Integraal horecabeleid 2010
Inhoudsopgave
Pagina
1.
Inleiding en aanleiding
4
1.1
Doelstellingen
4
2.
Analyse van horeca in Culemborg
6
2.1 2.2 2.3
De horecastructuur in Culemborg Centrumgebied Horeca buiten het centrum 2.3.1 Vestiging nieuwe horeca in bestaande wijk‐ en buurtwinkelcentra 2.3.2 Vestiging horeca in nieuwe verzorgingsgebieden 2.3.3 Vestiging van horeca langs de hoofdinfrastructuur 2.3.4 Vestiging van horeca in het buitengebied 2.3.5 Vertaling in bestemmingsplannen
6 7 10
3.
Exploitatievergunning en Drank‐ en Horecavergunning
13
3.1
Exploitatievergunning 3.1.1 Duur 3.1.2 Voorschriften 3.1.3 Uitzondering op exploitatievergunningsplicht 3.1.4 Nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie / openbare orde of veiligheid Drank‐ en Horecawetvergunning 3.2.1 Tapontheffing 3.2.2 Leeftijdsgrenzen verstrekking alcohol / alcoholmatigingsbeleid
13
Beleid
3.2
15
4. 4.1
4.2
4.3
Sluitingstijden 4.1.1 Sluitingstijd paracommerciële instellingen 4.1.2 Venstertijden 4.1.2.1 Venstertijden eetgelegenheden 4.1.3 Veiligheidsplan Paracommercie 4.2.1 Voorschriften en beperkingen 4.2.2 Exploitatievergunning 4.2.3 Regels voor paracommerciële instellingen 4.2.4 De Instructie Verantwoord Alcoholgebruik (IVA) 4.2.5 Bestuursreglement Terrassen 4.3.1 Terrasruimte 4.3.2 Sluitingstijden 4.3.3 Terrasseizoen 4.3.4 Winterterrassen en buiten laten staan terrasmeubilair 4.3.5 Drankverstrekking op terrassen 4.3.6 Locatie 4.3.7 Aparte terrasvergunning
18 18
19
22
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.3.8 Terraskaart en afbakening 4.3.9 Uiterlijk aanzien 4.4
Geluid
25
4.4.1 Standaard geluidsnormen horeca‐inrichtingen 4.4.2 Collectieve en indidentele festiviteiten 4.4.3 Aanwijzing collectieve festiviteiten 4.4.4 Kennisgevning incidentele festiviteiten 4.4.5 Sluitingstijd collectieve en incidentele festiviteiten 4.4.6 Terrassen 4.4.7 Evenementenglas tijdens collectieve en incidentele festiviteiten 4.4.8 Weigeringsgronden
4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14
Evenementen Coffeeshopbeleid Portiers Drugs Uitstallingsbeleid Horecaoverleg Wet op de Kansspelen Eén aanspreekpunt Convenant Communicatie
28 28 29 30 30 30 31 31 31 31
5.
Handhaving
32
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
Juridische sanctiemiddelen 5.1.1 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 5.1.2 Strafrechtelijke sanctiemiddelen Drank‐ en Horecawet Drank‐ en Horecawet paracommercialisme Exploitatievergunning Overschrijding geluidsnormen Geluidshinder tijdens collectieve en incidentele festiviteiten Coffeeshopbeleid Terrassenbeleid Wet op de kansspelen
32
34 35 36 37 37 39 40 41
2
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
Bijlagen Bijlage A Horecastructuurvisie BRO (afzonderlijk bijgevoegd) Bijlage B Indeling horecacategorieën Bijlage C Stroomschema exploitatievergunning Bijlage D Voorschriften exploitatievergunning Bijlage E Stroomschema Drank‐ en Horecawetvergunning Bijlage F Voorbeeld bestuursreglement
3
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
1. Inleiding en aanleiding Integraal horecabeleid kan een bijdrage leveren aan het creëren van een woon‐ en leefklimaat waarin een evenwicht wordt bereikt tussen de belangen van onder meer de horeca, bewoners, gemeente en politie. Dit beleid is daarom niet alleen gericht op het voorkomen van overlast, maar juist ook op de ontwikkeling van de horecasector. Al enige tijd wordt er door de ondernemers gevraagd om meer duidelijkheid te geven over de horeca in Culemborg. Daarom is het van belang om te komen tot een actueel integraal horecabeleid. Het is noodzakelijk dat in het horecabeleid duidelijkheid wordt verschaft op een aantal essentiële onderdelen. Denk onder meer aan het ontbreken van een terrassenbeleid, beleid ten aanzien van paracommercialisme, portiersbeleid en 14‐ dagenregeling. Een geïntegreerd horecabeleid voorkomt tegenstrijdige voorschriften en een ad hoc beleid ten aanzien van de horeca. Bovendien is integraal horecabeleid gericht op de verhoging van veiligheid en veiligheidsgevoelens en het verminderen van overlast. Een uitgangspunt is ook dat de gemeente streeft naar een alcoholmatigingsbeleid.
1.1
Doelstellingen
Op de horeca is veel uiteenlopende regelgeving van toepassing. De gemeente, politie en natuurlijk de horecaondernemer hebben te maken met vele regels en voorschriften. Het horecabeleid is ontwikkeld in de kaders die worden aangegeven in de Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht, Drank‐ en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarnaast zijn andere wetten ook van invloed geweest op de ontwikkeling van dit horecabeleid. Voorbeelden hiervan zijn Wet ruimtelijke ordening, Wet Milieubeheer, Opiumwet en de Wet Op de Kansspelen. De veelheid aan regels op diverse terreinen heeft als gevolg dat horecaondernemers contact hebben met verschillende afdelingen binnen de gemeente. Dit leidt tot onduidelijkheid. Het voeren van een goed horecabeleid begint dan ook met het verschaffen van duidelijkheid. In dit horecabeleid zal mede vanuit bovengenoemde invalshoek o.a. aandacht worden besteed aan de ruimtelijke ordeningsaspecten, openbare orde en het woon‐ en leefklimaat, overlast, sluitingstijden, terras‐ en exploitatievergunningen en het drugs‐ en coffeeshopbeleid. Aan de hand van het bestemmingsplan wordt beoordeeld of de vestiging van een horecabedrijf op een bepaalde locatie is toegestaan. Daarnaast is de regelgeving in de APV het aanvullend beleidsbepalend instrument voor horecavestiging. Het in de APV geregelde exploitatievergunningenstelsel is vooral gericht op de openbare orde en veiligheid. In een exploitatievergunning kan per inrichting o.a. worden geregeld: - het treffen van maatregelen ten aanzien van het voorkomen van overlast voorzover niet geregeld in hogere wetgeving; - de voorwaarden waaronder terrassen worden gehouden; - opneming van een venstertijd; Een andere reden voor dit horecabeleid is de behoefte aan een beleidskader voor een juiste toepassing van het exploitatievergunningenstelsel zoals opgenomen in de APV. Het doel van een exploitatievergunning is om te beoordelen of de exploitatie van een horecabedrijf op een bepaalde
4
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
plaats zoveel overlast voor de omgeving met zich meebrengt dat het woon‐ en leefklimaat en de openbare orde hierdoor onaanvaardbaar worden aangetast. Doelstelling van het integraal horecabeleid: Komen tot een integraal beleid dat de ontwikkeling van een aantrekkelijk horecavoorzieningenniveau stimuleert én de openbare orde, milieu en veiligheid bewaakt. Duidelijkheid verschaffen over de landelijke en lokale wetgeving op het gebied van de horeca met een sluitend handhavingsbeleid voor naleving van deze regels. De gemeente streeft naar een aantrekkelijk horecavoorzieningenniveau. Dit kan betrekking hebben op het aantal horeca‐inrichtingen, de verscheidenheid van de horecagelegenheden en op de geografische bundeling van deze inrichtingen. De gemeente heeft zichzelf de vraag gesteld: “Willen we op het punt van kwantiteit, kwaliteit en locatie een beleid ten aanzien van horeca gaan voeren?”. Deze vraag wordt in hoofdstuk 2 uitgewerkt. In hoofdstuk 3 komt de regelgeving rond de exploitatievergunning en Drank‐ en Horecavergunning aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het beleid voor de gehele horeca in Culemborg. In hoofdstuk 5 wordt aandacht besteed aan de handhaving. Belangrijke instrumenten van het horecabeleid zijn: - alle betrokken partijen (horecaondernemers, gemeente, politie, bewoners, e.d.) inzicht te geven in het toekomstig gemeentelijk beleid en de diverse regelingen ten aanzien van de horeca (hoofdstuk 4); - een juridisch toetsingskader te bieden voor de beoordeling van aanvragen om exploitatievergunningen en andere vergunningen door of met betrekking tot de horeca‐ inrichtingen (hoofdstuk 3); - een richtinggevend kader te bieden voor de verdere uitwerking van beleidsonderdelen die betrekking hebben op de horeca (hoofdstuk 4); - een richtinggevend kader te bieden voor de activiteiten van verschillende afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie, zodat een interne afstemming bereikt wordt (hoofdstuk 4).
5
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
2. Analyse van horeca in Culemborg Zoals vermeld in hoofdstuk 1 is het ontwikkelen van een optimaal horecavoorzieningenniveau en een daarbij behorend horecabeleid één van doelstellingen van de gemeente Culemborg. In het kader hiervan heeft de gemeente het adviesbureau BRO opdracht gegeven een horecastructuuronderzoek uit te voeren om op basis daarvan een ruimtelijk en weloverwogen, optimaal horecavoorzieningenniveau naar omvang, aard en locatie te ontwikkelen en aanbevelingen te doen omtrent de vertaling van deze visie in beleid. Uiteindelijk heeft dat geleid tot de ‘Horecastructuurvisie’. Deze structuurvisie benadert de horeca vanuit een ruimtelijk/planologisch perspectief. Feitelijk is het onderdeel gebiedsindeling al geheel verwoord in deze Horecastructuurvisie. In dit horecabeleid wordt echter een relatie gelegd met de uitgangspunten van deze visie. De belangrijkste onderdelen uit de Horecastructuurvisie worden vermeld en de conclusies worden uiteengezet. De gehele Horecastructuurvisie is opgenomen als bijlage A.
2.1
De horecastructuur in Culemborg
Passend bij de lokale situatie in Culemborg kunnen voor de ontwikkeling van de horeca drie scenarioʹs worden geschetst: A. Lokaalverzorgende functie Elke gemeente heeft voor de leefbaarheid en levendigheid binnen haar centra een bepaalde massa aan voorzieningen nodig. Horeca is daar een onderdeel van. Op dit moment is het horeca‐aanbod in Culemborg centrum toereikend om in de (minimaal) vereiste mate van leefbaarheid en levendigheid te kunnen voorzien. Op termijn kan het wenselijk zijn om, bijvoorbeeld door toename van de bevolking, op beperkte schaal uitbreiding van het aanbod toe te staan om dit niveau te kunnen handhaven. B. Versterken van toeristische functie Gegeven de toeristisch‐recreatieve potentie van Culemborg kan de gemeente ervoor kiezen zich sterker te gaan profileren op dit gebied. Bij een sterkere toeristische functie hoort ook een passend voorzieningenaanbod. Een verbeterd horeca‐aanbod maakt hiervan onderdeel uit. C. Versterken van regionale plus toeristische functie Als het de ambitie van de gemeente Culemborg is om ook een centrumfunctie voor de omliggende plaatsen te ontwikkelen, moet de oriëntatie van de regioconsument op het centrum omhoog. Versterking van het horeca‐aanbod in het centrumgebied is daarbij noodzakelijk. Als Culemborg zich regionaal meer gaat profileren zal zij daarbij ook gebruik moeten maken van haar toeristisch‐ recreatieve potenties. Scenario B is naast een zelfstandige ontwikkelingsmogelijkheid daarom ook onderdeel van scenario C. Uit de Horeca structuurvisie blijkt dat er in de huidige situatie (scenario A) alleen ruimte is voor uitbreiding van het aanbod als de gemeente een ambitie uitspreekt die past bij scenario B of C1. Als de gemeente kiest voor behoud van de huidige functie is er geen ruimte voor uitbreiding van het horeca‐ aanbod.
1
Zie Horecastructuurvisie, tabel 2.5 op pagina 15.
6
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
Tevens blijkt dat er in de toekomst (bij toename tot ongeveer 29.000 inwoners) in kwantitatieve zin nog steeds geen ruimte is voor uitbreiding van het horeca‐aanbod als de gemeente het behoud van de huidige functie nastreeft2. In overeenstemming met de Horecastructuurvisie wordt de komende 10 jaar ingezet op scenario B. Belangrijkste redenen hiervoor zijn: - Het centrum van Culemborg moet worden versterkt. Op dit moment wordt de toeristische potentie namelijk niet volledig benut. Ontwikkelingen in de horecasector moeten wel passen bij de schaal en het karakter van Culemborg (kwantiteit). - Momenteel geen autonoom ‘uitgaansgebied’. - Bij versterking van het horeca‐aanbod tot een voor toeristen aantrekkelijk geheel (meer terrassen, meer eetgelegenheden van verschillende aard), neemt ook de trekkracht op toeristen en recreanten toe. - Met de verscheidenheid aan horeca de kwaliteit te verbeteren. - Uitbreiding van het horeca‐aanbod dient vooral plaats te vinden in Culemborg centrum. Elders in Culemborg moet vestiging van nieuwe aanbieders niet worden gestimuleerd, tenzij er sprake is van een aanvulling op de bestaande horecastructuur (locatie). - De Markt aanwijzen als belangrijkste horecaconcentratiegebied (locatie).
2.2
Centrumgebied
Overeenkomstig de aanbevelingen, zoals weergegeven in de Horeca structuurvisie, worden de volgende aanbevelingen gehanteerd3: a. Horecaconcentratiegebied in Culemborg‐centrum De vestigingsmogelijkheden van horeca binnen de verschillende deelgebieden binnen het centrum heroverwegen en overgaan tot een meer gedifferentieerde indeling in gebieden van het centrum. Uitbreiding van het horeca‐aanbod dient vooral plaats te vinden in Culemborg centrum. Elders in Culemborg moet vestiging van nieuwe aanbieders niet worden gestimuleerd, tenzij er sprake is van een aanvulling op de bestaande horecastructuur. Binnen het centrum kunnen de volgende deelgebieden worden onderscheiden4: Markt (met een deel van de Oude Vismarkt) Tollenstraat Kattenstraat Varkensmarkt Elders centrumgebied5 Een analyse van het centrum laat de Markt zien als het gebied met veruit de meeste potentie: De aanwezigheid van de kerk, het oude stadhuis en de oude stadspoort zorgt voor sfeerverhogende factoren in het gebied. De plek voor een terrasbezoek wordt vaak om reden van de gezellige omgeving gekozen. De historische panden aan de Markt bieden voor de ondernemers de mogelijkheid zich in een passende ambiance te vestigen. Zie Horecastructuurvisie, tabel 2.6 op pagina 15. Deze voorstellen zijn op eenvoudige wijze en zonder het systeem aan te tasten door te voeren in het voorontwerp bestemmingsplan Binnenstad. 4 Zie pagina 28 van de Horecastructuurvisie voor indeling van deelgebieden aangegeven op kaart. 5 Dit betreft veelal woon‐ of aanloopstraten in het centrum van Culemborg met slechts op enkele locaties een horecabedrijf. 2 3
7
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
De markt ligt midden in het kernwinkelgebied en de wisselwerking tussen horecacluster in het winkelend publiek en de toeristen is dan groot. Als er openlucht evenementen worden georganiseerd, gebeurt dat in de meeste gevallen op de Markt. Ook hier is dan wisselwerking tussen het winkelende publiek en de zittende horecaondernemers. Hierbij opgemerkt dat bepaalde drukke evenementen voor de zittende horeca problemen oplevert (verkleining van het terras of in het geheel geen gebruik kunnen maken van het terras). De Markt is een langgerekt, breed plein dat goed kan worden gebruikt als terrasruimte.
De andere gebieden in het centrum van Culemborg beschikken meestal ook wel over enkele van de genoemde kwaliteiten. Door ofwel een excentrische ligging, een smal straatprofiel of een beperkte functionele invulling (het ontbreken van bijvoorbeeld detailhandel) zijn de Kattenstraat, Tollenstraat en de Varkensmarkt minder aantrekkelijk dan de Markt om te ontwikkelen als horecaconcentratiegebied. In de Horeca structuurvisie wordt een onderscheid gemaakt in Markt‐Noord en Markt‐Zuid. In dit horecabeleid hebben we ervoor gekozen om dit onderscheid niet te maken. Bij nader inzien is dit niet noodzakelijk. De markt is een overzichtelijk geheel en een onderscheid in Nood en Zuid is niet nodig. Bovendien kan een onderscheid in Noord en Zuid leiden tot interpretatieverschillen (waar is precies de scheiding in Noord en Zuid op de Markt?). b. De Markt aanwijzen als belangrijkste horecaconcentratiegebied Uit het profiel per deelgebied blijkt dat de Markt de geschiktste locatie is voor horecaconcentratiegebied: Het zuidelijk gebied van de Markt ontwikkelt zich in het wensbeeld tot een terrassengebied met bedrijven die zowel een dag‐ als avondfunctie hebben. De levendigheid van het gebied, die nodig is om bezoekers “blijvend” aan het centrum te binden, is daarmee gewaarborgd. De omgeving van het oude stadhuis biedt vanwege de omgevingskwaliteit ook kansen om te ontwikkelen tot horecaconcentratiegebied. De oude panden dragen bij aan de belevingskwaliteit van de horeca die er zich in de toekomst kan vestigen. Hierdoor genereert het gebied een zekere autonome trekkracht. In combinatie met de gewenste ontwikkelingen genoemd in het vorige punt levert dit op horecagebied een sterker Culemborg‐centrum op. De Tollenstraat is een aanloopstraat voor het kernwinkelgebied in Culemborg. De horeca die in het gebied is gevestigd past in deze functie. Dat de Markt meer geschikt is dan horecaconcentratiegebied bepaald eigenlijk de ontwikkelingsrichting voor de Tollenstraat. Nieuw horeca‐aanbod zou wellicht passen bij het profiel van de straat, maar de voorkeur gaat uit naar de Markt. Het is vanwege de beperkte marktruimte daarom niet gewenst de Tollenstraat als horecaconcentratiegebied aan te wijzen. Om de functiemening in het gebied in stand te houden is het wenselijk het bestaande aanbod in het gebied te handhaven. In de Kattenstraat en op de Varkensmarkt is het door de beperkte uitbreidingsruimte niet mogelijk om meer horeca te vestigen. Belangrijk verschil tussen deze gebieden is dat de Varkensmarkt beeldbepalend is als entree voor de binnenstad komende vanuit het zuiden. De Kattenstraat ontbeert een dergelijke functie. Het is op de Varkensmarkt wenselijk de bestaande horecafunctie te handhaven om een levendige entree komende vanaf het zuiden voor de binnenstad te behouden.
8
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
c. Onderscheiden horecacategorieën In het huidige bestemmingsplan zijn verschillende horecacategorieën onderscheiden. Echter heeft BRO in de Horeca structuurvisie geconcludeerd dat de horeca in de onderscheiden deelgebieden in de huidige situatie in sommige gevallen niet goed past in het wensbeeld. Er wordt een onderscheid genaamt tussen de volgende categorieën in de horecabranche6: Winkelgebonden daghoreca (categorie I) Maaltijdverstrekkers (categorie II) Logiesverstrekkers (categorie III) Spijsverstrekkers (categorie IV) Drankverstrekkers (categorie V) Discotheken en nachtzaken (categorie VI) Coffeeshops (categorie VII) d. Uitbreiding horeca op de Markt Op de Markt is plaats voor nieuwe horecagelegenheden. Er wordt geen concreet aantal genoemd, maar per aanvraag / situatie bekijken of vestiging mogelijk is. Dit in overeenstemming met de Nota Detailhandel gemeente Culemborg (5 april 2005) waarin is opgenomen dat er geen actief beleid wordt ingezet op het actief werven van ondernemers en verwerving van panden in de binnenstad voor detailhandel. De bestaande horeca op de Markt blijft bestaan en via vrijstelling wordt ruimte geboden voor nieuwe horecabedrijven (binnen het horecaconcentratiegebied). Een van de afwegingscriteria voor nieuw te vestigen horecabedrijven is de openbare orde en nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie. Als de openbare orde door vestiging van een nieuw horecabedrijf in het geding komt dan kan dit leiden tot afwijzing van de aanvraag. e. Huidige regeling in het bestemmingsplan en analyse voorontwerp bestemmingsplan Het bestemmingsplan is een belangrijk publiekrechtelijk instrument voor de regulering van horeca. De gemeente kan in een bestemmingsplan neerleggen waar de vestiging van horeca is toegestaan en waar niet. Bovendien kan zij voorschriften opnemen over het aantal en soort horeca‐inrichtingen dat in een bepaald gebied is toegestaan. Dergelijke voorschriften zijn overigens alleen toegestaan wanneer deze ruimtelijk relevant zijn. BRO heeft in de Horeca structuurvisie geconcludeerd dat het voorontwerpbestemmingsplan te weinig middelen biedt om goed te sturen. Om de gewenste horecaontwikkeling optimaal te kunnen sturen dient het voorontwerpbestemmingsplan ‘Binnenstad’ enigszins te worden bijgesteld. Voor de (horecaconcentratie)gebieden, waar de ontwikkeling van horeca gestimuleerd wordt, moet de bestaande horeca op een kaart worden aangegeven. Het is van belang de kaart met het horecaconcentratiegebied een juridisch bindend karakter te geven met het oog op handhaving en sturing. Dat is bijvoorbeeld mogelijk door alle bestaande horecabedrijven binnen het gebied van het bestemmingsplan aan te geven met een differentiatievlak of medebestemming, waarmee is aangeduid welke specifieke horeca (sector) op die plek, naast de onderliggende bestemming (b.v. Centrumdoeleinden), is toegelaten. Daarnaast dient binnen de bestemming Centrumdoeleinden een aparte aanduiding te worden opgenomen voor de horecaconcentratiegebieden voor een optimale (gebiedsgerichte) sturing. Een andere mogelijkheid is om alle bestaande horecabedrijven, die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan in het gebied aanwezig zijn, aan te geven op een aparte kaart (inventarisatiekaart). Op deze inventarisatiekaart kunnen alle afwijkende 6
Zie bijlage B voor een volledig overzicht indeling horecacategorieën.
9
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
gebruiksvormen, die niet passen binnen het opgenomen functieschema voor de verschillende gebieden, worden opgenomen. Het horecaconcentratiegebied wordt vervolgens opgenomen in de beschrijving in hoofdlijnen en de plantoelichting. Het in kaart brengen van de bestaande horeca is vooral van belang met het oog op handhaving en sturing. Wanneer op termijn verplaatsing of terugdringing van horeca op een bepaalde plaats wenselijk is, moet worden bewerkstelligd dat bij vertrek van een horecabedrijf de bestemming kan worden veranderd. Afhankelijk van de situatie en de kans op planschadeclaims kan worden gekozen voor het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid of voor een gedeeltelijke planherziening. In de toelichting bij de planvoorschriften duidelijk aangeven dat aan de hand van ruimtelijke criteria onderscheid wordt gemaakt naar aard en omvang van horecabedrijven en dat op grond van ruimtelijke criteria tot differentiatie van het centrumgebied is overgegaan. Daarbij ligt het uiteraard voor de hand dat wordt aangesloten bij de Horeca structuurvisie. Initiatieven die niet passen binnen deze gebiedsindeling en horecadifferentiatie (en dus ook niet passen binnen het bestemmingsplan) kunnen alleen worden gehonoreerd als daar een goede onderbouwing onder ligt. Voorstelbaar is dat een horecaondernemer op een bepaalde plek, bijvoorbeeld de Tollenstraat, een initiatief start dat zeer goed aansluit in de bestaande voorzieningenstructuur en waar voorts niet of nauwelijks bezwaren tegen zijn. In zo’n geval kan via een partiële herziening van het vigerende plan toch medewerking worden verleend aan het initiatief.
2.3
Horeca buiten het centrum
In dit horecabeleid is het zwaartepunt gelegd bij de binnenstad van Culemborg. Uitbreiding van het horeca‐aanbod dient vooral plaats te vinden in Culemborg centrum. Elders in Culemborg moet vestiging van nieuwe aanbieders niet worden gestimuleerd, tenzij er sprake is van een aanvulling op de bestaande horecastructuur. Voorop staat dat vestiging van drankverstrekkers (categorie V7), discotheken en nachtzaken (categorie VI) en coffeeshops (categorie VII) niet wordt toegestaan. Dit omdat deze horeca een bijdrage kunnen leveren aan milieuoverlast (bijv. geluid) of verstoring van het woon‐ en leefklimaat en de openbare orde. Opgemerkt dat de mogelijkheid voor vestiging van een discotheek buiten het centrum wel mogelijk is8. Dit omdat een (grote) discotheek niet wenselijk is in het centrum en/of woonwijk in verband met het woon‐ en leefklimaat. Een dergelijke beperkte stimulering van nieuwe aanbieders wil zeggen dat vestiging van nieuwe horecabedrijven buiten het centrum van Culemborg in principe wel mogelijk is. Er wordt geen concreet aantal genoemd, maar per aanvraag / situatie bekijken of vestiging mogelijk is. In ieder geval mag een eventuele uitbreiding van de horeca buiten de binnenstad niet leiden tot vergroting van overlast voor de omgeving.
2.3.1 Vestiging nieuwe horeca in bestaande wijk‐ en buurtwinkelcentra (buiten het centrum) Uitgangspunt is dat de horeca gesitueerd dient te zijn binnen de buurt‐ en wijkwinkelcentra en dat eventuele uitbreidingsmogelijkheden ook alleen binnen deze centra gevonden kunnen worden. Het dient dan te gaan om bedrijven die horecaproducten aanbieden welke zich met nadruk richten op, en daarmee een versterking betekenen voor, de functies van de dag‐ verblijfsrecreaties (categorie I, II en IV). Hieronder vallen onder andere restaurants, lunchrooms, hotels, campings, gemeenschapsvoorzieningen, buurthuizen en winkelondersteunende horeca e.d. Nieuwe 7 8
Zie bijlage B voor een volledig overzicht indeling horecacategorieën De locatie Beesdseweg 1a op het bedrijventerrein biedt de mogelijkheid voor vestiging van een discotheek e.d..
10
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
horecabedrijven, die weliswaar deels een dag‐ of verblijfsrecreatie herbergen maar die qua karakter zich voornamelijk op de avondrecreatie richten (cafés, discotheken e.d.) vallen buiten het beleidsvoornemen. Restaurants en lunchrooms dragen ondanks hun publieksaantrekkelijke werking nauwelijks een bijdrage aan milieuoverlast of verstoring van het woon‐ en leefklimaat en de openbare orde. Daarom is uitbreiding in de vorm van de dag‐ verblijfsrecreaties beperkt toegestaan op de winkelcentra. Tevens moet het gaan om een aanvulling van de bestaande horecastructuur. Winkelcentrum Chopinplein en Parijsch Naast het huidige aanbod is vestiging van nieuwe dag‐ verblijfsrecreaties toegestaan op winkelcentrum Chopinplein en op winkelcentrum Parijsch. Per aanvraag / situatie wordt bekeken of vestiging mogelijk is. In ieder geval mag een eventuele uitbreiding van de horeca op deze winkelcentra niet leiden tot vergroting van overlast voor de omgeving. Een van de afwegingscriteria voor vestiging op winkelcentra is de openbare orde. Als de openbare orde door vestiging van een nieuw horecabedrijf in het geding komt dan kan dit leiden tot afwijzing van de aanvraag. Bij (forse) uitbreiding van de winkelcentra is het toegestaan nieuwe horeca te vestigingen. Dan komt er ruimte voor winkelondersteunende horeca. Veerweggebied In het ontwikkelingsplan veerweggebied9 is ruimte gemaakt voor ontwikkeling van verenigingsgebouwen en horeca. Vestiging van nieuwe horeca in het Veerweggebied wordt toegestaan en tevens ruimte bieden voor de ontwikkeling van verenigingsgebouwen. Door horeca toe te laten ontstaat er een aantrekkelijke ʹstedelijkeʹ rand van Culemborg. Nieuwe vestiging van horeca buiten de bestaande wijk‐ en buurtwinkelcentra wordt in principe tegengegaan. Op deze algemene beleidslijn zijn een drietal uitzonderingen mogelijk.
2.3.2 Vestiging horeca in nieuwe verzorgingsgebieden Een eerste uitzondering betreft het beleid ten aanzien van horeca in nieuwe verzorgingsgebieden. Wanneer sprake is van een nieuw woongebied van voldoende omvang, zal bij de plannen voor dit gebied aangegeven worden welke ruimte geboden wordt, en zo ja waar, voor de vestiging van horeca. In de regel gaat het hierbij om vormen van dag‐ verblijfsrecreaties.
2.3.3 Vestiging van horeca langs de hoofdinfrastructuur Een tweede uitzondering op de algemene beleidslijn voor horeca buiten de binnenstad is gemaakt voor de vestiging van dag‐ verblijfsrecreaties indien deze worden gevestigd langs de (stedelijke) hoofdinfrastructuur, zoals de provinciale weg. Indien voldaan kan worden aan voorwaarden betreffende ontsluitingsmogelijkheden, parkeergelegenheid, waarborging van de openbare orde en woon‐ en leefklimaat, geen overlast naar achterliggende (woon)gebieden e.d. kan besloten worden medewerking te verlenen aan dergelijke initiatieven. 2.3.4 Vestiging van horeca in het buitengebied Een laatste uitzondering betreft de vestiging van horeca in het buitengebied (buiten de bebouwde kom). Hiermee wordt een mogelijkheid geboden om wensbare en toepasbare horeca‐initiatieven toe te staan. Deze horeca kan een belangrijke versterking van het toerisme met zich meebrengen. Bij de vestiging van horeca in het buitengebied is ook één van de afwegingscriteria de openbare orde en 9
Ontwikkelingsplan Veerweggebied, bureau Nieuwe Gracht i.o.v. gemeente Culemborg, eindrapportage / februari 2005.
11
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie. Als de openbare orde door vestiging van een nieuw horecabedrijf in het geding komt dan kan dit leiden tot afwijzing van de aanvraag.
2.3.5 Vertaling in bestemmingsplannen De in dit hoofdstuk genoemde voorstellen voor horeca buiten het centrum in Culemborg dienen wel aangepast te worden in de bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument om gewenste ontwikkelingen te stimuleren en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Bij een toets of horeca op een bepaalde locatie mogelijk is, geeft de geldende bestemmingsplanregeling de doorslag. In dit beleid is gekeken naar de kwaliteit van het woon‐ en leefklimaat en de openbare orde. Met inachtneming van dit beleid zien wij daarom het bestemmingsplan als de primaire beslissingsgrond om de vestiging, uitbreiding en functie van horecabedrijven te reguleren. Daar waar noodzakelijk dienen de bestaande bestemmingsplannen te worden aangepast om de gewenste beleidsvoornemens te realiseren. De ruimtelijke ordening is dus in onze optiek het primaire kader om horeca‐activiteiten te kanaliseren.
12
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
3.
Exploitatievergunning en Drank‐ en Horecavergunning
3.1
Exploitatievergunning
De vestiging van horeca‐inrichtingen is geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Culemborg. Artikel 2:28 van de APV stelt dat het verboden is om een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. De exploitatievergunning is primair een overlastvergunning: zij biedt de mogelijkheid preventief te toetsen, of de exploitatie van een horecabedrijf en bijvoorbeeld een (sport)vereniging zich al dan niet verdraagt met het woon en leefklimaat en de openbare orde ter plaatse. Daarbij is van belang in welke mate van het bedrijf zelf overlast te duchten is, maar ook in welke mate de komst van het bedrijf de leefbaarheid en het karakter van de buurt zal aantasten. In Bijlage C is een stroomschema opgenomen waarin uiteen wordt gezet welke procedure er gevolgd wordt bij een aanvraag van een exploitatievergunning.
3.1.1 Duur Momenteel wordt een exploitatievergunning voor onbeperkte tijd verstrekt. Hiermee wordt een controlemoment uit handen gegeven. Omdat niet telkens nieuwe vergunningen moeten worden aangevraagd, zullen vergunningen kunnen verouderen en zal het bestand kunnen “vervuilen”. In het kader van een juiste controle en ter voorkoming van situaties waarbij leidinggevenden werkzaam zullen zijn die niet zijn gecontroleerd op moraliteit en zedelijkheid is het verstandig om toch een controlemoment te hanteren. Als een exploitatievergunning wordt verleend voor een bepaalde tijd dan moet de ondernemer zelf het initiatief nemen voor een nieuwe aanvraag en daarbij steeds nieuwe leges betalen. Hiervoor wordt niet gekozen; de gemeente gaat zelf het controlemoment uit voeren. Middels het Vergunningen Informatie Systeem10 wordt elk horecabedrijf om de 3 jaar administratief gecontroleerd. Daarmee wordt voorkomen dat het bestand ʺvervuildʺ raakt. Als blijkt dat een exploitatievergunning niet meer klopt dan dient de ondernemer een wijziging van zijn vergunning aan te vragen.
3.1.2 Voorschriften Volgens artikel 1:4 van de APV kunnen voorschriften worden verbonden aan de exploitatievergunning. Deze voorschriften dienen betrekking te hebben op onderwerpen, waarmee wordt beoogd de openbare orde of de woon en leefomgeving te beschermen. Aan de tot september 2006 verstrekte exploitatievergunningen hingen geen voorschriften. Voor een houvast betreffende handhaving en duidelijkheid tegenover de exploitant is het noodzakelijk aan de exploitatievergunning enige voorschriften te verbinden11. Er gelden een aantal standaard voorschriften, welke ook noodzakelijk zijn voor de lex silencio positivo (zoals vermeld in bijlage D). De Lex Silencio Positivo houdt in dat een vergunning wordt geacht te zijn verleend bij het uitblijven van een antwoord binnen een gestelde termijn door het bevoegde bestuursorgaan op een aanvraag van een vergunning. Dit wordt ookwel het van rechtswege (ofwel het na verloop van de beslistermijn automatisch) verlenen van vergunningen genoemd. 10
Het Vergunningen Informatie Systeem is een computerprogramma van Berkeley Bridge. Dit systeem beheert de gegevens over de gemeentelijke horecabedrijven en ondersteunt het werkproces voor het juridisch correct verlenen van de drank‐ en horeca vergunningen. Tevens ondersteunt dit systeem bij het nemen van (juridische) beslissingen binnen het gebied van de Drank‐ en Horeca wetgeving. 11 Zie bijlage D voor de standaardvoorwaarden van een exploitatievergunning.
13
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
In paragraaf 4.3 wordt ingegaan op het terrassenbeleid. Het terras maakt onderdeel uit van de exploitatievergunning. Voor houvast betreffende handhaving en duidelijkheid tegenover de exploitant is het noodzakelijk om aan de exploitatievergunning enige terrasvoorschriften te verbinden (bijlage D).
3.1.3 Uitzondering op exploitatievergunningplicht Het is niet nodig om alle bedrijven waarin horeca‐activiteiten plaatsvinden, onder de exploitatievergunningplicht te laten vallen. Op grond van artikel 2:28 lid 4 van de APV zijn de hieronder vermelde bedrijven uitgezonderd van de exploitatievergunningplicht. Het gaat daarbij om bedrijven waar de restaurant‐ of caféactiviteiten van ondergeschikte betekenis zijn, te weten: 1. Hotels waar uitsluitend voor hotelgasten dranken worden geschonken en/of eetwaren worden verstrekt. Deze bedrijven vallen wel onder de definitie van het horecabedrijf waarvoor een exploitatievergunningplicht geldt, maar gezien de beslotenheid waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, behoeft niet te worden gevreesd dat de exploitatie van een dergelijk bedrijf zal of kan leiden tot verstoring van het woon‐ en leefklimaat. Als ook anderen dan de hotelgasten toegang hebben, dan vallen de hotels wel onder de vergunningsplicht. 2. Horeca‐activiteiten in winkels Hiermee wordt gedoeld op winkels die aan de volgende drie criteria voldoen: waar het horecagedeelte als dienstverlening wordt gezien voor het winkelende publiek; waar het horecagedeelte door dezelfde ondernemer wordt geëxploiteerd, en waarbij men voor de horeca‐activiteiten geen andere openingstijden claimt dan voor de winkel. Voorbeelden hiervan zijn de horecagelegenheden in warenhuizen. 3. Prostitutiebedrijven waarvan een deel voor horeca is bestemd. Voor het exploiteren van een seksinrichting (een seksbioscoop, een sekstheater of een seksautomatenhal) is een andersoortige exploitatievergunning benodigd, en wel op grond van APV. Een dergelijke bijzondere exploitatievergunning heeft weliswaar betrekking op de exploitatie van de seksinrichting, en niet op de exploitatie van een horecabedrijf, maar gelet op het feit dat het in dergelijke situaties additionele (ondersteunende) horeca betreft, zijn deze bedrijven uitgezonderd van de exploitatievergunningplicht zoals bedoeld in de APV. Het toetsingskader met betrekking tot een exploitatievergunning voor een sexinrichting ziet er, net zoals het toetsingskader voor horecabedrijven op toe dat met de aanwezigheid van een dergelijk bedrijf het woon‐ en leefklimaat in de omgeving, de openbare orde of veiligheid, niet nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het prostitutiebedrijf. Dat impliceert dat een aantasting van het woon‐ en leefklimaat in de omgeving of de openbare orde of veiligheid als gevolg van het verstrekken van alcoholhoudende dranken kan leiden tot intrekking van de exploitatievergunning van het prostitutiebedrijf. 4. Sauna’s en zonnecentra Horeca‐activiteiten in dergelijke bedrijven vallen niet onder de exploitatievergunningplicht, voor zover uitsluitend aan bezoekers van de sauna‐ en zonnecentra‐faciliteiten drank worden verstrekt en wanneer de exploitant beschikt over een milieuvergunning.
14
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
5. Bedrijfskantines Horeca‐activiteiten in dergelijke kantines vallen niet onder de exploitatievergunningplicht, voor zover de kantine uitsluitend door personeel wordt bezocht. 6. Kerken Horeca‐activiteiten in kerken vallen niet onder de exploitatievergunningplicht, voor zover de consumpties uitsluitend kunnen worden verkregen voor of na de kerkdiensten. 7. Bed & Breakfast Iemand mag kamers in zijn eigen huis verhuren en dus een Bed & Breakfast beginnen zonder dat hier een exploitatievergunning voor nodig is. Wel gelden de volgende voorwaarden: - Tegelijkertijd mag aan niet meer dan 4 personen in maximaal 2 kamers Bed & Breakfast worden aangeboden. Vanaf 5 personen is inschrijving bij het bedrijfschap Horeca & Catering verplicht. - Het aanbieden van Bed & Breakfast moet gemeld worden bij de gemeente. Het feit dat geen aparte exploitatievergunning is vereist betekent overigens niet dat voor deze additionele horeca, genoemd in de punten 1 tot en met 7, geen drank‐ en horecavergunning benodigd is. Wanneer bedrijfsmatig alcoholhoudende drank worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, moet daarvoor een drank‐ en horecavergunning worden aangevraagd.
3.1.4 Nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie / openbare orde of veiligheid Bij een aanvraag voor vestiging van een nieuw horecabedrijf moet allereerst beoordeeld worden of er geen sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan. Als er strijd is met het huidige bestemmingsplan dient de aanvraag op grond van de APV te worden afgewezen. Soms dienen zich in een bestemmingsplangebied ontwikkelingen aan die gewenst zijn, maar in strijd zijn met het bestemmingsplan. Dan is de gemeente bevoegd om ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen. Als de aanvraag niet in strijd is met het bestemmingsplan of er is ontheffing verleend dan moet vervolgens worden bezien of er sprake is van een nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of van de openbare orde of veiligheid door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Voor de beantwoording van de vraag of hiervan sprake is, wordt gekeken naar de omschrijving zoals die is vermeld onder de in paragraaf 2.2 genoemde horecacategorieën I t/m VII. In de situatie dat de vestiging van een horecabedrijf wél past binnen het bestemmingsplan of ontheffing is verleend, maar een nadelige beïnvloeding van de woon‐ of leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde of veiligheid tot gevolg zal hebben, kan de vergunning in principe worden geweigerd op grond van de APV. In dit horecabeleid staat aangegeven in welke delen van de stad welke typen horecabedrijven zich al dan niet kunnen vestigen, waar uitbreiding van bestaande typen horecabedrijven al dan niet is toegestaan en waar consolidatie plaatsvindt. De aanvraag moet aan de uitgangspunten van dit horecabeleid worden getoetst.
3.2
Drank‐ en Horecawetvergunning
Voor het verstrekken van alcoholhoudende drank is een vergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist. Een vergunning ingevolge de Drank‐ en Horecawet wordt verleend indien aan drie hoofdeisen is voldaan, te weten zedelijkheidseisen door de leidinggevenden,
15
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
kennis en inzicht omtrent sociale hygiëne door de leidinggevenden (deze eisen zijn dus op de persoon gericht) en tenslotte de inrichtingseisen (deze betreffen de lokaliteit van waaruit het horecabedrijf wordt uitgeoefend). De persoon van de leidinggevende zal allereerst moeten voldoen aan zogenaamde zedelijkheids‐ of moraliteitseisen (artikel 8). Dit houdt concreet in dat de leidinggevende niet onder curatele mag staan, dan wel uit de ouderlijke macht of uit de voogdij ontzet mag zijn, niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mag zijn en tenminste de leeftijd van 21 jaar moet hebben (ontheffingen hiervan zijn niet mogelijk). Voorts zal de leidinggevende over een diploma sociale hygiëne dienen te beschikken. Hierbij staat kennis en inzicht over alcoholgebruik centraal, mede in relatie tot drugs, geneesmiddelen en alcoholmisbruik. Het pand of de lokaliteit waaruit de horeca‐activiteiten worden ontplooid dient (ingevolge artikel 10 Drank‐ en Horecawet) te voldoen aan zogenaamde inrichtingseisen. Hierbij dient onder andere gedacht te worden aan eisen wat betreft oppervlakte, hoogte, verlichting, ventilatie en gescheiden toiletten. Nadere uitwerking van bovengenoemde eisen staat in een aantal algemene maatregelen van bestuur, te weten het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank‐ en Horecawet 1999, het Besluit kennis en inzicht sociale hygiëne Drank‐ en Horecawet en het Besluit eisen inrichtingen Drank‐ en Horecawet. In Bijlage E is een stroomschema opgenomen waarin uiteen wordt gezet welke procedure er gevolgd wordt bij een aanvraag van een Drank‐ en Horecawetvergunning.
3.2.1 Tapontheffing Op grond van artikel 35 van de Drank‐ en Horecawet kan een tapontheffing worden verleend. Aan iedereen kan deze vergunning worden afgegeven, mits de verstrekking geschiedt onder de onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de moraliteitseisen (zedelijk gedrag) en tevens in het bezit is van een verklaring sociale hygiëne. De ontheffing wordt verstrekt door de burgemeester en kan voor een aaneengesloten periode van ten hoogte 12 dagen worden verleend. Aan een ontheffing worden beperkingen en voorschriften verbonden, onder ander over het toezicht dat een ondernemer dient uit te oefenen, aanduiding dat aan personen beneden de leeftijd van 16 jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt, wering van personen die kennelijk onder de invloed van alcoholische drank verkeren en er dienen steeds alcoholvrije dranken aanwezig te zijn. Er is geen tapontheffing nodig zolang de buitentap op het terras staat waarvoor een drank‐ en horecavergunning is afgegeven en de alcohol uitsluitend op dat terras wordt geschonken. Als een ondernemer op een ander stuk grond (buiten zijn eigen terras) alcoholhoudende drank wil verstrekken dan moet er een tapontheffing op grond van artikel 35 van de Drank‐ en Horecawet worden aangevraagd. Op grond van artikel 12 lid 1 van de Drank‐ en Horecawet is het verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit of anders dan op een in de vergunning vermeld terras. Met een tapontheffing op grond van artikel 35 van de Drank‐ en Horecawet mag alleen zwakalcoholhoudende drank worden geschonken.
16
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
De belangrijkste criteria voor het verlenen van een tapontheffing op grond van artikel 35 Drank‐ en Horecawet zijn: publiek toegankelijk (niet op uitnodiging, geen besloten feest); waarborgen rond veiligheid (verantwoordelijkheid voor het verstrekken van alcohol); schenken van de alcoholhoudende drank anders dan ‘om niet’.
3.2.2 Leeftijdsgrenzen verstrekking alcohol / alcoholmatigingsbeleid De gemeente hecht grote waarde aan een goed alcoholmatigingsbeleid. Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot o.a. uitgaansgeweld, overlast, huiselijk geweld, ziekteverzuim, hart‐ en vaatziekten en verkeersongelukken. Het beleid is erop gericht dit matigingsbeleid zoveel mogelijk te handhaven. Een horecagelegenheid is o.a. verplicht om:
-
Aan jongeren onder de 16 jaar mag geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Voor het verkopen van sterke drank (gedistilleerd met 15% alcohol of meer) geldt een leeftijdsgrens van 18 jaar. Bedrijven die alcoholhoudende drank verstrekken, zijn verplicht bij twijfel de leeftijd van jongeren die om alcohol vragen vast te stellen aan de hand van een leeftijdsbewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs, brommerbewijs, OV‐studentenkaart) De leeftijdsgrenzen gelden ook voor indirecte verstrekking (verkoop aan jongeren via personen die de leeftijd van 16/18 jaar wel hebben bereikt). Het is verplicht de leeftijdsgrenzen te vermelden. Actuele drank‐ en horecavergunning. Dronken mensen de toegang weigeren tot de inrichting12.
12
Dit zijn verplichtingen die voorvloeien uit de Drank‐ en Horecawet.
17
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.
Beleid
4.1
Sluitingstijden
In Culemborg worden er momenteel géén sluitingstijden gehanteerd. Een argument voor geen sluitingstijden is, dat daardoor onder meer de verstoring van de openbare orde (nachtrust) aanzienlijk kan worden beperkt. Er is sprake van minder geluidsoverlast doordat cafébezoekers niet langer tegelijk maar geleidelijk aan huiswaarts keren. Tevens is de politie beter in staat voldoende toezicht uit te oefenen. De jarenlange ervaring van geen sluitingstijden is zowel voor de politie als de gemeente positief. Dit regime, van geen sluitingstijden, blijft gehanteerd.
4.1.1 Sluitingstijd paracommerciële instellingen Zoals hierboven weergeven wordt er voor de commerciële horeca geen sluitingstijd gehanteerd. Paracommerciële instellingen hebben een andere doelstellig dan commerciële horeca. Paracommerciële insgtellingen richten zich namelijk op activiteiten op het gebied van recreatieve, sportieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard13. De schenkingstijden van alcohol in paracommerciële instellingen zijn beperkt, dit ter voorkoming van oneerlijke concurrentie (ten opzichte van de commerciële horeca). Een kantine van een paracommerciële horeca‐inrichting, zoals een voetbalvereniging, hoeft niet tot laat in de nacht geopend te zijn (alcoholmatigingsbeleid). Daarom wordt voor paracommerciële instellingen een sluitingstijd van 24.00 uur gehanteerd. Tot dit tijdstip mag er alcohol worden geschonken. Deze sluitingstijd heeft alleen betrekking op de kantine c.q. de plaats waar alcohol wordt geschonken, (sport)activiteiten mogen altijd plaatsvinden. Op dit sluitingstijdstip is een uitzondering. Voor paracommerciële instellingen is het toegestaan om maximaal 4 maal per jaar geopend te zijn tot 01.00 uur (en is het schenken van alcoholhoudende drank tot deze tijd toegestaan). Als een paracommercieel horecabedrijf gebruik wil maken van deze mogelijkheid moet zij een verzoek indienen bij de burgemeester.
4.1.2 Venstertijden Ondanks het feit dat er geen sluitingstijden zijn in de gemeente Culemborg is het hiernaast wel van belang dat er een venstertijd wordt gehanteerd. Aan de exploitatievergunning wordt een voorschrift te verbonden dat er na 02.00 uur geen nieuwe bezoekers meer toegelaten mogen worden in de horecagelegenheid (deurbeleid). Op deze manier wordt o.a. het toezicht door de leidinggevenden op overmatig alcoholgebruik verbeterd doordat hij vanaf 02.00 uur een “vast” publiek binnen zijn horecabedrijf heeft. Tevens wordt voorkomen dat er heen en weer wordt gelopen van kroeg naar kroeg. Bezoekers moeten voor 02.00 uur kiezen in welke horecagelegenheid ze willen blijven tot het tijdstip van weggaan. De politie heeft zo meer controle op straat. 4.1.2.1 Venstertijden eetgelegenheden Het voorschrift genoemd in de vorige paragraaf geldt overigens niet voor avondeetgelegenheden (nachtshoarma zaken en cafetaria). Deze mogen gewoon geopend blijven voor komende bezoekers. Een eetgelegenheid kan wel of niet beschikken over een drank‐ en horecavergunning. In het ene geval mag er wel alcohol worden geschonken en anders dus niet. Wel is de horecaondernemer verplicht om bezoekers die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren te weren uit zijn bedrijf. Ook is het de 13
In paragraaf 4.2. wordt nader ingegaan op paracommercie.
18
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
horecaondernemer niet toegestaan om alcoholische drank te verstrekken als redelijkerwijs wordt vermoed dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden. 4.1.3 Veiligheidsplan Een veiligheidsplan heeft tot doel om de wettelijke verplichtingen op het gebied van veiligheid en openbare orde in en rondom de horecaonderneming te bundelen tot een samenhangend en overzichtelijk geheel. Daarnaast stelt het nadere regels gericht op de verantwoordelijkheden en plichten van de horecaondernemer ten aanzien van de veiligheid van bezoekers en personeel en inbreuken op de openbare orde in en rond de horecaonderneming. Het is niet nodig dat elk horecabedrijf een veiligheidsplan moet overleggen. Op grond van verstoring van de openbare orde en het woon‐ en leefklimaat in en/of de directe omgeving van een bepaald horecabedrijf kan aanleiding zijn om een veiligheidsplan op te stellen. Incidenteel kan een horecaondernemer verplicht worden, naar aanleiding van het voorstaande, om een veiligheidsplan te overleggen. Het veiligheidsplan verplicht de horecaondernemer maatregelen te nemen waarmee: ‐ De openbare orde en het woon‐ en leefklimaat moet worden gewaarborgd. ‐ Dealers buiten de zaak worden gehouden. ‐ Wapens niet mee naar binnen genomen kunnen worden. ‐ Discriminatie wordt tegengegaan. ‐ Geweld in en om de zaak wordt voorkomen. ‐ Diefstallen worden verhinderd. ‐ Overmatig alcoholgebruik wordt voorkomen. De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor zijn bedrijfsvoering en veiligheid in het horecabedrijf. Hij bepaalt zelf de aard, inrichting, het niveau en de organisatie van zijn veiligheidsmaatregelen. In het veiligheidsplan staat hoe de ondernemer de veiligheid in zijn bedrijf organiseert. Daar moet hij zich vervolgens aan houden. Als de burgemeester van oordeel is dat een horecabedrijf onvoldoende beveiligd is, kan hij de eis opleggen dat bepaalde veiligheidsmaatregelen onderdeel moeten zijn van het veiligheidsplan. Tevens kan hij daaraan verbinden dat er een verplichte risico‐inventarisatie wordt uitgevoerd door een erkend bedrijf.
4.2
Paracommercie
Artikel 4 van de Drank‐ en Horecawet is ingevoerd ter bestrijding van paracommercialisme (concurrentie op ongelijke voorwaarden tussen bijvoorbeeld clubhuizen, sportkantines, verenigingsgebouwen en reguliere horeca; bijvoorbeeld een sportkantine die geopend is op dagen dat er geen sportactiviteiten worden gehouden). Artikel 4 van de Drank‐ en Horecawet is niet van toepassing op N.V.ʹs, B.V.ʹs, V.O.F.ʹs en natuurlijke personen. In de praktijk houdt dit in dat het artikel alleen betekenis heeft voor: verenigingen, kerkgenootschappen en stichtingen; die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard; Van paracommercie is sprake als, onder ongelijke voorwaarden, de gewone horecabedrijven ongewenste concurrente van bepaalde instellingen ondervinden. Het betreft instellingen die weliswaar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken verstrekken, maar dit doen als nevenactiviteit. De hoofdactiviteit ligt op een ander vlak. Het gaat daarbij om hoofdactiviteiten van recreatieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.
19
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
De activiteiten waarop de in artikel 4 genoemde instellingen zich richten, blijken uit de doelstelling en/of daaruit voortvloeiende activiteiten, zoals omschreven in de statuten, een beleidsplan, een werkplan of de feitelijke handelingen. Als blijkt dat er commerciële bijeenkomsten worden gehouden, is er sprake van commerciële activiteiten door een paracommerciële instelling. Dit is dus niet toegestaan. Bijeenkomsten moeten een direct verband hebben met de doelstelling van een instelling (zoals omschreven in de statuten).
4.2.1 Voorschriften en beperkingen Op grond van de bepaling in artikel 4 van de Drank‐ en Horecawet zijn burgemeester en wethouders bevoegd aan een Drank‐ en Horecavergunning die wordt afgegeven aan een rechtspersoon die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard voorschriften en beperkingen te verbinden. De gedachtegang hierachter is het beperken van de concurrentie tussen bovengenoemde rechtspersonen en reguliere horeca. Het betreft hier een bevoegdheid van het gemeentebestuur en geen verplichting. Voorschriften en beperkingen zijn alleen maar noodzakelijk indien de plaatselijke situatie daartoe aanleiding geeft en de mededinging uit oog van het economische verkeer als onwenselijk moet worden beschouwd. Deze criteria houden in dat het gemeentebestuur bij verlening van elke vergunning de belangen van de al gevestigde horecaondernemingen in ogenschouw neemt. Niet in alle gevallen zijn voorschriften en beperkingen nodig. Bij iedere aanvraag dient in principe een belangenafweging gemaakt te worden of het noodzakelijk is voorwaarden en beperkingen te stellen gezien de plaatselijke en regionale omstandigheden in het kader van het voorkomen van oneerlijke mededinging. De resultaten van dit onderzoek worden schriftelijk neergelegd en meegewogen bij de beslissing. Daarom is er voor gekozen om als er geen aanleiding voor bestaat geen voorschriften of beperkingen te verbinden aan de Drank‐ en Horecavergunning. Bij het niet opnemen van voorschriften of beperkingen is er altijd nog het bestuursreglement. Een bestuursreglement heeft als doel een waarborg te bieden dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting gedurende de openingstijden vanuit een oogpunt van sociale hygiëne te allen tijde geschiedt door op dit gebied gekwalificeerde personen. Een paracommerciële inrichting moet in haar bestuursreglement o.a. artikelen opnemen die paracommercie moet voorkomen. Een paracommerciële inrichting moet opnemen dat er geen horeca‐activiteiten zal worden uitgeoefend ten behoeve van bijeenkomsten die worden gehouden wegens gebeurtenissen in de privé‐sfeer van leden (bijvoorbeeld een bruiloft) en bijeenkomsten voor niet‐leden en dat er slechts horeca‐activiteiten zullen worden uitgeoefend ten aanzien van personen die bij de activiteiten van de paracommerciële inrichting in de ruimste zin van het woord betrokken zijn. Bovendien dient een paracommerciële inrichting zich bij het vaststellen van het bestuursreglement te houden aan het model van de NOC‐ NSF14. Ten aanzien van het bestuursreglement hanteert het college dit modelbestuursreglement als uitgangspunt van de beoordeling of een vergunning op grond van artikel 4 kan worden verleend.
Te zijner tijd kan bekeken worden of het alsnog noodzakelijk is om standaard beperkingen c.q. voorschriften aan de Drank‐ en Horecavergunningen voor paracommerciële instellingen te verbinden en/of het instellen van een Drank‐ en Horecawet verordening.
14
Zie bijlage F: voorbeeld bestuursreglement.
20
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.2.2 Exploitatievergunning Paracommerciële instellingen zijn ook verplicht tot het hebben van een exploitatievergunning. Het komt geregeld voor dat deze instellingen overlast verzorgen voor de omgeving (o.a. laat in de nacht nog geopend zijn, lawaaioverlast van bezoekers, e.d.). Indien er voor paracommerciële inrichtingen exploitatievergunningen op grond van de APV worden verleend, dan is er in geval van overlast vanuit het openbare orde motief een basis om in te grijpen en te handhaven. Als voor het exploiteren van bijvoorbeeld een sportkantine een exploitatievergunning verkregen dient te worden dient dus de bestemming in overeenstemming te zijn met het gebruik. Dit betekent echter niet per definitie dat er geen kantine gevestigd kan zijn als de bestemming geen horeca is maar bijvoorbeeld Bijzondere doeleinden, maar wél dat er geen (commerciële) horeca gevestigd mag worden.
4.2.3 Regels voor paracommerciële instellingen De volgende regels gelden voor paracommerciële instellingen: Het bestuur stelt een bestuursreglement (de huisregels) vast; Twee leidinggevenden moeten het diploma Sociale Hygiëne hebben; Gedurende tijden dat alcohol wordt geschonken, dient een leidinggevende met Sociale Hygiëne aanwezig te zijn of een barvrijwilliger die door het bestuur is geïnstrueerd over verantwoord alcoholgebruik De tijden waarop alcohol geschonken wordt, moeten zichtbaar worden aangegeven. Daarnaast geldt net als voor commerciële inrichtingen dat, de wettelijke leeftijdsgrenzen zichtbaar moeten worden aangegeven, dat er niet geschonken mag worden aan mensen onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen en dat overtreding van de regels kan leiden tot intrekking van de Drank‐ en Horecavergunning.
4.2.4 De Instructie Verantwoord Alcoholgebruik De Drank‐ en Horecawet schrijft voor dat paracommerciële instellingen, die alcohol schenken en daarvoor een vergunning hebben, over gekwalificeerd barpersoneel moeten beschikken. Dat betekent dat tijdens de openingstijden van de bar altijd of een leidinggevende of een gekwalificeerde barvrijwilliger aanwezig moet zijn. Eén van deze twee is dan op dat moment verantwoordelijk voor de gang van zaken van de bar. Een leidinggevende is iemand die beschikt over de Verklaring Sociale Hygiëne. Volgens de wet moet elke vereniging beschikken over twee, op de vergunning vermelde, leidinggevenden. Als er altijd een leidinggevende aanwezig is tijdens de openingstijden van de bar dan is het niet noodzakelijk dat de barvrijwilligers gekwalificeerd worden. Op momenten dat er geen leidinggevende aanwezig is, moet er wel een gekwalificeerde barvrijwilliger aanwezig zijn. Het is belangrijk voor barvrijwilligers die zelfstandig bardiensten moeten draaien om de Instructie Verantwoord Alcoholgebruik te volgen ook omdat de gemeente controleert of de paracommerciële instelling op een verantwoorde wijze de wetgeving naleeft.
4.2.5 Bestuursreglement Paracommerciële horeca‐instellingen dienen voor het verkrijgen van een Drank ‐ en Horecavergunning te beschikken over een zogenaamd “bestuursreglement” (artikel 9 Drank‐ en
21
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
Horecawet). In het reglement worden afspraken en voorschriften beschreven over het schenken van alcohol. De gemeente moet het bestuursreglement toetsen. De volgende elementen moeten verplicht in het reglement worden vastgelegd: Hoe het bestuur waarborgt dat de verstrekking van alcoholhoudende drank geschiedt door personen die voldoende kennis en inzicht hebben in sociale hygiëne. Het bestuur stelt kwaliteitseisen op voor barvrijwilligers over verantwoord alcoholgebruik. Op welke dagen en tijdstippen alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Deze dagen en tijdstippen moeten duidelijk zichtbaar in de horecalokaliteit worden aangegeven. Hoe het toezicht op de naleving van de inhoud van het reglement zal plaatsvinden. Andere onderwerpen die in het bestuursreglement kunnen worden opgenomen, zijn bijvoorbeeld: Regels omtrent omgaan met agressie en normafwijkend gedrag, tegengaan van druggebruik en seksuele intimidatie. Beperkingen aan het assortiment alcoholhoudende drank. Beleid ter promotie van alcoholvrije drank. Voorschriften over de prijsverhouding tussen alcoholhoudende en alcoholvrije drank.
4.3
Terrassen
Het terrassenbeleid maakt onderdeel uit van het integrale horecabeleid. De belangstelling voor terrassen is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Horecaondernemers willen graag bij hun perceel een terras inrichten. Met een terras wordt ook de uitstraling van het bedrijf vergroot. Terrassen verhogen de animo voor het bezoek aan de stad. Terrassen bevinden zich voor het grote deel op de openbare weg. Door de vele, vaak tegenstrijdige belangen, ontstaat meer en meer de noodzaak tot het reguleren van de exploitatie van terrassen. Zoals vermeld in paragraaf 3.1.3 maakt het terras onderdeel uit van de exploitatievergunning. Voor inrichting en gebruik van een terras op de openbare weg (= terrassen die niet op het eigen terrein van het horecabedrijf gelegen zijn) is een vergunning vereist. In de exploitatievergunning zijn enige duidelijke terrasvoorschriften opgenomen. Deze hebben o.a. betrekking op voorschriften over de openingstijden, vervuiling, verkeer, opslaan van terrasmeubilair, e.d. Zoals eerder vermeld wordt een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd afgegeven. Voor het in gebruik nemen van openbare gemeentegrond is jaarlijks een bedrag aan precario verschuldigd.
4.3.1 Terrasruimte De gemeente Culemborg wil graag de Markt en de omliggende straten aantrekkelijker maken. Het creëren van meer terrasruimte past hierin. Er dient per afzonderlijke aanvraag bekeken worden of deze aanvraag bij kan dragen aan het aantrekkelijker maken van de Markt en de omliggende straten. Er zal wel voor worden gewaakt dat er weer niet te veel terrassen her en der verspreid op de Markt en de omliggende straten ontstaan. De belangrijkste afwegingen voor een terras op de Markt en de omliggende straten zijn o.a. de veiligheid en bereikbaarheid voor verkeer.
4.3.2 Sluitingstijden Voor de terrassen zijn sluitingstijden in de APV vastgesteld. Daarbij is het uitgangspunt dat de terrassen eerder sluiten dan het cafégedeelte. Terrassen mogen op alle dagen geëxploiteerd worden van 09.00 uur tot 24.00 uur. Op zondag mag een terras om 10.00 uur open. Voor terrassen in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst is de openingstijd op zondag
22
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
om 13.00 uur. Er dient wel afzonderlijk te worden gekeken naar terrassen die zich (heel) dicht bevinden bij woningen en waarover al meerdere klachten zijn ontvangen. Indien dit terras een verstoring van het woon‐ en leefklimaat met zich meebrengt kunnen andere sluitingstijden worden gehanteerd.
4.3.3 Terrasseizoen Horecabedrijven met terras mogen het gehele jaar hun terras exploiteren. Dit ten goede voor levendigheid van de binnenstad, ook tijdens de wintermaanden. Zoals eerder vermeld wil de gemeente graag de binnenstad aantrekkelijker maken. Terrassen dragen hier zeker aan bij.
4.3.4 Winterterrassen en buiten laten staan terrasmeubilair Als horecabedrijven gebruik maken om gedurende het hele jaar terrassen te exploiteren dan gelden nadere voorschriften voor ‘winterterrassen’. Hierbij valt te denken aan eventuele verwarming. Voor deze verwarming zijn brandveiligheideisen. Als een exploitant een verwarmd terras wil exploiteren dan dient hij dit te melden bij de gemeente. De brandweer zal dan om advies worden gevraagd of er sprake is van juiste vakkundig verwarmingsmateriaal. Na sluitingstijd van het terras mag het terrasmeubilair buiten blijven staan. Voorwaarde is dat het terrasmeubilair vastgeketend moet zijn. Bij overlast (o.a. geluid, vernieling, e.d.) kan het nadere voorschrift worden opgelegd dat het terrasmeubilair ook opgestapeld moet worden en/of binnen de inrichting geplaatst moet worden na sluitingstijd van het terras. Tenslotte mogen winterterrassen geen (permanente) fysieke uitbreiding betekenen van de horecagelegenheid.
4.3.5 Drankverstrekking op terrassen Voor het schenken van alcoholhoudende drank op een terras is een vergunning op grond van de Drank‐ en Horecawet vereist. Verstrekking van alcoholhoudende drank op gedeelten van de openbare weg anders dan vermeld in de vergunning is niet toegestaan. Bij overtreding van dit voorschrift zal worden opgetreden. In de praktijk zijn er dus twee vergunningen nodig voor de exploitatie van een terras. Ten eerste de terras‐ annex exploitatievergunning op grond van de APV. Daarnaast is er Drank‐ en Horecavergunning vereist indien op het terras alcohol wordt geschonken. In artikel 13 Drank‐ en Horecawet is het verbod neergelegd om op het terras alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse. Dit houdt in dat aan personen die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige staan‐/ zitplaatsen geen alcoholhoudende drank mag worden vertrekt.
4.3.6 Locatie Ook voor de locatie van het terras gelden regels uit de APV en de Drank‐ en Horecawet. De Drank‐ en Horecawet bepaalt dat terrassen zijn toegestaan bij horecabedrijven en bij winkels. Voor terrassen bij horecabedrijven geldt dat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van de lokaliteit moeten
23
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
bevinden. Het begrip ʺonmiddellijke nabijheidʺ wordt zodanig uitgelegd dat een terras dat wordt voortgezet aan de overzijde van de rijweg, op een openbaar plein of park wordt toegestaan. Voor wat betreft de situering van terrassen op straat geldt de APV. Deze kan regels stellen ten aanzien van de vrije doorgang van voetgangers, veiligheidsdiensten en overige weggebruikers.
4.3.7 Aparte terrasvergunning Zoals al eerder vermeld maakt bij horecabedrijven het terras onderdeel uit van de exploitatievergunning. Naast horecabedrijven kunnen ook bijvoorbeeld winkels een terrasvergunning aanvragen. Om een aanvraag voor een aparte terrasvergunning te kunnen beoordelen dient bij de aanvraag tenminste inzicht gegeven te worden in de precieze situering van het terras ten opzichte van de winkel en de directe omgeving. Dat is nodig om reden van openbare orde en veiligheid. De vergunning wordt, net zoals voor de exploitatievergunning, verleend voor onbepaalde tijd. De terrasvergunningen zullen, net zoals de exploitatievergunningen, om de 3 jaar wel worden gecontroleerd.
4.3.8 Terraskaart en afbakening Met de vergunningverlening wordt gelijktijdig een terraskaart verstrekt. De vergunninghouder dient de terraskaart op een duidelijke zichtbare plaats aanwezig te hebben in het horecabedrijf. Op de terraskaart zijn in ieder geval de openingstijden en de oppervlakte van het terras aangegeven. Het is wenselijk om een terras te markeren. Soms is het zo dat de grens van een terras blijkt uit de toegepaste bestrating. De plek waar het terras overgaat in een andere bestrating of waar een andere kleur bestrating wordt gebruikt is de grens van het terras. Als dit niet het geval is wordt voor precieze afbakening van het terras gebruik gemaakt van punaises in de grond en/of markering op de straat. Het is gewenst om bij het nieuw inrichten van pleinen, e.d. hiermee rekening te houden.
4.3.9 Uiterlijk aanzien Een verzorgd uiterlijk van het terras is uitgangspunt. Een terras dient een positieve bijdrage te leveren aan de openbare ruimte en dient geen afbreuk te doen aan de architectuur, de omliggende panden en aan het straat‐ en stadsbeeld ter plaatse. Dit betekent dat een terras in beginsel bestaat uit meubilair (tafels, stoelen) zonodig aangevuld met parasols en terrasafscheidingen. Overige voorwerpen zoals spandoeken, vlonders, hekwerken e.d. zijn niet toegestaan. Het terrasmeubilair dient kwaliteit en uitstraling te hebben. Dit houdt o.a. in dat terrasafscheidingen een gedekte kleur moeten hebben. De grootte van de parasols moet afgestemd zijn op de grootte van het terras. Een parasol mag in geen geval groter zijn dat het terras. Een verzorgd uiterlijk houdt mede in geen schreeuwende of dominant aanwezige reclames maar evenwicht in kleur en harmonie met de omgeving. Uitgangspunt bij reclame is dat terughoudendheid wordt betracht, zodat het straatbeeld rustig en overzichtelijk is. Belangrijk is dat hierbij aansluiting gezocht moet worden met het “beeldkwaliteitplan Binnenstad Culemborg”. Er dient o.a. gekeken te worden of het uiterlijk aanzien van het terras in overeenstemming is met de omliggende monumenten. Tevens dient een terras en de omgeving te allen tijde schoongehouden te worden door de exploitant en een verzorgde indruk te maken. Voorschriften hiertoe zijn opgenomen in de terrasvergunning.
24
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.4
Geluid
Het Activiteitenbesluit (Besluit houdende algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) biedt bescherming tegen lawaai afkomstig van horeca‐inrichtingen. Zowel bestaande als nieuwe horeca‐ inrichtingen moeten zich in beginsel houden aan de standaard geluidsnormen, zoals vermeld in onderstaande tabel.
4.4.1 Standaard geluidsnormen horeca‐inrichtingen
Dagperiode Avondperiode Nachtperiode (07.00 ‐ 19.00 uur) (19.00 ‐ 23.00 uur) (23.00 ‐ 07.00 uur) LAr,LT op de gevel van 50 dB (A) 45 dB (A) 40 dB (A) gevoelige gebouwen LAr,LT in in‐ en 35 dB (A) 30 dB (A) 25 dB (A) aanpandige gevoelige gebouwen LAmax op de gevel van 70 dB (A) 65 dB (A) 60 dB (A) gevoelige gebouwen LAmax in in – en 55 dB (A) 50 dB (A) 45 dB (A) aanpandige gevoelige gebouwen Al het geluid dat veroorzaakt wordt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen en de werkzaamheden die in de inrichting worden verricht, vallen in beginsel onder deze geluidsnormen. Maatwerkmogelijkheden De gemeente kan gemotiveerd en onderbouwd technische voorschriften stellen aan de inrichting om aan de geldende geluidsnorm te voldoen. Ook heeft de gemeente de mogelijkheid om hogere of lagere geluidsnormen op te leggen voor de gehele inrichting of voor een specifieke activiteit. Hierbij kunnen aanvullende eisen gesteld worden, zoals aan de duur van de activiteit, het treffen van maatregelen of het tijdstip van de activiteit. Geluidsbronnen die niet onder de geluidsnormen vallen Een aantal geluidsbronnen valt niet onder de geluidsnormen. De belangrijkste twee zijn: 1. Stemgeluid van terras Stemgeluid van bezoekers op een terras is niet in de beoordeling van bovenstaande geluidsnormen meegenomen. Als dat gedaan zou worden, dan zou het in veel gevallen onmogelijk zijn om een terras in gebruik te hebben. Het geluid dat afkomstig is van terrassen wordt weliswaar niet of nauwelijks afgeschermd, maar er wordt vanuit gegaan dat deze geluiden opgaan met het omgevingsgeluid. De regel is als volgt: het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, wordt bij het bepalen van het geluidsniveau buiten beschouwing gelaten15. Uitzonderingen zijn: Overdekte terreinen. Een voor publiek toegankelijk onbebouwd deel van de inrichting. Hiermee wordt bedoeld buitenterreinen zoals tuinen of terrassen die voorzien zijn van een vaste overdekking (dus niet met een zonnescherm of luifel).
15
VROM Ruimte en Milieu, Activiteitenbesluit Horeca, januari 2008.
25
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
Verwarmde terrassen. Deze nodigen uit tot een gebruik in alle jaargetijden. Binnen terreinen. Hiermee worden buiten plaatsen bedoeld die omsloten zijn door bebouwing. Het omgevingsgeluid is hier doorgaans veel lager. Stemgeluid van het terras zal dan eerder leiden tot overlast. Voor deze drie situaties gelden de geluidsnormen uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit wel. 2. Onversterkte muziek Ook onversterkte muziek is vrijgesteld van de geluidsnormen. Een gemeente kan door een verordening afwijkende regels stellen. Dit is gedaan in artikel 4:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg (APV). De normen in dit artikel zijn gebaseerd op de adviezen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Als een horeca‐inrichting deze genoemde geluidsnormen wil overschrijden, dan moet hij daarvoor een incidentele festiviteit (artikel 4:3 APV) aanvragen. Om het mogelijk te maken dat muziekgezelschappen kunnen oefenen in bijvoorbeeld een schoollokaal of zaaltje, zijn deze organisaties voor de duur van 6 uur standaard vrijgesteld van de beperkingen.
4.4.2 Collectieve en incidentele festiviteiten Bij het vieren van collectieve festiviteiten (bijvoorbeeld kermis of carnaval) kan met een verordening worden vastgesteld dat de geluidsvoorschriften in een bepaalde periode of gebied niet gelden. Ook festiviteiten in een individuele inrichting, bijvoorbeeld een live optreden, kan onder een vrijstelling vallen. In de APV is in artikel 4:2 bepaald dat er 8 collectieve festiviteiten worden vastgesteld door het college (zie 4.4.3) en in artikel 4:3 van de APV is bepaald dat er in een inrichting 6 incidentele festiviteiten per kalanderjaar zijn toegestaan (zie 4.4.4). Het feit dat de betreffende geluidsvoorschriften niet van toepassing zijn betekent niet dat er onbeperkt geluidsoverlast mag worden veroorzaakt. Deze bepaling voorziet er namelijk tevens in dat ook op deze dagen overmatige geluidhinder moet worden voorkomen. Het is wenselijk dat wordt vastgesteld welk geluidsniveau nog acceptabel is en bij welk niveau er sprake is van overmatige geluidshinder voor omwonenden en voor de omgeving (ontoelaatbare geluidhinder). Daarom is in artikel 4:2 en 4:3 van de APV opgenomen dat tijdens collectieve festiviteiten en incidentele festiviteiten: “ het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting, niet meer bedraagt dan 70 dB(A), gemeten op 1 meter van de gevel van gevoelige gebouwen. Deze geluidswaarde is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten”.
4.4.3 Aanwijzing collectieve festiviteiten In de APV (artikel 4:2) staat vermeld dat de geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit niet gelden voor maximaal 8 door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. Voorbeelden van collectieve festiviteiten zijn kermis, carnaval, culturele of sportieve manifestaties, Koninginnedag, oud en nieuw, e.d. In de gemeente Culemborg stellen de burgemeester en wethouders in samenspraak met de horecaondernemers deze dagen jaarlijks vast door middel van een aanwijzingsbesluit. Horecaondernemers kunnen elk jaar voor 1 november bij het college een verzoek indienen voor vaststelling van de collectieve dagen. De collectieve festiviteiten wordt uiterlijk 4 weken voor het begin van het nieuwe kalenderjaar bekend gemaakt.
26
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.4.4 Kennisgeving incidentele festiviteiten Naast deze 8 collectieve aangewezen dagen staat in de APV (artikel 4:3) vermeld dat het een inrichting is toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de waarden bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit niet van toepassing zijn. Een incidentele festiviteit is een festiviteit of activiteit die aan één of slechts een klein aantal inrichtingen is gebonden, bijvoorbeeld een optreden met live muziek bij een café. De houder van de inrichting moet ten minste twee weken voor de aanvraag van de festiviteit het college daarvan in kennis hebben gesteld. Hiervoor is een meldingsformulier ontwikkeld. Deze meldingen moeten worden gedaan bij het team Vergunningverlening van de gemeente. Deze melding wordt gepubliceerd in de Culemborgse Courant.
4.4.5 Sluitingstijd collectieve en incidentele festiviteiten Ondanks het feit dat de gemeente Culemborg geen sluitingstijden16 kent wordt tijdens de collectieve dagen en incidentele dagen wel een eindtijd gehanteerd. Dit ter bescherming van het woon‐ en leefklimaat en verstoring van de openbare in de directe omgeving van het horecabedrijf. Als een inrichting toestemming heeft voor een incidentele festiviteit (bijvoorbeeld live muziek) dan is het voor de directe omgeving onwenselijk dat dit tot diep in de nacht voortduurt. Bij incidentele festiviteiten in de gemeente Culemborg wordt een eindtijd gehanteerd van 24.00 uur. Rekening houdend met de locatie en de directe woonomgeving kan incidenteel een ander tijdstip worden opgelegd. Na deze eindtijd is het voor een horeca‐inrichting wel toegestaan om open te blijven met in achtneming van de voorschriften uit het Activiteitenbesluit (er zijn immers geen sluitingstijden). Voor de vastgestelde collectieve festiviteiten zal bij bekendmaking tevens de eindtijden bekend worden gemaakt.
4.4.6
Terrassen
Tijdens de aangewezen collectieve festiviteiten zijn de geluidsvoorschriften op de terrassen ook niet van toepassing. Dit geldt niet voor de aangevraagde incidentele festiviteiten. Overwegende dat er meerdere horecagelegenheden zijn en deze kunnen op verschillende dagen in het jaar gebruik maken van deze incidentele dagen. Als op al deze dagen op de terrassen de geluidsvoorschriften niet van toepassing zijn zal dit leiden tot regelmatige verstoring van het woon‐ en leefklimaat.
4.4.7 Evenementenglas tijdens collectieve en incidentele festiviteiten Tijdens deze festiviteiten zal het hoogst waarschijnlijk drukker zijn dan normaal in of buiten een horecagelegenheid. Uit het oogpunt van veiligheid is het verplicht om tijdens de collectieve festiviteiten evenementenglas te gebruiken binnen de inrichting en op het (eventuele) terras. Voor incidentele festiviteiten geldt deze verplichting van gebruik evenementenglas niet. Tevens geldt deze verplichting niet voor horeca‐inrichtingen welke hoofdzakelijk maaltijden versterken, zoals restaurants. Als een restaurant een terras exploiteert is zij tijdens de collectieve festiviteiten wel verplicht om gebruik te maken van evenementenglas op het terras. Ontheffing van deze beleidslijn kan worden gegeven door de burgemeester. Getoetst wordt aan: 1. Veiligheid in relatie tot de directe omgeving. 16
Voor paracommerciële horecabedrijven geldt wel een sluitingtijd van 24.00 uur (zie paragraaf 4.1.1).
27
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
2. Karakter van de horeca‐inrichting (hoofdzakelijk versterken van maaltijden aan derden). Deze ontheffing wordt niet verleend voor het terras bij het onderhavige horecabedrijf.
4.4.8 Weigeringsgronden Het organiseren van een incidentele festiviteit wordt verboden wanneer: De woon‐ en leefsituatie in de omgeving van de inrichting en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed. De melding te laat is ingediend. Er een negatief advies wordt uitgebracht door team Handhaving en Juridische Zaken, de brandweer of de politie. Er al 6 maal gebruikt is gemaakt van de regeling. Indien de afgelopen 12 maanden een dwangsombesluit is opgelegd of is verbeurd. Indien de afgelopen 6 maanden een voornemen tot een handhavingsbesluit is verstuurd nadat uit een meting is gebleken dat de geluidsvoorschriften zijn overtreden.
4.5
Evenementen
Alle evenementen die op de openbare weg gehouden worden, moeten om 24.00 uur beëindigd worden. Per afzonderlijke aanvraag kan bekeken worden of hierop een uitzondering mogelijk is. Een uitzondering voor een bepaalde locatie kan leiden tot verlenging van hooguit een uur, te weten tot 01.00 uur17.
4.6
Coffeeshopbeleid
Een coffeeshop dient in het bezit te zijn van een exploitatievergunning. Er is inmiddels al veel jurisprudentie met betrekking tot het gedogen van softdrugsverkoop. Het is nog altijd niet toegestaan middels een vergunning te regelen wat in hogere wetgeving is verboden. Voor het exploiteren van een coffeeshop op zich kan geen vergunning worden verleend omdat dit in strijd is met de Opiumwet. Beleidsregels van de burgemeester waarin staat hoe zij omgaat met een exploitatievergunning op grond van de APV, ten behoeve van een horecabedrijf waar softdrugs wordt verkocht, zijn wel toegestaan. Voor de vestiging van de coffeeshop als horecabedrijf gelden dus gewoon de regels van de exploitatievergunning. Te zijner tijd zal er een apart coffeeshopbeleid worden ontwikkeld. Daarbij wordt nader bekeken of er gebruik gaat worden van de zogenaamde “gedoogbeschikkingen”. Coffeeshops krijgen dan een vergunning zoals alle andere ‘droge’ horecabedrijven en daarnaast een gedoogbeschikking waarin de specifiek voor de coffeeshop geldende voorschriften zijn opgenomen. Vestigingscriteria De vestiging van een coffeeshop zal niet (meer) worden gedoogd indien: a) Het verkooppunt is of wordt gevestigd binnen een straal van 250 meter van basisscholen of andere onderwijsinstellingen, jongerencentra of buurthuizen, een bedrijf waar al softdrugs wordt verkocht, dan wel een instelling voor opvang of behandeling van drugsverslaafden; b) De vestiging plaats heeft in een straat, dan wel een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, waar bebouwing is gelegen die hoofdzakelijk dient voor bewoning;
17
Dit in overeenstemming met het evenementenbeleid van de gemeente Culemborg.
28
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
c)
Het totale aantal coffeeshops zich op het door de gemeente gestelde maximum van 2 bevindt (één coffeeshop per 10.000 inwoners). Ten tijde van vaststelling van het coffeeshop beleid in 1996 waren er 3 coffeeshops gevestigd in de gemeente Culemborg. Momenteel zijn er nog steeds 3 coffeeshops. Als er één coffeeshop verdwijnt op een gevestigde locatie (niet een overname van een bestaande coffeeshop) dan komt daarvoor in de plaats geen nieuwe coffeeshop (uitsterfconstructie). Andersom betekent dit dat als er geen locatie bij komt maar een bestaande vestiging wordt overgenomen, de uitsterfconstructie niet van toepassing kan worden verklaard. Daarbij wel opgemerkt dat als het inwoners aantal boven de 30.000 komt te liggen er dan volgens dit beleid wel 3 coffeeshops toegestaan zijn. Er bestaat geen behoefte om meer locaties te creëren dan 1 per 10.000 inwoners. Gedoogvoorwaarden OM Op gedoogde coffeeshops zijn de gedoogvoorwaarden van het OM van toepassing. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. Het is niet mogelijk om als gemeente van deze voorwaarden af te wijken. Op gedoogde coffeeshops in de gemeente Culemborg zijn daarom de AHOJG‐criteria van toepassing, te weten: geen Affichering (reclame in de ruimste zin); geen Harddrugs; geen Overlast in de omgeving; geen verkoop aan Jeugd onder de 18; geen Grote hoeveelheden te verhandelen (niet meer dan 5 gram per transactie, per persoon, per dag) of op voorraad te hebben (niet meer dan 500 gram). Aanvullende voorschriften zijn: geen alcoholhoudende drank schenken en verkoop (geen gecombineerde verkoop); geen verkoop van smartdrugs, eco‐drugs en smartproducts; geen terrasexploitatie. Deze criteria zijn opgenomen met als doel dat deze criteria ook bestuursrechtelijk kunnen worden gehandhaafd.
4.7
Portiers
Er zijn een aantal redenen die het wenselijk achten om, vanuit preventief oogpunt, een portiersverplichting in te stellen. Redenen zijn o.a. controle op het deurbeleid van 02.00 uur, controle op voorwerpen die als wapen gebruikt kunnen worden en het meenemen van glaswerk door bezoekers naar buiten. Overigens dient de horecaondernemer ingevolge de Drank‐ en Horecawet ook rekening te houden met een aantal verbodsbepalingen die het uit preventief oogpunt wenselijk achten om toezicht te houden (denk hierbij aan verstrekking van alcohol aan minderjarigen en het toelaten van dronken personen). Het gaat hier om een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 1:4 van de APV. Dit voorschrift moet dus strekken ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning vereist is. Een voorbeeld van zoʹn voorschrift is de verplichting een bepaald veiligheidsniveau voor de bezoekers te garanderen. Een portier kan in zoʹn eis voorzien. Momenteel is er in de gemeente Culemborg een horeca‐inrichting waar de verplichting voor een portier geldt. Dit komt voornamelijk door het feit dat deze inrichting van dusdanige grote aard is dat deze moet beschikken over een portier.
29
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
De regel is dat voor horeca‐inrichtingen die groter zijn dan 350m2 in de weekenden (nacht van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag) tijdens de openingstijden een portier te verplichten na 01.00 uur. Deze portier moet voldoen aan de Wet beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Indien te verwachten is dat festiviteiten en/of evenementen op de andere dagen van de week aanleiding kunnen geven tot een groot aantal bezoekers dan moet tevens voldaan worden aan de eis van een portier gedurende de openingstijden. Als zoʹn extra festiviteit en/of evenement zich voordoet moet de ondernemer dit melden bij de politie en de Gemeente Culemborg. Tevens kan de verplichting van een portier worden opgenomen als er regelmatig ordeverstoringen zijn voorgevallen in of in de directe omgeving van een horeca‐inrichting. Deze verplichting kan op deze manier ook gelden voor een inrichting die kleiner is, dan de hiervoor vermelde, 350m2.
4.8
Drugs
Een bijzonder aspect dat voor de exploitatie van horecabedrijven van belang is, is het tegengaan van handel in en het gebruik van drugs. De ondernemer maakt zijn gasten duidelijk dat harddrugsgebruik‐ en/of drugshandel niet wordt getolereerd en dat de politie hiervan onmiddellijk in kennis wordt gesteld. Bij constatering in een bedrijf van handel in of gebruik van harddrugs en handel in softdrugs treden de ondernemers onmiddellijk in contant met de politie. Dit gebeurt eveneens als handel van drugs in de directe omgeving van het horecabedrijf wordt gesignaleerd. Ook als zich in of in de directe omgeving van het horecabedrijf verdachte situaties voordoen, zal de horecaondernemer hiervan melding maken bij de politie.
4.9
Uitstallingbeleid
Het uitstallingbeleid kent een enkel raakvlak met het terrassenbeleid. Om toepassings‐ en interpretatieverschillen te voorkomen worden beide beleidsvelden volledig onafhankelijk van elkaar toegepast. Volgens het uitstallingbeleid is het voor iedereen verplicht om een vergunning te hebben voor uitstallingen en reclameobjecten. Ondernemers die beschikken over een terrasvergunning moeten hiernaast nog afzonderlijk een uitstalvergunning aan vragen. Ze dienen te voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in het uitstallingbeleid. Behoudens de regels in het uitstallingenbeleid mogen er maximaal twee borden bij horeca‐ inrichtingen worden geplaatst, mits deze vast zitten aan de terrasafscheiding.
4.10
Horecaoverleg
Eenmaal per jaar wordt een horecaoverleg georganiseerd. Wanneer zich bepaalde (dringende) situaties voordoen, kan het overleg zo vaak als noodzakelijk worden georganiseerd. Het overleg kan worden voorgezeten door de burgemeester of door de verantwoordelijke persoon binnen de gemeente van de horeca. Deelnemende partijen zijn bijvoorbeeld de betrokken gemeentelijke afdelingen, Koninklijk Horeca Nederland, vertegenwoordiging horecaondernemers Culemborg, politie, Brandweer. Gespreksonderwerpen worden ingebracht door de deelnemers en zijn horecagerelateerde. Het overleg is bedoeld om beleidsmatige zaken te bespreken. Op deze manier wordt er een gestructureerd overleg gecreëerd tussen alle belanghebbende partijen. In dit overleg zal ook het horecabeleid worden geëvalueerd.
30
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
4.11
Wet op de Kansspelen
De Wet op de Kansspelen biedt de gemeentelijke overheid weinig beleidsvrijheid. In de wet is bepaald dat in hoogdrempelige inrichtingen maximaal 2 kansspelautomaten mogen worden ge‐ plaatst. In de APV is bepaald dat in laagdrempelige inrichtingen maximaal 2 speelautomaten per horecabedrijf zijn toegestaan, kansspelautomaten zijn hier in het geheel niet toegestaan. In Culemborg is één speelautomatenhal toegestaan.
4.12
Eén aanspreekpunt
Er is binnen de gemeente één aanspreekpunt voor de horeca. Hiermee wordt bereikt dat de horecaondernemer één contact binnen de gemeente heeft voor alle vragen en aanvragen. Deze persoon zal voor afstemming zorgen tussen de verschillende afdelingen binnen de gemeente (milieu, bouwvergunningen, bijzondere wetten, etc.). Er hoeft door de horecaondernemer dan niet voortdurend te worden gezocht naar de ambtenaar die belast is met een specifiek onderwerp. Voor elk deelonderwerp dat te maken heeft met horecabeleid kan dus één ambtenaar worden aangesproken, die ervoor zorgt dat de wensen, vergunningaanvragen en dergelijke, op de juiste afdeling binnen de gemeente terechtkomen. Dit bevordert de snelheid van de afhandeling van aanvragen en zorgt voor een betere communicatie tussen de horecaondernemer en de gemeente. Tevens dient er binnen de plaatselijke horeca één aanspreekpunt te zijn. Deze persoon is aanspreekpunt voor de gemeente, horeca en politie. De gemeente weet waar zij haar informatie kan halen over horecarelevante onderwerpen en de horecaondernemer weet waar hij terecht kan met wensen en opmerkingen over het gemeentelijk horecabeleid. De plaatselijke horeca dient uit haar midden een aanspreekpunt aan te wijzen. Op deze wijze wordt een optimale communicatie bereikt tussen gemeente coördinator en horeca‐aanspreekpunt.
4.13 Convenant Voor een horecabedrijf kan individueel of gezamenlijk met alle plaatselijke horeca een convenant worden opgesteld. Een voorwaarde is dat alle partijen dienen in te stemmen met het convenant. Een convenant vormt o.a. een meerwaarde voor voorkoming van verstoring van de openbare orde en overlast voor de directe omgeving van een bepaald horecabedrijf. Door middel van een convenant laten alle partijen zien dat ze een maximale inspanning willen leveren om verstoring van de openbare orde in en rond het horecabedrijf te voorkomen.
4.14
Communicatie
In verband met een juiste communicatie, vooraf, tijdens en achteraf, is de afdeling Communicatie nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit horecabeleid. De communicatie over dit horecabeleid zal voornamelijk gericht zijn op de plaatselijke horecaondernemers.
31
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
5.
Handhaving
Een goed handhavingsbeleid is van belang om het integraal horecabeleid te kunnen effectueren. Onder handhaving wordt verstaan het geheel van activiteiten, dat gericht is op de naleving van de regels. Het college heeft een integrale handhavingsnota vastgesteld. Volgens deze nota gaan we werken met een stappenplan en handhavingprotocollen. Door het uitgangspunt dat een stappenplan in beginsel maximaal drie stappen mag bevatten wordt het gelijkheidsbeginsel ingevuld ten aanzien van de aanpak van overtredingen. De keuze voor drie stappen is ingegeven door het inzicht dat enerzijds een overtreder de ruimte dient te krijgen zijn gedrag aan te passen en maatregelen moet kunnen nemen en anderzijds dat een handhavingtraject niet onevenredig lang mag worden en er in onvoldoende mate zicht is van het beëindigen van de met de regelgeving strijdige situatie. De drie stappen bestaan uit: controle en informeel vooroverleg (1), hercontrole en waarschuwing (2), hercontrole en oplegging en uitvoering bestuursrechtelijke beschikking (3). Afhankelijk van de ernst van de overtreding en de urgentie om de situatie te beëindigen of het ontbreken van de noodzaak van de drie stappen, wordt beslist met hoeveel stappen in een bepaalde situatie wordt gewerkt. Voor elk beleidsterrein wordt de uitvoering van de handhaving in protocollen vastgelegd. Deze protocollen maken het handhavingsproces ten aanzien van specifieke wettelijke regels inzichtelijk. Gedeeltelijk bevatten ze ook elementen uit een stappenplan. De feitelijke handhaving zal in nauwe samenwerking tussen de verschillende gemeentelijke afdelingen en politie gerealiseerd worden. Daarom zijn in dit integraal horecabeleid aparte stappenplannen opgenomen voor de handhaving van de regels welke betrekking heeft op de horeca.
5.1
Juridische sanctiemiddelen
5.1.1 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Dwangsom Een dwangsom (artikel 5:31d ev. van de Algemene wet bestuursrecht) wordt gebruikt tegen overtredingen die het milieu en/of de openbare orde niet acuut bedreigen: de gevolgen van die overtredingen leiden niet tot onherstelbare schade. Uitgangspunt is dat de dwangsom in redelijke verhouding dient te staan tot de zwaarte van de overtreding en de beoogde werking van het opleggen van de dwangsom. Preventieve dwangsom Een last onder dwangsom strekt er toe om de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wél een herhaling van de overtreding te voorkomen. Met een dwangsom is het ook mogelijk om preventief op te treden (ʺlik op stukʺ). Als er in eerste instantie een overtreding is begaan dan wordt gewezen op het feit dat bij de volgende gelijke overtreding meteen een dwangsom wordt opgelegd die onmiddellijk verbeurd verklaard kan worden. Dit bestuursrechtelijk sanctiemiddel kan o.a. bij de Drank‐ en Horecawet een effectief middel zijn. Veel overtredingen zijn eenmalig (bv. het schenken van alcohol aan minderjarigen) met als gevolg directe beëindiging van de illegale situatie.
32
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg ________________________________________________________________________________________
Bestuursdwang Bestuursdwang (artikel 5:21 ev. Van de Algemene wet bestuursrecht) zal worden toegepast indien er sprake is van een situatie die niet kan worden gelegaliseerd. Bestuursdwang is een instrument waarmee door het feitelijk ingrijpen de overtreding wordt beëindigd, in principe op kosten van de overtreder. Bestuursdwang wordt toegepast als er sprake is van een acuut dreigende situatie. Intrekking van de vergunning Bij overtreding van de voorschriften die aan een vergunning zijn verbonden kan het bestuursorgaan dat de vergunning heeft verleend in beginsel de vergunning intrekken. Artikel 31 van de Drank‐ en Horecawet verplicht burgemeester en wethouders om de drank‐ en horecavergunning in te trekken wanneer niet meer voldaan wordt aan de vergunningseisen en ook in de situatie dat zich in de betreffende inrichting feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Sluiting van een horecabedrijf Onder andere in de APV staat de bevoegdheid tot het sluiten van een horecabedrijf opgenomen. De burgemeester kan op grond van artikel 2:30 van de APV in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijne beoorde‐ ling bij openbaar bekend te maken besluit tijdelijk of algehele sluiting van een of meer horecabedrijven bevelen. De bestuurlijke boete De bestuurlijke boete is een nieuw handhavingsmiddel. Met dit middel wordt het voor gemeente makkelijker om in te springen op de handhaving van de zogenaamde ‘kleine ergenissenʹ. De bestuurlijke boete is een effectief middel om de naleving van regels te krijgen. Met de bestuurlijke boete wordt een overtreder meteen aangepakt op het moment van overtreding. Met name voor naleving van het terrassenbeleid lijkt de bestuurlijke boete een geschikt middel te zijn. Voor de oplegging van de bestuurlijke boete moet een specifiek persoon worden aangewezen: de gemeentelijke toezichthouder.
5.1.2 Strafrechtelijke sanctiemiddelen De hantering van de strafsanctie is geen zaak voor de gemeente. Over de strafvervolging wordt beslist door het Openbaar Ministerie; de eventuele strafoplegging geschiedt door de strafrechter. Voor een groot aantal bijzondere wetten zijn de sancties uit de Wet Economische Delicten (WED) van toepassing. De straffen en maatregelen die in het kader van de WED kunnen worden opgelegd, zijn in hoofdzaak geldboete, gevangenisstraf en hechtenis. In de navolgende schemaʹs wordt aangegeven op welke wijze de gemeente bestuursrechtelijk optreedt op de verschillende terreinen. Bij alle genoemde middelen (zoals dwangsom en bestuursdwang) is de procedure van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (o.a. termijn stelling, zienswijze, omvang van de dwangsom, grondslag vermelden, e.d.).
33
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.2
Drank‐ en Horecawet
exploitatie zonder vergunning
‐ na constatering zal de exploitant worden aangeschreven om onmiddellijk de exploitatie te beëindigen tot de Drank‐ en Horecavergunning is verleend*. Daarbij wordt tevens aangekondigd dat bij een volgende overtreding een dwangsom kan worden opgelegd. ‐ indien na het verstrijken van 3 werkdagen na de aanschrijving hieraan nog geen gevolg is gegeven, volgt een 2e aanschrijving waarbij tevens de last onder dwangsom wordt opgelegd en waarbij bovendien wordt aangekondigd dat bij herhaalde overtredingen bestuursdwang zal worden toepast, wat zal moeten leiden tot beëindigen van de exploitatie. * Er dient een aanvraag voor een Drank‐ en Horecawetvergunning te worden ingediend.
overtreding van artikel 24, lid 1 van de Drank‐ en Horecawet dat valt onder de werking van artikel 31, lid 2 van deze wet (geen leidinggevende aanwezig)
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. ‐ na 2e constatering binnen een termijn van 3 jaar volgt een 2e aanschrijving waarbij tevens wordt aangekondigd dat de vergunning bij de volgende overtreding zal worden ingetrokken. ‐ na 3e constatering binnen een termijn van 3 jaar na de laatste aanschrijving wordt de vergunning ingetrokken, met inachtneming van lid 4 van artikel 31 Drank‐ en Horecawet.
Overtreding van de overige artikelen van de Drank‐ en Horecawet die vallen onder de werking van artikel 31, lid 2 van deze wet (zoals verkoop aan minderjarigen, gelijktijdig tappen en slijten, detailhandel in horecabedrijf e.d.)
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken. ‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving van de burgemeester waarbij wordt aangekondigd dat hij de volgende overtreding het college zal voorstellen de vergunning in te trekken. ‐ na 2e constatering binnen een termijn van 5 jaar wordt de vergunning ingetrokken op grond van artikel 31 lid 1 onder d.
Heling (*), wapenbezit (*), voortdurende ongeregeldheden als vechtpartijen (*) e.d., illegale prostitutie of ander onzedelijk gedrag
(*) het gaat hier vooral om situaties waarbij blijkt dat de ondernemer dergelijke situaties goedkeurt, dan wel geen maatregelen treft om de overtredingen te voorkomen. Er moet dus sprake zijn van verwijtbaarheid aan de ondernemer.
34
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.3
Drank‐ en Horecawet paracommercialisme
‐ constatering van paracommerciële activiteiten (zoals het geven van bruiloften en partijen) ‐ overtreding van de sluitingstijd (24.00 uur of
01.00 uur) en de eindtijd van het verstrekken van alcoholhoudende drank
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken.
35
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.4
Exploitatievergunning
Exploitatie zonder exploitatievergunning
‐ na constatering zal de exploitant worden aangeschreven om onmiddellijk de exploitatie te beëindigen tot de exploitatievergunning is verleend*. ‐ indien na het verstrijken van 1 week na de aanschrijving hieraan nog geen gevolg is gegeven, zal met toepassing van artikel 2:34B van de APV het horecabedrijf worden gesloten. * Er dient een aanvraag voor een exploitatievergunning te worden ingediend.
Het niet naleven van de voorschriften van de exploitatievergunning (zoals venstertijd, portiers, opruimen afval, naleving eventueel veiligheidsplan, etc.)
Het veroorzaken van overlast waardoor de woon‐ en leefsituatie nadelig wordt beïnvloed (zoals overlast op straat van en door bezoekers van het horecabedrijf, overlast van gestalde fietsen)
Het niet functioneren als goed gastheer of gastvrouw
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken. ‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. ‐ na 2e constatering binnen een periode van 3 jaar volgt een 2e aanschrijving waarbij tevens wordt aangekondigd dat de vergunning bij de volgende overtreding zal worden ingetrokken voor een maand. ‐ na volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de laatste aanschrijving wordt het horecabedrijf gesloten voor de periode van een maand. ‐ na de volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de sluiting wordt het horecabedrijf gesloten voor de periode van 3 maanden. ‐ na de volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de laatste sluiting wordt de exploitatievergunning ingetrokken.
Daar waar in deze nota wordt gesproken over de omgeving van het horecabedrijf, dan geldt in principe dat de omgeving binnen een straal van 25 meter rondom het horecabedrijf onder de verantwoordelijkheid van de ondernemer valt. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het afstandcriterium zoals dat in het Activiteitenbesluit is opgenomen. Indien aan de hand van waarnemingen en rapportages aannemelijk te maken is dat bijvoorbeeld een overlastsituatie die op een grotere afstand is gelegen, toch een direct verband heeft met het horecabedrijf, dan houdt die verantwoordelijkheid niet op bij de grens van 25 meter. In een eventuele aanschrijving zal dan duidelijk aan de ondernemer aangegeven moeten worden dat deze situatie tot zijn of haar verantwoordelijkheid wordt gerekend, zodat men ook de gelegenheid heeft om ‐ indien gewenst ‐ die verantwoordelijkheid gemotiveerd te weerleggen.
36
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.5
Overschrijding geluidsnormen
Buiten de horeca‐inrichting mag de van toepassing zijnde geluidsnorm niet overtreden worden. Is dat wel het geval dan zal gecontroleerd worden wat daarvan de oorzaak is. Overtreding geluidsnormen (zoals vermeld in dit ‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving beleid) waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. Tevens kan worden aangekondigd dat bij een volgende overtreding nadere eisen kunnen worden opgelegd. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. Tevens kan door middel van oplegging van een nadere eis de ondernemer verplicht worden gesteld om bijvoorbeeld een geluidsbegrenzer of bouwkundige voorzieningen aan te brengen. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken.
5.6
Geluidshinder tijdens collectieve en incidentele festiviteiten
Overmatige hinder Als het aantal dB(A) van meer dan 70 wordt overschreden dan is er sprake van een overmatige geluidshinder. Het team Handhaving en Juridische Zaken zal geluidsmetingen verrichten om vast te stellen of er sprake is van overmatige geluidshinder. Metingen worden vastgelegd in een rapportage. Als er sprake is van overschrijding van deze waarden worden bij de volgende (incidentele) festiviteiten zodanige voorwaarden verbonden dat de overmatige hinder niet meer kan plaatsvinden. Dit moet worden aangetoond door middel van een over te leggen akoestisch rapport. Een zelfde beleid geldt in die gevallen bij deelname aan collectieve festiviteiten. Voor paracommerciële horecabedrijven wordt hetzelfde beleid gehanteerd. Het niet tijdig melden van een incidentele festiviteit
Er is niet voldaan aan lid 1 van artikel 4:3 van de APV en dus is de dag niet aangemerkt als incidentele festiviteit. Indien toch wordt geconstateerd dat de geluidsvoorschriften worden overschreden, dan kan hiertegen worden opgetreden. In dat geval krijgt de exploitant ook een brief waarin nogmaals wordt gewezen op de spelregels en waarbij tevens wordt aangegeven dat bij een volgende overtreding het recht op incidentele festiviteiten voor het komende jaar komt te vervallen.
37
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
Het overtreden van de eindtijd 24.00 uur
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. Tevens kan worden aangekondigd dat bij een volgende overtreding nadere eisen kunnen worden opgelegd. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. Tevens kan door middel van oplegging van een nadere eis de ondernemer verplicht worden gesteld om bijvoorbeeld een geluidsbegrenzer of bouwkundige voorzieningen aan te brengen. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken.
Er is bij een kennisgeving van een incidentele festiviteit geen sprake van het verlenen van een besluit of iets dergelijks. Hier is dus op zich ook geen bezwaar tegen mogelijk.
38
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.7
Coffeeshopbeleid
Overtreding van de gedoogcriteria (m.u.v. het Harddrugs‐criterium)
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Daarbij wordt tevens aangekondigd dat de vergunning bij de volgende overtreding* zal worden ingetrokken voor de periode van een maand. ‐ na volgende constatering binnen een periode van 3 jaar wordt met toepassing van artikel 13b van de Opiumwet het horecabedrijf gesloten voor de periode van een maand. ‐ na volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de sluiting wordt het horecabedrijf gesloten voor de periode van 3 maanden. ‐ na volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de laatste sluiting wordt het horecabedrijf gesloten voor een periode van 6 maanden. ‐ na volgende constatering binnen een periode van 3 jaar na de laatste sluiting wordt het horecabedrijf definitief gesloten. *de procedure geldt voor de overtreding van één van de afzonderlijke criteria. Wordt binnen de termijn van 3 jaar een ander criterium overtreden, dan wordt een afzonderlijke procedure voor die overtreding gestart. Wordt echter binnen 3 jaar in één van beide procedures weer een overtreding geconstateerd, dan worden beide procedures samengevoegd
Overtreding van het Harddrugs‐criterium
‐ bij constatering wordt het horecabedrijf direct gesloten voor een periode van 6 maanden. ‐ bij volgende constatering binnen een termijn van 5 jaar wordt het horecabedrijf definitief gesloten.
39
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.8
Terrassenbeleid
Exploitatie zonder terrasvergunning
‐ na constatering zal de exploitant worden aangeschreven om onmiddellijk de exploitatie te beëindigen tot de terrasvergunning is verleend*. ‐ indien na het verstrijken van 1 week na de aanschrijving hieraan nog geen gevolg is gegeven zal het aanwezige terras moeten worden verwijderd / gesloten. * Er dient een aanvraag voor een terrasvergunning te worden ingediend.
Het exploiteren in strijd met de vergunning (*) (zoals overschrijden van de terrasgrenzen, te veel zitplaatsen op het terras, niet schoonhouden van het terras, e.d. )
‐ na 1e constatering volgt een aanschrijving waarbij op de overtreding wordt gewezen. Tegelijkertijd wordt de procedure gestart tot het opleggen van een preventieve dwangsom. ‐ bij iedere volgende overtreding, binnen een termijn van 3 jaar, kan de dwangsom onmiddellijk verbeurd worden verklaard. ‐ na 4 overtredingen wordt het besluit tot dwangsom ingetrokken en wordt door middel van een nieuw besluit de vergunning ingetrokken.
(*) het gaat hier vooral om situaties waarbij blijkt dat de ondernemer dergelijke situaties goedkeurt, dan wel geen maatregelen treft om de overtredingen te voorkomen. Er moet dus sprake zijn van verwijtbaarheid aan de ondernemer. Als een terrasbezoeker zijn of haar stoel voorbij de terrasgrens plaatst om aan te schuiven bij een andere tafel, mag niet worden verwacht dat de ondernemer daar als een ʺpolitieagentʺ bijstaat en direct optreedt. Pas als uit controles blijkt dat dergelijke situaties regelmatig voorkomen en hij of zij er niets aan doet, is sprake van een constatering als bedoeld in het handhavingblok.
40
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
5.9
Wet op de kansspelen
het aanwezig hebben van speelautomaten zonder vergunning
het aanwezig hebben van meer of andere automaten dan volgens de vergunning is toegestaan
het exploiteren van een speelautomatenhal zonder vergunning
‐ na constatering volgt een aanschrijving waarin op de overtreding wordt gewezen en waarin betrokkene in de gelegenheid wordt gesteld binnen 14 dagen een vergunning aan te vragen. ‐ na het verstrijken van deze termijn volgt een 2e aanschrijving waarin wordt aangekondigd dat een dwangsomprocedure wordt gestart indien binnen een week niet alsnog een vergunning is aangevraagd. ‐ na constatering wordt beoordeeld of het aantal automaten middels een vergunning gelegaliseerd kan worden; als dit het geval is treedt het eerste blok in werking. ‐ als legalisering niet mogelijk is, bijvoorbeeld kansspelautomaten in een laagdrempelige inrichting of meer dan 3 automaten, dan volgt een aanschrijving waarin op de overtreding wordt gewezen en de gelegenheid wordt gegeven om binnen 5 dagen de betreffende automaten te verwijderen, waarbij tevens wordt aangekondigd dat na het verstrijken van de termijn een dwangsom wordt opgelegd. ‐ na het verstrijken van de termijn wordt de last onder dwangsom opgelegd en waarbij bovendien wordt aangekondigd dat na afloop van de dwangsomprocedure, zonder dat het gewenste resultaat is bereikt, de gehele aanwezigheidsvergunning uiteindelijk zal worden ingetrokken. ‐ na constatering volgt een aanschrijving waarin op de overtreding wordt gewezen en waarbij de gelegenheid wordt gegeven om binnen 5 dagen de betreffende automaten te verwijderen, waarbij tevens wordt aangekondigd dat na het verstrijken van de termijn een dwangsomprocedure wordt gestart.
Zienswijze Bij alle hiervoor weergeven schemaʹs wordt een betrokkene ingevolge de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld om zienswijze over de bestuursrechtelijke sanctie middelen bekend te maken. De zienswijze moet normaliter binnen 14 dagen, na verzenddatum van de betreffende aanschrijving, bekend worden maken.
41
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGEN
42
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE A Horecastructuurvisie BRO is apart bijgevoegd
43
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE B
Horecacategorieën
Winkelgebonden daghoreca (categorie I) Horecabedrijven die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt Bij de openingstijden wordt aangesloten op de openingstijden van de winkels. Bedrijven die vallen onder deze categorie zijn: ijssalons, broodjeszaken, lunchrooms, theekoffiehuizen (geen verkoop van drugs), espressobars crêperies, patisserieën croissanteries, traiteurs en konditoreien.
Maaltijdverstrekkers (categorie II) Horecabedrijven waar bedrijfsmatig overwegend ter plaatse bereide maaltijden worden verstrekt, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank, en die in het algemeen gedurende de avonduren zijn geopend. Bedrijven die onder deze categorie vallen zijn: restaurants, petit‐restaurants, bistroʹs, pizzeriaʹs, snelbuffet en afhaalcentra.
Logiesverstrekkers (categorie III) Horecabedrijven waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot overnachting met als hoofddoel het verschaffen van logies en, ondergeschikt aan het hoofddoel, eventueel bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of (niet)alcoholhoudende dranken.
Spijsverstrekkers (categorie IV) Horecabedrijven waar in hoofdzaak bedrijfsmatig kleinere etenswaren worden verstrekt en waar naast de etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Bedrijven die onder deze categorie vallen zijn: broodjeszaken, automatieken, lunchrooms, ijssalons, crêperies, patisserieën croissanteries, traiteurs, pannenkoekenhuizen, shoarmazaken, cafetariaʹs en konditoreien.
Drankverstrekkers (categorie V) Horecabedrijven waar in hoofdzaak bedrijfsmatig (alcoholhoudende) drank worden verstrekt, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van kleinere etenswaren waar al dan niet muziek (mechanisch of niet‐mechanisch) ten gehore wordt gebracht. Deze bedrijven hebben in het algemeen hoge bezoekersaantallen gedurende de avond en de nacht. Bedrijven die onder deze categorie vallen zijn: cafés, bars, pubs, taveernes, sociëteiten en danscafés.
Discotheken en nachtzaken (categorie VI) Horecabedrijven waar in hoofdzaak bedrijfsmatig gelegenheid wordt geboden tot dansen op mechanische en/of levende muziek al dan niet in combinatie met het verstrekken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren en/of horecabedrijven die ook gedurende (een deel van) de nacht geopend zijn. Deze bedrijven hebben in het algemeen hoge bezoekeraantallen gedurende de avond en nacht. Bedrijven die onder deze categorie vallen zijn: discotheken, dancings, nachtclubs, nachtcafés, bardancings.
Coffeeshops (categorie VII) Horecabedrijven die als hoofddoel hebben het verstrekken van softdrugs met als nevenactiviteit het verstrekken van niet‐alcoholhoudende drank.
44
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE C
Stroomschema aanvraag Exploitatievergunning (artikel 2:28 APV) Aanvraag / wijzigingsverzoek exploitatievergunning Registreren aanvraag en verzenden van ontvangstbewijs * Is de aanvraag ontvankelijk (o.a. zijn alle bewijsstukken toegevoegd)? Zo nee: aanvraag laten aanvullen of opstellen negatief advies Bij een ontvankelijk aanvraag: - Advies vragen of de vestiging is toegestaan op grond van het bestemmingsplan. - Advies vragen aan de politie of er bezwaren zijn tegen de vergunning (openbare orde). - Advies vragen aan de brandweer, beheer, verkeer, milieu (algemene veiligheid). - Beoordelen of de woon‐ en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde niet op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Zijn alle adviezen akkoord? Zo nee: gemotiveerde afwijzing van de vergunning Zo ja: vergunning verlenen Vergunning opmaken en verzenden + leges opleggen
Vergunning publiceren
Aanvraag archiveren Hercontrole plannen over 3 jaar * Maximale beslistermijn is 8 weken, met de mogelijkheid voor verdagen met 8 weken (artikel 1:2 van de APV)
45
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE D
EXPLOITATIEVERGUNNING De burgemeester van de gemeente Culemborg;
datum:
gelet op artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening
kenmerk:
B E S L U I T :
aan: EXPLOITANT(EN) naam
:
adres
:
plaats
:
geb. datum
:
geb. plaats
:
een exploitatievergunning te verlenen voor: LOCATIE INRICHTING naam
:
adres
:
plaats
:
telefoon
:
Inschrijving Kamer van Koophandel: DE VERGUNNIG GELDT VOOR DE NAVOLGENDE LOKALITEIT(EN): a. Benedenlokaliteit (café gedeelte) b. Terras (aan de voorgevel van het café) Lengte: breedte: Het terras bevindt zich op
. VOORSCHRIFTEN
circa … m² circa … m²
Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 1.
De exploitant(en) moet toezicht houden, leiding geven en is verantwoordelijk voor het voorkomen van strafbare feiten in de inrichting en het voorkomen van verstoring van de openbare orde en het woon‐ en leefklimaat in de directe omgeving van de inrichting. Indien zich in de inrichting een
46
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
situatie voordoet, waarvan de exploitant(en) redelijkerwijs aan kan nemen dat deze situatie niet in overeenstemming is met de wet, dient hij hiervan onmiddellijk melding te maken bij de politie. De exploitant(en) of een door hem aangewezen persoon fungeert tevens als aanspreekpunt voor de gemeente en de politie. 2.
Aanwijzingen van de politie en/of brandweer, gegeven in het belang van de openbare orde en veiligheid, moeten direct worden opgevolgd.
3.
Het is de exploitant(en) verboden toegang te verlenen aan bezoekers tot het op deze vergunning vermelde horecabedrijf op maandag tot en met zondag na 02.00 uur (venstertijd).
4.
Het is niet toegestaan activiteiten te ontplooien die samenscholingen voor de inrichting zouden kunnen stimuleren.
5.
De exploitant(en) moet er dagelijks zorg voor dragen dat in de directe omgeving van het horecabedrijf én het terras het afval wordt verwijderd waarvan aannemelijk is dat het is achtergelaten door bezoekers van het horecabedrijf.
6.
Tijdens evenementen en collectieve festiviteiten in het kader van 14‐dagenregeling moet er in de inrichting en op het terras gebruik worden gemaakt van evenementenglas. Voor incidentele festiviteiten geldt deze verplichting niet.
7.
De exploitatievergunning of een afschrift daarvan moet in het horecabedrijf voor inzage aanwezig zijn.
8.
De exploitatievergunning is persoonsgebonden en is niet overdraagbaar. De vergunning vervalt wanneer een wijziging is gekomen in de exploitatie van het horecabedrijf, danwel wanneer de exploitatie is overgegaan op een andere ondernemer.
9.
Tijdens de openingstijden van het horecabedrijf zijn er portiers aanwezig ter uitvoering van beveiligingswerkzaamheden (individueel).
Terras 10. Het terras mag op alle dagen worden geëxploiteerd van 09.00 uur tot 24.00 uur. Op zondag mag een terras open vanaf 10.00 uur. Voor terrassen in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst is de openingstijd op zondag om 13.00 uur. 11. De terraskaart, waarop o.a. de lengte en breedte maten zijn vermeld, moet goed zichtbaar getoond worden aan de voorzijde van de inrichting. 12. Het verstrekken van drank aan reeds aanwezige bezoekers is na 23.45 uur niet toegestaan. 13. Bij gebruik van het terras moet de veiligheid voor het verkeer in acht te worden genomen. 14. De exploitant is verantwoordelijk voor de reiniging van het terras en de directe omgeving van het terras. 15. De materialen die gebruikt worden voor terrasmeubilair moeten moeilijk brandbaar zijn en minimaal behoren tot brandvoortplantingsklasse 2. Daarbij moet gedacht worden aan moeilijk brandbaar hout en metaal. 16. Voor hulpverleningsdiensten dient de ongehinderde doorgang minimaal 4 meter breed en 4 meter hoog te zijn. 17. Brandkranen en brandputten moeten vrij toegankelijk zijn voor de hulpverleningsdiensten. 18. Indien de omvang van het terras niet blijkt uit de overgang naar een andere soort of kleur verharding, bestaat de markering uit punaises. Buiten deze markering is het plaatsen van terrasmeubilair verboden. 19. Terrassen mogen niet geplaatst worden op de grijze loopstrook op de Markt.
47
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
20. Na sluitingstijd van het terras mag het terrasmeubilair buiten blijven staan. Voorwaarde is dat het terrasmeubilair vastgeketend moet zijn. Bij overlast (o.a. geluid, vernieling, e.d.) kan het nadere voorschrift worden opgelegd dat het terrasmeubilair ook opgestapeld moet worden en/of binnen de inrichting geplaatst moet worden na sluitingstijd van het terras.
Hoogachtend, Burgemeester van Culemborg R. van Schelven
Bezwaar Wanneer u zich niet kunt verenigen met dit besluit, kunt u hiertegen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag volgend op de datum van verzending van dit besluit, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van de gemeente Culemborg, Postbus 136, 4100 AC Culemborg. De gemeente Culemborg gebruikt uw gegevens in het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens alleen voor de in deze vergunning genoemde doelen.
48
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE E
Stroomschema aanvraag Drank‐ en Horecawetvergunning Aanvraag / wijzigingsverzoek Drank‐ en Horecawetvergunning Registreren aanvraag en verzenden van ontvangstbewijs * In geval artikel 4 van de Drank‐ en Horecawet van toepassing is de aanvraag publiceren en conceptvergunning naar Kamer van koophandel zenden Is de aanvraag ontvankelijk (o.a. zijn alle bewijsstukken toegevoegd)? Zo nee: aanvraag laten aanvullen of opstellen negatief advies Bij een ontvankelijk aanvraag: - Advies vragen aan Bouw en Woningtoezicht (voldoet de inrichting aan het Besluit eisen inrichtingen Drank‐ en Horecawet). - Advies vragen aan de politie of er bezwaren zijn tegen de vergunning (openbare orde). - Advies vragen aan de brandweer (gebruiksmelding, veiligheid). - Controle bestanden van politie en justitie op goed levensgedrag. - Controle curatele‐ en voogdijregister. - Controle Sociale Hygiëne van alle leidinggevende. - Zijn de leidinggevende(n) 21 jaar of ouder? - Controle of er geen andere weigeringsgronden van toepassing zijn. Zijn alle adviezen akkoord? Zo nee: gemotiveerde afwijzing van de vergunning Zo ja: vergunning verlenen Vergunning opmaken en verzenden + leges opleggen
Vergunning publiceren
Aanvraag archiveren * Maximale beslistermijn is 3 maanden
49
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
BIJLAGE F
Model bestuursreglement voor het gebruik van alcohol in instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.
50
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
Preambule In overweging nemende dat: ‐ instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal‐culturele, educatieve, levensbeschouwelijke‐ of godsdienstige aard op basis van de Drank‐ en Horecawet dienen te beschikken over een bestuursreglement ‐ in dit verband met “instelling” wordt bedoeld: een stichting of vereniging met een drank‐ en horeca inrichting in eigen beheer ‐ de instelling met een drank‐ en horecavergunning in de wet wordt beschouwd als een horecalokaliteit, hetgeen betekent dat er ter plaatse bedrijfsmatig of tegen betaling alcoholhoudende dranken worden verstrekt; ‐ een bestuursreglement regels dient te bevatten die verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende drank in de instelling waarborgt ‐ in een bestuursreglement tevens paracommercie bepalingen zijn opgenomen die tot doel hebben ongeoorloofde vormen van concurrentie met de reguliere horeca te voorkomen; ‐ het volgen van de regels inzake ongeoorloofde concurrentie kunnen de Belastingdienst overtuigen van het niet‐commerciële karakter van de horeca‐activiteiten in een instelling; heeft het bestuur van (naam instelling zelf invullen) het volgende bestuursreglement ‘alcohol in instellingen’ vastgesteld danwel laten bekrachtigen door de algemene vergadering van de instelling.
51
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
Model bestuursreglement ‘alcohol in instellingen’
Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a) Alcoholhoudende dranken: Zwak‐alcoholhoudende drank: bier, wijn en gedistilleerd met minder dan 15% alcohol Sterke drank: gedistilleerd met 15% alcohol of meer. b) Sociale Hygiëne: Met Sociale Hygiëne wordt bedoeld dat mensen gezond met elkaar omgaan; dat ze rekening houden met elkaars waarden, normen en rollen. In de instelling gaat het vooral om kennis van en inzicht in de invloed van alcoholgebruik (en‐ misbruik) en hoe men verantwoord alcoholgebruik in de inrichting kan bevorderen. Belangrijk hierbij zijn huis‐ en gedragsregels en sociale vaardigheden om deze regels uit te dragen en na te leven. Verder houdt Sociale Hygiëne kennis in van de Drank‐ en Horecawet en verwante regelgeving en de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken, van verschillende bedrijfsformules en doelgroepen en van technische, bouwkundige en ruimtelijke voorzieningen van de inrichting. c) Leidinggevenden: Het bestuur heeft (twee) leidinggevenden aangewezen. Zij zijn tenminste 21 jaar oud, in het bezit van de verklaring Sociale Hygiëne en voldoen aan de eisen van zedelijkheid en staan als zodanig vermeld op de vergunning van de instelling. Zij kunnen de onmiddellijke leiding geven aan de uitoefening van de horeca‐werkzaamheden in de instelling. d) Barvrijwilliger: Een vrijwilliger, die ‐ op tijden dat er alcohol wordt verstrekt ‐, de barwerkzaamheden in de instelling uitvoert. Kwalificatienormen voor barvrijwilligers zijn vastgelegd in artikel 7 van dit bestuursreglement. Artikel 2 Wettelijke bepalingen Uit oogpunt van verantwoorde alcoholverstrekking moeten de volgende wettelijke bepalingen worden nageleefd: - Verkoop van alcoholhoudende drank aan personen jonger dan 16 jaar is verboden. - Verkoop van sterke drank aan personen jonger dan 18 jaar is verboden. - Leeftijdsgrenzen en schenktijden moeten zichtbaar in de inrichting worden opgehangen. - De verstrekker van alcohol dient bij de aspirant‐koper de leeftijd vast te stellen, tenzij betrokkene onmiskenbaar de vereiste leeftijd heeft bereikt. - Geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt als dit leidt tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. - Het is niet toegestaan alcoholhoudende drank te vertrekken aan dronken personen. - Het is verboden personen toe te laten in de inrichting die dronken zijn of onder invloed zijn van andere psychotrope stoffen. Artikel 3 Vaststellen en wijzigen 1. Het bestuur legt dit bestuursreglement ter vaststelling voor aan de Algemene Ledenvergadering, dan wel – indien de vaststellingsbevoegdheid bij het bestuur berust – stelt het reglement zelf vast. Wijzigingen van het bestuursreglement komen op dezelfde wijze tot stand.
52
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
2. Het bestuursreglement moet worden voorgelegd aan de gemeente bij de aanvraag van een nieuwe drank‐ en horecavergunning. De gemeente toetst het bestuursreglement aan de Drank‐ en Horecawet. Het bestuursreglement treedt op hetzelfde moment in werking als de ingangsdatum van de af te geven drank‐ en horecavergunning. 3. Wijzigingen van het bestuursreglement worden op gelijke wijze getoetst door de gemeente. 4. Indien een bestuursreglement is vastgesteld zònder de concrete noodzaak een nieuwe drank‐ en horecavergunning aan te vragen, maar teneinde bepalingen inzake paracommercie vast te leggen, wordt het bestuursreglement op gelijke wijze getoetst door de gemeente met dien verstande dat de bepalingen inzake paracommercie met onmiddellijke ingang voor de instelling van kracht zijn.
Paragraaf 2 Sociaal Hygiënische bepalingen Artikel 4 Aanwezigheid Op de momenten dat in de instelling alcoholhoudende drank wordt geschonken, is er altijd ofwel een leidinggevende aanwezig die in het bezit is van de verklaring Sociale Hygiëne ofwel een barvrijwilliger die een verplichte instructie verantwoord alcoholgebruik heeft gevolgd. Artikel 5 Huis‐ en gedragsregels 1. Het is niet toegestaan zelf meegebrachte alcoholhoudende drank te gebruiken in de inrichting of elders op het terrein van de instelling. 2. Het is niet toegestaan om in de inrichting gekochte alcoholhoudende drank elders te nuttigen dan in de inrichting of op het terras. 3. Er wordt geen alcohol geschonken aan: ‐ Begeleiders van jeugd tijdens de uitoefening van hun functie; 4. Het bestuur wil voorkomen dat personen met meer dan het toegestane promillage alcohol aan het verkeer deelnemen. Op basis daarvan kan de verstrekking van alcoholhoudende drank worden geweigerd. 5. Leidinggevenden en barvrijwilligers (in de zin van het bepaalde in artikel 1) drinken geen alcohol gedurende hun bardienst. 6. Prijsacties die het gebruik van alcohol stimuleren, zoals “happy hours”, “meters bier” en “rondjes van de zaak” zijn in de inrichting niet toegestaan. 7. Vanuit het oogpunt van na te streven alcoholmatiging wordt het gebruik van alcoholvrije drank gepromoot, onder andere door die goedkoper aan te bieden dan alcoholhoudende drank. 8. Personen die agressie of ander normafwijkend gedrag vertonen worden door de dienstdoende leidinggevende of barvrijwilliger uit de inrichting verwijderd.
53
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
Artikel 6 Openingstijden en schenktijden 1. De openingstijden van de inrichting zijn conform de drank‐ en horecavergunning: ……………..zelf invullen ……………… 2. Op de volgende tijdstippen wordt conform de drank‐ en horecavergunning alcohol geschonken: …. zelf invullen…… 3. Als tijdens de schenktijden van de inrichting 25% of meer van de aanwezigen jonger is dan 18 jaar, wordt er geen alcohol geschonken. Artikel 7 Kwalificatienormen en instructie verantwoord alcoholgebruik voor barvrijwilligers Voor de barvrijwilligers zijn de volgende kwalificatienormen vastgesteld. Barvrijwilligers: ‐ zijn tenminste 18 jaar oud; ‐ hebben een instructie verantwoord alcoholgebruik gevolgd; ‐ staan als zodanig bij de instelling geregistreerd, en ‐ zijn betrokken bij de instelling, als lid, dan wel anderszins Een instructie verantwoord alcoholgebruik voor barvrijwilligers wordt gegeven door een terzake deskundige en bestaat minimaal uit een voorlichting van 2 uur. Artikel 8 Voorlichting 1. Schenktijden, leeftijdsgrenzen (artikel 2 lid1, 2 en 3), huis‐ en gedragsregels en paracommerciebepalingen worden goed zichtbaar in de inrichting opgehangen. 2. Het bestuur schenkt aandacht aan publicitaire acties in het kader van verantwoord alcoholgebruik 3.Het bestuur onderschrijft de bestaande regelingen omtrent reclame‐uitingen voor alcoholhoudende dranken. Artikel 9 Handhaving, klachtenprocedure en sancties 1. Het bestuur van de instelling en de leidinggevenden zijn belast met de algemene leiding over de instelling. Zij zijn derhalve beiden verantwoordelijk voor de naleving van de wet en dus van dit reglement. 2. Gegronde klachten over de toepassing van de artikelen 1 tot en met 8 van dit reglement dienen onverwijld ter kennis te worden gebracht van het bestuur van de instelling. 3. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid voor de naleving zal het bestuur bij overtreding van (één van) de regels uit dit reglement ten opzichte van betrokkene(n), zijnde de consument dan wel de verstrekker (leidinggevende of de barvrijwilliger) gebruik maken van zijn sanctiebevoegdheden op grond van de statuten en het huishoudelijk reglement. Het bestuur verifieert de klacht, hoort zonodig de klager en treft bij gegrondbevinding van de klacht binnen twee maanden maatregelen om herhaling te voorkomen. Het bestuur brengt het resultaat van de afweging ter kennis van de indiener van de klacht. 4. Eenieder kan gegronde klachten over de overtreding(en) van de Drank‐ en Horecawet indienen bij de gemeente of de VWA.
54
Integraal Horecabeleid Gemeente Culemborg _________________________________________________________________________________________
Paragraaf 3 Paracommercie bepalingen Artikel 10 Toegelaten horeca‐activiteiten 1. De instelling zal slechts die horeca‐activiteiten uitoefenen met inachtneming van het bepaalde hieronder. 2. De instelling zal geen zal geen horeca‐activiteiten uitoefenen ten behoeve van bijeenkomsten die worden gehouden wegens gebeurtenissen in de privé‐sfeer van leden en bijeenkomsten voor niet‐ leden. Het bestuur zal hierop toezien. 3. De horeca‐activiteiten worden door de instelling slechts uitgeoefend ten aanzien van personen die bij de activiteiten van de instelling in de ruimste zin van het woord betrokken zijn. 4. Voor zover niet binnen de hiervoor genoemde doelstelling vallend, zal de inrichting en/of de inventaris (met name het meubilair en het serviesgoed) niet door de instelling aan derden worden verhuurd of ter beschikking worden gesteld. 5. Geen reclame mag worden gemaakt door de instelling voor niet binnen de doelstelling vallende resp. andere horeca‐activiteiten dan die welke zijn toegelaten als omschreven in dit artikel 10. Colofon Model bestuursreglement ‘alcohol in instellingen’ Het bestuur van ………….. Namen
55