Agendapunt 2. Verslag vergadering Bestuurscommissie KCV d.d. 28 maart 2012 Bestuurscommissie
Kleinschalig Collectief Vervoer
Datum
13 juni 2012 (KCV/OS/BC/20120613.2)
TOELICHTING
Bijgevoegd gaat het conceptverslag van de vergadering van de bestuurscommissie KCV d.d. 28 maart 2012.
ADVIES VOOR BESLUITVORMING
Het verslag van de vergadering van 28 maart 2012 wordt vastgesteld.
Agendapunt 3. Beleid t.a.v. medische ritten Bestuurscommissie
Kleinschalig Collectief Vervoer
Datum
13 juni 2012 (KCV/OS/BC/20120613.3)
INLEIDING
In uw vorige vergadering heeft u gevraagd om een heroverweging van het huidige beleid, gericht op het weren van “medische ritten” uit het Wmo-deeltaxivervoer. Uw verzoek was zowel de financiële als de juridische implicaties in beeld te brengen. In dit voorstel heeft het presidium KCV dit voor twee varianten (handhaven en aanpassen beleid) uitgewerkt. Het presidium legt deze twee varianten ter discussie aan u voor. Het beleid m.b.t. medische ritten behoort tot het domein van de individuele gemeenten. Het presidium streeft om strategische, communicatieve en andere uitvoeringstechnische aspecten, naar een eenduidige keuze en uniforme uitvoeringsrichtlijnen. Ingeval de voorkeursvariant van uw overleg een wijziging inhoudt ten opzichte van het huidige beleid, zullen de deelnemers schriftelijk gevraagd worden zich aan deze keuze te conformeren. Bijlage 1 bevat een analyse van de ca. 40.000 hoogtariefritten (ritten die door Wmopashouders tegen senioren- of vrije reizigerstarief zijn verreden). Zo’n 27.000 hoogtariefritten betreffen medische afspraken in ziekenhuizen. Als deze ritten voor rekening van gemeenten gaan komen, dan brengt dat ruim 3 ton aan meerkosten met zich mee (de provinciale lasten nemen met een wat lager bedrag af, omdat de eigen bijdrage van klanten in de huidige situatie hoger is).
TOELICHTING VOORSTEL
Daarnaast geldt: dat het aandeel medische ritten in de hoogtariefritten waarschijnlijk nog wat hoger ligt, bijv. vervoer naar huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten. Op basis van eerdere analyses over de omvang hiervan, is een raming van 4 ton meerkosten gerechtvaardigd; dat geen rekening is gehouden met een eventuele aanzuigende werking indien voor dit medisch vervoer het lage tarief gaat gelden; dat de gemeentelijke verantwoordelijkheid zich volgens de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, beperkt tot zover klanten geen aanspraak kunnen maken op de voorziening van de zorgverzekeraar. Deze staat open voor mensen met een visuele beperking, rolstoelgebonden patiënten, patiënten nierdialyse, chemo-/ radiotherapie en kent daarnaast een hardheidsclausule (m.n. voor chronisch zieken). Ook medisch vervoer buiten het “compensatieplichtgebied”, dat zo’n 20-25 kilometer beslaat, hoeft volgens de jurisprudentie niet door de gemeenten verzorgd te worden. Handhaving van deze restricties is praktisch echter niet uitvoerbaar; alleen met voorlichting kunnen mensen gestimuleerd worden om gebruik te maken van de regeling van de zorgverzekeraar. De omvang van een eventuele ombuiging richting
zorgverzekering wordt klein ingeschat, en het temperend effect dat dat heeft op de gemeentelijke kostenstijging dus ook. Hieronder zijn de risico’s/effecten van de twee beleidsvarianten beknopt weergegeven. risico’s/effecten 2 beleidsvarianten
Huidige beleid (uitsluiten medische ritten) handhaven
Aansluiten bij uitspraak Centrale Raad van Beroep
financieel
neutraal t.o.v. huidige situatie, mogelijk meerkosten als steeds meer maatwerk nodig is
juridisch
terechtwijzing door bezwarencommissie, rechtbank en andere instanties als niet in medisch vervoer voorzien wordt (via collectieve Wmo- voorziening of maatwerk). Maatwerk heeft risico van precedentwerking in zich. Een terechtwijzing heeft geen bindende werking naar andere Wmo-pashouders, maar zal tot toename aantal bezwaren leiden. n.v.t.
meerkosten gemeenten: ruim 4 ton €, plus aanzuigende werking minus evt. ombuiging naar regeling zorgverzekeraar. minderkosten provincie: < 4 ton. juridisch veilig
effect andere voorzieningen
andere gevolgen
risico negatieve pers/ imagoverlies
er van uitgaande dat het totaal Wmo-budget taakstellend is, moet compensatie gevonden worden door bezuinigingen binnen of buiten het collectief vervoer. verlaging druk op WVS op compensatie meerkosten, dan wel wijziging Wmo (expliciet uitsluiten gemeentelijke verantwoordelijkheid medisch vervoer)
Voor uw vergadering wordt opnieuw contact gezocht met het ministerie VWS teneinde een reactie te krijgen op onze laatste brief (bijgevoegd als bijlage 2). Ook vindt op 5 juni overleg plaats met de Wmo-coördinatoren. Daar zullen de uitvoeringsrichtlijnen m.b.t.
beide varianten besproken worden. De bestuurscommissie KCV:
CONCEPTBESLUIT
besluit tot handhaving van het huidige beleid ten aanzien van “medische ritten”, hetgeen gericht is op het weren van ritten naar/van medische afspraken tegen Wmo-tarief per deeltaxi;
stelt de aangesloten overheden voor het beleid te wijzigen en het vervoer naar/van medische bestemmingen tegen Wmo-tarief per deeltaxi mogelijk te maken.
of
Agendapunt 4. Verzoek uitstel Verantwoording Vervolgaanpak Toegankelijkheid Aan
Bestuurscommissie KCV
Datum/kenmerk
13 juni 2012 (KCV/OS/BC/20120613.4) De gemeente Woensdrecht heeft in januari 2011 een tweetal aanvragen ingediend voor het Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid West-Brabant. Het betreft het toegankelijk maken van zes niet-geprioriteerde halten (projectcode WOEN-VA-01) en het plaatsen van haltemeubilair op zes geprioriteerde halten (projectcode WOEN-VA-02).
TOELICHTING VOORSTEL
Volgens het Toetsingskader Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid (versie 3.0) moet binnen een jaar na voorlopige goedkeuring van een aanvraag de eindverantwoording zijn verstuurd. Als deze termijn niet in acht wordt genomen, vervalt het recht op financiering. Gemeente Woensdrecht heeft op 10 april 2012 via een brief (bijgevoegd) uitstel gevraagd voor het indienen van de eindverantwoording van genoemde twee aanvragen. Reden van vertraging is een personeelswisseling bij gemeente Woensdrecht. Eind 2010 is een nieuwe beleidsmedewerker gestart bij de gemeente. Bij de overdracht van het takenpakket naar deze nieuwe medewerker zijn de projecten WOEN-VA-01 en WOEN-VA-02 over het hoofd gezien. De halten zijn inmiddels toegankelijk gemaakt en de gemeente kan de eindverantwoordingen dan ook binnen korte tijd aanleveren. U wordt voorgesteld de coulance te betrachten, waar de gemeente Woensdrecht u om verzoekt.
ADVIES VOOR BESLUITVORMING
De Bestuurscommissie KCV beslist dat in afwijking van de bepalingen in het Toetsingskader Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid (versie 3.0) en de voorlopige toekenning, het recht op financiering vanuit het Fonds Vervolgaanpak Toegankelijkheid niet komt te vervallen als gevolg van een niet tijdige aanlevering van de eindverantwoording met betrekking tot het project WOEN-VA-01 en WOEN-VA-02. Gemeente Woensdrecht krijgt tot 1 juli 2012 de tijd om de eindverantwoordingen alsnog aan te leveren.
Agendapunt 5. Ontwerpjaarrekening 2011, ontwerpbegroting 2013 RWB Bestuurscommissie
Kleinschalig Collectief Vervoer
Datum
13 juni 2012 (KCV/OS/BC/20120613.5)
In uw vorige vergadering heeft u het KCV-aandeel in de ontwerpjaarrekening 2011 en -begroting 2013 besproken. Binnen bandbreedtes werden voorzitter/presidium gemachtigd om op basis van definitieve cijfers tot “vaststelling” van de KCV-bijdrage te komen. De definitieve cijfers van de jaarrekening 2011 weken nauwelijks af van hetgeen aan u gepresenteerd was. De apparaatskosten die in het “definitieve” ontwerp van de begroting 2013 werden toegerekend aan KCV (€ 333.000,-), overstegen het bedrag dat u als bovengrens had vastgesteld (€ 325.000,-). Hierop bent u per mail gevraagd uw mening over dit bedrag kenbaar te maken. Op basis van de ontvangen reacties heeft uw voorzitter bijgaande brief aan het Dagelijks Bestuur gestuurd (bijlage 1).
TOELICHTING
De financiële stukken zijn voor 1 mei door het DB aan de 19 West-Brabantse gemeenten aangeboden voor een reactie. Overigens zijn in de versie die is verspreid de KCV-apparaatskosten neerwaarts bijgesteld naar € 330.000,-. Op dit moment zijn er nog geen reacties ontvangen. Ook de accountantsrapportage is nog niet beschikbaar. Voorgesteld wordt nog eventueel te ontvangen opmerkingen die betrekking hebben op KCV in uw vergadering te bespreken. Uw reactie zal dan ingebracht worden in de vergadering van het Algemeen Bestuur d.d. 6 juli, waarvoor de financiële stukken ter vaststelling worden geagendeerd In de ontwerpbegroting 2013 is voor de RWB-organisatie een nog in te vullen bezuinigingstaakstelling van € 110.000,- opgenomen. O.a. om daar invulling aan te geven wordt een kerntakendiscussie opgestart. Op 15 juni staat een overleg gepland van het DB, de voorzitters van de bestuurscommissies, een delegatie van de ARG en de programmamanagers. Na 1 jaar RWB zullen daar de ervaringen met deze samenwerking geëvalueerd worden. Ook wordt een bestuurlijke aftrap gegeven voor een discussietraject over de toekomst van het RWB.
ADVIES VOOR BESLUITVORMING
De Bestuurscommissie KCV neemt een standpunt in ten aanzien van eventuele nog te ontvangen opmerkingen van gemeenten, provincie en accountant over de KCV-bijdrage aan de ontwerpjaarrekening 2011 en ontwerpbegroting 2013.
Agendapunt 6. Mededelingen Bestuurscommissie
Kleinschalig Collectief Vervoer
Datum
13 juni 2012 (KCV/OS/BC/20120613.6)
Aan de orde komen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Diverse zaken rond vervoersovereenkomst Stand van zaken/ontwikkelingen doelgroepenvervoer Voortgang en wijziging begroting substitutieplan Wmo/OV Aanbesteding Brabants busvervoer/OV-visie Eerste Bestuursrapportage 2012 Uitvoeringsprogramma Strategische Agenda RWB Leefbaarheid/Demografische ontwikkelingen
1. Diverse zaken rond vervoersovereenkomst
TOELICHTING
a. Geschil PZN met taxibedrijven In het geschil tussen PZN en de taxibedrijven heeft de rechter PZN in het ongelijk gesteld. De rechter gebiedt PZN de lopende contracten te respecteren. “Met daaronder nadrukkelijk begrepen dat tarieven, vervoersmatrix en vervoerstromen qua onderlinge verdeling daarvan, gelijk blijven en dat de huidige afspraken, akkoorden en verdeling van volumes onverkort worden gerespecteerd en niet in negatieve zin worden gewijzigd”, aldus de rechter. PZN heeft intussen besloten om tegen de uitspraak van het kort geding in beroep te gaan. PZN heeft een spoedprocedure aangevraagd, en dat verzoek is gehonoreerd. Nog niet bekend is wanneer er een uitspraak te verwachten is. b. Kwaliteit vervoer en bonusmalusregeling 1e kwartaal 2012 In bijlage 1a en 1 b staan de actuele cijfers van het aantal ritten en de percentages meldingen en klachten over de eerste vier maanden van 2012. De cijfers liggen in het verlengde van voorgaande maanden. Door de goede overall uitvoeringskwaliteit verdient PZN over het 1e kwartaal de maximale bonus van € 75.000. Het percentage meldingen en klachten bedroeg 1,8%. Belangrijkste aandachtsgebied blijft Baarle-Nassau. Daar is het normpercentage van 4,0% over het 1e kwartaal overschreden. Dit leidt tot een malus van € 2.106,-.Deze malus komt overigens ten goede van de gezamenlijkheid en wordt, conform besluitvorming in 2009, niet aan individuele gemeenten doorgezet. Verder voldeed PZN aan alle eisen.
c. Benoeming lid klachtencommissie Het presidium besloot mevrouw L. Matthijssen, die namens de Regionale Federatie van Ouderverenigingen, belangenbehartiger van mensen met een gehandicapt kind, deel neemt aan de klachtencommissie Deeltaxi West-Brabant voor een periode van drie jaar te herbenoemen. d. Bezuinigingen nieuwsbrief Bij het opstellen van de begroting 2013 voor de Regio West-Brabant is aan alle bestuurscommissies gevraagd om inzichtelijk te maken waar eventueel nog bezuinigingen mogelijk zijn. Als optie is daarbij vanuit KCV onder andere geopperd om de nieuwsbrief niet meer standaard per papier per post aan te bieden, om zo kosten van drukwerk en porti in de toekomst te kunnen reduceren. Het presidium heeft besloten om direct gevolg te geven aan deze actie, door in de nieuwsbrief van juni de voorkeuren van klanten uit te vragen (wel of geen behoefte aan nieuwsbrief, en zo ja, toezending per post of digitaal). Daar zijn eenmalig extra kosten aan verbonden aanpassing website en antwoordnummer), die indicatief geraamd worden op ca. € 7.000,-. De kostenbesparing per editie (2 x per jaar) wordt op € 7.000,- ingeschat. Beide getallen zijn zeer indicatief om dat het erg moeilijk in te schatten is hoeveel mensen prijs blijven stellen op ontvangst van de nieuwsbrief per post. 2. Stand van zaken/ontwikkelingen doelgroepenvervoer Advies doelgroepenvervoer Tussentijds heeft u het aan de bestuurscommissie ZWO uitgebrachte advies t.a.v. bundeling doelgroepenvervoer per mail ontvangen. Het daarbij gevoegde voorblad met beslispunten is o.a. naar aanleiding van overleg met de ambtenaren leerlingenvervoer aangepast. De bestuurscommissie ZWO heeft ingestemd met de beslispunten. Het relevante deel uit het verslag van de bestuurscommissie ZWO gaat hierbij als bijlage 2a. Inmiddels is duidelijk geworden dat de decentralisatie van de extramurale begeleiding per 2013 niet doorgaat. Of deze op een later moment wel wordt doorgezet, moet nog blijken. Zodra dit duidelijk is zal bezien moeten worden wat dit voor de planning zoals opgenomen in het advies (aansturend op een moment van evt. gebundelde aanbesteding per start schooljaar 2015/2016), moet betekenen. Aanbesteding bovenregionaal gehandicaptenvervoer Bijgevoegd de brief die de staatssecretaris schreef over de aanbesteding van het bovenregionaal vervoer (bijlage 2b). Belangrijk aandachtspunt hierin is de “toelating tot de voorziening”. Deze wordt mogelijk als taak weggelegd bij gemeenten. De vraag is wie deze toets gaat betalen als dit inderdaad gaat gebeuren. Met de VNG zal hierover contact worden opgenomen. Belastingregime leerlingenvervoer Eind 2005 wees een arrest van de Hoge Raad uit dat gemeenten als ondernemer beschouwd moeten worden als het gaat om het Wmo-vervoer. Hierdoor is recht op aftrek van btw ontstaan (onder verplichting tot afdracht van btw over reizigersinkomsten).
Per saldo levert dit de 18 West-Brabantse gemeenten per jaar ca. € 600.000,- voordeel op. Ten aanzien van het leerlingenvervoer is nu naar analogie van dit arrest een uitspraak gedaan door het Gerechtshof Den Haag. Daarin stond de vraag centraal of het leerlingenvervoer een btw-ondernemersprestatie is of recht geeft op een bijdrage uit het BTW-compensatiefonds. Het hof concludeert tot een btw-ondernemersprestatie, waardoor de gemeente recht op aftrek van btw heeft voor de ingekochte vervoersprestaties. Uiteraard betekent dit ook dat 6% btw is verschuldigd over de ontvangen vergoedingen van de ouders. De verwachting is dat de staatssecretaris beroep in cassatie zal instellen, De meeste gemeenten hebben geen bezwaar gemaakt tegen de heffing van btw over de afgelopen jaren. Door het bij de procedure betrokken adviesbureau worden gemeenten geadviseerd dat alsnog te doen. Op deze wijze kunnen de rechten (op teruggaaf) vanaf heden worden veiliggesteld. Zie ook Pleinplus, waar tevens de uitspraak gedownload kan worden. Deze informatie is reeds onder de ambtenaren leerlingenvervoer verspreid. 3. Voortgang en wijziging begroting substitutieplan Wmo/OV U heeft in de zomer van 2011 ingestemd met het West-Brabantse deel van het provinciebrede project substitutie Wmo-vervoer/OV. De middelen die de provincie daarvoor beschikbaar heeft gesteld (€ 108.000,-) zijn taakstellend. Hierbinnen is het presidium gemachtigd om te schuiven met bedragen tussen de verschillende projecten. De vigerende begroting is bijgevoegd (bijlage 3). Het presidium heeft inmiddels ingestemd met een wijziging van de begroting in verband met een nadere offerte ten aanzien van 2.7.1: monitoring reisgedrag acties. Dit betreft een 0- en 1 meting onder mensen die deelnemen aan de OV-cursussen (project 2.2), waarvan er in West-Brabant 50 gepland zijn. Het daarvoor geraamde bedrag van € 3.087,- was gebaseerd op een eerste, globale offerte. Deze voldeed onderzoekstechnisch niet: er zou geen inzicht ontstaan in de effecten van verschillende stimuleringsmaatregelen (wel of niet ontvangen van korting of een gratis OV-chipkaart bij deelname aan een cursus). Na uitgebreide discussie is onlangs een definitieve offerte ontvangen, die voor West-Brabant uitkomt op een kostenpost van ca. € 10.000,-. Met name de 1-meting is een kostbare zaak, omdat daarvoor enquêtes per post verstuurd gaan worden, die op een antwoordnummer retour gaan komen. Afwijkingen naar boven en naar beneden zijn mogelijk, afhankelijk van het definitieve aantal cursisten en de respons op de toegestuurde enquêtes. De extra kosten ten opzichte van de bijgaande begroting worden ten laste van het nog niet bestede deel (à 8.560,-) gebracht. Een korte toelichting op de stand van zaken per, voor West-Brabant relevant, project: 2.1. Opzet netwerk OV-gidsen Voor West-Brabant zijn 4 OV-gidsen opgeleid die de OV-cursussen verzorgen. 2.1.1.Onderzoek project OV-maatje Dit wordt door KCV, in samenwerking met enkele gemeenten, opgepakt.
2.2. OV-informatiebijeenkomsten Voor West-Brabant zijn 50 bijeenkomsten in te vullen. Tot nu toe hebben, in samenwerking met ouderenorganisaties,16 bijeenkomsten plaatsgevonden. In verband met de pilot in Rucphen (actie 2.3) worden er nog 10 bijeenkomsten ingepland. Op 24 mei heeft een evaluatiebijeenkomst over organisatie en inhoud van de cursussen plaatsgevonden. Diverse bijstellingen worden nu uitgewerkt. 2.2.1. Gratis OV-chipkaart 1000 personen (250 in West-Brabant) Dit is voor West-Brabant op “on hold” gezet, omdat het uitzetten van persoonlijke OVchipkaarten uitvoeringstechnisch moeilijk te organiseren valt. In andere regio’s is er voor gekozen om anonieme OV-chipkaarten te verstrekken. Hier kunnen echter geen producten als reductie voor ouderen en voor reizen in daluren gezet worden. In de pilot Rucphen wordt een korting op de aanschaf van een persoonlijke OVchipkaart verstrekt, waarbij de gemeente de administratieve handelingen op zich neemt. In beeld wordt gebracht wat het effect hiervan is op het reisgedrag van de betrokken personen. 2.3. Ontwikkeling informatiemateriaal voor toegankelijk OV Een haltewijzer, gericht op lijn 312 die de drie kernen in Rucphen aandoet, is bijna klaar. Deze haltewijzer wordt verspreid onder alle 65-plussers en de (overige) deeltaxipashouders in Rucphen. In aansluiting hierop worden OV-cursussen georganiseerd. Deelnemers aan deze cursus ontvangen 5 euro korting bij de aanschaf van een OV-chipkaart. Zowel de waardering voor de OV-haltewijzer als de invloed op het reisgedrag worden onderzocht. Naar verwachting kan de verspreiding van de Haltewijzer kort na de zomer z’n beslag krijgen. 2.7. Monitoring dashbord Een eerste proeve van het dashbord (waarin informatie van de vier betrokken regio’s, zowel wat het regiotaxivervoer als het OV betreft, gevisualiseerd wordt), is in een ambtelijk overleg gepresenteerd. Een aanvulling op de OV-gegevens wordt nog ingebracht. Een definitieve versie zal voor uw volgende vergadering verspreid worden. 2.7.1. Monitoring reisgedrag acties Via een 0- en 1-meting wordt onderzocht wat het effect is van de verschillende acties en varianten op het reisgedrag (OV en regiotaxi). 2.9 Communicatie, inspiratiedag Een “Wmo-inspiratiedag” vond 31 mei plaats. Ideeën werden gegenereerd en gedeeld over het Wmo-loket 2.0: hoe te bewerkstelligen dat voorliggende voorzieningen worden uitgenut waardoor de aanspraken op deeltaxivervoer kunnen verminderen. Daarnaast een verkenning van de mogelijkheden van voorliggende voorzieningen, met name op het terrein van vrijwilligersdiensten. Een uitgebreider verslag volgt. Het actieplan heeft een doorlooptijd tot einde 2012. In het bestuurslijk overleg tussen provincie en regio’s is afgesproken om in de septembervergadering het gesprek over het al dan niet (gewijzigd) doorzetten van dit plan op te starten.
4. Aanbesteding Brabants busvervoer/OV-visie De provincie Noord-Brabant heeft de relevante partijen uitgenodigd om een inbreng te leveren ten behoeve van de aanbesteding van het busvervoer. Deze brief, waarin ook de relatie naar de opstelling van een provinciale OV-visie wordt gelegd, gaat bij als bijlage 4a. Bijlage 4b is de door het presidium vastgestelde en verstuurde brief. 5. Eerste Bestuursrapportage 2012 De door het presidium vastgestelde bijdrage van KCV aan de eerste bestuursrapportage RWB (januari tot en met april) gaat hierbij. Hierin zijn in de bijlage de nieuwe ramingen voor de gemeentelijke/provinciale lasten 2012 opgenomen. Dit zijn de welbekende herijkingen, zoals die de afgelopen jaren steeds per vergadering van de bestuurscommissie zijn gemaakt. De BERAP wordt in juli vastgesteld door het Algemeen Bestuur, waarna de definitieve versie aan de deelnemers wordt toegestuurd. Met betrekking tot de discussie over de extra korting op de OV-samenwerkingsbijdrage: er is nog geen uitsluitsel over. Op 18 juni staat ambtelijk overleg ingepland. 6. Uitvoeringsprogramma Strategische Agenda Na de vaststelling van het Visiedeel van de Strategische Agenda is gewerkt aan het Uitvoeringsprogramma en de Governancestructuur die daarvoor wenselijk gevonden wordt. Voor de Economiepijler is deze door het DB al vastgesteld en aan de uitwerking wordt nu gewerkt. In de DB-vergadering van 15 juni is deze aan de orde geweest. De stand van zaken wordt nu aan de bestuurscommissies ter kennisname aangeboden om vervolgens op 6 juli aan het Algemeen Bestuur voorgelegd te kunnen worden. Bijgevoegd gaan het programma en de aanbiedingsbrief (bijlage 6a en 6b) Het Uitvoeringsprogramma is door de drie O’s in gezamenlijk overleg opgesteld. Op dit moment bestaat het met name uit de bijdragen van de individuele partners, voor zover zij zelf van mening zijn dat die activiteiten bijdragen aan de realisering van die Strategische Agenda. De onderlinge samenhang, afhankelijkheid en beïnvloeding is daarmee nog niet aangegeven. Dat is iets wat via de bespreking binnen de verbanden van de gekozen governancestructuur moet gaan gebeuren. Daar moeten de partners van Ecologie en Leefbaarheid hun inbreng op de activiteiten van de economische pijler borgen en omgekeerd. Voor de beoordeling hoe we dat doen en tot welke resultaten dat leidt, wordt de duurzaamheidsbalans van TELOS ingezet. Dat instrument moet periodiek de temperatuur meten van de basisambitie in de strategische agenda: Economie, ecologie en leefbaarheid ontwikkelen zich in balans met elkaar. In het overzicht is in de laatste kolommen ook aangegeven wie met de primaire uitvoering belast is. In nogal wat gevallen zijn dat Ondernemers en Onderwijs. De overheid speelt daarbij een facilliterende rol. De overheden zullen op het vlak van ruimtelijke ordening, infrastructuur, milieu, public affairs, cultuur en lobby veelal de lead hebben. De voor KCV-relevante acties betreffen het doelgroepenvervoer (onderdeel leefbaarheid, laatste actie op pagina 7) en OV (onderdeel mobiliteit, blz. 9).
De Uitvoeringsagenda is dus een dynamisch document wat de inzet en voortgang van de inzet van de partners benoemd in relatie tot de doelen uit het Visiedeel. Aan het eind van ieder jaar is voorzien in een Strategieconferentie waarin de partners met elkaar terugblikken (de balans opmaken) en aangeven wat er voor de komende jaarschijf vanuit hun perspectief op de rol staat. Op die manier wordt aan de bij de drie O’s gevoelde verantwoordelijkheid voor de realisering van de Strategische Agenda vormgegeven op een wijze die past bij de in deze regio gehanteerde governanceopvatting: alleen samen lukt het. Ook de Bestuurscommissies krijgen deze vraag voor het voor hen relevante deel uit het uitvoeringsprogramma voorgelegd. Ook zij zullen op die strategieconferentie de vraag krijgen, net zoals dat voor de andere partners geldt, aan te geven welke specifieke resultaten geboekt zijn. U wordt gevraagd kennis te nemen van het voor u relevante deel van de strategische agenda.
7. Leefbaarheid/Demografische ontwikkelingen In 2011 heeft de provincie Noord-Brabant 5 miljoen euro uit de intentieovereenkomst ‘Samen investeren in (West)-Brabant’ toegekend aan de RWB. In dit kader is de pilot ‘Regionale aanpak Leefbaarheid West-Brabant’ gestart in de zomer van 2011. De pilot heeft als doel de leefbaarheid te versterken door het uitvoeren van lokale projecten en daarnaast, tegen de achtergrond van demografische ontwikkelingen, gezamenlijke oplossingen te vinden voor gedeelde problematiek. De vraag ‘gedeelde problematiek gezamenlijk oplossen’ is beantwoord in het onderzoeksrapport ‘Naar een bovenlokale aanpak van leefbaarheid in West-Brabant’. Ook het project ‘Kansen voor de regio – tijdig inspelen op een ander demografisch perspectief voor West-Brabant’ is in de zomer van 2011 van start gegaan. Dit project komt oorspronkelijk voort uit de Ruimtelijke visie West-Brabant, maar is, nadat de regio door het rijk is aangeduid als anticipeerregio, gestart als een integraal project met als doel inzicht en bewustwording van de demografische ontwikkelingen resulterend in een manifest waarin stippen op de horizon 2040 zijn benoemd. De bouwstenen voor dit manifest treft u aan in het rapport “Bouwstenen voor het Manifest 2012-2040. De projecten Leefbaarheid en Demografische Ontwikkelingen zijn al een eind op streek. Het rapport ‘Naar een bovenlokale aanpak van leefbaarheid in West-Brabant’ http://www.westbrabant.eu/media/Naar_een_bovenlokale_aanpak_van_leefbaarheid_in_WestBrabant.pdf van het project Leefbaarheid en het rapport ‘Bouwstenen voor het Manifest 2012-2040’ http://www.westbrabant.eu/media/Bouwstenen_voor_manifest_2012-2040.pdf van het project ‘Kansen voor de regio – tijdig inspelen op een ander demografisch perspectief voor WestBrabant’ kunt u downloaden via de bovenstaande linken. U treft deze aan in de Kennisbank van de website http://leefbaarheid.west-brabant.eu
Beide projecten lopen parallel aan elkaar. Op 30 september 2011 zijn de projecten officieel gestart: 30 september 2011 Kick off bijeenkomst van de Pilot ‘regionale aanpak leefbaarheid West-Brabant’ Demografie
Leefbaarheid
Stap1 Verkennende gesprekken met sleutelfiguren uit de regiogemeenten en de maatschappelijke partners. Stap 2 Organiseren van drie subregionale werkateliers waaraan vertegenwoordigers van alle ‘O’s deelnamen
Stap 1 Ambtelijke gespreksronde met een (sub)regionale invalshoek Stap 2 Opstellen rapport en aanbevelingen ‘Naar een bovenlokale aanpak van leefbaarheid in West-Brabant
Stap 3 23 maart 2012 gezamenlijk organiseren van het congres“Groei”pijn, Bewegingen of Kansen voor de Regio Stap 4 Opstellen van Manifest 2012-2040 conform de opdracht van het project Demografie en vervlechting van de conclusies uit de beide rapporten. Om de colleges en de gemeenteraden te informeren over de tussentijdse resultaten en te betrekken bij de totstandkoming van het Manifest 2012-2040 is het voornemen om dit onderwerp aan de orde te laten komen bij de reeds geplande regionale collegedag (19 september) en regionale raadsbijeenkomst (26 september). De conclusies uit de beide rapporten worden dan in oriënterende zin besproken. Over de invulling van de bijeenkomsten wordt nog nader gecommuniceerd. ADVIES VOOR BESLUITVORMING
De Bestuurscommissie KCV neemt kennis van de mededelingen.
Bijlagen 6.1a en 1b actuele cijfers van het aantal ritten en de percentages meldingen en klachten over de eerste vier maanden van 2012 6.2a concept-verslag bestuurscommissie ZWO d.d. 10 mei 2012 6.2b brief van de staatssecretaris over de aanbesteding van het bovenregionaal vervoer 6.3 begroting substitutie Wmo-vervoer/OV 6.4a brief van provincie over aanbesteding OV 6.4b brief van KCV aan provincie over aanbesteding OV 6.5 bijdrage KCV aan eerste BERAP 2012 6.6a aanbiedingsbrief Uitvoeringsprogramma Strategische Agenda 6.6b uitvoeringsprogramma Strategische Agenda.