Afval loont! Onderzoek naar beloningssystemen voor zwerfafval en recycling
In opdracht van Stadsdeel Amsterdam Oost
Juli 2013 Public Result B.V. Postbus 11649 2502 AP Den Haag Tel: 070 – 3468816 Fax 070 – 3644151 e-mail:
[email protected] http: www.publicresult.nl Opdrachtnummer: ZWETI13/29
1
Inhoud 1. Inleiding
3
1.1 AANLEIDING
3
1.2 ALGEMENE WERKWIJZE
3
1.3 DOEL VAN HET PROJECT
4
1.4 LEESWIJZER
4
2. Karakteristiek Stadsdeel Oost
5
2.1 ALGEMENE KARAKTERISTIEK
5
2.2 DE BUURTEN NADER BEZIEN
6
2.3 DE INDISCHE BUURT
8
2.4 AANPAK (ZWERF-)AFVAL IN STADSDEEL OOST
3. Afval en belonen: een verkenning
10
12
3.1 DE FUNCTIE VAN BELONEN
12
3.3 EFFECTIEF BELONEN
13
3.4 VORMEN VAN BELONEN BIJ (ZWERF-)AFVAL
14
3.5 RANDVOORWAARDEN BIJ HET BELONEN
15
4. Literatuurverkenning beloningssystemen
16
4.1 CRITERIA
16
4.2 BELONINGSSYSTEMEN
17
4.3 EINDOORDEEL: TOEPASBAARHEID IN DE INDISCHE BUURT
39
4.4 MENINGEN VAN RESPONDENTEN
39
5. Afval loont
42
5.1 ALGEMEEN
42
5.2 BUSINESSCASE REVERSE VENDING MACHINES
42
5.3 KLEINSCHALIGE INZAMELPUNTEN IN DE BUURTEN
43
5.4 BELONEN VAN ZWERFAFVALPROJECTEN)
44
5.5 COMMUNICATIESTRATEGIE
44
BRONNENLIJST
45
2
1
. Inleiding
1.1
AANLEIDING Op 1 januari 2010 is het Focusprogramma Zwerfafval van start gegaan. Dit ambitieuze actieprogramma wordt uitgevoerd in opdracht van de VNG en VNO-NCW en bestaat uit twee onderdelen: Gemeente Schoon en Nederland Schoon. Het onderdeel Gemeente Schoon wordt door Agentschap NL uitgevoerd in samenwerking met de Vereniging voor afval- en reinigingsmanagement (NVRD) en Nederland Schoon door de Stichting Nederland Schoon. Dit thematraject, waarbij gemeenten en intermediairen worden ondersteund bij het uitvoeren van een effectieve aanpak van zwerfafval, valt onder het onderdeel Gemeente Schoon. Thematrajecten hebben als doel om gemeenten kennis en ervaring op te laten doen met een specifiek aspect van zwerfafvalbestrijding. Te denken valt aan monitoring, reiniging, communicatie, handhaving en participatie. De ondersteuning vanuit Public Result richt zich op participatie en helpt gemeenten (nieuwe) kennis over bepaalde thema’s eigen te maken en in de praktijk toe te passen.
1.2
ALGEMENE WERKWIJZE De uitvoering van het thematraject zwerfafval bevat de volgende stappen: · 1. Het voeren van intakegesprekken 2. Het organiseren van een workshop met deelnemende gemeenten 3. De begeleiding van gemeenten bij het opzetten en uitvoeren van het participatieproject binnen de aanpak van zwerfafval 4. Het organiseren van een evaluatiebijeenkomst met deelnemende gemeenten 5. Het documenteren van de resultaten en de evaluatie 6. Terugkoppeling aan Agentschap NL. Het intakegesprek is in januari 2013 gevoerd met Touria Sbaa (projectleider schoon), Riny de Jonge (afdelingshoofd), Mario Weij (teammanager Veegdienst) en Gülsüm Kürk (projectleider schoon). In een constructief gesprek is ingegaan op de doelstelling van het project, te weten een verkenning naar de mogelijkheden om beloningsystemen met betrekking tot de aanpak van (zwerf-)afval te introduceren. 3
Deze beloningsystemen zijn breder toepasbaar dan alleen voor zwerfafval, bijvoorbeeld als het gaat om het ‘omgekeerd inzamelen’. Het Stadsdeel opteert ook voor deze bredere aanpak. Vanuit de doelstellingen van het Focusprogramma kan worden gesteld dat ook bij een bredere toepassing er steeds een component gericht op (het voorkómen van) zwerfafval aanwezig is. Bovendien kan belonen een belangrijke prikkel zijn om participatie te bewerkstelligen.
1.3
DOEL VAN HET PROJECT Het project heeft zich gericht op het volgende: 1. Een brede inventarisatie van al aanwezige beloningssystemen op het terrein van (zwerf-)afval en hun succesfactoren / succesprojecten. In de inventarisatie is het belangrijk om onderscheid te maken tussen welke beloningssystemen er zijn (geld/coupon/faciliteiten aangeboden door de gemeente of alleen een zogenaamd schouderklopje), wat hun doelgroepen zijn, hoe het wordt uitgevoerd en hoe succesvol ze zijn. 2. Een nadere uitwerking die zich met name gaat richten op de Indische buurt. Daarvoor moet een scan van dit gebied worden gemaakt: wie woont waar, welk beloningssysteem past daar het beste bij en hoe kan dit vorm worden gegeven? Zeker bij dit laatste onderdeel is de ontwikkeling van een succesvolle communicatiestrategie van belang.
1.4
LEESWIJZER In het voorliggende rapport wordt allereerst een karakteristiek gegeven van Stadsdeel Oost en de verschillende buurten (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een korte beschouwing gegeven van de functie van belonen en de criteria waaraan voldaan moet worden om belonen effectief en doelmatig in te zetten. Hoofdstuk 4 omvat een inventarisatie van bestaande beloningssystemen in binnen- en buitenland. Om de wenselijkheid van het introduceren van een beloningssysteem bij bewoners te sonderen, is tevens een beknopte enquête onder bezoekers van een festival in de Indusche Buurt gehouden ten aanzien van het introduceren van een beloningssysteem, waarvan in het hoofdstuk verslag wordt gedaan. Hoofdstuk 5 beschrijft op basis van de informatie uit de voorgaande hoofdstukken tot slot de opzet van enkele mogelijke beloningsprojecten.
4
2. 2.1
Karakteristiek Stadsdeel Oost ALGEMENE KARAKTERISTIEK Stadsdeel Amsterdam Oost telt ruim 122.000 inwoners en omvat de volgende deelgebieden: Oud Oost, Indische Buurt, Watergraafsmeer, Oostelijk Havengebied en IJburg, alsmede een aantal parken. Bij de verdere realisering van IJburg groeit het inwonertal naar 139.000 in 2025.
Op de volgende pagina wordt een karakteristiek van het Stadsdeel en de onderscheiden deelgebieden gegeven.
5
Amsterdam
Stadsdeel
Oud
Indische
Watergraafs-
Oostelijk
Oost
Oost
Buurt
meer
Havengebied
IJburg
790.000
122.000
32.400
22.900
19.100
18.700
29.100
tot 25 jaar
29%
31%
28%
29%
29%
30%
41%
65 jaar e.o.
11%
8%
8%
9%
18%
5%
3%
niet-westers
35%
34%
39%
53%
18%
22%
37%
westers allochtoon
16%
15%
15%
13%
16%
17%
13%
autochtoon
50%
52%
46%
34%
66%
62%
51%
6%
6%
8%
9%
4%
5%
4%
‘€ 29.600
€ 31.100
€ 27.500
€ 24.200
€ 31.900
€ 39.600
€ 42.300
59.700
10.500
2.100
1.200
2.100
1.900
3.200
42.400
5.700
.
.
.
.
.
aantal inwoners
allochtoon
werkloosheid als % beroepsbevolking besteedbaar inkomen/huishouden leerlingen basisonderwijs leerlingen voortgezet onderwijs
Bron: O+S Amsterdam 2012, bewerking Public Result
Stadsdeel Oost kent dus een wat jongere leeftijdsopbouw dan de gehele stad. Ook ligt het percentage bewoners met een allochtone herkomst wat lager en het gemiddeld inkomen wat hoger. De verschillen tussen de deelgebieden zijn bijzonder groot. Er is sprake van zeer gevarieerde woonmilieus: van oude, relatief dichtbevolkte stedelijke buurten (bijvoorbeeld in de Indische Buurt) tot tuindorpen in Watergraafsmeer, van de herontwikkeling van voormalige haventerreinen en spooremplacementen tot nieuwbouw op eilanden in het IJsselmeer (IJburg). Het Stadsdeel is volgens haar website sterk in opkomst. Het inwonertal groeit, het aandeel gezinnen neemt toe. Het aandeel huishoudens met een minimum inkomen en het aandeel werklozen van niet-westerse herkomst is wel groter dan gemiddeld in de stad. Met de komst van bewoners in nieuwe buurten zijn de maatschappelijke verschillen binnen het Stadsdeel toegenomen.
2.2
DE BUURTEN NADER BEZIEN Het onderzoek Wonen van de gemeente geeft een beeld van de tevredenheid van de bewoners over hun buurt. Vooral in de nieuwe buurten zijn de bewoners tevreden, zoals
6
Java eiland, KNSM eiland, Oostelijke Handelskade, Sporenburg en Steigereiland. Dat geldt ook voor de bewoners van de Weesperzijde, Don Bosco, Amsteldorp, Tuindorp Frankendael, Middenmeer en Park de Meer. De Dapperbuurt, Cruquiusbuurt, Rieteilanden West, Julianapark en Betondorp nemen een tussenpositie in. De buurten die het minder goed doen liggen vooral in de 19e eeuwse en vroeg 20e eeuwse gordel, maar ook in enkele nieuwbouwgebieden. Het gaat om Oosterparkbuurt, Transvaalbuurt, Timorbuurt, Makassarbuurt, Ambonbuurt, Sumatrabuurt, Omval-Van der Kunbuurt, Weespertrekvaart, Sciencepark en Haveneiland West. Het meest negatief wordt Weespertrekvaart beoordeeld, dat vooral door studenten wordt bewoond.
Objectieve gegevens, die op basis van correlaties een voorspellende waarde voor de leefbaarheid hebben, worden gevonden in de ‘Leefbaarometer’ van het ministerie van Binnelandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Vijf elementen van de leefbaarheid van wijken en buurten worden daarbij afgezet tegen het landelijk gemiddelde: veiligheid, woningvoorraad, voorzieningenniveau, bevolkingssamenstelling, publieke ruimte en sociale samenhang. Volgens de Leefbaarometer varieert de leefbaarheid in Stadsdeel Oost van negatief, matig, matig positief tot positief en zeer positief (zie figuur op de volgende pagina). Het beeld correspondeert goed met de beleving door de bewoners.
7
2.3
DE INDISCHE BUURT Een deel van het onderzoek richt zich specifiek op de Indische Buurt, bestaande uit de Timorbuurt en Ambonbuurt (buurtcombinatie Indische Buurt West) en de Makassarbuurt en Sumatrabuurt (buurtcombinatie Indische Buurt Oost). In het onderstaande wordt een karakteristiek van deze buurten gegegeven op basis van de samenvattende factsheet van het Stadsdeel Oost ‘Oost in 31 buurten 2011’. •
De Indische Buurt kenmerkt zich door relatief veel sociale huurwoningen. Zo is, afhankelijk van de buurt, dit 64% tot 87% van de woningvoorraad).
•
De vier buurten van de Indische Buurt kennen de minst gunstige sociaal-economische positie in het Stadsdeel. Het gemiddeld netto maandinkomen ligt op € 1.750. Afhankelijk van de buurt heeft 23% tot 28% van de huishoudens een minimum inkomen. Een kleine 10% van de bewoners heeft een WWB-uitkering. Tussen de 10% en 13% van de potentiële beroepsbevolking is werkloos.
•
Relatief veel jongeren groeien op in huishoudens met een minimum inkomen. Op essentiële momenten in hun onderwijscarrière hebben zij het moeilijk: de CITO-scores liggen laag, relatief veel kinderen krijgen het volgen van praktijkonderwijs of vmbo als advies, het aandeel voortijdige schoolverlaters ligt boven het gemiddelde van het Stadsdeel.
8
•
Het bewonersoordeel over de leefbaarheid en veiligheid blijft in de Indische Buurt achter bij het gemiddelde van Stadsdeel Oost. Het schoonhouden van straten en stoepen ligt volgens de bewoners van de Makassar- en Ambonbuurt op een gemiddeld niveau, maar wordt in de Timor en Sumatrabuurt als onvoldoende ervaren. In alle vier de buurten laat vooral de subjectieve veiligheid te wensen over, evenals de verloedering en sociale cohesie. De Timorbuurt scoort het slechtst als het gaat om verloedering, de Makassarbuurt als het gaat om sociale cohesie.
Ook hier correspondeert het beeld met dat van de Leefbarometer:
Een deel van de Indische Buurt wordt opgeknapt. Zo wordt het Makassarplein in het voorjaar van 2013 opnieuw ingericht, zodat het plein weer een ‘huiskamer' van de buurt wordt waar jong en oud graag komen om te sporten, spelen, tuinieren en elkaar te ontmoeten. De woningcorporaties zijn hard aan de slag om de woningblokken te vernieuwen of te renoveren en nieuwe bedrijven aan te trekken.
9
2.4
AANPAK (ZWERF-)AFVAL IN STADSDEEL OOST De uiteindelijke keuze voor een beloningssyteem wordt in belangrijke mate bepaald door de doelen van Stadsdeel Oost met betrekking tot het (zwerf-)afvalbeleid. Bij de uitvoering van het project zullen deze doelen samen met de projectgroep worden geformuleerd of opgehaald vanuit het bestaande beleid. Wel is Stadsdeel Oost druk bezig met de aanpak van (zwerf-)afval en heeft op dit terrein veel kennis in huis. De volgende mogelijke aanknopingspunten voor het project kunnen worden genoemd: •
Sinds 2006 bestaat het project ‘Adopteer een afvalbak’. In eerste instantie is het project in werking getreden in Zeeburg. In 2007 is het project ook gestart in Oud-Oost en na de fusie tussen de verschillende gebieden verder uitgewerkt in Stadsdeel Oost. Naast dit project werkt het Stadsdeel vooral faciliterend. Er zijn al bewoners die het Stadsdeel zelf benaderen dat ze weer aan de slag willen met hun buren in hun eigen straatje. Soms is dit een voorjaars- of najaarschoonmaak.
•
In het Stadsdeel zijn sinds 2008 schoonmaakhelden actief; stoere kinderen die leren hoe belangrijk een schone buurt is. Ze gaan de straat op om zwerfafval op te ruimen. Of worden Junior Afvaladviseurs die tijdens workshops leren over afval, milieu en recycling. Aan het project doen ruim 1.400 kinderen van 4 tot 12 jaar en hun begeleiders mee uit verschillende buurten in Oost via de basisschool of naschoolse opvang. Het project is mede mogelijk door Eigen Haard, de Alliantie, Ymere, de Key, Rochdale en Stadgenoot. Op verzoek van deelnemende basisscholen in de Indische Buurt, Transvaalbuurt en IJburg wordt het project dit jaar ook aangeboden in de kleuterklassen.
•
De Indische Buurt (vooral de Makassarbuurt) kent al een beloningssysteem in de vorm van de ‘Makkie’. De Makkie is vooral bedoeld als ruilmiddel voor diensten, maar wordt ook als beloning voor het prikken van zwerfafval ingezet. Dit is een initiatief van het partnerschap ‘De Makkie’, dat bestaat uit woningstichting Eigen Haard, Stadsdeel Oost, Civic Zeeburg, Qoin en de Makassarplein Community. Het Makkies project wordt als interessant voor een beloningssysteem rond (zwerf-)afval gezien, al heeft het project wel een bepaalde kwetsbaarheid. Zo moet het voor de ondernemers zakelijk interessant zijn om deel te nemen. Van de website van Makkie: Samen met mijn vrienden doe ik vaak mee met zwerfvuilacties. Met de Makkies die we verdienen gaan we gezellig met z’n allen naar Studio K."
10
•
Het grootste probleem in het Stadsdeel is dat veel mensen niet meedoen aan afvalscheiding en dat er mensen zijn die hun afval bijplaatsen bij de ondergrondse containers. Qua afvalscheiding is het doel van het bestuur van Stadsdeel Oost om te voldoen aan de Amsterdamse norm voor bronscheiding van huishoudelijk afval van 20% in 2014. Op dit moment is dat 16%, dus een mismatch van 4%. Het probleem van bijplaatsingen wordt veroorzaakt, doordat er naast de containers karton en verpakkingen worden neergezet (vooral met feestdagen). Afhankelijk van de opslagruimte bij huizen in bepaalde buurten wordt er 1 of 2 keer per week het grofvuil opgehaald. Desondanks ligt er toch vaak grofvuil bij de containers. Daarom is dit een speerpunt voor het Stadsdeel bij de aanpak van zwerfvuil.
•
In Amsterdam zijn zes afvalpunten aanwezig, waar gescheiden afval aangeboden kan worden (huisvuil, grofvuil, glas en papier, textiel en schoenen, klein chemisch afval, kunststof). Voor het Stadsdeel Oost is het afvalpunt gevestigd aan de Cruquiusweg.
11
3. 3.1
Afval en belonen: een verkenning DE FUNCTIE VAN BELONEN Belonen kan op twee manieren: als betaling voor geleverde diensten en als middelen om te komen tot een gedragsverandering. Beide opties kunnen zinvolle instrumenten zijn bij het streven om de hoeveelheid (zwerf-)afval te verminderen. Ook is een combinatie denkbaar van beide opties. Vanuit de psychologie wordt belonen gebruikt om tot een gedragsverandering te komen. Strikt genomen is er een onderscheid tussen belonen en bekrachtigen (reinforcement). Een beloning fungeert als positieve bekrachtiger als het gewenst gedrag uitlokt of versterkt, maar een beloning hoeft op zich niet tot het gewenste resultaat te leiden. Bij het inzetten van het instrument van belonen zal dan ook duidelijk gekeken moeten worden welke vormen van belonen (kunnen) leiden tot gedragsverandering. En leidt dit tot een tijdelijke gedragsverandering die alleen optreedt zolang de beloning wordt gegeven, dan wel een duurzame conditionering waarbij de gedragsverandering aanwezig blijft nadat de tijdelijke beloning is gestopt. Dat laatste is uiteraard het doel. Een aandachtspunt is uiteraard of belonen effectiever werkt dan straffen. Bij dat laatste moet in het kader van (zwerf-)afval worden gedacht aan handhaving (boetes e.d.) in het geval van bijplaatsingen en zwerfafval. Uit de experimentele gedragsanalyse komt naar voren dat in ieder geval bij dieren en jongeren belonen meer leidt tot een structurele gedragsverandering dan straffen: “hersenen van pubers schijnen zo te werken dat ze op de een of andere manier nog niet met negatieve kritiek om kunnen gaan; ze worden nauwelijks actief op het moment dat er een straf wordt uitgedeeld”.1 Ook bij volwassenen leidt straffen tot een minder duurzaam resultaat dan belonen. Bij straffen zullen mensen precies doen wat van hen gevraagd wordt, maar ook niet meer, zolang sprake is van een acute dreiging. Bij belonen creëren de hersenen een link tussen gedrag en de beloning. Dat zorgt voor een automatische neiging om het gedrag vaker te vertonen.2
1 Dr Marius van Dijk: Belonen is het effectiefste middel om gedrag te veranderen; NVVK info april 2011 2 Corinne Klaver: Beloon en straf in een verhouding van vier op één; www.expand.nl
12
Daarnaast speelt het punt in hoeverre de noodzakelijke inspanning (=samenwerking/ afstemming tussen afdelingen en intensiteit van controleren) voldoende effect sorteert in termen van een structurele gedragsverandering en voldoende opweegt tegen de betrekkelijk kleine pakkans. De ervaring leert dat alleen als handhaving structureel wordt toegepast er voldoende dreiging van uitgaat om het probleem van zwerfafval en bijplaatsingen grotendeels te voorkomen.
3.2
EFFECTIEF BELONEN Belonen leidt alleen tot een duurzame gedragsverandering als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan: • De beoogde gedragsverandering moet binnen de mogelijkheden van de doelgroep liggen. Zo moet deze tot op zekere hoogte aansluiten bij het (cultureel) normen- en waardenpatroon; is dat niet het geval dan ligt het voor de hand eerst een intensief communicatietraject te starten, alvorens te gaan werken met beloningen. Ook moet het binnen de praktische mogelijkheden van de doelgroep liggen. Als niet aan dergelijke voorwaarden is voldaan, lijkt het met een beloning sturen op een gedragsverandering weinig kansrijk. • De beloning moet zich specifiek op een doelgroep richten, waarbij de doelgroep de beloning als relevant ervaart. Kaartjes voor een dance festival zijn over het algemeen aantrekkelijker voor jongeren dan voor ouderen, een geldelijke beloning kan voor huishoudens met een minimum inkomen belangrijker zijn dan voor hogere inkomens, enz. • De beloning moet consequent en gedurende langere tijd worden gegeven. Het belonen mag ook niet ten koste gaan van de eigen intrinsieke motivatie. Het is niet de bedoeling dat mensen alleen vanwege de beloning het gewenste gedrag vertonen. Het belonen kan dan zelfs een averechts effect hebben als dit na verloop van tijd weer wordt gestopt. Hoewel deze randvoorwaarden soms als een open deur over komen, is het wel van belang hier goed rekening mee te houden bij de ontwikkeling van een beloningssysteem (zie ook hoofdstuk 4). Bij de ontwikkeling van een beloningssysteem zal op ten minste twee momenten afstemming met de beoogde doelgroepen moeten plaatsvinden: aan het begin van het traject om zicht te krijgen op de motivatie en de mogelijke invloed daarop van beloningen; aan het eind van het traject om de doelen van het Stadsdeel en de inzet daarbij van het beloningssysteem goed te communiceren met de betreffende doelgroep.
13
3.3
VORMEN VAN BELONEN BIJ (ZWERF-)AFVAL Er zijn verschillende vormen van belonen denkbaar: • Materiële vormen van belonen, dat wil zeggen geld of een vergelijkbaar middel waarmee goederen of diensten kunnen worden gekocht. • Immateriële vormen van belonen, waarbij de tegenprestatie bestaat uit het leveren van diensten. Deze diensten kunnen eventueel worden gekoppeld aan het realiseren van maatschappelijke doelstellingen (bijvoorbeeld gericht op deelname aan de samenleving of reïntegratie in het arbeidsproces). • Symbolische vormen van belonen, waarbij het gaat om een blijk van waardering. De beloningen kunnen zich zowel richten op de individuen die een bijdrage leveren, als op groepen (bijvoorbeeld de buurt of wijk). Enkele voorbeelden van het materieel belonen in het kader van (zwerf-)afval zijn: •
Het zelf wegbrengen van afval naar inzamelpunten waarvoor een vergoeding (geld) wordt gegeven (omgekeerd inzamelen). De vergoeding is mogelijk doordat wordt bespaard op de kosten van afvalinzameling/-scheiding en en het afval verwerkt kan worden tot grondstoffen. Een variant zijn de Tomra inzamelmachines.
•
De acties van de Deventer Schoon Familie, waaraan burgers, scholen, verenigingen, enz. kunnen deelnemen en waarvoor zij ‘Cambi’s’ (muntjes) ontvangen die zijn in te wisselen tegen producten. Toegespitst op het Stadsdeel Oost zou gedacht kunnen worden aan een verbreding van het concept van de ‘Makkies’ in de Makassarbuurt. De vraag is daarbij dan wel in hoeverre de Makkie dan nog een ruilmiddel in de strikte betekenis van het woord is.
•
Zakgeldprojecten waarbij kinderen direct geld (bijvoorbeeld in Rotterdam) of stempels waarmee activiteiten kunnen worden gedaan (bijvoorbeeld Almere) krijgen voor klussen in de wijk. Het inzamelen van zwerfafval kan één van de klussen zijn.
•
Scholen en verenigingen die hun directe omgeving schoonhouden en in ruil daarvoor lagere afvaltarieven betalen of op andere wijze compensatie krijgen.
Bij immateriële vormen van belonen kan worden gedacht aan: •
De inzet van langdurig werklozen voor het opruimen van zwerfafval, waarvoor in ruil een opleidings- of reïntegratietraject wordt aangeboden.
•
Een extra inspanning van een gemeente of Stadsdeel om (kleine) voorzieningen in een wijk te realiseren of middelen aan het wijkbudget toe te voegen in ruil voor de inzet van bewoners om te komen tot minder zwerfafval, afvalbakken/-containers te adopteren of gebiedjes in collectief beheer te nemen. Ook een feestje in de wijk kan in dit kader als beloning worden gezien.
Tot slot zijn er symbolische beloningen:
14
• Voorbeelden hiervan zijn: de Zapper van het jaar, een bedankje of een (publiekelijk) schouderklopje.
3.4
RANDVOORWAARDEN BIJ HET BELONEN Het belonen moet niet alleen effectief zijn, maar ook doelmatig: • Dat betekent dat sprake is van een acceptabel evenwicht tussen (financiële) kosten en (financiële en maatschappelijke) baten. • Ook moet een beloningssysteem inpasbaar zijn in de organisatie, waarbij het bijvoorbeeld gaat om benodigde en mogelijke fysieke infrastructuur, werkprocessen en voldoende capaciteit. Bij de keuze van een beloningssysteem moet vanzelfsprekend op deze criteria worden getoetst.
15
4. 4.1
Literatuurverkenning beloningssystemen CRITERIA In dit hoofdstuk passeert een aantal beloningssystemen uit binnen- en buitenland de revue, die worden beschreven aan de hand van een aantal criteria. Tevens vindt een beoordeling van de toepasbaarheid in de Indische Buurt plaats. Beschrijvende criteria • Doelstelling van het systeem • Startjaar van het systeem • Initiatiefnemer • Locaties waar het systeem wordt toegepast • Nadere kenmerken van de locaties • Werkingsprincipe • Doelgroepen waarop het systeem zich richt • Praktische uitvoeringsaspecten • Organisatorische aspecten • Communicatie • Toekomstperspectief Toepasbaarheidscriteria • Doeltreffendheid van het systeem: worden de beoogde doelen bereikt? • Doelmatigheid van het systeem: hoe verhouden kosten en opbrengsten zich tot elkaar? • Specifieke criteria Stadsdeel: in hoeverre voldoet het systeem aan de eisen van het Stadsdeel? • Toepasbaarheid: Geschiktheid beloningssysteem voor de Indische Buurt? Nadere beschouwing toepasbaarheidscriteria Doeltreffendheid Het is van groot belang dat het te introduceren systeem bijdraagt aan de doelen die het Stadsdeel zich stelt. Het primaire doel is volledige recyclebaarheid van het ingezamelde ‘afval’ (afval bestaat niet). In het verlengde hiervan kan ook een bijdrage worden geleverd aan de vermindering van zwerfafval (het hoofddoel van het Focusprogramma) en bijplaatsingen (naast ondergrondse containers).
16
Secundair kunnen maatschappelijke doelen worden toegevoegd. Zo is het denkbaar dat met het inzamelen en recyclen ook werkgelegenheid, al dan niet op reguliere basis, kan worden gerealiseerd, wat bijdraagt aan de wijkeconomie en de zelfredzaamheid van de betrokkenen (met name bij lagere inkomens). Doelmatigheid Het gaat hierbij om de balans tussen enerzijds de investerings- en beheerkosten en anderzijds de baten in de vorm van de opbrengsten van het ingezamelde ‘afval’ en de eventuele besparingen die mogelijk zijn op het beheer van de openbare ruimte (als sprake kan zijn van het verminderen van vegen of weghalen van bijplaatsingen bij ondergrondse afvalcontainers). In het kader van de literatuurverkenning is het overigens niet altijd mogelijk hier voldoende concrete uitspraken over te doen. Specifieke criteria Stadsdeel Het Stadsdeel heeft aangegeven dat de instapkosten van een beloningssysteem niet te hoog mogen zijn, zonder daarbij nu al een drempelwaarde aan te geven. Uiteraard moet hierbij rekening worden gehouden met de schaal van het Stadsdeel (122.000 inwoners) c.q. de Indische Buurt (23.000 inwoners). Het Stadsdeel is verder op zoek naar een systeem waarin een goede communicatie richting de bewoners centraal staat. Ook is een vraag van het Stadsdeel of het beloningsssyteem is in te bouwen in het al bestaande ‘Makkie’-systeem dat in de Indische Buurt wordt gehanteerd of daartoe kan worden uitgebreid. Dit is uiteraard efficiënter dan de ontwikkeling van een parallel systeem, al zal wel bezien moeten worden in hoeverre een eventuele uitbreiding van het Makkie systeem haalbaar is. Toepasbaarheid voor de Indische Buurt Effectieve, efficiënte en betaalbare systemen hoeven nog niet altijd geschikt te zijn voor de Indische Buurt. Vraagt een systeem bijvoorbeeld om een uitgebreide afvalscheiding thuis, dan is dat op een woonoppervlak van 60m² vaak niet gemakkelijk te realiseren. Ook kan een systeem dat veronderstelt dat het recyclebare afval door de bewoners naar de twee afvalpunten in Amsterdam Oost wordt gebracht voor een aantal bewoners (leeftijd, geen auto) belemmerend of in ieder geval drempelverhogend werken. 4.2
BELONINGSSYSTEMEN Bij de beschrijving van beloningsystemen worden twee verschillende doelen van het beloningssysteem onderscheiden:
17
• Afvalscheiding/hergebruik. Hierbij is het doel van het beloningssysteem: het stimuleren van een actieve inzet van bewoners bij het gescheiden inleveren van hun afval. • Zwerfafval. Hierbij is het doel van het beloningssysteem: het stimuleren van bewoners om mee te helpen hun directe leefomgeving schoon te houden. Qua type beloning worden drie verschillende vormen onderscheiden: • Financieël. Geld of een vergelijkbaar middel waarmee goederen of diensten kunnen worden gekocht. • Producten en/of diensten. Het faciliteren van middelen/materialen om te kunnen participeren, waardoor het makkelijker/aantrekkelijker wordt voor mensen om mee te doen. • Symbolische vormen van belonen. Het zogenaamde ‘schouderklopje’, het geven van een blijk van waardering. De onderzochte beloningsystemen kunnen in het onderstaande schema worden ondergebracht op basis van hun kenmerken. BELONING
I n Beloningssystemen d e Afvalscheiding/ hergebruik D O E L
v o l g Zwerfafval e
Financieel
Producten/Diensten
Symbolisch
Geld
Meer service
Wedstrijd winnen
Korting
Loting
Gratis afvalbakken/zakken/ bezems
Openbaar schouderklopje
Waardebon
Organisatie activiteiten
Diftar systeem Afval Loont Reverse vending/ Tomra/Retourette automaten Omgekeerd inzamelen Recycle bank Deventer Schoonfamilie Zakgeldprojecten Crownie, Schapekop, enz.
I In onze literatuurstudie zijn wij nog een aantal vormen van beloningsystemen tegengekomen, die mogelijk interessant zijn voor in de Indische Buurt, maar waar we onvoldoende informatie over hebben kunnen vinden: • Loterij onder recycleraars (zelf opgeven bij gemeente als je recycled, maandelijks kans maken op prijs: in Lewisham, Groot-Britannië)
18
• Prijs voor ‘best recycling estate’, (elk jaar prijs voor flat waar het meeste wordt gerecycled, of waar de grootste vooruitgang is geboekt qua recycling. Geld moet worden geïnvesteerd in faciliteiten voor in de flat naar eigen keuze van de bewoners: in Westminster, Groot-Britannië) • Recycle-tegoeden sparen binnen bewonersverenigingen (tegoeden kunnen worden besteed aan de inrichting van gemeenschappelijke ruimtes: in Birmingham, GrootBrittanië) Stadsdeel Amsterdam Oost heeft aangegeven vooral geïnteresseerd te zijn in het laatstgenoemde systeem: de Recycle-tegoeden. Wij zijn daarom op zoek gegaan naar aanvullende gegevens om dit systeem uit te kunnen werken. Uit de deskresearch bleek dat de onderneming, die plannen had om te starten met de Recycle-tegoeden in Birmingham: ‘Brumcan Recycling Ltd’, niet meer bestaat. Pogingen om in contact te komen met twee mensen uit Birmingham, die waarschijnlijk meer kunnen vertellen over het Recylce-tegoeden project, hebben tot nu toe helaas niets opgeleverd. In de volgende paragrafen komen de al geïnventariseerde beloningssystemen één voor één aan bod.
4.2.1 Diftar systeem geDIFferentieerd TARief “De vervuiler betaalt, de voorkomer bespaart” Doelstelling
Meer afvalscheiding stimuleren en mensen zelf invloed geven op de hoogte van hun afvalkosten.
Startjaar
Verschillend (sinds 1993).
Initiatief
Afvalverzamelaar ROVA is begonnen met het introduceren van het Diftar systeem in haar gemeenten (beschikt als eerste over een EDP-gecertificeerd Diftarsysteem).
Locatie(s)
In toenemende mate wordt in gemeenten de reinigingsheffing gekoppeld aan de hoeveelheid aangeboden afval door huishoudens. Recente voorbeelden zijn o.a.: Hengelo (per 1 januari 2012), Deventer (per 1 januari 2013).
Kenmerken
•
Gemeentebrede invoer, alle huishoudens doen mee.
locatie(s)
•
Diftar BV geeft aan dat het systeem in kleinere (tot 100.000 inwoners) gemeenten en in landelijke gebieden meer geaccepteerd dan in grote steden: minder problemen met communicatie en handhaving.
19
Principe
Voor elk huishouden wordt geregistreerd hoeveel afval er wordt aangeboden. Hoe meer afval, hoe hoger de afvalstoffenheffing. Dit kan ook in positieve zin opgevat worden: hoe minder afval aanbieden, hoe minder betalen.
Doelgroep(en)
Alle huishoudens in een gemeente die werken met het Diftar systeem.
Uitvoering
•
(praktisch)
Er kunnen verschillende tariefsystemen gehanteerd worden binnen Diftar, bijvoorbeeld: o
Tarief op basis van aangeboden totaalgewicht van afval
o
Tarief op basis van hoeveelheid aangeboden afvalzakken
o
Tarief op basis van aantal ledigingen en omvang van container
o
Sommige gemeenten hanteren een combinatie van de bovengenoemde tariefsystemen.
•
Over het algemeen worden bij laagbouw containers gebruikt en staan bij hoogbouw ondergrondse containers.
•
In sommige gemeenten kan bij milieu-eilanden gratis gescheiden afval ingeleverd worden: textiel, glas, luiers, plastic en/of papier.
Uitvoering
Kosten:
(organisa-
•
Huishoudens in de Diftar gemeenten betalen voor de afvalinzameling en verwerking.
•
Extra kosten bij invoering systeem: Afvalwagens uitrusten met meetapparatuur,
torisch)
huishoudens op de juiste wijze factureren, aanleggen van milieu-eilanden. In gemeente Hengelo is in 2012 het Diftar systeem ingevoerd, in het jaarrapport van 2012 (van 8 maart 2013) noemen zij qua extra kosten o.a.: o € 78.000 voor éénmalige werkzaamheden invoering Diftar (voor bestandsmutaties, applicatiebeheer, consultancy extern bedrijf, etc.) o € 67.000 aan kosten voor het nieuwe milieupark. Baten: •
In het jaarrapport van Hengelo staan ook verwachte voordelen voor 2012 door invoering Diftar, dit is o.a.: o € 659.000 voordeel door lagere verwerkingskosten als gevolg van betere afvalscheiding op het nieuwe milieupark en de invoering van Diftar. o € 60.000 voordeel uit lagere transportkosten van grof restafval. Als gevolg van het nieuwe milieupark zijn er minder transportbewegingen.
Communicatie
Huis-aan-huis nieuwsbrieven en advertenties.
Toekomst
Het aantal gemeenten dat gebruik maakt van het Diftar systeem neemt toe.
perspectief Eindoordeel Doeltreffendheid
•
Uit onderzoek van COELO (2009), op basis van gegevens uit 1996-2006, blijkt dat huishoudens inderdaad minder afval aanbieden wanneer de reinigingsheffing
20
afhankelijk is van de hoeveelheid aangeboden afval. Dit ‘diftar-effect’ is het grootst als het tariefsysteem afhankelijk is van het gewicht van het aangeboden afval. Voor verschillende tariefsystemen gelden verschillende effecten. Ter indicatie: o Tarief op basis van gewicht: Bij een gemiddeld tarief daalt de hoeveelheid restafval met circa 40 %, de hoeveelheid gft-afval met circa 50 %. o Tarief (mede) op basis van aantal afvalzakken: hoeveelheid restafval daalt met circa 30%, geen gegevens over gft-afval. o Tarief op basis van volume container en aantal ledigingen: hoeveelheid restafval daalt met circa 20% en gft-afval met circa 40%. o Tarief op basis van aantal ledigingen en gewicht: hoeveelheid restafval daalt met circa 30% en hoeveelheid gft-afval met circa 60%. •
Als mogelijk gevaar van de invoering van het Diftar-systeem wordt ‘illegale dumping’ of afvaltoerisme genoemd. Uit het rapport van COELO (2009) blijkt dat de hoeveelheid afval in buurtgemeenten van Diftargemeenten niet is gestegen. In het jaarrapport van gemeente Hengelo staat dat er geen sprake is van een structurele toename van het zwerfafval en illegale dump in de openbare ruimte in 2012. Bijplaatsingen bij milieueilanden vinden nog wel plaats.
•
Het Diftar systeem draagt bij aan de financiële zelfredzaamheid van bewoners, omdat zij zelf invloed hebben op de hoeveelheid afval die zij produceren en dus over moeten betalen.
Doelmatigheid
•
Het systeem draagt niet direct bij aan het creëren van lokale werkgelegenheid.
•
Hoewel huishoudens inderdaad minder afval aanbieden in gemeenten met Diftar blijkt uit hetzelfde onderzoek van COELO (2009) dat de afvalvermindering minder groot is dan op basis van eerder onderzoek werd gedacht. Dit kan consequenties hebben voor de berekening van de gemiddelde reinigingsheffing in gemeenten met Diftar (naar boven bijstellen van gemiddelde bedragen die aan reinigingsheffing worden betaald). Dit heeft mogelijk een stijging van de woonlasten tot gevolg.
•
De gemeente Hengelo gaat in het jaarrapport van 2012 uit van een positief saldo van €800.000. Omdat substantieel hogere inkomsten worden teruggegeven aan de Hengelose burger, betekent dit dat wordt ingeschat dat begin 2013 over boekjaar 2012 gemiddeld € 20 tot € 25 per aansluiting kan worden terugbetaald.
Criteria
•
Stadsdeel
Het systeem brengt relatief hoge opstartkosten met zich mee, omdat er geïnvesteerd moet worden in nieuwe apparatuur, ondergrondse containers, milieuparken, aanpassingen in de organisatie etc.
•
Qua communicatie wordt er niet specifiek gericht op bepaalde doelgroepen en zijn er geen speciale acties.
•
Gebruik van een beloningsmunt als de Makkie wordt niet toegepast in het systeem.
21
Toepasbaarheid
•
Zoals eerder genoemd geeft Diftar BV aan dat het Diftarsysteem in kleinere (tot 100.000 inwoners) gemeenten en in landelijke gebieden meer wordt geaccepteerd dan in grote steden vanwege minder problemen met communicatie en handhaving. Hier is verder geen ondersteunend bewijs voor gevonden, maar uit de analyse blijkt wel dat vooral kleinere gemeenten en middelgrote steden het Diftar systeem toepassen.
•
Hoogbouw hoeft geen belemmering te zijn voor de invoering van het Diftarsysteem, wel moeten er dan ondergrondsecontainers geplaatst worden, wat (hoge) kosten met zich meebrengt. Ook kan het thuis scheiden van afval een belemmering vormen voor mensen in hoogbouw, vanwege de beperkte ruimte hiervoor.
•
Invoering van het Diftarsysteem kan mogelijk leiden tot extra bijplaatsingen bij de ondergrondse containers.
•
Het gebruik van milieu-eilanden is mogelijk lastig in een gebied als de Indische Buurt, omdat de eilanden (doorgaans) met de auto moeten worden bereikt.
Bronnen
•
Allers en Hoeben (2009) (COELO)
•
Assink en Talsma (2013)
•
Diftar BV
•
Diftar Hengelo
4.2.2 Afval Loont “Geld voor afval in de recycleshop” Doelstelling
Vermijden van kosten voor afvalverbranding, een efficiëntere afvallogistiek (minder bakken en huisvuilwagens in straatbeeld) en hoogwaardiger hergebruik van secundaire grondstoffen.
Startjaar
September 2011 (pilot).
uitvoering Initiatief
Inzamelbedrijf Avalex en en Ryck.
Locatie(s)
Pijnacker-Nootdorp.
Kenmerken
Gemeentebrede invoer, op basis van vrijwillige deelname.
locatie(s) Principe
Bewoners ontvangen een premie voor het gescheiden aanleveren van afval (papier en karton, textiel, plastic en kleine elektrische apparaten) op vier locaties in de gemeente.
Doelgroep(en)
Bewoners, verenigingen, scholen en andere organisaties.
Uitvoering
•
(praktisch)
Pasjessysteem: Bewoners kunnen zich aanmelden via een speciale website, ze worden dan houder van de ‘Ryckkaart’. Registratie is niet verplicht. De opbrengst van
22
aangeleverd afval door niet-geregistreerden komt ten gunste van het WNF. •
Een medewerker van het Ryck filiaal neemt afval in ontvangst, controleert, weegt en beheert het afval op het filiaal. Na weging van het gescheiden aangeleverde afval wordt geld bijgeschreven op de Rijckaart. Bij elke €10,- aan afval wordt er overgeboekt naar een opgegeven betaalrekening. De spaarder heeft meerdere opties: zelf het geld houden of overmaken naar vereniging of goed doel. De hoogte van vergoeding is afhankelijk van de hoeveelheid afval (gekoppeld aan marktprijs).
•
Twee coördinatoren beheren de filialen, begeleiden de medewerkers, organiseren de afvaltransporten etc. De afvalinzamelaar haalt het gescheiden afval op bij de filialen en levert de grondstoffen aan voor recycling bij de afvalverwerkers.
Uitvoering
Kosten:
(organisato-
•
risch)
De totale kosten voor ontwikkelen van het concept en pilot (9 maanden) bedroeg €1.312.000,- Circa de helft van de totale kosten zijn kapitaalinvesteringen: filialen en boven- en ondergrondse perscontainers. Algemene kosten: vergoeding aan deelnemers, PR & marketing, kapitaallasten inrichting depots, huur depots, automatisering, bemensing depots, logistieke kosten en managementkosten.
Baten: •
Opbrengst: Ontvangen inkomsten van verwerkers (afhankelijk van prijspeil).
•
Vermeden kosten: Vermeden verwerkingskosten voor restafval.
•
Als het systeem goed functioneert: minder inzamelkosten dan bestaande systemen.
•
Daarnaast subsidie van Wecycle en inzet regulier budget gemeente PijnackerNootdorp voor afvalcommunicatie.
Communicatie
•
Samen met een communicatiebureau is een totaalconcept voor de communicatie ontwikkeld met als doel dat inwoners de waarde van afval gaan erkennen (milieu en/of financieel) en van daaruit extra handelingen willen verrichten.
•
Middel: Brede grootschalige communicatiecampagne die fris, positief en motiverend is en daarnaast de noodzakelijke informatieve elementen bevat. Het totaalconcept omvat kleuren, logo’s afbeelding en stijl. Flyers, posters, uitingen via gemeentelijke kanalen, acties en promotie team’s op straat.
•
Doelgroepen: Direct benaderen van scholen en verenigingen om via de jeugd volwassenen te motiveren tot meer milieubewustzijn en afvalscheiding.
Toekomst perspectief
•
Ook deelname aan de week van Nederland Schoon en Landelijke Opschoondag.
•
De pilot in Pijnacker-Nootdorp is per november 2012 gestaakt vanwege redenen die te maken hebben met hoger uitgevallen kosten en onduidelijkheid over wie het financiële risico moest dragen (de gemeente). Wethouder Nico Oudhof stapte op vanwege de affaire.
23
•
Omdat meerdere gemeenten interesse hebben in Afval Loont is het Ryck in samenwerking met Rebel (platform van maatschappelijk betrokken ondernemers), met ingang van 1 januari 2013, gestart met een verdere uitwerking van het afvalinzamelingsconcept. Eindoordeel
Doeltreffendheid
•
In Pijnacker-Nootdorp is meer dan 2,8 miljoen kilo aan grondstoffen ingeleverd in 2012. De ruim 7.000 deelnemers (ca. 40% van het aantal huishoudens) hebben hiermee € 266.000 gespaard.
•
De ingezamelde hoeveelheid oud papier en karton, kunststofverpakkingen, textiel en kleine elektrische apparaten steeg in de pilot-periode met gemiddeld 31% t.o.v. 2010. Gevolg: 9 % minder restafval en 5 % stijging van de totale afvalscheiding (gemiddelde voor hele gemeente op jaarbasis).
•
‘Afval Loont’ heeft gezorgd voor een verschuiving van de bestaande inzamelvoorzieningen, zoals de milieuparken met verzamelcontainers, naar de filialen. Als de filialen op buurtniveau geplaatst worden kan dit ook mogelijkheden bieden voor lokale werkgelegenheid, bijvoorbeeld het inzetten van langdurig werklozen in de werkplaats (wat niet het geval was in de pilot).
•
Het systeem kan bijdragen aan de financiële zelfredzaamheid van bewoners, omdat zij letterlijk geld kunnen sparen door mee te doen.
Doelmatigheid
•
Het systeem draagt niet direct bij aan het creëren van lokale werkgelegenheid.
•
Het concept ‘Afval Loont’ bevat risico’s, o.a. vanwege fluctuerende marktprijzen en vanwege het ontbreken van ervaringsgegevens, zoals kennis over hoeveel inwoners gaan deelnemen aan het systeem, hoeveel afval zij brengen en welke verschuivingen optreden tussen de verschillende inzamelsystemen van de gemeente. In de pilot in Pijnacker-Nootdorp waren de kosten hoger dan vooraf begroot vanwege: o lagere inzamelresultaten dan begroot o aanpassingen in het concept tijdens de pilot en de daardoor bijkomende noodzakelijke implementatiebegeleiding o de keuze voor onder- en bovengrondse perscontainers o het niet volledig kunnen effectueren van logistieke optimalisatie van bestaande inzamelvoorzieningen.
Criteria
•
Kosten: ‘Afval loont’ kent hoge opstartkosten en daarnaast andere financiële risico’s.
Stadsdeel
•
Communicatie: Er wordt in het systeem veel aandacht besteed aan communicatie specifiek gericht op verschillende doelgroepen.
•
Koppeling Makkies: In plaats van de Ryckaart zou in principe ook gewerkt kunnen worden met Makkies.
Toepasbaarheid
•
Doordat er verschillende doelgroepen worden aangesproken in het communicatieplan,
24
o.a. verenigingen, scholen en andere organisaties kunnen er potentieel veel mensen in de etnisch zeer diverse buurt bereikt worden. Ook vanwege het zogenaamde ‘snowball effect’: kinderen geven de boodschap door aan hun ouders (die misschien geen Nederlands spreken) etc. •
Bij het plaatsen van de inleverpunten van de recyclebare materialen zou in de Indische Buurt wel rekening gehouden worden met de locatie, zodat bewoners de plekken niet met de auto hoeven te bereiken.
•
Doordat ‘afval’ waarde krijgt, zullen bewoners misschien minder snel geneigd zijn om oud papier en karton, kunststofverpakkingen, textiel en kleine elektrische apparaten bij te plaatsen bij containers.
N.B.
Naast Afval Loont kan ook het Retourette systeem gezien worden als een recycle totaalconcept. Omdat de technische implementatie van het systeem lijkt op dat van Tomra automaten en Reverse vending machines, staan deze drie systemen in de volgende paragraaf beschreven. Qua doelstelling heeft het Retourette systeem echter meer overeenkomsten met het Afval Loont principe.
Bronnen
•
AVALEX (2012)
•
Ryck (-)
4.2.3 Reverse Vending Machine / Tomra systeem / Retourette
Drie verschillende gebruiksmanieren van een vergelijkbaar systeem “Turning trash into treasure” Doelstelling
Afval zien als grondstoffen die geld waard zijn en het stimuleren van recycling.
Startjaar
De reverse vending machines bestaan sinds 2012 in China, in Nederland worden de Tomra systemen al langer toegepast. In 1995 is de eerste Retourette 1.0 geopend in Schiedam. In 2010 kreeg Retourette een nieuwe huisstijl Retourette 2.0 (begin steun goede doelen d.m.v. inzameling statiegeldbonnetjes). In 2012 is de nieuwste versie Retourette 3.0 op de markt gebracht (deze kan circa 20 fracties inzamelen).
Initiatief
•
China: De machines worden geproduceerd door INCOM. Dit bedrijf maakt nieuwe flesjes van de ‘gekochte’ flesjes van het publiek.
•
Nederland Tomra: Bedrijven/organisaties (vooral supermarkten) die het TOMRA systeem aankopen.
•
Nederland Retourette: Retourette is opgezet door ondernemers. In 2000 is Essent eigenaar geworden en sinds 2009 is het systeem in handen van innovatieve ondernemers.
Locatie(s)
•
Beijing: Bij wijze van proef worden eerst 10 machines bij de grote metrostations binnen
25
de vierde ringweg van Beijing geplaatst. •
Nederland Tomra: op verschillende locaties, onder andere in supermarkten, scholen en grote (bedrijfs-) kantines.
Kenmerken
•
Nederland Retourette: Er zijn op dit moment circa 30 Retourettes verspreid over NL.
•
China: Urbaan gebied, vaak nabij het openbaar vervoer. Het doel is om in de komende
locatie(s)
jaren in totaal circa 2.000 machines te plaatsen, onder andere bij universiteiten, winkelcentra, bedrijven en in wijken. •
Nederland: plekken die veel publiek trekken. Zowel binnen bedrijven als in de openbare ruimte bij evenementen, opruimacties etc. waar de mobiele eco-squad (grote aanhangwagen, voorzien van vier emballageautomaten) ingezet kan worden.
•
Nederland Retourette: De Retourette1.0 en 2.0 bevinden zich bij een supermarkt, zodat de winkel er voor kan zorgen dat alle fracties in de juiste kisten terechtkomen. De vernieuwde Retourette 3.0 werkt met een efficiënter systeem en kan daarom ook vrijstaand in een wijk neergezet worden.
Principe
•
China: Mensen krijgen geld voor de plastic flessen die ze inleveren bij een automaat. Het geld wordt op hun metrokaart gezet, maar de mensen kunnen er ook voor kiezen het geld te doneren aan een goed doel.
•
Nederland Tomra: In supermarkten krijgen mensen doorgaans een emballagebon per ingeleverd item (circa €0,05 per ingeleverd item) bij een automaat, die ze kunnen inleveren bij de kassa van de supermarkt. Bij automaten in scholen en (bedrijfs)kantines en bij de mobiele versie eco-squad kunnen verschillende vergoedingen worden gegeven voor ingeleverde drankverpakkingen, o.a.: geldbedrag, waardebon voor korting in lokale winkels, loterijprogramma met verschillende prijzen of een donatieprogramma voor goede doelen naar keuze.
•
Nederland Retourette: Mensen kunnen goede doelen steunen door het inleveren van circa 20 verschillende soorten kleine huishoudelijke materialen (o.a. glas, PET flessen, frituurvet, cartridges en batterijen) bij een Retourette machine. Via de website kunnen de ‘vrienden van Retourette’ zelf aangeven welke (lokale) doelen ze willen steunen. In totaal wordt 5% van de winst van Retourette uitgekeerd aan goede doelen. Daarnaast worden per vestiging én op landelijk niveau af en toe een aantal actieve ‘vrienden’ in het zonnetje gezet en zijn er speciale voordeelacties voor de vrienden in samenwerking met fabrikanten en dienstverleners.
Doelgroep(en)
Alle gebruikers van recyclebare producten.
Uitvoering
•
(praktisch)
China: Een camera identificeert de plastic flessen die in de machine worden gestopt. De flessen worden vervolgens in elkaar gedrukt tot een derde van de oorspronkelijke grootte en gesorteerd in een ingebouwde afvalbak. De gebruikers krijgen hun beloning door hun metrokaart te scannen op de machine. Als de machine gevuld is met flessen dan stuurt het automatisch een signaal naar het afvalverwerkingsbedrijf waarna
26
medewerkers de machine komen ophalen. Naast plastic flessen kan de machine ook oud papier en blikjes opnemen. •
Nederland Tomra: Ondernemingen schaffen een emballage automaat aan (de ecoquad kan ook gehuurd worden). Het kassasysteem moet worden aangepast, zodat de emballagebons gescand kunnen worden. De TOMRA systemen zijn eenvoudig geschikt te maken voor de inname en sortering van kleine PET-flessen, blikjes en drankenkartons. Daarnaast zijn er ook TOMRA systemen voor de inname van andere recyclebare materialen, zoals: spaarlampen, batterijen, cartridges, mobieltjes, frituurvet en kleine huishoudelijke apparaten.
•
Nederland Retourette: Retourette verzamelt het ingeleverde klein huishoudelijk afval in kisten van een standaard formaat (van 1m bij 1,20m bij 1m) die voorzien zijn van een speciale tag, waardoor precies bekend is welke box wat bevat en waar deze zich bevindt. Bij 28 volle kisten haalt een vrachtwagen de kisten op en brengt ze naar een centraal punt waar de fracties worden gesorteerd. Vervolgens worden de verschillende fracties naar recyclingfabrieken vervoerd, waar de bruikbare stoffen uit de materialen worden verwerkt tot nieuwe materialen.
Uitvoering
China
(organisato-
•
risch)
Kosten: Aanschaf- en onderhoudskosten van machines is volledig in handen van de private onderneming INCOM.
•
Baten: INCOM probeert geld te verdienen aan de machines door het direct kopen van de flessen van het publiek (in plaats van via private inzamelaars, die op straat staan), daarnaast inkomsten door subsidies en reclame inkomsten.
Nederland Tomra: •
Kosten: Eenmalige aanschaf van een emballage automaat (prijzen variëren tussen 4.000-30.000 euro, afhankelijk van type en grootte automaat), emballagebon voor de mensen die items inleveren, arbeidsinzet om de emballageautomaten draaiende te houden.
•
Baten: (positieve) publiciteit voor onderneming en potentieel meer (nieuwe) klanten voor de supermarkt.
Nederland Retourette (Uit eigen brochure Retourette): Uitgaande van plaatsing van de standaard stand alone unit van 8 x 6 meter; een verzorgingsgebied van omstreeks 7.500 inwoners; verwijdering bestaande glas-, papier-, kunststof- en kledingcontainers; huidige recyclepercentages op landelijk gemiddeld niveau: •
Kosten: Totaal: € 60.000,- o.b.v: Afschrijving (€ 75.000 over 5 jaar) € 15.000,- ; financieringskosten € 6.000,-; pachtvergoeding 4 over 50m² € 7.500,-; standaardbijdrage incentiveprogramma € 5.000,-; marketing-, onderhoud- en managementfee € 5.000,-; electra, water en onvoorzien € 5.000,-; inzet arbeid (25 uur per week) € 16.500,-
27
•
Opbrengsten: Directe opbrengst materialen (na aftrek transport naar distributiecentrum): o.b.v. landelijke gemiddelde percentages € 40.000,-; o.b.v. 15% boven landelijk gemiddelde € 60.000,-
Communicatie
•
China: onbekend
•
Nederland Tomra: positieve reclame in dagbladen/tijdschriften.
•
Retourette: Op de website van Retourette staat informatie over het systeem. Ook kunnen ‘vrienden van Retourette’ inloggen en vervolgens stemmen op lokale goede doelen en nieuwe vrienden werven.
Toekomst
•
perspectief
China: Als de pilot in Shanghai goed werkt gaat het bedrijf de machines ook in andere steden plaatsen (o.a. Shanghai, Suzhou, Wuxi en Hanzhou en vervolgens landelijk).
•
Nederland Tomra: de vraag naar Tomra systemen in de toekomst is mogelijk (mede)afhankelijk van rijksbeleid. Momenteel is het bijvoorbeeld onzeker of het statiegeld in Nederland zal blijven bestaan.
•
Nederland Retourette: Onduidelijk toekomstperspectief. Retourette 3.0 biedt nieuwe mogelijkheden voor recycling in wijken, sportverenigingen etc., maar op het internet circuleren meerdere berichten over sluitingen van Retourettes bij supermarkten in het land, bv.: Per 1 januari 2013 is de Retourette in Oostzaan gesloten. De reden hiervoor was de vele bijplaatsingen door mensen van producten die helemaal niet ingeleverd kunnen worden bij Retourette (o.a. accu’s en tuinstoelen). Eindoordeel
Doeltreffendheid
•
Geen specifieke cijfers zijn gevonden over het recycle effect van de Tomra systemen/ reverse vending machines (is moeilijk meetbaar). Retourette geeft op haar website aan dat leden van Retourette tot nu toe in totaal 2.976.000kg hebben gespaard, wat heeft geleid tot een totale donatie van 14.570,99 euro aan goede doelen. Dit (in principe) mooie resultaat zegt echter niets over hoeveel kg er door de aanwezigheid van Retourette nu meer gerecycled wordt dan in een situatie zonder Retourette automaat.
•
De systemen dragen direct bij aan de financiële zelfredzaamheid van bewoners, omdat de beloning in de vorm van tegoed(bonnen) wordt uitgekeerd.
•
De systemen dragen niet direct bij aan het creëren van lokale werkgelegenheid. Wel geeft Retourette zelf aan dat het systeem dusdanig is ingericht dat het een geschikte werkplek is voor mensen met een SW- of Wajongindicatie, arbeidskrachten op weg naar regulier werk of arbeidskrachten die goed passen in een gestructureerde werkomgeving. Ook kunnen lokale goede doelen worden gesteund als ze worden opgegeven op de site van Retourette.
Doelmatigheid
Het feit dat een bedrijf als INCOM bestaat laat zien dat er geld verdiend kan worden met reverse vending machines, als de onderneming zelf het gecollecteerde materiaal verwerkt dat wordt verzameld. Dit geldt ook voor de private onderneming Retourette, die 5% van de eigen winst uitkeert aan goede doelen, die door de gebruikers van het systeem worden
28
gekozen. Echter, de Tomra en Retourette systemen kosten de gebruiknemers (supermarkten) wel geld. De winkeliers ontvangen hier wel positieve publiciteit en klantenbinding voor terug. Criteria
•
Stadsdeel
Kosten: Aankoop van de Tomra/Retourette systemen gaat gepaard met een (grote) investering, met één apparaat red je het niet. Daarnaast zijn er kosten geboeid bij het onderhoud van de automaten en het uitkeren van geld/tegoedbonnen voor de gebruikers.
•
Communicatie: Bij het Retourette systeem wordt actief gebruik gemaakt van mond-opmond reclame: deelnemers kunnen anderen online ‘vriend’ maken van Retourette. Echter door het gebruik van internet wordt mogelijk een deel van de (nietNederlandstalige of oudere) bewoners niet bereikt. Als communicatiemiddel zouden ook reclamefolders van supermarkten gebruikt kunnen worden.
•
Koppeling aan Makkies: Mogelijk kunnen de Tomra automaten ‘Makkie-coupons’ uitprinten of daadwerkelijk Makkies uitgeven bij inlevering van recyclebare producten. De mogelijkheden hiervoor zouden met Tomra Bv.bekeken moeten worden.
Toepasbaarheid
Het voordeel van systemen als Tomra en Retourette is dat ze praktisch overal neergezet kunnen worden, bijvoorbeeld in alle supermarkten in de Indische Buurt. Hierdoor wordt het heel toegankelijk voor de buurtbewoners. Wel is het Stadsdeel op deze manier afhankelijk van de bereidheid tot deelname van ondernemers, die wellicht (in de huidige economische situatie) geen interesse hebben in het doen van een dergelijke investering. Daarom zou de gemeente ook een aparte locatie, bijvoorbeeld in een leegstaand pand nabij voorzieningen in de buurt, kunnen inrichten met Retourette automaten die worden beheerd door (tijdelijk) werklozen.
Bronnen
•
China daily (2012)
•
Noordhollands Dagblad (2012)
•
Retourette B.V. (-)
•
Retourette B.V. (2013) Brochure
•
Tomra Systems B.V. (-)
4.2.4 Omgekeerd inzamelen “Meer service op waardevolle grondstoffen” Doelstelling
Recycling stimuleren door een hogere service te bieden op waardevolle grondstoffen en een lagere service op restafval.
Startjaar
Sinds 2012.
uitvoering
29
Initiatief
ROVA (gemeentelijk afvalbedrijf, werkzaam in een groot gedeelte van Oost Nederland) presenteerde het Omgekeerd Inzamelen voor het eerst in 2009 aan haar aandeelhoudende gemeenten. In 2012 is ROVA in de eerste gemeenten begonnen met het omgekeerd inzamelen, hierbij kiest elke gemeente een maatwerkaanpak.
Locatie(s)
Pilots in verschillende gemeenten: o.a. Amersfoort, Raalte, Hoonhorst en recentelijk in Zwartewaterland en Zwolle. Ook Arnhem is bezig met het invoeren van het omgekeerd inzamelen.
Kenmerken
Over het algemeen wordt er in een wijk in de gemeente begonnen met het omgekeerd
locatie(s)
inzamelen, met als doel het concept in de komende jaren gemeentebreed in te voeren.
Principe
Een focus leggen op preventie en het thuis ophalen van herbruikbare grondstoffen (oud papier en karton, GFT en plastic). Wat niet van waarde is – het uiteindelijke restafval – brengt de burger zelf weg (naar ondergrondse containers). Voor het restafval kan een tarief gerekend worden door de gemeente.
Type belonings-
Een hogere service bieden op waardevolle grondstoffen, een lagere service op restafval.
systeem Doelgroep(en)
Alle huishoudens in het gebied waar omgekeerd inzamelen wordt ingevoerd.
Uitvoering
Bij het omgekeerd inzamelen kiest elke gemeente een maatwerkaanpak. De precieze
(praktisch)
uitvoering kan daarom per gemeente verschillen. Over het algemeen geldt: •
Woningen met een tuin: grondstoffen worden aan huis ingezameld. Restafval moet de bewoner naar ondergrondse containers brengen die op loopafstand van de woning worden geplaatst.
•
Een ander optie is dat het restafval wel wordt opgehaald bij woningen met een tuin, maar dat de frequentie omlaag gaat (circa 1 keer per maand). Mensen die niet mee willen doen aan het omgekeerd inzamelen komen daardoor waarschijnlijk niet uit met het huidige container volume. De bewoner kan dan een extra restafvalcontainer bestellen en betaalt hiervoor een tarief (afhankelijk per gemeente) en betaalt voor de extra ledigingen.
•
Hoogbouwwoningen: Grondstoffen worden intensiever ingezameld. Er komen meer ondergrondse containers voor papier en karton en plastic afval en deze worden vaker geleegd. Voor restafval moet de bewoner mogelijk verder lopen naar de dichtstbijzijnde ondergrondse container dan hij of zij momenteel gewend is.
•
Doel: huishoudelijke afvalstoffen maximaal hergebruiken.
Uitvoering
Kosten:
(organisato-
•
risch)
Grote kapitaalinvesteringen doordat er op grote schaal extra ondergrondse containers geplaatst moeten worden.
Baten: •
Relatief nieuw systeem, nog geen gegevens gevonden over financiële baten.
30
Communicatie
•
O.a. persberichten, persbriefing, briefing klantenservice ROVA en gemeenten, webpagina met FAQ (frequently asked questions), artikel(en) in huis aan huis bladen, informatieve brieven voor bewoners, billboard- en social media campagne.
•
In een recent artikel in de Stentor (18 januari 2013) wordt kritiek geleverd op de communicatie rondom de invoering van het Omgekeerd Inzamelen in de gemeente Zwartewaterland.
Toekomst
•
perspectief
In 2011 zijn in alle ROVA-gemeenten de voorbereidingen gestart voor de besluitvorming over de implementatie van het Omgekeerd Inzamelen. Volgens ROVA kunnen de gemeenten dit echter niet realiseren zonder een evenwichtig afvalbeleid op landelijk niveau. De afspraken rondom het verpakkingenbeleid spelen hierbij een belangrijke rol. Eindoordeel
Doeltreffendheid
•
Uit het jaarverslag 2011 van de NV ROVA holding blijkt dat in de pilotgebieden Raalte, Zwolle en Amersfoort meer grondstoffen worden ingezameld door experimenten met andere inzamelmiddelen, een verschuiving van halen en brengen en andere frequenties van inzameling. De hoeveelheid restafval in 2011 werd met 15 tot 25% verlaagd en de hoeveelheid gescheiden ingezamelde kunststofverpakkingen steeg tot circa 60 kilo per aansluiting.
•
ROVA verwacht dat dit nog verder kan stijgen als ze overgaan tot integrale inzameling van droge recyclables (kunststofverpakkingen, drankenkartons, blik en eventuele andere droge, herbruikbare materialen).
•
Het systeem draagt niet direct bij aan het creëren van lokale werkgelegenheid en financiële zelfredzaamheid van buurtbewoners.
Doelmatigheid
Geen kosten/baten analyse mogelijk door gebrek aan gegevens.
Criteria
•
Stadsdeel
Kosten: Extra ondergrondse containers voor papier, karton en plastic afval brengen relatief hoge opstartkosten met zich mee.
•
Communicatie: Er wordt gebruik gemaakt van verschillende communicatiekanalen, zowel via internet als huis aan huisbladen, maar niet specifiek gericht op bepaalde doelgroepen. In praktijk blijkt de communicatie (bijvoorbeeld Zwartewaterland) niet altijd goed te verlopen.
•
Koppeling aan Makkies: Gebruik van een beloningsmunt als de Makkie wordt niet toegepast in het systeem.
Toepasbaarheid
•
Een voordeel aan het Omgekeerd Inzamelen is dat bij hoogbouw grondstoffen intensiever worden ingezameld en dat er meer ondergrondse containers komen voor papier, karton en plastic afval. Een nadeel is dat bewoners voor restafval mogelijk verder moeten lopen naar de dichtstbijzijnde ondergrondse container dan zij momenteel gewend zijn.
•
De ondergrondse containers met recyclebare materialen worden vaker geleegd, wat
31
mogelijk zorgt voor minder bijplaatsingen. Bronnen
•
Rova (-)
•
Stentor, de (2013)
4.2.5 Recyclebank “Maak van recyclen een spel” Doelstelling
Op weg naar een wereld zonder afval door het stimuleren van ‘groene acties’.
Startjaar
In 2004 ontwikkeld in de VS, inmiddels ook in Groot Brittannië. De eerste pilot vond plaats in twee wijken in Philadelphia.
Initiatief
Recyclebank is een private onderneming, die het systeem zelf heeft opgezet. Doel van de onderneming is om mensen te motiveren om bij te dragen aan een duurzame toekomst waarin niets wordt verspild.
Locatie(s)
In circa 300 gemeenschappen verspreid over de VS. In 2009 is de recyclebank ook gestart in GB. In totaal heeft Recyclebank meer dan 4 miljoen leden.
Kenmerken
Het systeem is niet afhankelijk van demografie of gebiedstype. Wel moeten de gebruikers
locatie(s)
een internetverbinding hebben om mee te doen aan Recyclebank.
Principe
RecycleBank beloont groene acties, zoals recycling, met punten, die kunnen worden ingeruild voor kortingen en aanbiedingen bij meer dan 4000 winkels en bedrijven (zowel lokaal als nationaal).
Doelgroep(en)
Geen specifieke doelgroep: iedereen die wil kan meedoen
Uitvoering
•
(praktisch)
Mensen kunnen zich online bij Recyclebank registreren en punten sparen door ‘groene’ acties, die vervolgens kunnen worden ingewisseld voor beloningen in de vorm van kortingen bij verschillende (online) winkels en bedrijven. Naast recyclen kunnen er ook punten worden verdiend door quizzen te doen op de website, kleding te doneren, vrienden te vertellen over recyclebank etc.
•
Recyclebank gebruikt haar website ook om de gebruikers te onderwijzen. In ‘learn and earn’ (leer en verdien)-quizzen kunnen punten verdiend worden door het correct beantwoorden van vragen over ecologie, energie etc. Hiervoor worden ook facebook, twitter en mobiele applicaties gebruikt.
•
Recycle bank heeft ook een ‘Green Schools’-programma. Elk half jaar worden er door het bedrijf subsidies verstrekt voor groene projecten aan scholen in de Recyclebankgemeenschappen.
Uitvoering (organisato-
•
Recyclebank is zelf niet in het bezit van materiaal (wagens, machines) voor de afvalverwerking, maar sluit contracten met lokale overheden voor de uitvoering van het
32
risch)
systeem. De precieze uitvoering van het systeem is dus locatiespecifiek. •
De gemeente draagt zorg voor het ophalen en de verwerking van de grondstoffen en betaalt een bedrag aan Recyclebank voor gemaakte operationele kosten van het bedrijf.
•
Daarnaast functioneert Recyclebank als een marketing platform en probeert via diverse kanalen (website, nieuwsbrief, reclame) mensen te bereiken. Door het sluiten van overeenkomsten met bedrijven die zich willen inzetten voor duurzaamheid kunnen beloningen gecreëerd worden voor de deelnemers.
Communicatie
Via de eigen website recyclebank.com, nieuwsbrief en mond–op-mond reclame.
Toekomst
De recyclebank heeft de ambitie om te groeien en een zo groot mogelijk publiek aan te
perspectief
spreken om zo bij te dragen aan een wereld zonder afval. Eindoordeel
Doeltreffendheid
•
Recyclebank is vooral bedoeld om bewustwording bij burgers te vergroten en het educatieve verhaal over zwerfafval te verspreiden, zodat steeds meer mensen uit zichzelf gaan recyclen. Het ledental van vier miljoen zegt iets over het bereiken van dit doel, maar maakt niet duidelijk hoeveel ‘extra’ groene acties (recycling, schoonhouden leefomgeving) er door het systeem worden bewerkstelligd.
•
Omdat het systeem online functioneert, wordt er niet direct bijgedragen aan het creëren van lokale werkgelegenheid.
•
Er kan niet direct geld worden verdiend door deelname aan het systeem, maar mensen kunnen wel sparen voor kortingen wat ook bijdraagt aan financiële zelfredzaamheid.
Doelmatigheid
-
Criteria
•
Stadsdeel
Kosten: Een initiële investering is nodig voor het realiseren van een website waar online punten verzameld kunnen worden. Ook het vinden van bedrijven die willen deelnemen door het verlenen van korting op hun goederen kost tijd en geld.
•
Communicatie: Een positief element aan de Recyclebank wat betreft de communicatie is dat gebruikers extra punten kunnen verdienen door vrienden ook lid te maken van het systeem. Hierdoor wordt de verspreiding van de bekendheid van het systeem, en daarmee ‘groene acties’, gestimuleerd.
•
Koppeling aan Makkies: In een online spaarsysteem zouden punten gespaard kunnen worden die ingeleverd kunnen worden tegen ‘echte’ Makkies.
Toepasbaarheid
•
Om lid te kunnen worden van een online beloningsysteem is internet nodig, waardoor het beloningsysteem mogelijk aantrekkelijker is voor jongeren dan voor ouderen in de buurt.
•
Vanwege de flexibiliteit van het systeem kunnen specifieke zwerfafvalproblemen in de buurt aangepakt worden. Ook dragen quizzen die op de site geplaatst worden bij aan het educatieve verhaal en mogelijk een vergrootte bewustwording van het probleem in
33
de buurt. Bron
•
Recyclebank (-)
4.2.6 Deventer Schoonfamilie (DSF) “U veegt, wij halen!” Doelstelling
Het tegengaan van verloedering in woonbuurten.
Startjaar
Een initiatief van buurtbewoners in Gemeente Deventer met ondersteuning van Buurtbeheerbedrijf Cambio in 2002 is uitgegroeid tot het huidige concept DSF.
Initiatief
CAMBIO is een onafhankelijke organisatie, gesubsidieerd door de gemeente.
Locatie(s)
Deventer.
Kenmerken
•
Gemeentebrede invoer, op basis van vrijwillige deelname.
locatie(s)
•
65% van de actieve huishoudens ligt in volkswijken en 35% van de actieve huishoudens ligt in de wat betere buurten (2012).
Principe
Bewoners worden beloond met Cambies (munt) bij het actief schoonhouden van de eigen woonomgeving. Het schoonmaken vindt door het hele jaar plaats en is opgehangen aan verschillende jaarperioden en acties: bladactie (herfst), vuurwerkactie (winter, na 1 januari), bloemetjesactie (voorjaar), grote schoonmaakactie (voorjaar: landelijke opschoondag), hondenpoepactie en betrekken jongeren (hele jaar door).
Doelgroep(en)
•
4000 huishoudens zijn lid (circa 10% van het totaal aantal huishoudens).
•
Ook winkeliersverenigingen, corporaties, basisscholen en middelbare scholen en een aantal bedrijven zijn lid.
Uitvoering
•
(praktisch)
Via een aanmeldingskaart of tijdens acties kunnen mensen zich inschrijven bij DSF. Bij de aanmelding wordt een intentieverklaring ondertekend voor het meehelpen schoonhouden van de eigen buurt.
•
Nieuwe leden ontvangen een welkomstpakket met daarin o.a.: een DSF-spaarpot in de vorm van een afvalcontainer, 5 cambi’s, een welkomstcadeautje en een spelregelkaart en belangrijke telefoonnummers, een gevelbordje zodat men een herkenbaar lid wordt.
•
Cambi’s: Munt met waarde van €0,50 waarvoor schoonmaakgereedschap en Cambiodiensten kunnen worden gekocht in de speciale Deventer Schoon Familieshop. Ook kunnen de munten worden ingewisseld bij het Go-Ahead Eagles stadion.
•
Van de deelnemers wordt verwacht dat zij jaarlijks een zak aan zwerfafval in hun buurt verzamelen. De afvalzakken worden vervolgens opgehaald door een gratis Koeriersdienst onder het motto: ‘U veegt, wij halen’. Als een lid van DSF minimaal één maal per jaar een koeriersopdracht geeft, wordt het lidmaatschap automatisch met een jaar verlengd en krijgt het lid twee cambi’s.
34
•
Elke koeriersopdracht komt telefonisch binnen bij Cambio en wordt geregistreerd. De Cambio medewerker die het afval ophaalt bij de bewoner overhandigt – indien mogelijk – de cambi’s persoonlijk aan degene die gebeld heeft (anders brievenbus).
•
Na opdrachtgegevens worden opgeslagen in een database met het DSF-ledenbestand en DSF-volgsysteem. Met dit systeem kan Cambio alle DSF-activiteiten op straatniveau in kaart brengen. Naast het verantwoorden van de betaalde Cambi’s, kunnen gerichte mailings worden verzonden of klantenpanels worden georganiseerd.
•
De Deventerschoonfamilie is er ook speciaal voor jongeren. In het programma ‘Clean it’ is voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar materiaal beschikbaar om de eigen hangplek schoon te houden in ruil voor Cambi’ s (samenwerkingsverband tussen Deventer Gemeentewerken, Raster Groep, Stadstoezicht en Buurtbeheerbedrijf Cambio (DSF).
Uitvoering
Kosten:
(organisato-
•
risch)
De Cambi munten worden gefinancierd door gemeente Deventer, de middelen hiervoor zijn verwerkt in de afvalstoffenheffing.
•
Corporaties financieren de DSF-shop en ondersteunen de ledenbinding met een budgettaire bijdrage aan de ledenkrant.
Baten: •
Besparing kosten op beheer openbare ruimte.
Franchise formule: CAMBIO heeft besloten om van DSF een soort franchise formule te maken. Wanneer een gemeente het concept in eigen gemeente wil invoeren, blijft CAMBIO eigenaar van de methode. De gemeente krijgt begeleiding en ondersteuning van CAMBIO om het concept in te voeren. De geraamde kosten voor het starten DSF in een nieuwe gemeente zijn: o Formatiekosten: tussen de 0.6fte en 0.8 fte. o Instapprijs Cambio: tussen de €10.000,- en €15.000,- ter ondersteuning en begeleiding (kosten ook voor handboeken, draaiboek en methodieken) o Jaarlijks lidmaatschap: ongeveer €10.000,-. Lidmaatschap betekent regelmatige bijeenkomsten ter uitwisseling van informatie en ervaringen tussen verschillende partners. Communicatie
•
In uitingen naar het publiek toe wordt gesproken over een familie. De acties zijn soms gericht op een specifiek familielid: Oma Baps zet bijvoorbeeld de bloemetjes buiten gedurende de Bloemetjesactie en Boy Blindganger (puberzoon) ruimt zijn vuurwerk op na 1 januari. Zijn zusje Bella en haar hond Bolly spelen de hoofdrollen in de hondenpoepcampagne. Doel van de communicatie is om iedere bewoner, jong en oud, aan te spreken.
•
Leden worden geworven door het zoeken van veel publiciteit en het breed verspreiden van wervingsfolders. Deze folders bevatten allemaal een aanmeldingskaart die (zonder
35
postzegel) naar Cambio gestuurd kan worden. De contributie bestaat uit het zelf actief bijdragen aan een schone, sociale woonomgeving. •
Alle leden ontvangen drie keer per jaar DSF-nieuwsberichten.
Toekomst
De nieuwste ontwikkeling binnen de DSF is de koppeling van een schone leefomgeving
perspectief
aan duurzaam wonen: De Deventer Schoon Familie wordt de Duurzame Schoon Familie. Als gevolg kunnen nu ook duurzame producten gekocht worden met de Cambi’s (bijvoorbeeld spaarlampen, tochtstrippen of het advies van een energieconsulent). Binnenkort kunnen de Cambi’s ook digitaal gespaard worden. Eindoordeel
Doeltreffendheid
•
Uit het WOR onderzoek van gemeente Deventer (tweejaarlijks onderzoek naar de Waardering Openbare Ruimte in Deventer, zoals beschreven in het eindverslag ‘Deventer gaat voor schoon’, 2011), blijkt: o DSF-leden ondernemen vaker actie dan niet-leden en zijn vaker bereid om mee te doen aan gezamenlijke acties. o Van de DSF-leden die zelf zwerfafval opruimen geeft bijna 10% aan dit zwerfafval te laten ophalen door Cambio (zwerfafvalkoeriers). o DSF-leden zijn (iets) negatiever in hun waardering van de hoeveelheid zwerfafval in de buurt dan niet-leden. Ook storen DSF-leden zich iets meer aan het zwerfafval dan niet-leden.
•
Op basis van het onderzoek valt niet te zeggen of de bewoners actiever zijn geworden door DSF, of dat vooral actieve bewoners DSF-lid zijn geworden. Wel zegt het feit dat circa 10% van de huishoudens lid is van DSF iets over het succes van het concept.
•
Het systeem draagt niet direct bij aan het creëren van werkgelegenheid of de financiële zelfredzaamheid van de buurtbewoners, al kunnen wel schoonmaak materialen en diensten van de Cambio’s gekocht worden.
Doelmatigheid
-
Criteria
•
Stadsdeel
Kosten: Het concept van DSF is relatief gemakkelijk toepasbaar in andere gemeenten, omdat er een kant-en-klaar franchise concept klaar ligt. Hier zijn echter wel kosten aan verbonden. DSF is echter een concept dat niet op buurtniveau, maar eerder Stadsdeelbreed of stadsbreed wordt toegepast. Hierdoor dalen de relatieve kosten op buurtniveau.
•
Communicatie: Een focus leggen in de communicatie op verschillende doelgroepen is een belangrijk speerpunt in DSF. De verschillende ‘opschoonacties’ richten zich daarbij ook op de verschillende doelgroepen.
•
Koppeling aan Makkies: In DSF wordt gebruik gemaakt van de Cambio’s. In de Indische Buurt zou als alternatief met de Makkies gewerkt kunnen worden.
Toepasbaarheid
•
Het DSF concept is gericht op het aanspreken van verschillende doelgroepen, dit wordt
36
ook beoogd in de etnisch diverse Indische Buurt. •
De opschoonacties kunnen gekoppeld worden aan specifieke ‘zwerfafval’ problemen in de buurt zoals bijplaatsingen.
Bronnen
•
Cambio Deventer (-)
•
Cambio Deventer (2011)
•
Deventer Schoon Familie, DSF (-)
•
Public Result (2012)
4.2.7 Zakgeldprojecten “Nieuw West: clean & cool!” Doelstelling
In een aantal gemeenten zoals Amsterdam (Nieuw West), Rotterdam en Tilburg, maar ook in kleinere gemeenten als Hengelo, Oss en Oirschot krijgen schoolkinderen een vergoeding (bijvoorbeeld € 2,50 per uur) voor het opruimen van zwerfafval. De zakgeldprojecten zijn zeker in de grote steden bedoeld voor kinderen uit achterstandswijken. Die kunnen zo 'kennis maken met het arbeidsproces', wat geld verdienen en leren omgaan met geld. Ook is een doel het verminderen van overlast door jongeren in de wijken
Startjaar
Verschillend
Initiatief
Diverse gemeenten en welzijnsorganisaties
Locatie(s)
Diverse (zie hierboven)
Kenmerken
•
Buurtgericht, op basis van vrijwillige deelname.
locatie(s)
•
Achterstandswijken in grote steden, soms in kleinere gemeenten.
Principe
Kinderen/jongeren voeren tegen betaling klussen in de wijken uit, soms gericht op het verwijderen van zwerfafval.
Doelgroep(en)
•
Jeugd en jongeren (basisschool, middelbare school), soms specifiek gericht op kansarme of overlastgevende jongeren
Uitvoering
•
(praktisch)
Kinderen/jongeren voeren onder begeleiding maatschappelijke taken uit, waaronder zwerfafval prikken in wijken.
Uitvoering
Kosten:
(organisato-
•
risch)
De projecten worden gefinancierd door de gemeenten.
Baten: •
Besparing kosten op beheer openbare ruimte.
Begeleiding: •
De kinderen/jongeren worden vaak begeleid door een welzijnswerker/jongerenwerker.
37
Minimum leeftijd: •
Onder bepaalde voorwaarden kan de Arbeidsinspectie ontheffing van de Wet op de Kinderarbeid verlenen, waardoor ook kinderen onder de 13 jaar werkzaamheden mogen verrichten.
Communicatie
•
Toekomst
Per gemeente verschillend: in sommige gemeenten een succes, in andere gemeenten
perspectief
worden project stop gezet vanwege onvoldoende belangstelling, te weinig begeleiding of
Via scholen of jeugd/jongerenwerk
geldgebrek. Eindoordeel Doeltreffendheid
•
Over het algemeen positief als het gaat om schoonhouden van de wijken en verminderen overlast, minder succesvol als het gaat om toeleden naar werk van jongeren (evaluatie Hengelo 2009).
Doelmatigheid
-
Criteria
•
Stadsdeel
Kosten: De zakgeldprojecten worden door de gemeenten betaald. Bijvoorbeeld Leeuwarden (2009): € 60.000
•
Communicatie: De jeugd/jongeren moet actief worden benaderd via scholen, woningcorporaties en of het jongerenwerk.
Toepasbaarheid
•
Zakgeldprojecten kunnen in allerlei wijken, waaronder de Indische Buurt worden toegepast.
•
De projecten kunnen zich op zwerfafval richten, maar misschien ook op het inzamelen van ander afval.
Bronnen
4.2.8
•
Deelgemente Noord Rotterdam (2011)
•
Geerdink, het (2009)
•
Leeuwarder Courant (2009)
Andere beloningssystemen In het verlengde van de Deventer Schoonfamilie (§ 4.2.6) en Zakgeldprojecten (§ 4.2.7) kunnen ook andere beloningssystemen worden geïntroduceerd. Zo worden kinderen in Den Haag die meedoen aan zwerfafvalprojecten betaald met de ‘Crownie’, waarmee zij voor leuke activiteiten kunnen betalen, dan wel kunnen doneren aan een goed doel. Dit systeem wordt momenteel ook uitgewerkt voor volwassenen. In Dordrecht is zeer recent de ‘Schapekop’ als beloningssysteem ingevoerd voor mensen die meedoen aan zwerfafvalprojecten. In Amsterdam Oost zou eventueel, onder een aantal voorwaarden, aangesloten kunnen worden bij de al bestaande ‘Makkie’.
38
4.3.
EINDOORDEEL: TOEPASBAARHEID IN DE INDISCHE BUURT Op deze pagina wordt een samenvattend oordeel gegeven van de onderzochte beloningsystemen en een eerste voorkeur uitgesproken voor toepassing in de Indische Buurt. Uiteraard wordt de definitieve keuze gemaakt door het Stadsdeel, waarbij ook gedacht kan worden aan een systeem met elementen uit diverse beloningssystemen.
Aspect
Diftar
Afval
DSF
Loont
Tomra
Omgekeerd
Recycle
et al
Inzamelen
Bank
Doeltreffendheid recyclebaarheid
+
++
nvt
++
++
+
bijdrage vermindering
--
nvt
++
0
-
+
-
+
-
+
-
+
++
++
0
++
0
+
+
-
?
?
+
?
--
--
+
-
-
-
0
++
++
+
0
++
nee
Ja
ja
ja
nee
ja
zwerfafval wijkeconomie financiële bijdrage Doelmatigheid kosten-baten Criteria Stadsdeel instapkosten communicatie koppeling met de Makkies Toepasbaarheid Indische Buurt fysiek ruimtelijk
-
+
++
++
-
+
bewoners
0
++
++
+
0
+
In het bovenstaande schema is getracht om tot een algemeen oordeel van de systemen te komen. Hierbij moet worden opgemerkt dat voor het kopje ‘toepasbaarheid Indische Buurt’ voor de verschillende doelgroepen in de buurt in praktijk de weging van de criteria anders zullen zijn. Op grond van de algemene beoordeling blijkt dat aan alle systemen voor en nadelen (+ en – beoordelingen) zitten bij invoering in de Indische Buurt. 4.4
MENINGEN VAN RESPONDENTEN Om de mening van de inwoners van met name de Indische Buurt te peilen over de wenselijkheid van het introduceren van een beloningssysteem , is een beknopte enquête gehouden onder de bezoekers van het ‘Samen Indische Buurt festival’, dat is gehouden op 15 juni 2013. Door het beperkt aantal respondenten zijn de uitkomsten niet 39
representatief, maar ze geven wel indicaties voor een mogelijk op te zetten beloningssysteem. De uitkomsten zijn in onderstaande tabellen weergegeven. Welke soorten afval biedt u gescheiden aan? Soort afval Papier en karton Glas Plastic Blik Andere metalen Textiel Chemisch Compost Totaal respondenten
Aantal respondenten 20 ( 71%) 19 ( 68%) 17 ( 61%) 2 ( 7%) 6 ( 21%) 17 ( 61%) 4 ( 14%) 2 ( 7%) 28 (100%)
NB: respondenten konden meerdere soorten afval aangeven.
Veel respondenten bieden dus afval al gescheiden aan, waarbij het niet alleen om papier/karton, glas en plastic gaat. Welke afstand bent u bereid maximaal af te leggen om dit afval aan te bieden? Soort afval Max. 1 km 1-2 km 2-3 km Meer dan 3 km Totaal respondenten
Aantal respondenten 19 ( 68%) 5 ( 18%) 3 ( 11%) 1 ( 4%) 28 (100%)
De actieradius van de respondenten is dus beperkt. Dat hangt mogelijk samen met het feit dat de Indische Buurt een sterk verstedelijkt gebied is, waar veel mensen geen auto hebben. De twee brengstations in Amsterdam Oost zijn dus voor veel mensen te ver om op grote schaal gescheiden afval aan te bieden. Dat zou pleiten voor kleinschalige brengstations in de buurten. Vindt u dat u hiervoor een beloning zou moeten ontvangen en zo ja, wat voor beloning? Soort beloning Neen, ik hoef hier geen beloning voor Ja, een klein geldbedrag Ja, een tegoed voor openbaar vervoer Ja, een tegoed voor gemeentelijke diensten Ja, een andere vorm van belonen (te weten korting gemeentebelasting) Totaal respondenten
Aantal respondenten 19 ( 68%) 2 ( 14%) 7 ( 25%) 3 ( 11%) 2 ( 14%) 28 (100%)
NB: respondenten konden meerdere voorkeuren aangeven.
40
Opvallend veel respondenten vinden dat ze geen beloning hoeven te oan ntvangen voor het het gescheiden aanbieden van afval. Voor zover ze wel een beloning wensen te ontvangen, zou het vooral moeten gaan om een tegoed voor het openbaar vervoer. Slechts een enkele respondent wil een geldelijke beloning. Doet u wel eens mee aan zwerfafval opschoondagen? Meedoen aan opschoondag Neen Ja, als individu Ja, als groep buurtbewoners, vereniging, enz. Totaal respondenten
Aantal respondenten 23 ( 82%) 5 ( 18%) -
28 (100%)
De meeste respondenten blijken dus niet aan opschoondagen mee te doen. Tot slot is nagegaan of mensen die mee doen aan opschoondagen anders staan tegenover belonen, dan mensen die dat niet doen. Het patroon tussen beide groepen lijkt niet wezenlijk verschillend, hoewel hier door de kleine aantallen respondenten uiteraard geen harde conclusies kunnen worden getrokken. Gewenst soort beloning naar mensen die wel of niet meedoen aan zwerfafval opschoondagen Neen
Neen, ik hoef hier geen beloning voor Ja, een klein geldbedrag Ja, een tegoed voor openbaar vervoer Ja, een tegoed voor gemeenschappelijke diensten Ja, een andere vorm van belonen Ja, een andere vorm van belonen
16 2 6 2
( 70%) ( 9%) ( 26%) ( 9%)
1 (
4%) 23
Ja, als individu
3 ( 60%) 1 ( 20%) 1 ( 20%) 1 ( 20%) 5
Ja, als groep buurtbewoners, vereniging, enz. -
NB: respondenten konden meerdere voorkeuren aangeven. Tot slot kan worden vermeld dat 12 respondenten hebben aangegeven mee te willen denken over c.q. mee te willen doen aan een beloningsproject. Het stadsdeel beschikt over hun namen, telefoonnummers en e-mailadressen.
41
5. 5.1
Eerste aanzet voor een beloningssysteem
ALGEMEEN Op basis van de voorgaande hoofdstukken kan een beloningssysteem worden ontwikkeld. De vraag is of dit op stadsdeelniveau moet gebeuren of op het niveau van de gehele gemeente Amsterdam. Voor dat laatste is veel te zeggen, te meer omdat de gemeente Amsterdam ook gedachten ontwikkelt voor een beloningssysteem. Het stadsdeel kan uiteraard de voorliggende raportage inbrengen bij de gemeente. In dit hoofdstuk zijn enkele globale ideeën voor beloningssystemen opgenomen, die nadat het stadsdeel of de gemeente een eerste keuze heeft gemaakt, nader uitgewerkt kunnen worden. Het is goed denkbaar bij deze verdere uitwerking ook bewoners te betrekken, bijvoorbeeld degenen die zich tijdens de enquête (zie § 4.4) hiervoor hebben opgegeven. NB: nader bezien moet worden of deze uitwerking nog kan plaats vinden binnen de huidige opdracht vanuti Gemeente Schoon/ Stadsdeel Oost.
5.2
BUSINESSCASE REVERSE VENDING MACHINES Aangezien in de enquête relatief veel respondenten hebben aangegeven bij een eventuele beloning de voorkeur te geven aan een tegoed voor openbaar vervoer, kan gedacht worden aan het plaatsen van ‘reverse vending machines’, zoals die in Beijing aanwezig zijn (zie § 4.2.3), bijvoorbeeld bij een aantal OV knooppunten en/of in straten met veel publiek. Anders dan in Beijing zou het dan niet om de inzameling van plastic flessen moeten gaan (dat wordt immers nu al afzonderlijk ingezameld), maar bijvoorbeeld om blik of andere materialen. De vergoeding bestaat uit het opwaarderen van de OV kaart. Een dergelijk systeem kan uiteraard niet op het niveau van een stadsdeel worden geïntroduceerd, maar zou gemeentebreed moeten worden ingevoerd. De machines zijn uiteraard kostbaar, dus een goede kosten-batenanalyse is noodzakelijk. Bovendien is de
42
koppeling met de OV-chipkaart niet eenvoudig. De vraag is ook wie dergelijke automaten zou moeten gaan exploiteren (leveren apparatuur, verstrekken van beloning, ophalen ingezameld afval en onderhoud machines) en wie hierbij dus financieel risicodragend is: een particulier bedrijf (zoals in Beijing) of de gemeente. Een en ander zou in businesscase nader uitgewerkt kunnen worden, eventueel gevolgd door een aanbesteding.
5.3
KLEINSCHALIGE INZAMELPUNTEN IN DE BUURTEN De actieradius voor veel bewoners bij het gescheiden aanbieden van afval is blijkens de enquête beperkt: zo’n 1 tot 2 km. Dat zou er voor pleiten om kleinschalige inzamelpunten in de buurten te plaatsen. Dat kan uiteraard op verschillen manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld de Tomra automaten (zie § 4.2.3). Een andere optie zou kunnen zijn om in tijdelijke bouwwerken of in leegstaande panden in drukke (winkel-)straten inzamelpunten te openen, waar mensen veel vormen van afval en oude apparatuur/witgoed kunnen inleveren en hier een beloning voor ontvangen. Zeker wanneer deze inzamelpunten door langdurig werklozen zouden worden bemensd (met als doel begeleiding naar regulier werk) snijdt het mes aan drie kanten: inzameling/hergebruik van afval en dergelijke, stimuleren van de wijkeconomie en (re-) integratie van langdurig werklozen. De taken van de in te zetten medewerkers bestaan uit het innemen van het afval, het geven van de beloning en het verder sorteren (bij apparatuur/witgoed eventueel demonteren, gebricht op hergebruik van onderdelen). Bij deze optie is elke vorm van beloning mogelijk: opwaarderen van OV-kaart, een geldbedrag, een andere vergoeding (zoals de Crownie in Den Haag, de Schapekop in Dordrecht of de Cambio in Deventer), dan wel een ruilmiddel zoals de Makkie in de OostIndische Buurt. Mocht de Makkie als beloningssysteem worden gebruikt (waar de voorkeur van het Stadsdeel overigens niet naar uit gaat), dan vraagt dan een nadere analyse hoe dit het beste geregeld kan. In de huidige opzet is de Makkie een gesloten ruilsysteem. Op het moment dat de Makkie als vergoeding gebruikt gaat worden, zal sprake moeten zijn van een open systeem: de gemeente zal in samenspraak met de Stichting Makkie de Makkies moeten uitgeven, waarna ze als ruilmiddel binnen het huidige systeem als ruilmiddel kunnen worden gebruikt. Het moet dan echter ook mogelijk zijn de Makkie bij de gemeente of het Stadsdeel in te leveren om hier een andere vorm van een tegoed (geld, gemeentelijke diensten) voor te ontvangen. Dit kan worden betaald vanuit de
43
opbrengsten van het ingezameld herbruikbaar afval. Een alternatief is dat de Makkie kan worden gebruikt om kortingen te krijgen op aankopen bij winkels in de buurt, waarbij de winkelier dan wel de gemeente c.q. het Stadsdeel de korting voor zijn/haar rekening neemt.
5.4
BELONEN VAN ZWERFAFVALPROJECTEN Het is denkbaar de aanpak van zwerfafval door de buurtbewoners te stimuleren door hiervoor een beloning te geven, bijvoorbeeld in de vorm van Makkies (vergelijkbaar met de Cambio in Deventer, de Crownie in Den Haag of de Schapekop in Dordrecht). De enquête heeft echter duidelijk gemaakt dat zowel degenen die al aan zwerfafvalprojectem deelnemen als anderen over het algemeen aangeven dat zij hiervoor geen beloning hoeven. Zeker omdat in Stadsdeel Oost er al veel actieve deelnemers aan zwerfafvalprojecten zijn, lijkt er ook geen noodzaak toe. Mocht toch een beloningssysteem worden ingevoerd, dan kan de beloning niet alleen worden gegeven aan mensen die deelnemen aan zwerfafvalacties, maar ook aan mensen die zich op de stadsdeelwebsite laten registreren en die op de website deelnemen aan educatieve quizzen gericht op het bevorderen van bewustzijn met betrekking tot zwerfafval c.q. het milieu in bredere zin. Ook zou dan mond-op-mond reclame kunnen worden beloond met Makkies wanneer vrienden zich registreren op deze website.
5.5
COMMUNICATIESTRATEGIE Ongeacht welk beloningssysteem wordt ingevoerd zal het steeds noodzakelijk zijn een goede communicatiestrategie te ontwikkelen om verschillende doelgroepen aan te kunnen spreken via verschillende kanalen: website, huis-aan-huisbladen, campagnes enz.
44
BRONNENLIJST Allers en Hoeben (2009) Effect Diftar is wat kleiner dan verwacht Assink en Talsma (2013) Rapportage Diftar Hengelo; Jaargang 2012 / 8 maart 2013 AVALEX (2012) Op weg naar 65 procent afval hergebruik. Evaluatierapport pilot Ryck Cambio Deventer (2011) Eindverslag Deventer gaat voor schoon Cambio Deventer (-) www.cambiodeventer.nl Chinadaily (2012) Vending machines turn trash into treasure; www.chinadaily.com.cn online artikel 4 juli 2012 Deelraadgemeente Noord Rotterdam (2011) Oplegnotitie, evaluatie project mentaliteitsverandering, pilot Agniesebuurt. Deventer Schoon Familie, DSF (-) www.deventerschoonfamilie.nl Dijk, M. van (2011) Belonen is het effectiefste middel om gedrag te veranderen; NVVK info april 2011 Diftar B.V. (-) www.diftar.nl Diftar Hengelo (-) www.diftarhengelo.nl Geerdink, het (2009) Evaluatie zakgeldproject; www.hetgeerdink.nl online publicatie Klaver, C. (2012) : Beloon en straf in een verhouding van vier op één; www.expand.nl Leeuwarder Courant (2009) Zakgeldproject voorlopig gered; www.lc.nl online artikel 21 september 2009 Noordhollands Dagblad (2012) Retourette definitief weg uit Oostzaan; www.noordhollandsdagblad.nl online artikel 19 december 2012 Public Result (2012) Notitie DSF, o.b.v. interview Cambio Recyclebank (-) www.recyclebank.com Retourette B.V (-) www.retourette.nl Retourette B.V (2013) Retourette 3.0; brochure ROVA (-) www.rova.nl + online jaarverslag 2011 RYCK (-) www.ryck.nl Stentor (2013) Slechte start voor omgekeerd inzamelen; online artikel 18 januari 2013 Tomra Systems B.V.(-) www.tomrasystems.nl + telefonische navraag
45