase in het kader van een samenwerking met eerste lijnsdiensten, hulpverleners en laagdrempelige gezondheidscentra plaats hebben. De rol van het HIV-SAM project zal de wetenschappelijke begeleiding van een pilootproject rond gepast VCT aanbod zijn zoals
20
ook het uitwerken en aanbieden van een specifiek vormingsaanbod om de verwachtingen en behoeftes van de doelgroep betreffende VCT beter tegemoet te kunnen komen. De uiteindelijke doelstelling is het doelgroepenspecifieke aanbod rond VCT te verhogen, wat uiteindelijk tot een verbeterde toegang zou moeten leiden (het gedetailleerd studieprotocol was een bijlage bij het document jaarplanning 2006). Specifieke doelstellingen van het onderzoek zijn: - Percepties en attitudes van respondenten (met de speciefieke sub-groepen) zoals boven beschreven) t.o.v. HIV testen in het algemeen en VCT in het bijzonder te beschrijven; - Hun concrete ervaringen met VCT te beschrijven; - Hun besluitvorming het bestaande aanbod rond VCT al dan niet te gebruiken - Hun perceptie t.o.v. belemmerende en bevorderende factoren voor de toegang tot VCT te beschrijven. In totaal moeten er gegevens in 8 FGD verzameld worden, waarvan 3 in 2006 doorgevoerd werden. 1 bijkomende focus groep werd nog gepland, maar kwam niet tot stand omdat de deelnemers niet beschikbaar waren. FGD doorgevoerd in 2006: (1) Gent, 23/9/2006: 8 Engelstalige mannelijke respondenten; (2) Antwerpen, 11/10/2006: 7 Franstalige vrouwelijke respondenten werden onder de nieuwkomers gerekruteerd (via PINA) (3) Antwerpen, 21/10/2006: 10 SAM Engelstalige jongeren uit Antwerpen namen aan de FGD deel. De resterende FGD moeten nog in het eerste trimester van 2007 georganiseerd worden. De doelstelling alle FGD in 2006 af te sluiten kon niet gehaald worden omdat de rekrutering van respondenten veel tijdsintensiever bleek te zijn dan verwacht; dit had gedeeltelijk met het feit te maken dat potentiële respondenten vaak bang waren om in een groepsetting over VCT en HIV te praten. 2) Literatuuroverzicht VCT De recente wetenschappelijke literatuur betreffende VCT (internationale publicaties) werd bij het opstellen van de studie systematisch bewerkt. Het literatuuroverzicht wordt in de loop van de studie verder geactualiseerd en gecompleteerd. Doelstelling is in 2007 een wetenschappelijke publicatie in een internationaal peer reviewed tijschrift in te dienen, waarvoor de kennis van de recente literatuur een voorwaarde is. 3) Opstellen van folders en brochures over het aanbod van het project, en specifieke topics: veilig vrijen, seksuele gezondheid, HIV/ SOA preventie, patiëntengroepen 2 brochures werden in de loop van 2006 geproduceerd en zijn in 3 talen (Nederlands, Engels en Frans) beschikbaar. De brochure over het HIV-SAM project werd ter gelegenheid van de Wereld Aids Dag in Gent op 1 december gepresenteerd. De Muungano brochure was klaar voor druk tijdens het opstellen van dit rapport en zal in de loop van 2007 verspreid worden (brochures: zie annex).
21
Tabel 5: Overzicht van cultureel aangepast promotiemateriaal (brochures) Brochures gepland voor 2006
Stand van zaken
Patiëntengroep Muungano
Tekst klaar, lay-out klaar; moet nog gedrukt worden
Kinderwens en reproductieve gezondheid bij HIV+ patiënten
Tekst klaar, lay-out moet nog verzorgd worden
Update van de bestaande brochure “AIDS- durf erover spreken”
Nog niet afgewerkt
Brochure over het HIV-SAM project “HIV-SAM missie, doelstellingen en activiteiten”
Beschikbaar in 3 talen
Herziene versie van een klein informatieblad voor condoom distributie (om in de doosjes te steken)
Nog voldoende exemplaren beschikbaar
Voor de 2 brochures (Muungano, HIV-SAM brochure) werden pre-tests afgenomen. In een kleinschalige groepsdiscussie met SAM respondenten werden volgende elementen getoetst: -
Is het materiaal goed verstaanbaar?
-
Is het materiaal cultureel aanvaardbaar?
-
Kan het materiaal in de dagelijkse praktijk worden toegepast (is het nuttig voor de doelgroep?)
-
Zou het aan andere personen worden doorgegeven of aangeraden?
-
Is de praktische informatie bruikbaar?
Op basis van de resultaten werden de teksten aangepast alvorens het materiaal gedrukt werd. 3) Voorzien van condooms en ander promotiemateriaal Het project voorziet jaarlijks een aankoop van ongeveer ± 50.000 condooms voor gratis verspreiding tijdens campagnes en activiteiten door intermediairen. In 2006 werden er ongeveer 33.000 condooms aangekocht. Tot nog toe werden de condooms aangekocht (“zazoo” condooms), maar in de toekomst zal met diverse sponsors onderhandeld worden i.v.m. het gratis bekomen van condooms. In 2006 werd een sponsoring aanvraag bij Durex ingediend. Durex is van mening dat ze via hun bijdrage op Belgisch niveau al voldoende condooms sponseren. Het HIV-SAM project zou moeten proberen een gedeelte, van de op federaal niveau verdeelde Laura condooms te verkrijgen. Dit werd ook bij Sensoa aangevraagd, maar deze aanvraag werd nog niet positief beantwoord; dit wordt in 2007 zeker nog opgevolgd. Indien er gratis mannencondooms verkregen worden, zou er een budget vrijkomen om vrouwelijke condooms te kunnen aankopen. Een sponsoraanvraag m.b.t. vrouwencondooms werd even wel negatief beantwoordt. We volgden dit op internationaal niveau op, maar hebben ook hier nog geen definitief antwoord gekregen. Uit ervaring weten we dat vrouwencondooms in de doelgroep zeer gevraagd zijn. Gratis distributie ervan vormt zeker een goed uitgangspunt om gesprekken over seksuele gezondheid en gedeelde verantwoordelijkheid rond preventie op te starten. Ze kunnen vrouwen het gevoel van een betere controle over hun eigen gezondheid geven en vergroten de keuzemogelijkheid t.o.v. beschermingsmogelijkheden tegen HIV/SOAs en ongewenste zwangerschappen. Van de ongeveer 33.000 gekochte condooms in 2006 werden 30.000 stuks verdeeld (zie tabel 6). Dit komt overeen met ongeveer 90,91% van de voorradige condooms. Deze
22
condooms werden vooral via 3 belangrijke kanalen verspreid: direct naar de patiënten toe, via het HIV-SAM project, op grote culturele evenementen zoals culturele- en muziekfestivals door vrijwilligers en leden van de HIV SAM preventienetwerken, en via de stedelijke integratiedienst (PINA; lessen voor nieuwkomers) door de project medewerkers via de intermediaire (lesgevers). Tabel 6: Verdeling van mannelijke condooms via verschillende distributiekanalen Distributiekanaal
Regio
HIV+ patiënten, Muungano Festivals
Antwerpen Antwerpen, Leuven Antwerpen Antwerpen, Antwerpen, Leuven Antwerpen, Gent Gent Antwerpen, Gent Antwerpen,
PINA Informatiesessies HIV SAM preventienetwerken World Aids Day Stands Winkels en cafés Vrijwilligers (terreinactiviteiten) Wijkgezondheidscentra VCT/FGDs Andere Totaal
Gent,
Aantaal verdeelde condooms 5.690 5.550
Gent Gent,
3.600 3.525 2.400
12,00% 11,75% 8,00%
2.390 2.025 1.790 1.500 1.200 180 150 30.000
7,97% 6,75% 5,97% 5,00% 4,00% 0,60% 0,50% 100%
Gent
Gent Gent
%
18,97% 18,50%
De tevredenheid over de condoomdistributie werd als specifieke activiteit nog niet geëvalueerd, maar het feit dat er alsmaar vraag naar is toont op zich al dat dit een belangrijke promotieactiviteit is. Een evaluatie van het gebruik van het vrouwencondoom in de doelgroep, de daarmee verbonden contextuele relatiegebonden randvoorwaarden en de concrete ervaringen (tevredenheid) met deze methode zouden in de toekomst een onderwerp voor studie kunnen zijn. Vooral de perceptie van mannen over het vrouwencondoom zijn een in de literatuur weinig bestudeerd onderwerp. De vraag die men zou kunnen onderzoeken is welk voordeel (hoeveel meer controle over hun eigen seksuele en reproductieve gezondheid) het vrouwencondoom effectief biedt aan vrouwen wanneer mannelijke partners niet bereid zijn zelf een mannencondoom te gebruiken. 5) Omschrijven van de eindgebruikers van het project voor toekomstige tevredenheidmetingen t.o.v. het door het project gestelde aanbod. De eindgebruikers komen overeen met de primaire doelgroep (SAM populatie). Zie ook punt 1.1.
23
Resultaatgebied 3: Ondersteuning van de implementatie Opdracht 3.1 Actief zoeken naar intermediairen als partners voor implementatie; samenwerking en ondersteuning van hun initiatieven; aanbod van ondersteuning op maat Criteria
Indicatoren
Activiteiten en mijlpalen
Het aanbod heeft een meerwaarde voor de kwaliteit van de projecten en interventies die worden opgezet door de intermediairen
Het aanbod is afgestemd op de noden en behoeften van de intermediairen
Intermediairen zijn op de hoogte van het aanbod en doen er regelmatig een beroep op
Intermediairen zijn tevreden over het aanbod
Intermediairen worden ondersteund bij de uitvoering van evaluaties van hun projecten, strategieën, methodieken en materialen
-
Het aantal intermediairen die het aanbod kennen
-
Het aantal intermediairen dat per jaar gebruik maakt van het aanbod en het aantal waarmee samengewerkt wordt
-
De score van tevredenheid wordt jaarlijks in het jaarplan vastgelegd en neemt toe tijdens de convenantperiode
1. Betrekken en opbouwen van relevante samenwerkings-verbanden: a. Betrekken van en samenwerken met intermediaire eerstelijnshulpverleners en vrijwilligersorganisaties met als doel het bereik en de kwaliteit van VCTdienstverlening en promotie van seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie te verbeteren .
Start van samenwerking rond VCT met geselecteerde laagdrempelige instellingen zoals “helpcenter”;
.
In kaart brengen van andere beoogde intermediairen die hiervoor in aanmerking komen vanaf 2007
b. Betrekken van en samenwerken met verantwoordelijken van ARCs met als doel de kwaliteit van de cultureel sensitieve begeleiding van personen met HIV te verbeteren (haalbaarheidsstudie tov het opstellen van samenwerkingsverbanden met de doelstelling van “upscaling”/uitbreiding naar ARC in Gent, Leuven, en in Antwerpen de ziekenhuizen Middelheim, Stuivenberg en het Universitair ziekenhuis Antwerpen) .
Start in 2006
.
Eind 2006: Concrete afspraken liggen vast voor de samenwerking
c. Samenwerking met vrijwilligers verloopt via de bekende netwerken van Afrikaanse zelf-organisaties. 2. Samenwerking mbt kwaliteitbevordering van de implementatie wordt opgezet met drie verschillende intermediairen: a. Verbeteren van de kwaliteit van de psycho-sociale en gezondheidsbevorderende dienstverlening aan HIV-patiënten in ARC’s b. Verbeteren van de kwaliteit van de VCT-dienstverlening en de promotie van seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie in eerstelijnsdiensten (vb. samenwerking en adviesverlening aan “helpcenter”) c. Verbeteren van de kwaliteit van promotie van seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie door vrijwilligers
24
Gezien het voor de professionele doelgroepen in essentie om kwaliteitsbevordering gaat, wat zowel formele vorming als “on-the-job training” en actieonderzoek inhoud, worden deze activiteiten onder resultaatsgebied 5 besproken. 3. Samenwerking mbt het ondersteunen van vrijwilligers die informatie en promotie activiteiten plannen voor hun eigen achterban of breder: a. Informatieavonden .
Minstens 6 informatiesessies per jaar: met een totaal van 30 over de hele periode. Gemiddeld aantal deelnemers per sessie: 30
.
Financiële ondersteuning door het project is voorzien
.
Voorzien van methodologische ondersteuning (video, sprekers, …) en promotiemateriaal (folders, condooms, …)
b. Promotieactiviteiten op grote evenementen .
Minstens 3 evenementen per jaar: WAD; Festival op het Coninckxplein (4 dagen in Antwerpen); Gentse Feesten (4 dagen in Oost-Vlaanderen);
.
Financiële ondersteuning is voorzien
.
1 WAD (rotatie per provincie per jaar, incl. simultaanvertaling)
Andere grote evenementen
Voorzien van methodologische ondersteuning (sprekers, …) en promotiemateriaal (folders, condooms, …)
c. Stand op activiteiten van bestaande SAM verenigingen .
Minstens 8 informatie- en promotiestands per jaar
.
Financiële ondersteuning is voorzien (vnl. voor transport en stand kosten)
.
Voorzien van promotiemateriaal (folders, condooms, …)
d. Verspreiden van promotiemateriaal via de bestaande SAM verenigingen .
1 maal per jaar wordt een promotiepakket (folders, condooms, …) verdeeld aan de gekende SAM verenigingen
.
Vanaf 2007
Implementatie van opdracht 3.1: Onder dit resultaatsgebied vallen alle opdrachten die met steun naar specifieke groepen van intermediaire te maken hebben. Deze worden door het project gesteund in de implementatie van hun eigen preventie- en promotieactiviteiten. De verandering van de projectdoelstellingen ten opzichte van de eerste convenantsperiode 2002 – 2005 is hier duidelijk te zien.
25
1. Betrekken en opbouwen van relevante samenwerkingsverbanden: In eerste instantie moeten goede samenwerkingsverbanden opgebouwd worden. Dit gebeurde in 2006 omtrent verschillende doelgroepen. Enerzijds kon men daarbij naar bestaande samenwerkingsverbanden terug grijpen (HIV-SAM preventienetwerken) en anderzijds moesten de samenwerkingsverbanden volledig opnieuw opgebouwd worden (eerstelijns hulpverleners). De derde beoogde doelgroep zijn de ARC medewerkers; hier bestonden al eerste afspraken die in 2006 door middel van een kwalitatief onderzoek verder exploreert en concreet gemaakt wordt. 1 a. Betrekken van en samenwerken met intermediaire eerstelijnshulpverleners en vrijwilligersorganisaties met het doel het bereik en de kwaliteit van VCTdienstverlening en promotie van seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie te verbeteren. In 2006 werd in de regio Antwerpen intensief samen gewerkt met het laagdrempelige adviescentrum voor seksuele gezondheid “helpcenter”. De opdracht van helpcenter werd vast gelegd in een koninklijk besluit, dat pas in 2007 gepubliceerd werd (zie ook jaarplanning HIV SAM project 2007). De functie van “helpcenter” is laagdrempelig advies verlenen en medische hulpverlening rond seksuele en reproductieve gezondheid voor achtergestelde bevolkingsgroepen en groepen met een verhoogd risico voor HIV/SOAs. Gratis en anoniem testen op HIV vormt hier een bijzonder onderdeel van. Er vonden regelmatig overlegmomenten plaats (1 keer per maand, telkens de eerste maandag van de maand) en de expertise van het HIV-SAM project kon worden ingebracht om de toegang van de primaire SAM doelgroep tot VCT en advies rond seksuele gezondheid te verhogen. Het project steunt helpcenter in de implementatie van hun laagdrempelige dienstverlening rond VCT voor de SAM doelgroep. De kwalitatieve studie over VCT ( zie opdracht 2.1) kadert in deze samenwerking. In kaart brengen van andere beoogde intermediaire die hiervoor in aanmerking komen vanaf 2007 1 b. Betrekken van en samenwerken met verantwoordelijken van ARCs Deze samenwerking heeft tot doel de kwaliteit van de cultureel sensitieve begeleiding van personen met HIV te verbeteren. In dit kader hebben we als voorbereiding een kwalitatief onderzoek doorgevoerd om de haalbaarheid hiervan te toetsen, en vooral te onderzoeken welke samenwerkingsverbanden hier opgebouwd zouden moeten worden om een cultureel aangepast aanbod in alle ARCs te kunnen implementeren (“upscaling”/uitbreiding naar ARC in Gent, Leuven, en in Antwerpen, de ziekenhuizen Middelheim, Stuivenberg en het Universitair ziekenhuis Antwerpen). Omdat het hier tijdens de eerste fase om het opzetten van een kwalitatieve studie gaat met als doelstelling speciefiek naar de noden van deze doelgroep van intermediaire t.o.v. vorming, opleiding en coaching te kijken, worden de respectievelijke activiteiten ( “haalbaarheidsstudie ARCs”; topic guide voor diepte interview zie annex) onder RG 5, punt 5.1 besproken. 1 c. Samenwerking met vrijwilligers verloopt via de bekende netwerken van Afrikaanse zelforganisaties (HIV-SAM preventienetwerken)
26
De activiteiten die uit de samenwerking met de HIV-SAM preventienetwerken voortvloeien zijn in detail hieronder ( zie punt 3) beschreven. 2. Samenwerking m.b.t. kwaliteitbevordering van de implementatie wordt opgezet met drie verschillende intermediaire: Eerstelijnsmedewerkers, ARC medewerkers, en vrijwilligers en leden van de HIV-SAM preventienetwerken. zie verder hier boven; zie ook RG 5 (vorming). 3. Samenwerking mbt het ondersteunen van vrijwilligers die informatie en promotie activiteiten plannen voor hun eigen achterban 3 a. Informatieavonden De volgende tabel geeft een overzicht van de informatieavonden georganiseerd door vrijwilligers of leden van de HIV-SAM preventienetwerken. Tabel 7: Informatiesessies omtrent preventie van HIV en andere SOAs en promotie van seksuele gezondheid Doelgroep
Onderwerp
Spreker
1
Organisatie en datum YWCA (19/1/06)
Vrouwen
HIVSAM project
2
GAMS (6/2/06)
HIVSAM project
3O
3
AFRIBEL (8/3/06) MOUNT CAMEROON (13/5/06) STA-OP (09/5/06)
Vrouwen (Brussel) Vrouwen (Antwerpen) Jongeren (Leuven)
HIV/AIDS, besnijding SOA en HIV/AIDS Vrouwen en HIV/AIDS HIV/AIDS in Cameroon
HIVSAM project
30
HIV testen en getuigenissen van PLWHA
HIVSAM project and STA-OP
60
HIVSAM project
10
HIVSAM project and STA-OP
60
Prof. Dr Robert Colebunders
73
Guest Pastor and drama presentation on sex education Dr Marie-Louise Ngo
30
4
5
Algemeen publiek, Café Karibu, Antwerpen Jongeren Antwerpen
Cameroonian student
Bereikte personen 24
150
6
Church Karibu
7
STA-OP (15/06/06)
Café Karibu, Antwerpen
8
STA-OP (20/5/06)
9
Pentecost Church and Africa Drama Group (9/4/06) MAFALO (6/5/06)
Aids Memorial Day, Antwerpen Jongeren, Antwerpen
Communicatie tussen ouders en jongeren omtrent seksualiteit Présentatie van du STA-OP getuigenis van een PLWHA AIDS in Afrika en in de Afrikaanse gemeenschappen Seksuele voorlichting
Ivory-Coast community, Gent
Debat: “How to prevent HIV transmission?”
Nigerian community, Gent Algemeen SAM publiek, Leuven
HIV preventie
HIVSAM project
35
HIV-diagnose en toekomstperspectieven
HIVSAM project and STA-OP
30
10
11
EDO Association (9/9/06)
12
STA-OP (9/9/06)
Totaal
30
532
27
Over de gehele periode van 2006 hebben 12 informatiesessies plaats gevonden. 11 ervan weren georganiseerd door organisaties van de HIV-SAM preventienetwerken, en één sessie door een andere organisatie, die geen lid van het netwerk is (YWCA). Het totale aantal deelnemers was 532. Twee andere sessies werden gepland maar moesten afgelast worden wegens gebrek aan deelnemers (associatie RAMA op 16/9/2006 en 16/12/2006). Samenwerking met de stedelijke integratiedienst PINA Een ander type van informatiesessies werd georganiseerd in samenwerking met PINA. PINA is in Antwerpen verantwoordelijk voor het aanbieden van de integratiecursussen. Kennis over seksuele gezondheid is één van de eindtermen van de lespakketten die aangeboden worden. In de samenwerking tussen het HIV-SAM project en PINA was 2006 een transitjaar. In het begin van 2006 werden op vraag van PINA de lessen omtrent seksuele gezondheid en HIV nog door de HIV-SAM medewerkers zelf gegeven. Ondertussen werd er hard aan gewerkt om de verantwoordelijken bij PINA ervan te overtuigen dat de lesgever het onderwerp zelf in hun lessenpakket zou kunnen integreren. Het HIV-SAM project zou het nodige vormingspakket voorzien. In de herfst 2006 werden er 2 vormingen voor de lesgevers doorgevoerd ( zie RG 5). In totaal volgden 183 nieuwkomers deze lessen: 86 vrouwen (47%) en 97 mannen (53%), met als gemiddelde 14 personen per sessie als deelnemers. Van de in totaal 9 aangeboden sessies aan de Franstalige nieuwkomers werden er alvast 2 door de lesgevers zelf verzorgd, die aan de vorming op 27/10/2007 deel namen. De volgende tabel omschrijft de doelgroep t.o.v. hun afkomst. Tabel 8: Afkomst van de deelnemers aan de PINA informatiesessies Regios
Aantal landen
Sub-Sahara Afrika Europa Asië Zuid Amerika Israel Onbekend Totaal
21 4 10 1 1 37
Geslacht M V 69 82 1 3 9 5 1 2 0 1 4 1 84 94
Totaal (%) 151 (84,8) 4 (2,2) 14 (7,8) 3 (1,6) 1 (0,5) 5 (2,8) 178 (100)
Tabel 9: Preventiemateriaal verspreidt tijdens de informatiesessies Informatiesessie
Locatie
Condooms
YWCA GAMS-formation Femmes -Zondag Karibu jeunes -Eglise
Antwerpen Brussels Antwerpen Antwerpen
150 300 150 150
30 30
Mount Cameroon Mafalo EDO association Hoog Gezondheidschool STA-OP (3 sessies) Leuven
Leuven Gent Gent Brussels Antwerpen Leuven
300 300 525 150 1200 300 3525
30 10 20
28
Folder “HIV Testing
10
150 30 310
3 b. Promotieactiviteiten op grote evenementen Drie grote promotie-evenementen werden voor 2006 gepland en uitgevoerd. Dit werd in samenwerking met de HIV-SAM preventienetwerken gedaan. Er werden informatiestands gehouden met 2 vrijwilligers per infostand, die preventiemateriaal aan het publiek aanboden, folders verdeelden, en informele gesprekken rond HIV/SOA preventie met bijzondere klemtoon op condoomgebruik aankaartten. Tabel 10: Sensibiliseringsacties en doorgeven van informatie op grote culturele evenementen N°
Festivals
Locatie/datum
1
Africa Matters
Gent, 20-21/1/06
2
4 5
Gentse feesten Music Festival - De Coninckxplein Football championship World Aids Day
Gent, 07/2006 (4 dagen) Antwerpen, 08/2006 (4 dagen) Antwerpen, 08/2006 (4 dagen) Antwerpen, 2/12/06
6
World Aids Day
Gent, 2/12/06
3
Associatie Afrikaans Raad, Soedaneese gemeenschap, Association des Ivoiriens Mafalo, “Allez les éléphants”, EDO, Soedanese Gemeenschap STA-OP Bilenge HIV-SAM project & STA-OP HIV-SAM project, Provincie Oost Vlaanderen, Sensoa, HIV-SAM preventie netwerk Oostvlaanderen
Negen voetbalploegen namen deel aan de Bilenge voetbalwedstrijd: 7 ploegen van volwassen spelers (Antwerpen, Sint-Niklaas, Kapellen, Burundi, Somalia, Brussels, Nepal) en 2 ploegen van jongeren (leeftijd 14-16). Begeleide activiteiten werden georganiseerd (muziek, barbecue) in het kader van de verdeling van promotiemateriaal. Tabel 11: Promotiemateriaal verdeeld tijdens grote evenementen N°
1 2
3 4
5
Festivals
Africa Matters Music festival Coninckxplein Gentse feesten Fooball championship
Verdeeld materiaal Condooms
Leaflet “HIV testing”
900
140
1575
300
1500
120
1575
300
5550
860
Brochure “AIDSDurf erover spreken” 33
33
29
“What about health”*
“Your sexual health” (Sensoa)
“La porte de l’amour” (Siréas)
75
300
75
300
150
600
22
22
Activiteiten omtrent Wereld Aids Dag Dit jaar werden er 2 publieksevenementen georganiseerd: Een publieksdebat in Gent (georganiseerd in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen en Sensoa) met als onderwerp “uitdagingen van HIV preventie” en een evenement georganiseerd in samenwerking met STA-OP dat vooral de kerkelijke gemeenschapen wou aanspreken. Tabel 12: WAD activiteiten op 2/12/2006 WAD event
Gent
Antwerpen
Organisator
HIV-SAM project, Provincie OVL, SAM Network OVL, Sensoa STA-OP en HIVSAM project
Totaal
Doelgroep
Aantal deelnmers
Verdeeld promotiemateriaal Condooms
Leaflet HIVSAM “Mission, goals and activities 2006-2010”
Leaflet “Help center “
Algemeen publiek, vakpubliek
35
240
75
10
Kerkelijke gemeenschappen
150
2150
90
20
185
2390
165
30
WAD in Gent in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen en Sensoa
Programma zie annex Tijdens de WAD in Gent stond een debat over “uitdagingen rond HIV-preventie” centraal. Het debat stond open voor het grote publiek evenals voor een vakpubliek van intermediairen met een bepaalde interesse voor de HIV problematiek. Verschillende sprekers (zie programma) focusseerden op de nieuwe preventieve technologieën en de impact ervan op de implementatie van HIV preventie op het terrein m.b.t. verschillende prioritaire doelgroepen (jongeren, SAM populatie...). Ook werd een overzicht over de globale HIV/Aids epidemie gegeven en beklemtoont dat desondanks de bestaande effectieve behandelingsmethoden de nood aan HIV preventie op wereldwijde schaal groter dan ooit is. Aansluitend aan de verschillende presentaties van beleidsmakers en experts was er een interactief debat met het publiek voorzien. Over het geheel beschouwd was de participatie te laag, vooral wat het intermediaire publiek betrof. Er moet in de toekomst meer geïnvesteerd worden in de mobilisering van het publiek tijdens de voorbereiding, wil men dit soort grote evenementen aan het SAM publiek verder aanbieden. Op WAD zijn er ook tal van andere bijeenkomsten en evenementen rond hetzelfde onderwerp die het uiteindelijk ook moeilijk maken het geïnteresseerde publiek te bereiken. Wat de planning voor 2007 betreft moet er een duidelijke strategie uitgewerkt worden, met betrekking tot de vraag hoe de middelen rond een WAD voor intermediaire op een efficiëntere manier kan worden ingezet.
30
WAD in Antwerpen in samenwerking met STA-OP
Programma zie annex De WAD werd in Antwerpen in samenwerking met de associatie STA OP georganiseerd. Het project steunde deze belangenvereniging in eerste instantie door de middelen voor de organisatie van het evenement bij de Provincie aan te vragen. Het gaat hier dus over een samenwerking, die niet met de budgettaire middelen van het HIV-SAM project werden georganiseerd. STA-OP was ook voor het inhoudelijke programma verantwoordelijk, maar het project wou de associatie toch steunen om een breed publiek aan te trekken en hielp daarom mee verschillende sprekers aan te werven. Een project medewerker (Dr. Thérèse Alou) fungeerde dus ook zelf als spreker. Het onderwerp van deze WAD was een bijeenkomst van kerkelijke gemeenschappen en een discussie over hun bijdrage aan HIV preventie. Dit is een belangrijk onderwerp in de context van HIV/Aids preventie voor de SAM doelgroep omdat nogal veel Afrikanen bij kerkelijke gemeenschappen aangesloten zijn. Religieuze en spirituele gemeenschappen vormen een belangrijke bron van psychosociale steun voor deze doelgroep, wat ook vaak een aanleiding voor misconcepties kan zijn (vb. het geloof dat genezing van AIDS door religieuze en spirituele toewijding mogelijk is). De doelstelling van de samenwerking met deze gemeenschappen moet dus voor een stuk ook zijn opvattingen, zoals ook bepaalde uitspraken van religieuze leiders die in de doelgroep nogal een grote invloed kunnen hebben, in een wetenschappelijk juiste context kunnen plaatsen. Dit moet met respect voor de religieuze vrijheid en keuze van de mensen gebeuren, maar tegelijkertijd kunnen ook andere wegen en mogelijkheden van cultureel sensitieve psychosociale steun geopend en aangeboden worden. Deze WAD bijeenkomst kende een groot succes bij het SAM publiek. Er waren ongeveer 150 deelnemers uit de HIV-SAM doelgroep aanwezig. 3 c. Informatiestands georganiseerd tijdens activiteiten van bestaande SAM verenigingen Voor 2006 waren er 8 informatie- en promotiestands gepland. Tabel 12 geeft een overzicht van de geïmplementeerde activiteiten van de leden van de HIV-SAM preventienetwerken. Tabel 13 : Informatiestands georganiseerd door SAM verenigingen N°
1 2 3 4 5 6
Associatie
Mafalo en Basi-Bomoko Mafalo Mafalo Mafalo Mafalo en Basi-Bomoko Allen Te Samen
Locatie/datum
Verdeeld promotiemateriaal Condooms Brochure Brochure “Dare “HIV talking about Testing” AIDS 210 10
Gent, 4/3/2006 Gent, Gent, Gent, Gent,
8/4/2006 14/9/2006 11/11/2006 23/12/2006
Leuven, 13-14/5/2006
Totaal
90 150 300 525 750
100
120
2025
100
130
Informatiestands konden er alleen in Gent en Leuven georganiseerd worden. Het betreft hier sociale evenementen of activiteiten die van de associaties in het kader van andere bezigheden georganiseerd werden. Er is geen spreker voorzien en het betreft eerder informele communicatie. Vooral promotie van condooms en gratis verdeling ervan wordt
31
graag gedaan tijdens deze bijeenkomsten. Brochures en ander geschreven materiaal werden minder gebruikt omdat de organisatoren het niet geschikt vonden tijdens deze informele gesprekken. Van de 8 informatiestands die door de Afrikaanse zelf-organisaties van de HIV-SAM preventienetwerken zouden georganiseerd worden, konden er in 2006 maar 6 doorgaan. Dit had met de niet beschikbaarheid van de Antwerpse organisaties te maken.
Opdracht 3.2 Ondersteunen van de implementatie door het opzetten en bevorderen van samenwerking met relevante actoren op het terrein zoals Muungano, de ARCs, Sensoa en andere relevante actoren Criteria
Overlegmomenten vinden plaats in het kader van het convenant
Samenwerkingsverbanden op het terrein vergroten de implementatiemogelijkheden
Samenwerkingsverbanden ontstaan op vraag van de minister, uit eigen initiatief of op vraag van de andere organisatie
Indicatoren
Het opstellen van een statusrapport over de samenwerking met de genoemde relevante actoren, afgetoetst bij de organisaties. Dit rapport wordt minstens om de 3 jaar gemaakt.
Activiteiten en mijlpalen
1. Participatie aan platformen met Sensoa, VIG, preventieplatform VlaamsBrabant, deelname aan stuurgroep Oriëntatiepunt (Oost-Vlaanderen) en overleg met andere nog te identificeren relevante actoren 2. Samenwerken met de patiëntengroep Muungano als model voor cultureel sensitieve begeleiding voor de doelgroep van SAM patiënten. Uitwerken van een concept voor het professionaliseren van Muungano. Begeleiden en sturen van het groepsproces. Start in 2006
Implementatie van opdracht 3.1: Opdracht 3.1 heeft betrekking tot 2 verschillende domeinen; ten eerste betreft het hier de inbedding van het HIV-SAM project in het Vlaamse preventielandschap en het netwerken met belangrijke actoren die rond preventie van HIV/SOAs en promotie van de seksuele gezondheid werken. De tweede opdracht betreft de samenwerking met specifieke actoren op het terrein, zoals de samenwerking met de patiëntengroep Muungano en de belangenvereniging STA-OP. 1. Participatie aan bestaande platformen en overleg met andere nog te identificeren relevante actoren Gezien de veranderde projectdoelstellingen als tweedelijnsorganisatie en de nieuwe doelgroepen (professionele intermediaire) is de inbedding in een context van professionele en gemeenschapsorganisaties cruciaal voor een effectieve projectwerking. Vandaar dat het in 2006 belangrijk was de taken rond netwerking uit te bouwen en structureel in de projectwerking in te bedden. Een bijzonder belangrijke partner was hierbij Sensoa. Vanuit de projectcoördinatie werd het als bijzonder belangrijk geacht erin te slagen opnieuw een constructieve samenwerkingsbasis met Sensoa op te bouwen. Naast het netwerken met andere belangrijke actoren zoals het VIG, oriëntatiepunt in
32
Oost-Vlaanderen, preventieplatform in Vlaams Brabant, helpcenter in Antwerpen, was dus apart overleg met Sensoa omtrent gezamenlijke taken en juiste takenverdeling een belangrijke parcours. Tabel 14 toont de verschillende overlegmomenten. Tabel 14: Overlegmomenten met andere actoren op het terrein Datum 03/02/2006
Organisator VIG
Overleg Sectoroverleg
Onderwerp Beroepsprofiel Gezondheidswerkers
21/04/2006
VIG
Sectoroverleg
Beroepsprofiel Gezondheidswerkers Master Gezondheidspromotie
02/06/2006
VIG
Sectoroverleg
Nationaal congres; Convenanten
10/03/2006
Orientatiepunt/ ODiCé Oostvlaanderen Orientatiepunt/ ODiCé Oostvlaanderen
Bilateraal overleg
Initieel overleg over deelname van het HIVSAM project als stuurgroep lid
Stuurgroep
Ontwikkeling starterpakket Medische hulp
Orientatiepunt/ ODiCé Oostvlaanderen Preventieplatform Vlaams Brabant
Stuurgroep
Inbeding HIV-SAM project Oostvlaanderen
Platform van organisaties op het preventieterrein Platform van organisaties op het preventieterrein Platform SGCD
Oprichting; voorstelling HIV-SAM project en in kaart brengen van samenwerkingsmogelijkheden
27/04/2006
26/10/2006
20/06/2006
05/12/2006
Preventieplatform Vlaams Brabant
16/03/2006
Sensoa
01/27/2006
Sensoa/ITG
Bilateraal overleg
10/03/2006
Sensoa/ITG
12/04/2006
Sensoa
Bilateraal overleg Deelname aan vorming/projectdemonstratie
10/11/2006
Sensoa/ITG
Bilateraal overleg
07/03/2006
PINA/ITG
Bilateraal overleg
24/10/2006
Stad Antwerpen
Participatiedag
Brussel 13/3/06
Plateforme Population et Développement
Public général, personnel de santé et organisations associatives
33
Voorstelling van integratiediensten; lessenpakket voor nieuwkomers
2. vergadering in het kader van de platform seksuele gezondheid en culturele diversiteit (in opvolging van de eerste vergadering op 10/27/2006); voorstelling van het HIV-SAM project. Overleg omtrent een visie en de doelstellingen van de platform SGCD Verkennen en gezamenlijk overleg omtrent samenwerkingsterreinen om de coöperatie te verbeteren (met afdeling studies en programma’s/programma allochtonen) Overleg met de teams van project medewerkers ITG projectmedewerkers volgen en demonstratiedag voor intermediaire in het kader van het project IDRIS (hoe werken met de IDRISS materialen?) Planning 2007: overlopen van de jaarplanning van Sensoa en het HIV-SAM project: vastleggen van coöperatie momenten Overleg omtrent het aanbieden van een vorming op maat voor de lesgevers van de integratiecursussen Deelname aan de participatiedag omtrent de visie en het opstellen van en participatief gezondheidsbeleid van de stad Antwerpen Presentatie van het HIVSAM project (l’atelier sur la santé sexuelle et reproductive des migrants).
Naast deze in de tabel weergegeven overlegmomenten vonden er ook nog tal van vergaderingen plaats die ter voorbereiding van concrete activiteiten nodig waren (vb. in het kader van WAD, intern met ARC’s in Antwerpen, enz.). In de tabel zijn enkel die overlegmomenten opgenomen die de opties voor samenwerking op een structurele manier zouden kunnen vergroten.
2. Samenwerken met de patiëntengroep Muungano als model voor cultureel sensitieve begeleiding voor de doelgroep van SAM patiënten In 2006 werd de patiëntengroep Muungano verder begeleid. Omdat dit niet meer bij de kerntaken van het project hoort, en de groep ook al een zekere zelfstandigheid heeft kunnen bereiken, werd in 2006 naar een ontwikkeling aangestuurd die Muungano tot meer autonomie zou moeten helpen. Dit is in de lijn met het verlenen van “empowerment” aan mensen met HIV/Aids op basis van het UNAIDS principe GIPA. De doelstellingen van de patiëntengroep Muungano, genoemd naar het Swahili voor “solidariteit” kunnen als volgt samengevat worden: -
HIV patiënten helpen om uit hun isolement te geraken door een ontmoetingsruimte ter beschikking te stellen om uitwisseling van ervaringen toe te laten.
-
HIV patiënten helpen hun dagelijkse problemen op te lossen door een psychologische, sociale en soms financiële ondersteuning aan te bieden.
-
Informatie aanbieden over HIV/AIDS en andere SOA’s, ter voorkoming van secundaire infecties en hen helpen bij therapietrouw wanneer ze onder behandeling staan.
Toetreding tot Muungano gebeurt op eigen initiatief en uit vrije wil na een intakegesprek (zie hoger) en uitleg over het doel en functioneren van de groep. De belangrijkste waarde die meegegeven wordt is deze van de confidentialiteit. Leden wordt duidelijk gemaakt dat de HIV-serostatus noch enig andere informatie vernomen over elkaar, uitgewisseld tijdens de bijeenkomsten, niet met anderen gedeeld kan worden en confidentieel is. De groep Muungano kan als een model interventie beschouwd worden om de levenskwaliteit van HIV-positieve SAM patiënten, vooral op het vlak van seksuele gezondheid, te verbeteren. Volgende elementen staan bij het groepsaanbod centraal: -
-
Ervaringsuitwisseling in een beschermde sfeer en professioneel geleid met andere personen (lotgenoten) in een gelijkaardige situatie; Professionele psychologische en emotionele steun in een groepssetting; Doorgeven en verbeteren van kennis en informatie omtrent HIV/Aids om de deelnemers in staat te stellen beter voor zich zelf zorg te dragen; Aanbieden en organisatie van sociale groepsactiviteiten om de sociale cohesie van de support groep te verbeteren, maar ook de isolatie van de groepsleden door het HIVgerelateerde stigma te verbreken en op groepsniveau het stigma te reduceren; Opleiden van HIV-positieve patiënten als getuigen die in het openbaar voor hun HIVstatus opkomen en daardoor een preventiebijdrage kunnen leveren (“positieve preventie” bijvoorbeeld op festivals, culturele en politieke evenementen).
In het kader van deze algemene achtergrond werden er in 2006 volgende objectieven prioritair vervolgd: 1) Om de groep naar een eigen identiteit te kunnen helpen ging men op zoek naar een eigen locatie voor de maandelijkse bijeenkomsten. Ondanks de financiële moeilijkheden
34
kon dit tegen het eind van het jaar door het samengaan met “helpcenter” gevonden worden. Het beheren van een eigen locatie voor de groep is een eerste stap en een voorwaarde om tot een grotere autonomie te geraken. Dit is in lijn met de visie van het professionaliseren van het aanbod voor een patiënten supportgroep. We willen naar een opsplitsing van de verschillende activiteiten in het kader van de Muungano groep toe werken. Het professionele aanbod van het project naar de groepsleden toe moet versterkt worden (informatie en educatie, emotionele steun) terwijl de activiteiten gerelateerd aan lotgenotencontact en zelfhulp (sociale bijeenkomsten, huisbezoeken, buddy activiteiten, en belangenvertegenwoordiging) van de groep met meer zelfstandigheid zouden moeten worden uitgevoerd. 2) Het tweede objectief van 2006 was het opsplitsen in een Franstalige en een Engelstalige groep. Dit lijkt noodzakelijk gezien de grote van de groep (31 actieve deelnemers). Hiervoor kon in 2006 nog geen oplossing gevonden worden, omdat er op het ITG niet voldoende vrije capaciteiten beschikbaar zijn om een Engelstalige groep over te nemen (vb. door sociaal verpleegkundige, die zoals de staff in andere ARCs ook zouden kunnen worden opgeleid om een patiënten supportgroep te faciliteren). 3) De derde doelstelling was het initiëren van SAM patiënten supportgroepen op andere ARCs (UZ Gent en Leuven/Gasthuisberg). Dit sluit aan bij het peilen naar de behoeftes aan vorming en opleiding van het ARC staff. Het cruciale punt is hier het vinden van bekwame personen op de respectievelijke diensten die zich geroepen voelen dit proces te begeleiden en te faciliteren (coördinatie van de activiteiten, opvolgen, van de patiënten, etc.;). De eerste gesprekken die in 2006 gevoerd werden, bleken constructief. Zowel op het ARC Gent als ook op het ARC Leuven bestaat de wens dit soort aanbod als een piloot project te initiëren. De analyse van de kwalitatieve gegevens van de diepte-interviews ( zie annex) zal uitwijzen welke concrete stappen genomen moeten worden om de creatie van patiënten support groepen voor HIV+ SAM patiënten ook op andere ARC te initiëren en te begeleiden. Met betrekking tot het begeleiden van de patiëntengroep Muungano toont tabel 15 een overzicht van de specifieke activiteiten voor 2006. Tabel 15: Aanbod voor Muungano - patiënteneducatie en lotgenoten activiteiten Datum 28/01/2006
04/03/2006
01/04/2006 06/05/2006
20/05/2006 03/06/2006
29/07/2006 23/08/2006 28/10/2006
Onderwerp Evaluation des activités et du fonctionnement du groupe Muungano (evaluatie van de groepsactiviteiten in 2006) Objectif Muungano: critères d’aide (Ontwikkelen en opstellen van criteria voor materiële steun voor Muungano leden beschikbaar uit eigen fondsen) Informatie over HIV en andere SOAs Getuigenis van 2 leden van de groep ivm de evolutie van hun seksuele gezondheid, de HIV diagnose, de impact van HIV op hun leven en hun seksualiteit Eten Muungano ‘HIV-disclosure’, mededelen van de HIV diagnose aan partner, familie, vrienden en de omgeving Uitstap Muungano naar Ostende Uitstap naar de Zoo (Antwerpen) Leven met HIV en seksualiteit: veilige seks voor mensen met HIV
35
Spreker Thérèse Alou, Christiana Nöstlinger
Deelnemers 21/31
Thérèse Alou en geselecteerde groepsleden Thérèse Alou 2 leden
18/31
Thérèse Alou
Tom Platteau (Seksuoloog in opleiding)
18/31 19/31
10/31 15/31
13/31 8/31 11/31
De leden van Muungano toonden in 2006 voldoende motivatie om aan de aangeboden groepsactiviteiten deel te nemen. Een opsplitsing tussen professionele activiteiten en lotgenotenactiviteiten zou echter tot meer continuïteit kunnen bijdragen. Bovendien zou het professionele groepsaanbod dan op een systematischer manier kunnen worden aangeboden (bij voorbeeld een cyclus van 6 – 8 cultureel gepaste informatiesessies door een arts met expertise op vlak van cultureel sensitive zorg en counseling) die een patiënte in een serie zou kunnen doorlopen en afsluiten. Naar voorbeeld van patiëntengroepen die voor HIV en/of andere ziektes al lang worden aangeboden en waar al veel ervaringen gedocumenteerd20 zijn, zou dus een groter aantal patiënten toegang tot dit gestructureerde aanbod kunnen krijgen. Het lotgenotencontact zou dan weer voor iedereen openstaan en continu beschikbaar zijn, maar in autonomie van de groepsleden zelf geregeld worden. In 2006 werd ook aan een brochure voor Muungano gewerkt ( tekst zie annex), welke onder RG 2 beschreven is. Er zal in 2007 verder aan een concept worden gewerkt om de autonomie stap voor stap te kunnen bereiken. Het project team zal dit proces begeleiden en ook de nodige vorming voor de actieve groepsleden aanbieden. Vanuit de groep Muungano hebben alvast 7 personen een comité gevormd, dat zich in het bijzonder voor de autonomie wil inzetten (vb. verzekeren van een permanentie in het lokaal van Muungano, telefonische bereikbaarheid, uitwerken van zelfhulp- en ‘advocacy’ activiteiten op groepsniveau). Hiervoor moet in 2007 ook bijkomende financiering aangevraagd worden (vb. op niveau van de stad Antwerpen of bij private sponsoren; het HIV-SAM project zal Muungano hierbij actief steunen). Het aanbieden van CSC vormt nog een onderdeel van de projectactiviteiten in het kader van het luik zorg en preventie, voor en met mensen met HIV (zie WP 3), hoewel deze activiteiten ten opzichte van de algemene projectobjectieven in 2006 minder belangrijk geworden zijn. Het is duidelijk dat nog een zeker direct contact met leden uit de primaire doelgroep behouden moet blijven wil men adequate methodieken kunnen ontwikkelen voor cultureel gepast opvang en zorg. Het gaat hier in eerste instantie over individuele consultaties voor SAM (persoonlijk of via telefoon). Dit gebeurt m.b.t. nieuwe gevallen, het opvolgen van bekende gevallen, of het stellen van een indicatie en doorverwijzen naar de patiënten support groep Muungano. In 2006 gaat het over 41 individuele contacten (27 bekende gevallen en 14 nieuwe gevallen). Tabel 16 toont een overzicht over de verdeling van nieuwe en oude gevallen. Tabel 16: Individuele patiëntencontacten 2006 Doorverwijzende instelling
Nieuwe gevallen
Bekende gevallen
Op initiatief van de patiënt
22
ITG/SOA consultatie Andere patiënten Stuivenberg (dienst psychiatrie) Universitair ziekenhuis Antwerpen ARC Gent Totaal
6 1 2 2 3 14
2 1 2 27
Tabel 17 toont een overzicht van de reden voor het opzoeken van CSC en steun. In de meeste gevallen gaat het om multiple problematiek, dwz psychologische of psychiatrische problemen verbonden aan het gezondheidsprobleem HIV/Aids voor een achtergrond van sociale problematiek en migratie ervaringen. De laatste zijn dan ook vaak met traumatiserende ervaringen zoals het moeten mee maken van oorlog en geweld, verkrachtingen, politiek vluchteling zijn, enz. verbonden.
36
Tabel 17: Individuele begeleiding - problemen en indicaties voor het opzoeken van CSC Indicatie
Nieuwe gevallen
Bekende gevallen
Psychologische/psychiatrische problemen
2
1
Suicidegevaar
1
1
Problemen met verblijfsvergunning
2
4
Sociale problemen (woning, problemen van financiële aard…) HIV-gerelateerd stigma, isolatie
2
7
14
5
Omgaan met HIV diagnose
14
Familiaal conflict
2
8
Therapietrouw
3
6
Nood aan met iemand te praten
13
27
Informatie en kennis
14
6
Het opvolgen van deze contacten met patiënten (consultaties/counseling episodes) verschilt naar mate van de psychologische problemen, de gezondheidsproblemen die zich voordoen en de mate waarin patiënten erin slagen hun HIV-diagnose te aanvaarden. Juist daarin kan het aanbod van CSC een waardevolle bijdrage voor de patiënt in kwestie leveren, ook al kunnen complexe multiple problematieken die vaak met socioeconomische problemen verbonden zijn, niet altijd direct opgelost worden. De coöperatie met de sociaal verpleegkundigen van het ARC is dan ook bijzonder belangrijk om effectieve oplossingen te kunnen aanbieden.
Resultaatgebied 4: Evaluatie van de op methodieken en materialen gebaseerde interventies. Opdracht 4.1 Het verzamelen van indicaties over de effectiviteit van de toegepaste methodieken Criteria
Indicatoren
De onderzoeksmethode is wetenschappelijk onderbouwd
De methodieken die voor analyse in aanmerking komen worden jaarlijks, in overleg met de administratie gezondheidszorg, geselecteerd en in het jaarplan vastgelegd.
De onderzoeksmethode levert indicaties op over de impact van de methodieken en hun invloed op het gebied van kennis- en attitudewijziging bij het doelpubliek (= de intermediairen)
Actoren op het vlak van wetenschappelijk onderzoek worden gestimuleerd en ondersteund om het terrein van seksuele gezondheid verder in kaart te brengen
De resultaten worden op een toegankelijke manier gepresenteerd
De resultaten zijn toegankelijke voor alle betrokkene partijen
•
Het aantal degelijk opgezette evaluaties
•
Experts zijn betrokken bij het opzetten van de evaluaties
37
Activiteiten en mijlpalen
1. Evaluatie van het implementatieproces en geselecteerd project-output: .
d.m.v. routine gegevens over georganiseerde activiteiten opgetekend in een databestand dat dagelijks/wekelijks wordt bijgehouden
.
Opzetten van een database in 2006
.
Bevraging van tevredenheid van deelnemers aan promotie of vormingsactiviteiten
.
na analyse worden deze gegevens samengevat in het jaarlijkse voortgangrapport
.
dit gebeurt voor alle activiteiten vermeld onder de resultaatsgebieden
2. Overleg met relevante partners (andere wetenschappelijke organisaties) over gepland en lopend onderzoek ivm de doelgroep en het onderwerp.
Implementatie van opdracht 4.1:
1. Registeren van gegevens over de projectactiviteiten De in het kader van het project geïmplementeerde activiteiten worden routinematig in een excel data bestand ingevoerd en verwerkt. Deze database bevat kwantitatieve gegevens over het aantal van activiteiten, deelnemers, enz. Deze database vormt de basis voor de evaluatie van het project output. Met betrekking tot het punt “bevraging over tevredenheid van de deelnemers” zie hieronder RG 5.
2. Bevraging van deelnemers aan vormingsactiviteiten over hun tevredenheid Dit werd gerealiseerd met betrekking tot de vorming aangeboden aan de lesgevers bij de stedelijke integratiedienst PINA (cursussen voor nieuwkomers). Er werd een schriftelijk evaluatieformulier uitgewerkt ( zie annex) en gebruikt dat de deelnemers thuis konden in vullen en op sturen. 8 deelnemers (van 18) stuurden het ingevulde formulier terug. Volgende resultaten werden behaald: Tabel 18: Globale indruk over de gehele opleiding? N° 1 2 2 3 8
Score* 6 7 8 9 63
Gemiddelde score 7,8
*Beoordelingsscore tussen 1 - 10
Tabel 19: Beoordeling van verschillende aspecten i.v.m. de opleiding
Achtergrondinformatie Voorbeelden gegeven Praktijkoefeningen gegeven
Onvoldoende
Voldoende
Goed
2
1 5
1 5 1
Zeer goed 7 2
N (totaal) 8 8 8
Met betrekking tot de praktijkoefeningen werd er opgemerkt dat dit te weinig aan bod kwam.
38
Tabel 20: Beoordeling van de begeleider Onvoldoende De begeleider weet waarover hij/zij spreekt, heeft de nodige expertise De begeleider heeft de nodige didactische vaardigheden om de inhoud overzichtelijk en logisch over te brengen De begeleider gebruikt verschillende en goede werkvormen De begeleider is bereid om de inhoud aan te passen aan onze wensen of vragen indien nodig
Voldoende
2
Goed
Zeer goed 8
N (totaal) 8
4
4
8
5
1
8
3
5
8
Tabel 21: Vertrouwdheid van de lesgevers met de lessen seksuele overdraagbare aandoeningen en HIV N° 1 1 1 2 2 1 8
Score* 5 6 7 8 9 10 62
Gemiddelde score 7,8
* Beoordelingscore tussen 1 - 10
Tabel 22: Vertrouwdheid van de lesgevers met de volgende domeinen Onvoldoende Inhoud Didactiek Persoonlijke attitude Verwachte vragen van studenten Geldig literatuur Voorstelling condoom Materiaal gebruik (film, foto’s…)
Voldoende
Goed
1
2 2 2 3
5 4 2 4
2 3
3 1 1
2 3 3
2
Zeer goed 1 3
2 2 1
N (totaal) 8 8 7 8 7 8 8
In verband met de vraag naar verdere suggesties om de cursus te verbeteren kwamen er vooral 2 opmerkingen: - Meer aandacht van de methodiek en didactiek (wat zeker wel of niet doen); - Voldoende tijd uittrekken voor didactisch aspect.
Conclusie Er kon maar een klein aantal van evaluatieformulieren geanalyseerd worden; deze tonen echter de volgende trends: -
Over het geheel waren de deelnemers tevreden met de aangeboden cursus. De gegeven praktijkvoorbeelden werden minder goed beoordeeld. Er werd onvoldoende tijd uitgetrokken voor relevante voorbeelden uit de praktijk. Dit had te
39
-
-
-
maken met de tijd die aan de hele opleiding kon besteed worden (2 maal 3 uur) en het aantal van topics die aan bod moesten komen. De lesgevers vonden praktische voorbeelden echter heel belangrijk omdat dit hun zou kunnen helpen de lessen op hun beurt adequaat te implementeren. De evaluatie van de begeleiders was over het geheel ook goed of zeer goed. De lesgevers voelen zich na de vorming vertrouwd met het onderwerp, wat als basis beschouwd kan worden om de lessen zelf te kunnen geven. Maar er zijn ook voor elk specifiek aspect welk apart bevraagd werd, 1 tot 3 personen die zich onvoldoende vertrouwd voelden. Deze lesgevers zouden in het bijzonder begeleid moeten worden. Vooral met didactische aspecten voelden de lesgevers zich niet adequaat vertrouwd, en er is een behoefte aan verbetering over deze aspecten. Dit is een tegenstrijd met de beperkte tijd die voor een vormingsmoment kan besteed worden. Als follow-up voor de lesgevers is een continu begeleidingsproces (“coaching”) voorzien; daarbij moet bijzondere aandacht aan deze aspecten besteed worden.
Resultaatgebied 5: Vorming en deskundigheidsbevordering. Opdracht 5.1 Peilen van de behoeften aan vorming en opleiding bij hulpverleners van ARC’s en eerstelijnsmederwerkers Criteria
Indicatoren
Activiteiten en mijlpalen
Evaluatieformulieren van aangeboden vormingen bevatten standaard een luik dat peilt naar aanvullende behoeften van intermediairen
Peilingen van de behoeftes van de verschillende doelgroepen worden met aangepaste en wetenschappelijk onderbouwde methodieken doorgevoerd.
De frequentie van de peilingen wordt vastgelegd in het jaarplan.
•
Het aantal toetsingen van behoeftes van intermediairen via overlegmomenten
•
Het aantal rechtstreeks bevraagde intermediairen
1. Systematische bevraging van artsen, verpleegkundigen en sociale werkers in 3 ARC’s en andere instellingen naar behoeften aan ondersteuning rond cultureel aangepaste (individuele en groep) begeleiding en seksuele gezondheid, HIV/SOA preventie (haalbaarheidstudie): .
Interviews met alle verantwoordelijken;
.
Kwalitatieve verwerking van de gegevens. Rapport beschikbaar: December 2006
2. Behoeftepeiling bij professionele intermediaire (medewerkers integratiediensten van de stad Antwerpen; PINA) .
Interviews met de verantwoordelijken van de lessen voor nieuwkomers en de lesgevers (4 lesgevers)
.
Kwalitatieve verwerking van de gegevens. Kwalitatieve gegevens beschikbaar: September 2006
40
Implementatie van opdracht 5.1: 1. Peilen naar behoefte aan vorming bij ARC medewerkers De haalbaarheidsstudie werd in mei 2006 opgestart. Volgende activiteiten zijn uitgevoerd in het kader van deze haalbaarheidsstudie: Alle ARCs werden gecontacteerd (ITG, Stuivenberg et Middelheim als “satellieten” van het ARC Antwerpen), het ARC op het UZ Gent en het ARC in Leuven (Gasthuisberg). Ter voorbereiding werd telkens een gesprek van een uur met het team gevoerd om het project voor te stellen. Vervolgens werden individuele afspraken met artsen en sociaal verpleegkundigen voor diepte interviews gemaakt (zie annex: vragenlijst voor diepteinterviews). Er werden vragen gesteld over: -
het bestaande aanbod aan dienstverlening voor HIV+ SAM patiënten
-
de noden, behoeften en specifieke problemen van het personeel omtrent een verbeterde cultureel aangepaste dienstverlening m.b.t. zorg en steun voor HIV positieve SAM patiënten
-
een mogelijk aanbod van het HIV-SAM project aan de ARC dienstverlening
-
haalbare mogelijkheden om een aanbod van vorming voor de ARC medewerkers te realiseren.
In totaal zijn er 9 diepte interviews doorgevoerd (3 artsen, 1 verpleegkundige en 5 sociaal verpleegkundigen/maatschappelijke werkers). De voorlopige resultaten van de diepte interviews, die in 2007 nog moeten vervolledigt worden, tonen reeds aan dat er een specifieke nood omtrent vorming bestaat. De ARCs Antwerpen en Gent bleken bijzonder geïnteresseerd in een verbeterde samenwerking rond cultureel sensitieve dienstverlening. Hier zullen ook de eerste concrete stappen uitgewerkt en gerealiseerd worden. In Gent wordt in eerste instantie ook overwogen een gelijkaardige patiëntengroep (zoals Muungano) op te richten. Het HIV-SAM project kan hier de nodige expertise verlenen om de sociaal verpleegkundigen bij deze opdracht vakkundig te begeleiden. Het gaat dan in eerste instantie om het steunen van de sociaal verpleegkundigen en ander medisch personeel in hun interculturele dienstverlening t.o.v. psychosociale problemen van HIV positieve patiënten met een cultureel verscheidene achtergrond. De resultaten van deze kwalitatieve studie zullen in de eerste helft van 2007 uitgewerkt zijn en op een workshop met alle betrokkenen voorgesteld worden. Het opstellen van concrete samenwerkingsovereenkomsten en de juiste afspraken op dat gebied zal een resultaat hiervan zijn (zie ook jaarplanning 2007).
2. Peilen naar behoefte aan vorming bij medewerkers ven de stedelijke integratiedienst PINA Deze opdracht werd als integraal onderdeel van het opstarten van vorming op maat voor de intermediaire doorgevoerd. Het wordt onder punt 5.2 beschreven.
41
Opdracht 5.2a
Organiseren van een aanbod rond vorming en deskundigheidsbevordering voor hulpverleners van ARC’s over cultureel aangepaste (individuele en groeps-) begeleiding van HIV-positieve SAM patiënten en over seksuele gezondheid, HIV/SOA preventie en VCT
Criteria
De inhoud is correct en actueel.
Het aanbod komt tegemoet aan een behoefte van de intermediairen.
Intermediairen zijn tevreden over het aanbod.
De intermediairen passen de verworven kennis en vaardigheden toe in hun dagelijks werk.
Indicatoren
●
Het aantal intermediairen dat per jaar gebruik maakt van het aanbod;
Het aantal intermediairen dat aangeeft het aanbod in hun werkcontext te kunnen toepassen (wordt vastgelegd in het jaarplan en moet jaarlijks stijgen)
●
Activiteiten 1. Overdracht van kennis en vaardigheden aan professionelen van ARC’s van en mijlpalen cultureel sensitieve aanpak in counseling & begeleiding (CSC) via programma van on-the-job vorming en deskundigheidsbevordering. Dit houdt een programma voor individuele en groepsbegeleiding in en het helpen opzetten van een vrijwilligersvereniging voor HIV-zorg en preventie (model Muungano en STA OP). Drie fasen worden voorzien: -
Intensieve begeleiding: wekelijks overleg over en assistentie bij de patiëntenbegeleiding gedurende 12 maanden (1 dag per week)
-
Opvolging: maandelijks overleg over en assistentie bij de patiëntenbegeleiding gedurende 12 maanden (1 dag per maand)
-
Autonomie/ professionalisering: 3-maandelijks overleg over en assistentie bij de patiëntenbegeleiding gedurende 15 maanden (1 dag per 3 maanden)
Dit programma wordt gefaseerd aangeboden aan de respectievelijke ARC’s van Gent, Leuven en Antwerpen (ITG + Stuivenberg/ Middelheim), afhankelijk van de vraag. Start activiteiten - ITG Antwerpen: September 2006 2. Peer review (intervisie) met professionelen van deze ARC’s (artsen, verpleegkundigen, sociale werkers en andere geïnteresseerden) incl. bekendmaking van resultaten onderzoek en voorstelling van aanbod: Start activiteiten: - Begin 2007 (feedback workshop over de resultaten en conclusies van de haalbaarheidsstudie, vastleggen van concrete afspraken en gefaseerde samenwerkingsstrategieën)
Implementatie van opdracht 5.2 a: Het eerste kick-off moment voor het gefaseerd aanbieden van de vorming op maat en de coaching omtrent CSC voor deze doelgroep van intermediaire zal de feedback workshop
42
zijn. Deze kan echter pas na de verwerking en analyse van alle kwalitatieve gegevens doorgevoerd worden. Dit is voor het tweede kwartaal van 2007 gepland ( zie jaarplanning 2007). Opdracht 5.2b
Organiseren van een aanbod rond vorming en deskundigheidsbevordering voor eerstelijns hulpverleners en actieve vrijwilligers rond seksuele gezondheid, HIV/SOA preventie, VCT en interculturele communicatie
Criteria
De inhoud is correct en actueel.
Het aanbod komt tegemoet aan een behoefte van de intermediairen.
Intermediairen zijn tevreden over het aanbod.
De intermediairen passen de verworven kennis en vaardigheden toe in hun dagelijks werk.
Indicatoren
●
Het aantal intermediairen dat per jaar gebruik maakt van het aanbod;
Het aantal intermediairen dat aangeeft het aanbod in hun werkcontext te kunnen toepassen (wordt vastgelegd in het jaarplan en moet jaarlijks stijgen)
●
Activiteiten en mijlpalen
1. Vorming van en intervisie met geïdentificeerde eerstelijns hulpverleners en diensten rond promotie van VCT, seksuele gezondheid en preventie van HIV/SOA, interculturele communicatie. .
Start in 2006: Met integratiediensten van de stad Antwerpen (PINA), in samenwerking met Sensoa. Opbouwen van een samenwerking op lange termijn met de doelstelling gepaste trainingsmodules voor seksuele gezondheidsvoorlichting en culturele diversiteit te ontwikkelen (bestaande materialen aan te passen voor verschillende doelgroepen).
2. Vorming van geïdentificeerde actieve vrijwilligers in de community netwerken rond promotie van VCT, seksuele gezondheid en preventie van HIV/SOA. Deze vrijwilligers maken deel uit van NGO’s of verenigingen (of delen ervan) die zich inzetten voor HIV preventie bij SAM. Doelstelling is deze personen te ondersteunen met kennis en vaardigheden voor het organiseren van promotie en preventiecampagnes voor hun eigen achterban of breder. Soorten te ondersteunen activiteiten (zie resultaatgebied 3, ondersteuning van de implementatie): .
Minstens 3 sessies per jaar;
.
15 deelnemers per netwerk
.
Netwerken gegroepeerd naar taalkennis
.
Start in 2007
3. Uitwerken van een concept voor een vorming op maat voor nieuwe promotie- en preventie vrijwilligers .
Uitwerken van concept in 2007
43
Implementatie van opdracht 5.2 b: Deze opdracht heeft betrekking tot het aanbieden van vorming op maat (vb. door middel van het aanbieden van intervisie) voor geïdentificeerde eerstelijns hulpverleners en andere diensten rond promotie van VCT, seksuele gezondheid en preventie van HIV/SOA, zoals ook interculturele communicatie. Omdat het HIV-SAM project sinds 1999 een constructieve samenwerking met de stedelijke integratiediensten PINA had opgebouwd, kan PINA als een piloot project worden beschouwd om eerste ervaringen op te doen rond het vormen van intermediairen uit deze sector. In 2006 werd gestart met het vormen van de lesgevers van de integratiediensten van de stad Antwerpen (PINA) om ze in staat te stellen zelf de les over seksuele gezondheid en HIV preventie te geven. Dit baseert zich op de lessen die het HIV-SAM project team al jaren zelf aan de nieuwkomers heeft gegeven. In dit kader werd ook de samenwerking met Sensoa herzien met de gezamenlijke doelstelling, opgestelde en gepaste trainingsmodules voor seksuele gezondheidsvoorlichting en culturele diversiteit te ontwikkelen (bestaande materialen aan te passen voor verschillende doelgroepen). Er werd nagegaan of het vormingspakket “IDRIS” als didactisch materiaal zou kunnen worden gebruikt.
Vorming op maat voor intermediaire van de stedelijke integratiedienst PINA PINA kan als een goed piloot project worden beschouwd omdat het cliënteel uit nieuwkomers bestaat, waaronder vele personen afkomstig van Subsaharaans Afrika. Dit is epidemiologisch gezien de tweede grootste groep t.o.v. nieuwe HIV infecties in Belgie. Alvorens de training op te starten werd eerst een behoeftepeiling doorgevoerd. Dit gebeurde via een persoonlijke bevraging van de vier lesgevers. - Behoefte aan specifieke kennis en juiste informatie om zelf de lessen rond seksuele gezondheid en HIV-preventie te kunnen geven, zodat de studenten (nieuwkomers) in staat gesteld worden de eindtermen m.b.t. dit onderwerp te halen; - Behoefte aan specifieke methodieken en gepaste didactiek om de inhoud op een boeiende manier over te brengen; - Bedenkingen van de lesgevers of ze voldoende vaardigheden hebben om deze lessen te kunnen geven; - Bedenkingen van de lesgevers van de doelgroep, niet aanvaardt te worden als “blanke Europeaan” tegenover de doelgroep van SAM. De lesgevers waren initieel van mening dat een Afrikaans arts dit onderwerp beter zou aankunnen en in de doelgroep meer geaccepteerd zou worden omdat hij van dezelfde culturele achtergrond afkomstig is. - Bedenkingen dat iemand zonder medische opleiding en achtergrond vragen omtrent seksuele gezondheid en HIV preventie zou kunnen beantwoorden. Doelstellingen van de vorming op maat Algemene doelstelling - Verhogen van de kennis van de lesgevers - Verhogen van de zelfredzaamheid van de lesgevers t.o.v. hun vaardigheden omtrent het geven van de lessen seksuele gezondheid
44
Specifieke doelstellingen - Kennis omtrent HIV en SOAs te verhogen - Kennis over het specifieke dienstverleningsaanbod te verhogen (preventie en zorg) om nieuwkomers adequaat te kunnen doorverwijzen indien er specifieke vragen of noden zijn - Verbeteren van didactische vaardigheden Overeenkomst tussen PINA en het HIV-SAM project - Alle lesgevers van de integratiecursussen volgen de opleiding (een studiedag) - Het HIV-SAM project biedt training en continue coaching aan voor de lesgevers welke dit als nuttig achten (in vorm van supervisie en het beschikbaar zijn voor vragen) - Het HIV-SAM project voorziet PINA van didactisch- en preventiemateriaal Resultaten Achttien lesgevers (9 Franstalige en 9 Engelstalige) namen deel aan een studiedag op 27/10/2006 over seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie met de hierboven vermelde doelstellingen. Na de initiële training wordt supervisie aan de lesgever gegeven, die nu zelf de lessen over seksuele gezondheid integreert in zijn cursus. Knelpunten en uitdagingen - Er is maar een klein aantal lesgevers, die gemotiveerd zijn de lessen in de praktijk te geven. - De motivatie moet nog duidelijk verhoogd worden: in het najaar van 2006 was er maar één lesgever die ook de supervisie van het project team gebruikte. Dit heeft echter met institutionele factoren van de cursus te maken (beslissing over het al dan niet geven van de lessen geïntegreerd in een pakket van lessen over de arbeidsmarkt, de sociale voorzieningen, de werking van het gezondheidssysteem enz.). Het is voor vele lesgevers blijkbaar niet evident een ambivalent en moeilijk onderwerp zoals seksuele gezondheid te integreren. - Andere randvoorwaarden zoals de voorziene tijd per lessenpakket, die niet veranderbaar zijn: De training was voorzien voor slechts 3 uur, maar kon door het project team op een studiedag (3 uur in de ochtend en 3 uur in de namiddag) uitgebreid worden. Dit probleem is ook van toepassing m.b.t. het geven van de lessen aan de nieuwkomers: daarvoor zijn slechts 3 uur voorzien. Dit is ook de reden waarom het didactische pakket “IDRIS” in deze doelgroep van intermediaire slecht aanvaardt wordt. Het materiaal is te uitgebreid om het in de korte tijd te kunnen toepassen.
Opdracht 5.3 Vorming van eigen personeel Criteria
Relevant met betrekking tot de opdrachtomschrijving
Indicatoren
•
Aantal gevolgde opleidingen
Activiteiten en mijlpalen
-
Vorming Nederlands: graad D eind december 2006
-
Continue vorming gedurende de looptijd van het convenant op vlak van counseling (2007-2010, concreet inhoud nog te bepalen)
-
Vorming gezondheidspromotie/onderzoeks- en evaluatiemethoden in gezondheidspromotie (2007-2010; concreet inhoud nog te bepalen)
45
Implementatie van opdracht 5.3: Een project medewerker (dr Thérèse Alou) volgde gedurende 2006 een taalcursus Nederlands (3 uur per week). Dit werd niet met projectmiddelen betaald.
Resultaatgebied 6: Outreach Opdracht 6.1
Het preventie-aanbod aanbieden aan de doelgroep door middel van specifieke outreach strategieën.
Criteria
Het aanbod is bekend
Het aanbod komt tegemoet aan de behoeften
Het aanbod wordt gebruikt
Gebruikers zijn tevreden
•
Het aandeel vrijwilligers dat gebruik maakt van het aanbod, stijgt jaarlijks.
•
Het aandeel vrijwilligers dat aangeeft het aanbod in hun eigen setting kunnen toepassen, stijgt jaarlijks.
Indicatoren
Activiteiten en mijlpalen
Outreach gebeurt vooral via de intermediairen, die het project en zijn aanbod bekend maken. Door het aanspreken van verschillende doelgroepen van intermediairen zal een zo groot mogelijk publiek bereikt worden.
Implementatie van opdracht 6.1: Outreach naar vrijwilligers binnen de SAM gemeenschap gebeurde vooral in 2006 via de binnen het project opgebouwde netwerken met de bedoeling een hogere dekkingsgraad van actieve vrijwilligers te bereiken. De specifieke activiteiten om vrijwilligers binnen de SAM gemeenschap te bereiken zijn onder opdracht 1.1 en 3.1 beschreven.
4.
Conclusie en besluit
Met dit jaarverslag hebben we getracht een samenvatting te geven van de resultaten van de activiteiten en opdrachten die in het kader van het HIV-SAM project in 2006 geïmplementeerd werden. 2006 was een jaar van opmerkelijke veranderingen voor het HIV-SAM project. Na de transitperiode van de “oude convenantformule” (2003-2005) en een daaropvolgend transitjaar gekenmerkt door een periode van convenantonderhandelingen, wat uiteindelijk tot een subsidiebesluit leidde, was 2006 het eerste jaar waar het projectteam naar de duidelijk aangepaste doelstellingen toe werkte.
46
Bovendien werd in de periode 2005/2006 ook de projectcoördinatie vernieuwd. Dit soort veranderingen in een bestaand project te implementeren is niet altijd evident. Het jaar 2006 is dus ook gekenmerkt door een fase van aanpassing aan deze nieuwe situatie voor de project medewerkers. Het project is in 2006 erin geslaagd tal van opdrachten en activiteiten succesvol neer te zetten, maar deze moeten zeker tegen de context van de verder hierboven beschreven veranderingen worden gezien. De wijze waarop deze activiteiten uitgevoerd werden laat toe nuttige conclusies te trekken, die de projectwerking in de toekomst moet helpen verbeteren. Deze afsluitende conclusies beschrijven we hieronder per resultaatsgebied.
Conclusie resultaatgebied 1: Informatie, documentatie en advies Hoofdopdracht van RG 1 is het doorgeven van kennis en informatie over seksuele gezondheid en HIV/SOA preventie naar de primaire doelgroep van SAM. De veranderde projectobjectieven en de onzekerheden i.v.m. de toekomst van het project hebben in de primaire doelgroep in 2006 voor heel wat onzekerheden gezorgd. RG 1 heeft ook betrekking tot RG 3 (ondersteuning van de implementatie), en dan in eerste instantie op SAM vrijwilligers en hun motivatie zich voor peeractiviteiten in te spannen. De motivatie van SAM vrijwilligers, die in sociale netwerken georganiseerd zijn, in stand te houden is één van de grote uitdagingen van het HIV-SAM project. Om dit te bereiken is het belangrijk de veranderde projectdoelstellingen en visie duidelijk naar de doelgroep toe te communiceren. Dit hebben we in 2007 continue gedaan, maar toch blijft het moeilijk tegen de onzekerheid in de doelgroep, in te gaan. Vanuit en beleidsmatig perspectief is een duidelijke boodschap naar de primaire SAM doelgroep toe dan ook belangrijk: wil men het HIV-SAM project vooral als een tweede lijnsproject dat naar intermediairen toe werkt, instaleren, dan moet tegelijkertijd voorkomen worden dat de basis van gemeenschappen en zelforganisaties wegbreekt. De sociale netwerken die in het kader van het HIV-SAM project ontstaan zijn, vormen een ideale en participatieve toegang tot de doelgroep. De gemeenschappen moeten echter ook basissteun en erkenning krijgen, wanneer ze zich actief voor de promotie van de seksuele gezondheid en de HIV preventie zullen inzetten. Gezien de veranderde projectobjectieven bestaat de bijdrage van het HIV-SAM project erin aan deze gemeenschappen gepaste opleidingen te verlenen, om ze in staat te stellen, peeractiviteiten door te voeren.
Conclusie resultaatgebied 2: Methodiek- en materiaalontwikkeling Dit betreft één van de hoofdopdrachten van het project. Onder RG 2 worden ontwikkeling van gepaste en wetenschappelijk onderbouwde methodieken verstaan, als ook ontwikkeling van preventiemateriaal, dat cultureel sensitief is. Met betrekking tot de methodiekontwikkeling werden in 2006 heel wat activiteiten uitgevoerd. Niet allen konden echter tot een einde gebracht worden, zoals in de jaarplanning 2006 was voorzien. Enkele activiteiten, zoals de kwalitatieve VCT studie, moeten dus nog in 2007 afgerond worden. In het eerste jaar van het nieuwe subsidiebesluit werd er getracht te veel opdrachten tegelijkertijd uit te voeren, wat tot het fragmenteren van enkele activiteiten heeft geleid. De jaarplanning 2007 houdt daarmee rekening; met de voorziene middelen zal men in de toekomst moeten trachten de activiteiten beter te bundelen en op en gefaseerde wijze uit te voeren.
47
Conclusie resultaatgebied 3 (incl. resultaatgebied 6): Ondersteuning van de implementatie en outreach activiteiten De opdrachten gegroepeerd onder RG 3 hebben betrekking tot het ondersteunen van de implementatie van interventies van intermediaire. Het project werkt naar drie doelgroepen van intermediaire toe en voor elke groep moeten gepaste ondersteuningsmechanismen ontwikkeld worden. De knelpunten onder RG 1 vermeld zijn ook hier van toepassing. De doelgroep van vrijwilligers en SAM-intermediaire moet continu gemotiveerd worden om zelf aan peer activiteiten te doen. Men moet echter ook de beperkingen van de peer aanpak zien en de resources die nodig zijn om een kwaliteitsvolle peerwerking te kunnen waarborgen. Dit moet niet onderschat worden. De projectervaringen tonen echter aan dat een participatieve aanpak in het werken met de gemeenschappen succesvol kan zijn mits een gepast aanbod aan training, vorming, en coaching voor deze doelgroep gemaakt kan worden. Daarmee zal gestart worden vanaf 2007. Een belangrijk onderdeel van RG 3 is ook het opbouwen van relevante samenwerkingsverbanden. Dit was een hoofdtaak van de projectcoördinatie in 2006 en er zijn belangrijke stappen gezet bij het opbouwen van nieuwe vormen van samenwerking; dit zal tot een betere samenwerking en minder overlapping in de sector leiden. Het bleek niet altijd evident wie wat moest doen m.b.t. de promotie van de seksuele gezondheid in de sector en er werd soms behoefte aan meer transparante communicatie omtrent opdrachten, doelgroepen en methodieken geuit. Vooral met Sensoa als hoofdpartner willen we in de toekomst een betere samenwerking opbouwen. Darmee zijn we in 2006 redelijk succesvol begonnen.
Conclusie resultaatgebied 4: Evaluatie van de op methodieken en materialen gebaseerde interventies De eerste evaluatie die m.b.t. een vormingsaanbod werd doorgevoerd was de vorming aan de lesgevers van PINA. Dit diende als een soort pilootevaluatie en toonde aan waar verbeteringen mogelijk zijn. We kunnen conclusies trekken zowel m.b.t. de inhoud van de vormingsmomenten alsook over hoe de evaluaties zouden moeten opgezet worden. De evaluatie-instrumenten zullen continu aangepast worden aan de behoeften in de doelgroep en de voorwaarden van vorming (vb. kwantitatieve methoden versus kwalitatieve methoden).
Conclusie resultaatgebied 5: Vorming en deskundigheidsbevordering Het merendeel van de specifieke vormingen voor de verschillende doelgroepen die erg uiteenlopende noden en behoeften hebben, zal nog moeten ontwikkeld worden. In 2006 zijn we alvast begonnen met het peilen naar behoeften omtrent vorming, vb. in de doelgroep van professionele intermediaire die met PLWHA werken (ARC medewerkers) met de bedoeling de kennis over de CSC aanpak uit te breiden (“upscaling naar andere ARCs). Dit zal in 2007 vervolledigd worden. De eerste vorming, die in 2006 voor de stedelijke integratiedienst PINA werd aangeboden, kan als succesvol beschouwd worden. Dit zou aanleiding moeten geven, gelijkaardige interventies ook voor andere doelgroepen aan te bieden in de mate van de capaciteiten (twee voltijdse project medewerker) om naast al de andere opdrachten aan kwaliteitsvolle vorming te doen.
48
Het grootste knelpunt zal hier ook de doelgroep van professionele intermediaire zijn die op vlak van primaire preventie en VCT werken. Eerste ervaringen in 2006 tonen aan dat het niet evident zal zijn een grote groep van intermediaire te bereiken, die cultureel gepaste dienstverlening in hun regulaire dienstverlening willen integreren. Meestal bestaat de houding dat voorlichting rond seksualiteit beter door externe experts zou worden gegeven (zie ook de ervaringen met PINA). Bij uitstek zou dit door getrainde veldwerkers kunnen worden voorzien.
49
5.
Uitgaven per resultaatgebied
In dit hoofdstuk leggen we een verdeling voor van de middelenbesteding per resultaatsgebied m.b.t. de promotie van de seksuele gezondheid en de preventie van HIV/Aids in de SAM doelgroep. We doen deze schatting zo realistisch als mogelijk op de basis van de gegevens van het boekhoudkundig verslag. De opsplitsing houdt echter met alle inkomsten rekening (incl. de subsidies van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen), omdat alle activiteiten, die in dit rapport beschreven worden, opgenomen zijn. Het gaat immers om een integraal takkenpakket, dat niet volledig naar inkomstenbron kan worden opgesplitst. De volgende tabellen 23-28 tonen de respectievelijke overzichten m.b.t. de opsplitsing over de verschillende resultaatsgebieden m.b.t. alle activiteiten (waarbij RG 3 en RG 6 een onderdeel vormen), afsluitend toont tabel 29 alle uitgaven en inkomsten. Voor de personeelskosten en de functieprofielen van de projectmedewerkers verwijzen we naar het hoofdstuk conceptmatige planning van de opdrachten (hoofdstuk 2; werkpakketen), waarin de takenverdeling en hoofdverantwoordelijkheden per werkpakket beschreven zijn. Tabel 23: Kosten voor resultaatgebied 1 Uitgaven Werkingskosten RG 1.1. – RG 1.4
1.056,00
Algemene werkingskosten
4.200,00
%-age van totaalbudget
Loonkosten - 10% ChN - 20% LM - 10% ThA
3.349,00 12.588,00 6.423,00
- 10 % LV
575,00
- 10% TH
845,50
Subtotaal RG 1
29.036,50
13,2%
Tabel 24: Kosten voor resultaatgebied 2 Uitgaven Werkingskosten RG 2.1
3.918,00
Algemene werkingskosten
7.000,00
%-age totaalbudget
Loonkosten - 10% ChN
3.349,00
- 30% LM
18.883,00
- 30% ThA
19.271,00
- 10 % LV - 20% TH Subtotaal RG 2
575,00 1.691,00 54.687,00
24,8%
50
Tabel 25: Kosten voor resultaatgebied 3 Uitgaven Werkingskosten RG 3.1.3.2, inkl. RG 6
9.297,00
Algemene werkingskosten
8.400,00
%-age totaalbudget
Loonkosten - 30% ChN
10.047,00
- 30% LM
18.883,00
- 50% ThA
32.119,00
- 20 % LV
1.149,00
- 10% TH
846,00
- 100% ML Ngbo Subtotaal RG 3
1.490,00 82.232,00
37,2%
Tabel 26: Kosten voor resultaatgebied 4 Uitgaven Algemene werkingskosten
%-age totaalbudget
2.800,00
Loonkosten - 20% ChN
6.698,00
- 10% LM
6.294,00
- 10% ThA
6.424,00
Subtotaal RG 4
22.216,00
10,1%
Tabel 27: Kosten voor resultaatgebied 5 Uitgaven
%-age totaalbudget
Loonkosten - 10% LM Subtotaal RG 5
6.294,00 6.294,00
2,8%
Tabel 28: Kosten voor algemene projectcoördinatie Uitgaven Algemene werkingskosten
%-age totaalbudget
12.620,00
Loonkosten - 30% ChN - 60% LV Subtotaal algemene projectcoördinatie
10.047,00 3.448,00 26.115,00
11,8%
51
Tabel 29: Uitgaven en inkomsten Uitgaven
Aandeel aan totaalbudget
RG 1
29.036,00
13,2%
RG 2
54.687,00
24,8%
RG 3 (inkl. RG 6)
82.230,00
37,2%
RG 4
22.216,00
10,1%
RG 5
6.294,00
2,8%
26.115,00
11,8%
220.578,00
100,0%
Algemene projectcoördinatie Totale uitgaven
Inkomsten MVG (HIV-SAM)
181.578,00
Provincie Antwerpen
20,000,00
Provincie Oost-Vlaanderen
19.000,00
Totale inkomsten
220.578,00
52
Deel 2:
Preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen
53
Preventie van reisgebonden ziekten in Vlaanderen Doelstelling van dit projectdeel is het permanent verzamelen en verwerken van alle informatie die er beschikbaar is over de mogelijke risico’s, ziekte-prevalenties, en over de bestaande preventieve maatregelen met de bedoeling deze om te zetten in praktisch advies. Dit gebeurt via de opvolging van literatuur, via internet, via registratie van de ziekten binnen de polikliniek van het ITG en via de controle en validatie van berichten van reizigers of andere vaccinatiecentra.
In 2006 werden o.a. volgende acties uitgevoerd: -
-
-
-
Op de voet volgen van de betreffende medische literatuur Dagelijks raadplegen van internet voor Promed, Eurosurveillance (ECDC), WER (WHO), enz Actieve en passieve registratie van de ziekten door de polikliniek ITG (inclusief SOA) Controle en validatie van berichten van andere vaccinatiecentra en reizigers; direct contact met honderden andere travel clinics in de wereld via de Travmed-listservediscussiongroup van de International Society for Travel Medicine (ISTM) Door middel van studie nieuwe inzichten verwerven in de gedragingen, opvattingen en misvattingen van reizigers op gebied van seksueel risicogedrag (studie M Croughs). Door middel van studie inzicht verkrijgen in de doeltreffendheid van de informatiestroom, compliance ivm raadgevingen en optreden van negatieve events tijdens het reizen (studie D Crosiers). Door middel van studie inzicht verkrijgen in factoren die het advies-en voorschrijfgedrag van de arts beïnvloeden/veranderen (studie K Van de Winkel) Door middel van bevraging meer inzicht verwerven aangaande in hoeverre de reizigerspopulatie al dan niet beschermd is tegen mazelen. In kaart brengen van werkingsmethodes van de Belgische vaccinatiecentra (enquête A. Van den Daele) met als oogmerk een beter overzicht van de activiteiten van de verschillende vaccinatiecentra en een meer op elkaar afgestemde en betere samenwerking.
Verwerken van deze informatie o.l.v Prof. Dr. A. Van Gompel voor: - Wetenschappelijke publicaties - Vulgariserende publicaties en handouts - Deelname aan wetenschappelijke voordrachten en contactvergaderingen Voor de samenwerking met andere specialisten en gezondheidswerkers in het veld van de reisgeneeskunde en importpathologie is er continu een geneesheerspecialist in inwendige en tropische ziekten bereikbaar voor vragen van collega’sspecialisten, kollega’s-huisartsen, andere instellingen en patiënten. Deze internist is beschikbaar en bereikbaar overdag tijdens de kantooruren voor raadpleging maar ook ‘s avonds en ‘s nachts en tijdens het weekeinde via GSM en semafoon. Tevens worden in het domein van de reisgeneeskunde en importpathologie in toenemende mate vragen beantwoordt via e-mail (wat oploopt tot verschillende werkuren per week). Dit projectdeel wordt op het inhoudelijk vlak uitgewerkt en gecoördineerd door Prof. Dr. A. Van Gompel, hoofd van de medische diensten in het ITG. De gedetailleerde uitwerking van de voor 2006 geplande activiteiten zijn in wat volgt onder RG 7 samengevat.
54
Resultaatgebied 7: Reisgeneeskunde Opdracht 7.1
Informeren en adviseren van reizigers en reissector
Criteria
Indicatoren
Activiteiten en mijlpalen
De inhoud is correct en actueel. Het aanbod komt tegemoet aan een behoefte van de doelgroep. Doelgroep is tevreden over het aanbod.
Evaluatie door de administratie van de toegankelijkheid en van het geactualiseerd zijn van de ITG-website en van de mogelijkheid tot vraagstelling • Evaluatie van de tevredenheid in verband met de gekregen informatie en het advies, bij de bezoekerspopulatie dmv jaarlijkse enquête Het informeren, sensibiliseren en adviseren omtrent reizen en infectieuze aandoeningen (inclusief SOA-HIV preventie) van de vertrekkende reiziger, via de eigen website (die in 2007 systematisch bijgewerkt wordt) en via permanent telefonisch reisadvies en van de reissector via schriftelijke communicatie. •
Vijf communicatiemethoden voor het verstrekken van essentiële info zijn operationeel: de website van het ITG http://www.itg.be – bevat de essentiële info voor een goed reisadvies aan de doorsnee reiziger – 24 uur op 24 uur operationeel – wordt permanent geupdated (>105.000 bezoekers voor reisinfo in 2006) - het telefonisch reisadvies : Automatisch antwoordsysteem sinds begin 2004 opnieuw 24 uur op 24 uur operationeel (>12.000 telefoontjes in 2006), met mogelijkheid tot doorschakeling naar gespecialiseerde telefonistes + dienstdoende arts tijdens de kantooruren - het beantwoorden van vragen per fax of brief door een artsvaccinator van het team - het verstrekken van geïndividualiseerd reisadvies ter plaatse in het ITG (>15.000 raadplegingen in 2006) - het handboek voor de huisarts en de brochures voor het grote publiek NB. jaarlijkse deelname aan de Reismarkt te Brugge en beschikbaar stellen van informatiemateriaal in het kader van infoacties uit het resultaatgebied 1 Deze essentiële info is beschikbaar voor de raadgevende arts en de vertrekkende en terugkerende reiziger. -
Opdracht 7.2
Informeren en adviseren van individuele artsen, artsenkorps, overheid
Criteria
De inhoud is correct en actueel. Het aanbod komt tegemoet aan een behoefte van de doelgroep. Doelgroep is tevreden over het aanbod.
Indicatoren
Jaarlijks verslag over de activiteiten op dit vlak, aangevuld met vaststellingen en aanbevelingen.
Activiteiten en mijlpalen
1. Het snel en efficiënt informeren en adviseren over de gepaste houding en maatregelen bij vermoeden van import van sporadische of
55
epidemische ziekten van de individuele arts, van het artsenkorps en van de overheid in verband met volksgezondheid. Het spreekt vanzelf dat zo nodig of bij twijfel onmiddellijk ook contact opgenomen wordt met de Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap zodat de gepaste maatregelen kunnen genomen worden. In 2006 onder andere: Chikungunya epidemie in de regio van de Indische Oceaan (Réunion, Comoren, Mauritius, Seychellen), India en Maleisië; vogelgriep in Eurazie en Afrika; mazelen in Duitsland; polioepidemie in Namibië. Waarschuwing m.b.t. malaria in de Caraïben (Jamaica & Dominicaanse Republiek) en Goa (Indië) 2. Het begeleiden van terugkerende reizigers, om in een vroeg stadium te kunnen bijsturen en ernstige morbiditeit of zelfs mortaliteit te voorkomen. 3. Het informeren en adviseren van individuele artsen, het artsenkorps en de overheid over preventieve maatregelen in kader van de reisgeneeskunde. Er is continu een geneesheer-specialist in inwendige en tropische ziekten bereikbaar voor vragen van kollega’s-Specialisten, kollega’sHuisartsen, andere instellingen en patiënten. Deze internist is beschikbaar en bereikbaar overdag tijdens de kantooruren voor raadpleging maar ook ’s avonds en ’s nachts en tijdens het weekeinde via GSM en semafoon.
1. Publicaties van de dienst reisadvies in international peer-reviewed journals Bottieau E, Clerinx J, Rosario de Vega M, Van den Enden E, Colebunders R, Van Esbroeck M, Vervoort T, Van Gompel A, Van den Ende J. Imported Katayama fever: clinical and biological features at presentation and during treatment. J Infect 2006; 52(5): 339-345. Bottieau E, Clerinx J, Schrooten W, Van den Enden E, Wouters R, Van Esbroeck M, Vervoort T, Demey H, Colebunders R, Van Gompel A, Van den Ende J. Etiology and outcome of fever after a stay in the tropics. Arch Intern Med 2006; 166(15): 1642-1648. Bottieau E, Clerinx J, Van den Enden E, Van Esbroeck M, Colebunders R, Van Gompel A, Van den Ende J. Imported non-Plasmodium falciparum malaria: a five-year prospective study in a European referral center. Am J Trop Med Hyg 2006; 75(1): 133-138. Bottieau E, Clerinx J, Van den Enden E, Van Esbroeck M, Colebunders R, Van Gompel A, Van den Ende J. Infectious mononucleosis-like syndromes in febrile travelers returning from the tropics. J Travel Med 2006; 13(1): 191-197. Clerinx J, Van Gompel A, Lynen L, Ceulemans B. Early neuroschistosomiasis complicating Katayama syndrome [letter]. Emerg Infect Dis 2006; 12(9): 1465-1466. www.cdc.gov/eid Van den Enden E, Van Gompel A, Van Esbroeck M. Cutaneous Anthrax, Belgian Traveler. Emerg Infect Dis Vol. 2006; 12(3): 323-325. www.cdc.gov/eid Soentjens P, Delanote M, Van Gompel A. Mefloquine-induced pneumonitis. J Travel Med 2006; 13(3): 172-174.
56
Van den Daele A, Van Gompel A. Leprosy in a backpacker [letter]. J Travel Med 2006; 13(1): 57. Yombi JC, Meuris CM, Van Gompel AM, Ben Younes M, Vandercam B. Acalculous cholecystitis in a patient with Plasmodium falciparum infection: a case report and literature review. J Travel Med 2006; 13(3): 178-180.
2. Andere publicaties Lontie M, Van Gompel A. Chemoprofylaxe van malaria. Tijdschr Belg Ver Lab Technol 2006; 33(3): 233-236. Van Gompel A, editor. Gezondheidsadviezen voor reizigers 2006-2007; uitgave bestemd voor het medisch korps; 9e uitg. Brussel: CMPMedica Belgium, 2006: 232 pp. (MEDASSO Headlines). Van Gompel A, editor. Conseils de santé pour voyageurs, édition 2006-2007; édition destinée au corps médical; 9e éd. Bruxelles: CMPMedica Belgium, 2006: 232 pp. (MEDASSO Headlines). Van Gompel A, editor. Wetenschappelijke Studiegroep Reisgeneeskunde, consensusvergadering 23/06/2006. Antwerpen: Instituut voor Tropische Geneeskunde; Brussel: Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, 2006: 75 pp. Van Gompel A, editor. Groupe d'Etude Scientifique de la Médecine des Voyages, réunion de consensus 23/06/2006. Antwerpen: Institut de Médecine Tropicale; Bruxelles: Institut Scientifique de Santé Publique, 2006: 85 pp. Van Gompel A. [Vaccinatie van reizigers naar Zuid-Europa tegen hepatitis A] [vragen/antwoorden]. Vax-Info 2006; 46: 8. Van Gompel A. [Vaccination contre l'hépatite A des voyageurs à destination des pays du sud de l'Europe] [Questions/réponses]. Vax-Info 2006; 46: 8. Van De Winkel K, Van den Daele A,. Van Gompel A. Op reis naar Thailand. Patient Care 2006; 29(5): 9-14. Van De Winkel K, Van den Daele A,. Van Gompel A. Voyage en Thaïlande. Patient Care 2006; 29(5): 9-14. Van De Winkel K, Van den Daele A,. Van Gompel A. Op reis naar Thailand. Patient Care Nederland juni 2006; 21-26. Van Gompel A, Van den Daele A, Van De Winkel K. Op visite bij familie in het land van herkomst. Patient Care 2006; 29(6): 13-21. Van Gompel A, Van den Daele A, Van De Winkel K. En visite dans la famille au pays natal. Patient Care 2006; 29(6): 13-21. Van Gompel A, Van den Daele A, Van De Winkel K. G. Baaten (NL). Op visite bij familie in het thuisland. Patient Care Nederland Sept 2006: 23-31 Medewerking aan nieuwe fiches / adviezen Hoge Gezondheidsraad – sectie vaccinaties (via website) - vaccinatie tegen seizoensgebonden griep Winterseizoen 2006-2007 – HGR 8190 – 2 augustus - tekst over rotavirusvaccin - 2 fiches over de vaccinaties van de volwassenen : tetanus, difterie
57
-
3 fiches over inhaalvaccinaties basisvaccinatieschema 2006-2007
3. Overige activiteiten • • •
• •
Reviewer en lid van de editorial board van TM&IH Co-editor and Reviewer Journal Travel Medicine Reviewer Folia Pharmacotherapeutica & geraadpleegd expert (vaccinaties & antiparasitaire middelen) Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium 2006 – Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (www.bcfi.be) (vermeld in voorwoord p. 2) Lid van van expertleescomité van de jaarlijkse uitgave van de WHO “International travel and health” http://www.who.int/ith/en Actieve participant TRAVMED discussion group van de International Society of Travel Medicine
4. Lezingen “Import- en reisziekten” Postacademische Cyclus 2005-2006 “Infectieziekten” – KULeuven, campus Kortrijk - Van Gompel - 22/03/2006 - KATHO campus Roesselare Reismarkt 2006 - Van Gompel - lezing over malaria en andere tropenzorgen bij reizigers 16th European Congress of Clinical Microbiology and Infectious Diseases – Nice – 1-4 april 2006 • Workshop “Travel Medicine and evidence-based recommendations” Fons Van Gompel, Institute for Tropical Medicine Antwerp Belgium & Christoph Hatz,Swiss Tropical Institute, Basel The Northern European Conference on Travel Medicine – Edinburgh - 7-10 juni 2006 • Workshop “Can We Vary Vaccination Schedules From The Datasheet Recommendations?” tesamen met Dr Koen Van Herck Universtiy of Antwerp, Belgium • Poster & Abstract P-49 “Influence Of Semi-Standardised Pre-Travel Health Advice On Knowledge And Practices Of International Travellers Attending A Travel Clinic In Antwerp, Belgium” D. Crosiers1, K. Van Herck1, A. Van Gompel2, P. Van Damme1 1University of Antwerp, Antwerp, Belgium, 2 Prince Leopold Institute of Tropical Medicine, Antwerp, Belgium “Nouvelles arboviroses: West Nile virus / Chikungunya … et que le clinicien doit en savoir” F. Van Gompel. Séminaire de pathologie infectieuse. 21 december 2006 – Clin. Univ. St. Lux, Brussel NB Handouts Polikliniek en Dienst Reisadvies 1. Malariapreventie en behandeling. Informatie voor personen die langduring in malariagebied verblijven.(brochure 11p.) Van Gompel, E. Van den Enden, J. Van den Ende 2. Basisbrochure voor de reiziger : Gezond op reis (12p.) 3. Reizigersdiarree (versie langdurige avontuurlijke reis) (4p.) 4. Handleiding Travelfoon 5. Malariabehandeling op zak in geval van nood 6. Impregneren van synthetisch muggenet 7. Reisinfo (malaria en vaccinaties) per (sub)continent : • India Pakistan Bangladesh Nepal Boetan Birma • Thailand Maleisie Indonesie Filipijnen Signapore
58
• China Vietnam Cambodja Laos • Midden Amerika Caraïben • Zuid Amerika • Afrika, Midden en Nabije Oosten 8. Reisapotheek • Andere (jaarlijks weerkerende) uitgaven, waarbij wij aktief onze medewerking verlenen zijn: 1. Gezondheidspaspoort 2006 Omtrent Gezondheid / Question Santé) 2. Guide to Antimicrobial Therapy, 2006, Belgian Edition, Table 10 (antiparasitic drugs) J.P. Sanford
59
Referenties 1
Nöstlinger C, Manirankunda L, Alou T. (2006). Promotie van de seksuele gezondheid en HIV preventie voor Subsaharaanse Afrikaanse migranten in Vlaanderen. Planningsdocument 2006. Opgesteld in opdracht van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. 2
Hoeree T, Manirankunda L, Alou T, Struelens R, Nöstlinger C. (2006): Evaluatierapport Project „HIV-preventie en zorg voor Afrovlamingen“. Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. Rapport opgesteld in opdracht van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. 3
Sasse A, Defraye A, Buziarsist J (2005): Epidemiologie van AIDS en HIV infectie in Belgie. Toestand op 31 December 2004. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, IPH/EPI reports nr. 2005-018 4
World Health Organisation, Health and Welfare Canada and Canadian Public Health Association (1986). Ottawa Charter for Health Promotion. Canadian Journal of Public Health, 77(6):425-30 5
UNDP/UNFPA/WHO/World Bank Special Programme of Research, Development and Research Training in Human Reproduction (2004): Sexual Health – a new focus for WHO. Progress in Reproductive Health Research, 67:1 6
Greenhouse P (1995). A definition of sexual health. BMJ 1995; DOI: 310:1468-1469 (3 June) 7
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID: Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten in het kader van een tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor prestaties voor specifieke vormen van aidsbestrijding en – behandeling. 28 december 2006. Belgisch staatsblad van 26/01/2007. Accessed at: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm 8
Valente T. (2006). Opinion leader interventions in social networks. BMJ 333; 10821083. DOI:10.1136/BMJ.39042.435984.34 (26 november 2006) 9
Kelly JA, Alirekhanian YA, Kabakchieva E et al. (2006). Prevention of HIV and sexaulayy translmitted diseases in high risk social networks of young Roma 5Gypsy) me in Bulgaria: randomized controlled trial. BMJ 333. DOI: 10.1136/BMJ.38992.478299.55 (13 October 2006). 10
Wilson BDM & Miller RL (2003). Examining strategies for culturally grounded HIV prvention: A review; AIDS Education and Prevention, 15(2):184-203 11
Airhihenbuwa CO & Liburd L (2006): Eliminating Health Disparities in the African American Population: The Interface of Culture, Gender, and Power. Health Education and Behavior, 33(4): 488-501 12
Airhihenbuwa CO (1995): Health and Culture: Beyond the Western Paradigm. Sage Publications. Newbury Park 13
Janssen RS & Valdiserri RO (2004). HIV prevntion in the United States. Increasing emphasis on working with those living with HIV. Journal of AIDS; 37:S119-S121
60
14
International HIV/AIDS Alliance (2003). Positive prevention. Prevention strategies for people living with HIV/Aids. Draft Background Paper. Emerging Practices Series. http://www.aidsalliance.org/graphics/secretariat/publications/ppr0703_positive_preventi on.pdf 15
UNAIDS (2006). Greater involvement og people living with and affected by HIV/Aids. http://www.unaids.org/en/Issues/Affected_communities/gipa.asp
16
Manirankunda L, Alou T, Kint I, Ronkes C, De Reuwe E, Struelens R, Lafont Y, Buvé A, Laga M (2001). Evaluation des comportements à risque à la transmission des MST/VIH dans la population immigrante originaire d’Afrique Subsaharienne résidant dans la ville d’Anvers. Projet de lutte contre les MST/SIDA chez les Africains originaires de l'Afrique Subsaharienne résidant en Flandre; Département de Microbiologie - Unité Recherche MST/VIH ; Institut de Médecine Tropicale
17 Eindrapport convenant 2002-2005 tussen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en het Instituut voor Tropische Geneeskunde (2006). Voortgangsrapport 2005. Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. 18
Hoeree T, Manirankunda L, Alou T, Nöstlinger C (2006). Evaluatierapport project 3HIVSAM – HIV preventie en HIV/Aids zorg voor Afrovlamingen“. Rapport opgesteld in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Instituut voor Tropische Geneeskunde, Antwerpen. 19
Charmaz K (2006). Constructing Grounded Theory. A practical guide through qualitative analysis. Sage Publications. London. 20
Walch SE, Roetzer LM, Minnett TA (2006). Support group participation among persons with HIV: Demographic characteristics and perceievd barriers. AIDS Care, 18(4): 284289
61