Adviesraad Gemeente Kaag en Braassem
Sociaal Domein
DE LOGISCHE OPVOLGER VAN DE WMO-ADVIESRAAD NIEUWSBRIEF 113 Datum: 11 juni 2016 Secretariaat: de heer D.L.Klerkx Gruttohof 24, 2371 NR Roelofarendsveen Tel.06-83114156 Emailadres:
[email protected] Website:www.wmoadviesraadkaagenbraassem.nl
Beste leden Adviesraad Sociaal Domein en andere geïnteresseerden, In de vorige nieuwsbrief gaf ik aan dat geprobeerd zou worden de lengte van de nieuwsbrieven te beperken: dat is deze keer aardig gelukt. Ik probeer dit zo te houden! Probleem daarbij is, dat er zoveel interessante berichten zijn, heel divers, maar daardoor stijgt zo gemakkelijk het aantal. Dus ik zal iets strenger selecteren en u kunt selectief lezen. Ik zal dus ook nu de inleiding kort houden, ik zeg slechts: Veel leesplezier en doe er uw voordeel mee! Met vriendelijke groet Fried Elstgeest, voorzitter
Blz. Onderwerp: 2. Onderzoek naar onwettige plaatsing in gesloten inrichting 2. Durf nodig bij problematische situaties in kwetsbare gezinnen 3. Gemeenten moeten aangeven hoeveel uren huishoudelijke zorg nodig is 4. Het Reformatorisch Meldpunt seksueel misbruik 4. Slechtere contracten bij wijziging zorgaanbieder 5. Hoe bereid u zich voor op zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen? 7. Ouderen doen steeds langer een beroep op de bijstand 7. WLZ: recht op onafhankelijke cliëntondersteuning 8. Meer verbinding tussen de Wmo en de Partipatiewet ligt voor de hand 9. Niemand weet meer wat oorspronkelijk het doel was van het keukentafelgesprek 11.Een blijverslening voor woningaanpassing 12.Kan begeleiding van een jeugdige bij het spelen van golf jeugdhulp zijn? 13.FNV, regionale journalistiek en gemeentelijke verantwoordelijkheden 13.Heeft WMO geleid tot versterking zelfredzaamheid en eigen regie van kwetsbare burgers? 14.Geld voor aanpak van personen met verward gedrag 15.Aanvaring over adempauze voor mensen met zware schulden 15.Debat over de decentralisatie van de Wmo 16.Veel banen verdwenen door bezuinigingen Rijk en Gemeenten 16.Onderzoek onder ‘Voedselbankklanten.’ 17.Rapport 'Mensen zijn op zichzelf aangewezen. Dwalen tussen wetten en loketten' 17.Brief aan alle wethouders, n.a.v. de uitspraak van CRvB over de huishoudelijke hulp 18.Oproep met betrekking tot het ( verdwijnen) van het casemanagement dementie 19.Vervangen van betaald door onbetaald werk en bevordering van slechtere beloning ongewenst 19.Een betere financiële vergoeding voor raadsleden
1
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Onderzoek naar onwettige plaatsing in gesloten inrichting
Nieuwsbrief Schulinck 26 mei 2016
Zeker 38 kinderen onwettig in gesloten inrichting In instelling Schakenbosch in Leidschendam zitten zeker 38 kinderen, tussen twaalf en achttien jaar met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen, zonder dat de rechter een machtiging voor gesloten jeugdhulpverlening heeft verleend, dit schrijft het NRC op donderdag 26 mei. De kinderen en hun ouders hebben zelf bepaald dat ze daar worden opgenomen en er is voortdurend overleg over de maatregelen. Zorgvuldig Schakenbosch geeft volgens het NRC aan dat het de vrijheid van kinderen inperkt als dat voor de behandeling nodig is en dat zorgvuldig met de kinderen wordt omgegaan. Wet Wettelijk kunnen kinderen alleen in een gesloten inrichting worden opgenomen na een machtiging van de kinderrechter. Daarnaast hoort daarbij een gedragswetenschapper zich uit te spreken over de noodzaak en het effect van de plaatsing ten behoeve van het welzijn van een kind. Inspectie Minister van Rijn is op de hoogte en de Inspectie heeft een onderzoek gestart om alle feiten op een rij te krijgen. Bron: NRC
Durf nodig bij problematische situaties in kwetsbare gezinnen
Nieuwsbrief Schulinck 26 mei 2016
Meer durf nodig bij aanpak gezinsproblemen Jeugdhulpverleners, leerkrachten, huisartsen en andere professionals krijgen regelmatig te maken met problematische situaties in kwetsbare gezinnen. Het maken van een professionele inschatting over wat nodig is voor een gezin vergt durf. Durf om te allen tijde met ouders en kinderen in gesprek te blijven. Durf om de grenzen van eigen deskundigheid en ervaring onder ogen te zien. Durf om andere instanties naar voren te schuiven in het belang van kind en gezin. Dat schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in zijn advies "Een gedurfde ambitie. Veelzijdig samenwerken met kind en gezin". Bij het aanpakken van de gezinsproblemen worden ouders nog te weinig gehoord, stelt de RVS. Er wordt nog te vaak over, in plaats van met de gezinnen gepraat. De RVS hecht groot belang aan goede samenwerking tussen meerdere professionals, omdat complexe problemen in gezinnen vaak niet door één zorgprofessional zijn op te lossen. Maar, samenwerken wordt te vaak een doel op zich. Hierdoor blijven probleemsituaties in gezinnen te lang voortduren en blijven oplossingen te lang uit. Een ander risico is dat gezinnen te maken krijgen met onnodig veel hulpverleners tegelijk. Aanbevelingen De RVS geeft drie aanbevelingen voor het bevorderen van passende en effectieve zorg. 1. De doelen van zorg en ondersteuning komen altijd in dialoog met gezinnen en kinderen tot stand. Vanuit dat uitgangspunt maken zorgprofessionals hun afwegingen hoe te handelen en hoe samen te werken. Bij iedere afweging betrekken zij de ouders en kinderen. Zelfs bij dwangmaatregelen, zoals uithuisplaatsing van een kind. 2.Het is van belang dat professionals zich niet alleen vakinhoudelijk, maar ook op relationeel en normatief gebied blijvend ontwikkelen. Zij hebben te maken met grote spanningen en dilemma's. Niet alleen binnen gezinnen, maar ook in de interactie met andere professionals en bestuurders. Zij moeten goed kunnen reflecteren op hun eigen handelen en dat van anderen. Dat vraagt continue tijd en aandacht. 2
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
3.Bestuurders en beleidsmakers moeten professionals de ruimte geven om te experimenteren met vormen van samenwerking; professionals moeten in de praktijk kunnen toetsen wat wel en niet werkt. Met deze aanbevelingen wil de RVS een gedeelde en gedurfde ambitie verder helpen. Bron: ANP
Gemeenten moeten aangeven hoeveel uren huishoudelijke zorg nodig is
Google melding Wmo: Zorgvisie 26 mei 2016
Rechter haalt streep door resultaatgericht indiceren Wmo Gemeenten moeten aangeven hoeveel uren huishoudelijke zorg nodig is. Zorgaanbieders hebben dan niet meer de vrijheid om te schuiven met tarieven en personeel. Maar wellicht zit er voor hen nog wel een verhoging van de tarieven in, zegt aanbestedingsexpert Tim Robbe. De hoogste rechter, de Centrale Raad van Beroep (CRvB), heeft vorige week de beleidsruimte van gemeenten beperkt. Drie uitspraken hebben vorige week veel aandacht gekregen. Gemeenten kunnen niet zo maar stoppen met de huishoudelijke hulp, ze kunnen niet volstaan met een collectieve voorziening en moeten goed onderzoek doen naar de individuele hulpbehoefte. Maar de hoogste rechter deed nog een vierde uitspraak die veel minder aandacht heeft gekregen, maar mogelijk nog veel verstrekkendere gevolgen heeft voor gemeenten en zorgaanbieders. Resultaatgericht indiceren In die uitspraak op 18 mei bekrachtigt het CRvB een eerdere uitspraak van de rechtbank van Rotterdam. Deze zaak gaat over het zogeheten ‘resultaatgericht indiceren’, zoals de gemeente Rotterdam dat doet. Bij deze nieuwe manier van indiceren sluit de gemeente contracten met zorgaanbieders over de resultaten die zij moeten behalen. Voorbeelden van ‘resultaatgebieden’ zijn ‘een schoon huis’, ‘beschikken over schone kleding’ of ‘versterking van zelfredzaamheid’. Hoe de zorgaanbieders deze resultaten bereiken, is geen zaak van de gemeente. De zorgaanbieders krijgen de vrijheid om dat zelf in te vullen. Hoeveel uren zorg wordt geleverd, welk niveau personeel wordt ingezet: dat is allemaal aan de zorgaanbieder. Aangeven hoe resultaat wordt bereikt In de zaak tegen de gemeente Rotterdam oordeelt de rechter dat bij de toekenning van huishoudelijke verzorging in resultaatgebieden een duidelijke maatstaf mist. ‘De rechter zegt nu, zo mag je niet indiceren. In het indicatiebesluit moet ook staan hoe het resultaat moet worden bereikt’, zegt aanbestedingsexpert en advocaat Tim Robbe. De gemeente moet in de beschikking aangeven hoeveel zorg er aan burgers moet worden gegeven. Bezuinigingen afwentelen op burgers Resultaatgericht indiceren is populair geworden onder gemeenten. In navolging van Rotterdam gebruiken zeker 108 gemeenten deze methode om de bezuinigingen op de Wmo te realiseren. Robbe: ‘Voor de bühne houden wethouders mooie praatjes dat zorgaanbieders de vrijheid moeten krijgen om maatwerk te leveren. Maar in de praktijk zien we dat zorgaanbieders de bezuinigingen op de Wmo afwentelen op burgers. De zorgorganisaties korten op het aantal uren zorg dat ze leveren of zetten goedkoper personeel in. Door deze uitspraak hebben zorgaanbieders dus niet meer de vrijheid om te schuiven met uren en de kwaliteit van het personeel.’ Inkoop Wmo op zijn kop Volgens Robbe hadden gemeenten kunnen zien aankomen dat resultaatgericht indiceren niet mag, want diverse lagere rechtbanken hadden al eerder soortgelijke uitspraken gedaan. ‘Maar resultaatgericht indiceren is zo’n hype onder gemeenten, dat het net lijkt of ze niet willen horen dat het niet mag. Ze zijn zo gefixeerd op innovatie en de transformatie dat ze allerlei dingen bedenken die niet mogen. Na de uitspraken hoorde ik vorige week nog een wethouder zeggen: “Misschien moeten we het beleid nu aanpassen”. Nee, wethouder, de rechter verplicht u uw beleid aan te
3
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
passen. Deze uitspraak zet de hele inkoop voor 2017 op zijn kop. Gemeenten moeten nu opeens aangeven hoe de resultaten moeten worden bereikt, terwijl ze daar niet op hadden gerekend.’ Belofte om Wmo-tarief te verhogen Een ander punt dat volgens Robbe weinig aandacht heeft gekregen, zijn de beloftes die veel gemeenten hebben gedaan om de Wmo-tarieven met terugwerkende kracht te verhogen als er geld overblijft. Bij Verantwoordingsdag werd duidelijk dat gemeenten 360 miljoen euro op de plank hebben laten liggen bij de uitvoering van de Wmo 2015. ‘De beloftes die gemeenten hebben gedaan zijn terug te vinden in de notulen van de onderhandelingen en maken juridisch gezien onderdeel uit van de interpretatie van het contract. Het verbaast me dat ik nog geen één zorgaanbieder heb gehoord die gemeenten aan die belofte herinnert. Het is een kwestie van doorspitten van de notulen of de gemeente zo’n toezegging heeft gedaan. En anders zou ik zorgaanbieders adviseren om een verhoging van de tarieven per 2017 te eisen.’ Bart Kiers Redacteur cure Het Reformatorisch Meldpunt seksueel misbruik
Zorg+welzijn 26 mei 2016
Hulpvragers weten Reformatorisch Meldpunt te vinden Het Reformatorisch Meldpunt heeft, drie maanden na de oprichting, ruim vijftig anonieme hulpvragen binnen gekregen. Deze hulpvragen zijn divers, maar het grootste deel bestaat uit meldingen over seksueel misbruik. Het Reformatorisch Meldpunt is op 1 maart van start gegaan. Doel van het meldpunt is dat slachtoffers van seksueel misbruik uit de reformatorische gemeenschap anoniem hulp kunnen vragen aan mensen met dezelfde geloofsovertuiging. Bij het meldpunt zijn zeventien vrijwilligers actief die een achtergrond hebben in de hulpverlening hebben en getraind zijn om dit werk te doen. Zij luisteren en geven advies om stappen in de goede richting te zetten. Spreek over misbruik Berna de Ruiter, projectleider van het meldpunt: ‘We zijn dankbaar dat de weg naar het Reformatorisch Meldpunt gevonden wordt. We hopen van harte dat dit een aanmoediging is voor anderen die de stap nog niet durfden te zetten, om ook contact op te nemen. Het is zo belangrijk om te spreken over seksueel misbruik.’ Hulpvragen De meeste hulpvragen kwamen binnen via de anonieme contactmogelijkheid van WhatsApp. Ook werd een deel van de gesprekken via een anoniem mailaccount gevoerd. Het Reformatorisch Meldpunt werkt bewust anoniem. ‘Hiermee zijn we zo laagdrempelig mogelijk.’ De hulpvragen die tot nu toe binnenkwamen bij het meldpunt hadden voornamelijk te maken met seksueel misbruik. Ook kwamen er hulpvragen binnen over pornografie, relatieproblematiek en huiselijk geweld. Sophie van Hogendorp
Slechtere contracten bij wijziging zorgaanbieder
Nieuwsbrief CNV-Zorg en Welzijn 27 mei 2016
Meldpunt contracten thuiszorg bevestigt misbruik Medewerkers in de thuiszorg die hun nieuwe contract hebben opgestuurd naar het op 26 april door CNV Zorg & Welzijn geopende meldpunt
[email protected], hebben na hun ontslag een verslechterd contract aangeboden gekregen. Voor een aantal bleek het aanleiding om als huishoudelijke hulp te stoppen, anderen accepteerden de slechte arbeidsvoorwaarden om niet in de WW te belanden. Het voelt vooral als een gebrek aan waardering voor het werk dat is verzet. Door de opgestuurde contracten ontstaat een helder, maar schokkend beeld van de arbeidsvoorwaarden waaronder ontslagen medewerkers van onder meer TSN nu voor andere 4
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
zorgaanbieders moeten werken. Dit patroon is zichtbaar in alle delen van Nederland en opvallend is het groot aantal kleine zorgaanbieders die de medewerkers in dienst hebben genomen. 20 procent minder loon Medewerkers ontvangen een uurloon dat gemiddeld 20 procent lager ligt dan bij TSN en ze zijn ingedeeld in schaal 10 in plaats van schaal 15. De contracten zijn bovendien flexibeler en veel medewerkers leveren 10 of meer uren in, of vallen terug naar een 0-uren-contract. Daarvoor worden uitzendconstructies gebruikt. Opvallend is ook de angst onder de medewerkers dat hun naam of situatie bekend wordt bij hun werkgever. CNV Zorg & Welzijn luidt de noodklok bij de politiek: ‘Wij hebben gedaan wat we konden. Er ligt een keurige cao die algemeen verbindend is verklaard, we hebben meegewerkt aan de code verantwoordelijk marktgedrag in de thuisondersteuning, we hebben gepleit voor een keurmerk, maar als zorgondernemers zich daar niet aan houden zet de race naar de bodem onverkort door over de rug van kwetsbare werknemers. Dit is ontoelaatbaar en daarom vragen wij de politiek verantwoordelijkheid te nemen’ zegt Suzanne Kruizinga, voorzitter van CNV Zorg & Welzijn. Innovatie Kruizinga: ‘Voor nu moeten zorgondernemers de cao-afspraken naleven, maar we moeten ook werken aan een systeem dat structurele oplossingen biedt. Daarom wil CNV Zorg & Welzijn integrale zorgfuncties, zodat niet vier medewerkers, maar slechts één medewerker bij de cliënt over de vloer komt. Daarover zijn wij in gesprek met gemeenten en brancheorganisaties en we verwachten rond de zomer met de eerste pilot te kunnen starten.’
Hoe bereid u zich voor op zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen?
Nieuwsbrief Alles Zelf .nl Het platform dat ouderen elke week helpt 30 mei 2016
10 Tips om langer thuis te blijven wonen 30 mei 2016 Mensen op hoge leeftijd wonen tegenwoordig zo lang mogelijk zelfstandig thuis, ook als ze zorg en ondersteuning nodig hebben. Hoe bereidt u zich hierop voor? Alleszelf.nl geeft u tien tips om de regie te houden over uw eigen leven thuis. Ook als uw gezondheid afneemt. Verantwoording De informatie uit dit bericht is gebaseerd op mijn ervaring als mantelzorgmakelaar. Het is onmogelijk om compleet te zijn. Als u daarom andere inzichten en informatie hebt, deel die graag onder het bericht in een reactie. 1. Volg het woonnieuws Hoe ouder u wordt, hoe prettiger het idee dat zorg dichtbij is. Mantelzorg of professionele zorg. Een groeiend aantal kleinschalige wooninitiatieven speelt hier op in. Voorbeelden zijn de Thuishuizen voor alleenstaande ouderen, co-housing en levensloopbestendig wonen. Tijdig verhuizen kan u op langere termijn meer zelfstandigheid opleveren. Informeer bij uw gemeente naar nieuwe bouwprojecten, houd lokale media bij, leg uw oor te luisteren bij andere senioren. 2. Ken lokale netwerken Gemeenten zetten sinds vorig jaar in op nieuwe netwerken, zoals burenhulp, ondersteuning van mantelzorgers en burgerinitiatieven in de wijk. Zo komt u op een gemakkelijke, soms kosteloze manier aan ondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld gezelschap, iemand die u helpt bij vervoer of kleine reparatieklussen oppakt. Wat speelt er in uw gemeente of buurt? Bij welk netwerk kunt u waarvoor precies terecht? Informeer bij een sociaal wijkteam ( =Kernteam K&Br) of het Wmo-loket van uw gemeente. 3. Weet zorg te vinden Als u ziek wordt en zorg nodig heeft, krijgt u te maken met een van deze drie wetten; Zorgverzekeringswet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of de Wet langdurige zorg. Iedere wet
5
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
kent eigen toegangscriteria en eigen procedures. Zoekt u iemand die uitzoekwerk en regeltaken rondom zorg van u overneemt? Neem contact op met een mantelzorgmakelaar (Kernteam K&BR). 4. Maak een Persoonlijk Zorg- en Leefplan In een Persoonlijk Zorg- en Leefplan zet u uw behoeften, wensen en mogelijkheden rondom leven en wonen op een rij waardoor u ook op langere termijn zelf de regie houdt. Met een Persoonlijk Zorgen Leefplan heeft u een waardevol document in gesprekken met eventuele toekomstige zorg- en dienstverleners. Dat maakt u een sterke gesprekspartner en zorgt ervoor dat u minder snel verstrikt raakt in regels en aanvraagprocedures. 5. Regel vertegenwoordiging Wie komt op voor uw belangen als u dat zelf (tijdelijk) niet meer kan? Voor een financiële volmacht gaat u naar uw bank. Heeft u vermogen? Dan is een bezoek aan de notaris de aangewezen weg. In een testament kunt u behalve erfenis en beheer van uw geld ook vastleggen wie u vertegenwoordigt in kwesties rondom zorg en welzijn. Door op tijd wettelijke vertegenwoordiging te regelen en afspraken te maken over zorg en financiën kunt u zo lang mogelijk het leven leiden dat u zelf kiest. 6. Breng uw kinderen op de hoogte Heeft u kinderen? Ga eens aan tafel zitten om te bespreken wie welke taken op zich neemt als u het niet meer kunt. Een verdeling die veel voorkomt: administratie, praktische regeltaken, begeleiding bij doktersbezoek of samen erop uit. Door uw wensen en behoeften tijdig kenbaar te maken voorkomt u dat de onderlinge verhouding tussen uw kinderen verstoord raakt. 7. Doe digitaal mee Dienst- en serviceverlening verloopt steeds vaker digitaal: in veel gemeenten kunt u alleen nog online afspraken maken, actuele informatie over openbaar vervoer staat op internet, huisartsen bieden econsults aan. Daarnaast verschijnen steeds meer handige apps of digitale hulpmiddelen die helpen om langer zelfstandig te wonen. Wilt u beginnen of digitaal bij-leren? 8. Beweeg Regelmatig bewegen vertraagt het ouder worden en zorgt ervoor dat u minder snel last krijgt van allerlei kwalen. Goed te weten: ook op oudere leeftijd kunt u door middel van training uw kracht, conditie, loopvermogen, balans en mobiliteit verbeteren. Fietsen, wandelen, een bezoek aan een fitnesscentrum, alles helpt. Veel gemeenten bieden zwem-, dans- of gymnastieklessen aan tegen gereduceerde tarieven in het kader van het programma Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO) . Vraag ernaar bij uw WMO-loket. Wilt u wel bewegen, maar niet alleen? Kijk op www.beweegmaatje.nl voor een sportmaatje in uw buurt. Tip: draag geen klusjes over aan mantelzorgers die u zelf nog aan kunt. Boodschappen halen, een brief op de bus doen, maar ook uzelf wassen, aankleden, zelfs de gordijnen open doen. Al deze bewegingen dragen indirect bij aan langer zelfstandig wonen. 9. Pas uw woning aan Natuurlijk, u kunt wachten tot zich een (gezondheids)probleem voordoet, maar als u nu uw woning aanpast, profiteert u langer van extra comfort en veiligheid. Ontdek via de Huistest wat u aan uw woning kunt verbeteren. Voor praktische oplossingen en nieuwe technologiën kunt u onder meer terecht bij bouwmarkten en thuiszorgwinkels. Gemeenten zijn over het algemeen terughoudend in het vergoeden van aanpassingen. Maar heeft u een beperking, dan kan een eisenpakket vastgesteld door een ergotherapeut of een professionele ontwerptekening helpen. De gemeente Renkum bood in maart jongstleden als eerste een blijverslening. Dit is een regeling voor woningeigenaren om levensloopbestendige woningaanpassingen te financieren. De Consumentenbond heeft er een pagina over. Vraag ernaar in uw gemeente. Sommige zorgverzekeraars vergoeden apparatuur voor technische verbeteringen in uw woning zoals een bewegingsschakelaar of lichtbediening op afstand. 10. Blijf sociaal actief Mensen met veel contacten voelen zich niet alleen gelukkiger, maar blijven ook langer gezond. En langer gezond betekent ook langer thuis. Lees over de uitkomsten van het langstlopende onderzoek 6
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
naar geluk. En maak gebruik van de tips tegen eenzaamheid en de mogelijkheden voor sociale contacten. (Meer info: www.alleszelf.nl) Ouderen doen steeds langer een beroep op de bijstand
Nieuwsbrief CNV 31 mei 2016
Ouderen langer in de bijstand 31-05-2016 Ouderen doen steeds langer een beroep op de bijstand blijkt uit cijfers van dinsdag 31 mei van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit komt door de recente verhoging van de AOW-leeftijd met drie maanden. Het CBS becijferde eerder deze maand dat ouderen oververtegenwoordigd zijn onder de langdurig werklozen. "Als werkgevers ouderen aan de kant laten staan, dan belanden ze uiteindelijk in de bijstand en dat is zuur als je vlak voor je AOW zit", aldus CNV Voorzitter Maurice Limmen. Het CNV vraagt regelmatig aandacht voor de moeilijke positie van ouderen op de arbeidsmarkt. Werkgevers hebben veel negatieve vooroordelen die niet op feiten zijn gebaseerd. Langdurige werkloosheid kan er uiteindelijk toe leiden dat ouderen in de bijstand belanden. Het CNV wil speciale aandacht voor ouderen van het UWV bij de bemiddeling naar werk. Zodra ouderen in de bijstand belanden zijn de gemeenten aan zet. Naast ouderen komen er ook steeds meer jongeren met een arbeidsbeperking in de bijstand terecht, die sinds de invoering van de participatiewet geen recht meer hebben op een Wajong-uitkering, omdat ze niet langdurig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Voor deze gedeeltelijk arbeidsongeschikten is de bijstand de enige uitweg.
WLZ: recht op onafhankelijke cliëntondersteuning
Nieuwsbrief Zorgbelang Zuid-Holland mei 2016
Cliëntondersteuning Heeft u te maken met langdurige zorg? En heeft u vragen of behoefte aan ondersteuning? Iedereen met een indicatie voor langdurige zorg (Wet langdurige zorg-indicatie) heeft recht op onafhankelijke cliëntondersteuning. Onafhankelijke cliëntondersteuning is ondersteuning bij het regelen van zorg en het maken van afspraken hierover. U kunt hiervoor kosteloos terecht bij Zorgbelang Zuid-Holland. De cliëntondersteuners werken vanuit de regio, waardoor zij de cliënt goed kunnen informeren over de (zorg)mogelijkheden in die betreffende regio, zoals het aanbod van zorgaanbieders, mogelijke wachtlijsten en de kwaliteit van het zorgaanbod. CLiëntondersteuning Informatie en advies De onafhankelijke cliëntondersteuners bieden: Hulp bij het kiezen van een passende zorgaanbieder. Ondersteuning bij het opstellen, evalueren en bijstellen van het persoonlijk plan en het zorgplan. Bemiddeling wanneer de cliënt en de zorgaanbieder er samen niet uitkomen. Onafhankelijke hulp De cliëntondersteuners bij Zorgbelang Zuid-Holland zijn onafhankelijk van zorgaanbieders en zorgkantoren. Ze werken altijd vanuit het belang van de cliënt, en helpen om weloverwogen keuzes te maken voor zorg die op dat moment het beste past. De cliëntondersteuners gaan vertrouwelijk om met de verstrekte informatie. Contact De cliëntondersteuners helpen u graag verder. U kunt hen bereiken onder telefoonnummer (088) 929 40 40 (op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur), of via de mail:
[email protected]. De ondersteuning is gratis, u betaalt alleen de lokale belkosten. 7
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Verwerking persoonsgegevens Voor het verlenen van individuele dienstverlening hebben wij persoonsgegevens van onze cliënt nodig. Deze gegevens worden door ons zorgvuldig verwerkt en we gaan er vertrouwelijk mee om. Het privacyreglement van Zorgbelangenorganisaties beschrijft alle belangrijke zaken rond de persoonsverwerking door het Adviespunt Zorgbelang zoals de doelen voor het verzamelen van persoonsgegevens, de rechten van onze cliënten en de bewaartermijn. U kunt ons privacyreglement inzien op de website: http://zorgbelang-zuidholland.nl/ondersteuning
Meer verbinding tussen de Wmo en de Partipatiewet ligt voor de hand
Movisie mail 31 mei 2016
Verbinding Wmo en Participatiewet: hoe gaat het eigenlijk? artikel - 30 mei 2016 De helft van de kwetsbare mensen die met de Participatiewet te maken heeft, heeft ook andere vormen van ondersteuning nodig. Meer verbinding tussen de Wmo en de Partipatiewet ligt dus voor de hand, betogen Marjet van Houten en Charlotte Hanzon van Movisie. Hoe doen gemeenten het in dit opzicht? Marjet: ‘We zien een wisselend beeld. Je hebt gemeenten die nu de eerste stappen maken en die verbinding tot stand brengen. Maar ze moeten allerlei hobbels nemen. De Participatiewet kent zoveel regels en verplichtingen dat het niet gemakkelijk is om die verbinding te maken. Recent onderzoek laat zien dat gemeenten vooral bezig zijn met het organiseren van zorg voor burgers. Meedoen staat niet hoog op het prioriteitenlijstje. Terwijl dat vaak wel onderdeel is van de oplossing.’ Houden wijkteams zich bezig met werk? Charlotte: ‘Voor gemeenten zijn de sociale wijkteams een belangrijk aandachtspunt. Toch zien we dat werk of dagbesteding niet op het netvlies staat. Sterker nog: er zijn nu minder wijkteams waar een medewerker van de Dienst Werk en Inkomen in zit dan een jaar terug. Dat blijkt uit een peiling van Movisie in 2014 en 2015. Slechts elf procent van de gemeenten noemt vergroting van de participatie een doel voor haar wijkteam.’ Bent u benieuwd naar de cijfers rondom Werk en Inkomen in sociale wijkteams? We hebben ze onderaan dit artikel voor u op een rijtje gezet. Wat valt jullie op? Marjet: ‘Gemeenten hebben te maken met de Participatiewet die mensen ondersteunt naar werk en participatie. Maar er is ook dagbesteding en die valt onder de Wmo. In het ene geval heeft de deelnemer wel inkomen, in het andere geval niet. Nu beide regelingen onder de gemeentelijke paraplu vallen, worden de verschillen zichtbaar. In de bijeenkomsten die wij organiseren ‘Transitiearena arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk’ horen we dat er vaak mensen naast elkaar aan de slag zijn op dezelfde plek, vanuit verschillende regelingen. De een krijgt salaris, voor de ander wordt betaald om er te mogen zijn in het kader van dagbesteding. Dat is natuurlijk niet uit te leggen.’ Zien jullie vernieuwende trends? Charlotte: ‘Zeker! Je ziet projecten die worden opgezet zonder dat gemeenten hierop sturen en waarbij verschillende groepen samen gebruik maken van voorzieningen. Er worden nieuwe slimme combinaties gemaakt met verschillende groepen burgers. Mooie voorbeelden zijn de Voedseltuin in Rotterdam, waar alle Rotterdammers kunnen meewerken op de tuin. Of De Kroon in Den Bosch waar mensen met een verstandelijke beperking ROC-studenten ontmoeten. Meer van deze voorbeelden staan in de publicatie van Movisie Vernieuwing in dagbesteding: 45 projecten. Download publicatie 'Vernieuwing in dagbesteding' (website: Movisie.nl) Wat doet Movisie voor gemeenten? Charlotte: ‘Movisie kan gemeenten helpen om in kaart te brengen waar verbinding mogelijk is, wat dat op kan leveren en wat daarvoor nodig is. Hierbij stellen we altijd het individu centraal, waardoor 8
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
een totaalbeeld ontstaat van wat iemand nodig heeft om te kunnen participeren in de samenleving. We kijken naar alle gebieden: gezondheid, sociale contacten, (betaald) werk, dagbesteding et cetera. Het Participatiewiel van Movisie helpt om het gesprek over de invulling van de samenhang vanuit de burger te voeren.’ Welke aanpak werkt goed? Marjet: ‘We hebben tal van veranderkundige aanpakken. Eén van de manieren is het werken aan het formuleren van de gewenste outcome. Dit hebben we in Doetinchem gedaan samen met burgers, aanbieders en de gemeente rondom zinvolle daginvulling. We doen dit op verschillende thema’s voor diverse gemeenten. We stellen onze kennis en ervaring graag ten dienste van gemeenten om echte vooruitgang te kunnen boeken.’ Cijfers Werk en Inkomen in sociale wijkteams Uit de peiling van Movisie in 2015 blijkt 37% van de sociale (wijk)teams een medewerker Dienst Werk en Inkomen als onderdeel van het team te hebben. In 2014 was dit bij 55% van de gemeenten het geval. Bij 50% van de gemeenten voeren de wijkteams wél taken uit op het gebied van werk en inkomen. Teams richten zich op schuldhulpverlening (75%), participatiebevordering (62%) en inkomensvoorziening of toe leiden naar ondersteuning (56%). In de ondersteuning van (wijk)teams op werk en inkomen richten teams zich vooral op mensen met multiproblematiek en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bij re-integratie/arbeidsbemiddeling wordt maatwerk geleverd, door passend werk te zoeken voor de cliënt. Het gaat hier dan vooral om vrijwilligerswerk of arbeidsmatige dagbesteding. Slechts in 11% van de gemeenten hebben sociale (wijk)teams participatie als doelstelling. Dit is zeer laag, zeker omdat de Participatiewet sinds 1 januari 2015 van kracht is. Het lijkt erop dat gemeenten de focus leggen op preventie (45%) en het voorkomen van zwaardere zorg (46%).
Niemand weet meer wat oorspronkelijk het doel was van het keukentafelgesprek
Google melding Wmo: Joop.nl 1 juni 2016
Hoe de Wmo in de praktijk nog steeds helemaal mis gaat Xandra Koster Rouwbegeleider en voorzitter vereniging mensen met EDS Hoe zat het ook al weer met dat keukentafelgesprek? Sinds ik voorzitter ben van de landelijke patiëntenvereniging voor mensen met het Ehlers-Danlossyndroom en het Benigne Hypermobiliteitssyndroom (1200 leden) hoor ik heel veel verhalen over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Er gaat nogal wat mis en in mijn optiek komt dat om te beginnen omdat niemand meer weet wat oorspronkelijk het doel was van het keukentafelgesprek. Wmo Toen in 2015 de gemeente de taken vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) overnam werd gelijk het hele systeem gekanteld: de AWBZ benaderde de indicatiestelling vooral vanuit wat de mens niet meer kon. De Wmo daarentegen bekijkt alles vanuit participatie; hoe kunnen mensen met een beperking volwaardig meedoen in de maatschappij. Dit past helemaal in de verandering die zich op dit moment voltrekt in de maatschappij. Per 1 juni 2016 is wettelijk geregeld dat Nederland toegankelijk moet zijn voor iedereen. Daartoe is recentelijk het VN-verdrag voor mensen met een beperking geratificeerd. Als je door een beperking niet goed kunt participeren vraag je bij de gemeente een keukentafelgesprek aan. Het gesprek heeft als doel om te inventariseren waar iemand tegenaan loopt bij het participeren in de maatschappij. Hoe ziet zijn leven er uit, wat lukt nu niet, waar heeft hij behoefte aan. Het doel is niet om een specifieke voorziening aan te vragen. Zo deden we dat in het oude systeem. Pas na het keukentafelgesprek kan worden overgegaan tot het aanvragen van een voorziening, als samen tot de conclusie wordt gekomen dat dat de beste oplossing is voor het probleem. Maar toen ik een keukentafelgesprek aanvroeg bij mijn gemeente was de reactie van de mevrouw aan de balie: 9
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
“u wilt een voorziening aanvragen?” Ik antwoordde dat dit niet de insteek was, maar dat ik met de ambtenaar van de Wmo wilde kijken hoe ik met mijn beperkingen beter kan participeren. De medewerker van de Gemeente zelf leek deze nuance niet helemaal te begrijpen, maar er werd een afspraak gepland. Uiteindelijk verliep het gesprek zoals het moest gaan, maar inmiddels weet ik dat dat eerder uitzondering is dan regel. Voorzieningen Het gaat aan beide kanten mis. Diverse patiënten vragen mij of ik ze kan helpen met het aanvragen van een specifieke voorziening. Of ik misschien een voorbeeldbrief heb van hoe je een bepaalde voorziening aanvraagt. Blijkbaar is het bij het grootste deel van de mensen nog niet doorgedrongen dat je geen voorzieningen meer aanvraagt. Of in ieder geval niet in eerste instantie. Aan de kant van de gemeente zie ik ook veel fouten. Zo ken ik een verhaal van een gemeente die binnenkwam bij een patiënte met de opmerking: “ik kom niet kijken wat u nodig heeft, ik heb de opdracht om te bezuinigen.” Om vervolgens in plaats van in te gaan op de vraag van de patiënte te zeggen dat ze eerder verstrekte voorzieningen wilde innemen, omdat het best goedkoper kon. Een houding die ik vaker tegenkom. De gemeente vond samen met mij dat ik een andere keuken moest. We hadden al ideeën wat er nodig was, maar voor goed advies werd een onderzoeksbureau ingehuurd. De dame die bij mij thuis kwam was het niet eens met de ideeën die de gemeente en ik hadden, want dat was veel te duur. Alsof ze het uit haar eigen zak moest betalen. Nou moet u weten dat voor veel voorzieningen en ook voor een keuken een eigen bijdrage wordt gevraagd. Deze eigen bijdrage is inkomensafhankelijk. Eigen bijdrage Mensen met een laag inkomen betalen een klein bedrag per maand, iets in de orde van grootte van twintig euro. Dat is niet zo heel veel hoor ik u denken, maar voor een keuken moet dat bedrag gedurende 195 maanden worden betaald. Dat is ruim 16 jaar. Dat betekent dat iemand met een heel klein inkomen ruim 40 % betaalt van de voorziening die hij nodig heeft. Iemand met een hoger inkomen betaalt uiteindelijk de voorziening vaak bijna of geheel zelf. Het heet een eigen bijdrage, maar het is gewoon een afbetalingsregeling. Met het verschil dat aan het einde van de termijn de voorziening niet eens van jezelf is. Het geld voor de eigen bijdrage wordt geïnd door het CAK. Daarom kan de gemeente niet zeggen hoeveel je moet gaan betalen. Daarvoor moet je naar het CAK. Zij hebben 2 jaar de tijd om de eigen bijdrage te berekenen, 2 jaar! Gelukkig staat er inmiddels een goede rekentool op de website van het CAK en kunnen mensen zelf berekenen wat ze moeten betalen per maand en dit apart leggen. Tot voor kort had niemand een idee wat je betalen moest. Vaak werden mensen na maanden ineens overvallen door een rekening die heel hoog uitviel. Ik ken mensen die voorzieningen om die reden weer hebben ingeleverd. Het was eenvoudigweg niet op te brengen. Keukentafelgesprek Een ander lid van de patiëntenvereniging vertelde mij dat ze niet eens een keukentafelgesprek kreeg, omdat haar telefonisch al was meegedeeld dat ze niet in aanmerking kwam voor de traplift die ze wilde aanvragen. Ze had immers kunnen weten toen ze het huis kocht dat ze fysiek zodanig achteruit zou gaan dat ze op termijn geen trappen meer op kon. Hier gaat het dus aan alle kanten mis. De patiënte had moeten verzoeken om een gesprek, in plaats van om een voorziening en de gemeente had haar dit moeten uitleggen en had vervolgens een keukentafelgesprek moeten aangaan. Nu is er niets gedaan om haar te helpen participeren. Ze kan geen bezwaar aantekenen tegen deze werkwijze omdat er nooit een besluit is genomen, nooit een gesprek is geweest en er dus niets op papier staat. Bij de introductie van de WMO is goed nagedacht over de procedure. Er ligt een duidelijke visie en de procedure sluit hier nauw op aan. In de praktijk gaat het helaas dagelijks mis. Sommige gemeentes proberen te voorkomen dat het tot een keukentafelgesprek komt, bij andere gemeentes duurt het twee maanden na de melding voor iemand plaatsneemt aan je keukentafel. Herbezinning In veel gemeentes is het hoofddoel van het gesprek bezuinigen. Dat schuurt met het oorspronkelijke 10
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
doel van het keukentafelgesprek: om voor iedere individuele burger tot passende oplossingen te komen. Oplossingen die bijdragen tot het participeren aan de maatschappij. Daarom pleit ik voor een herbezinning op de oorspronkelijke gedachte van de WMO en het keukentafelgesprek. Het is tijd voor een grondige evaluatie en toetsing. Ga het doen zoals we een kleine anderhalf jaar geleden met elkaar hebben afgesproken. Maak burgers en gemeentes (opnieuw) bewust van hun rechten en plichten. Ook een landelijke voorlichtingscampagne zou op z’n plaats zijn. Ik geloof dat dat een hoop frustratie zal schelen en een hoop verdriet. Als de wet goed wordt uitgevoerd moet iedereen de hulp kunnen krijgen die hij nodig heeft. Daarnaast kan er ook bezuinigd worden, dat sluit elkaar niet uit. Maar ga eerst eens luisteren, ga eerst in gesprek en stel de vraag: “Waar loopt u tegenaan, wat maakt dat u niet naar tevredenheid kunt meedoen in de maatschappij?”
Een blijverslening voor woningaanpassing
Google melding Wmo: Dagblad van het Noorden 1 juni 2016
Steun voor huiseigenaar in nood 1 juni WEDDE Wie in Bellingwedde zijn huis moet aanpassen omdat hij hulpbehoevend is, kan daarvoor binnenkort geld lenen bij de gemeente. Dat zegt wethouder Lea van der Tuin (CDA). ,,Het gaat om leningen tegen zeer gunstige voorwaarden. We willen voor dit project in eerste instantie een ton opzijleggen.’’ In Bellingwedde wonen enkele honderden mensen die hulpbehoevend zijn en thuiszorg krijgen. De gemeente legt daarvoor ook geld op tafel, in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hulp in het kader van Wmo ,,Veel van die mensen hebben een eigen huis waarin ze natuurlijk zo lang mogelijk op een goede manier willen blijven wonen’’, zegt Van der Tuin. Regelmatig gebeurt het echter dat de lichamelijke ongemakken van de betrokken inwoners zodanig zijn of worden dat zo’n woning absoluut aangepast moet worden. Drempels moeten bijvoorbeeld worden verwijderd, een traplift moet worden geïnstalleerd. Als dat niet gebeurt, is het wonen in dat huis niet langer mogelijk. ,,Zulke mensen kunnen wij dan helpen met zo’n lening’’, zegt de wethouder. ,,Een blijverslening noemen we die. We moeten nog bepalen om welke maximale bedragen het gaat en welke andere voorwaarden we aan zo’n lening stellen. Maar zeker is dat de voorwaarden gunstig zijn en dat een lage rente gaat gelden. Hij gaat dus uitsluitend worden verstrekt aan mensen die nu al hulp in het kader van de Wmo krijgen en aan mensen die een eigen huis hebben.’’ De gemeentebestuurders spelen met de blijverslening in op de huidige landelijke zorgregels. Die zeggen dat ouderen en hulpbehoevenden zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen. Een ‘ouderwetse’ indicatie voor een zorghuis wordt niet meer verstrekt. Eén ton blijverslening beschikbaar Daarom ook is in het dorp Wedde het zorgproject Wedde Dat ’t Lukt opgezet. Dat houdt in dat vrijwilligers hulpbehoevende dorpsgenoten op allerlei manieren helpen zodat die op een aangename manier thuis kunnen blijven wonen. De gemeente steunt dat project ook. Zij betaalt de zogenoemde dorpsondersteuner: de persoon die de vrijwilligers aanstuurt en de verzoeken om hulp in ontvangst neemt. Bellingwedde kan 100.000 euro voor de blijverslening vrijmaken, omdat ze er financieel weer wat beter voorstaat dan enkele jaren geleden. Eerder deze week werd bekend dat over 2015 geld is overgebleven en dat er momenteel 1,2 miljoen euro in de algemene reservekas zit, mede omdat de aandelen van het energiebedrijf Essent zijn verkocht aan buurgemeente en fusiepartner Vlagtwedde. Marcel Looden
11
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Kan begeleiding van een jeugdige bij het spelen van golf jeugdhulp zijn?
Schulinck nieuwsbrief 2 juni 2016
Met een PGB naar de golfbaan Over de reikwijdte van het begrip jeugdhulp en de beoordeling van eigen kracht 01 jun 2016 mr. drs. Nicole Tielen , Eindredacteur Mijn naam is Nicole Tielen en ik ben eindredacteur van Grip op Jeugd. Samen met mijn team streef ik ernaar gemeenten zo goed mogelijk te ondersteunen bij de uitvoering van de nieuwe Jeugdwet. Een enorme operatie!
Kan begeleiding van een jeugdige bij het spelen van golf jeugdhulp zijn? Ja, zo valt af te leiden uit een recente uitspraak van de Rechtbank Overijssel. Het is een van de eerste gepubliceerde uitspraken over het verlenen van jeugdhulp op grond van de nieuwe Jeugdwet. De uitspraak bevat interessante overwegingen die gemeenten kunnen helpen bij het goed motiveren van jeugdhulpbesluiten. Niet alleen over de reikwijdte van het begrip jeugdhulp, maar ook over de inzet van het sociaal netwerk en wat van ouders kan worden verwacht in het kader van eigen kracht. Het ging in deze zaak om een jeugdige van 17 jaar met autisme. Vóór de invoering van de Jeugdwet ontving deze een pgb op grond van de AWBZ voor individuele begeleiding. Omdat de indicatie afliep, vragen de ouders bij het college jeugdhulp aan. De aanvraag bestaat uit een aantal dagdelen groepsbegeleiding, individuele begeleiding door de ouders in de vorm van een pgb (13 uur per week) en individuele begeleiding door opa bij het spelen van golf (bijna 5 uur per week). Het college wijst enkel de groepsbegeleiding toe, het overige wordt afgewezen. Eigen kracht De afwijzing van de gevraagde individuele begeleiding is gelegen in het beginsel van de eigen kracht. De ouders zouden volgens het college voldoende eigen mogelijkheden hebben om de problemen op te lossen. Daar komt bij dat het college in zijn beleid heeft vastgelegd, dat het inhuren van informele hulp, geleverd door ouders en andere familieleden, niet mogelijk is middels een pgb. De Rechtbank maakt korte metten met deze redenering. Het beleid van het college dat familieleden uitsluit van een pgb, is in strijd met de Jeugdwet. Verder ontbreekt een concrete, op de situatie van de jeugdige toegespitste motivering waaruit blijkt dat de ouders inderdaad in staat zijn zelf alle benodigde hulp te leveren. Het opvallende in deze casus was dat uit het onderzoek wel degelijk volgde dat de ouders meer dan gebruikelijke zorg nodig hadden voor de opvoeding van hun kind. Als dat het geval is, moet volgens de rechtbank gekeken worden welk aandeel de ouders hierin 'redelijkerwijs' kunnen leveren. Bij het antwoord op die vraag moet het college alle belangen afwegen. De rechtbank noemt een aantal belangen die in ieder geval aan de orde moeten komen bij die belangenafweging. Dat is het belang van ouders te voorzien in een inkomen, de belastbaarheid en draagkracht van ouders en de behoefte en mogelijkheden van de jeugdige en die van de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders. Let wel, het gaat hier expliciet om te wegen belangen. Dat (een van) de ouders te maken krijgen met inkomensverlies, betekent niet dat daarom een voorziening zou moeten worden toegekend. Het gaat erom dat je dat eventuele gevolg meeweegt bij je besluitvorming. Het kader dat de rechtbank hier schetst, is relevant voor een ieder die betrokken is bij de beoordeling van jeugdhulp-aanvragen. Een goede uitwerking en afweging van deze belangen, leidt tot goed gemotiveerde besluiten. Daar schort het helaas nogal eens aan en dat is jammer. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat je als college een goed verhaal hebt. Is begeleiden bij sport jeugdhulp? Een andere vraag die aan de orde komt, is of begeleiding bij sportwedstrijden (in dit geval golf) jeugdhulp kan zijn. Het college meent van niet en verwijst daarbij naar de oude AWBZ-regels. Onder de AWBZ kwam dit soort begeleiding niet voor vergoeding in aanmerking. Maar het toetsingskader van de Jeugdwet, is een ander dan dat van de AWBZ. Onder de Jeugdwet is van belang of met deze activiteit deelname aan het maatschappelijk verkeer wordt bevorderd. Of dat een bijdrage wordt 12
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
geleverd aan het zelfstandig functioneren van de jeugdige. En dat kan heel goed het geval zijn als het gaat om begeleiding bij sport, zo overweegt de Rechtbank. Dit laatste zullen we naar mijn verwachting nog vaker gaan tegen komen. Bij de vraag of bepaalde zaken als jeugdhulpvoorziening verstrekt kunnen worden, zoeken gemeenten houvast bij de oude toetsingskaders van de AWBZ, de Zorgverzekeringswet en de Wet op de Jeugdzorg. Dat is ook logisch. Met zo'n open resultaatsverlichting als de jeugdhulpplicht, is het voor iedereen zoeken. Toch zullen gemeenten moeten leren dat los te laten, en de kaders van de Jeugdwet als uitgangspunt te nemen. Dat betekent dat er activiteiten onder de definitie van jeugdhulp kunnen vallen die onder het oude stelsel niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Maar dat is ook de bedoeling van de wetgever geweest, met 'maatwerk' als sleutelwoord. Een bepaalde activiteit kan in de ene situatie jeugdhulp zijn, omdat het in dat geval leidt tot meer participatie of zelfredzaamheid. Maar in een andere situatie misschien wel niet. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met die van de Wmo 2007, waarbij gemeenten ook te maken kregen met een open resultaatsverplichting (de compensatieplicht). Hopelijk hebben gemeenten daar lering uitgetrokken. Neem dat mee bij de toepassing van de Jeugdwet.
FNV, regionale journalistiek en gemeentelijke verantwoordelijkheden
Schulinck Nieuwsbrief 2 juni 2016
FNV gaat gemeenteraden kritisch volgen 30 mei 2016 Vakbond FNV gaat vanuit zogenoemde vakbondshuizen gemeenteraden kritisch volgen. Volgens de bond is dit nodig omdat er steeds meer wordt bezuinigd op regionale journalistiek en de gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden hebben gekregen. Scheidend FNV-voorzitter Ton Heerts opende maandag in Nijmegen het eerste vakbondshuis. FNV stelt dat onder meer kritisch gekeken zal worden of het geld dat door de rijksoverheid is overgeheveld naar gemeenten goed wordt besteed. Daarbij moet worden gedacht aan de zorg, jeugdhulpverlening en sociale werkplaatsen. In totaal wil de bond de komende twee jaar 35 huizen openen, te beginnen in Dordrecht, Hilversum, Heerlen, Roosendaal, Arnhem, Hoogeveen, Haarlem, Emmen en Leeuwarden. Leden van de bond kunnen onder meer binnenstappen tijdens een inloopspreekuur. Ook geeft de bond zijn leden loopbaanadvies, is er een belastingservice en dienen de huizen als vergader- en actielocatie voor werknemers en leden van de bond. Bron: ANP Heeft WMO geleid tot versterking zelfredzaamheid en eigen regie van kwetsbare burgers?
Google melding Wmo: Reformatorisch Dagblad 2 juni 2016
Uitvoering WMO geen succesverhaal 01-06-2016 16:05 | Teunis Stoop Zolang kwetsbare ouderen niet de zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben, is het overschot aan zorggeld wel degelijk een probleem, betoogt Teunis Stoop. De gemeenteraadsleden Boudewijn en Van der Laan schreven een opiniebijdrage met als kop ”Overschot zorggeld geen probleem” (RD 21-5). Als bestuurder van een ouderenzorgorganisatie plaats ik graag enkele kanttekeningen bij hun visie. Ik deel hun mening dat de landelijke politiek zich ten onrechte mengt in de discussie over de 300 miljoen euro die gemeenten in 2015 hebben overgehouden op hun WMO-budget. Ook kan ik mij vinden in de opvatting dat het overschot aan middelen in 2015 nog niet alles zegt over de ontwikkeling in de komende jaren. Tot zover zijn we het eens. Boudewijn en Van der Laan suggereren echter ook dat gemeenten de uitvoering van de WMO prima op orde hebben, zorgorganisaties financiële problemen aan zichzelf te wijten hebben en de burgers voldoende zorg hebben gekregen. Bij deze stellingnames wil ik graag enkele kanttekeningen plaatsen. 13
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Indicaties Volgens Boudewijn en Van der Laan luidt de belangrijkste vraag: Hebben de mensen voldoende zorg gehad? Ik denk echter dat de vraag zou moeten zijn: Hebben de voorzieningen vanuit de WMO geleid tot versterking van zelfredzaamheid en eigen regie van kwetsbare burgers? En zo ja, was de kwetsbare burger daar tevreden over? Dat laatste laat zich niet enkel afmeten aan klanttevredenheidsmetingen onder klanten die gebruikmaken van een voorziening vanuit de WMO. Weten raadsleden wel echt wat er leeft onder hun burgers? De gemeente zal haar kwetsbare burgers moeten kennen, om zo te kunnen vaststellen of zij op adequate wijze de nodige zorg en ondersteuning krijgen. Als ouderen zo lang mogelijk thuis moeten/mogen wonen, dan moet dat mogelijk gemaakt worden door voldoende thuiszorg en goede begeleiding en ondersteuning. Bij (beginnende) dementie, gevolgen van een beroerte of psychiatrische problematiek kan eenzaamheid bestreden en de taak van mantelzorgers verlicht worden door dagbesteding en dagopvang aan te bieden. Maar dan moeten mensen daar wel een indicatie voor kunnen krijgen. Als ze al een indicatie krijgen, kan de eigen bijdrage de volgende belemmering vormen. Van onze klantadviseurs hoor ik dat de indicatiestelling zo scherp is dat mensen er „niet doorheen komen.” Deze mensen worden nooit gevraagd naar hun tevredenheid, simpelweg omdat ze nog geen klant zijn. Anderen, voor wie dagbesteding of dagopvang cruciaal is, haken af om de hoge eigen bijdrage. Het resultaat? Gemeenten houden fors geld over, baseren zich op positieve klanttevredenheidsmetingen en de kwetsbare ouderen zijn de dupe. Verantwoordelijkheid Ik vraag me af waarom beide raadsleden stellen dat „tevredenheidsonderzoeken een beter beeld geven dan de hoeveelheid bezwaarschriften die zijn ingediend.” Waar is dit op gebaseerd? Worden met dergelijke stellingen de signalen uit de samenleving niet domweg genegeerd? In het belang van het toenemende aantal kwetsbare ouderen pleit ik voor een goede dialoog tussen gemeenten (bestuurders en ambtenaren) en zorgaanbieders. Cruciaal daarbij is aandacht voor zelfstandigheid, zelfredzaamheid en eigen regie. Gemeenten en zorgaanbieders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het bieden van zorg en ondersteuning aan hen die de zorg echt nodig hebben. Dilemma Het is overigens ook wel wat ongenuanceerd en generaliserend om te stellen dat zorgaanbieders zelf onverantwoorde risico’s hebben genomen door onder de kostprijs in te tekenen. Zijn het in veel gevallen niet juist de gemeenten die de (te) lage tarieven hebben vastgesteld? Zorgaanbieders kwamen hierdoor voor een onmogelijk dilemma te staan: óf –in het belang van hun klanten en medewerkers– inschrijven onder de kostprijs, óf klanten laten zitten en medewerkers ontslaan. En het verwijt dat niet alle zorgaanbieders adequaat hebben ingespeeld op de decentralisatie van de zorgtaken? Ik denk dat het goed is om hierbij rekening te houden met het feit dat alle veranderingen in korte tijd doorgevoerd moeten worden. Uiteindelijk schieten onze kwetsbare ouderen niets op met het wijzen naar elkaar. Daarom roep ik nogmaals op tot dialoog en samenwerking tussen gemeenten en zorgaanbieders, in het belang van alle (kwetsbare) ouderen! De auteur is bestuurder bij Cedrah. Geld voor aanpak van personen met verward gedrag
Binnenlands Bestuur 3 juni 2016
30 miljoen voor aanpak verwarde personen Margot Limburg 03 jun 2016 Het kabinet trekt 30 miljoen euro structureel uit voor de aanpak van personen met verward gedrag. Het geld wordt onder meer ingezet voor een regeling voor onverzekerden. Dat blijkt uit de voorjaarsnota. 14
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Aanbevelingen In februari liet het Aanjaagteam Verwarde personen in een tussenrapportage weten dat er grote verschillen zijn in de manier waarop gemeenten omgaan met verwarde personen. Het team, onder leiding van de Alphense burgemeester Liesbeth Spies deed naast aanbevelingen aan gemeenten, ook enkele aanbevelingen aan het rijk. Bijvoorbeeld over het wegnemen van financiële drempels van onverzekerden. Die handschoen heeft het rijk nu opgepakt. Pilots en projecten De 30 miljoen wordt vanaf volgend jaar toegekend. Voor dit jaar krijgen de gemeenten 15 miljoen. Het geld is ook bedoeld voor acute zaken, zoals het opzetten en uitbreiden van pilots en projecten in het land. Het aanjaagteam is blij met het geld. ‘Hieruit blijkt dat het landelijke vraagstuk wordt opgepakt’, aldus voorzitter Liesbeth Spies. Briefadres Gemeenten moeten vanaf juni een sluitende aanpak hebben ontwikkeld over hoe om te gaan met verwarde personen. Eerder besloten gemeenten al, samen met het rijk, dat dak- en thuislozen een briefadres krijgen, zodat het makkelijker wordt om te zorgen dat ze een zorgverzekering en medische zorg krijgen.
Aanvaring over adempauze voor mensen met zware schulden
Binnenlands Bestuur 3 juni 2016
VVD en PvdA oneens over moratorium 02 jun 2016 De VVD vindt het eigenlijk maar niets dat er een adempauze komt voor mensen met zware schulden. De regeringspartij kwam daarover donderdag hard in aanvaring met coalitiepartner PvdA. Niets leren 'Het is niet de bedoeling om mensen te laten wegkomen met dat ze te veel schulden maken', zei VVD'er Perjan Moors in de Tweede Kamer. 'Schuldhulpverlening is bedoeld om financieel orde op zaken te stellen, niet om te pamperen, te pappen en nathouden.' Moors wil dat een adempauze alleen wordt toegekend in uitzonderlijke, extreme gevallen en alleen als het ook in het belang is van schuldeisers. 'Als mensen steevast uit de brand worden geholpen door de overheid, zullen zij niks leren van hun fouten.' Hij sprak over een totaal verkeerd signaal, en het zou onrechtvaardig zijn voor .u en mij als belastingbetalers die netjes hun rekeningen betalen'. Prima middel PvdA'er Keklik Yücel reageerde boos: 'In de simpele wereld van de VVD bestaan er dus alleen belastingcenten en hard en nog harder straffen.' Volgens haar kunnen bepaalde maatregelen betrokkenen weer perspectief bieden. Ook PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) verdedigde de adempauze als 'prima middel' voor mensen die diep in de schulden zitten en door de schuldhulpverlening worden ondersteund. Het is de bedoeling dat tijdens de afkoelingsperiode geld wordt gereserveerd voor schuldeisers. Financiële rust Volgens Klijnsma zijn ook deze schuldeisers gebaat bij de 'financiële rust'. Zij ziet dat belang van de schuldeisers echter niet als voorwaarde voor een adempauze. De essentie ligt bij de time-out voor de mensen met schulden, omdat die geholpen moeten worden, aldus de staatssecretaris. (ANP) Debat over de decentralisatie van de Wmo
Google melding Wmo: Per Saldo 4 juni 2016
Debat decentralisatie Wmo in Tweede Kamer Op 8 juni is er een debat over de decentralisatie van de Wmo. Acht belangenorganisaties, waaronder Per Saldo, hebben hieraan voorafgaand een gezamenlijke brief gestuurd aan de woordvoerders van de politieke partijen. 15
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
De organisaties vragen aandacht voor de volgende onderwerpen: • Bewaak de continuïteit van zorg • Zorg dat Wmo-gelden voor de juiste mensen worden ingezet • Zorg dat toezicht en cliëntondersteuning goed geregeld zijn • Maak werk van maatwerk • Inclusie en maatwerk als basis van de ontwikkelagenda. U kunt de volledige brief lezen op de website: www.pgb.nl Veel banen verdwenen door bezuinigingen Rijk en Gemeenten
Zorg+welzijn 6 juni 2016
17.000 banen verdwenen in de zorg Uit een onderzoek van FNV en het AD blijkt dat er in 2015 minstens 17.000 mensen met een vast contract in de thuiszorg en ouderenzorg zijn ontslagen. De oorzaak daarvan ligt bij de vele bezuinigingen die zijn doorgevoerd. Jan de Vries, directeur van organisatie van zorgondernemers Actiz, laat in het AD weten dat er banen verdwenen zijn vanwege de bezuinigingen vanuit het Rijk, die ertoe hebben geleid dat veel verzorgingshuizen hun deuren moesten sluiten. Maar ook de gemeenten hebben bijgedragen aan de ontslagen. ‘Er zijn in sommige gemeenten rigoureuze besluiten genomen die nu moeten worden teruggedraaid, zoals het afschaffen van de huishoudelijke hulp.’ Huishoudelijke hulp Doordat onlangs door de bestuursrechter is uitgesproken dat de bezuinigingen in de huishoudelijke hulp teruggedraaid moeten worden, komen er de komende tijd wel weer banen bij. De Vries: ‘Dat is heel wrang voor de duizenden medewerkers die ontslagen zijn en straks misschien weer aangenomen moeten worden.’ Sophie van Hogendorp
Onderzoek onder ‘Voedselbankklanten.’
Zorg+welzijn 6 juni 2016
Stress en schaamte bij de voedselbank De ervaring van financiële problemen heeft veel impact op de gezondheid, maar levert ook veel stress en schaamte op. Dat concluderen Hille Hoogland en Jonathan Berg na hun onderzoek onder ‘Voedselbankklanten.’ Eind 2015 maakten er 88.000 personen, onder wie 34.000 kinderen, gebruik van de voedselbank. Van deze gebruikers is 30 procent alleenstaand en 40 procent een eenoudergezin. Uit divers onderzoek blijkt dat veel klanten langdurig op bijstandsniveau leven en dat een grote meerderheid gezondheidsproblematiek ervaart. ‘Veel van de gebruikers van de voedselbank hebben financiële problemen die vooral begonnen zijn na ingrijpende levensgebeurtenissen. Voorbeelden hiervan zijn verlies van werk, verandering in de gezinssituatie of gezondheidsproblemen’, stellen Hoogland en Berg. Depressief ‘Uit onze studie bleek dat voedselbankklanten verschillende strategieën hanteren om rond te komen. Zij besparen op uitgaven aan voedsel, materiële zaken of sociale activiteiten. Sommigen leven alleen van de inhoud van het voedselpakket. Een deel krijgt hiernaast ook eten, kleding of geld van familie of vrienden.’ Gebrek aan geld blijkt onder de geïnterviewde van Hoogland en Berg voor verschillende problemen te zorgen. Zo lijden een aantal deelnemers aan het onderzoek aan slapeloosheid, ervaren ze stress, angst of paniek en zijn ze depressief of somber. Daarnaast geven ze aan dat ze door een gebrek aan geld ook een kleiner sociaal leven krijgen. ‘Sommigen zeggen dat zij vrienden kwijtgeraakt zijn toen zij in de problemen kwamen. Verder bleek dat veel van de geïnterviewde voedselbankklanten schaamtegevoelens hebben.’ 16
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Schaamte De schaamte die gebruikers van de voedselbank ervaren, komt deels door de werkwijze van de voedselbank. Wie gebruik wil maken van de voedselbank, moet inzicht geven in zijn of haar complete financiele situatie. Hoogland en Berg: ‘Een man zegt dit te ervaren alsof hij financieel wordt uitgekleed.’ Daarnaast is er een beperkte keuze bij de voedselbank: je krijgt wat er is. Dat, en alleen al het feit dat ze aanwezig zijn bij de voedselbank en dus als voedselbankklant gezien worden, roept ook een gevoel van schaamte op. ‘De schaamte hangt samen met het stigma dat aan de status voedselbankklant kleeft: het gaat echt slecht met je als je naar de voedselbank moet.’ Sophie van Hogendorp Rapport 'Mensen zijn op zichzelf aangewezen. Dwalen tussen wetten en loketten'
Google melding Wmo: Nationale Zorggids 7 juni 2016
'Ruim 16.000 klachten van mensen met complexe zorgvraag' 06 juni '16 Het afgelopen halfjaar hebben diverse samenwerkende cliëntenorganisaties ruim 16.000 meldingen binnengekregen, zo blijkt uit het rapport 'Mensen zijn op zichzelf aangewezen. Dwalen tussen wetten en loketten'. Mensen met een complexe zorgvraag lopen door de veranderingen in de zorg tegen problemen aan. Met name de tijd die eroverheen gaat voordat ze passende zorg krijgen is zorgelijk. Dat meldt Per Saldo. Mensen met een complexe zorgvraag moeten voordat ze passende zorg ontvangen eerst langs allerlei loketten. Vaak is het vooraf ook niet duidelijk bij welk loket zij moeten zijn. Slechte informatievoorziening over de keuzemogelijkheden en kosten is leidend. Door de lange aanvraagprocedure ontstaat er veel (en lang) onzekerheid bij de cliënt. Instanties blijven naar elkaar doorverwijzen en weerspreken elkaar in de informatie die zij geven. Ook blijkt uit het rapport dat de aanvragen voor jeugdzorg moeizaam verlopen. Hier gaan de klachten met name over de lange aanvraagprocedures, de lange wachttijden en onvoldoende deskundigheid van de betrokken professionals. Zo blijken met name de Wmo-consulenten onvoldoende kennis van zaken te hebben. Ze hebben geen medische achtergrond, kunnen niets vertellen over de geestelijke gezondheidszorg en de opleiding sluit niet aan bij hun taken. De samenwerkende organisaties Ieder(in), NPCF, LPGGz, Per Saldo, Unie KBO, PCOB, MEE, Mezzo, Kans Plus en het programma Zorg Verandert ontvingen tussen 15 oktober 2015 en 31 maart 2016 16.000 meldingen van mensen met een complexe zorgvraag. ©Nationale Zorggids
Brief aan alle wethouders, n.a.v. de uitspraak van CRvB over de huishoudelijke hulp.
Binnenlands Bestuur 7 juni 2016
Van Rijn maant wethouders tot snelle actie huishoudelijke hulp Yolanda de Koster 07 jun 2016 Gemeenten moeten niet alleen zo snel mogelijk hun huishoudelijke hulpbeleid in lijn brengen met de Wmo 2015, maar ook, eventueel vooruitlopend op dat nieuwe beleid, alle inwoners direct van de benodigde hulp voorzien, als zij daar recht op hebben. Het gaat daarbij niet alleen om hulpbehoevenden die bezwaar hebben aangetekend, maar ook inwoners die dat niet hebben gedaan. Strijdig met wet Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (Wmo, PvdA) in een brief aan alle wethouders, naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) over de huishoudelijke hulp. Gemeenten die hun beleid moeten aanpassen, moeten ook aanvullende acties richting inwoners nemen ‘om deze (nieuwe of gewijzigde) voorzieningen aan uw burgers te kunnen bieden. Deze acties houden mijn inziens ook in dat u zult bezien hoe u tegemoet kunt komen aan inwoners die een afwijzing op hun aanvraag hebben ontvangen voor ondersteuning op basis van bestaand beleid dat strijdig is met de uitspraken van de CRvB, ook al hebben zij daartegen geen bezwaar gemaakt of 17
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
beroep ingesteld. Uiteraard geldt deze oproep ook voor cliënten die zich momenteel nog in procedures bevinden.’ Rechter Gemeenten moeten dit snel doen, benadrukt Van Rijn. Dit om te voorkomen dat ‘cliënten lang in onzekerheid blijven en zich genoodzaakt voelen hun recht te gaan halen bij de rechter’. Van Rijn gaat ‘op de voet volgen’ of gemeenten de handschoen snel en goed oppakken. Als gemeenten dit nalaten of te traag handelen, zal hij ze op de vingers tikken en in het ergste geval ingrijpen. Dit gebeurt in het kader van interbestuurlijk toezicht. Tijd nodig Uit een eerste inventarisatie door Binnenlands Bestuur bleek al dat een aantal gemeenten, vooruitlopend op nieuw beleid, de ‘oude’ rechten meteen heeft hersteld, zoals Hollands Kroon en Schagen. Amsterdam doet dat per 1 juli. Hulpbehoevenden die sinds 1 januari 2015 tevergeefs aanklopten bij Lisse, Noordwijkerhout en Hillegom krijgen alsnog hulp. Oosterhout en Utrecht, gemeenten met veel bezwaarschriften, lieten onlangs weten tijd nodig te hebben voor bestudering van de uitspraak en aanpassing van het beleid. Raad eist onderzoek Lelystad stelde vorige week dat geen beleidsaanpassing nodig is, maar de gemeenteraad is er niet gerust op. Bij de behandeling van de Kadernota maandagavond, is een motie van het CDA aangenomen, waarin het college wordt opgedragen de uitspraak van de hoogste rechter nog eens goed te bestuderen. Ook moeten de criteria voor een ‘schoon en leefbaar huis’ onafhankelijk worden vastgesteld. Dat gebeurt nu in Lelystad niet, stelt het CDA. ‘Om die reden kunnen we niet de conclusie delen van de gemeente dat de uitspraak geen gevolgen heeft voor Lelystad’, aldus fractievoorzitter Wim Bussink.
Oproep met betrekking tot het ( verdwijnen) van het casemanagement dementie
Email ontvangen via Aleid v.d.Meer; 7 juni 2016 CASEMANAGEMENT DEMENTIE Onderwerp: Fw: Oproep | Casemanagement dementie | deel uw verhaal met Alzheimer Nederland Zie hieronder de oproep van alzheimer nederland over het verzamelen van verhalen rondom het ( verdwijnen) van het casemanagement. Van: Karin van der Velden Verzonden: dinsdag 7 juni 2016 09:11 Aan: Karin van der Velden Beste belangenbehartiger, secretaris, Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur van over de bedreiging van het casemanagement dementie (zie hiervoor het Nieuwsbericht op de website van Alzheimer Nederland) zijn wij op zoek naar persoonlijke verhalen voor het actuele gesprek met staatssecretaris van Rijn. Wilt u helpen deze verhalen te verzamelen door het emailadres
[email protected] onder de aandacht te brengen in uw netwerk en het alzheimer café? Oproep: deel uw verhaal met Alzheimer Nederland over casemanagement dementie Alzheimer Nederland doet een oproep in aanloop naar het gesprek met staatssecretaris Van Rijn op 15 juni 2016 over de problemen rondom casemanagement dementie om uw verhaal te delen. Dit gesprek vindt plaats naar aanleiding van de recente uitzending van Nieuwsuur van 2 juni jl. waarin de al langer bekende problemen rond casemanagement dementie werden getoond. We hebben daarbij uw persoonlijke verhaal hard nodig zodat we met voorbeelden kunnen komen. Heeft u dementie en krijgt u geen begeleiding, bent u de mantelzorger die te maken heeft met lange wachtlijsten, bent u de wijkverpleegkundige die deze zorg er niet bij kan leveren, bent u de huisarts of de geriater die mensen met dementie en hun mantelzorgers in de knel ziet komen 18
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
doordat de casemanager ontbreekt, bent u casemanager die wel de zorg wil leveren maar daar de kans niet voor krijgt? Laat het ons weten via
[email protected]. We nemen uw verhaal graag mee in onze volgende stappen om te komen tot een specifiek label in het potje zorggeld, geoormerkt geld voor casemanagement dementie. Alzheimer Nederland vindt het tijd dat Van Rijn gaat ingrijpen. Op dit moment wordt casemanagement dementie wegbezuinigd, omdat verzekeraars en aanbieders vaak kiezen voor goedkopere, niet-gespecialiseerde hulp. Het probleem wordt steeds groter. Om die reden hebben we uw verhaal nodig, om met elkaar te laten zien dat het zo langer niet meer kan. Met vriendelijke groet, Namens Anne-marie Bruijs medewerker Belangenbehartiging Karin van der Velden secretaresse Belangenbehartiging en Regionale Hulp Aanwezig: ma/di/do/vrij Tel. 033-303 2551 Alzheimer Nederland Vervangen van betaald door onbetaald werk en bevordering van slechtere beloning ongewenst
LCR @ttenderingsbericht 08 juni 2016
Terugdringen onbetaald werk: helpt een wettelijke verdringingstoets? Om te voorkomen dat er verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt door werken met behoud van uitkering, ‘verplicht’ vrijwilligerswerk en re-integratietrajecten, ligt er een SP-iniatiefwetsvoorstel ‘Verdringingstoets’. De LCR ziet als voordeel van de Verdringingstoets dat er minder willekeur zal zijn, waardoor uitkeringsgerechtigden niet onbetaald moeten werken tegen het belang van henzelf en anderen in. Maar, zo vindt de LCR, hierbij moet ook gekeken worden naar het belang van mensen die via praktijkgerichte scholing werk verrichten, uiteraard onder goede voorwaarden. De LCR vraagt zich tevens af of de verdringingstoets er niet toe leidt dat zinvol vrijwilligerswerk in het kader van de tegenprestatie helemaal onmogelijk wordt gemaakt. Ongewenst Onbetaald werk, het vervangen van betaald door onbetaald werk en bevordering van slechtere beloning vindt de LCR ongewenst. Een wetsvoorstel dat hiervoor een buffer biedt, kan daartoe een betere bescherming bieden dan de toetsing door gemeente of werk additioneel is. Dit biedt cliënten en klantmanagers geen houvast en leidt tot willekeur. Dit geldt zeker ook voor het ongericht mensen dwingen om te werken zonder loon, zowel als het gaat om werkzaamheden in het kader van reintegratie én als de tegenprestatie. Maar de LCR heeft er wel vragen bij. Scholing De LCR vindt dat het voor uitkeringsgerechtigden mogelijk moet blijven zich te scholen op de werkplek om hun kans op werk te vergroten. De LCR ziet graag dat praktijkgerichte scholing onder goede voorwaarden mogelijk blijft. Een deel van de werkzoekenden is niet concurrerend op de arbeidsmarkt: gerichte scholing is dan wel degelijk een goed instrument. En het is voor de LCR de vraag of mensen nog wel waardevol vrijwilligerswerk kunnen doen in het kader van de tegenprestatie. De brief van de LCR is gericht aan de vaste commissieleden SZW van de Tweede Kamer. Zij behandelen het initiatiefwetsvoorstel nu via een schriftelijke vragen.
Een betere financiële vergoeding voor raadsleden
Binnenlands Bestuur 9 juni 2016
Betere vergoeding voor raadsleden Yolanda de Koster 08 jun 2016 Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) gaat zich hardmaken voor een betere financiële vergoeding voor raadsleden. Dat zei hij woensdag tijdens het VNGjaarcongres op Schiphol. 19
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem
Volgende raadsperiode ‘We vragen steeds meer van raadsleden, daar moet een betere vergoeding tegenover staan’, aldus Plasterk. Dit zou vanaf de volgende raadsperiode moeten zijn gerealiseerd. ‘Minister vraagt op VNG congres terecht om betere vergoeding voor raadsleden’, twitterde burgemeester Arno Brok van Dordrecht meteen. ‘Wij gaan als Raadslid.Nu daar graag het gesprek over aan’, reageerde Mark den Boer, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden via twitter. Meer scholing Minister Plasterk gaat ook op andere punten gaat hij investeren in raadsleden, zo kondigde hij aan. ‘Ik zie het als mijn plicht om raadsleden beter in positie te brengen.’ Zo zal de scholing van raadsleden structureel worden verbeterd, om beter grip te krijgen op het werk te krijgen. Er komt onder meer een digitaal leerplatform. Daarnaast gaat Plasterk geld vrijmaken voor de verbetering van de regionale oriëntatie van raadsleden.
20
Nieuwsbrief 113 Adviesraad Sociaal Domein Kaag en Braassem