ACTIVITEITENPLAN ONTHEFFING FLORA- EN FAUNAWET STROOMLIJNMAATREGELEN UITERWAARD PALMERSWAARD STICHTING HET UTRECHTS LANDSCHAP
6 juni 2014 077704722:A - Definitief C03011.000319.0200
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Inhoud 1
2
Omschrijving voornemen................................................................................................................................... 4 1.1
Aanleiding .................................................................................................................................................. 4
1.2
Leeswijzer ................................................................................................................................................... 4
Voorgenomen werkzaamheden......................................................................................................................... 6 2.1
Locatie werkzaamheden ........................................................................................................................... 6
2.2
Omschrijving activiteiten en werkzaamheden ...................................................................................... 7
2.3
Planning en onderbouwing activiteiten .................................................................................................. 9
2.4
Uitvoer activiteiten .................................................................................................................................... 9
2.5
Doel en belang activiteiten ..................................................................................................................... 10
2.6
Verantwoording voornemen .................................................................................................................. 10
2.7 3
3.2
5
Alternatieven ........................................................................................................................ 10
2.6.2
Eerder verleende ontheffingen en vergunningen ............................................................ 11
Maatregelen in kader van zorgvuldig handelen ................................................................................. 11
Natuurinformatie ............................................................................................................................................... 12 3.1
4
2.6.1
Verantwoording informatie ................................................................................................................... 12 3.1.1
Kwalificaties deskundige .................................................................................................... 12
3.1.2
Vooronderzoek ..................................................................................................................... 12
Natuurwaarden Palmerswaard ............................................................................................................. 13 3.2.1
Ligging ten opzichte van beschermde natuurgebieden .................................................. 14
3.2.2
Beschrijving huidige situatie gebied (natuurwaarden)................................................... 15
3.2.3
Natuurbeheertypen EHS..................................................................................................... 16
3.2.4
Verspreiding beschermde soorten op en nabij de locatie ............................................... 17
Effecten en maatregelen.................................................................................................................................... 19 4.1
Effecten op beschermde soorten ............................................................................................................ 19
4.2
Mitigerende en compenserende maatregelen ...................................................................................... 20
Conclusie ............................................................................................................................................................. 23
Bijlage 1
Ligging en begrenzing plangebied .......................................................................................... 24
Bijlage 2
Verspreiding beschermde soorten ........................................................................................... 26
Bijlage 3
Te verwijderen vegetatie ............................................................................................................ 27
Bijlage 4
Te behouden vegetatie ............................................................................................................... 28
Bijlage 5
Toekomstbeeld ............................................................................................................................ 29
077704722:A - Definitief
ARCADIS
3
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
1 1.1
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
Omschrijving voornemen AANLEIDING
De Stichting het Utrechts Landschap heeft het voornemen om de uiterwaard de Palmerswaard te herinrichten tot een uiterwaard waar optimaal wordt ingespeeld op de ecologische potenties van het gebied, in samenhang met de hoogwaterveiligheidsdoelen, als onderdeel van het Stroomlijnproject. Het Provinciale project ‘Uiterwaarden Nederrijn’ biedt nu de kans om een afgewogen inrichtingsplan te maken waarin de Stroomlijnopgave op duurzame wijze op duurzame wijze wordt ingepast. De herinrichting van de Palmerswaard is qua planning en uitvoering opgedeeld in twee te onderdelen, namelijk:
Fase 1. De uitvoering van de vegetatiemaatregelen als onderdeel in de stroomlijnopgave.
Fase 2. De herinrichting van het gebied door grondwerkzaamheden. Zo worden delen van het gebied vergraven en wordt een nevengeul gecreëerd. De terreininrichting wordt mede vormgegeven door de maatregelen in het kader van Duurzaam beheer Stroomlijn: het afgraven van gebieden om nieuwe bos ontwikkeling te voorkomen
Deze tweedeling is gecreëerd zodat er meer tijd is voor planning en fasering van deel 2 van de herinrichting, terwijl toch in 2014 al met de stroomlijnwerkzaamheden wordt begonnen. Bij de herinrichting van het gebied kunnen in beide fasen overtredingen van de Flora- en faunawet optreden en kan daarbij schade aan beschermde soorten optreden. Hiertoe moet een ontheffing Flora- en faunawet worden aangevraagd voor de beschermde soorten: bever, ringslang en poelkikker. In deze aanvraag wordt enkel ontheffing aangevraagd voor fase 1 van de herinrichting, namelijk de vegetatiemaatregelen die worden uitgevoerd in het kader van Stroomlijn. Voor aanvang van fase 2 van de uitvoering zal opnieuw een ontheffing Flora- en faunawet worden aangevraagd. De ontheffing wordt aangevraagd op basis van onderhavig activiteitenplan. De opzet en indeling van het rapport volgt de indeling van het aanvraagformulier. Parallel aan aanvragen van de ontheffing zal gewerkt worden aan het opstellen van een ecologisch werkprotocol voor de te treffen maatregelen aan de vegetatie.
1.2
LEESWIJZER
In hoofdstuk 2 worden de voorgenomen activiteit en de bijbehorende werkzaamheden uiteengezet. In dit hoofdstuk wordt eveneens het belang van het project en mogelijke alternatieven besproken. In hoofdstuk 3 worden de aanwezige natuurwaarden omschreven. In hoofdstuk 4 worden de verwachte effecten en maatregelen uiteengezet. Hoofdstuk 5 geeft de conclusie. Bijlage 1 tot 5 geeft een indruk van het plangebied met kaart- en fotomateriaal en de verspreiding van beschermde soorten in het gebied.
4
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Een aantal onderdelen van deze rapportage zijn direct overgenomen uit het ‘Activiteitenplan Flora- en faunawet Palmerswaard. Maatregelen in het kader van RWS-programma Stroomlijn’ door Tabak Advies Ecologie (2013) eveneens aangevraagd voor het Utrechts Landschap.
Toelichting: De letters en beschrijvingen in de tekstkaders in dit activiteitenplan corresponderen met de verplichte onderdelen van het activiteitenplan, zoals benoemd in het aanvraagformulier ‘ontheffing artikel 75 Flora. Deze letters zijn bij de corresponderende hoofdstukken in deze kaders weergegeven.
077704722:A - Definitief
ARCADIS
5
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
2 2.1
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
Voorgenomen werkzaamheden LOCATIE WERKZAAMHEDEN
A - Adres, postcode, gemeente en provincie van de locatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd C - Ingetekende topografische kaart
De Palmerswaard is gelegen ten westen van Rhenen, aan de noordkant van de Nederrijn, tussen rivierkilometer 910 tot 912 in de gemeente Rhenen in de Provincie Utrecht. Aan de landzijde van de uiterwaard grens het gebied aan de stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug, waar deze als een steilrand van ongeveer 10 meter hoog op rijst. De lengte van de uiterwaard is ongeveer 1,5 kilometer lang en 300 meter op het breedst in totaal beslaat de uiterwaard 25,1 hectare grond. De Palmerswaard maakt uit van het Natura 2000- gebied de uiterwaarden Neder- Rijn. Hieronder vallen de uiterwaarden van Wijk bij Duurstede tot en met de uiterwaarden bij Heteren. De Palmerswaard is aan de westzijde geïsoleerd van de uiterwaarden bij Elst doordat de Utrechtse Heuvelrug op deze locatie bijna direct aan de Neder- Rijn grenzen. Aan de oostzijde is de Palmerswaard verbonden met de uiterwaarden die richting de Grebbeberg en de Blauwe Kamer lopen. Om de uiterwaarden van de Palmerswaard aan te sluiten bij de uiterwaarden bij de Blauwe Kamer is het daarom interessant om een faunapassage aan te leggen waardoor de herten eveneens gebruik kunnen maken van de Palmerswaard. Het projectgebied is ca. 1,5 km lang, maximaal 300 meter breed en beslaat in totaal 25,1 ha. Aan de noordzijde grenst het gebied aan de voet van de stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug, die hier als een ca. 10 m hoge steilrand oprijst. De oeverstrook is in eigendom van Rijkswaterstaat en valt buiten het projectgebied, met uitzondering van de 30 meter brede zone waar een verbinding tussen enkele plassen en de rivier wordt gecreëerd. Ten oosten van de Palmerswaard ligt het evenemententerrein van de gemeente Rhenen en verderop aan de voet van de Grebbenberg de Blauwe kamer. Westelijk gelegen ligt de Amerongse Bovenpolder.
6
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Afbeelding 1 De locatie van de uiterwaard de Palmerswaard, ten westen van Rhenen. Zie bijlage voor een vergrootte versie van de kaart.
2.2
OMSCHRIJVING ACTIVITEITEN EN WERKZAAMHEDEN
B - Omschrijving van de activiteiten en werkzaamheden
Maatregelen Binnen het plangebied worden de volgende stroomlijnmaatregelen uitgevoerd:
Het opruimen van braamstruweel
Maaien van ruigtevegetaties.
Het opruimen van zachthoutstruweel
Het opruimen van zachthoutooibos
Het opruimen van rietmoeras
Het knotten van enkele solitaire oude wilgen op de centrale kade in het gebied. De kade wordt vrijgemaakt als wandelpad en onderhoudspad.
De aanleg van een rij- route, met metalen rijplaten op de drassige delen in het gebied
Creëren van een tijdelijke opslagplaats voor hakhout en groenafval uit het gebied
Versnipperen en verwerken van groenafval en afvoer van groenafval, bijvoorbeeld in takkenrillen buiten de stroombaan
Ruimtelijke selectie van vegetatiemaatregelen Er is voor de selectie van de te behouden vegetatie en te verwijderen vegetatie te allen tijde een afweging gemaakt tussen het belang van de vegetatie voor beschermde soorten en natuurwaarden in het gebied tegenover de waterveiligheid. Voor het selecteren van de te behouden en te verwijderen vegetatie is
077704722:A - Definitief
ARCADIS
7
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
gebruik gemaakt van de informatie over de verspreiding van beschermde soorten in het gebied met name de; ringslang en bever. Onderdeel van de selectie is het bepalen van kern leefgebieden van deze soorten binnen de Palmerswaard. Deze kernleefgebieden zijn behouden. Er wordt ongeveer een 70 % van de ruwe oppervlakte ruigte verwijderd en 30% behouden. Braamstruwelen ter hoogte van de nevengeul en de stroombaan worden verwijderd en braamstruwelen op de hoger gelegen delen van het gebied, tegenaan de steilrand, blijven behouden. Een aantal eilanden in het westen van het gebied blijven hun vegetatie (zachthoutooibos) behouden als kern leefgebied voor bever, evenals enkele kerngebieden in het oostelijk deel van de Palmerswaard. Door het gebied wordt de in de huidige situatie aanwezige kade van vegetatie ontdaan, met uitzondering van een aantal solitaire bomen die geknot worden. De volgende kaarten geven aan welke vegetatie wordt verwijderd (Afbeelding 2) en welke vegetatie blijft (Afbeelding 3).
Afbeelding 2 De te verwijderen vegetatie per vegetatietype in het plangebied. Zie bijlage voor een vergrootte versie van de kaart.
Afbeelding 3 De te behouden vegetatie per vegetatietype in het plangebied. Zie bijlage voor een vergrootte versie van de kaart.
De onderstaande tabel toont de te behouden en te verwijderen oppervlakten aan vegetatietypen (Tabel 1).
8
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Tabel 1 De te verwijderen en te behouden oppervlakten van de verschillende vegetatietypen. Vegetatietype
Verwijderen oppervlakte (m2)
Rietmoeras en rietruigte Braamstruweel Zachthoutstruweel Overig struweel (meidoorn, vlier) zachthoutooibos Hardhoutooibos
Behouden oppervlakte (m2)
4700 8100 22.000 500 10.300
2100 7700 11.100 3300 9500
0
0
Na de uitvoer van de stroomlijnmaatregelen Fase 1 treedt de uitvoering van Fase 2 in werking. In deze fase worden grondwerkzzamheden uitgevoerd, gericht op enerzijds een structurele verbetering de beheerbaarheid en de doorstroomnaarheid en anderzijds het benutten van ecologische potenties die in het gebied aanwezig zijn. het gaat daarbij om der aanleg van een nevenegeul, de uitbreieidng van de moerassen de aanleg vamn poelen, de ontwikkeling van natuurlijke rivioeroevers en aanleg van hardhoutooibos. Bijlage 5 bevat een impressie van het Toekomstbeeld. Van deze inrichtingsmaatregelen zullen diverse soorten profijt hebben, zoals de bever (hardhoutooibos), de ijsvogel en de oeverzwaluw (steile oevers) en de Kamsalamander (aanleg poelen) De volgende herinrichtingsmaatregelen worden genomen:
Verbetering en verruiming kwelpoelen
Aanleg rietmoerassen en verondiepen delen van de plassen
Aanleg van een bosgradiënt van de steilrand naar de plassen (een gradiënt in hoogte en vochtigheid)
Aanleg van een nevengeul met moerassige oevers
Aanleg van takkenrillen buiten de stroombaan
Afdekken slibdepots met schrale grond
2.3
PLANNING EN ONDERBOUWING ACTIVITEITEN
F – Planning en onderbouwing van de activiteiten
De planning van de uitvoeringsperiode voor de vegetatiemaatregelen is vanaf 1 september 2014 tot 15 maart 2015. Hierbij wordt in de eerste fase de rijroutes en de groenopslaglocatie klaargemaakt, waarna de maai- en kapwerkzaamheden worden uitgevoerd.
2.4
UITVOER ACTIVITEITEN
D - Manier waarop de activiteiten worden uitgevoerd
Voorfase In de fase voorafgaand aan de uitvoer van de vegetatiemaatregelen worden onder andere de rijroutes en een opslagplaats voor groenafval gecreëerd. De rijroutes zullen veelal over bestaande paden en dammen door het gebied heen lopen. Op locaties waar de grond zeer drassig is zal gebruik worden gemaakt van stalen rijplaten om te voorkomen dat de grond en vegetatie onnodig wordt kapotgereden. De locaties van de rijroutes en groenopslaglocatie worden in het Ecologisch Werkprotocol opgenomen. Uitvoeringsfase Het verwijderen van de vegetaties wordt als volgt uitgevoerd:
077704722:A - Definitief
ARCADIS
9
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
ruigtes worden machinaal gemaaid. Maaisel wordt afgevoerd.
struweel en bos worden handmatig gezaagd en stobben worden gefreesd.
struweel en bomen worden afgevoerd.
op waardevolle locaties worden beperkingen gesteld aan het wegslepen en mag alleen afgevoerd worden middels een vrachtwagen. De waardevolle locaties worden bepaald in overleg met de beheerder en opgenomen in het ecologisch werkprotocol.
rietvegetaties worden afgemaaid, hierbij wordt het wateroppervlak niet beroerd.
takken en bomen worden gehakseld of opgeslagen bij de opslagplaats en later verwijderd.
bomen en struiken moeten na de kap dezelfde dag nog afgevoerd worden naar de opslagplaats.t
het depot moet afgerasterd worden met een amfibieraster om te voorkomen dat soorten erin gaan schuilen. Dit raster moet dagelijks door de uitvoerder worden nagelopen op een goede omsluiting.
werkzaamheden worden overdag uitgevoerd.
vaste rijroutes worden gebruikt, met rijplaten op drassige delen.
2.5
DOEL EN BELANG ACTIVITEITEN
E – Doel en belang van de activiteiten U – Omschrijving dwingende reden van groot openbaar belang
Het doel van de herinrichting van de Palmerswaard is tweeledig:
Invulling geven aan de Stroomlijnopgave.
Het herinrichten van het gebied om de beleidsmatige doelstellingen voor het gebied te behalen, mn door het benutten van de ecologische potenties. Deze fase treedt inwerking nadat er een definitief plan is. Vervolgens wordt een aparte ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet gedaan.
Project Stroomlijn Rijkswaterstaat heeft richtlijnen voor vegetatieruwheid in de uiterwaarden van de Nederlandse rivieren opgesteld. Ruwe uiterwaarden remmen namelijk de doorstroming en stuwen tijdens piekafvoer door de rivieren de waterstanden hoog op. Het zogenaamde programma Stroomlijn heeft tot doel om de veiligheid langs de rivieren te verhogen door vegetatiemaatregelen, welke een waterstandsdaling en versnelde afvoer tot gevolg hebben. Het plangebied voldoet momenteel niet aan de eisen vanuit het programma stroomlijn. Het uitvoeren van de vegetatiemaatregelen zorgt er dus in eerste instantie voor dat de waterveiligheid wordt geborgd wat geldt als een dwingende reden van groot openbaar belang. De Planologische KernBeslissing Ruimte voor de Rivier heeft als uitgangspunt dat het vereiste veiligheidsniveau in 2015 is bereikt. Voor de Palmerswaard is deze doelstelling na de uitvoer van de maatregelen vanaf 1 november 2014 te behalen.
2.6
VERANTWOORDING VOORNEMEN
2.6.1
ALTERNATIEVEN
S – Beschrijving alternatieven en reden waarom die alternatieven niet worden gebruikt
Het nationale Programma Stroomlijn heeft als doel om in alle uiterwaarden van de grote rivieren het benodigde veiligheidsniveau te behalen. Alle uiterwaarden moeten in dit kader worden aangepakt en zodoende zijn er geen ruimtelijke alternatieven in nabijgelegen uiterwaarden. De Palmerswaard moet zodoende aan de eisen voldoen en er is een verplichting om de vegetatiemaatregelen uit te voeren.
10
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Naast het behalen van de doelstellingen is er voor gekozen om zo veel mogelijk ecologische waarden in het gebied te behouden en versterken. Vegetaties die van grote waarde zijn voor flora en fauna zijn daarom behouden.
2.6.2
EERDER VERLEENDE ONTHEFFINGEN EN VERGUNNINGEN
K – Overheidsinstantie die al toestemming heeft verleend voor de activiteit vanuit andere wet- en regelgeving
Dienst Regelingen heeft op 2 oktober 2013 een toekenning gedaan voor een ontheffing Flora- en faunawet als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet ten aanzien van Ruimtelijke ingrepen in de Palmerswaard, code FF/75C/2013/0193. De Ruimtelijke ingreep betrof het uitvoeren van vegetatiemaatregelen in het kader van Stroomlijnmaatregelen. Deze maatregelen zijn echter nooit uitgevoerd en ontheffing is verlopen.
2.7
MAATREGELEN IN KADER VAN ZORGVULDIG HANDELEN
T – Beschrijving zorgvuldig handelen
In het kader van zorgvuldig handelen worden de volgende maatregelen genomen:
Voor de uitvoering van de vegetatiemaatregelen wordt een ecologisch werkprotocol opgesteld waarin de maatregelen genoemd in het onderliggend activiteitenplan worden opgenomen.
Verder wordt voorafgaand aan de werkzaamheden nogmaals een veldbezoek uitgevoerd door een deskundig ecoloog waarin een actualisatie wordt gemaakt van de functies van het gebied voor soorten.
De werkzaamheden zullen onder ecologische begeleiding en ecologische controles van een deskundig ecoloog worden uitgevoerd. − Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt de aannemer en medewerkers geïnstrueerd over de te volgen methodieken en uit te voeren maatregelen in het kader van beschermde soorten −
Er zullen dagelijks veldcontroles worden uitgevoerd om te zien of de afgesproken werkwijze wordt aangehouden, nagevolgd door nieuwe instructies van de aannemer en medewerkers.
− Rijroutes zullen voorafgaand aan de werkzaamheden door een ecoloog met piketten worden aangegeven. − De te behouden bomen en vegetatie worden gemarkeerd met verf.
De maatregelen zoals opgenomen in deze rapportage worden nagevolgd.
Er wordt gebruik gemaakt van de gedragscode Flora- en faunawet voor Ruimtelijke ontwikkeling & inrichting
Met dit pakket aan mitigerende maatregelen wordt concreet invulling gegeven aan het principe ‘zorgvuldig handelen’.
077704722:A - Definitief
ARCADIS
11
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
Flora-
3
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
Natuurinformatie
3.1
VERANTWOORDING INFORMATIE
3.1.1
KWALIFICATIES DESKUNDIGE
G - Deskundigen die betrokken zijn bij de activiteiten en hun kwalificaties
De ontheffingsaanvraag is opgesteld door mevrouw L.M. Hamelink MSc, Specialist Ecologie, in samenwerking met B. Overkamp Senior Specialist rivierecologie en M. Gerlach Specialist Ecologie allen werkzaam bij ingenieurs- en adviesbureau Arcadis. Arcadis maakt onderdeel uit van het netwerk Groene Bureaus.
3.1.2
VOORONDERZOEK
O - Verantwoording de verspreidingsinformatie J - Verantwoording van de effectenstudie
Als onderdeel van de effectenstudie zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Palmerswaard Inventarisatie Flora en Fauna; KNNV i.o.v. Het Utrechts Landschap, 2010;
Risicoscan natuurwetgeving Palmerswaard, Tabak Advies Ecologie, 2012;
Flora en fauna inventarisaties ‚Stroomlijn‛– documenten: onderzoeksstrategie, verantwoording, overzicht veldonderzoek, webviewer soort- en habitatinformatie;
Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting. Spikmans, F., 2009, Stichting RAVON, Nijmegen.
Vleermuizen in de Palmerswaard, Royal Haskoning en bureau Waardenburg i.o.v. Rijkswaterstaat; juni 2013;
Ontheffing Flora- en faunawet als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet ten aanzien van Ruimtelijke ingrepen in de Palmerswaard, code FF/75C/2013/0193
PM aanvullingen
De Flora- en fauna inventarisaties "Stroomlijn" zijn uitgevoerd volgens de vastgestelde soortprotocollen. Voor de uitvoeringmethodiek wordt verwezen naar:
Flora- en Fauna inventarisaties ‚Stroomlijn‛, Onderzoekstrategie; Rijkswaterstaat, Programma directie Ruimte voor de Rivier, 30 mei 2012;
Flora- en Fauna inventarisaties "Stroomlijn", Verantwoording onderzoek fase 2, Rijkswaterstaat, Programma directie Ruimte voor de Rivier, 30 juli 2012;
12
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
De uitvoerder van het visonderzoek uit 2009, Frank Spikmans geeft aan dat gezien de situatie in de Palmerswaard, de kenmerken van het gebied en het ontbreken van wijzigingen in inrichting en beheer de soortensamenstelling niet zal zijn gewijzigd ten opzichte van 2009. De daadwerkelijke verspreiding van vissen kan echter wel gewijzigd zijn. Hiermee is in dit activiteitenplan rekening gehouden. Bovendien word er niet in het water gewerkt en zijn daarmee effecten op beschermde vissoorten als bittervoorn uitgesloten en hoeft voor deze soort geen ontheffing te worden aangevraagd.
3.2
077704722:A - Definitief
NATUURWAARDEN PALMERSWAARD
ARCADIS
13
Activiteitenplan Palmerswaard
3.2.1
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
LIGGING TEN OPZICHTE VAN BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN
M – Positie van de uitvoeringslocatie ten opzichte van beschermde natuurgebieden
Het plangebied is geheel gelegen binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden NederRijn een Habitat- en Vogelrichtlijngebied. De Palmerswaard zelf is enkel aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Daarnaast is het onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur.
Afbeelding 5 Een deel van het Natura 2000- gebied de Neder- Rijn (blauw gearceerd) met in rood en blauw omlijnd de uiterwaard de Palmerswaard een Vogelrichtlijngebied. Blauw omlijnd = geen deel van het plangebied, rood omlijnd = het plangebied.
14
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Afbeelding 6 De ligging van de uiterwaard de Palmerswaard (rood en blauw kader) binnen de EHS. Donkergroen is bestaande natuur en geel is nieuwe natuur. Blauw omlijnd = geen deel van het plangebied, rood omlijnd = het plangebied.
3.2.2
BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE GEBIED (NATUURWAARDEN)
L - Beschrijving huidige situatie van het gebied
De huidige inrichting van de Palmerswaard is in belangrijke mate bepaald door de kleiwinning uit het verleden. Dit geeft het gebied een wat rommelig karakter: de kleiwinning is niet volgens een voorgenomen patroon of afwerkingsbeeld uitgevoerd maar ogenschijnlijk op basis van verleende vergunningen en de aanwezigheid van winbare klei. Ook de ligging van grond- en slibdepots draagt daaraan bij. Naast de 2 slibdepots komen her en der in het gebied kleine depots van roofgrond voor. De rivieroevers zijn veelal met grind verdedigd, een weinig natuurlijke situatie. De aanwezige natuurwaarden zijn in belangrijke mate het resultaat van de ontgrondingen. De vele plassen met variabele oevervormen en waterdiepten hebben geleid tot een rijk patroon aan water- en oevergebonden natuur. Het gebied is daarmee aantrekkelijk voor watervogels, mede dankzij de rust in het gebied. In de ondiep afgegraven gebieden heeft zich wilgenbos ontwikkeld en op de oude kaden is deels meidoornstruweel aanwezig. Voorts komen her en der oude knotwilgen in het gebied voor. Door het reliëf in het landschap is de Palmerswaard rijk aan mirco-klimaten die het gebied geschikt maken voor vele verschillende soorten. De vegetatie bestaat uit ruigtes, wilgen- ooibossen, braamstruwelen, rietlanden en meidoorn en knotwilgen. In de huidige situatie worden de steilranden van de kleiputten gebruikt door ijsvogels en oeverzwaluwen om te broeden. De huidige eilandjes vormen geschikte territoria voor broedvogels omdat grote grazers en roofdieren als de vos hier niet kunnen komen. Belangrijke soorten flora die in het gebied voorkomen zijn kruisbladwalstro, een stroomdalsoort, in het oosten van het gebied en die van de rode kornoelje. Langs de oude toegangsweg van het gebied komt wit vetkruid voor, schaduwgras binnen een van de wilgenbosjes en kweekdravik tegenaan de stuwwal. Onderaan de stuwwal zijn soorten aanwezig als gewone agrimonie, zeegroene muur en watermuur waarvan de eerste een stroomdalsoort is en de laatste twee moerasplanten. In het oosten van het gebied zijn aan de zomerdijk veldrussen aanwezig welke een indicator zijn van kwelwater, mogelijk vanuit de rivier. De plassen zijn van verschillende waterkwaliteit wat te zien is door de verschillende watervegetatie zoals witte waterlelie, fijne waterranonkel en zwanenbloem en hertsmunt langs de kribben. De plassen in het gebied herbergen vissoorten als bittervoorn, rietvoorn, zeelt, rietvoorn en kroeskarper. De verspreiding van deze soorten is vrij uniform over de verschillende plassen met uitzondering van de meest oostelijke plas. Opvallend is de verspreiding van de marmergrondel in het gebied, welke sinds een aantal jaar in Nederland aanwezig is en zich over de gehele Palmerswaard heeft verspreid (Ravon, 2009). Ringslang is over het gebied verspreid waargenomen. Daarnaast zijn er op een aantal plaatsen bevers waargenomen in het plangebied met onder andere een burcht in een van de bosjes. De middelste groene kikker is aan de randen van het gebied aanwezig, zowel langs de rivier als langs de stuwwal. Het groene kikker- complex is in de rivier langs de kribben aanwezig. Poelkikker is op een aantal plaatsen aanwezig in het gebied waaronder in de kwelzone centraal onderaan de stuwwal en rond de twee meest oostelijke poelen. Het gehele gebied herbergt een groot aantal broedvogelsoorten. De bosrietzanger, kleine karekiet, krakeend, rietgors en sprinkhaanzanger zijn een aantal soorten die over het gehele gebied verspreid voorkomen met een hoge dichtheid. Blauwborst is enkel rond een westelijk gelegen plasje aanwezig. Er is een verlaten sperwernest aanwezig in het zuidoostelijke bosje tegenaan de rivier. De bebossing tegenaan de heuvelrug herbergt soorten als boomklever, groene specht en grote bonte specht. IJsvogel maakt gebruik van het gebied in met name de centrale en oostelijke plas in het gebied. Braamsluiper en
077704722:A - Definitief
ARCADIS
15
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
nachtegaal maken gebruik van de centrale bosjes en braamstruwelen (Bron: Beheerplan Rijntakken, Stroming 2006, Stroming 2013).
3.2.3
NATUURBEHEERTYPEN EHS
De onderstaande afbeelding toont de huidige beheertypen in de uiterwaard de Palmerswaard (zie Afbeelding 7). De beheertypen die in de Palmerswaard voorkomen zijn Zoete plas, Beek en rivier begeleidend bos en Kruiden- en faunarijk grasland. Aangrenzend aan het gebied op de Utrechtse Heuvelrug komt ook Dennen, eiken en beukenbos voor.
Afbeelding 7 De uiterwaard de Palmerswaard met de huidige beheertypen. Donkergroen = N15.02 Dennen, eiken en beukenbos. Geel = N12.02 kruiden en faunarijk grasland. Lichtblauw = N14.01 Beek en rivier begeleidend bos. Blauw = N04.02 Zoete plas.
16
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
3.2.4
VERSPREIDING BESCHERMDE SOORTEN OP EN NABIJ DE LOCATIE
N - verspreiding van beschermde soorten op en bij uitvoeringslocatie
De onderstaande tabel toont de verspreiding van tabel 3 Flora- en faunawet beschermde soorten en broedvogels met jaarrond beschermde nesten die aanwezig zijn in het plangebied. Soort
Populatie en verspreiding
Functie gebied
Bever
Er leven twee beverfamilies in de Palmerswaard met naar schatting 5 individuen. De dwarskade deelt het gebied op in een westelijk territorium en een oostelijk territorium.
In totaal zijn er 4 burchten aanwezig in het gebied waarvan twee kraamburchten. Tijdens inventarisaties in 2012 zijn zichtwaarnemingen van bevers gedaan en zijn er sporen gevonden. De Palmerswaard biedt voor de beide beverfamilies een vaste voortplantingsplaats, leefgebied en rust- en verblijfplaatsen (zie Afbeelding 8 voor de locatie).
Ringslang
In de Palmerswaard is de ringslang op zes locaties aangetroffen. Op basis hiervan is het aannemelijk dat de soort door het gehele gebied kan voorkomen.
De ringslang gebruikt de overgangssituaties om te zonnen en te schuilen, hiervoor is ruimtelijke variatie en kleinschaligheid nodig. De Palmerswaard biedt zomerhabitat, voortplantingshabitat en overwinteringshabitat. Zomer en voortplantingshabitat bevindt zich in de oeverzone en hoge delen rond de plassen. De ringslang overwinterd in bossen, struweel en braamstruiken van de steilrand (zie Afbeelding 8 voor de locatie).
Poelkikker
De poelkikker is op diverse plaatsen in het gebied waargenomen met een zwaartepunt in de twee oostelijke diepe plassen. In het westelijk deel van de Palmerswaard is de soort niet waargenomen.
De twee oostelijke diepe plassen vormen voortplantingshabitat en de opgaande begroeiing eromheen vormt overwinteringshabitat (tot 500 meter buiten de plassen) (zie Afbeelding 8 voor de locatie).
Sperwer
Er is een oud sperwernest aanwezig in de Palmerswaard in het centraal deel van het gebied.
Het betreft een verlaten nest. In de huidige situatie broeden er geen sperwers in het gebied (zie Afbeelding 8 voor de locatie).
Bittervoorn
Bittervoorn is in het gebied op zes van de tien monsterpunten aangetroffen. In totaal zijn er 397 exemplaren gevangen. De hoogste dichtheid is aangetroffen in de meest noordoostelijke poel (300 exemplaren, waarvan 50 juvenielen). Het verspreidingszwaartepunt ligt in de oostelijke poelen. Gezien de leeftijd van de gegevens kunnen de aantallen en verspreiding enigszins verschillen met de huidige situatie. De soort zal echter nog steeds in het gebied aanwezig zin.
De soort gebruikt vrijwel alle wateren van de Palmerswaard als voortplantingswater (zie Afbeelding 8 voor de locatie).
Vleermuizen
In het plangebied zijn enkele ruige dwergvleermuizen waargenomen in de omgeving van de boom met holtes. Er zijn geen concentraties van uitzwermende dieren gevonden, wat duidt op de afwezigheid van verblijfplaatsen. Verder zijn er overvliegende vleermuizen waargenomen (rosse vleermuis) en foeragerende exemplaren (watervleermuis, ruige dwergvleermuis). Gewone dwergvleermuis en laatvlieger zijn zowel overvliegend als foeragerend waargenomen.
De Palmerswaard bestaat veelal uit struweel en bosgedeelten zonder oude bomen. Wat het gebied niet geschikt maakt voor verblijfplaatsen van vleermuizen, met uitzondering van een relatief oude boom met spechtengaten (zie Afbeelding 8). De functie van de boom kan zijn als paarverblijf van enkele ruige dwergen in het najaar. Gezien er geen structureel verband is tussen de locatie van deze boom en overige oude bomen in de omgeving dient deze boom niet als kraamverblijf. De opslag van begroeiing is jong, er is dan ook geen sprake van belangrijke vliegroutes. De Palmerswaard dient niet als belangrijk foerageergebied voor rosse vleermuis. Het gebied dient wel als foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, laatvlieger, ruige
077704722:A - Definitief
ARCADIS
17
Activiteitenplan Palmerswaard
Soort
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
Populatie en verspreiding
uiterwaard
Functie gebied
dwergvleermuis, en watervleermuis (zie Afbeelding 8 voor de locatie). Tabel 2 Vastgestelde en mogelijk te verwachten beschermde fauna (tabel 3 Flora- en faunawet en broedvogels met jaarrond beschermde nesten) binnen het plangebied
Afbeelding 8 De verspreiding van tabel 3 Flora- en faunawet beschermde soorten en broedvogels onder andere met jaarrond beschermde nesten. Zie bijlage voor een vergrootte versie van de kaart.
18
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
4 4.1
Effecten en maatregelen EFFECTEN OP BESCHERMDE SOORTEN
H – korte termijn effecten op de beschermde soorten I - Lange termijn effecten op de staat van instandhouding van de soorten
De onderstaande tabel toont de korte termijn effecten op tabel 3 Flora- en faunawet beschermde soorten en broedvogels met jaarrond beschermde nesten die aanwezig zijn in het plangebied. Soort
Korte termijn
Bever
Bevers kunnen tijdelijk verstoord worden door maai en kapwerkzaamheden. Verstoring van functioneel leefgebied is niet aan de orde omdat werkzaamheden buiten de gevoelige periode van de soort plaatsvinden (april - augustus). Indien er ijsgang is zal er niet gewerkt worden. Indien bij de voorafgaande controle een nieuwe burcht wordt geconstateerd zal hiervoor een maatwerkoplossing worden gevonden. Alle burchten worden ontzien (30 meter functioneel leefgebied behouden) en blijven te allen tijde functioneel. Effecten op de korte termijn worden voorkomen door mitigerende maatregelen.
Ringslang
Verstoring van de voortplantingshabitat en winterhabitat is niet aan de orde omdat de ringslangen in de winterperiode niet meer in de Palmerswaard zijn, maar in de tuinen en hoger gelegen delen op de steilrand. Effecten op de korte termijn zijn niet aan de orde.
Poelkikker
Verstoring van de voortplantings- en overwinteringshabitat is niet aan de orde omdat werkzaamheden in de winterrustperiode worden uitgevoerd (vanaf oktober) en de werkzaamheden buiten het water plaatsvinden. Effecten op de korte termijn worden voorkomen door mitigerende maatregelen.
Bittervoorn
Er vinden geen werkzaamheden in het water plaats. Er zijn zodoende geen korte termijn effecten op de instandhouding van de bittervoorn in de Palmerswaard. Korte termijn effecten zijn uitgesloten.
Vleermuizen
Werkzaamheden zullen overdag worden uitgevoerd buiten de kwetsbare periodes van vleermuizen (in de winterslaapperiode). De vleermuisboom blijft behouden. Er worden geen verblijfplaatsen verwijderd, functioneel foerageergebied verwijderd of vliegroutes doorbroken Korte termijn effecten van soorten zijn uitgesloten door mitigerende maatregelen.
Tabel 3 Effecten van de ingreep op beschermde fauna (tabel 3 Flora- en faunawet en broedvogels met jaarrond beschermde nesten) binnen het plangebied
Lange termijn effecten De inrichtingsmaatregelen beogen het benutten van de potenties van het gebied voor natuurontwikkeling. Er mag dan ook worden uitgegaan van een per saldo positief effect op de beschermde natuurwaarden. De volgende inrichtingsmaatregelen worden in het gebied uitgevoerd:
Verbetering en verruiming kwelpoelen
Verondiepen delen van de plassen, gericht op moerasontwikkeling
Aanleg van een bosgradiënt van de steilrand naar de plassen (een gradiënt in hoogte en vochtigheid)
Aanleg van een nevengeul met moerasoevers
077704722:A - Definitief
ARCADIS
19
Activiteitenplan Palmerswaard
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
Aanleg van takkenrillen buiten de stroombaan
Effecten op de lange termijn zullen worden behandeld bij de ontheffingsaanvraag voor fase 2 van de herinrichting van de Palmerswaard.
4.2
MITIGERENDE EN COMPENSERENDE MAATREGELEN
P – Maatregelen om schade aan de soort te voorkomen of te beperken (mitigerende maatregelen) Q – Maatregelen om onvermijdelijke schade aan de soort te herstellen (compenserende maatregelen) R - Tijdstip en locatie mitigerende maatregelen
Algemene maatregelen De volgende maatregelen worden in het algemeen genomen:
Werkzaamheden worden overdag en zonder gebruik van kunstlicht uitgevoerd. Indien het gebruik van licht niet is te voorkomen wordt het licht zoveel mogelijk naar de grond gericht.
Werkzaamheden worden in de herfst-en winterperiode uitgevoerd (november- februari). Dit is buiten het broedseizoen en de gevoelige periode voor de soorten waarvoor deze ontheffing wordt aangevraagd.
Eventuele holtes in bomen worden voorafgaand aan de kapwerkzaamheden gecheckt. Indien holtes aanwezig zijn blijft de individuele boom behouden.
De werkzaamheden worden uitgevoerd onder ecologische begeleiding door een deskundig ecoloog. Werkzaamheden worden daarnaast gecontroleerd op uitvoer van de besproken ecologische maatregelen.
Er wordt altijd één kant uit gewerkt, zodat individuele dieren de kans hebben om te vluchten.
Soort- specifieke maatregelen Gezien er geen lange termijn effecten plaatsvinden op de tabel 3 Flora- en faunawet beschermde soorten en broedvogels met jaarrond beschermde nesten in dit activiteitenplan is compensatie niet aan de orde. Om het gebied echter te optimaliseren is voor ringslang gekozen om een aantal broedhopen te plaatsen ter compensatie. Tabel 4 toont de mitigerende en compenserende maatregelen per soort specifiek.
20
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Soort
Mitigerende maatregelen
Compenserende maatregelen
Bever
-De maatregelen worden uitgevoerd buiten de gevoelige periode van de soort (uitvoer november tot februari); -De werkzaamheden vinden alleen overdag plaats; -De werkzaamheden in de nabijheid van de aanwezige burchten worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van zoogdieren; -Indien er bij de controle vlak voor de werkzaamheden een nieuwe beverburcht wordt aangetroffen op een plek waar volgens het ontwerp de vegetatie weg moet, zal hiervoor een maatwerkoplossing gezocht worden en wordt de vegetatie welke deel is van het kern leefgebied gespaard. -Bij het maaien van ruigte binnen 30 meter van de burchten blijft minimaal 2/3 deel ongemoeid; -Het afzetten van maaisel op hopen (t.b.v. de ringslang) wordt niet binnen 30 meter van de burchten uitgevoerd; -In perioden met ijsgang worden geen activiteiten of werkzaamheden uitgevoerd.
N.v.t.
Ringslang
-De maatregelen worden uitgevoerd buiten de gevoelige periode van de soort (uitvoer november/ februari) -De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van reptielen; -Het werkterrein wordt voorafgaand aan de werkzaamheden gecontroleerd op de aanwezigheid van eventuele broedhopen. Indien aanwezig worden deze ontzien. -Voorafgaand aan de maaiactiviteiten wordt, in overleg met een deskundige op het gebied van de ringslang, bepaald welke oevervegetaties bij het opstellen van maaiplan ontzien dienen te worden. Dit is maatwerk en afhankelijk van de ligging van de functionele leefgebieden; -Er wordt altijd één kant uit gewerkt, zodat individuele dieren de kans hebben om te vluchten.
- Er worden enkele broedhopen op locatie onderaan de stuwwal. Deze broedhopen kunnen ook als overwinteringsplaats voor ringslangen dienen.
Poelkikker
-De maatregelen worden uitgevoerd buiten de gevoelige periode van de soort (uitvoer november/februari); -De locaties waar de ingrepen plaatsvinden worden vóór aanvang van de winterrust (eind oktober/begin november) vrijgemaakt van vegetatie (strooisel, ruigte). -Voorafgaand aan de uitvoering van de maatregelen opschonen kwelzone en de kap van bomen/struiken rond de waarnemingslocaties van poelkikkers, wordt het desbetreffende terrein door een deskundige gecontroleerd op voorkomen van de soort; -De geschiktheid van het exacte tijdstip voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt afgestemd met een deskundige op het gebied van amfibieën; -Indien voor of tijdens de werkzaamheden ter plaatse poelkikkers worden aangetroffen, worden deze overgezet naar geschikt leefgebied buiten de invloedsfeer van de werkzaamheden; -Rondom de huidige vindplaatsen zal geen oevervegetatie gemaaid worden, in een voorloopronde wordt dit door een deskundige bepaald voor aanvang van de werkzaamheden; -Er wordt altijd heel rustig één kant uit gewerkt, zodat individuele dieren de kans hebben om te vluchten.
N.v.t.
Bittervoorn
-Werkzaamheden vinden buiten het water plaats. Het water wordt niet beroerd tijdens maaiwerkzaamheden. -Er wordt enkel gewerkt buiten de periode met ijsgang. -Werkzaamheden vinden plaats buiten de gevoelige periode van de soort (uitvoer november-februari).
N.v.t.
Vleermuizen
-Werkzaamheden vinden plaats buiten de gevoelige periode van de soort (uit voer november-februari). -Er wordt enkel overdag gewerkt zonder kunstlicht. Indien
N.v.t.
077704722:A - Definitief
ARCADIS
21
Activiteitenplan Palmerswaard
Soort
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
Mitigerende maatregelen
Compenserende maatregelen
werken met licht niet is te voorkomen wordt het licht zoveel mogelijk naar de grond gericht. -Eventuele holtes worden voorafgaand aan de werkzaamheden gecheckt. Bomen met holtes blijven behouden. Tabel 4 Mitigerende en compenserende maatregelen ten aanzien van beschermde soorten in het plangebied.
22
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
5
Conclusie
Met in acht name van de mitigerende en compenserende maatregelen en het naleven van de zorgplicht bij uitvoer van de stroomlijnmaatregelen in de Palmerswaard worden significante effecten op tabel 3 soorten en broedvogels met jaarrond beschermde nesten voorkomen. De gunstige staat van instandhouding van deze soorten in de Palmerswaard komt niet in het geding. Een ontheffing is benodigd voor bever, ringslang en poelkikker.
077704722:A - Definitief
ARCADIS
23
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Bijlage 1
Ligging en begrenzing plangebied
C - Ingetekende topografische kaart
24
ARCADIS
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
077704722:A - Definitief
ARCADIS
25
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Bijlage 2
26
ARCADIS
Verspreiding beschermde soorten
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Bijlage 3
077704722:A - Definitief
Te verwijderen vegetatie
ARCADIS
27
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Bijlage 4
28
ARCADIS
Te behouden vegetatie
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Bijlage 5
077704722:A - Definitief
Toekomstbeeld
ARCADIS
29
Activiteitenplan Palmerswaard
30
ARCADIS
Ontheffing
Flora-
en
faunawet
stroomlijnmaatregelen
uiterwaard
077704722:A - Definitief
Activiteitenplan Ontheffing Flora- en faunawet stroomlijnmaatregelen uiterwaard Palmerswaard
Colofon ACTIVITEITENPLAN ONTHEFFING FLORA- EN FAUNAWET STROOMLIJNMAATREGELEN UITERWAARD PALMERSWAARD OPDRACHTGEVER: Utrechts Landschap
STATUS: Definitief
AUTEUR: Laura Hamelink
GECONTROLEERD DOOR: Martijn Gerlach
VRIJGEGEVEN DOOR: Gerjan Verhoeff 6 juni 2014 077704722:A
ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 's-Hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Handelsregister 09036504 ©ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins.
077704722:A - Definitief
ARCADIS
31