Activiteitenverslag 2010
2
Activiteitenverslag 2010
IMEA Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening Antwerpen Opdrachthoudende vereniging
ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Jaarvergadering 23 juni 2011
Activiteitenverslag 2010
3
Inhoud Woord vooraf
6
Voorstelling van de distributienetbeheerder 9 Identiteit 10 Contactmogelijkheden 11 Deelnemers 12 Distributiegebied 13 Bestuur en toezicht 14 Verslag van de raad van bestuur 17 Inleiding 18
4
Marktwerking in 2010 • Distributienettarieven tussentijds aangepast door gestegen milieubijdrage • Bonus-malus 2009 • Injectietarieven afgeschaft bij decreet • Vernieuwde technische reglementen • Aantal installaties hernieuwbare energie • Aangepaste steunmaatregelen groene stroom • Solidariseringsmechanisme opkoopkost certificaten zonnepanelen • Online melden lokale productie • Aansluitbaarheidsgraad aardgas • Scheiding gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten • Clearing House • Einde ICT-stappenplan • Federale ombudsdienst operationeel
19
Algemeen beleid • Voorstel tot wijziging kapitaalstructuur • Extranet • Tevredenheidsenquête bestuurders • Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. koppelpunten distributienetten • Volmachtverlening aan Eandis inzake bestellingen • Samenaankoop elektriciteit en aardgas • Retributiereglement verlengd • Samenwerkingsovereenkomst Eandis-Aquafin inzake verplaatsingsdossiers • Project GIPOD, stand van zaken • Centrum voor openbaar domein Asset Management (CoDAM) • Rapportering omtrent kwaliteit dienstverlening
27
IMEA als sociale leverancier • Evolutie sociale openbaredienstverplichtingen • Onze contacten met de klanten • Inningmandaat voor verrekening tussen Vlaamse gemengde distributienetbeheerders
32
Activiteitenverslag 2010
Rationeel energiegebruik en milieu • Project EDLB • REG-actieplan 2010 • REG-actieplan 2011 • Premies voor beschermde klanten • Project dakisolatie voor sociale huisvestingsmaatschappijen • Nieuw pilootproject dakisolatie Vlaanderen • Huishoudelijke energiescans • Aardgasfonds • REG-fonds Fluxys • Forfaitprijzen onderhoud openbare verlichting • LED in openbare verlichting • Earth Hour en Nacht van de Duisternis
33
Investeringsprogramma’s • Gerealiseerde investeringen in 2010 • Budget 2011 • Driejaarlijkse investeringsplannen
40
Eandis • Slimme meters • Slimme netten • Uniforme klachtenprocedure • Klantentevredenheid • 2e aannemersprijs Eandis • Elektrische voertuigen • Uitgifte obligatielening • Huis-aan-huisblad
42
Verslag corporate governance comité
45
Beknopte jaarrekening 51 Inleiding 52 Balans per 31 december 2010 53 Resultaten elektriciteit 2010 54 Resultaten aardgas 2010 55 Dividenden openbare deelnemers 56 (Uitgebreide financiële gegevens kan u terugvinden in het ‘Financieel verslag 2010’ dat samen met het activiteitenverslag het jaarverslag vormt en dat op eenvoudige aanvraag verkrijgbaar is via ‘
[email protected]’). Verklarende woordenlijst
59
Activiteitenverslag 2010
5
Woord vooraf Geachte lezer, Graag blik ik terug op het voorbije jaar 2010. Zoals u in dit jaarverslag kunt lezen, was het een rijke oogst, met tal van successen en realisaties op diverse domeinen. We spelen in onze regio een cruciale rol in alles wat met de distributie van elektriciteit en aardgas te maken heeft. Op technisch vlak staan we aan de top van Europa. We behoren tot de besten qua betrouwbaarheid van de netten en de leveringszekerheid. We zetten alles in het werk om via ons distributiebedrijf Eandis een optimale dienstverlening aan onze klanten te garanderen, met bijzondere aandacht voor een goede bereikbaarheid, snelle interventies, kortere doorlooptijden van dossiers, minder hinder bij werken, en een doeltreffende klachtenbehandeling. We willen ook inspelen op de macro-economische omgeving waarin we actief zijn. Het gebruik van elektriciteit en aardgas is een basisrecht voor elke inwoner. We functioneren als sociale leverancier bij residentiële klanten die niet langer terechtkunnen bij een commerciële leverancier. We nemen die sociale opdracht ernstig en we willen de opbouw van dat sociale vangnet zo effectief mogelijk realiseren. Jammer genoeg stellen we vast dat de problematiek van de energiearmoede niet afneemt. Het aantal klanten bij de sociale leverancier blijft groeien. We zijn doordrongen van het grote maatschappelijke belang van de vangnetfunctie van de distributienetbeheerders. Voor wie het al moeilijk heeft, kan onze tussenkomst een heel verschil maken. Ik wil daarbij onderstrepen dat onze goede samenwerking met de OCMW’s en de Lokale Adviescommissies in onze steden en gemeenten in het verleden reeds haar nut heeft bewezen. De promotie van rationeel energiegebruik (REG) via premies en advies is spectaculair te noemen. In 2010 hebben we ons opnieuw ten volle ingezet om het publiek verder te sensibiliseren voor rationeel energiegebruik. En de resultaten liegen er niet om. Het aantal premieaanvragen gaat nog steeds
6
Activiteitenverslag 2010
in stijgende lijn en ook de globale energiebesparing stijgt. Met het project ‘Energiediensten aan Lokale Besturen’ of kortweg EDLB, bieden we aan de gemeenten een operationele en financiële ondersteuning voor een actief energiemanagement. De gemeenten krijgen de kans om totaalprojecten rond energiebesparing te realiseren. Zo ondersteunen wij hen als partners in hun voorbeeldfunctie naar de bevolking. Het aantal nieuwe projecten voor lokale elektriciteitsproductie heeft de jongste jaren een vlucht genomen en er wordt verwacht dat die groei zich de komende jaren zal doorzetten. Samen met Eandis stellen we alles in het werk om zoveel mogelijk decentrale producties aan te sluiten. Maar, onder welke vorm dan ook, hernieuwbare en decentraal geproduceerde energie hebben bij de netbeheerders verregaande technische en financiële consequenties. We willen het beleid van de Vlaamse regering faciliteren, maar we willen dat doordacht doen en meehelpen aan een duurzaam groeiscenario inzake groene stroom. Bij de burger is de jongste jaren meer en meer de perceptie gegroeid dat de distributienetbeheerders, naast hun technische verantwoordelijkheid voor netten en aansluitingen, ook zelf bevoegd zijn over heel wat ecologische en sociale aspecten van het energiebeleid. Dit is evenwel niet het geval. Bij deze opdrachten fungeren wij als doorgeefluik tussen de overheid en de eindgebruikers. De eerste maanden van 2011 werd veel aandacht besteed aan de tussentijdse herziening van de distributienettarieven. Dat was een gevolg van de onvoorziene groei en het succes van de REG-premies en de groenestroomcertificaten. Bij het vastleggen van de meerjarentarieven 2009-2012 was het namelijk onmogelijk te voorzien dat die maatschappelijke kosten zo spectaculair zouden stijgen zodat de vastgestelde tarieven niet meer in staat zouden zijn om die gestegen kosten te compenseren.
Om te vermijden dat de extra kosten van deze eerste tariefperiode zouden leiden tot een nog grotere stijging van de tarieven in de periode 2013-2016, heeft de CREG een tussentijdse herziening goedgekeurd van de lopende meerjarentarieven met ingang van 1 april 2011. Voor alle duidelijkheid, het zijn dus niet de distributienetbeheerders of Eandis die de tarieven vastleggen en herschikken naar eigen goeddunken. Het is de federale regulator CREG die erover waakt dat de tarieven van de distributienetbeheerders de kostprijs van onze opdrachten reflecteren. We werken tegen kostprijs en doen permanent inspanningen om de doorgerekende kosten tot een minimum te beperken. De laatste jaren zijn de kosten waarop we zelf vat hebben (zoals de exploitatiekosten) dan ook gevoelig gedaald. Helaas moeten we ook kosten doorrekenen waarop we geen vat hebben.
Daarvoor mijn oprechte en welgemeende dank aan al wie op een of andere manier zijn of haar steentje heeft bijgedragen tot de verwezenlijkingen, de initiatieven en de samenwerking in het voorbije jaar. Ik ben ervan overtuigd dat onze opdrachthoudende vereniging in en via een vruchtbare samenwerking tussen de overheid, de aandeelhouders en de vakbekwame medewerkers van Eandis, ook in de toekomst in koppositie zal blijven als één van de beste Europese netbeheerders. De maatschappij stelt zeer legitieme verwachtingen in ons en zal dat in de toekomst beslist verder blijven doen. Dit moet onze blijvende uitdaging zijn voor de toekomst. Tanja SMIT Voorzitter
Onze dienstverlening evolueert, onze klanten vormen een permanente waardemeter voor onze werking. Competentie, dynamiek en motivatie zijn daartoe cruciaal. Ze zijn de motor voor onze dienstverlening, onze resultaten, onze toekomst. Ik wil graag de expertise en de gemotiveerdheid van de directie en de medewerkers van Eandis in hun job benadrukken. En ik wil ook graag het belang onderstrepen van de constructieve samenwerking met alle bestuurders en de deelnemers in onze opdrachthoudende vereniging en alle betrokken marktspelers.
Activiteitenverslag 2010
7
8
Activiteitenverslag 2010
Voorstelling van de distributienetbeheerder
Activiteitenverslag 2010
9
Identiteit Benaming
Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening Antwerpen – afgekort tot IMEA
Rechtsvorm
Opdrachthoudende vereniging
Maatschappelijke zetel
Merksemsesteenweg 233, 2100 Antwerpen (Deurne)
Secretariaat
Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
Oprichting
Opgericht te Antwerpen op 18 oktober 1932 - Belgisch Staatsblad van 2/3 november 1932, nr. 14078.
Statuten
Statuten vastgesteld op 19 april 1982 - Bijlage bij het Belgisch Staatsblad van 4 juni 1983. Omzetting in een opdrachthoudende vereniging door de algemene vergadering in buitengewone zitting van 6 november 2003. Overneming van gedeelte IGAO vanaf 1 januari 2009. Laatst gewijzigd door de algemene vergadering in buitengewone zitting van 21 december 2010 - Bijlage bij het Belgisch Staatsblad van 3 februari 2011, nr. 11018733 – Goedkeuring bij ministerieel besluit van 31 maart 2011.
Ondernemingsnummer
10
Activiteitenverslag 2010
BTW BE 0204.647.234 RPR Antwerpen
Contactmogelijkheden Algemeen telefoonnummer Vragen over: • nieuwe aansluitingen • verzwaren van aansluitingen, verplaatsen en vervangen van meters • de opneming van meterstanden • rationeel energiegebruik (REG) • budgetmeters en dienstverlening van de sociale leverancier Melden van klachten (bij voorkeur via www.eandis.be < Over Eandis < Opmerkingen of klachten melden) Iedere werkdag van 8 tot 20 uur en op zaterdag van 9 tot 13 uur.
078 35 35 34
Storingen en defecten op het elektriciteits- en gasnet 7 dagen op 7 en 24 uur op 24.
078 35 35 00
Gasreuk 7 dagen op 7 en 24 uur op 24. Oproepen worden prioritair behandeld.
0800 65 0 65
Defecte straatlampen - www.straatlampen.be Adresgegevens van de paal doorgeven (via telefoon of website). Het defect wordt zo snel mogelijk hersteld.
0800 6 35 35
Doven en slechthorenden Gasreuk, storingen en defecten via sms-codebericht Meer info op website www.eandis.be
0477 777 080
Ombudsdienst Heeft u een klacht over de dienstverlening van Eandis, neem dan eerst via de website of via het algemeen nummer contact. Vindt u daar geen oplossing, dan kan u terecht bij de Ombudsdienst van Eandis. Iedere werkdag van 8 tot 20 uur en op zaterdag van 9 tot 13 uur. U kan ook schrijven of mailen via de website: • Ombudsdienst Eandis, postbus 60, 9090 Melle • www.eandis.be > Over Eandis > Ombudsdienst
0800 6 00 01
Klantenkantoren • Antwerpen: Appelmansstraat 12-14, 2018 Antwerpen • Deurne: Merksemsesteenweg 233, 2100 Deurne Websites www.imea.be www.eandis.be
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Infrastructuurgebied Antwerpen Merksemsesteenweg 233, 2100 Antwerpen Algemeen correspondentieadres Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle
Activiteitenverslag 2010
11
Deelnemers 6 steden/gemeenten en Electrabel n.v.
Steden/Gemeenten • Stad Antwerpen 2000: Antwerpen: centrum 2018: Antwerpen: gebied tussen Leien, Gemeente- en Carnotstraat en Singel 2030: Antwerpen: Luchtbal 2050: Antwerpen: Linkeroever 2060: Antwerpen: Seefhoek en omgeving 2600: Berchem 2040: Berendrecht-ZandvlietLillo-Antwerpen 2140: Borgerhout 2100: Deurne 2180: Ekeren 2170: Merksem 2610: Wilrijk Havengebied • Brasschaat • Duffel • Kapellen Hoogboom Kapellen • Mortsel • Zwijndrecht
Elektriciteit
Aardgas (1)
× ×
× ×
× × ×
× × ×
× ×
× ×
× × × × × × ×
× × × × × × × ×
× × ×
× × × ×
(1) Stad Antwerpen: aardgas behalve district Hoboken en wijk Kiel
12
Activiteitenverslag 2010
Distributiegebied
Antw. 2040
Kapellen Antw. 2040
Hoogboom
Kapellen
Antwerpen Antw. 2030
Brasschaat
Ekeren
Hoogboom
Antwerpen
Antw. havengebied
Ekeren Antw. 2030Merksem
Brasschaat
Antw. havengebied
Zwijndrecht
Merksem
Deurne
Antw. 2050
Zwijndrecht
Borgerhout
Antw. 2050
Burcht Burcht
Deurne
Borgerhout
Berchem Berchem
Wilrijk
Wilrijk
Mortsel Mortsel
Duffel
Duffel Elektriciteit en aardgas
Elektriciteit en aardgas
Uitsluitend aardgas
Uitsluitend aardgas
Activiteitenverslag 2010
13
Bestuur en toezicht RAAD VAN BESTUUR Voorzitter Tanja SMIT
Antwerpen Ondervoorzitters
Bart BRUGHMANS Chris DE GROOF
Brasschaat Electrabel Leden
Karim BACHAR Ann COOLSAET Davina DE HERDT René DE PRETER Mouloud HEMDANE Nathalie IMRE Roger KOREMAN Rumold LAMBRECHTS Willy MINNEBO André SARENS
Youssef SLASSI Pol SOETEWEY Sonia VAN GESTEL Hugo VANDERBECKEN Luc VAN NUFFEL Gilbert VERSTRAELEN Ann VYLDERS Dirk WIESE Luc WUYTS
Antwerpen Antwerpen Mortsel Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Electrabel Zwijndrecht Electrabel
Lid met raadgevende stem Marc DEKKERS
Kapellen Secretaris José Verbiese
Vertegenwoordiging Eandis Rudy AERTS Luc DE BRUYCKER Erwin HERZEEL Guy PEETERS Nick VANDEVELDE Maurice VONCKX
14
Activiteitenverslag 2010
Antwerpen Kapellen Antwerpen Brasschaat Electrabel Antwerpen Antwerpen Antwerpen Duffel
DIRECTIECOMITE
CORPORATE GOVERNANCE COMITE
Voorzitter
Voorzitter
Tanja SMIT
Tanja SMIT
Ondervoorzitters
Ondervoorzitter
Bart BRUGHMANS Chris DE GROOF
Bart BRUGHMANS
Leden Leden Rumold LAMBRECHTS Luc VAN NUFFEL Pol SOETEWEY Gilbert VERSTRAELEN
Ann COOLSAET Davina DE HERDT Nathalie IMRE Willy MINNEBO Gilbert VERSTRAELEN Ann VYLDERS
Secretaris Secretaris José VERBIESE Jan HERMANS Vertegenwoordiging Eandis Vertegenwoordiging Eandis Rudy AERTS Erwin HERZEEL Guy PEETERS Nick VANDEVELDE Maurice VONCKX
Frank DEMEYER Marc SPELIER
COMMISSARIS Deloitte Bedrijfsrevisoren bv cvba vertegenwoordigd door Dirk CLEYMANS
Activiteitenverslag 2010
15
16
Activiteitenverslag 2010
Verslag van de raad van bestuur
Activiteitenverslag 2010
17
Inleiding Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, hebben wij de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van IMEA tijdens het boekjaar 2010. In het activiteitenverslag vindt u de belangrijkste gebeurtenissen en evoluties van de voorbije verslagperiode. In 2010 liep een eerste proefproject met slimme meters in Vlaanderen. De toenemende decentrale energieproductie noodzaakt zowel een verzwaring als een actief beheer van de distributienetten die in twee richtingen op flexibele wijze moeten kunnen worden aangestuurd. De eerste 4 300 elektronische verbruiksmeters werden geïnstalleerd in Leest en Hombeek (Mechelen). Het proefproject was bedoeld om de werking van de meters en de communicatie van de data degelijk uit te testen. De resultaten van dit proefproject geven aan dat de techniek om verbruiksgegevens van op afstand door te sturen, effectief werkt. Met de tweede fase van het onderzoeksproject, dat in 2011 is opgestart, zullen nog andere technieken worden uitgetest door in het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders zo’n 40 000 nieuwe meters te plaatsen, verspreid over welomschreven testgebieden. De Energie Diensten voor Lokale Besturen die einde 2009 werden opgestart, kenden hun verdere uitbouw in de loop van 2010. Aan gemeenten, OCMW’s en provincie worden begeleiding, coördinatie en financiële ondersteuning (d.i. prefinanciering) aangeboden inzake energiebeheer in gebouwen en openbare verlichting, teneinde energiebesparingen of projecten met hernieuwbare energie te stimuleren en te realiseren. De juridische basis van deze dienstverlening kwam tot stand na overleg met de vertegenwoordigers van de toezichthoudende overheid en vond deels uitwerking via een statutenwijziging die op de algemene vergadering van 21 december 2010 werd voorgelegd en op 3 februari 2011 gepubliceerd werd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Einde 2010 heeft de raad van bestuur aandacht besteed aan een eerste voorstel in verband met de optimalisering van de kapitaalstructuur van IMEA. Op 22 februari 2011 werd beslist over een kapitaaloperatie die zijn beslag moet krijgen op 30 juni 2011. Het gaat om een dubbele kapitaalbeweging, waarbij een kapitaalreductie door alle aandeelhouders gerealiseerd wordt, gevolgd door een kapitaalverhoging door de openbare besturen (in de vorm van een herinvestering van het aanvankelijk gereduceerde kapitaal). Door de opwaartse evolutie van de investeringen zal deze kapitaaloperatie op termijn resulteren in een hogere financiële vergoeding ten voordele van gemeenten.
18
Activiteitenverslag 2010
Een statutenwijziging wordt voorgelegd aan de algemene vergadering, tevens jaarvergadering, van 23 juni 2011. Er zijn geen vermeldingen genoteerd met betrekking tot het verkrijgen van eigen aandelen. Er is geen verwerving van aandelen van de moedervennootschap of door een dochtervennootschap. De vereniging heeft geen bijkantoren. Overeenkomstig de wettelijke voorschriften en artikel 16bis van de statuten heeft het corporate governance comité (CGC) aan de raad van bestuur verslag uitgebracht over zijn opdrachten inzake het hem toevertrouwd mandaat met betrekking tot het werkingsjaar 2010. Het betreft een rapport zonder voorbehoud noch bezwaar. Verder verslag over de uitgevoerde werkzaamheden van het corporate governance comité vindt u in hoofdstuk 7 van het activiteitenverslag. Er is geen tegenstrijdigheid van belangen vastgesteld overeenkomstig voornoemd verslag van het CGC. Tevens leggen wij u de jaarrekening voor, namelijk de balans, de resultatenrekening met commentaar en de toelichting, afgesloten per 31 december 2010, en de winstverdeling. De balans sluit per 31 december 2010 af met een totaal van 711.320.919,15 euro ten opzichte van een vergelijkbaar cijfer van 664.748.289,73 euro voor het boekjaar 2009. De volledige jaarrekening is opgenomen in het ‘Financieel verslag’ dat op eenvoudige aanvraag verkrijgbaar is via ‘
[email protected]’. In de loop van 2010 stond Eandis ten behoeve van de distributienetbeheerders in voor de uitgifte van een obligatielening gericht op particuliere beleggers (‘retail’). De distributienetbeheerders, waaronder IMEA, hadden zich binnen het kader van deze lening borg gesteld. In de eerste week van juni en in de laatste week van november werd respectievelijk 150 en 170 miljoen euro opgehaald. De eerste lening had een looptijd van 7 jaar en een bruto actuarieel rendement van 3,672 %. De tweede lening had een looptijd van 10 jaar en een bruto actuarieel rendement van 4,013 %. De vennootschap gebruikt geen afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) op een wijze die van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat. De raad van bestuur 5 april 2011
Marktwerking in 2010 Distributienettarieven tussentijds aangepast door gestegen milieubijdrage Vanaf 1 april 2011 is het distributienettarief elektriciteit tussentijds aangepast ingevolge de aanzienlijke toename van de aangevraagde energiepremies en de geïnstalleerde zonnepanelen, waarvan de kosten door de netbeheerders worden gedragen. Het succes van die maatregelen was bij de start van de meerjarentarieven 2009-2012 niet voorspelbaar en heeft alle verwachtingen meer dan overtroffen. Daarom heeft de CREG een tussentijdse herziening van de tarieven goedgekeurd om de extra kosten ten belope van 543 miljoen euro te verrekenen. Het bedrag wordt evenredig gespreid over 2011 en 2012. Alle andere componenten van het distributienettarief, zoals de kosten voor de exploitatie van de netten, blijven ongewijzigd.
Samenstelling distributienettarief (in euro)
6,61
13,82 9,27
Openbaredienstverplichtingen 2,14
Beschermde klanten 100 kWh gratis
24,76
REG 85,83 53,91
19,45
Openbare verlichting Groenestroomcertificaten WKK Exploitatiekosten
35,27
Afschrijvingen installaties 0,08 46,82
40,47
Netto billijke vergoeding (voor het ingebrachte kapitaal) Financiële lasten Overige kosten (netverliezen, projecten, slopingen, overdrachten, ...)
Activiteitenverslag 2010
19
Bonus-Malus 2009 De CREG heeft op 25 november 2010, na bespreking van het standpunt van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders op de hoorzitting van 4 november 2010, de definitieve beslissing inzake de bonus-malus 2009 kenbaar gemaakt. Na vermindering met 5.900 euro met betrekking tot de slopingen voor alle Vlaamse gemengde distributienetbeheerders samen, resulteert dit in een bonus uit de tarieven elektriciteit en aardgas toegepast tijdens het exploitatiejaar 2009.
Injectietarieven afgeschaft bij decreet Hoewel in de periode 2003–2008 ook reeds injectietarieven werden toegepast door een aantal distributienetbeheerders, voorzagen de meeste distributienetbeheerders injectietarieven in hun tariefvoorstellen voor de regulatoire periode 2009-2012. Dit is het gevolg van het stijgende aantal decentrale producenten en de daarmee gepaard gaande belangrijke investeringskosten in het net. De bevoegde regulator (CREG) ondersteunde ten volle de allocatie van kosten die betrekking hebben op injectie aan de veroorzakers van kosten, in casu de decentrale producenten. Op
20
Activiteitenverslag 2010
4 juni 2009 keurde de CREG de door de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders ingediende meerjarentarieven – inclusief injectietarieven – goed, met toepassing vanaf 1 juli 2009. Deze injectietarieven werden aangerekend voor de grote hernieuwbare energieproducenten met telegelezen meter, die elektriciteit op de distributienetten injecteren. Het injectietarief werd dus niet aangerekend voor decentrale productieprojecten van particulieren (bijvoorbeeld plaatsing van zonnepanelen). De invoering van het injectietarief werd door sommigen bekritiseerd omdat het een hinderpaal zou zijn voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie. In het voorjaar van 2010 werd door de CREG een werkgroep opgestart met deelname van vertegenwoordigers van alle
regulatoren en van alle distributienetbeheerders. De CREG formuleerde aansluitend een advies waarbij een aanpassing van de injectietarieven mogelijk was op voorwaarde dat ook de aansluittarieven zouden worden aangepast. Mogelijke wijzigingen konden slechts vanaf 1 januari 2013 (start van de nieuwe meerjarentarieven 2013-2016) ingevoerd worden. In de plenaire zitting van het Vlaamse Parlement van 23 december 2010 werd inmiddels een decreet voor de afschaffing van de injectietarieven goedgekeurd. De afschaffing geldt niet alleen voor het distributienet, maar ook wanneer het hoogspanningsnet als plaatselijk vervoernet wordt ingezet. Vermits de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders de aanrekening van injectietarieven hebben voorzien in het meerjarentarief 2009-2012, zal er door deze decretale aanpassing een tekort aan inkomsten ontstaan dat wordt geschat op ongeveer 6 miljoen euro per jaar. Dit tekort zal moeten worden verrekend in een volgende regulatoire periode. Aan de CREG werd een verzoek gericht om de niet meer doorgerekende injectietarieven op basis van gewijzigde Vlaamse regelgeving te mogen behandelen als openbaredienstverplichting. De gederfde inkomsten zouden dan als niet-beheersbare kost via ‘overdracht’ voor aanrekening naar latere tariefjaren (tariefperiode 2013-2016) worden doorgeschoven. Om te vermijden dat deze opgespaarde kosten, samen met andere niet verwerkte aanrekeningen (bijvoorbeeld meerkost groenestroomcertificaten), de tarieven vanaf 2013 te zwaar zouden impacteren, werd aan de CREG gevraagd om deze overdracht van kosten vervroegd aan te rekenen.
Vernieuwde Technische Reglementen De Technische Reglementen voor Elektriciteit en Gas vormen als het ware de bijbel voor de technische werking van het distributienetbeheer in Vlaanderen. Ze worden opgesteld door de VREG en bij ministerieel besluit goedgekeurd. Op 18 februari 2010 werden aangepaste versies van beide documenten van kracht. Eandis heeft namens de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders tijdens de consultatiefase een constructieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de beide aangepaste Technische Reglementen.
Aantal installaties hernieuwbare energie Het aantal nieuwe projecten voor lokale elektriciteitsproductie heeft de jongste jaren een vlucht genomen en er wordt verwacht dat deze groei zich de komende jaren zal doorzetten. In het derde kwartaal van 2008 was er in het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders 324,1 MW
Activiteitenverslag 2010
21
aan decentrale productie op de distributienetten aangesloten. Het betrof dan voornamelijk windmolens, warmtekrachtkoppeling (WKK) en, toen nog eerder beperkt, zonnepanelen. Einde 2010 was er 1 068 MW aan decentraal productievermogen aangesloten, wat een verdrievoudiging is in twee jaar tijd. Het aandeel van de WKK’s verdubbelde, terwijl het aandeel van de zonnepanelen zelfs met 18 vermenigvuldigde. Einde 2010 is de productie van al die installaties opgelopen tot 3 704 GWh of 13,3 % van onze elektriciteitsdistributie. Daarvan is 8 % hernieuwbaar waardoor we dus goed op weg zijn om de doelstelling van 13 % hernieuwbare energie tegen 2020 te halen. Bovenvermelde resultaten tonen aan dat Eandis en de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders alles in het werk hebben gesteld om zoveel mogelijk installaties aan te sluiten. De vier grootste bronnen van decentrale productie zijn windmolens, WKK, WKK Bio en zonnepanelen. Zij nemen voor alle Vlaamse gemengde distributienetbeheerders samen 98 % van de decentrale productie voor hun rekening.
22
Activiteitenverslag 2010
Injectieprojecten sedert de vrijmaking van de energiemarkt op het net van IMEA: Besteld
In dienst
Offerte
Totaal
3 496 kVA
52 739 kVA
12 216 kVA
68 448 kVA
Injectieprojecten volgens soort aan de hand van bovenvermeld totaal van de totaliteit van projecten ‘besteld, in dienst en geofferteerde’: WKK
(stoom/diesel) excl. Bio WKK
37 070 kVA
Wind/water turbines incl. Bio WKK
7 500 kVA
Zonnepanelen
Totaal
23 878 kVA
68 448 kVA
Fotovoltaïsche cellen: realisaties onder 10 kW (installaties met terugdraaiende meter): installaties in dienst volgens publicatielijst VREG: Aantal
Totaal kW
Gemiddelde kW/ realisatie
2 641
9 620
3,6
Fotovoltaïsche cellen: realisaties boven 10 kW (installaties met aangepaste meetinstallatie, die zowel afname als injectie afzonderlijk meten) op basis van de totaliteit van projecten ‘besteld, in dienst en geofferteerd’: Aantal
Totaal kW
Gemiddelde kW/ realisatie
42
14 258
229,4
Aangepaste steunmaatregelen groene stroom Distributienetbeheerders zijn verplicht om de groenestroomcertificaten die hen worden aangeboden, op te kopen tegen een vaste minimumprijs. Op 27 april 2011 besliste de Vlaamse
regering om de steunmaatregelen voor hernieuwbare energie aan te passen. Daardoor zal onder meer de steun voor zonnepanelen de komende jaren versneld omlaag gaan. Die beslissing moet worden omgezet in een wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009. Uit analyse blijkt dat de mogelijke impact op het distributienettarief voor de zeven Vlaamse gemengde distributienetbeheerders een vermindering van 50 miljoen euro per jaar kan bedragen ten opzichte van de huidige regelgeving. De voornaamste wijzigingen zijn de opsplitsing van de installaties (tot 250kW en boven 250 kW piekvermogen), de versnelde degressieve afbouw van de steun via de groenestroomcertificaten en de inkorting van de looptijd van de minimumsteun.
Nieuwe regeling minimumsteun zonne-energie Evolutie minimumsteun PV ( euro/MWh ) Indienstneming installatie 2010
Oude wetgeving
Nieuw decreet tot 250 kW piekvermogen
Nieuw decreet boven 250 kW piekvermogen
350 (20 jaar)
1/1/2011
330
330 (20 jaar)
330
1/4/2011
330
330
330
1/7/2011
330
300
240
1/10/2011
330
270
150
1/1/2012
310
250
90
1/4/2012
310
230
90
1/7/2012
310
210
90
1/10/2012
310
210
90
1/1/2013
290 (15 jaar)
190 (15 jaar)
90
1/1/2014
250
150
90
1/1/2015
210
110
90
1/1/2016
170
90
90
1/1/2017
130
90
90
1/1/2018
90
90
90
Activiteitenverslag 2010
23
Nieuwe regeling minimumsteun andere dan zonne-energie Techniek
Huidige regeling
Nieuwe regeling
90 euro
90 euro
100 % recht op certificaten
70 % recht op certificaten
Vergistingsinstallaties
90 euro
100 euro
WKK
27 euro
Hoge quota + hogere minimumsteun
Bio-WKK
47 euro
Hoge quota + hogere minimumsteun
Windenergie en biomassa Ombouw steenkoolcentrales op biomassa
In het verlengde van de wettelijke opkoopverplichting bij aanbieding van groenestroomcertificaten hebben de distributienetbeheerders, waaronder IMEA, beslist dat jaarlijks de markt zal worden bevraagd om zo de beste voorwaarden voor verkoop te verkrijgen. Concreet betrof het in totaal 156 700 certificaten voor de periode 4 januari tot en met 20 augustus 2010, waarvan 5 100 voor IMEA. Omdat de ontvangen prijsbiedingen sterk lager lagen dan het prijsniveau van de vorige verkoop, werd beslist om niet over te gaan tot verkoop. Daarop werd in december 2010 opnieuw beslist tot verkoop van de certificaten verworven in de periode 4 januari 2010 – 3 januari 2011. Voor IMEA werden er 10 100 groenestroomcertificaten te koop aangeboden, waarvan 4 238 certificaten werden toegewezen.
24
Activiteitenverslag 2010
Solidariseringsmechanisme opkoopkost certificaten zonnepanelen Volgens de artikelen 7.1.6. en 7.1.7. van het energiedecreet moeten de Vlaamse distributienetbeheerders de kosten verbonden aan de opkoopverplichting van groenestroomcertificaten onderling verdelen. Daartoe werd een solidariseringsmechanisme uitgewerkt waarbij de Vlaamse distributienetbeheerders jaarlijks onderling de meerkost van de opgekochte groenestroomcertificaten verrekenen in verhouding tot de hoeveelheid verdeelde elektriciteit van het vorige jaar. Het solidariseringsmechanisme tracht te vermijden dat afnemers in het ene netgebied meer moeten bijdragen voor groenestroomcertificaten en dus hogere tarieven moeten betalen dan afnemers in een ander gebied.
Dit solidariseringsmechanisme werd in 2010 voor het eerst toegepast en heeft betrekking op de kosten die de netbeheerders in 2009 droegen, alles samen 45.659.214 euro. Op basis van het solidariseringsmechanisme dient IMEA 3.174.176 euro te betalen voor de opkoopverplichting inzake groenestroomcertificaten, terwijl in realiteit de kosten van de opgekochte certificaten voor IMEA in 2009 1.226.766 euro bedragen. Het verschil, nl. 1.947.410 euro, dient door IMEA betaald te worden.
Online melding lokale productie Om aanspraak te kunnen maken op groenestroomcertificaten, moet de installatie beantwoorden aan criteria vastgelegd door de VREG. De installatie moet ook vooraf worden gemeld aan de distributienetbeheerder. Sinds 4 maart 2010 kan dat vlot en snel via een nieuwe webtoepassing op de website van Eandis.
Aansluitbaarheidsgraad aardgas Volgens het energiedecreet moet het aardgasnet een aansluitbaarheidsgraad hebben van minstens 95 % in 2015 en 99 % in 2020. Het gaat hierbij om gebieden die in het gewestplan of ruimtelijk uitvoeringsplan de bestemming ‘woongebied’ hebben, met uitzondering van de woongebieden met landelijk karakter. In 2020 moet het aardgasnet een aansluitbaarheidsgraad hebben van minstens 95 % in alle woongebieden. Hiervoor moeten in bepaalde regio’s de nodige netuitbreidingen worden gerealiseerd, wat grote investeringen vergt. Om die investeringen maximaal te rentabiliseren wil IMEA de aansluitingsgraad verhogen door de klanten maximaal te stimuleren om over te schakelen op aardgas.
Jaarlijks worden in het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders gemiddeld 28 500 nieuwe aansluitingen genoteerd, waarvan ongeveer 10 000 in bestaande woningen. Het is nu de ambitie om jaarlijks minimum 5 000 woningen meer op het aardgasnet aan te sluiten. Daarom is een proefproject gestart rond prospectieactiviteiten dat voorziet in een directe benadering van de particulier of syndicus enerzijds en een sensibilisering via de aardgasinstallateurs anderzijds. Zij spelen immers een belangrijke rol in het beslissingsproces van de klant.
Scheiding gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten De CREG heeft in een nota de principes vermeld voor de verwerking van de opbrengsten en kosten van de zogenaamde Research and Development-activiteiten (activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling) in het kader van Smart Metering en Smart Grid, octrooi-opbrengsten buiten Vlaanderen en de activiteit Energiediensten voor Lokale Besturen (EDLB). Daarbij geldt onder meer het onderscheid tussen gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten van de netbeheerders, waarbij de link met de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van de netinfrastructuur een determinerende factor is. Activiteiten van de netbeheerder die tot stand komen dankzij een link met de gereguleerde netactiviteit zijn per definitie gereguleerd. De gereguleerde en niet-gereguleerde activiteiten moeten duidelijk omschreven zijn en in afzonderlijke boekhoudingen worden opgenomen. Op basis van het neutraliteitsbeginsel mag de niet-gereguleerde activiteit geen aanvullende kosten of risico’s door de gereguleerde activiteit laten dragen. Zowel de directe als de indirecte kosten verbonden aan een activiteit moeten in beschouwing worden genomen. Er moeten specifieke en transparante verdeelsleutels voor elke kost worden opgesteld. De CREG formuleert voor de opbrengsten en kosten van de genoemde activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling een voorstel van toewijzingsmatrix. Met de CREG zijn de nodige afspraken gemaakt voor de verdere praktische invulling ervan, zodat nu duidelijk is welke kosten en opbrengsten in het distributienettarief mogen worden opgenomen en welke niet.
Activiteitenverslag 2010
25
Clearing House 2010 bracht meer duidelijkheid over de plannen voor de oprichting van een Clearing House, zeg maar een centrale verrekenkamer voor alle data die tussen de marktpartijen op een vrije energiemarkt moeten circuleren, zoals verbruiks- en adresgegevens of technische gegevens over de aansluiting en de opgestelde verbruiksmeters. Na diepgaande gesprekken tussen verschillende marktactoren bereikten Eandis, Infrax, Ores en Sibelga overeenstemming over de basisprincipes voor een nog op te richten federaal Clearing House. Deze principes en afspraken werden gedetailleerd neergeschreven in een Memorandum of Understanding tussen de genoemde partijen. Zij zullen midden 2015 ernaar streven om het Clearing House operationeel te maken. Andere betrokken partijen kunnen op een later tijdstip alsnog toetreden tot dit initiatief. Centraal staat de nood aan een gezamenlijk Clearing House; alle partijen delen deze nood. Daarvoor zouden er uniforme marktspelregels moeten komen, onder meer in de ontwikkeling van MIG-6. MIG (Message Implementation Guide) is een berichtenprotocol voor de geïnformatiseerde datacommunicatie tussen netbeheerders en leveranciers. Op dit ogenblik wordt gewerkt aan de versie MIG-5. MIG-6 zou in een volgende fase ook de introductie van smart metering moeten kunnen opvangen.
Einde ICT-stappenplan In het kader van het met de VREG afgesproken stappenplan rond de informatie- en communicatietechnologie (ICT) werden de laatste stappen gezet om te komen tot een volledige scheiding van de Electrabelsystemen, en bijgevolg de onafhankelijke werking van de informatica-applicaties van de netbeheerders en Eandis. Sinds 26 juni 2010 is de ICT-boedelscheiding definitief, waardoor de informatica-infrastructuur van Eandis volledig autonoom draait. Dit is 6 maanden vroeger dan wat door de VREG hieromtrent werd opgelegd.
Federale Ombudsdienst operationeel De verdere voorbereiding en concrete uitwerking van het Clearing House zal nog veel inspanningen vergen. Maar alleszins tonen de initiatiefnemers hiermee aan dat er hen veel aan gelegen is om een zo efficiënt mogelijk georganiseerde energiemarkt tot stand te brengen.
Sinds 21 januari 2010 is de federale ombudsdienst voor energie operationeel. Deze dienst moet klachten behandelen over de werking van de elektriciteits- en aardgasmarkt en moet bemiddelen in geschillen tussen eindafnemers en de sector. De federale ombudsdienst kan ook aanbevelingen formuleren. Wie een klacht heeft, moet eerst stappen ondernemen bij het betrokken elektriciteits- of gasbedrijf. Pas als dat geen bevredigende oplossing oplevert, is een klacht bij de ombudsdienst mogelijk. Klachten kunnen schriftelijk worden overgemaakt: per brief, ter attentie van de Ombudsdienst Energie, Koningsstraat 47, 1000 Brussel, of per fax op het nummer 02 211 10 69. Klachten bevatten telkens de volledige persoonsgegevens en de bewijsstukken die noodzakelijk worden geacht voor de behandeling van het dossier.
26
Activiteitenverslag 2010
Algemeen beleid Voorstel tot wijziging kapitaalstructuur Het voorstel tot optimalisatie van de kapitaalstructuur van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders sluit aan op het strategisch langetermijnplan inzake distributienetbeheer. Het houdt financieel/technisch een dubbele kapitaalbeweging in, namelijk een kapitaalreductie door alle aandeelhouders, gevolgd door een kapitaalverhoging door de openbare besturen (in de vorm van een herinvestering van het aanvankelijk gereduceerde kapitaal). Hierdoor wijzigt de kapitaalverhouding tussen enerzijds de deelnemers van de openbare sector en anderzijds de privédeelnemer/vennoot. Dit leidt op termijn tot hogere financiële vergoedingen voor de openbare besturen. Het optimale rendement van het geïnvesteerde kapitaal in de distributiesector wordt voor alle partners bereikt als de financieringsverhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen het dichtst aanleunt bij wat de CREG beschouwt als de ‘ideale’ verhouding, namelijk 33% Eigen Vermogen (inbreng van de deelnemers) en 67% Vreemd Vermogen (zoals bancaire leningen, obligaties, schuldfinanciering,…). Om dit optimum dichter te benaderen werd beslist om een dubbele kapitaalbeweging door te voeren waarbij de privé aandeelhouder Electrabel een gedeelte van haar kapitaal terugneemt. Daardoor verhoogt het aandeel van de openbare besturen dat werd geïnvesteerd in de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders.
Een dergelijke kapitaalvermindering door de privé aandeelhouder past daarenboven in het scenario dat de Vlaamse decreetgever heeft uitgestippeld waarbij de aanwezigheid van een privé aandeelhouder in de aandeelhoudersstructuur van gemengde opdrachthoudende verenigingen uitdovend is. Door deze bepaling in het huidige decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking moet Electrabel als deelnemer van de gemengde distributienetbeheerder verdwijnen tegen ten laatste 2018 voor de activiteit elektriciteit en einde 2014 voor de activiteit aardgas. Dit dossier werd door de raad van bestuur van IMEA goedgekeurd in zitting van 22 februari 2011. Indien aan alle voorwaarden wordt voldaan en de timing wordt gerespecteerd, wordt de volledige procedure van de dubbele kapitaalbeweging afgerond op de algemene vergadering van 23 juni 2011 met uitwerking op 30 juni 2011.
Extranet Sinds januari 2011 worden de documenten voor de vergaderingen van de bestuursorganen van IMEA ook elektronisch ter beschikking gesteld via de website van IMEA. Elke bestuurder heeft hiervoor in december 2010 een persoonlijke gebruikersnaam en paswoord ontvangen om op een veilige manier in te loggen op de website.
Activiteitenverslag 2010
27
Tevredenheidsenquête bestuurders In toepassing van het corporate governance charter werd, op anonieme basis, een tevredenheidsonderzoek georganiseerd bij 267 bestuurders van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, waarvan 22 voor IMEA. De algemene responsgraad bedroeg 52,4 %. De enquête peilde naar de samenstelling van de raad van bestuur, de werking ervan, de informatieverstrekking, het takenpakket van de bestuurders en de werking van het secretariaat. De aanbevelingen die daaruit voortvloeien zijn: • de raad van bestuur is omvangrijk, maar hoeft niet te worden verkleind; • er heerst weliswaar een ‘open’ debatcultuur maar toch is meer ruimte voor discussie gewenst; • elk documentatiestuk wordt beter op voorhand verstuurd, desnoods via een tweede zending; • er is een belangrijke vraag naar meer opleiding voor bestuurders bij een mandatenwissel; • de rol en de bevoegdheden van de raad van bestuur kunnen nog beter worden verduidelijkt.
Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. koppelpunten distributienetten Er is een definitieve samenwerkingsovereenkomst tot stand gekomen tussen de gemengde en de zuivere Vlaamse distributienetbeheerders met betrekking tot de koppelpunten tussen de distributienetten elektriciteit en aardgas. Dat behelst de technische installaties bestemd voor de doorvoer van energie naar een andere distributienetbeheerder.
28
Activiteitenverslag 2010
Conform de Technische Reglementen distributie elektriciteit en aardgas werden afspraken vastgelegd op het vlak van eigendom, beheer en exploitatie van zowel bestaande als nieuwe toekomstige installaties, de kwaliteit van de spanning, het meten van het vermogen en/of verbruik, de gegevensuitwisseling en confidentialiteit in het kader van de marktwerking (meetgegevens) en de toepassing- en betalingsmodaliteiten in verband met het doorvoertarief. Ook werden wederzijdse rechten, plichten en aansprakelijkheden vastgelegd. De betaling van de geleverde diensten wordt geregeld conform de geldende modaliteiten van de CREG.
Volmachtverlening aan Eandis inzake bestellingen De Vlaamse gemengde distributienetbeheerders hebben volmacht verleend aan Eandis voor bestellingen (aanbesteding van werken, materialen en diensten) die kaderen binnen een goedgekeurde typelijst en binnen de eerdere beslissingen rond de uitbestede activiteiten. De volmacht ging in voege op 1 juli 2010. Hij werd in december 2010 herbevestigd voor het jaar 2011 door de raad van bestuur en in diezelfde maand bekrachtigd door de buitengewone algemene vergadering. Deze volmacht wordt jaarlijks toegekend en geëvalueerd, is verlengbaar telkens voor een periode van 1 jaar na gunstige evaluatie, steeds herroepbaar en slaat op de aanbesteding van werken, diensten en materialen binnen de ‘dagelijkse business’. Voor andere aanbestedingen (nieuwe projecten, …) blijft een expliciete goedkeuring van elke individuele distributienetbeheerder vereist.
Deze werkwijze betekent een verkorting van de doorlooptijden door een solidaire organisatie en behandeling van de aanbestedingsdossiers. Ze vertegenwoordigt een besparing en verhoogt de flexibiliteit en slagkracht. De toezichthoudende overheid en de VREG hebben hierover hun instemming gemeld.
Samenaankoop elektriciteit en aardgas Eandis heeft opnieuw bijstand verleend om een gezamenlijke aankoop voor elektriciteit en aardgas te organiseren voor de gebouwen, installaties en openbare verlichting van zowel de steden en gemeenten, de OCMW’s als de geïnteresseerde politiezones.
Retributiereglement verlengd Einde 2007 hebben de meeste gemeenten van IMEA een retributiereglement 2008-2009-2010 gestemd met betrekking tot de hinder ingevolge het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van werken aan nutsvoorzieningen. Het retributiereglement slaat op de sleufwerken die binnen de gemeente worden uitgevoerd evenals op een forfait voor kleine werken gebaseerd op het aantal leveringspunten op het grondgebied van de gemeente.
Aangezien het retributiereglement uitwerking heeft over een periode van drie jaar, werden de bedragen herberekend voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Elke betrokken gemeente heeft hierover een gemeenteraadsbesluit genomen.
Activiteitenverslag 2010
29
Samenwerkingsovereenkomst Eandis-Aquafin inzake verplaatsingsdossiers Voor de verplaatsing van leidingen en installaties op vraag van Aquafin ontvangt Eandis principieel een subsidie van 100 %. De initiële afhandeling van deze subsidiedossiers resulteerde in een aanzienlijke administratieve belasting en vaak in een vertraging van de financiële afhandeling. Eandis en Aquafin hebben daarom de bestaande werkwijzen geëvalueerd en een overlegplatform gecreëerd om die administratieve belasting te verminderen en meer eenvoudige werkwijzen uit te werken. Dat resulteerde in een samenwerkingsovereenkomst.
Project GIPOD, stand van zaken GIPOD (Generiek Informatie Platform Openbaar Domein) is een informatie-uitwisselingplatform voor activiteiten en processen die zich afspelen binnen het openbaar domein in het Vlaamse gewest. Dat platform moet de informatie-uitwisseling tussen de diverse nutsbedrijven (kabel- en leidingenbeheerders) en de openbare domeinbeheerders (gemeenten en gewestelijke overheid) efficiënter regelen door de koppeling van bestaande initiatieven (zoals Coördinatiepunt Wegenwerken, KLIP - Kabel en Leiding Informatie Portaal, GRB - Grootschalig Referentie Bestand, …) en de ontwikkeling van een synergiemodule die deze organisaties in staat moet stellen om werken beter op elkaar af te stemmen en zo de synergie te verhogen.
30
Activiteitenverslag 2010
Onder meer de nutsbedrijven hebben zich reeds in 2008 geëngageerd om het GIPOD-platform te gebruiken en hun eigen systemen hierop af te stemmen. Hiertoe wordt een aantal procesanalyses uitgevoerd, gevolgd door technische analyses en een ontwikkelingsfase. De uitrol van het platform GIPOD is voorzien einde 2011.
Centrum voor openbaar domein Asset Management (CoDAM) In het kader van ‘minder hinder’ en ‘synergie’ wordt gestreefd naar de integratie van alle netgebonden data. Een samenbundeling van de bestaande initiatieven zoals KLIP, GRB en GIPOD, alsook toekomstige uitwerkingen zoals IMKL (Informatie Model Kabels en Leidingen), moeten leiden tot het digitaal ter beschikking stellen van alle netdata. IMEA en de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de besprekingen tot oprichting van twee nieuwe vennootschappen: • het Intergemeentelijk Netinformatiecentrum (iNIC) als opdrachthoudende vereniging namens de steden en gemeenten; • het Centrum voor openbaar domein Asset Management (CoDAM) cvba als beherende/uitvoerende vennootschap namens de nutsoperatoren.
Het is de bedoeling om het CoDAM-initiatief zo ruim als mogelijk open te stellen voor alle nutsoperatoren en op een bindende wijze een dienstverlening aan te bieden aan alle operatoren en eventuele derden rond de coördinatie van planningen van werken, mogelijk uitgebreid met aanverwante dienstverlening zoals toezicht, studiewerk, gezamenlijke aanbesteding, veiligheidscoördinatie, signalisatie, communicatie rond de werken, …
Rapportering omtrent kwaliteit dienstverlening IMEA heeft zowel voor elektriciteit als voor aardgas de rapportering over de kwaliteit van de dienstverlening 2009 aan de VREG overgemaakt. Het gaat om een jaarlijkse rapportering opgelegd door de Technische Reglementen Distributie Elektriciteit en Gas. Voor de activiteit elektriciteit bevat deze rapportering gegevens met betrekking tot het profiel van het net (identificatie, aantal netgebruikers en verdeelde elektriciteit en totale netlengte), de onbeschikbaarheden van de toegang tot het net op middenspanning en laagspanning, de spanningskwaliteit, de dienstverlening en de netverliezen. Voor de activiteit aardgas werden onder meer gegevens inzake de onderbrekingen van de toegang tot het distributienet, de druk, de kwaliteit van het aardgas, de calorische waarde en de dienstverlening overgemaakt.
Activiteitenverslag 2010
31
IMEA als sociale leverancier Evolutie sociale openbaredienstverplichtingen Op 31 december 2010 telde IMEA als sociale leverancier 11 086 toegangspunten elektriciteit en 9 228 voor aardgas. Van de opgestelde budgetmeters elektriciteit zijn er per 31 december 2010 voor IMEA 5 584 actief en 8 019 niet-actief. Voor de budgetmeters aardgas, die sinds juni 2009 worden geplaatst, is dat 2 860 actief en 453 niet-actief. De opladingen van de budgetmeters gebeuren bij IMEA voor 56,6 % via de klantenkantoren en voor 43,4 % via derden, zoals OCMW’s. Per oplaadbeurt werd per 31 december 2010 gemiddeld voor 53,52 euro opgeladen. In het voorbije jaar vonden 128 LAC-zittingen plaats en werden er 7 704 dossiers ingediend.
Onze contacten met de klanten Op het distributiegebied van IMEA bezochten in 2010 59 246 klanten de klantenkantoren, hetzij gemiddeld ruim 4 937 per maand. De klantenkantoren beantwoorden duidelijk aan een behoefte van de klanten, waarbij persoonlijk contact op prijs wordt gesteld. 6 % van de bezoekers kwam voor een nieuwe aansluiting of de wijziging van een bestaande, 2,1 % kwam informatie inwinnen over REG en 84,6 % van de bezoeken had te maken met een sociale openbaredienstverlening. De overige 7,3 % waren bezoeken van uiteenlopende aard, gaande van algemene info tot specifieke info omtrent de marktwerking. Via de website van Eandis tellen de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders samen maandelijks ongeveer 165 000 bezoeken. De meest geconsulteerde rubriek is ‘meterstanden doorgeven’, naast de REG-pagina’s en de rubriek Jobs. Telefonisch komen de eindgebruikers met ons in contact via het contactcentrum De Stroomlijn. De operatoren van De Stroomlijn behandelden in 2010 maar liefst 1,64 miljoen inkomende oproepen en dat is een record. Dat komt overeen met een gemiddelde van ongeveer 6 300 inkomende oproepen per weekdag. In 2009 bedroeg het overeenstemmend aantal oproepen nog 1,57 miljoen. Uit een tevredenheidsenquête bij wie De Stroomlijn gecontacteerd heeft, blijkt dat de klantvriendelijkheid van de medewerkers geapprecieerd wordt. Daarbij blijft de efficiëntie op een hoog peil.
32
Activiteitenverslag 2010
Inningmandaat voor verrekening tussen Vlaamse gemengde distributienetbeheerders Binnen de problematiek van het innen van schulden door de distributienetbeheerder als sociale leverancier wordt momenteel voorzien dat schulden, die ontstaan zijn vóór de plaatsing/activering van een budgetmeter elektriciteit of aardgas, worden aangezuiverd via afhouding van in principe 5 euro per week op het krediet in de budgetmeter. Deze werkwijze wordt toegepast per energie door alle Vlaamse gemengde distributienetbeheerders. In de praktijk is het vaak zo dat afnemers een historiek aan schulden hebben op verschillende leveringsadressen, vaak op het grondgebied van andere distributienetbeheerders. Daarom hebben de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders een voorstel geformuleerd om toelating te geven tot een wederzijds inningmandaat tussen de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, waardoor onderlinge inning van schulden mogelijk wordt. Met deze werkwijze zouden schulden die zijn ontstaan op voorgaande leveringsadressen binnen het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, op eenzelfde manier kunnen worden aangezuiverd, via afhouding van een bedrag op het krediet in de budgetmeter. Het chronologieprincipe van aanzuivering blijft gehandhaafd, waarbij per energie de oudste schuld eerst wordt aangezuiverd. De afnemer krijgt een overzicht van zijn schulden per distributienetbeheerder die via het inningmandaat aangezuiverd zullen worden.
Rationeel energiegebruik en milieu Project EDLB Met het EDLB-aanbod (energiediensten voor lokale besturen) wensen de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders, binnen het statutair en regelgevend kader, in te spelen op de bestaande lokale en gemeentelijke behoeften inzake energiebesparing. Het programma van begeleiding, coördinatie en financiële ondersteuning moet het mogelijk maken om een reële energiebesparing te realiseren in de gemeentelijke gebouwen en infrastructuur. De juridische basis voor de EDLB-dienstverlening door de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders kwam tot stand na overleg met de vertegenwoordigers van de Toezichthoudende overheid en de vertegenwoordigers van Eandis. Er werden twee systemen uitgewerkt in functie van de aanvrager. Naar de deelnemers/vennoten van IMEA toe gebeurt dit op basis van een passende beheersoverdracht. Hiervoor werd in de statuten een explicitering van de openbaredienstverplichting REG en een beperkte aanvulling inzake de inbreng doorgevoerd tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering van december 2010. Voor lokale besturen die geen deelnemer zijn, zal IMEA via een bevestiging van een gemeenteraadsbesluit van een deelnemende gemeente in IMEA, functioneren als opdrachtencentrale. Het uitgebreide aanbod wordt aangeboden aan de steden en gemeenten binnen het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders en aan de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Antwerpen. Het EDLB-aanbod focust op gebouwen, waaronder ook openbare ziekenhuizen,
gemeentelijke sportinfrastructuur, e.d. van de voornoemde steden en gemeenten, provincies, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s. Met dit initiatief willen de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders een antwoord bieden op bestaande behoeften van lokale besturen, zoals een verlaagde energiefactuur, het fungeren als voorbeeldfunctie, het actief tegengaan van klimaatopwarming en het voldoen aan de wettelijke verplichtingen. De openbare deelnemers van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders werden grondig geïnformeerd tijdens lokale infosessies in het voorjaar 2010 en via andere communicatiedragers. In 2010 werd gestart met het effectieve aanbod van de diensten. In de steden en gemeenten van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders werd werk gemaakt van de installatie van een energieboekhouding zodat momenteel reeds 6 028 gebouwen worden opgevolgd. In 267 gebouwen werd het energieverbruik doorgelicht en bij 319 installaties werd een scan gemaakt voor onderhoud of verdere inventarisatie. Met 120 openbare besturen werden kaderovereenkomsten gesloten voor samenwerking, terwijl nog eens 103 overeenkomsten in de fase van onderhandeling zijn. Die kaderovereenkomsten leidden reeds tot 492 ondertekende contracten en nog eens 448 zijn in onderhandeling. Ze hebben vooral betrekking op stookplaatsrenovatie, relighting en het aanpassen of regelen van de verwarming.
Activiteitenverslag 2010
33
REG-actieplan 2010 De besparingsdoelstelling werd vanaf 2010 opgetrokken tot globaal 3,5 % op het gezamenlijk elektrische eindverbruik 2008 van alle eindafnemers. Voor alle Vlaamse gemengde netbeheerders bedraagt deze besparingsdoelstelling 945 GWh, waarvan 80,9 GWh voor IMEA. Naar aanleiding van een wijziging aan het besluit van de Vlaamse regering van 2 maart 2007 ‘inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik’ moest voor 2010 rekening worden gehouden met: -- een verplicht aan te bieden premie voor dakisolatie voor huishoudelijke klanten (500 euro voor minimum 40 m² dakisolatie); de distributienetbeheerders staan niet in voor de uitbetaling van de premie, maar nemen wel een aantal administratieve taken van de Vlaamse overheid op zich; -- de aanpassing van de definitie voor energiescans: naast de gewone energiescan kan worden gekozen voor een voortgangscontrolebezoek waarbij opnieuw energiebesparende investeringen kunnen worden uitgevoerd, of voor een begeleiding bij het plaatsen van dakisolatie en superisolerend glas;
Bij de huishoudelijke afnemers zijn de drie meest aangevraagde premies bestemd voor: -- superisolerende beglazing: 5 236 -- aardgascondensatieketel: 4 382 -- dakisolatie: 2 511
34
Activiteitenverslag 2010
-- het aantal uit te voeren energiescans (1 scan per 100 huishoudelijke elektriciteitsaansluitingen vanaf 2010 tegenover 1 per 200 in de periode 2007-2009). Voor 2010 werd een gemiddelde kost per bespaarde kWh voorzien van 0,0317 euro. Hierin is een gedeelte voorzien voor actieverplichtingen en sensibilisering. Gelet op de verhoogde doelstelling en rekening houdend met de banking (overdracht naar volgende jaren), kon de keuze worden gemaakt tussen het voeren van een REG-beleid gericht op continuïteit van de huidige premies of het afbouwen van de banking door het beleid te beperken tot het louter uitvoeren van de actieverplichtingen. Gelet op de maatschappelijke tendensen en de missie van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders werd voorgesteld om te kiezen voor een continu beleid. De acties en premies om deze doelstellingen te kunnen halen, werden verdeeld over vier doelgroepen, namelijk residentiële afnemers, beschermde afnemers, ondernemingen en openbare besturen.
Voor niet-huishoudelijke afnemers gingen de meeste premies naar aanvragen voor: -- condensatietoepassingen: 164 -- superisolerende beglazing: 61 -- frequentieomvormers: 50 De premies voor dakisolatie, superisolerende beglazing en condensatieketel zijn goed voor 80 % van de premies.
De verschillende items uit het REG-actieplan kenden in 2010 voor geheel IMEA de volgende respons: Actie Buitenzonwering Condenserende luchtverhitter Dakisolatie Energieboekhouding lokaal bestuur Energieboekhouding onderwijsinstellingen, gezondheids- en welzijnsvoorzieningen
Aantal premies
Uitbetaald bedrag (in euro)
311
37.168,85
3
5.275,00
2.536
757.626,63
3
2.999,00
231
0,00
E-peil
63
53.900,00
Frequentieomvormers
50
63.216,20
Gesloten luchtverhitter
6
4.934,40
Gestuurde ontdooiing bij koelinstallaties
2
2.167,50
HR motoren
2
44,00
Huishoudelijk ventilatiesysteem
12
1.800,00
Huishoudelijke aardgascondensatieketel in bestaand appartement ter vervanging van HR+ ketel
45
5.625,00
246
30.800,00
Huishoudelijke aardgascondensatieketel ter vervanging van oudere ketel
4.091
512.625,00
Huishoudelijke basisscan
Huishoudelijke aardgascondensatieketel in bestaande woning ter vervanging van HR+ ketel
2.870
0,00
Huishoudelijke opvolgscans
8
0,00
Huishoudelijke zonneboiler
99
53.958,75
Huishoudelijke zonneboiler in combinatie met ruimteverwarming
11
7.095,00
Kortingbon beschermde afnemers A+ koelkast
74
11.100,00
Kortingbon beschermde afnemers A++ koelkast
19
2.850,00
Kortingbon beschermde afnemers AAA wasmachine
85
12.750,00
Muurisolatie
582
195.429,14
New lighting
21
62.191,82
2
1.179,59
New lighting kantoren Niet-huishoudelijk ventilatiesysteem met warmterecuperatie
16
40.710,00
164
257.946,30
Niet-huishoudelijke zonneboiler
3
6.429,00
OV: vervangen van lampen en armaturen door energiezuinigere
2
7.130,58
REG steun voortvloeiend uit een energieaudit of energiestudie
6
24.691,63
10
15.709,34
2
1.500,00
Superisolerende beglazing (1,3) ter vervanging van dubbel glas
306
96.575,74
Superisolerende beglazing (1,3) ter vervanging van dubbel glas of in nieuwbouw
228
45.926,13
4.763
657.592,28
909
49.618,65
17.781
3.028.565,53
Niet-huishoudelijke condensatietechnieken
Relighting Stralingstoestel 40% hogere stralingsvoet
Superisolerende beglazing (1,3) ter vervanging van enkel glas Thermostaatkranen
Totalen
Activiteitenverslag 2010
35
REG-actieplan 2011
Premies voor beschermde klanten
De besparingsdoelstelling wordt gehandhaafd op 3,5 % van het elektriciteitsverbruik van alle afnemers in 2009. Voor alle Vlaamse gemengde netbeheerders bedraagt die besparingsdoelstelling 901 GWh. Voor IMEA bedraagt dit 78,1 GWh.
Voor beschermde klanten voorziet Eandis 20 % extra premie voor elke directe actie die voorzien is voor de residentiële afnemers. De valorisatie is dezelfde als voor de niet-beschermde afnemers.
Omwille van hun specifieke behoeften worden wel afzonderlijke acties naar de verschillende doelgroepen ontwikkeld. De klemtoon wordt gelegd op het verder zetten van het bestaande premieaanbod.
Sinds 2010 biedt Eandis aan beschermde afnemers een kortingbon van 150 euro voor de aankoop van een energiezuinige koelkast met A+ of A++ label of een energiezuinige wasmachine met AAA-label (of A+AA of A+AB). Deze acties werden bekend gemaakt via verschillende kanalen waar een grote groep beschermde klanten kan worden bereikt, namelijk via OCMW’s, LAC’s, enz. Op vraag zal de beschermde klant een kortingbon opgestuurd krijgen die geldig is in de elektrohandel. De korting wordt onmiddellijk verrekend aan de kassa. Jaarlijks worden ongeveer 5 000 premies uitbetaald aan beschermde klanten en worden gemiddeld 1 700 kortingbonnen verstuurd.
Project dakisolatie voor sociale huisvestingsmaatschappijen Het REG-actieplan 2011 voorziet onder meer: • de verspreiding van informatiebrochures en individueel REG-advies voor huishoudelijke eindafnemers; • het uitvoeren van energiescans; • het beschikbaar stellen van afnamegegevens op schriftelijk verzoek van niet-huishoudelijke eindafnemers; • het opvolgen van de energieboekhouding voor onderwijsinstellingen en welzijns- en gezondheidsvoorzieningen; • sensibilisering en algemene informatieverspreiding afgestemd op de doelgroep; • speciale inspanningen voor verschillende doelgroepen (beschermde afnemers en lokale besturen); • samenwerking met sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren; • ondersteuning van lokale besturen bij planning en implementatie van het lokale energiebeleid; • de dakisolatiepremie voor huishoudelijke eindafnemers. Het REG-actieplan 2011 werd voor goedkeuring voorgelegd aan VEA (Vlaams Energieagentschap). De definitieve actiebeschrijvingen en premies zijn raadpleegbaar op de website van Eandis en in alle klantenkantoren van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders.
36
Activiteitenverslag 2010
Naast de inspanningen van het REG-actieplan, wordt aandacht besteed aan extra maatregelen voor kansarme gezinnen, onder meer door de plaatsing van dakisolatie (10 euro/ m²), aanvankelijk gepland bij ongeveer 2 500 sociale woningen onder beheer van sociale huisvestingsmaatschappijen.
Voor dit isolatieproject was in 2010 een bedrag van 1,5 miljoen euro voorbehouden. De distributienetbeheerders organiseren via Eandis, globale aanbestedingen voor aankoop van isolatiemateriaal. Het isolatiemateriaal wordt geleverd aan de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de plaatsing ervan.
Het beschikbare budget was, gezien het grote aantal aanvragen, ontoereikend. Meer dan 5 000 woningen werden ingeschreven voor dit project. Het werd herverdeeld in verhouding tot het aantal inschrijvingen en rekening houdend met het aantal woningen dat een sociale huisvestingsmaatschappij in beheer heeft. 8 van de 29 deelnemende sociale huisvestingsmaatschappijen zijn reeds gestart met de plaatsing van de dakisolatie. De overige maatschappijen zitten in een opstartfase van effectieve uitvoering. In 2011 wordt opnieuw 1,5 miljoen euro gebudgetteerd voor een gelijkaardig isolatieproject met de sociale huisvestingsmaatschappijen.
Nieuw pilootproject dakisolatie in Vlaanderen Het energierenovatieprogramma van de Vlaamse regering streeft ernaar om alle woningen in Vlaanderen energiezuinig te maken. Daartoe heeft de Vlaamse regering de intentie dat tegen 2020 alle woningen ondermeer zijn uitgerust met dakisolatie. Wie zijn dak zelf isoleert, kan rekenen op een premie van de distributienetbeheerders van 2 euro/m², of van 4 euro/m² als er een vakman aan te pas komt. Sinds 1 januari 2009 geeft de Vlaamse regering daar bovenop nog een premie van maximaal 500 euro.
Aantal aanvragen dakisolatie 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0
Aantal aanvragen dakisolatie
06
20
07
20
08
20
09
20
10
20
(v
ig)
lop
r oo
Bij mensen die traditioneel moeilijk worden bereikt door dit ondersteuningsbeleid en zo uit de boot dreigen te vallen, wordt een specifiek isolatieprogramma opgezet om te zorgen voor energiebesparing. In die context is begin 2011 een proefproject gestart voor de praktische en financiële uitvoering van de gratis dakisolatie van minstens 500 huurwoningen in Vlaanderen. Dit proefproject zal de Vlaamse regering de nodige ervaring geven om dergelijke programma’s uit te breiden.
De woningen zullen gekozen worden in het segment van de woningen op de private huurmarkt in de laagste huurcategorie. Dit is een bewuste keuze. De huurder-verhuurderproblematiek legt namelijk in vele gevallen een rem op de effectieve realisatie van energiebesparende investeringen vermits deze worden gedragen door de verhuurder en de besparing via de energiefactuur ten goede komt aan de huurder. Voor de selectie van adressen en woningen wordt samengewerkt met de OCMW’s van de gemeenten op het distributiegebied van Eandis. Uitgangspunt is de kennis van de OCMW’s van de lokale behoeften en de woonsituatie van hun klanten. Half december 2010 werden alle OCMW’s aangeschreven met de vraag hun medewerking te verlenen en opgave te doen van mogelijke adressen. De 500 woningen van het proefproject zullen worden verdeeld over de deelnemende OCMW’s. Eandis bezorgt de OCMW’s een lijst van de inwoners met een aardgasbudgetmeter, waaruit de OCMW’s kunnen kiezen. Er is ook een checklist opgesteld met criteria waaraan de woning dient te voldoen om in aanmerking te komen voor dit project. Na akkoord van de betrokken huurder zal Eandis alle verdere acties ondernemen om in die woning gratis dakisolatie te plaatsen. Er is overleg tussen Eandis en de OCMW’s over de weerhouden adressen en uitgevoerde projecten.
Huishoudelijke energiescans Op 2 maart 2007 keurde de Vlaamse regering een besluit goed dat de distributienetbeheerders een actieverplichting oplegt om, in samenwerking met de gemeenten, 40 605 energiescans uit te voeren bij huishoudelijke klanten in een periode van drie jaar.
Activiteitenverslag 2010
37
In 2009 werd de doelstelling aangepast en bepaald op één energiescan per 200 huishoudelijke toegangspunten. Vanaf 2010 werd de verplichting verruimd en dient er één scan te worden uitgevoerd per 100 huishoudelijke toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 1 oktober 2006. Elke gemeente bepaalt bij welke doelgroepen de energiescans in haar gemeente worden aangeboden. Ze bestaan in elk geval uit de huishoudelijke afnemers die door de netbeheerder worden beleverd en de beschermde afnemers. Tijdens een energiescan licht de scanner de bestaande energiesituatie van het gezin en het gebouw door. Er worden besparingstips gegeven en het gezin krijgt een meterkaart om het energieverbruik op te volgen. Tijdens het bezoek installeert de scanner meteen ook een spaarpakket met onder meer spaarlampen, spaardouchekop, radiatorfolie en buisisolatie.
Aardgasfonds Naast het REG-actieplan bestaat er ook een REG-aardgasfonds. Het bedrag daarvan wordt jaarlijks verdeeld over de aardgasnetbeheerders volgens het aardgasverbruik. Voor alle Vlaamse gemengde distributienetbeheerders samen is een budget voorzien van 10.000 euro voor sensibilisering, naast 4,6 miljoen euro voor het uitbetalen van premies. Er wordt voorgesteld om in 2011 met deze middelen een aantal premies verder te zetten, met name voor de vervanging van keukengeisers door keukengeisers met intrinsieke atmosfeerbeveiliging, de aardgaswasdroger, begeleiding bij vernieuwing van stookplaatsen en de plaatsing van CO-melders. Nieuw vanaf 2011 is de premie voor dataloggers.
REG-fonds Fluxys Een energiescan is geslaagd wanneer de bewoner bewust wordt van de mogelijkheden om energie te besparen. Door de installatie van het spaarpakket alleen al kan een totale energiebesparing van gemiddeld 1 277 kWh worden gerealiseerd. Wijzigingen in het verbruiksgedrag kunnen bovendien nog een besparing opleveren van 5 à 15 % op jaarbasis. Voor 2010 werden bij IMEA 2 878 energiescans uitgevoerd (exclusief eventueel saldo scans van 2009).
38
Activiteitenverslag 2010
Sinds 2003 stelt Fluxys jaarlijks via Synergrid een fonds van 1,25 miljoen euro ter beschikking van alle Belgische distributienetbeheerders voor bevordering van rationeel energiegebruik. Na aftrek van de budgetten voor de nationale actie HR+ (300.000 euro in 2010) wordt het saldo verdeeld op basis van de door de distributienetbeheerder gedistribueerde hoeveelheden aardgas.
Vanaf oktober 2005 werd vanuit de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders gestart met een actie om de residentiële eindafnemer een korting toe te kennen van 100 euro op de prijs voor een standaardaansluiting gas indien er voor de deur van de woning gewerkt wordt aan een gasuitbreiding of sanering. Deze korting werd vanaf 2007 omgezet in een gratis standaardaansluiting aardgas. Om in regio’s met een lagere penetratiegraad aardgasaansluitingen (en dus mogelijk lagere hoeveelheden gedistribueerd aardgas) de actie ‘gratis standaardaansluiting gas’ niet in het gedrang te brengen, beslisten de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders om de budgetten van het REG-fonds Fluxys niet meer op te splitsen per distributienetbeheerder, maar te beschouwen als één globaal budget binnen hun gezamenlijk distributiegebied om zo de aansluitingsgraad op de aardgasnetten van alle Vlaamse gemengde distributienetbeheerders te verhogen.
LED in openbare verlichting In het kader van het rationeel omgaan met energie en het ‘ecologisch’ denken, zijn veel steden en gemeenten op zoek naar energiebesparingen. In die context is een onderzoek gebeurd op het niveau van Laborelec, in proefsites en verder studiewerk. De resultaten tonen aan dat vandaag een grootschalig gebruik van LED-technologie in openbare verlichting voorbarig is, maar duidelijk extra mogelijkheden biedt inzake baken- of monumentverlichting. De nadelen van de geteste generatie openbare verlichtingstoestellen liggen op het vlak van een te grote terugval in lichtsterkte, een niet optimale spiegelwerking en een te groot aantal defecten waardoor een optimale veiligheid op de weg nog onvoldoende gegarandeerd kan worden. Eandis blijft de evolutie op de voet volgen en zal ook in de toekomst proefsites opzetten voor bepaalde nieuwe types van openbare verlichting.
Forfaitprijzen onderhoud openbare verlichting In 2010 werden in het werkingsgebied van de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders globaal 165 000 lampen preventief vervangen. Daarnaast worden jaarlijks gemiddeld 51 000 lampen vervangen die vroegtijdig defect gaan. De materialen voor de periodieke en preventieve vervanging van lampen, ballasten, starters en condensatoren van de openbare verlichting worden aan de gemeenten aangerekend op basis van jaarlijks vastgestelde forfaitaire eenheidsprijzen. De jaarlijkse verrekening van de totale kost per gemeente gebeurt op basis van de forfaitaire eenheidsprijzen en het aantal opgestelde lampen in de gemeente die onderworpen zijn aan periodieke lampvervanging. Kosten voor onderhoud die niet horen onder ‘periodieke lampvervanging’ en buiten het ‘standaard onderhoud’ vallen, worden per trimester aangerekend volgens de werkelijke kostprijs. Op basis van de geactualiseerde forfaitprijzen 2011 wordt de globale kost voor 2011 begroot op 3,49 miljoen euro.
Earth Hour en Nacht van de Duisternis Sinds vorig jaar is er naast de Nacht van de Duisternis ook het initiatief Earth Hour ontwikkeld. Earth Hour had in 2010 plaats op 27 maart. IMEA besliste om voor Earth Hour eenzelfde ondersteuning te geven voor het doven van de openbare verlichting zoals de vorige jaren voor de Nacht van de Duisternis. De organisatie van de Nacht van de Duisternis had haar evenement voor 2010 verschoven van maart naar 16 oktober 2010.
Activiteitenverslag 2010
39
Investeringsprogramma’s Gerealiseerde investeringen in 2010 IMEA investeerde in 2010 meer dan 48,5 miljoen euro. De gerealiseerde investeringsbegroting 2010 bedroeg 24,7 miljoen euro voor elektriciteit en 23,9 miljoen euro voor aardgas. Per activiteit zijn dit de gerealiseerde investeringen:
Activiteit
Bruto-investering (in duizend euro)
Elektriciteit Transformatorstations
409,9
Middenspanningsnetten
4.465,7
Distributiecabines
4.160,4
Laagspanningsnetten
5.369,3
Openbare verlichtingsnetten
804,7
Laagspanningsaftakkingen
3.428,6
Meters
1.177,7
Gebouwen, voertuigen, apparatuur en diversen
2.694,2
Project slimme meters/netten + Clearing House
2.162,2
Totaal
24.672,7
Aardgas Stations Middendruknetten
2.087,2
Distributiecabines
471,7
Lagedruknetten
10.974,5
Aftakkingen
7.610,0
Meters
2.064,0
Diversen Project slimme meters/netten + Clearing House
40
187,0
46,6 430,8
Totaal
23.871,8
Algemeen totaal
48.544,5
Activiteitenverslag 2010
Budget 2011 IMEA gaf goedkeuring aan het voorstel van investeringsbudget voor 2011, ten belope van bruto 61,2 miljoen euro.
Driejaarlijkse investeringsplannen In juni 2010 heeft IMEA de investeringsplannen elektriciteit en aardgas 2011–2012–2013 besproken en ingediend bij de VREG. De driejaarlijkse investeringsplannen worden jaarlijks aangepast voor de volgende drie jaar. De VREG op zijn beurt analyseert deze investeringsplannen en beoordeelt of de distributienetbeheerders het nodige doen om te voldoen aan de hun opgelegde taken, zoals onder meer het voorzien van voldoende capaciteit voor de distributie van elektriciteit en aardgas op het net. Wat betreft de beoordeling van het investeringsplan 20102012, ingediend in 2009, meldt de VREG dat IMEA, mits uitvoering van de geplande investeringen, het nodige doet om te voldoen aan de taken, zoals bepaald in het energiedecreet, onder voorbehoud van de analyse van de investeringen op de koppelingspunten van het transmissie- en distributienet voor wat elektriciteit betreft. Voor aardgas wenst de VREG dat bij toekomstige rapporteringen in de tabel met de belastingvoorspelling per ontvangstation bij de belasting ≥ 100 % wordt vermeld welke investering hiervoor gepland is of de reden op te geven waarom er geen investering nodig is.
Activiteitenverslag 2010
41
Eandis Slimme meters Slimme meters zijn digitale verbruiksmeters die communiceren in twee richtingen: van en naar de verbruiker, van op afstand en op elk gewenst moment. Er zijn slimme meters voor elektriciteit en voor aardgas. Dagelijkse uitlezingen zijn niet meer voldoende om tijdig de juiste acties te ondernemen. Er is nood aan communicatie in quasi ‘real time’ om een stabiel en bedrijfszeker netwerk te kunnen garanderen. De slimme verbruiksmeters invoeren op grote schaal zal stap voor stap gebeuren. Eerst wil Eandis de haalbaarheid van de toegepaste technieken grondig onderzoeken. In 2010 liep een eerste proefproject met slimme meters in Vlaanderen. Het was een samenwerking tussen Eandis en Infrax. Daarbij werden de eerste 4 300 elektronische verbruiksmeters geïnstalleerd op het werkingsgebied van Eandis (Leest en Hombeek) en 300 op dat van Infrax. Het proefproject was bedoeld om de werking van de meters en de communicatie van de data degelijk uit te testen. De resultaten van dit proefproject geven aan dat de techniek om verbruiksgegevens van op afstand door te sturen, effectief werkt. Met de tweede fase van het onderzoeksproject, dat in 2011 is opgestart, wil Eandis nog andere technieken uittesten door zo’n 40 000 nieuwe meters te plaatsen, verspreid over welomschreven testgebieden Om praktijkervaring op te bouwen in alle omstandigheden, werd bij de selectie van de gebieden voor het pilootproject rekening gehouden met de gewenste diversiteit, bijvoorbeeld volgens bevolkingsdichtheid of type bebouwing en bewoning. De gemeenten werden geselecteerd in overleg met de betrokken distributienetbeheerders en gemeentebesturen. Op basis van de opgebouwde kennis tijdens de onderzoeksprojecten zal de Vlaamse Overheid de voordelen voor de consument grondig evalueren en beslissen of de plaatsing van 5 miljoen slimme meters in Vlaanderen vanaf 2014 er komt of niet.
42
Activiteitenverslag 2010
Slimme netten Door de toenemende hoeveelheden decentrale energieproductie kan een combinatie van verzwaring van het netwerk en het actief beheren van het netwerk een antwoord bieden op de uitdagingen rond een goede energiehuishouding op de elektriciteitsnetten. Naast de slimme meters zal er in de toekomst behoefte zijn aan het slimme energienetwerk: volledig bidirectioneel, flexibel aanstuurbaar en aangepast op wijdverspreide decentrale productie onder vele vormen. Dit zal een ware revolutie teweegbrengen in het denken en werken rond de distributie van elektriciteit en aardgas. Eandis heeft daarom beslist actief te gaan deelnemen aan het platform ‘Smart Grid’ dat onder impuls van de Vlaamse overheid in het kader van het actieplan Vlaanderen In Actie (VIA) werd tot stand gebracht. Het opstellen van beleidsadviezen, kennisopbouw, het creëren van maatschappelijk overleg en het aanpassen van de marktprocessen werden als hoofddoelstellingen van het Smart Gridplatform naar voren geschoven. Het programma Slimme Netten voorziet voor het actief beheren van het net in een sturing van vraag en aanbod via het zogenaamde Distribution Management System (DMS). DMS vormt daarbij een basis voor het programma Slimme Netten. Aan de hand van dit systeem kan de netinfrastructuur verder worden uitgebouwd. Het gebruik van DMS zal een actieve sturing en metingen mogelijk maken, met een positieve invloed op de kwaliteit en veiligheid.
Uniforme klachtenprocedure
2e Aannemersprijs Eandis
De manier waarop een bedrijf omgaat met klachten, zegt iets over de manier waarop het omgaat met de klanten. Uit klachten valt heel wat te leren. Een efficiënt klachtenbeheer leidt tot procesverbeteringen en zorgt voor een betere dienstverlening en communicatie. Eandis heeft in 2010 een nieuw, geharmoniseerd en klantgericht systeem van klachtenbeheer in gebruik genomen.
Op 29 mei 2010 werden voor de tweede maal de ‘Gouden Handen’ voor ‘Werken voor klanten’ en ‘Werken aan het net’ uitgereikt in het kader van de ‘Aannemersprijs Eandis’. In de categorieën ‘Werken voor klanten’ en ‘Werken aan het net’ ontvingen telkens de drie aannemers met de beste scores een ‘Gouden Hand’ voor vakbekwaamheid, veiligheid en kwaliteit. Naast de Gouden Handen kregen 29 aannemers een ‘Zilveren Hand’ in de categorie ‘Werken voor klanten’ en 31 in de categorie ‘Werken aan het net’.
Het systeem is gebaseerd op een hoge toegankelijkheid om klachten in te dienen, onder meer via de website, en een gestroomlijnd proces dat de snelheid waarmee klachten worden behandeld en de nodige empathie ten aanzien van de klanten moet garanderen. Een nieuwe centrale informaticatoepassing biedt hierbij ondersteuning en zorgt voor een uniforme registratie en behandeling.
Deze jaarlijkse prijs moet binnen de aannemerswereld de referentie worden voor kwalitatief en veilig werken. Ook binnen de nutsbedrijven wil Eandis met deze award een waardemeter zijn voor het aanbesteden van werken. Eandis wil daarmee haar strikt beleid inzake kwaliteit, veiligheid en vakbekwaamheid bij het uitvoeren van werken onderstrepen.
Voornamelijk de eerstelijnmedewerkers van De Stroomlijn, de klantenkantoren en de CGK’s (contacten gemeenten en grote klanten) zorgen voor de ontvangst van de klachten. Maar uiteraard zijn alle medewerkers van Eandis rechtstreeks en onrechtstreeks betrokken bij de analyse, de opvolging en de afsluiting van een klacht.
Klantentevredenheid Net als voor 2008 werd voor 2009 een extern onafhankelijk onderzoek gevoerd naar de tevredenheid van onze klanten. De resultaten werden in februari 2010 voorgesteld. Ze hebben betrekking op de klantgerichte processen (storingsbeheer, uitbetaling premies, plaatsen budgetmeters, metering, werken aan aansluitingen en investeringswerken) en dit bij 1 200 klanten (200 per proces). De resultaten zijn zeer goed en liggen volledig in lijn met bestaande interne kwaliteitsmetingen. Gemiddeld wordt een tevredenheid gescoord van 91,3 %. De service in de klantenkantoren scoort 97 % en de tevredenheidsgraad over het callcenter De Stroomlijn bedraagt 90 %.
Elektrische voertuigen Om de grootschalige introductie van elektrische voertuigen mogelijk te maken, moet aan een aantal randvoorwaarden voldaan zijn, onder meer op het vlak van de infrastructuur om deze wagens te kunnen opladen. Zo moet ook de impact van de oplading van dergelijke voertuigen via het laagspanningsnet van de distributienetbeheerders grondig worden bestudeerd. Om zelf alvast ervaring op te doen heeft Eandis beslist 10 elektrische voertuigen aan te kopen en deze gratis ter beschikking te stellen van carpoolers uit het eigen bedrijf. De oplaadpunten staan opgesteld op de terreinen van de Eandis-hoofdzetel in Melle. De ervaringen van Eandis zullen worden samengebracht met deze van andere projecten in Vlaanderen.
Activiteitenverslag 2010
43
Met dit project willen de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders en Eandis een duidelijk signaal geven dat zij de 20-20-20-doelstellingen ter harte nemen en daartoe concrete toekomstgerichte initiatieven ontwikkelen. Bovendien kadert dit binnen de acties die Eandis voert om de ecologische voetafdruk van het bedrijf en de medewerkers zo klein mogelijk te houden. Een middel is de wagen delen met collega’s of zelfs met werknemers van andere bedrijven om de afstand woonst-werk te overbruggen. Carpoolen is sinds 1 januari 2010 bij Eandis gestructureerd georganiseerd.
Uitgifte obligatielening Om zijn omvangrijk programma van investeringen in de distributienetten voor elektriciteit en gas te financieren, heeft Eandis in juni en november 2010 telkens een obligatielening uitgegeven waarop particuliere beleggers konden intekenen. Beide inschrijvingsperiodes werden omwille van het succes vervroegd afgesloten. Zo werd respectievelijk 150 en 170 miljoen euro opgehaald. Momenteel loopt de procedure om een rating te verkrijgen bij agentschap Moody’s. Zo’n rating is een voorwaarde voor het opzetten van een EMTN-programma (European Medium Term Note), waardoor Europese institutionele obligatieleningen kunnen worden uitgegeven.
44
Activiteitenverslag 2010
Huis-aan-huisblad Het Eandismagazine kwam in maart, juni en november alweer in meer dan 2,5 miljoen brievenbussen terecht. Naast energienormen en energiescans kregen vooral de thema’s ‘aansluiten op aardgas’, ‘verwarmen met aardgas’, ‘REG-premies’, ‘energie besparen’ en ‘verhuisregeling’ ruime aandacht. Marktonderzoek toont aan dat dit magazine duidelijk in de smaak valt en antwoorden geeft op vragen die bij de mensen leven.
Verslag corporate governance comité
In uitvoering van de bevoegdheden die het Vlaamse uitvoeringsbesluit van 19 november 2010 aan het corporate governance comité opdraagt, rapporteert het comité aan de raad van bestuur over de manier waarop hij zijn adviserende en controlerende taak heeft uitgevoerd. Dit rapport 2010 biedt een overzicht van de belangrijkste onderzoeksverrichtingen van het voorbije werkingsjaar en bevat de besluiten en/of aanbevelingen van het comité.
Belangenconflicten
Toezicht op naleving van wetgeving
Belangenconflicten tussen de aandeelhouders van de distributienetbeheerder of tussen de netbeheerder en de maatschappij Electrabel nv kunnen – indien zij zich voordoen – het voorwerp uitmaken van een onderzoek door het corporate governance comité. Ook kan iedere onafhankelijke bestuurder of het managementcomité een onderzoek vorderen voor belangenconflicten tussen de werkmaatschappij en de netbeheerder.
In 2010 was de focus gericht op de belangrijkste bepalingen uit de nieuwe wet ter versterking van deugdelijk bestuur. De nieuwe wet voert o.m. de verplichting in voor genoteerde vennootschappen om in hun jaarverslag een verklaring op te nemen waarin zij de corporate governance code vermelden die zij toepassen. Daarnaast bevat die verklaring elke relevante informatie over de praktijken inzake deugdelijk bestuur. De verklaring beschrijft ook de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van financiële verslaggeving. Omdat Eandis in haar eigen corporate governance charter expliciet verwijst naar de Belgische codes voor corporate governance zal ook zij zich houden aan deze formaliteiten. Voor de opdrachthoudende vereniging IMEA gelden alleen de formaliteiten van het Vlaamse decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.
In 2010 zijn geen belangenconflicten gesignaleerd.
Onverenigbaarheden Naar aanleiding van de verkiezingen van juni 2010 voor de samenstelling van het federale parlement, onderzocht het CGC mogelijke onverenigbaarheden tussen het mandaat van bestuurder met het lidmaatschap van een wetgevende vergadering. De verkiezingsuitslagen hadden echter geen impact op de samenstelling van het bestuursorgaan van IMEA. Aan het lidmaatschap van het corporate governance comité zijn een aantal specifieke voorwaarden verbonden. Vooreerst mogen de bestuurders die door de gemeenten voorgedragen worden, geen enkele functie of activiteit uitoefenen voor een producent, een invoerder van buitenlands aardgas, een houder van een leveringsvergunning of een tussenpersoon. Alle gemeentelijke bestuurders ondertekenen hiertoe bij het opnemen van hun mandaat een verklaring op erewoord. Hoewel dit in IMEA niet in de statuten voorzien is, kunnen ook bestuurders van andere aandeelhouders-categorieën van dit comité deel uit maken. De enige voorwaarde is wel dat zij als ‘onafhankelijke’ bestuurder gekwalificeerd zijn, dit wil zeggen dat zij aan een aantal onafhankelijkheidsvereisten opgelegd door de Vlaamse regelgeving moeten beantwoorden. In de loop van 2010 wijzigde de samenstelling van het comité niet en stelde het probleem van ‘onafhankelijkheid’ zich niet.
Het comité nam ook kennis van de beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) van 29 oktober 2009 met betrekking tot het verlenen van toestemming aan de Vlaamse gemengde netbeheerders w.o. IMEA, om een beroep te doen op werkmaatschappij Eandis. De VREG gaf die toestemming niettegenstaande haar vaststelling dat het Eandis-filiaal De Stroomlijn (weliswaar alleen in uitzonderlijke crisissituaties) nog steeds een beroep deed op het callcenter N-Allo. Ook de diensten die Laborelec voor rekening van Eandis vervulde, moesten tegen 31 december 2010 overdragen zijn aan een nieuwe dienstverlener (na aanbesteding van deze opdracht). Het corporate governance comité besloot dat deze vaststellingen voor de VREG geen belemmering vormden om toestemming te verlenen aan de netbeheerders om een beroep te doen op werkmaatschappij Eandis. Aan de opmerkingen van de VREG is intussen voldaan. Het aandeel van Laborelec werd in de loop van 2010 van de hand gedaan en in de callcenter activiteiten zijn intussen verschillende initiatieven ontwikkeld om De Stroomlijn verder te verzelfstandigen.
Activiteitenverslag 2010
45
Sinds 2010 zijn er nieuwe regels van toepassing volgens dewelke bepaalde leden van de federale Commissie voor de regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) hun opdracht van officier van de gerechtelijke politie kunnen uitvoeren. Deze personen zijn voortaan belast met het opsporen en vaststellen op het gehele Belgische grondgebied, van de inbreuken bedoeld door de elektriciteitswet en de gaswet.
ning 2009 vallen de kosten voor openbare dienstverplichtingen op, zoals de gratis 100 kWh elektriciteit, de kosten voor REGacties en de overnamekost voor groenestroomcertificaten. Na controle van de boekhoudkundige besluiten en ter afronding van het onderzoek van de rekeningen van het werkingsjaar 2009, kon het comité aan de raad van bestuur een verslag bezorgen zonder enig voorbehoud of bezwaar.
Tijdens zijn sessies analyseerde het comité nog andere regelgeving die gebeurlijk de werking van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij Eandis kan impacteren. Het comité besteedde daarbij aandacht aan zowel nieuwe federale als regionale wetgeving. Ook de beslissingen of adviezen van de regulatoren kregen de nodige aandacht. Dank zij deze monitoring kan het CGC de raad van bestuur een (redelijke) zekerheid bieden dat de distributienetbeheerder handelt volgens de wettelijke voorschriften, meer specifiek dat zij de bepalingen van het Vlaams energiedecreet en de uitvoeringsbesluiten naleeft.
Het comité verleende ook reeds een positief advies over de balans en de resultatenrekening per 30 juni 2010. Het had bijzondere aandacht voor de belangrijke hoeveelheden kWh die in het elektriciteitsnet geïnjecteerd werden als gevolg van de groeiende decentrale productie. Langs kostenzijde blijven ook in 2010 de openbare dienstverplichtingen een belangrijk aandachtspunt, meer bepaald de overnamekosten voor de groenestroomcertificaten die aanzienlijk oplopen.
Onderzoek van de rekeningen
Na controle van de samenstellende elementen uit de investeringsbegroting 2009 kon het comité vaststellen dat de trend naar lagere reële investeringscijfers, die tijdens de beoordeling van de semesteriële rapportering 2009 was opgevallen, naar het jaareinde toe omgebogen werd in die zin dat de reële uitgaven voor de activiteit elektriciteit lichtjes het vooropgezette budget overschreden, terwijl die voor de activiteit aardgas quasi perfect binnen de begroting vielen.
Opvallend voor de rekeningen 2009 is de impact op de diverse balansrubrieken van de integratie per 1 januari 2009 van de vroegere distributienetbeheerder IGAO. Het aandeel van de vaste activa in het balans-totaal steeg hiermee naar 84 %. Van de totale RAB-waarde komt 56 % toe aan de activiteit elektriciteit en 44 % aan de activiteit gas. In de resultatenreke-
46
Activiteitenverslag 2010
Controle van het budget
Toch oordeelde het CGC het na die controle raadzaam om het management aan te bevelen om voor de tweede jaarhelft 2010 de investeringsindicatoren met bijzondere aandacht te volgen.
Opvolging van de auditwerkzaamheden De missie van interne audit bestaat er in om op onafhankelijke en objectieve wijze de effectiviteit, de efficiëntie en de compliancy van het interne controlesysteem van Eandis te analyseren en te evalueren. Hiervoor worden de activiteiten van Eandis aan de hand van procesaudits, thema-audits of controle-audits onderzocht. De afdeling audit ontwierp een systeem gebaseerd op de standaarden van het Institute of Internal Auditors (IIA). Dit auditmodel is specifiek voor Eandis ontwikkeld. Het steunt op internationale referentiekaders en moet toelaten de efficiëntie en de doeltreffendheid van het risico- en controlebeheer of de maturiteit van de beleidsprocessen te evalueren. Het Eandis-auditmodel onderzoekt 25 controleobjectieven om de maturiteit van een proces te kunnen bepalen. De directie corporate governance baseert zich voor haar auditplanning 2009-2011 op de actuele proceslijst. Deze lijst bevat 31 auditeerbare eenheden die over een periode van 3 jaar geauditeerd worden. De afdeling audit waakt er secuur over dat alle processen aan bod komen door ze systematisch te koppelen aan de lijst van auditeerbare eenheden. Als de proceslijst geactualiseerd wordt, zal de lijst van auditeerbare eenheden hierop worden afgestemd. Naast het auditeren van processen voert de afdeling audit ook themaen controle-audits uit. Bij deze audits wordt evenwel geen maturiteitsniveau bepaald. In uitvoering van de auditplanning onderzocht het comité meerdere auditrapporten. Per audit nam het kennis van de scope, de bevindingen, de besluiten, de maturiteitsbepalingen, de eindevaluaties en de maatregelen ter correctie of verbetering van de proceswerking. In 2010 is er gerapporteerd over de procesaudits talentbeheer, werken aan aansluitingen en meterwerken, beheer rapportering, beheren van geldstromen, verloning & industriële relaties, algemene boekhouding, beheer veiligheid, aanpassen van een bestaande of bouwen van een nieuwe ICT-dienst, capteren van een businessnood, exploiteren van de elektriciteits-, gas- en openbareverlichtingsnetten, budget & controlling, beheer van logistiek, asset management en de (externe) ISO-audit.
Betrouwbaarheid van de financiële informatie De rekeningen, evenals de afsluitverrichtingen en de winstverdeling, worden ook door de bedrijfsrevisor van de netbeheerder onderzocht en getoetst. De revisor moet immers overeenkomstig de wettelijk en statutaire bepalingen een oordeel vellen over de jaarrekening en over de vereiste bijkomende vermeldingen. En hij moet hierover in zijn verslag aan de algemene vergadering rapporteren. Tijdens één van zijn sessies nam het CGC kennis van de door de revisor Deloitte gehanteerde audit-methodologie. Bij de uitwerking voor het boekjaar 2009 zaten volgende elementen in de scope van de risicoanalyse: de distributienetvergoedingen, de facturering aan sociale klanten en de bepaling van het niet opgenomen verbruik, de netverliezen, de door Elia aangerekende transportvergoeding en het afrekeningmechanisme en de boekhoudkundige verwerking van het tarifair overschot of -tekort. Het revisorenkantoor pleegde ook overleg met de revisoren van de andere gemengde distributienetbeheerders en van Eandis. Op basis van deze controle en rapportering evalueerde het comité in een eindconclusie de financiële informatie rond de jaarrekening van IMEA (boekjaar 2009) als betrouwbaar. Met haar (voorlopige) beslissing van 21 oktober 2010 over de saldi van het exploitatiejaar 2009 en naar aanleiding van haar verwerping van het bedrag aan gerapporteerde buitendienststellingen, vroeg de CREG aan de distributienetbeheerder om op het punt van de saldi van zowel de afschrijvingen als de billijke winstvergoeding, de rapportering aan te passen. De beslissing van de CREG kwam er na de uitvoering van een controleprogramma in meerdere stappen. Bij één van die stappen onderzocht de federale regulator de buitendienststellingen (slopingen). Hij had opmerkingen bij een rapport van KPMG Bedrijfsrevisoren dat was opgemaakt ter bevestiging van de waarde van de buitendienstgestelde materiële vaste activa en van de toegepaste methodiek. Op basis van het KPMG-rapport en op grond van zijn eigen bevindingen verwierp de CREG het bedrag aan gerapporteerde buitendienststellingen. Het corporate governance comité werd over de aanpak van deze problematiek uitvoerig gebriefd en nam in die optiek ook kennis van het engagement van Eandis om de resultaten en de voortgang van het programma datakwaliteit in volledige transparantie aan de CREG mee te delen. Het CGC beval de diensten van de werkmaatschappij aan om het bestuursorgaan op een omstandige wijze voor te lichten over de acties die de accuraatheid van de data moeten optimaliseren.
Activiteitenverslag 2010
47
Na analyse van de verschillende evoluties ten overstaan van het boekjaar 2008, bevestigde het comité de allocatiecijfers voor 2009. Enkele dossiers kregen bijzondere aandacht o.a. de handel in groenestroomcertificaten. Daarnaast bestudeerde het comité ook de verkoopcijfers voor het 1ste semester van het boekjaar 2010. Men stelde onder meer vast dat het aantal toegangspunten van IMEA voor wat haar leveringsactiviteiten betreft, in gevoelige mate steeg. Het comité attesteerde voor beide energievormen de gemeten allocatiecijfers per klantengroep.
Organisatie interne controle en uitoefening van toezicht In de loop van 2010 nam het comité akte van de verdere uitrol van het IRb-project in de domeinen corporate governance, preventie en bescherming, human resources en asset management. Het comité besprak eveneens de verwachtingen voor 2011. Die bestaan er onder meer in om verder ondersteuning te bieden aan de uitgerolde procesdomeinen. Ook een aantal managementprojecten krijgt ondersteuning. Daarnaast zullen de eigen processen, met inbegrip van een kwaliteitscontrole op de zgn. Eandis Risico Identificatie Kaart of ERIK, geoptimaliseerd worden en moet een geschikte rapporteringstool uitgewerkt worden. Het CGC sprak met de verantwoordelijke diensten van Eandis af om op regelmatige tijdstippen deze IRb-rapporten te bespreken. Het CGC nam kennis van de vaststellingen en observaties van de directie corporate governance zoals weergegeven in haar rapportering 2009. Het comité sloot zich volmondig aan bij de geformuleerde conclusies en analyses op het niveau
48
Activiteitenverslag 2010
van governance, compliancy, operaties en klantenservice. Op grond van zijn analyse en bij wijze van slotbeschouwing onderschreef het comité de stelling dat de uitgevoerde onderzoeken uitwezen dat de beleving van deugdelijk bestuur in de werkmaatschappij voldoende hoog is en dat afwijkingen eerder uitzondering zijn. Na kennisname van de maatregelen genomen als gevolg van de aanbevelingen 2008 en gelet op de nieuwe aanbevelingen voor 2009, stemde het CGC in met een nieuwe richtlijn van de ombudsdienst. Die richtlijn schrijft voor om bij de opmaak van de operationele processen proactief de klantverwachtingen in kaart te brengen en daarna – bij uitvoering – zeer actief met de klant te communiceren. In de praktijk houdt deze richtlijn in dat de focus moet liggen op informatie en communicatie, aandacht voor wachttijden en, bij de behandeling van schadedossiers, de aanname van een klantgerichte houding. Elk semester besprak en onderzocht het comité de diverse kerncijfers van Eandis en van de gemengde distributienetbeheerders. Deze indicatoren zijn van diverse aard en rapporteren o.a. over de opvolging van budgetten, het realiseren van doorlooptijden, het controleren van de leveringsbetrouwbaarheid, het meten van klantentevredenheid of het opvolgen van klachten. In 2010 had het comité bijzonder oog voor de kerncijfers over de realisatie van het investeringsbudget (CAPEX). De cumul van alle reële netto-investeringen valt sinds enkele jaren lager uit dan wat gebudgetteerd is. Dit duidt op een achterstand. Omdat de VREG op basis van de investeringsplannen moet oordelen of de distributienetbeheerder voor de energiedistributie op zijn grondgebied
voldoende capaciteit aanhoudt, is het belangrijk om deze indicator van nabij op te volgen. Aan het management werd gevraagd om corrigerende en preventieve maatregelen ter verbetering van deze indicatoren voor te stellen.
inspanningen die de diensten van de werkmaatschappij hiervoor geleverd hebben. Op voorwaarde dat de kosten/ baten verder opgevolgd worden, stemden de leden in met de verdere inning van deze categorie schuldvorderingen.
Onderzoeksverrichtingen
Het CGC bestudeerde het VREG-rapport nr. 2010-4 van 18 mei 2010 met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening van de elektriciteitsdistributienetbeheerders in het Vlaamse Gewest in 2009 en concludeerde hier uit dat deze informatie een goeie indicatie geeft van de technische kwaliteit van het elektriciteitsnet. Het rapport is een synthese van de resultaten die de VREG van de Vlaamse distributienetbeheerders ontvangt. Het document laat ook toe om IMEA ten aanzien van de andere distributienetbeheerders te positioneren.
In 2010 analyseerde het CGC de vastgelegde tarieven voor de eerste regulatoire periode 2009-2012. Die tarieven konden nog geen rekening houden met de onvoorziene groei van bepaalde kosten. Die zijn onder meer een gevolg van het ongekende succes van de groenestroomcertificaten en van de premies voor rationeel energiegebruik. In zijn conclusies onderschrijft het CGC de maatschappelijke verdienste van de Europese 20-20-20-doelstellingen en de vertaling ervan op Vlaams niveau in het raam van de openbaredienstverplichtingen. Maar het comité uit tegelijkertijd zijn bekommernis voor de impact van de energiemaatregelen op het nettarief. Daarom ondersteunt het comité de dringende oproep van de energiedistributiesector aan de federale en Vlaamse overheid, de regulatoren en alle (markt) actoren die in deze zaak betrokken zijn, om deze evolutie grondig te evalueren. Alleen zo kan een oplossing worden uitgewerkt om het effect van deze stijgende kosten tarifair en maatschappelijk aanvaardbaar te vertalen. De raad van bestuur van IMEA mandateerde het uitvoerend comité en de raad van bestuur van Eandis inzake bestellingen waarvoor de wetgeving op de overheidsopdrachten van toepassing is. Deze volmacht moet jaarlijks geëvalueerd worden en is na gunstige evaluatie verlengbaar, telkens voor een periode van 1 jaar. Volgens de gemaakte afspraken behouden de distributienetbeheerders te allen tijde controle- en inzagerecht in de dossiers. Het corporate governance comité kreeg de opdracht om deze volmachtverlening te evalueren en hierover te rapporteren aan de raad van bestuur. Dit zal voor de eerste keer gebeuren medio 2011. Dank zij de geleverde inspanningen voor de recuperatie van achterstallige verbruiksfacturen die dateren van vóór de vrijmaking van de energiemarkt werd in de periode 2004-2010 reeds een aanzienlijk bedrag naar de rekeningen van de onderscheiden netbeheerders overgeboekt. Na een eerste analyse sprak het comité zijn waardering uit voor de
Het comité besprak de aansluitbaarheidsgraad van het aardgasnet en van de afspraken die hieromtrent met de (Vlaamse) regulator en de overheid zijn gemaakt. De vaststelling is dat de huidige aansluitbaarheidsgraad van IMEA 99 % bedraagt en dat, op grond van de doelstellingen die door de Vlaamse overheid zijn gedefinieerd, de investeringen ruim op schema zitten en dat de nodige budgetten zijn voorzien om de vooropgestelde normen voor aansluitbaarheid te handhaven. Het CGC verzocht de diensten van de werkmaatschappij om in deze aangelegenheid bijzondere aandacht te besteden aan een duidelijke communicatie met de netgebruikers. *** Als algemeen besluit stelt het corporate governance comité dat inzake de hem toevertrouwde opdrachten voor het dienstjaar 2010 alle door hem gevraagde documenten, rechtvaardigingen en toelichting voor het uitvoeren van zijn onderzoeken en zijn toezicht ter beschikking werden gesteld. Het corporate governance comité heeft geen kennis van verrichtingen of van beslissingen die strijdig zijn met de statuten of met de regelgeving. Bijgevolg maakt het corporate governance comité geen enkel voorbehoud en formuleert het geen enkel bezwaar. Opgemaakt te Antwerpen, op 25 maart 2011. Het corporate governance comité van IMEA
Activiteitenverslag 2010
49
50
Activiteitenverslag 2010
Beknopte jaarrekening
Activiteitenverslag 2010
51
Inleiding Ingevolge de volledige vrijmaking van de elektriciteits- en gasmarkt in Vlaanderen op 1 juli 2003 werden de rekeningen gesplitst in een gereguleerde sector (netactiviteit) en een nietgereguleerde sector (Twin-activiteit: bevat naast de huidige niet gereguleerde activiteiten nog elementen daterend van vóór de vrijmaking). Via de verschillende rubrieken van de balans wordt een overzicht gegeven van de financiële toestand van onze opdrachthoudende vereniging op 31 december 2010, terwijl de resultatenrekening een inzicht geeft in de exploitatie van het afgelopen boekjaar. Als belangrijke gebeurtenis met betrekking tot het boekjaar 2010 kunnen wij verwijzen naar het proefproject ‘Slimme Meters’ dat in 2011 en 2012 zal uitgebreid worden tot een pilootproject over gans Vlaanderen. Het globale resultaat per einde 2010 bedraagt 25.363.606,91 euro waarvan 14.259.278,43 euro voor de activiteit elektriciteit en 11.104.328,48 euro voor de activiteit gas. Vooreerst wordt de overgedragen winst van het vorig boekjaar, zijnde 12.571.537,88 euro (elektriciteit = 8.211.010,84; gas = 4.360.527,04) toegevoegd zodat het te bestemmen winstsaldo 37.935.144,79 euro bedraagt (elektriciteit = 22.470.289,27; gas = 15.464.855,52). Na de reeds vermelde verrichtingen wordt voorgesteld een bedrag van 15.072.351,83 euro terug toe te voegen aan de rubriek ‘Overgedragen winst’ (elektriciteit = 9.523.235,55; gas = 5.549.116,28). Dit betreft voornamelijk een toevoeging ten bedrage van 10 % van de billijke vergoeding, een dotatie ten bedrage van de delta werkelijkheid/budget met betrekking tot de beheersbare kosten voor het gedeelte buiten indexering en een afname teneinde het voor 2010 toe te kennen dividend gelijk te stellen aan het eerder begrote dividend. Verder wordt eveneens voorgesteld een bedrag van 895.652,19 euro (elektriciteit = 471.598,26; gas = 424.053,93) toe te voegen aan de beschikbare reserves. Dit bedrag bestaat voornamelijk uit de delta beheersbare kost uit het tarievendossier ten opzichte van het herziene budget ingevolge de indexering.
52
Activiteitenverslag 2010
Resultaat activiteit elektriciteit Uiteindelijk wordt aldus een uit te keren winst van 12.475.455,46 euro bekomen. Aan de openbare deelnemers wordt een dividend toegekend van 9.001.939,01 euro en aan de deelnemende maatschappij een dividend van 3.473.516,45 euro.
Resultaat activiteit gas Voor de activiteit gas bedraagt de uit te keren winst 9.491.685,31 euro waarvan 6.801.829,13 euro toegewezen wordt aan de openbare deelnemers en 2.689.856,18 euro aan de deelnemende maatschappij. Deze uit te keren bedragen werden reeds gedeeltelijk in 2010 onder de vorm van een interim-dividend (20.136.089,31 euro) uitbetaald aan de deelnemers. Thans rest er nog een saldo van 1.831.051,46 euro dat zal ter beschikking gesteld worden van de deelnemers na de goedkeuring van de jaarrekening en de winstverdeling 2010 door de jaarvergadering van juni 2011. Meer details over de financiële gegevens van de jaarrekening zijn terug te vinden in het Financieel verslag 2010 dat op eenvoudig verzoek kan bekomen worden bij het secretariaat van IMEA, op het e-mailadres: intercommunales@ eandis.be.
• Balans
(in duizend euro)
totaal passiva 711.321
totaal activa 711.321 totaal passiva 664.748
totaal activa 664.748 overlopende rekeningen en overige
4.372 1.778
96.147
74.094
vorderingen < 1 jr
overlopende rekeningen 11.880
24.442 31.847
nog te betalen dividenden 1.831 schulden < 1 jr
schulden > 1 jr
36.181 29.306
vaste activa 578.993
Activa
2010
247.281
290.457
108.905
105.214 herwaarderingsmeerwaarden
270.565
277.497 kapitaal + reserves + voorzieningen + overgedragen winst
561.348
2009
2009
2010
Passiva
Activiteitenverslag 2010
53
• Resultaten elektriciteit 2010
(in duizend euro)
OPBRENGSTEN
KOSTEN + DIVIDEND
TARIEF VOOR AANSLUITING 775
TARIEF VOOR AANSLUITING 616
TARIEF VOOR GEBRUIK NET 44.178 TARIEF VOOR GEBRUIK NET 58.167
TARIEF VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN 14.344
TARIEF VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN 14.344
TARIEF VOOR ONDERSTEUNENDE DIENSTEN 3.752 OPBRENGSTEN (Twin) 348 OVERGEDRAGEN RESULTAAT VORIG BOEKJAAR 8.210 ONTTREKKING AAN HET EIGEN VERMOGEN 96
54
Activiteitenverslag 2010
TARIEF VOOR GEBRUIK TRANSPORTNET 29.614
DIVERSE TOESLAGEN 7.010
TARIEF VOOR GEBRUIK TRANSPORTNET 29.614
DIVERSE TOESLAGEN 7.010 OVER TE DRAGEN RESULTAAT 9.523 DIVIDEND 12.475
TOEVOEGING AAN HET EIGEN VERMOGEN 567
TARIEF VOOR ONDERSTEUNENDE DIENSTEN 3.752
KOSTEN (Twin) 237
TOEKENNING DIVIDEND
OPENBARE DEELNEMERS 9.002 DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJ 3.473
0
• Resultaten aardgas 2010
(in duizend euro)
OPBRENGSTEN
KOSTEN + DIVIDEND
TARIEF VOOR AANSLUITING 168
TARIEF VOOR AANSLUITING 86
TARIEF VOOR GEBRUIK NET 25.878 TARIEF VOOR GEBRUIK NET 36.661 DIVERSE TOESLAGEN 2.886 TARIEF VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN 3.423
OPBRENGSTEN (Twin) 234 OVERGEDRAGEN RESULTAAT VORIG BOEKJAAR 4.361 ONTTREKKING AAN HET EIGEN VERMOGEN 56
OVER TE DRAGEN RESULTAAT 5.549
DIVERSE TOESLAGEN 2.886 DIVIDEND 9.492
TARIEF VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN 3.423 TOEVOEGING AAN HET EIGEN VERMOGEN 480
TOEKENNING DIVIDEND
OPENBARE DEELNEMERS 6.802 DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJ 2.690 0 KOSTEN (Twin) -5
Activiteitenverslag 2010
55
• Dividenden openbare deelnemers 2010 (in duizend euro) Elektriciteit
Totaal toegekend 2010
Interim dividend 2010
Saldo uit te betalen 06/2011
Antwerpen
6.523
5.000
11.523
-10.593
930
Brasschaat
888
594
1.482
-1.364
118
Duffel
480
284
764
-703
61
Kapellen
266
373
639
-585
54
Mortsel
455
311
766
-704
62
Zwijndrecht
390
240
630
-578
52
9.002
6.802
15.804
-14.527
1.277
Totaal openbare deelnemers
56
Aardgas
Activiteitenverslag 2010
Activiteitenverslag 2010
57
58
Activiteitenverslag 2010
Verklarende woordenlijst AREI Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties
ICT Informatie- en communicatietechnologie
CGC Corporate Governance Comité
IIA Institute of Internal Auditors
CGK Contact gemeenten en grote klanten
KLIM Kabel en Leiding Informatie Meldpunt
CoDAM Centrum voor openbaar domein Asset Management, vennootschap namens nutsoperatoren rond ‘minder hinder’ en ‘synergie’
KLIP Kabel- en Leidingen Informatie Portaal
CREG Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (= federale regulator) DMS Distribution Management System, voor actief beheer van netten DNB Distributienetbeheerder EAN-code European Article Numbering, elke aansluiting heeft een unieke identificatiecode van 18 cijfers EDLB Energiediensten voor Lokale Besturen Elia Elia beheert het Belgische hoogspanningsnet (transportnetbeheerder elektriciteit) EMTN European Medium Term Note, modaliteiten rond uitgifte van Europese institutionele obligatieleningen Fluxys Beheert het Belgische hogedruknet voor aardgas (transportnetbeheerder aardgas) GIPOD Generiek Informatie Platform Openbaar Domein, uitwisselingplatform voor nutsbedrijven en openbare domeinbeheerders
LAC Lokale adviescommissie MIG Message Implementation Guide, beschrijft de communicatiestromen tussen marktspelers PLC Power Line Communication, datacommunicatie via laagspanningskabels REG Rationeel energiegebruik SODV Sociale openbaredienstverplichtingen, door de overheid opgelegde ondersteunende maatregelen voor klanten met betaalmoeilijkheden VEA Vlaams Energieagentschap VIA Vlaanderen In Actie VREG Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (= Vlaamse regulator) VVSG Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten WKK Warmtekrachtkoppeling, gezamenlijk opwekken van warmte en (elektrische) kracht
GRB Grootschalig Referentie Bestand
Activiteitenverslag 2010
59
Verantwoordelijke uitgever: Imea, Merksemsesteenweg 233, 2100 Antwerpen (Deurne)
Juni 2011 - v.u. Luc Desomer, Communicatie en Externe relaties, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle - Gedrukt op milieuvriendelijk papier