nieuws
BRAM BELLONI
Niet hip, wél goed bezig
Be the change.
Naar het motto van Ghandi reizen vier vriendinnen af naar Indonesië, om vandaaruit naar huis te fietsen. Via India, Turkmenistan, Kazachstan. Onderweg bloggen Monique en – van links naar rechts – Carlijn, Sophie en Lidewij op r4wr.org o ver wat ze tegenkomen en over vrouwenrechten, ‘ook al klinkt dat misschien niet zo hip’. Een van hen werkte in Nepal en ontdekte hoe vrouwonvriendelijk een cultuur kan zijn, waar vrouwen geen legale abortus durven ondergaan uit angst voor sociale afkeuring, en daarom nog steeds hun toevlucht zoeken tot illegale en riskante praktijken. Er zijn zoveel plekken op de wereld waar vrouwen geen kans krijgen – ‘alleen omdat ze ergens anders wonen.’ Onderweg vragen ze aandacht voor ongelijkheid, ze onderzoeken, schrijven en hopen zo iets te veranderen. Nadrukkelijk niet om te emanciperen, stelden ze tegenover NRC Next, ‘niet om de betweterige westerling uit te hangen’. Of ze echt het verschil gaan maken? Ze hopen het.
OPZIJ I 2014 I NR. 10
7
opinie
Pssst. Hé, meisje. Hé, sletje. Hé! >> Welke
vrouw kent het niet? Straatintimidatie. >> Gevoelsmatig iets anders dan een fluitende bouwvakker op een steiger – want bedreigender, enger, angstiger. >> En nu is daar het burgerinitiatief straatintimidatie. >> Er moet een wet komen en boetes, vinden de oprichters. >> Het beperkt meisjes en vrouwen immers. >> Een wet of verordening is een signaal. >> Net als het verbod op hondenpoep. >> Daar krijgen baasjes ook niet altijd boetes voor uitgedeeld, maar ‘we’ vinden mede dankzij de strengere regels inmiddels wel dat het niet ‘kan’. >> Volgens tegenstanders is zo’n anti-intimidatiewet onhaalbaar, onwenselijk. >> Maar ja. 81-97 procent van de vrouwen is weleens lastiggevallen. >> Dát is onwenselijk. >> En veel erger dan hondenpoep 8
NR. 10 I 2014 I OPZIJ
PALESTIJNSE VROUWENSTEMMEN Petra Stienen onderzocht meer dan twintig jaar geleden al de politieke rol van Palestijnse vrouwen. Anno 2014 is er volgens haar nog vrijwel niks veranderd: vrouwen hoor je (bijna) niet. Behalve op sociale media: daar kan niemand om ze heen. door petra stienen
HH
Heeft u na de zomer vol oorlogsgeweld ook de neiging de tv uit te zetten en de kranten terzijde te leggen? En kunt u de berichten over Israël en Gaza al helemaal niet meer verdragen? Wie is er begonnen? Hamas? Israël? En dan zien we ook nog alleen maar mannen in beeld, aan beide kanten. Israëlische soldaten, Hamasstrijders, Netanyahu, Abbas. Overal klinkt slechts de stem van mannen. In de media, in gesprekken over een staakt-het-vuren en straks vast ook weer in de vredesonderhandelingen. En de vrouwen? Zeker aan Palestijnse
kant? Zij komen alleen in beeld als slachtoffers van dat oorlogsgeweld. In 1991 deed ik voor mijn afstudeerscriptie aan de Universiteit van Londen onderzoek in de bezette gebieden over de politieke rol van vrouwen in de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd. Ik hoorde toen in bijna alle gesprekken: ‘Het is nu niet opportuun die vraag te stellen. Eerst onze eigen staat, daarna kunnen we vrouwenrechten bespreken.’ Fatah, de leidende groepering binnen de PLO en Hamas, toen nog veel minder invloedrijk dan nu, bleek nauwelijks te verschillen in de visie op de rol van Palestijnse vrouwen. Fatah zag hen vooral als ‘dragers van het Palestijnse leven’ en ‘de hoeders van onze eeuwige vlam’, zoals blijkt uit de Palestijnse onafhankelijkheidsverklaring uit 1988. Helaas is er in 2014 nauwelijks vooruitgang geboekt. Ondanks alle inzet en werk van vrouwenorganisaties en activisten kregen Palestijnse vrouwen in de afgelopen decennia, net als de jongere generatie overigens, geen ‘politieke voet’ aan de grond binnen de Palestijnse autoriteit, laat staan in de gelederingen van Hamas. Ook binnen nationale of internationale media klinkt hun stem nauwelijks door. Alleen op sociale media vind je vrouwen die mogelijk de opvolgers van de prominente Palestijnse politica en woordvoerder Hanan Ashrawi kunnen
OPZIJ I 2014 I NR. 10
J. VAN DEN BROEK
buitenland
Petra Stienen (49) is publicist en adviseur over diplomatie, diversiteit en mensenrechten.
‘Eerst onze eigen staat, daarna kunnen we vrouwenrechten bespreken,’ zeggen ze dan
worden. Zoals de Palestijnse dichteres Rafeef Ziadah. Een YouTubefilmpje uit eind 2011 ging in de zomer van 2014 viral. ‘We teach life sir,’ antwoordde Rafeef op de vraag van een journalist wanneer Palestijnen ophouden met het leren van zoveel haat aan hun kinderen. De 16-jarige Farah Baker laat via Twitter (@farah_gazan) aan haar 280.000 volgers weten hoe het is om onder voortdurende Israëlische bombardementen te leven. En Hanine Hassan, tenslotte, kwam op haar 17de uit Gaza naar Nederland voor haar studie. Van haar gaan we in de toekomst nog zeker veel horen. Ze is een mediatalent en heeft een wetenschappelijke en mensenrechtenachtergrond. Inmiddels begin 30 schrijft ze aan Columbia University in New York een proefschrift over de gevolgen van de politiek van vernedering van het Palestijnse volk door Israël. Elke dag vraagt ze op Facebook wat alle Palestijnen willen, mannen en vrouwen: een einde aan de Israëlische bezetting, terugkeer van Palestijnse vluchtelingen en fatsoenlijk Palestijns bestuur. Deze vrouwen leggen grote verantwoordelijkheid bij de internationale gemeenschap hen te steunen die doelen te bereiken. Maar die is opvallend stil over de rechten van Palestijnse vrouwen om hun stem gehoord te krijgen. Alsof we accepteren dat onderhandelen over veiligheid en vrede wel in goede handen is bij de mannen van Hamas en Fatah. Die stilte staat in schril contrast met het mediacircus rondom de Londen Sexual Violence Conference in juli 2014. Toen stonden tientallen hoogwaardigheidsbekleders in de rij om met Angelina Jolie op de foto te gaan en hun steun uit te spreken in de strijd tegen seksueel geweld tegen vrouwen. Die stilte rondom de stem van Palestijnse vrouwen past ook niet bij alle aandacht die Veiligheidraadsresolutie 1325 – over vrouwen, vrede en veiligheid in de rest van de wereld – krijgt van Minister Timmermans en zijn EU-collega’s. Hoogste tijd dat Rafeef, Farah en Hanan zijn Facebookvrienden worden en dat hun stem in elk geval daar doorklinkt. •
9
op Prinsjesdag ng zeggen als hij Wat zou onze koni te spreken? erttekst hoeft uit geen zouteloze sn ve Troonrede. hreef de alternatie sc ng lsi ta Si la ei Sh n die ertoe hebben over zake t he we an ga ar ‘Dit ja s i ta l s i n g niet.’ d o o r s h e i l a t aa st be w ou vr é doen. D
Leden van de Staten Generaal,
Dé vrouw bestaat niet. Dit moest ik zeggen van mijn eigen vrouw, die enorm veel gezanik heeft gehad toen ze iets soortgelijks zei over het niet bestaan van dé Nederlander, omdat eencelligen ervan maakten dat ze de complete Nederlandse identiteit bij het grofvuil had gezet. Wij gaan ervanuit dat vrouwen intelligenter luisteren. Dé vrouw, welnu, bestaat dus niet. Maar er zijn wel zaken die haar in het bijzonder aangaan. Ik denk aan economische zelfstandigheid en financieel bewustzijn. Aan arbeidsparticipatie en onderwijs. Aan kansen aan de top maar ook vooral op de bodem van de arbeidsmarkt, in het schemergebied tussen arbeid en uitbuiting, daar waar vrouwen te vaak een wegwerpartikel zijn. Ik denk aan vrouw en vrijheid. Vrijheid om het leven naar eigen smaak en wens in te richten. Zonder druk van rolpatronen, sociale normen of culturele beknotting. Vrijwaring van vrouwenhandel, huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap, eerwraak en huiselijk geweld. Seksuele vrijheid. En ook: de vrijheid gevrijwaard te blijven van preutse beleidsmakers, zoals u, leden van de
10
OPZIJ’S ALTERNATIEVE TROONREDE NR. 10 I 2014 I OPZIJ
HH
Van uw premier had ik nu iets obligaats moeten zeggen over welk een eer het voor mij is u te mogen toespreken. Hij had braaf teksten voorbereid, die premier van u, en 26 ambtenaren van acht ministeries hadden er namens hun minister nog een plasje overheen gedaan. Resultaat: een zouteloze snerttekst. Thuis hebben Máxima en ik er honend de aansteker bij gehouden. We gaan het dit jaar anders doen. We gaan het dit jaar hebben over zaken die ertoe doen. We gaan het dit jaar hebben over de vrouw. Over haar aspiraties, kansen, mogelijkheden en wensen.
politiek
Staten Generaal, die in elk kelderboxschandaaltje een nieuw Sodom en Gomorra zien en die meisjes het liefst in een doosje zouden willen doen. Voordat ik verder ga, wil ik graag iets rechtzetten. Vorig jaar mompelde ik, gezeten op deze troon, iets over de participatiesamenleving. Het was meer een constatering van het feit dat we al drie decennia bezig zijn de verzorgingsstaat kleiner te maken - bij het CDA heet dat ‘soevereiniteit in eigen kring’, bij de VVD ‘de eigen broek ophouden’ en bij de sociaaldemocraten ‘betaalbaar houden van de solidariteit’. Er is evenwel een probleempje met die participatiesamenleving: met de geplande overheveling van de thuiszorg en de langdurige zorg naar gemeenten, hevelt de overheid in feite zorgtaken over naar vrouwen. Want die mogen het oplossen, zo toonde socioloog Niels Schenk in zijn recente promotieonderzoek aan. Vrouwen maken soep voor de zieke buurman, vegen de poep van de muren bij hun demente schoonvader en doen de was voor hun tante die in een verzorgingshuis zit. Mannen bieden die hulp niet - het staat inmiddels wetenschappelijk vast, leden van de Staten Generaal. Vrouwen die onbetaalde zorgtaken overnemen van de overheid, en tegelijkertijd geacht worden betaald werk te verrichten om in hun eigen levensonderhoud te voorzien: hoe ziet u dat voor zich? Máxima en ik hebben daarom bedacht dat er een wettelijke participatieplicht moet komen voor werkende mannen: elke werkende man moet een plan indienen waarin hij uiteenzet hoe en wanneer hij zijn participatieverlof wil inzetten. Dat maakt de onderhandelingen aan de keukentafel over de taken een stuk eenvoudiger, denken wij. Er zal wel gedonder van komen met het antidiscriminatiebureau, maar ik zeg: doen. De overheid gaat ook meehelpen het werk-leven-evenwicht te herstellen door de kinderopvang van de markt te halen en terug te geven aan de staat. Er komt meer geld bij; alleen de hogere inkomens zullen er nog een bijdrage voor
OPZIJ I 2014 I NR. 10
hoeven te betalen. We erkennen onze fouten: door staatssubsidie te combineren met commerciële kinderopvang hebben we in het verleden een monster geschapen, dat heeft geleid tot verloedering van de opvang en tot proleten in het bestuur. De recente ondergang van Estro - met zijn bonussen voor de zichzelf goed bedelende top - is de perfecte illustratie hiervan. In de categorie klein bier, groot plezier: we schaffen de overblijf af. Alle scholen krijgen een continurooster. Om de financiële zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen wordt het vak financiële planning en zelfstandigheid ingevoerd op scholen. Vervolgopleidingen zullen vaardigheden als solliciteren, onderhandelen over arbeidsrechten en ondernemen opnemen in het curriculum. De keerzijde van voorzieningen die het leven makkelijker moeten maken - recht op deeltijdwerk, ouderschapsverlof, schooltijdbanen - is dat ze doorstoten naar de top voor vrouwen lastiger maken. Uit stapels onderzoek blijkt dat dit soort zaken de arbeidsparticipatie van vrouwen reuze bevordert, maar dat tegelijkertijd werkgevers hierdoor minder graag investeren in promotiekansen voor álle vrouwen - niet alleen voor die vrouwen die van de regelingen gebruik maken. Zo blijven de bestbetalende en machtigste functies onder mannen verdeeld, neigen vrouwen naar banen in de ‘typisch vrouwvriendelijke’ publieke dienstensector en blijven loon- en functiehoogteverschillen tussen mannen en vrouwen in stand. In landen met soberder regelingen, zoals de Verenigde Staten, is de kans dat een vrouw een topfunctie bekleedt bijna drie maal zo groot als in Nederland, los van haar individuele kenmerken. Máxima en ik noemen dat de kansenparadox: regelingen die de kansen voor vrouwen vergroten om betaalde arbeid te verrichten en om werk en zorg te combineren, belemmeren tegelijkertijd hun promotiekansen. Daar hebben we iets op bedacht. Ik ben namelijk helemaal klaar - en Máxima ook - met zijige handvesten vol goede bedoelingen waarin werkgevers plechtig beloven ‘iets’ aan de doorstroming van
‘De ergste werkgever krijgt de zwijnenprijs. Mijn moeder beeldhouwt wel een leuk beeldje’
Econoom Sheila Sitalsing (46) duidt voor Opzij elke maand het nieuws. Ze is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant.
vrouwen op de werkvloer te doen. Diezelfde werkgevers die ondertussen mannen voortrekken, bij sollicitaties naar zwangerschappen informeren, vrouwen minder betalen dan mannen voor hetzelfde werk en mannen die in deeltijd willen werken dwarsbomen. Er komt een schandpaal. Waar we ze in het openbaar aan zullen ophangen. De ergste werkgever krijgt de zwijnenprijs. Mijn moeder beeldhouwt er een leuk beeldje voor; ik reik hem persoonlijk uit. Heb ik nu al zin in. Daarnaast komt er een zwijnenprijs-XXL voor werkgevers die vrouwen in de laagst betaalde banen uitbuiten, intimideren, discrimineren, hun rechten denken te kunnen ontzeggen ‘omdat ze toch geen Nederlands verstaan’ of zich anderszins verwerpelijk gedragen. Over zwijnen gesproken: vrouwenhandel, vrouwenexploitatie, eerwraak, huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en huiselijk geweld pakken we keihard aan. Bij de Eerste Kamer ligt inmiddels het wetsvoorstel Versterking Huwelijksvrijheid, dat beoogt gedwongen huwelijken tegen te gaan door middel van het verhogen van de huwelijksleeftijd, het verbieden van huwelijk tussen neef en nicht en het verruimen van de grond voor vernietiging van huwelijken. Dat is een verheugende ontwikkeling. Maar we zijn er nog niet. We gaan ons ook in Europees en internationaal verband sterk maken voor het tegengaan van huwelijksdwang. In internationaal verband stellen we tevens meer geld beschikbaar voor versterking van de positie van de vrouw; vrouwen toegang verschaffen tot scholing en gezinsplanning is de effectiefste manier van armoedebestrijding. Tot slot, leden van de Staten Generaal, is mij verzocht iets over God te zeggen. Daar heb ik niet zo’n zin in. Wel wil ik kwijt dat ik voornemens ben er bij Satan op aan te dringen dat hij nu eindelijk dat speciale plekje in de hel inricht voor vrouwen die andere vrouwen afzeiken, voor muts uitmaken, weigeren te helpen of anderszins de grond in trappen. Ik wens u wijsheid toe. •
11
SCOREN MET EERLIJK PRIJZENGELD & AMBITIE Het leek alsof Dafne Schippers vanuit het niets onze huiskamer binnen kwam sprinten, toen ze tijdens het EK atletiek in Zürich gouden medailles in de wacht sleepte op de 100 en 200 meter. Toch is haar succes niet toevallig. door marleen leussink
‘De absolute sprintkoningin,’ noemt Olympisch-goudwinnaar Ellen van Langen haar; ‘Een fenomeen,’ is ze volgens de directeur van de Atletiekunie en de kranten suggereerden dat de nieuwe Fanny Blankers-Koen was opgestaan. Zelfs de in-en-in nuchtere Dafne Schippers (22) moest een traantje wegpinken toen ze het 100-meterrecord van voormalig atleet Nelli Cooman uit de boeken liep en twee gouden medailles
OPZIJ I 2014 I NR. 10
HH
sport
won in Zürich: ‘Ik weet ook niet hoe ik het voor elkaar heb gekregen.’ Toch komt het succes van Schipper en de andere atletiekvrouwen – die, anders dan de mannen, samen maar liefst zes medailles in de wacht sleepten - niet uit het niets. Sinds 2012 heeft NOC*NSF het beleid omgegooid en focust de sportorganisatie meer op ambities en prestaties van de sporters. En dat lijkt goed uit te pakken voor de vrouwen. De organisatie werd strenger met het verdelen van het beschikbare geld. ‘We zijn ons nog meer gaan richten op die takken van sport waar goede prestaties geleverd worden waarin gewerkt wordt met professionele programma’s,’ zegt een persvoorlichter. ‘Dan bedoelen we dat sporters een dagvullend programma moeten hebben en daarnaast niet nog met andere dingen bezig zijn.’ Schippers, die op haar 9de begon met atletiek en in 2012 debuteerde op de Olympische Spelen (waar ze op de 200 meter de snelste van alle vrouwen was) studeerde tot dan toe aan de Pabo in Utrecht, maar stopt niet toevallig in dat jaar met haar opleiding om zich volledig op de sport te kunnen concentreren. Zelf denkt ze dan ook dat haar doorzettings-
‘Als een onderdeel slecht gaat, werk ik nóg harder’
vermogen doorslaggevend is voor haar succes. ‘Als ik aan de start sta, wil ik zo graag winnen dat zelfs als er een onderdeel slecht gaat, ik de knop om kan zetten en er iets positiefs uit kan halen. Ik vecht dan nog harder. Mijn explosiviteit en snelheid zijn dan in mijn voordeel.’ Dat vrouwen zo goed presteren in de atletiek heeft volgens Schippers ook te maken met het feit dat er anders dan bijvoorbeeld in het wielrennen, nauwelijks verschil is in prijzengeld bij wedstrijden. Dat betekent dus dat vrouwelijke en mannelijke atleten dezelfde kansen krijgen. Slechts een enkele keer is er nog sprake van een afwijkend bedrag: ‘erg jammer,’ vindt Schippers dat. Dat ze in de pers opvallend vaak beoordeeld wordt op haar uiterlijk - het AD had het over ‘haar mooie blanke koppie’ en sportmarketeer Frank van den Wall Bake vond dat ze boegbeeld moest worden omdat ze er goed uit ziet - vindt ze een lastige kwestie: ‘Ik hoop dat alleen prestaties ertoe doen.’ In de sport zelf lijkt dat al min of meer het geval – en dat komt de prestaties dus ten goede. Nu de verslaggeving over die prestaties nog. •
13
reacties
Ons nummer over Body
Issues bewees het maar weer eens: onbewerkte beelden in de media werken wél. Sterker nog: ze werken heel erg goed, bleek uit alle positieve reacties op de prachtige, echte moederlijven.
‘Lichamen die gezien
mogen worden!’ vond @MarianBatist. Fotograaf Ashlee Wells Jackson mailde dat ze zeer vereerd was dat haar foto op de cover stond. ‘Breathtaking,’ vond ze het geheel. We schreven dat uiterlijk belangrijker is dan ooit. Een Facebookoproep van Odette Winter volgde: ‘Wij hebben het samen zelf in de hand. We kunnen ook het
tij keren. Zullen we?’ Goed idee. Abel Spithorst doet
mee. Wij ook - en met ons (hopelijk) een paar jonge dames: ‘Heb expres de #Opzij open op de bladzijde met vrijwel naakte vrouwen. Drie vriendinnen (10 jaar) zijn er nog over aan het praten,’ schreef @IrisBoter. Jong
geleerd is oud gedaan.
@maestraroos verwoordde het mooi; deze maand werden ‘de feministische eieren weer even flink
geklutst’. Onder andere
door het Volkskrant-interview met Irene de Bel. De emancipatie is bijna voltooid ( juridisch
dan). Hoofddoekjes zijn in Nederland een vorm van vrijheid. Oh nee! Toch een vorm van onderdaar Jeroen
Pauw, die alleen meer vrouwen aan tafel wil als
ze ‘langzamerhand iets gaan betekenen in onze samenleving ’.
W. RUTTEN
drukking! Iedereen had er wel iets over te zeggen. En toen was
Pauw heeft helemaal gelijk, stelde Renate van der Zee in NRC Next: vrouwen in Nederland zíjn ‘ontzettend ondervertegenwoordigd’ op terreinen die ertoe doen. En ondanks dat we blijven
hameren (zeuren?!, volgens critici) op de loonkloof, het glazen plafond en de ongelijke taakverdeling, verandert er weinig in het o zo ‘geëmancipeerde’ Nederland. Niet te vergeten: in datzelfde Nederland voelen vrouwen zich ’s
nachts niet veilig
op straat (zie dossier seksueel geweld vanaf pagina 25). Ja;
juridisch gezien zijn man en vrouw gelijk – maar in de praktijk is er nog een hoop te doen. 14
NR. 10 I 2014 I OPZIJ