ONTWIKKELINGSDIENST BREDA
ACTUALISATIE HORECABELEID
ONTWIKKELINGSDIENST BREDA
ACTUALISATIE HORECABELEID
OntwikkelingsDienst Breda afdeling Economische Zaken in samenwerking met B@S Retail Consultants voor onderzoek, ontwikkeling en organisatie van winkels, horeca en vermaak Ontwerp: bureau Vormgeving, gemeente Breda – fotografie: Wessel Keizer maart 2005
Concept Actualisatie Horecabeleid
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
Samenvatting
5
1. Inleiding 1.1 Achtergronden en doel actualisatie horecabeleid 1.2 Vraagstelling
9 9 10
2. Aanbodanalyse horeca Breda 2.1 Inleiding 2.2 Omvang en samenstelling 2.3 Over indelingen van horeca, en noodzaak van vernieuwing 2.4 Horecagebieden, concentraties en kwaliteiten 2.5 Sterkte/zwakte-analyse
11 11 11 13 13 17
3. Draagvlakanalyse en vraagstructuur 3.1 Inleiding 3.2 Draagvlak 3.3 Vraag en kenmerken horecabezoekers
19 19 19 22
4. Deelconclusies voor Breda
25
5. Perspectief: ontwikkelingen en trends 5.1 Landelijke ontwikkelingen en trends, economisch klimaat 5.2 Voor horeca relevante ruimtelijke plannen in Breda
27 27 28
6. Ontwikkeling: visie en concepten voor Breda 6.1 Inleiding 6.2 Ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden horeca Breda 6.3 Economische ontwikkelingsmogelijkheden horeca Breda 6.4 Deelconclusie
31 31 31 32 34
7. Ontwikkeling: actualisatie horecabeleid 7.1 Inleiding 7.2 Algemene uitganspunten 7.3 Ruimtelijke ordening 7.4 Milieu 7.5 Openbare orde, veiligheid en woon- en leefklimaat 7.6 Welzijn 7.7 Overige (nieuwe en gerelateerde) aandachtspunten 7.8 Geïntegreerd beleid
35 35 35 36 38 38 39 39 41
8. Beantwoording van de vragen
43
9. Tot slot
51
Bijlage
53
3
Concept Actualisatie Horecabeleid
4
Samenvatting
SAMENVATTING
Het horeca-aanbod in Breda Volgens gegevens van het Bedrijfschap Horeca is de afgelopen 10 jaar het horeca-aanbod in Breda toegenomen met 36 vestigingen (1993 505, 2003 541 vestigingen), met name in de ring Breda (Postcode 4812-4819 = Zandberg, Boeimeer, Princenhage, Heuvel, Tuinzigt, Belcrum, Doornbos, Brabantpark) met 24 vestigingen. Deze groei in dit gebied kan deels verklaard worden uit het gemeentelijk horecabeleid voor de binnenstad en het daardoor ontbreken van vestigingsmogelijkheden in de binnenstad. Ook in de horeca doet zich het proces van schaalvergroting voor, met name in de drankensector en in de fastfoodsector. Dit duidt in de meeste gevallen op modernisering en gelijktijdig uitbreiding van bestaande en/of herontwikkeling van horecabedrijven. Door de modernisering in de horeca en het als gevolg daarvan ontstaan van nieuwe concepten (’s morgens koffie, ’s middags lunch, ‘s avonds maaltijd en na 22.00 uur café) sluit de bestaande indeling die in bestemmingsplannen wordt gebruikt – horeca I (spijs/maaltijd), horeca II (logies), horeca III (drank), horeca IV (bardancing, discotheek) – niet goed aan op de praktijk, waarin vernieuwing en eigentijdse concepten voorwaarden zijn voor toekomstig functioneren. Horeca in de binnenstad Voor de horeca in de binnenstad wordt het volgende geconcludeerd: ◆ het aantal bedrijven is stabiel gebleven, maar de aantrekkingskracht en kwaliteit blijft achter in vergelijking met andere Nederlandse binnensteden met name als het gaat om nieuwe, het grote publiek aansprekende concepten; ◆ horeca Breda gaat waar mogelijk mee in de landelijke trend van schaalvergroting; ◆ er zijn twee sterke horecaclusters: Grote Markt en Havermarkt e.o. Clustering is bepalend voor de trekkracht; ◆ er is weinig zelfstandige winkelondersteunende horeca; wel winkels met horeca als ondersteunende of nevenfunctie; ◆ het aanbod maaltijdverstrekkers is onder de maat en ligt relatief sterk verspreid. Er is geen eetcluster; ◆ er is sprake van eenzijdig aanbod: veel horecabedrijven richten zich op de jonge uitgaander, te weinig aanbod voor ouderen, zakelijke bezoeker en cultuurbezoekers. Weinig variëteit in het aanbod en weinig moderne concepten. Horeca in de dorpskernen Voor de horeca in de voormalige dorpskernen wordt geconstateerd: ◆ in totaal circa 50 horecabedrijven waarvan de helft behoort tot de drankensector; ◆ bedrijven hebben vooral een lokaal verzorgende dorpsfunctie met daarnaast enkele solitaire vestigingen met een specifieke functie en/of bovenlokale, regionale trekkracht; ◆ dorpen ondervinden op eigen manier – op min of meer sterke wijze – het algemene landelijke proces van het steeds verder afkalven en veranderen van het lokaalverzorgende voorzieningenaanbod, in winkels, horeca en andere voorzieningen. Perspectief voor de horeca De huidige economische recessie heeft effecten op het economisch functioneren van de horeca en zal leiden tot een ‘uitval’ van de minder sterke broeders. Dit is een normaal economisch proces en resulteert in een innovatief, goed uitgerust en sterk aanbod dat klaar is als het economisch herstel zich weer aandient en de consumentenbestedingen in de horeca weer aantrekken. De volgende trends zijn belangrijk: ◆ consumentenbestedingen staan onder druk; bedrijven moeten meer marketinginspanningen leveren, concepten aanpassen om attractief te blijven voor de bezoeker; ◆ kleinere bedrijven staan onder druk; vooral als financiële middelen en fysieke ruimte om te moderniseren ontbreken; ◆ een (forse) groei valt te verwachten in de seniorenmarkt; ook kansen voor groei bij allochtonen, 5
Actualisatie Horecabeleid
◆ ◆ ◆ ◆ ◆ ◆
door een toenemend aantal éénpersoonshuishoudens, door toename buitenshuis eten en door de introductie van belevenissen/nieuwe concepten; hotelbranche is het meest conjunctuurgevoelig; in restaurantbranche wordt tweedeling verwacht tussen groeiende groep goedkopere en stabiele groep luxere restaurants; traditionele cafetaria’s zullen in aantal afnemen en omzet verliezen aan aanbieders van innovatieve gemaksproducten; cafés vallen uiteen in traditionele dorps-en biljartcafés en swing-, landen- en themacafés; ook voor de horeca worden schaalvergroting en ketenvorming steeds belangrijker; de relatie horeca, winkels, vermaak en andere functies zal nog sterker worden door branchevervaging (horeca in winkels en detailhandel in horeca) en nieuwe aanbieders zoals Douwe Egberts (DE winkels), Unilever (Bertolli), Honig (Suppa) met de introductie van eigen formules in belangrijke winkelstraten.
Beleidsuitgangspunten Ruimtelijk ◆ de ruimtelijke spreiding van het horeca-aanbod in de binnenstad van Breda is te eenzijdig geconcentreerd in het noord-westelijk deel van het centrum. Om dit te doorbreken is het gewenst plekken te creëren waarbinnen bestaande en nieuwe marktpartijen (ook) een op andere doelgroepen gericht horeca-aanbod kunnen introduceren. Aan deze (nieuwe) plekken kunnen de volgende eisen gesteld worden: - voldoende ruimte om passende eigen verblijfskwaliteit en aantrekkingskracht te realiseren; - locatie moet duidelijke meerwaarde bieden door nadrukkelijk geintegreerde ontwikkeling; géén solitaire horeca maar in duidelijke relatie met winkels en/of toeristisch-recreatieve functies; - locatie moet reële mogelijkheden voor horecaontwikkeling bieden en beleidsmatig moeten voorwaarden gecreëerd zijn die een eigentijdse invulling door de markt toestaan. ◆ de volgende locaties komen dan in aanmerking voor horecaontwikkeling: - van Coothplein - Achter de Lange Stallen: bij de ontwikkeling van dit terrein passende horeca en koppeling met nabij gelegen toeristisch en culturele aanbod en relatie naar van Coothplein - Westflank: met name de oostwand van de haven met nadruk op all-in-concepten en restaurants - Centraal Breda: hotel- en congresfunctie en gemakshoreca bij station. Afhankelijk van de verdere plannen voor Via Breda daarop afgestemde ondersteunende horeca - Bavelse Berg: ondersteunende horeca (optioneel). Economisch ◆ op nieuwe locaties nieuwe horecabedrijven toestaan voor zover aantal en omvang in overeenstemming is met de toename van andere commercieel publiekverzorgende functies (Achter de Lange Stallen, Westflank, Via Breda); ◆ voor elders in de binnenstad: het huidig beleid gericht op stabilisering in aantallen voortzetten met mogelijkheid om gewenste modernisering te koppelen aan groter vloeroppervlak. Nieuwe horecabedrijven compenseren door sanering van horecabedrijven elders. ◆ in wijken en dorpen in principe uitgaan van de bestaande situatie. Alleen waar sprake is van een groeiend inwonertal en/of substantiële toevoeging van bijvoorbeeld het winkel- of leisureaanbod kan passende uitbreiding van het horeca-aanbod plaatsvinden. De komende jaren zal het horeca-aanbod in de ‘bestaande’ binnenstad en in de dorpen en wijken min of meer stabiel kunnen blijven. Daarbij is modernisering van dat bestaande wel gewenst. Op de nieuwe ontwikkelingslocaties zal nieuw horeca-aanbod moeten worden toegevoegd om de ambities van Breda als totaal en de betreffende locaties in het bijzonder waar te kunnen maken. Op pagina 23 van het rapport wordt gekoppeld aan de verschillende functies van de binnenstad en de daarbij behorende doelgroepen een overzicht gegeven van mogelijke vormen van horeca in Breda. 6
Samenvatting
Overige beleidsvelden De actualisatie van het horecabeleidsplan beperkt zich tot de in de projectdefinitie geformuleerde vragen. Omdat er echter zoveel raakvlakken zijn met andere beleidsvelden, zijn in het rapport aandachtspunten opgenomen voor de beleidsvelden milieu, openbare orde en veiligheid, vergunningverlening en handhaving en welzijn. Een aantal van die aandachtspunten is vertaald in een actiepunt. Tevens wordt een overzicht gegeven van de relevante landelijke en gemeentelijke regelgeving en instrumenten voor toetsing en handhaving. Beleidswijzigingen ten opzichte van het horecabeleidsplan uit 1995 ◆ ◆ ◆ ◆ ◆
◆
◆
uitbreiding aantal zelfstandige horecavestigingen alleen op nieuwe ontwikkelingslocaties, evenredig aan uitbreiding met winkels of andere voorzieningen; modernisering bestaande horecabedrijven i.v.v. schaalvergroting mogelijk maken; bestaande categorie-indeling horeca I (maaltijd/spijs), horeca II (logies), horeca III (drank), horeca IV (bardancing/discotheek) vereenvoudigen; horecacombinatie I/III toevoegen; overgang van een zwaardere naar een lichtere categorie horeca, bijvoorbeeld van horeca III naar horeca I is in principe altijd mogelijk; eenzijdige concentratie van horeca in de binnenstad doorbreken; aanwijzen horecaclusters voor combinatietype horeca I en III (Grote Markt, van Coothplein, haven Westflank, Achter de Lange Stallen en Via Breda); voor de dorpen: uitgaan bestaande situatie; uitbreiding/vernieuwing op basis van een integrale visie voor de bij het dorp passende verzorgingsstructuur, waarvan de horeca wezenlijk onderdeel uitmaakt; voor de droge horeca bezien of er een vergunningplicht moet komen.
Verder blijft het bestaande beleid van kracht: ◆ uitgaanshoreca blijft in horecaconcentratiegebied rondom de Havermarkt; ◆ winkelondersteunende horeca in winkelgebieden; ◆ met uitzondering van nieuwe ontwikkelingslocaties géén uitbreiding van aantal zelfstandige horeca in de binnenstad; ◆ horeca als ondergeschikte functie bij detailhandel, culturele- of sportinstellingen toestaan; ◆ aantal zelfstandige horecavestigingen in de Haagdijk en Boschstraat blijft gelimiteerd; ◆ geen uitbreiding van het aantal horecavestigingen in Ginneken en Princenhage; ◆ voor de wijk- en buurtwinkelcentra zijn horecafuncties toegestaan tot maximaal 5% van de oppervlakte van het centrum; ◆ op bedrijventerreinen wordt uitgegaan van 1 vestiging in spijzen of maaltijd per gebied van 20 ha; ◆ Centraal Breda: hotel- en congresfunctie en gemaksfunctie voor de reizigers en gebruikers. Voor de overige beleidsvelden zijn in deze actualisatie aandachtspunten opgenomen. 7
Actualisatie Horecabeleid
8
Inleiding
1
1.1
INLEIDING
Achtergronden en doel actualisatie horecabeleid Breda was één van de eerste Nederlandse gemeenten die de door de Vereniging Nederlandse Gemeenten en Koninklijk Horeca Nederland opgeworpen handschoen van geïntegreerd horecabeleid heeft opgepakt. Na een uitvoerig onderzoek en brede consultatie binnen en buiten de gemeentelijke diensten werd het Horecabeleidsplan in 1995 opgesteld door de Werkgroep Horeca en vastgesteld door college en raad. Het huidig beleid is inmiddels 10 jaar oud en gebaseerd op de inzichten van de eerste helft van de jaren negentig van de vorige eeuw. Dat wil overigens niet zeggen dat het Bredase horecabeleid gedateerd is. Integendeel, een belangrijk deel van dat beleid (b)lijkt volgens de resultaten van de nu voorliggende evaluatie nog steeds van toepassing. Afgelopen jaren hebben zich (zowel landelijk als in de gemeente Breda zelf) in zowel de horecasector, als in het beleid, als in specifieke wet- en regelgeving diverse ontwikkelingen voorgedaan die een actualisatie van het Bredase horecabeleid wenselijk maken: ◆ als het om de sector zelf gaat dan is één van de vragen gericht op de positie en het perspectief van het huidig aanbod, ook in relatie tot landelijke ontwikkelingen en lokale plannen voor modernisering en uitbreiding van bestaand aanbod en nieuwe aanbieders; ◆ als het gaat om het horecabeleid van de gemeente, dan staat de vraag centraal op welke wijze dat beleid opnieuw ‘weersbestendig’ gemaakt kan worden voor de komende 10 jaar. ◆ als het gaat om wet- en regelgeving, dan valt de komende jaren het nodige te verwachten van het proces van deregulering dat zeker ook voor de horecasector mogelijkheden van vereenvoudiging oproept. Rekening houdend met het voorgaande heeft de gemeente Breda in goed overleg met de sector en op basis van nieuwe inzichten het bestaande horecabeleid waar nodig geactualiseerd. Het geactualiseerde horecabeleidsplan is een kaderplan, dat een visie geeft op de ontwikkelingsmogelijkheden van de horecabedrijfstak en de randvoorwaarden van het gemeentelijk beleid bepaalt. Nadere uitwerking vindt waar nodig plaats in verordeningen, deelnota's en uitvoeringsprojecten. Net als in 1995 blijven de belangrijkste doelstellingen van het hierna geëvalueerde en op onderdelen geactualiseerde horecabeleidsplan gericht op: ◆ Het tot stand brengen van een geïntegreerd gemeentelijke horecabeleid. ◆ Het stimuleren van een kwalitatieve versterking van de horecastructuur in de stad. ◆ Het verduidelijken van de regelgeving en de afstemming van de uitvoering daarvan. ◆ Tegengaan van ontwikkelingen die leiden tot achteruitgang van het woon- en leefklimaat. ◆ Het tot stand brengen en in stand houden van overleg- en adviesstructuren binnen het gemeentelijk apparaat en naar belanghebbende ondernemers en bewoners.
9
Actualisatie Horecabeleid
1.2
Vraagstelling Het horecabeleidsplan uit 1995 wordt op onderdelen geactualiseerd om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Daarvoor worden de volgende vragen beantwoord: 1. Welke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Breda zijn van belang voor de horecasector? 2. Kan, gelet op vraag 1, de conclusie uit het adviesrapport uit 1993 dat de horeca in Breda in kwantiteit vooralsnog geen uitbreiding meer moet ondergaan als uitgangspunt gehandhaafd blijven? Is er ruimte voor uitbreiding van de horecasector in één of enkele van de onderscheiden bedrijfstypen? (bijvoorbeeld voor een grootschalige uitgaansgelegenheid?) 3. Dient het aantal horecabedrijven op de Haagdijk en de Boschstraat gelimiteerd te blijven? 4. Sluit de gebruikelijke indeling in horeca I, II, III, IV nog voldoende aan op de praktijk? 5. Zijn de aanbevelingen per bedrijfstype nog actueel? 6. Hoe dienen de voor de binnenstad geformuleerde doelstellingen en uitgangspunten aangepast te worden om nieuwe ontwikkelingen zoals de Westflank en Achter de Lange Stallen mogelijk te maken? 7. Dient het huidige horecaconcentratiegebied (Havermarkt en omstreken) gehandhaafd of uitgebreid te worden met bijvoorbeeld gedeelte van de Westflank? Is het aanwijzen van het gebied rondom de haven aan de Westflank als (ruimtelijk-functioneel) horecaconcentratiegebied gewenst? 8. Zijn de uitgangspunten voor Centraal Breda nog actueel in het kader van de plannen voor Via Breda? 9. Hoe luidt een horecabeleid voor de dorpskernen? Door de gemeentelijke herindeling dient ook een horecabeleid voor de voormalige dorpskernen geformuleerd te worden. 10. Zijn de actiepunten uit het horecabeleidsplan opgepakt? Zijn de actiepunten nog actueel? Welke nieuwe actiepunten kunnen worden toegevoegd? Om deze vragen te beantwoorden is gestart met het inventariseren en actualiseren van aanbod en vraag. Vervolgens is een visie geformuleerd op de gewenste ontwikkeling van horeca in Breda en tot slot is het bestaande actieplan geactualiseerd. In dat proces is een veelheid van partijen gehoord en betrokken, zowel via de begeleidingsgroep als via een uitgebreide gesprekkenronde. Op basis hiervan worden tot slot de gestelde vragen beantwoord, en worden aanbevelingen gedaan voor het waar nodig en op onderdelen aanpassen van het huidige beleid om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken, inclusief horecabeleid voor de dorpskernen. Het bestaande horecabeleid blijft verder ongewijzigd.
10
Aanbodanalyse horeca Breda
2
2.1
AANBODANALYSE HORECA BREDA
Inleiding De horecasector bestaat uit een groot aantal typen bedrijven. Om een goede vergelijking te kunnen maken met het verleden (situatie 1993) is in de hiernavolgende inventarisatie en analyses gebruik gemaakt van de indeling en inventarisatiegegevens van het Bedrijfschap Horeca. Ter beantwoording van de gestelde vragen en als basis voor de visievorming in hoofdstuk 6 en suggesties voor actualisatie van het horecabeleid in hoofdstuk 7 wordt in dit hoofdstuk nader ingegaan op: ◆ het huidig horeca aanbod in de binnenstad en dorpen (kwantitatief en kwalitatief) op basis van inventarisatiegegevens en observatie; ◆ ruimtelijke ontwikkelingen/projecten, onderzoeken en visies waarin aandacht wordt besteed aan de horeca (Goud van Breda, Westflank, detailhandelsnota, Via Breda, Achter de Lange Stallen en dergelijke). Het voorgaande is samengevat in de vorm van een sterkte/zwakte analyse van het horeca-aanbod in Breda algemeen en de belangrijkste horecagebieden (binnenstad, wijken, dorpen, et cetera) in het bijzonder.
2.2
Omvang en samenstelling Op basis van het meest recente overzicht van horecabedrijven van het Bedrijfschap Horeca (per september 2003) telt de gemeente Breda in totaal bijna 550 horecabedrijven. Die horeca verdeelt zich als volgt over de diverse horecasectoren en diverse horecagebieden in Breda (met tussen haakjes het aantal horecabedrijven in 19931). Aantal horecabedrijven 2003 (1993) Breda-centrum Drankensector
Overig Breda
Totaal Breda
Dorpen
Totaal
57
(54)
31
(42)
204 (218)
23
(nb)
Fastfoodsector
46
(43)
45
(40)
27
(14)
118
(97)
10
(nb)
128
Restaurantsector
48
(54)
24
(21)
19
(17)
91
(92)
14
(nb)
105
Hotelsector Gecaterde bedrijfsrestaurants Totaal horeca
116 (122)
Ring Breda
227
6
(5)
5
(3)
5
( 5)
16
(13)
-
16
17
(14)
35
(24)
13
(11)
65
(49)
-
65
166 (142)
95
(89)
493 (469)
47
233 (238)
(nb)
541
Voor een volledig overzicht van typen horecabedrijven en ontwikkeling sinds 1993 wordt verwezen naar de bijlagen. Vastgesteld kan worden dat in de afgelopen 10 jaar het horeca-aanbod in de stad Breda is toegenomen (met 7%), met name door de groei van het aantal bedrijven in de fastfoodsector (plus 22%) en de gecaterde bedrijfsrestaurants. Het aantal restaurants bleef vrijwel gelijk.
1 Gegevens Bedrijfschap Horeca 1993. Zie ook Ontwikkelingsvisie Horeca Breda, BRO 1993 voor vergelijkbare indeling conform postcode Breda-centrum (4811), Ring Breda (4812-4819), Overig Breda en dorpen.
11
Actualisatie Horecabeleid
Uit onderstaand overzicht blijkt dat het m2 verkoopvloeroppervlak in de afgelopen 10 jaar in de gemeente Breda met bijna 25% is toegenomen (maar de laatste vijf jaar wel weer afnam). Die groei voltrok zich in de drankensector (+ 27%) en in de fastfoodsector (+27%). In de restaurantsector en hotelsector nam het m2 verkoopoppervlak (licht) af. Totaal m2 vloer-oppervlak 1993-2003 Drankensector Fastfoodsector Restaurantsector Hotelsector Gecaterde bedrijfsrestaurants Totaal horeca
1993
1998
2003
24.704
29.946
31.466
5.371
6.423)
6.831
20.559
22.721
19.737
3.610
2.998
3.530
(499 kamers)
(399 kamers)
(562 kamers)
nvt
nvt
nvt
54.244
62.088
61.564
Als de ontwikkeling van het aantal bedrijven in Breda wordt vergeleken met de ontwikkeling van het m2 verkoopvloeroppervlak, dan blijkt met name in de drankensector de gemiddelde oppervlakte per horecabedrijf sterk te zijn toegenomen. Die schaalvergroting treffen we ook elders in Nederland aan en duidt in het algemeen op een modernisering (en gelijktijdige uitbreiding) van bestaande en/of herontwikkelde bedrijven. Zoals opgemerkt heeft die ontwikkeling zich in Breda met name afgespeeld in de drankensector en de fastfoodsector.
12
Aanbodanalyse horeca Breda
2.3
Over indelingen van horeca en noodzaak van vernieuwing Het Bedrijfschap Horeca heeft in 2003 de indeling in drankverstrekkende sector, spijsverstrekkende sector, maaltijdverstrekkende sector en logiesverstrekkende sector veranderd in drankensector, fastfoodsector, restaurantsector, hotelsector en onderscheidt naast deze horecabedrijven nadrukkelijk ook gecaterde bedrijfsrestaurants als horecacategorie. Deze naamswijziging heeft géén consequenties gehad voor de aantallen bedrijven per groep, zodat de vergelijking met eerdere jaren zoals hierboven voor Breda is gebeurd mogelijk blijft. Wel blijkt dat het Bedrijfschap Horeca ook de huidige indeling niet altijd bruikbaar acht voor diverse in de markt geconstateerde nieuwe vormen van horeca. Men werkt aan een indeling die meer recht doet aan geconstateerde dynamiek in de sector. De gemeente Breda constateert eenzelfde problematiek als het gaat om de in haar bestemmingsplannen voor de horeca gehanteerde indeling in vier typen horeca: type I (spijs/maaltijd), II (logies), III (drank), IV (bar-dancing/discotheek). Net als de indeling van het Bedrijfschap Horeca en soortgelijke indelingen in vele andere plaatsen blijkt die indeling niet in alle gevallen goed aan te sluiten op de praktijk, waarin vernieuwing en eigentijdse concepten voorwaarden zijn van toekomstig functioneren.
2.4
Horecagebieden, concentraties en kwaliteiten Breda-centrum Breda-centrum (postcode 4811, gebied binnen de singels) telt ongeveer 233 horecabedrijven. Dat is 40% van het totale aantal horecabedrijven in de gemeente Breda. In de laatste 10 jaar is in het aantal bedrijven weinig gebeurd. In een aantal horecabedrijven is het aanbod zelfs iets afgenomen (-2%), waarbij een verschuiving plaatsvond tussen de branches. Groei was er in de fastfoodsector (+3 bedrijven = + 7%) en in gecaterde bedrijfsrestaurants (+3 bedrijven = + 20%). Een afname van bedrijven wordt geconstateerd in de drankensector (- 6 bedrijven = - 5%) en in de restaurantsector (-6 = -12%). De afname in zowel de drankensector als in de restaurantsector is opmerkelijk, en vraagt aandacht. Aantal horecabedrijven 2003 (1993) Breda-centrum Drankensector
116
(122)
Fastfoodsector
46
(43)
Restaurantsector
48
(54)
Hotelsector Gecaterde bedrijfsrestaurants Totaal horeca
6
(5)
17
(14)
233
(238)
In het centrum van Breda zijn twee horeca-hoofdclusters te vinden (Grote Markt en Havermarkt en omstreken). Beide horecagebieden bevinden zich in het noordelijk deel van de oude binnenstad, dicht bij elkaar. Ook zijn er diverse kleinere concentraties, zoals aan het Van Coothplein, in de Halstraat, aan de Karnemelkstraat-Houtmarkt hoek Ginnekenstraat, en in de inlopers Haagdijk en Boschstraat. Elk van die horecagebieden heeft een duidelijk eigen functie en kent specifieke doelgroepen. De Grote Markt (met 23 bij het Bedrijfschap Horeca geregistreerde horecabedrijven) kenmerkt zich met name aan de noordzijde door vrijwel aaneengesloten horeca met zowel een dag- als avondfunctie en is voor zowel het winkelend als het borrelende en uitgaande publiek van belang. De Havermarkt en omstreken (47 horecabedrijven in concentratiegebied) is een geconcentreerd horecagebied met uitgaansfunctie voor jongeren. Sinds enkele jaren kent het gebied ook enkele horecabedrijven die overdag geopend zijn, en waar ook andere doelgroepen zich kunnen verpozen. Afgelopen jaren is hier een kwaliteitsslag gemaakt, onder andere met restaurants. Aan het Van Coothplein en omstreken (waar de nadruk van de horeca wat sterker ligt op kwaliteit en een wat minder grote massaliteit) vinden we overdag en ’s avonds de wat oudere en beter verdienende (30 plus) doelgroepen terug.
13
Actualisatie Horecabeleid
Ook aan de Haven en in de Halstraat (acht horecabedrijven) vinden we nog doelgericht bezochte horeca en verspreid over de winkelstraten diverse winkelondersteunende horeca. In de inlopers Haagdijk (11 horecabedrijven) en Boschstraat (10) is sprake van enige concentratie van met name doelgericht bezochte horeca met een lokaal verzorgende signatuur, terwijl beide straten als vestigingsplaats ook aantrekkelijk (b)lijken voor startende ondernemers in horeca en andere dienstverlening. Er is zorg voor een achteruitgang van de kwaliteit van de horeca (en andere zaken). Van elkaar versterkende en een aaneengesloten horecagebied is in deze straten geen sprake. Het gaat om overwegend solitaire bedrijven.
14
Aanbodanalyse horeca Breda
Overzichtskaart horeca-aanbod binnenstad
15
Actualisatie Horecabeleid
Ring Breda In de Ring Breda (postcodes 4812-4819) nam het aantal horecabedrijven in de afgelopen 10 jaar toe met in totaal 24 bedrijven, een groei van ongeveer 17%. Exclusief nieuwe gecaterde bedrijfsrestaurants gaat het om een toename van 13 bedrijven, verdeeld over alle sectoren. Deze groei kan deels worden verklaard uit het gemeentelijk horecabeleid en het (daardoor) ontbreken van vestigingsmogelijkheden in de binnenstad. Marktpartijen hebben zich om die reden georiënteerd op locaties buiten de binnenstad. Van clusters is in de ring vrijwel géén sprake. In de verschillende buurt- en wijkwinkelcentra vinden we de in dit type winkelconcentraties horende vormen van lunchroom, cafetaria’s, fastfood en chinees of pizzeria. Deze horeca heeft een sterk buurt/wijkverzorgend karakter. Als vervolg op de Haagdijk vinden we in de Haagweg nog de grootste ‘concentratie’ van horecabedrijven, vooral café/bars en cafetaria’s. Aantal horecabedrijven 2003 (1993) Ring Breda Drankensector
57
(54)
Fastfoodsector
45
(40)
Restaurantsector
24
(21)
Hotelsector Gecaterde bedrijfsrestaurants Totaal horeca
5
(3)
35
(24)
166
(142)
Overig Breda In overig Breda nam het aantal horecabedrijven de laatste 10 jaar toe met zes horecabedrijven (+7%). Daarbij wordt opgemerkt dat het aantal drankverstrekkende bedrijven sterk afnam, terwijl de fastfoodsector een relatief sterke groei liet zien in aantallen bedrijven. De restaurantsector is in aantallen bedrijven iets toegenomen de laatste 10 jaar. Hier weerspiegelt zich onder andere groei in aantallen bedrijven en modernisering van bestaande bedrijven, onder andere in ’t Ginneken (Ginnekenweg, Ginnekenmarkt) en in andere situaties, zoals in woongebied, en buitengebied zoals bij ruiterscholen, kartbaan en andere recreatie- en sportaccommodaties en dergelijke. Aantal horecabedrijven 2003 (1993) Overig Breda Drankensector
31
(42)
Fastfoodsector
27
(14)
Restaurantsector
19
(17)
Hotelsector
5
(5)
Gecaterde bedrijfsrestaurants
13
(11)
Totaal horeca
95
(89)
Dorpen Sinds de gemeentelijke herindeling (1997) zijn de dorpen Bavel, Teteringen, Ulvenhout en Prinsenbeek aan Breda toegevoegd. Gezien het specifieke dorpskarakter van de voorzieningen in deze dorpen, wordt aan de horeca in deze kernen apart aandacht besteed. In de dorpen worden in totaal bijna 50 horecabedrijven aangetroffen. Hiervan wordt de helft gerekend tot de drankensector. Er zijn geen gegevens van voorgaande jaren beschikbaar maar uit de gesprekken hebben wij begrepen dat de sector de afgelopen jaren in de dorpen wel een aantal sluitingen heeft meegemaakt. De huidige bedrijven hebben vooral een lokaal verzorgende dorpsfunctie, maar we treffen op diverse plekken ook solitair gevestigde bedrijven met een specifieke functie en zaken die een bovenlokale/regionale aantrekkingskracht hebben.
16
Aanbodanalyse horeca Breda
Aantal horecabedrijven 2003 (1993) Dorpen Drankensector
23
(nb)
Fastfoodsector
10
(nb)
Restaurantsector
14
(nb)
Hotelsector Gecaterde bedrijfsrestaurants Totaal horeca
47
(nb)
De horeca in de dorpen kenmerkt zich door overwegend doelgericht bezochte autonoom functionerende horecabedrijven, met zowel lokale als (beperkt) regionale aantrekkingskracht. Slechts op enkele locaties is er sprake van enige clustervorming, zoals in Prinsenbeek (Groenstraat, Markt) en Ulvenhout (langs de Dorpsstraat). Achtergrond daarvan is dat het gaat om oude, historisch gegroeide gemeenschappen met een eigen identiteit en een van oudsher sterke oriëntatie op het eigen aanbod, zowel in horeca als in winkels en andere voorzieningen. Van oudsher hebben de dorpen een voorzieningenaanbod dat groter is dan op basis van het inwonertal verwacht mag worden. De dorpen van Breda ondervinden wel elk op eigen – op meer of minder sterke – wijze het algeheel landelijke proces van het steeds verder afkalven en veranderen van het locaalverzorgende voorzieningenaanbod, niet alleen in winkels en voorzieningen, maar ook als het gaat om horeca en andere ‘ontmoetingsplaatsen’. Kijkend naar het gemeentelijk beleid: ◆ Voor Teteringen is in het structuurplan Breda Noord-Oost/Teteringen (1999) gekozen voor de versterking van de winkel- en voorzieningen structuur door concentratie van het aanbod in één centrum. ◆ In Bavel richt het beleid zich op concentratie van winkels en andere voorzieningen in de al bestaande concentratie van winkels rondom de kerk. ◆ In Ulvenhout is de voorzieningenstructuur langgerekt en vooral gesitueerd aan de Dorpsstraat (met een kleine perifere concentratie rondom Super de Boer aan de Chaamseweg). Het beleid richt zich op concentratie van voorzieningen in dit deel. ◆ In Prinsenbeek worden winkels en voorzieningen zoveel mogelijk geconcentreerd in het al bestaande winkel- en voorzieningengebied rondom de Markt/Groenstraat (binnen een straal van 100 meter rond de Markt). In de verdere ontwikkeling van voorzieningenfunctie in de dorpen dienen eventuele horeca-initiatieven in de nu voorgenomen concentraties van winkels en andere voorzieningen gerealiseerd te worden.
2.5
Sterkte/zwakte-analyse In vergelijking met de situatie van 10 jaar terug is er in de binnenstad van Breda feitelijk maar weinig veranderd, terwijl daarbuiten sprake was van een groeiend horeca-aanbod. In Breda-centrum is wel sprake geweest van een toegenomen horecavloeroppervlak, maar in aantallen bedrijven is er geen groei/afname te constateren. Havermarkt en Grote Markt zijn en blijven de belangrijkste horecagebieden in de binnenstad. In enkele gevallen is in de clusters sprake (geweest) van aantoonbare vernieuwing (dagfunctie enkele bedrijven Havermarkt, De Drie Gezusters Grote Markt). Als het gaat om vernieuwende elementen loopt de ontwikkeling van de voor het functioneren van de binnenstad van Breda belangrijke horecafunctie toch wel wat achter op ontwikkelingen die in deze sector in vergelijkbare binnensteden worden gesignaleerd, zoals bijvoorbeeld in het ‘concurrerende’ Tilburg. Samengevat kan over de horeca in de binnenstad van Breda in het bijzonder nog het volgende worden geconcludeerd. ◆ Het aantal bedrijven is stabiel gebleven (horecabeleid werkt), maar de aantrekkingskracht en kwaliteit blijft (mede door dat beleid) achter bij hetgeen elders in Nederlandse binnensteden wordt gesignaleerd als het gaat om de introductie van nieuwe het grote publiek aansprekende horecaconcepten. ◆ Horeca Breda gaat waar mogelijk mee in de huidige landelijke trend van schaalvergroting. ◆ Breda heeft twee sterke horecaclusters. Clustering is bepalend voor de trekkracht.
17
Actualisatie Horecabeleid
◆ ◆ ◆
Er is weinig zelfstandige winkelondersteunende horeca, wel zijn er enkele winkels met horeca als ondersteunende of nevenfunctie. Het aanbod maaltijdverstrekkers is ‘onder de maat’ en ligt relatief sterk verspreid. Betreffende zaken moeten autonoom trekken, er is géén eetcluster. Veel horecabedrijven richten zich op jonge uitgaanders. Er is sprake van een eenzijdig aanbod. Er is nog steeds (te) weinig horeca-aanbod voor ouderen en cultuurbezoekers.
Voor de verschillende deelgebieden in Breda kan de volgende sterkte/zwakte analyse gemaakt worden: Havermarkt
sterk
zwak
Goede en gevarieerde uitgaanshoreca voor jonge-
Nog steeds (te) sterk op uitgaan
ren. Kwaliteitsverbreding en ontwikkeling gericht op
Overdag nog (te) weinig te beleven
dagfunctie ook voor andere doelgroepen Grote Markt
Ov. centrum
Kwalitatief goed gevarieerd aanbod met dagfunctie
Kwaliteit en uitstraling van gebouwde terrassen
en avondfunctie voor in principe alle doelgroepen
op met name zuidelijk deel. Weinig op brede doel-
in aantrekkelijke stedelijke ambiance
groepen gerichte ‘vernieuwende’ horeca
Enkele clusters met duidelijk eigen aantrekkings-
Afgelopen jaren relatief weinig vernieuwing/
kracht en functie (Van Coothplein, Halstraat) en ver-
modernisering van bestaande zaken.
spreid onder andere winkelondersteunende horeca Ring Breda
Horeca vervult in buurt/wijkcentra functie voor
(te) veel ‘marginaal’ functionerende horeca met
lokale bevolking.
onduidelijke marktgebied en/of bezoekersprofiel.
Horeca vervult een belangrijke functie in het voor-
Het economisch functioneren van de dorpshoreca
Dorpen Breda zieningenaanbod, ontmoetingsfunctie
18
staat landelijk onder druk, en ook in Breda
Draagvlakanalyse en vraagstructuur
3
3.1
DRAAGVLAKANALYSE EN VRAAGSTRUCTUUR
Inleiding Ten behoeve van een analyse van het draagvlak voor de horeca en de vraagstructuur heeft geen consumentenonderzoek en/of bezoekersonderzoek plaatsgevonden. Een indruk van het huidige draagvlak en eventuele ontwikkelingen in de vraagstructuur in de afgelopen 10 jaar is gebaseerd op resultaten van diverse in Breda uitgevoerde onderzoeken en gesprekken met de brouwerij en marktpartijen. Enkele landelijke ontwikkelingen en trends zijn doorvertaald in (mogelijke) doelgroepprofielen in Breda. De onderscheiden doelgroepen vormen uiteindelijk de basis waarop vernieuwing in het Bredase horeca-aanbod gerealiseerd kan worden.
3.2
Draagvlak Het in hoofdstuk 2 beschreven horeca-aanbod en de plannen voor een verdere groei van dat aanbod maakt de (binnen)stad Breda nu en in de toekomst tot een belangrijk lokaal en regioverzorgend centrum. De ambitie richt zich op het versterken van de bovenregionale functie. De gemeente telt ongeveer 162.500 inwoners, waarvan circa 134.500 in de stad Breda en de anderen in de omliggende dorpen Bavel (6.250), Prinsenbeek (11.000), Teteringen (6.000) en Ulvenhout (4.750). Van de bezoekers van de binnenstad komt ruim de helft uit Breda, ongeveer 25% uit de regio en ongeveer 25% van verder. Zij beoordelen de binnenstad in het algemeen goed, waarbij horeca en sfeer relatief hoog scoren, en parkeervoorziening en cultureel aanbod relatief laag. Na het winkelen is horeca het belangrijkste tweede bezoekmotief. Van de totale bestedingen van passanten/ 2 3 bezoekers van de binnenstad kwam tussen 1992 en 1998 tussen de 32% tot 41% terecht in de horeca (eten, drinken en verblijf). De binnenstad van Breda trekt ook veel toeristische bezoekers. In het jaar 2003 hebben bijna 1,2 miljoen Nederlandse bezoekers ruim 4 miljoen dagtoeristische bezoeken aan Breda gebracht. Dit betekent een gemiddelde bezoekfrequentie van 3,4 keer per jaar. In vergelijking tot voorgaande onderzoeksjaren weet Breda daarmee de dagtoerist steeds beter aan zich te binden (respectievelijk een bezoekfrequentie van 2,5 in 2000, van 2,9 in 2001 en van 3,3 in 2002). Qua aantallen bezoeken volgt Breda de kopgroep van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Deze positie wordt gedeeld met Groningen, Zwolle, Den Bosch en Maastricht. Breda laat steden als Amersfoort, Haarlem, Leiden, Tilburg, Delft, Deventer en Gouda (ver) achter zich. Vergeleken met 2002 laten de bezoekersaantallen voor Breda echter een daling zien van 13,7%. Dit is enerzijds toe te schrijven aan de minder rooskleurige economische situatie in Nederland (bij de meeste steden is sprake van een daling of stabiel aantal bezoekers). Anderzijds was 2002 een toeristisch topjaar voor Breda waarin zeer vele activiteiten in het kader van het 750jarig jubileum werden georganiseerd.
2 Gemeente Breda/NHTV. 'De toeristische functie van de Bredase binnenstad', 1998 3 BRO, 'bezoekersenquête horecastructuuronderzoek', 1992
19
Actualisatie Horecabeleid
‘Winkelen voor het plezier’ was in 2003 de belangrijkste reden om een bezoek aan Breda te brengen (63%), gevolgd door ‘lunchen/dineren in een restaurant’ (35%) en ‘op terrasje zitten’ (29%). Ook het Bredase nachtleven (11%), een (historische) stadswandeling (10%), bioscoopbezoek (6%), evenementenbezoek (10%) en een bezoek aan theater/concert (6%) zijn redenen om naar de stad te komen. Museumbezoek blijft vooralsnog achter als motief voor een bezoek aan Breda (2%). Gemiddeld wordt 1 46,80 in Breda uitgegeven per persoon per toeristisch bezoek. De meeste Nederlandse bezoekers komen uit de eigen provincie (53%), gevolgd door de aangrenzende provincies Zuid-Holland (21%) en Zeeland (7%). Bezoeken op een doordeweekse dag zijn het meest populair (57%), gevolgd door de zaterdag (34%). De zondag scoort met 7% nog relatief laag. Breda is verder het gehele jaar door aantrekkelijk voor dagtoeristen; seizoenen hebben weinig invloed op het aantal bezoekers. De stad trekt relatief veel bezoekers tussen de 30 en 65 jaar. Jongeren (15 t/m 29 jaar) en vijfenzestigplussers blijven hierbij achter4. Verwijzend naar de resultaten van het inmiddels 10 jaar geleden uitgevoerde onderzoek onder consumenten en bezoekers van horeca in Breda verwachten wij dat in het consumentengedrag niet heel veel is veranderd. Algemeen geformuleerd bieden ontwikkelingen in draagvlak en vraag de volgende kansen: Wonen ◆ Door (lichte) groei van de bevolking (ook in de binnenstad onder andere in Westflank, Via Breda, Chassé Park) neemt het economisch draagvlak voor horeca in (de binnenstad) Breda toe. Een uitbreiding van de horeca is vanuit dit oogpunt gewenst (in de binnenstad, en ook in wijk- en buurtcentra). Hetzelfde speelt in de dorpen Teteringen en Bavel waardoor het draagvlak voor bestaande horeca ook toeneemt. ◆ De samenstelling van de bevolking wijzigt. De voor de horeca in de binnenstad belangrijke leeftijdsgroep 15 tot en met 29 jaar neemt (langzaam maar zeker) af. Dit is een ongunstige ontwikkeling voor de uitgaanshoreca (cafés) in de binnenstad als die uitgaanshoreca zich niet wat sterker op oudere doelgroepen gaat richten. De groei en toenemende horecaparticipatie van de leeftijdsgroep 30 tot en met 64 jaar, heeft vooral een gunstig effect op de ontwikkeling van maaltijdverstrekkende horeca en rustiger uitgaanshoreca/café.
4. CVO Themarapport Toeristisch bezoek aan steden, 2004.
20
Draagvlakanalyse en vraagstructuur
Werken ◆ Breda biedt nu en in de toekomst werkgelegenheid: ontwikkelingen in/aan de binnenstad (Via Breda en dergelijke) en op bedrijventerreinen (Hoogeind, in de toekomst De Wig, Moleneind, Hazeldonk). ◆ Het gebruik van de binnenstedelijke horeca door werkers hangt in belangrijke mate af van de vestigingsplaats van grote werklocaties. ◆ Grote werklocaties beschikken veelal over eigen horecafaciliteiten (kantine, contractcatering). Groei van gecaterde bedrijfsrestaurants heeft een negatief effect op lunchbezoek aan andere horeca. Winkels ◆ Breda heeft een belangrijke lokale en regionale verzorgingsfunctie met betrekking tot detailhandel. De gemeente streeft naar een constante kwaliteitsverbetering van het winkelapparaat. ◆ Horeca en detailhandel hebben een duidelijke relatie. Horeca geeft het winkelend publiek een toegevoegde waarde aan het winkelen in Breda. Horeca fungeert als rustpunt tijdens winkelen en leidt tot een langer verblijf en hogere gemiddelde bestedingen. ◆ Winkelondersteunende horeca en hun vestigingslocatie(s) moeten afgestemd zijn op de vraag van het winkelend publiek.
21
Concept Actualisatie Horecabeleid
Toerisme ◆ De horeca ondervindt over het algemeen een grote spin-off van binnenstedelijke toeristischrecreatieve voorzieningen. Versterking en verbreding van het toeristisch-recreatief aanbod in (binnenstad) Breda is in principe altijd een goede zaak voor de bestaande horeca en biedt perspectieven en economische ruimte voor nieuwe horeca. ◆ Cultuur, uitgaan en winkelen zijn de belangrijkste dragers van het huidige en toekomstige Bredase toerisme. Een verdere uitbreiding van die toeristisch-recreatieve functie is een belangrijke ambitie.
Vast staat dat de horeca de vruchten plukt van een goede ontwikkeling van wonen en werken, winkelen en toerisme in Breda. De horeca moet dan ook betrokken zijn en blijven in de verdere ontwikkeling van Breda door (betere) afstemming van horecaproducten op de (nieuwe) vraag.
3.3
Vraag en kenmerken horecabezoekers Algemeen gesteld blijkt de feitelijke horecakeuze die men maakt, vooral af te hangen van het moment op de dag en de specifieke behoefte die men op dat moment heeft: ◆ combinatiebezoek (horeca met winkelen, werken of vermaak); ◆ ontmoeting met onbekenden (uitgaan, nieuwe mensen ontmoeten); ◆ ontmoeting met bekenden (zakelijke afspraken, vrienden en familie: overdag en ‘s avonds); ◆ convenience (traiteur/fastfood). Horecabezoekers zijn bij uitstek momentconsumenten. Of en zo ja welke horecagelegenheid men uiteindelijk bezoekt hangt niet alleen af van het moment, maar ook tot welk expressietype men behoort en het beschikbare aanbod. Steeds belangrijker voor de consument is service, entertainment en ambiance. Het toenemende belang van ‘emotie’ in de waardering van een horecabezoek is een van de belangrijkste trends. Hier wordt in nieuwe horecaconcepten ook steeds meer op ingezet.
22
Draagvlakanalyse en vraagstructuur
In volgend overzicht worden enkele expressietypen beschreven, met daaraan gekoppeld Bredase voorbeelden van daarop inspelende horeca.
Zakelijk/’exclusief’
Omschrijving
leeftijd
voorbeeld horecagelegenheden
zakelijk/traditioneel
boven 25 jaar
Charelli
geld te besteden
Chocolat
hogere klasse Vrolijk/sportief
Café Noir
vrolijk en onbezorgd
alle leeftijden
Bruxelles
sportief
maar vooral
Brooklyn
orde en netheid
jongeren
merkkleding Modaal
doe maar gewoon
alle leeftijden
Drie Gezusters
niet veel besteden
De Bommel
extra aandacht aan uiterlijk
Suikerkist Toren
Vernieuwend
Individu, kritisch, artistiek, in voor
alle leeftijden,
Cafédeel Gong
experimenten en nieuwe dingen
maar vooral
Charelli
30-40 Non-conformistisch
zijn overal faliekant tegen,
jonger dan 25 jaar
extreem gekleed
Ook in de komende jaren zullen marktpartijen op basis van segmentaties van draagvlak en vraag plannen ontwikkelen en ruimte vragen om op bestaande en nieuwe ontwikkelingslocaties conceptmatig in te spelen op geconstateerde ontwikkelingen in de vraag.
23
Actualisatie Horecabeleid
24
Deelconclusies voor Breda
4
DEELCONCLUSIES VOOR BREDA Breda loopt qua aantal horecavoorzieningen zeker niet achter, maar (b)lijkt de laatste 10 jaar als het gaat om het centrumaanbod wel een pas op de plaats gemaakt te hebben. Breda wil bekend staan als een Bourgondische stad (en de relatie met horeca is dan essentieel), maar (b)lijkt dat op dit moment niet waar te maken door het ontbreken van kwalitatief daarop inspelende horeca in de binnenstad. De horeca in de binnenstad heeft ook een relatief eenzijdig profiel door de oriëntatie op jeugdig uitgaand en winkelend publiek. De zakenman en wat oudere of bemiddelde bezoeker zoekt zijn/haar heil als het kan elders. Signalen zijn: relatief weinig variëteit, relatief weinig zelfstandige winkelondersteunende voorzieningen, weinig horeca voor 30+ en cultuurbezoekers en weinig moderne/hippe concepten. In de toekomst moet het bij de introductie van nieuwe horeca dan ook gaan om de mate van bijdragen in variëteit, kwaliteit en bijzonder. In de gesprekken en observaties is geconstateerd dat het rustig is in het centrum na sluiting van de winkels en voor het uitgaan en dat er géén tot maar weinig verbinding is tussen de horeca en het culturele aanbod. Koppeling van horeca met winkels en cultuur/toerisme is belangrijk om bezoekers langer in de stad te houden, culturele en horecaondernemers kunnen hier op inspelen. Daarbij kan ook de kwaliteit van de gebouwde omgeving (historisch en modern) en de openbare ruimte (pleinen en water) worden benut voor nieuwe initiatieven om de identiteit en trekkracht van Breda meer vorm en inhoud te geven voor de diverse doelgroepen.
25
Actualisatie Horecabeleid
26
Perspectief: ontwikkelingen en trends
5
5.1
PERSPECTIEF: ONTWIKKELINGEN EN TRENDS
Landelijke ontwikkelingen en trends, economisch klimaat De huidige economische recessie heeft effecten op het economisch functioneren van de horeca en zal leiden tot een 'shake-out' van de minder sterke broeders en zusters. Dit is een normaal economisch proces dat resulteert in een innovatieve, goed geoutilleerde en sterke sector die klaar is als het economisch herstel zich weer aandient en de consumentenbestedingen in de horeca weer aantrekken. De horecasector zal er in de toekomst duidelijk anders uitzien dan op dit moment, ook in Breda. Voor een goed overzicht van trends kan worden verwezen naar de sites van het Bedrijfschap Horeca en Horeca Nederland. Samengevat wijst men onder andere op de volgende ontwikkelingen: ◆ Consumentenbestedingen in de horeca zijn in de afgelopen jaren toegenomen, maar staan nu sterk onder druk. Bedrijven moeten in toenemende mate marketinginspanningen leveren, en concepten aanpassen waarbij de beleving als attractie voor de bezoeker een belangrijke rol speelt. ◆ Met name kleinere bedrijven staan onder druk, zeker ook als ze in het kader van benodigde vernieuwing geen financiële middelen hebben of fysieke ruimte om te moderniseren en uit te breiden. Op termijn zal een (groot) deel van hen van het toneel verdwijnen. ◆ Een (forse) groei valt nog te verwachten in de seniorenmarkt. Goede service en voorzieningen zijn belangrijk voor deze groep. ◆ Kansen voor groei zitten er ook nog bij allochtonen, toenemend aantal eenpersoonshuishoudens, toename buitenshuis eten en door de introductie van belevenissen. ◆ De hotelbranche is het meest conjunctuurgevoelig en zal als eerste de klappen opvangen en als eerste uit het dal opklimmen. ◆ Restaurants zullen in aantallen toenemen, waardoor in een nu krimpende markt de resultaten afnemen en een tweedeling valt te verwachten tussen een groeiende groep goedkopere en stabiele groep luxere restaurants. ◆ De traditionele cafetaria's zullen in aantallen afnemen en omzet verliezen aan nieuwe branchevreemde aanbieders van innovatieve gemaksprodukten en zullen daarop antwoord moeten formuleren. ◆ Cafés vallen uiteen in de traditionele dorpscafés en biljartcafés die in aantal zullen afnemen, en modernere vormen van grand cafés, swing cafés en landen- en themacafés in (binnen)steden die het onder voorwaarde van constante vernieuwing redelijk blijven doen. Deze meer algemene constateringen van Bedrijfschap en Koninklijk Horeca Nederland verdienen een verscherping. Zo wordt algemeen geconstateerd dat de horecasector steeds professioneler en zakelijker wordt en als resultaat worden schaalvergroting en ketenvorming voor bijna alle sectoren steeds belangrijker. Ondanks de huidige malaise zal de horeca naar verwachting sterker uit de economische dip te voorschijn komen. Wel zal een geheel andere horeca ontstaan. Net als de ontwikkelingen in de detailhandel (van kleine winkel via supermarkt en warenhuis tot winkelcentrum en nu weer terug naar de gespecialiseerde aanbieders) staat in de horeca een vergelijkbare ontwikkeling voor de deur. De relatie van de horeca met winkels, vermaak en andere functies is sterk en zal de komende jaren in kracht toenemen. Daarbij denken wij aan een verdergaande verweving van deze tot voor kort sterk verschillende sectoren, door branchevervaging (horeca in winkels en detailhandel in horeca) en het toetreden van nieuwe aanbieders uit geheel nieuwe hoeken (voedingsindustrie, detailhandel, vrijetijdsindustrie, media en dergelijke). V&D heeft zich in enkele jaren ontpopt tot een zeer belangrijke en vernieuwende horecapartij, terwijl Douwe Egberts (DE winkels), Unilever (Bertolli), Honig (Suppa) en andere fabrikanten zijn begonnen met de introductie van eigen formules in de belangrijkste winkelstraten.
27
Actualisatie Horecabeleid
Naast het geweld van de (inter)nationale giganten zal er uiteindelijk ook plek zijn en blijven voor de kleinere horecaondernemer die met een gespecialiseerd product en service specifieke doelgroepen weet aan te spreken. Die horecaondernemer zal – om te overleven – wel regelmatig zijn marktvisie en marketingplan moeten toetsen, en zo nodig bijstellen. Vernieuwing wordt noodzaak, stilstand de ondergang. Minder actieve ondernemers of mensen zonder visie of financiën om te moderniseren zullen uiteindelijk moeten afhaken.
5.2
Voor horeca relevante ruimtelijke plannen in Breda De ambitie van Breda is ‘ervoor zorgen dat Breda een te overwegen alternatief wordt als het gaat om het bezoeken van een stad in eigen land, waarbij gezellig winkelen alsmede de cultuur en de historie centraal staan’. De horeca in de binnenstad speelt in die ambitie zonder meer een belangrijke initiërende en ondersteunende rol. Die ambitie is de afgelopen 10 jaar vertaald in winkelontwikkelingen in de oude binnenstad zelf (zoals De Barones en zeer recent ’t Sas) en direct rondom die oude binnenstad grootschalige en spraakmakende leisureprojecten (Chassé Theater, Holland Casino, Mezz en dergelijke). Op diverse andere locaties in en rond de binnenstad van Breda zijn (grote) geïntegreerde projecten in voorbereiding met onder andere ruimte voor horeca. Naast een algehele versterking van het winkelapparaat in de binnenstad (er wordt een uitbreidingsruimte voorzien oplopend tot ongeveer 24.800 m2 wvo in de binnenstad) en het wonen (Chassé Park e.d.) is het waarschijnlijk en gewenst daarbij ook te voorzien in een 'gelijktijdige en afgestemde' vestiging van nieuwe horecabedrijven. Concreet gaat het de komende jaren in Breda-Centrum om volgende omvangrijke plannen voor nieuw winkel- en voorzieningenaanbod, inclusief horeca: ◆
28
Op de Westflank (langs de Markendaalseweg onder andere in het Kloostercomplex, het politiebureau en Laurentius); De voorgenomen herontwikkeling van de Westflank biedt vooral kansen voor bedrijven die passen binnen het beoogde karakter van het gebied (zie voor uitgebreide beschrijving onder andere BRO: water in de Westflank van de Bredase binnenstad) en tegelijkertijd inspringen op de hiaten in het lokale aanbod: qua marktsegment, kwaliteit, thema, doelgroepen et cetra Als aanvulling op het huidige horeca-aanbod in de binnenstad wordt vooral gedacht aan restaurants en (eet)cafés gericht op 30+ers, bijzondere thema’s en bovengemiddeld kwaliteitsniveau. Een ten opzichte van de Havermarkt en ander binnenstadaanbod onderscheidende kwaliteit (qua product, presentatie, bediening, menukeuze en marketing) is en blijft een nadrukkelijke voorwaarde voor eventueel nieuwe horeca in de Westflank, inclusief voorwaarden voortvloeiend uit milieu wet- en regelgeving. Vestiging in/nabij de herontwikkelde haven als nieuw entreegebied van de binnenstad is een pré. Haven en Nieuwe Mark vormen het horeca attractiepunt. In een aantrekkelijk vormgegeven entourage moet hier aan de haven de nadruk liggen op een concentratie van goede restaurants en luxe
Perspectief: ontwikkelingen en trends
eetcafés, die ook overdag geopend zijn. De combinatie van bedrijven moet bewoners en bezoekers aantrekken die nu onvoldoende aan hun trekken komen in de binnenstad (30+ en wat hogere inkomens). Om voldoende aantrekking te hebben zal een herkenbare clustering van horecazaken in de oostwand aan de haven moeten plaatsvinden. In 2000 heeft BRO becijferd dat een toename van 6 tot 14 nieuwe horecabedrijven aan de Westflank economisch gezien mogelijk is, inclusief positieve effecten op de rest van de binnenstad. Daarbij is onvoldoende/geen rekening gehouden met eventueel gewenste/noodzakelijke horecaontwikkelingen elders. Ook vanwege de (toen nog onbekende) verslechterde marktomstandigheden verdient het aanbeveling op de Westflank uit te gaan van een wat minder groot aantal nieuwe horecabedrijven naast het al daar gevestigde. Die nieuwe bedrijven zouden nadrukkelijker dan in het voorstel van BRO moeten clusteren in de oostwand aan de haven. ◆
Voor het terrein Achter de Lange Stallen (Molsterrein) wordt gedacht aan een winkelproject van ca. 18.000 tot 20.000 m2 dat moet passen binnen de ambitie en identiteit van Breda. De vraag is in hoeverre de integratie van winkels en horeca in dit nieuwe project vorm en inhoud zal krijgen. In het horecabeleid zal de gemeente mogelijkheden moeten bieden om gekoppeld aan de uitbreiding van het winkelaanbod een gelijktijdige uitbreiding van het horeca-aanbod toe te staan. Dat aanbod zal met name een functie kunnen hebben voor de aantrekkelijkheid van het project zelf, maar nadrukkelijk ook kunnen inspelen op bezoekers van bijvoorbeeld de rest van het winkelcentrum binnenstad, Mezz, Chassé Theater en Holland Casino en dergelijke. Als zodanig is een koppeling met de functie van de horeca aan het Van Coothplein mogelijk.
◆
In het project Via Breda (landelijk sleutelproject met een nieuw NS-station en gevarieerd aanbod wonen, werken en voorzieningen, inclusief horeca) wordt geïntegreerde ontwikkeling van vervoer, wonen, kantoren en voorzieningen voorgestaan. Naast specifiek op het vervoersknooppunt gerichte ‘gemakswinkels en gemakshoreca’ gaat het voor de ontwikkeling van horeca in dit gebied om congres/hotelfuncties in Centraal Breda, om de ontwikkeling van het Interbrew brouwerijcomplex aan de oostzijde en het CSM-complex aan de westkant. Een eventuele horecainvulling zal ondersteunend zijn aan nieuwe functies in het gebied en aanvullend zijn op het aanbod elders in het centrum van de stad. Van groot belang voor de horeca en andere voorzieningen is een goede verbinding tussen Via Breda en de binnenstad. De haalbaarheid en effecten van een meer dan ondersteunende horecafunctie met een solitaire aantrekkingskracht op bestaande en nieuwe doelgroepen en horecagebieden kan nu niet worden bepaald. In de verdere uitwerking van de plannen zal daartoe nader onderzoek moeten worden uitgevoerd.
29
Actualisatie Horecabeleid
◆
30
In vermaak/leisuresfeer zijn er plannen voor het Chasséveld. Het is belangrijk bij vermaak/leisurevoorzieningen horeca een onder-steunende rol te laten spelen, bijvoorbeeld horeca bij een bioscoop. Een solitaire autonoom trekkende horecagelegenheid (zoals grootschalige discotheek) is op het Chasséveld minder gewenst, en meer op zijn plaats in het gebied rond de Bavelse Berg, i.c.m. evenementen.
Ontwikkeling: visie en concepten voor Breda
6
6.1
ONTWIKKELING: VISIE EN CONCEPTEN VOOR BREDA
Inleiding Op basis van voorgaande inventarisatie en analyses, en aanvullende informatie uit gesprekken met betrokkenen en leden van de begeleidingsgroep wordt hieronder een visie gegeven op de gewenste en mogelijke ontwikkeling van de horeca op nieuw te ontwikkelen locaties in de stad Breda en in de dorpskernen van de gemeente Breda, voor de komende 10 jaar. Op basis van die visie worden eventuele nieuwe beleidsuitgangspunten geformuleerd. In de voorgestelde visie spelen economische aspecten en vragen (is er ruimte voor uitbreiding van de horecasector in één of enkele bedrijfstypen?), ruimtelijke aspecten en vragen (ten aanzien van bestaande en nieuwe locaties) en maatschappelijke aspecten (doelgroepen, wisselwerking met andere functies en dergelijke) een belangrijke rol. Voor Breda als totaal, en per onderscheiden (nieuw) horecadeelgebied en/of horecabedrijfstype wordt uitgesproken of er aanleiding is voor uitbreiding van zaken en/of locatie, voor consolidatie dan wel voor een beperking van het aandeel van de horecasector ten opzichte van andere functies. Conform de vraagstelling in de projectdefinitie wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de visie en eventueel nieuw beleid voor de horeca in bestaande gebieden in de binnenstad en andere mogelijke horecaontwikkelingen in de binnenstad (Westflank, Achter de Lange Stallen, Centraal Breda/Via Breda, Chasséveld), en een horecabeleid voor de dorpskernen.
6.2
Ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden horeca Breda De horeca is na de detailhandel de belangrijkste publiekverzorgende functie en beeldbepalend voor het imago van de (binnen)stad Breda, haar leefbaarheid en attractie. Uitgaande van: ◆ de omvang en kwaliteit van het horeca-aanbod; ◆ de relaties van het horeca-aanbod met andere functies; ◆ de mate waarin de horeca ‘past’ in haar omgeving. kent het horeca-aanbod in Breda-centrum nog steeds een sterke concentratie in het noordwestelijke deel van het centrum. Die wat eenzijdige ruimtelijke spreiding van de hoofdstructuur heeft voor zowel Havermarkt en omstreken als voor de Grote Markt als gevolg dat de horeca in het centrum van Breda net als 10 jaar terug een (te) sterke nadruk blijft houden op de wat jongere doelgroepen (uitgaanspubliek), waardoor de aantrekkingskracht voor de oudere doelgroepen of andere doelgroepen (zakenman, toerist, winkelbezoeker) door de bank genomen te zwak blijft. Om de wat eenzijdige oriëntatie van de horeca op het noord-westelijk deel van de binnenstad en het (jongere) uitgaanspubliek te doorbreken is het net als 10 jaar terug gewenst in de horecastructuurvisie en het resulterende horecabeleid plekken te creëren waarbinnen bestaande en nieuwe marktpartijen (ook) een op andere doelgroepen gericht horeca-aanbod kunnen introduceren. Aan de (nieuwe) vestigingslocaties van horeca kunnen dan de volgende eisen gesteld worden: ◆ Er moet ruimte zijn om een binnen de betreffende omgeving passende eigen verblijfskwaliteit en aantrekkingkracht te realiseren. ◆ De locatie moet een duidelijk meerwaarde bieden aan de totale centrumfunctie van Breda, door een nadrukkelijk geïntegreerde ontwikkeling. Géén solitaire horeca maar in een duidelijke relatie met winkels en/of toeristisch-recreatieve functies. ◆ De locatie moet reële mogelijkheden voor horecaontwikkeling bieden, en beleidsmatig moeten voorwaarden gecreëerd zijn die een ‘eigentijdse’ invulling door de markt toestaan.
31
Actualisatie Horecabeleid
Rekening houdend met de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in Breda-centrum komen vanuit deze eisen voor horeca in Breda-centrum de volgende locaties aan de orde voor horecaontwikkeling: ◆ Van Coothplein: deze locatie is tien jaar geleden als perspectiefvol aangemerkt, en nog steeds is enige uitbreiding van horeca-aanbod (een enkele vestiging of uitbreiding oppervlak bestaande zaken) op deze locatie belangrijk om de horecastructuur in Breda-centrum in ‘evenwicht’ te brengen en aantrekkelijker te maken voor andere dan de jonge uitgaande bezoekers. ◆ Achter de Lange Stallen biedt door eventuele plannen voor 18.000 tot 20.000 m2 nieuwe winkels een tweede aangrijpingspunt in het zuidelijk gedeelte van Breda-centrum. Gekoppeld aan een uitbreiding van het winkelaanbod op deze locatie zien wij goede mogelijkheden voor de realisatie van daarbij passende nieuwe en eigentijdse vormen van horeca. Die horeca kan ook een functie hebben voor het nabijgelegen toeristisch en culturele aanbod en aanhaking aan de horecafunctie aan het Van Coothplein is een reële gedachte. ◆ Westflank: vanwege de nabijheid/toegankelijkheid tot het centrum en het uitgaansgebied Havermarkt, en op basis van de plannen voor herontwikkeling van de haven en verbetering van de openbare ruimte aldaar is met name het gebied in de oostwand van de haven uitermate geschikt voor een toevoeging van horeca, waarbij de nadruk dient te liggen op restaurants en all-in-concepten. ◆ Via Breda: hotel en congresfunctie, gemakshoreca bij station. Afhankelijk van de verdere plannen voor dit gebied daarop afgestemde ondersteunende horeca. Naast deze belangrijkste locaties voor nieuwe horecaontwikkelingen in/aan de binnenstad is er buiten die binnenstad in de periferie (onder andere Bavelse Berg) en onder voorwaarden van een goede afstemming en integratie met andere functies ruimtelijk gezien ook een mogelijkheid voor enige horeca in diverse wijk- en dorpscentra.
6.3
Economische ontwikkelingsmogelijkheden horeca Breda Uitgaande van een voorzichtig economisch herstel en van recente ontwikkelingen in de diverse horecabedrijfstypen, wordt voor de komende jaren in Breda in het algemeen verwacht een: ◆ verder afnemend aantal drankverstrekkers; ◆ verder toenemend en meer gevarieerd aantal fastfoodbedrijven en gemakshoreca voor het winkelend publiek; ◆ stabilisering tot licht toenemend aantal restaurants. In de komende jaren zal het horeca-aanbod in Breda in aantallen niet zo heel veel behoeven toe te nemen: ◆ Zoals hiervoor al beschreven is de ontwikkeling van horeca in de rand van de binnenstad op Achter de Lange Stallen, Westflank en Via Breda te verwachten. In het beleid kunnen nieuwe bedrijven worden toegestaan voorzover aantal en omvang verloopt conform de toename van andere commercieel publiekverzorgende functies. Deze horecabedrijven zullen vooral het gebied en de daar aanwezige voorzieningen ondersteunende functie moeten hebben. ◆ Elders in de binnenstad van Breda kan als geheel worden uitgegaan van een in de toekomst gelijk aantal horecabedrijven, die overigens gemiddeld wel groter zullen worden (dus wel een toenemend oppervlak). Het huidig beleid gericht op stabilisering in aantallen kan derhalve worden voortgezet, met mogelijkheden om een eventueel gewenste modernisering te koppelen aan een groter vloeroppervlak (dat wil zeggen schaalvergroting door het in gebruik nemen van de kelder of verdieping), of inwisseling oud met nieuw. ◆ In de wijken en dorpen in principe uitgaan van bestaande situatie. Alleen daar waar sprake is van een groeiend inwonertal en/of substantiële toevoeging van bijvoorbeeld het winkelaanbod of het leisureaanbod, kan ter ondersteuning van betreffende functie of ontwikkeling een daarbij passende uitbreiding van het horeca-aanbod worden nagestreefd. Daar waar de horecafunctie onder druk staat en door bijvoorbeeld paracommerciële activiteiten in buurthuizen en sportkantines er sprake is van structurele verstoring van de verzorgingsstructuur kan door specifiek op de paracommercie gericht beleid (en handhaving) en eventueel ander flankerend beleid compensatie geboden worden. Dit vraagt wel om een duidelijke visie op wat in de dorpen aan horeca (en andere voorzieningen) nodig is om een leefbaar en attractief woongebied in stand te houden. 32
Ontwikkeling: visie en concepten voor Breda
33
Actualisatie Horecabeleid
6.4
Deelconclusie Komende jaren zal het horeca-aanbod in de ‘bestaande’ binnenstad, en in de wijken en dorpen min of meer stabiel kunnen blijven. Daarbij is modernisering van dat bestaande wel gewenst. Op diverse hiervoor besproken ontwikkelingslocaties zal evenwel nieuw horeca-aanbod moeten worden toegevoegd om de ambities van Breda als totaal en de betreffende locaties in het bijzonder waar te kunnen maken. Het inspelen op de diverse horecamomenten en wensen van genoemde expressietypen (hoofdstuk 3) eist een goede afstemming en goed ondernemerschap. Wat nu in is, is morgen misschien wel weer uit. Een eerste vertaling van draagvlak, vraag en expressietypen naar concepten levert volgend beeld van mogelijke vormen van horeca in Breda. Functies
Doelgroepen
Locatie
Horeca-aanbod
Woonstad
Inwoners Breda
Buurten en wijken
Buurtcafés
Binnenstad
Restaurants, eetcafés
Avond
Snackbar (op hoek van de straat) Horeca bij sportaccommodatie en sociaal/culturele instellingen. Zalen- en partycentra Werkstad
Werknemers
Goede bereikbaarheid
Contractcateraars
Dag
Zakelijke bezoekers
essentieel (d.w.z. langs
Logiesverstrekkers (hotels)
doorgaande wegen) en
Horeca met vergader- en congresmogelijkheden
nabij grote werklocaties
Exclusievere restaurants (met lunch)
Binnenstad
Wegrestaurants (Grand)café met terras
Toeristenstad
Toeristen
Nabij toeristisch-recreatieve
Logiesverstrekkers (hotels)
Dag en avond
Inwoners Breda
voorzieningen
Winkelondersteunende horeca
en regio
Binnenstad
Laagdrempelige horeca, terrassen
Winkelstad
Winkelend publiek
Nabij winkels
Winkelondersteunende horeca,
Dag, begin avond
Toeristen
Binnenstad
Laagdrempelige restaurants, terrassen
Cultuurstad
Inwoners Breda
In/nabij culturele voorzie-
Terrassen
Dag en avond
en regio
ningen
Thematische, cultuurgerichte horeca (hoog-
Toeristen
Binnenstad
drempeliger)
Jongeren
Binnenstad
Discotheek
Perifeer uitgaanscentrum
Horeca in lager prijssegment
Thematisch, cultuurgericht horeca
Uitgaansstad Avond en nacht
Horeca in culturele voorzieningen
Eetcafés
Nog enkele voorbeelden: ◆ nieuwe spijsverstrekkers: Suppa, Soep en Zo, Coffee Company, DE Winkel, Bakker Bart, gemakshoreca, food-courts (die overigens nog steeds geen succes zijn in Nederland) ◆ themarestaurants: de praktijk leert dat thema’s snel uit raken ◆ Internationaal: latijns-amerikaans en middenoosten/aziatisch blijft attractief (Sushi, Wagamama, Havana, Bazar) ◆ biercafés (Pintelier, O’Reillys) ◆ eten, drinken, dansen: West Pacific, Winkel van Sinkel, Berlage, Storm, EDD, News Café, het Rijk van de Keijzer ◆ lounges en trendy: Supperclub, NL Lounge, Vak Zuid, Madam Jeanette
34
Ontwikkeling: actualisatie horecabeleid
7
7.1
ONTWIKKELING: ACTUALISATIE HORECABELEID
Inleiding Het Bredase horecabeleidsplan van 1995 is een product van haar tijd, dat voor een belangrijk deel nog steeds hanteerbaar is, maar op diverse hieronder aangestipte punten aanpassing behoeft om eigentijds en 'weersbestendig' de komende jaren vorm te geven aan de gewenste ontwikkeling van de Bredase horeca.
7.2
Algemene uitgangspunten Voor de ruimtelijke en economische uitgangspunten/aandachtspunten van horecabeleid kan worden aangesloten op de conclusies van het voorliggende onderzoek als het gaat om de omvang en samenstelling en de locatie van horeca in de gemeente Breda. Daarbij dient uiteraard rekening gehouden te worden met de marktpotenties en mogelijkheden van ondernemers, brouwerijen en marktpartijen om onder de huidige omstandigheden de voor Breda gewenste eigentijdse en (vernieuwende vormen van) horeca in met name de geplande centrumontwikkelingen (Achter de Lange Stallen, Westflank, Via Breda en dergelijke) te integreren. In de uitwerking van het ruimtelijk-economisch beleid dient uiteraard ook te worden aangesloten op relevante ontwikkelingen in het landelijk beleid, waarbij enkele voor de horeca belangrijke recente (rijks) standpunten aandacht verdienen5. ◆ Vereenvoudiging van het vergunningenstelsel, onder andere door beperking van het aantal vergunningen, door de Drank- en Horecawetvergunning van toepassing te verklaren op alle typen openbare inrichtingen, en door vergunningen voor zaken die betrekking hebben op de bedrijfsvoering (onder andere terras, reclame en dergelijke) af te schaffen. ◆ Integratie van de vergunningverstrekking, dat wil zeggen één loket voor één gecombineerde vergunning (mantelvergunning) waar nu nog meerdere diensten meerdere vergunningen moeten afgeven. ◆ Gezamenlijke en geïntegreerde inning van heffingen. ◆ Handhavingsbeleid in overleg met de sector onder andere door communicatie en voorlichting, preventieve afspraken over verantwoordelijkheden, geïntegreerde controleacties en indien nodig sanctioneren (gele en rode kaartsysteem) met als sluitstuk repressieve handhaving. Als het gaat om de gemeentelijke organisatie en uitvoering betekent dat geïntegreerd werken (één loket) met duidelijke handleidingen inzake vergunning-aanvraag/verlening (ook via internet), inclusief handhaving. Het verdient aanbeveling na te gaan of en zo ja op welke wijze de gemeente Breda samen met Koninklijk Horeca Nederland afdeling Breda kan participeren in de nu door het Ministerie van Economische Zaken opgezette 'taskforces/werkgroepen horeca' die in specifieke gemeenten aan de slag gaan en door bedrijfsbezoeken in kaart zullen brengen hoe de specifieke situatie is, hoe één en ander beter kan en wat daarvoor nodig is, wat uiteindelijk moet leiden tot een eenduidige werkwijze die landelijk uitgerold kan worden.
5 het kabinetsstandpunt Openbare Inrichtingen, het rapport "Openbare inrichtingen a la carte" van de werkgroep openbare inrichtingen (in het kader van het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit, MDW) de resultaten van het meldpunt strijdige regels en het recent door het Ministerie van Economische Zaken uitgegeven rapport "strijdige regels in de praktijk": minder regels, onder één vergunning brengen.
35
Actualisatie Horecabeleid
7.3
Ruimtelijke Ordening Het bestemmingsplan is één van de belangrijkste en eerste ruimtelijke instrumenten waarmee de ondernemer te maken krijgt bij vestiging of herontwikkeling van een bedrijf. Met als uitgangspunt hun invloed op het woon- en leefklimaat wordt in Breda (net als in veel andere Nederlandse steden) in het regelen van horeca in bestemmingsplannen gebruik gemaakt van een onderscheid in vier 'van zacht naar hard lopende' categorieën horeca (I, II, III, IV). Dit soort typologieën is in het algemeen gericht op het handhaven en beheren van het bestaande aanbod, en is om die reden wat minder geschikt om de ontwikkeling van het in de toekomst gewenste, eigentijdse horecaaanbod te faciliteren. De systematiek van de in het bestemmingsplan gehanteerde categorie indeling is gekomen na een periode van algemene horecabestemming die een uitwisseling tussen diverse horecafuncties mogelijk maakte. In de eerste helft van de jaren negentig was echter een Leefmilieuverordening met horecastop noodzakelijk om niet-gewenste ontwikkelingen in het aanbod in de binnenstad van Breda tegen te gaan. De in het horecabeleidsplan van 1995 geconstateerde knelpunten zijn opgelost. Naast het bestemmingsplan binnenstad zijn ook andere bestemmingsplannen gerealiseerd of in procedure gebracht. Het bestemmingsplan binnenstad wordt volgens huidige planning in 2005 herzien. Probleem van de nu in Breda gehanteerde categorie-indeling is onder andere: ◆ Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de dynamiek van de horecabranche. Ontwikkelingen in de markt maken het steeds moeilijker om een hard verschil aan te geven tussen categorieën. Wat moet je met een modern allround horecabedrijf waar je 's ochtends koffie kunt drinken, ‘s middags kunt lunchen en 's avonds kunt dineren om daarna te gaan dansen? ◆ Er wordt onvoldoende ruimte geboden voor verandering van categorie. Van 'hard naar zacht' mag in diverse Nederlandse gemeenten nog wel (in principe niet in Breda), andersom ook in andere gemeenten alleen in de vorm van een algemene vrijstellingsbepaling onder voorwaarden van: geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat, rekening houdend met de horecafunctie in de directe omgeving. ◆ Er is onduidelijkheid over wat wel/niet mag binnen eigen categorie: onduidelijk is bij welke omvang van bijvoorbeeld het cafégedeelte of live-optredens of dansavonden het betreffende bedrijf in een andere zwaardere categorie (van restaurant naar café/bar naar disco) valt. Het is goed te blijven kijken naar het hoofddoel/hoofdaccent van het horecabedrijf. Actieve en innovatieve ondernemers zullen blijven zoeken naar verbetering van de zaak en aanvullende activiteiten.
36
Ontwikkeling: actualisatie horecabeleid
Een vereenvoudiging van de categorie-indeling kan worden overwogen, waarbij voor de zwaarste categorie IV bedrijven (discotheken) op enkele speciaal aangewezen plekken (i.c. horecaconcentratiegebieden) plaats wordt ingeruimd, als die bedrijven op betreffende plek: ◆ geen afbreuk doen aan het woon- en leefklimaat en ◆ een versterking van de uitgaansmogelijkheden betekenen. Gemeente en bestemmingsplannenmakers moeten zich voor de andere categorieën (de grenzen tussen I, II en III zijn dun, branchevervaging eerder regel dan uitzondering) realiseren dat in (ver)nieuwbouwsituaties (zoals in de Westflank, Achter de Lange Stallen en Via Breda) eigenaren en ondernemers streven naar eigentijdse bedrijven en in de praktijk betekent dit dat de hedendaagse restaurants, eetcafés en bars/cafés elkaars functies en soms ook andere functies (winkels en vermaak) integreren, waardoor zij in het algemeen groter zullen zijn dan de van oudsher bekende kleine restaurantjes, hoekcafé of pijpenlaatjes. In het bestemmmingsplan voor die nieuwe ontwikkelingsgebieden kan een maximaal aantal horecabedrijven genoemd worden (zoals bijvoorbeeld door BRO berekend voor de Westflank), maar belangrijker nog dan het (maximaal) aantal toegestane bedrijven in betreffende categorieën is het om in het bestemmingsplan rekening te houden met de mogelijke oppervlakte van die bedrijven en de eisen die hedendaagse horeca stelt aan diepte, front en eventueel verdieping/kelder. Rekening houdend met ontwikkelingen in de markt en in overleg met milieu kunnen categorieën I en III onde (milieu)voorwaarden worden samengevoegd. Rekening houdend met geconstateerde ontwikkelingen in de markt wordt aanbevolen de door de gemeente Breda in bestemmingsplannen gehanteerde categorie-indeling van horeca (I, II, III, IV) aan te passen en te vereenvoudigen om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. De voorgestelde vereenvoudiging behelst het samenvoegen van categorie I (restaurants) en categorie III (café/bars). Dit onder nader te bepalen voorwaarden en op specifieke daarvoor in het beleid aangegeven locaties (horecaconcentraties, horecaclusters en ontwikkelingslocaties). Overgang van een zwaardere naar een lichtere categorie, bijvoorbeeld van horeca III naar horeca I moet in princiepe mogelijk zijn. Het bestemmingsplan moet helder zijn naar (potentiële) ondernemers. Het moet in de toelichting duidelijk maken dat (tot op zekere hoogte, binnen bepaalde nadere regels) flexibiliteit aanwezig is om binnen de gestelde voorwaarden in te spelen op marktontwikkelingen, zonder dat daarmee het belang van andere partijen wordt geschaad. Dit in combinatie met flankerende wet- en regelgeving (Wet Milieubeheer, APV, exploitatievergunning, openingstijdenbeleid, terrassenbeleid en dergelijke) en samen met de ondernemers uitgevoerd gebiedsmanagement: ◆ Uitgaanshoreca hoort in horecaconcentratiegebied: vanuit veiligheidsoverwegingen is spreiding van uitgaanshoreca in de (binnen)stad niet gewenst. Concentratie van uitgaanshoreca in horecaconcentratiegebieden verbetert de mogelijkheden voor samenwerking, gebiedsmanagement en toezicht (van gemeente, politie, ondernemers, en dergelijke), en zo het imago van veilig uitgaan. ◆ Winkelondersteunende horeca hoort in winkelgebied: de positie van horeca in winkelgebied en/of ondergeschikt in winkelbestemmingen moet duidelijk zijn. De verwachting is dat de menging van winkels, horeca en vermaak in centrumgebieden als Centraal Breda steeds sterker zal gaan optreden. Om (on)gewenste ontwikkelingen te voorkomen kan een maximaal percentage van het oppervlakte worden aangegeven wat als ondergeschikte horeca kan worden aangemerkt binnen winkelvestigingen. Verdere beperkingen zijn niet wenselijk/mogelijk en bovendien zal de markt ook zijn werking doen. ◆ Combinatie horecatypen I en III mogelijk maken in horecaclusters Grote Markt en Van Coothplein, en de nieuwe ontwikkelingslocaties haven aan de Westflank, Via Breda en Achter de Lange Stallen. De kwaliteit van aangewezen horecaclusters moet continue bewaakt worden, zowel door de gemeente (handhaven van categorieën bestemmingsplan en regelgeving inzake bijvoorbeeld openingstijden en terrassen) als door de ondernemers zelf en de vastgoedeigenaar (samenwerking in gebiedsmanagement). Essentieel is de keuze voor en het daarna vasthouden van het gekozen imago van het horecagebied. 37
Actualisatie Horecabeleid
7.4
Milieu Het bevorderen van het woon- en leefklimaat is de belangrijkste taak van de vakdirectie Milieu. In de visie van ‘Milieu’ dient de ruimte zodanig geordend te worden dat functies als wonen en horeca elkaar zo min mogelijk steken. De normen komen hierdoor minder op de voorgrond te staan. Buiten kijf staat trouwens dat bij overschrijdingen consequent gehandhaafd dient te worden. Milieu kiest voor een brede handhaving, namelijk het hele spectrum van communicatie en educatie tot repressieve handhaving. Deze strategie is vastgelegd in de volgende plannen: ◆ De Milieuvisie Breda 2015. ◆ Nota ‘Zicht op Bredaas geluid’, waarin in paragraaf 5.3.3 aandacht wordt besteed aan ‘Horecalawaai en sportinrichtingen’. ◆ Handhavingplan Milieu en het handhavingprotocol ‘Besluit Horeca-, Sport- en Recreatieinrichtingen milieubeheer (HSR)’. Sinds de nota horecabeleid van 1995 zijn verder de volgende ontwikkelingen van belang: ◆ In het Besluit HSR bestaat de mogelijkheid tot het aanwijzen van en zogenaamd horecaconcentratiegebied. In een dergelijk gebied zou een hoger geluidsniveau toelaatbaar zijn. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met het heersende referentieniveau. In de APV van Breda is de aanwijzing van een dergelijk gebied mogelijk. Aangezien de normen in veel probleemsituaties sterk (15 tot 20 dB(A)) worden overschreden, is de mogelijkheid van het aanwijzen van een horecaconcentratiegebied op dit moment niet relevant. Dit heeft dan ook nog niet plaatsgevonden. Meer heil kan verwacht worden van isolatiemaatregelen in combinatie met het gesloten houden van deuren en ramen. ◆ Milieu constateert een trend dat het bronniveau door steeds zwaardere apparatuur toeneemt. Dit geldt ook voor het de lage tonen (bass). Er treedt een verschuiving op van café’s die worden aangemerkt als bruin café naar luidruchtige dans- en feestcafé’s. Geluidniveau’s tussen de 90 en 110 dB(A) komen steeds vaker voor. Dit terwijl met name de panden in de binnenstad soms qua isolatiewaarde maar een niveau van 60 à 70 dB(A) aankunnen. ◆ Bij de laatste APV-wijziging (19 februari 2004) is de mogelijkheid tot het instellen van een 12dagenregeling geschrapt daar de voordelen niet opwogen tegen de nadelen. ◆ Voor exploitanten en burgers is het vaak onduidelijk wanneer er een evenement wordt gehouden (hetgeen wordt gereguleerd door de APV) en wanneer een activiteit valt onder het regiem van de Wet milieubeheer, Besluit HSR. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval als het (live)optreden binnen een inrichting plaatsvindt.
7.5
Openbare orde, veiligheid en woon- en leefklimaat Het functioneren van de horeca wordt vaak in verband gebracht met criminaliteit, lawaai-overlast en dergelijke ◆ Aanpak uitgaansgeweld is één van de items in het kader van het thema ‘geweld’; ook is er een relatie met ‘drugs’, ‘jeugd en veiligheid’ en ‘veilige leefomgeving’. Op het thema ‘handhaving’ wordt onder drie ingegaan. De doelstellingen en activiteiten worden vastgelegd in het integraal veiligheidsprogramma. ◆ Het Convenant veilig uitgaan is een belangrijk document voor het uitgaanscentrum (Grote Markt en omstreken en Havermarkt en omstreken). Dit convenant is in 2002 geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat de mix van maatregelen een positief effect heeft op openbare orde en veiligheid. Belangrijk in dit verband: afspraken over inzet politie, cameratoezicht, verlichting, busvervoer, reiniging stad. Er is sprake van een geregeld overleg tussen horeca, politie, gemeente, OM. Belangrijk is dat dit overleg wordt voorgezet. Het is een platform waar veiligheidskwesties besproken kunnen worden. In dit kader wordt momenteel ook nagedacht over discriminatie in de horeca: hoe kan de aangiftebereidheid worden verhoogd en hoe wordt op meldingen gereageerd? ◆ Sluitingstijden: bij de evaluatie van het convenant is besloten alles bij het oude te laten: later kwam de discussie bij een deel van de horeca weer terug. Horeca Nederland heeft een peiling gehouden waaruit bleek dat er onvoldoende draagvlak was voor herziening; ◆ Prostitutiebeleid: regulering van de vestiging van bordelen en andere seksinrichtingen: het 38
Ontwikkeling: actualisatie horecabeleid
◆
◆
beleid wordt dit jaar door V&H geëvalueerd. Coffeeshopbeleid: het coffeeshopbeleid moet worden geëvalueerd: er wordt strikt gehandhaafd; we zitten momenteel aan het maximum van 10 koffieshops: wat te doen als we onder het maximum komen, hoe in dat geval om te gaan met nieuwe aanvragen? Het college heeft ook uitgesproken dat er een regeling moet komen voor de vestiging van grow-, smart- en belshops: er is een werkgroep die beleid op dit punt ontwikkelt. Communicatie: er is een woud aan overlegsituaties (regulier/ad-hoc): afstemming dient verbeterd te worden. Landelijk wordt in de criminaliteitsbestrijding geconstateerd dat de wetgeving met betrekking tot onder andere horeca niet toereikend is. Om deze reden is de Wet Bibob (bevordering integriteitbeoordelingen openbaar bestuur) in het leven geroepen. De wet Bibob zal op het gebied van de horeca ingezet moeten/kunnen worden omdat er anders een aanzuigende werking kan plaatsvinden van criminele activiteiten. Pobleem is dat de melding droge horeca (een probleemgroep) niet aan de wet Bibob kan worden getoetst omdat het geen vergunningstelsel betreft. Als oplossing wordt voorgesteld onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden van invoering van vergunningplicht droge horeca en/of een exploitatievergunning-stelsel. Dit is een punt dat terug te voeren is op het actiepunt 7 uit het oude horecabeleidsplan: instellen onderzoek overlastvergunningenstelsel (eploitatievergunningstelsel). Daarbij was mede de vraag aan de orde gesteld om meer grip op de horeca en met name de droge horeca te krijgen. Nogmaals nagaan of een en ander ingevoerd zou moeten worden.
7.6
Welzijn Met betrekking tot het speelautomatenbeleid is een convenant gesloten tussen de gemeente, speelautomatenbranche, de horeca en de hulpverlening.
7.7
Overige (nieuwe en gerelateerde) aandachtspunten Bovenstaande opmerkingen en suggesties voor aanpassing/aanvulling van het horecabeleidsplan 1995 zijn van de deelnemers van de begeleidingsgroep. In de loop van het onderzoek is ook gesproken met vertegenwoordigers van Koninklijk Horeca Nederland, bewoners binnenstad en marktpartijen (brouwerij, ontwikkelaar Achter de Lange Stallen). Koninklijk Horeca Nederland ◆ stelt dat aantal horecavergunningen en hoeveelheid m2 horeca in de binnenstad van Breda aan haar maximum zit. Nieuwe horecavestigingen in dit gebied dienen volgens KHN gepaard te gaan met sluiting van eenzelfde aantal bestaande horecabedrijven in die binnenstad. Omdat het huidig bestemmingsplan alleen het aantal horecabedrijven aan een maximum bindt dient in een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad, of in de partiële herziening ervan, een extra bepaling te worden opgenomen die het toelaatbare aantal m2 horeca oppervlakte in de binnenstad aan een maximum bindt. ◆ KHN zou graag bepaalde vergunningen (zoals voor terrassen) willen omzetten in een soort meldingsplicht, en het stellen van nadere eisen mag niet leiden tot een verkapte vergunningplicht, en de gemeente moet geen exploitatievergunning invoeren. Ontheffing moet worden verleend als uit de horecanota of bestemmingsplan blijkt dat het horecabedrijf het woon- en leefklimaat niet bedreigd. Binnen de door de gemeente gestelde regels moet de ondernemer eigen verantwoordelijk (blijven) dragen als het gaat om concept en bedrijfsuitstraling, uitgaansveiligheid (deurbeleid), brandveiligheid (o.b.v. gezamenlijke regels brandweer, bouw- en woningtoezicht), en naleving van de andere in samenspraak opgestelde regels. ◆ Paracommercie: de nieuwe gemeentelijke regels die het bedrijven van horeca-activiteiten binnen gemeentelijke accommodaties aan banden legt moeten onderdeel vormen van het horecabeleidsplan, en worden vastgelegd in nota paracommercie inclusief handhaving. ◆ Incidentenbeleid: in bijzondere situaties en nieuwe ontwikkelingen dossiers aanleggen, aanpak bespreken en zo nodig aanpakken. 39
Actualisatie Horecabeleid
◆ ◆
Openingstijden: in goed overleg met de ondernemers regelen. Bedrijven die horeca incorporeren in hun bedrijfsvoering moeten voor dat deel van hun exploitatie aan dezelfde regels voldoen als de horeca, terwijl de horeca van eventuele stimuleringsregelingen voor bijvoorbeeld plattelandstoerisme gebruik moet kunnen maken. Commerciële horecaondernemers worden geconfronteerd met verenigingen en stichtingen (particulier en gemeente) en bedrijven die horeca-activiteiten ontplooien, los van hun hoofddoelstelling. Commerciële horecaondernemers ervaren dit als oneerlijke concurrentie en doen een beroep op de gemeente om hiertegen op te treden. Daarnaast missen veel horecaondernemers, zowel de commerciële als de paracommerciële, een duidelijk beeld van de gemeente rondom het hierboven beschreven probleem. Wat zijn nu precies de beperkende voorwaarden, wat mag wel en wat mag niet, bij wie kunnen ondernemers aankloppen als er problemen zijn, etcetra Dit alles maakt het wenselijk het verschijnsel paracommercie (weer) op de politieke agenda te plaatsen en onderdeel te maken van horecabeleid, door in een notitie te komen tot een duidelijke definiëring van het begrip paracommercie, te komen tot regulering van het verschijnsel door middel van opleggen voorschriften en beperkingen uit Drank- en Horecawet en handhaving.
Bewoners Binnenstad De bewoners van de binnenstad maken zich zorgen om de leefbaarheid van hun woonomgeving. In het geval van horecaontwikkeling hecht men aan handhaving van het gestelde in het bestemmingsplan. Met name de gang van zaken rondom de herbouw van De Drie Gezusters aan de Grote Markt vindt men verontrustend en men maakt vanwege de door hun verwachte overlast op voorhand bezwaar tegen een eventuele wijziging van de bestemming van betreffende panden van horeca I (restaurant) in horeca III (café/eetcafé/Grand café). In een brief aan b&w formuleert men de visie van de binnenstadbewoners als volgt: ‘De meeste bewoners zijn bewust in het stadshart komen wonen en zien ook het belang van onder andere de horeca voor het functioneren van de binnenstad. Het is juist dat bruisende, gezellige, dynamische aspect dat het wonen in het stadshart zo aantrekkelijk maakt. De mogelijke overlast die dit met zich meebrengt is acceptabel zolang alle partijen zich houden aan de regelgeving zoals vastgesteld in het Bestemmingsplan en de daarvan afgeleide gemeentelijke nota’s. Het is toch ook jarenlang het streven van het college geweest om onder andere door middel van de regelgeving uit deze nota’s het wonen in het stadshart weer aantrekkelijk te maken, niet alleen voor studenten? Het mogelijke voornemen van het college om het Bestemmingsplan aan te passen aan het huidige/vorige oneigenlijk gebruik, is een inbreuk op het rechtsgevoel van de burger, immers: misbruik wordt beloond. Het is terug bij af. In het stadshart dreigt rond de Grote Markt door uw voornemen een onaantrekkelijk (onleefbaar) woongebied te ontstaan. Het horecaconcentratiegebied is al onbewoonbaar gebied, laat dit met de Grote Markt en directe omgeving niet gebeuren.’ Marktpartijen (brouwerij, projectontwikkelaar en dergelijke) ◆ Toenemende integratie met andere functies zal het zicht op wat nu nog duidelijk horeca is verder verminderen. Horeca neemt winkels en vermaak in zich op, winkels en vermaak introduceren horeca. De begrenzing tussen de sectoren vervaagt. Bij het internetcafé kun je e-mailen en koffie met broodjes nuttigen. Honig, Bertolli (en waarom niet kapitein Koek) hebben net als Douwe Egberts hun eigen 'factory outlet' (Suppa) waarmee men niet alleen een trend inzet om tijdens het winkelen eens iets anders te eten/drinken dan koffie met gebak. McDonald's vind je tegenwoordig bij C&A. V&D heeft met La Place één van de meest succesvolle restaurantformules onder dak. Unilever zoekt proefwinkels. Een boekwinkel zonder literair café is passé en dergelijke. Zoals eerder gesteld kan in het bestemmingsplan een maximaal percentage van het oppervlakte worden aangegeven wat als ondergeschikte horeca in winkels wordt aangemerkt. ◆ Nieuwe spelers (vanuit de detailhandel, leisure en internationale foodfabrikanten) betreden de horecamarkt en verdringen niet actief daarop inspelende oude spelers. De nieuwe en zich vernieuwende spelers zullen moderne up-to-date concepten en grootschalige geïntegreerde projecten willen realiseren waarin ook de horeca zal schaalvergroten, filialiseren en thematiseren. Nieuwe grootschaliger horecabedrijven zullen zich vanwege omgeving, bezoekersstromen en parkeerfaciliteiten graag in de binnenstad en randen vestigen. 40
Ontwikkeling: actualisatie horecabeleid
◆
◆
◆
7.8
Het zap-gedrag van vele nieuwe groepen horecabezoekers zal concepten en projecten steeds sneller doen verouderen. Eén en ander zal ondernemers noodzaken tot steeds snellere vernieuwing van concepten, en gemeenten zullen daar in hun beleid rekening mee moeten houden. Voor horecaondernemers wordt het steeds belangrijker zich te onderscheiden ('beter en origineler') en zorg te besteden aan een meer specifieke bedrijfsvoering gericht op een bepaalde type consument en regelmatige updaten van de zaak. Veranderingen in de samenstelling van de samenleving vragen om oplossingen. De horeca heeft tot op heden weinig aandacht besteed aan de doelgroepen individuele ouderen en allochtonen. De stijging van het aandeel van deze groepen in de samenleving biedt ruimte voor nieuwe concepten op nieuwe plekken. Denkend aan een uitbreiding van het horeca-aanbod is het goed te denken over nieuwe en vernieuwende horecaconcepten. De (mega) discotheken zijn er voor het grote jonge publiek. Ze worden steeds groter (5.000 m2 plus) en bevinden zich steeds vaker in de rand van het centrum (op plekken als de jaarbeursterrein) of daarbuiten op industrieterrein. De Danssalons (geen disco's) en lounges zijn veel kleiner (500 tot 1.500 m2) en worden bezocht door het wat oudere en rustiger (30+) publiek met wat hogere inkomens en zakelijke relaties. Ter invulling kunnen relatief wat grotere panden (of combinaties van enkele kleinere horecabedrijven) in bijvoorbeeld Havermarkt, eventueel in de Westflank aan de nieuwe haven in aanmerking komen terwijl het pand zelf voldoende flexibel is om ter zijner tijd een conceptwijziging door te voeren.
Geïntegreerd beleid Essentieel is verder te werken aan geïntegreerd beleid, zowel in de organisatie als uitvoering, regelgeving en handhaving van het beleid: ◆ geïntegreerd werken komt de efficiëntie en effectiviteit ten goede; ◆ geïntegreerd = pro-actief werken van gemeente en ondernemers; ◆ geïntegreerd = gelijktijdige en gezamenlijke opzet, uitvoering, controle en handhaving door Brandweer, Bouw- en Woningtoezicht en de vakdirectie Milieu, en bij eventueel tegenstrijdige eisen aangeven welke regel prioriteit heeft. Paracommercie: duidelijke regels en handhaving (bijvoorbeeld Helmond) In dat opzicht is in onderstaand kader nog eens een kort overzicht gegeven van voor horeca relevante landelijke en gemeentelijke regels en instrumenten voor toetsing en handhaving. Deze worden in deze nota niet verder uitgewerkt, maar behoren uiteraard wel blijvende aandacht van betrokken gemeentelijke diensten. Eventuele aanvullingen en wijzigingen kunnen worden gevolgd op de site van VNG. Landelijke regelgeving
Gemeentelijke regelgeving
Handhavingsinstrumenten
Drank- en Horecawet
Algemene Plaatselijke Verordening
Bestuursdwang
Wet milieubeheer
(APV)
Sluiting van een horecabedrijf
Wet op de kansspelen
Drank- en Horecaverordening
Dwangsom
Wet op de Ruimtelijke Ordening
Speelautomatenverordening
Intrekking vergunning
Gemeentewet
Bouwverordening (gebruiksvergunning)
Strafrechtelijke sancties (WED)
Arbeidsomstandighedenwet en bij-
Overige gemeentelijke verordeningen
Bestuurlijke boete (KvW)
behorende besluiten
Bestemmingsplan
Warenwet en bijbehorende regelingen Woningwet Bouwbesluit
41
Actualisatie Horecabeleid
42
Beantwoording van de vragen
8
BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN
Op basis van het voorgaande worden hieronder de diverse voor de actualisatie gestelde vragen beantwoord en van een korte toelichting voorzien. 1. Welke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Breda zijn van belang voor de horecasector? ◆ ◆ ◆
In de gehele binnenstad: op diverse plekken in het kernwinkelgebied hebben ondernemers behoefte aan functieondersteunende horeca in winkels en andere voorzieningen zelf. In de randen van de binnenstad zijn omvangrijke projecten in voorbereiding met tenminste enige horeca: zoals in de Westflank, Achter de Lange Stallen, Via Breda en Chasséveld. In de dorpen en wijken: alle plannen voor de (her)ontwikkeling van dorpscentra en/of winkelcentra zijn aangrijpingspunten voor het in stand houden van het lokale voorzieningenniveau, inclusief het behoud van de (bestaande) lokaalverzorgende horecafunctie.
Breda is een dynamische stad met diverse (omvangrijke) ruimtelijke ontwikkelingen waar verschillende functies om de gunst van het publiek strijden (waaronder horeca). Met name in de binnenstad (maar ook in de dorpen) gaat het in de ruimtelijke ontwikkeling en situering van functies om het vinden van een balans tussen leefbaarheid en attractie (van ondermeer wonen, werken, winkelen, horeca en andere publieksfuncties). Als het gaat om de ruimtelijke ontwikkeling van horeca dan moet een verschil worden gemaakt in autonome/solitair functionerende horeca (in het algemeen grootschalig met een doelgericht publiek) en winkels- en andere publieksfuncties ondersteunende horeca (meestal onderdeel van een winkelstraat/plein of geïntegreerd in winkel- en voorzieningenproject). Ook moet er onderscheid worden gemaakt tussen bestaande horeca met plannen en plannen voor vestiging van geheel nieuwe horecabedrijven. 2. Kan, gelet op vraag 1, de conclusie uit het adviesrapport uit 1993 dat de horeca in Breda in kwantiteit vooralsnog geen uitbreiding meer moet ondergaan als uitgangspunt gehandhaafd blijven? Is er ruimte voor uitbreiding van de horecasector in één of enkele van de onderscheiden bedrijfstypen? (bijvoorbeeld voor grootschalige uitgaansgelegenheid?) ◆
◆ ◆
In principe geen uitbreiding van de horeca in aantallen vestigingen toestaan, maar wel eventuele uitbreiding in meters mogelijk maken ten behoeve van modernisering van het bestaande aanbod (schaalvergroting). Een evenredige uitbreiding met nieuwe horecabedrijven past onder voorwaarden wel bij een gelijktijdige uitbreiding met nieuwe winkels en/of ander voorzieningenaanbod. Bij uitbreiding met nieuwe of modernisering van bestaande bedrijven is schaalvergroting waarschijnlijk en gewenst in algemene formules die op meerdere momenten van de dag meerdere doelgroepen aanspreken die elkaar in het bedrijf niet voor de voeten lopen.
Analyse van de ontwikkeling van het aanbod leert dat de horeca in de binnenstad van Breda in de afgelopen 10 jaar (in aantallen bedrijven) constant gebleven is. Het beleid heeft dus zeker gewerkt. In aantallen meters vloeroppervlak is er volgens ondernemers wel sprake van een uitbreiding van het aanbod (schaalvergroting). Buiten de binnenstad is het aantal bedrijven wel toegenomen, evenals het vloeroppervlak. Gegeven de huidige marktomstandigheden en verwachtingen voor de toekomst van de horeca in Nederland in het algemeen en in Breda in het bijzonder moet ook de komende jaren worden uitgegaan van een terughoudend beleid als het gaat om de ontwikkeling van nieuwe horeca in aantallen bedrijven. Bestaande horeca moet wel de mogelijkheid krijgen van een (beperkte) uitbreiding in geval van modernisering. 43
Actualisatie Horecabeleid
Opgemerkt kan worden dat in de loop der jaren het winkelaanbod en het aanbod in diverse andere functies wel (sterk) is toegenomen. Uitgaande van een evenwichtige ontwikkeling van winkels, horeca, vermaak en andere publiekverzorgende functies is het reëel om te stellen dat bij een significante uitbreiding van dat andere voorzieningenaanbod ook een daarbij passende uitbreiding van de horeca overwogen kan worden. Een algehele 'veilige' stelregel voor de commerciële invulling kan dan zijn: 70% winkels, 15% horeca en 15% andere publiekverzorgende functies. Het verdient aanbeveling die nieuwe horeca vorm en inhoud te geven, conform geldende marktvooruitzichten en marktwensen. In dat opzicht kan worden aangesloten bij de tendens van gemiddeld grotere en op meerdere doelgroepen gerichte bedrijven, met een dag/avond-functie. Is er per saldo in de nieuwe projecten meer dan 15% tot 30% horeca, dan zullen nieuwe horecabedrijven in principe gecompenseerd moeten worden door sanering van horeca-aanbod elders in de stad. In dat opzicht kan een ontwikkelingsbeleid (in de ontwikkelingsgebieden in de rand van de binnenstad) worden gecompenseerd door een specifiek saneringsbeleid (ten aanzien van ongewenste horeca op ongewenste locaties). Gegeven de nu wat sombere economische situatie en de in de horeca sterk teruggelopen bestedingen (met relatief veel faillissementen en terughoudende investeringen als gevolg) is het economisch gezien niet mogelijk 'marktruimte' aan te tonen voor nieuwe horecabedrijven. Dit is überhaupt al een moeilijke zaak, omdat juist in de horeca sprake is van zovele doelgroepen. De grootste kansen liggen zoals al gesteld met name bij de moderne, wat grootschaliger, op meerdere doelgroepen en momenten gerichte horecabedrijven, met een herkenbare aansprekende kwaliteit tegen een gunstige prijs. Het zoeken is dus naar een HEMA (volgens consumenten de beste en aantrekkelijkste winkel van Nederland) en Blokker (ook gewaardeerd) onder de horecabedrijven. Een soort La Place dus, maar dan met extra's voor het borrelend en avondpubliek. 3. Dient het aantal horecabedrijven op de Haagdijk en de Boschstraat gelimiteerd te blijven? ◆
Het verdient aanbeveling het aantal horecabedrijven op de Haagdijk en de Boschstraat ook in de toekomst op huidige aantallen te begrenzen.
Haagdijk en Boschstraat zijn aanloopstraten naar het centrum, met het daarbij passende gemêleerde karakter van voorzieningen, inclusief diverse vormen van horeca, en een lager huurniveau. Als zodanig interessant voor startende ondernemers. Beide aanlopers bevinden zich in een continue proces van 'verkleuring'. De Boschstraat wordt in het algemeen als problematischer ervaren dan de Haagdijk. Na enkele ingrepen en gecoördineerde bijsturing is de Haagdijk weer in opwaartse lijn gekomen. Voorbeeld zijn de laagdrempelige horecabedrijven met een dag/avondfunctie op de kop van de Haagdijk op plekken waar vroeger dichte luiken het zeer doelgerichte horecabedrijf maskeerden.
44
Beantwoording van de vragen
Er is geen reden om het broze evenwicht aan functies te verstoren door nu nieuwe horeca toe te voegen. Kenmerkend voor beide straten is het pluriforme karakter van de horeca, de beperkte samenhang tussen de zaken, het lokaalverzorgende karakter en het meestal doelgerichte bezoek. In het vigerend en toekomstig horecabeleid kan voor beide straten worden uitgegaan van het huidig aantal bedrijven (consolidatiebeleid), gekoppeld aan een versterking van de kwaliteit (kwaliteitsbeleid), waarbij nog eens netjes op rij gezet kan worden wat nu precies de beoogde horecakwaliteit is op de Haagdijk en in de Boschstraat, en welk type horecabedrijf met welke uitstraling en doelgroep daar nu precies bij hoort. Denk daarbij aan samenhang tussen bedrijven en presentatie (binnen en buiten) en aan het stringent aanpakken van overlast en hinder om zo een gevoelsveilig klimaat te scheppen. 4. Sluit de gebruikelijke indeling in horeca I (maaltijd/spijs), II (logies), III (drank), IV (bar-dancing/discotheek) nog voldoende aan op de praktijk? ◆ ◆ ◆ ◆
Neen, maar de praktijk van Nederlandse gemeenten leert dat geen enkele indeling voldoet. Terug naar vroeger (een algemene bestemmingsplanregeling horeca) is ook geen optie. Onder voorwaarden combinatie horecatypen I en II mogelijk maken. Overgang van een zwaardere naar een lichtere categorie, bijvoorbeeld van horeca III naar horeca I is in principe altijd mogelijk.
De huidige typologie is ingedeeld op basis van de 'zwaarte' van de categorieën, gebaseerd op bedrijfstypen (spijs/maaltijd = I, logies = II, drank = III en de 'buitencategorie' IV staat voor bar-dancing/discotheek) en op basis van die categorieën te verwachten (vermeende) invloed op de omgeving. De nu en/of in de toekomst aangepaste indeling staat constant onder druk van de dynamiek die zich in de sector afspeelt. Daarbij gaat het onder andere om branche- en sectorvervaging en om de noodzaak en ruimtelijke effecten van modernisering en schaalvergroting in steeds grootschaliger bedrijven. De grenzen tussen horeca I, II en III zijn dun, branchevervaging is eerder regel dan uitzondering. Rekening houdend met ontwikkelingen in de markt kunnen typen I en III in overleg met de vakdirectie Milieu en onder voorwaarden samengevoegd worden. 5. Zijn de aanbevelingen per bedrijfstype nog actueel? Ten aanzien van de diverse horecatypen zijn in het horecabeleid van 1995 (in paragraaf 3.2. en 3.3.) diverse economische en ruimtelijke aanbevelingen gedaan. Algemeen gesteld heeft het horecabeleid in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin gewerkt. Door het tegengaan van een uitbreiding van het aantal horecabedrijven in de binnenstad, en het waar mogelijk toestaan van individuele groei hebben diverse horecabedrijven op diverse locaties in de binnenstad door middel van bedrijfsuitbreiding en assortimentswijziging ingespeeld op marktontwikkelingen. (Nieuwe) doelgroepen en dergelijke voorbeelden daarvan bevinden zich in alle horecasegmenten (maaltijd, spijs, drank en logiesverstrekkend) in diverse horecarelevante delen van de binnenstad (Havermarkt, Grote Markt, Van Coothplein, de kop van de Haagdijk, 't Ginneken en op diverse andere locaties). Hieronder staan we stil bij de mate waarin de in het horecabeleid van 1995 geformuleerde ruimtelijke en economische aanbevelingen ten aanzien van de diverse horecabedrijfstypen zijn gerealiseerd en/of nog actueel zijn. Economisch gezien heeft de horecasector haar positie in de binnenstad van Breda in stand weten te houden, en is er in elders in de stad sprake geweest van enige groei. Dit met name door ondernemers die actief inspeelden op marktontwikkelingen en (nieuwe) doelgroepen, en daarin ondersteuning vonden in voorwaardenscheppende maatregelen van de gemeente (onder andere in het kader van algemeen economisch beleid, ruimtelijk beleid, verkeersbeleid, binnenstadsbeleid, beleid ter aanzien van de ruimtelijke en economische ontwikkeling in de wijken en dorpen).
45
Actualisatie Horecabeleid
Horecaondernemers zullen in het doorontwikkelen van hun bedrijf onder huidige marktomstandigheden hun vinger aan de pols moeten houden, en voorzichtigheid betrachten als het gaat om de toekomst van hun bedrijf: ◆ De maaltijdverstrekkende sector (restaurantsector) heeft zich nog niet optimaal weten te profileren. Er is wel aangehaakt op bestaande concentraties, en door diversificatie en/of specialisatie van het aanbod zijn diverse nieuwe concepten geïntroduceerd (met wisselend succes omdat het functioneren onder invloed staat van de wisselende, nu wat slechte, economische situatie). ◆ De drankverstrekkende sector (drankensector) is professioneler geworden en heeft ten opzichte van 10 jaar terug meer bedrijven gekregen die qua uitstraling, openstelling en aanpassing van het bedrijfsconcept aantrekkelijk zijn voor meerdere doelgroepen. Blijft wat achter in vergelijking met andere steden. ◆ De spijzenverstrekkende sector (fastfoodsector) zal in de komende jaren zowel in economische als in ruimtelijke zin gekoppeld moeten blijven aan de winkelstructuur en uitgaansstructuur. Het gaat om verschillende vestigingsmilieus die een specifiek eigen exploitatie en invulling van het type spijsverstrekker vragen. 6. Hoe dienen de voor de binnenstad geformuleerde doelstellingen en uitgangspunten aangepast te worden om nieuwe ontwikkelingen zoals de Westflank en Achter de Lange Stallen mogelijk te maken? ◆ ◆
Uitgangspunt blijft handhaving van aantallen horecabedrijven in de binnenstad. Aanvullend kan worden gesteld dat bij realisatie van genoemde ontwikkeling en de daarbij behorende uitbreiding van het winkel- en voorzieningenaanbod een vergelijkbare, daarop afgestemde uitbreiding van de horeca mogelijk moet zijn.
Uitgaande van een evenwichtige gebiedsontwikkeling van genoemde projecten in de ring rondom het kernwinkelgebied gaat het met name om het in het Horecabeleidsplan van 1995 in paragraaf 3.3. onder punt e. gesteld. Ons inziens moet in het geval van de introductie van winkels, horeca, vermaak en andere publiekverzorgende functies in betreffende ontwikkelingen een passende verdeling worden nagestreefd, waarbij ongeacht de situatie elders in de binnenstad nieuwe horecabedrijven kunnen worden geïntroduceerd tot een bepaald aandeel van het totale aantal nieuwe winkels en publiekvoorzieningen in het betreffende project (afhankelijk van de gewenste overige functies van het gebied, circa15% tot maximaal 30%). Dit in overleg te bepalen tussen gemeente, KHN en ontwikkelaar. Daarboven zou compensatie door sanering van horeca elders in de binnenstad moeten plaatsvinden. Bezien kan worden in hoeverre de huidige verhouding winkels-horeca-vermaak-overige publieksfuncties in de binnenstad vertaald dient te worden in de nu in de rand voorgenomen nieuwbouwprojecten. 7. Dient het huidige horecaconcentratiegebied (Havermarkt en omstreken) gehandhaafd of uitgebreid te worden met bijvoorbeeld gedeelte van de Westflank? Is het aanwijzen van het gebied rondom de haven aan de Westflank als (ruimtelijk-functioneel) horecaconcentratiegebied gewenst? Vanuit de vakdirectie Milieu wordt nadrukkelijk opgemerkt dat het hier gaat om een in het kader van de ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan aangewezen horecaconcentratiegebied, en niet vanuit milieu. ◆
46
Een uitwaaiering van de zeer specifieke uitgaansfunctie van het horecaconcentratiegebied Havermarkt en omstreken met de specifiek op uitgaan gerichte (avond/nachtbedrijven) is ongewenst. Niet alleen is het maar de vraag of voor een uitbreiding van die specifieke uitgaansfunctie economisch voldoende draagvlak is, algemeen gesteld zal zo'n uitbreiding ook meer negatieve dan positieve milieu effecten hebben op het ruimtelijk, economisch en maatschappelijk functioneren van de horeca in relatie tot de andere (binnen)stedelijke functies.
Beantwoording van de vragen
◆
◆
Wel kunnen aansluitend op het horecaconcentratiegebied Havermarkt en omstreken uitgaan ondersteunende horecabedrijven (wij denken dan vooral in de restaurantsector en fastfoodsector, en niet aan de echte drankensector) aansluitend in bijvoorbeeld de Westflank aan de Haven een plek krijgen die vergelijkbaar is met het aanbod zoals dat aan de Grote Markt wordt aangetroffen. Bruikbaar door de echte uitgaander, maar ook bedoeld en met een lage drempel toegankelijk voor andere in de loop van de dag in de binnenstad vertoevende doelgroepen. In dat laatste geval kan het gebied rondom de haven aan de Westflank op eenzelfde manier als de Grote Markt en bijvoorbeeld het Van Coothplein worden aangewezen als gebied waar een combinatie van horeca I en III is toegestaan.
In de huidige en toekomstige horecastructuur zijn drie hoofdclusters te onderscheiden, namelijk Grote Markt, Havermarkt i.c.m. de Westflank (heropende haven bij uitstek locatie voor horeca) en Van Coothplein (i.c.m. ontwikkeling Achter de Lange Stallen). Elk van die gebieden heeft een specifiek eigen invulling en functie. De Havermarkt is een geconcentreerd echt (avond)uitgaanscentrum voor jongeren, en kent sinds enkele jaren ook enkele daghoreca-bedrijven waar ook andere doelgroepen verpozen (die voorheen op de Grote Markt of elders georiënteerd waren). Het doorgaan op de ingeslagen weg van kwantitatieve en kwalitatieve versterking van de uitgaansfunctie blijft hier op zijn plaats. Het accent van de 'echte' uitgaansfunctie van dit horecaconcentratiegebied dient te blijven liggen in het daarvoor vanuit ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan aangegeven gebied. Een uitbreiding van het horecaconcentratiegebied Havermarkt en omstreken met een gedeelte van de Visserstraat is ons inziens onder nader te bepalen voorwaarden mogelijk. In overleg tussen gemeente, KHN en bewoners kunnen die voorwaarden op rij gezet worden en getoetst in ruimtelijke, economische en maatschappelijke (on)haalbaarheid. Daarbij moeten in overleg met de vakdirectie Milieu de milieuaspecten worden meegenomen. Een uitbreiding van het horecaconcentratiegebied met specifieke uitgaansfuncties in een gedeelte van de Westflank rondom de haven is in ruimtelijk, economisch en maatschappelijk opzicht niet gewenst. Het verdient aanbeveling in het denken over horeca rondom de haven in de Westflank in te zetten op horecabedrijven die net als op de Grote Markt en het Van Coothplein zowel overdag (door winkelpubliek en andere dagbezoekers van de binnenstad) als in de avond (restaurant en uitgaanspubliek) bezocht worden. De Westflank kan zo een eigen functie ontwikkelen en tevens ondersteuning bieden aan de specifieke uitgaansfunctie van de Havermarkt en dergelijke.
47
Actualisatie Horecabeleid
8. Zijn de uitgangspunten voor Centraal Breda nog actueel in het kader van de plannen voor Via Breda? ◆
Centraal Breda: hotel- en congresfunctie en gemakshoreca bij station. Afhankelijk van de verdere plannen voor Via Breda daarop afgestemde ondersteunende horeca.
Naast specifiek op het vervoersknooppunt gerichte ‘gemakswinkels en gemakshoreca’ gaat het in Via Breda om congres/hotelfuncties in het stationsgebied, om de ontwikkeling van het Interbrew brouwerij-complex aan de oostzijde en CSM aan de westkant. Een eventuele horecainvulling zal ondersteunend zijn aan nieuwe functies in het gebied en aanvullend zijn op het aanbod elders in het centrum van de stad. In verdere uitwerking plannen nader onderzoeken naar haalbaarheid en effecten van horecafunctie met solitaire aantrekkingskracht. Van groot belang voor de horeca en andere voorzieningen is een goede verbinding van Via Breda met de binnenstad. 9. Hoe luidt een horecabeleid voor de dorpskernen? Door de gemeentelijke herindeling dient ook een horecabeleid voor de voormalige dorpskernen geformuleerd te worden. ◆ ◆ ◆ ◆
dorpsvernieuwing op basis van geïntegreerde visie op bij het dorp passende en verantwoordde verzorgingsstructuur, inclusief horeca; voorwaarden scheppen en zonodig stimuleringsbeleid om sociale structuren waarin horeca een belangrijke rol speelt, in stand te houden; tegengaan paracommerciële activiteiten; stimuleringsbeleid voorzieningen ingeval van wegvallen basisfuncties (als horeca).
De dorpskernen beschikken over een relatief beperkt horeca-aanbod dat overigens van oudsher wel een belangrijke functie heeft in het sociale en maatschappelijke leven in die dorpen. Die functie staat landelijk en volgens ondernemers ook in de Bredase dorpen onder druk. Naast de vaak genoemde reden (paracommerciële activiteiten in buurthuizen, sportverenigingen en verouderende doelgroepen: jongeren trekken naar horeca buiten het dorp) hebben bestaande ondernemers onvoldoende middelen om tot vernieuwing van de zaak over te gaan en voor (nieuwe) doelgroepen interessant te worden. Onder andere door die al dan niet gesubsidieerde concurrentie van horecagerelateerde diensten in (paracommerciële) bedrijven mag voor het voortbestaan van de specifieke lokaal verzorgende dorpshoreca gevreesd worden als de overheid geen hulp biedt. Die 'hulp' zou moeten bestaan uit een stevig flankerend beleid ten aanzien van: ◆ dorpsvernieuwing op basis van geïntegreerde visie op bij het dorp passende en verantwoordde verzorgingsstructuur, inclusief horeca; ◆ het in stand houden van sociale structuren waarin horeca rol speelt; ◆ tegengaan paracommerciële activiteiten, en handhaving beleid; ◆ stimuleringsbeleid dorpshoreca ingeval van wegvallen basisfunctie. 10. Zijn de actiepunten uit het horecabeleidsplan opgepakt? Zijn de actiepunten nog actueel? Welke nieuwe actiepunten kunnen worden toegevoegd. In het horecabeleidsplan van 1995 zijn 12 actiepunten genoemd. Op basis van gevoerde gesprekken en ontvangen reacties blijken maar enkele actiepunten geheel uitgevoerd, sommigen gemotiveerd deels, anderen in het geheel niet. Het onderstaande overzicht geeft een indruk van de voortgang als het gaat om de in 1995 geformuleerde actiepunten, aangevuld met een overzicht van vervolgacties die volgens betrokken partijen op betreffend actiepunt wenselijk zouden zijn en een overzicht van mogelijk nieuwe actiepunten.
48
Hoofdstukaanduiding
Overzicht uitvoering actiepunten horecabeleidsplan 1995 Actiepunten 1995 en korte toelichting op voortgang uitvoering
aanbeveling
Activiteit 1 (trekker RME/EZ): Instellen overlegvormen: de ambtelijke
Overleg tussen alle betrokken partijen is
coördinatiegroep en het platform met belanghebbende ondernemers
en blijft essentieel. Structureel overleg in
en bewoners. Er is regelmatig gestructureerd overleg tussen gemeentelijke
stand houden, ook met bewoners.
diensten en Koninklijk Horeca Nederland. Bewoners zijn daarbij niet betrokken. Activiteit 2 (trekker BKC/BJZ): Formuleren en in uitvoering brengen van
Er is door diverse diensten deelbeleid
een verder uitgewerkt handhavingsbeleid, waarin aangegeven de
geformuleerd dat meer geIntegreerd
personele/financiële consequenties. Binnen diverse diensten is deelbeleid
moet worden. Het opgestelde hand-
opgesteld, maar nog niet geïntegreerd Breda-breed verhaal. Inmiddels wel een
havingsprotocol uitvoeren.
handhavingsprotocol opgesteld. Activiteit 3 (trekker SB/IOR): In nadere studie over inrichtingseisen van
In samenwerking tussen betrokken dien-
winterterrassen, ter uitvoering van de beleidsnota regelgeving binnen-
sten uitvoering geven aan besluit winter-
stad en het besluit winterterrassen, rekening houdend met alle relevante
terrassen, opstellen beeldkwaliteitplan met
aspecten. Wel besluit winterterrassen, maar adhoc toepassing ten aanzien
aandacht voor de vorm en maatvoering.
van vorm en maatvoering Activiteit 4 (trekker RME/MD): Invoeren van de twaalfdagenregeling
Niet meer opnemen als actiepunt.
per 01-01-1996. Niet ingevoerd, onder andere omdat horeca niet kon/wilde voldoen aan de geluidnormen. In plaats van invoeren van twaalfdagenregeling is er voor gekozen om deze mogelijkheid uit de Algemene Plaatselijke verordening te schrappen Activiteit 5 (trekker RME/MD): De Havermarkt en omstreken (Haver-
Aanwijzing horecaconcentratie-gebieden
markt, Visserstraat, Schoolstraat) aanwijzen als horecaconcentratie-
op basis van APV is vanuit milieu op dit
gebied per 01-01-1996. Havermarkt is als horecaconcentratiegebied in
moment niet relevant.
bestemmingsplan aangewezen, maar niet op grond van Algemene Plaatselijke Verordening of in het milieubeleid. Activiteit 6 (trekker BKC/BJZ): Regeling sluitingsuren natte en
Is op dit moment géén actiepunt, blijft
droge horeca conform doelstelling horecanota per december 1995.
wel aandachtspunt.
Sluitingstijden aangepast, na discussie en in goed overleg tussen gemeente en ondernemers Activiteit 7 (trekker BKC/BJZ): Regeling droge horeca middels overlast-
Mogelijkheden Bibob en regeling droge
verordening. Is onderzocht maar niet ingevoerd. De conclusie dat bestaande
horeca opnieuw ter discussie stellen en
regeling zou voldoen wordt niet unaniem gedragen.
onderzoeken.
Activiteit 8 (trekker RME/EZ): Afstemmen branchering en marktontwik-
Blijven afstemmen en samenwerken
keling van de horecabedrijven, middels P.P.P. constructies zoals conve-
gemeente-bedrijfsleven op de nieuwe
nanten en dergelijke in samenwerking met het bedrijfsleven. Voorbeeld
ontwikkelingslocaties.
samenwerking convenant Visserstraat Activiteit 9 (trekker RME/RO): Verkeersstudie Ginneken en plan her-
Blijft aandachtspunt.
inrichting openbare ruimte Loopt al tien jaar, herinrichting is afgerond. Activiteit 10 (trekker RME/COM): Opstellen bestemmingsplannen,
Bestemmingsplannen opstellen voor
prioriteit binnenstad (1995), Ginneken (concept begin 1996) en
nieuwe dorpen, en ontwikkelingsgebie-
Princenhage (concept eind 1996). Bestemmingsplannen opgesteld,
den Westflank, Achter de Lange Stallen,
bestemmingsplan nieuwe dorpen zijn op dit moment in de maak.
Spoorzone en dergelijke.
Activiteit 11 (trekker RME/COM): Onderzoek instellen horecacoördinator
Op basis van uitkomst discussie account-
Nog steeds in onderzoek, nu meer uitgewerkt in de zin van een accountfunctie
functie kiezen voor vervolg.
Activiteit 12 (trekker RME/MD): Stimuleren milieuzorgmaatregelen op
Activiteit kan blijven staan als nadruk-
bedrijfsniveau Veelheid van aspecten, deels geregeld, maar géén specifieke
kelijk aandachtspunt.
acties ondernomen
Tot januari 2004 was de naam van de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Economische Zaken (RME). Vanaf deze datum heet de dienst OntwikkelingsDienst Breda (ODB).
49
Actualisatie Horecabeleid
Overzicht aanvullende en nieuwe actiepunten Algemeen Behoud structureel horecaoverleg. Op gezette tijden bewoners aan tafel vragen, en andere partijen (marktpartijen) laten aanzitten om draagvlak te hebben en op basis van gezamenlijke uitgangspunten effectief te kunnen handelen. Vanuit horecaoverleg deelnemen in branche-overleg ter begeleiding van nieuwe ontwikkelingen (Westflank, Via Breda, Achter de Lange Stallen, dorpscentra, perifeer). Afstemmen branchering en marktontwikkeling van horecabedrijven in samenwerking met bedrijfsleven, afgestemd op de (inter)nationale ambities van Breda op betreffende ontwikkelingslocaties. Vanuit horecaoverleg vinger aan de pols houden en nieuwe ontwikkelingen toetsen aan beleid en aan marktontwikkelingen. Consequente toetsing naleving en handhaving geformuleerd beleid en daarop geformuleerde regelgeving. In de planning van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving invoering van de wet Bibob. Bezien of er voor droge horeca een vergunningplicht moet komen. Voorstel voor het bestuur maken voor de benodigde capaciteit bij de afdeling Vergunningverlening en Handhaving voor het invoeren van de wet Bibob en een vergunningstelsel voor de droge horeca.
Horecabeleid Binnenstad Aanpassen bestemmingsplan binnenstad: horeca in aantallen stabiel houden, schaalvergroting mogelijk maken en gecombineerde type-indeling horeca I en III mogelijk maken voor de gebieden Grote Markt, Van Coothplein, haven Westflank, Achter de Lange Stallen en Via Breda en onder nader te formuleren voorwaarden. In de huidige en toekomstige horecastructuur naast Havermarkt als horecaconcentratiegebied, de haven aan de Westflank, de Grote Markt en het Van Coothplein (i.c.m. Achter de Lange Stallen) aanwijzen als horecaclustergebied. Alleen op nieuwe ontwikkelingslocaties in/aan de binnenstad ontwikkeling van (nieuwe vormen van) horeca mogelijk maken, met inachtneming van wet- en regelgeving. Concretiseren plannen Achter de Lange Stallen, Westflank, Via Breda, Chasséveld en invulling met horeca die ‘passend’ is voor de ambitie en thema van betreffende locaties in relatie tot overige binnenstad. Mogelijkheid uitbreiding horecaconcentratiegebied met gedeelte Visserstraat nader onderzoeken. Aanwijzing van het horecaconcentratiegebied Havermarkt en omstreken op grond van APV en zonodig vastleggen in milieubeleid. In aanpak Haagdijk en Boschstraat zelfstandige horeca in aantallen stabiliseren en ondersteunen in het algehele streven van kwaliteitsverbetering. Horecabeleid wijken/dorpen Horecabeleid inpassen in totaal voorzieningenbeleid dorpen, op basis van de per dorp opgestelde/op te stellen geïntegreerde visie op bij betreffende het dorp passende en verantwoorde verzorgingsstructuur, dat wil zeggen horecaontwikkeling afstemmen op werkelijke locale behoefte en horecaontwikkeling in combinatie met overige voorzieningen. Zo nodig flankerend beleid om positie dorpshoreca te ondersteunen, met bijzondere aandacht voor behoud van de sociale functie van dorpshoreca en het tegengaan van paracommerciële concurrentie.
50
Tot slot
9.
TOT SLOT In voorliggend rapport zijn de conclusies van het onderzoek en de actualisatie van het Horecabeleidsplan 1995 verwoord. De inhoud van dit rapport is opgesteld en besproken met een breed samengestelde begeleidingsgroep ‘actualisatie horecabeleid’, bestaande uit:
gemeente Breda, afdeling Economische Zaken gemeente Breda, afdeling Milieuzorg Bedrijven gemeente Breda, afdeling Bijzondere Wetten gemeente Breda, Sociale zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn gemeente Breda, afdeling Ruimtelijke Ordening gemeente Breda, afdeling Bouw- en Woningtoezicht gemeente Breda, Brandweer Politie Koninklijk Horeca Nederland, afdeling Breda
De begeleidingsgroep is inhoudelijk en redactioneel ondersteund door bureau B@consultants uit Utrecht.
Voor meer informatie over de inhoud van dit rapport kunt u contact opnemen met Mayke van Haaren-Stoks, afdeling Economische Zaken gemeente Breda of Paul Rodenburg van B@S Consultants. 51
Actualisatie Horecabeleid
52
Bijlage
BIJLAGE Onderstaand overzicht geeft een volledig kwantitatief beeld van het horeca-aanbod in de gemeente Breda zoals geregistreerd bij het Bedrijfschap Horeca in 1993, 1998 en 2003, verdeeld naar categorieën en ontwikkeling van de afgelopen 10 jaar. Horecaontwikkeling gemeente Breda Horeca en cateringbedrijven, totaal [bedrijven] Verkoopoppervlakte, totaal [m2] Drankensector, totaal [bedrijven]
1993
1998
505
525
2003 541
54244
62088
61564
230
226
227
24704
29946
31466
Cafe/Bar [bedrijven]
-
157
156
Discotheek [bedrijven]
-
3
3
Coffeeshop [bedrijven]
-
31
29
Kiosk [bedrijven]
-
1
1
Horeca bij recreatiebedrijf [bedrijven]
-
2
2
Horeca bij sportaccommodatie [bedrijven]
-
22
22
Strandbedrijf [bedrijven]
-
0
1
Ontmoetingscentrum [bedrijven]
-
7
9
Zalen-/partycentrum [bedrijven]
-
3
4
108
127
128 6831
Verkoopoppervlakte drankensector [m2]
Fastfoodsector, totaal [bedrijven] Verkoopoppervlakte fastfoodsector [m2]
5371
6423
IJssalon [bedrijven]
-
3
2
Snackbar [bedrijven]
-
63
62
Fastfoodrestaurant [bedrijven]
-
4
6
Shoarmazaak [bedrijven]
-
18
18
Lunchroom [bedrijven]
-
25
30
Creperie [bedrijven]
-
0
0
Restauratie [bedrijven]
-
1
1
Partycatering [bedrijven]
-
6
7
Spijsverstrekker n.e.g. [bedrijven]
-
7
2
104
105
105 19737
Restaurantsector, totaal [bedrijven] Verkoopoppervlakte restaurantsector [m2]
20559
22721
Bistro [bedrijven]
-
10
5
Restaurant [bedrijven]
-
63
61
Cafe-Restaurant [bedrijven]
-
32
39
Wegrestaurant [bedrijven]
-
0
0
Restaurants, Nederlands/Frans [bedrijven]
52
51
56
Restaurants, Zuideuropees [bedrijven]
11
11
12
Restaurants, Chinees-Indisch [bedrijven]
28
32
29
Restaurants, Overig Aziatisch [bedrijven]
3
4
3
17
15
14
Restaurants, Overig buitenlands [bedrijven] Hotelsector, totaal [bedrijven]
12
12
16
3610
2998
3530
Kamers, totaal [kamers]
499
399
562
Bedden, totaal [bedden]
853
763
1115
Hotel/Hotel-Garni [bedrijven]
-
3
5
Hotel-Cafe [bedrijven]
-
0
0
Hotel-Restaurant [bedrijven]
-
0
1
Hotel-Cafe-Restaurant [bedrijven]
-
8
8
Pension [bedrijven]
-
1
BHC, 1 ster, bedrijven [bedrijven, kamers]
3
( 36)
3
(-)
0
(-)
BHC, 3 sterren, bedrijven [bedrijven]
3
(278)
3
(81)
2
( 63)
BHC, 4 sterren, bedrijven [bedrijven]
3
(165)
4
(275)
5
(292)
0
(-)
0
(-)
0
(-)
Verkoopoppervlakte hotelsector [m2]
BHC, 2 sterren, bedrijven [bedrijven]0
BHC, 5 sterren, bedrijven [bedrijven] Gecaterd bedrijfsrestaurant, totaal [bedrijven]
51
55
1 ( 28)
2
( 23)
1
( 10)
65
53
Concept Actualisatie Horecabeleid
54
Bijlage
55
Actualisatie Horecabeleid
56