Drs. J. Mulder en J. de Greeff, MSc
Probleemanalyse en adviesrapportage Drugs op Texel Oplegger voor het preventie- en handhavingsplan drugs
Probleemanalyse en adviesrapportage Drugs op Texel Oplegger voor het preventie- en handhavingsplan drugs
Utrecht, juli 2015
Drs. Joost Mulder Jeroen de Greeff, MSc
1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Probleemanalyse vraag en aanbod Theoretisch kader Kansen voor beleid Literatuur Bijlage 1
pag. 3 pag. 4 pag. 10 pag. 11 pag. 17 pag. 18
2
1. Inleiding Aanleiding In het publieke debat op Texel is het thema drugsgebruik onder jongeren het laatste jaar behoorlijk aanwezig geweest. Onderzoeksgegevens uit 2009 lieten zien dat de Texelse jeugd fors meer gebruikt dan de rest van de regio en verschillende signalen over de lokale problematiek en het dealen van drugs op het eiland hebben de ronde gedaan. Ook de gemeenteraad heeft hierover meermaals gesproken. Op 21 mei 2014 heeft de raad een motie aangenomen om meer te gaan doen aan deze problematiek. Kern van de motie is te komen met een aanpak voor de drugsproblematiek op het eiland. Het Trimbos-instituut heeft de afgelopen maanden op diverse manieren feiten verzameld over de actuele drugsproblematiek op Texel. Met als doel om te komen tot een reëel en effectief drugsbeleid. Dit rapport is tot stand gekomen met medewerking van diverse stakeholders op dit eiland en in de regio Noord-Holland-Noord. Vanwege de toegezegde anonimiteit kunnen wij hen niet per naam noemen, maar wij zijn hen erkentelijk voor hun actieve bijdrage.
Proces Medio 2014 heeft de gemeente Texel ons gevraagd ondersteuning te leveren bij het inzichtelijk maken van de actuele drugsproblematiek onder de jeugd op het eiland. Eind oktober is de aanpak in een startgesprek met diverse gemeentelijke afdelingen besproken. Daarin is vastgesteld dat een probleemanalyse zou worden uitgevoerd onder 10 belangrijke stakeholders op het eiland. Na de probleemanalyse heeft een sessie plaatsgevonden met dezelfde stakeholders en de gemeente waarin de resultaten zijn gepresenteerd, evenals kansen voor beleid. Na deze sessie is deze rapportage uitgewerkt die nog zal moeten worden vertaald in een uitvoeringsplan.
Resultaat Het resultaat van dit project is een integrale probleemanalyse waarbij diverse gegevensbronnen in samenhang zijn geanalyseerd. Daarnaast zijn de meest relevante en potentieel succesvolste kansen voor het drugsbeleid op Texel in beeld gebracht en tevens getoetst aan de betrokken stakeholders. Het plan dat voor u ligt is een adviesrapportage die als oplegger voor het preventie- en handhavingsplan drugs gebruikt kan worden. Het is nog geen uitvoeringsplan aangezien de voorgestelde maatregelen nog in detail moeten worden uitgewerkt. Het Trimbos-instituut zal gedurende dit kalenderjaar ondersteuning leveren bij het verder operationaliseren van deze rapportage naar een uitvoeringsplan.
3
2. Probleemanalyse vraag en aanbod Opzet Dit hoofdstuk geeft de probleemanalyse weer die is uitgevoerd in het kader van deze opdracht. Hoofdvraag in de probleemanalyse is of er sprake is van een problematische situatie rondom handel in en gebruik van drugs op Texel. Om tot een analyse van de lokale situatie rondom drugs te komen, is er een dossieronderzoek uitgevoerd en zijn er interviews gehouden met de relevante stakeholders. Onderzoeksmethode In het dossieronderzoek zijn de beschikbare (onderzoeks)gegevens bestudeerd: de Emovo jeugdmonitor, gezondheidsmonitor volwassenen, intoxicatiecijfers van de ambulancedienst, politie registratiecijfers, rioolwateronderzoek en reeds bestaande beleidsplannen. Op basis van deze (onderzoeks)gegevens en de vraagstelling van de gemeente Texel is een semigestructureerde vragenlijst ontwikkeld ter voorbereiding op de interviews met de relevante stakeholders. De belangrijkste onderwerpen in de vragenlijst zijn: een inschatting van het drugsgebruik, de gebruikersgroep, hotspots, dealen van drugs, drugs gerelateerde overlast en incidenten, potentiële ingangen voor beleid en een aantal stakeholder-specifieke onderwerpen. De volgende tien stakeholders zijn aan de hand van de vragenlijst geïnterviewd: politie, gemeentelijk toezicht, jeugd- en jongerenwerk, horeca De Koog, horeca Den Burg, Openbare Scholen Gemeenschap, TESO bootdienst, Brijder, GGD en CJG. De respondenten hebben anoniem deel kunnen nemen aan het onderzoek om vrij te kunnen spreken over het thema drugs. De onderzoekers hebben de gesprekken ter plekke uitgewerkt en daarna verwerkt in MAXQDA, een software programma ten behoeve van de analyse van kwalitatief onderzoek. Interpretatie van de gegevens In de probleemanalyse wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoekscijfers, onderbouwde bevindingen en geruchten. De onderzoekscijfers die in deze rapportage voorkomen worden als betrouwbaar genoeg bevonden om onderdeel uit te maken van de probleemanalyse. Dit geldt ook voor bevindingen uit de interviews die door meerdere stakeholders gedragen worden en door waarnemingen worden onderbouwd. Geruchten zijn onvoldoende betrouwbaar om onderdeel uit te maken van de probleemanalyse. Deze dienen eerst door (meerdere) stakeholders aan de hand van waarnemingen onderbouwd te worden. Hieronder worden de belangrijkste bevindingen uit de probleemanalyse weergegeven, opgedeeld in vraag naar drugs en aanbod van drugs.
Vraag naar drugs (gebruik) De vraag naar drugs betreft de gebruikerskant van drugs. Om de mate van drugsgebruik in kaart te brengen zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Emovo jeugdmonitor, gezondheidsmonitor volwassenen, intoxicatiecijfers van de ambulancedienst, politie registratiecijfers, rioolwateronderzoek en stakeholders. 4
EMOVO gezondheidsonderzoek Het regionale Emovo onderzoek 20131, uitgevoerd in Noord-Holland-Noord, laat over het algemeen een daling zien in het gebruik van drugs onder tweede- en vierdeklassers van het middelbare onderwijs ten opzichte van de meting in 2009. De cijfers van Texel laten echter een veel sterkere daling zien dan de regionale cijfers. Door deze daling verschillen de gerapporteerde gebruikscijfers op Texel (softdrugs en harddrugs ooit en softdrugs en harddrugs afgelopen maand) in 2013 niet significant van de regionale cijfers. Deze gerapporteerde gebruikscijfers voor zowel soft- als harddrugs zijn vergelijkbaar met de landelijke cijfers die voortkomen uit het Peilstationsonderzoek in 2011 (Verdurmen e.a., 2011). In 2009 scoorde de Texelse jeugd nog significant hoger dan hun leeftijdsgenoten in de regio. Terugkijkend naar de cijfers uit 2009 valt op dat met name de havo/vwo leerlingen uit Texel veel hoger scoorden dan de havo/vwo leerlingen uit de regio (zie Tabel 1). Ook vmbo leerlingen scoren hoger op de drugsvragen vergeleken met de regio, maar in mindere mate dan de havo/vwo leerlingen. Het verschil in gemiddelden lijkt met name verklaard te worden door de havo/vwo groep op Texel, die bovendien sterker vertegenwoordigd waren in het onderzoek van 2009 dan in het onderzoek van 2013 (52,8% van de steekproef in 2009 versus 38,2% in 2013. Zodoende drukte de hoge score van deze groep zwaarder op het gemiddelde. Tabel 1: Zelfrapportages van tweede- en vierdeklassers uit Texel vergeleken met de regio (NHN) in 2009. VMBO Ooit softdrugs gebruikt (%) Verschil in procenten
Texel 29,0
HAVO/VWO NHN 21,3
Texel 28,1
+ 36%
Softdrugs gebruikt afgelopen maand (%) Verschil in procenten
18,1
Ooit harddrugs gebruikt (%) Verschil in procenten
6,6
Harddrugs gebruikt afgelopen maand (%) Verschil in procenten
2,9
+ 98% 9,8
15,6
+ 85%
6,0 + 160%
4,3
7,6
+ 53%
2,1 + 262%
1,8 + 61%
NHN 14,2
3,2
1,0 + 220%
Uit het onderzoek in 2013 komt naar voren dat van de havo/vwo leerlingen uit klas 2 en 4 bijna geen drugs gebruiken (Tabel 2). De groep po/vmbo-bk leerlingen van Texel scoort relatief hoger dan de leeftijdsgenoten op Texel (als ook in de regio) op softdrugsgebruik afgelopen maand, ooit harddrugs en harddrugs afgelopen maand. Dit lijkt een specifieke risicogroep te zijn.
1
NB: Door een relatief lage N (338 respondenten in 2013 en 355 in 2009) zijn de cijfers gevoelig voor fluctuaties. Zo kan een klas leerlingen waar relatief veel drugs gebruikt wordt, een opvallende stijging in het gemiddelde veroorzaken. Door regelmatiger te monitoren kunnen generaties gevolgd worden en is het makkelijker een trend waar te nemen.
5
Tabel 2: Zelfrapportage van tweede- en vierdeklassers uit Texel in 2013. PO/VMBO-bk
VMBO-gt
HAVO/VWO
Ooit softdrugs gebruikt (%)
16,5
16,8
4,8
Softdrugs gebruikt afgelopen maand (%)
12,1
6,2
1,6
Ooit harddrugs gebruikt (%)
9,9
1,8
0,0
Harddrugs gebruikt afgelopen maand (%)
6,6
0,0
0,0
Gezondheidsmonitor volwassenen In de gezondheidsmonitor van de gemeente Texel uit 2012 worden zelfrapportages weergegeven van een steekproef van de groep 19 t/m 65-jarigen op het eiland. In Tabel 3 is zichtbaar dat deze groep op de drie vragen lager scoort dan de regio Noord-Holland-Noord. Of de verschillen significant zijn, valt niet af te leiden uit de rapportage. Er zijn eveneens geen landelijke cijfers voor handen. Tabel 3: Zelfrapportage van Tesselaars tussen de 19 en 65 jaar in 2012. Texel
NHN
Softdrugs gebruikt afgelopen jaar (%)
4,0
4,8
Softdrugs gebruikt afgelopen maand (%)
2,1
2,6
Harddrugs gebruikt afgelopen jaar (%)
1,3
2,7
Intoxicatiecijfers ambulancedienst In de tabel hieronder is het aantal intoxicatieritten met de ambulance als gevolg van drugsgebruik op Texel weergegeven. Er is een lichte stijging waar te nemen onder volwassenen. Het gaat echter om zeer kleine aantallen, waardoor hier geen conclusies aan verbonden kunnen worden. Ter illustratie zijn in de tabel ook het aantal intoxicatieritten voor alcohol toegevoegd, dit betreft relatief grotere aantallen. Tabel 4: Aantal intoxicatieritten met de ambulance, specifiek voor Texel 2012 Intoxicatie als gevolg van: Cannabis XTC GHB Totaal* Alcohol
2013
t/m 17 jaar 0 1 0 1
18+
6
2014 18+
1 0 1 2
t/m 17 jaar 0 0 1 1
18+
5 0 0 5
t/m 17 jaar 0 0 1 1
34
10
42
7
41
1 5 2 8
* Overige (genees)middelen zijn voor deze probleemanalyse buiten beschouwing gelaten
6
Politieregistraties In de tabel hieronder is het aantal door de politie geregistreerde meldingen/incidenten met betrekking tot drugsoverlast weergegeven. Deze meldingen/incidenten gelden niet specifiek voor gebruik, maar ook voor handel in drugs. Het aantal geregistreerde meldingen/incidenten is tussen 2010 en 2013 toegenomen. De politie heeft aangegeven dat in deze periode het bestrijden van drugsoverlast meer prioriteit heeft gehad, waardoor het aantal registraties is toegenomen. Er is volgens hen geen sprake van een objectieve toename in het aantal incidenten met betrekking tot drugsoverlast. Tabel 5: Geregistreerde meldingen/incidenten met betrekking tot drugsoverlast Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 (januari – april)
Aantal 8 19 16 26 17
Rioolwateronderzoek Uit het onderzoek van het rioolwater van de RWZI van Texel is naar voren gekomen dat in de kernen die aangesloten zijn op de bemonsterde RWZI een duidelijk verbruik te zien is van de onderzochte in de Opiumwet genoemde middelen, met uitzondering van methamfetamine (KWR, 2015). Volgens KWR is er in vergelijking met een gemeente van vergelijkbare grote als Texel, sprake van een lager gebruik van amfetamine en MDMA en een hoger gebruik van cannabis en cocaïne. Bij de interpretatie van deze gegevens houden we rekening met de onzekerheden die dit onderzoek met zich meebrengt. Lokale en regionale stakeholders Is er sprake van problematisch gebruik? De informatie en signaleringen van de stakeholders geven geen eenduidig beeld van het drugsgebruik op Texel. Vier stakeholders geven aan dat zij veronderstellen dat het drugsgebruik op Texel niet anders is dan in andere plaatsen (in Noord-Holland-Noord en specifiek Den Helder). De overige zes stakeholders geven aan dat er relatief meer wordt gebruikt dan in andere plaatsen óf geven aan dat het drugsgebruik problematisch hoog is onder jongeren. Deze aanname blijkt veelal gebaseerd te zijn op verhalen die via jongeren, ouders en stakeholders verspreid worden. Het kleinschalige (ons kent ons) karakter van Texel lijkt een rol te spelen in het vergroten van de bekendheid met deze verhalen. Wie gebruiken wat en waar? Uit de interviews met de stakeholders komt naar voren dat er vanaf circa 14 jaar geëxperimenteerd wordt met drugs. De groep regelmatige gebruikers zijn volgens de stakeholders tussen de 15 en 18 jaar. Eén stakeholder specificeert de groep regelmatige gebruikers als zijnde jongeren die voornamelijk vmbo onderwijs volgen, dit wordt door cijfers uit het Emovo onderzoek ondersteund. De stakeholders zijn het eens dat cannabis het meest gebruikt wordt door jongeren. Het
7
rioolwateronderzoek laat een verhoogde waarde voor cannabis zien, wat aansluit bij deze bevinding. Ook op landelijk niveau is cannabis veruit de populairste drug onder jongeren, zo blijkt uit het Peilstationsonderzoek. Vier stakeholders benoemen dat speed populair is onder jongeren, maar kunnen dit niet onderbouwen. Gebruik van cocaïne is door één stakeholder waargenomen bij oudere jongeren, andere stakeholders hebben dit niet waargenomen. Het rioolwateronderzoek laat echter een verhoogde waarde voor cocaïne zien, wat mogelijk aansluit bij deze bevinding. Locaties waar drugs gebruikt wordt of resten van gebruik zijn aangetroffen, zijn: rondom de OSG (specifiek het bushokje en de container), rondom het jongerencentrum, in de horecagebieden en op de boot. Op de boot wordt met name op de ochtend- en middagboot rond de schooltijden gebruikt. Het gaat dan, voor zover bekend, om cannabis. De horeca, de container en het bushokje bij school zijn echter de voornaamste hotspots volgens de stakeholders. Andere locaties waar mogelijk gebruikt wordt, zijn: hokken en keten, de schaatsbaan en in het park. Gevolgen van gebruik De stakeholders geven aan dat er geen sprake is van grote overlast door gebruik (en handel) van drugs. Er is wel sprake van kleinschalige overlast in de vorm van vernielingen, vervuiling (rotzooi, gebruiksresten, graffiti) en geluidsoverlast. Dergelijke overlast is geconstateerd op hangplekken (met name bij de container), rondom scholen en in uitgaansgebieden. Er zijn bijna geen grote incidenten voorgevallen in het kader van drugsgebruik (en handel). Eén groot incident dat in meerdere gesprekken naar voren is gekomen, betreft een jongere die een hartstilstand heeft gehad nadat hij of zij xtc had gebruikt. Een belangrijk aandachtspunt volgens de stakeholders is het gebrek aan kennis onder ouders over de beschikbaarheid van drugs en de gevolgen van gebruik.
Aanbod van drugs (handel) Bij het aanbod van drugs gaat het over de handel in drugs. Om situaties rondom het handelen in drugs in kaart te brengen zijn de volgende bronnen geraadpleegd: politie registratiecijfers en stakeholders. Politieregistraties In onderstaande Tabel 6 is het aantal door de politie geregistreerde meldingen/incidenten en misdrijven met betrekking tot handel en het vervaardigen van softdrugs weergegeven. Voor zowel meldingen/incidenten als misdrijven geldt dat het om kleine aantallen gaat. Er is geen duidelijke trend te herkennen is in het aantal registraties. Tabel 6: Geregistreerde meldingen/incidenten en misdrijven met betrekking tot handel en vervaardigen van softdrugs Jaar 2010 2011 2012 2013 2014 (januari – april)
Aantal meldingen/incidenten
Aantal misdrijven
8 0 1 8 6
2 4 0 3 2
8
Lokale en regionale stakeholders Dealers De stakeholders geven aan dat de drugs door meerdere kleine dealers wordt verhandeld. Geen van hen denkt dat er sprake is van georganiseerde criminaliteit. Bij de politie is een groep van circa 20 dealers bekend, die 18 jaar of ouder zijn. Drie stakeholders geven aan dat er rondom de school gedeald wordt, waarbij specifiek bekend is dat er tegenover de school een dealer actief is. Ook zijn er voorzichtige signalen dat er in horecagebieden tijdens uitgaanstijden gedeald wordt. Dit blijkt uit één registratie van de politie uit 2013 en waarnemingen van één van de geïnterviewde stakeholders. Waar komt de drugs vandaan? Een belangrijk deel van de drugs is afkomstig uit Den Helder en wordt vervolgens verhandeld op Texel. Zo zijn er bijvoorbeeld bij hangplekken en in het horecagebied lege drugszakjes aangetroffen die afkomstig zijn uit de coffeeshop in Den Helder. Voor de drugs die afkomstig is uit Den Helder is het aannemelijk dat het via de boten van TESO het eiland op komt. Twee stakeholders hebben signalen opgevangen dat dealers elkaar op de boot tussen Den Helder en Texel ontmoeten.
Conclusie De onderzoeksgegevens die in de probleemanalyse zijn besproken laten geen buitensporig groot probleem zien op Texel. Volgens onderzoek wijkt het gebruik van drugs niet significant af van andere gebieden in de regio Noord-Holland-Noord en (voor sommige onderdelen) van het landelijke beeld. Wel lijken leerlingen die praktijkonderwijs en vmbo-bk volgen een risicogroep te zijn en zijn er rondom de OSG en in de horecagebieden specifieke hotspots waar drugs gebruikt wordt. Ook is er geen sprake van grote incidenten, grootschalige overlast en buitensporig veel intoxicatiegevallen. Het onderzoek naar het rioolwater van Texel bevestigt dit beeld. Wel laat het een verhoogde waarde voor THC (psychoactieve stof in cannabis) zien, wat aansluit bij de constatering van de stakeholders dat cannabis het meest gebruikt wordt. De gesprekken met de stakeholders geven geen aanleiding om de eerder genoemde onderzoeksgegevens in twijfel te trekken, aangezien de tegengestelde berichten – die uitgaan van een groot drugsprobleem – vooral zijn gebaseerd op geruchten. Wat betreft handel in drugs betreft het hoogstwaarschijnlijk geen grootschalige georganiseerde criminaliteit, maar gaat het om een groep dealers waarvan er circa 20 bij de politie bekend zijn. In het gebied rondom de OSG is geconstateerd dat er gedeald wordt. De drugs is voor een (groot) deel afkomstig uit Den Helder en daarmee is de TESO waarschijnlijk een belangrijk transportmiddel voor het vervoer van drugs naar Texel.
9
3. Theoretisch kader Kernproblemen In de probleemanalyse hebben we een aantal problemen kunnen vaststellen rondom het aanbod en de vraag naar drugs op Texel. Deze laten zich samenvatten tot de volgende kernproblemen: • Vraag naar drugs – Er is sprake van een specifieke risicogroep jonge gebruikers die deelnemen aan po/vmbo-bk onderwijs – Er zijn specifieke hotspots voor gebruik rondom de OSG en in het horecagebied – Bij ouders is er beperkte kennis over (risico’s van) gebruik en het handelingsperspectief in de opvoeding – Kleine overlast rond de OSG en in het horecagebied van de Koog • Aanbod van drugs – Er zijn diverse lokale dealers actief op het eiland – De boot is een belangrijke transportmiddel voor het vervoer van drugs naar het eiland – Rond de OSG wordt frequent gedeald
Aanpak in het kader van preventie en handhaving Een effectieve aanpak van middelengebruik stoelt op een integrale aanpak. Dat wil zeggen het inzetten van meerdere beleidsinstrumenten. Robert Reynolds (2003) heeft hiervoor een model ontworpen dat ook de basis vormt voor veel lokale beleidsplannen rondom alcohol en jongeren. Het model leent zich ook uitstekend voor de aanpak van drugsproblematiek. Door dezelfde werkwijze te hanteren ontstaat er direct ook een verbinding met het gemeentelijke preventie- en handhavingsplan alcohol op Texel. Preventiemodel Reynolds De essentie van deze aanpak is vrij eenvoudig. Een aanpak waarin educatieve, regelgevende en handhavingsmaatregelen in samenhang worden gecombineerd heeft de meeste kans op succes. Met deze beleidspijlers is de gemeente in staat invloed uit te oefenen op zowel de formele als informele beschikbaarheid van drugs. De formele beschikbaarheid gaat over het gemak waarmee men in Regelgeving Handhaving het algemeen aan drugs komt, waar het gebruikt kan worden en in hoeverre formeel toezicht wordt Preventie uitgeoefend op het beleid. Informele beschikbaarheid heeft o.a. te maken met normen in de eigen omgeving, druk van leeftijdsgenoten, de houding en de handelingswijze van ouders. Het preventiemodel van Educatie Reynolds is ontworpen voor alcoholbeleid en het vormt de basis van het model preventie- en handhavingsplan voor alcohol. Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
10
4. Kansen voor beleid De kansen voor beleid zijn in beeld gebracht door de kernproblemen te spiegelen aan de mogelijkheden die gemeenten hebben op het gebied van regelgeving, handhaving en educatie. Daarbij is gebruik gemaakt van de bepalingen in de Opiumwet, de handreiking gezonde gemeenten en actuele ontwikkelingen op het gebied van lokale drugs interventies. Dit hoofdstuk is ingedeeld aan de hand van de drie genoemde beleidspijlers regelgeving, handhaving en educatie.
Regelgeving Blowverbod rond de OSG Rond de OSG in Den Burg wordt drugs gedeald, met name cannabis. Dit is een van de vastgestelde kernproblemen in deze rapportage. Jongeren mogen op school geen drugs in hun bezit hebben en binnen het hek ook niet gebruiken. Maar buiten het hek van de school gelden geen specifieke regels met betrekking tot blowen. Dat zorgt er ook voor dat jongeren die niet op de OSG zitten rond de school rondhangen en naar verluid in groepjes cannabis gebruiken. Gemeenten zijn bevoegd om middels de APV gebieden aan te wijzen waar niet geblowd mag worden. Er ligt een kans om de zone rondom de OSG drugsvrijer te maken. Een blowverbod draagt bij aan het zetten van normen rondom drugs en drugsgebruik. Door over een blowverbod te communiceren (en de handhaving) naar kinderen en ouders wordt direct aan preventie gewerkt. Maar het biedt ook de gemeentelijke handhavers een instrument om op te treden als ze zien dat er gebruikt wordt rondom de OSG. Zo kan er met deze maatregel tegelijkertijd gewerkt worden aan preventie en handhaving. Aandachtspunten: - De omvang van het blowverbod in termen van afstand. De betrokken stakeholders zullen een inschatting moeten maken hoe ver het blowverbod moet reiken om genoeg effect te hebben en tegelijk handhaafbaar te blijven. - Met een blowverbod kan ook de BOA handhaven op cannabis gebruik. Maar dan kan slechts binnen het geldende blowverbod gebied, dus niet in de verdere openbare ruimte en de horeca. Hiervoor is een wijziging van de wet nodig. Meer hierover in het deel handhaving dat hierop volgt. - Tijdens de sessie met de stakeholders werd aangegeven dat een blowverbod ook zinnig zou kunnen zijn rondom bepaalde basisscholen. Tijdens het onderzoek zijn hierover enkele signalen opgevangen, dus het is een optie om de gebieden rondom deze scholen ook aan te wijzen. - Het opnemen van een blowverbod in de APV is enkel toegestaan wanneer dit wordt ingesteld ter bescherming van de openbare orde. Waar de Opiumwet is gericht op preventie en beheersing van volksgezondheidrisico’s, ligt aan de lokale regelgeving een ander motief ten grondslag dan de landelijke regelgeving. Dit bleek doorslaggevend te zijn in de jurisprudentie bij het toestaan van een blowverbod ter bescherming van de openbare orde
11
en het onverbindend verklaren van een blowverbod die niet ter bescherming van de openbare orde was ingesteld.2
Handhaving Met betrekking tot de handhaving zijn er 4 specifieke kansen voor het beleid te signaleren: • Kans 1: Dealers aanpakken (met name rond school) • Kans 2: Afspraak met schoolagent over kluisjescontroles en aanwezigheid op de OSG • Kans 3: Gebruik minderjarigen in de openbare ruimte aanpakken • Kans 4: Steekproefcontroles op de boot Dealers aanpakken (met name rond school) Uit de probleemanalyse is naar voren gekomen dat er een behoorlijk aantal dealers op het eiland actief is. Veelal dealers die zelf nog relatief jong zijn. De stakeholders in dit onderzoek gaven unaniem aan dat het niet gaat om georganiseerde criminaliteit maar ‘kleine’ dealers. De gemeente treedt de laatste jaren actiever op tegen dealers, dat blijkt ook uit de registraties die overhandigd zijn. Het advies is daar mee door te gaan en met name ook met de focus op dealer(s) die rondom de OSG actief zijn. De school is de vindplaats van alle jeugd tussen de 12-16 jaar op Texel en daarmee een echte hotspot. Een specifieke dealer vlak bij de school wordt door meerdere stakeholders genoemd, deze behoeft duidelijk extra aandacht. Afspraak met schoolagent over kluisjescontroles en aanwezigheid op de OSG De OSG is, zoals reeds aangegeven, een belangrijke vindplaats voor jongeren. Dealers weten de school goed te vinden. Niet alleen rondom de school maar ook op de OSG zijn – ondanks het zerotolerance beleid - drugs aanwezig. Wietzakjes en pillen die op school gevonden worden demonstreren deze aanwezigheid. In het kader van het bekrachtigen van de 0-norm en het vergroten van de pakkans van dealers en gebruikers lijkt het zinvol om periodiek een kluisjescontrole te houden samen met de politie. Twee keer per jaar een steekproefsgewijze controle lijkt voorlopig voldoende. Een meer actieve aanwezigheid van de politie op school kan daarbij flankerend zijn. Stakeholders hebben aangegeven dat het fijn is als de schoolagent vaker aanwezig is op school om zo ook het signaal uit te zenden dat er actief gecontroleerd wordt op drugs en aanverwante zaken. Gebruik minderjarigen in de openbare ruimte aanpakken Het bezit van drugs is niet toegestaan in Nederland. Jongeren onder de 18 jaar zijn ook strafbaar wanneer zij drugs gebruiken. Handhavers van de politie die jongeren aantreffen met drugs in hun bezit nemen deze af volgens actuele beleidsregel. BOA’s kunnen dit niet. Ook de DHW-BOA’s die actief zijn in het uitgaansleven niet. Ze hebben niet de bevoegdheid om in het kader van de Opiumwet personen te vragen om een identificatiebewijs. Dat maakt hen vleugellam en afhankelijk van de politie. Om effectiever in te kunnen zetten op het bezit en gebruik van drugs in de openbare ruimte en de horeca is een extra bevoegdheid van de BOA noodzakelijk. De gemeente zou, samen met de regio, bij het Ministerie van VenJ het verzoek neer kunnen leggen of dit (bij experiment) mogelijk is. De BOA’s vullen zodoende de (beperkte) politiecapaciteit op Texel aan en kunnen daarbij bijdragen aan een verhoogde pakkans op het eiland. 2 Bron: http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/dossiers/drugsbeleid/infosheets/ccv-infosheetinstrumentarium-drugsoverlast-def.pdf
12
Steekproefcontroles op de boot Tot slot is geconstateerd dat Texel een bijzondere gemeente is als het gaat om de beschikbaarheid van drugs. Texel heeft geen coffeeshop. Alle softdrugs worden dus door dealers of gebruikers vanuit het vaste land op het eiland gebracht en daar illegaal verkocht, daarnaast wordt er lokaal geproduceerd in kleine kwekerijen. De aanvoer vanuit Den Helder via de boot (TESO) is door veel stakeholders genoemd als belangrijke factor in de beschikbaarheid van drugs. De boot dient daarbij niet alleen als vervoermiddel voor gebruikers maar ook voor dealers. De boot zelf zou ook een handelsplek zijn voor dealers. De eilandsituatie maakt Texel in veel opzichten uniek en biedt hierdoor in het kader van het drugsbeleid ook een kans. De boot is een concrete toegangspoort die veel andere gemeenten niet hebben. Het ligt voor de hand om deze toegangspoort ook mee te nemen in de integrale drugsaanpak. Dat zou kunnen door op de boot periodiek een snuffelactie met een drugshond te organiseren. In de sessie die we met de stakeholders hebben georganiseerd over dit onderzoek werd gematigd enthousiast gereageerd op dit voorstel. Mogelijke bezwaren die werden geuit zijn: de beeldvorming over Texel als drugseiland, de ingewikkelde organisatie van deze snuffelacties en het beperkte resultaat van eerdere acties in andere gemeenten in de regio. Dit zijn legitieme argumenten. Desalniettemin zou het een gemiste kans zijn om deze belangrijke factor in de beschikbaarheid van drugs op Texel helemaal buiten beschouwing te laten in het beleid. Aandachtspunten: - Het uitbreiden van de bevoegdheden van de BOA is een stap die met zorg genomen dient te worden. De aanpak van drugs is een wezenlijk andere taak dan het toezicht op de DHW. De ene verantwoordelijkheid mag ook niet onder de andere lijden. Een experiment lijkt verstandig om ook goed in beeld te krijgen van mogelijke problemen. - Handhavers geven dikwijls aan moeite te hebben met het signaleren van jongeren die onder invloed zijn van drugs. Een cursus gericht op het kennen van de diverse veel gebruikte drugs en herkennen van signalen van drugsgebruik kan daarbij uitkomst bieden. - Uit de probleemanalyse kwam naar voren dat het aantal keten en hokken op het eiland lijkt toe te nemen als gevolg van de verhoging van de leeftijdsgrens voor alcohol. De signalen zijn nog niet hard te maken. Deze signalen zijn daarom niet meegenomen onder het onderdeel handhaving. Wel zou het zinvol zijn deze ontwikkeling beter te monitoren om zicht te krijgen op de omvang en de risico’s van dit fenomeen. - Uit de probleemanalyse kwam ook naar voren dat het niet heel duidelijk is waar burgers met klachten over drugsoverlast heen kunnen. Hetzelfde geldt voor alcohol gerelateerde problemen. Omdat Texel een kleine gemeenschap kent, is het belangrijk dat meldingen anoniem kunnen worden gedaan. Een anoniem digitaal meldpunt voor alcohol en drugs zou uitkomst kunnen bieden. Het voordeel van een dergelijk meldpunt onder regie van de gemeente is dat direct bekeken kan worden welke organisatie de klacht het beste op kan pakken. Niet elke melding hoeft een zaak van de politie te zijn. Soms is de BOA, de Brijder, het jongerenwerk of een andere organisatie een betere optie.
13
Educatie Met betrekking tot educatie zijn er 3 specifieke kansen voor het beleid te signaleren: • • •
Kans 1: Professionals trainen in signaleren en doorverwijzen Kans 2: Kennis over risico’s drugsgebruik bij ouders vergroten, met name bij po/vmbo Kans 3: Communiceren over de nieuwe aanpak en feiten blijven communiceren
Professionals trainen in signaleren en doorverwijzen Diverse stakeholders hebben in het onderzoek dat voorafging aan dit advies aangegeven moeite te hebben met het signaleren van drugsgebruik onder jongeren (uiterlijke kenmerken e.d.). Ook is aangegeven dat er vaak niet of niet adequaat wordt doorverwezen naar deskundigen van de verslavingszorg. Gezien het contact met jongeren en hun ouders dat de verschillende instanties op het eiland als CJG, jongerenwerk, politie, BOA’s en de OSG hebben is het van duidelijke meerwaarde als zij ook in staat zijn drugsproblematiek vroeg te herkennen en daaropvolgend naar het juiste adres kunnen doorverwijzen. Voorstel is daarom om in samenwerking met de Brijder een dergelijke training te organiseren voor de genoemde organisaties en ook samenwerkingsafspraken te maken over het doorverwijzen. Kennis over risico’s drugsgebruik bij ouders vergroten, met name bij po/vmbo-bk Het feit dat drugs schadelijk zijn voor de gezondheid en het extra grote risico daarop voor jonge mensen is lang niet bij iedereen goed bekend. Dat is de overduidelijke conclusie van alle stakeholders die we hebben gesproken op Texel. En dat daar met name bij de ouders van jongeren nog een wereld te winnen valt, wordt ook door iedereen gedeeld. Tijdens de eerder genoemde sessie die is gehouden rondom de onderzoeksresultaten, werd ook aangegeven dat het niet zo makkelijk is ouders voor een voorlichtingsboodschap over drugs actief te benaderen. Schoolavonden over dit onderwerp, maar ook over alcohol, worden doorgaans slechts bezocht. En juist de ouders uit risicogroepen laten vaak verstek gaan. In de probleemanalyse hebben we kunnen concluderen dat in het praktijk/VMBO onderwijs het gebruik het grootst is. Deze groep (en de ouders) is in potentie te bereiken via de OSG. Op dit moment is landelijk een programma in ontwikkeling onder de naam Frisse Start (voor informatie zie bijlage 1) dat als doel heeft jongeren en ouders aan het begin van hun start op het VO te informeren over de risico’s van drugsgebruik. De drugsinformatie zit hierbij verpakt in een breder pakket. Naast het lesmateriaal voor de leerlingen, bevat Frisse Start ook een ouderavond. Deze ouderavond gaat over de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs: wat verandert er dan allemaal in het leven van een kind en van zijn of haar ouders. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de puberteit, de ontwikkelingen die daarbij horen en wat dat betekent voor ouders en opvoeders: wat is hun rol en hoe kunnen zij hun kind door deze periode heen krijgen? De ervaringen zijn dat avonden over de overgang waarin jongeren op die leeftijd verkeren beter worden bezocht door ouders. Dit jaar wordt een pilot uitgevoerd rondom het Frisse Start programma door het Trimbos-instituut. Texel zou hier eventueel aan kunnen deelnemen. Communiceren over de nieuwe aanpak en feiten blijven communiceren Het onderwerp drugs heeft een belangrijke rol gespeeld in het publieke debat van de afgelopen periode. De conclusie is dat de berichtgeving over het drugsgebruik op het eiland de laatste jaren grillig is geweest. Er zijn veel geruchten over het hoge drugsgebruik van jongeren en verhalen dat een 14
groot deel van de OSG gebruikt. De harde feiten laten een genuanceerder beeld zien, maar geven ook aan dat er wel degelijk risicogroepen zijn. Om de publieke opinie meer in verhouding te krijgen met het daadwerkelijke probleem is communicatie en transparantie belangrijk. Oftewel, communiceer over de feiten over drugs, hoe het zit met drugsgebruik op het eiland en wat de aanpak van de gemeenten en partners inhoudt. Het grote publiek kent deze feiten doorgaans niet en daar kan aan gewerkt worden. Drie aspecten zijn belangrijk in de communicatiestrategie: -
-
-
Zorg dat de cijfers goed op orde zijn. In deze rapportage zijn de gegevens via diverse organisaties verkregen. Sommige cijfers stonden netjes al in rapportages, voor andere (ambulance/politiecijfers) moest overzichten nog worden uitgedraaid. Het is belangrijk dat iemand deze coördinatie verder oppakt. Communiceer vooral ook over de handhavingsinspanningen. Handhavingscommunicatie is een essentieel onderdeel van preventiebeleid. Het vergroot niet alleen de objectieve maar ook de subjectieve pakkans. Zorg voor een educatieve agenda. Cannabis wordt het meest gebruikt onder jongeren. Daarnaast zijn XTC, speed en cocaïne drugs
Resumé In Tabel 7 zijn alle kernproblemen en bijbehorende beleidskansen samengevoegd. Tevens is zichtbaar op welke beleidspijlers van het preventie- en handhavingsplan wordt ingezet. Tabel 7: Overzicht van kernproblemen, beleidskansen en de spreiding over de verschillende beleidspijlers Probleem
Regelgeving
Handhaving
Educatie
Risicogroep gebruikers op po/vmbo-bk
· Blowverbod rond de OSG
· Project Frisse Start · Stakeholders trainen in doorverwijzen
Specifieke hotspots voor drugsgebruik rond de OSG en in uitgaansgebied
· Blowverbod rond de OSG en rond hotspots uitgaansgebied
· Handhaving blowverbod · Periodieke kluisjescontrole en aanwezigheid schoolagent · Handhaving blowverbod rond de OSG en rond hotspots uitgaansgebied · Uitbreiden bevoegdheid BOA
Beperkte kennis bij ouders over drugs Kleine overlast rond de OSG en in uitgaansgebied
· Project Frisse Start
· Blowverbod rond de OSG en rond hotspots uitgaansgebied
Aanpak dealers
De boot als toegangskanaal
Dealen rond de school
· Handhaving blowverbod rond de OSG en rond hotspots uitgaansgebied · Voortzetten aanpak dealers door politie · Periodieke snuffelactie op de boot
· Blowverbod rond de OSG
· Handhaving blowverbod
15
16
Literatuur http://www.loketgezondleven.nl/gezonde-gemeente/ Gezondheidsmonitor 2012, GGD Hollands Noorden Jeugdmonitor Emovo 2013/2014, GGD Hollands Noorden Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Verdurmen, K. e.a. (2011). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut
17
Bijlage 1 Brugklasinterventie Frisse Start Als jongeren naar de brugklas gaan krijgen ze te maken met veel veranderingen: ze gaan naar een nieuwe school, krijgen te maken met wisseling van klassen en docenten, een afname van persoonlijke aandacht van docenten en gaan ze meer tijd doorbrengen met leeftijdsgenoten. Ze worden vatbaarder voor de invloed van deze leeftijdsgenoten en hun attitude ten opzichte van tabak, alcohol en drugs verandert. Hebben de meeste jongeren in het begin van de vroege adolescentie meestal nog een overwegend negatieve attitude ten opzichte van roken, alcohol drinken en blowen, in de loop van de brugklas wordt deze attitude vaak positiever. Als gevolg hiervan is de brugklas een geschikt moment om preventieprogramma’s gericht op roken, alcohol drinken en blowen uit te voeren. Uit onderzoek is bekend dat preventie van middelengebruik in de vroege adolescentie effectief kan zijn, als deze onder andere de volgende uitgangspunten heeft: ·
·
het stellen van een sociale norm (duidelijk maken dat in de brugklas de meeste leerlingen niet roken, drinken en blowen en daarnaast benadrukken dat roken, drinken en blowen niet iets is dat erbij hoort, zeker niet als je jonger bent dan 18 jaar, en dat het ook gewoon nog niet mag). het aanleren en versterken van het probleemoplossend vermogen: keuzes maken.
Frisse Start Het lesprogramma Frisse Start is gebaseerd op bovenstaande uitgangspunten en sluit daarnaast aan op de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Het lesprogramma bevat een werkboek voor leerlingen en een docentenhandleiding en bevat vier lessen (van een lesuur). De indeling van de hoofdstukken is als volgt: · · · ·
Les 1: Naar de brugklas Les 2: Smartquiz Les 3: Keuzes maken Les 4: Denkfout
Ouderavond Naast het lesmateriaal voor de leerlingen, bevat Frisse Start ook een ouderavond. Deze ouderavond gaat over de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs: wat verandert er dan allemaal in het leven van een kind en van zijn of haar ouders. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de puberteit, de ontwikkelingen die daarbij horen en wat dat betekent voor ouders en opvoeders. Wat is hun rol en hoe kunnen zij hun kind door deze periode heen krijgen.
18
www.trimbos.nl