Actualiteitscollege 18 maart 2008
Actualiteitscollege: de verjaring 18 maart 2007 Yves Stevens Caroline Van Schoubroeck Hilde Daems Gerhard Gieselink Ludo Vermeulen
2
Overzicht 1. 2. 3. 4.
Wat is verjaring ? Verjaring in de wettelijke pensioenen Verjaring in de aanvullende pensioenen Verjaring in de praktijk
1. Wat is verjaring ?
1
Actualiteitscollege 18 maart 2008
4
Definitie • “Verjaring is een middel om, door verloop van een zekere tijd en onder de voorwaarden die de wet bepaalt, iets te verkrijgen of van een verbintenis bevrijd te worden.” (artikel 2219 Burgerlijk Wetboek)
5
Bevrijdende verjaring = middel waardoor rechtsvorderingen door de niet-uitoefening ervan gedurende een bepaalde tijd uitdoven = schuld blijft bestaan maar de schuldeiser kan ze niet meer opeisen in rechte
6
Evenwicht verschillende belangen •
belang van de schuldenaar – niet meer verweren tegen de aanspraken – gemoedsrust
•
belang van de samenleving – rechtszekerheid en maatschappelijke vrede
•
belang van de schuldeiser – moet gedurende een redelijke termijn zijn vordering kunnen laten gelden
2
Actualiteitscollege 18 maart 2008
7
Rechtsbron • Burgerlijk Wetboek • Vele bijzondere verjaringsregimes in specifieke wetgeving
8
Inroepen verjaring voor de rechter • Partijen • Rechter ambtshalve – indien het gaat om materies die de openbare orde aanbelangen ! schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat
9
Beïnvloeden looptijd verjaring • Stuiting van de verjaring – doet de reeds verworven verjaring teniet bv. een dagvaarding
• Schorsing van de verjaring – verlengt de lopende termijn met de periode van de schorsing • bv. verjaring loopt niet tegen personen in de onmogelijkheid om hun aanspraak tegen verjaring te beschermen
• Verlenging van de verjaring
3
Actualiteitscollege 18 maart 2008
10
Belangrijke aandachtspunten • • • • •
welke rechtsvordering ? welke wetgeving is van toepassing ? welke verjaringstermijn geldt ? vanaf welke ogenblik begint de verjaring te lopen ? zijn er gronden (gebeurtenissen) waardoor de verjaring gestuit, geschorst of verlengd wordt ?
2. Verjaring in de wettelijke pensioenen
12
Opeisbaarheid vanaf • Ambtshalve toekenning • Eigen aanvraag – RVP beslist binnen de 4 maanden – Zoniet : betrokkene informeren over de redenen
4
Actualiteitscollege 18 maart 2008
13
Verjaring van vordering tot betaling van het pensioen art. 187-188 Programmawet 24 december 2002
• De uitbetaling van het pensioen verjaart na verloop van een stuitbare termijn van 10 jaar vanaf de opeisbaarheid. • Er wordt gestuit door een aanvraag.
14
Verjaring van vordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaald pensioen art. 21 Wet 13 juni 1966
• Alle sommen die de gepensioneerde ten onrechte ontvangen heeft, moeten terugbetaald worden. – Niet onbeperkt retroactief: • binnen de 6 maanden terugvordering nadat de onverschuldigde uitbetaling is gebeurd • binnen de 3 jaar bij – Bedrieglijke handelingen – Valse of welbewust onvolledige verklaringen van de gepensioneerde – Niet afleggen van een verklaring die wettelijk voorgeschreven is
– Stuiting: aangetekend schrijven met eis van onverschuldigde betaling – Terugvordering via ofwel: • Terugstorting • Inhouding op toekomstig verschuldigd pensioen
– “Sociaalbehartenswaardige” gevallen: kwijtschelding
15
Interest op verschuldigde pensioenuitkeringen art. 20-21bis Handvest sociaal verzekerde
• Vanaf de opeisbaarheid brengen wettelijke pensioenen normaliter van rechtswege verwijlinteresten op. Maar dit geldt niet als de diensten niet over voldoende noodzakelijke informatie beschikken om een definitieve beslissing te nemen. • Als er voorschotten werden betaald in afwachting van een definitieve beslissing, dan is er geen interest verschuldigd als de voorschotten totaal 90% van het definitieve bedrag uitmaken. • Geen interesten als: – Inlichtingen afhankelijk van de aanvrager – De beslissing hangt af van 2 pensioeninstellingen en de aanvraag werd gedaan 8 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van het pensioen – Slechts bij de definitieve beslissing kan worden vastgesteld dat de sociaal verzekerde voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op een minimumbedrag.
• Interest vanaf de opeisbaarheid: 7% tarief
5
Actualiteitscollege 18 maart 2008
3. Verjaring in de aanvullende pensioenen
17
situering • Eigen aan aanvullende pensioenen = multitude aan rechtsvorderingen van verschillende aard wegens: – veelheid aan partijen: werknemer; aangeslotene; wergever; inrichter; begunstigde; pensioeninstelling; solidariteitsinstelling – veelheid aan rechtsgebieden: burgerlijk recht (contractenrecht + aansprakelijkheidsrecht), verzekeringsrecht, arbeidsrecht, sociale zekerheidsrecht, strafrecht, fiscaal recht....
18
Betrokken partijen: WAPZ overeenkomst Verzekeringsnemer
Pensioeninstelling
beding tbv derde Begunstigde
6
Actualiteitscollege 18 maart 2008
19
Betrokken partijen: WAP pensioenreglement Solidariteits instelling
Inrichter
overeenkomst Pensioeninstelling CAO Werkgever
Werknemer
Begunstigde
AOK
20
Rechtsvorderingen Uittreding:aanzuivering van tekorten verworven reserve + garantie art. 24
pensionering: kapitaal wordt opeisbaar
Aansluiting
bijdragebetaling
uitbetaling rente
21
Voorbeelden 1. Werknemer wordt niet aangesloten bij een pensioenstelsel en merkt dit pas 3 jaar nadat hij uit dienst getreden is: quid? 2. Door een verkeerde berekening (vb. geslachtsdiscriminatie) worden er te weinig bijdragen betaald voor bepaalde werknemers; Een ex-werknemer merkt dit op enkele jaren nadat hij zijn pensioenkapitaal ontving: quid? 3. Overlijdenskapitaal. In eerste instantie blijkt er geen begunstigde? 15 jaar na het overlijden duikt plots een begunstigde op: quid? • ....
7
Actualiteitscollege 18 maart 2008
22
Verjaringstermijnen in AP • Contractuele verjaringstermijnen ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Art. 2262bis, §1, 1e lid BW Art. 15 AOW Art. 34 LVO-wet Art. 55 WAP Art. 2277 BW
•
Buitencontractuele verjaringstermijn
¾ Art. 2262bis, §1, 2e en 3e lid
• Ex delicto verjaringstermijn ¾ Art. 26 V.T.Sv.
23
Contractuele verjaringstermijnen ¾ Art. 2262bis, §1, 1e lid BW “Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar.”
• 10 jaren zodra vordering ontstaat d.i zodra recht op opeisbaar wordt
• gemeenrecht -> alle contractuele vorderingen tenzij bijzondere termijn (bv. art. 15 WAO, art. 34 LVO-wet)
• vb • dading tss WG en WN na einde AOK
24
Art. 15 WAO ¾ Art. 15 WAO (wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) “De rechtsvorderingen die uit de overeenkomst ontstaan, verjaren één jaar na het eindigen van deze overeenkomst of vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat deze termijn één jaar na het eindigen van deze overeenkomst mag overschrijden.”
• bij einde AOK: 1 jaar vanaf einde AOK d.i. bij ontslag of op einde van de opzegtermijn
• tijdens AOK: 5 jaren vanaf ontstaan vordering zonder 1 jaar na einde AOK te overschrijden
=>Cass. 27/3/06: Wet van politie en veiligheid
8
Actualiteitscollege 18 maart 2008
25
Art. 15 WAO • “rechtsvorderingen die uit AOK ontstaan” -> ruime interpretatie: rechtstreeks en onrechtstreeks – rechtstreeks: mbt loon of voordelen in natura • Vb: vordering wegens niet betaling werkgeversbijdragen
– onrechtstreeks: volstaat dat vordering zonder deze AOK niet kon ontstaan (uit wet, CAO, pensioenreglement,..) • Vb: vordering wegens niet betaling pensioenkapitaal
26
Art. 15 WAO • Quid na einde AOK? – 2 strekkingen: • art. 2262bis BW van toepassing • art. 15 WAO ook van toepassing maar pas vanaf opeisbaarheid vordering => Cass. 13/11/06: art. 15 WAO maar loopt pas vanaf het tijdstip waarop het gevorderde recht opeisbaar werd. (cfr. art. 2257 BW)
• Quid vaste bijdragen plan– te bereiken doel plan?
27
Art. 34 LVO-wet ¾ Art. 34 LVO-wet • "De verjaringstermijn voor elke rechtsvordering, voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst bedraagt 3 jaar. In de levensverzekering bedraagt de termijn 30 jaar voor wat betreft de rechtsvordering aangaande de reserve die op de datum van opzegging of op de einddatum gevormd is door de betaalde premies, onder aftrek van de verbruikte sommen"
• Waarom afwijkende termijnen: - snelle afhandeling van schadegevallen - levensverzekering: gelijkschakeling met andere spaarproducten
9
Actualiteitscollege 18 maart 2008
28
Art. 34 LVO-wet • Termijn: - 30 jaar voor spaarkapitaal - 3 jaar voor risicokapitaal
• Aanvang van de termijn – vanaf de dag van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan (bv. pensionering of overlijden) – in persoonsverzekeringen voor wat de rechtsvordering van de begunstigde betreft: vanaf de dag dat deze tegelijk kennis heeft van het bestaan van de overeenkomst, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het voorval dat de verzekeringsprestaties opeisbaar doet worden.
29
Art. 34 LVO-wet • Quid voor IBP's? - LVO-wet van toepassing? - Indien niet: toepassing van het gemeenrecht: - 2262bis: 10 jaar - 2277 B.W.: 5 jaar voor vervallen rente
• Dwingend recht – Verlengen: NEEN – Verkorten: niet voor rechtsvorderingen tegen de verzekeringsonderneming; mogelijk wel voor vorderingen waarbij verzekeraar schuldeiser is.
30
Art. 55 WAP • "De vordering wegens het niet betalen van de bijdragen tegen de inrichter of, ingeval de inrichter een rechtspersoon bedoeld in artikel 3, §1, 5° a) is, tegen de werkgever, verjaart na drie jaar vanaf de datum waarop de bijdrage opeisbaar wordt" • Interpretatie onduidelijk: – geen precedent in de Wet-Colla – geen aanwijzingen in voorbereidende werken – zeer partiële benadering
10
Actualiteitscollege 18 maart 2008
31
Art. 55 WAP • Over welke vordering gaat het? – indien sectorpensioen: bijdrage van WG aan inrichter, PI of SI – indien ondernemingspensioen: bijdrage van inrichter (= WG) aan PI of SI => enkel de werkgever
• Startpunt: opeisbaarheid • Tegen wie kan de verjaring worden ingeroepen?: 1.tegen de sectorale inrichter: JA. Maar: bij inning door RSZ gelden aparte regels
32
Art. 55 WAP 2. tegen de pensioeninstelling JA, Maar: art. 104 LVO-wet: niet-betaling van de premie geeft geen aanleiding tot gedwongen tenuitvoerlegging.
3. tegen de aangeslotene? Vb: DC-stelsel: indien drie jaar geen of te weinig bijdragen betaald = verjaard??? - Doel WAP = bescherming van pensioenrechten van de aangeslotenen (art. 2) - aanzuivering van tekorten bij uittreding (art. 30 WAP) ==> voorrang verlenen aan andere normen (15 WAO)
33
Art. 2277 BW ¾ Art. 2277 BW • "Termijnen van altijddurende renten en van lijfrenten [...] en, in het algemeen, al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen: verjaren door verloop van vijf jaren" • Startpunt: opeisbaarheid • Toepassing: niet:
- tegenover WG (art. 15 AOW) - tegenover verzekeringsonderneming (art. 34 LVO) wel eventueel: - tegenover sectorale inrichter - tegenover IBP
11
Actualiteitscollege 18 maart 2008
34
buitencontractuele verjaringstermijn ¾ Art. 2262bis §1, 2e en 3e lid B.W.
= rechtsvordering op grond van artikel 1382: indien fout + schade + oorzakelijk verband --> schadevergoeding • 5 jaar vanaf de dag waarop de benadeelde kennis heeft van de schade of de verzwaring ervan en de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon • in elk geval 20 jaar na de dag waarop het schadeveroorzakende feit zich heeft voorgedaan
35
ex delicto verjaringstermijn ¾ Art. 26 V.T.Sv. "de burgerlijke vordering volgend uit een misdrijf verjaart volgens de regels van het B.W. of van bijzondere wetten die van toepassing zijn op de rechtsvordering tot vergoeding van schade“
⇒ toepassing artikel 2262bis B.W.
• misdrijf: materieel + moreel element
36
ex delicto verjaringstermijn • vertrekpunt afhankelijk van aard van gepleegde misdrijf: • Ogenblikkelijk of aflopend misdrijf: vanaf dag waarop misdrijf werd gepleegd • Voortdurend misdrijf: vanaf dag waarop strafbaar gestelde toestand ophoudt • Voortgezet of collectief misdrijf: vanaf dag waarop laatste strafbare feit wordt gepleegd
12
Actualiteitscollege 18 maart 2008
37
ex delicto verjaringstermijn • Voorbeelden in aanvullende pensioenen? • Niet betaling bijdragen: ogenblikkelijk of voorgezet? – Voorgezet: eenzelfde misdadig opzet
• Niet aansluiting bij een pensioenplan: ogenblikkelijk of voortdurend? – Voortdurend: de facto onverjaarbaar --> restrictieve interpretatie
• Keuzerecht: ex contractu en/of ex delicto • Vroeger: Voorwerp van vordering was bepalend • Cass. eind 2006 –begin 2007: Voldoende dat ingeroepen feiten het bestaan van een misdrijf veronderstellen => herstel in natura verenigbaar met vordering ex delicto
38
verjaringstermijnen toegepast
art. 34 LVO art. 2262bis BW art. 2277 BW
art. 34 LVO art. 2262bis BW art. 55 WAP? art. 15 WAO
art. 55 WAP?
39
Voorbeeld 1 - 2 Pensioenkapitaal bevat (mogelijk) geslachtsdiscriminatie (Arbeidshof Brussel 18-42006) 1. vordering t.o. de werkgever • artikel 15 WAO: verjaard indien + 1 jaar na pensionering • vordering ex-delicto?
2. vordering t.o. de verzekeraar • artikel 34 LVO: is het (verzekerings)contract correct uitgevoerd? • artikel 2262bis: heeft de verzekeraar een buitencontractuele fout gemaakt?
13
Actualiteitscollege 18 maart 2008
40
Voorbeeld 3 • Overlijdenskapitaal Vb: "recht vervalt indien niet opgevraagd binnen 2 jaar na overlijden"
– als IBP: 2262bis: 10 jaar vanaf opeisbaarheid – als verzekeraar: 34 LVO: 3 jaar vanaf kennisneming opmerking: nieuw artikel 26 §4 WAP: PI of inrichter moeten de begunstigde inlichten
4. Verjaring in de praktijk
42
De rol van de rechter Artikel 2223 BW “De rechter mag het middel van verjaring niet ambtshalve toepassen.” behalve in zaken die de openbare orde aanbelangen (Hof van Cassatie)
14
Actualiteitscollege 18 maart 2008
43
De rol van de rechter de rechter - mag de oorzaak en het voorwerp van de vordering niet wijzigen - moet de juridische aard van de aangevoerde feiten onderzoeken - mag de aangevoerde “redenen” aanvullen - mag/moet – indien hij een misdrijf vaststelt – de vordering ex delicto beoordelen en schadeherstel toekennen (zie Cass. 31 januari 1980) - ook als dat schadeherstel de vorm aanneemt van een herstel in natura (Cass. 23 oktober 2006)
44
De verjaring in actie - casus 1 Feiten - WN (° 13 december 1943) in dienst vanaf 1 september 1969 - 1 juni 1980: “overeenkomst einde arbeidsovereenkomst” - aanvullende invaliditeitsvergoeding vanaf 1 juni 1980 - aanvullende pensioenuitkering ‘ten laatste vanaf 60 jaar’ - Onenigheid over berekening - (verzekeraar van) WG stopt betaling per eind januari 2005
45
De verjaring in actie - casus 1 Vordering - Dagvaarding: 2 november 2005 - Verweerder: werkgever - ‘voorwerp’: 1 achterstallen vanaf februari 2005 2 erkenning recht op maandelijks aanvullend pensioen van 1.160,11 euro per maand - ‘oorzaak’: overeenkomst 1 juni 1980
15
Actualiteitscollege 18 maart 2008
46
De verjaring in actie - casus 1 Beslissing (Arbrb. Antwerpen 13 februari 2007) -
Vordering = gesteund op de arbeidsovereenkomst Eisbaar op 1 januari 2004 Dagvaarding op 2 november 2005 Verjaard (artikel 15 WAO + artikel 2257 BW met verwijzing naar Cass. 13 november 2006) - ???
47
De verjaring in actie - casus 2 Feiten - WN in dienst vanaf 1 april 1981 - Aangesloten bij groepsverzekering (DB) vanaf 1 juni 1975 - Nieuw reglement vanaf 1988 (met andere formule voor nieuwkomers) - Einde arbeidsovereenkomst 30 november 1998 - Uitbetaling pensioenkapitaal 30 november 1998
48
De verjaring in actie - casus 2 Vordering -
dagvaarding: 26 september 2001 Verweerders: werkgever + verzekeraar Voorwerp: 56.639,43 euro + intresten ‘oorzaak’: discriminatie van oude tegenover nieuwe aangeslotenen
16
Actualiteitscollege 18 maart 2008
49
De verjaring in actie - casus 2 Relevante verjaringstermijnen -
Artikel 34 Wet Landverzekeringsovereenkomsten 25 juni 1992 Artikel 15 Arbeidsovereenkomstenwet 3 juli 1978 Artikel 55 WAP ?
50
De verjaring in actie - casus 2 Beslissing (Arbh. Brussel 18 april 2006) 1
Vordering tegenover werkgever
= vordering op grond van de arbeidsovereenkomst
“verjaard” in toepassing van artikel 15 WAO want de dagvaarding dateert van “largement plus d’un an après la cessation du contrat de travail et après la liquidation par (l’assureur) des capitaux de pension complémentaire”
51
De verjaring in actie - casus 2 Beslissing (Arbh. Brussel 18 april 2006) 2 Vordering tegenover verzekeraar = vordering ex artikel 1382 BW (derdemedeplichtigheid aan inbreuk op artikel 45 RSZ-wet en artikel 4 Wet-Colla) Dus verjaringstermijn van artikel 2262bis BW
niet verjaard Cass. 12 maart 2007: vernietiging op proceduregronden
17
Actualiteitscollege 18 maart 2008
52
De verjaring in actie - casus 2 Beslissing (Arbh. Brussel 18 april 2006)
Iedereen mee? Iedereen akkoord?
53
De verjaring in actie - casus 2 Beslissing (Arbh. Brussel 18 april 2006) Enkele bedenkingen
(zie ‘de rol van de rechter’)
- De feiten ‘doen blijken van een misdrijf’: zie artikel 35 RSZwet en artikel 15, tweede lid Wet Colla. - … de rechter mag (moet?) de vordering beoordelen als vordering ex delicto … // artikel 26 VTWSv juncto artikel 2262bis BW - ook de vordering van de werknemer …
BEDANKT voor uw aandacht !!!
18