Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Adviesrapportage “Videocolleges op de UvT”
Partners in dit project: FEB, FGW, FRW, FSW, LIS, CM en BU
1 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Inhoudsopgave I. UvT PiLOT VIDEOCOLLEGES .......................................................................................... 3 1. Inleiding ........................................................................................................................ 3 2. Doelstelling en verantwoording .................................................................................... 3 2.1 Beschrijving toepassingen van videocolleges in de pilot ............................................... 3 2.2 Voorlichting en promotie .................................................................................................. 4 3. Evaluatie van onderwijskundige aspecten van de pilot ................................................ 4 3.1 Studenten ........................................................................................................................ 5 3.2 Docenten ......................................................................................................................... 5 3.3 Evaluatie vanuit organisatie en techniek ......................................................................... 6 4. Conclusies PILOT .............................................................................................................. 7 II. Aanbevelingen en advies toekomstige toepassingen videocolleges UvT ......................... 9 1. Recentelijke landelijke ervaringen en ontwikkelingen ....................................................... 9 2. Huidige plannen en ideeën binnen de faculteiten ............................................................. 9 3. Aanbevelingen ................................................................................................................. 10
2 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
I. UvT PiLOT VIDEOCOLLEGES 1. Inleiding In de periode september 2008 tot 1 maart 2009 heeft LIS (Library and IT Services) in samenwerking met de faculteiten (m.u.v. FKTU) en C&M (Communicatie) de UvT Pilot Videocolleges uitgevoerd. Dit rapport geeft de belangrijkste resultaten uit deze pilot weer waarbij een nadruk ligt op de onderwijskundige aspecten van de pilot. Tevens geeft dit rapport een overzicht van facultaire wensen op het gebied van videocolleges voor het academisch jaar 2009-2010. Het rapport sluit af met aanbevelingen om de dienstverlening op het gebied van videocolleges in het komend academisch jaar te kunnen realiseren.
2. Doelstelling en verantwoording De UvT Pilot Videocolleges heeft, zoals beschreven in het projectplan de volgende hoofddoelstelling: het uitbrengen van een door de faculteiten gedragen (onderwijskundig) advies en van aanbevelingen over toekomstige inzet van videocolleges binnen de UvT. Gedurende de projectperiode is door alle projectpartners veel inzet getoond om deze doelstelling te realiseren. De samenwerking tussen betrokken faculteiten en C&M enerzijds met LIS-IAS (IT and AV Services) en AS (Academic Support) anderzijds bleek bijzonder vruchtbaar. Alle in het projectplan beschreven doelgroepen en onderwijskundige scenario‟s zijn aan bod gekomen; bij de meeste colleges was er sprake van meerdere scenario‟s (zie bijlage 1). Een nog niet beschreven maar wel uitgevoerd scenario was het vastleggen van studentenpresentaties bij FGW (Interculturele Communicatie, 4 uur). Gedurende deze periode zijn 20 vakken opgenomen wat ongeveer 220 uur opgenomen materiaal heeft opgeleverd. 3500 studenten zijn door deze pilot in de gelegenheid geweest kennis te maken met videocolleges. De inzet van het opgenomen videomateriaal is onder studenten, onderzoekers en ondersteuners geëvalueerd.
2.1 Beschrijving toepassingen van videocolleges in de pilot In de pilot zijn met name twee basistoepassingen van videocolleges toegepast. Beide toepassingen zien we ook in landelijke ontwikkelingen terug. A. Het integraal opnemen van een (hoor)college en dit direct erna beschikbaar stellen. De opname wordt daarbij niet bewerkt maar zoals opgenomen geplaatst. Studenten kunnen daarmee dus (achteraf) een college integraal (terug)kijken. Het integraal opnemen van een (hoor)college was de meest voorkomende aanvraag, ten behoeve van verschillende doelgroepen. In totaal is 164 uur college integraal opgenomen.
3 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
B. Specifieke onderwijskundige toepassingen op basis van videocollege-opnames. Dit kunnen bijvoorbeeld (mini)colleges of verkorte modules zijn waarin basisbegrippen of ingewikkelde leerstof nader worden uitgelegd of onderwijsmateriaal dat wordt geïntegreerd in opdrachten en werkvormen. Deze (mini)colleges of verkorte modules worden gemaakt door hergebruik uit eerder opgenomen colleges of het maken van specifieke opnames in de studio. Voor de tweede toepassing is (creatief) ontwerp van onderwijs benodigd. Een voorbeeld daarvan uit de pilot is van docent Bob van den Brand. Hij werkte voor de cursus Accountancy een concept van webtutorials uit, waarin videocolleges in kleine „blokjes‟ van drie tot zeven minuten worden gekoppeld aan „webtasks‟, een initiatief dat beloond is met Onderwijs Innovatieprijs van FEB. Verder hebben enkele docenten gedurende de pilot in de studio verkorte colleges opgenomen, in een poging de slagingspercentages van struikelvakken als statistiek (FGW) en accountancy positief te beïnvloeden. Tot slot heeft FSW op deze manier een instructie voor het schrijven van een bachelorthesis aan studenten aangeboden. Binnen de pilot is 38 uur videocollege als verkorte modules opgenomen.
2.2 Voorlichting en promotie Zowel faculteiten als Communicatie en Marketing (C&M) hebben circa 6 uur videocolleges op laten nemen ten behoeve van voorlichting en promotiedoeleinden. Ondanks de beperkte omvang wordt ook door Communicatie en Marketing een meerwaarde gezien in het inzetten van videocolleges. Lekenpraatjes en digitaal proefstuderen zijn hiervan uitstekende voorbeelden omdat het een mogelijkheid verschaft de buitenwereld kennis te laten nemen van onderwijs- en onderzoek activiteiten en prestaties
3. Evaluatie van onderwijskundige aspecten van de pilot Na afloop van de pilot zijn er drie evaluaties uitgevoerd; een studentenevaluatie een docentenevaluatie en een evaluatie gehouden onder de ondersteuners vanuit LIS-IAS. Alle evaluaties zijn door de projectgroep samengesteld. Het 4E model van Collis heeft daarbij als uitgangspunt gediend. Het 4E model van Collis geeft weer dat de ervaren meerwaarde van een ICT toepassing in het onderwijs en de kans op acceptatie wordt bepaald door 4 factoren: Educational Effectiveness (gewin), Ease of Use (gemak), Engagment (genot) en Environmental variables (omgevingsfactoren) zoals ondersteuning en organisatiecultuur. De studentenevaluatie is electronisch aangemaakt en is twee maanden lang beschikbaar geweest. 854 respondenten hebben de evaluatie ingevuld. De uitkomsten zijn door een data-analist in SPSS tot grafieken verwerkt. Alle 20 betrokken docenten zijn aan de hand van een vragenlijst geïnterviewd door de facultaire contactpersoon of hebben na afloop van het project een evaluatieformulier ingevuld. Tot slot zijn alle betrokken ondersteuners van LIS-IAS tevens aan de hand van een door de projectgroep samengestelde vragenlijst, uitvoerig geïnterviewd. Ook hebben gedurende het traject ten aanzien van techniek en organisatie tussentijdse evaluatiemomenten plaatsgevonden op basis waarvan bijstellingen hebben plaatsgevonden.
4 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
3.1 Studenten Gemiddeld 80% tot 90% van de studenten is het in de evaluatie (zeer) eens met de stellingen zoals dat videocolleges hebben geholpen bij het beter begrijpen van de leerstof en het voorbereiden van het tentamen. 59% geeft aan het (zeer) eens te zijn met de stelling dat ze door videocolleges een beter resultaat voor de cursus hebben gehaald. Studenten hebben verder aangegeven videocolleges voornamelijk te gebruiken als: - Voorbereiding op werkcolleges en tentamens; - Middel om „bij te blijven‟ bij de colleges; - Herhaling van de stof om de stof beter te begrijpen (bijv. lastige onderwerpen); - Verdieping van de stof; - Aanvulling op het boek en eigen aantekeningen; - Middel bij het maken van samenvattingen; - Hulp bij moeilijke opgaven. Studenten hebben naast alle positieve zaken ook verbeterpunten aangegeven zoals; - Het sneller toegankelijk maken van opgenomen colleges; - Uitbreiding van het aanbod naar andere vakken zoals werkcolleges en volledige collegereeksen; - Tips voor docenten (bijvoorbeeld training of instructie van docent; docent komt op video anders over dan bij het real time volgen van colleges); - Betere geluidsfaciliteiten ten behoeve van interactieregistratie tussen docent en student.
3.2 Docenten Alle docenten die hebben deelgenomen aan de pilot zijn (zeer) positief over de onderwijskundige meerwaarde van videocolleges. Een aantal doet ook de uitspraak direct zichtbare verbetering van resultaten te hebben waargenomen. Over de in te zetten onderwijskundige scenario‟s wordt wel verschillend gedacht. Zo geeft een aantal docenten aan meerwaarde te zien in het integraal opnemen van hoorcolleges. Andere docenten merken op dit minder interessant te vinden en de toegevoegde waarde juist te zien in het aanbieden van aparte korte modules. Ten aanzien van de effectiviteit van beide basisvormen voor videocolleges is het opvallend dat daar in de evaluatie maar ook daarbuiten expliciete meningen over bestaan die sterk van elkaar verschillen, zowel onder betrokken docenten als ook tussen betrokken faculteiten. Men twijfelt daarbij vooral over de mogelijke effectiviteit van het integraal opnemen en beschikbaar stellen van colleges. Zowel binnen de pilot als landelijk zijn er “stromingen” die geloven in de effectiviteit van integraal opnemen, dit alles met de nuance dat dit niet voor elk soort college en vak vanzelfsprekend zo is, maar er zijn evenzo “stromingen” die er niets in zien. Harde data is echter voor beide “stromingen” niet aanwezig. De scores in enquête onder studenten laat geen significant onderscheid zien tussen cursussen waarin al dan niet gebruik is gemaakt van integrale opnames.
5 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Alle docenten hebben aangegeven een voortzetting van deze dienstverlening zeer op prijs te stellen. De volgende zaken zijn door meerdere docenten opgemerkt of zijn belangrijk om te vermelden: Voordelen - Voor studenten is het leerzaam om colleges te kunnen terugkijken. - Het niveau van de inhoud van het college kan omhoog omdat studenten het college kunnen nakijken. - Je kunt meer diepgang in het college aanbrengen. - Door te verwijzen naar het videocollege hoef je geen kostbare collegetijd te besteden aan steeds opnieuw hetzelfde uit te leggen aan studenten. - Het is leerzaam om jezelf terug te zien, dat maakt je scherper.
Nadelen - De wijze waarop videocolleges worden opgenomen beperkt het registreren van interactieve colleges. - Sommige videocollegevoorbereidingen, zoals opgenomen instructies, kosten aanvankelijk meer tijd. - Videocolleges konden tijdens de projectperiode niet worden bewerkt wat wel wenselijk is. Overige vermeldenswaardige zaken - Docenten merkten op dat het belangrijk is om vooraf toestemming van de docent of andere sprekers te vragen, zeker als colleges en/of presentaties buiten de cursus worden bekeken. - Enkele docenten hebben als aandachtspunt aangeven extra te letten op taalgebruik en houding tijdens opnames maar ook bv de positie die je inneemt in de zaal. - Het is van belang dat systemen stabiel zijn zodat je kunt vertrouwen op beschikbaarheid. - Docenten hebben aangegeven niet veel te hebben gemerkt van teruglopende studentenaantallen tijdens colleges. Wel heeft men aangegeven dat het goed is om dit te blijven monitoren. - Sommige docenten vragen zich af wie de videocolleges mogen bekijken en hoe ze daar in beschermd kunnen worden. Anderen docenten hebben aangegeven dat het hen niet uitmaakt wie hun videocollege bekijkt. De meningen hierover lopen nogal uiteen. - De technologiecomponent is door deze docenten niet als een belemmering ervaren
3.3 Evaluatie vanuit organisatie en techniek Vanuit LIS hebben IT en AV Servicesdesk (IAS) en Academic Services (AS) de technische en organisatorische werkzaamheden uitgevoerd. Doel binnen de pilot was inzicht te krijgen in de logistieke aspecten van video-opnames, als ook in het beheer en de noodzakelijke technische infrastructuur.
3.3.1 Evaluatie organisatie Doordat er een nauwe afstemming heeft plaatsgevonden tussen de facultaire vertegenwoordigers en coördinatie vanuit LIS-AS enerzijds en tussen LIS- IAS anderzijds
6 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
zijn alle ontstane kwesties in goede overeenstemming opgelost. Er zijn o.a. basisprocedures ontwikkeld rondom roostering, een format ten behoeve van volledig ingevulde aanvragen en er heeft veelvuldige afstemming plaatsgevonden rondom aanvragen en beschikbaarstelling van videocolleges. De pilot heeft ook een helder beeld opgeleverd over logistieke vraagstellingen. - De ingeplande 15 minuten wisseltijd tussen colleges is onvoldoende gebleken om videocollege-apparatuur van A naar B te krijgen. Benodigde tijd hangt af van de afstand tussen twee collegezalen. Tijdens deze pilot is per situatie (15x) gekeken wat nodig was en zijn met betrokken docenten afspraken gemaakt om colleges eerder te laten stoppen of later te laten beginnen of beide. Deze problematiek is tijdrovend gebleken. - Gedurende de pilot is 13 keer een dubbele boeking of capaciteitsprobleem geconstateerd. Er is getracht iedereen van dienst te zijn door colleges (verkort) in een studio op te nemen. Sommige aanvragen zijn door deze problematiek niet gehonoreerd. - Hoe verloopt de prioritering bij een dubbele boeking? Dit is voor nu opgelost door te kiezen voor “ wie het eerst komt wie het eerst maalt” principe. - Een aantal protocollen dient te worden aangescherpt zoals: doorgeven van herplanningen en afgelastingen door faculteiten, gebruik Powerpoint Slides en presentatietips voor docenten. - Cameramensen stonden vaak twee of meer colleges achter elkaar op te nemen en dit blijkt te lang te zijn. Afwisseling in personeel is gewenst waarbij geadviseerd wordt om hiervoor een pool van studentmedewerkers in te zetten. Opgemerkt wordt dat zij wel een goede training dienen te krijgen ten behoeve van kwalitatieve opnames.
3.3.2 Evaluatie techniek en technische infrastructuur In technisch opzicht is het project aan de LIS-IAS kant prima verlopen. Het was bovendien een leerzame periode omdat videocolleges op grotere schaal een nieuwe vorm van dienstverlening betrof die in de pilot nader is uitgewerkt. Aangegeven is dat door het volgen van aanvullende cursussen de mogelijkheden van videocolleges nog beter benut kunnen worden. De video-opnames zijn voor de duur van de pilot met een eenmalige verlenging tot september gehost bij de TU in Delft. De colleges zijn opgenomen via Mediasite, waardoor een koppeling van de opname aan bijbehorende sheets is gerealiseerd. Scrollen door de opname via beeld dan wel slides is mogelijk. De volgende kwesties zijn geconstateerd: - Geluid- en interactiemogelijkheden bleken niet altijd voldoende om een adequate registratie mogelijk te maken. - Sommige collegezalen blijken niet geschikt om videocolleges op te nemen. - Niet alle collegezalen voldoen aan de juiste technische randvoorwaarden
4. Conclusies PILOT Vanuit deze pilot kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Studenten en docenten zijn zeer positief over de inzet van videocolleges in het onderwijs. Het 4E model van Collis, op basis waarvan de evaluatie is uitgevoerd, geeft weer dat de ervaren meerwaarde van een ICT toepassing in het onderwijs en de kans op acceptatie wordt bepaald door 4 factoren: Educational Effectiveness (gewin), Ease of Use (gemak), Engagment (genot) en
7 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Environmental variables (omgevingsfactoren) zoals ondersteuning en organisatiecultuur. Een nadere analyse van de evaluaties op basis van dit model leert ons dat videocolleges vanuit het perspectief van de student en docent op al deze vier factoren hoog scoren. De inzet en inbedding van technologie in het onderwijs is met videocolleges zeer groot. In dat opzicht is het enthousiasme onder alle bij de pilot betrokken docenten en vele van de betrokken studenten en de snelle acceptatie en adoptie van deze technologie opvallend te noemen. Buiten het nut worden videocolleges als leuk ervaren en gemakkelijk om mee te werken. In dit laatste speelt de geleverde ondersteuning vanuit de organisatie ook een grote rol. Rondom het opnemen en organiseren van zaken daar omheen is de docent volledig gefaciliteerd zodanig dat deze logistieke en technische zaken geen zorg van de docent vragen.
Vanuit het geheel aan kwalitatieve data zoals verzameld in deze pilot, zijn er sterke indicaties dat videocolleges een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering dan wel verhoging van het studiesucces van studenten. Videocolleges moeten daarbij niet worden gezien als het ei van Columbus of als een oplossing die in elke cursus kan worden ingezet. Videocolleges lijken echter wel een belangrijke bouwsteen te kunnen vormen in de oplossing van een belangrijk probleem in het huidige onderwijs. Belangrijke opmerking daarbij is dat kwantitatieve data die de benoemde verbetering in studieresultaten bevestigen nog niet beschikbaar is, zowel niet op de UvT als ook niet landelijk.
Het inrichten van een dienst videocolleges waarin we van 220 uur opnames naar 600+ uur opnames gaan heeft een forse impact op de organisatie van LIS-IAS. Niet alleen wordt er een verdubbeling van apparatuur aanbevolen, het behoeft een goede planning, prioritering en overleg met faculteiten; maar ook dienen aankomende krachten te worden opgeleid en begeleid. Tijdens de projectperiode is op dit gebied vanuit de projectgroep flinke ondersteuning geboden om naar voren gekomen kwesties in goede banen te leiden. Dit speelde, in deze bescheiden pilot, bij zeker 15% van de aanvragen! Zowel de projectgroep als LIS-IAS voorzien problemen indien deze ondersteuning enerzijds wegvalt en er anderzijds een substantieel groter beroep op deze services zal worden gedaan.
Op basis van de resultaten van de pilot en voortschrijdend inzicht zijn we tot een verbeterde indeling gekomen van de mogelijke onderwijskundige toepassingen van videocolleges en de onderwijskundige domeinen waarin videocolleges kunnen worden toegepast.1
1
Deze is opgenomen in bijlage 1. Om de directe relatie tussen het projectplan, de evaluatie en dit adviesrapport te behouden is echter besloten in deze eindrapportage enkel gebruik te maken van de “oude” indeling uit het projectplan
8 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
II. Aanbevelingen en advies toekomstige toepassingen videocolleges UvT
1. Recente landelijke ervaringen en ontwikkelingen Ten opzichte van de rapportage van de nationale ontwikkelingen bij universiteiten in de beleidsnotitie „Videocolleges‟ van 16 juni 2008 is er betrekkelijk weinig veranderd. Alle universiteiten in Nederland zijn bezig met videocolleges met de TU Delft nog steeds als nationale voorloper. De meeste universiteiten zijn de fase van pilots gepasseerd en de zitten in een fase van opschaling, veelal specifiek met één of twee faculteiten. Opvallend daarbij is dat velen daarbij lijken te “worstelen” met de vraag welke positie en omvang videocolleges nu moeten hebben binnen de universiteit. Iedereen ziet en erkent de potentie van het medium maar kan het tegelijkertijd nog niet structureel plaatsen in het totaal aan investeringen in het onderwijs en verbetering van het onderwijs. De wens tot samenwerking en kennisdeling tussen de universiteiten en hogescholen is groot. Er is besloten tot de oprichting van een specifieke community voor videocolleges onder het Webstroom platform van SURF. Op 21 april wordt er verder door SURFnet een landelijk expertise seminar georganiseerd, waarvoor ook de UvT, naast internationale sprekers, gevraagd is een presentatie te houden. Verder hebben 5 universiteiten waaronder de UvT en 3 hogescholen een gezamenlijk project onder de naam OASE ingediend bij SURF in kader van het Nationaal Actieplan E-Learning 2008. In dit project zal onder andere aandacht worden besteed aan zaken als zoeken en vinden, metadata, en juridische/ auteursrechtelijke onderwerpen. Hoewel dit project pas in september 2011 wordt afgerond ligt het voor de hand om gedurende de looptijd van het project, dat in september 2009 start, verworven kennis mee te nemen in een opschalingsproject van de UvT. Mocht het NAP-project niet doorgaan, dan kan ook nog gebruikt gemaakt worden van de Community Weblectures om op deze gebieden gezamenlijk met andere instellingen kennis op te bouwen.
2. Huidige plannen en ideeën binnen de faculteiten Tijdens de pilot is gebleken dat de belangstelling voor videocolleges sterk groeit, zelfs zonder dat er veel ruchtbaarheid aan werd gegeven. Om een indicatie te krijgen van toekomstige plannen en wensen is de projectgroepleden gevraagd om binnen hun faculteit te inventariseren welke wensen er leven op het gebied van videocolleges. Faculteiten hebben alle aangegeven dat deze inventarisatie gebaseerd is op het uitgangspunt dat er geen doorbelasting zal plaatsvinden. Uit de evaluaties bleek dat docenten van FGW en FSW andere en aanvullende toepassingsmogelijkheden zien dan die ze nu tijdens de pilot hebben gebruikt. Daartoe is het maken van nieuwe opnames noodzakelijk. De structurele formatie van LIS is onvoldoende om deze aanvragen te honoreren.
9 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Naast bovenstaande aanvragen zijn er ook projecten ingediend voor projecten. De financiering van opname, organisatie en beheer is op genomen in de begroting van deze projecten.
3. Aanbevelingen De pilot heeft laten zien dat de belangstelling voor videocolleges in het onderwijs van de UvT groot is. Zowel studenten als docenten zijn in het algemeen enthousiast over deze vorm van onderwijsvernieuwing. De didactische toepassingen van videocolleges zijn divers. Enkele scenario‟s zijn al in de pilot uitgewerkt, andere vinden we terug bij landelijke partners. Kwantitatieve metingen over het effect van videocolleges op studierendement levert de pilot niet op. Zowel de projectgroep, waarin de faculteiten van de UvT zijn vertegenwoordigd als de stuurgroep, wijzen daarom op het belang van onderzoeksgegevens over de onderwijskundige meerwaarde van videocolleges. Op die wijze kan immers pas een gefundeerd advies gegeven worden over de inzet van videocolleges in het UvT-onderwijs. Daarnaast nemen we ook een groeiende vraag waar naar video-opnames van colleges, als ook de ontwikkeling van videomateriaal met een specifieke didactische toepassing. Deze opschaling heeft een grote impact op de organisatie van videocolleges als ook op de techniek. De aandacht gaat daarbij met name uit naar de coördinatie van gelijktijdige opname, maar ook naar de archivering van het videomateriaal en de metadatering daarvan. Beide onderwerpen zijn niet in de pilot uitgewerkt en kennen ook nog geen landelijke oplossing. Daarnaast speelt het probleem van de hosting. Voor de duur van het project is er een tijdelijke oplossing gevonden met Delft als hostingspartner. Het contract met Delft loopt in september af. Er zal een nieuwe oplossing gevonden moeten worden voor de hosting en het beheer van de videocolleges. De te verwachten groei en de impact die dat heeft op de opslagcapaciteit moet daarin worden meegenomen. Het heeft de expliciete voorkeur voor deze problematiek aan te sluiten bij landelijke initiatieven. Het voordeel is immers dat daarmee in gezamenlijk verband technische en infrastructurele oplossingen kunnen worden gevonden en de UvT kan aansluiten bij een centrale ontsluiting van videomateriaal voor het hoger onderwijs. Landelijke initiatieven zijn echter nog niet ontplooid. Het valt wel te verwachten dat die in de tweede helft van 2009 dan wel de eerste helft van 2010 worden opgezet. De positieve evaluatie van de huidige videocolleges, als ook de pr-activiteiten daarom heen hebben een olievlekwerking op het aantal aanvragen voor video-opname. Deze uitbreiding van het aantal videocolleges en de grotere vraag naar diverse onderwijskundige toepassingen hiervan heeft financiële consequenties die nog niet zijn uitgewerkt. De structurele formatie bij LIS is onvoldoende om deze vraag te kunnen honoreren. Er zal dan ook gezocht moeten worden naar een financieel scenario dat rekening houdt met de verdeling van de centrale ondersteuning tussen de faculteiten, eventuele facultaire bijdragen voor specifieke projecten en de te verwachten fluctuatie in video-aanvragen.
10 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Op basis van bovengenoemde argumenten lijkt op dit moment een reguliere dienstverlening op het gebied van videocolleges in deze fase niet haalbaar voor de UvT. De projectgroep van deze pilot adviseert dan ook het volgende. 1 Uitvoering van een opschalingsproject voor de periode juni 2009- juni 2010, dat een
reguliere dienstverlening voor videocolleges voorbereidt. Dit project levert de volgende resultaten op: o Inzicht in de invloed van videocolleges op het studierendement door middel van een kwantitatief onderzoek. o Een stabiele technische infrastructuur en een door de faculteiten ondersteund organisatorische aanpak o Een model van archivering en metadatering van videocolleges o Een uitgewerkt financieringsmodel zodat voor betrokkenen helder wordt gemaakt welke kosten er gemoeid zijn en door wie de kosten gedragen zullen worden o uitgewerkte juridische/ auteursrechtelijke aspecten rondom videocolleges 2 Het ontwikkelen van een financieringsmodel om de huidige facultaire aanvragen voor het komend jaar 2009-2010 te kunnen realiseren. Het model wordt gebaseerd op de structurele formatie binnen LIS en een facultaire dan wel universitaire bijdragen voor specifieke aanvragen.
11 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Bijlage 1. Beschrijving toepassingen van videocolleges in de pilot De UvT Pilot “Videocolleges” heeft plaatsgevonden tussen 1 september 2008 en 1 maart 2009. Alle faculteiten ( behalve FKTU) zijn hierbij betrokken geweest. Gedurende deze periode zijn 20 vakken opgenomen; in totaal heeft de pilot 220 uur materiaal opgeleverd. 3500 studenten van de ca. 12.000 zijn door deze pilot in de gelegenheid geweest kennis te maken met videocolleges. Alle in het projectplan beschreven doelgroepen en onderwijskundige scenario‟s zijn in de pilot aan bod gekomen; bij de meeste colleges was er sprake van meerdere scenario‟s Integraal opnemen: Het integraal opnemen van een (hoor)college was de meest voorkomende aanvraag, ten behoeve van verschillende doelgroepen. Zoals voor een student met een lichamelijke functiebeperking en deeltijd- en avondstudenten bij FRW. Ook dubbele roostering was vaak aanleiding om een college op te laten nemen, zoals bij FRW en FGW. Daarnaast werden betere verwerking van de leerstof door de herhalingsmogelijkheid én de mogelijkheid om een college in te halen bij afwezigheid door bijna alle vakken genoemd. In totaal is 177 uur college integraal opgenomen. FRW heeft colleges op laten nemen waar gastsprekers een presentatie hielden, zodat die niet iedere keer teruggevraagd hoeven te worden, in totaal 10 uur. Specifieke onderwijskundige toepassingen in de pilot: Binnen de pilot zijn videocolleges als verkorte modules opgenomen in bijvoorbeeld de studio, om vooraf aan het college aan te bieden als uitleg van basisbegrippen en/of concepten, ev. met opdrachten. Dit is gedaan door FGW (Statistiekcolleges, 20 uur), FEB (Accountancy, 8 uur) en FSW (Bac thesis Psychologie en Maatschappij, 10 uur). FGW heeft daarnaast ook aangegeven deze verkorte modules te gebruiken voor de aansluiting voor internationale en Hbo-studenten en als reflectiemiddel voor docenten. FGW en FRW hebben aangegeven videocolleges te willen hergebruiken, o.a. voor opdrachten. Ook hebben beide faculteiten hergebruik ten behoeve van internationale uitwisseling genoemd, maar daarvan zijn geen concrete voorbeelden of cijfers bekend. FEB laat colleges opnemen ten behoeve van externe studenten, zodat ze deze op afstand kunnen volgen (34 uur). FRW wil de opgenomen colleges ook gebruiken als reflectiemiddel voor docenten. Een nog niet beschreven scenario was het vastleggen van studentenpresentaties bij FGW (4 uur). Voorlichting en promotie Communicatie en Marketing hebben proefstudeerdagen van FRW en FEB op laten nemen (3 uur). Ook in verband met de disseminatie van de nieuw te starten bachelor campagne zijn videocolleges opgenomen (2 uur). FRW heeft aangegeven fragmenten van opgenomen colleges als PR-materiaal op het web te willen plaatsen voor belangstellende studenten (ook buitenlandse). Dit betrof 21
12 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
uur aan opgenomen collegemateriaal; helaas kon dit nog niet gerealiseerd worden door technische problemen. FSW heeft 3 lekenpraatjes op laten nemen, eveneens ten behoeve van plaatsing op de website van de betreffende vakken. Doelgroepen en Onderwijskundige scenario’s 1) betere verwerking van de leerstof door herhalingsmogelijkheid 2) inhalen van een college bij afwezigheid, incl. roosterproblemen (xR) 3) toegang tot colleges voor personen met functiebeperking 4) verrijken/ creëren van (deficiëntie)-programma‟s voor internationale studenten en doorstroomprogramma‟s HBO-WO 5) vooraf aan het college aanbieden van uitleg van basisbegrippen en/of concepten ev. met opdrachten, o.a. door hergebruik van fragmenten van eerder opgenomen colleges in de reguliere collegereeks of door speciaal daarvoor gemaakte opnames: 6) revitaliseren en faciliteren van het deeltijd/avondonderwijs 7) mogelijkheid tot uitwisseling van colleges In de internationale samenwerking met universiteiten 8) reflectiemiddel voor docenten 9a) overig, te weten: het structureel op afstand kunnen volgen van (delen van) de cursus 9b) overig, te weten: Interne communicatie naar medewerkers 9c) PR (lekenpraatje) 10) presentaties studenten (later toegevoegd)
13 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3
Adviesrapport “toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT”
Bijlage 2 Aanvraagformulier pilots videocolleges Versie Contactpersoon Faculteit Experimenttitel
Situatieschets Korte omschrijving van wat je wil doen Toepassingsgebied (haal weg die niet van toepassing zijn) Doelstelling(en);
Resultaten Beschrijving uiteindelijke product
14 Bestandsnaam:
Auteurs: Versie:
Adviesrapport “Toekomstige toepassingen Videocolleges op de UvT” LIS-AS 10.3