Afstuderen AOD Handleiding Collegejaar 2012-2013 Semester 1 Belangrijke informatie voor studenten die een afstudeeropdracht (gaan) uitvoeren, docentbegeleiders, tweede lezers, derde lezers en praktijkbegeleiders
HBO-RECHTEN
-2-
Voorwoord De afstudeeropdracht (AOD) is de afsluiting van de opleiding HBO-Rechten, een beroepsopleiding die studenten opleidt tot praktijkgerichte HBO-juristen. Het is een gedegen opleiding, waarbij veel nadruk ligt op de juridische theorie, maar waarbij ook veel aandacht is voor de praktijk en praktijkvaardigheden. Na het voltooien van de opleiding bezit de student de landelijke HBO-Rechten competenties op niveau 3 en dat betekent dat deze beginnende professional juridische werkzaamheden op het terrein van het privaatrecht, staats- en bestuursrecht en het strafrecht op HBO-niveau kan verrichten. Om de student op te leiden tot deze juridische professional lopen zes leerlijnen (Staats- en bestuursrecht, Burgerlijk recht, Strafrecht, Onderzoek, Communicatie en Praktijk) als een rode draad door de opleiding HBO-Rechten heen. Doel van de Praktijkleerlijn is om de student te laten kennismaken met de rechtspraktijk en om hem vaardigheden aan te leren die hij nodig heeft om in die rechtspraktijk te kunnen functioneren. De Praktijkleerlijn ziet er, kort samengevat, als volgt uit:
ieder leerjaar:
eerste leerjaar: praktijkdag met lezingen en workshops verzorgd door diverse juridische
bedrijvendag beroepsbeoefenaren
tweede leerjaar: excursies naar diverse organisaties in de rechtspraktijk
derde leerjaar:
de stagevoorbereidingsmodule en vervolgens de stage
vierde leerjaar:
de AOD
De Praktijkleerlijn en de Onderzoeksleerlijn worden afgesloten met de AOD. Uitgangspunt is een praktijkgerichte, juridische opdracht van een opdrachtgever. Dit is een externe organisatie, die zich geconfronteerd ziet met de behoefte aan een bepaald beroepsproduct. Het op te leveren resultaat van de AOD is een beroepsproduct, dat door een opdrachtgever in de praktijk gebruikt gaat worden. Om tot dit beroepsproduct te kunnen komen, voert de student een toegepast juridisch onderzoek uit. Dit onderzoek wordt vastgelegd in een onderzoeksverslag. Het beroepsproduct en het onderzoeksverslag worden afzonderlijk getoetst. Tijdens de afstudeerzitting zal de student getoetst worden op het presenteren en het verdedigen van zijn onderzoek en de resultaten hiervan. Het vierde onderdeel van de AOD is een beoordeling van de attitude, vaardigheden en kennis van de student als ‘lerende professional’. Wij wensen de student, de docentbegeleider, tweede lezer, derde lezer en de praktijkbegeleider veel succes toe. Namens Praktijkbureau HBO-Rechten, Mr. P.J.M. (Elly) van Exel
-3-
-4-
Inhoudsopgave Contactpersonen..................................................................................................................................... 6 1. Inleiding............................................................................................................................................... 7 1.1
Doelstelling AOD ..................................................................................................................... 7
1.2
Duur ......................................................................................................................................... 8
1.3
Kenniseigendom en geheimhouding ....................................................................................... 8
1.4
Aansprakelijkheid en verzekeringen ....................................................................................... 8
2. Voorafgaand aan de AOD.................................................................................................................... 9
3.
2.1
AOD-norm ............................................................................................................................... 9
2.2
Rol student .............................................................................................................................. 9
2.2
Opdracht werven ..................................................................................................................... 9
2.3
Eisen opdracht ...................................................................................................................... 10
Tijdens de AOD.............................................................................................................................. 11 3.1 Begeleiding en beoordeling ........................................................................................................ 11
4.
Proeve van bekwaamheid ............................................................................................................. 17 4.1
Opdracht en beroepsproduct ................................................................................................ 17
4.2
Onderzoeksverslag ............................................................................................................... 18
4.3
De lerende professional ........................................................................................................ 19
4.4
Afstudeerzitting...................................................................................................................... 19
4.5
Eindbeoordeling AOD ........................................................................................................... 20
4.6
Afronding AOD ...................................................................................................................... 20
BIJLAGEN ............................................................................................................................................... 22
-5-
Contactpersonen PRAKTIJKCOÖRDINATOREN Mevr. mr. P.J.M. van Exel Telefoon: 026-3691279 / 0623354511 Email:
[email protected] PRAKTIJKBUREAU Bezoekadres Kamer AU3.17 Ruitenberglaan 29 6826 CC Arnhem Telefoon: 026-3698854 Email:
[email protected]
Postadres Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Praktijkcoördinatie HBO-Rechten Kamer AU3.17 Postbus 5171 6802 ED Arnhem
-6-
1. Inleiding Doel van deze handleiding is om de student, de docentbegeleider, de tweede lezer en de praktijkbegeleider te informeren over onder meer de doelstellingen, de opzet, de voorbereiding, de regels, en de beoordeling van de afstudeeropdracht (AOD). Daarnaast wordt ingegaan op de taken en de verantwoordelijkheden van de student, de docentbegeleider, tweede lezer en de praktijkbegeleider. 1.1 Doelstelling AOD De student sluit de opleiding HBO-Rechten af met en een proeve van bekwaamheid, de AOD. Door middel van de AOD wordt getoetst of de student alle HBO-Rechten competenties op niveau 3 bezit (bijlagen 1 en 2). De toetsing wordt uitgevoerd op vier onderdelen: 1. het beroepsproduct, toetscode AOD1A.5; 2. het onderzoeksverslag, toetscode AOD1A.6; 3. de lerende professional, toetscode AOD1A.0; 4. de afstudeerzitting, toetscode AOD1A.4. Alle onderdelen worden afzonderlijk getoetst en verwerkt in de cijferadministratie HANSIS. Als de student een bedrijf wil oprichten in het kader van de AOD, dan zijn hiervoor mogelijkheden bij het Centrum voor Ondernemerschap . De student die dit wil kan hierover contact opnemen met de praktijkcoördinator. Na afloop van de AOD kan de student zich presenteren als een beginnende HBO-jurist. De beoordeling hiervan vindt zijn weerslag in het onderdeel ‘de lerende professional’. De afronding van de AOD vindt plaats door middel van een afstudeerzitting. Tijdens deze zitting dient de student een presentatie te geven over de totstandkoming van het beroepsproduct, waarbij voldoende aandacht dient te zijn voor een reflectie op het eigen leerproces. Na de presentatie verdedigt de student het beroepsproduct, de resultaten van het onderzoek, de gebruikte onderzoeksmethodieken etc. aan de hand van het beantwoorden van vragen van de examinatoren. Bij aanvang van ieder semester kan de student starten met de AOD, mits er is voldaan aan de AODnorm (zie §2.1). In overleg met de studieloopbaanbegeleider (SLB’er) kan hiervan onder bepaalde omstandigheden worden afgeweken Tot slot: in deze handleiding wordt regelmatig verwezen naar de elektronische leeromgeving Scholar. De student kan op Scholar alle informatie over en formulieren voor de AOD vinden en in geval van vragen de FAQ (‘Frequently Asked Questions’) raadplegen.
-7-
1.2 Duur De duur van een AOD is gebaseerd op 30 European Credits (ec) en dat betekent dat de opdracht binnen een semester afgerond dient te worden. Het AOD-tijdpad (zie bijlage 3) is hierbij leidend. Het niet tijdig afronden van de AOD leidt tot een onvoldoende. De student krijgt een eenmalige kans om deze onvoldoende te herstellen. Indien dat niet lukt, dan moet de student starten met een nieuwe opdracht. 1.3 Kenniseigendom en geheimhouding De opdrachtgever is rechthebbende op het auteursrecht van de geproduceerde werken. Deze werken worden derhalve alleen met instemming van de opdrachtgever ter inzage gelegd in de HAN Studiecentra of gepubliceerd op www.HBO-kennisbank.nl (bijlage 4). 1.4 Aansprakelijkheid en verzekeringen De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de opdrachtgever zijn jegens elkaar niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade, verlies of enige winstderving, samenhangend met de opdracht. 1.4.1
Aansprakelijkheidsverzekering
Bij de afstudeeropdracht gaat het uitdrukkelijk niet om een stage. Bij een stage is er een gezagsverhouding tussen stagebiedende organisatie en student en bij de afstudeeropdracht is deze gezagsverhouding niet aanwezig. De student is in eerste instantie zelf aansprakelijk voor haar/zijn gedrag. De HAN heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die gevallen waarin de HAN aansprakelijk wordt gesteld. Deze verzekering voorziet in deze gevallen voor zover er sprake is van een afstudeeropdracht in Nederland. Wordt de opdracht echter in het buitenland uitgevoerd, dan is de student verplicht zelf een IPS of ICS verzekering af te sluiten (zie bijlage 5). 1.4.2
Ongevallenverzekering
Door de HAN is ten behoeve van de studenten een ongevallenverzekering afgesloten. De ongevallenverzekering is gedurende de afstudeeropdracht 24 uur per dag van kracht en geldt ook voor stages in het buitenland. De vergoeding van kosten van geneeskundige behandeling en verpleging is een aanvulling op de eigen ziektekostenvoorzieningen hetgeen inhoudt, dat de verzekering(en) van de betrokkene eerst dient uit te keren. Vlak na een ongeval is veelal niet te voorzien welke (medische) kosten gemaakt moeten worden en tot welk bedrag dit door de verzekering(en) van de betrokkenen vergoed zal worden. Rekeningen die niet door de verzekeringsmaatschappij(en) van de betrokkene vergoed worden, kunnen in bepaalde gevallen worden vergoed door de collectieve ongevallenverzekering van de HAN. Zo kunnen kosten die onder het eigen risico vallen en derhalve niet vergoed worden, vaak op deze manier geheel of ten dele vergoed worden. Het is noodzakelijk dat binnen enkele dagen na het ongeval een schadeformulier wordt verzonden. De schadeformulieren zijn te verkrijgen bij de Service Unit FEZ.
-8-
2. Voorafgaand aan de AOD Om te garanderen dat de student beschikt over voldoende startkwalificaties, dient hij te voldoen aan de AOD-norm . Daarnaast moet er een aantal acties door de student worden ondernomen. 2.1 AOD-norm De student wordt toegelaten tot de afstudeerfase wanneer is voldaan aan de volgende voorwaarden: -
propedeuse behaald;
-
stage afgerond;
-
minimaal 121 ec in de hoofdfase behaald (inclusief stage);
-
niet meer dan twee tentamens openstaan;
-
goedkeuring van de SLB’er om te starten met de AOD.
2.2 Rol student In het semester voorafgaand aan de start van de AOD, dient de student de volgende activiteiten te ondernemen: -
aanvraag indienen bij de SLB’er om te mogen starten met de AOD1;
-
opdracht werven.
2.2 Opdracht werven De student is zelf verantwoordelijk voor het werven van een opdracht. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van www.hanpraktijkweb.n. Op deze site komen aanbod van opdrachtgevers en vraag van studenten samen. De rol van www.hanpraktijkweb.nl gaat echter verder. Als de student zelf een opdracht heeft verworven, dient deze geregistreerd te worden op www.hanpraktijkweb.nl. De opdracht moet minimaal voldoen aan de in § 2.3 vermelde eisen. De praktijkcoördinator krijgt hiervan een melding en deze zal beoordelen of de opdracht in potentie kan leiden tot een voldoende AOD. Het is mogelijk dat er nog aanvullende gegevens moet worden verstrekt en in dat geval krijgt de student hiervan bericht. Als de praktijkcoördinator meent dat de opdracht in potentie een voldoende AOD zal opleveren, zal er voor aanvang van de afstudeerperiode een docentbegeleider worden toegewezen. De definitieve goedkeuring van de AOD wordt gegeven middels goedkeuring van het plan van aanpak. De student kan een voorkeur voor een docentbegeleider opgeven en als het organisatorisch mogelijk is, zal hiermee bij de toewijzing van de begeleider rekening worden gehouden. De praktijkcoördinator zal ook een tweede lezer koppelen aan het afstudeertraject.
1 Bij aanvang van het semester voorafgaand aan de AOD, in ieder geval steeds vóór 15 oktober en 15 maart, dient de
student contact opgenomen te hebben met de SLB’er , om aan te geven dat hij wenst te gaan afstuderen. De SLB’er controleert of is voldaan aan de AOD-norm. Als dat het geval is, wordt dit doorgegeven aan de praktijkcoördinator, waarna deze de student toegang zal verschaffen tot de afstudeeropdrachten op www.hanpraktijkweb.nl.
-9-
2.3 Eisen opdracht De afstudeeropdracht moet in ieder geval voldoen aan de volgende eisen: -
alle HBO-Rechten competenties kunnen op niveau 3 getoetst worden;
-
de opdracht moet worden afgeleid van een relevante doelstelling;
-
de opdracht moet binnen de in het AOD tijdpad genoemde periode afgerond kunnen worden;
-
de opdracht moet leiden tot een in de praktijk bruikbaar beroepsproduct;
-
een toegepast juridisch onderzoek moet aan het beroepsproduct ten grondslag kunnen liggen.
- 10 -
3. Tijdens de AOD De afstudeerfase start met een voor studenten verplichte startbijeenkomst, waarin ondermeer informatie wordt gegeven over het schrijven van een plan van aanpak, het gebruik van de juiste bronnen, verwijzingen, voetnoten en plagiaat. Deze bijeenkomst is verplicht! De student heeft met het aannemen van een opdracht de verantwoordelijkheid op zich genomen om deze opdracht binnen de daarvoor gestelde tijd goed af te ronden, waarbij het AOD tijdpad leidend is. De AOD start met het schrijven van een plan van aanpak. Informatie over de beoordelingscriteria van het plan is te vinden in bijlage 7 en 8. De voltijd- en deeltijdstudenten moeten het plan uiterlijk op de in het tijdpad opgenomen deadline uploaden in Scholar. De e-learning studenten krijgen een persoonlijke pagina in de e-learning onderwijsomgeving, waar zij het plan van aanpak dienen te uploaden. Het niet of te laat uploaden betekent dat het plan van aanpak niet eerder dan bij de eerst volgende herkansingsmogelijkheid wordt beoordeeld. Ook het onderzoeksverslag en het beroepsproduct moeten tijdig worden ingeleverd. Als deze documenten niet of te laat worden aangeleverd, krijgt de student een 4 voor de onderdelen beroepsproduct, onderzoeksverslag en lerende professional. De beoordeling vindt dan ook pas plaats bij de herkansing. Het onderdeel ‘Lerende professional’ kan middels een reflectieverslag worden gerepareerd. Deze reparatie zal echter nooit meer dan een 5,5 opleveren. 3.1 Begeleiding en beoordeling In de afstudeerfase en heeft de student met de volgende personen te maken: 1. praktijkbegeleider 2. docentbegeleider 3. tweede lezer 4. derde lezer 3.1.1 Praktijkbegeleider De praktijkbegeleider heeft een belangrijke taak bij de begeleiding van de student bij het uitvoeren van de opdracht. De praktijkbegeleider zal voor de student het eerste aanspreekpunt zijn en de student vakinhoudelijk begeleiden. Verwacht wordt van de praktijkbegeleider dat deze de student de faciliteiten verschaft om het onderzoek uit te kunnen voeren. Aan de praktijkbegeleider worden de volgende eisen gesteld:
HBO- of WO-jurist of door ervaring een vergelijkbaar kennis- en vaardighedenniveau op het terrein waarop de opdracht wordt uitgevoerd;
- 11 -
brede kennis van en toegang tot alle organisatieonderdelen, teneinde de student te kunnen introduceren bij de, voor het uitvoeren van de opdracht, noodzakelijke personen en;
voldoende tijd beschikbaar om de student tijdens de afstudeerperiode vakinhoudelijk te kunnen begeleiden.
De taken van de praktijkbegeleider zijn:
verzorgen (of laten verzorgen) van de introductie en de begeleiding van de student in de organisatie; hij/zij ziet erop toe dat de student vertrouwd raakt met de spelregels en de structuur van de organisatie en draagt zorg voor voldoende faciliteiten en een werkplek voor vijf dagen per week voor de student;
hulp bij het opstellen van het plan van aanpak;
goedkeuring geven aan het plan van aanpak (bijlage 6);
bespreken van de voortgang van de aod op periodieke basis met de student en indien noodzakelijk met de docentbegeleider;
het op periodieke basis controleren van de feitelijke juistheid van het beroepsproduct en het hieraan ten grondslag liggende onderzoeksverslag;
adviseren van de tweede lezer bij de eindbeoordeling van de aod en;
indien mogelijk, bijwonen van de verdediging van de aod.
3.1.2 Docentbegeleider De docentbegeleider is begeleider van de student gedurende de gehele afstudeerperiode. De docentbegeleider is sparringpartner van de praktijkbegeleider en de student. Bij vragen over ondermeer de uitvoering van de opdracht en het proces kan de student de docentbegeleider raadplegen. Om deze begeleidende rol goed uit te voeren is het van belang dat er regelmatig contact plaatsvindt tussen de student , de docent- en de praktijkbegeleider. De student moet zelf de regie over zijn onderzoek in handen hebben en daarom ligt het initiatief hiertoe bij de student. Over de wijze waarop de student zelf de regie houdt over zijn onderzoek wordt meegewogen in het onderdeel ´lerende professional´. De docentbegeleider beoordeelt samen met de tweede lezer de verschillende onderdelen van de AOD. De student heeft recht op eenmaal feedback op deelproducten van de AOD en eenmaal op het totale eindproduct. De docent geeft feedback op het onderzoeksverslag, steeds nadat de student de feedback van de praktijkbegeleider heeft verwerkt. Heel concreet: de student stuurt een deel van het onderzoeksverslag/beroepsproduct eerst naar de praktijkbegeleider. Deze geeft de student feedback, die door de student wordt verwerkt. Vervolgens stuurt de student dit deel van het onderzoeksverslag/beroepsproduct naar de docentbegeleider. De docentbegeleider geeft de student op dit deel éénmaal feedback. Deze feedback dient de student te verwerken in het eindconcept. Daarnaast geeft de docentbegeleider nog eenmaal feedback over het geheel. Nadat de student deze laatste feedback heeft verwerk,t dient hij het definitieve onderzoeksverslag en beroepsproduct, voor de in het AOD-tijdpad genoemde deadline, te uploaden in Scholar. Deze definitieve stukken dient de
- 12 -
docentbegeleider met gebruikmaking van het programma Ephorus te controleren op plagiaat. Bezoek In de eerste zes weken van de afstudeerfase bezoekt de docentbegeleider de student en de praktijkbegeleider. Doelstelling van dit bezoek is naast het kennismaken met de praktijkbegeleider, ondermeer het bespreken van de opdracht , het beroepsproduct en het plan van aanpak voor het praktijkgerichte juridisch onderzoek, het duidelijk maken van de beoordelingscriteria en informatie verstrekken over de diverse begeleidingsrollen. De taken van de docentbegeleider zijn:
begeleiden van de student bij het opstellen van het plan van aanpak;
bezoeken van student en praktijkbegeleider in de eerste zes weken van de afstudeerfase;
begeleiden van de student bij de uitvoering van het onderzoek;
eenmalig geven van feedback op door de student tussentijds ingeleverde delen van het onderzoeksverslag en beroepsproduct;
eenmalig feedback geven op het laatste concept van het onderzoeksverslag en beroepsproduct in zijn geheel;
definitieve stukken controleren op plagiaat;
het beoordelen van de verschillende onderdelen van de AOD.
3.1.3 Beoordeling tweede lezer De tweede lezer is de examinator, die samen met de docentbegeleider en op advies van praktijkbegeleider, de AOD beoordeelt. De tweede lezer beoordeelt samen met de docentbegeleider of het plan van voldoende is aan de hand van de beoordelingscriteria (zie bijlage 7). De tweede lezer stuurt het beoordelingsformulier naar de docentbegeleider, die het vervolgens doorstuurt, samen met zijn eigen formulier en het goedgekeurde plan van aanpak, per mail naar de student. Verder beoordeelt de tweede lezer onafhankelijk of het beroepsproduct en onderzoeksverslag wel of niet voldoende zijn en of de student daarmee wel of niet door kan naar de laatste fase van de AOD, de afstudeerzitting. Als het beroepsproduct en/of het onderzoeksverslag onvoldoende zijn, worden deze producten en het onderdeel ‘lerende professional’ met een 4 beoordeelt. De student dient in dat geval voor de herkansing het AOD-tijdpad te volgen. De tweede lezer is ook voorzitter bij de afstudeerzitting en beoordeelt samen met de docentbegeleider het resultaat van de afstudeerzitting. De tweede lezer vult de afzonderlijke cijfers en de motivering hiervan in op het AOD beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier wordt door
de
tweede
lezer
gescand
en
gemaild
naar
[email protected].
De
beoordelingsformulieren worden door de tweede lezer, direct na de afstudeerzitting, ingeleverd bij de cijferadministratie in Arnhem (Wilma Hekkers) of Nijmegen (Hilde Leerentveld).
- 13 -
De tweede lezer:
beoordeelt, samen met de docentbegeleider, of het plan van aanpak voldoende is;
stuurt de beoordeling van het plan van aanpak naar de docentbegeleider;
beoordeelt of de student mag deelnemen aan de afstudeerzitting;
zit de afstudeerzitting voor;
bepaalt, in overleg met de docentbegeleider en de praktijkbegeleider, de afzonderlijke cijfers van de aod en vult het aod beoordelingsformulier volledig in;
scant het aod beoordelingsformulier en stuurt dit bestand naar
[email protected];
levert het aod beoordelingsformulier in bij de cijferadministratie.
3.1.4 Student De voltijdstudent heeft een opdracht van een opdrachtgever en zal hier in de afstudeerperiode fulltime aan werken. Dat betekent dat de student in principe fulltime bij de opdrachtgever aanwezig is. Uitzondering kan gemaakt worden voor het bezoeken van bibliotheken, het houden van interviews en andere zaken die de student niet bij de opdrachtgever op de werkplek kan uitvoeren. De reguliere deeltijd en e-learning student, maakt met de opdrachtgever afspraken over de tijdstippen waarop de student aan de AOD kan werken. Gedurende de uitvoering van de AOD dient de student zelf de regie in handen te houden. Dat betekent ondermeer dat de student zich zelfstandig moet houden aan het AOD tijdpad en het plan van aanpak. De AOD wordt uitgevoerd op niveau 3 en dat betekent dat van de student een grote mate van zelfstandigheid wordt verwacht bij het uitvoeren van het onderzoek en het schrijven van het beroepsproduct en het onderzoeksverslag. Begeleiding door de docentbegeleider De student heeft recht op begeleiding door de docentbegeleider. Deze begeleiding betreft hulp en ondersteuning bij het opstellen van het plan van aanpak. Hierbij kan men denken aan bijstand van de student bij een gesprek met de praktijkbegeleider over de opdracht, de centrale onderzoeksvraag en de deelvragen. Daarnaast kan de student tussentijds (gedeelten van) hoofdstukken inleveren bij de docentbegeleider, waarop de docentbegeleider in ieder geval eenmalig feedback dient te geven, binnen een redelijke termijn na ontvangst. Ook het definitieve gehele concept van het onderzoeksverslag en het beroepsproduct kan de student voor eenmalig feedback inleveren bij de docent. Het kan hierbij zijn dat er wederom feedback op eerder aangepaste stukken gegeven wordt. Na verwerking van de feedback door de student zijn het onderzoeksverslag en beroepsproduct defintief en kan de student de stukken uploaden in Scholar of plaatsen op de persoonlijke pagina in de e-learning onderwijsomgeving. Tevens dient de student de AOD stukken, met een code die de docentbegeleider zal verstrekken, te uploaden in Ephorus voor een plagiaatcontrole. Als het onderzoeksverslag en het beroepsproduct voldoende zijn, dan mag de student door naar de volgende fase, de afstudeerzitting. In het volgende hoofdstuk staat hierover meer beschreven.
- 14 -
AOD-terugkombijeenkomst Tijdens de AOD komt de student eenmaal terug op de HAN voor een terugkombijeenkomst. Exacte datum, tijdstip en locatie zullen worden bekend gemaakt op de Scholar. Tijdens deze terugkombijeenkomst zal er aandacht besteed worden aan diverse onderwerpen, waarbij ook ruimte is voor inbreng van de AOD’ers. Deze terugkombijeenkomst is verplicht voor de student. De taken van de student:
Zelf de regie over de uitvoering van de opdracht in handen houden;
In principe fulltime aanwezig zijn bij de opdrachtgever om de AOD uit te voeren;
Respecteren van de in het AOD tijdpad genoemde deadlines;
Zich houden aan de regels en aanwijzingen van de opdrachtgever/praktijkbegeleider;
Zich houden aan de regels en aanwijzingen van de docentbegeleider;
Bijwonen van de AOD-terugkombijeenkomst.
- 15 -
In het tijdpad van het eerste semester van studiejaar 2012-2013 staan de volgende deadlines opgenomen: Voltijd Deadline
Actie
Door
27/8/2012*
Startbijeenkomst AOD (verplicht!)
student
12/10/2012**
Terugkomdag AOD (verplicht!)
student
22/10/2012
Uploaden plan van aanpak in Scholar
student
29/10/2012
‘Go’ of ‘No Go’ plan van aanpak
Tweede lezer
5/11/2012
1e herkansing plan van aanpak uploaden in Scholar
student
e
12/11/2012
Beoordeling 1 herkansing plan van aanpak
Tweede lezer
19/11/2012
2e herkansing plan van aanpak uploaden in Scholar
student
26/11/2012
Beoordeling 2e herkansing plan van aanpak
Tweede lezer
7/1/2013
Uploaden AOD in Scholar
student
18/1/2013-24/1/2013
Oordeel AOD (uiterlijk 24 uur voor afstudeerzitting)
Tweede lezer
21/1/2013-25/1/2013
Afstudeerzitting
Student, docentbegeleider, tweede lezer en praktijkbegeleider
Zie bijlage 3 voor een meer gedetailleerd overzicht van het AOD tijdpad. *
Startbijeenkomst reguliere deeltijd: 28/8/2012 (zie Scholar > HR deeltijd > HR in de praktijk voor details) Startbijeenkomst e-learning: 31/8/2012 (zie http://specials.han.nl/themasites/hbo-rechten-elearning voor meer details)
**
Terugkombijeenkomst reguliere deeltijd: 9 /10/2012 (zie Scholar > HR deeltijd > HR in de praktijk voor details) Terugkombijeenkomst e-learning: 12/10/2012 (zie http://specials.han.nl/themasites/hbo-rechten-elearning voor meer details)
- 16 -
4. Proeve van bekwaamheid De AOD is een proeve van bekwaamheid, die bestaat uit een viertal onderdelen: 1. het beroepsproduct; 2. het onderzoeksverslag; 3. de lerende professional; 4. de afstudeerzitting. 4.1 Opdracht en beroepsproduct Naar aanleiding van de doelstelling van de opdracht, zal de student in overleg met de opdrachtgever afspreken welk beroepsproduct de opdrachtgever nodig heeft. Om dit product te kunnen opleveren dient de student een praktijkgericht juridisch onderzoek uit te voeren. Van dit onderzoek maakt de student een verslag, het onderzoeksverslag. In onderstaande figuur wordt dit schematisch weergegeven.
- 17 -
Ter verduidelijking van de term beroepsproduct volgen hieronder twee voorbeelden: Voorbeeld 1 Beroepsproduct Op het rechtsgebied van de echtscheiding heeft een wetswijziging plaatsgevonden. De rechtbank vraagt zich af of de bestaande werkprocessen voldoen aan de nieuwe wetgeving. Mocht dat niet het geval zijn, dan dient de student nieuwe werkprocessen op te stellen. De nieuwe werkprocessen zijn het beroepsproduct. Voorbeeld 2 Beroepsproduct Het tijdschrift ‘Ouders van nu’ wil ouders voorlichten over de juridische mogelijkheden van het vervolgen van pedofielen die minderjarige kinderen via internet aanzetten tot seksuele handelingen. Zij willen dat doen door middel van een artikel dat gepubliceerd zal worden in het tijdschrift en op de website. Een student krijgt de opdracht om een artikel over dit onderwerp te schrijven. 4.2 Onderzoeksverslag Om de nieuwe werkprocessen uit voorbeeld 1 te kunnen opstellen is het noodzakelijk dat de student onderzoek doet naar onder meer de achtergrond van de wetswijziging, de gevolgen van de wetswijziging, de huidige werkprocessen en de achtergrond daarvan. Dit onderzoek moet worden vastgelegd in het onderzoeksverslag. Om het artikel uit voorbeeld 2 te kunnen schrijven is het noodzakelijk dat de student onderzoek doet naar de juridische mogelijkheden om pedofielen te vervolgen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de student zich gaat verdiepen in internationale verdragen, wetsgeschiedenis, wetswijzigingen, huidige mogelijkheden voor vervolging, jurisprudentie etc. Daarnaast zal de student contact met politie en Openbaar Ministerie moeten opnemen om een beeld van de praktijk te krijgen. Hoe verloopt de praktijk van de vervolging. Hoe zit het met het bewijs? Ook kinderrechters en (jeugd)rechtadvocaten kunnen de student inzicht in de praktijk geven. Aan het onderzoeksverslag worden met betrekking tot de lay-out de volgende eisen gesteld: -
geschreven in lettertype Arial, tekengrootte 11
-
regelafstand 1,25
-
structuur, zoals beschreven in bijlage 8
-
bronvermelding zoals beschreven in de ‘Leidraad voor juridische auteurs’
Als richtlijn geldt een omvang van minimaal 16.000 woorden (dit zijn ongeveer 35 pagina’s) en maximaal 20.000 woorden (dit zijn ongeveer 45 pagina’s) (exclusief bijlagen, samenvatting, voorwoord en inhoudsopgave) Bijlage 9 bevat een formulier, aan de hand waarvan wordt beoordeelt of de ingeleverde stukken van - 18 -
een zodanig niveau zijn dat de student door mag naar de afstudeerzitting. Dit formulier kan goed gebruikt worden als checklist door de student. Plagiaat en Ephorus Om plagiaat te voorkomen moet de student bij het schrijven van het onderzoeksverslag letten op een zorgvuldige bronvermelding. Binnen de opleiding HBO-Rechten dient de bronvermelding te geschieden volgens een in de ‘Leidraad voor juridische auteurs’ voorgeschreven wijze. Deze ‘Leidraad’ is de te raadplegen via de site van het studiecentrum. De student moet ook op de juiste wijze citeren en parafraseren. Indien dit niet op de juiste wijze geschiedt, kan dit plagiaat opleveren. Plagiaat wordt altijd gemeld bij de examencommissie. Een controle op plagiaat wordt uitgevoerd door de docentbegeleider. De student ontvangt van de docentgebeleider een code, die hij kan gebruiken voor het uploaden van het onderzoeksverslag en het beroepsproduct in Ephorus. Meer hierover is te vinden op Scholar. 4.3 De lerende professional Onderdeel van de beoordeling van ‘de lerende professional’ is het binnen de in het AOD-tijdpad vastgestelde periode afronden van de opdracht (zie bijlage 10). Bij het niet-tijdig afronden van de AOD krijgt de student een onvoldoende voor het onderdeel ‘lerende professional’. Slechts bij hoge uitzondering en in overleg met de SLB’er en de praktijkcoördinator, kan hiervan worden afgeweken. Het onderdeel ‘lerende professional’ kan gerepareerd worden middels een uitgebreid reflectieverslag dat beoordeeld wordt door de tweede lezer (zie bijlage x). Dit onderdeel levert na een deugdelijke reparatie een 5,5 op. 4.4 Afstudeerzitting Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het beroepsproduct dient vastgelegd te worden in een onderzoeksverslag. Dit verslag is een weergave van de onderzoeksresultaten en bevat de verantwoording van de conclusies en aanbevelingen. De tweede lezer beoordeelt samen met de docentbegeleider of het onderzoeksverslag en het beroepsproduct voldoende zijn (zie bijlage 9). Als dat het geval is wordt de student toegelaten tot de laatste fase van het afstudeertraject, de afstudeerzitting. Ten overstaan van de docentbegeleider, tweede lezer en de praktijkbegeleider geeft de student een presentatie van ongeveer 15 minuten over het verloop van de afstudeeropdracht. Hierbij dient de student vooral aandacht te besteden aan de wijze waarop elke HBO-Rechten competentie is verworven. Het tweede onderdeel van de afstudeerzitting is de verdediging. De tweede lezer is hierbij voorzitter en samen met de docentbegeleider en de praktijkbegeleider zal de student vervolgens gedurende ongeveer een half uur ondermeer worden bevraagd over het juridische onderzoek, aanverwante onderwerpen en hoe hij tot de conclusies en aanbevelingen is gekomen. Deze zitting kan worden bijgewoond door een vertegenwoordiger van de beroepenveldcommissie.
- 19 -
4.5 Eindbeoordeling AOD De beoordeling van de afstudeeropdracht is in handen van de tweede lezer en de docentbegeleider. De praktijkbegeleider heeft een adviserende stem. De beoordelingscriteria staan opgenomen in het AOD beoordelingsformulier (bijlage 10). De onderdelen ‘het beroepsproduct’ en ‘het onderzoeksverslag’ tellen voor 30% en de onderdelen ‘de lerende professional’ en ‘afstudeerzitting’ tellen voor 20% mee in het eindcijfer. Alle onderdelen moeten minimaal met een 5,5 worden beoordeeld voor een voldoende voor de AOD. Indien een of meerdere onderdelen van de afstudeeropdracht met een onvoldoende (< 5,5) zijn beoordeeld, volgt de student het AOD tijdpad, zodat de student in een volgende periode alsnog de AOD kan afronden. Als het de student niet lukt om de AOD in deze volgende periode af te ronden, dan wordt de gehele AOD definitief met een onvoldoende beoordeeld en dient de student een nieuwe opdracht te werven (zie schema in 3). 4.6 Afronding AOD Om de AOD op de juiste wijze af te ronden, dient de volgende procedure gevolgd te worden. In deze procedure dragen de student, de tweede lezer en de praktijkcoördinator ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Digitale archivering Student De digitale versie van de AOD moet in PDF of Word bestand bij het praktijkbureau HR worden aangeleverd. Dat kun je doen door je AOD per e-mail te sturen naar
[email protected] of als de bestanden te groot zijn ze op een USB-stick/cd te zetten en af te geven in kamer AU3.17 (Ruitenberglaan 29 in Arnhem). De documentnaam moet als volgt worden opgebouwd; HR/naam student / studentnummer / aod / datum verdediging. Het getuigschrift wordt alleen uitgereikt als de digitale versie door de praktijkcoördinatie is ontvangen. Tweede lezer De
tweede
lezer
mailt
een
gescande
versie
van
de
beoordelingsformulieren
[email protected] . De documentnaam moet als volgt worden opgebouwd; HR/naam student / studentnummer / aod beoordeling / datum verdediging. Het originele en ondertekende beoordelingsformulier wordt direct na de afstudeerzitting door de tweedelezer ingeleverd bij Wilma Hekkers in Arnhem of Hilde Leerentveld in Nijmegen. Praktijkbureau - 20 -
Het praktijkbureau ontvangt van de cijferadministratie een complete lijst met daarop de huidige studenten die hun diploma ontvangen. Het praktijkbureau controleert of alle studenten hun AOD aangeleverd hebben en onderneemt actie, mochten er nog AOD’s ontbreken. Het praktijkbureau geeft door aan de cijferadministratie welke studenten hun AOD hebben ingeleverd, zodat de cijferadministratie deze studenten een uitnodiging voor de diploma-uitreiking kan sturen. HBO-Kennisbank Via de Studiecentra biedt de HAN de mogelijkheid om onderzoeksverslagen te bewaren in een repository (databank). De inhoud van deze repository wordt vervolgens online getoond op www.hbokennisbank.nl. De tweede lezer beoordeelt of het onderzoeksverslag in aanmerking komt voor plaatsing in de repository en in de HBO-kennisbank. Uiteraard mogen onderzoeksverslagen waarvoor een geheimhoudingsplicht geldt, niet opgenomen worden in de repository. Als de tweede lezer heeft aangegeven dat het onderzoeksverslag in aanmerking komt voor plaatsing in de repository, wordt de student verzocht het onderzoeksverslag digitaal bij het praktijkbureau HBO-Rechten af te leveren in een pdf-bestand op cd-rom. Praktische eisen: 1. De digitale versie van het onderzoeksverslag moet op cd-rom worden aangeleverd bij het praktijkbureau van HBO-Rechten; 2. De digitale versie moet één pdf-bestand zijn. Dus geen afzonderlijke bestanden voor voorkant, inhoudsopgave, literatuurlijst etc. Enige uitzondering zijn bijlagen; 3. Op de cd-rom moet met viltstift de titel van de afstudeeropdracht zijn geschreven; 4. Op het cd-rom doosje moet worden vermeld: a. de titel van de afstudeeropdracht; b. de opleiding ‘HBO-Rechten’; c. de datum van afstuderen; d. de naam van de student; e. het studentnummer van de student; f.
de naam van de docentbegeleider.
5. Een door de opdrachtgever ondertekend toestemmingsformulier moet worden meegeleverd. Dit formulier is te downloaden via Insite, HBO-Rechten, Onderwijs, afstuderen.
- 21 -
BIJLAGEN 1.
Competenties HAN HBO-Rechten
24
2.
Niveau 3 HBO-Rechtencompetenties
30
3.
Schema AOD tijdpad semester 1 2012-2013
34
4.
Geheimhoudingsverklaring
37
5.
Formulier goedkeuring praktijkbegeleider plan van aanpak AOD HBO-Rechten
40
6.
Formulier goedkeuring tweede/derde lezer plan van aanpak AOD HBO-Rechten
42
7.
Structuur onderzoeksverslag
44
8.
Formulier verdedigingswaardigheid AOD HBO-Rechten
45
9.
AOD beoordelingsformulier
48
- 22 -
BIJLAGE 1 Competenties van de opleiding HBO-Rechten van de HAN
1.
Juridisch analyseren: Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen Toelichting Voordat een hbo-jurist een beroepsproduct maakt, formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij gaat daarbij methodisch en gestructureerd te werk, omdat hij beschikt over onderzoeksvaardigheden. Voor het op systematische wijze oplossen van deze vragen verzamelt en selecteert hij de van toepassing zijnde juridische bronnen zoals wetgeving en jurisprudentie. Juridisch analyseren omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van feiten en juridische bronnen. Een jurist doorloopt het volledige proces om te komen tot goed een beroepsproduct. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. parketsecretaris bij het openbaar ministerie en verzamelt en selecteert het door onderzoek verkregen feitenmateriaal ter voorbereiding van het opstellen van een tenlastelegging; b. juridisch medewerker op een advocatenkantoor en maakt een juridische analyse van de situatie die de cliënt aandraagt, waarin de nieuwste jurisprudentie verwerkt wordt; c. juridisch medewerker bij de gemeente en controleert of het dossier compleet is om namens het gemeentebestuur te besluiten op een vergunningaanvraag; d. juridisch medewerker bij de gemeente en onderzoekt het verzoek van een journalist om openbaarmaking van declaratiegegevens van wethouders; e. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en controleert de gegevens van een bepaald schadegeval op de juridische relevantie; f. juridisch medewerker bij een bank en beoordeelt of de verkoop van een bepaald financieel product in overeenstemming geschiedt met de eisen die worden gesteld in de Wet op het financieel toezicht en eventueel andere toepasselijke wetten; g. bedrijfsjurist bij een multinational en inventariseert en onderzoekt gegevens en feiten alvorens een contract op te stellen.
2.
Adviseren Geven van advies op basis van een juridische analyse Toelichting Een hbo-jurist geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de hbo-jurist alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en bereidt een zaak (inhoudelijk) voor, waarbij gecontroleerd wordt of aan de formele juridische vereisten is voldaan en/of werkt ter zitting - 23 -
b. c. d.
e. f. g.
3.
als griffier en na afloop wordt de uitspraak vastgelegd in een schriftelijk vonnis; secretaris van een commissie bezwaar en beroep bij een provincie en schrijft een conceptadvies naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift; juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en geeft een crediteur schriftelijk advies; octrooigemachtigde op een octrooibureau en schrijft een klant een adviesbrief over hoe zijn uitvinding zoveel mogelijk bescherming kan genieten, waarbij de nieuwste jurisprudentie wordt verwerkt; juridisch medewerker bij een belangenorganisatie van eigenaren van een eigen huis en adviseert de leden over koopaktes en hypotheekvoorwaarden; bedrijfsjurist bij een regionaal aannemersbedrijf en adviseert de afdeling inkoop op basis van regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van een groot bouwproject; zelfstandige in een eigen juridisch adviesbureau en geeft samen met compagnons juridisch advies aan cliënten op basis van gesprekken, nadat een risicoanalyse van de juridische situatie is opgesteld, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken.
Vertegenwoordigen: Behartigen van juridische belangen van anderen door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen Toelichting Een hbo-jurist treedt als belangenbehartiger op voor personen en organisaties. Het behartigen van deze belangen kan bestaan uit procesvertegenwoordiging, onderhandelen, bemiddelen en conflictbeheersing. De belangenbehartiging kan mondeling of schriftelijke gebeuren en daarbij maakt de jurist eventueel gebruik van technieken uit ‘mediation’. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. ‘professional support lawyer’ bij een advocatenkantoor en treedt als procesgemachtigde op voor een cliënt bij de kantonrechter of de bestuursrechter; b. juridisch medewerker bij de provincie en handelt een geschil tussen een bedrijf en de provincie zonder tussenkomst van een rechter af; c. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en stelt (proces)stukken op zoals een ingebrekestelling, aanmaning of dagvaarding en procedeert; d. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en treedt op namens een verzekerde door een ingebrekestelling te versturen naar een verkoper; e. juridisch medewerker bij een stafafdeling van een winkelketen en is namens dit bedrijf in gesprek met overheidsinstellingen over het verkrijgen van vergunningen; f. bedrijfsjurist in een ‘due diligenceteam’ en behartigt de belangen van een ‘fastfoodconcern’ bij het gezamenlijk voorbereiden van de onderhandelingen tot een overname; g. juridisch medewerker van een groot ziekenhuis en bemiddelt in een arbeidsconflict tussen een medewerker en een leidinggevende, waarbij niet alleen juridische maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken.
4.
Beslissen: Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren Toelichting
- 24 -
Een hbo-jurist werkt aan de totstandkoming van besluiten namens cliënten of namens de organisatie voor wie hij werkt. Bij dit beroepshandelen betrekt de hbo-jurist naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtsverhouding gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten). Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker bij een financiële instelling en stelt contracten op. b. juridisch medewerker op een verzekeringskantoor en beslist over de toe- of afwijzing van een claim van een verzekerde; c. juridisch medewerker bij een zorgverzekeraar en neemt een beslissing op een bezwaarschrift van een verzekerde, waarin vervolgens in een besluit gemotiveerd wordt, waarom een bepaalde geneeskundige behandeling in een kliniek voor plastische chirurgie niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken; d. bedrijfsjurist bij een scheepvaartonderneming en is bevoegd om het contract te tekenen over de brandstofleveranties voor de komende twee jaar; e. bedrijfsjuridisch medewerker voor een startende onderneming en gaat voor hen na welke vergunningen zijn vereist, waarbij hij algemene voorwaarden en ook de arbeids- en samenwerkingsovereenkomsten opstelt; f. lid van de geschillencommissie in de reisbranche en neemt samen met de overige commissieleden een beslissing over een geschil tussen een reisorganisatie en een aantal particulieren die bij deze organisatie een reis hebben geboekt. 5.
Reguleren: Opstellen en wijzigen van regelgeving Toelichting Een hbo-jurist stelt generieke regelingen op. Ook het wijzigen van bestaande regelingen behoort tot deze competentie. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker op een notariskantoor en stelt de statuten op voor een studievereniging; b. juridisch medewerker bij de gemeente en is betrokken bij het opstellen van gemeentelijke verordeningen; c. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en is betrokken bij het opstellen van beleidsregels inzake permanente bewoning van recreatiewoningen; d. juridisch medewerker bij een onderwijsinstelling en levert een bijdrage aan het opstellen van huishoudelijke reglementen en onderwijs- en examenregelingen; e. juridisch adviseur bij een opleidingsinstituut en legt de procedure tot het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken vast in overeenstemming met de Wet op de beroepen in het onderwijs; f. juridisch medewerker bij een vakbond en is betrokken bij de onderhandelingen over een nieuwe CAO, waarbij na de onderhandelingen een nieuwe tekst opgesteld wordt met de cao-partners;
- 25 -
g.
6.
juridisch adviseur bij een internationaal opererende telecom organisatie en stelt reglementen en algemene voorwaarden op of past de bestaande documenten aan.
Dossier managen: Aanleggen en beheren van juridische dossiers, bewaken van de doorloop en de samenhang, afsluiten en overdragen ervan Toelichting Een hbo-jurist draagt zorg voor het aanleggen, beheren, ontsluiten en overdragen van juridische dossiers. Ook de bewaking van termijn maakt onderdeel van deze competentie uit.
- 26 -
Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en controleert de processtukken op formele en materiële aspecten, waarbij ook aanvullende en relevante informatie voor het dossier verzameld wordt; b. griffiemedewerker en bewaakt de termijnen waarbinnen beslist moet worden; c. juridisch medewerker bij de belastingdienst en ziet erop toe dat ten behoeve van een goede communicatie de juridische dossiers zodanig zijn ingericht, dat de behandeling ervan op elk moment door een collega kan worden overgenomen; d. ambtenaar bij een gemeentelijke bestuursdienst en maakt een ‘flowchart’ teneinde ervoor te zorgen, dat ingekomen zaken bij alle betrokken afdelingen op het juiste moment passeren; e. juridisch medewerker bij een ingenieursbureau en draagt zorg voor de completering van de dossiers teneinde een spoedige start van de bouwprojecten te bewerkstellingen; f. contractmanager bij een groothandelsonderneming en is verantwoordelijk voor de juridische uitvoering en het beheer van contracten; g. projectmedewerker bij een financiële instelling en draagt na een overname zorg voor een uniform dossiermanagement van alle contracten. 7.
Onderzoek: Het doen van juridisch onderzoek ten behoeve van het oplossen van een juridisch probleem vanuit de rechtspraktijk Toelichting Een hbo-jurist doorloopt diverse onderzoeksfasen, waarbij het juridisch onderzoek uitmondt in het opleveren van een beroepsproduct geschikt voor de organisatie. Concreet zal hij onder meer de verschillende juridische bronnen verzamelen, analyseren en relevante informatie bewerken om zijn argumentatie te kunnen opbouwen ter beantwoording van de onderzoeksvraag. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. bedrijfsjurist bij een onderneming en is verantwoordelijk voor het opstellen van nieuwe contracten; b. gerechtssecretaris en doet dossier- en jurisprudentieonderzoek in een betreffende zaak en schrijft een concept uitspraak voor de rechter; c. juridisch medewerker bij een juridisch adviesbureau en adviseert met behulp van meerdere interpretatiemethoden of redeneervormen een cliënt over een juridisch probleem; d. juridisch medewerker bij een vakbeweging brengt een advies uit aan het bestuur over de gevolgen van de aanpassingen van het pensioenstelsel voor jonge werknemers; e. juridisch medewerker bij een bureau jeugdzorg en stelt een rapport op over de gedragsproblemen van jongeren in een bepaalde woonwijk; f. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en maakt een handhavingprotocol op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het onderdeel bouwen.
8.
Communicatie: Lezen, interpreteren en samenvatten van juridische teksten, (strategisch) mondeling en schriftelijk betogen en beschouwen van een juridisch/sociaal maatschappelijk/ethisch onderwerp/vraagstuk Toelichting Een hbo-jurist kan tekst en presentatie aanpassen aan de beoogde lezer/toehoorder en aan de
- 27 -
situatie, waarbij hij zich bewust is van de gelaagdheid (inhoud, beroep/appel, relatie, expressie) van de boodschap die hij brengt. De tekst of presentatie bevat een duidelijke opbouw en rode draad, is goed onderbouwd en afgestemd op actuele situaties en ontwikkelingen. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. beleidsmedewerker kwaliteitszorg bij de provincie en stelt een uniform model op voor de beantwoording van alle soorten uitgaande brieven; b. projectmedewerker bij een gemeente om het digitale dienstenloket in te richten, zodat alle procedures bij ‘online’ producten en diensten toegankelijk en juridisch correct zijn beschreven; c. juridisch medewerker bij de gemeente en schrijft een notitie met voorstellen tot het versnellen van de doorlooptijd en verbetering van de efficiency en klantvriendelijkheid ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften; d. office manager op een notariskantoor en adviseert over de cliëntfolders, zodat deze aansluiten bij de laatste regelgeving en de doelgroep; e. juridisch medewerker bij een bank en ‘vertaalt’ een nieuwe regeling op het terrein van toezicht van financiële instellingen ten behoeve van de implementatie naar producten en diensten; f. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en dient een beroepschrift in bij de rechtbank tegen een genomen besluit van het gemeentebestuur; g. secretaris bij een bezwaarschriftencommissie en stelt notities op voor de door de commissie te nemen adviezen; h. juridisch medewerker bij de politie en creëert draagvlak voor de in te voeren maatregelen met betrekking tot geluidsoverlast van jongeren in een bepaalde woonwijk.
- 28 -
BIJLAGE 2 Niveau 3 van de HBO-Rechtencompetenties § 1. Algemeen De opleiding HBO-Rechten van de HAN kent drie niveaus. De student dient de AOD te verrichten op niveau 3. Om dit niveau enigszins nader te concretiseren treft u hieronder achtereenvolgens aan: een vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus, een nadere toelichting op de niveaus en, ten slotte, een voorbeeldcasus met bijbehorende vragen en antwoorden op niveau 3. § 2. Vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Simpele casus
Meer complexe casus
Complexe casus
Eenvoudige, oppervlakkige oplossingen
Moeilijkere, globale oplossing
Veel begeleiding sturing van de docent
Oplossing met nuancering, dwarsverbanden en samenhang tussen diverse onderwerpen. Diepgaand en gedetailleerd en Meer zelfsturing van de student Zelfstandig
§ 3. Nadere toelichting op de niveaus Niveau 1 Tijdens de propedeuse van de opleiding leert de student de rechtsgebieden Burgerlijk recht, Staatsen bestuursrecht en Straf(proces)recht kennen binnen inleidende onderwijseenheden. De student verkrijgt kennis en inzicht, waardoor hij in staat is een (deel van een) rechtsgebied in grote lijnen te beschrijven. De student maakt opdrachten over eenvoudige juridische casus en verkrijgt regelmatig ondersteuning en bijsturing van de docent. De student leert welke bronnen hij kan gebruiken bij het zoeken naar informatie voor de opdrachten. Niveau 2 In het tweede leerjaar, aan het begin van het derde leerjaar en tijdens enkele minoren (bijvoorbeeld de minor ‘Jeugd en gezin’) komt de student steeds meer in aanraking met de wat meer omvangrijke en gecompliceerde juridische problemen uit de beroepspraktijk die opgelost moeten worden. De zelfstandigheid van de student moet groeien en dat vindt onder meer plaats tijdens de stage en tijdens het maken van de opdrachten. Voorbeelden van die opdrachten zijn de opdrachten in de onderwijseenheid Juridisch argumenteren en in de onderwijseenheid Procedeercollege. Niveau 3
- 29 -
In enkele minoren zoals ‘Overheid en recht’, ‘Criminologie’, ‘Secretaris strafrecht’, ‘Consument en recht’, de ‘Doorstroomminor OU’ en tijdens de afstudeeropdracht functioneert de student op niveau 3. De eerder opgedane kennis en vaardigheden worden in praktijk gebracht en de student is in staat zelfstandig de juiste keuzes te maken. Er is minder begeleiding bij het volgen van de minoren en de student moet zelfstandig onder andere de onderzoeksopdrachten kunnen afronden en/of de aangeboden stof zich eigen maken. § 4. Voorbeeldcasus op niveau 3 Dion Steegers wil zijn inboedel voor € 50.000 verzekeren tegen brand. Hij benadert een assurantiekantoor met het verzoek om de gewenste verzekering voor hem te regelen. Na enige tijd ontvangt Steegers van het assurantiekantoor de polis van verzekeraar X. Het assurantiekantoor biedt hem tevens de kwitantie voor de premie aan. Steegers betaalt de premie aan het kantoor. Na een jaar biedt het assurantiekantoor andermaal een premiekwitantie aan voor een nieuwe verzekeringsperiode. Steegers betaalt de premie en verzoekt het assurantiekantoor om de verzekerde som te verhogen van € 50.000 tot € 70.000. Het assurantiekantoor bevestigt Steegers na verloop van een week de verhoging. Enige weken later gaat het assurantiekantoor failliet. Al gedurende twee maanden is er geen premie meer afgedragen aan de verzekeraar. De polis bepaalt over premiebetaling het volgende: ‘De verzekeraar is niet tot enige uitkering gehouden, indien de premie niet binnen veertien dagen na de aanbieding van de premiekwitantie door hem ontvangen is’. Een half jaar later brandt het perceel waarin de inboedel van Steegers zich bevindt tot de grond toe af. Zijn totale schade beloopt € 60.000,Steegers vordert van de verzekeraar een betaling van € 60.000. a. Kan de verzekeraar de uitkering van € 60.000 weigeren op grond van het feit dat hij de premie niet (tijdig) heeft ontvangen? Deze vraag handelt over het recht op premie-incasso van de verzekeringstussenpersoon. Of het verweer van de verzekeraar opgaat hangt af van de vraag of de tussenpersoon het recht op premie-incasso heeft. Hoofdregel is dat de ‘onafhankelijke bemiddelaar’ assurantiepersoon het recht van premie-incasso heeft. Wanneer sprake is van een zogenaamde ‘gebonden bemiddelaar’ – een assurantietussenpersoon die in naam en voor rekening van één verzekeraar bemiddelingswerkzaamheden verricht – geldt dat deze geen premie voor de verzekeraar bij de verzekeringnemer mag innen. Premie-incasso is het recht van de verzekeringstussenpersoon de premie voor de verzekeraar bij de verzekeringnemer te innen. Tenzij anders is afgesproken heeft de ‘onafhankelijke bemiddelaar’ (de tussenpersoon) dus het recht op premie-incasso. Voor dit incasseren van de premie ontvangt de tussenpersoon een beloning van de verzekeraar, de incassoprovisie. Ten aanzien van het premie-incasso vertegenwoordigt de zelfstandige tussenpersoon de verzekeraar ingevolge de bepalingen omtrent opdracht, art. 7:400 - 413 BW. - 30 -
Dit betekent dat indien er fouten worden gemaakt in de premieafdracht, deze fouten voor rekening van de verzekeraar komen. In dit geval is Steegers gekweten en zal het verweer van de verzekeraar dat hij uitkering weigert op grond van het feit dat hij de premie niet (tijdig) heeft ontvangen niet opgaan. Een andere oplossing is ook denkbaar. In art. 7:934 BW wordt aangegeven dat betaling van premie binnen veertien dagen na de aanmaning dient te geschieden. Deze aanmaning moet geschieden na de vervaldag en met vermelding van de gevolgen, bijv. beëindiging of schorsing van de verzekering. Steegers als verzekeringnemer zou zich in dit geval kunnen beroepen op de schijn van volmachtverlening nu de tussenpersoon incasseert, art. 3:61, tweede lid, BW. Via de bepalingen van opdracht en de gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek zijn de bepalingen van volmacht tevens op deze verhouding van toepassing, art. 3: 60 e.v. BW. Aan de vereisten voor vertrouwensbescherming is in deze casus voldaan: Een laatste mogelijkheid is ten slotte het delcrederebeding. De tussenpersoon heeft zich in dat geval bij de verzekeringsovereenkomst tegenover de verzekeraar verbonden tot betaling van de premie en kost voor eigen schuld (eigen rekening). De verzekeraar heeft enkel een vordering op de tussenpersoon en niet op de verzekeringnemer. Steegers zou bij deze mogelijkheid gekweten zijn en de verzekeraar zou genoemd verweer niet met succes kunnen voeren omdat de tussenpersoon premieschuldenaar is geworden en allen hij jegens de verzekeraar aansprakelijk is voor de te betalen premie. b. Kan de verzekeraar de uitkering van € 70.000 weigeren indien de verhoging van de verzekerde som nooit aan hem is medegedeeld, noch door hem is aanvaard? Dit verweer van de verzekeraar gaat ervan uit dat het verweer onder a van deze vraag niet slaagt. Dit keer gaat het niet over premie-incasso maar over de toekenning van fouten gemaakt door de tussenpersoon. De tussenpersoon heeft informatie niet doorgegeven aan de verzekeraar, te weten de verhoging van de verzekerde som. Een fout gemaakt bij het doorgeven van informatie aan de verzekeraar komt voor rekening van die partij welke door de tussenpersoon wordt vertegenwoordigd. Het assurantiekantoor is in de casus een zelfstandige tussenpersoon. Hij handelt in opdracht van de verzekeringnemer (behalve t.a.v. de premie-incasso). Het assurantiekantoor bemiddelt immers in opdracht van Steegers bij het sluiten van een verzekeringsovereenkomst en dient in opdracht van Steegers de verhoging van de verzekerde som door te geven. De fout komt in casu dus voor rekening van Steegers. De verzekeraar zal wel € 50.000 moeten uitkeren (de oorspronkelijke verzekerde som), maar kan weigeren € 60.000 uit te keren. Het assurantiekantoor kan door Steegers worden aangesproken op grond van het niet (deugdelijk)
- 31 -
nakomen van de opdrachtovereenkomst (wanprestatie, art. 6:74 BW). Tussenpersonen hebben doorgaans, om zich tegen het risico van aansprakelijkheid op grond van gemaakte fouten te beschermen, een beroepsaansprakelijkheidsverzekering gesloten. Lastige bijkomstigheid is dat de tussenpersoon in de casus failliet is en het voor Steegers onzeker is of hij nog iets van zijn vordering op de tussen persoon terugziet. c. Hoe moet Steegers eventueel bewijzen dat de verhoging van de verzekerde som deel is gaan uitmaken van de verzekeringsovereenkomst? We gaan er bij deze vraag van uit dat de verhoging van de verzekerde som wel door de tussenpersoon aan de verzekeraar is doorgegeven. Het gaat nu om het bewijs van de inhoud van de verzekeringsovereenkomst door de verzekeringnemer tegenover de verzekeraar. Nadat de oorspronkelijke polis als bewijs is aanvaard doet zich een wijziging in de overeenkomst voor. Hier geldt art.7:932 BW. Er geldt geen enkele bewijsbeperking. Zolang de polis niet is uitgeleverd kan het bestaan en de inhoud met van de verzekeringsovereenkomst met alle bewijsmiddelen worden bewezen. Ook nadat de polis is afgegeven aan de verzekeringnemer kan deze m.b.t. het bestaan en de inhoud van de verzekeringsovereenkomst ook door middel van bijv. getuigen bewijs leveren (dat er een overeenkomst bestaat en / of dat de inhoud anders is dan de polis vermeldt). (Zie hier AGOGuliker I en II)
- 32 -
BIJLAGE 3 – SCHEMA AOD TIJDPAD SEMESTER 1 2012-2013
Start AOD 27-8-2012 No go 29-10-2012 No go 12-11-2012
Uploaden plan van aanpak 22-10-2012 Gesprek docent- , praktijkbegeleider en student
Gesprek docent-, praktijkbegeleider en student
Go 29-10-2012 Uploaden1e herkansing 1 plan van aanpak 5-11-2012
Uploiaden herkansing 2 plan van aanpak 19-11-2012
Uploaden AOD 7-1-2012
Go 12-11-2012 Oordeel AOD tussen 18-1-2013 en 24-1-2013
Onderzoeksverslag en beroepsproduct voldoende
Lerende professional voldoende
Go 26-11-2012
Onderzoeksverslag en/of beroepsproduct onvoldoende (Cijferinvoer HANSIS)
Lerende professional onvoldoende
No Go 26-112012
Nieuwe AOD werven
Start nieuwe AOD 28-1-2013 - 33 -
Inleveren reflectie verslag bij tweede lezer/examinator: uiterlijk 2 dagen voor afstudeerzitting
Afstudeerzitting van 21-1-2013 t/m 25-1-2013
Voldoende
Cijferinvoer in HANSIS voldoende
Onvoldoende (Cijferinvoer HANSIS)
Cijfer invoer in HANSIS onvldoende
Inleveren AOD 14-3-2013
Diploma uitreiking maart 2013*
- 34 -
Oordeel AOD tussen 25-3-2013 en 4-4-2013
Onderzoeksverslag en beroepsproduct voldoende Onderzoeksverslag en/of beroepsproduct onvoldoende (Cijferinvoer HANSIS) Lerende professional voldoende
Afstudeerzitting van 2-4-2013 t/m 5-4-2013
Lerende professional onvoldoende Inleveren reflectie verslag bij tweede lezer/examinator: uiterlijk 2 dagen voor afstudeerzitting
Onvoldoende (Cijferinvoer HANSIS)
Voldoende Nieuwe AOD werven (periode 4)
Cijfer invoer in HANSIS voldoende
Cijfer invoer in HANSIS onvoldoende
Start nieuwe AOD (semester 1 2013-2014)
* mits de student alle onderwijseenheden met een voldoende heeft afgesloten. Diploma uitreiking juli 2013* - 35 -
- 36 -
BIJLAGE 4 Geheimhoudingsverklaring
De Hogeschool voor Arnhem en Nijmegen (HAN) is zeer gebaat bij het ter beschikking stellen van rapporten en verslagen in haar studiecentra voor studiedoeleinden. Tegelijkertijd gaat de HAN zorgvuldig om het haar geheimhoudingsplicht ten aanzien van publicaties over bedrijven.
Dhr./mevr. …………………………………………………………… praktijkbegeleider betrokken bij dit onderzoeksverslag, maakt wel/geen bezwaar* tegen het ter bestellen stellen van dit rapport aan de HAN Studiecentra of het publiceren op www.hbokennisbank.nl. Organisatie: __________________________________________________________ Betreft student: ________________________________________________________ Datum afstudeerzitting: _________________________________________________
Datum: _________________________________ Plaats: ______________________ Handtekening:
* doorhalen wat niet van toepassing is - 37 -
- 38 -
BIJLAGE 5 Verzekeringen De HAN biedt haar studenten niet alleen graag een stageplaats/afstudeeropdracht aan, maar rekent het tevens tot haar verantwoordelijkheid om er op toe te zien dat de stagiair/afstudeerder goed verzekerd aan zijn/haar stag/afstudeeropdracht kan beginnen. Daarom hieronder een paar nuttige tips: Ziektekostenverzekering: Spreek met je ziektekostenverzekeraar af dat je huidige polis ook geldig blijft tijdens je stage in het buitenland, dat de verzekerde bedragen voor het buitenland ook ruim voldoende zijn (bijv. twee keer de verzekerde bedragen in Nederland) en laat het ook schriftelijk vastleggen. Geef een kopie van die verklaring af aan je stagedocent. WA Verzekering: je huidige WA Particulier verzekering is niet automatisch geldig in het buitenland en vaak is het ‘werk risico’ uitgesloten. Aangezien je in het buitenland gaat ‘werken’ en de rechtsregels daar anders zijn dan in Nederland, adviseren wij om je WA-polis ook dekking te laten verlenen voor het werken en het verblijf in het buitenland. Laat het schriftelijk vastleggen en geef een kopie van die verklaring ook af aan je stagedocent. Rechtsbijstand: ook hier geldt: spreek met je Rechtsbijstandverzekeraar af, dat je tijdelijk dekking nodig hebt voor je stage in het buitenland en laat het schriftelijk vastleggen. Geef van die verklaring een kopie aan je stagedocent. Repatriëring: kosten van repatriëring of overkomst van Ouders bij een ernstig ongeluk of ziekte kunnen financieel behoorlijk uit de hand lopen. Zorg dat je daar een verzekeringsdekking voor hebt afgesloten en geef een kopie van die polis aan je stagedocent. Reisverzekering: die is voor dit soort stages niet geschikt. Ook een doorlopende reisverzekering kun je voor dit soort stages niet gebruiken, omdat tijdens een stage ‘gewerkt’ wordt en de meeste reisverzekeringen ervan uitgaan dat je niet werkt. Het kan ook anders: als je al dat regelen maar een hoop gedoe vindt, kun je ook kiezen voor de speciale IPS/ICS polis die je via internet kunt afsluiten. Die polis is speciaal bedoeld voor alles wat met een stage en een verblijf in het buitenland te maken heeft en bestaat uit een compleet verzekeringspakket. Let op: zeg bij het afsluiten van de IPS/ICS polis je ziektekostenverzekering in Nederland niet op. Bij onverwachte terugkeer in Nederland (ziekte, ongeval) houdt de dekking in de IPS/ICS polis namelijk op en heb je de Nederlandse ziektekostenverzekering dus onmiddellijk nodig!
IPS en ICS kunnen jou dus de hulp bieden wanneer dat nodig is en voor deze polissen zijn zij, de verzekeringsmaatschappijen, dan ook het aanspreekpunt voor de stagiaires. Indien je er echter de voorkeur aan geeft om je verzekeringszaken zelf te regelen, zorg dan dat je straks in het buitenland ook je papieren bij de hand hebt voor het geval je je eigen verzekeraar moet bellen. Goede afspraken voorkomen misverstanden en daarom vragen wij aan jou en aan jouw ouders (wanneer je jonger bent dan achttien jaar) om onderstaande verklaring in ieder geval in te vullen en af te geven aan je stagedocent (evt. een fotokopie).
- 39 -
Ondergetekende: 1)* Verklaart hierbij alle noodzakelijke verzekeringszaken zelf te zullen regelen en is er van op de hoogte dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bij problemen in het buitenland wel de helpende hand zal bieden, maar nimmer garant kan staan voor de goede (verzekerings)afloop van e.e.a. Zij/hij verklaart dan ook de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen voor e.e.a. nimmer verantwoordelijk te zullen houden. 2)* Verzoekt hierbij aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen om voor haar/hem een IPS/ ICS polis te verzorgen voor de gehele stageduur en geeft toestemming om de premie in één keer af te schrijven van bank/giro rekening……………………………............... *Doorhalen (1 of 2) wat niet gewenst wordt.
Op de website van IPS (Insurance Passport for Students) en ICS (Insurance Certificate for Students) staan alle benodigde gegevens betreffende aanmeldingen, polisvoorwaarden, dekkingsomvang, premies en schademelding: http://www.ace-ips-nl.com of https://www.myaon.nl/students/index.jsp
Aldus getekend te……………………………….datum……………………….. Naam:………………………………………………………………………………. Adres:………………………………………………………………………………. Postcode en Woonplaats:………………………………………………………. Handtekening:……………………………………………………………………..
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
- 40 -
BIJLAGE 6 GOEDKEURINGSFORMULIER PRAKTIJKBEGELEIDER PLAN VAN AANPAK AOD HBO-RECHTEN
Student: Organisatie: Praktijkbegeleider: Docentbegeleider: Datum: Het plan van aanpak van de student is de basis van het toegepaste juridisch onderzoek en moet derhalve worden goedgekeurd door de praktijkbegeleider, de docentbegeleider en de tweede lezer. Het plan van aanpak van bovenvermelde student wordt goedgekeurd door de praktijkbegeleider, omdat het aan de volgende vereisten voldoet: de student heeft het volgende voldoende duidelijk beschreven: o aanleiding tot de opdracht er is een duidelijke en volledige omschrijving van de opdrachtgever en zijn probleem o doelstelling van de opdracht de doelstelling is een logisch gevolg van de aanleiding er is een duidelijke en volledige omschrijving van het (de) beoogde beroepsproduct(en) o onderzoeksdoelstelling (doelstelling van het onderzoek) de hoofdvraag is een logisch gevolg van de doelstelling van de opdracht uit de hoofdvraag zijn meerdere deelvragen geformuleerd beantwoording van de deelvragen kan leiden tot beantwoording van de hoofdvraag beantwoording van de hoofdvraag kan leiden tot een toegepast juridisch onderzoek op niveau 3 van de opleiding HBO-Rechten van de HAN o randvoorwaarden, indien aanwezig o beperkingen, indien aanwezig er is een duidelijke en volledige omschrijving van wat er niet in het onderzoek wordt meegenomen (denk aan: afbakening onderzoeksvraagstelling en keuze voor gebruikte bronnen) o verantwoording van te gebruiken onderzoeksmethoden er is sprake van een logische keuze voor het soort onderzoeksmethode(n) per deelvraag er is een duidelijke en volledige omschrijving van de wijze waarop de student per onderzoeksmethode denkt te komen tot de gewenste onderzoeksresultaten (denk aan: haalbaarheid, validiteit etc.)
- 41 -
o o o o o
voorlopige literatuurlijst definities realistische planning afspraken over de begeleiding door de praktijkbegeleider en de docentbegeleider Datum verdediging Deze datum wordt vastgesteld onder uitdrukkelijk voorbehoud van verdedigingswaardigheid van het beroepsproduct en het onderzoeksverslag. Het beroepsproduct en het onderzoeksverslag zijn verdedigingswaardig als deze met minimaal een 5,5 worden beoordeeld door de examinatoren.
In geval van goedkeuring stuurt de praktijkbegeleider dit formulier samen met het goedgekeurde plan van aanpak per mail naar de docentbegeleider.
Handtekening praktijkbegeleider:
…………………………………………………...
- 42 -
BIJLAGE 7 FORMULIER GOEDKEURING DOCENTBEGELEIDER EN TWEEDE LEZER PLAN VAN AANPAK AOD HAN HBO-RECHTEN Student: Organisatie: Tweede lezer/Derde lezer*: Docentbegeleider: Datum:
Het plan van aanpak is de basis van het toegepaste juridisch onderzoek en moet derhalve worden goedgekeurd door de praktijkbegeleider, de tweede lezer en de derde lezer. Het plan van aanpak van bovenvermelde student wordt goedgekeurd door de docentbegeleider en tweede lezer *, omdat het aan de volgende vereisten voldoet: het plan van aanpak is goedgekeurd door de praktijkbegeleider blijkens het door hem ingevulde en ondertekende goedkeuringsformulier de student hanteert correct taalgebruik (maatgevend: criteria voor afgifte van een Taalalarm) de student heeft het volgende voldoende duidelijk beschreven: o aanleiding tot de opdracht er is een duidelijke en volledige omschrijving van de opdrachtgever en zijn probleem o doelstelling van de opdracht de doelstelling is een logisch gevolg van de aanleiding er is een duidelijke en volledige omschrijving van het (de) beoogde beroepsproduct(en) o onderzoeksdoelstelling (doelstelling van het onderzoek) de hoofdvraag is een logisch gevolg van de doelstelling van de opdracht uit de hoofdvraag zijn meerdere deelvragen geformuleerd beantwoording van de deelvragen kan leiden tot beantwoording van de hoofdvraag beantwoording van de hoofdvraag kan leiden tot een toegepast juridisch onderzoek op niveau 3 van de opleiding HBO-Rechten van de HAN o randvoorwaarden, indien aanwezig o beperkingen, indien aanwezig er is een duidelijke en volledige omschrijving van wat er niet in het onderzoek wordt meegenomen (denk aan: afbakening onderzoeksvraagstelling en keuze voor gebruikte bronnen) o verantwoording van te gebruiken onderzoeksmethoden er is sprake van een logische keuze voor het soort onderzoeksmethode(n) per deelvraag
- 43 -
o o o o
er is een duidelijke en volledige omschrijving van de wijze waarop de student per onderzoeksmethode denkt te komen tot de gewenste onderzoeksresultaten (denk aan: haalbaarheid, validiteit etc.) voorlopige literatuurlijst er is sprake van een literatuurlijst waarop minimaal twee boeken of tijdschriftartikelen zijn opgenomen die niet zijn voorgeschreven tijdens de opleiding definities, indien noodzakelijk realistische planning afspraken over de begeleiding door de praktijkbegeleider en de docentbegeleider Datum verdediging Deze datum wordt vastgesteld onder uitdrukkelijk voorbehoud van verdedigingswaardigheid van het beroepsproduct en het onderzoeksverslag. Het beroepsproduct en het onderzoeksverslag zijn verdedigingswaardig als deze met minimaal een 5,5 worden beoordeeld door de examinator.
In geval van goedkeuring stuurt de derde lezer dit formulier naar de tweede lezer. De tweede lezer stuurt dit formulier, samen met zijn eigen formulie en het goedgekeurde plan van aanpak (per mail) naar de student en de docentbegeleider.
Handtekening
* doorhalen wat niet van toepassing is
- 44 -
BIJLAGE 8 STRUCTUUR ONDERZOEKSVERSLAG Het verslag moet minimaal uit de volgende onderdelen bestaan: o Geheimhoudingsverklaring o Omslag/Titelpagina o Titel o Naam en studentnummer o Naam en adres opdrachtgever o Naam (inclusief titel) praktijkbegeleider o Naam (inclusief titel) docentbegeleider o Naam (inclusief titel) tweede lezer o Plaats en datum verdediging - Voorwoord - Inhoudsopgave - Samenvatting - Inleiding o
Aanleiding en doelstelling onderzoek
o
Afbakening onderzoek
o
Onderzoeksvraag en deelvragen
o
Opzet onderzoek
o
Gebruikte onderzoeksmethoden
o
Vooruitblik op de tekst
- Middenstuk o
Uitwerking deelvragen
- Conclusies en Aanbevelingen o
Let op: geen nieuwe informatie of argumenten
- Literatuurlijst - Relevante bijlagen
- 45 -
- 46 -
BIJLAGE 9 FORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID AOD HAN HBO-RECHTEN Student: Organisatie: Tweede lezer: Docentbegeleider: Datum: De student mag door naar de afstudeerzitting als het onderzoeksverslag en het beroepsproduct door de docentbegeleider en de tweede lezer met een voldoende wordt beoordeeld. De docentbegeleider/tweede lezer* baseert zijn oordeel op onderstaande punten: * doorhalen wat niet van toepassing is ONDERZOEKSVERSLAG O O O O O O
TAALGEBRUIK Juiste spelling Zinsbouw grammaticaal correct Zinnen juiste lengte Nauwkeurig en correcte formuleringen Correct gebruik leestekens/interpuncties Correct gebruik signaal- en verwijswoorden
O O O O
SCHRIJFSTIJL Niet persoonlijk (niet in ik- of wij vorm geschreven, m.u.v. voorwoord) geen subjectieve oordelen schrijver afgestemd op doelgroep zakelijk en precies formuleren (geen wollig taalgebruik)
O O O O O O
VOORWOORD persoonlijk (ik- of wij vorm geschreven) aanleiding voor het rapport geen inhoudelijke informatie afsluiting naam auteur plaats en datum
O O O O O O O O
INLEIDING Inleiding aanwezig belang onderzoek wordt uitgelegd onderzoek wordt afgebakend onderzoeksvraag en deelvragen worden gepresenteerd onderzoeksvraag en deelvragen worden afgebakend onderzoeksopzet wordt aangegeven gebruikte onderzoeksmethode(n) worden behandeld vooruitblik op de tekstopbouw wordt gegeven - 47 -
MIDDENSTUK uiteenzetting relevante leerstukken, theorieën, concepten en begrippen worden behandeld inhoudelijke keuzen en vooronderstellingen worden toegelicht en verantwoord in een logische volgorde worden de (belangrijkste) deelvragen beantwoord? Beargumenteerd betoog O argumenten ‘voor’ O argumenten ‘tegen’ O weerlegging argumenten ‘tegen’ O Verwijzing naar geraadpleegde (rechts)bronnen (voetnoten, lijst geraadpleegde bronnen conform ‘Leidraad voor juridische auteurs’) O beantwoording van de deelvragen O tekst compleet en volledig zonder nodeloze herhalingen of uitweidingen O O O O
O O O O
AFSLUITING afsluiting weergave van belangrijkste) bevindingen/resultaten weergegeven conclusie bevat geen nieuwe informatie of argumenten conclusie geeft antwoord op de onderzoeksvraag
LOGISCH O geen inhoudelijke redeneerfouten O geen irrelevante argumenten gebruikt O consistent gebruikt betekenissen CONTROLEERBAAR O resultaten compleet (worden alle relevante argumenten genoemd) O gepresenteerde resultaten/argumenten door verwijzing naar relevante rechtsbronnen onderbouwd VALIDE O gebruikte argumenten aanvaardbaar O redenering verloopt volgens de regels van de logica. Het gevonden antwoord doet recht aan: a) gebruikte concepten b) verklaringsregels c) generaliseringregels BETROUWBAAR O argumenten objectief weergegeven O onderzoek volledig O geen ongewenste beïnvloeding van het onderzoeker ADEQUAAT O argumenten, resultaten en conclusies geven een precieze, passende en nauwgezette beantwoording van de onderzoeksvraag en deelvragen
- 48 -
OMVANG O onderzoeksverslag bevat tussen minimaal 16.000 en maximaal 20.000 woorden (exclusief bijlagen, samenvatting, voorwoord en inhoudsopgave) NIVEAU O opdracht een complexe juridische vraagstelling op niveau 3
ONDERZOEKSVERSLAG WEL/NIET VOLDOENDE BEROEPSPRODUCT O O O
goed verzorgd correct en zorgvuldig taalgebruik conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksverslag zijnop correcte wijze verwerkt in het beroepsproduct
BEROEPSPRODUCT WEL/NIET VOLDOENDE
Handtekening:
___________________________________________________
- 49 -
- 50 -
Beoordelingsformulier AOD HBO-Rechten semester 1 2012-2013 Naam student: _________________________________________________ Studentnummer: _______________________________________________ Datum afstuderen: ______________________________________________
Toetsingsonderdeel
cijfer
1.
het beroepsproduct
2.
het onderzoeksverslag
3.
de lerende professional
4.
de presentatie en de verantwoording van het beroepsproduct
weging
Eindresultaat
30% 30% 20% 20%
Verantwoording van bovenstaande cijfers op de volgende pagina’s.
De examinatoren geven per vraag op een schaal van 10 aan in welke mate de student heeft voldaan aan de beoordelingscriteria, waarbij een score in een rood vakje onvoldoende is. De examinatoren dienen in het tekstvak onder de beoordelingscriteria aan te geven wat het cijfer voor het deelproduct van de AOD is. In dit zelfde vak dient de examinator het cijfer nader te motiveren. De AOD is voldoende indien in ieder geval voor de met een * gemerkte beoordelingscriteria in het blauw is gescoord.
- 51 -
Beoordeling beroepsproduct Middels de beoordeling van het beroepsproduct wordt beoordeeld of de student beschikt over de 2 volgende HBO-Rechten competenties op niveau 3.
- Adviseren - Beslissen - Reguleren - Communicatie 1. Het beroepsproduct sluit aan bij de wensen van de opdrachtgever* (adviseren, beslissen en reguleren) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
8
Helemaal eens 9 10
2. Het beroepsproduct is goed verzorgd.* (communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
3. Het beroepsproduct bevat correct en zorgvuldig taalgebruik*. (communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
4. In het beroepsproduct zijn de conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksverslag op correcte wijze verwerkt.* (adviseren en beslissen) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
8
Helemaal eens 9 10
5. De student heeft het beroepsproduct zelfstandig geschreven. Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
Beroepsproduct Cijfer: ___________ Motivering:
2 Zie Bijlage 1 van AOD-Handleiding HBO-Rechten - 52 -
7
- 53 -
Beoordeling onderzoeksverslag Middels de beoordeling van het onderzoeksverslag wordt beoordeeld of de student beschikt over de 3 volgende HBO-Rechten competenties op niveau 3 (zie bijlage 1 en 2 van de AOD Handleiding).
- Juridisch analyseren - Adviseren - Beslissen - Reguleren - Dossier management - Onderzoek - Communicatie 1. Het onderzoek is een logisch gevolg van de doelstelling van de opdracht*. (juridisch analyseren) Helemaal oneens 1 2 3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
2. Het onderzoek is complex, heeft juridische diepgang en is uitgevoerd op competentie niveau 3 (zie bijlage 1 en 2 van de AOD Handleiding).* (onderzoek en dossier management) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
3. De hoofd- en subvragen worden juridisch correct beantwoord.* (juridisch analyseren, onderzoek en communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
4. De gepresenteerde conclusies en aanbevelingen worden door juridisch relevante en kwalitatief goede rechtsbronnen onderbouwd.* (juridisch analyseren, adviseren, vertegenwoordigen, beslissen, reguleren, dossier management, onderzoek en communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
5. De gepresenteerde onderzoeksresultaten zijn valide, betrouwbaar en praktisch bruikbaar.* (juridisch analyseren, adviseren, vertegenwoordigen, beslissen, reguleren, dossier management, onderzoek en communicatie)
Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
3 Zie Bijlage 1 van AOD-Handleiding HBO-Rechten - 54 -
7
8
Helemaal eens 9 10
6. De tekst van het onderzoeksverslag is compleet en volledig zonder nodeloze herhalingen of uitweidingen.* (adviseren en communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
7. Het onderzoeksverslag voldoet aan de vereisten voor verslaglegging (zie bijlage 7 t/m 9 van de AOD Handleidng), zoals deze gesteld worden door de opleiding HBO-Rechten op niveau 3.* (adviseren en communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
8. Het onderzoeksverslag is zelfstandig door de student geschreven.
Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
Onderzoeksverslag Cijfer: ___________ Motivering:
- 55 -
7
8
Helemaal eens 9 10
Beoordeling ‘Lerende professional’ Middels de beoordeling van de ‘lerende professional’ wordt beoordeeld of de student beschikt over de 4 volgende HBO-Rechten competenties op niveau 3.
- Dossier management - Communicatie 1. De student heeft de opdracht binnen de in het AOD-tijdpad vastgestelde deadline afgerond. Ja
nee
2. De student heeft weinig sturing nodig gehad van de begeleiders.* Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
3. De student heeft zich aan de gemaakte afspraken gehouden.* (dossier management) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
4. De student kan helder, doortastend en op verschillende hiërarchische niveaus communiceren*. (communicatie) Helemaal oneens 1 2 3
4
5
6
De lerende professional Cijfer: ___________ Motivering:
4 Zie Bijlage 1 van AOD-Handleiding HBO-Rechten - 56 -
7
8
Helemaal eens 9 10
Beoordeling presentatie en verdediging beroepsproduct en onderzoeksverslag Middels de beoordeling van de presentatie en verdediging van het beroepsproduct en onderzoeksverslag wordt beoordeeld of de student beschikt over de volgende HBO-Rechten 5 competenties op niveau 3. -
Vertegenwoordiging Onderzoek Communicatie
1. De student gebruikt correct en zorgvuldig taalgebruik*. (communictie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
2. De student maakt op een goede wijze gebruik van (een) presentatie hulpmiddel(en)*. (communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
3. De student leidt de toehoorders op overtuigende, innemende en inspirerende wijze door de presentatie. (communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
4. De student toont tijdens de presentatie dat hij/zij in staat is om kritisch op het eigen handelen te reflecteren*. Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
5. De student beantwoordt de vragen juridisch correct*. (vertegenwoordiging, onderzoek en communicatie) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
7
8
Helemaal eens 9 10
6. De student laat zien dat hij/zij het onderwerp in een brede juridische context kan plaatsen.* (onderzoek) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
5 Zie Bijlage 1 van AOD-Handleiding HBO-Rechten - 57 -
7
8
Helemaal eens 9 10
7. De student kan tegenargumenten met een goede juridisch onderbouwing weerleggen.* (onderzoek) Helemaal oneens 1 2
3
4
5
6
Presentatie Cijfer: ___________ Motivering:
- 58 -
7
8
Helemaal eens 9 10
Datum:______________________________________________________ Lokatie: _____________________________________________________
Voor akkoord/niet akkoord*:
Docentbegeleider: ___________________________________________________
Handtekening: _________________________________________________
Voor akkoord/niet akkoord*:
Tweede lezer: ___________________________________________________
Handtekening: ___________________________________________________
Voor akkoord/niet akkoord*:
Praktijkbegeleider: ________________________________________________
Handtekening: ___________________________________________________
Voor akkoord/niet akkoord*:
Student: ________________________________________________________
Handtekening: ___________________________________________________
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
- 59 -