Afstuderen bij het Crossmedialab. Handleiding voor het afstuderen bij de Faculteit Communicatie & Journalistiek - Crossmedialab

Afstuderen bij het Crossmedialab

Handleiding voor het afstuderen bij de Faculteit Communicatie & Journalistiek -‐ Crossmedialab

Versie 2 Datum: 20 Mei 2010

Inhoudsopgave Inhoudsopgave.........................................................................................................................................2 Introductie ...............................................................................................................................................3 Doel......................................................................................................................................................3 Context.................................................................................................................................................3 Gebruik.................................................................................................................................................3 Voorbeelden ........................................................................................................................................3 Verdere informatie ..............................................................................................................................3 1. Het Crossmedialab als opdrachtgever ..............................................................................................4 2. Waarover gaat het onderzoek? ........................................................................................................6 3. Competenties: wat leer je?...............................................................................................................8 Algemene competenties ..................................................................................................................8 Specifieke competenties ten aanzien van onderzoek......................................................................8 4. Werkwijze: Wanneer moet ik wat doen? .........................................................................................9 1. Initiële aanmelding door student, en selectie door mentor (uiterlijk week -‐6).......................9 2. Kennismakinggesprek lector en mentor met student (week -‐5) ...........................................10 3. Initieel onderzoeksvoorstel (week -‐4) ...................................................................................10 4. Beoordeling door de Kenniskring (week -‐3)...........................................................................10 5. Initiële versie onderzoeksplan en gesprek lector en mentor (week 2)..................................10 6. Presentatie onderzoeksplan aan Kenniskring (week 3) .........................................................11 7. Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding van presentatie (uiterlijk week 8 en 14).11 8. Presentatie voortgang aan de Kenniskring (uiterlijk week 9 en 15) ......................................11 9. Inleveren bètaversie onderzoeksrapport (uiterlijk week 18).................................................11 10. Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding van de eindpresentatie (week 19)........11 11. Eindpresentatie en overdracht onderzoeksrapport (week 21)............................................12 12. Presentatie en verdediging (vanaf week 22 -‐ 24) ................................................................12 5. Hulp en begeleiding ........................................................................................................................13 6. Toetsing en Beoordeling.................................................................................................................14 Goedkeuring onderzoeksopdracht ................................................................................................14 Uitvoering onderzoeksopdracht ....................................................................................................14 Afronding onderzoeksopdracht .....................................................................................................15 7. Verplichte literatuur .......................................................................................................................16 Bijlage A: LabRegels ............................................................................................................................17 Bijlage B: Uitleencontract apparatuur Crossmedialab .......................................................................19 Bijlage C: Stroomschema procedure afstuderen ................................................................................20 Bijlage D: Tips van afstudeerders bij het Crossmedialab ...................................................................21 Colofon...................................................................................................................................................22

Afstuderen bij het Crossmedialab / Crossmedialab / Versie 2 / Mei 2010

Pagina 2 van 22

Introductie

Doel Het doel van dit document is het beschrijven van de werkwijze voor studenten die bij het Crossmedialab willen afstuderen, en het beschrijven van de eisen waaraan de afstudeeropdracht moet voldoen.

Context De context van deze handleiding is het onderzoek naar crossmedia dat wordt uitgevoerd door het Crossmedialab. Het Crossmedialab is de werkruimte van het lectoraat Crossmedia Content van de Faculteit Communicatie & Journalistiek. Afstuderen bij het Crossmedialab betekent dat de student een onderzoeksopdracht gaat uitvoeren die past bij de onderzoeken die lopen bij het lectoraat.

Gebruik Deze handleiding kan in eerste instantie gebruikt worden om de student zich te laten oriënteren op wat afstuderen bij het Crossmedialab inhoudt. In tweede instantie is deze handleiding de feitelijke werkwijze op grond waarvan het afstuderen zal plaatsvinden.

Voorbeelden Voorbeelden van afstudeeropdrachten en afstudeerresultaten zijn te vinden op http://www.crossmedialab.nl/curious respectievelijk http://www.crossmedialab.nl/impact. Aanvullende informatie op dit document, zoals bijvoorbeeld de formats voor een onderzoeksvoorstel en onderzoeksrapport zijn te vinden op http://www.crossmedialab.nl/curious. Tips van studenten die eerder zijn afgestudeerd bij het Crossmedialab vind je in bijlage D.

Verdere informatie Meer algemene informatie over het Crossmedialab zoals de mensen die er werken en de projecten die er worden uitgevoerd zijn te vinden op http://www.crossmedialab.nl. Je kunt ook langslopen op de Faculteit Communicatie & Journalistiek (ruimte 0S142), of email je vragen of opmerkingen naar [email protected] of [email protected].


Pagina 3 van 22

1.

Het Crossmedialab als opdrachtgever

Het afstuderen vindt plaats aan het einde van de opleiding. Om af te studeren moet de student een afstudeeropdracht verwerven, uitvoeren en succesvol afronden. Het Crossmedialab kan als opdrachtgever optreden van afstudeeropdrachten, net zoals een bedrijf of organisatie dat kan. Dit kan verwarrend zijn omdat het Crossmedialab in de faculteit zit en er ook docenten werkzaam zijn in het Crossmedialab. Het is daarom uitermate belangrijk voor ogen te houden dat het Crossmedialab de rol heeft van een externe opdrachtgever bij het afstuderen. Dit betekent dat het Crossmedialab de volgende zaken niet regelt voor de afstudeerder: • Om aan het afstuderen te kunnen beginnen moet de student voldoen aan voorwaarden vanuit de opleiding, zoals bijvoorbeeld het aantal behaalde ECTS. Hiervoor moet de student de afstudeergids van zijn of haar opleiding raadplegen. • De student moet de afstudeeropdracht (in termen van het Crossmedialab een 'onderzoeksvoorstel' of research proposal) afstemmen met, en goedgekeurd krijgen door de afstudeercoördinator van de opleiding van de student. • De student maakt met de afstudeerbegeleider van de opleiding afspraken over overleg en oplevering van noodzakelijke documenten voor het afstuderen, zoals een evaluatieverslag. • De student zorgt voor een afstudeerovereenkomst. Als opdrachtgever houdt het Crossmedialab zich aan een aantal afspraken die gelden voor het afstuderen bij de Faculteit Communicatie & Journalistiek: • De duur van het afstuderen staat vast, deze is afhankelijk van de opleiding: o of 10,5 weken fulltime oftewel 52,5 werkdagen. Daarna volgen nog weken voor de beoordeling en de afstudeerpresentatie. o of 21 weken fulltime oftewel 105 werkdagen. Daarna volgen nog 3 weken voor de beoordeling en de afstudeerpresentatie. • De totale studiepuntenbelasting is of 15 of 30 ECTS, ook afhankelijk van de opleiding. • De afstudeervergoeding voor de student van het Crossmedialab is 300 Euro per maand. • Het afstuderen vindt plaats bij de opdrachtgever, dus in het Crossmedialab (locatie FCJ en/of locatie Mediapark Hilversum). • Het opnemen van vrije dagen geschiedt in overleg met het Crossmedialab. Het Crossmedialab is niet gehouden aan de schoolvakantieregeling van de opleiding. • Het Crossmedialab volgt een vaste procedure in het toekennen en uitvoeren van een afstudeeronderzoek (zie hoofdstuk 4). • De afstudeeropdracht wordt begeleid vanuit het Crossmedialab door een bedrijfsbegeleider, dit is een lid van de kenniskring en kan dus ook een docent is in zijn rol van kenniskringlid. • De bedrijfsbegeleider beoordeelt de uitvoering van de opdracht en het uiteindelijk resultaat. Het vaststellen van het eindcijfer is de verantwoordelijkheid van de opleiding. • Bij conflicten geldt het examenreglement van de opleiding. Er is ook een aantal regels die specifiek zijn voor het Crossmedialab als opdrachtgever: • Afstudeeropdrachten bij het Crossmedialab starten in september (blok 1) of in februari (blok 3) van een studiejaar.


Pagina 4 van 22

•

•

•

•

• • • •

Aan het begin van de afstudeerperiode organiseert het Crossmedialab een bibliotheekinstructie voor de afstudeerders en een zogenaamde MediaBattle. Dit laatste houdt in dat je een week lang werkt aan een crossmedia opdracht in competitie met andere studententeams (veelal minorstudenten). We beschouwen dit als een 'introductieweek'. In verband met planning kan het zijn dat deze introductieweek niet de eerste week van de afstudeerperiode betreft, maar week 2 of 3. Deelname voor afstudeerders is verplicht. Het Crossmedialab organiseert 1x in de drie weken een zogenaamde LabTalk op de woensdagochtend in het lab, hierbij wordt een externe spreker genodigd om in discussie te gaan met de kenniskring. Aanwezigheid hierbij van de afstudeerders is verplicht. Het Crossmedialab organiseert 1x in de drie weken een onderzoeksvergadering op de woensdagochtend in het lab, hierbij wordt lopend onderzoek besproken. Aanwezigheid hierbij van de afstudeerders is verplicht. Het Crossmedialab hanteert een aantal vaste formats voor het opstellen van, en rapporteren over het onderzoek. De student moet hiervan gebruik maken. De formats zijn te vinden op http://www.crossmedialab.nl/curious. Afstuderen bij het Crossmedialab betekent het schrijven van minimaal 2 blogs tijdens de afstudeerperiode over je afstudeeronderwerp voor de website http://www.crossmedialab.nl. Indien de afstudeerscriptie van voldoende niveau is zal deze in bewerkte vorm worden opgenomen als hoofdstuk in een boekje in de reeks 'LabRats'. Het Crossmedialab hanteert een aantal regels voor het werken in het lab en met elkaar (zie bijlage A). De student wordt geacht deze regels te respecteren en ernaar te handelen. De afstudeerder heeft toegang tot alle middelen in het Crossmedialab, onder toezicht van de bedrijfsbegeleider en in overeenstemming met de opgestelde regels. Bij conflicten beslist de lector.


Pagina 5 van 22

2.

Waarover gaat het onderzoek?

De onderzoeksagenda van het Crossmedialab is in de tweede helft van 2007 ontwikkeld en op 10 januari 2008 gepresenteerd tijdens de openbare les van Harry van Vliet. Deze onderzoeksagenda dient als leidraad voor de formulering van de individuele onderzoeksvragen van de kenniskringleden, afstudeeropdrachten en als kader voor de formulering van projecten. De onderzoeksagenda bestaat uit vier domeinen: media, cultureel erfgoed, elearning en marketing. Daarnaast zijn drie generieke vragen onderscheiden: omtrent de individuele ervaring van crossmedia met aandacht voor user experience, interactiviteit en virtualiteit; de waardecreatie binnen crossmedia met specifieke aandacht voor business modellen en social media, en over crossmediawijsheid, met specifieke aandacht voor mediawijsheid en digital storytelling (zie onderstaande figuur). Een onderbouwing van deze keuzes is onder andere te vinden in de publicatie ‘Idola van de Crossmedia’ (2008).

Het onderzoek wordt uitgevoerd in het Crossmedialab. Het Crossmedialab is de werkplaats van het lectoraat Crossmedia Content van het Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek van Hogeschool Utrecht, waar toegepast onderzoek wordt verricht naar crossmediale ontwikkelingen en toepassingen. Onder crossmedia wordt verstaan het gebruik van meerdere media (TV, Internet, mobiel, evenementen, print, radio et cetera) in de communicatie. Zodra meerdere media worden ingezet in het overbrengen van een boodschap of verhaal dringt de vraag zich op naar de ‘orkestratie’ van de verschillende media: Welke content op welk medium? Hoe verhouden de verschillende media zich tot elkaar? Waar is onderlinge versterking mogelijk? Welke eigenschappen van de verschillende media worden gebruikt in relatie tot de doelgroep? Et cetera. Door vooral de ontwikkeling van


Pagina 6 van 22

internet en mobiele telefonie zijn deze vragen nagenoeg onvermijdelijk geworden in de huidige (digitale) dienstverlening. Het onderzoek in het lectoraat is georganiseerd in projecten, waarbij projecten op een snijpunt liggen van een generieke vraag en een domein, dus bijvoorbeeld het gebruik van social media in de cultureel erfgoed sector, de gebruikerservaring van weblectures, of het mediagebruik van jonge kinderen. Iedere afstudeerder participeert in een groter project dat onderdeel is van de onderzoeksagenda, en voert een deelonderzoek uit in dit project. Voor een overzicht van (huidige) projecten, zie: http://www.crossmedialab.nl.


Pagina 7 van 22

3.

Competenties: wat leer je?

Met de afstudeeropdracht laat de student zien dat hij of zij bepaalde competenties in voldoende mate heeft ontwikkeld en als beginnend beroepsbeoefenaar in staat is zelfstandig een bepaalde opdracht tot een goed einde te brengen. De opdrachten bij het Crossmedialab zijn onderzoeksopdrachten en daar horen dus ook specifieke competenties bij die anders zijn dan bijvoorbeeld een campagne opzetten of een website implementeren. Onderstaand zijn de competenties benoemd die nodig zijn en verder ontwikkeld worden bij het afstuderen bij het Crossmedialab.

Algemene competenties Attitude en gedragsaspecten: a. Zelfstandig kunnen werken. b. Resultaatgericht kunnen werken. c. Kunnen functioneren in een multidisciplinair team. d. Aannemen van de juiste beroepshouding. e. Reflecteren op je eigen gedrag op basis van feedback. f. Professioneel en collegiaal kunnen handelen. Kennis-‐ en vaardigheidsaspecten: g. Kennis kunnen vergaren, beoordelen, en verwerken in de context van de opdracht. h. Theorie kunnen vertalen naar de beroepspraktijk. i. Gebruiken van relevante methoden van onderzoek. j. Het betrekken van de context bij het opstellen van (advies)producten. k. Het betrekken van verschillende belangen bij het opstellen van (advies)producten. l. Projectmatig kunnen werken. m. Effectief kunnen communiceren en presenteren.

Specifieke competenties ten aanzien van onderzoek l.

Het naar aanleiding van een vraagstuk op het terrein van communicatie en media een toegepast onderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren, analyseren en erover rapporteren. m. Het kunnen analyseren en modelleren van communicatie-‐ en organisatieprocessen. n. Het kunnen adviseren binnen een specifieke communicatie-‐ en organisatiecontext over de inzet van communicatie-‐ en mediamiddelen op basis van verricht (literatuur)onderzoek. o. Het kunnen selecteren en aanpassen, danwel ontwerpen en bouwen van een onderzoeksomgeving en onderzoeksmiddelen die relevant zijn voor het uitvoeren het toegepast onderzoek.


Pagina 8 van 22

4.

Werkwijze: Wanneer moet ik wat doen?

Bij het afstuderen bij het Crossmedialab worden de volgende verplichte stappen doorlopen. Uitgaande van aanvang van de stage op 1 september van ieder studiejaar en 1 februari van ieder studiejaar. In de toelichting hierna wordt verwezen naar de algemene weeknummers. Er kunnen zich per kalenderjaar kleine afwijkingen voordoen. In bijlage C is hiervan nog een stroomschema opgenomen. Verder zijn er kleine aanpassingen mogelijk, zoals het plannen van de bibliotheekinstructie en de Mediabattle. Groep September 25 26 27 28 36 37

Groep Algemeen Februari weeknummer 50 -6 51 -5 1 -4 2 -3 5 1 6 2

38 43 44 49 50 1 2

7 12 13 18 19 22 23

3 8 9 14 15 18 19

3 4

25 26

21 22-24

Verplichte fase

Resultaat

Initiële aanmelding door student en selectie door mentor Kennismakingsgesprek lector en mentor met student Initieel onderzoeksvoorstel (research proposal) Bespreking onderzoeksvoorstel in Kenniskring Officiële aanvang stage Initiële versie onderzoeksplan (research plan) en gesprek lector en mentor Presentatie onderzoeksplan aan Kenniskring Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding presentatie Presentatie voortgang aan Kenniskring, bezoek begeleider Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding presentatie Presentatie voortgang aan Kenniskring Inleveren bètaversie onderzoeksrapport (research report) Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding eindpresentatie Presentatie en overdracht onderzoeksrapport Presentatie en verdediging

Voorselectie Afstemming Onderzoeksvoorstel Go / no go Getekende afstudeerovereenkomst Afspraken, bijsturing, tussentijdse beoordeling Feedback Bijsturing, tussentijdse beoordeling Feedback Bijsturing, tussentijdse beoordeling Feedback Tussentijdse beoordeling Laatste bijsturing en feedback Eindbeoordeling Kenniskring Eindbeoordeling school

1.

Initiële aanmelding door student, en selectie door mentor (uiterlijk week -‐6)

Als je wilt afstuderen bij het Crossmedialab meld je je uiterlijk 6 weken (+ vakantieperiode) vóór aanvang van de afstudeerperiode schriftelijk aan bij de in de onderzoeksopdrachten (http://www.crossmedialab.nl/curious) vermelde mentor. Stuur een email aan de mentor van maximaal 2 A4tjes met daarin een beschrijving van: • jezelf, in de vorm van een korte persoonlijke introductie • je motivatie voor afstuderen bij de Kenniskring • je motivatie voor de betreffende afstudeerstage • je ideeën voor het onderzoek • je ambities • je (onderzoeks-‐) CV. In deze week maakt de mentor een voorselectie uit de aanmeldingen, en stelt de studenten van zijn beslissing op de hoogte. Als je voorgeselecteerd wordt, word je uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de mentor en lector in week -‐5.


Pagina 9 van 22

2.

Kennismakinggesprek lector en mentor met student (week -‐5)

Tijdens het kennismakingsgesprek in week -‐5 (+ eventuele vakantieperiode) word je in staat gesteld je reactie op de vacature verder toe te lichten. Mentor en lector informeren je over het afstuderen bij het Crossmedialab en nemen daartoe de handleiding met je door zodat er geen misverstanden kunnen zijn. Je wordt tevens gevraagd je onderzoeksvoorstel (research proposal) in 1 -‐3 A4tjes in week -‐4 door te mailen naar de mentor. Daarbij maak je gebruik van het voor handen zijnde format (zie www.crossmedialab.nl/curious).

3.

Initieel onderzoeksvoorstel (week -‐4)

In week -‐4 (+ eventuele vakantieperiode) mail je een onderzoeksvoorstel (research proposal) voor de afstudeerstage naar je mentor. Hiervoor gebruik je het meest recente format zoals dat beschikbaar is op http://www.crossmedialab.nl. Dit onderzoeksvoorstel wordt gekoppeld aan de initiële aanvraag en door de mentor doorgestuurd naar de leden van de Kenniskring, ter voorbereiding van de beoordeling in week -‐3.

4.

Beoordeling door de Kenniskring (week -‐3)

Tijdens de Kenniskringvergadering in week -‐3 (+ eventuele vakantieperiode) word je onderzoeksvoorstel beoordeeld, waarna een go / no go wordt uitgesproken. De mentor brengt je op de hoogte van de beslissing. Bij “no go” krijg je geen toestemming om je afstudeerstage bij het Crossmedialab te doen. Bij “go” treed je officieel vanaf week 1 in dienst van de HU voor de periode van de afstudeerstage. Je levert de stageovereenkomst voor je opleidingsinstituut aan bij de lector, die hem ondertekent. Tevens ga je naar je stagecoördinator en geeft je aan dat je stagebegeleider vanuit school genodigd is om bij je voortgangspresentatie in week 9 aanwezig te zijn. Je wordt voor de aanvraag voor je stagevergoeding doorverwezen naar P&O, voor de huisregels en voorzieningen van het lab naar het secretariaat van het Kenniscentrum FCJ. Deze zaken dien je vóór aanvang van je afstudeerstage geregeld te hebben. Vanaf het moment “Go” begin je de basisliteratuur te bestuderen die beschikbaar is bij het Crossmedialab (zie hoofdstuk 'Verplichte Literatuur').

5.

Initiële versie onderzoeksplan en gesprek lector en mentor (week 2)

In week 2 mail je je onderzoeksplan (research plan) door aan de mentor en lector. Hierin scherp je je onderzoeksvraag aan op basis van verdere theoretische verdieping die je hebt gedaan, alsmede Afstuderen bij het Crossmedialab / Crossmedialab / Versie 2 / Mei 2010

Pagina 10 van 22

feedback en input die je zelf actief vraagt bij Kenniskringleden. Gebruik voor de opzet van het onderzoeksplan de richtlijnen in het document Research Templates. In het onderzoeksplan worden twee uiterste data vastgelegd waarop je je tussentijdse voortgang presenteert aan de Kenniskring. Deze presentaties zullen in de week ervoor worden voorafgegaan door voorbereidende gesprekken met je mentor en de lector.

6.

Presentatie onderzoeksplan aan Kenniskring (week 3)

Je presenteert je onderzoeksplan aan de Kenniskring, die jou vervolgens feedback geeft. Na presentatie van het onderzoeksplan volgt de vaststelling van de definitieve versie en kun je beginnen met de uitvoering ervan.

7.

Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding van presentatie (uiterlijk week 8 en 14)

Uiterlijk week 8 en week 14 vinden er gesprekken plaats met je mentor en de lector over de voortgang die je de volgende week presenteert aan de Kenniskring. Tijdens deze gesprekken geven de mentor en lector een tussentijdse beoordeling van je voortgang en krijg je commentaar en -‐waar nodig-‐ bijsturing.

8.

Presentatie voortgang aan de Kenniskring (uiterlijk week 9 en 15)

Uiterlijk week 9 en week 15 presenteer je je voortgang aan de Kenniskring. Tijdens deze bijeenkomsten fungeert de Kenniskring als klankbord en geeft commentaar op je vorderingen, en advies/bijsturing voor het vervolg van je afstudeeronderzoek. Het staat je vrij om deze data naar voren te plaatsen als je voortgang hiertoe aanleiding geeft en je dit tijdig aangeeft bij je mentor. Bij de presentatie van je voortgang in week 9 is je begeleider vanuit school aanwezig

9.

Inleveren bètaversie onderzoeksrapport (uiterlijk week 18)

Uiterlijk in week 18 lever je de bètaversie van je uiteindelijke onderzoeksrapport voor een tussentijdse beoordeling in bij de lector en mentor.

10.

Gesprek met lector en mentor ter voorbereiding van de eindpresentatie (week 19)

Lector en mentor leveren in week 19 de laatste feedback op de bètaversie.


Pagina 11 van 22

11.

Eindpresentatie en overdracht onderzoeksrapport (week 21)

Je presenteert je eindproduct aan de Kenniskring, waarop een eindbeoordeling van het afstuderen door de mentor volgt. De mentor controleert of je producten op www.crossmedialab.nl staan. Naast het eindproduct zijn de afspraken die in het onderzoeksplan vastgelegd leidend voor de beoordeling van je functioneren tijdens de afstudeerstage door de mentor. Je draagt zelf zorg voor aanleveren van het evaluatieformulier vanuit je onderwijsinstelling bij de mentor in de deze week. De mentor vult het vervolgens in.

12.

Presentatie en verdediging (vanaf week 22 -‐ 24)

Je haalt het ingevulde evaluatieformulier van je onderwijsinstelling op bij je mentor. Er is een vaste datum voor de presentatie en verdediging bij je school.


Pagina 12 van 22

5.

Hulp en begeleiding

Bij aanvang van de afstudeerfase krijgt de student vanuit de opleiding een docent toegewezen die de student bij het afstuderen begeleidt. Afspraken over de begeleiding van de docent legt de student zelf vast met de docent. Vanuit de opdrachtgever, in dit geval het Crossmedialab, wordt een bedrijfsbegeleider toegewezen. Omdat bij het Crossmedialab ook docenten werkzaam zijn, kan het voorkomen dat deze bedrijfsleider een (bekende) docent is. De rol is echter die van bedrijfsbegeleider. Met de bedrijfsbegeleider worden afspraken gemaakt over de dagelijkse begeleiding, binnen de afspraken die er zijn in het Crossmedialab over momenten van terugkoppeling en oplevering van (tussen)producten (zie hoofdstuk 4). Overige begeleiding vanuit het Crossmedialab is als volgt geregeld: • Er is een tweewekelijkse afspraak van student, bedrijfsbegeleider en lector om over de inhoud en voortgang van het onderzoek te praten. • Er zijn op de woensdagochtenden in het Crossmedialab overleggen over onderzoek (zie ook hoofdstuk 2). De student kan hier ook gebruik van maken door zijn of haar onderzoek te laten agenderen zodat daarover gesproken kan worden. Dit kan ook bestaan uit het uittesten van bijvoorbeeld vragenlijsten of een workshop houden. • Het staat de student vrij om andere leden van het Crossmedialab te benaderen met vragen over het onderzoek, mee te laten lezen of te vragen om ondersteunen bij bijvoorbeeld de statistische verwerking van gegevens.


Pagina 13 van 22

6.

Toetsing en Beoordeling

Tijdens het gehele traject van het afstuderen zijn er verschillende momenten waarop een toetsing danwel beoordeling plaats zal vinden. Afhankelijk van de fase van het afstudeertraject zijn hierin verschillende accenten, hoewel het altijd zal gaan om je werkhouding en de producten die je oplevert. Onderstaand worden de criteria genoemd die per fase het meest relevant zijn. Valt de toetsing negatief uit dan moet dit tot bijstelling leiden, in het ergste geval kan het leiden tot stopzetting van de onderzoeksopdracht of een onvoldoende als eindbeoordeling. Het streven van de bedrijfsbegeleider is dit ten alle te voorkomen.

Goedkeuring onderzoeksopdracht Bij de goedkeuring van de onderzoeksopdracht wordt op de volgende punten gelet: Werkwijze en houding: • Schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. • Proactieve en positief-‐kritische houding. • Ambitie. • Niveau. Met betrekking tot het onderzoeksvoorstel (research proposal): • Het format volgt. • Op niveau is. • Uitgevoerd kan worden. • Een omvang heeft die de studiepunten vertegenwoordigt. • Toegevoegde waarde heeft voor het Crossmedialab. • Zelfstandigheid toont.

Uitvoering onderzoeksopdracht Tijdens de gesprekken tussen lector, mentor en student in week 2, 8, 14 en 19 word je voortgang en functioneren beoordeeld, op basis van de afspraken die zijn vastgelegd in het projectplan. Bij in gebreke blijven van student of opdrachtgever kan er een gesprek tussen student, lector, mentor, stagecoördinator en begeleider vanuit school plaatsvinden over het al dan niet voortzetten van het afstuderen. Naast de vordering van het onderzoek aan de hand van het onderzoeksplan en je algemene werkhouding wordt hierbij ook gekeken naar de afspraken die gelden bij het Crossmedialab, zoals: • Aanwezigheidsverplichting in Crossmedialab gedurende afstudeerperiode. • Aanwezigheid bij onderzoeksvergaderingen. • Aanwezigheid bij LabTalks. • Schrijven van twee blogs. • LabRegels.


Pagina 14 van 22

Afronding onderzoeksopdracht Bij de afronding van de onderzoeksopdracht zijn de eerder genoemde competenties (hoofdstuk 3) leidend in de beoordeling, deze zijn: Attitude en gedragsaspecten: a. Zelfstandig kunnen werken. b. Resultaatgericht kunnen werken. c. Kunnen functioneren in een multidisciplinair team. d. Aannemen van de juiste beroepshouding. e. Reflecteren op je eigen gedrag op basis van feedback. f. Professioneel en collegiaal kunnen handelen. Kennis-‐ en vaardigheidsaspecten: g. Kennis kunnen vergaren, beoordelen, en verwerken in de context van de opdracht. h. Theorie kunnen vertalen naar de beroepspraktijk. i. Gebruiken van relevante methoden van onderzoek. j. Het betrekken van de context bij het opstellen van (advies)producten. k. Het betrekken van verschillende belangen bij het opstellen van (advies)producten. l. Projectmatig kunnen werken. m. Effectief kunnen communiceren en presenteren. Specifieke competenties ten aanzien van onderzoek n. Het naar aanleiding van een vraagstuk op het terrein van communicatie en media een toegepast onderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren, analyseren en erover rapporteren. o. Het kunnen analyseren en modelleren van communicatie-‐ en organisatieprocessen. p. Het kunnen adviseren binnen een specifieke communicatie-‐ en organisatiecontext over de inzet van communicatie-‐ en mediamiddelen op basis van verricht (literatuur)onderzoek. q. Het kunnen selecteren en aanpassen, danwel ontwerpen en bouwen van een onderzoeksomgeving en onderzoeksmiddelen die relevant zijn voor het uitvoeren het toegepast onderzoek. Voor het onderzoeksrapport ('research report') gelden de volgende beoordelingscriteria: r. Opbouw en structuur van rapport (juist gebruik van template). s. Duidelijke probleemstelling met een heldere verantwoording, inclusief bruikbaarheid voor de beroepspraktijk. t. Relevant en duidelijk beschreven theoretisch kader. u. Argumentatie: onderbouwing van beweringen, kwaliteit van de redenering en consistentie ervan. v. Keuze en gebruik van methoden. w. Analyse van resultaten. x. Kritische reflectie. y. Gebruik van bronnen: selectie, kritische toepassing en correcte bronvermelding. z. Kwaliteit van de verslaglegging, waaronder: taalgebruik (spelling, interpunctie, formulering), structuur (indeling, volgorde, opbouw), vormgeving en verzorging (lay-‐out, typografie, infographics), en bronverwijzing-‐ en vermelding.


Pagina 15 van 22

7.

Verplichte literatuur

Crossmedia is binnen opleidingen vaak nog een nieuw onderwerp dat niet uitgebreid aan de orde komt. Om te kunnen participeren in onderzoek naar crossmedia is het noodzakelijk dat de student kennis heeft genomen van een aantal basisbegrippen en referentiemodellen. Niet in de laatste plaats om ook het gesprek en de discussie te kunnen aangaan met de leden van het Crossmedialab. Daarom is de afstudeerder verplicht de volgende literatuur tot zich te nemen (hier vindt geen toetsing over plaats maar het is zeer aannemelijk dat de inhoud van deze literatuur terugkomt in het eigen onderzoek): • Van Vliet, Harry. 2008. Idola van de Crossmedia. Utrecht: Hogeschool Utrecht. • Van Vliet, Harry (Red.). 2010. Van ARG tot Widget-‐TV. Utrecht: Hogeschool Utrecht. • Van Vliet, Harry & Erik Hekman. 2010. Ikweetwatditis. Utrecht: Hogeschool Utrecht. • Bronner, Fred. 2006. Multimediasynergie in reclamecampagnes. Amsterdam: SWOCC. • Jaarboek Crossmedia van Immovator Deze literatuur is beschikbaar bij de Mediatheek van de FCJ en/of bij het Crossmedialab. Daarnaast zal bij iedere specifieke afstudeeropdracht nog aanvullende literatuur verplicht zijn om door te nemen. Dat is in de afstudeeropdracht reeds opgenomen of wordt in overleg met de bedrijfsbegeleider en de lector bij aanvang van de onderzoeksopdracht vastgesteld.


Pagina 16 van 22

Bijlage A: LabRegels 1 -‐ Het Lab is een werkruimte geen hangplek. 2 -‐ Het Lab is geen kantine. 3 -‐ Er is altijd toezicht van een kenniskringlid. 4 -‐ Reserveringen van middelen en ruimten gaan voor. 5 -‐ Ruim je werkplek op als je weggaat. 6 -‐ Laat het lab niet onbewaakt achter. 7 -‐ In het Lab is geen illegale software. 8 -‐ Kenniskringleden kunnen anderen de toegang ontzeggen. 9 -‐ Hou rekening met anderen. 10 -‐ Wees trots op het Lab en handel ernaar! Toelichting Algemeen: voor het Lab gelden de algemene regels van de Hogeschool Utrecht over het gebruik van ruimten en apparaten, en de omgangsvormen in de school. De LabRegels zijn hier een aanvulling op en/of een verduidelijking. 1. Het Lab is ingericht om onderzoek te doen en in het Lab zijn betekent dat je hieraan bijdraagt. Collega’s en vrienden die even binnenlopen voor een praatje is geen probleem, althans als het anderen niet stoort, maar het is niet de bedoeling rond te hangen in het Lab en/of met de apparatuur te spelen. 2. Er wordt niet gegeten in het Lab. Koffie, thee, water en dergelijke kunnen aan de grote vergadertafel genuttigd worden. 3. Iedere student of docent die in het Lab werkt moet daarvoor toestemming hebben van een kenniskringlid. Dit kenniskringlid is verantwoordelijk voor het ‘toezicht’ op de student en docent. 4. Reserveringen van werkplekken en apparatuur moet via een agenda worden gemaakt. De kenniskringleden kunnen en moeten deze reservering maken. Experimenten en afspraken met externen gaan altijd voor. 5. Als je weggaat ruim je jouw werkplek op: apparatuur wordt uitgezet, licht uitgedaan en eventuele papieren en afval weggegooid. Ben je de laatste die het Lab verlaat dan loop je alle apparatuur langs om deze uit te zetten (op stand-‐by), doe je de lichten uit en de deur dicht. 6. Laat de deur naar het Lab niet openstaan als er verder niemand aanwezig is en je geen zicht hebt op de deur. Even op de gang praten is dus geen probleem, maar dus niet de deur open laten staan als je naar de WC of de kantine gaat en er verder niemand is. Apparatuur meenemen, bijvoorbeeld voor interviews of presentatie, gebeurd altijd in overleg met de lector.


Pagina 17 van 22

7. De apparatuur van het Lab is eigendom van de hogeschool, dat betekent dat er geen illegale software op mag staan. Verzoeken tot nieuwe software kunnen worden gedaan bij de lector. Ook privé data hoort niet thuis op de diverse harde schijven. Voor je werkdocumenten maak je duidelijk herkenbare directories aan (met je naam). Vervuil niet de desktop met allerlei iconen en aliassen! 8. Als de situatie daartoe aanleiding geeft kan een kenniskringlid een student vragen de ruimte te verlaten. De student dient hieraan gehoor te geven. 9. Hou rekening met anderen die zitten te werken. Ook qua geluidsoverlast naar andere lokalen. 10. Het Lab is nieuw, anders en vol potentie: draag bij aan een prettige werksfeer, wees trots op het Lab en kom met suggesties om het Lab verder vorm te geven. Opmerkingen: • Schending van de regels kan tot ontzegging van de toegang tot het Crossmedilab leiden. • Er zijn uitzonderingen op de regels, bijvoorbeeld bij speciale gelegenheden kan er taart gegeten worden in het Lab of kan de HD apparatuur gebruikt worden voor een ‘filmavondje’ of een ‘game contest’. De lector, in overleg met kenniskringleden, bepaalt of er sprake is van een uitzondering. • Bij onduidelijkheden wordt er in de geest van de regels gehandeld. Leidt dit niet tot een oplossing dan beslist de lector.


Pagina 18 van 22

Bijlage B: Uitleencontract apparatuur Crossmedialab Naam uitlener: ..................................................................... Naam: ..................................................................... Studentnummer: ..................................................................... Telefoonnummer: ..................................................................... ๏ Videocamera en toebehoren ๏ Fotocamera ๏ Audiorecorder (Marantz) Type telefoon: ๏ iphone 1231693 (06-‐42042672) (code 8434) ๏ iphone 1231692 (06-‐42042633) (code 6119) ๏ HTC 0642042593 (code 3523) ๏ HTC 0642042599 (code 6259) Datum ontvangst: Handtekening ontvangst: ........ / ......... / ............ ........................................................... Datum retour: Handtekening retour: ........ / ......... / ............ ...........................................................


Pagina 19 van 22

Bijlage C: Stroomschema procedure afstuderen


Pagina 20 van 22

Bijlage D: Tips van afstudeerders bij het Crossmedialab Aan de afstudeerders en andere studenten die reeds onderzoek hebben gedaan bij het Crossmedialab wordt gevraagd om tips en trucs te noemen die voor toekomstige afstudeerders handig kunnen zijn om te weten, gebaseerd op hun eigen ervaringen bij het Crossmedialab. Hieronder volgen die tips en trucs waar nieuwe afstudeerders hun voordeel mee kunnen doen: • Hanteer een werkstructuur en deadlines • Krijg de verwachtingen duidelijk • Maak afspraken over het gebruik van de werkruimte • Deel onderzoeksresultaten met anderen, al in een vroeg stadium • Praat met zoveel mogelijk leden van het Crossmedialab voor tips over literatuur, bronnen en interessant websites. • De platte organisatie is een prettige werkomgeving • Interesse in cultuur en persoon naast het werk wordt gewaardeerd • Besef dat het vaak een trial en error proces is • Vraag anderen die niet bij je project betrokken zijn om hun mening • Het is van belang om een agenda bij te houden • Stomme vragen bestaan niet • Maak samenvattingen van relevante bronnen • Maak genoeg reclame voor events die je organiseert, zodat er voldoende mensen op af komen • Bestudeer onderzoek dat voorheen is gedaan naar je onderwerp, het kan je helpen om antwoorden te vinden • Bij een dichte deur van het Crossmedialab: even langs de rookruimte lopen! • Wees niet bang om je mening te geven • Plan afspraken op tijd in.


Pagina 21 van 22

Colofon Redactie: Harry van Vliet Met bijdragen van: Kees Winkel, Erik Hekman, Jelke de Boer, Dick Swart, Niniane Veldhoen, Matthijs Rotte, Rogier Brussee, Harry Smals, Yvonne Buma en Karlijn van Ramshorst. Afstuderen bij het Crossmedialab. © Hogeschool Utrecht -‐ Kenniscentrum Communicatie & Journalistiek. Mei 2010. Dit document is een product van het Crossmedialab. Het Crossmedialab is de werkplaats van de Faculteit Communicatie & Journalistiek, Hogeschool Utrecht, waar toegepast onderzoek wordt verricht naar crossmediale ontwikkelingen op de terreinen media, cultureel erfgoed, marketing en onderwijs. Mocht u nog specifieke vragen hebben over dit onderzoek of over de activiteiten van het Crossmedialab, neem dan gerust contact op met de Hogeschool Utrecht, Lectoraat Crossmedia Content. Dit kan via http://www.crossmedialab.nl of via [email protected].


Pagina 22 van 22

Afstuderen bij het Crossmedialab. Handleiding voor het afstuderen bij de Faculteit Communicatie & Journalistiek - Crossmedialab

Recommend Documents