Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Psychosociale Gezondheidszorg Cel Drugs
Cel Gezondheidsbeleid Drugs
2005 ACTIVITEITENVERSLAG
Maart 2006
Activiteitenverslag 2005 - Inhoudstafel
Inhoudsopgave I.
INLEIDING.............................................................................................................................................. 2
II. VERWEZENLIJKINGEN...................................................................................................................... 3 1.
Keuze van de prioriteiten voor 2005............................................................................................... 3
2.
Globaal inzicht.................................................................................................................................. 4 2.1. Registratie van de behandelingsaanvragen of "Treatment Demand Indicator" (TDI)................ 4 2.2. Federaal Wetenschapsbeleid ...................................................................................................... 5 2.3. College van experts gezamenlijke regering................................................................................ 5 2.4. Informatie over de internationale commissies............................................................................ 5 Preventie van het gebruik en de beperking van de schade........................................................... 6 3.1. Early Warning System (EWS) ................................................................................................... 6 Optimalisering van het aanbod van de behandeling en de hulpverlening .................................. 7 4.1. Koninklijk Besluit tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen (19/03/2004) ............................................................................................................................... 7 4.2. Pilootprojecten van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid ............................................ 9 Uitwerking van overlegde proefprojecten voor een geïntegreerd gezondheidsbeleid.............. 11 5.1. Interministeriële Conferenties Volksgezondheid ..................................................................... 11 5.2. Algemene Cel Drugsbeleid ...................................................................................................... 11 5.3. Drugsplan voor België.............................................................................................................. 12 5.4. Alcoholactieplan....................................................................................................................... 12 5.5. Anti-Tabaksfonds ..................................................................................................................... 14 5.6. Overleg inzake zorgcircuits, zorgcoördinatoren en netwerken inzake verslaving ................... 16 5.7. Gokverslaving .......................................................................................................................... 17 Specifieke taken van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs .............................................................. 18 6.1. Inventaris .................................................................................................................................. 18 6.2. Adviezen en aanbevelingen...................................................................................................... 18 6.3. Voorstellen tot verbetering van de kwaliteit van de gegevens ................................................. 20 6.4. Samenwerkingsprotocollen ...................................................................................................... 20 6.5. Driejaarlijks verslag ................................................................................................................. 21 Werking van de cel......................................................................................................................... 22 7.1. Samenstelling van de Cel in december 2005............................................................................ 22 7.2. Wetenschappelijk secretariaat .................................................................................................. 22 7.3. Agenda ..................................................................................................................................... 23 7.4. Activiteitenverslag 2005........................................................................................................... 23
3. 4.
5.
6.
7.
III. SUBSIDIES ............................................................................................................................................ 24 IV. EVALUATIE 2005................................................................................................................................. 25 1.
De follow-up van de punten op de verschillende vergaderingen................................................ 25
2.
Probleem van bevoegdheden......................................................................................................... 25
3.
Samenwerking inzake gemeenschappelijke projecten en samenwerkingsakkoorden ............. 25
4.
De vragen en de conventies van de internationale organisaties ................................................. 26
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
I
Activiteitenverslag 2005
I.
Inleiding De Cel Gezondheidsbeleid Drugs (CGD) is een commissie waarin vertegenwoordigers van de verschillende ministers van Volksgezondheid in België sinds juni 2001 maandelijks samenkomen. De vergaderingen worden georganiseerd door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu1 2. De CGD heeft hoofdzakelijk tot doel het “beleid inzake preventie van het gebruik van bewustzijnsbeïnvloedende middelen (hierna “drugs” genoemd) en hulpverlening aan mensen met druggerelateerde gezondheidsproblemen” op elkaar af te stemmen3. Dit verslag omvat de activiteiten die in 2005 door de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zijn gerealiseerd. Het omvat ook een lijst met de subsidies van 2005 en een korte evaluatie van de activiteiten van de Cel voor het geanalyseerde jaar.
Opstelling en lay-out: Isabelle Demaret
1 2 3
In dit rapport zal deze FOD eenvoudiger benoemd “FOD Volksgezondheid”. De leden van deze administratie die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de vergaderingen en het beheer van de dossiers worden door de term “wetenschappelijk secretariaat” aangewezen. Aan de hand van twee documenten werd de Cel Gezondheidsbeleid Drugs opgericht: de “Beleidsnota van de federale Regering betreffende de Drugsproblematiek 2001” en het “Protocolakkoord betreffende de uitwerking van een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs”. Het Protocolakkoord werd ondertekend door de leden van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 30 mei 2001. De citatie komt uit het Protocolakkoord. De voornaamste doelstelling waarover de ondertekende partijen het eens zijn bestaat erin overleg te plegen teneinde het beleid inzake preventie van het gebruik van bewustzijnsbeïnvloedende middelen (hierna “drugs” genoemd) en inzake hulpverlening aan mensen met druggerelateerde gezondheidsproblemen” op elkaar af te stemmen.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
2
Activiteitenverslag 2005
II. Verwezenlijkingen Hieronder geven we een overzicht van de activiteiten van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs in 2005; de activiteiten worden op basis van de algemene doelstellingen van het Protocolakkoord ingedeeld. Vervolgens worden bepaalde verwezenlijkingen onder de verschillende meer specifieke taken opgenomen. 1.
KEUZE VAN DE PRIORITEITEN VOOR 2005 In februari waren de leden het eens over de volgende prioriteiten voor 2005: •
samenstellen van de Algemene Cel Drugsbeleid4,
•
actualiseren van de federale Beleidsnota 20015 met het oog op de Algemene Cel,
•
uitwerken van een procedure opdat elk lid zijn beleidsplannen voor advies aan de Cel zou toesturen,
•
Anti-tabaksfonds,
•
voorstel van een actie plan inzake alcohol.
De andere niet-prioritaire taken van de Cel voor 2005 waren:
4
5
•
registratie van de Treatment Demand Indicator,
•
evaluatie Early Warning System,
•
operationalisering van het KB van 19/03/04 betreffende de behandeling met vervangingsmiddelen,
•
het onderdeel gezondheid van de reglementering betreffende cannabis.
De Algemene Cel Drugsbeleid wordt in dit document “Algemene Cel” genoemd. Deze Algemene Cel is opgericht door een Samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten met het oog op een algemeen en geïntegreerd drugsbeleid. Het akkoord is op 2 september 2002 door de verschillende vermelde regeringen ondertekend en de procedure voor de ratificatie is momenteel lopende. De formulering "Federale Beleidsnota 2001" staat in dit document voor de “Beleidsnota van de federale Regering betreffende de drugsproblematiek”, Brussel, 19 januari 2001, www.minsoc.fgov.be
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
3
Activiteitenverslag 2005
2.
GLOBAAL INZICHT “Verwerven van een globaal verslavingsproblematiek”.
inzicht
over
alle
aspecten
van
de
drugs-
en
2.1. Registratie van de behandelingsaanvragen of "Treatment Demand Indicator" (TDI) De registratie van de Treatment Demand Indicator of TDI is het registreren van de behandelingsaanvragen inzake drugs. Volgens het EWDD6 gaat het enkel en alleen over de aanvragen inzake illegale drugs, maar de Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft er de behandelingsaanvragen inzake drugs toegevoegd. De registratie moet in de zorginstellingen gebeuren die personen voor een drugsproblematiek in behandeling nemen. België is onder meer op basis van het Actieplan Drugs 2005-20087 verplicht die gegevens aan het EWDD te bezorgen. Het WIV8 als Nationaal Focal Point moet deze gegevens aan het EWDD overzenden. Er worden momenteel geen nationale gegevens aan het EWDD bezorgd. In 2005 heeft de TDI-werkgroep van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs samen met het WIV de methodologie inzake gegevensinzameling verder uitgewerkt. De TDI-werkgroep heeft een technische bijlage ontwikkeld teneinde de in België gebruikte concepten en variabelen nader toe te lichten. Er werd ook een verslag opgesteld dat door de Cel Gezondheidsbeleid Drugs aan de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van juni 2005 is overhandigd. De ministers van Volksgezondheid hebben de procedure en de inhoud van de registratie goedgekeurd, maar erop gewezen dat elke minister, al naar gelang van zijn bevoegdheden, verantwoordelijk voor de operationalisering van de registratie zou zijn: elke minister staat alleen in voor het beheer van het budget dat vereist is voor de TDI-registratie. In het document dat aan de Interministeriële Conferentie is overhandigd, worden de ministers er onder meer op gewezen dat de registratie anoniem is en geen gegevens mag omvatten waardoor de patiënten worden geïdentificeerd. Deze registratie heeft louter een epidemiologische doelstelling. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft via de TDI-werkgroep een Protocolakkoord opgesteld dat de informatie van het document omvat dat reeds in juni 2005 aan de ministers is bezorgd. Dit Protocol werd door de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van december 2005 goedgekeurd. Tijdens die conferentie werd het ondertekend door de ministers van Volksgezondheid van de Federale Regering en de Vlaamse Gemeenschap. Vervolgens werd het Protocol ter ondertekening aan de andere ministers van Volksgezondheid overgemaakt.
6 7 8
Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (www.emcdda.eu.int) De TDI-registratie is één van de vijf voornaamste indicatoren; deze registratie moet tegen 2008 verplicht door de EU-Lidstaten worden uitgevoerd zoals vermeld in het Actieplan Drugs. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (www.iph.fgov.be)
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
4
Activiteitenverslag 2005
In dit Protocolakkoord verbinden de ministers zich ertoe de TDI-registratie vanaf 1 januari 2007 uit te voeren zodat in 2008 gegevens aan het EWDD kunnen worden gestuurd, waartoe België zich in het Actieplan Drugs 2005-2008 heeft geëngageerd. 2.2. Federaal Wetenschapsbeleid Alle leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs werden op een congres over drugs uitgenodigd dat door het Federaal Wetenschapsbeleid is georganiseerd. Tijdens dit congres werden de afgeronde en lopende studies over drugs door de verschillende Belgische universiteiten die belast waren met dit onderzoek, voorgesteld. Een lid van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid heeft de studie “Drugs in cijfers” dat door het Federaal Wetenschapsbeleid wordt gefinancierd, voorgesteld. In deze studie is een gedetailleerde inventaris van de overheid en haar bevoegdheden op het vlak van drugs en verslaving opgenomen. 2.3. College van experts gezamenlijke regering Eind 2004 heeft de gezamenlijke Regering van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest een College van experts rond de verslavingsproblematiek samengesteld. In september 2005 heeft Benoît De Clerck, de voorzitter van dit College, het verslag van deze groep experts voorgesteld. In dit verslag zijn er verschillende aanbevelingen opgenomen inzake het te volgen beleid betreffende verslaving voor de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest. Naar aanleiding van dit verslag heeft de gezamenlijke Regering beslist om een werkgroep op te richten die over een operationeel plan zou nadenken. De GGC is ook in deze werkgroep vertegenwoordigd. Er zullenprioriteiten worden vastgelegd die met het oog op de uitwerking van een Drugsplan van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs interessant zouden kunnen zijn. 2.4. Informatie over de internationale commissies Het internationale aspect wint steeds meer aan belang in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft regelmatig vragen van één van de internationale organisaties die actief zijn op het vlak van drugs (WGO, VN, Groep-Pompidou of Europese Unie) moeten behandelen. Dit aspect werd systematisch tijdens bepaalde vergaderingen van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs behandeld, dankzij onder meer de samenwerking met de dienst Internationale Betrekkingen van de FOD Volksgezondheid. 2.4.1. Belgische vertegenwoordigers in de internationale groepen
De leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs hebben meermaals geïnformeerd naar de naam van de vertegenwoordigers bij de internationale groepen. De Voorzitter is van mening dat aangezien de Cel Gezondheidsbeleid Drugs momenteel het enige officiële orgaan op het vlak van drugs is dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van alle overheden, de informatie van de internationale organisaties in de Cel moet worden besproken. Voor de Voorzitter zouden de officiële vertegenwoordigers van België door de Cel, als Belgisch coördinatieorgaan
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
5
Activiteitenverslag 2005
inzake volksgezondheid betreffende drugs, moeten worden aangewezen. De Voorzitter denkt dat naar het voorbeeld van de landen waar er een coördinatiecel bestaat, de Cel als officiële vertegenwoordiger zou moeten worden beschouwd. De Voorzitter voegt toe dat dat enkel voor de officiële vertegenwoordigers geldt: de deelname aan een internationale groep als expert is dus vrij en behoort dus niet tot de bevoegdheid van de Cel. 2.4.2. Wetenschappelijk Comité van het EMCDDA
Wat de drie Belgische vertegenwoordigers in het EWDD betreft (in het wetenschappelijk Comité en in de Raad van Bestuur), zegt een lid verwonderd te zijn dat er van die drie kandidaten slechts één vertegenwoordiger van Volksgezondheid is, terwijl er in de federale Beleidsnota 2001 in het kader van de drugsproblematiek de voorrang aan vertegenwoordigers van Volksgezondheid moet worden gegeven. Hij vindt het dus niet logisch dat de federale minister twee vertegenwoordigers van Justitie aanwijst. De Voorzitter deelt deze mening niet; de andere leden hebben niet gereageerd. 2.4.3. Internationale vragenlijsten
In 2005 heeft het wetenschappelijk secretariaat de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs vaak gevraagd te antwoorden op de internationale vragenlijsten. De gedetailleerde vragenlijsten zijn onder het punt “Adviezen en aanbevelingen” opgenomen. 2.4.4. Aanbevelingen van de WGO
In januari licht de Voorzitter de leden van de Cel in over een aanbeveling van de WGO. Die beveelt haar leden aan om maatregelen te nemen tegen de stigmatisering van gebruikers in de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen. Stigmatisering is een algemeen probleem in de geestelijke gezondheidszorg, in het bijzonder wat druggebruikers betreft. De WGO vraagt haar lidstaten om de media te verzoeken erop te letten deze patiënten druggebruikers minder te stigmatiseren door bv. vertegenwoordigers van de pers attent te maken op die stigmatisering, die soms berust op foutieve ideeën zoals het verband tussen druggebruik en criminaliteit. Er moet hieromtrent worden opgemerkt dat, in tegenstelling tot de gangbare opvattingen, de criminaliteit in heel wat gevallen aan het druggebruik voorafgaat.9 3.
PREVENTIE VAN HET GEBRUIK EN DE BEPERKING VAN DE SCHADE "De continue preventie van het drugsmisbruik en de beperking van de ermee verband houdende schade"
3.1. Early Warning System (EWS) In september 2004 heeft een lid van de Cel opgemerkt dat er in enkele maanden veel berichten in het kader van het Early Warning System (EWS) naar de pers zijn gestuurd. Ditzelfde lid vraagt zich af of er geen risico van informatieverzadiging bestaat en of dit
9
http://www.euro.who.int/eprise/main/WHO/Progs/MNHCONF/press/20050114_1
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
6
Activiteitenverslag 2005
systeem wel efficiënt is. De Cel had beslist om een werkgroep op te richten die belast zou zijn geweest met de evaluatie van het EWS en het formuleren van aanbevelingen teneinde de communicatiestrategieën op dit vlak te verbeteren. Deze werkgroep die voor 2005 was gepland, is nooit opgericht. Het Federaal Wetenschapsbeleid heeft evenwel gelijktijdig een oproep tot voorstellen gelanceerd teneinde dit systeem te evalueren. 4.
OPTIMALISERING VAN HET AANBOD VAN DE BEHANDELING EN DE HULPVERLENING "Optimalisering van het aanbod inzake de hulpverlening en de behandeling van verslaafden"
4.1. Koninklijk Besluit tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen (19/03/2004) Volgens artikel 10 van het KB tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen (19/03/2004) moest er een technische Cel in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs worden opgericht met als doel regels inzake de gegevens, de technische en epidemiologische aspecten voor de registratie van de behandeling met vervangingsmiddelen te definiëren. Wat de operationalisering van deze regels betreft, is in het KB het IFEB (Instituut voor Farmaco-epidemiologie van België) aangewezen als verantwoordelijke voor de registratie van de voorschriften. In januari 2005 heeft het wetenschappelijk secretariaat van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een eerste vergadering van de technische Cel (art. 10, KB 19/03/2004) georganiseerd. Er werd aan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een verslag hiervan gegeven. Hoewel het IFEB over het geheel genomen goed werk heeft geleverd, heeft men het IFEB moeten wijzen op zijn beperkte bevoegdheden, aangezien de registratie enkel en alleen betrekking heeft op de controle van de voorschriften en de epidemiologische aspecten met betrekking tot de registratie van de voorschriften. De technische Cel heeft in 2005 regelmatig vergaderd. Tijdens deze vergaderingen zijn er verschillende problemen besproken die zijn opgetreden bij de toepassing van de registratie van de behandelingen met vervangingsmiddelen zoals vastgelegd in het KB. In oktober hebben het wetenschappelijk secretariaat en twee leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs (vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap en de GGC) de problemen samengevat die zich in de technische Cel stellen. •
Bepaalde ter sprake gebrachte problemen hebben betrekking op de doelstelling inzake volksgezondheid in het KB. Om de doelstellingen inzake volksgezondheid zo goed mogelijk te halen, zijn bepaalde leden van de technische Cel enerzijds van mening dat ook de benzodiazepines moeten worden geregistreerd die samen met methadon en buprenorfine worden voorgeschreven. Het KB voorziet niet in deze registratie; bovendien zou dit discriminerend kunnen zijn om de voorschriften van benzodiazepines slechts voor patiënten te registeren die een behandeling met vervangingsmiddelen volgen. Anderzijds is de bedoeling van het KB een probleem op het vlak van de volksgezondheid te
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
7
Activiteitenverslag 2005
voorkomen. De artsen worden evenwel meer dan drie maanden na de feiten (het voorschrijven van een dubbele dosis aan een patiënt) door het IFEB gewaarschuwd. Onder die voorwaarden kan men zich afvragen of deze registratie met het oog op de volksgezondheid nog zin heeft? Om deze doelstelling inzake volksgezondheid tegemoet te komen bestaat er bovendien reeds een andere methode in Vlaanderen en elders waarbij alle patiënten bij het begin van de behandeling met vervangingsmiddelen worden geregistreerd. Wanneer een nieuwe patiënt verzoekt om door een arts te worden behandeld, kan deze laatste (met het akkoord van de patiënt) nagaan of die patiënt niet reeds in behandeling is. •
Andere problemen hebben betrekking op de moeilijkheden die optreden in het kader van het registratieproces. Zo stelt het IFEB geen duidelijke methodologie voor die het hele proces beschrijft. Om de doelstelling inzake controle te halen, moeten alle voorschriften worden geregistreerd. De registratie van voorschriften van patiënten die niet in orde zijn met het ziekenfonds, zorgt evenwel voor verschillende problemen. Ook andere problemen die met betrekking tot het KB kunnen worden opgeworpen, blijven onopgelost: met het oog op de registratie moeten alle Tarificatiediensten deelnemen; zelfs indien het KB deze deelneming verplicht, zijn er waarschijnlijk wettelijke problemen om op te lossen. Het is niet zeker dat de apothekers zullen deelnemen, aangezien ze reglementair niet verplicht zijn om hun voorschriften aan het IFEB of aan de Tarificatiediensten door te spelen.
•
Een ander probleem heeft betrekking op de naleving van de regels betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die niet is gegarandeerd. Bovendien bestaat er geen akkoord van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer omtrent de concrete details van het registratieproces, zoals het in de Technische Cel werd gevraagd.
De Voorzitter wijst op het gevaar dat het KB ter discussie wordt gesteld. Hij vreest ervoor dat er opnieuw politieke discussies zullen worden gevoerd, waardoor de basis van de behandeling met vervangingsmiddelen opnieuw ter discussie kan worden gesteld. Na discussie tussen de leden wordt beslist dat de technische Cel in januari 2006 een voorstel aan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs over de technische aspecten van de toepassing van het KB zal formuleren. De technische Cel moet ook een nauwkeurig bestek uitwerken en het werk van het IFEB bepalen. Indien er problemen zijn, zal de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een beslissing nemen op basis van de concrete voorstellen van de technische Cel. Als de Cel Gezondheidsbeleid Drugs akkoord gaat met de voorstellen van de technische Cel, zullen ze vervolgens aan het federale kabinet worden voorgelegd. De vertegenwoordigster van het federale kabinet gaat akkoord met deze procedure, want om een beslissing te kunnen nemen, moet het kabinet over concrete voorstellen beschikken.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
8
Activiteitenverslag 2005
4.2. Pilootprojecten van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid Bij het begin van het jaar waren verschillende leden van mening dat ze niet voldoende over de pilootprojecten van de FOD Volksgezondheid zijn ingelicht. Deze projecten werden in november 2005 voorgesteld. Twee leden van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid hebben de evaluatie van de drie proefprojecten en de campagne rond benzodiazepines van de FOD Volksgezondheid voorgesteld. Deze projecten zijn gebaseerd op de Federale Beleidsnota betreffende de drugsproblematiek van 2001. De pilootprojecten werden in 2002 opgestart en worden voortdurend geëvalueerd. 4.2.1. Dubbele diagnose
Steeds meer personen die drugs gebruiken hebben ook te kampen met een psychiatrische stoornis. Indien men slechts één van de problemen behandelt, blijft het andere probleem bestaan en geneest de persoon niet. Dubbele diagnose lijkt veeleer de regel voor personen die een misbruikprobleem of een afhankelijkheidsprobleem ten gevolge van een substantie hebben. Het specifieke karakter van deze zorg bestaat in het verlenen van een zeer intensieve en geïntegreerde begeleiding voor beide diagnosen: zo is er drie keer meer personeel nodig dan voor een andere psychiatrische begeleiding. De evaluatie van het project is door een universitair team voor het Federaal Wetenschapsbeleid verricht. Spijtig genoeg was de controlegroep in het kader van deze studie onvoldoende om een geldige vergelijking door te voeren. De evaluatie moet bijgevolg worden voortgezet. De vertegenwoordiger van de GGC merkt op dat er RIZIV-structuren bestaan die deze patiënten opvangen en dat deze in een controlegroep kunnen worden gebruikt. De evaluatie van de FOD Volksgezondheid heeft evenwel slechts betrekking op de ziekenhuisstructuren. Verschillende leden hebben het over gespecialiseerde RIZIV-structuren die ook nood zouden hebben aan een intensievere begeleiding, aangezien ze verschillende patiënten met psychosen opvangen. 4.2.2. Crisiseenheden en casemanager
Het project “Crisis” is opgezet omdat de spoedgevallendiensten talrijke patiënten in crisis opvingen wegens een probleem van psychoactieve substanties, hoewel de klassieke spoedgevallendiensten niet de geschikte plaats zijn om dergelijke problemen te behandelen. Eén van de doelstellingen van dit project is de duur van het verblijf in het ziekenhuis van deze patiënten te beperken. In het kader van de opdrachten van de casemanager in de crisiscentra, wordt de nadruk gelegd op de voorbereiding van het ontslag en op een beperkte follow-up in de tijd. Bedoeling van deze hulp is de hospitalisatietijd van de patiënt te beperken, door zo optimaal mogelijk het ontslag uit de crisiseenheid en de verdere verzorging van de patient voor te bereiden. Wegens de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de Federale regering en de deelgebieden, moet de
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
9
Activiteitenverslag 2005
follow-up door de case manager voor een patient buiten het ziekenhuis worden beperken. Indien de follow-up van de patiënten langer zou duren, zou de casemanager buiten zijn bevoegdheden optreden. Hij houdt zich dan bezig met het ambulante traject dat onder de bevoegdheid van de deelgebieden valt. De Voorzitter merkt op dat dit aspect moeilijk te behandelen is en dat de zorgnetwerken en –circuits hulp zouden moeten bieden voor een dergelijk complex probleem. Volgens de vertegenwoordiger van de GGC bestaat het belang van deze proefprojecten erin patiënten op te volgen die men voorheen over het hoofd zag zoals alcoholpatiënten die geen opvang vonden. In dit opzicht vraagt hij welke oplossing voorhanden is om deze patiënten te helpen, aangezien de gespecialiseerde RIZIV-structuren slechts over een beperkt aantal plaatsen beschikken om alcoholgerelateerde problemen te behandelen. Hij vindt het ook belangrijk om in het kader van de behandeling van dergelijke problemen met de huisartsen te werken. 4.2.3. Coordinateurs de soins
Het pilootproject rond zorgcoördinatie is verlengd in 2006, zoals de andere projecten. De evaluatie van dit project was positief. De belangrijkste missie van deze zorgcoördinatoren bestond erin het overleg tussen de zorginstellingen, die betrokken zijn op patiënten met een middelengerelateerde stoornis, te faciliteren. De missies van de zorgcoördinatoren zijn verder verfijnd in 2006. Zij dienen zich te concentreren op het afsluiten van formele samenwerkingsakkoorden tussen de zorginstellingen rond de doelgroep personen met een middelengerelateerde stoornis, en dit zowel voor de illegale middelen als voor alcohol. In dit project wordt de klemtoon in sterke mate gelegd op de continuïteit van de zorg en de zorg op maat. 4.2.4. Campagne Benzodiazepines
De campagnes rond benzodiazepines hebben een evolutie doorgemaakt: de eerste campagne was gericht op het probleem van overmatig gebruik van benzodiazepines. In het kader van deze vierde campagne wordt de nadruk gelegd op een adequate behandeling van stress-, angst- en slaapstoornisproblemen te bevorderen. Die campagnes, orientées sur les médecins et les pharmaciens, hebben het mogelijk gemaakt een reeks instrumenten uit te werken voor de artsen en de apothekers waarbij alternatieve methodes, motiveringsgesprekken en een lijst met nuttige adressen werden voorgesteld. 4.2.5. Conclusie
De vertegenwoordigster van het Waals Gewest drukt haar vrees uit m.b.t. de wens in de Beleidsnota om de diagnoses te standaardiseren. Ze vreest er inderdaad voor dat dit zal leiden tot een medicalisering van problemen die buiten de psychiatrische structuren zouden kunnen worden behandeld. Het drugprobleem moet ook via sociale actie worden aangepakt. Ze wenst dat de op basis van de federale Beleidsnota 2001 verrichte acties zouden worden geëvalueerd.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
10
Activiteitenverslag 2005
5.
UITWERKING VAN OVERLEGDE PROEFPROJECTEN VOOR EEN GEÏNTEGREERD GEZONDHEIDSBELEID "De uitwerking van overlegde proefprojecten voor een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs."
5.1. Interministeriële Conferenties Volksgezondheid In 2005 heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een systematisch verslag van de belangrijke proefprojecten aan de Interministeriële Conferenties Volksgezondheid van juni en december overhandigd. In juni 2005 heeft de Interministeriële Conferentie ermee ingestemd dat de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een voorstel van alcoholplan op basis van de "Framework for Alcohol Policy in the WHO European Region" zou formuleren. In december 2005 hebben de ministers een Protocolakkoord inzake de TDI-registratie goedgekeurd. Twee ministers hebben het Protocol tijdens de Conferentie ondertekend. Aan de ministers werd er ook een stand van zaken gegeven wat betreft de ratificatie van het Samenwerkingsakkoord dat de Algemene Cel opricht. 5.2. Algemene Cel Drugsbeleid De Algemene Cel wordt officieel opgericht in het Samenwerkingsakkoord dat op 2 september 2002 door de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten is ondertekend10. De Algemene Cel heeft als doel een algemeen en geïntegreerd drugsbeleid uit te werken. Ze zal worden samengesteld uit de vertegenwoordigers van de verschillende Belgische regeringen op federaal, gewestelijk en gemeenschapsvlak. Na de oprichting van de Algemene Cel zal de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zoals in het verleden samenkomen, maar ze zal werken als werkcel van deze Algemene Cel. Er zal jaarlijks een Interministeriële Conferentie Drugs worden georganiseerd. De Algemene Cel zal worden belast met de opstelling van een jaarverslag over drugs waarin elk jaar aanbevelingen met het oog op de voortzetting van het drugsbeleid zullen worden gegeven en dat in het Parlement zal worden besproken. Elke partij die het Samenwerkingsakkoord van 2002 heeft ondertekend, moet dit akkoord ratificeren door een wet, een decreet of een ordonnantie. Zoals de vorige jaren is de Cel vooral bezig geweest met dit project. Enkel de Federale Regering, de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap hebben het decreet in 2003 en 2004 geratificeerd. De leden hebben zich er verschillende keren toe verbonden om het kabinet te wijzen op het belang van dit dossier. In 2005 hebben de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest uiteindelijk het decreet geratificeerd. Eind 2005 hadden het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de FGC en de GGC het akkoord nog niet geratificeerd. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest herinnerd aan de noodzaak van de ratificatie. De leden zijn van mening dat de Algemene Cel vanaf begin 2006 moet worden samengesteld vooraleer alle
10
Samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten voor een algemeen en geïntegreerd drugsbeleid (ondertekend op 2 september 2002).
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
11
Activiteitenverslag 2005
ratificaties effectief zijn gelet op het feit dat de procedures opgestart zijn. Op de twee Interministeriële Conferenties Volksgezondheid van 2005 (in juni en december) heeft men meegedeeld hoe ver het staat met de ratificatie zodat de ministers over de stand van zaken van de Algemene Cel zouden kunnen worden ingelicht. 5.3. Drugsplan voor België In het Actieplan Drugs 2005-2008 van de Europese Unie wordt er onder meer gevraagd dat de lidstaten een strategie of een nationaal drugsplan zouden uitwerken11. De leden vragen zich af of de Cel de aangewezen plaats is om een nationaal drugsplan uit te werken. De dienst Internationale Betrekkingen van de FOD Volksgezondheid is van mening dat de Cel Gezondheidsbeleid Drugs niet de geschikte plaats is om een algemeen drugsplan uit te werken. In de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zou de gezondheidspunten van de federale Beleidsnota 2001 evenwel opnieuw kunnen worden geactualiseerd. Dit punt werd in 2005 niet behandeld. 5.4. Alcoholactieplan Voor de WGO is het van belang een algemeen beleid op het vlak van gezondheid inzake alcohol te ontwikkelen. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van juni 2005 een officieel mandaat gekregen om een voorstel van beleidsplan inzake alcohol te formuleren. Dit alcoholplan zal gebaseerd worden op het Framework for Alcohol Policy van de WGO. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs beschikt over weinig informatie van de deelgebieden op het vlak van alcoholplannen. Ze vraagt dat ze op de hoogte zou worden gebracht van hun beleidsprioriteiten op dit vlak. Bepaalde deelgebieden antwoorden dat ze geen plan voor een welbepaalde substantie hebben, maar enkel voor de verslavingen in het algemeen. De vertegenwoordiger van de GGC vindt het niet coherent om een alcoholactieplan op te stellen, terwijl de doelstelling van de Federale Beleidsnota Drugs 2001 erin bestaat om alle illegale en legale drugs algemeen te behandelen. Het is bijgevolg contradictorisch om alcohol apart te behandelen en zo een andere koers te volgen. De Voorzitter vindt het goed dat alcohol een bijzondere aandacht krijgt. Er wordt beslist om in het Belgische alcoholactieplan het verzoek van de Duitstalige Gemeenschap op te nemen die zich zorgen maakt over het toegenomen gebruik van alcoholische dranken bij minderjarigen, met name onder de 16 jaar. De vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap stelt voor om de maatregelen en sancties tegen de verspreiders van alcohol, zoals de cafébazen, te verscherpen. Hij stelt eveneens voor om alcohol of sterke drank te herdefiniëren en te verbieden om die aan jongeren onder de 16 jaar
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
12
Activiteitenverslag 2005
te schenken. De Vlaamse Gemeenschap steunt dit voorstel en voegde haar opmerkingen bij de nota van de Duitstalige Gemeenschap. Het federale kabinet merkt op dat het verbod op de verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 impliceert dat alle alcoholische dranken, dus ook bier, uit de drankautomaten moeten worden gehaald die niet onder toezicht staan. De verkoop op die manier beperken, lijkt moeilijk aangezien de wetten ter zake ook het resultaat zijn van een overeenkomst met de verschillende actoren. De federale Minister van Volksgezondheid is geen voorstander van een volledig verkoopsverbod van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar. Hij wenst op dit vlak vooral de publiciteit en de promotie van alcohol te beperken. Sommige leden van de Cel vinden het zorgwekkend dat bier niet buiten het bereik van deze jongeren wordt gehouden. Alcopops zouden gevaarlijk zijn, aangezien de zoete smaak van deze voor jongeren bestemde alcoholische dranken aanzet tot alcoholgebruik. Wat de alcopops betreft zijn de leden van mening dat er een probleem met de definitie is en dit de controle zou bemoeilijken. Volgens sommige leden van de Cel dient men zich echter niet te focussen op de alcopops, maar moet men rekening houden met alle producten. Volgens de Voorzitter ligt het probleem in de manier van drinken; het is inderdaad vooral de consumptiewijze die voor problemen zorgt. Hij dringt erop aan dat alcoholproblemen, vooral bij jongeren, vroegtijdig zouden worden vastgesteld door de eerste lijn. Wat de verkoop van alcoholdranken betreft, zegt de vertegenwoordigster van de Franse Gemeenschap verbaasd te zijn over het feit dat de federale minister van Volksgezondheid en de sector een overeenkomst hebben gesloten over reclame met betrekking tot alcohol. De vertegenwoordigster van de Franse Gemeenschap is van oordeel dat deze overeenkomst niet strookt met de principes inzake gezondheidspromotie. Alsof de federale overheid uitsluitend bevoegd is wat betreft de verdeling van alcoholische dranken12. Dit is een gevoelig onderwerp en sommige leden staan terughoudend tegenover het idee om de alcoholindustrie te betrekken bij het alcoholbeleid. De vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap dringt er meermaals op aan dat het aspect volksgezondheid zou primeren boven het economische aspect. Vanaf juni 2005 werkt het wetenschappelijk secretariaat een eerste ontwerp voor een voorbereidend document voor het toekomstig alcoholplan uit. Dit voorbereidend document moet de discussie rond het alcohol plan zelf ondersteunen. Er is regelmatig een werkdocument aan de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs voorgelegd en hun opmerkingen of suggesties zullen in het plan worden opgenomen. Het voorbereidend document zal eerst door de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs worden goedgekeurd. Er wordt een definitief verslag verwacht tegen de Interministeriële Conferentie van juni 2006. 11
12
De tekst van het actieplan van de EU is "an overall national strategy and on or several action plans on drugs and to ensure that national strategies/action plans are in line with the EU Strategy/Actions Plans." Objective 1, Timetable: 2007. Dit op basis van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
13
Activiteitenverslag 2005
Hierna zal er een discussie met de Cel op gang worden gebracht over de prioriteiten en de doelstellingen van het plan. Deze discussie moet uitmonden in een voorstel van actieplan dat aan de ministers tijdens de Interministeriële Conferentie van december 2006 zal worden voorgelegd13. 5.5. Anti-Tabaksfonds Sinds 2004 hebben de leden van de Cel heel wat problemen behandeld die verband houden met het Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik, dat we hier verder het Anti-Tabaksfonds zullen noemen. In december 2003 heeft de Interministeriële Conferentie gevraagd dat de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een overlegstructuur inzake de problemen m.b.t. het tabaksgebruik zou vormen. Volgens het Protocolakkoord vallen “alle substanties” onder de bevoegdheid van de Cel; bovendien is het in het kader van een geïntegreerd beleid voor de meeste leden van de Cel van belang om het concept verslaving in het algemeen te verdedigen. De oprichting van dit Fonds had als doel de maatregelen inzake de bestrijding van het tabaksgebruik toe te passen. Het bedrag dat voor dit Fonds is vrijgemaakt, is afkomstig van de taksen op tabak en wordt door het RIZIV verstrekt. In 2003 voorzag een ontwerp van overeenkomst met de Gemeenschappen en de Gewesten in twee miljoen euro voor een gemeenschappelijk Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik. Maar inzake dit voorstel heeft de Raad van State een negatief advies gegeven. Volgens dit advies mag de Federale regering geen activiteiten financieren die tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten behoren. Tegelijk is het wel mogelijk voor de partijen om een gezamenlijke instelling in het leven te roepen die acties financiert die onder onderscheiden bevoegdheidsniveaus vallen, op voorwaarde dat er ook een bijdrage van middelen voorzien wordt door de Gemeenschappen en Gewesten. Deze bijdrage moet niet noodzakelijk de vorm hebben van financiële middelen: ze kan ook bestaan uit personeelsleden, infrastructuur en dergelijke. De vertegenwoordigers van de deelgebieden in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zijn van mening dat zelfs al bestaat er geen formeel ondehandelingsakkoord, het van belang is dat het beleid inzake tabaksgebruik in overleg met de Gemeenschappen en de Gewesten gebeurt teneinde overlappingen tussen de projecten van de verschillende deelgebieden en de Federale Staat te vermijden en een algemeen en geïntegreerd beleid te ontwikkelen In januari 2005 betreurt de Cel dat het niet over informatie betreffende het Anti-Tabaksfonds beschikt. De leden wensen dat het federale kabinet vooruitgang zou kunnen boeken m.b.t. de besprekingen met de kabinetten van de deelgebieden over het Anti-Tabaksfonds. Verscheidene leden wensen dat de activiteiten duidelijk in kaart zouden worden gebracht en het Fonds snel zou worden opgericht.
13
Bovendien zal de minister van de Vlaamse Gemeenschap, Inge Vervotte, eind november 2006 een conferentie over alcohol en gezondheid organiseren. Eindresultaat is een voorstel van gezondheidsdoelstelling voor tabak, alcohol en drugs ; een selectie van preventiestrategieën, en een inschatting van het budget dat nodig is om de strategieën uit te voeren. De nadruk zal hier liggen op de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap. Omtrent de federale bevoegdheden zullen wel aanbevelingen geformuleerd worden.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
14
Activiteitenverslag 2005
De Vlaamse Gemeenschap wijst op de noodzaak van een duidelijk en concreet plan voor het Anti-Tabaksfonds. De huidige regeling volstaat niet: de federale minister subsidieert momenteel alleen en naar eigen goeddunken preventieprojecten met het geld van het fonds. Dat druist niet enkel en alleen in tegen de verdeling van de bevoegdheden, maar bovendien wordt er hieromtrent onvoldoende informatie verspreid. De vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap wensen dat de oprichting van het Anti-Tabaksfonds in de lijn van het voorstel van 2003 zal liggen, waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Raad van State. In april 2005 verklaart de vertegenwoordigster van het federale kabinet dat het AntiTabaksfonds enkel door de federale regering zal worden gebruikt. Vele maatregelen vallen onder de bevoegdheid van de Federale Staat, met name: het verbod van verkoop aan jongeren onder de 16-jaar, hulp bij stoppen met roken door artsen, enz… De vertegenwoordigster van de Franse Gemeenschap vindt het jammer dat er geen overleg over de gerealiseerde acties met de Gemeenschappen en de Gewesten plaatsvindt en dat de Federale Staat in deze materie geen beroep doet op de Gemeenschappen en de Gewesten. Ze voegt eraan toe dat de maatregelen van de federale overheid, zoals de longen op de verpakkingen en verbod van verkoop aan minderjarigen, waarschijnlijk niet door de deelgebieden aanvaard zullen worden. Het federale kabinet merkt op dat het verbod om in openbare plaatsen te roken, net als de waarschuwingsteksten op de verpakkingen, preventiemaatregelen zijn. Het beleid inzake hulp bij stoppen met roken maakt ook deel uit van dat algemene beleid van nicotinebestrijding. De vertegenwoordigster van het federale kabinet heeft bevestigd dat als de deelgebieden interessante projectvoorstellen hebben, de federale overheid die misschien zal goedkeuren, maar op dit ogenblik heeft de federale overheid geen enkel concreet voorstel ontvangen. In juni 2005 is op een interkabinettenvergadering over het Anti-tabaksfonds beslist dat een deel van het geld van het Anti-tabaksfonds in 2006 gebruikt zal mogen worden door de Gemeenschappen en de Gewesten voor initiatieven in het kader van de strijd tegen het roken, op voorwaarde dat dit geld gebruikt wordt voor bijkomende acties en niet voor de gebruikelijke acties die door de Gemeenschappen en de Gewesten worden ondernomen14. Rond half 2005 heeft het federale kabinet de Cel Gezondheidsbeleid Drugs ingelicht wat er gebeurt is met de 2 miljoen euro die door het RIZIV is verstrekt. Het begeleidingscomité van dit fonds is samengesteld uit één vertegenwoordiger van het RIZIV, 2 vertegenwoordigers van het kabinet, 2 vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid en 2 deskundigen inzake tabaksgebruik (één van het Bordet Instituut en één van de Stichting tegen Kanker). Het eerste 14
Op deze vergadering werd afgesproken dat zou worden gezocht naar een juridische mogelijkheid om alsnog een samenwerkingsakkoord af te sluiten in de geest van het eerste voorstel (Aelvoet-Tavernier). Langs de kant van de Gemeenschappen en Gewesten zou een inventaris worden gemaakt met de huidige besteding van de middelen, die zouden kunnen gelden als bijdrage in het fonds, om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Raad van State. De gemeenschappen en gewesten waren akkoord dat er garanties moesten worden ingebouwd dat de middelen uit het fonds enkel gebruikt kunnen worden binnen de eigen bevoegheden, en enkel voor extra initiatieven (en niet om de bestaande financiering te vervangen). De federale overheid zou een nieuw voorstel van samenwerkingsakkoord opmaken, waarin rekening wordt gehouden met deze afspraken en met de opmerkingen van de Raad van State.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
15
Activiteitenverslag 2005
begeleidingscomité vond plaats in juni 2005 en het tweede eind september. Het fonds zal voornamelijk gebruikt worden om preventieve acties te ondersteunen die door de Federale Staat zijn vastgelegd. De lijst met de leden en projecten alsook de bedragen van het Comité van het Anti-Tabaksfonds zijn aan de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs meegedeeld15. De vertegenwoordigster van de Franse Gemeenschap heeft navraag gedaan bij het federale kabinet wie het project inzake “de steun bij ontwenning aan jongeren” zal dragen, een project waaraan 400.000 euro zal worden besteed. Het federale kabinet antwoordt dat de drager van het project nog niet duidelijk is geïdentificeerd, maar het antwoord tegen de volgende vergadering van de Beleidscel zal worden gegeven. Het federale kabinet kan voorstellen aanvaarden, maar wijst erop dat het om een bicommunautaire operator zal moeten gaan. Als antwoord op een vraag van de Vlaamse Gemeenschap omtrent het weinig aantal Vlaamse projecten antwoordt het federale kabinet in oktober 2005 dat er inderdaad weinig zijn langs Vlaamse kant (één), maar dat er ook weinig Waalse projecten zijn (enkel twee). Dat stemt evenwel ook overeen met het weinige aantal projecten die werden ingediend. Het overgrote deel van de projecten zijn bicommunautair. Het kabinet wijst erop dat het gaat om een federaal fonds en niet om een communautair fonds. 5.6.
Overleg inzake zorgcircuits, zorgcoördinatoren en netwerken inzake verslaving Op het vlak van zorgnetwerken en –circuits in België dreigen er evenwel tegenstrijdigheden tussen de acties van de Federale Staat en die van het Waals Gewest te ontstaan. In het Waals Gewest werd in 2003 een decreet betreffende de verslavingsnetwerken vastgelegd, terwijl in de FOD Volksgezondheid sinds 2002 een proefproject betreffende zorgcoördinatoren loopt. Het Waals Gewest krijgt hier vaak vragen over en de zorgcoördinatoren hebben vragen. Beide projecten hebben een gemeenschappelijke doelstelling die erin bestaat formele samenwerkingsakkoorden tussen de partners te sluiten die met druggebruikers werken, en dit hoofdzakelijk in het domein van de zorg. principalement dans le domaine des soins. Zoals de vertegenwoordigster van het Waals Gewest evenwel opmerkt, hebben beide projecten een verschillende filosofie. Op federaal niveau is de coördinatie immers gericht op het zorgaanbod, terwijl ze bij het Waals Gewest om de behoeften van de begunstigden draait. Desondanks is er nood aan samenwerking tussen de twee projecten. Het wetenschappelijk secretariaat moet de standpunten en de nodige informatie inzamelen. In september vat het wetenschappelijk secretariaat de verzamelde informatie over de zorgnetwerken en de zorgcircuits samen. Het project betreffende de zorgcoördinatoren van de FOD Volksgezondheid heeft dezelfde doelstellingen als het decreet van het Waals Gewest wat verslavingen betreft; er bestaat dus een risiso op overlappingen. Aangezien geen enkel netwerk vóór midden 2006 operationeel zal zijn, overlappen de projecten van de federale
15
In deze lijst werden slechts één of twee projecten niet toegewezen.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
16
Activiteitenverslag 2005
overheid en die van het Waals Gewest elkaar op dit ogenblik niet. Hoewel het op dit moment niet noodzakelijk lijkt om hiervoor een werkgroep van de Cel te laten samenkomen, is het van belang dat de overheden samenwerken om de projecten eventueel aan te passen in overleg met de projecten geestelijke gezondheid van de Federale Staat die eveneens betrekking hebben op de zorgnetwerken en –circuits16. Er loopt momenteel op dit vlak geen ander officieel project van de andere overheden. 5.7. Gokverslaving In 2003 en 2004 kwam in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs meermaals de problematiek van de gokverslaving aan bod. Bovendien hebben de Voorzitter en een lid van het wetenschappelijk secretariaat deelgenomen aan een werkgroep omtrent gokverslaving. Deze werkgroep is afhankelijk van een andere federale overheidsdienst, maar er kwam geen vervolg. Eind 2005 heeft de minister van de Franse Gemeenschap aan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs gevraagd om over een probleem inzake kansspelen te discussiëren. Het gaat om een nieuw spel van de Nationale Loterij dat zou kunnen leiden tot een verslavingsprobleem. Dit nieuwe spel zal uiteindelijk niet op de Belgische markt worden gebracht. Er volgt evenwel een discussie omtrent de bevoegdheden van de Cel op dit vlak. Volgens het federale kabinet valt gokverslaving niet onder de bevoegdheid van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs. Het federale kabinet wenst zich te houden aan het wettelijke kader. Immers is er enkel en alleen sprake van producten in het Protocolakkoord voor de Cel Gezondheidsbeleid Drugs en het Samenwerkingsakkoord voor de Algemene Cel. De Voorzitter licht toe dat de Cel Gezondheidsbeleid Drugs voorheen gewerkt heeft rond gokverslaving, maar dat er in het Protocolakkoord van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs inderdaad enkel en alleen sprake is van “bewustzijnsbeïnvloedende producten”. Desondanks zijn de problemen inzake verslaving aan psychoactieve substanties en gokverslaving, volgens de Voorzitter en de andere leden, nauw met elkaar verwant. Sommige leden merken op dat de beroepsbeoefenaars op het terrein op een verschillende manier met de verslaving aan bepaalde producten, gokken of het internet, worden geconfronteerd. Deze afsplitsing inzake de verschillende verslavingen verklaart misschien waarom de overheid zo weinig initiatieven neemt om de gokverslaving te bestrijden. Mocht dit onderwerp samen worden besproken met de andere verslavingen, zou het misschien op een correctere manier worden behandeld. Een lid voegt toe dat de tendens nu bestaat om een groepering van de verslavingen op het terrein te maken, aangezien die verslavingen zeer gelijkaardig zijn. Bijgevolg wensen de Voorzitter en de andere leden, behalve het federale kabinet, de drugsproblematiek in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs te behandelen zoals dit in het verleden het geval was.
16
Beleidsnota betreffende de geestelijke gezondheid, mei 2005, van de federale minister van Volksgezondheid (http://www.rudydemotte.be/communiques_asp/samfr.doc)
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
17
Activiteitenverslag 2005
Aangezien het belangrijk is dat de gokverslavingsproblematiek wordt behandeld, wordt er tot slot voorgesteld dat, door de Franse Gemeenschap, aan de Interministeriële Conferentie van juni 2006 zal worden gevraagd waar dit probleem moet worden behandeld: in de Task Force geestelijke gezondheidszorg of in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs. 6.
SPECIFIEKE TAKEN VAN DE CEL GEZONDHEIDSBELEID DRUGS Hieronder is er een inventaris opgenomen met de documenten of concrete verwezenlijkingen van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs.
6.1. Inventaris "Centraliseren, aanvullen en bijhouden van een gedetailleerde inventaris van de op het vlak van drugs en verslaving bevoegde overheden en instellingen, organen, gespecialiseerde centra, onderzoekscentra, gesubsidieerde en/of erkende universiteiten die zich toespitsen op één of meerdere aspecten van de drugsproblematiek.” Deze inventaris is opgesteld aan de hand van de studie "Drugs in cijfers"17 en aan de hand van een heractualisatie van de studie die in 2005 is opgestart. Deze nieuwe studie wordt geleid door de Universiteit Gent en de “Université Libre de Bruxelles” en wordt gefinancieerd door het Federaal Wetenschapsbeleid. 6.2. Adviezen en aanbevelingen “Uitbrengen van gemotiveerde adviezen en aanbevelingen betreffende de harmonisatie van het beleid en de acties inzake drugs en de doeltreffendheid ervan op eigen initiatief of op verzoek van de contracterende overheden.” Als antwoord op een verzoek van de WGO nam de Cel Gezondheidsbeleid Drugs het initiatief om aan de Interministeriële Conferentie van juni 2005 te vragen een voorstel van alcoholplan te formuleren. Naar aanleiding van het akkoord van de ministers van Volksgezondheid heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een ontwerp van dit plan in 2005 opgesteld. Hierboven vindt u bijkomende informatie. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft regelmatig haar advies gegeven over bepaalde vragen vanwege internationale organisaties zoals de Europese Unie, de WGO of de VN. Hieronder vindt u de voornaamste dossiers: 6.2.1. Vragen van de Europese Unie
Follow-up from the 18 June 2003 Council Recommendation on Drugs: de Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft een vragenlijst van de Europese Unie betreffende de “Followup from the 18 June 2003 Council Recommendation on Drugs” herzien en opmerkingen
17
Casselman, J., De Ruyver, B., Pelc, I. (2004). Drugsbeleid in cijfers: studie naar de betrokken actoren, overheidsuitgaven en bereikte doelgroepen. Brussel: Federaal Wetenschapsbeleid.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
18
Activiteitenverslag 2005
hierover geformuleerd. De opmerkingen zijn in een vragenlijst opgenomen die aan de dienst Internationale Betrekkingen van de FOD Volksgezondheid is toegestuurd. Verslag van de Europese Unie van Peter Anderson over alcohol: In december 2005 licht Barbara Vanden Bulcke toe dat wat betreft het verslag-Anderson, een verslag over alcohol en gezondheid, de Europese Commissie vraagt dat de Lidstaten onafhankelijke experts aanwijzen die hun commentaar over dit verslag leveren. De leden zullen de naam en de gegevens van de gekozen experts tegen januari 2006 toezenden. 6.2.2. Vragen van de WGO
Aanwijzing van een vertegenwoordiger bij de WGO voor het alcoholbeleid: In januari licht de Voorzitter de Cel Gezondheidsbeleid Drugs erover in dat er een vertegenwoordiger voor België bij de WGO inzake het Europees alcoholactieplan 2000-2005 moet worden aangewezen. De Voorzitter stelt voor dat de Cel België vertegenwoordigt, net zoals in Frankrijk waar MILDT of “Mission Interministérielle de Lutte contre la Drogue et la Toxicomanie” het land vertegenwoordigt. Bepaalde leden zijn van mening dat de Cel België niet kan vertegenwoordigen, aangezien de Cel een adviesorgaan is en geen beslissingsorgaan. De Algemene Cel Drugsbeleid is beter geplaatst om België te vertegenwoordigen. De Vlaamse Gemeenschap wenst dat Barbara Vanden Bulcke, attaché aan de administratie Gezondheid bij de Vlaamse Gemeenschap, België in permanent overleg met de Cel zou vertegenwoordigen. Aangezien de andere leden geen bezwaar hebben tegen de kandidatuur van Barbara Vanden Bulcke, heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een officieel advies in die zin aan de terzake bevoegde federale minister gezonden. Dit advies is als bijlage toegevoegd. Barbara Vanden Bulcke werd dus aangewezen als officiële Belgische vertegenwoordigster bij het Europees bureau van de WGO voor wat alcohol betreft. Vragenlijst met betrekking tot de "WHO Alcohol Control Database": Barbara Vanden Bulcke, die België bij het Europees regionaal bureau van de WGO vertegenwoordigt, heeft zich gebogen over de vragenlijst "WHO Alcohol Control Database". Deze vragenlijst werd aan de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs uitgedeeld die hun opmerkingen hebben gemaakt over het gewijzigde document dat in september 2005 aan de WGO is teruggestuurd. "Framework for Alcohol Policy in the European Region" van de WGO: In mei 2005 stelt Barbara Vanden Bulcke het document "Framework for Alcohol Policy" van de WGO voor dat aan de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs is uitgedeeld; in het document wordt er een overzicht gegeven van de doelstellingen en activiteiten van de WGO, haar lidstaten en de Europese Unie in verband met hun beleid inzake alcohol. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs moest in september 2005 commentaar geven op dit document voor het uitvoerend comité van de WGO. De leden hebben tijdens de vergadering de volgende opmerkingen gemaakt: •
In het document staat dat alcoholindustrie positieve gevolgen heeft voor de economie, maar men heeft het niet over de indirecte economische kost van de schade die wordt veroorzaakt door alcoholgebruik.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
19
Activiteitenverslag 2005
•
Er zijn verschillen ter zake tussen de WGO en de Europese Unie. De WGO staat weigerachtig tegenover een deelname van de alcoholproducenten aan het debat, terwijl de Europese Unie hun deelname wel accepteert. Het is belangrijk het Belgisch standpunt ter zake te kennen en te zorgen voor goede afspraken zodanig dat adequaat op deze tegengestelde standpunten gereageerd kan worden. Voor de vertegenwoordiger van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie lijkt het logisch dat geen rekening wordt gehouden met de mening van de alcoholproducenten in een gezondheidsdebat. De Voorzitter geeft aan dat de Europese Unie sommige wijnbouwers subsidieert en dus ook rekening houdt met hun standpunt. Men moet in elk geval een positie innemen, of de aandacht vestigen op het feit dat de Europese Unie en de WGO verschillende standpunten innemen.
•
Het belang van preventie is ondergewaardeerd in het document: er worden geen preventiemaatregelen geformuleerd.
6.2.3. Organisatie van de Verenigde Naties
Vragenlijst United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) : de Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft het epidemiologische onderdeel van de door UNODC gevraagde jaarlijkse vragenlijst betreffende drugs behandeld. 6.3. Voorstellen tot verbetering van de kwaliteit van de gegevens "Voorstellen formuleren teneinde de kwaliteit van de gegevens en de informatie te verbeteren die aan de Cel door elk van de contracterende overheden wordt bezorgd teneinde de hiervoor gedefinieerde taken te optimaliseren.” Eén van de aanbevelingen van het driejaarlijks verslag is een procedure in te voeren zodat de Cel een advies over de beleidsprojecten zou kunnen geven vooraleer die worden geïmplementeerd, dit met het oog op een geïntegreerd beleid. In 2005 werd evenwel geen gevolg aan dit voorstel gegeven. 6.4. Samenwerkingsprotocollen "Samenwerkingsprotocollen voorstellen en voorbereiden teneinde de concrete doelstellingen te halen die door overleg werden vastgelegd. Die doelstellingen worden aan de hand van concrete indicatoren geëvalueerd.” Tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van december 2005 hebben de ministers van Volksgezondheid een protocolakkoord goedgekeurd. Dit Protocolakkoord, dat reeds onder het punt “Globaal inzicht” werd beschreven, is erop gericht een gemeenschappelijke methodologie voor de inzameling van de Treatment Demand Indicator te implementeren. Op 1 januari 2007 moet met deze registratie worden begonnen teneinde aan de verplichtingen van de Europese Unie tegemoet te komen door tegen 2008 gegevens aan het EWDD toe te sturen.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
20
Activiteitenverslag 2005
6.5. Driejaarlijks verslag "het verslag bedoeld in artikel 6 opstellen." Het driejaarlijks verslag dat in 2004 is opgesteld, werd officieel door alle ministers van Volksgezondheid in 2005 goedgekeurd18.
18
Het driejaarlijks verslag is beschikbaar op de website van de FOD Volksgezondheid: www.health.fgov.be onder de rubriek Mijn gezondheid/Gezondheidsrisico/Drugs.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
21
Activiteitenverslag 2005
7.
WERKING VAN DE CEL
7.1. Samenstelling van de Cel in december 2005 Overheid
Werkend lid
Plaatsvervangend lid
Federale Staat Kabinet-Demotte (voor Volksgezondheid)
Isidore Pelc
Stan Ansoms
Kabinet-Demotte (voor Volksgezondheid)
Patricia Bernaert
Kalila Hajjar
Kabinet-Demotte (voor Sociale Zaken)
François Perl
Kabinet-Demotte (voor Sociale Zaken)
Geert Verscuren
Kathleen Haelterman
Kabinet-Vervotte
Luc Vuylsteke de Laps
Marijs Geirnaert
Kabinet-Vervotte
Barbara Vanden Bulcke Dirk Dewolf
Kabinet-Vervotte
Alexander Witpas
Karen Fredrix
Tatiana Pereira
Fabienne Hariga
Isabel del Valle Lopez
Hugues Reyniers
Hubert Beckers
Murielle Mendez
Dominique Maun
Valérie Paternotte
Marc Vanderveken
Henry de Generet
Vlaamse Gemeenschap
Franse Gemeenschap Kabinet-Fonck Waals Gewest Kabinet-Vienne Duitstalige Gemeenschap Kabinet-Gentges FGC Kabinet-Cerexhe GGC Kabinet-Cerexhe/-Vanhengel
7.2. Wetenschappelijk secretariaat Net zoals tijdens de vorige jaren heeft het personeel van de Cel Drugs van de FOD Volksgezondheid ingestaan voor het wetenschappelijk secretariaat van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs en de follow-up van de dossiers, onder leiding van Pol Gerits, hoofd van de Dienst Psychosociale Gezondheidszorg waaronder de Cel Drugs valt: •
Vooral Isabelle Demaret stond in voor het wetenschappelijk secretariaat en de follow-up van de meeste dossiers, onder meer het voorzitterschap en het beheer van de TDIwerkgroep met het WIV.
•
Kurt Doms stond in voor het alcoholplan en als coördinator van de Cel Drugs voor de verdeling en het volgen van het bijkomend werk aan de andere leden van de Cel Drugs.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
22
Activiteitenverslag 2005
•
Dominique Bonarelli zat de technische Cel voor en stond in voor het beheer ervan, (volgens het KB van 19/03/2004 tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen).
Andere leden van de FOD Volksgezondheid van buiten de Cel Drugs hebben nauwgezet aan de internationale dossiers gewerkt: Sophie Dessalle, van de Dienst Internationale Betrekkingen, en Marie Absil, van de Dienst Psychosociale Gezondheidszorg, hebben informatie op internationaal vlak verstrekt en ingestaan voor de internationale vragenlijsten. Leen Meulenbergs, die de Dienst Internationale Betrekkingen leidt, heeft ook veel hulp in het kader van bepaalde internationale vragenlijsten geleverd. 7.3. Agenda De Cel kwam in 2005 9 keer samen: • •
18 januari 15 februari
•
19 april
• •
17 mei 21 juni
•
20 september
• •
18 oktober 22 november
•
20 december
Naar aanleiding van de verhuis van de diensten van de FOD Volksgezondheid werd de vergadering van maart geschrapt. In 2005 hebben de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs of hun vertegenwoordigers aan andere vergaderingen in het kader van de door de Cel Gezondheidsbeleid Drugs behandelde dossiers deelgenomen: zo heeft de technische Cel ongeveer 6 keer vergaderd en de TDIwerkgroep 7 keer. 7.4. Activiteitenverslag 2005 De draftversie van het activiteitenverslag 2005 is aan de leden van de Cel voor de vergadering van maart 2006 bezorgd. De leden hebben opmerkingen doorgestuurd. Deze opmerkingen zijn in het rapport geïntegreerd. Tijdens de vergadering van april 2006 hebben de leden het rapport met deze opmerkingen goedgekeurd.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
23
Activiteitenverslag 2005
III. Subsidies De Cel Gezondheidsbeleid Drugs wordt door de verschillende overheden gefinancieerd volgens het Protocolakkoord van 31 mei 2001 waarin in art. 5, §1er de betalingsregels worden vermeld. De jaarlijks geïndexeerde bedragen moeten vóór de maand van het jaar waarop ze betrekking hebben, worden gestort.
Bedragen in euro voor 2005, aangepast aan de index van december 2004 (114,25) Index mei 2001 108.43
Berekening:
(Bron: http://www.mineco.fgov.be)
(Oorspronkelijk bedrag dat in het Protocolakkoord is vastgelegd) x (gezondheidsindex december 2004) index mei 2001 OF (Oorspronkelijk bedrag dat in het Protocolakkoord is vastgelegd) x 114,25 108.43 Overheid
Berekening
Totaal
Federale Regering
89.539,14 x 114,25 108.43
94.345,16 €
Vlaamse Gemeenschap
40.604,96x 114,25 108.43
42.784,43 €
Franse Gemeenschap
20.476,01 x 114,25 108.43
21.575,06 €
Waals Gewest
13.014,41 x 114,25 108.43
13.712,96 €
GGC
4.945,48 x 114,25 108.43
5.210,92 €
FGC
4.945,48 x 114,25 108.43
5.210,92 €
Totaal van de subsidies voor de Cel Gezondheidsbeleid Drugs voor 2005:
182.839,45 €
79 % is voor het personeel voorbehouden:
144.443,17 €
21 % is voor de werkingskosten voorbehouden:
38.396,28 €
De officiële aanvraag voor de subsidies van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs voor 2005 werd in maart 2005 aan de overheden toegestuurd.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
24
Activiteitenverslag 2005
IV. Evaluatie 2005 Net zoals in de vorige activiteitenverslagen wensen we in het laatste hoofdstuk enkele algemene opmerkingen over de activiteiten van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs te formuleren. 1.
DE FOLLOW-UP VAN DE PUNTEN OP DE VERSCHILLENDE VERGADERINGEN Niettegenstaande het wetenschappelijk secretariaat net zoals vorig jaar systematisch ingestaan heeft voor de follow-up van de verschillende punten op de verschillende vergaderingen, moet worden opgemerkt dat de follow-up van deze punten niet altijd even gemakkelijk is verlopen wegens de afwezigheid van bepaalde leden van de cel die bovendien niet altijd door een plaatsvervangend lid werden vervangen. Het is evenwel spijtig dat het federale kabinet niet altijd aanwezig kon zijn dat immers de drijvende kracht achter het algemeen en geïntegreerd drugsbeleid is.
2.
PROBLEEM VAN BEVOEGDHEDEN De verdeling tussen verschillende overheden van de bevoegdheden inzake gezondheid en drugs heeft geleid tot de oprichting van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs en de Algemene Cel. De oprichting van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft nochtans niet alle problemen opgelost en de leden zelf van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zijn het niet altijd eens over de op basis van hun respectieve bevoegdheden genomen acties: de Federale Minister van volksgezondheid is enkele keren bekritiseerd vanwege zijn preventieacties die onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen zouden vallen, terwijl het federale kabinet voor eigen bevoegdheden op het vlak van secundaire preventie ijvert. Er blijft onduidelijkheid bestaan over de bevoegdheden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs: bepaalde leden lijken de discussie over bepaalde projecten te weigeren onder het voorwendsel dat die projecten uitsluitend onder hun bevoegdheid vallen. De Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft evenwel als doel de verschillende beleidsprojecten op elkaar af te stemmen en niet enkel en alleen te discussiëren over projecten onder gemengde bevoegdheid.
3.
SAMENWERKING INZAKE GEMEENSCHAPPELIJKE PROJECTEN EN SAMENWERKINGSAKKOORDEN Niettegenstaande bepaalde spanningen op het vlak van de bevoegdheden heeft men over talrijke projecten openhartig kunnen discussiëren. Deze openhartigheid heeft als voordeel dat de verschillende leden over de lopende projecten worden ingelicht, maar het resultaat ervan is niet altijd een akkoord of overlegde beleidsprojecten. In 2005 hebben de Interministeriële Conferenties Volksgezondheid het evenwel mogelijk gemaakt beslissingen op het vlak van
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
25
Activiteitenverslag 2005
alcohol en de TDI-registratie te nemen. Een beroep doen op de ministers in het kader van deze conferenties vormt een efficiënte en relatief eenvoudige methode om een richting aan een bepaald dossier te geven (akkoord over een voorstel van alcoholplan door de Cel Gezondheidsbeleid Drugs), een voorakkoord te bekrachtigen of een akkoord door de ministers te laten ondertekenen (TDI-protocolakkoord). 4.
DE VRAGEN EN DE CONVENTIES VAN DE INTERNATIONALE ORGANISATIES In 2005 heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zich in het bijzonder gewijd aan de internationale vragen. Dankzij de samenwerking van verschillende leden van de FOD Volksgezondheid en Barbara Vanden Bulcke, lid van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs en Belgisch vertegenwoordigster bij het Europees bureau van de WGO inzake alcohol, heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs regelmatig informatie over de internationale organisaties en hun beslissingen op het vlak van drugs en gezondheid ontvangen. Via deze samenwerking heeft de Cel Gezondheidsbeleid Drugs een antwoord op de internationale vragen kunnen geven door het standpunt van de Federale Staat en de deelgebieden te kennen te geven. Bovendien kan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs, waarin de leden van de verschillende overheden inzake volksgezondheid zitting hebben, door middel van overleg en akkoorden ervoor zorgen dat België sneller zijn internationale verplichtingen nakomt: zo vroeg de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zich regelmatig af of de ratificatie van de verdragen rond was; de Cel Gezondheidsbeleid Drugs heeft een werkgroep bijeengeroepen om de TDI-registratie opnieuw op gang te brengen (voor de Europese Unie) en ze heeft een voorstel van alcoholplan geformuleerd (waarbij ze de aanbevelingen van de WGO heeft gevolgd). Dankzij de werkzaamheden inzake de internationale vragen kan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs haar taak sneller uitvoeren die erin bestaat een algemeen en geïntegreerd beleid te bevorderen. De internationale resoluties en aanbevelingen die aan de Cel Gezondheidsbeleid Drugs worden toegezonden, zijn immers reeds het resultaat van onderhandelingen tussen verschillende landen. De Belgische Staat heeft reeds een akkoord goedgekeurd wanneer het de Cel Gezondheidsbeleid Drugs bereikt. Die akkoorden worden over het algemeen niet door de leden van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs betwist. Bijgevolg wordt de afhandeling van bepaalde dossiers bespoedigd wanneer er een internationale resolutie komt. Aangezien de WGO aan alle Lidstaten aanraadt om over een alcoholplan te beschikken, heeft niemand het belang in twijfel getrokken om een geïntegreerd alcoholplan in de Cel Gezondheidsbeleid Drugs op te stellen. Zo werd ook de noodzaak om de behandelingsaanvragen (TDI) te registreren niet in twijfel getrokken, aangezien dit deel uitmaakt van de Europese verplichtingen van België. Aangezien de Cel Gezondheidsbeleid Drugs wenst te werken aan een algemeen en geïntegreerd gezondheidsbeleid, heeft ze er soms alle belang bij om zich te baseren op resoluties inzake gezondheid uitgaande van internationale instellingen zoals de WGO en de Europese Unie.
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-
26
Activiteitenverslag 2005 - Afkortingen
Afkortingen
FGC
Franstalige Gemeenschapscommissie
GGC
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Algemene Cel
Algemene Cel Drugsbeleid
EWS
Early Warning System
RIZIV
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
WIV
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (www.iph.fgov.be)
EWWD
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (www.emcdda.eu.int)
ICVM
Internationaal Controleorgaan van Verdovende Middelen van de VN
FOD
Federale Overheidsdienst
TDI
Treatment Demand Indicator
UNODC
United Nations Office on Drugs and Crime
- Cel Gezondheidsbeleid Drugs
-