Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Afstudeerhandleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde 2012-2013
Definitieve versie
Saxion Academie Bedrijfskunde & Ondernemen Enschede/Deventer
1
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Voorwoord Voor je ligt de handleiding voor het afstuderen bij de opleidingen TBK en BTB van de academie Bedrijfskunde en Ondernemen bij Saxion voor zowel Deventer als Enschede. Deze handleiding is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de (gezamenlijke) afstudeercommissie voor TBK en BTB van Saxion en heeft tot doel de inhoudelijke, methodologische en procedurele aspecten van het afstuderen eenduidig vast te leggen en daarmee de kwaliteit te waarborgen. Wij wensen je heel veel succes bij het afstuderen en hopen dat deze gids je voldoende informatie geeft. Neem bij vragen/onduidelijkheden in eerste instantie altijd contact op met de toegewezen afstudeerbegeleider of met de afstudeercoördinator van je opleiding zolang de afstudeerbegeleider nog niet is toegewezen. Heb je opmerkingen over deze handleiding dan kun je die natuurlijk aan de afstudeercommissie doen toekomen (
[email protected] ).
2
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................................... 4 Deel 1: Algemene informatie over het afstuderen ................................................................................. 5 1.1.
Zoeken naar een afstudeeropdracht ....................................................................................... 5
1.3.
Begeleiding vanuit het bedrijf ................................................................................................ 7
1.2.
Eisen aan het onderzoeksvoorstel .......................................................................................... 6
1.4.
Begeleiding vanuit de opleiding ............................................................................................. 7
1.6.
Afspraken betrokken partijen................................................................................................. 8
Samenwerkingsovereenkomst .......................................................................................................... 8 Bedrijfsregels ................................................................................................................................... 8 Veiligheid......................................................................................................................................... 8 Relatie tot bedrijf en faciliteiten ....................................................................................................... 8 Complicaties .................................................................................................................................... 8 Vergoeding ...................................................................................................................................... 9
Deel 2: Afstudeerprocedure................................................................................................................ 10 2.1. 2.2.
Onderzoeksvoorstel ............................................................................................................. 10 Onderzoeksplan.................................................................................................................. 11
2.3. Onderzoeksverslag ............................................................................................................... 12 2.4. Verdediging ............................................................................................................................ 13 2.5. Afronding afstudeertraject ...................................................................................................... 14
Deel 3: Bijlagen (alleen beschikbaar via BlackBoard) 1.
Competentieset van TBK Saxion, Enschede/Deventer
2.
Competentieset BTB, Saxion, Enschede
3.
Landelijk kader afstudeerproduct (toetsingskader NVAO)
4.
Formulier onderzoeksvoorstel
5.
Afstudeerovereenkomst
6.
Beoordelingsformulier Onderzoeksplan
7.
Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag en Verdediging
8.
Kennis en expertise van medewerkers bij de ABO
3
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Inleiding Het uitvoeren van een afstudeeropdracht is het laatste onderdeel van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde. Het afstuderen is de ‘meesterproef’ waarin verworven kennis, vaardigheden en houding nog één keer in samenhang moeten worden aangetoond. De periode beslaat ongeveer een half studiejaar en tijdens die periode worden samenhangende activiteiten verricht die geïntegreerd aan kunnen tonen dat de van toepassing zijnde competenties zijn verworven. De afstudeeropdracht wordt, binnen de kwaliteitseisen van de opleiding, door een bedrijf/organisatie vanuit de praktijk
verstrekt. De student is voor de communicatie over deze afstemming
verantwoordelijk. Deze handleiding fungeert dan ook in eerste instantie als leidraad voor studenten bij het afstuderen maar kan zeker ook gebruikt worden in de communicatie met de bedrijfsbegeleider om het kader en de randvoorwaarden vanuit de opleiding duidelijk te maken.
Deel 1 van deze handleiding gaat in op de inhoud en randvoorwaarden, de opzet en organisatie van het afstuderen.
Deel 2 beschrijft de formele gang van zaken: de stappen die je moet zetten om tot afstuderen te komen. Deel 3 bevat alle relevante bijlagen. Deze zijn echter niet opgenomen in deze handleiding maar alleen beschikbaar via blackboard.
4
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
1
Algemene informatie over het afstuderen
In deel 1 wordt beschreven op welke wijze je je kunt oriënteren en voorbereiden op het afstuderen. Aspecten met betrekking tot de procedure, bv. hoe je toestemming en goedkeuring krijgt, komen in deel 2 aan bod.
1.1.
Zoeken naar een afstudeeropdracht
Als je wilt beginnen met het afstuderen dien je zelf een afstudeeropdracht te verwerven. In deze fase oriënteer je je actief op mogelijke opdrachten. Een afstudeeropdracht wordt in de regel door een bedrijf (organisatie) verstrekt en wordt in principe door jou alleen uitgevoerd. In deze fase voer je actief gesprekken met één of meerdere bedrijven/organisaties. Dit is een leerzame ervaring omdat je zelfstandig een opdracht moet uitwerken in een onderzoeksvoorstel dat kan worden ingediend bij de afstudeercommissie en voldoet aan de geformuleerde eisen (zie par. 1.2.). Aanbod van opdrachten Oriëntatie kan op vele manieren, bv. door het zoeken op internet, contacten via stages en/of projecten of het informeren bij het praktijkbureau van de ABO. De academie ontvangt regelmatig aanbiedingen van
concrete
afstudeeropdrachten.
Deze
opdrachten
worden
beschikbaar
gesteld
via
het
Praktijkbureau. Afstuderen in het buitenland Afstuderen in het buitenland is mogelijk, maar vraagt extra inspanning, een goede voorbereiding en daarom ook een tijdige start van deze voorbereiding. Dien daarom zeer tijdig een verzoek in bij de afstudeercommissie. Het afstuderen is een complexe opdracht die voor het grootste deel zelfstandig moet worden uitgevoerd en de begeleiding verloopt, ondanks de digitale hulpmiddelen als email en Skype, toch anders wanneer je in het buitenland afstudeert. Vandaar dat een zeer goede voorbereiding noodzakelijk is. Voor
praktische
informatie
over
internationaliseringsmedewerker
afstuderen
van
de
ABO,
in
het
buitenland
Jacques
Bazen,
kun te
je
je
bereiken
wenden via
tot
de
webmail
of
telefoonnummer: 053-4871488. Overigens gelden voor het afstuderen in het buitenland dezelfde eisen en procedures als voor afstuderen in Nederland. Afstuderen in duo’s Als de opdracht voldoende groot is, kan door de afstudeercommissie worden besloten de opdracht aan twee studenten toe te kennen. Wel is het zo dat je beiden een herkenbare individuele bijdrage moet leveren aan de realisatie van de afstudeeropdracht. Concreet betekent dit dat je in ieder geval individueel het eindwerkstuk dient te verdedigen. In het reflectieverslag, dat als bijlage dient opgenomen te worden in de scriptie, leg je ook verantwoording af over jouw inbreng in het afstudeeronderzoek. Voor toekenning van een opdracht aan een duo dient tijdig een gemotiveerd verzoek te worden ingediend bij de afstudeercommissie.
5
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
1.2.
Eisen aan het onderzoeksvoorstel
Aan het einde van een hbo-opleiding dien je als student te beschikken over de volgende algemene hbo-competenties: •
een probleem uit de beroepspraktijk te formuleren en dit te vertalen naar een doelstelling, hoofdvraag en een aantal onderzoeksvragen.
•
op systematische wijze gegevens over een onderdeel van de beroepsuitoefening te verzamelen en te analyseren en de uitkomsten te vertalen naar de beroepspraktijk.
•
in het antwoord op de hoofdvraag zichtbaar maken dat theorie in de praktijk kan worden toegepast
•
ontwikkelingen in de samenleving, waarmee vragen en problemen van klanten en bedrijven kunnen samenhangen, te doorzien.
Deze vier competenties zijn afgeleid van het landelijk kader afstudeerproduct van het toetsingskader NVAO. Dit toetsingskader is opgenomen in bijlage 3. Naast bovenstaande competenties ontwikkel je tijdens de opleiding TBK en BTB opleidings-specifieke competenties (opgenomen in resp. bijlage 1 voor TBK en in bijlage 2 voor BTB). In de afstudeerperiode worden de continuïteit en ontwikkeling tot het eindniveau van zowel de algemene als opleiding specifieke competenties hbo-competenties vastgesteld. Om de genoemde competenties aan te kunnen tonen tijdens het afstuderen, worden voor de afstudeeropdracht de volgende eisen gehanteerd (zie formulier in bijlage 4): 1
De opdracht moet uitgevoerd worden in de context van een bouwtechnische c.q. technische omgeving.
2
De opdracht moet praktisch uitvoerbaar zijn binnen de context van de HBO afstudeeropdracht en dient door de aanwezigheid van een duidelijk belang met voldoende commitment gedragen te worden door het bedrijf/organisatie.
3
De opdracht gevende organisatie moet bereid zijn een bedrijfsbegeleider (op minimaal HBO niveau) in de gelegenheid te stellen de student adequaat te begeleiden.
4
De opdracht heeft een multidisciplinair karakter. Dit betekent dat in ieder geval een aantal vakgebieden in onderlinge samenhang naar voren moeten komen tijdens het afstuderen zoals: technologie, bouwkunde, management & organisatie, marketing, financiën, logistiek, procesmanagement,
5
De opdracht heeft een strategisch/tactisch of tactisch/operationeel karakter . Het vermogen om op strategisch niveau te functioneren blijkt uit de benadering van de problematiek en de oplossingsrichtingen.
6
De opdracht is dermate complex dat een gedegen (methodisch) bedrijfskundig onderzoek noodzakelijk is om een advies of antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen realiseren
7
De opdracht heeft een innovatief (vernieuwend) karakter, kan zowel betrekking hebben op producten als processen en dient te leiden tot waarde voor de klant en/of organisatie .
8
De opdracht moet zelfstandig uitvoerbaar zijn. De benodigde onderzoeksactiviteiten moeten door een student individueel kunnen worden uitgevoerd.
Bovenstaande aspecten zijn leidend bij de beoordeling van het onderzoeksvoorstel (zie paragraaf 2.1).
6
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
1.3.
Begeleiding vanuit het bedrijf
De opdrachtgever wijst een bedrijfsbegeleider aan die jou op inhoud begeleidt. Deze begeleider heeft minimaal hbo-niveau. De bedrijfsbegeleider is je eerste aanspreekpunt in het bedrijf. Zijn voornaamste taak is je te helpen bij het formuleren van de afstudeeropdracht, je te begeleiden en te coachen bij het doorlopen van het afstudeerproces in het bedrijf. Het verdient aanbeveling regelmatig, liefst op vooraf vastgestelde momenten, overleg te plannen. Concrete taken voor je bedrijfsbegeleider zijn: -
Je te helpen met de formulering van de opdracht (onderzoeksvoorstel) en het onderzoeksplan.
-
Je te introduceren in het bedrijf en evt. te helpen met het leggen van de eerste contacten binnen en buiten het bedrijf;
-
Je te stimuleren om zelfstandig en (pro)actief invulling aan het afstudeertraject te geven;
-
Je toegang te verschaffen tot (bedrijfs)informatie die noodzakelijk is om het afstudeertraject tot een goed einde te brengen.
-
Je (gevraagd en ongevraagd) te coachen bij het vervullen bij de afstudeeropdracht.
-
Mede beoordelen van je onderzoeksverslag en aanwezig zijn bij de verdediging.
1.4.
Begeleiding vanuit de opleiding
Je wordt begeleid door een afstudeerbegeleider. Deze begeleider wordt aangewezen door de afstudeercommissie van de ABO. Deze afstudeerbegeleider is eindverantwoordelijk voor zowel de inhoudelijke begeleiding als de communicatie met het bedrijf. Naast de inhoudelijke en procesmatige begeleiding door je eigen afstudeerbegeleider is het mogelijk hulp van docenten uit andere disciplines van binnen of buiten de academie te vragen. Een overzicht van aanwezige kennis en expertise bij docenten, werkzaam bij de ABO, is te vinden in bijlage 7 op BlackBoard. De afstudeerbegeleider bezoekt minstens één keer het bedrijf. Daarnaast vindt er op een tweede moment contact met het bedrijf plaats. Het contact met het bedrijf vindt bij voorkeur zoveel mogelijk plaats in de beginfase en in het afrondende stadium van het afstudeertraject plaats. Tussentijds worden er voortgangsgesprekken met de student en afstudeerbegeleider gehouden. Tijdens de afstudeerperiode ben je zélf verantwoordelijk voor het proces. Uit ervaring is gebleken dat het van belang is om gedurende het traject steeds terug te keren naar het onderzoeksplan en ervoor te zorgen dat de door jou aangedragen conclusies en adviezen ook daadwerkelijk corresponderen met de door de onderneming aangedragen aanleiding en doel van de opdracht. De opleiding biedt conform de OER (Onderwijs- en Examenregeling) twee gelegenheden tot afstuderen in een jaar. Na de tweede gelegenheid kan de opdracht vervallen en een nieuw traject worden vastgesteld.
1.5.
Beoordeling vanuit de opleiding
Het onderzoeksplan wordt door een tweede lezer (docent niet zijnde je afstudeerbegeleider) samen met je afstudeerbegeleider en je bedrijfsbegeleider beoordeeld. Het onderzoeksplan moet voldoende zijn beoordeeld voordat de uitvoering van het onderzoek ter hand kan worden genomen.
Voor de beoordeling van je onderzoeksverslag wordt een eerste examinator aangewezen die samen met de externe deskundige je onderzoeksverslag en de verdediging beoordeeld. De eerste examinator
7
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
is een docent (vaak de tweede lezer). De externe deskundige is iemand vanuit de praktijk die door kennis en ervaring in staat is tot het stellen van kritische vragen tijdens de verdediging. Daarnaast is de externe deskundige in staat het verslag op waarde te schatten en te beoordelen of je met de afstudeeropdracht hebt laten zien dat je het hbo-niveau hebt gerealiseerd. Tevens houdt de externe deskundige toezicht op de gang van zaken. De afstudeerbegeleider en bedrijfsbegeleider zijn wel aanwezig bij de verdediging en hebben voor de beoordeling een adviserende rol.
1.6.
Afspraken betrokken partijen
Voor het goed verlopen van het afstuderen dienen er tussen de betrokken partijen afspraken gemaakt te worden. Hieronder is een aantal aspecten opgenomen.
Samenwerkingsovereenkomst De opleiding adviseert je een overeenkomst met het bedrijf af te sluiten. In deze overeenkomst kunnen zaken als vertrouwelijkheid en vergoedingen worden geregeld. Op de grootte van de eventuele bedragen voor maandelijkse vergoedingen, reiskosten e.d. kan de opleiding geen enkele invloed uitoefenen. Een voorbeeld van een overeenkomst is opgenomen in bijlage 5 op BlackBoard.
Bedrijfsregels Als je afgesproken hebt om je afstudeeropdracht in een bedrijf uit te voeren, dien je je te gedragen volgens de in het bedrijf geldende huisregels. Hieronder vallen werktijden, verlofregelingen, ziekmeldingregeling, etc.
Veiligheid Als je je afstudeeropdracht in het bedrijf doet, moet je je voortdurend realiseren dat veilig werken van het grootste belang is. Houd je daarom strikt aan de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften.
Relatie tot bedrijf en faciliteiten Van het bedrijf wordt verwacht dat er op basis van het onderwerp daar waar nodig inhoudelijke ondersteuning en begeleiding plaatsvindt op hbo-niveau. De belasting die deze begeleiding voor het bedrijf met zich meebrengt zal verschillen; als richtlijn wordt een gemiddelde belasting van 1 à 1 ½ uur per week gehanteerd. Daarnaast verwacht de opleiding dat je gebruik kunt maken van de faciliteiten van het bedrijf zoals werkplekken en computerfaciliteiten.
Vertrouwelijkheid Afstudeerverslagen worden niet gepubliceerd indien deze vertrouwelijke informatie bevatten. Dit moet expliciet aangegeven worden bij de afstudeercommissie.
Complicaties In geval van ziekte en andere omstandigheden dien je de opleiding hiervan in kennis te stellen. Onderbreking van het afstuderen moet je direct bij je bedrijfs- en afstudeerbegeleider melden. Bij complicaties in de uitwerking/voortgang van het project/onderzoek dient de afstudeerbegeleider in kennis gesteld te worden; in overleg met hem/haar zal dan een advies worden geformuleerd over verdere voortzetting van je afstuderen.
8
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Vergoeding De opleiding stelt de doelstellingen van de afstudeerperiode op de eerste plaats. Het geld verdienen tijdens het afstuderen komt daarmee automatisch op de tweede plaats. Een evt. vergoeding is principieel een zaak voor het bedrijf en jou als student, waarin de opleiding niet bemiddelt. Een minimumeis is wel dat minstens de gemaakte kosten (bijvoorbeeld reis- en verblijfskosten) worden vergoed door het bedrijf. Daarnaast kan bijvoorbeeld een vergoeding worden vastgesteld op basis van de geleverde prestatie.
Verzekering Saxion heeft ten behoeve van haar studenten een aanvullende W.A.- en een ongevallenverzekering afgesloten. Een ziektekostenverzekering moet door jezelf worden afgesloten. Voor een eventuele afstudeerperiode in het buitenland is het aan te raden een aanvullende verzekering op de aanwezige verzekeringen af te sluiten. Je kunt hierover contact opnemen met het International Office van Saxion.
Collegegeld Aangezien de afstudeerperiode onderdeel uitmaakt van de studie dien je bij Saxion te zijn ingeschreven. Voor het afstudeerjaar is dus ook collegegeld verschuldigd.
9
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Deel 2: Afstudeerprocedure Het afstudeertraject bestaat globaal uit de volgende vier fasen: 1
Onderzoeksvoorstel
2
Onderzoeksplan
3
Onderzoeksverslag
4
Verdediging onderzoek
Deel 2 van de afstudeerhandleiding gaat in op de verschillende fasen in het afstudeertraject. Per fase worden de procedurele en inhoudelijke aspecten, met verwijzing naar de bijlagen, gedetailleerd uitgewerkt. Bij de uitwerking van de onderdelen wordt van de student verwacht dat de theorie over “Onderzoeksvaardigheden” geleerd in de eerste drie jaar van de opleiding expliciet wordt toegepast !
2.1. a.
Onderzoeksvoorstel Als de student wil starten met het afstuderen moeten het propedeusegetuigschrift en minimaal 135 studiepunten in de hoofdfase zijn behaald: afstuderen en maximaal 15 studiepunten staan nog open. Van de resultaten moet een pdf uit BISON worden gemaakt die als bijlage met het onderzoeksvoorstel moet worden ingediend.
b.
Op basis van de verworven afstudeeropdracht, en de theorie van onderzoeksvaardigheden, wordt een onderzoeksvoorstel opgesteld. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van het formulier op BlackBoard (bijlage 4). Het ingevulde formulier wordt digitaal aangeleverd bij de Afstudeercommissie.1 Dit format dient vergezeld te gaan van een uitdraai uit BISON (zie punt a) en het adviesformulier (zie punt b) waaruit blijkt dat de student aan de formele voorwaarden met betrekking tot het afstuderen voldoet.
c.
In de aanvraag kan een voorkeur aangeven worden voor een begeleider. Die keuze kan gemaakt worden uit een bepaalde groep docenten. De meest recente lijst met begeleiders vind je op BlackBoard als bijlage 8. De afstudeercommissie zal proberen de keuze zoveel mogelijk te honoreren, maar helaas zal dat niet altijd lukken. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van de docent in kwestie en met de deskundigheid die vereist is om je afstudeertraject te begeleiden. De Afstudeercommissie vergadert in principe één keer per kwartiel. In de tussenliggende perioden zijn leden van de afstudeercie. in duo’s gerechtigd voorstellen te beoordelen.
d.
De afstudeercommissie beoordeelt de aanvraag op basis van de in par. 1.2. geformuleerde criteria en de eisen m.b.t. de studievoortgang (studiepunten).
1
Indienen kan uitsluitend via het eigen e-mailadres van de afstudeercommissie:
[email protected].
Aanvragen die rechtstreeks naar individuele leden van de commissie worden gestuurd, worden niet behandeld.
10
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Indien de afstudeercommissie van oordeel is dat de aanvraag niet voldoet aan de gestelde eisen krijgt de student, op basis van de gegeven feedback,
de mogelijkheid om het
onderzoeksvoorstel aan te passen en opnieuw in te dienen bij de afstudeercommissie. De afstudeercommissie kan daartoe aanwijzingen geven, de student oproepen voor een mondelinge
toelichting
en/of
in
contact
brengen
met
een
inhoudelijk
deskundig
docent/begeleider. Als het afstudeervoorstel voldoet aan de gestelde procedurele en inhoudelijke eisen accordeert de Afstudeercommissie de afstudeeraanvraag en wijst een afstudeerbegeleider toe. Het Praktijkbureau meldt dit besluit aan de begeleider en de student. De student stuurt het onderzoeksvoorstel naar deze begeleider en maakt daarmee afspraken over het te ontwikkelen onderzoeksplan (zie. 2.2.). e.
Na goedkeuring van het afstudeervoorstel en (formele) toelating tot het afstudeertraject, sluit de student een overeenkomst met het bedrijf. Een voorbeeldversie is beschikbaar op BlackBoard (bijlage 5). Een getekend (papieren) exemplaar van de overeenkomst, uiterlijk twee weken na goedkeuring van de aanvraag, dient te worden ingeleverd bij de afstudeerbegeleider. Archivering vindt plaats door het academiebureau. Verder informatie voor de opdrachtgever wordt door het Praktijkbureau verstuurd.
2.2.
Onderzoeksplan
Na goedkeuring van je onderzoeksvoorstel en het toewijzen van een afstudeerbegeleider wordt door de student een onderzoeksplan ontwikkeld. Dit onderzoeksplan wordt door de eerste examinator samen
met
de
afstudeerbegeleider
beoordeeld.
Natuurlijk
gebeurt
dit
in
overleg
met
de
bedrijfsbegeleider. Er mag pas tot uitvoering van het onderzoek worden overgegaan als het onderzoeksplan is goedgekeurd. Het onderzoeksplan moet drie weken na aanvang ter beoordeling zijn voorgelegd en zal dan binnen tien werkdagen worden beoordeeld. Dit onderzoeksplan dient de volgende onderdelen te bevatten: •
Een duidelijke situatieschets op basis van vooronderzoek
•
Een helder geformuleerde te beantwoorden onderzoeksvraag op basis van de opdracht en situatieschets
•
Duidelijke beargumenteerde keuze van het type onderzoek en uitwerking van het onderzoek ontwerp
•
Beschrijving van hoe het literatuur/bronnenonderzoek zal worden uitgevoerd met trefwoorden, te gebruiken bronnen en zoekstrategie
•
Beschrijving van de methode(n) voor het verzamelen van de praktijk (empirische) gegevens. Denk daarbij aan face-to-face interviews, enquêtes, metingen etc.
•
Een beschrijving van de te gebruiken analysemethode(n) voor de verzamelde gegevens
•
Een duidelijke structuur, opbouw en schrijfstijl
Het formulier waarmee het onderzoeksplan wordt beoordeeld is als bijlage 6 in Deel 3 van deze handleiding opgenomen en te vinden op BlackBoard.
11
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
2.3.
Onderzoeksverslag
Concept Als het afstudeertraject zijn einde nadert, overlegt de student
met de afstudeerbegeleider en de
bedrijfsbegeleider of het conceptverslag ter beoordeling kan worden voorgelegd aan de eerste examinator. Dit “eind”-conceptverslag (moet volledig zijn) moet 20 werkdagen voorafgaand aan de week van afstudeerzitting (verdediging) worden ingediend. De eerste examinator heeft dan, in overleg met de afstudeerbegeleider, 5 werkdagen om te beoordelen of het concept “examen/afstudeerwaardig” is. Wordt deze kans niet gebruikt of is het oordeel negatief dan kan begin juli / maart een (herzien) concept worden ingediend en alleen bij een positief oordeel (voor half juli / maart) kan gebruik gemaakt worden van de herkansing in augustus / april. Naast een positief oordeel over het concept moeten ook alle onderdelen in het studiecontract zijn behaald alvorens de student op kan voor het examen. Een student kan voorwaardelijk op mogen voor zijn examen wanneer in de periode tussen indienen van het conceptverslag en het examen nog openstaande modulen gerepareerd moeten worden.
Het concept-verslag wordt met hetzelfde formulier beoordeeld als het definitieve verslag. Zie daarvoor bijlage 6 in deel 3 van deze handleiding (BlackBoard). Definitief De definitieve versie van het verslag dient uiterlijk 10 werkdagen voor de week van de afstudeerzitting (verdediging) te worden ingediend. Het verslag moet in drievoud in hardkopie aangeleverd worden bij het Praktijkbureau (t.a.v. mw. Tanja Riesthuis/Carola Struik) en digitaal op CD of USB (één compleet document in .pdf én één compleet document als .doc. Dat betekent dus géén losse deeldocumenten.
Ook moet een uitdraai uit BISON worden ingeleverd waaruit blijkt dat
aan alle andere studie eenheden is voldaan. De examinatoren ontvangen het afstudeerverslag en een exemplaar van het Beoordelingsformulier via het Praktijkbureau. De bedrijfsbegeleider krijgt het verslag van de student zelf en alleen bij een positieve beoordeling door de examinatoren wordt het Beoordelingsformulier tegelijkertijd met de uitnodiging voor de verdediging naar het bedrijf opgestuurd door het praktijkbureau. De eerste examinator samen met de externe deskundige (tweede examinator) geven binnen 5 werkdagen een beoordeling met behulp van het beoordelingsformulier in bijlage 6 en informeren de student en de Afstudeercommissie over de uitslag. Bij een positief oordeel wordt door het Praktijkbureau een datum en tijdstip vastgesteld waarop het afstudeerrapport wordt verdedigd. Ook laat het Praktijkbureau de student weten wie als examinatoren waren (zijn) toegewezen.
12
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
Bij een negatief oordeel (en ook bij het niet hebben voldaan aan alle andere studie-eenheden) krijgt de student nog geen toestemming om af te studeren. De student krijgt dan de gelegenheid om het afstudeerrapport te verbeteren en overlegt daartoe met de afstudeerbegeleider om te bepalen hoeveel tijd daarvoor nodig is. Een verzoek wordt ingediend bij de Afstudeercommissie om een nieuwe datum vast te stellen waarop het verbeterde afstudeerrapport uiterlijk dient te worden ingeleverd. De student brengt verder de bedrijfsbegeleider op de hoogte van het negatieve oordeel en geeft aan dat de verdediging geen doorgang zal vinden. Ook met de bedrijfsbegeleider wordt de gewijzigde planning besproken.
Het verslag wordt met het formulier in bijlage 6 in deel 3 van deze handleiding (blackboard) beoordeeld. 2.4. Verdediging Bij de verdediging zijn beide examinatoren, de afstudeerbegeleider en de bedrijfsbegeleider aanwezig. De verdediging vindt plaats op de opleiding. Het spreekt voor zich dat je hiervoor passend gekleed bent. De afstudeerzitting begint met een korte presentatie van maximaal 10 minuten. Daarna ga je je verslag mondeling en individueel verdedigen. Door de examinatoren zullen vragen gesteld worden naar aanleiding van het verslag. De bedrijfsbegeleider en afstudeerbegeleider zijn hierbij uitgenodigd maar beoordelen niet mee. De verdediging duurt maximaal 40 minuten. Daarna volgt overleg om het eindcijfer te bepalen. De hele afstudeerzitting beslaat maximaal 60 minuten indien een student individueel afstudeert. De verdediging is in principe openbaar, maar de aanwezigheid van derden moet altijd eerst met de opdrachtgever overlegd worden. De examinatoren stellen het eindoordeel vast en leggen hierover met behulp van het formulier in verantwoording af aan de Afstudeercommissie af (bijlage 6). Deze eindbeoordeling is niet openbaar. Aansluitend wordt het eindcijfer meegedeeld en toegelicht. De
opleiding
is
eindverantwoordelijk
voor
het
eindcijfer.
Alle
aanwezigen
hebben
een
geheimhoudingsplicht met betrekking tot de totstandkoming van de beoordeling. Indien de verdediging als onvoldoende wordt beoordeeld, wordt het Praktijkbureau verzocht een nieuwe datum vast te stellen voor de presentatie en verdediging van het afstudeerverslag.
Het eindoordeel wordt voor 60% bepaald door het cijfermatige oordeel over het definitieve afstudeerrapport, voor 30% door het cijfermatige oordeel over de verdediging en voor 10% door het
cijfermatige oordeel over het proces. Al deze onderdelen moeten met een voldoende zijn beoordeeld om te slagen voor het afstuderen.
Het formulier met daarin de criteria voor de beoordeling van het verslag en de verdediging is als bijlage 6 te vinden op BlackBoard.
Direct na afloop van de afstudeerpresentatie wordt het bedrijf, de student, de externe deskundige en de afstudeerbegeleiders gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. De informatie uit deze evaluaties
13
Academie Bedrijfskunde en Ondernemen
wordt gebruikt om het functioneren van afstudeerbegeleiders, examinatoren, de afstudeercommissie en het Praktijkbureau te verbeteren.
2.5. Afronding afstudeertraject De Afstudeercommissie informeert de Examencommissie over het eindoordeel met betrekking tot het afstudeerresultaat en verzoekt tot het opstellen van een proces verbaal. De Examencommissie stelt binnen tien werkdagen vast of het examen behaald is..
14