ADVIESRAPPORTAGE Belangenbehartiging in Hengelo Nu en in de toekomst
http://www.swdt.nl/0000/0121.jpg
Klankbordgroep mantelzorg De Hengelose Gehandicapten OntspanningsVereniging (H.G.O.V.)
"De Samenloop"
Hengelose Algemene Gehandica pten Organisati
Wmo-cliëntenraad
Azelosestraat 25 7622 NC Borne 074 – 242 65 20
[email protected] www.arcon.nl Leo Verkaik Maaike Moulijn 9 augustus 2011 In opdracht van Gemeente Hengelo 2
Inhoud
1. Inleiding............................................................................................................................. 4 1.1. Aanleiding................................................................................................................... 4 1.2. Vraagstelling............................................................................................................... 4 1.3. Werkwijze ................................................................................................................... 5 2. Huidige situatie Hengelose belangenbehartiging ............................................................... 7 2.1. Stichting Gehandicaptenraad Hengelo (SGH)............................................................. 7 2.2. Stichting Seniorenplatform Hengelo (SSH) ................................................................. 8 2.3. RCO Trimaran, vereniging GGZ-cliënten Twente ....................................................... 9 2.4. Klankbordgroep mantelzorg.......................................................................................10 2.5. Zorgbelang Overijssel................................................................................................11 2.6. Ouderenbonden.........................................................................................................11 2.7. Gehandicaptenorganisaties .......................................................................................13 2.8. Wmo cliëntenraad – huidige situatie ..........................................................................14 2.9. Conclusies.................................................................................................................15 3. Visie op belangenbehartiging in de toekomst ...................................................................17 3.1. Toekomstvisie van belangenbehartigers....................................................................17 3.2. Toekomstvisie van/over de Wmo cliëntenraad...........................................................18 3.3. Conclusies.................................................................................................................19 4. Toekomstscenario’s belangenbehartiging.........................................................................21 4.1. Wettelijke voorwaarden die gesteld zijn aan beleidsadvisering ..................................21 4.2. Vormen van Wmo-cliëntvertegenwoordiging..............................................................21 4.3. Overwegingen ...........................................................................................................23 4.4. Cliëntenraadscenario’s ..............................................................................................24 4.5. Conclusies en aanbevelingen ....................................................................................28 Bijlage: interviewlijst .............................................................................................................31 Bijlage: geraadpleegde documentenlijst ...............................................................................31
3
1. Inleiding 1.1. Aanleiding
De gemeente Hengelo heeft bij de start van de Wmo (in de nota Mee kunnen doen in Hengelo) gekozen voor drie invalshoeken ten aanzien van betrokkenheid van burgers bij beleid en uitvoering, te weten: ≠ een Wmo cliëntenraad (Wmo Cr), ≠ thematische raadpleging rond een specifiek onderwerp, doelgroep of een deel van de Hengelose bevolking, ≠ breed overleg in de vorm van een conferentie. Het functioneren van de Wmo cliëntenraad is in 2009 geëvalueerd. Naast de conclusie dat de Wmo cliëntenraad goed functioneert, wordt geadviseerd om aandacht te besteden aan (1) het organiseren en investeren in de achterban, (2) een discussie over de reikwijdte van de cliëntenraad (over welke prestatievelden geven zij advies) en (3) de rol van de cliëntenraad in relatie tot andere Hengelose adviesorganen en belangenbehartigers. Deze nota is een vervolg op de evaluatie. Hierin wordt de positie en het functioneren van de overige adviesorganen en van belangenbehartigers in kaart gebracht. Tevens worden suggesties gedaan over hoe de gemeente Hengelo in de toekomst zou kunnen omgaan met de Wmo cliëntenraad en de andere adviesorganen en belangenbehartigers. De nota zal input zijn voor de vraag hoe de gemeente wil dat de belangen van mensen met een beperking in de toekomst behartigd gaan worden en welke rol de gemeente hierbij dient te vervullen. Dit mede in het licht van de forse bezuinigingsronde, waarbij het college en de raad hebben aangegeven te willen bezuinigen op de subsidie aan belangenorganisaties en die deels al zijn doorgevoerd. 1.2. Vraagstelling
In de nota wordt een aantal vragen beantwoord. Allereerst wordt in hoofdstuk 2 de huidige situatie beschreven. Dit gebeurt aan de hand van de vraag: Hoe functioneren verschillende Hengelose adviesorganen en belangenorganisaties van mensen met een beperking (te weten de Gehandicaptenraad, het Seniorenplatform, Klankbordgroep mantelzorgers, Trimaran, Zorgbelang, ouderen- en gehandicaptenbonden)? Deze vraag is onderverdeeld in de volgende deelvragen: ≠ Wat doen verschillende Hengelose adviesorganen en belangenorganisaties? (kopje doelstellingen en activiteiten) ≠ Wat is hun achterban en hoe bereiken zij die? (kopje achterban) ≠ Hoe is hun relatie met de gemeente en de Wmo cliëntenraad en wat is de meerwaarde van de organisaties voor de gemeente volgens de betrokken organisaties zelf en volgens de gemeente? (kopje relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad)
4
Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de visie die vertegenwoordigers van de gemeente en van de adviesorganen en belangenorganisaties hebben over de positie en facilitering van deze organisaties en hun relatie tot de Wmo cliëntenraad. Dit gebeurt aan de hand van de vraag: Op welke wijze willen bovengenoemde organisaties betrokken zijn bij de Wmo cliëntenraad en hoe zien zij hun positie in de toekomst? Zorgbelang neemt hierbij een bijzondere plaats in omdat deze organisatie niet deelneemt aan de adviesraad, maar een ondersteunende rol heeft. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 een aantal toekomstscenario’s geschetst met betrekking tot de positie en facilitering van belangenbehartiging van mensen met een beperking en de advisering door Wmo-gebruikers aan de gemeente. De vraag hierbij is: Wat is een realistische organisatievorm voor belangenbehartiging, welke facilitering is gewenst en missen er nog belangrijke doelgroepen in de Wmo cliëntenraad? 1.3. Werkwijze
Om de voornoemde vragen te beantwoorden zijn gemeentelijke beleidsstukken en convenanten bestudeerd. Daarnaast zijn er interviews afgenomen met: Vertegenwoordigers van organisaties, die een lid of leden aan de Wmo cliëntenraad voordragen, te weten: ≠ Stichting Gehandicaptenraad Hengelo ≠ Stichting Seniorenplatform Hengelo ≠ Vereniging GGZ-cliënten Twente Trimaran ≠ Klankbordgroep Mantelzorgers Vertegenwoordigers van belangenbehartigers, die geen lid leveren aan de Wmo cliëntenraad, te weten: ≠ Ouderenorganisaties: KBO, PCOB en ANBO ≠ Gehandicaptenorganisaties: HAGO, HGOV en SWDT ≠ Zorgbelang Overijssel Vertegenwoordigers van de gemeente Hengelo: ≠ de betrokken wethouder ≠ twee beleidsmedewerker zorg ≠ het afdelingshoofd Wmo Tot slot is gesproken met de voorzitter van Wmo cliëntenraad. De bevindingen uit de interviews zijn vervolgens verwerkt in een conceptnota. Deze is met de organisaties besproken tijdens een bijeenkomst op 26 mei. De conceptnota is vervolgens aangepast en er zijn toekomstscenario’s uitgeschreven. De nota is vervolgens besproken met een beleidsmedewerker en de betrokken wethouder.
5
6
2. Huidige situatie Hengelose belangenbehartiging In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie van belangenbehartiging in Hengelo. Wie doet nu eigenlijk wat in Hengelo? De verschillende belangenbehartigers worden afzonderlijk in verschillende paragrafen behandeld. Bij elke organisatie wordt steeds ingegaan op drie onderwerpen, te weten (1) doelstellingen en activiteiten, (2) achterban en (3) relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad. 2.1. Stichting Gehandicaptenraad Hengelo (SGH)
Doelstellingen en activiteiten De SGH behartigt de collectieve belangen van alle mensen met een functiebeperking en/of chronische ziekte in de gemeente Hengelo. Zij richten zich op: ≠ Gehandicaptenbeleid en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, ≠ Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid, ≠ Helpdesk en informatie, ≠ Vervoer, ≠ Voorlichting scholen, ≠ Wonen, zorg en welzijn. De SGH geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan de gemeente. Een aantal voorbeelden van recente en/of komende adviezen zijn een toegankelijk toilet in de binnenstad, verbouwing van het gemeentehuis en daardoor de onbereikbaarheid van het toegankelijke toilet daar, de toekomstplannen rond de Lange Wemen. Vorig jaar zijn er op advies van de gehandicaptenraad in 4 wijkcentra ringleidingen aangelegd en is een mobiele beschikbaar via de SWOH. De adviezen worden geformuleerd op basis van de kennis van 30 ervaringsdeskundigen die maandelijks bijeenkomen. Verdere kennis komt van de individuele vragen aan de helpdesk(jaarlijks ongeveer 40 a 50 vragen). En ook uit de voorlichtingsactiviteiten van de SGH en deelname aan verschillende overleggen. Ook organiseert de SGH schouwingen in de stad en neemt de SGH deel aan de grote toegankelijkheidcommissie die zich bezig houdt met de vraag welke voorzieningen in een gebouw nodig zijn voor mensen met een functiebeperking. Verschillende locaties zijn recent of worden binnenkort geschouwd door de SGH, zoals de parkeerplaatsen bij UWV, de spoorwegonderdoorgang bij de Enschedesestraat, Groot Driene, de ingang Deldenerstraat van het Werkplein, de centrale hal van het Bastion en de entree van het ROC. Met wisselend succes adviseert de SGH ook andere organisaties. Zo is een advies gegeven aan Welbions over een balustrade bij de Emmaflat. Welbions heeft het probleem verholpen. Bij het ziekenhuis is geadviseerd over te hoge balies. Deze zijn vervolgens aangepast, maar na een verbouwing kwamen ze weer op de oorspronkelijke hoogte. Klachten over vervoer en ook over het call-centrum, worden doorgegeven aan de regiotaxi. Er wordt voorlichting gegeven aan groep 8 van de basisscholen. Per jaar worden 300 tot 400 kinderen bereikt op 25 tot 30 scholen. Ook wordt er jaarlijks een week land een verkeersmarkt in het stadhuis georganiseerd. De SGH is een erkend leerbedrijf is voor twee ROC opleidingen.
7
Achterban De achterban van SGH bestaat uit alle in Hengelo aanwezige mensen met een lichamelijk beperking en/of verstandelijk beperking en chronisch zieken al of niet georganiseerd in een belangengroepering. Zij onderhoudt contacten met verschillende achterbangroepen/ belangengroeperingen. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad De SGH is politiek onafhankelijk en is door het college van B&W formeel benoemd tot erkend adviesorgaan van de gemeente Hengelo. Dit is vastgelegd in een (verouderd) convenant uit 2003. Er is een subsidierelatie. De gehandicaptenraad maakt jaarlijks een activiteitenplan met een begroting en een jaarverslag met een financieel verslag. De activiteitensubsidie was in 2010 € 30.220,--. In 2011 is hierop € 11.000,-- in mindering gebracht. Dat is ongeveer het bedrag van de huisvestingskosten. Er is in het gebouw andere, goedkopere huisvesting gevonden. De gehandicaptenraad ontvangt ook subsidies in natura, zo wordt bijvoorbeeld soms een ruimte in het stadhuis ter beschikking gesteld voor feestelijke bijeenkomsten. In 2007 is een lening verstrekt van €12.000. De terugbetaling geschiedt middels inhoudingen op de activiteitensubsidie. De SGH bezet 2 zetels in de Wmo cliëntenraad. De samenwerking met de Wmo cliëntenraad wordt positief beoordeeld. De communicatie is verbeterd en de standpunten worden goed verwoord. Er wordt naar de adviezen van de SGH geluisterd. Wel worden de te beoordelen/ behandelen stukken vaak erg laat aangeleverd. De geïnterviewde vertegenwoordigers van de gemeente vinden de activiteiten van de SGH waardevol. Er is echter ook kritiek. Men vindt de beleidsinbreng tegenvallen. Wanneer de gemeente om advies vraagt, zijn de antwoorden vaak minimaal en er moet lang op gewacht worden. Bovendien is het niet duidelijk of de SGH spreekt vanuit kennis van de achterban of meer vanuit eigen persoonlijke ervaring. Mensen met een verstandelijke beperking zijn bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd in de SGH, hoewel er wel wordt samengewerkt met de landelijke federatie Onderling Sterk. Er is ook sprake van overlap. Op het onderwerp toegankelijkheid bijvoorbeeld, waar de SGH en de kwaliteitscommissie integrale toegankelijkheid dezelfde functie hebben. Het schouwen van de SGH levert veel informatie op, maar vanuit het perspectief van de gemeente worden er te weinig gehouden en zijn ze te kleinschalig. Daarnaast vindt men dat de jaarplannen elk jaar erg op elkaar lijken, maar vaak blijken ze niet overeen te komen met de uiteindelijk uitgevoerde werkzaamheden. Men vindt ook dat de SGH weinig zichtbaar is en zich meer zou moeten profileren op visie en inhoud. De nieuwsbrief en website worden hierbij als voorbeeld genoemd. Deze zouden meer inhoud kunnen krijgen. 2.2. Stichting Seniorenplatform Hengelo (SSH)
Doelstellingen en activiteiten SSH is een onafhankelijk adviesorgaan en behartigt de belangen van alle ouderen binnen de gemeente Hengelo. De SSH is de officiële gesprekspartner van de gemeente voor wat betreft het ouderenbeleid. Zij geeft gevraagd en ongevraagd advies. SSH geeft ca. 10 x per jaar ongevraagde adviezen. Deze zijn volgens de vertegenwoordigers van de gemeente zorgvuldig onderbouwd. Verder valt het binnen de gemeente op dat het seniorenplatform altijd reageert op adviesvragen van de gemeente. De adviezen worden door de gemeente als waardevol gezien. Voorbeelden van recent uitgebrachte adviezen zijn: aanpassingen aan het voorzieningenniveau in het ziekenhuis, parkeren op trottoirs, het invalidentoilet op de markt, wijziging van een bustraject, visie op het jaarverslag en productenboek van de SWO, de afvaltarieven, de regiotaxi en openbaar vervoer voor 65 plussers, het anders inrichten van 8
formulieren en de wijze van informatieverstrekking aan burgers, de kleurstelling van fietspaden en auto’s op de stoep. Daarnaast is de SSH ook de gesprekspartner van zorginstellingen, woningcorporaties, vervoersmaatschappijen en andere organisaties die iets van doen hebben met het ouderenbeleid en/of zorg voor ouderen. Zo adviseert zij Carint, SWOH, Welbions, Trivium, NS en Connexxion. SSH biedt geen activiteiten aan de doelgroep, dat doen de ouderenbonden. Zij organiseren wel achterbanraadpleging, onder andere door enquêtes uit te zetten. Achterban De achterban van SSH bestaat uit alle ouderen binnen de gemeente Hengelo. De achterban wordt voornamelijk via de aangesloten bonden bereikt. Soms worden bijzondere activiteiten georganiseerd. Er zijn bijvoorbeeld in drie wijken enquêtes voorgelegd aan bezoekers en leden van ouderenbonden. Op de Mobielbeurs op de Bataafse Kamp is een enquête gehouden over het zorgloket, verkeer, het ziekenhuis en openbaar vervoer. Ook via de commissies van het seniorenplatform zijn er contacten. En er worden stukjes geschreven voor nieuwsbrieven, periodieken en de website. Uit de vragen die mensen stellen aan de SSH, worden ook punten voor beleidsadvisering gehaald. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad De SSH is politiek onafhankelijk en is door het college van B&W formeel benoemd tot erkend adviesorgaan van de gemeente Hengelo. Dit is vastgelegd in een (verouderd) convenant uit 2005. Er is een subsidierelatie. In 2010 en 2011 is een bedrag van € 7.160,-- toegekend voor structurele activiteiten en huisvesting. De huisvestingskosten in Markant bedroegen in 2010 € 2.670,--. Een eis die de SSH stelt aan de huisvesting is dat ook ouderenbonden kosteloos hiervan gebruik mogen maken. Daarnaast ontving de SSH een aantal jaren tot 2011 een subsidie voor secretariële ondersteuning (in 2010 een bedrag van € 10.000,--). Tot slot wordt een subsidie in natura verstrekt. Het algemeen bestuur vergadert bijvoorbeeld in het stadskantoor en drukwerk wordt gemaakt en verzonden door de gemeente. De SSH is ontevreden over de terugkoppeling van adviezen door de gemeente en de snelheid waarop gereageerd wordt op de adviezen. Ook moest er in het verleden soms erg snel (binnen 10 dagen) gereageerd worden op een adviesverzoek. Met sommige ambtenaren is er goed overleg, maar de SSH vindt dat zij nog niet genoeg op het netvlies staat van alle ambtenaren, die zich bezighouden met beleid voor ouderen. De SSH kan zich goed vinden in de nieuwe werkwijze, waarbij belangenbehartigers al in de brainstormfase worden betrokken bij nieuw beleid. De vertegenwoordigers van de gemeente zijn van mening dat de SSH het activiteitenaanbod, het jaarplan en de verantwoording altijd netjes voor elkaar heeft. SSH bezet 2 zetels in de Wmo cliëntenraad. De vertegenwoordigers van de gemeente hebben de indruk dat het voor de SSH lastig is om de eigen rol te bepalen sinds de oprichting van de Wmo cliëntenraad. SSH is hierdoor immers minder direct betrokken bij de beleidsadvisering. 2.3. RCO Trimaran, vereniging GGZ-cliënten Twente
Doelstellingen en activiteiten RCO Trimaran was tot mei 2011 een Regionale Cliënten Organisatie die zich onafhankelijk van de zorginstituten inzet voor (ex-) GGZ-cliënten. Het was een ontmoetingsplek, een werkplek en een vangnet voor mensen die buiten de boot (dreigen te) vallen. Ervaringsdeskundigen gaven cursussen, hielden spreekuren en ondersteunden bij 9
lotgenotencontact. Daarnaast zette Trimaran zich in om de beeldvorming rondom de GGZ positiever te kleuren. Trimaran bood aan (ex-) GGZ-cliënten een luisterend oor, spreekuren, (informatie) materiaal, voorlichting, activiteiten en lotgenotencontact. Trimaran was sinds enige tijd volledig een vrijwilligersorganisatie. Er was een huiskamergroep, georganiseerd door Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen. De lopende projecten van Trimaran zijn overgenomen door het GGzBeraad Overijssel en Stichting Characterize! De laatst genoemde stichting gaat de functie van RCO in Twente vervullen. Het is nog niet duidelijk welke invulling hieraan gegeven wordt. Achterban Trimaran behartigde de belangen van alle (ex-) GGZ-cliënten in Twente. Er was samenwerking met de Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen, stichting Door en Voor (databank ervaringsdeskundigen). Via de ervaringsdeskundigen, spreekuren en de telefonische informatielijn De Noaber werden signalen uit de achterban achterhaald. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad GGZ-cliënten bezetten twee zetels in Wmo cliëntenraad. Deze twee leden waren voorheen vrijwilliger bij Trimaran. In het verleden werden deze vertegenwoordigers geworven en ondersteund door Trimaran. Hiervoor heeft Trimaran in 2010 eenmalig een subsidie voor belangenbehartiging en ondersteuning ontvangen. Nu is dat niet meer het geval. Volgens de vertegenwoordiger van de GGZ-cliënten wordt in de Wmo cliëntenraad goed geluisterd. Er wordt veel kennis uitgewisseld en de sfeer is goed. Het is nog moeilijk om te kunnen zeggen of met de adviezen ook echt invloed is uitgeoefend. De samenwerking met de gemeente wordt goed genoemd. Volgens de vertegenwoordigers van de gemeente vormen GGzcliënten een bijzondere groep. Een lichamelijke handicap wordt maatschappelijk meer geaccepteerd. De samenleving sluit mensen met een GGZ problematiek vaak uit. Daarom is het belangrijk om hun stem te horen in de Wmo-cliëntenraad, aldus de gemeentelijke vertegenwoordigers. 2.4. Klankbordgroep mantelzorg
Doelstellingen en activiteiten De Klankbordgroep Mantelzorg Hengelo komt op voor de belangen van alle mantelzorgers in de gemeente Hengelo. Vanuit hun ervaringsdeskundigheid streven zij naar erkenning en een betere positie van mantelzorgers. De Klankbordgroep brengt wensen, behoeften en signalen van mantelzorgers onder de aandacht van zorgverleners en gemeente. Achterban De klankbordgroep vertegenwoordigt alle mantelzorgers in de gemeente Hengelo. In de klankbordgroep zitten alleen ervaringsdeskundigen. Daarnaast worden contacten met andere mantelzorgers onderhouden via het Platform Mantelzorg Overijssel en het Steunpunt Informele Zorg Hengelo. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad De groep bestaat uit 8 vrijwilligers, allen ervaringsdeskundigen. De Klankbordgroep wordt ondersteund door het Platform Mantelzorg Overijssel. Dit is een vereniging van mantelzorgwerkgroepen, clusters mantelzorg van Wmo-raden en mantelzorgadviesraden. De gemeente financiert de opzet van en ondersteuning aan de Klankbordgroep tot zomer 2011. Er is nieuwe eenmalige subsidie verstrekt voor vervolgondersteuning. De startsubsidie voor de afgelopen 2 jaar bedroeg € 13.000,--. De ondersteuning bestaat uit: ≠ Het, wanneer dat nodig is, zoeken van nieuwe vertegenwoordigers en hen toerusten met voldoende kennis; 10
≠ ≠ ≠
Het voorbereiden en versterken van de vier tot zes bijeenkomsten; Het behulpzaam zijn bij het uitvoeren van genomen besluiten; Beschikbaar stellen van een vergaderlocatie en incidenteel specifieke kennis, zoals bij het maken van een nieuwe folder.
De Klankbordgroep mantelzorg bezet 2 zetels in de Wmo cliëntenraad. Volgens de vertegenwoordigers van de gemeente leveren de mantelzorgleden een goede inbreng hierin. De klankbordgroep beoordeelt de inbreng in de Wmo-cliëntenraad en de samenwerking met de gemeente als positief. 2.5. Zorgbelang Overijssel
Doelstellingen en activiteiten Zorgbelang Overijssel is een stichting met bijna 120 participanten en behartigt de belangen van de zorgvragers in de Overijssel. Het doel is invloed uitoefenen op de kwaliteit van de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Zorgbelang treedt op als woordvoerder en gaat namens zorgvragers in gesprek met overheden, zorgaanbieders en zorgverzekeraars over zorg op maat. Zorgbelang biedt klachtenopvang, signalering, mobiliseren, achterbanraadpleging, belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding. Ze beschikken over een klachtenlijn en een meldpunt. Kennis wordt ter beschikking gesteld aan beleidmakers en cliëntenraden. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: Wmo, AWBZ, indicatiestelling, onderwijs op maat, kraamzorg, vervoer en regiotaxi. Zorgbelang werkt nauw samen met ouderenorganisatie SENtrum, Platform Mantelzorg Overijssel, platform Verstandelijk Gehandicapten, GGZ-beraad en de belangenbehartiging voor de jeugdzorg. Achterban De achterban van zorgbelang zijn zorgvragers in Overijssel. Via de klachtenlijn, onderzoek, het meldpunt en de aangesloten participanten worden signalen van de achterban opgepakt. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad Er is een subsidierelatie ten behoeve van de klachtenopvang. Daarnaast biedt Zorgbelang (tegen vergoeding) regionaal cursussen aan voor leden van Wmo-raden. Verder zijn er provinciaal gefinancierde activiteiten ter versterking van de raden, zoals het voorzittersoverleg en een regionaal expertteam van GGZ-cliënten. Aan dit expertteam nemen ook inwoners van Hengelo deel. Er is een stuurgroep rond het zorgloket, deze komt eenmaal per jaar bijeen. Daarin neemt ook Zorgbelang deel. Vanuit het loket is er ook een wisselwerking met Zorgbelang. Met name op het niveau van individuele vragen van cliënten. 2.6. Ouderenbonden
Er zijn drie ouderenbonden actief in Hengelo, te weten: Katholieke Bond van Ouderen (KBO), Protestant Christelijke Ouderen Bond (PCOB) en Algemene Nederlandse Bond van Ouderen (ANBO). Doelstellingen, activiteiten en achterban KBO De Unie KBO biedt naast belangenbehartiging een uitgebreid scala aan opleidings- en ontspanningsactiviteiten. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de KBO is voorwaarden te scheppen zodat senioren volwaardig en zelfbewust aan de samenleving kunnen deelnemen. De Hengelose afdeling van KBO telt ruim 1400 leden. Activiteiten zijn: belangenbehartiging, identiteitsbeleving, voorlichting en ontspanning. De KBO biedt onder andere consulenten voor individuele financiële en juridische vragen, contactmiddagen over 11
levensvragen en de katholieke identiteit, fietstochten, busreizen, wandeltochten, excursies en cabaret, voorlichtingsbijeenkomsten over o.a. de OV chipkaart en medicijngebruik. In de uitvoering van muziek en cabaret wordt samengewerkt met de PCOB en wordt mogelijke verder uitgewerkt. De financiering van activiteiten/projecten vindt zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk plaats.
12
ANBO ANBO staat voor emancipatie en zeggenschap van senioren over hun leven. Intergenerationele solidariteit is van belang op alle beleidsterreinen die voor senioren van betekenis zijn. De overheid heeft een belangrijke rol in het garanderen van de rechten van senioren op vele terreinen. Daarom voert ANBO een lobby naar de politiek, zowel landelijk, provinciaal als lokaal. Landelijk wordt ingezet op krachtige belangenbehartiging middels aansluiting bij de FNV. De Hengelose afdeling telt 575 leden. Lokaal worden maandelijks activiteiten georganiseerd, zoals uitjes, bijeenkomsten, lezingen en diavoorstellingen. Verder is er een lief en leed commissie die met een bloemetje op bezoek gaat bij mensen die 80 worden. Ook wordt er hulp geboden bij het invullen van belastingformulieren. Het leden- en activiteitenblad Hengelo’s Viziertje verschijnt 10 x per jaar. Samenwerking was er incidenteel in het verleden met de KBO en PCOB. PCOB De PCOB is een vereniging, die zich ten doel stelt de geestelijke en materiële belangen van zowel ouderen in het algemeen, als die van zijn leden in het bijzonder, op de meest doeltreffende wijze en in de meest uitgebreide zin te behartigen. Iedereen vanaf 50 jaar kan lid worden. In Hengelo zijn er 550 leden. De bond komt op voor de belangen van ouderen bij onderwerpen als zorg, woningbouw, welzijn en vervoer. In Hengelo worden de belangen van individuele leden behartigd rond zorg en welzijn en er wordt hulp geboden bij het invullen van belastingformulieren. Op bijeenkomsten wordt informatie verstrekt over de Wmo, het zorgloket en de OV chipkaart. Vaak zijn er contactmiddagen, excursies en fietstochten. Samenwerking met de andere ouderenbonden is sinds het opheffen van de Cosbo en de aansluiting van de ANBO bij de FNV, minder dan in het verleden. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad Er zijn geen convenanten of regelingen met de ouderenbonden. Er is wel een subsidierelatie: in 2011 ontvangen de drie bonden elk een bedrag van € 1.870,-- om informatieve, creatieve en ontspanningsactiviteiten aan ouderen te kunnen bieden. De ouderenbonden zijn vertegenwoordigd in het (dagelijks en algemeen) bestuur van het seniorenplatform (SSH). Hierin vindt de samenwerking tussen de organisaties plaats. Allen kwalificeren deze samenwerking als goed. 2.7. Gehandicaptenorganisaties
Er wordt ingegaan de op Hengelose Algemene Gehandicapten Organisatie (HAGO), de Hengelose Gehandicapten Ontspannings Vereniging ‘de Samenloop’ (HGOV) en Stichting Welzijn Doven Twente (SWDT). Doelstellingen, activiteiten en achterban SWDT De SWDT stelt zich ten doel het bevorderen van de saamhorigheid tussen alle dovenorganisaties in Twente. De SWDT tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het op elkaar afstemmen van activiteiten van organisaties van doven. Ook het verlenen van hulp en bijstand aan individuele doven met betrekking tot hun probleem, voortvloeiend uit of samenhangend met hun doof zijn behoort tot haar taken. Verder organiseert SWDT bijeenkomsten en cursussen, bevordert studie, advies, voorlichting, opleiding en vorming van doven. De SWDT brengt documentatie bijeen met betrekking tot doven en hun leefsituatie en maakt deze documentatie zoveel mogelijk toegankelijk voor allen die daarvoor belangstelling hebben. Zij adviseert en steunt horende ouders van dove kinderen, er worden bijvoorbeeld cursussen gebarentaal aangeboden. Tevens biedt de SWDT onderdak aan haar aangesloten verenigingen: Oostelijke Ontspanningsvereniging voor Doven, Twentse Doven 13
50 plussers, Doven computerclub Twente “TwenDoCom” en Doven carnavalsvereniging “De Witte Klumpkes”. Het ontmoetingscentrum staat in Hengelo. De SWDT wordt opgeheven. HAGO De Hengelose Algemene Gehandicapten Organisatie (HAGO) behartigt belangen van mensen met een handicap in Hengelo. Er wordt – met ondersteuning van de gehandicaptenraad (SGH) – individuele hulp geboden, bijvoorbeeld bij het aanvragen van hulpmiddelen. Er worden ook ontspanningsactiviteiten georganiseerd, bijvoorbeeld de goed bezochte bingo- en soosavonden. Er zijn ruim 150 leden, waarvan de meesten 65 jaar en ouder zijn. Leden zijn niet altijd gehandicapt, ook ouderen en alleenstaanden zijn welkom. Er wordt samengewerkt met HGOV. De HAGO ontvangt subsidie voor de organisatie van voorlichtingsactiviteiten, lotgenotencontact, belangenbehartiging en culturele activiteiten. HGOV Het doel van de HGOV is activiteiten bieden aan mensen met en zonder handicap, ouder dan 16 jaar. De club telt momenteel 32 leden, voornamelijk mensen met een handicap. De leeftijdsgrens was vroeger tot 40 jaar, dit is gewijzigd in 65 jaar. De meeste bezoekers zijn tussen de 30 en 65 jaar. Er is wekelijks een soosactiviteit die bezocht wordt door ongeveer 15 personen en er zijn maandelijks activiteiten als bloemschikken, barbecue, puzzelen e.d. Deze activiteiten worden bezocht door gemiddeld 20 personen. De HGOV heeft een bestuur van 5 leden. Activiteiten worden door leden zelf georganiseerd. Men wil met de activiteiten graag meer leden zonder handicap trekken, omdat juist het tot stand brengen van contact tussen de twee groepen een doelstelling is. HGOV “De Samenloop” ontvangt subsidie voor de huisvestingskosten en het onderhoud van hun gebouwtje aan het Bartelinkslaantje. Relatie met gemeente en Wmo cliëntenraad Er zijn geen convenanten of regelingen met gehandicaptenorganisaties. Wel worden subsidies ter beschikking gesteld om activiteiten aan de doelgroep aan te bieden. De Hengelose Algemene Gehandicapten Organisatie krijgt in 2011 een subsidie van € 1.920, -; de Hengelose Gehandicapten Ontspannings Vereniging ‘de Samenloop’ ontvangt € 4.360; de Stichting Welzijn Doven Twente werd tot 2 jaar geleden gesubsidieerd. In 2009 bedroeg de subsidie € 2.145,--. Omdat er geen nieuwe subsidie is aangevraagd, is dit niet voortgezet. Ondersteuning is door SWDT wel gewenst, maar subsidies aanvragen wordt erg ingewikkeld gevonden. Vanuit de HAGO is er vertegenwoordiging in het bestuur van de gehandicaptenraad (SGH). 2.8. Wmo cliëntenraad – huidige situatie
In de Regeling ‘Wmo cliëntenraad Gemeente Hengelo’ is vastgelegd dat de cliëntenraad adviseert over individuele voorzieningen. Het betreft de prestatievelden 3 en 6 van de Wmo. In de cliëntenraad zijn vier doelgroepen vertegenwoordigd: GGZ cliënten, ouderen, mantelzorgers en lichamelijk gehandicapten/chronisch zieken. De cliëntenraad heeft een onafhankelijk voorzitter, ambtelijke ondersteuning (in de vorm van een secretaris) en kan beschikken over een vergaderruimte. Leden ontvangen een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Verder is er de mogelijkheid om deskundigheidsbevordering te organiseren. De cliëntenraad beschikt niet over een vast budget. In december 2009 is de Wmo cliëntenraad geëvalueerd. De cliëntenraad vergadert elke maand. De ene maand staat advisering aan de gemeente op de agenda, de andere maand zijn er sprekers. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: aanbestedingen, de kanteling, bezuinigingen, vrijwilligerswerk en mantelzorg. Sinds de evaluatie van 2009 zijn er enkele ontwikkelingen geweest. Leden van de cliëntenraad denken mee over allerlei onderwerpen, niet alleen over prestatieveld 3 en 6, het werkveld is verbreed. Men wordt ook steeds kritischer en neemt steeds vaker het initiatief, zoals bij het vaststellen van taxivergoedingen en contracteren van taxibedrijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om klachten, wachttijden e.d. Van alle ongevraagde adviezen weet de 14
cliëntenraad nu welke route wordt gevolgd binnen de gemeente. Er is hiervan een overzicht en dat wordt regelmatig door de secretaris teruggekoppeld. Ook de terugkoppeling van andere adviezen is verbeterd. De communicatie met de gemeente is goed en frequent, onder andere door de aanwezigheid op de vergaderingen van het afdelingshoofd Wmo. Kennis uit de achterban wordt ingebracht door de deelnemende organisaties. Er worden groepjes gemaakt van leden rond een onderwerp dat hen interesseert. Leden bezoeken informatieve bijeenkomsten. Zo wordt externe informatie ingewonnen. De samenwerking met de belangenorganisaties wordt goed genoemd. Van de gemeente wordt echter wel verwacht dat ze duidelijk is over de inbreng die ze van de verschillende organisaties verwacht. De wens van de gemeente is één aanspreekpunt, namelijk de cliëntenraad. Maar het seniorenplatform en de gehandicaptenraad behouden hun rol en daardoor heeft de komst van de Wmo cliëntenraad alleen maar geleid tot een extra aanspreekpunt voor de gemeente, aldus de vertegenwoordiging van de Wmo-cliëntenraad. 2.9. Conclusies
Er zijn grote verschillen tussen de belangenorganisaties in doelstellingen, activiteiten, achterban en relatie met gemeente en WMO-cliëntenraad. Sommigen ontvangen veel ondersteuning van de gemeente, anderen niets. Sommigen richten zich specifiek op beleidsadvisering, anderen zijn vooral gericht op activiteiten voor de doelgroep. In het onderstaande schema is een samenvatting te vinden van de huidige situatie wat betreft belangenbehartiging in Hengelo. Organisatie Gehandicaptenraad (SGH)
Seniorenplatform (SSH) Trimaran
Doelstellingen en activiteiten Collectieve belangenbehartiging voor mensen met functiebeperking en/of chronische ziekte door adviezen aan gemeente en andere organisaties, schouwen, voorlichting scholen en verkeersmarkt Collectieve belangenbehartiging voor senioren door adviezen aan gemeente en andere organisaties Informatie en ondersteuning aan Twentse (ex) GGZ cliënten en hun omgeving door spreekuren, telefonische informatielijn
Klankbordgroep mantelzorg
Opkomen voor belangen mantelzorgers
Zorgbelang
Belangenbehartiging Overijsselse zorgvragers door o.a. klachtenopvang/ klachtenlijn, meldpunt, onderzoek en cursussen aan WMOcliëntenraadsleden
Ouderenbonden: KBO, ANBO, PCOB
Maatschappelijke participatie en zeggenschap senioren door politieke lobby, activiteiten, voorlichting en individuele hulpverlening Belangenbehartiging van doven, gehandicapten en integratie van mensen met en zonder handicap door activiteiten, voorlichting en individuele hulpverlening
Gehandicaptenorganisaties: SWDT, HAGO, HGOV
Achterban Via belangengroeperingen. Kritiek: onduidelijk hoe deze bereikt wordt en geen vertegenwoordiging van mensen met verstandelijke beperking
Rol Erkend adviesorgaan; subsidie Cliëntenraad: 2 zetels
Via aangesloten ouderenbonden en enquêtes Ervaringsdeskundigen in eigen organisatie, informatie via spreekuren en telefonische informatielijn Ervaringsdeskundigen in groep, via Platform Mantelzorg Overijssel en Steunpunt Informele Zorg Hengelo +/- 120 aangesloten patiënten- en cliëntenorganisaties
Erkend adviesorgaan; Subsidie Cliëntenraad: 2 zetels Geen subsidie (meer); Cliëntenraad: 2 zetels; Knelpunt: moeilijk om kandidaten te vinden en behouden Cliëntenraad: 2 zetels; Knelpunt: moeilijk om kandidaten te vinden en behouden
Via de leden
Via de leden
15
Subsidie voor klachtenopvang; verzorgde via Platform Mantelzorg Overijssel de ondersteuning van de klankbordgroep mantelzorg Subsidie per bond; Vertegenwoordiging in bestuur Seniorenplatform Eén organisatie vertegenwoordigd in bestuur Gehandicaptenraad
In de volgende paragraaf wordt beschreven wat volgens de geïnterviewde vertegenwoordigers wenselijk is voor de toekomstige belangenbehartiging in Hengelo.
16
3. Visie op belangenbehartiging in de toekomst In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wensen van en meningen over belangenbehartiging in Hengelo van zowel belangenbehartigers als de gemeente. Op basis van deze meningen en wensen wordt in het volgende hoofdstuk een aantal scenario’s geschetst voor belangenbehartiging in de toekomst. 3.1. Toekomstvisie van belangenbehartigers
De gehandicaptenraad (SGH) Visie SGH De belangrijkste toekomstwens van de gehandicaptenraad is dat zij de doelgroep kan blijven vertegenwoordigen en de belangen kan blijven behartigen. De SGH ziet de rol van de Wmo cliëntenraad meer in de beleidsadvisering en die van zichzelf in de controle op de uitvoering van beleid. Er zijn raakvlakken met het seniorenplatform en voor samenwerking wordt de deur open gehouden. Men wil ook graag nieuwe activiteiten ontplooien, zoals een inventarisatie (samen met de Saxion Hogeschool) van de toegankelijkheid van openbare gebouwen en openbare ruimten in Hengelo; versterking van de PR middels folders bij Meyra/MRS, Welzorg, Carint en het zorgloket en een vernieuwde website met daarop meer voorlichting en informatie, een tevredenheidsonderzoek en ook aandacht voor de scholenvoorlichting; uitbreiding van het aanbod van de Invaliden Sport Vereniging Hengelo. Visie gemeente De vertegenwoordigers van de gemeente zien de meerwaarde van de SGH vooral in de toegankelijkheid van de openbare ruimte (toegankelijkheidscommissie, schouwen). Ook de verkeersmarkt wordt als een meerwaarde ervaren, terwijl de voorlichting op scholen een reguliere taak van de scholen zelf zou moeten zijn. Er moet meer onderscheid komen tussen advies en ontmoeting. Ontmoeting organiseren voor de doelgroep moet overgelaten worden aan andere organisaties. Advisering is een taak voor SGH, waarbij SSH en SGH in dezelfde mate ondersteund zouden moeten worden door de gemeente. Het seniorenplatform (SSH) Visie SSH Er komen steeds meer ouderen, zowel ouderen die zorg nodig hebben als actieve ouderen. SSH wil dat al deze ouderen ook in de toekomst een volwaardige plek kunnen innemen. SSH wil zich hiervoor inzetten in samenwerking met de ouderenbonden. SSH vindt het opstellen van ‘meedenkadviezen’, in de brainstormfase rond nieuw beleid, een goede werkwijze voor de toekomst. Dit ziet zij als taak voor SSH en andere organisaties. In een later stadium (aan het eind van het beleidsproces) kan het voorstel officieel ter advisering worden voorgelegd aan de Wmo cliëntenraad. SSH kan dan haar visie meegeven aan de vertegenwoordigers in de cliëntenraad. Met de SGH zijn er raakvlakken, waarop samenwerking mogelijk is. Incidenteel inhoudelijk op praktische onderwerpen,zoals het toilet op de markt, maar ook in de voorwaardenscheppende sfeer, vooral waar het gaat om ondersteuning en huisvesting. Voor de toekomst vindt SSH dat nagedacht moet worden over het regelen van administratieve ondersteuning voor het SSH, de SGH en de Wmocliëntenraad. Dit kan efficiënt zijn omdat een advies dan niet meer driemaal hoeft te worden opgesteld. SSH is haar secretariële ondersteuning kwijtgeraakt, dit levert problemen op. Men vreest dat de kwaliteit van de advisering hieronder gaat leiden. Qua huisvesting is de SSH afhankelijk van de gemeente voor de vergaderingen van bestuur en commissies en beschikt daarnaast over een eigen ruimte in Markant. De gemeente moet beseffen dat de SSH (en andere belangenbehartigers) werkt met vrijwilligers. Een negatieve toon over de
17
belangenorganisaties kan invloed hebben op het aantal vrijwilligers dat zich hiervoor wil inzetten. Visie gemeente De vertegenwoordigers van de gemeente zijn van mening dat de SSH en de SGH een vergelijkbare toekomstrol hebben, als vertegenwoordiger van hun achterban. Een samenwerking tussen deze twee organisaties ligt mogelijk voor de hand. Trimaran en klankbordgroep Mantelzorg Door de veranderingen in de AWBZ en de Wmo zullen mantelzorgers en GGZ-cliënten steeds belangrijkers worden voor het gemeentelijk beleid. In de toekomst zal het echter erg moeilijk zijn om nieuwe vertegenwoordigers vanuit de doelgroepen GGZ en mantelzorg te vinden, aldus vertegenwoordigers van Trimaran en de klankbordgroep. Ondersteuning bij het organiseren van deze achterban is erg belangrijk om goed als vertegenwoordiger te kunnen functioneren. Deze groepen zijn kwetsbaar, mantelzorgers zijn vaak al zwaar belast en leden uit de GGZ hebben het risico om terug te vallen (en daardoor niet meer beschikbaar te zijn). Er was bij Trimaran grote behoefte aan een deskundige (beroeps)kracht, die de leden kan ondersteunen. Hiervoor is subsidie aangevraagd. Ook de klankbordgroep mantelzorg heeft subsidie voor ondersteuning aangevraagd. Visie vanuit gemeente Voor de gemeente is het belangrijk dat deze twee doelgroepen vertegenwoordigd zijn. Bij GGZ speelt ook nog dat dit ziektebeeld nog lang niet maatschappelijk geaccepteerd is. De vertegenwoordigers van de gemeente geven echter ook aan dat het voor beide groepen lastig is om mensen te vinden en dat de situatie kwetsbaar is. Ouderenbonden en gehandicaptenorganisaties De ouderenbonden en gehandicaptenorganisaties willen in de toekomst graag hun activiteiten blijven uitvoeren of uitbreiden. Financiële ondersteuning van de gemeente wordt daarbij erg op prijs gesteld. 3.2. Toekomstvisie van/over de Wmo cliëntenraad
Vertegenwoordigers van de Wmo cliëntenraad vinden dat meedenken met nieuw beleid de passende rol is. Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden. Beleidsterreinen zijn met elkaar verweven. De indeling in Wmo prestatievelden wordt steeds meer losgelaten. Voor de Wmo cliëntenraad is verbreding in de toekomst daarom een logische stap. Op dit moment is het al zo dat ook vragen die buiten de 2 prestatievelden liggen worden opgepakt. Belangenorganisaties uit het betreffende veld worden dan betrokken. In de toekomst kan dit mogelijk opgelost worden middels een permanente vertegenwoordiging. De cliëntenraad wil daarin graag flexibel zijn. Niet alle organisaties die interesse hebben kunnen deelnemen aan de permanente vertegenwoordiging. Een verzoek van Carint en Mediant is afgewezen omdat hetbij de cliëntenraad niet gaat om individuele klachten of hoe beleid wordt uitgevoerd. daarvoor zijn de belangenorganisaties en het loket. Zorgbelang is van mening dat cliëntenraden over een eigen budget moeten kunnen beschikken en zelf ook moeten kunnen kiezen waar ze ondersteuning inhuren. In een raad zouden ook alle doelgroepen vertegenwoordigd moeten zijn, zoals ouderen, mantelzorg en jeugd. Belangrijke thema’s waarover de cliëntenraad zou moeten adviseren zijn: vervoer, toegankelijkheid, zorg, individuele voorzieningen en informatievoorziening/loket. Cliëntenraden moeten actief alle doelgroepen benaderen en bevragen omdat je als raad moet weten wat er leeft bij de achterban, zowel de georganiseerde als de ongeorganiseerde. Voor de gemeente is de Wmo cliëntenraad de gesprekspartner. Voor de signalen uit de achterban zijn het seniorenplatform en de gehandicaptenraad belangrijk voor de Wmo 18
cliëntenraad. Vertegenwoordigers van de gemeente geven aan dat door recente ontwikkelingen als de kanteling, compensatieplicht, wijkwelzijn, vrijwilligers en collectieve voorzieningen, de oude prestatievelden niet meer maatgevend zijn. Qua inhoud is de cliëntenraad daardoor breder aan het worden, maar qua samenstelling niet. Misschien is samenwerking met de WWB-cliëntenraad wenselijk. Bijvoorbeeld als het gaat over een mogelijke rol van sociale activering bij voorliggende voorzieningen. Daarnaast zou de gemeente ook graag cliënten van andere prestatievelden horen, zoals maatschappelijke opvang, ggz, verslaving en jeugdzorg. Aan de andere kant moet de cliëntenraad ook niet te groot worden, het mag geen Poolse landdag worden. De vraag is dan ook wat de beste werkwijze is: een adviesraad of intensiever en individueler ervaringen ophalen. Is de Wmo niet te breed voor één cliëntenraad? Het gaat immers om veel cliënten(groepen) en om veel instellingen. En welke leden zou de cliëntenraad moeten hebben? Individuele cliënten (ervaringsdeskundigen) of toch ook professionele leden c.q. andere deskundigen? Het gaat immers ook om de kwaliteit van het advies. In de cliëntenraad moeten mensen zitten, die over hun eigen individuele problemen heen kunnen stappen. 3.3. Conclusies
In deze paragraaf wordt een aantal conclusies getrokken over wat de verschillende vertegenwoordigers van belang achten voor de toekomst van de belangenbehartiging in Hengelo. Taken en activiteiten Sommige organisaties zijn vooral gericht op het welbevinden van de doelgroep, de dienstverlening aan de doelgroep en de kwaliteit van de uitvoering van beleid. De gemeente verlangt – qua beleidsadvies – vooral inbreng vanuit de gebruikers bij de ontwikkeling van beleid. Volgens de geïnterviewden zou er daarom onderscheid moeten zijn tussen adviesfunctie en (ontmoetings)activiteiten. De ouderenbonden en gehandicaptenorganisaties worden primair verantwoordelijk gehouden voor (ontmoetings)activiteiten. Daarnaast is er nog onderscheid te maken tussen individueel advies en voorlichting (aan individuele burgers) - wat een signaalfunctie kan hebben - en een beleidsadvies (aan het college). Dit laatste zou typisch een taak voor de Wmo cliëntenraad zijn, aldus de betrokkenen. Hoewel ook andere organisaties graag betrokken willen worden bij de gemeentelijke beleidsadvisering. De gemeente ziet versnippering wat betreft beleidsadvisering als onwenselijk. Moment van advisering Fasen in een beleidsproces zijn: agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering, beleidsevaluatie en beleidsterugkoppeling.Over de vraag wie op welk moment het college adviseert, verschillen de meningen. De SGH is van mening dat de Wmocliëntenraad het college adviseert op de beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling (dus zowel het meedenken/brainstormen tijdens de beleidsvorming als een beleidsadvies op de uiteindelijke nota). De rol van de SGH ligt op advisering in de beleidsuitvoering. SSH is echter van mening dat zij en andere belangenbehartigers betrokken zou moeten worden tijdens de beleidsvoorbereiding (meedenken en brainstormen). De Wmo-cliëntenraad zou moeten adviseren bij de beleidsbepaling. De cliëntenraad zelf geeft aan dat zij het prettig vindt om ook betrokken te zijn bij de beleidsvoorbereiding. Opmerkelijk is dat geen van de betrokkenen aangeeft wie betrokken zou kunnen zijn bij de agendavorming en de evaluatie. Beleidsvoorbereiding, -bepaling en –uitvoering zijn blijkbaar in Hengelo de belangrijkste te beïnvloeden beleidsfasen geworden. Er is ook onderscheid te vinden in wanneer er gevraagd en ongevraagd advies wordt gegeven. Bij gevraagd advies staat er al beleid op papier. Ongevraagd advies wordt vaak in een zeer vroeg stadium gegeven.
19
Beleidsvelden Er worden erg veel beleidsvelden genoemd, waarbij de Wmo cliëntenraad en/of belangenorganisaties betrokken zouden kunnen worden: - ≠ Toegankelijkheid; ≠ Vervoer; ≠ Zorg; ≠ Welzijn (wijken); ≠ Individuele voorzieningen; ≠ Voorliggende/collectieve voorzieningen; ≠ Informatievoorziening/zorgloket; ≠ Vrijwilligers-, senioren-, gehandicapten- en mantelzorgbeleid; ≠ Maatschappelijke opvang, ggz, verslavings- en jeugdzorg; ≠ Jeugdbeleid. Door veranderingen in de AWBZ en Wmo kunnen ook andere beleidsvelden belangrijk worden voor de Wmo cliëntenraad en/of belangenorganisaties. Doelgroepen De Wmo cliëntenraad zou aangevuld kunnen worden met : jongeren, allochtonen, burgers met een verstandelijke beperking, cliënten van de maatschappelijke opvang, verslavings- en jeugdzorg en vrijwilligers. Tegelijkertijd constateert de gemeente dat het in het beleid niet meer gaat om doelgroepen, maar om voorzieningen. Beleid rondom de woonservicegebieden vervangt immers het huidige ouderen- en gehandicaptenbeleid. Met als uitgangspunt dat iedereen – met of zonder beperking – zolang mogelijk moet kunnen leven in de eigen woonomgeving. Ondersteuning door gemeente De belangenorganisaties hebben de volgende ondersteuningsbehoeften: ≠ huisvesting/ zaalhuur, ≠ druk/printvoorzieningen, ≠ secretariële en/of administratieve ondersteuning (bij de organisaties die de gemeente adviseren), ≠ hulp bij organiseren achterban c.q. doelgroep bevragen (bij de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het bevragen van de achterban), ≠ vinden van nieuwe Wmo cliëntenraadsleden (bij de organisaties die vertegenwoordigers leveren aan de Wmo cliëntenraad), ≠ budget (voor o.a. deskundigheidsbevordering, activiteitenkosten, portokosten, koffie en thee, vrijwilligersvergoedingen)
20
4. Toekomstscenario’s belangenbehartiging In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag: Wat is een realistische organisatievorm voor belangenbehartiging, welke facilitering is gewenst en missen er nog belangrijke doelgroepen in de Wmo cliëntenraad? Eerst wordt kort besproken wat de wettelijke verplichtingen zijn rondom beleidsadvisering in het kader van de Wmo en wordt een aantal overwegingen meegegeven voor de vormgeving van een Wmo-raad. Daarna wordt ingegaan op verschillende mogelijkheden om een cliëntenraad in te richten (scenario’s). Tot slot wordt ingegaan op de voorwaarden/criteria per scenario. 4.1. Wettelijke voorwaarden die gesteld zijn aan beleidsadvisering
Voordat er ingegaan wordt op verschillende scenario’s voor belangenbehartiging, worden eerst kort de wettelijke voorwaarden beschreven. Waaraan moet de gemeente Hengelo minimaal voldoen volgens bepalingen in de Wet op de maatschappelijke ondersteuning? Er wordt in de Wmo een accent gelegd op participatie van burgers bij gemeentelijke beleidsontwikkeling. Gemeenten hebben de plicht om alle relevante partijen te betrekken bij beleidsontwikkelingen. Dat betreft zowel de (vertegenwoordigers) van gebruikers van voorzieningen als organisaties die namens de gemeente voorzieningen aanbieden. De gemeente moet betrokkenen op tijd informatie verstrekken, zodat participatie ook zinvol mogelijk is. Tot slot moet de gemeente partijen die onvoldoende voor hun eigen belangen op kunnen komen, actief benaderen en betrekken bij de beleidsontwikkeling. De gemeente is vrij in de wijze waarop zij deze participatie vormgeeft. Wel moet er jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek plaatsvinden onder vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet. Daarnaast moet een ontwerpplan voor advies worden voorgelegd aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning1. 4.2. Vormen van Wmo-cliëntvertegenwoordiging
In veel gemeenten is een Wmo-raad ingesteld, waarin vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers deelnemen, om te kunnen voldoen aan de laatst genoemde voorwaarde. Dit hoeft echter niet. Er kan ook gekozen worden voor andere methoden om advies te ontvangen van belangenorganisaties over een ontwerpnota. Een voorbeeld is door te bepalen wat de representatieve organisaties zijn van de kant van vragers en met vertegenwoordigers van deze organisaties verschillende gemeentelijke overlegstructuren op te zetten, zoals een commissie toegankelijkheid, een commissie mantelzorgers, een commissie gehandicapten etc. Voordelen hiervan zijn dat elke specifieke overlegvorm zich richt op een afgebakend en overzichtelijk (beleids)terrein, de omvang van het overleg klein is en er daardoor slagvaardig opgetreden kan worden en de herkenbaarheid van het overleg is groot. Nadelen zijn dat het risico van tegengestelde adviezen vanuit verschillende overlegvormen dreigt, de integraliteit van adviezen niet gewaarborgd is, het gemeentebestuur verschillende aanspreekpunten en meerdere
1
De volgende Wmo-artikelen hebben hierop betrekking: art. 9. Publicatie klanttevredenheidsonderzoek en prestatiegegevens; art. 11. Betrekking ingezetenen en belanghebbenden bij beleidsvoorbereiding; art. 12. Verplichte beleidsadvisering door vertegenwoordigers van vragers. 21
overlegmomenten heeft en een kleine overlegstructuur kwetsbaar is door de omvang en door de aanwezige kennis/ervaring.
22
Het grote voordeel van een Wmo-raad is dat de gemeente één aanspreekpunt heeft. Gezien de wens van de gemeente Hengelo ligt voortzetting van de Wmo cliëntenraad voor de hand. Hierbij past nog wel een overweging. Eén aanspreekpunt klinkt heel effectief, maar het betekent ook dat in de cliëntenraad verschillende belangenbehartigers zitten die met elkaar tot een standpunt moeten komen. Dat moet soms een compromis zijn. In dat geval wordt de cliëntenraad geacht om (politieke) afwegingen te maken. Het is de vraag of dit wenselijk is. Is dit niet de taak van college en gemeenteraad? Een veld van allerlei verschillende belangenorganisaties en verschillende aanspreekpunten kan prachtige input vormen voor politieke afwegingen. In bijna alle gemeenten in Overijssel is voor een Wmo-raad als instrument voor Wmobeleidsadvisering gekozen. De verschillen tussen deze raden is echter groot. Als we verschillende Wmo-raden in Overijssel bekijken, dan is er onderscheid te maken in: ≠ benaming (cliëntenraad, adviesraad, platform), ≠ samenstelling (aantal leden, persoonlijke titel of vertegenwoordiger vanuit organisatie, verschillende doelgroepen zoals ouderen, GGZ, mantelzorg, kerk), ≠ beleidsterreinen (gehandicapten, ouderen, jeugd, mantelzorg, vrijwillige inzet, vrouwen, lage inkomens, niet-westerse inwoners), ≠ financiering (presentievergoeding, onkosten, secretariële ondersteuning) en ≠ vergaderfrequentie (4 tot 12 keer per jaar). De verschillende manieren waarop cliëntenraden vormgegeven kunnen worden, komen ook terug in de verschillende scenario’s voor de invulling van de Wmo cliëntenraad. 4.3. Overwegingen
Voordat de scenario’s uitgewerkt worden, wordt eerst ingegaan op een aantal overwegingen bij de vormgeving van de Wmo-cliëntenraad.. Ten eerste is de rol van de Wmo-raden veranderd en landelijk gezien zijn steeds meer gemeenten en Wmo-raden op zoek naar een goede, effectieve samenwerkingsvorm. Wmoraden waren in het begin met name belangenbehartigers voor bepaalde doelgroepen. Nu verwachten steeds meer gemeenten dat zij een bredere kijk hebben en het algemene belang van alle burgers voorop stellen. Dit stelt eisen aan de samenstelling van de Wmo-raad en de kennis en vaardigheden van individuele leden. De landelijke trend is dat Wmo-raden hierdoor steeds professioneler worden, met het risico dat het een soort bestuursorganen worden. De vraag is of dit wenselijk is. Een tweede overweging is wat precies de rol van de Wmo-raad is. Gemeenten vinden vaak dat Wmo-raden zouden moeten zorgen voor meer draagvlak. De verschillende achterbanvertegenwoordigers zouden als het ware met elkaar tot compromissen moeten komen. De vraag is echter of draagvlakvergroting een taak is voor de Wmo-raad of dat deze taak eerder ligt bij het college en de gemeenteraad (zie ook paragraaf 4.2). De Wmo-raden willen in het algemeen graag invloed op de beleidsbepaling. Daarom worden raden steeds vaker zo vroeg mogelijk in het beleidsproces betrokken. Het risico bestaat dat de Wmo-raden medeverantwoordelijk worden gemaakt voor het beleid. In de praktijk blijkt er een spanningsveld te zijn tussen een constructieve, meedenkende houding en een kritische houding van de Wmo-raad. Ten derde is een trend dat het takenpakket van Wmo-raden steeds breder wordt. Gemeenten en Wmo-raadsleden moeten echter beseffen dat het Wmo-raadswerk vrijwilligerswerk is. Er is dus een grens wat je van de Wmo-raad kunt verwachten.
23
Bij de keuze voor een scenario zouden voornoemde overwegingen meegenomen moeten worden. 4.4. Cliëntenraadscenario’s
In deze paragraaf worden 4 scenario’s uitgewerkt. Bij het bedenken van de scenario’s is bekeken waarin Wmo-raden in Overijssel van elkaar verschillen. De belangrijkste verschillen zitten in de reikwijdte van de adviezen (oftewel de beleidsvelden waarover de cliëntenraad adviseert) en de vertegenwoordigingswijze (vanuit organisaties of vanuit persoonlijke titel dus individuele burgers/cliënten). Op basis hiervan zijn 4 scenario’s geformuleerd. Dit is weergegeven in figuur 1. Figuur 1. 4 cliëntenraadsscenario’s Vertegenwoordiging vanuit organisaties
SCENARIO 1
SCENARIO 2
Beperkt aantal beleidsvelden
WMO-breed SCENARIO 3
SCENARIO 4
Individuele cliënten/burgers
Scenario 1: Voortzetting huidige Wmo cliëntenraad Het eerste scenario is een voortzetting van de huidige Wmo cliëntenraad. Dat wil zeggen dat vertegenwoordigers worden afgevaardigd vanuit verschillende representatieve organisaties van de kant van vragers, die adviseren over een beperkt aantal beleidsvelden, bijvoorbeeld alleen over prestatieveld 3 (informatie en advies) en 6 (individuele voorzieningen). Voor- en nadelen De voordelen van de huidige Wmo cliëntenraad zijn: • T.a.v. een aantal beleidsvelden één aanspreekpunt voor het college; • Breed draagvlak voor uitgebrachte adviezen; • Verschillende deskundigheden en ervaringen in één raad samen; • Duidelijke omschrijving taken en functie; • Voldoet aan wettelijke voorwaarde; • Beperkte ambtelijke ondersteuning; • Klein en overzichtelijk De nadelen van de huidige Wmo cliëntenraad zijn: • Het blijkt in de praktijk lastig te zijn om te beperken tot bepaalde beleidsvelden; • Vanuit de vertegenwoordigingsgedachte vergt dit scenario veel overleg van de cliëntenraadsleden met achterbanorganisaties; • Er zijn duidelijke afspraken nodig met belangenorganisaties die ook adviezen willen uitbrengen en deze afspraken moeten nageleefd worden. Anders verwordt de raad tot een extra adviesorgaan; • Ondersteuning van achterbanorganisaties is nodig om vertegenwoordigers te kunnen leveren en deze te ondersteunen, dit zal zeker voor weinig georganiseerde achterbanorganisaties lastig zijn; • Voor andere beleidsvelden blijft het college afhankelijk van andere (belangen)organisaties. Voorwaarden/criteria • Er moeten duidelijke afspraken zijn waarover de cliëntenraad adviseert en waarover andere organisaties, liefst neergelegd in een convenant. 24
• Als een organisatie adviseert over een kwestie die valt onder een beleidsveld van de cliëntenraad, dan mag het college het advies niet in behandeling nemen, maar verwijzen naar de cliëntenraad. • Er moeten afspraken gemaakt worden met achterbanorganisaties over de ondersteuning en het leveren van leden van de cliëntenraad. Achterbanorganisaties die (nog) niet goed georganiseerd zijn, moeten hierbij (extra) ondersteund worden. • Aan de hand van de prestatievelden, waarover de cliëntenraad adviseert, moet bepaald worden welke doelgroepen vertegenwoordigd moeten worden. Dit kan ook in de loop van de tijd veranderen. Bij de transitie van de AWBZ zullen er bijvoorbeeld ook voorzieningen voor verstandelijk gehandicapten getroffen moeten worden, een doelgroep die nu nog nauwelijks in beeld is bij de gemeente. Varianten De beleidsvelden waarover geadviseerd wordt, kunnen verschillen. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken om ook het mantelzorgbeleid of het beleid rondom zorgvrijwilligers (prestatieveld 4) in de cliëntenraad te bespreken. Gezien de (huidige) aanwezigheid van (ex) GGZ-cliënten zou ook (een deel van) prestatieveld 8 (OGGZ) onder de advisering van de cliëntenraad kunnen vallen. Doelgroepen/achterban De doelgroepen zijn rechtstreeks af te leiden van de gekozen prestatievelden. Als gekozen wordt om de advisering van de cliëntenraad te beperken tot prestatieveld 3 en 6 dan ligt het voor de hand om te bekijken wat de achtergrond van de cliënten bij het zorgloket en de individuele voorzieningen zijn. Dit zijn waarschijnlijk burgers met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, chronische ziekte, senioren met ouderdomsverschijnselen en mantelzorgers. Scenario 2: Uitbreiding naar Wmo adviesraad In dit scenario wordt de huidige Wmo-cliëntenraad uitgebreid naar een adviesraad. De adviesraad adviseert over het gehele Wmo beleid. In de adviesraad zitten vertegenwoordigers uit verschillende organisaties, waaronder vrijwilligersorganisaties, scholen, zorginstellingen, kerken en wijk- en dorpsraden. Ook kan gedacht worden aan vertegenwoordigers vanuit de jeugd, (ex-)verslaafden en slachtoffers van huiselijk geweld. Voor- en nadelen De voordelen van een Wmo adviesraad zijn: • Vertegenwoordiging vanuit zeer veel geledingen • T.a.v. de Wmo één aanspreekpunt voor het college • Integrale advisering • Breed draagvlak voor uitgebrachte adviezen • Verschillende deskundigheden en ervaringen in één adviesraad samen, mix mogelijk tussen professionele deskundigheid en ervaringsdeskundigheid • Duidelijke omschrijving taak en functie • Voldoet aan wettelijke voorwaarde De nadelen van een Wmo adviesraad zijn: • Uitgebreide ambtelijke ondersteuning nodig • Door de grootte van de adviesraad dreigt een log en weinig slagvaardig apparaat te ontstaan • De herkenbaarheid dreigt verloren te gaan • Vanuit de vertegenwoordigingsgedachte vergt dit scenario veel overleg van de adviesraadsleden met achterbanorganisaties; • Er zijn duidelijke afspraken nodig met belangenorganisaties die ook adviezen willen uitbrengen en deze afspraken moeten nageleefd worden. Anders verwordt de raad tot een extra adviesorgaan; 25
• Ondersteuning van achterbanorganisaties is nodig om vertegenwoordigers te kunnen leveren en deze te ondersteunen, dit zal zeker voor weinig georganiseerde achterbanorganisaties lastig zijn; Voorwaarden/criteria • Als een belangenorganisatie advies uitbrengt over een kwestie die valt onder de Wmo, dan mag het college het advies niet in behandeling nemen, maar verwijzen naar de adviesraad. • Er moeten afspraken gemaakt worden met achterbanorganisaties over de ondersteuning en het leveren van leden van de cliëntenraad. Achterbanorganisaties die (nog) niet goed georganiseerd zijn, moeten hierbij (extra) ondersteund worden. • De Wmo-adviesraad dient zeer breed vertegenwoordigd te zijn zodat er deskundigheid aanwezig is over alle beleidsvelden van de Wmo. Varianten De raad kan een mix zijn van professionals en ervaringsdeskundigen, maar dat hoeft niet. Een aantal professionals in een adviesraad kan leiden tot een verhoogde kwaliteit van de adviezen. Om de vergaderingen behapbaar te houden, kan ervoor gekozen worden om per vergadering een onderwerp te kiezen en hierbij een selectie te maken van uit te nodigen leden. Bijvoorbeeld als het onderwerp jeugdbeleid wordt besproken alleen vertegenwoordigers van de jeugd, scholen en jeugd(zorg)instellingen uit te nodigen. Doelgroepen/achterban Alle achterbanorganisaties die zich bezighouden met de Wmo dienen vertegenwoordigd te zijn. Scenario 3: Nieuwe Wmo cliëntenraad In de nieuwe Wmo cliëntenraad zitten de leden niet namens een bepaalde doelgroep of belangenorganisatie, maar omdat ze Wmo-cliënten zijn. Er wordt gepeild onder de cliënten van de individuele voorzieningen wie er namens de cliënten in de raad willen zitten. Deze leden adviseren de gemeente over het beleid op basis van hun eigen ervaringen. In eerste instantie worden de nieuwe leden uitgezocht door de onafhankelijke voorzitter en ondersteuner, daarna door de zittende leden aan de hand van een profiel. Voor- en nadelen De voordelen van de nieuwe Wmo cliëntenraad zijn: • T.a.v. een aantal beleidsvelden één aanspreekpunt voor het college; • Verschillende cliënten in één raad samen; • Een raadslid kan meerdere ‘doelgroepen’ vertegenwoordigen • De kring om raadsleden uit te werven wordt veel groter (je hoeft immers geen lid te zijn van een bepaalde belangengroep, maar het kan iedere burger zijn). • Duidelijke omschrijving taken en functie; • Voldoet aan wettelijke voorwaarde; • Beperkte ambtelijke ondersteuning; • Geen uitgebreide ondersteuning nodig aan de belangenorganisaties. De nadelen van de huidige Wmo cliëntenraad zijn: • Het blijkt in de praktijk lastig te zijn om te beperken tot bepaalde beleidsvelden; • Het is de vraag in hoeverre de raadsleden de gehele cliëntenpopulatie vertegenwoordigen aangezien ze geen achterban hebben en of zij ‘feeling’ hebben met alle doelgroepen; • Het is de vraag in hoeverre de cliëntenraadsleden de gewenste kwaliteiten hebben om goede adviezen te kunnen opstellen; • De opvolging en kennisoverdracht bij wisseling van cliëntenraadsleden is minder goed gegarandeerd omdat er geen vertegenwoordigers uit achterbanorganisaties meer in zitten;
26
• Er zijn duidelijke afspraken nodig met belangenorganisaties die ook adviezen willen uitbrengen en deze afspraken moeten nageleefd worden. Anders verwordt de raad tot een extra adviesorgaan; • Voor andere beleidsvelden blijft het college afhankelijk van andere (belangen)organisaties. Voorwaarden/criteria • Een onafhankelijke voorzitter en ondersteuner zijn voor de continuïteit en kwaliteit van de advisering van belang. • Helder profiel voor de overige raadsleden (met ook kwalitatieve ‘eisen’). • Afspraken maken over de ‘vervanging’ van de raadsleden. • Andere vormen van achterbanraadpleging naast de raad zijn wenselijk, bijvoorbeeld een cliëntenpanel waaraan de cliëntenraadsleden vragen kunnen stellen; • Er moeten duidelijke afspraken zijn met belangenorganisaties, waarover de cliëntenraad adviseert en waarover de belangenorganisaties adviseren. • De gemeente dient voor scholing/opleiding van de raadsleden zorgen Varianten Er kan voor gekozen worden om een deel van de cliëntenraad uit de cliëntenpopulatie te verkiezen en een deel vanuit (belangen)organisaties. Getrapt aftreden is wenselijk voor de continuïteit en deskundigheid van de raad. En een andere variant: een kleine vaste kern van de Cr en per onderwerp bijeen roepen van individuele ervaringsdeskundigen op het onderwerp. Dus een wisselende groep Doelgroepen/achterban De cliënten van de individuele voorzieningen van de Wmo moeten in de cliëntenraad vertegenwoordigd zijn. Andere vormen van achterbanraadpleging zijn wenselijk. Scenario 4: Nieuwe Wmo adviesraad In dit scenario wordt er een nieuwe Wmo adviesraad samengesteld, die bestaat uit burgers, waaronder ook gebruikers van individuele Wmo-voorzieningen, op persoonlijke titel. In de nieuwe Wmo adviesraad zitten de leden niet namens een bepaalde doelgroep of belangenorganisatie, maar omdat ze te maken hebben met de Wmo. De leden adviseren de gemeente over het beleid op basis van hun eigen ervaringen. In eerste instantie worden de nieuwe leden uitgezocht door de onafhankelijke voorzitter en ondersteuner, daarna door de zittende leden aan de hand van een profiel. Voor- en nadelen De voordelen van een nieuwe Wmo adviesraad zijn: • T.a.v. de Wmo één aanspreekpunt voor het college • De kring om raadsleden uit te werven wordt veel groter • Integrale advisering • Verschillende deskundigheden en ervaringen in één adviesraad samen, mix mogelijk tussen professionele deskundigheid en ervaringsdeskundigheid • Duidelijke omschrijving taken en functie; • Geen uitgebreide ondersteuning nodig aan de belangenorganisaties. De nadelen van een nieuwe Wmo adviesraad zijn: • Uitgebreide ambtelijke ondersteuning nodig • Het is de vraag in hoeverre de raadsleden de gehele cliëntenpopulatie vertegenwoordigen aangezien ze geen achterban hebben; • Het is de vraag in hoeverre de cliëntenraadsleden de gewenste kwaliteiten hebben om goede adviezen te kunnen opstellen; • Het is wenselijk om andere vormen van achterbanraadpleging te ontwikkelen, bijvoorbeeld een cliëntenpanel waaraan de cliëntenraadsleden vragen kunnen stellen; • De opvolging en kennisoverdracht bij wisseling van cliëntenraadsleden is minder gegarandeerd omdat er geen vertegenwoordigers uit achterbanorganisaties meer in zitten; 27
• Er zijn duidelijke afspraken nodig met belangenorganisaties die ook adviezen willen uitbrengen. Anders verwordt de raad tot een extra adviesorgaan; • Door de grootte van de adviesraad kan een log en weinig slagvaardig apparaat ontstaan. • De herkenbaarheid van de raadsleden kan verloren gaan Voorwaarden/criteria • Als een belangenorganisatie advies uitbrengt over een kwestie die valt onder de WMO, dan mag het college het advies niet in behandeling nemen, maar verwijzen naar de adviesraad. • Een onafhankelijke voorzitter en ondersteuner zijn voor de continuïteit en kwaliteit van de advisering van belang. Afspraken maken over de ‘vervanging’ van raadsleden. Duidelijke profielen voor raadsleden (doelgroepoverstijgend kunnen denken/werken) • Andere vormen van achterbanraadpleging zijn wenselijk. • De gemeente dient voor scholing/opleiding van de raadsleden zorgen Varianten De raad kan een mix zijn van professionals en ervaringsdeskundigen, maar dat hoeft niet. Een aantal professionals in een adviesraad kan leiden tot een verhoogde kwaliteit van de adviezen. Om de vergaderingen behapbaar te houden, kan ervoor gekozen worden om per vergadering een onderwerp te kiezen en hierbij een selectie te maken van uit te nodigen leden. Bijvoorbeeld als het onderwerp jeugdbeleid wordt besproken alleen (ervarings)deskundigen op het gebied van jeugd uit te nodigen. Er kan voor gekozen worden om een deel van de cliëntenraad uit de cliëntenpopulatie te verkiezen (op persoonlijke titel) en een deel vanuit (belangen)organisaties2. Getrapt aftreden is wenselijk voor de continuïteit en deskundigheid van de raad. Doelgroepen/achterban In de adviesraad zitten verschillende personen op persoonlijke titel. De raad bestaat uit zowel cliënten van de individuele Wmo-voorzieningen als burgers, die te maken hebben met de Wmo. Andere vormen van achterbanraadpleging zijn wenselijk. 4.5. Conclusies en aanbevelingen
Als de gemeente 1 aanspreekpunt wil, is het logisch om voor een Wmo-raad te kiezen. In dat geval is er de keuze tussen verschillende scenario’s over hoe een Wmo-raad ingevuld kan worden. Elk scenario heeft voor- en nadelen. Het is aan de gemeente de keuze welk scenario gekozen wordt. Om een goede keuze te kunnen maken wordt hieronder een stappenplan weergegeven. 1. Kies voor een duidelijke taakverdeling tussen organisaties en leg dit schriftelijk vast (bijvoorbeeld in een convenant). Een voorbeeld van een duidelijke taakverdeling is: ≠ de Wmo raad geeft beleidsadviezen aan het college; ≠ gehandicaptenraad en seniorenplatform, klankbordgroep mantelzorg en GGZ zijn verantwoordelijk voor de politieke lobby (bij de gemeenteraad), achterbanraadpleging, het opleiden en leveren van vertegenwoordigers cliëntenraad ≠ gehandicaptenorganisaties en ouderenbonden organiseren activiteiten voor hun achterban. 2. Kies wat het moment van advisering is 2
Voorbeeld is Hellendoorn. In hun verordening staat: Leden kunnen zitting hebben op persoonlijke titel en/of als vertegenwoordiger van een themagroep. Van de leden wordt verwacht, dat ze raakvlakken hebben met een of meer van de aandachtsgebieden van de Wet maatschappelijke ondersteuning binnen de gemeente Hellendoorn.
28
De huidige cliëntenraad adviseert bij de beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling. Er kan gekozen worden om ook op andere momenten advies in te winnen of juist alleen bij de beleidsbepaling.
29
3. Kies over welk(e) beleidsveld(en) de Wmo-raad adviseert Kies of de Wmo-raad adviseert over een beperkt aantal beleidsvelden of Wmo-breed (of breder). Hoe beperkter het aantal beleidsvelden is waarover de cliëntenraad adviseert, hoe breder de ruimte is voor andere (belangen)organisaties om de gemeente te adviseren. Voor de gemeente betekent dit meer gesprekspartners, maar mogelijk ook meer invalshoeken om tot politieke besluitvorming te komen. Houd ook rekening met het feit dat de cliëntenraad bestaat uit vrijwilligers en dat er een grens is wat je van de Wmo-raad kunt verwachten. 4. Bepaal welke doelgroepen horen bij de bij stap 3 gekozen beleidsveld(en) Afhankelijk van keuze beleidsvelden welke doelgroepen wenselijk zijn in de cliëntenraad. Verder moet er een keuze worden gemaakt of er individuele cliënten/burgers/deskundigen worden gevraagd of dat de leden van de cliëntenraad voortkomen uit achterbanorganisaties. In de eerste optie zal mogelijk een scholing aan de burger/cliënt aangeboden moeten worden. In geval van de laatste opties is het verstandig om de achterbanorganisaties toe te rusten op hun taak om vertegenwoordigers aan te stellen. Vooral achterbannen/organisaties die nog weinig georganiseerd zijn (zoals mantelzorgers en GGZ-cliënten), vragen hierbij extra aandacht en ondersteuning. 5. Bepaal welke ondersteuningsvorm(en) nodig is/zijn door de gemeente Wat wil de gemeente van de belangenorganisaties? Als de gemeente wil bezuinigen, financier dan alleen datgene wat nodig is voor de gemeente. Dus als advies van het seniorenplatform of de gehandicaptenraad gewenst is op een terrein dat niet door de Wmoraad wordt bestreken, geef hen dan de mogelijkheden om een goed advies neer te kunnen leggen (huisvesting, secretariële ondersteuning etc.). Bekijk of voorzieningen gedeeld kunnen worden tussen verschillende organisaties en bekijk welke voorzieningen in natura verstrekt kunnen worden. Het is afhankelijk van het gekozen scenario welke rol er is weggelegd voor de belangenorganisaties. Ondersteun de Wmo-raad met een onafhankelijke voorzitter en ondersteuner, middelen om achterbanraadpleging mogelijk te maken (hoe dit eruit ziet, verschilt per scenario), zaalhuur en print/drukkosten, middelen voor deskundigheidsbevordering en teambuilding en eventueel een presentievergoeding (als waardering voor de vrijwillige inzet) of reiskostenvergoeding.
30
Bijlage: interviewlijst Organisatie Gemeente Hengelo
Stichting Gehandicaptenraad Hengelo Stichting Seniorenplatform Hengelo Klankbordgroep Mantelzorgers Trimaran Wmo clientenraad Zorgbelang Overijssel Telefonische interviews met ouderenbonden ANBO, KBO en PCOB Telefonische interviews met gehandicaptenorganisaties HAGO, HGOV en SWDT
Met wie? Afzonderlijke interviews met de wethouder, mevr. J. Oude Alink, beleidsmedewerkers zorg, mevr. T. Hoff en mevr. M. van de Berg en het afdelingshoofd Wmo, dhr. G. Overbeek Groepsinterview met de voorzitter, dhr. A Mosman en 3 andere bestuursleden. Groepsinterview met de voorzitter, dhr. T. Morskate, de oud-voorzitter dhr. C. Ooijevaar en 3 andere bestuursleden. Mevr. M. Lammers Mevr. M. Benkers Voorzitter, mevr. J. van de Bovenkamp Directeur, dhr. J. Feenstra Voorzitters dhr. W. Nijland, dhr. M. Gieseman en dhr. J. Sikking Dhr. B. ter Mors, mevr. L. Kemna-Leusink en mevr. K. van Adrighem
Bijlage: geraadpleegde documentenlijst -
Convenant met St. Seniorenplatform Hengelo Convenant met St. Gehandicaptenraad Hengelo Evaluatie Wmo Cliëntenraad Jaarverslag 2009 en activiteitenplan 2011 St. Gehandicaptenraad Hengelo Jaarverslag 2010 St. Seniorenplatform Hengelo Beleidsnota ‘Mee kunnen doen in Hengelo’ Programma ‘Thuis in de Buurt’ Concept meerjarenbeleid ‘Mee® doen met de Wmo’ Nota ‘Ruimte voor ouderen’ Beleidsnotitie ‘Mantelzorgers doen mee’ Nota gehandicaptenbeleid ’Een open deur’
31