Adviesrapportage Taal en Media (nieuwe) specifieke doelgroepen Mei 2013
Mei 2013 Brabantse Netwerk Bibliotheek Projectleider: Petra van Oosterhout Netwerkbegeleider: Anneke Oonincx
Inhoudsopgave 1.
Inleiding en achtergrond .......................................................................................... 3
2.
Opdracht en structuur .............................................................................................. 3
3.
Samenvatting van resultaten ................................................................................... 4
3.1 3.2 3.3 3.4
Trends en ontwikkelingen ............................................................................................ 4 Beleid en praktijk bij bibliotheken ................................................................................ 6 Gemeentelijk beleid ..................................................................................................... 7 Behoefte bij bibliotheken ............................................................................................. 8
4.
Conclusies en advies ................................................................................................ 8
Advies Taal & media specifieke doelgroepen ................................................................ 9
1.
Inleiding en achtergrond
De Brabantse Netwerkbibliotheek (BNB) richt zich op de ontwikkeling van de Brabantse burger op het gebied van taal en media, zodat hij of zij als weerbare burger moderne communicatie doorgrondt en actief deelneemt aan de samenleving. De inspanningen van de BNB zijn deels gericht op Brabanders van alle leeftijden en deels op de Brabantse jeugd. Daarnaast dient er een (door)ontwikkeling te komen van het aanbod voor Brabanders met een specifieke behoefte. Het gaat onder andere om mensen met een leesbeperking, zoals dyslexie, en ook laaggeletterden. Het uiteindelijke resultaat dient een aantoonbare reductie van laaggeletterdheid en een aantoonbare verhoging van mediawijsheid bij Brabantse burgers uit specifieke doelgroepen te laten zien. Met het project Taal & Media voor (nieuwe) specifieke doelgroepen zoals laaggeletterden en niet digitaal vaardigen, worden bibliotheken toegerust om mensen in kwetsbare posities en achterstandssituaties te bereiken, te enthousiasmeren en toe te leiden naar de bibliotheek en samenwerkingspartners. Voor het bereiken van deze doelstelling werkt de BNB volgens drie actielijnen van een landelijk plan, te weten Actielijn Onderwijs, Actielijn Bedrijfsleven en Actielijn Gezin & Gezondheid. Zij doen dit samen met lokale, bovenlokale en landelijke partners.
2.
Opdracht en structuur
Naast de continuering van een aantal projecten uit 2012 dient voor de komende beleidsperiode 2013-2015 een keuze gemaakt te worden voor nieuwe projecten die zowel relevant als kansrijk zijn. Om deze keuze te kunnen maken is in het eerste kwartaal van 2013 onderzoek uitgevoerd naar de volgende aspecten: Trends en ontwikkelingen m.b.t. specifieke doelgroepen Beleid en praktijk bij bibliotheken m.b.t. specifieke doelgroepen Gemeentelijk beleid m.b.t. specifieke doelgroepen Behoefte bij bibliotheken m.b.t. specifieke doelgroepen De resultaten van bovenstaand onderzoek wordt in het volgende hoofdstuk in samengevatte vorm gepresenteerd. Op basis van de resultaten worden in hoofdstuk 4 conclusies getrokken en wordt een advies t.b.v. besluitvorming door BNB geformuleerd.
3
3.
Samenvatting van resultaten
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de verschillende onderzoeken in samengevatte vorm beschreven. Indien noodzakelijk en relevant wordt verwezen naar bijlagen. 3.1
Trends en ontwikkelingen Op basis van een scan van relevante documentatie op het gebied van specifieke doelgroepen in relatie tot taal en media vallen de volgende zaken op: Kwetsbare groepen Er bestaat geen eenduidige definitie van kwetsbare groepen. Daarvoor zijn de factoren die de kwetsbaarheid veroorzaken te divers. Niettemin zijn er facetten te noemen die bijdragen aan een verhoogd risico op kwetsbaarheid: Mensen met een lage sociaal-economische status (lage opleiding en laag inkomen). Mensen met een beperking, handicap, ziekte en aandoening Mensen met Nederlands als tweede taal Mensen woonachtig in aandachtswijken Mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt Ouderen Wet- en regelgeving Er zijn diverse vormen van relevante wet- en regelgeving gericht op kwetsbare groepen. Het gaat om de volgende voorbeelden: Wet- en regelgeving met betrekking op VVE De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Wet- en regelgeving met betrekking op participatie De Jeugdzorg Drie actielijnen Vanuit overheidsperspectief is sprake van een decentralisatietendens. Bestuurlijk gezien worden taken van rijk en provincie naar de gemeenten overgeheveld. Voor bovengenoemde voorbeelden van wet- en regelgeving wordt de gemeente de belangrijkste uitvoerende instantie. Diverse gemeentes hebben inmiddels beleidsnotities (bijv. Breda). Elke gemeente kan zelf accenten en speerpunten bepalen. Vanuit het landelijk Siob plan worden de volgende actielijnen gehanteerd: Bedrijfsleven (Werk, bedrijven, arbeidsmarkt, re-integratie) Onderwijs Gezin en gezondheid Actief burgerschap en eigen kracht De centrale overheid treedt dus terug en doet een beroep op actief burgerschap binnen de brede civil society. De burger kan doen wat de overheid niet hoeft te doen. Ideologisch wordt uitgegaan van de participatiegedachte (“iedereen doet mee, telt mee en heeft een baan”) waarbij eigen kracht en verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid de centrale principes vormen. Daarbij blijft het overheidsbeleid onverlet gericht op maatschappelijke cohesie en het tegengaan van sociale uitsluiting.
4
Basisvaardigheden Basisvaardigheden zijn die vaardigheden die men nodig heeft om in de huidige maatschappij te kunnen functioneren. Zij zijn een voorwaarde voor maatschappelijke participatie, redzaamheid en actief burgerschap. Het gaat daarbij onder meer om taal (lezen, schrijven, spreken en luisteren), rekenen, digitale vaardigheden, opvoedingsvaardigheden, gezondheidsvaardigheden, financiële vaardigheden, burgerschapsvaardigheden en sociale vaardigheden. Het zijn met name kwetsbare burgers die vanwege een tekort aan basisvaardigheden, een verhoogd risico lopen op sociale uitsluiting. Het is derhalve van belang om aan kwetsbare burgers laagdrempelige educatieve arrangementen en ontwikkelingstrajecten aan te bieden die gericht zijn op de verwerving van basisvaardigheden. Op die manier kan de redzaamheid en de eigen kracht van de kwetsbare burgers verhoogd en versterkt worden. Het gaat daarbij om een Leven Lang Leren. Basisvaardigheden vereisen permanent onderhoud en bovendien zijn vanwege de maatschappelijke veranderingen, ook de basisvaardigheden voortdurend aan verandering onderhevig. Bij het creëren van educatieve voorzieningen is er niet alleen een rol weggelegd voor formele onderwijsaanbieders zoals het ROC, maar in toenemende mate ook voor informele onderwijsaanbieders zoals bibliotheken en welzijnsinstellingen. Door middel van samenwerkingsrelaties en door de inzet van vrijwilligers kunnen de kosten van het educatieve aanbod beperkt worden. Bezuinigingen Financieel gezien is sprake van een bezuinigingstendens, waarbij mindere (dure) professionals en meer (goedkope) vrijwilligers coördinatie en uitvoering ter hand nemen. Behalve meer doen met minder geld wordt ook meer een eigen bijdrage van burgers verwacht, wat aansluit op principes als behoud zelfstandigheid, zelfzorg, zelfmanagement en samenzorg. Ketensamenwerking Er zijn diverse samenwerkings- en ketenpartners actief met betrekking tot kwetsbare doelgroepen, zoals: Onderwijssector (vve, po, vo en bve) Welzijnssector Gezondheidssector (GGD) Arbeidsmarktsector Maatschappelijke organisaties (woningbouwcorporaties, voedselbank e.d) Vrijwilligerswerk (Gilde Samenspraak, Humanitas, Vrijwilligerscentrale e.d.) Culturele sector Ook deze partijen worden geacht meer met minder te doen en vooral ook op basis van onderlinge synergie te komen met nieuwe en pragmatische oplossingen. Aanpak Voorgaande uit zich in een bepaalde wijze van aanpak die ook aansluit bij de ideologische ambities van de centrale overheid. Het gaat om: Doelgroep-aanpak (bijv. vrouwen, werklozen) Wijkaanpak (taal in de buurt) Netwerk-aanpak Ouder-kind aanpak 5
Brede school aanpak Educatie op de werkvloer Instrumentarium Het gebruikte instrumentarium sluit hierbij ook aan met: De Participatieladder (VNG) De Zelfverantwoordelijkheidsladder Het Participatiewiel (Movisie) De Zelfredzaamheids-matrix (GGD) Standaarden en eindtermen volwasseneneducatie (taal, rekenen en digitale vaardigheden) Tenslotte valt het op dat de meetbaarheid van het effect van interventies m.b.t. taal en media sterk in de belangstelling staan. Gemeenten en andere stakeholders willen steeds vaker weten wat de waarde is van de investering die voortvloeit uit gemeentelijke subsidies of specifieke projectgelden. 3.2
Beleid en praktijk bij bibliotheken Beleid en praktijk met betrekking tot specifieke doelgroepen is op twee manieren onderzocht. Enerzijds heeft een scan plaatsgevonden op beleidsplannen van bibliotheken. Anderzijds is op basis van een digitale vragenlijst informatie verzameld over hoe taal en media m.b.t. specifieke doelgroepen in de dagelijkse praktijk van de bibliotheek gestalte krijgt. Als onderdeel van dit onderzoek heeft ook een eerste behoeftepeiling plaatsgevonden. Met betrekking tot bibliotheekbeleid komt in algemene zin naar voren dat veel beleidsplannen niet altijd up-to-date zijn of tegen het einde van de beleidsperiode aanzitten. Daarnaast valt op dat veel beleidsplannen algemeen en generiek geformuleerd zijn m.b.t. specifieke doelgroepen. Het is vaak ook onduidelijk wat de plannen zijn en in hoeverre deze plannen gerealiseerd of in ontwikkeling zijn. In de beleidsplannen worden vaak wel doelgroepen (ouderen, jeugd, allochtonen, minima, etc.) benoemd. Opvallend is dat laaggeletterdheid als thema of laaggeletterden als brede doelgroep bij de meeste bibliotheken beleidsmatig speerpunten zijn. De brede doelgroep van laaggeletterden valt uiteen in vele specifieke doelgroepen, zoals ouderen, jeugd, dyslectici, moeilijke lezers, etc. Bij veel bibliotheken wordt ook verwezen naar samenwerking met lokale partners, zonder dat deze samenwerking nader gespecificeerd wordt. Uit de dagelijkse praktijk van bibliotheken komen de volgende zaken naar voren: Laaggeletterden Het overgrote deel van de bibliotheken biedt producten/diensten aan voor laaggeletterden Deze producten/diensten vertonen een grote mate van diversiteit en zijn gangbaar qua aanbod. Voorbeelden zijn: o Taalpunt o Klik & Tik o Ondersteuning zelfstudie o Cursusmarkt o Bibliotheekprogramma voor taalaanbieders o Inloop taalcursus/taalnetwerk o Taalgroepen o Leesclub laaggeletterden 6
o MLP o Specifieke collecties o Daisyrom/speler o Leesclub o Gratis bibliotheekpassen o Rondleidingen o Groeps/klassenbezoeken o Boekstart+ Bibliotheken die meer dan drie samenwerkingspartners noemen zijn: De Meierij, Maasland, Veldhoven, VanNu, Breda, Den Bosch en De Kempen Bij ongeveer de helft van de bibliotheken zijn er voornemens om de dienstverlening voor laaggeletterden uit te breiden. Klik & Tik wordt hierbij in het bijzonder genoemd. Ouderen Het overgrote deel van de bibliotheken biedt producten/diensten aan voor ouderen en, in iets mindere mate, voor mensen met een beperking (slechtzienden) Deze producten/diensten vertonen een grote mate van diversiteit en zijn gangbaar qua aanbod. Voorbeelden zijn: o Voorlezen/activiteiten in verzorgingstehuizen o Collectie Levend Verleden voor dementerenden en mantelzorgers o Loket aangepast lezen o Specifieke (wissel)collecties o Grootletterboeken o Daisyrom/speler o Bibliotheek aan huis-diensten o Themakoffers Bibliotheken die meer dan drie samenwerkingspartners noemen zijn: De Kempen, Best, Veldhoven, Altena en Breda. Bij een beperkt deel van de bibliotheken zijn er voornemens om de dienstverlening voor ouderen of mensen met een beperking uit te breiden. Voorleescollecties worden hierbij genoemd. 3.3
Gemeentelijk beleid Op basis van een scan van coalitieakkoorden of collegeprogramma‟s van alle Brabantse gemeenten op relevantie voor dit project komen de volgende zaken naar voren: Hoewel onderwerpen op het gebied van taal & media en specifieke doelgroepen worden benoemd, blijft het veelal bij het benoemen ervan. Bij het benoemen van het onderwerp wordt in algemene zin verwezen naar doelgroepen als ouderen, jeugd en minima. Deze doelgroepen worden geschaard onder kwetsbare doelgroepen die verder bestaat uit mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking, mensen zonder werk c.q. minima, mensen in de sociale werkvoorziening en jeugd/jongeren met voortijdige schooluitval. Bij het benoemen van het onderwerp wordt ook verwezen naar generieke gemeentelijke thema‟s, zoals sociale cohesie, maatschappelijke participatie (meedoen), culturele vitaliteit, sociale activering, wijkgericht werken, (re)integratie en zelfredzaamheid. Het lijkt erop dat voor vrijwilligers en mantelzorgers specifieke middelen beschikbaar zijn. Vaak wordt verwezen naar bestaande vormen van wetgeving, zoals WMO, LEA (lokale educatieve agenda) en OKE (ontwikkelingskansen voor kwaliteit en educatie), waarmee middelen beschikbaar gesteld kunnen worden voor specifieke vraagstukken en doelgroepen. Een leven lang leren wordt vaak in verband gebracht met volwasseneducatie.
7
Termen als taalachterstand worden in beperkte mate genoemd, maar de gemeenten die dit doen vormen vaak wel een indicatie voor de mate waarmee de gemeente hiermee serieus wil omgaan. Mediawijsheid als term komt vrijwel nergens voor. Er zijn kansen voor Taal & Media-projecten voor kwetsbare doelgroepen door het werken aan taal en mediawijsheid te zien als een middel om een bijdrage te leveren aan de generieke gemeentelijke beleidsthema‟s. Vanuit dit perspectief zijn er dan wel weer kansen bij vrijwel alle gemeenten. Op basis van de mate waarin gemeenten expliciete en substantiële beleidsmatige aandacht laten zien voor specifieke doelgroepen lenen de volgende gemeenten zich voor kansrijke projecten: Bernheze, Bergen op Zoom, Den Bosch, Oosterhout, St. Oedenrode, Tilburg, Uden, Veghel, Best, Geldrop-Mierlo, Gilze en Rijen, Helmond, Heusden, Oss, Breda, Cuijk, Son en Breugel, Veldhoven en Schijndel. 3.4
Behoefte bij bibliotheken Gedurende de onderzoeksperiode zijn er interviews gehouden met vijf bibliotheken over hun wensen en behoeften m.b.t. Specifieke doelgroepen: Maasland, Veldhoven, De Meierij, Breda en De Lage Beemden. Ondersteuningsbehoeften en ideeën voor nieuwe specifieke doelgroepen zijn vertaald in onderstaande advies.
4.
t hoofd stuk Conclusies en advies
Op basis van voorgaande onderzoeksresultaten kunnen de volgende conclusies geformuleerd worden: Met betrekking tot specifieke doelgroepen valt het beleid van gemeenten en bibliotheken te omschrijven als algemeen en generiek. Op bibliotheekniveau worden vooral doelgroepen, thema‟s en samenwerkingspartners benoemd en is er in beperkte mate sprake van concrete plannen en doelstellingen. Op gemeentelijk niveau worden grote maatschappelijke thema‟s (sociale cohesie, maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid en eigen kracht) als kapstok gehanteerd voor specifiek doelgroepenbeleid. Deze kwetsbare groepen vallen onder het gemeentelijke WMOen Participatiebeleid. Uit de dagelijkse praktijk van het bibliotheekwerk in Brabant valt op dat het steeds dezelfde bibliotheken zijn die bewust en concreet met specifieke doelgroepen bezig. De vraag in hoeverre concrete interventies op het gebied van taal en media hun effect sorteren kan moeizaam beantwoord worden, omdat doelen vaak niet of beperkt concreet zijn doorvertaald in doelstellingen. Hiermee wordt het belang van het meten van het effect van projecten relevant en belangrijk.
8
Advies Taal & media specifieke doelgroepen Suggestie tot serieuze beleidsontwikkeling bij bibliotheken m.b.t. specifieke doelgroepen. De bijlage bij dit rapport „Kwetsbare groepen Gemeente Breda‟ heeft Cubiss gerealiseerd in het eerste kwartaal 2013 voor Stichting Nieuwe Veste/Bibliotheek Breda. Er is een meta-analyse uitgevoerd om vast te stellen om welke kwetsbare groepen het gaat in Breda, in welke wijken die zich bevinden en wat de omvang hiervan is. Met de resultaten van dit onderzoek kan de bibliotheek haar strategie bepalen ten aanzien van kwetsbare groepen en haar dienstverlening in de wijken op af stemmen. Voor andere bibliotheken binnen de BNB die ook een dergelijk rapport wensen van hun werkgebied, kan Cubiss dit realiseren binnen het project. Maak een keuze voor een beperkt aantal projecten bij een beperkt aantal bibliotheken en doe dit in samenwerking met gemeenten. De volgende nieuwe projecten worden voorgesteld: o LinkedIn cursus voor een groep vrouwen van 45+ die willen instromen in het arbeidsproces(of: om hen toe te leiden naar de arbeidsmarkt). Activiteit vindt plaats op het Taal- en werkplein als pilotproject Bibliotheek Breda. o Cursus social media voor mensen met een verstandelijke beperking. In samenwerking met MEE en een school voor speciaal onderwijs worden cliënten, schoolverlaters zmlk, naar de cursus social media in de bibliotheek geleid. Ook wordt aandacht besteed aan het onderhouden van hun basisvaardigheden (lezen, schrijven en rekenen); pilotproject Bibliotheek Midden Brabant. o Digisterker: werken met de e-overheid voor digibeten. In samenwerking met gemeenten worden cursussen digitale vaardigheden georganiseerd gericht op het elektronische dienstenaanbod van de overheid. Pilotproject met belangstellende bibliotheken. o Pilotproject Mediawijsheid voor zzp‟ers in St. Oedenrode en Mediaspreekuur in Vught (Bibliotheek De Meierij). o Samenwerkingsproject Laaggeletterdheid in West-Brabant: VanNu, Markiezaat, Zundert-Rucphen en De Nieuwe Veste/Bibliotheek Breda. o Binnen het project is ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven van bibliotheken en samenwerkingspartners. Zorg bij alle projecten voor een heldere formulering van het doel ervan, zodanig dat concrete en meetbare doelstellingen eruit afgeleid kunnen worden. Stel dit vooraf vast, zodat duidelijk is welk soort effectmeting dient plaats te vinden. Bibliotheken die een dienstverlening voor specifieke doelgroepen realiseren, kunnen aanhaken bij gemeentelijk WMO- en Participatiebeleid. Daarnaast adviseren we de uitrol en doorontwikkeling van bestaande projecten, te weten: o Klik & Tik i.s.m. UWV, voortgezet onderwijs, vrijwilligers, gemeente. Ook een vervolg op Klik & Tik is als wenselijk benoemd, om klanten aan de bibliotheek te binden en een passend aanbod te realiseren. o Samenwerking met de Sociale Werkvoorziening; dienstverlening op locatie en toeleiding naar de bibliotheek. o Doorontwikkeling van Lees- en schrijfpleinen; o.a. inzet vrijwilligers, bedienen van andere doelgroepen zoals mensen met afasie en dyslexie, organiseren Taalnetwerk. o Boekstart+; een dienstverlening gericht op laaggeletterde jonge ouders. o Doorontwikkeling van de programmering rondom de Media Bar voor specifieke doelgroepen. o Doorontwikkeling Provinciaal Loket Aangepast Lezen en Bibliotheekwerk voor ouderen. 9