Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling Onderwijs- en examenregeling 2015 – 2016 Academie voor Bouw & Infra
Datum vaststelling academiedirectie Datum instemming academieraad Datum advies opleidingscommissie
03-‐07-‐2015 29-‐06-‐2015 12-‐06-‐2015
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Over de Onderwijs- en examenregeling Voor wie is deze OER? Hoe lees je de OER? Aan welke regels moet de OER voldoen? Hoe lang is de OER geldig? Begrippen in de OER
5 5 5 5 6 6
2 2.1 2.2
Competenties van de opleiding en beroepseisen Welke competenties beheers je aan het einde van de opleiding? Beroepseisen
7 7 7
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4 3.5
Toelating tot de opleiding Welke vooropleiding moet je gedaan hebben? Als je niet aan de eisen voldoet Je hebt wel een havo-, vwo- of mbo 4-diploma, maar niet het juiste profiel Je hebt geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma De taaleis Extra eisen Moet je verplicht werken naast je opleiding?
8 8 8 8 8 9 9 9
4 4.1 4.2 4.2.1
Studiebegeleiding Begeleiden van studenten Hoe begeleiden wij je? De opleiding registreert de gesprekken
10 10 10 10
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.6 5.6.1 5.6.2 5.7 5.8 5.8.1 5.8.2
Toetsen, tentamens en examens Wat is het examenprogramma? Welke informatie krijg je bij de start van de onderwijseenheid? Wat is een tentamen? Mondelinge toetsen Wanneer kun je een aangepaste toets aanvragen? Moet je je inschrijven voor een toets? Als je je te laat inschrijft? Welke regels gelden er als je een toets maakt? Neem je legitimatie mee Als het alarm afgaat Gelden er meer regels? Wat gebeurt er als je je niet aan de regels houdt? Welke maatregelen kan de examencommissie nemen? Een gesprek met de examencommissie Hoe controleren wij plagiaat? Hoe beoordeelt de examinator je toets? Welke beoordeling krijg je voor een toets? Wanneer behaal je een tentamen?
11 11 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14
datum 10 juli 2015 pagina 3 van 42
5.8.3 5.8.4 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.13.1 5.13.2 5.13.3 5.13.4 5.13.5 5.14 5.14.1 5.14.2 5.14.3 5.15 5.15.1 5.15.2 5.15.3 5.16 5.17
Hoe berekenen we je tentamencijfer? Voorwaarden compensatie Wanneer krijg je je beoordeling? Als je je toets wilt inkijken Hoe vaak mag je een toets doen? Hoe lang bewaren we tentamens en beoordelingen? Vrijstelling vragen voor een toets Wat moet er in je verzoek staan? Wanneer beslist de examencommissie? Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt Wanneer kun je geen vrijstelling vragen? Ben je het niet eens met de examencommissie? Hoe lang is een beoordeling of vrijstelling geldig? Beoordelingen die je behaalt tijdens de propedeutische fase Beoordelingen die je behaalt tijdens de postpropedeutische fase Wil je dat je beoordeling langer geldig is? Wanneer krijg je een getuigschrift of verklaring? Getuigschrift van de propedeuse Getuigschrift van de bachelor Als je stopt met de opleiding zonder getuigschrift Welke titel krijg je na de opleiding? Wanneer slaag je cum laude?
14 14 14 15 15 15 15 15 16 16 16 16 16 16 16 17 17 17 17 17 17 17
6 6.1 6.1.1 6.2 6.3
Verzoek aan de examencommissie of in beroep gaan Heb je een verzoek aan de examencommissie? Waar stuur je je verzoek naartoe? Onvoorziene omstandigheden Ben je het niet eens met een beslissing?
18 18 18 18 19
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 7.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4 7.5.5 7.5.6 7.5.7 7.5.8 7.6
De voltijd bacheloropleiding Hoe is de opleiding opgebouwd? Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor? Welke afstudeerrichting kun je kiezen? In welke taal is deze opleiding? Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen? Je hebt een WEB-diploma Je hebt een vwo-diploma Je hebt een Associate degree Je hebt een andere vooropleiding Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding? Wanneer moet je stoppen met de opleiding? Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding Als je de propedeuse niet behaalt in twee jaar Een gesprek met de examencommissie Behaal je te weinig studiepunten door persoonlijke omstandigheden? Wat gebeurt er als je moet stoppen met de opleiding? Ben je het niet eens met onze beslissing? Bijzondere situaties Als de inhoud van jouw opleiding verandert
20 20 20 20 20 21 21 21 21 21 21 21 22 22 22 22 23 23 23 23 24
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 4 van 42
7.7 7.8 7.8.1
Kan de vorm van een toets veranderen? De volgorde van je onderwijseenheden Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie?
24 24 24
8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.2 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.4 8.5 8.5.1 8.5.2 8.5.3 8.5.4 8.5.5 8.5.6 8.5.7 8.5.8 8.6 8.7 8.8 8.8.1
De duale bacheloropleiding Hoe is de opleiding opgebouwd? Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor? Welke afstudeerrichting kun je kiezen? In welke taal is deze opleiding? Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen? Je hebt een WEB-diploma Je hebt een vwo-diploma Je hebt een Associate degree Je hebt een andere vooropleiding Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding? Wanneer moet je stoppen met de opleiding? Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding Als je de propedeuse niet behaalt in twee jaar Een gesprek met de examencommissie Haal je te weinig studiepunten door persoonlijke omstandigheden? Wat gebeurt er als je moet stoppen met de opleiding? Ben je het niet eens met onze beslissing? Bijzondere situaties Als de inhoud van jouw opleiding verandert Kan de vorm van een toets veranderen? De volgorde van je onderwijseenheden Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie?
25 25 25 25 25 26 26 26 26 26 26 26 27 27 27 27 28 28 28 28 29 29 29 29
9 9.1 9.2 9.3 9.4
Het maken en aanpassen van de OER Hoe maken we de OER? Ieder studiejaar krijg je een nieuwe OER Soms moeten we de OER eerder aanpassen Waar vind je de OER?
30 30 30 30 31
Bijlage 1
Begrippenlijst
32
Bijlage 2
WHW-artikelen
39
Bijlage 3
Competenties
41
Bijlage 4
Examenprogramma
42
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 5 van 42
1
Over de Onderwijs- en examenregeling Dit is een Onderwijs- en examenregeling (OER). In een OER staat informatie over het onderwijs en de examens. Je leest welke rechten en plichten er gelden binnen jouw opleiding.
1.1
Voor wie is deze OER? Dit is de OER van de opleiding(en) van Avans Hogeschool (brinnummer 07GR) hieronder. Deze OER geldt voor het studiejaar 2015-2016. Naam opleiding
Academie
CROHOTitel na de opleiding nummer (afkorting) B Bouwkunde AB&I 34263 BBE B Bouwmanagement en Vastgoed (a) AB&I 39232 BBE B Bouwtechnische Bedrijfskunde (b) AB&I 34261 BBE B Civiele Techniek AB&I 34279 BBE B Ruimtelijke Ontwikkeling (c) AB&I 30038 BBE (a): t/m cohort 2014; m.i.v. cohort 2015 opgegaan in de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling (b): t/m cohort 2014; m.i.v. cohort 2015 opgegaan in de opleiding Bouwkunde (c): m.i.v. cohort 2015 De regels in de OER gelden voor: • Alle studenten die zijn ingeschreven voor het studiejaar 2015-2016 en studeren aan een opleiding hierboven. Met studenten bedoelen we ook extranei. Dit zijn studenten die alleen examens doen en geen onderwijs volgen. • Het College van Bestuur. • De academiedirectie(s). • De examencommissie. • De medewerkers van de opleiding(en).
1.2
Hoe lees je de OER? • • •
1.3
Als we het hebben over ‘we’, dan bedoelen we Avans Hogeschool en de opleidingen die staan bij 1.1. Met ‘je’ bedoelen we jou, als student of extraneus van Avans Hogeschool. En als we ‘hij’ schrijven, dan bedoelen we ook ‘zij’.
Aan welke regels moet de OER voldoen? De OER moet voldoen aan de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut van Avans. Dit beleid bestaat uit de documenten hieronder. Je vindt ze op iAvans. • De Handreiking voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. • Het Format voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. Hoe we de OER maken, lees je in hoofdstuk 15.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 6 van 42
1.4
Hoe lang is de OER geldig? De OER 2015-2016 is geldig tot 1 september 2016. Is de OER 2015-2016 op 1 september 2015 nog niet gereed? Dan geldt de OER 2014-2015 totdat de nieuwe OER gereed is.
1.5
Begrippen in de OER Ieder begrip in deze OER proberen wij in de tekst uit te leggen. Als er toch begrippen in de OER staan die je niet kent, dan kun je in de begrippenlijst kijken voor een uitleg. Je vindt de begrippenlijst in bijlage 1.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 7 van 42
2
Competenties van de opleiding en beroepseisen In dit hoofdstuk lees je welke competenties je beheerst aan het einde van de opleiding. Als er voor jouw opleiding beroepseisen gelden, dan lees je die ook in dit hoofdstuk.
2.1
Welke competenties beheers je aan het einde van de opleiding? Avans Hogeschool wil dat je over bepaalde competenties beschikt als je afstudeert. Hiermee bedoelen we dat je over bepaalde kennis, vaardigheden en bepaald gedrag beschikt die je kunt toepassen in het beroep waarvoor we je opleiden. Welke competenties bij jouw opleiding horen, lees je in bijlage 3. We hebben de competenties vergeleken met de Dublin Descriptoren. Hiermee zorgen we er onder meer voor dat onze opleidingen op Associate degree- en bachelorniveau zijn. Daarmee zijn de getuigschriften vergelijkbaar met getuigschriften van andere hogescholen.
2.2
Beroepseisen Niet van toepassing.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 8 van 42
3
Toelating tot de opleiding In dit hoofdstuk lees je aan welke eisen je moet voldoen als je een opleiding wilt doen die hoort bij deze OER.
3.1
Welke vooropleiding moet je gedaan hebben? Als je een opleiding wilt doen van Avans Hogeschool, dan moet je een havo-diploma, vwodiploma of mbo 4-diploma hebben. Je moet ook het juiste profiel en de juiste vakken hebben gedaan op de middelbare school. Wat dit precies betekent, lees je in de inschrijvingsvoorwaarden van Avans Hogeschool. Deze vind je op iAvans bij Studentinfo. Avans Hogeschool houdt zich aan de afspraken in de Lissabon conventie. Dit betekent dat wij getuigschriften van andere hogescholen erkennen.
3.2
Als je niet aan de eisen voldoet Wat je moet doen als je niet aan de eisen voldoet, hangt af van de diploma’s die je hebt.
3.2.1
Je hebt wel een havo-, vwo- of mbo 4-diploma, maar niet het juiste profiel Je hebt een havo-diploma, vwo-diploma of mbo 4-diploma, maar je hebt op de middelbare school niet het juiste profiel gedaan of de juiste vakken gevolgd. Dan verzoek je de academiedirectie of je deel kunt nemen aan het deficiëntieonderzoek. De academiedirectie zal alleen aan je verzoek tegemoet komen, als er zwaarwegende redenen zijn waardoor je niet kunt voldoen aan de juiste vooropleidingseisen van het voorgezet onderwijs. Met het onderzoek moet je aan kunnen tonen dat je dezelfde kennis en vaardigheden hebt als studenten die het profiel of de vakken op de middelbare school wél hebben gedaan. Je voldoet dan toch aan de Regeling Aanmelding en Toelating in het Hoger Onderwijs (3 april 2014).
3.2.2
Je hebt geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma Als je geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma hebt en je bent 21 jaar of ouder, dan kun je een toelatingsonderzoek aanvragen. De academiedirectie doet het toelatingsonderzoek of laat het doen. • Ze onderzoekt of je de kennis en vaardigheden hebt die nodig zijn voor de opleiding. • Ze onderzoekt of je het Nederlands goed beheerst. Als de opleiding gegeven wordt in een andere taal, dan toetsen ze of je die taal goed beheerst. • Ze onderzoekt o voor de opleiding Bouwkunde: Havo-niveau E&M Nederlands, Engels, Wiskunde en Natuurkunde of Economie, o voor de opleiding Civiele Techniek: Havo-niveau N&T Nederlands, Engels, Wiskunde en Natuurkunde, o voor de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling: Havo-niveau E&M Nederlands, Engels, Wiskunde en Economie. Let op: Heb je een buitenlands diploma? En kun je met dit diploma in het land waar je het hebt behaald naar een school voor hoger onderwijs? Dan kun je een toelatingsonderzoek aanvragen. Je leeftijd maakt niet uit.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 9 van 42
3.3
De taaleis Als je een opleiding van Avans Hogeschool wilt doen, moet je de Nederlandse taal voldoende beheersen om de opleiding te kunnen volgen. Als je geen Nederlander of Vlaming bent, moet je voldoen aan een van deze taaleisen: • Je hebt het staatsexamen NT2 Programma II behaald. En je beheerst het Nederlands op taalniveau B2 van het Europees Referentie Kader. • Je hebt het CNaVT1-certificaat PAT of PTHO behaald. Als je niet aan deze taaleisen voldoet kan de academiedirectie na een ander soort onderzoek beslissen dat je het Nederlands goed genoeg beheerst.
3.4
Extra eisen Voor jouw opleiding gelden geen extra eisen.
3.5
Moet je verplicht werken naast je opleiding? Als je de voltijdopleiding volgt, dan hoef je niet te werken tijdens de opleiding. Als je de duale opleiding volgt, dan moet je werken tijdens de opleiding. Je werk moet aan de volgende eisen voldoen:
• • • •
je werkt in het beroepenveld van jouw opleiding, de spreiding in jouw werkzaamheden is zo breed, dat je alle competenties kunt ontwikkelen die behoren bij jouw opleiding, jouw bedrijfsbegeleider kan jou begeleiden bij het ontwikkelen van jouw competenties, je werkt 3 dagen per week bij jouw bedrijf.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 10 van 42
4
Studiebegeleiding Iedere student van Avans Hogeschool krijgt begeleiding tijdens de opleiding. In dit hoofdstuk lees je meer over deze begeleiding.
4.1
Begeleiden van studenten Avans Hogeschool begeleidt iedere student tijdens de opleiding. We houden ons hierbij aan de regels in het Kader voor matching van Avans. Je vindt dit document op iAvans. De volgende studenten kunnen extra begeleiding krijgen: • Studenten die naast hun opleiding aan topsport doen. • Studenten met een functiebeperking.
•
Studenten die horen bij een minderheid of een kwetsbare groep. We bedoelen groepen waarvan we weten dat ze minder naar hbo-opleidingen gaan dan andere Nederlanders.
4.2
Hoe begeleiden wij je? Als student heb je een studiebegeleider die met jou een aantal gesprekken plant over je studieresultaten. Hieronder lees je hoeveel gesprekken dat zijn. Als je een voltijdopleiding volgt, heb je tijdens de propedeutische fase minstens één gesprek per periode met je studiebegeleider. Tijdens de postpropedeutische fase heb je één of meer gesprekken per studiejaar. Als je een duale opleiding volgt, heb je tijdens de propedeutische fase minstens één gesprek per periode met je studiebegeleider. Tijdens de postpropedeutische fase heb je één of meer gesprekken per studiejaar.
4.2.1
De opleiding registreert de gesprekken De opleiding registreert wat er met je is besproken. We houden ons hierbij aan de regels van de Regeling Bescherming persoonsgegevens studenten. Deze regeling staat in het Studentenstatuut. Je vindt dit statuut op iAvans.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 11 van 42
5
Toetsen, tentamens en examens Om je getuigschrift te behalen, moet je aan alle eisen van het examenprogramma voldoen. In dit hoofdstuk lees je meer over hoe dit is opgebouwd.
5.1
Wat is het examenprogramma? Je bachelor of Associate degree bestaat uit twee examens: het propedeutisch examen en het afsluitend examen. Je behaalt een examen als je alle onderwijseenheden hebt afgerond. Dit samenhangend geheel van onderwijseenheden noemen we het examenprogramma. Welke onderwijseenheden er zijn, vind je in het examenprogramma in bijlage 4. Je sluit een onderwijseenheid af met een tentamen. Tentamens bestaan uit een of meer toetsen. Zie voor een schematisch overzicht de begrippenlijst in bijlage 1.
5.2
Welke informatie krijg je bij de start van de onderwijseenheid? Als • • • • • • • • •
5.3
een onderwijseenheid begint, stellen we de volgende informatie beschikbaar: Waar de onderwijseenheid over gaat. Welke vakken, stages en practica je moet volgen en wat deze onderdelen inhouden. Hoeveel studiepunten je kunt behalen voor de onderwijseenheid. Welke toetsvorm we gebruiken. Welke beoordelingscriteria en -normen we gebruiken. Of het tentamen uit meerdere toetsen bestaat. We laten je in dat geval weten wat voor soort toetsen het zijn en in welke volgorde je ze moet doen. Het moment waarop je toetsen moet maken of opdrachten moet inleveren. Welke deelnameverplichting er is voor onderdelen van het onderwijs. Welke hulpmiddelen je mag gebruiken.
Wat is een tentamen? Iedere onderwijseenheid sluit je af met een tentamen. Dit tentamen kan uit een of meer toetsen bestaan. Een examinator of meer examinatoren toetsen en beoordelen jouw kennis, inzicht en/of vaardigheden. Dit zijn meestal de docenten van je opleiding. Je levert je papers, werkstukken, verslagen en eindscripties veelal (uitsluitend) digitaal in. Of dit ook van toepassing is bij jouw onderwijseenheid lees je in bij de informatie die je bij de start van de onderwijseenheid krijgt. Avans Hogeschool gebruikt onder andere de volgende toetsvormen: • een assessment • schriftelijke of mondelinge toets • een studietaak of een studieopdracht • een werkstuk • praktische oefeningen • presentatie • een scriptie • een onderzoeksverslag • een stageverslag • stageopdrachten • practica of veldwerk
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 12 van 42
5.3.1
Mondelinge toetsen • Een mondelinge toets doe je alleen, tenzij de examencommissie anders beslist.
•
Een mondelinge toets is openbaar. De examencommissie mag in bijzondere situaties beslissen dat een mondelinge toets niet openbaar is.
5.3.2
Wanneer kun je een aangepaste toets aanvragen? Je kunt in de volgende gevallen vragen of je toetsen mag doen op een manier die voor jou het meest passend is: • je hebt een functiebeperking • je bent een topsporter Je legt je vraag voor aan de decaan. De decaan adviseert de examencommissie. De examencommissie neemt de beslissing. Als er een andere bijzondere situatie is waardoor je een toets op een andere manier wilt doen, moet je de examencommissie hiervoor toestemming vragen. Hoe je dit doet, staat in hoofdstuk 6 van deze OER.
5.4
Moet je je inschrijven voor een toets? Je moet je op tijd inschrijven voor een toets. Via het jaarrooster laten we je weten vanaf en tot wanneer je je kunt inschrijven. Meer informatie vind je in de Toetsregeling op iAvans.
5.4.1
Als je je te laat inschrijft? Ben je te laat met inschrijven en wil je toch meedoen? Dan gelden tot een week voorafgaande aan de toets deze regels: • Als het gaat om een schriftelijke toets die je tegelijk met andere studenten maakt, betaal je € 20 administratiekosten als je je inschrijft. • Als je je in één keer voor meerdere toetsen van één onderwijseenheid inschrijft, betaal je € 20 administratiekosten voor dit cluster van toetsen.
5.5
Welke regels gelden er als je een toets maakt? Hieronder lees je aan welke regels je je moet houden als je een toets maakt.
5.5.1
Neem je legitimatie mee Als een schriftelijke toets maakt, moet je je legitimeren. De regels die hiervoor gelden, vind je in de Toetsregeling van Avans Hogeschool. Deze regeling vind je op iAvans. Zonder legitimatie mag je niet meedoen aan de toets.
5.5.2
Als het alarm afgaat Als het alarm afgaat tijdens een toets moet je zo snel mogelijk naar buiten. • Je toets wordt niet nagekeken en telt niet mee. Dit geldt ook als je je werk al hebt ingeleverd. • Je mag de toets zo snel mogelijk opnieuw maken. Binnen 24 uur na de noodsituatie lees je op Blackboard waar, wanneer en hoe laat de nieuwe toets is.
5.5.3
Gelden er meer regels? Op iAvans vind je de Toetsregeling van Avans Hogeschool. Hierin lees je welke regels nog meer gelden.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 13 van 42
5.6
Wat gebeurt er als je je niet aan de regels houdt? Houd je je niet aan de regels die gelden voor het maken van toetsen, of pleeg je fraude of plagiaat? Dan zal de examinator, surveillant of examencommissie het volgende doen: • Als een examinator of surveillant voor of tijdens een tentamen vaststelt dat je je niet aan de regels houdt, dan kan hij beslissen dat je niet mee mag doen met het tentamen of dat je het tentamen niet af mag maken. De examencommissie beslist later welke maatregelen zij neemt. • De examinator kan ook ná de toets vaststellen dat je je niet aan de regels hebt gehouden. Hij moet dit melden aan de examencommissie. Zij beslist later welke maatregelen zij neemt.
5.6.1
Welke maatregelen kan de examencommissie nemen? De examencommissie kan een of meer van de volgende maatregelen nemen. • Je toets wordt niet nagekeken. Je krijgt geen beoordeling. • Als je toets al is nagekeken, kan de examencommissie beslissen dat je beoordeling niet geldig is. Je moet de toets opnieuw maken. • Je mag maximaal een jaar niet meedoen met een of meer toetsen. •
Je moet een extra tentamen doen voordat je een getuigschrift krijgt. Hoe dit tentamen eruitziet, beslist de examencommissie.
• •
Je krijgt geen getuigschrift voor je propedeuse of bachelor. De examencommissie kan het College van Bestuur vragen te beslissen dat je moet stoppen met je opleiding. De examencommissie kan beslissen dat de toets niet geldig is. Je moet de toets dan opnieuw maken.
•
5.6.2
Een gesprek met de examencommissie Voordat de examencommissie een maatregel neemt, wil ze eerst met jou praten. Dit noemen we het hoorrecht. Na het gesprek neemt de examencommissie een beslissing en krijg je hierover een brief of mail. De examencommissie informeert ook de academiedirectie. In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie.
5.7
Hoe controleren wij plagiaat? De werkstukken die je inlevert moet je uploaden op Blackboard. Wij vergelijken alle werkstukken met elkaar en controleren ze op plagiaat. Door het inleveren van het werkstuk geef je hiervoor toestemming. Je mag je werkstuk er niet tegen beveiligen.
5.8
Hoe beoordeelt de examinator je toets? De examinator beoordeelt je toets als volgt:
•
•
Hij beoordeelt of je de leerdoelen hebt behaald die bij de onderwijseenheid horen. Hiervoor gebruikt hij beoordelingscriteria en een beoordelingsnorm. Deze zijn vooraf vastgesteld. De beoordelingscriteria geven aan waarop je wordt beoordeeld. De beoordelingsnorm geeft aan hoe de beoordeling van de toets moet worden berekend. Heeft de examinator een toets nagekeken? Dan analyseert hij de toets. Concludeert hij achteraf dat de beoordelingsnorm niet klopt? Dan vraagt hij de examencommissie
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 14 van 42
•
5.8.1
toestemming om de beoordelingsnorm te veranderen. De nieuwe beoordelingsnorm mag niet nadeliger voor je zijn dan de eerste beoordelingsnorm. Een deskundige die niet bij Avans werkt, kan de examinator adviseren over jouw beoordeling. Een deskundige die niet bij Avans werkt, kan jou alleen beoordelen als de examencommissie hem als examinator heeft aangewezen.
Welke beoordeling krijg je voor een toets? Je examinator kan jouw toets als volgt beoordelen: • Met een cijfer van 1 tot en met 10. o We ronden cijfers voor toetsen af met één cijfer achter de komma. o Een 5,5 is een voldoende. Een 5,4 is een onvoldoende. • Met een zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende, onvoldoende of zeer onvoldoende • Met een voldaan of niet voldaan. Hieronder zie je hoe de beoordelingen zich tot elkaar verhouden. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
Zeer goed Goed
Voldaan
Ruim voldoende Voldoende Onvoldoende Niet voldaan Zeer onvoldoende
5.8.2
Wanneer behaal je een tentamen? Je kunt een tentamen behalen op de manieren hieronder. De academiedirectie beslist per onderwijseenheid welke manier geldt. • Je hebt voor alle toetsen een 5,5 of hoger behaald. • Je hebt een voldoende of hoger behaald. • Je hebt de beoordeling ‘voldaan’ gekregen.
5.8.3
Hoe berekenen we je tentamencijfer? Voor tentamens die uit meer dan één toets bestaan, berekenen we het gemiddelde. Hierbij tellen woordbeoordelingen niet mee. Als niet alle toetsen even zwaar meetellen, berekenen we het gewogen gemiddelde. In het examenprogramma in bijlage 4 zie je in de kolom ‘Weging’ hoe zwaar jouw toetsen meetellen.
5.8.4
Voorwaarden compensatie Niet van toepassing.
5.9
Wanneer krijg je je beoordeling? Je krijgt je beoordeling binnen drie weken nadat je de toets hebt gedaan. De opleiding zet jouw beoordeling en studiepunten in Osiris. Wij houden ons hierbij aan de regels van de
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 15 van 42
Regeling Bescherming persoonsgegevens studenten. Deze regeling is een onderdeel van het Studentenstatuut. Je vindt dit statuut op iAvans.
5.10
Als je je toets wilt inkijken Vanaf de dag dat je je beoordeling krijgt, heb je vier weken de tijd om de beoordeling van de toets in te kijken. Hiervoor gelden de volgende regels:
•
de student wordt uitgenodigd door middel van een digitale aankondiging.
Bereid je je voor op een toekomstige toets? Dan mag je de vragen en opdrachten van eerdere toetsen inkijken. En je mag de beoordelingsnorm zien waarmee de examinator de cijfers heeft bepaald. Hiervoor gelden de volgende regels:
• 5.11
hiervoor gelden geen speciale regels.
Hoe vaak mag je een toets doen? •
Per studiejaar heb je twee kansen om een toets te behalen. De eerste kans is in de onderwijsperiode waarin we de onderwijseenheid aanbieden. Je mag altijd een herkansing doen. Het maakt niet uit of je een voldoende of een onvoldoende hebt behaald voor de eerste toets.
•
Als je niet meedoet met de eerste kans, dan mag je wel meedoen met de tweede kans. Je hebt dan geen recht op een extra kans. In bijzondere situaties kan de examencommissie je hier toch toestemming voor geven. Hoe je toestemming vraagt, lees je in hoofdstuk 6. Als je een toets meer dan één keer maakt geldt je hoogste beoordeling. Alle laatste herkansingen van de propedeutische fase vinden voor de zomervakantie plaats, uiterlijk in week 11 van periode 4.
• •
5.12
Hoe lang bewaren we tentamens en beoordelingen? • • •
• •
5.13
Toetsopgaven met bijbehorende beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) bewaren we vier jaar. Beoordelingen bewaren we minimaal zeven jaar. Jouw beoordeelde toetsen en de beoordelingen die daarbij horen, bewaren we twee jaar. Als je een vraag of een klacht hebt gestuurd over de toets, dan bewaren we je toets zo lang je vraag of klacht wordt behandeld. Eindwerkstukken die een voldoende hebben gekregen, bewaren we zeven jaar. Getuigschriften en cijferlijsten bewaren we 50 jaar.
Vrijstelling vragen voor een toets Je kunt vrijstelling vragen voor een toets. Je stuurt hiervoor een verzoek naar de examencommissie. Hoe je het verzoek moet insturen, lees je in hoofdstuk 6.
5.13.1
Wat moet er in je verzoek staan? Schrijf in je verzoek waarom je vrijstelling wilt krijgen en stuur de volgende bewijsstukken mee:
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 16 van 42
• • • •
Kopie van een diploma, getuigschrift, akte of verklaring waarmee je aantoont dat je aan de eisen van de toets voldoet. Kopie van de lijst met kwalificaties die hoort bij dat diploma, getuigschrift, die akte of verklaring. Kopie van een lijst met documenten die je hebt bestudeerd. Bijvoorbeeld studieboeken, readers of collegeteksten. Andere bewijsstukken waaruit blijkt dat je vrijstelling zou moeten krijgen.
5.13.2
Wanneer beslist de examencommissie? De examencommissie beslist binnen vier weken nadat ze je verzoek hebben gekregen of je vrijstelling krijgt. Je krijgt hierover een brief of mail. De examencommissie bewaart een kopie van de beslissing in je dossier. Krijg je de vrijstelling? Dan staat in Osiris dat je vrijstelling hebt voor de toets.
5.13.3
Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt waarmee je aantoont dat je vrijstelling kunt krijgen, dan kan je de examencommissie vragen of je een vervangende opdracht mag maken. Je krijgt vrijstelling als je een voldoende behaalt voor deze toets. Je krijgt hierover een brief of mail. En in Osiris staat dat je vrijstelling hebt voor de toets.
5.13.4
Wanneer kun je geen vrijstelling vragen? • Je kunt geen vrijstelling vragen voor een afstudeeropdracht. • Je kunt geen vrijstelling vragen voor een toets die je al een keer hebt gemaakt.
5.13.5
Ben je het niet eens met de examencommissie? In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie.
5.14
Hoe lang is een beoordeling of vrijstelling geldig? Hoe lang een beoordeling of vrijstelling geldig is, hangt af van het moment waarop je de beoordeling of de vrijstelling krijgt. Let op: hieronder hebben we het over beoordelingen. Precies hetzelfde geldt voor vrijstellingen.
5.14.1
Beoordelingen die je behaalt tijdens de propedeutische fase Beoordelingen die je behaalt tijdens de propedeutische fase blijven geldig zolang je bent ingeschreven als student bij Avans Hogeschool. Let op: stop je een tijdje met de opleiding vanwege persoonlijke omstandigheden zoals omschreven in 7.5.5? Dan kan de examencommissie beslissen dat jouw beoordelingen weer geldig zijn als je verder gaat met je opleiding. Neem hiervoor contact op met de examencommissies. Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 6.
5.14.2
Beoordelingen die je behaalt tijdens de postpropedeutische fase Beoordelingen voor toetsen die je behaalt in het tweede, derde of vierde studiejaar van de opleiding zijn zes jaar geldig. We berekenen dit vanaf de datum dat je de beoordeling van de laatste toets van de onderwijseenheid hebt gekregen. Heb je nog niet alle toetsen van een tentamen behaald? Dan zijn de toetsen die je wel hebt behaald zes jaar geldig.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 17 van 42
We berekenen deze zes jaar voor iedere toets apart. • Haal je de beoordeling in september, oktober, november, december of januari? Dan is de beoordeling zes jaar geldig vanaf 1 februari. • Haal je de beoordeling in februari, maart, april, mei, juni, juli of augustus? Dan is de beoordeling zes jaar geldig vanaf 1 september. De beoordelingen die ouder zijn dan zes jaar, kunnen dus op twee momenten in het jaar vervallen. 5.14.3
Wil je dat je beoordeling langer geldig is? Als je wilt dat je beoordeling langer geldig is, dan stuur je een verzoek naar de examencommissie. Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 6. De beoordeling moet wel voldoende zijn.
5.15
Wanneer krijg je een getuigschrift of verklaring? Hieronder lees je wanneer je een getuigschrift of verklaring krijgt.
5.15.1
Getuigschrift van de propedeuse • Je krijgt het getuigschrift van de propedeuse als de examencommissie vaststelt dat je alle tentamens van de propedeutische fase hebt behaald. • Bij het getuigschrift krijg je ook de cijferlijst die daarbij hoort. De cijfers op je cijferlijst zijn afgerond op hele cijfers.
5.15.2
Getuigschrift van de bachelor • Je krijgt het getuigschrift van de bachelor als de examencommissie vaststelt dat je alle tentamens van de postpropedeutische fase hebt behaald. • Bij het getuigschrift krijg je een cijferlijst en een supplement. Een supplement is een bijlage waarin informatie staat over de opleiding die je hebt gedaan. • Je krijgt ook een Engels supplement dat voldoet aan de regels van Unesco/Cepes en de Vereniging Hogescholen.
5.15.3
Als je stopt met de opleiding zonder getuigschrift Stop je met de opleiding en heb je geen recht op een getuigschrift? Dan kun je de examencommissie vragen om een verklaring waarin staat welke tentamens je hebt behaald. Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 6.
5.16
Welke titel krijg je na de opleiding? Welke titel je behaalt voor de opleiding lees je in hoofdstuk 1.
5.17
Wanneer slaag je cum laude? Wil je cum laude afstuderen voor deze bacheloropleiding? Dan moet je aan de eisen hieronder voldoen. Let op: met cijferlijst bedoelen we de cijferlijst die je krijgt bij je getuigschrift. • Het gewogen gemiddelde van alle cijfers op je cijferlijst is een 8,0 of hoger. Als er op je cijferlijst een vrijstelling of de beoordeling ‘voldaan’ staat, beslist de examencommissie hoe deze meetelt voor je gemiddelde. • Er staat geen cijfer lager dan een 7,0 op je cijferlijst. • Je hebt minstens een 8,0 behaald voor je afstudeeropdracht. • Je hebt nooit fraude gepleegd tijdens de opleiding.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 18 van 42
6
Verzoek aan de examencommissie of in beroep gaan In dit hoofdstuk lees je wat je moet doen als je een verzoek hebt voor de examencommissie. Ook lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie of een examinator.
6.1
Heb je een verzoek aan de examencommissie? In de andere hoofdstukken van deze OER lees je wanneer je een verzoek naar de examencommissie kunt sturen. Je mag bijvoorbeeld een verzoek sturen over de volgende onderwerpen: • Je wilt dat jouw toets of tentamen opnieuw wordt beoordeeld. • Je bent niet aangemeld voor een toets. Toch wil je meedoen. • Je wilt een vrijstelling. • Je meldt je te laat aan voor een toets. Toch vind je dat je geen boete hoeft te betalen, omdat je er niets aan kon doen. • Je wilt een toets op een andere manier doen. • Je wilt een extra kans voor een toets. • Je hebt een functiebeperking en je wil de toets op een voor jou passende manier doen. • Je doet aan topsport. Daarom wil je de toets op een voor jou passende manier of een ander moment doen. • Je hebt een klacht over de manier waarop je een toets moest doen, of over de examinator. Zit deze examinator ook in de examencommissie? Dan mag hij over deze situatie niet meebeslissen. • Je hebt toestemming nodig om een minor te volgen die je zelf samenstelt, die niet in Avans minorcatalogus staat of die niet in het aanbod van ‘Kies op Maat’ staat. Let op: je moet binnen zes weken na de gedraging of het voorval je verzoek aan de examencommissie hebben gedaan.
6.1.1
Waar stuur je je verzoek naartoe? Een verzoek aan de examencommissie stuur je naar
[email protected] . Binnen vier weken nadat de examencommissie je verzoek heeft ontvangen, krijg je een brief of mail met de beslissing van de examencommissie. Hierna mag je niet nog eens een verzoek sturen over hetzelfde onderwerp.
6.2
Onvoorziene omstandigheden Als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die in de OER vastgelegd hadden moeten zijn, dan beslist de examencommissie daarover. Zij overlegt dit zoveel mogelijk met de academiedirectie(s). De examencommissie legt verantwoording af over haar beslissing aan de academiedirectie(s). Je krijgt een brief of mail waarin staat wat de examencommissie heeft beslist en waarom. Er staat ook in wat je kunt doen als je het niet eens bent met deze beslissing. En voor wanneer je dit moet doen.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 19 van 42
6.3
Ben je het niet eens met een beslissing? Als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie of een examinator, dan kun je in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Je moet dit doen binnen zes weken na de datum die op de brief of mail van de beslissing staat. Hoe je in beroep gaat en hoe het College van Beroep voor de Examens jouw beroep behandelt, lees je in het Reglement van orde van het College van Beroep voor de Examens. Je vindt dit document op iAvans bij Studentinfo.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 20 van 42
7
De voltijd bacheloropleiding Dit hoofdstuk gaat over jouw bacheloropleiding. Je doet de volgende voltijdopleiding: Naam opleiding Academie Major Bouwkunde AB&I Bouwkunde Bouwmanagement en Vastgoed (a) AB&I Bouwmanagement en Vastgoed Bouwtechnische Bedrijfskunde (b) AB&I Bouwtechnische Bedrijfskunde Civiele Techniek AB&I Civiele Techniek Ruimtelijke Ontwikkeling (c) AB&I Ruimtelijke Ontwikkeling (a): t/m cohort 2014; m.i.v. cohort 2015 opgegaan in de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling (b): t/m cohort 2014; m.i.v. cohort 2015 opgegaan in de opleiding Bouwkunde (c): m.i.v. cohort 2015
7.1
Hoe is de opleiding opgebouwd? Voor deze opleiding moet je 240 studiepunten behalen. Dit kan in vier jaar. • Eén studiepunt is hetzelfde als 28 studiebelastingsuren. • Eén studiejaar is 42 weken. • In één studiejaar kun je 60 studiepunten behalen. Dit zijn 1.680 studiebelastingsuren. • Eén studiejaar bestaat uit vier onderwijsperiodes. Periode 1 start in september. Je kunt 15 studiepunten per onderwijsperiode behalen. Dit zijn 420 studiebelastingsuren. In bijlage 4 vind je het examenprogramma van jouw opleiding. Je opleiding is als volgt opgebouwd: • Je volgt verplichte onderwijseenheden die bij de competenties van je opleiding horen. Dit noemen we de major. Je behaalt hiervoor 210 studiepunten. • Je kiest zelf onderwijseenheden. Deze onderwijseenheden hoeven niet bij je opleiding te horen. Je behaalt hiervoor 30 studiepunten. Deze onderwijseenheden noemen we een minor.
7.1.1
Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor? Je hebt toestemming nodig van de examencommissie in de situaties hieronder. De examencommissie controleert of de minor van bachelorniveau is. • De minor staat niet in de Avans minorcatalogus. • De minor staat niet in het aanbod van ‘Kies op Maat’. • Je wilt zelf een minor samenstellen.
7.1.2
Welke afstudeerrichting kun je kiezen? Je kunt in deze opleiding geen afstudeerrichting kiezen.
7.2
In welke taal is deze opleiding? De voertaal van jouw opleiding is in de regel Nederlands. Onderdelen van het onderwijs kunnen in een andere taal worden verzorgd, zoals het Engels. Dit doen we omdat we het belangrijk vinden dat je de beroepsvaardigheden verwerft in een andere taal of dat je je een andere taal eigen maakt door die taal te spreken, lezen en te schrijven.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 21 van 42
In het schema hieronder worden de onderwijseenheden omschreven die (gedeeltelijk) in een andere taal dan het Nederlands worden verzorgd. Taalonderwijs is niet in het schema opgenomen. Naam onderwijseenheid Niet van toepassing
7.3
Taal
Uitvoering onderwijs
Toetsing
Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen? Hieronder lees je met welke vooropleiding je vrijstelling kunt krijgen en waarvoor.
7.3.1
Je hebt een WEB-diploma Je krijgt geen vrijstelling als je een WEB-diploma hebt.
7.3.2
Je hebt een vwo-diploma Je krijgt geen vrijstelling als je een vwo-diploma hebt.
7.3.3
Je hebt een Associate degree Je krijgt geen vrijstelling als je een Associate degree hebt.
7.3.4
Je hebt een andere vooropleiding Deze paragraaf geldt niet voor jouw opleiding.
7.4
Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding? In de propedeutische fase krijg je twee keer een advies over je opleiding. De examencommissie bekijkt hiervoor de resultaten van je tentamens. • Uiterlijk een half jaar nadat je bent gestart, krijg je een voorlopig advies. • Een jaar nadat je bent gestart, krijg je een definitief advies. De examencommissie gebruikt het definitieve advies om te beslissen of je wel of niet mag doorgaan met de opleiding. Hoe dat werkt, lees je bij 7.5. Ben je in periode 1 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 februari een voorlopig advies en voor 1 september een definitief advies. Ben je in periode 3 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 september een voorlopig advies en voor 1 februari een definitief advies.
7.5
Wanneer moet je stoppen met de opleiding? De examencommissie mag beslissen dat je moet stoppen met de opleiding als ze vindt dat je niet geschikt bent voor de opleiding. Dit noemen we een bindende afwijzing. Het aantal studiepunten dat je hebt behaald, is bepalend. Wij moeten je voldoende studiebegeleiding hebben gegeven. In hoofdstuk 4 en in het Kader voor matching lees je wat we hiermee bedoelen.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 22 van 42
7.5.1
Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding De examencommissie beslist dat je moet stoppen met je opleiding als je aan het einde van je eerste studiejaar te weinig studiepunten hebt behaald. We berekenen daarvoor hoeveel studiepunten er op 31 augustus in Osiris staan. Heb je minder dan 52 studiepunten behaald? Dan heb je er te weinig. Bij de berekening van het aantal studiepunten tellen de studiepunten van alle behaalde tentamens en toetsen mee. Als je vrijstellingen hebt, tellen we de studiepunten daarvan mee. We houden bij het uitbrengen van de bindende afwijzing rekening met je persoonlijke omstandigheden.
Heb je voor 30 studiepunten of meer vrijstelling gekregen in de propedeutische fase? Dan kan de examencommissies beslissen dat je de overige onderwijseenheden binnen één jaar moet behalen. Je krijgt voor elke onderwijseenheid minimaal drie kansen om tentamen te doen. Als je genoeg tentamenkansen hebt gehad en je hebt toch niet alle onderwijseenheden behaald, dan heb je te weinig studiepunten behaald. 7.5.2
Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding De examencommissie beslist dat je moet stoppen met je opleiding als je aan het einde van je eerste studiejaar te weinig studiepunten hebt behaald. We berekenen daarvoor hoeveel studiepunten je op 31 januari van je opleiding in totaal hebt behaald. Heb je minder dan 52 studiepunten behaald? Dan heb je er te weinig. Als je vrijstellingen hebt, tellen we de studiepunten daarvan mee. We houden bij het uitbrengen van de bindende afwijzing rekening met je persoonlijke omstandigheden Heb je voor 30 studiepunten of meer vrijstelling gekregen in de propedeutische fase? Dan kan de examencommissies beslissen dat je de overige onderwijseenheden binnen één jaar moet behalen. Je moet voor elke onderwijseenheid minimaal drie kansen krijgen om tentamen te doen. Als je genoeg tentamenkansen hebt gehad en je hebt toch niet alle onderwijseenheden behaald, dan heb je te weinig studiepunten behaald.
7.5.3
Als je de propedeuse niet behaalt in twee jaar Je moet de propedeuse binnen twee jaar behalen. Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding, dan beslist de examencommissie uiterlijk 31 augustus van het tweede studiejaar of je moet stoppen met je opleiding. Ze gebruikt hiervoor het aantal studiepunten dat in Osiris staat. We houden hierbij rekening met je persoonlijke omstandigheden. Je moet de propedeuse binnen twee jaar behalen. Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding, dan beslist de examencommissie uiterlijk 31 januari van het tweede studiejaar of je moet stoppen met je opleiding. Ze gebruikt hiervoor het aantal studiepunten dat in Osiris staat. We houden hierbij rekening met je persoonlijke omstandigheden.
7.5.4
Een gesprek met de examencommissie Als de examencommissie van plan is te beslissen dat je moet stoppen met de opleiding, laat ze dat aan je weten in een brief of mail. De examencommissie nodigt je uit voor een gesprek. Dit noemen we het hoorrecht. In het gesprek krijg je de kans om uit te leggen waarom je te weinig studiepunten hebt behaald. Daarna neemt de examencommissie een definitieve beslissing.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 23 van 42
7.5.5
Behaal je te weinig studiepunten door persoonlijke omstandigheden? Als je te weinig studiepunten behaalt, kan dat komen door persoonlijke omstandigheden. De examencommissie kan beslissen dat zij twaalf maanden wacht met haar beslissing of je moet stoppen met de opleiding. Als er kans is dat je door persoonlijke omstandigheden te weinig studiepunten behaalt, moet je dit vertellen aan de decaan van je opleiding. Hij gaat vertrouwelijk met jouw verhaal om. De decaan adviseert de examencommissie. Met welke persoonlijke omstandigheden houden we rekening? • Ziekte. • Functiebeperking. • Zwangerschap. • Bijzondere omstandigheden in je familie. • Lidmaatschap van de opleidingscommissie, de Medezeggenschapsraad of de Academieraad. • Bestuurlijk werk voor Avans Hogeschool.
•
Lidmaatschap van het bestuur van een actieve studentenorganisatie of een actieve maatschappelijke organisatie. Deze organisatie heeft volledige rechtsbevoegdheid.
In de Faciliteitenregeling bestuurlijk actieve studenten staat aan welke voorwaarden het lidmaatschap of bestuurlijk werk moet voldoen. Je vindt de regeling op iAvans. 7.5.6
Wat gebeurt er als je moet stoppen met de opleiding? Als de examencommissie beslist dat je moet stoppen met de opleiding, dan schrijven we je uit bij de opleiding en ben je vanaf het begin van de maand na de beslissing geen student meer van deze opleiding. We geven je zoveel mogelijk een passend studieadvies mee. Als je uitgeschreven bent gelden de volgende regels voor jou: • Je kunt je niet meer als student of als extraneus inschrijven voor deze opleiding bij Avans Hogeschool. • Je kunt je niet meer inschrijven voor een andere variant van dezelfde opleiding. Met varianten bedoelen we de voltijdvariant, de deeltijdvariant, de duale variant of de Associate degree. Na een jaar kun je je wel weer opnieuw inschrijven bij de opleiding waarmee je moest stoppen. Maar alleen als de academiedirectie het aannemelijk vindt dat je bij een nieuwe start wel genoeg studiepunten kunt behalen voor deze opleiding. Je moet daarvoor goede argumenten hebben. Je hebt bijvoorbeeld intussen ergens anders gestudeerd, of je hebt werkervaring opgedaan. Als de academiedirecteur je toestemming geeft om je weer in te schrijven, dan gelden bij je nieuwe inschrijving weer alle regels over stoppen met de opleiding. Als je wéér moet stoppen, dan kun je niet nog eens na een jaar toelating vragen.
7.5.7
Ben je het niet eens met onze beslissing? In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie.
7.5.8
Bijzondere situaties • Als je je voor 1 februari (start periode 1) of 1 september (start periode 3) uitschrijft voor je opleiding, dan krijg je geen definitief studieadvies en ook geen bindende afwijzing. • Ben je gestart in periode 1 bij de voltijdvariant van de opleiding en stap je voor 1 februari over naar de deeltijdvariant of de duale variant? Dan passen we de regels voor deeltijdstudenten of duale studenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 24 van 42
•
7.6
en je stapt voor 1 september over, dan passen we ook de regels voor deeltijdstudenten of duale studenten toe. Ben je gestart in periode 1 bij de voltijdvariant van de opleiding en stap je na 1 februari over naar de deeltijdvariant of duale variant? Dan passen we de regels voor voltijdstudenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart, dan geldt hetzelfde als je overstapt na 1 september.
Als de inhoud van jouw opleiding verandert Wij vernieuwen onze opleidingen. Dit betekent dat wij de inhoud van onderwijseenheden veranderen en dat wij onderwijseenheden vervangen. Wat betekent dit voor jou? Heb je een onderwijseenheid gevolgd die nu vernieuwd is of die nu niet meer in de opleiding hoort? En heb je de toets of toetsen van die onderwijseenheid nog niet behaald? Dan krijg je nog twee kansen om ze toch te behalen. We bieden hiervoor geen onderwijs aan. Haal je de toets of toetsen van de oude onderwijseenheid niet? Dan moet je meedoen met de vernieuwde of nieuwe onderwijseenheid.
7.7
Kan de vorm van een toets veranderen? Als je een toets moet herkansen, dan moet deze herkansing dezelfde vorm hebben als de eerste toets. Dit geldt alleen als de herkansing in hetzelfde studiejaar is. De toetsvorm kan alleen veranderen als de examencommissie en de student hiermee akkoord zijn.
7.8
De volgorde van je onderwijseenheden In de propedeutische fase geldt geen verplichte volgorde voor deelname aan de onderwijseenheden. De volgorde waarin kan worden deelgenomen aan de onderwijseenheden van de postpropedeutische fase, wordt beschreven in bijlage 4.8.
7.8.1
Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie? Studievoortgangsgarantie betekent dat als je niet kunt deelnemen aan onderwijseenheden in de verplichte volgorde, dat wij je in dat studiejaar onderwijseenheden aanbieden waarmee je minimaal 40 studiepunten kunt behalen. De voorwaarde is dat je aanwezig was bij de onderwijseenheid die je niet hebt behaald of dat je afwezig was met een goede reden.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 25 van 42
8
De duale bacheloropleiding Dit hoofdstuk gaat over jouw bacheloropleiding. Je doet de volgende duale opleiding: Naam opleiding Bouwkunde Bouwtechnische Bedrijfskunde (a) Civiele Techniek (a): t/m cohort 2014; m.i.v. cohort
8.1
Academie Major AB&I Bouwkunde AB&I Bouwtechnische Bedrijfskunde AB&I Civiele Techniek 2015 opgegaan in de opleiding Bouwkunde
Hoe is de opleiding opgebouwd? Een opleiding bestaat uit een propedeuse en een postpropedeuse. De propedeuse is het eerste jaar van je opleiding en bestaat uit 60 studiepunten. De postpropedeuse is de studieperiode na de propedeuse. Voor deze opleiding moet je 240 studiepunten behalen. Dit kan in vier jaar. • Eén studiepunt is hetzelfde als 28 studiebelastingsuren. • Eén studiejaar is 42 weken. • In één studiejaar kun je 60 studiepunten behalen. Dit zijn 1.680 studiebelastingsuren. • Eén studiejaar bestaat uit vier onderwijsperiodes. Periode 1 start in september. Je kunt vijftien studiepunten per onderwijsperiode behalen. Dit zijn 420 studiebelastingsuren. In bijlage 4 vind je het examenprogramma van jouw opleiding. Je opleiding is als volgt opgebouwd: • Je volgt verplichte onderwijseenheden die bij de competenties van je opleiding horen. Dit noemen we de major. Je behaalt hiervoor 210 studiepunten. • Je kiest zelf onderwijseenheden. Deze onderwijseenheden hoeven niet bij je opleiding te horen. Je behaalt hiervoor 30 studiepunten. Deze onderwijseenheden noemen we een minor.
8.1.1
Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor? Je hebt toestemming nodig van de examencommissie in de situaties hieronder. De examencommissie controleert of de minor van bachelorniveau is. • De minor staat niet in de Avans minorcatalogus. • De minor staat niet in het aanbod van ‘Kies op Maat’. • Je wilt zelf een minor samenstellen.
8.1.2
Welke afstudeerrichting kun je kiezen? Je kunt in deze opleiding geen afstudeerrichting kiezen.
8.2
In welke taal is deze opleiding? De voertaal van jouw opleiding is in de regel Nederlands. Onderdelen van het onderwijs kunnen in een andere taal worden verzorgd, zoals het Engels. Dit doen we omdat we het belangrijk vinden dat je de beroepsvaardigheden verwerft in een andere taal of dat je je een andere taal eigen maakt door die taal te spreken, lezen en te schrijven.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 26 van 42
In het schema hieronder worden de onderwijseenheden omschreven die (gedeeltelijk) in een andere taal dan het Nederlands worden verzorgd. Taalonderwijs is niet in het schema opgenomen. Naam onderwijseenheid Niet van toepassing
8.3
Taal
Uitvoering onderwijs
Toetsing
Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen? Hieronder lees je met welke vooropleiding je vrijstelling kunt krijgen en waarvoor.
8.3.1
Je hebt een WEB-diploma Je krijgt geen vrijstelling als je een WEB-diploma hebt.
8.3.2
Je hebt een vwo-diploma Je krijgt geen vrijstelling als je een vwo-diploma hebt.
8.3.3
Je hebt een Associate degree Je krijgt geen vrijstelling als je een Associate degree hebt.
8.3.4
Je hebt een andere vooropleiding Deze paragraaf geldt niet voor jouw opleiding.
8.4
Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding? In de propedeutische fase krijg je twee keer een advies over je opleiding. De examencommissie bekijkt hiervoor de resultaten van je tentamens. • Uiterlijk een half jaar nadat je bent gestart, krijg je een voorlopig advies. • Een jaar nadat je bent gestart, krijg je een definitief advies. De examencommissie gebruikt het definitieve advies om te beslissen of je wel of niet mag doorgaan met de opleiding. Hoe dat werkt, lees je bij 13.5. Ben je in periode 1 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 februari een voorlopig advies en voor 1 september een definitief advies. Ben je in periode 3 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 september een voorlopig advies en voor 1 februari een definitief advies.
8.5
Wanneer moet je stoppen met de opleiding? De examencommissie mag beslissen dat je moet stoppen met de opleiding als ze vindt dat je niet geschikt bent voor de opleiding. Dit noemen we een bindende afwijzing. Het aantal studiepunten dat je hebt behaald, is bepalend. Wij moeten je voldoende studiebegeleiding hebben gegeven. In hoofdstuk 4 en in het Kader voor Matching lees je wat we hiermee bedoelen.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 27 van 42
8.5.1
Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding De examencommissie beslist dat je moet stoppen met je opleiding als je aan het einde van je eerste studiejaar te weinig studiepunten hebt behaald. We berekenen daarvoor hoeveel studiepunten er op 31 augustus in Osiris staan. Heb je minder dan 52 studiepunten behaald? Dan heb je er te weinig. Bij de berekening van het aantal studiepunten tellen de studiepunten van alle behaalde tentamens en toetsen mee. Als je vrijstellingen hebt, tellen we de studiepunten daarvan mee. We houden bij het uitbrengen van de bindende afwijzing rekening met je persoonlijke omstandigheden. Heb je voor 30 studiepunten of meer vrijstelling gekregen in de propedeutische fase? Dan kan de examencommissies beslissen dat je de overige onderwijseenheden binnen één jaar moet behalen. Je krijgt voor elke onderwijseenheid minimaal drie kansen om tentamen te doen. Als je genoeg tentamenkansen hebt gehad en je hebt toch niet alle onderwijseenheden behaald, dan heb je te weinig studiepunten behaald.
8.5.2
Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding De examencommissie beslist dat je moet stoppen met je opleiding als je aan het einde van je eerste studiejaar te weinig studiepunten hebt behaald. We berekenen daarvoor hoeveel studiepunten je op 31 januari van je opleiding in totaal hebt behaald. Heb je minder dan 52 studiepunten behaald? Dan heb je er te weinig. Als je vrijstellingen hebt, tellen we de studiepunten daarvan mee. We houden bij het uitbrengen van de bindende afwijzing rekening met je persoonlijke omstandigheden Heb je voor 30 studiepunten of meer vrijstelling gekregen in de propedeutische fase? Dan kan de examencommissies beslissen dat je de overige onderwijseenheden binnen één jaar moet behalen. Je moet voor elke onderwijseenheid minimaal drie kansen krijgen om tentamen te doen. Als je genoeg tentamenkansen hebt gehad en je hebt toch niet alle onderwijseenheden behaald, dan heb je te weinig studiepunten behaald.
8.5.3
Als je de propedeuse niet behaalt in twee jaar Je moet de propedeuse binnen twee jaar behalen. Als je je voor 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding, dan beslist de examencommissie uiterlijk 31 augustus van het tweede studiejaar of je moet stoppen met je opleiding. Ze gebruikt hiervoor het aantal studiepunten dat in Osiris staat. We houden hierbij rekening met je persoonlijke omstandigheden. Je moet de propedeuse binnen twee jaar behalen. Als je je op of na 1 februari hebt ingeschreven voor de opleiding, dan beslist de examencommissie uiterlijk 31 januari van het tweede studiejaar of je moet stoppen met je opleiding. Ze gebruikt hiervoor het aantal studiepunten dat in Osiris staat. We houden hierbij rekening met je persoonlijke omstandigheden.
8.5.4
Een gesprek met de examencommissie Als de examencommissie van plan is te beslissen dat je moet stoppen met de opleiding, laat ze dat aan je weten in een brief of mail. De examencommissie nodigt je uit voor een gesprek. Dit noemen we het hoorrecht. In het gesprek krijg je de kans om uit te leggen waarom je te weinig studiepunten hebt behaald. Daarna neemt de examencommissie een definitieve beslissing.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 28 van 42
8.5.5
Haal je te weinig studiepunten door persoonlijke omstandigheden? Als je te weinig studiepunten behaalt, kan dat komen door persoonlijke omstandigheden. De examencommissie kan beslissen dat zij twaalf maanden wacht met haar beslissing of je moet stoppen met de opleiding. Als er kans is dat je door persoonlijke omstandigheden te weinig studiepunten behaalt, moet je dit vertellen aan de decaan van je opleiding. Hij gaat vertrouwelijk met jouw verhaal om. De decaan adviseert de examencommissie. Met welke persoonlijke omstandigheden houden we rekening? • Ziekte. • Functiebeperking. • Zwangerschap. • Bijzondere omstandigheden in je familie. • Lidmaatschap van de opleidingscommissie, de Medezeggenschapsraad of de Academieraad. • Bestuurlijk werk voor Avans Hogeschool.
•
Lidmaatschap van het bestuur van een actieve studentenorganisatie of een actieve maatschappelijke organisatie. Deze organisatie heeft volledige rechtsbevoegdheid.
In de Faciliteitenregeling bestuurlijk actieve studenten staat aan welke voorwaarden het lidmaatschap of bestuurlijk werk moet voldoen. Je vindt de regeling op iAvans. 8.5.6
Wat gebeurt er als je moet stoppen met de opleiding? Als de examencommissie beslist dat je moet stoppen met de opleiding, dan schrijven we je uit bij de opleiding en ben je vanaf het begin van de maand na de beslissing geen student meer van deze opleiding. . We geven je zoveel mogelijk een passend studieadvies mee. Als je uitgeschreven bent gelden de volgende regels voor jou: • Je kunt je niet meer als student of als extraneus inschrijven voor deze opleiding bij Avans Hogeschool. • Je kunt je niet meer inschrijven voor een andere variant van dezelfde opleiding. Met varianten bedoelen we de voltijdvariant, de deeltijdvariant, de duale variant of de Associate degree. Na een jaar kun je je wel weer opnieuw inschrijven bij de opleiding waarmee je moest stoppen. Maar alleen als de academiedirectie het aannemelijk vindt dat je bij een nieuwe start wel genoeg studiepunten kunt behalen voor deze opleiding. Je moet daarvoor goede argumenten hebben. Je hebt bijvoorbeeld intussen ergens anders gestudeerd, of je hebt werkervaring opgedaan. Als de academiedirecteur je toestemming geeft om je weer in te schrijven, dan gelden bij je nieuwe inschrijving weer alle regels over stoppen met de opleiding. Als je wéér moet stoppen, dan kun je niet nog eens na een jaar toelating vragen.
8.5.7
Ben je het niet eens met onze beslissing? In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie.
8.5.8
Bijzondere situaties • Als je je voor 1 februari (start periode 1) of 1 september (start periode 3) uitschrijft voor je opleiding, dan krijg je geen definitief studieadvies en ook geen bindende afwijzing. • Ben je gestart in periode 1 bij de duale variant van de opleiding en stap je voor 1 februari over naar de deeltijdvariant of de voltijdvariant? Dan passen we de regels voor deeltijdstudenten of voltijdstudenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 29 van 42
•
en stap je voor 1 september over, dan passen we ook de regels voor deeltijdstudenten of voltijdstudenten toe. Ben je gestart in periode 1 bij duale variant van de opleiding en stap je na 1 februari over naar de deeltijdvariant of voltijdvariant? Dan passen we de regels voor duale studenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart, dan geldt hetzelfde als je overstapt na 1 september.
8.6
Als de inhoud van jouw opleiding verandert Wij vernieuwen onze opleidingen. Dit betekent dat wij de inhoud van onderwijseenheden veranderen en dat wij onderwijseenheden vervangen. Wat betekent dit voor jou? Heb je een onderwijseenheid gevolgd die nu vernieuwd is of die nu niet meer in de opleiding hoort? En heb je de toets of toetsen van die onderwijseenheid nog niet behaald? Dan krijg je nog twee kansen om ze toch te behalen. We bieden hiervoor geen onderwijs aan. Haal je de toets of toetsen van de oude onderwijseenheid niet? Dan moet je meedoen met de vernieuwde of nieuwe onderwijseenheid.
8.7
Kan de vorm van een toets veranderen? Als je een toets moet herkansen, dan moet deze herkansing dezelfde vorm hebben als de eerste toets. Dit geldt alleen als de herkansing in hetzelfde studiejaar is. De toetsvorm kan alleen veranderen als de examencommissie en de student hiermee akkoord zijn.
8.8
De volgorde van je onderwijseenheden In de propedeutische fase geldt geen verplichte volgorde voor deelname aan de onderwijseenheden. De volgorde waarin kan worden deelgenomen aan de onderwijseenheden van de postpropedeutische fase, wordt beschreven in bijlage 4.8.
8.8.1
Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie? Studievoortgangsgarantie betekent dat als je niet kunt deelnemen aan onderwijseenheden in de verplichte volgorde, dat wij je in dat studiejaar onderwijseenheden aanbieden waarmee je minimaal 40 studiepunten kunt behalen. De voorwaarde is dat je aanwezig was bij de onderwijseenheid die je niet hebt behaald of dat je afwezig was met een goede reden.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 30 van 42
9
Het maken en aanpassen van de OER In dit hoofdstuk lees je hoe we de OER maken. Je leest ook hoe we ervoor zorgen dat de OER altijd overeen komt met de afspraken over je opleiding.
9.1
Hoe maken we de OER? De academiedirectie maakt de OER op basis van het Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut. Dit beleid bestaat uit twee delen: • Het Format voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. Met dit document maakt de academiedirectie deze OER. • De Handreiking voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. In dit document staat wat de academiedirectie met het Format moeten doen.
9.2
Ieder studiejaar krijg je een nieuwe OER Ieder studiejaar maken wij een nieuwe OER. Deze OER vind je bij Studentinfo op iAvans. We maken de OER op de volgende manier: • Ieder jaar evalueert de academiedirectie de OER. • Ook de opleidingscommissie doet dit. Haar resultaten stuurt ze naar de academiedirectie. • Als het nodig is, past de academiedirectie de OER aan. Ze gebruikt hierbij de adviezen van de opleidingscommissie en de examencommissie. • Het nieuwe concept stuurt de academiedirectie naar de opleidingscommissie. De opleidingscommissie geeft een advies over het concept. De academiedirectie beslist wat zij met dit advies doet. • Hierna kijkt het Leer- en Innovatiecentrum of het concept klopt met het Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut. • De academiedirectie stelt de definitieve OER vast. De academieraad moet hiermee instemmen. Dit doet zij zoals staat in het Medezeggenschapsreglement Academieraden Avans Hogeschool. • De academiedirectie zorgt ervoor dat de studenten en medewerkers voor 1 september weten dat er een nieuwe OER is.
9.3
Soms moeten we de OER eerder aanpassen Soms moeten we de OER tijdens een studiejaar aanpassen. We mogen dit alleen doen als dit niet nadelig is voor onze studenten. We passen de OER op de volgende manier aan: • De academiedirectie past de OER aan. • Zij bespreekt de aanpassing met de opleidingscommissie. • Hierna kijkt het Leer- en Innovatiecentrum of de aanpassing klopt met het Kaderstellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut. • De academiedirectie stelt de definitieve OER vast. De academieraad moet hiermee instemmen. Dit doet zij zoals staat in het Medezeggenschapsreglement Academieraden Avans Hogeschool.
•
De studenten en medewerkers van de opleiding krijgen een overzicht waarop staat wat we hebben aangepast.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 31 van 42
9.4
Waar vind je de OER? • •
Je vindt de OER bij Studentinfo op iAvans en op Blackboard van je opleiding. Deze OER is een onderdeel van het Studentenstatuut van Avans Hogeschool. In dit statuut staan de belangrijkste rechten en plichten van onze studenten.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 32 van 42
Bijlage 1
Begrippenlijst
Academie
Organisatorische eenheid binnen de hogeschool waarin het onderwijs voor een of meer opleidingen wordt verzorgd of voor programma’s binnen opleidingen.
Academiedirectie
Het orgaan binnen de organisatie van de hogeschool dat is belast met de leiding van een academie, voor zover daartoe bevoegdheden door het College van Bestuur zijn gemandateerd.
Academieraad
De medezeggenschapsraad van de academie. Deze deelraad bestaat uit medewerkers en studenten van de academie. De Academieraad oefent tegenover de Academiedirectie het instemmingsrecht en het adviesrecht uit, voor zover het aangelegenheden betreft die de academie aangaan (WHW artikel 10.25).
Afstudeerrichting
Een deel van de bacheloropleiding dat zich richt op een specifiek onderdeel van het beroep of de beroepsuitoefening. Niet van toepassing bij major/minorstructuur.
Associate degree
Een tweejarige opleiding met een afgebakend programma van ten minste 120 studiepunten (EC) dat wordt afgesloten met de wettelijke graad Associate degree. (WHW artikel 7.8a)
Avans Medezeggenschapsraad (AMR)
De medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 10.35 WHW. Deze raad bestaat uit medewerkers en studenten en is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die Avans Hogeschool betreffen.
Bachelor
Een vierjarige opleiding met een afgebakend programma van ten minste 240 studiepunten (EC). De aanduiding Bachelor is een graad die aangeeft dat iemand een complete beroepsgerichte opleiding heeft afgerond aan een hogeschool of een basisopleiding heeft voltooid aan een universiteit.
Cohort
Een cohort bestaat uit de studenten die per 1 oktober voor de eerste keer zijn ingeschreven in de propedeutische fase van een opleiding.
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs
Een landelijk College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, gevestigd in 's-Gravenhage, zoals bedoeld in artikel 7.64 WHW.
College van Beroep voor de Examens (COBEX)
Een aan de hogeschool verbonden beroepscollege voor studenten, aspirant-studenten, voormalige studenten en extraneï, zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW.
College van Bestuur (CvB)
Bestuur van de Stichting Avans dat tevens het instellingsbestuur is van Avans Hogeschool.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 33 van 42
CROHO
Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs is een systematisch geordende verzameling van gegevens met betrekking tot de opleidingen die door de instellingen voor hoger onderwijs verzorgd worden.
Cum laude
Met lof (latijn).
Deeltijd
Deeltijdonderwijs is hoger onderwijs 1. dat gedurende minder dan 7 maanden gegeven wordt; 2. van 7 maanden of langer dat minder dan 16 klokuren of 19 lesuren per week wordt gegeven; 3. dat gegeven wordt aan studenten voor wie het volgen van onderwijs niet de voornaamste bezigheid is.
EVC
Erkenning van Verworven Competenties. EVC maakt je werkervaring meetbaar. Kennis en vaardigheden (competenties) die je hebt ontwikkeld tijdens je werk. Een examencommissie kan op grond van elders verworven competenties vrijstellingen toekennen.
Eindwerkstuk
Met eindwerkstuk wordt ook bedoeld: een afstudeerwerkstuk, een portfolio, een beroepsproduct, een (reeks van) tentamen(s) ter afsluiting van een competentie, artikel, een artistieke prestatie, of iets dergelijks.
Examen
Het geheel van tentamens van de propedeutische fase of van de postpropedeutische fase.
Examencommissie
De examencommissie wordt ingesteld door het College van Bestuur. De examencommissies is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de Onderwijsen examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad.
Examinator
Een door de examencommissie aangewezen persoon die belast is met de het maken, afnemen en beoordelen van tentamens.
Examenprogramma
Een opleiding is een samenhangend geheel van
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 34 van 42
onderwijseenheden. Het examenprogramma bestaat uit een geheel van de tentamens van de onderwijseenheden van een opleiding. Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen. Een tentamen kan uit één of meer toetsen bestaan. Omdat de examencommissie beslissingen kan nemen op het niveau van ‘toetsen’ zijn toetsen het uitgangspunt bij het schrijven van de OER. Extraneus
Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is ingeschreven aan Avans Hogeschool. Deze inschrijving als extraneus (examenstudent) geeft uitsluitend recht op het afleggen van tentamens en examens.
Fraude
Fraude is een vorm van bedrog; de zaken worden anders voorgesteld dan ze zijn, door mondeling, op papier of digitaal een onjuiste weergave te geven van de werkelijkheid.
Graad
De graad Associate degree wordt verleend als de student is geslaagd voor een Associate degree programma. De graad Bachelor wordt verleend als de student is geslaagd voor een bacheloropleiding met een omvang van 240 studiepunten. De graad Master wordt verleend als de student is geslaagd voor een Master opleiding.
Hoger beroepsonderwijs
Onderwijs dat gericht is op de overdracht van theoretische kennis en op de ontwikkeling van vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk.
Hoger onderwijs
Wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs.
Kandidaat
De student of extraneus die deelneemt aan een tentamen of examen.
KOM
Kies Op Maat. Dit is een aanbod van minoren van een aantal samenwerkende hogescholen.
Matching
Het proces dat expliciet aandacht geeft aan de bewustwording van de student in het eerste jaar. Onderzocht wordt of er een “fit” is tussen de student en de gekozen opleiding. Het proces kent drie fasen; • match-0 (intake), • match-mid (halverwege leerjaar 1) • match-1 (aan het einde van leerjaar 1). In een
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 35 van 42
persoonlijk advies wordt aan de student geadviseerd of er een match is tussen student en opleiding. De fasen zijn gekoppeld aan het VSA en BSA. Major
Een samenhangend geheel van onderwijseenheden van de bacheloropleiding dat opleidt tot een geëxpliciteerd beroepsprofiel, met een omvang van minimaal 180 en maximaal 210 studiepunten. Binnen een major kunnen keuzemogelijkheden worden aangeboden. Verschillende majors van een opleiding kunnen gezamenlijke onderwijseenheden bevatten.
Minor
Een samenhangend geheel van één of meer onderwijseenheden van de bacheloropleiding met een totale omvang van 30 studiepunten. Een minor kan betrekking hebben op verbreding of verdieping van competenties die in de major aan de orde zijn of op nieuwe competenties waaronder doorstroomkwalificaties voor een masteropleiding.
Nominale (studie-)duur
De duur van de opleiding zonder vrijstellingen en zonder studievertraging.
EP-Nuffic
Het EP-Nuffic is de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs.
Onderwijseenheid (OE)
Een samenhangend geheel van de leerstof dat zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat. Iedere onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen (WHW artikel 7.3).
Opleiding
Een hbo-bacheloropleiding is volgens de WHW een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit dient te beschikken (artikel 7.3. WHW) met een nominale omvang van 240 studiepunten. Een bacheloropleiding van Avans Hogeschool is een hboopleiding in de zin van de WHW, die als zodanig door het College van Bestuur is benoemd en die opleidt tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende titeldomein. Een opleiding binnen Avans Hogeschool kan op meerdere locaties worden aangeboden.
Opleidingscommissie
Het adviesorgaan van de opleiding, bestaande uit vertegenwoordigers van studenten en docenten van de opleiding conform artikel 10.3c. van de WHW, dat advies uitbrengt aan de Academieraad en aan de
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 36 van 42
Academiedirectie over de inhoud en kwaliteit van (de uitvoering van) de OER. Periode
Het schooljaar is opgedeeld in vier onderwijsperioden. Een periode bestaat uit tien weken. Periode 1 start in september. Periode 4 kan uit elf weken bestaan. De periodes staan in het jaarrooster. Het jaarrooster kun je vinden op iAvans.
Plagiaat
Het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding. Hierbij wordt een werk gepubliceerd of vermenigvuldigd zonder vermelding van de oorspronkelijke auteur, waarbij de pleger van het plagiaat het doet voorkomen alsof dit zijn eigen oorspronkelijke werk is.
Postpropedeutische fase
Het gedeelte van de opleiding dat volgt na de propedeutische fase. In de voltijdse bacheloropleiding heeft de postpropedeutische fase een nominale duur van drie studiejaren en een omvang van 180 studiepunten. De nominale duur van de postpropedeutische fase van een deeltijdse of duale opleiding kan langer zijn dan drie jaar. De nominale duur van de postpropedeutische fase van de Associate degree is één jaar en deze fase heeft een studielast van 60 studiepunten. In sommige opleidingen wordt de term hoofdfase gebruikt als synoniem voor postpropedeutische fase.
Practica / praktische oefening
Hieronder wordt verstaan: het maken van scripties en werkstukken, het uitvoeren van onderzoeksopdrachten, het deelnemen aan veldwerk en excursies, het doorlopen van stages, het deelnemen aan andere onderwijsleeractiviteiten die zijn gericht op het bereiken van specifieke handelingsvaardigheden.(WHW artikel 7.13d, toelichting)
Propedeutische fase
Iedere opleiding kent een propedeutische fase. Deze omvat het eerste gedeelte van de opleiding en heeft in de voltijd- en duale opleiding een nominale duur van één studiejaar en een omvang van 60 studiepunten. De nominale duur van de propedeutische fase van een deeltijdopleiding kan langer zijn dan één studiejaar; (WHW artikel 7.8).
Student
Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is ingeschreven aan Avans Hogeschool. Overal waar student staat kan ook studente gelezen worden.
Studiebegeleiding
Systeem van begeleiding van de student gericht op het voorkomen van studieproblemen en het tijdig
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 37 van 42
signaleren van studieproblemen en het ondersteunen bij het oplossen hiervan. Ook is studiebegeleiding gericht op het onderzoeken van de match tussen studenten en opleiding en het ondersteunen bij de gevolgtrekking hiervan. Hiertoe worden in ieder geval individuele gesprekken gevoerd, eventueel aangevuld met groepsles of andere activiteiten. Studiejaar
Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar (WHW artikel 1.1).
Studielast
De studielast voor een studiejaar bedraagt 60 studiepunten voor voltijd- en duale opleidingen. 60 studiepunten zijn identiek aan 1.680 uren studie. De studielast van iedere bacheloropleiding is 240 studiepunten, en van iedere Associate degree 120 studiepunten. Waar in het Kader wordt gesproken over ‘het behalen van x studiepunten’ wordt bedoeld het verkrijgen van een voldoende beoordeling voor een tentamen van een onderwijseenheid met een studielast van x studiepunten.
Studiepunt
De studielast van de opleiding en van elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt is gelijk aan 28 uren studie (WHW artikel 7.4, 7.4b). Het studiepunt voldoet aan de eisen van het European Credit Transfer System (ECTS).
Tentamen
Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat met betrekking tot een onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitslag van dat onderzoek (WHW artikel 7.10). Een tentamen kan uit een of meer toetsen bestaan.
Toets
Een toets is een onderzoek naar kennis en/of vaardigheden en/of attitude. Er is een veelheid aan toetsvormen. Vanouds bekend zijn het werkstuk, de schriftelijke en de mondelinge toets. Voorbeelden van wat recentere toetsvormen zijn de casustoets, het groepsassessment en de portfoliobespreking. Een toets is een onderdeel van een tentamen.
Voltijd
Voltijdonderwijs betekent onderwijs dat ten minste 16 klokuren of 19 lesuren per week en gedurende minstens 7 maanden wordt gegeven aan studenten voor wie het volgen van onderwijs de voornaamste bezigheid is.
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs; dit is de wetgeving voor het beroepsonderwijs. Tot 1996 werd de
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 38 van 42
aanduiding middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gebruikt voor deze categorie opleidingen. Weken
Met ‘weken’ worden ‘onderwijsweken’ bedoeld zoals opgenomen in het Avans-jaarrooster (zie iAvans). De weken die geen onderwijsweken zijn, tellen niet mee voor de periode die in de OER is aangegeven. De weken in de zomervakantie zijn hierop een uitzondering als het gaat om de verzoeken aan de examencommissie. Met de examencommissie heeft het CvB afspraken gemaakt over bereikbaarheid.
WHW
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; Staatsblad 1992, 593 en alle bijbehorende wijzigingen.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 39 van 42
Bijlage 2
WHW-artikelen
De wetsartikelen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) geven de basis voor deze OER. In deze tabel vind je terug welk artikelen uit de WHW van toepassing zijn bij welke artikelen in de OER. Nr.
Hoofdstuk
1
Over de Onderwijs- en examenregeling
2
Competenties van de opleiding en beroepseisen
2.1
art.7.13 lid 2 c
3
Toelating tot de opleiding
3.1
art. 7.24, 7.25 en 7.28
3.2.1
art. 7.25
3.2.2
art. 7.29
3.3
art. 7.28
3.3
Gedragscode internationale student hoger onderwijs
3.4
art. 7.26a
3.5
art. 7.27
4
Studiebegeleiding
5
Toetsen, tentamens en examens
Paragraaf
Artikel in de WHW n.v.t.
art. 7.34 lid 1 e , art. 7.13 lid 2 u 5.1
art. 7.3, 7.8 en 7.10
5.2
art. 7.13 lid 2
5.3
art. 7.3, 7.10 lid 1 en 7.12c
5.3.1
art. 7.13 lid 2 n
5.3.2
art. 7.13 lid 2 l en lid 2 m
5.4
n.v.t.
5.5
n.v.t.
5.6
art. 7.12b
5.7
n.v.t.
5.8
n.v.t.
5.9
art. 7.13 lid 2 o
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 40 van 42
6
5.10
art. 7.13 lid 2 p en lid 2 q
5.11
art. 7.13 lid 2 h en lid 2 j
5.12
n.v.t.
5.13
art. 7.12b lid 1 d en 7.13 lid 2 r
5.14
art. 7.13 lid 2 k
5.15
art. 7.11
5.16
art. 7.11
5.17
n.v.t.
Verzoek aan de examencommissie of in beroep gaan
art. 7.59 lid 4, 7.60, 7.1 en 7.62
De opbouw van de hoofdstukken van alle opleidingsvarianten (voltijd, deeltijd, duaal en de Ad’s) zijn hetzelfde. Als voorbeeld is hoofdstuk zeven opgenomen. 7
9
Opleidingsgeboden hoofdstuk
Het maken en aanpassen van de OER
art 7.13 lid 2 i 7.1
art. 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8 en 7.13
7.2
art. 7.2
7.3
n.v.t.
7.4
art. 7.8b
7.5
art. 7.8b
7.6
n.v.t.
7.7
n.v.t.
7.8
7.13 lid 2 h art. 7.13, 7.14, 10.3c en 10.20
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 41 van 42
Bijlage 3
Competenties
Bijlage 3 is verdeeld in onderstaande bijlagen: Bijlage 3.1
Bouwkunde, Civiele Techniek en Ruimtelijke Ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
Bijlage 3.2A
Bouwkunde, competenties voor cohort 2014 en eerder
Bijlage 3.2B
Bouwmanagement en Vastgoed, competenties voor cohort 2014 en eerder
Bijlage 3.2C
Bouwtechnische Bedrijfskunde, competenties voor cohort 2014 en eerder
Bijlage 3.2D
Civiele Techniek, competenties voor cohort 2014 en eerder
Deze bijlagen zijn apart bijgevoegd.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
datum 10 juli 2015 pagina 42 van 42
Bijlage 4
Examenprogramma
Bijlage 4 is verdeeld in onderstaande bijlagen: Bijlage 4.1
Bouwkunde voor cohort 2015
Bijlage 4.2
Civiele Techniek voor cohort 2015
Bijlage 4.3
Ruimtelijke Ontwikkeling voor cohort 2015
Bijlage 4.4A
Bouwkunde voor cohort 2014 en eerder – propedeuse
Bijlage 4.4B
Bouwkunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-nominaal
Bijlage 4.4C
Bouwkunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-verkort
Bijlage 4.4D
Bouwkunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-nominaal
Bijlage 4.4E
Bouwkunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-verkort
Bijlage 4.5A
Bouwmanagement en Vastgoed voor cohort 2014 en eerder – propedeuse
Bijlage 4.5B
Bouwmanagement en Vastgoed voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse
Bijlage 4.6A
Bouwtechnische Bedrijfskunde voor cohort 2014 en eerder – propedeuse
Bijlage 4.6B
Bouwtechnische Bedrijfskunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-nominaal
Bijlage 4.6C
Bouwtechnische Bedrijfskunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-verkort
Bijlage 4.6D
Bouwtechnische Bedrijfskunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-nominaal
Bijlage 4.6E
Bouwtechnische Bedrijfskunde voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-verkort
Bijlage 4.7A
Civiele Techniek voor cohort 2014 en eerder – propedeuse
Bijlage 4.7B
Civiele Techniek voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-nominaal
Bijlage 4.7C
Civiele Techniek voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse voltijd-verkort
Bijlage 4.7D
Civiele Techniek voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-nominaal
Bijlage 4.7E
Civiele Techniek voor cohort 2014 en eerder – postpropedeuse duaal-verkort
Bijlage 4.8
Voortgangsnormen Deze bijlagen zijn apart bijgevoegd.
bouwkunde, bouwmanagement en vastgoed, bouwtechnische bedrijfskunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 ACADEMIE VOOR BOUW & INFRA
BIJLAGE 3.1: BOUWKUNDE, CIVIELE TECHNIEK, RUIMTELIJKE ONTWIKKELING, COMPETENTIES VOOR COHORT 2015
Datum vaststelling academiedirectie Datum instemming academieraad Datum advies opleidingscommissie
03-07-2015 29-06-2015 12-06-2015
INHOUD 1
COMPETENTIES BUILT ENVIRONMENT....................................................................................3
1.1
Initiëren en sturen .................................................................................................................3
1.2
Ontwerpen .............................................................................................................................4
1.3
Specificeren ............................................................................................................................5
1.4
Realiseren ..............................................................................................................................6
1.5
Beheren ..................................................................................................................................7
1.6
Monitoren, toetsen en evalueren ............................................................................................8
1.9 2 3
Onderzoeken ..........................................................................................................................9
1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.7 1.8
Algemeen ................................................................................................................ 3 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 3 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 3 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 3 Algemeen ................................................................................................................ 4 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 4 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 4 Algemeen ................................................................................................................ 5 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 5 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 5 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 5 Algemeen ................................................................................................................ 6 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 6 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 6 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 6 Algemeen ................................................................................................................ 7 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 7 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 7 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 7 Algemeen ................................................................................................................ 8 Specifiek Bouwkunde ................................................................................................ 8 Specifiek Civiele Techniek .......................................................................................... 8 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling .............................................................................. 8 Communiceren en samenwerken ............................................................................................9 Managen en innoveren ...........................................................................................................9 DUBLIN-DESCRIPTOREN....................................................................................................... 10 HBO-KWALIFICATIES ........................................................................................................... 11
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
2
1
COMPETENTIES BUILT ENVIRONMENT gebaseerd op de landelijk vastgestelde competenties voor de Bachelor of Built Environment opgesteld door de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte
1.1
Initiëren en sturen
1.1.1 Algemeen Je signaleert en inventariseert, vanuit een helicopterview en een brede marktoriëntatie, voor de maatschappij relevante (project)opgaven. Je bent in staat de randvoorwaarden, de eisen en de doelstellingen te formuleren. Je kunt het proces beschrijven, bewaken en bijsturen.
1.1.2 Specifiek Bouwkunde Je kunt maatschappelijk belangrijke projectopgaven signaleren en inventariseren. Je kunt in een projecteisen en randvoorwaarden opstellen en deze toetsen aan de doelstellingen. Met dit Programma van Eisen (PVE) kun je het proces monitoren, bewaken en bijsturen.
1.1.3 Specifiek Civiele Techniek Je kunt maatschappelijk belangrijke infrastructurele (project)opgaven signaleren en inventariseren. Je kunt in een projectdefinitie doelstellingen, randvoorwaarden, eisen en wensen formuleren. Je kunt technische opgaven in een bredere maatschappelijke context en marktoriëntatie plaatsen. Je kunt het proces beschrijven, bewaken en bijsturen.
1.1.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Je kunt maatschappelijk belangrijke ruimtelijke opgaven signaleren en agenderen. Deze vraagstukken kunnen op zowel een concrete als abstract niveau voorkomen en zullen meerdere componenten bevatten, zoals technische, milieu-, sociale en economische vragen. Je kunt de aanleiding van de opgave benoemen en de relevantie van het vraagstuk beschrijven. Je kunt daardoor de ruimtelijke opgave plaatsen in een bredere maatschappelijke context.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
3
1.2
Ontwerpen
1.2.1 Algemeen Het ontwerp kan een plan, model, advies, ruimtelijk of technisch ontwerp zijn. Je maakt het ontwerp op basis van een opgesteld programma van eisen, je onderzoekt verschillende oplossingen en varianten en maakt een afgewogen keuze.
1.2.2 Specifiek Bouwkunde Je ontwikkelt een plan, model of ontwerp binnen de projectdefinities. Dit kan technisch zijn op basis van een projectdefinitie, waarin je een set alternatieven en varianten ontwikkelt en uitwerkt in de vorm van tekeningen en/of berekeningen in de verschillende fases, van Voorlopig Ontwerp tot een Definitief Ontwerp. Dit kan ook procesmatig zijn, waar je een programma ontwikkelt, een doelmatige organisatie inricht of een planning opstelt voor logistiek of onderhoud.
1.2.3 Specifiek Civiele Techniek Vanuit een projectdefinitie kun je een infrastructurele opgave gefaseerd conceptualiseren, afwegen, dimensioneren, visualiseren, detailleren en verifiëren. Je kunt een doelmatige organisatie met aspecten kosten planning, kwaliteit, en informatie, ontwerpen en ontwikkelen.
1.2.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Vanuit een beschrijving van de opgave en mogelijke kaders waarbinnen de opgave moet worden opgelost kun je deze conceptualiseren, visualiseren en verder uitwerken tot een plan, model, advies, ruimtelijk of technisch ontwerp. Je werkt op basis van een programma van eisen en alternatieven naar een afgewogen keuze.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
4
1.3
Specificeren
1.3.1 Algemeen Je maakt een specificatie in verband met het formuleren van ambities, randvoorwaarden en haalbaarheden, zodanig dat dit richting geeft aan het product. Je werkt een ontwerp nader uit, passend bij de gestelde eisen. Deze eisen zijn specifiek voor de beroepsgroep en behelzen de kwaliteitseisen van het op te leveren product.
1.3.2 Specifiek Bouwkunde Voor gedefinieerde bouwopgaven kun je de doelstelling vertalen in vergunnings-, aanbestedings- en contractstukken. Je doet dit vanuit het perspectief van de belanghebbenden. Dit veronderstelt inzicht in de problematiek, visie op ontwerp- en oplossingsrichtingen, kennis van een procesmatige benadering en financiële aspecten van mogelijke oplossingen en technische maakbaarheid en haalbaarheid.
1.3.3 Specifiek Civiele Techniek Voor gedefinieerde infrastructurele opgaven kun je de doelstelling vertalen en uitwerken in vergunnings-, aanbestedings- en contractstukken. Je doet dit vanuit het perspectief van de belanghebbenden. Dit veronderstelt inzicht in de problematiek, kennis van een procesmatige benadering en financiële aspecten van mogelijke oplossingen, en een visie op oplossingsrichtingen en haalbaarheid.
1.3.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Visie ontwikkelen op ruimtelijke vraagstukken. Op basis van gedefinieerde ruimtelijke vraagstukken kun je de doelstelling vertalen en uitwerken. Je doet dit vanuit het perspectief van de belanghebbenden. Dit veronderstelt inzicht in de problematiek, kennis van een procesmatige benadering en financiële aspecten van mogelijke oplossingen en van instrumenten, en een integrale visie op oplossingsrichtingen en haalbaarheid.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
5
1.4
Realiseren
1.4.1 Algemeen Je brengt een ontwerp tot uitvoering door voorbereiden, handhaven, bewaken en bijsturen van de realisatie.
1.4.2 Specifiek Bouwkunde Je kunt op basis van ontwerp en specificatie van een bouwopgave de uitvoering voorbereiden, uitwerken, handhaven, bewaken en bijsturen. Je bent in staat belangen van betrokken partijen goed af te stemmen en te leiden.
1.4.3 Specifiek Civiele Techniek Je kunt op basis van ontwerp en specificatie van een infrastructurele opgave de uitvoering voorbereiden, handhaven, bewaken en bijsturen. Je bent in staat belangen van betrokken partijen goed af te stemmen en te leiden.
1.4.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Je kunt op basis van diverse plannen het implementatieproces vormgeven en aansturen. Dit betekent dat je (strategische) plannen en ontwerpen kunt vertalen naar uitwerkingsplannen en -processen. Je bent in staat belangen van betrokken partijen goed af te stemmen en een project van de initiatieftot de realisatiefase te leiden. Je hebt bij dit alles aandacht voor duurzaam beheer.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
6
1.5
Beheren
1.5.1 Algemeen Je maakt een beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de gerealiseerde kwaliteit.
1.5.2 Specifiek Bouwkunde Je maakt een beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de kwaliteit.
1.5.3 Specifiek Civiele Techniek Je maakt een infrastructureel beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de gerealiseerde kwaliteit.
1.5.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Maken van een beheer- en onderhoudsplan voor het behouden van de kwaliteit.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
7
1.6
Monitoren, toetsen en evalueren
1.6.1 Algemeen Je bent in staat de opgeleverde resultaten objectief te bewaken en te beoordelen. Aansluitend hierop kun je aanpassingen en verbetervoorstellen maken en deze inbrengen.
1.6.2 Specifiek Bouwkunde Je bent in staat de gekozen oplossingen en bereikte resultaten zo objectief mogelijk te evalueren, waar mogelijk onderbouwd met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Je kunt de effectiviteit en efficiëntie van de gekozen oplossingen aangeven. Aansluitend hierop kun je aanpassingen en verbetervoorstellen maken en deze inbrengen.
1.6.3 Specifiek Civiele Techniek Monitoren, toetsen en bewaken van projectresultaten aan b.v. beoogde functionele doelen, duurzaamheid, veiligheid en ethisch handelen. Je bent in staat de gekozen oplossingen en bereikte resultaten zo objectief mogelijk te evalueren, waar mogelijk onderbouwd met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Je kunt de effectiviteit en efficiëntie van de gekozen oplossingen aangeven. Aansluitend hierop kun je aanpassingen en verbetervoorstellen maken en deze inbrengen.
1.6.4 Specifiek Ruimtelijke Ontwikkeling Je bent in staat de gekozen oplossingen en bereikte resultaten zo objectief mogelijk te evalueren. Je bent in staat de resultaten op verschillende abstractieniveaus en vanuit het perspectief van verschillende betrokken actoren uit te werken. Je bent in staat dit waar mogelijk met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te onderbouwen. Je kunt de effectiviteit en efficiëntie van de gekozen oplossingen aangeven. Op deze wijze ben je in staat aan te geven in hoeverre het ruimtelijk vraagstuk is opgelost, en in welke mate de ontstane ambities en verwachtingen zijn ingelost. Je kunt waar mogelijk of nodig vervolgacties definiëren.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
8
1.7
Onderzoeken Je bent in staat een vraagstuk te analyseren en de vraag te identificeren. Je kunt praktijkgericht onderzoek opzetten en uitvoeren.
1.8
Communiceren en samenwerken Je brengt beroepsgerichte informatie over naar het beroepenveld, collega’s en de vast te stellen doelgroepen (klanten, opdrachtgevers, betrokkenen). Je bent in staat zowel intern als extern te communiceren op een, voor de doelgroep, passende wijze. Communiceren bevat het gehele spectrum waarop informatie ontvangen, gegeven en gedeeld wordt. Je bent gericht op samenwerken en constructief afstemmen met betrokkenen en de doelgroepen.
1.9
Managen en innoveren Je geeft richting en sturing aan processen om de doelen te realiseren. Je bent zelfsturend en reflectief op het eigen functioneren. Je bent proactief, neemt initiatief en kan buiten kaders denken en werken.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
9
2
DUBLIN-DESCRIPTOREN
Criterium
Omschrijving / beoordelingskader
Kennis en inzicht
de student toont in de behaalde resultaten aan zich de beoogde kennis en inzichten in het project/de cursus eigen te hebben gemaakt; de student laat zien dat er door studie (literatuur, studieboeken, andere bronnen) elementen aan zijn/haar bestaande kennis zijn toegevoegd; de student is in staat om kritische vragen over het onderwerp te beantwoorden; de student laat in zijn/haar werk zien de kennis en inzichten te kunnen gebruiken bij de oplossing van het gegeven beroepsprobleem; datzelfde indien gegeven nieuwe beroepsproblemen; het toepassen van deze kennis en inzichten bestaat grotendeels uit het gebruik van binnen de beroepspraktijk gehanteerde werkmodellen of binnen de module nieuw ontwikkelde werkmodellen; de student laat zien zelf relevante gegevens voor het oplossen van het beroepsprobleem op te kunnen zoeken en te gebruiken; de student kan zich met deze gegevens een oordeel vormen over de oplossing van het beroepsprobleem; de student kan deze oplossing plaatsen in het maatschappelijk speelveld van het beroep
• • • •
opgedaan van … gestudeerd aan … vragen beantwoorden kunnen praten over …
Toepassen kennis en inzicht • • •
toepassen van … werkmodellen gebruiken werkmodel(len) ontwikkelen
Oordeelsvorming • • •
benodigde gegevens opzoeken en gebruiken oordeel vormen op basis van gegevens plaatsen in maatschappelijk kader
Communicatie •
voldoet aan beroepsstandaard
Leervaardigheden •
zelfstandig kennis verwerven
AB&I OER 2015-2016
de student laat zien onderling (collega-opdrachtnemers) en met andere participanten te hebben overlegd en de uitgewisselde gegevens te hebben verwerkt (opdrachtgever, adviseurs, et cetera); de schriftelijke presentatie van de student voldoet aan de eisen van leesbaarheid, taal, helderheid, opbouw van de verslaglegging en kracht van overdracht van de argumenten en oplossingen. de mondelinge presentatie van de student voldoet aan de eisen van helderheid, taal, opbouw van het verhaal en kracht van overdracht van argumenten en oplossingen; het verslag en de presentatie is afgestemd op de lezer en de toehoorder; de student kan duidelijk maken wat zijn individuele bijdrage als beroepsbeoefenaar is in het oplossen van het beroepsprobleem; de student kan duidelijk maken wat zijn individuele bijdrage als teamgenoot binnen de groep is geweest bij het oplossen van het beroepsprobleem; de student kan duidelijk maken welke individuele leeracties voor beide bijdragen zijn gedaan;
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
10
3
HBO-KWALIFICATIES 1. Brede professionaliteit De student is aantoonbaar toegerust met actuele kennis die aansluit bij recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, en die aansluit bij de in het beroepsprofiel geschetste (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld. Dit is gericht op het zelfstandig kunnen uitvoeren van de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar, het functioneren binnen een arbeidsorganisatie en op de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep. 2. Multidisciplinaire integratie De integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden (van verschillende vakinhoudelijke disciplines), vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen. 3. (Wetenschappelijke) toepassing De toepassing van beschikbare relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden. 4. Transfer en brede inzetbaarheid De toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties. 5. Creativiteit en complexiteit in handelen Vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn. 6. Probleemgericht werken Het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten, het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit hiervan. 7. Methodisch en reflectief handelen Het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het (beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. 8. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Het communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. 9. Basiskwalificatie voor managementfuncties Het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en managementtaken. 10. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Begrip en betrokkenheid zijn ontwikkeld met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van kennis en de (toekomstige) beroepspraktijk.
AB&I OER 2015-2016
bijlage 3.1: bouwkunde, civiele techniek, ruimtelijke ontwikkeling, competenties voor cohort 2015
11
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 ACADEMIE VOOR BOUW & INFRA
BIJLAGE 4.1: BOUWKUNDE VOOR COHORT 2015
Datum vaststelling academiedirectie Datum instemming academieraad Datum advies opleidingscommissie
03-07-2015 29-06-2015 12-06-2015
INHOUD 1
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 2
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
BOUWKUNDE VOLTIJD VOOR COHORT 2015 ...........................................................................3 Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde
voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd voltijd
voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor
cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort
2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015,
blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken
1A 1A 1A 1C 1C 1C 2A 2C 3A 3C 4A 4C
en en en en en en en en en en en en
1B voor N&T en N&G ........................................4 1B voor E&M ...................................................5 1B voor MBO ...................................................6 1D voor N&T en N&G ........................................7 1D voor E&M ...................................................8 1D voor MBO ...................................................9 2B ............................................................... 10 2D ............................................................... 10 3B ............................................................... 10 3D ............................................................... 11 4B ............................................................... 11 4D ............................................................... 11
BOUWKUNDE DUAAL VOOR COHORT 2015 ............................................................................ 12
Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde Bouwkunde
AB&I OER 2015-2016
duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal duaal
voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor
cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort cohort
2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015, 2015,
blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken blokken
1A 1A 1A 1C 1C 1C 2A 2C 3A 3C 4A 4C
en en en en en en en en en en en en
1B, voor N&T en N&G ...................................... 13 1B, voor E&M ................................................. 13 1B voor MBO .................................................. 14 1D voor N&T en N&G ....................................... 15 1D voor E&M .................................................. 15 1D voor MBO .................................................. 16 2B ................................................................ 17 2D ................................................................ 17 3B ................................................................ 17 3D ................................................................ 18 4B ................................................................ 18 4D ................................................................ 18
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
2
1
BOUWKUNDE VOLTIJD VOOR COHORT 2015
De blokken worden volgens onderstaand schema aangeboden en getoetst:
periode 1 van 2015-2016
blok 1A
periode 2 van 2015-2016
blok 1B
periode 3 van 2015-2016
blok 1C
periode 4 van 2015-2016
blok 1D
periode 1 van 2016-2017
blok 2A
periode 2 van 2016-2017
blok 2B
periode 3 van 2016-2017
blok 2C
periode 4 van 2016-2017
blok 2D
periode 1 van 2017-2018
blok 3A
periode 2 van 2017-2018
blok 3B
periode 3 van 2017-2018
blok 3C
periode 4 van 2017-2018
blok 3D
periode 1 van 2018-2019
blok 4A
periode 2 van 2018-2019
blok 4B
periode 3 van 2018-2019
blok 4C
periode 4 van 2018-2019
blok 4D
Na de hierboven aangegeven perioden worden de blokken nog uitsluitend getoetst. De meeste onderwijseenheden zullen echter weer worden aangeboden in het programma van latere cohorten. Voor de overige onderwijseenheden wordt verwezen naar de desbetreffende conversietabellen. Een nadere uitwerking wordt gegeven in de paragrafen 1.1 t/m 1.12
AB&I OER 2015-2016
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
3
1.1
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1A en 1B voor N&T en N&G code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-PRBO1A BI-LGOW BI-ZOBE BI-UVAL BI-WIBO-N1
BI-TOP1A BI-PRBO1BGR BI-PRBO1BIN BI-BORG
Wijk van de toekomst – voorbereiding Wijk van de toekomst – voorbereiding
BI-STER1B
sp blok 1A
sp blok 1B
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
5
5,5
NC
4
5,5
NC
3
5,5
NC
2
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3 3
Locatiegericht ontwerpen
100%
Zicht op bouweisen
100%
Uitvoeringsanalyse
100%
Toepassingsatelier BO-N1 Wiskundevaardigheden BO-N1
100% 0%
TOPweek 1A
100%
Wijk van de toekomst – groepsopdracht Wijk van de toekomst – groepsopdracht
100%
Wijk van de toekomst – individuele opdracht Wijk van de toekomst – individuele opdracht
100%
Zicht op bouweisen
3
Uitvoeringsanalyse
3
Wiskunde in de bouw N1
2
TOPweek 1A
1 5 4
Bouworganisatie
3
English in the built environment N1 English in the built environment N1
100% 2 100%
STERweek 1B
1 STERweek 1B PAD 1B
OE: onderwijseenheid sp: studiepunten NC: niet compenseerbaar (pro): project : practicum : cursus : workshop
AB&I OER 2015-2016
sp OE
100%
Locatiegericht ontwerpen
Bouworganisatie BI-EBE-N1
weging toets
100% 0%
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
4
1.2
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1A en 1B voor E&M code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-PRBO1A BI-LGOW BI-ZOBE BI-UVAL BI-WIBO-ME1
BI-TOP1A BI-PRBO1BGR BI-PRBO1BIN BI-BORG
Wijk van de toekomst – voorbereiding Wijk van de toekomst – voorbereiding
BI-EBE-E1 BI-STER1B
AB&I OER 2015-2016
sp blok 1B
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
5
5,5
NC
4
5,5
NC
3
5,5
NC
1 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3
Locatiegericht ontwerpen
100%
Zicht op bouweisen
100%
Uitvoeringsanalyse
100%
Toepassingsatelier BO-ME1 Wiskundevaardigheden BO-ME1
100% 0%
TOPweek 1A
100%
Wijk van de toekomst – groepsopdracht Wijk van de toekomst – groepsopdracht
100%
Wijk van de toekomst – individuele opdracht Wijk van de toekomst – individuele opdracht
100%
Zicht op bouweisen
3
Uitvoeringsanalyse
3
Wiskunde in de bouw ME1
2
TOPweek 1A
1 5 4
Bouworganisatie
3 100%
Wiskunde in de bouw ME2
1 Toepassingsatelier BO-ME2 Wiskundevaardigheden BO-ME2
100% 0%
English in the built environment E1 English in the built environment E1
100%
1
STERweek 1B
sp: studiepunten
sp blok 1A
3
1 STERweek 1B PAD 1B
OE: onderwijseenheid
sp OE
100%
Locatiegericht ontwerpen
Bouworganisatie BI-WIBO-ME2
weging toets
NC: niet compenseerbaar
100% 0%
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
5
1.3
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1A en 1B voor MBO code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-PRBO1A BI-LGOW BI-ZOBE BI-UVAL BI-WIBO-ME1
BI-TOP1A BI-PRBO1BGR BI-PRBO1BIN BI-BORG
Wijk van de toekomst – voorbereiding Wijk van de toekomst – voorbereiding
BI-EBE-M1 BI-STER1B
AB&I OER 2015-2016
sp blok 1B
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
5
5,5
NC
4
5,5
NC
3
5,5
NC
1 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3
Locatiegericht ontwerpen
100%
Zicht op bouweisen
100%
Uitvoeringsanalyse
100%
Toepassingsatelier BO-ME1 Wiskundevaardigheden BO-ME1
100% 0%
TOPweek 1A
100%
Wijk van de toekomst – groepsopdracht Wijk van de toekomst – groepsopdracht
100%
Wijk van de toekomst – individuele opdracht Wijk van de toekomst – individuele opdracht
100%
Zicht op bouweisen
3
Uitvoeringsanalyse
3
Wiskunde in de bouw ME1
2
TOPweek 1A
1 5 4
Bouworganisatie
3 100%
Wiskunde in de bouw ME2
1 Toepassingsatelier BO-ME2 Wiskundevaardigheden BO-ME2
100% 0%
English in the built environment M1 English in the built environment M1
100%
1
STERweek 1B
sp: studiepunten
sp blok 1A
3
1 STERweek 1B PAD 1B
OE: onderwijseenheid
sp OE
100%
Locatiegericht ontwerpen
Bouworganisatie BI-WIBO-ME2
weging toets
NC: niet compenseerbaar
100% 0%
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
6
1.4
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor N&T en N&G code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-STBO1C
Individuele stage – voorbereiding
BI-VLGP BI-BWVB BI-WIBO-N2
BI-TOP1C BI-STBO1D BI-STER1D
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
100%
Bewust ontwerpen
sp blok 1C
sp blok 1D
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
14
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3 Bewust ontwerpen
100%
Vastleggen van gebouwprestaties
100%
Bouwvoorbereiding
100%
Toepassingsatelier BO-N2 Wiskundevaardigheden BO-N2
100% 0%
TOPweek 1C
100%
Individuele stage
100%
STERweek 1D PAD 1D
100% 0%
Vastleggen van gebouwprestaties
3
Bouwvoorbereiding
3
Wiskunde in de bouw N2
2
TOPweek 1C
1
Individuele stage
14
STERweek 1D
sp: studiepunten
sp OE 3
Individuele stage – voorbereiding BI-BEON
weging toets
1
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
7
1.5
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor E&M code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-STBO1C
Individuele stage – voorbereiding
BI-VLGP BI-BWVB BI-WIBO-E3
BI-EBE-E2 BI-TOP1C BI-STBO1D BI-STER1D
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
100%
Bewust ontwerpen
sp blok 1C
sp blok 1D
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
1 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
1
VLD
NC
14
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3 Bewust ontwerpen
100%
Vastleggen van gebouwprestaties
100%
Bouwvoorbereiding
100%
Toepassingsatelier BO-E3 Wiskundevaardigheden BO-E3
100% 0%
English in the built Environment E2 English in the built environment E2
100%
Vastleggen van gebouwprestaties
3
Bouwvoorbereiding
3
Wiskunde in de bouw E3
1
1
TOPweek 1C
1 TOPweek 1C
100%
Individuele stage
100%
STERweek 1D PAD 1D
100% 0%
Individuele stage
14
STERweek 1D
sp: studiepunten
sp OE 3
Individuele stage – voorbereiding BI-BEON
weging toets
1
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
8
1.6
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor MBO code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-PRBO1C BI-BEON BI-VLGP BI-BWVB BI-WIBO-M3
BI-TOP1C BI-PRBO1DGR BI-PRBO1DIN BI-OADB
Zelfvoorzienend wonen – voorbereiding Zelfvoorzienend wonen – voorbereiding
BI-STER1D
AB&I OER 2015-2016
sp blok 1D
min. eis toets
NC/C
3
VLD
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
5
5,5
NC
4
5,5
NC
3
5,5
NC
2
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
3
Bewust ontwerpen
100%
Vastleggen van gebouwprestaties
100%
Bouwvoorbereiding
100%
Toepassingsatelier BO-M3 Wiskundevaardigheden BO-M3
100% 0%
TOPweek 1C
100%
Zelfvoorzienend wonen – groepsopdracht Zelfvoorzienend wonen – groepsopdracht
100%
Zelfvoorzienend wonen – individuele opdracht Zelfvoorzienend wonen – individuele opdracht
100%
Vastleggen van gebouwprestaties
3
Bouwvoorbereiding
3
Wiskunde in de bouw M3
2
TOPweek 1C
1 5 4
Ode aan de bouwvakkers
3
English in the built environment M2 English in the built environment M2
100% 2 100%
STERweek 1D
sp: studiepunten
sp blok 1C
3
1 STERweek 1D PAD 1D
OE: onderwijseenheid
sp OE
100%
Bewust ontwerpen
Ode aan de bouwvakker BI-EBE-M2
weging toets
NC: niet compenseerbaar
100% 0%
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
9
1.7
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 2A en 2B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
sp OE
sp blok 2A
sp blok 2B
30
15
15
sp OE
sp blok 2C
sp blok 2D
30
15
15
sp OE
sp blok 3A
sp blok 3B
30
15
15
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
1.8
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 2C en 2D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
1.9
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 3A en 3B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
10
1.10
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 3C en 3D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
sp OE
sp blok 3C
sp blok 3D
30
15
15
sp OE
sp blok 4A
sp blok 4B
30
15
15
sp OE
sp blok 4C
sp blok 4D
30
15
15
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
1.11
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 4A en 4B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
1.12
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde voltijd voor cohort 2015, blokken 4C en 4D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
11
2
BOUWKUNDE DUAAL VOOR COHORT 2015
De blokken worden volgens onderstaand schema aangeboden en getoetst:
periode 1 van 2015-2016
blok 1A
periode 2 van 2015-2016
blok 1B
periode 3 van 2015-2016
blok 1C
periode 4 van 2015-2016
blok 1D
periode 1 van 2016-2017
blok 2A
periode 2 van 2016-2017
blok 2B
periode 3 van 2016-2017
blok 2C
periode 4 van 2016-2017
blok 2D
periode 1 van 2017-2018
blok 3A
periode 2 van 2017-2018
blok 3B
periode 3 van 2017-2018
blok 3C
periode 4 van 2017-2018
blok 3D
periode 1 van 2018-2019
blok 4A
periode 2 van 2018-2019
blok 4B
periode 3 van 2018-2019
blok 4C
periode 4 van 2018-2019
blok 4D
Na de hierboven aangegeven perioden worden de blokken nog uitsluitend getoetst. De meeste onderwijseenheden zullen echter weer worden aangeboden in het programma van latere cohorten. Voor de overige onderwijseenheden wordt verwezen naar de desbetreffende conversietabellen. Een nadere uitwerking wordt gegeven in de paragrafen 2.1 t/m 2.12
AB&I OER 2015-2016
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
12
2.1
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1A en 1B, voor N&T en N&G Dit programma is gelijk aan het voltijdse programma
2.2
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1A en 1B, voor E&M Dit programma is gelijk aan het voltijdse programma
AB&I OER 2015-2016
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
13
2.3
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1A en 1B voor MBO code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-ZOBE
Zicht op bouweisen
BI-TOP1A BI-EXT1A
BI-CVWL1 BI-BORG BI-WIBO-ME2
BI-EBE-M1 BI-STER1B
BI-EXT1B
BI-CVWL2
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
100%
Wiskunde in de bouw ME1
sp blok 1A
sp blok 1B
min. eis toets
NC/C
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
8 0
VLD VLD
NC NC
1
VLD
NC
3
5,5
NC
1 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
8 0
VLD VLD
NC NC
1
VLD
NC
2 Toepassingsatelier BO-ME1 Wiskundevaardigheden BO-ME1
100% 0%
TOPweek 1A
100%
Werkend leren 1A Onderzoeksvaardigheden 1A
100% 0%
Communicatie voor werkend leren 1 Communicatie voor werkend leren 1
100%
TOPweek 1A
1
Werkend leren 1A
8
1
Bouworganisatie
3 Bouworganisatie
100%
Toepassingsatelier BO-ME2 Wiskundevaardigheden BO-ME2
100% 0%
English in the built environment M1 English in the built environment M1
100%
Wiskunde in de bouw ME2
1
1
STERweek 1B
1 STERweek 1B PAD 1B
100% 0%
Werkend leren 1B Onderzoeksvaardigheden 1B
100% 0%
Communicatie voor werkend leren 2 Communicatie voor werkend leren 2
100%
Werkend leren 1B
sp: studiepunten
sp OE 3
Zicht op bouweisen BI-WIBO-ME1
weging toets
8
NC: niet compenseerbaar
1
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
14
2.4
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor N&T en N&G Dit programma is gelijk aan het voltijdse programma
2.5
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor E&M Dit programma is gelijk aan het voltijdse programma
AB&I OER 2015-2016
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
15
2.6
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 1C en 1D voor MBO code
←onderwijseenheid (OE) toets→
BI-BEON
Bewust ontwerpen
BI-TOP1C BI-EXT1C
BI-CVWL3 BI-EBE-M2 BI-OADB BI-STER1D
BI-EXT1D
BI-CVWL4
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
100%
Wiskunde in de bouw M3
sp blok 1C
sp blok 1D
min. eis toets
NC/C
3
5,5
NC
2 -
5,5 VLD
NC NC
1
VLD
NC
8 0
VLD VLD
NC NC
1
VLD
NC
2
VLD
NC
3
5,5
NC
1 -
VLD VLD
NC NC
8 0
VLD VLD
NC NC
1
VLD
NC
2 Toepassingsatelier BO-M3 Wiskundevaardigheden BO-M3
100% 0%
TOPweek 1C
100%
Werkend leren 1C Onderzoeksvaardigheden 1C
100% 0%
Communicatie voor werkend leren 3 Communicatie voor werkend leren 3
100%
TOPweek 1C
1
Werkend leren 1C
8
English in the built environment M2 English in the built environment M2
1 2 100%
Ode aan de bouwvakkers
3 Ode aan de bouwvakkers
100%
STERweek 1D PAD 1D
100% 0%
Werkend leren 1D Onderzoeksvaardigheden 1D
100% 0%
Communicatie voor werkend leren 4 Communicatie voor werkend leren 4
100%
STERweek 1D
1
Werkend leren 1D
sp: studiepunten
sp OE 3
Bewust ontwerpen BI-WIBO-M3
weging toets
8
NC: niet compenseerbaar
1
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
30
15
15
16
2.7
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 2A en 2B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
sp OE
sp blok 2A
sp blok 2B
30
15
15
sp OE
sp blok 2C
sp blok 2D
30
15
15
sp OE
sp blok 3A
sp blok 3B
30
15
15
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
2.8
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 2C en 2D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
2.9
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 3A en 3B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
17
2.10
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 3C en 3D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
sp OE
sp blok 3C
sp blok 3D
30
15
15
sp OE
sp blok 4A
sp blok 4B
30
15
15
sp OE
sp blok 4C
sp blok 4D
30
15
15
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
min. eis toets
NC/C
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
2.11
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 4A en 4B code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
2.12
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
Bouwkunde duaal voor cohort 2015, blokken 4C en 4D code
←onderwijseenheid (OE) toets→
weging toets
Het programma voor deze blokken is nog in ontwikkeling
OE: onderwijseenheid
AB&I OER 2015-2016
sp: studiepunten
NC: niet compenseerbaar
TOTAAL C: compenseerbaar
bijlage 4.1: bouwkunde voor cohort 2015
18
BOUWKUNDE BOUWMANAGEMENT EN VASTGOED BOUWTECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE CIVIELE TECHNIEK RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Onderwijs- en examenregeling 2015 – 2016 Academie voor Bouw en Infra
BIJLAGE 4.8 VOORTGANGSNORMEN
Datum vaststelling academiedirectie Datum instemming academieraad Datum advies opleidingscommissie
03-07-2015 29-06-2015 12-06-2015
INHOUD 1
INLEIDING ................................................................ 3
2
STUDENTEN VOLTIJD COHORT 2015 ......................... 4
3
STUDENTEN DUAAL COHORT 2015 ............................ 5
4
HAVO/VWO VOLTIJD COHORT 2014 EN EERDER ....... 6
5
HAVO/VWO DUAAL COHORT 2014 EN EERDER .......... 7
6
MBO VOLTIJD COHORT 2014 EN EERDER................... 8
7
MBO DUAAL COHORT 2014 EN EERDER ..................... 9
8
BINDENDE AFWIJZING PROPEDEUSE ........................ 10
AB&I OER 2014-2015
bijlage 14: voortgangsnormen
2
1
INLEIDING De academie kent 6 verschillende programmagroepen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Studenten voltijd cohort 2015 Studenten duaal cohort 2015 Havisten/VWO'ers voltijd cohort 2014 en eerder, Havisten/VWO'ers duaal cohort 2014 en eerder, MBO'ers voltijd cohort 2014 en eerder, MBO'ers duaal cohort 2014 en eerder,
MBO’ers van generatie 2011 en ouder, met een driejarig programma, worden in deze regeling gezien als Havisten/VWO’ers Voor elke programmagroep wordt beschreven, welke voorwaarden worden gehanteerd bij de overgang tussen twee opeenvolgende studiefasen. Zie hiervoor de hoofdstukken 2 t/m 7. Naast deze algemene voortgangsnormen bestaan er voortgangsnormen die worden gehanteerd aan het einde van het eerste en tweede verblijfsjaar. Zie hiervoor hoofdstuk 8: bindende afwijzing propedeuse.
AB&I OER 2014-2015
bijlage 14: voortgangsnormen
3
2
STUDENTEN VOLTIJD COHORT 2015 nominaal programma studenten voltijd cohort 2015
1A
1B
1C
1D
2A
propedeuse
2B
2C
bachelor generiek grens 1A
2D
3A
3B
bachelor stage grens 1B
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
3C
3D
bachelor specialisatie grens 1C
4A
4B
bachelor minor
grens 1D
4C
4D
bachelor afstudeerproj
grens 1E
verdediging
voortgangsnormen grens 1A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
grens 1B
advies: • de blokken 2A t/m 2D zijn geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 1E (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd. .
grens 1C
advies: • de stage is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
grens 1D
advies: • de blokken 3C en 3D zijn geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
grens 1E
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de bachelorfase). Daarvoor gelden bijzondere regels.
AB&I OER 2014-2015
bijlage 14: voortgangsnormen
4
3
STUDENTEN DUAAL COHORT 2015 nominaal programma studenten duaal cohort 2015
1A
1B
1C
1D
2A
propedeuse
2B
2C
2D
3A
bachelor generiek grens 1A
3B
3C
3D
bachelor specialisatie grens 1B
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
4A
4B
bachelor minor
grens 1C
4C
4D
bachelor afstudeerproj
grens 1D
verdediging
voortgangsnormen grens 1A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
grens 1B
advies: • de blokken 2A t/m 3B zijn geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 1D (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd. .
grens 1C
advies: • de blokken 3C en 3D zijn geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
grens 1D
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het behaalde aantal studiepunten.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de bachelorfase). Daarvoor gelden bijzondere regels.
AB&I OER 2014-2015
bijlage 14: voortgangsnormen
5
4
HAVO/VWO VOLTIJD COHORT 2014 EN EERDER nominaal programma voltijd voor havisten en vwo'ers
P1
P2
P3
propedeuse
P4
B1
B2
B3
1e stage grens 1A
B4
B5
kernfase grens 1B
B6
B7
B8
2e stage grens 1C
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 1E (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd. .
AB&I OER 2014-2015
B10
minor grens 1D
B11
B12
afstudeerproj grens 1E
verdediging
voortgangsnormen grens 1A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
grens 1B
advies: • de 1e stage is geheel doorlopen.
grens 1C
advies: • de kernfase is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de kernfase is behaald.
grens 1D
advies: • de 2e stage is geheel doorlopen.
grens 1E
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de minor is behaald.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de hoofdfase). Daarvoor gelden bijzondere regels. Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
B9
bijlage 14: voortgangsnormen
6
5
HAVO/VWO DUAAL COHORT 2014 EN EERDER nominaal programma duaal voor havisten en vwo'ers
P1
P2
P3
propedeuse
P4
B1
B2
B3
1e stage grens 2A
B4
B5
B6
B7
B8
kernfase grens 2C
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 2D (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd.
B11
B12
afstudeerproj grens 2D
verdediging
voortgangsnormen grens 2A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
grens 2B
advies: • de 1e stage is geheel doorlopen.
grens 2C
advies: • de kernfase is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de kernfase is behaald.
grens 2D
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de minor is behaald.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de hoofdfase). Daarvoor gelden bijzondere regels. Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
B10
minor
grens 2B
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
AB&I OER 2014-2015
B9
bijlage 14: voortgangsnormen
7
6
MBO VOLTIJD COHORT 2014 EN EERDER nominaal programma voltijd voor mbo'ers
P1
P2
P3
P4
B5
propedeuse
B6
B3
B4
B9
kernfase grens 3A
B10
minor grens 3B
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
B7
B8
2e stage grens 3C
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 3D (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd.
AB&I OER 2014-2015
B12
afstudeerproj grens 3D
verdediging
voortgangsnormen grens 3A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
grens 3B
advies: • de kernfase is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de kernfase is behaald.
grens 3C
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de minor is behaald.
grens 3D
advies: • de 2e stage is geheel doorlopen.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de hoofdfase). Daarvoor gelden bijzondere regels. Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
B11
bijlage 14: voortgangsnormen
8
7
MBO DUAAL COHORT 2014 EN EERDER nominaal programma duaal voor mbo'ers
P1
P2
P3
P4
B5
propedeuse
B6
B3
B4
B9
kernfase 1 grens 4A
B10
minor grens 4B
Het programma wordt bij voorkeur volgens het nominale model doorlopen (zie het schema hierboven).
B7
B8
kernfase 2 grens 4C
Afwijking van het nominale verloop is alleen toegestaan na overleg met de studieloopbaanbegeleider. (Een verslag van dit overleg wordt opgenomen in Osiris.) De positie van grens 4D (laatste grens) mag daarbij echter niet worden veranderd.
AB&I OER 2014-2015
B12
afstudeerproj
grens 4D
verdediging
voortgangsnormen grens 4A
voorwaarde: • er zijn tenminste 52 sp behaald in de propedeuse; • is er sprake van een reparatiestudielast in de propedeuse, dan moet uiterlijk op maandag in lesweek 4 van het eerste blok van het tweede studiejaar een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studieplan zijn opgenomen in het Osiris-dossier; zie ook §8: de propedeuse moet na twee jaar zijn behaald.
grens 4B
advies: • de eerste deel van de kernfase is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in dit deel van de kernfase is behaald.
grens 4C
advies: • de minor is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in de minor is behaald.
grens 4D
advies: • de tweede deel van de kernfase is geheel doorlopen; • er gelden geen voorwaarden voor het aantal studiepunten dat in dit deel van de kernfase is behaald.
verdediging
voorwaarde: • het afstudeerproject mag pas worden verdedigd als alle overige studiepunten uit het programma zijn behaald; • het afstudeerproject moet zijn afgerond na ten hoogste één jaar, gerekend vanaf het moment waarop het afstudeerproject daadwerkelijk is begonnen.
Daarbij worden geen voorwaarden gesteld met betrekking tot het aantal behaalde studiepunten. Een uitzondering hierop vormt de overgang van de propedeuse naar het vervolg van de opleiding (de hoofdfase). Daarvoor gelden bijzondere regels. Er gelden ook bijzondere regels voor het afronden van het afstudeerproject.
B11
bijlage 14: voortgangsnormen
9
8
BINDENDE AFWIJZING PROPEDEUSE De grondslag voor de bindende afwijzing (in de volksmond ook wel aangeduid met het bindend negatief studieadvies) aan het einde van het eerste en het tweede verblijfsjaar is in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) beschreven. Er zal geen bindende afwijzing worden gegeven, als aan onderstaande voorwaarden is voldaan: na 1e verblijfsjaar ≥ 52 sp behaald
na 2e verblijfsjaar propedeuse behaald
Voor studenten die voor een deel van het propedeutisch programma een vrijstelling hebben verkregen, geldt dat er geen bindende afwijzing zal worden verstrekt als aan onderstaande voorwaarden is voldaan: na 1e verblijfsjaar van de te behalen studiepunten in de propedeuse is tenminste 86⅔ % behaald
AB&I OER 2014-2015
na 2e verblijfsjaar propedeuse behaald
bijlage 14: voortgangsnormen
10