Activiteitenplannen ‘Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig’ 2013-2016
Dit document bevat de activiteitenplannen die voortkomen uit de nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig’ 2012/2013 - 2015/2016 van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Het betreft de volgende vier activiteitenplannen: 1. 2. 3. 4.
Alcoholmatiging Overgewichtpreventie Bevorderen seksuele gezondheid Depressiepreventie
1. Alcoholmatiging
Regio Noord-Veluwe INHOUD PROJECTPLAN Alcoholmatiging
AANLEIDING
Achtergrond
Ondanks een forse inzet op regionaal niveau is het gebruik van alcohol, vooral onder jongeren, nog steeds aanzienlijk. Jongeren drinken te vaak, te veel en te vroeg alcohol. Overmatig alcoholgebruik hangt vaak samen met bredere problematiek, zoals psychosociale - en gedragsstoornissen, frequent schoolverzuim, agressief/crimineel gedrag en overlast. Op basis van deze argumenten is overmatig alcoholgebruik voor de regiogemeenten opnieuw één van de speerpunten voor de komende vier jaar. In de afgelopen periode is gebleken, dat een samenhangend pakket aan maatregelen de meeste kans van slagen biedt. Volgens STAP, het Nederlandse Instituut voor Alcoholbeleid, stoelt effectief lokaal alcoholbeleid op de volgende vier pijlers: - Publiek draagvlak (preventie): het creëren van draagvlak voor de doelen van het gewenste alcoholbeleid; - Regelgeving: het stellen van goede regels. Belangrijk daarbij: de kracht van regelgeving zit niet zozeer in het stellen van de regels, maar vooral in de naleving en handhaving daarvan. - Handhaving: het handhaven van alcoholregels behoort tot de meest effectieve preventiemaatregelen die de overheid kan nemen. - Vroegsignalering: het ontdekken van alcoholproblemen in een vroeg stadium biedt de meeste kans op herstel en voorkomt ernstiger alcoholschade.
Probleemsituatie en -achtergrond
Zoals aangegeven in de landelijke nota gezondheidsbeleid, gaat de aandacht vooral uit naar de jongeren van 10 tot en met 16 jaar. Belangrijkste argument is dat het aanleren van een gezonde leefstijl op die leeftijd de meeste positieve effecten sorteert en omdat 16 jaar een belangrijke leeftijd in de Drank- en Horecawet is. De wet stelt per 1-1-2013 jongeren onder de 16 jaar, die alcoholhoudende drank bij zich hebben op de openbare weg of in voor publiek toegankelijke plaatsen zoals stationshallen, overdekte winkelcentra, warenhuizen en cafés strafbaar. Hoopgevend is dat de Eerste Kamer het kabinet heeft opgeroepen de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol alsnog te verhogen van 16 jaar naar 18 jaar. Het risico van alcoholgebruik stopt immers niet op de leeftijd van 16 jaar. Per 1-1-2013 zijn gemeenten toezichthouders op de naleving; tot die tijd was dat de nVWA. De laatste jaren is duidelijk geworden dat alcoholgebruik nadelig werkt op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van jongeren tot hun 23ste jaar (tot dusver werd uitgegaan van schadelijke gevolgen van alcohol tot 18 jaar). Daarom worden ook voor jongeren van die leeftijd
maatregelen getroffen, namelijk op het gebied van informatieverstrekking/bewustwording en van mogelijk regelgeving en handhaving. Ouders/verzorgers van de jongeren worden bij de preventieve maatregelen betrokken. Zie onderstaande doelenboom. Doelstellingen
De gezondheid van jongeren van 10 tot 23 jaar op de Noord-Veluwe is in 2016 verbeterd door terugdringing van het alcoholgebruik.
In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het ooit-gebruik van alcohol van 7% bij jongeren tot 16 jaar en van 4% bij jongeren van 16 jaar en ouder.
In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het recent gebruik van 7% bij jongeren tot 16 jaar en van 4 % bij jongeren van 16 jaar en ouder.
In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het binge drinken van 6% bij jongeren tot 16 jaar en van 6% bij jongeren van 16 jaar en ouder.
In 2016 is er ten opzichte van 2011 een afname van het aantal ouders dat alcoholgebruik van hun kind goedkeurt of er niets van zegt van 6% bij jongeren tot 16 jaar en van 7% bij jongeren van 16 jaar en ouder.
In 2016 heeft 70% van de jongeren, ouders/verzorgers en intermediairen informatie over de risico’s van jong alcoholgebruik om hun kennis en gedrag te beïnvloeden.
In 2016 heeft 80% van scholen voor voortgezet onderwijs activiteiten en alcoholbeleid gerealiseerd dat het jong alcoholgebruik tegengaat.
In 2016 is er op lokaal- of wijkniveau samenwerking met CJG, straathoekwerk, welzijnsorganisaties, kerken, oudercommissies, sportverenigingen, vrijwilligersorganisaties, leerlingen voortgezet onderwijs.
In 2016 heeft 60% van de (para)commerciële instellingen activiteiten en een beleid, dat jong alcoholgebruik ontmoedigt en gebruik van gezonde dranken stimuleert.
RESULTAAT
Deliverables / product
De activiteiten uit de bijlage leiden tot de subdoelstellingen in de bovenstaande doelenboom.
AFBAKENING Wat valt buiten project?
Volwassenen boven de 23 jaar en kinderen tot 10 jaar.
BEGROTING / ORGANISATIE / PLANNING
Geld/dekking
Dekking Voor de cofinanciering van de SRC-projecten (alcoholmatiging en gezond gewicht) wordt uitgegaan van een gemeentelijke bijdrage per jaar van € 15.000,--. Dit is voor zes gemeenten gedurende 4 jaar een totaalbudget van € 360.000,--. Voor alcoholmatiging is voor deze vier jaar een bedrag van € 144.000,-- (40%) beschikbaar. De provincie stelt een totaalbedrag van € 330.000,-- beschikbaar voor het programma Gezonder Fundament; waarvan € 130.000,-- (40%) bestemd is voor activiteiten in het kader van ‘alcoholmatiging’.
Het totaal beschikbare bedrag over vier jaar voor alcoholmatiging bedraagt € 274.000,-- (dit is afgerond € 11.500,-- per jaar per gemeente). Kosten Zie bijlage Organisatie
Zie bijlage.
Tijd / Activiteitenplanning Informatie / Communicatie
Zie bijlage.
Capaciteit
Zie bijlage. De ambtelijke capaciteit is afhankelijk van de activiteiten die per gemeente worden uitgevoerd. De ambtelijke uren worden geregistreerd als cofinanciering.
Kwaliteit Risico’s
De activiteiten worden uitgevoerd conform de professionele standaarden van de uitvoerende organisaties. De risico’s van dit project zijn: - Beperkte financiële middelen voor uitvoering interventies; - Onvoldoende draagvlak bij eerstelijnszorg, organisaties en scholen basis- en voortgezet onderwijs; - Onvoldoende medewerking van ouders; - Begrensde ambtelijke capaciteit gemeenten.
OPLEVERING / EVALUATIE / BORGING Opleveringsverslag
De uitvoeringsorganisaties leggen na uitvoering van de projecten hiervoor verantwoording af bij de gemeenten.
Evaluatie
De GGD NOG voert de monitoring en evaluatie uit. Op advies van de GGD zal in 2014/2015 een tussentijdse evaluatie plaatsvinden van de uitvoering van het beleid. Waar nodig kan het beleid worden bijgestuurd. GGD NOG hanteert een monitorcyclus van vier jaar, waarin de gezondheid van de bevolking in kaart wordt gebracht. De doelgroep jeugd en jongeren wordt in kaart gebracht door twee onderzoeken gericht op de leeftijdsgroepen 0-12 jaar (jeugdmonitor), 12-18 jaar (E-MOVO). Aan de hand hiervan kan het alcoholgebruik worden bijgehouden van het aantal kinderen/jongeren in de regio Noord-Veluwe.
Borging / Nazorg
Aan de hand van de tussentijdse evaluatie en het eindverslag wordt gekeken naar de borging van effectieve interventies.
BIJLAGEN Activiteitenplanning
Zie bijlage
Financiële begroting
Zie bijlage
Activiteit
Inhoud
Financiën/kosten
Boete of kanskaart
Jongeren die een alcohol-
Kosten: € 1100,-- per
(BOK)
gerelateerd misdrijf plegen
groep van 8 deelne-
krijgen de keuze: boete of
mers, 6 groepen per jaar
kanskaart
= € 6.600,- per jaar voor
Tijd/planning
Uitvoerende organisa-
Beschikbaar bedrag
tie
per gemeente
Jaarlijks; doorlopend
Tactus, Halt, politie
4 jaar
Tactus, GGD, gemeente
6 gemeenten. Wordt door het NOG Veiligheidshuis betaald. Samenwerking op
Integrale samenwerking
€ 30.000,-- voor 6
wijkniveau
van organisaties en eerste-
gemeenten voor 3 jaar
CJG en combinatiefunc-
lijn op lokaal- en wijkniveau
en 4e jaar € 5000,--
tionaris
stimuleren
= totaal € 8750,- per
€ 1.458,33
jaar voor 6 gemeenten Informatie en voorlich-
PGO’s groep 7 bo en klas
Geen aanvullende
ting over alcohol
2 vo en voorlichting aan
financiering noodzakelijk
4 jaar/jaarlijks
GGD en CJG
Doorlopend
Gemeente; afhankelijk
ouders via CJG’s over alcohol Beperken verkrijg-
De verkrijgbaarheid van
inschatting € 1.000,--
baarheid alcohol bij
alcohol moeilijker maken
per gemeente per jaar.
(para)commerciële
door (para)commerciële
instellingen
instellingen te wijzen op
€ 1.000,--
van uitkomst AGORAonderzoek;
hun verantwoordelijkheden Voortzetting alcohol-
Onderzoek doen naar het
Tactus onderzoekt de
Eenmalige cyclus; wel
convenant voortgezet
effect van het afgesloten
scholen jaarlijks. Voor-
herhalen
onderwijs
alcoholconvenant en
stel vervolgactiviteit:
Tactus
1.666,67
voortzetten met verbeterin-
informatiebijeenkomst:
gen/activiteiten
€ 10.000,-6 gemeenten; vooraf stand van zaken van Tactus.
Brievenactie naar
De gemeenten leggen
€ 1,50 per adres; hoe-
Jaarlijks voor de zomer-
ouders van schoolver-
direct contact met de
veelheid afhankelijk van
vakantie
laters basisonderwijs
ouders van 12-jarigen
aantal adressen per
(schoolverlaters basison-
gemeente; per 1000
derwijs) door het sturen
inwoners ongeveer 15
van een informatiebrief met
adressen.
Gemeente, GGD
Tussen € 500 en € 1000 per actie/jaar
folder voor de zomervakantie aan deze doelgroep Pilot cultuureducatie
Via de lessen van kunst en
€ 5000,-- per school per
Per schooljaar dat activi-
Start Stichting Under the
en alcoholmatiging
cultuur op vo-scholen met
jaar
teit wordt uitgevoerd
blue surface en voort-
leerlingen een toneelstuk
gang met stagiai-
maken over alcoholgebruik
re/theaterdocent Artez kunstacademie Zwolle, en school voor voortgezet onderwijs
Preventielessen
Uitgangspunt bij de boven-
alcoholgebruik
staande activiteiten is dat alle RNV-gemeenten preventieactiviteiten aanbieden op basisscholen en scholen voor voortgezet
€ 5.000,--
onderwijs en dat zij deze uit eigen middelen bekostigen. Deze activiteiten zijn GeDRAG en Op tijd voorbereid en Gezonde school en genotmiddelen.
2. Overgewichtpreventie
Regio Noord-Veluwe INHOUD PROJECTPLAN Overgewichtpreventie
AANLEIDING Achtergrond
Overgewicht is een groot maatschappelijk en gezondheidsprobleem. Het is momenteel één van de grootste risico’s voor de volksgezondheid. Ook voor kinderen zijn de trends verontrustend. Het aantal kinderen van 4 tot 20 jaar met matig overgewicht steeg van ongeveer 7% in de jaren tachtig naar bijna 11% nu. Bij overgewicht gaat het vaak om ongezonde voedingspatronen, vooral waar het gaat om het eten van te weinig groente en fruit en onvoldoende of geen lichaamsbeweging. Vaak is er sprake van meerdere vormen van ongezond gedrag. Het ministerie van VWS besteedt in de landelijke nota gezondheidsbeleid extra aandacht aan overgewicht, en dan met name bij de jeugd. De zes gemeenten in de regio Noord-Veluwe hebben de afgelopen jaren ingezet op een gezonde leefstijl, onder het motto “Goed bezig”, dat onderdeel uitmaakte van het RSP-programma “Kiezen voor Gezond Leven”. Aangezien het verbeteren van een gezonde leefstijl een kwestie van lange adem is, wordt ook in de nieuwe nota gemeentelijk gezondheidsbeleid ‘Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig’ overgewicht als één van de vier speerpunten genoemd. De komende jaren willen de gemeenten extra inzetten op de preventie van overgewicht bij kinderen en jongeren.
Probleemsituatie en -achtergrond Doelstellingen
Zie hierboven. Zie onderstaande doelenboom voor de doelstelling zoals deze is geformuleerd in de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid ‘Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig’. De focus ligt op basisschoolkinderen/pubers en hun ouders, waarbij wordt ingezet op het bevorderen van gezond gedrag en verminderen van ongezond gedrag. In de regio Noord-Veluwe zal de aanpak bestaan uit een mix van verschillende interventiemaatregelen, waarbij zoveel mogelijk wordt gekozen voor effectieve en kansrijke interventies. Het gaat hierbij om de volgende vier focuspunten: 1. voorlichting; 2. gezonder eten en voldoende bewegen; 3. zorg en begeleiding bij kinderen met overgewicht; 4. aanbod gezonder assortiment voedingsmiddelen.
Toename van overgewicht bij kinderen en jongeren tot 17 jaar een halt toeroepen en deze cijfers ombuigen, zodat in 2016 meer kinderen en jongeren in de regio een gezond gewicht hebben.
In 2016 een toename realiseren van 2% van kinderen en jongeren tot 17 jaar met een gezond gewicht op de scholen waar interventies plaatsvinden.
Kinderen, jongeren, ouders/opvoeders, gezondheidszorg, organisaties die met kinderen en jongeren werken en verstrekkers en verkopers van voedingsmiddelen actief benaderen voor het stimuleren van een gezonde leefstijl.
Voorlichting/ Preventieprogramma’s Een bereik realiseren van 25% van alle (aspirant) ouders/opvoeders, verloskundigen, consultatiebureauverpleegkundigen en leidsters van voorschoolse voorzieningen. Samen met andere partners programma’s opzetten om de kennis over gezonde voeding en voldoende lichaamsbeweging te vergroten en dit door activiteiten stimuleren. Een bereik realiseren van 50% van alle regioscholen.
Ketenaanpak De samenwerking in de keten rond overgewicht tussen gezondheidszorg en welzijn, sport, onderwijs wordt versterkt zodat de gezondheidszorg mensen naar duurzame en passende (beweeg)activiteiten weet te verwijzen en kinderen/jeugdigen met overgewicht tijdig naar goede hulp verwezen worden. De aanpak wordt in twee of drie locaties ontwikkeld en bij positief resultaat uitgerold over de hele regio.
Verstrekkers en verkopers van voedingsmiddelen Deze worden actief benaderd om met hen in gesprek te gaan om hun assortiment “gezonder” te maken. Een bereik realiseren van 25%.
RESULTAAT Deliverables / product
Op dit moment zijn de gemeenten bezig met inventariseren welke effectieve activiteiten geschikt zijn voor onze doelgroep en doelstellingen. Genoemde activiteiten zijn: A. Jongeren op Gezond Gewicht B. Bewegen op Recept (voor jongeren) C. Richard Krajicek Foundation De komende periode zullen de gemeenten keuzes maken of, hoe en wanneer bovenstaande activiteiten gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. Het JOGG project sluit aan bij de WMO kanteling en Welzijn nieuwe stijl. De combinatiefuncties zijn essentieel van belang voor de uitvoering (projectleider) van het JOGG project. De financiering van dit project kan worden uitgevoerd wanneer de Provincie instemt met de aangevraagde subsidie in het kader van Gelderland Sportland. Voor het BOR project is medewerking van 1 of meerdere huisartsen een voorwaarde. Jaarlijks zal een activiteitenplan worden opgesteld.
AFBAKENING Wat valt buiten project?
Jongeren van 17 jaar en ouder, volwassenen en ouderen vallen niet binnen dit speerpunt.
BEGROTING / ORGANISATIE / PLANNING Geld
Voor gezond gewicht stellen de 6 gemeenten aan cofinanciering voor deze vier jaar een bedrag van € 216.000 beschikbaar. De provincie stelt een totaalbedrag van € 200.000,-- beschikbaar voor het programma Gezonder Fundament. Het totaal beschikbaar bedrag over vier jaar voor gezond gewicht bedraagt € 416.000,00 (dit is afgerond € 17.350,00 per jaar per gemeente). Kosten: Zie bijlage.
Organisatie
De gemeenten houden de regie en de organisatie in handen. In de praktijk zal het erop neerkomen dat er veel wordt samengewerkt met o.a. de combinatiefunctionarissen in de gemeente, die al veel doen in het stimuleren van kinderen en jongeren om te bewegen. In het ambtelijk overleg volksgezondheid (incl. GGD) van de zes gemeenten zal de voortgang van de activiteiten besproken worden.
Tijd / Activiteitenplanning
Informatie / Communicatie
De zes gemeenten zijn op dit moment bezig met de voorbereidingen voor het invullen van het activiteitenplan 2013/2014. Activiteit
Planning
Tijdsduur
JOGG
1 oktober 2013
3 jaar
BOR
1 januari 2014
1,5 jaar
RKF
1 oktober 2014
2 jaar
Het activiteitenplan dient te worden vastgesteld door de colleges van B. en W. van de zes deelnemende gemeenten. Bij het JOGG project doen vermoedelijk ook de gemeenten Hattem en Heerde mee. Zodra deze plannen zijn vastgesteld zal er regionaal een persbericht worden verzonden. In 2016 zal aan de hand van de activiteiten en het E-MOVO onderzoek van de GGD een eindverslag worden opgesteld voor de gemeenteraden.
Capaciteit
Voor de regiefunctie zullen per gemeente reguliere ambtelijke uren
volksgezondheid worden ingezet. Kwaliteit
De activiteiten worden uitgevoerd conform de vooraf overeengekomen professionele kwaliteitsnormen van de uitvoerende organisaties.
Risico’s
De risico’s van dit project zijn: - Beperkte financiële middelen voor uitvoering interventies; - Onvoldoende draagvlak bij eerstelijnszorg, organisaties en scholen basis- en voortgezet onderwijs; - Beëindiging deelname gemeenten aan de regeling combinatiefuncties; - Onvoldoende medewerking van ouders; - Begrensde ambtelijke capaciteit gemeenten.
OPLEVERING / EVALUATIE / BORGING Opleveringsverslag
De uitvoeringsorganisaties leggen na uitvoering van de projecten hiervoor verantwoording af bij de gemeenten.
Evaluatie
Om de monitoring en evaluatie te realiseren zal de hulp worden ingeschakeld van de GGD Noord- en Oost-Gelderland. Op advies van de GGD zal in 2014/2015 een tussentijdse evaluatie plaatsvinden van de uitvoering van het beleid. Waar nodig kan het beleid worden bijgestuurd. Naast monitoring van de uitvoering van beleid, helpt de GGD ook in de monitoring van de gezondheid van de inwoners. GGD Noord- en Oost-Gelderland hanteert een monitorcyclus van vier jaar, waarin de gezondheid van de bevolking in kaart wordt gebracht. De doelgroep wordt in kaart gebracht door twee onderzoeken gericht op de leeftijdsgroepen 0-12 jaar (jeugdmonitor), 12-18 jaar (E-MOVO). Aan de hand hiervan kan de ontwikkeling worden bijgehouden van het aantal kinderen/jongeren met overgewicht in de regio Noord-Veluwe.
Borging / Nazorg
Aan de hand van de tussentijdse evaluatie en het eindverslag zal worden gekeken naar de borging van effectieve interventies.
BIJLAGEN Activiteitenplanning
Zie bijlage.
Financiële begroting
Zie bijlage.
Activiteit
Inhoud
Bewegen Op Recept
Het project BOR voor jongeren is innovatief (programma specifiek gericht op jongeren) en is gericht op jongeren die zich in de eerstelijnspraktijk presenteren met niet afnemende klachten die te maken hebben met overgewicht, diabetes, bewegingsarmoede, rugklachten of spanningsklachten. De uitdaging is het bevorderen van een actieve leefstijl door het aanbieden van op maat gemaakte bewegingsprogramma’s die vervolgens opgaan in het reguliere aanbod in de wijk/woonkern en de leefstijl blijvend zullen verbeteren. BOR is aanvankelijk gericht op volwassenen. De Gelderse Sport Federatie biedt echter ook de mogelijkheid om BOR uit te zetten voor de jeugd. Hierbij ligt de prioriteit bij de doelgroep 10 tot 17 jaar met overgewicht. Jeugd in dezelfde leeftijdscategorie waarbij bewegen klachten kunnen verhelpen of waarbij het bewegen preventief werkt kunnen in tweede instantie meegenomen worden. De is een nieuwe en unieke insteek van BOR. Het plan van aanpak van BOR voor de doelgroep jeugd is gericht op de belevingswereld van de jeugd. Er wordt gewerkt met een lokale projectgroep bestaande uit huisartsen, GGD, sportaanbieders, leefstijladviseur, gemeente en GSF. Het doel is dat uiteindelijk een keten is gerealiseerd van huisarts/schoolarts, leefstijladviseur en sportaanbieder.
Offerte GSF: € 3.667,-- per
JOGG is een lokale, duurzame, intersectorale aanpak die bewezen effectief is om de stijging van overgewicht bij jongeren om te zetten in een daling. Vanuit een lokale organisatiestructuur wordt een meerjarig programma gevormd met allerlei acties
Per gemeente:
Oktober 2013 t/m
Gemeente in sa-
Jaarlijkse evalua-
Deelname:
juni 2016 (3
menwerking met
tie
€ 5.000,--
jaren)
projectleider, lande-
voor Jeugd
Jongeren Op Gezond Gewicht
Financiën/kosten
Tijd/planning
Uitvoerende orga-
Evalua-
nisatie
tie/borging
Januari 2014 t/m
Gelderse Sport
Jaarlijkse evalua-
juni 2015
Federatie, huisartsen
tie bereik
gemeente voor
en andere lokale
1,5 jaar
gezondheidsinstellin-
€ 22.000,-- voor 6
gen.
gemeenten voor 1,5 jaar
lijke projectorganisa-
zoals meer aandacht voor voeding en beweging op school, betere sport- en speelfaciliteiten en voorlichting aan ouders. Belangrijke onderdelen van de JOGG-aanpak zijn samenhang in activiteiten, de samenwerking tussen (lokale) overheden, gezondheidsinstellingen en bedrijven (publiek-private samenwerking) en het inzetten van marketingtechnieken om mensen te verleiden om gezonder te gaan leven (sociale marketing). Op school, op straat, in de supermarkt, maar ook thuis wordt het niet alleen leuker, maar ook makkelijker om gezonder te leven.
Projectleider:
tie JOGG en diverse
(combinatiefunct.)
organisaties.
€ 14.400,-Activiteitenbudget projectleider: € 3.000,-Budget GGD (niet regulier): € 2.000,- (ondersteuning, monitoring, evaluatie) Totale kosten per gemeente voor 3 jaar: € 73.200,--
Richard Krajicek Foundation
Met playgrounds, sportleiders, maar ook met scholarshippers en sportclubs zet de RKF zich in om sport voor kansarme jeugd in achterstandswijken mogelijk te maken. Playgrounds zijn openbare sportpleintjes waarop elke sportleider minimaal 9 uur per week activiteiten organiseert. De buurt wordt nauw betrokken bij de playground. De scholarshipper dient minimaal 100 uur vrijwillig activiteiten te begeleiden op en rond de playground en krijgt hiervoor een studiebeurs van maximaal € 1.000. Scholarshippers en andere buurtbewoners worden gestimuleerd om een eigen sportclubje op te zetten op hun playground.
Raming voor 6
Oktober 2014 t/m
gemeenten (€
juni 2016
12.000 per gemeente): Totale kosten € 72.000,--
3. Bevorderen seksuele gezondheid
Regio Noord-Veluwe INHOUD PROJECTPLAN Bevorderen seksuele gezondheid
AANLEIDING Achtergrond
Seksuele gezondheid gaat zowel over de fysieke gezondheid als over gedrag op het gebied van relaties en seksualiteit. Het bevorderen van de seksuele gezondheid vloeit voort uit de Wet Publieke Gezondheid (Wpg), waarvoor gemeenten en GGD verantwoordelijk zijn. Bij seksuele gezondheid zijn het stimuleren van weerbaarheid onder jongeren en het bevorderen van gezond seksueel gedrag van groot belang. Jongeren moeten de mogelijkheid hebben relaties vrijwillig, veilig en prettig vorm te geven om problemen als seksuele dwang, soa en ongewenste zwangerschap te voorkomen. Het bevorderen van de seksuele gezondheid is een thema, waar het ministerie van VWS in de landelijke nota gezondheidsbeleid aandacht aan besteedt, voor het aanleren van een gezonde leefstijl vanuit weerbaarheid en eigen kracht. De kanteling van de Wet maatschappelijke ondersteuning en Welzijn nieuwe stijl sluiten hierbij aan. Landelijk zijn er enkele zorgwekkende ontwikkelingen, die een uitdaging vormen voor lokaal en landelijk beleid: -
hoge cijfers seksueel geweld;
-
relatief hoge cijfers ongeplande (tiener)zwangerschappen en (herhaalde) abortus onder bepaalde bevolkingsgroepen;
-
een toename van het aantal gevonden infecties met Hiv en andere soa.
Het aandeel jongeren (EMOVO doelgroep klas 2 en 4 VO) dat geslachtsgemeenschap heeft gehad, is afgenomen van 16% in 2003 tot 13% in 2011. Ruim de helft van de jongeren die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap, heeft met meerdere personen geslachtsgemeenschap gehad. De helft van alle jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad, hebben niet altijd een condoom gebruikt. Probleemsituatie en -achtergrond Doelstellingen
De verwachting is dat voor 2015 deze cijfers ongeveer gelijk zullen blijven. Zie hierboven.
Zie onderstaande doelenboom voor de doelstelling zoals deze is geformuleerd in de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid ‘Gezondheid Dichterbij: Goed Bezig’. De focus ligt op het bevorderen van de seksuele gezondheid van kwetsbare groepen. Het accent ligt op de doelgroep jeugd. We zetten in op het vergroten van de (seksuele) weerbaarheid en eigen kracht van kinderen en jongeren. Om de doelstelling te behalen, is het van belang dat al op jonge leeftijd aandacht aan seksuele gezondheid wordt geschonken. Hier ligt een taak voor ouders, leidinggevenden in peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en scholen. Het streven
is dat de hoge cijfers van seksueel geweld, ongeplande (tiener)zwangerschappen, abortus en infecties Hiv/soa in 2015 ten opzichte van 2011 gelijk zijn gebleven of zijn verminderd. Toename van de seksuele volksgezondheid van kinderen en jongeren van 0-25 jaar door het vergroten van de (seksuele) weerbaarheid en eigen kracht.
Het percentage van seksueel geweld, ongeplande (tiener)zwangerschappen, abortus en infecties Hiv/soa is in 2015 afgenomen ten opzichte van 2011 onder jongeren tot 25 jaar.
Eind 2015 hebben 50% van de bestaande jeugd(zorg)netwerken (12-18/23 jaar) en de zorgadviesteams en docenten in het voortgezet onderwijs binnen de RNV kennis van (en ‘symptomen’ van) seksueel risicogedrag.
Uiterlijk 2015 is de bekendheid voor jongeren via website CJG, en lokale professionals vergroot.
Tot eind 2015 (delen van) de ingezette ketenaanpak voor de Noordwest-Veluwe van de gemeente Harderwijk ‘Weerbaar tegen risicovolle relaties, seksuele uitbuiting en jeugdprostitutie’ in de RNVgemeenten uitzetten in samenwerking met openbare orde en veiligheid.
De ouders en opvoeders voorlichten over de begeleiding van hun kinderen bij een gezonde seksuele ontwikkeling en het verkrijgen/vergroten van de eigenwaarde.
Eind 2014 is in alle gemeenten in de Noord-Veluwe de methodiek geïmplementeerd waarbij binnen het preventief gezondheidsonderzoek in klas 2 van het voortgezet onderwijs structureel en specifiek aandacht wordt besteed aan seksuele gezondheid om de seksuele en relationele vorming te bevorderen.
RESULTAAT Deliverables / product
Het vergroten van kennis/bewustwording en vaardigheden van jongeren over wat een gezonde (seksuele) relatie is. Dit door de volgende interventies: - het bieden van voorlichtingsactiviteiten en lessen over seksuele gezondheid in brede zin, met speciale aandacht voor seksuele weerbaarheid. - informeren over de zorg die in en rondom de school aanwezig is. - Docenten toe te rusten (kennis, tips en tools, positieve houding) om seksuele gezondheid bespreekbaar te maken met hun leerlingen en lessen over het onderwerp te kunnen geven. - De weerbaarheid van (kwetsbare) jongeren vergroten. - Vroegtijdig kunnen signaleren van risicovolle relaties (loverboyachtige methodieken) Het vergroten van kennis en bewustwording van jongeren, ouders, docenten en hulpverleners over (signalen van) ongezond/risicovol seksueel gedrag: - Jongeren, ouders, docenten en hulpverleners worden toegerust om risicofactoren en –gedrag te herkennen en daar constructief mee om
-
-
-
te gaan. Voorlichtingsactiviteiten en lessen over wat risicovol gedrag is, hoe loverboys werken, hoe je slachtoffers en daders kunt herkennen en wat je kunt doen bij een vermoeden van loverboy problematiek. Ouders informeren over wat loverboys zijn, hoe je slachtoffers en daders kunt herkennen en wat je kunt doen bij een vermoeden van loverboy problematiek. Ouders, docenten en hulpverleners inzicht geven in vindplaatsen en afzetplaatsen (actief zijn) van potentiële slachtoffers en daders. Ouders, docenten en hulpverleners inzicht geven in het proces van daders en hun methoden om slachtoffers onder druk te zetten.
Informeren van hulpverleners en docenten over het advies- en meldpunt risicovolle relaties en jeugdprostitutie: - Hulpverleners en docenten worden regelmatig geïnformeerd over het advies- en meldpunt jeugdprostitutie (is 24/7 bereikbaar). - De kennis van hulpverleners en docenten wordt opgefrist als dit nodig is.
AFBAKENING Wat valt buiten project?
We richten ons vooral op de leeftijd van jongeren in het voortgezet en middelbaar onderwijs. Als er behoefte aan is kan groep 8 van het basisonderwijs betrokken worden. Daarnaast worden ouders, docenten en hulpverleners betrokken. Overige volwassenen en ouderen vallen niet binnen dit speerpunt.
BEGROTING / ORGANISATIE / PLANNING Geld
Voor de cofinanciering van het SRC-project Risicovolle Relaties en Jeugdprostitutie wordt uitgegaan van reguliere inzet van partners. Binnen de reguliere budgetten van GGD, MDV en MEE worden al interventies bekostigd, die als cofinanciering kunnen dienen van het SRC project. De totale omvang van het project bedraagt € 100.000,00 De provincie stelt een totaalbedrag van € 50.000,-- beschikbaar. Kosten: Zie Bijlage.
Organisatie
Tijd / Activiteiten-
De gemeente richt zich op de procesmatige afstemming van initiatieven, zodat een samenhangende ketenstructuur ontstaat. De ketenregisseur fungeert zo als schakel tussen de ketens, draagt zorg voor implementatie van het plan van aanpak en voert regie op het ontwikkelen van samenwerkingsafspraken met en tussen instellingen. In het ambtelijk overleg volksgezondheid (inclusief GGD) van de zes gemeenten zal de voortgang van de activiteiten besproken worden.
planning
Zie het activiteitenplan en kostenoverzicht.
Informatie / Communicatie
Het activiteitenplan dient te worden vastgesteld door de colleges van B. en W. van de zes deelnemende gemeenten. Zodra deze plannen zijn vastgesteld wordt een regionaal persbericht verzonden. In 2016 wordt aan de hand van de activiteiten en het E-MOVO onderzoek van de GGD een eindverslag opgesteld voor de gemeenteraden.
Capaciteit
Voor de regiefunctie zullen per gemeente reguliere ambtelijke uren volksgezondheid worden ingezet.
Kwaliteit
De activiteiten worden uitgevoerd conform de vooraf overeengekomen professionele kwaliteitsnormen van de uitvoerende organisaties.
Risico’s
De risico’s van dit project zijn: -
Beperkte financiële middelen voor uitvoering interventies;
-
Onvoldoende draagvlak bij eerstelijnszorg, organisaties en scholen basis- en voortgezet onderwijs;
-
Onvoldoende medewerking van ouders;
-
Begrensde ambtelijke capaciteit gemeenten.
OPLEVERING / EVALUATIE / BORGING Opleveringsverslag
De uitvoeringsorganisaties leggen na uitvoering van de projecten hiervoor verantwoording af bij de gemeenten.
Evaluatie
Om de monitoring en evaluatie te realiseren zal de hulp worden ingeschakeld van de GGD Noord- en Oost-Gelderland. Op advies van de GGD zal in 2014/2015 een tussentijdse evaluatie plaatsvinden van de uitvoering van het beleid. Waar nodig kan het beleid worden bijgestuurd. Naast monitoring van de uitvoering van beleid, helpt de GGD ook in de monitoring van de gezondheid van de inwoners. GGD NOG hanteert een monitorcyclus van vier jaar, waarin de gezondheid van de bevolking in kaart wordt gebracht. De doelgroep wordt in kaart gebracht door twee onderzoeken gericht op de leeftijdsgroepen 0-12 jaar (jeugdmonitor), 12-18 jaar (E-MOVO). Aan de hand hiervan kan worden gemeten of de doelstellingen worden gehaald.
Borging / Nazorg
Aan de hand van de tussentijdse evaluatie en het eindverslag zal worden gekeken naar de borging van effectieve interventies.
BIJLAGEN Activiteitenplanning
Zie bijlage
Financiële begroting
Zie bijlage
Activiteit
Inhoud
Startbijeenkomst
Bijeenkomst ten behoeve van de implementatie van activiteiten van de ketenaanpak met name op het proces preventie en vroeg signalering. Daarnaast het bekend maken van het meldpunt. Draagvlak creëren. De week van de liefde is een educatief programma over verliefdheid, relaties en seksualiteit voor jongeren. Activiteiten worden rond Valentijnsdag gepland Uitvoering in 2013 op alle VO scholen in Harderwijk in voorbereiding overige scholen in de regio in 2014
Ketenaanpak Week van de liefde met inzet van de lovebuzz (mogelijkheid van maatwerk voor de scholen)
Financiën/kosten € 1000,00 (een-
Tijd/planning April 2013
Uitvoerende orga-
Evalua-
nisatie
tie/borging
Alle ketenpartners
Geëvalueerd na
malig) € 17.000,-- per
afloop Januari 2013
GGD
Januari 2013
Door de GGD geco-
jaar (uit budget van de GGD en MEE) Totaal 3 jaar € 51.000
Informeren scholen over planning en activiteiten en toezending materiaal Informeren scholen via nieuwsbrief CJG Training Signalering seksueel overschrijdend gedrag (volgens het vlaggensysteem)
Scholen worden 1 x per jaar op de hoogte gesteld van de activiteiten en tijdsplanning die het komende schooljaar gaan plaatsvinden. Tevens krijgen ze promotiemateriaal toegezonden en de signaleringskaart om te verspreiden binnen de school.
€ 500,00 per jaar (maximaal materi-
ordineerd en met
aal kosten)
Mee Veluwe uitge-
Totaal € 1.500
voerd.
Om het onderwerp levend te houden op scholen wordt er 4 x per jaar een stukje geschreven door de werkgroep leden in de CJG nieuwsbrief.
Uren inzet werk-
Door het jaar
groepleden.
heen.
Het vlaggensysteem is een landelijk ontwikkelde methodiek (Movisie) om seksueel (overschrijdend) gedrag te duiden en op de juiste manier te handelen. Alle docenten van deelnemende scholen en betrokken professionals wordt de training aangeboden
Max € 1.200 per
September 2013
Alle ketenpartners
Coördinatie door
jaar
GGD uitvoering door
Totaal € 3.600
GGD of Movisie
Workshop seksuele gezondheid en loverboys
Week tegen loverboys
Empowerment training voor kwetsbare leerlingen
1
De workshop heeft als doel om docenten handvatten te bieden bij gesprekken en lessen over relationele en seksuele vorming en loverboys. Docenten worden gestimuleerd om gebruik te maken van bestaande lesmaterialen. Centraal staat dit jaar de implementatie van het lespakket Lang Leve de Liefde (evidencebased) of een ander lespakket. In het najaar vinden er gedurende een week allerlei acties plaats rond het thema loverboys. Docenten kunnen de ontwikkelde mentorlessen uitvoeren. Verder wordt door MEE Veluwe i.s.m. andere betrokken partijen een Nep-loverboys-actie gehouden. Het doel van de actie is om jongeren aan te leren dat ze niet te snel moeten vertrouwen en dat mensen slechte bedoelingen kunnen hebben. De jongeren worden waar nodig opgevangen door een professioneel team (BJZ, straathoekwerk, MEE Veluwe, politie). Daarnaast heeft de actie een grote pr- waarde. De ‘neploverboys’ worden geworven en getraind en kunnen vaker voor deze actie worden ingezet. Voor moeders en dochters wordt een theatervoorstelling georganiseerd welke ingaat op de problematiek en concreet handvatten biedt voor zowel de moeders als de dochters MD Veluwe biedt aan kwetsbare leerlingen (op relationeel/ seksueel gebied) training empowerment aan. Het gaat om leerlingen die weinig weerbaar zijn en een steuntje in de rug kunnen gebruiken. In de training worden leerlingen bevestigd in hun eigen capaciteiten waardoor ze zich weerbaar gaan voelen of waardoor het zelfvertrouwen bij deze leerlingen toeneemt en zij makkelijker grenzen aangeven.
€ 600,00
GGD en MEE
Totaal € 1.800
Nep-loverboy-
Najaar 2013
Alle ketenpartners
Hele jaar
MD Veluwe
actie € 3000,00 Theater € 1500,00 (voor 3 voorstellingen van 30 leerlingen)
Nep loverboy Totaal € 9.000 Theater Totaal € 4.500 € 5000,00 (uit budget van MD Veluwe) Totaal 3 jaar € 15.000
1
De in rood gekleurde bedragen worden als cofinanciering opgevoerd, dit is inzet van betrokken organisaties.
Introductiespel voortgezet onderwijs
Ouderavonden seksuele opvoeding of loverboys
Voorlichting loverboys voor leerlingen
PR- acties
Advies- en Meldpunt Risico volle relaties
MD Veluwe gaat met brugklassen in Harderwijk, in samenhang met verschillende organisaties het “introductiespel” spelen. Het is een laagdrempelige manier om alle leerlingen bekend te laten worden met ‘de zorg’ die in en rondom de school aanwezig is. Tevens is het een manier om vroegtijdig probleem leerlingen te signaleren. Wordt uitgebreid naar rest van regio.
€ 5000,00 (uit
Begin nieuwe
budget van MD
schooljaar
De ouderavond gaat in op de seksuele opvoeding van kinderen en jongeren en loverboy problematiek. Naast een stukje kennisoverdracht is het uitwisselen van tips en ervaringen een belangrijk onderdeel. Gekeken wordt om een of meer ouderavonden voor alle scholen tegelijk te organiseren i.p.v. voor afzonderlijke scholen Scholen die daar behoefte aan hebben, kunnen MEE inschakelen voor individuele voorlichtingslessen aan groepen leerlingen. Afhankelijk van de vraag van de scholen en de mogelijke eigen bijdrage van de school wordt de prijs bepaald.
€ 1875,00 per jaar
De PR en communicatie rond de ketenaanpak is allereerst gericht op bekendheid va het meldpunt risicovolle relaties/ jeugdprostitutie. Regionaal Advies- en meldpunt waar alle signalen binnen komen. Dit meldpunt is ondergebracht bij het steunpunt huiselijk geweld. Wordt bemenst door MD Veluwe.
Veluwe) Totaal 3 jaar € 15.000
Het docentennetwerk vormt de schakel tussen de ketenstappen en het onderwijsveld. In de praktijk gaat het hier met name om de eerste twee ketenstappen: preventie en (vroeg)signalering en het meldpunt en dossiervorming. Het docentennetwerk is
MEE Veluwe
Totaal € 5.625
€ 5.000,00 ( uit
MEE is contactper-
budget van MEE)
soon
Totaal 3 jaar € 15.000 In zet GGD € 9.500 per jaar (2014 en 2015) Totaal € 19.000
Docentennetwerk
MD Veluwe
Uren inzet docenten en GGD
Vanaf 2014 voor gaande jaren zijn betaald vanuit NOG Veiliger of andere regionale gelden
MDVeluwe
Ketenpartners
het eerste aanspreekpunt voor de betrokken organisaties, maar ook voor de school zelf. In Harderwijk functioneert het netwerk, docenten uit de regio worden uitgenodigd om aan te sluiten. Gemeenten worden gevraagd via hun contacten met het VO draagvlak hiervoor te creëren. Totaal
€ 46.025 Cofinanciering € 96.000
Bijlage: Ketenaanpak Risicovolle Relaties De ketenaanpak moet de voorwaarden scheppen zodat vroegtijdig ingegrepen kan worden in risicovolle omstandigheden en bescherming geboden kan worden op momenten dat het mis loopt. Daar kunnen ook repressieve maatregelen deel van uitmaken. Preventie, deskundigheidsbevordering en signaleringstechnieken zijn daarbij belangrijk. Voor het bereiken van bepaalde kwetsbare jongeren met voorlichting is soms eerst empowerment nodig. Het betreft een training die o.a. inzet op het verkrijgen/vergroten van eigenwaarde of zelfrespect. Een belangrijk uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk aan willen sluiten bij bestaande structuren en bestaand aanbod van organisaties. In onderstaand figuur ziet u een weergave van de ketenaanpak. Daarna volgt een korte toelichting op het procesverloop. De aanpak bestaat uit meerdere fases. In elke fase heeft een andere partij de coördinerende rol.
1
Preventie (Vroeg) Signalering
2
Dossiervorming & analyse REGIONAAL MELDPUNT
3
Weging & kwalificatie
4
5
Toewijzing Zorgcoördinator &
Evaluatie Regievoering
uitvoering
1
Preventie (Vroeg) Signalering
2
Dossiervorming & analyse (REGIONAAL) MELDPUNT
Preventie voor: leerlingen en hun ouders, leerkrachten (train de trainers), cliënten, professionals in de zorg, jeugd en jongerenwerkers. De GGD is procesverantwoordelijke. Doelen zijn: A. het vergroten van kennis en bewustwording van jongeren over wat een gezonde (seksuele) relatie is: B. het beïnvloeden van houding en gedrag van jongeren ten opzichte van relaties c.q. het andere geslacht; C. het voorkomen dat relatieproblemen leiden tot relationeel geweld; D. kennis bijbrengen over de soms verkeerde bedoelingen van mensen die een relatie met je willen aangaan (werkwijze van loverboys/-girls). Bij een integrale aanpak van seksuele uitbuiting komt het erop aan dat de informatie en signalen van verschillende scholen, instanties, ouders en omstanders samen komen. Deze signalen te melden op één centrale plek waar deskundigen zitten die dat signaal kunnen beoordelen en adequaat verder kunnen leiden. Het meldpunt biedt consult en advies bij het duiden van signalen.
De medewerkers hebben specialistische expertise op het gebied van risicovol/grensoverschrijdend gedrag van jongeren, prostitutie en dwang in de prostitutie. Het meldpunt is ondergebracht bij het steunpunt huiselijk geweld en is als apart telefoonnummer voor deze problematiek beschikbaar. Via het Meldpunt vindt screening van de meldingen plaats, wordt aanvullende informatie verzameld en een gericht cliëntdossier opgebouwd dat voldoet aan het vastgestelde aantal informatie-eisen. Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe is procesverantwoordelijke.
3
Weging & kwalificatie
4
Toewijzing Zorgcoördinator & uitvoering
Een klein team van politie en jeugdzorg en de zorgcoördinator uit de pool, voeren een risicoscreening uit en kwalificeren de melding. Dat betekent dat zij op basis van de informatie vaststellen wat het probleem is, waar risico´s en bedreigingen liggen en een plan van aanpak opstellen voor gerichte interventie ter bescherming van het (vermoedelijke) slachtoffer. BJZ beoordeelt de zorg. Politie en Openbaar Ministerie beoordelen de strafrechtelijke kant. De politie is procesverantwoordelijke. Dit gebeurt door een regionaal deskundige op het terrein van mensenhandel en prostitutie (MePro). Het lokale team/de wijkagent is betrokken.
Het dossier met (globaal) plan van aanpak wordt uitgezet bij een casemanager die verantwoordelijk is voor de contacten met de cliënt (en het cliëntsysteem) en de benodigde zorg, hulp en diensten coördineert. Gezien de complexiteit van de problematiek en de verschillende organisaties die betrokken zijn bij de signalering, opvang, hulpverlening en repressieve interventies is het aanstellen van een zorgcoördinator (= casemanager) een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen van de aanpak. MEE is procesverantwoordelijke en zorgt dat het een en ander in werking wordt gezet. De samenwerking tussen organisaties wordt geprotocolleerd en ondersteund met een convenant gegevensuitwisseling.
5
Evaluatie van beleid en proces, onderdeel van Regievoering.
De ketenregisseur richt zich op de procesmatige afstemming van initiatieven, zodat een samenhangende ketenstructuur ontstaat. De ketenregisseur fungeert zo als schakel tussen de ketens, draagt zorg voor implementatie van het plan van aanpak en voert regie op het ontwikkelen van samenwerkingsafspraken met en tussen instellingen, het opstellen van een handelingsprotocol en convenant gegevensuitwisseling. De ketenregisseur is daarnaast belast met het aanwenden van (externe) financieringsbronnen voor onderdelen van de keten(inrichting). De besturing van de keten is resultaat gestuurd via toetsing van effecten van de ketensamenwerking op de (positie van de) doelgroep. De gemeente is ketenregisseur.
4. Depressiepreventie
Regio Noord-Veluwe INHOUD PROJECTPLAN Depressiepreventie
AANLEIDING Achtergrond
Depressie is zowel bij volwassenen als bij jongeren één van de meest voorkomende psychische stoornissen. Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de hoogste ziektelast. Uit landelijk onderzoek blijkt dat ongeveer 20% van de jongeren kampt met depressieve gevoelens, die kunnen overgaan in een depressie. Het regionaal onderzoek E-MOVO 2011, uitgevoerd door de GGD Noord- en Oost Gelderland (destijds GGD Gelre-IJssel), laat zien dat in de regio Noord-Veluwe 14% van de jongeren kampt met depressieve gevoelens.
Probleemsituatie en -achtergrond
Er is onder jongeren nog veel onwetendheid over het hebben van een depressie, wat het precies is, hoe je het kan voorkomen en wat je eraan kan doen. Ook rust er nog een taboe op het hebben van depressieve klachten of een depressie.
Doelstellingen
Zie onderstaande doelenboom. Toename van de volksgezondheid door het terugdringen van de stijgende prevalentie van depressie.
In 2016 zijn de percentages van jongeren van 12 tot 23 jaar in de regio Noord-Veluwe met depressieve gevoelens niet gestegen ten opzichte van 2011.
In 2016 kunnen jongeren van 12 tot 23 jaar (en hun omgeving) in de regio Noord-Veluwe goed inschatten of er sprake is van een dip of (beginnende) depressieve gevoelens. Als het nodig is maken zij gebruik van interventies gericht op depressiepreventie.
In 2016 zullen docenten en Zorgadviesteams depressieklachten bij leerlingen signaleren en hen doorverwijzen naar geschikte interventies.
In 2016 kunnen (kerkelijk) jeugdwerkers depressieklachten bij de jeugd signaleren en hen doorverwijzen naar geschikte interventies.
In 2016 kunnen jongeren zelf en hun ouders depressieklachten signaleren en de weg vinden naar geschikte interventies.
In 2013 t/m 2016 worden de volgende groepen geïnformeerd over het signaleren van depressieve symptomen en over het aanbod van interventies gericht op depressiepreventie: 50% van de docenten in het voortgezet onderwijs; 75% van de Zorgadviesteams; zoveel mogelijk (kerkelijk) jeugdwerkers*; ouders en jongeren via het Centrum voor Jeugd en Gezin
* Aangezien het niet vast te stellen is hoeveel (kerkelijk) jeugdwerkers er zijn, kan hier geen percentage genoemd worden. Het streven is om zoveel mogelijk jeugdwerkers te bereiken.
RESULTAAT Deliverables / product
Algemeen resultaat: Het doorbreken van het taboe op het hebben van depressieve klachten of een depressie en de kennis bij jongeren vergroten over depressie, hoe je het kan voorkomen, hoe je het kan herkennen, wat je eraan kunt doen en welke online interventies er zijn. Hiervoor zal in eerste instantie worden ingezet op een project dat kan worden uitgevoerd in het voortgezet onderwijs en in het (kerkelijk) jeugd- en jongerenwerk. Het project bestaat uit een door jongeren gemaakt filmpje met daarbij een lesbrief. Het filmpje dient als inleiding voor het bespreken van het onderwerp met de jongeren. De lesbrief (voor de mentoren / jongerenwerkers) gaat in op het hebben van een depressie, wat het is en wat je eraan kan doen. Daarnaast geeft de lesbrief een verwijzing naar de online informatie en interventies die er zijn. Het filmpje en de lesbrief zijn aanvankelijk bedoeld voor vierdeklassers van het voortgezet onderwijs, maar kunnen zeker ook gebruikt worden in het (kerkelijk) jeugd- en jongerenwerk. De bedoeling is dat dit project vanaf schooljaar 2013/2014 wordt uitgevoerd. Afhankelijk van het beperkte budget (geen provinciale subsidie) zal er worden gekeken op welke manieren de komende jaren nog meer kan worden ingezet op de gestelde (sub)doelstellingen (zoals genoemd in de doelenboom).
AFBAKENING Wat valt buiten project?
Het filmpje en de lesbrief zijn bedoeld voor vierdeklassers (leeftijd 16/17 jaar) van het voortgezet onderwijs en kunnen gebruikt worden in het (kerkelijk) jeugd- en jongerenwerk. De leeftijdsgroepen van de basisschool en 23+ vallen er buiten.
BEGROTING / ORGANISATIE / PLANNING Geld
Vanuit het Stads- en Regiocontract is geen subsidie beschikbaar voor depressiepreventie. Wegens het beperkte budget voor depressiepreventie zal er creatief moeten worden omgegaan met het financieren van activiteiten in het kader van depressiepreventie.
De kosten voor het maken van het filmpje zijn € 4.000,-- en voor het ontwerp, opmaak en druk van de lesbrief en DVD zijn € 2.676,31. Deze kosten zijn al betaald in juni 2012, vanuit het activiteitenbudget van de tweede nota gezondheidsbeleid. Verder zal er worden geprobeerd om met zo laag mogelijke kosten, zo veel mogelijk te bereiken en de gestelde (sub)doelstellingen te halen. Organisatie
De organisatie van het project van het filmpje met lesbrief is bij aanvang van het project (2012) gecoördineerd door de RNV. In mei/juni 2012 is dit overgenomen door de gemeenten, met een adviesrol voor de GGD. Betrokken partners: - Journalist en jongerenpersbureau voor het maken van het filmpje - Groevenbeek College voor het maken van de lesbrief - Communicatiebureau Sprekend voor de opmaak en druk van de lesbrief en de DVD
Tijd / Activiteitenplanning
Activiteit
Planning/wanneer
Tijdsduur
Ontwikkelen film
2012
Klaar
Lesbrief maken
September 2012 –
Klaar
maart 2013 Opmaak en druk van de
Maart - april 2013
Klaar
Scholen informeren
Mei 2013
1 maand
Verspreiding van de lesbrie-
Mei 2013
1 maand
lesbrief en DVD
ven en DVD’s Lessen invoeren in schoolpro-
Vanaf schooljaar
gramma en in het (kerkelijk)
2013/2014
jeugd- en jongerenwerk
Informatie / Communicatie
De scholen moeten worden geïnformeerd over de lesbrief en filmpje en over het belang van aandacht geven aan het onderwerp depressie.
Capaciteit
n.v.t.
Kwaliteit
n.v.t.
Risico’s
n.v.t.
OPLEVERING / EVALUATIE / BORGING Evaluatie
Om de monitoring en evaluatie te realiseren zal de hulp worden
ingeschakeld van de GGD Noord- en Oost-Gelderland. Op advies van de GGD zal in 2014/2015 een tussentijdse evaluatie plaatsvinden van de uitvoering van het beleid. Waar nodig kan het beleid worden bijgestuurd. Naast monitoring van de uitvoering van beleid, helpt de GGD ook in de monitoring van de gezondheid van de inwoners. GGD Noord- en Oost-Gelderland hanteert een monitorcyclus van vier jaar, waarin de gezondheid van de bevolking in kaart wordt gebracht. De doelgroep wordt in kaart gebracht door twee onderzoeken gericht op de leeftijdsgroepen 0-12 jaar (jeugdmonitor), 12-18 jaar (E-MOVO). Aan de hand hiervan kan de ontwikkeling worden bijgehouden van het aantal jongeren met depressieve gevoelens in de regio NoordVeluwe. Borging / Nazorg
Het filmpje en de lesbrief kunnen scholen elk jaar blijven gebruiken. Ook kan het gebruikt worden in het (kerkelijk) jeugd- en jongerenwerk.