Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
BIJLAGE 1 FLORA- EN FAUNAWET Inleiding Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. In deze wet, gepubliceerd op 14 juli 1998 in het Staatsblad 402, is de soortbescherming geregeld van in Nederland inheemse in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. De wet sluit aan op de Europese natuurregelgeving (Natura 2000). De wet is in plaats gekomen voor de Jachtwet, de Vogelwet 1936, de soortenparagraaf uit de Natuurbeschermingswet, de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten en de soortbeschermingscomponent uit de Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn. Deze Europese soortenbescherming heeft met de Flora- en faunawet dus een Nederlandse vertaling gekregen. Zorgplicht De Flora- en faunawet gaat over de bescherming van ongeveer 500 planten- en diersoorten, van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen. Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade mag worden gedaan, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het ‘nee, tenzij-principe’). Centraal staat hierbij de zorgplicht, wat inhoudt dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten en hun leefomgeving. De wet erkent hierbij de intrinsieke waarde van de in het wild voorkomende dier- en plantensoorten. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit. Dat betekent dat voor de wet alle dieren en planten van onvervangbare waarde zijn en dat daar dus zorgvuldig mee omgegaan moet worden. Het gevolg is onder andere, dat iedereen die redelijkerwijs weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor beschermde dier- of plantensoorten worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel naar redelijkheid alle maatregelen te nemen om die gevolgen te voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Beschermde soorten Via de Flora- en faunawet worden de volgende planten- en diersoorten beschermd: • ruim 100 inheemse plantensoorten die van nature in Nederland in het wild voorkomen; • alle soorten vogels die van nature op het grondgebied van de lidstaten van de EU in het wild voorkomen; • alle zoogdieren die van nature in Nederland in het wild voorkomen, met uitzondering van bruine rat, zwarte rat en huismuis; • alle amfibieën en reptielen die van nature in Nederland in het wild voorkomen; • vissen, en schaal- en schelpdieren voor zover ze niet onder de Visserijwet vallen; • bepaalde soorten insecten (bijvoorbeeld vlinders, libellen en mieren); Als beschermde inheemse soort kunnen door middel van algemene maatregel van bestuur worden aangewezen. Het gaat om soorten die van nature in Nederland voorkomen en: die in hun voortbestaan bedreigd worden of gevaar lopen in hun voortbestaan bedreigd te worden en; mogelijk in hun voortbestaan bedreigd worden door overmatige benutting en die uit Nederland zijn verdwenen, maar waarvan de kans op terugkeer reëel is. Verbodsbepalingen Om de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die instandhouding voorkomen worden. Welke negatieve effecten dat precies zijn, kan niet in een lijst opgesomd worden. Dat is afhankelijk van soort,
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
51 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
locatie en aard van de ingreep. Om die bescherming toch enigszins concreet te maken, zijn een aantal voor planten en dieren schadelijke handelingen als verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet opgenomen. De belangrijkste artikelen zijn: • • • •
•
Artikel 8: het is verboden beschermde planten te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: het is verboden beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: het is verboden beschermde dieren opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rustof verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12: het is verboden eieren van beschermde dieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
Ontheffing Bij werkzaamheden waarbij een schadelijk effect optreedt voor beschermde soorten, is een ontheffing of vrijstelling nodig op de in de wet gestelde verbodsbepalingen (artikel 8 tot en met 18). In artikel 75 van de Flora- en faunawet wordt de mogelijkheid geboden om ontheffing aan te vragen op de verbodsbepalingen. De bevoegdheid om een ontheffing te verlenen in het kader van artikel 75 van de Flora- en faunawet ligt bij de Minister van Economische Zaken. Een aanvraag tot ontheffing kan worden ingediend bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken Bij de ontheffingverlening gelden, afhankelijk van de status van de soort, verschillende voorwaarden waaraan voldoen moet worden. Onderscheid wordt gemaakt in een lichte toets en een uitgebreide toets. De lichte toets geldt voor algemene soorten en overige soorten (categorie 1 en 2; zie vrijstelling). De lichte toets houdt in dat de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding). De uitgebreide toets geldt voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn opgenomen, voor soorten van bijlage 1 AMvB artikel 75 en voor beschermde vogelsoorten (categorie 3; zie vrijstelling). De uitgebreide toets houdt in dat: • de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar mogen brengen (doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding) en • er geen alternatief is voor de activiteiten en • er sprake is van groot maatschappelijk belang (zoals volksgezondheid, openbare veiligheid et cetera) en • de werkzaamheden zodanig worden uitgevoerd dat er sprake is van zorgvuldig handelen. Vrijstelling In het ‘Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen’, ook wel AMvB artikel 75 genoemd, zijn (onder andere) een aantal wijzigingen rondom ontheffingen en vrijstellingen beschreven. In het kort houdt de wijziging in dat niet altijd meer een ontheffing noodzakelijk is. De vrijstellingsregeling bevat vrijstellingen voor activiteiten die vallen onder: • bestendig beheer en onderhoud (ook in landbouw en bosbouw), • bestendig gebruik en • ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling hangt af van de dier- of plantensoorten die voorkomen. Hierbij is onderscheid gemaakt in drie categorieën, waarin soorten zijn ingedeeld op basis van zeldzaamheid en kwetsbaarheid.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
52 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Tabel 1 – Algemene soorten Voor deze soorten geldt de lichtste vorm van bescherming. Als de werkzaamheden of activiteiten vallen onder de hierboven beschreven activiteiten, dan geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen van Artikel 8 tot en met 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de lichte toets. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Tabel 2 – Overige soorten Deze soorten genieten een zwaardere bescherming. Er geldt alleen een vrijstelling als sprake is van werkzaamheden of activiteiten zoals hierboven beschreven én indien gehandeld wordt volgens een, door de Minister van Economische Zaken goedgekeurde gedragscode. Indien niet gewerkt wordt volgens een gedragscode, kan het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk zijn. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de lichte toets, waarbij wordt gekeken naar de gunstige staat van instandhouding. Tabel 3 – Soorten, genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 AMvB artikel 75 Deze soorten genieten de zwaarste bescherming. Ook al is sprake van werkzaamheden zoals hierboven beschreven, dan hangt het van de precieze aard van de werkzaamheden en van de betrokken soort(en) af of een vrijstelling met gedragscode geldt, of een ontheffing noodzakelijk is. Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn wordt geen ontheffing verleend bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de soorten van bijlage 1 geldt dat bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting voor verstoring altijd een ontheffing moet worden aangevraagd. De aanvraag wordt beoordeeld volgens de uitgebreide toets. Vogels Vogelsoorten zijn niet opgenomen in de hierboven genoemde categorieën. Voor verstoring van vogels en vogelnesten wordt geen ontheffing verleend voor ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en niet voor dwingende redenen van openbaar belang. Voor vogels geldt dat u alleen ontheffing kunt krijgen op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Dat zijn: bescherming van flora en fauna, veiligheid van het luchtverkeer, volksgezondheid of openbare veiligheid. Van een (beperkt) aantal vogels is de nestplaats jaarrond beschermd. De nesten van ‘categorie 5-soorten’ zijn alleen jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Voor de overige vogelsoorten geldt dat verstoring van broedende exemplaren is verboden. Buiten het broedseizoen mogen de nestplaatsen, zonder ontheffing, worden verstoord. Daarbij geldt geen standaardperiode voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum. De meeste vogels broeden tussen medio maart en medio juli.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
53 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
BIJLAGE 2 VERSPREIDINGSGEGEVENS SOORTEN FLORA EN FAUNA Hieronder worden de resultaten beschreven van de quickscan in het kader van de Flora en faunawet. Per soortgroep worden de bevindingen beschreven van veldbezoek en bureauonderzoek naar de relevante verspreidingsgegevens. Flora Tijdens de veldbezoeken (in augustus 2013) in gemeente Oostzaan zijn met uitzondering van de algemeen voorkomende beschermde soort (tabel 1) zwanenbloem geen beschermde plantensoorten uit tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet aangetroffen. Andere plantensoorten die aan de hand van de literatuur binnen de gemeentegrenzen voorkomen zijn: • Dotterbloem (tabel 1) • Brede wespenorchis (tabel 1) • Grote kaardenbol (tabel 1) • Koningsvaren (tabel 1) • Ronde zonnedauw (tabel 2) • Rietorchis (tabel 2) • Veenmosorchis (tabel 2) • Vleeskleurige orchis (tabel 2) • Hondskruid (tabel 2) • Harlekijn (tabel 2) • Welriekende nachtorchis (tabel 2) • Brede orchis (tabel 2) • Waterdrieblad (tabel 2) Van genoemde soorten zullen slechts enkele soorten voorkomen binnen het openbaar groen in beheer bij de gemeente. Het zal hier voornamelijk gaan om de soorten: • Dotterbloem (tabel 1) • Brede wespenorchis (tabel 1) • Grote kaardenbol (tabel 1) • Ronde zonnedauw (tabel 2) • Rietorchis (tabel 2) • Brede orchis (tabel 2) • Waterdrieblad (tabel 2) Aangezien weinig bekend is over de exacte locatie van genoemde beschermde soorten, wordt nader onderzoek naar het voorkomen van beschermde plantensoorten in de gemeente Oostzaan aanbevolen. De overige genoemde soorten zijn vrij zeldzaam en hebben een specifieke groeiplaatsomstandigheden die met name zijn te vinden in de beschermde riet- en moeraslanden van het Natura 2000 gebied “Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske”. Vogels Binnen de gemeente zijn veel algemene vogelsoorten aanwezig. Binnen de bebouwde kom is veel oppervlaktewater aanwezig waar watervogels zoals wilde eend, kuifeend, knobbelzwaan, meerkoet, fuut, waterhoen e.a. voorkomen. Buiten de bebouwde kom is broedgebied aanwezig voor andere watervogels en weidevogels. Binnen de bebouwde kom zijn in de groenstructuren vogelsoorten van park en tuin waargenomen zoals merel, Turkse tortel, houtduif, winterkoning, heggemus, roodborst e.a.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
54 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Echter zijn binnen de groenstructuren geen verblijfplaatsen van vogelsoorten met een jaarrond beschermde rust- en verblijfplaats aangetroffen. Uiteraard zijn er woonwijken en straten aanwezig waarbinnen de soorten huismus en gierzwaluw als broedvogel kunnen worden verwacht. Beide soorten broeden hoofdzakelijk in bebouwing. Met betrekking tot gierzwaluw hebben beleid en inrichting van het openbaar groen nagenoeg geen effect, echter is het voorkomen van huismussen wel gerelateerd aan de mate van (openbaar) groen in de omgeving. Tevens zijn er binnen de gemeente bosschages aanwezig waar soorten als ransuil, sperwer, havik, buizerd en/of boomvalk een nestlocatie kunnen hebben. Broedgevallen van kerk- of steenuil binnen de gemeentegrenzen van Oostzaan, zijn niet bekend (Scharringa, 2010). Ook van andere vogelsoorten met een jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen worden niet verwacht binnen de gemeente, aangezien (potentieel) geschikte broedlocaties voor deze soorten niet aanwezig zijn. Huismus en gierzwaluw De verspreiding van huismus en gierzwaluw binnen de gemeente is niet bekend. Beide soorten kunnen bijna overal rondom de bebouwing worden verwacht. Echter is de verwachting van het voorkomen van huismus in de meest recente nieuwbouwwijken gering. De huizen zijn hier standaard voorzien van een vogelschroot, waardoor vogels als huismus en gierzwaluw niet meer onder de dakpannen kunnen komen. Ook het groen in de wijk is vaak nog onvoldoende ontwikkeld om te functioneren als voedselbron en/of schuilplaats. Roofvogels en uilen Van roofvogels en uilen met een jaar rond beschermde rust- en verblijfplaats is tijdens het veldbezoek uitsluitend buizerd waargenomen. Verwacht wordt dat binnen de gemeente sperwer, havik, buizerd en mogelijk ook ransuil en boomvalk een nestlocatie hebben. Voor deze soorten zijn met name het recreatiegebied het Twiske een potentiële broedlocatie, aangezien hier veel bomen en struiken aanwezig zijn. Maar ook in ouder groenstructuren met oude bomen binnen de bebouwde kom kunnen vaste rust- en verblijfplaatsen bevatten voor genoemde soorten. Hieronder zijn op kaart de potentieel geschikte groenelementen voor nest- c.q. verblijfslocatie van genoemde soorten weergegeven.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
55 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Bosschages en bomen die potentieel geschikt zijn als verblijfplaats voor roofvogels / ransuil en locaties met eventueel geschikt broedgebied voor huismus en gierzwaluw.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
56 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Grondgebonden zoogdieren Met het veldonderzoek zijn met uitzondering van haas en sporen van mol (molshopen) geen beschermde zoogdieren aangetroffen. Met uitzondering van de strikt beschermde waterspitsmuis en noordse woelmuis (tabel 3) zijn er uitsluitend algemeen voorkomende beschermde (grondgebonden) zoogdieren (tabel 1) te verwachten binnen de gemeente Oostzaan. Algemene soorten die binnen de gemeente voorkomen zijn: • Bosmuis Dwergmuis Bunzing • Dwergspitsmuis Egel Bosspitsmuis • Hermelijn Huisspitsmuis Konijn • Ree Rosse woelmuis Veldmuis • Vos Wezel Woelrat Het voorkomen van de strikt beschermde noordse woelmuis en waterspitsmuis hebben met name betrekking op de aanwezigheid van natte grasland en rietland in het buitengebied van de gemeente Oostzaan. Het habitat van de noordse woelmuis en ook waterspitsmuis bestaat hoofdzakelijk uit nat schraalgrasland en diverse typen rietland. De gemeente Oostzaan ligt aan de rand van de populatie noordse woelmuis in NoordHolland midden, waarbij het Ilperveld een belangrijk onderdeel uitmaakt van het leefgebied. Het Guisveld, Polder Westzaan en Reef, Kalverpolder, Oostzanerveld, Ilperveld en Varkensland liggen op een voor de Noordse woelmuis overbrugbare afstand van elkaar en lijken te functioneren als een centraal leefgebied voor deze soort (Nijhof en van Apeldoorn, 2001).
Waarnemingen van noordse woelmuis per kilometerhok (bron: telmee.nl).
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
57 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Waarnemingen van waterspitsmuis per kilometerhok (bron: telmee.nl).
Vleermuizendat binnen de gemeente Oostzaan de volgende vleermuissoorten voorkomen: • Gewone dwergvleermuis • Ruige dwergvleermuis • Laatvlieger • Meervleermuis De gewone dwergvleermuis is in de meeste kilometerhokken waargenomen, gevolgd door laatvlieger. Ook meervleermuis is in een aantal kilometerhokken binnen de gemeente waargenomen. De meeste waarnemingen van deze soort zijn gedaan buiten de bebouwde kom. Het betreft hierbij vermoedelijk foeragerende dieren boven de bredere watergangen binnen de gemeente. De waarnemingen van ruige dwergvleermuis zijn met name afkomstig van de oostrand van de gemeente. Tevens dient de kanttekening te worden gemaakt dat de volledigheid en betrouwbaarheid van de vleermuisgegevens binnen de gemeente Oostzaan tot op zekere hoogte beperkt is. Gezien de hoeveelheid oppervlakte water binnen de gemeente kan er ook vanuit worden gegaan dat ook watervleermuis voorkomt binnen de gemeente. Ook met betrekking tot gewone grootoorvleermuis kan er vanuit worden gegaan dat de gegevens onvolledig zijn, aangezien gewone grootoorvleermuis slecht op enkele meters afstand hoorbaar is op de batdetector. Tevens kan worden verwacht dat ook de verspreiding van ruige dwergvleermuis groter is dan hieronder weergegeven.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
58 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Waarnemingen van vleermuizen per kilometerhok (bron: telmee.nl). Verblijfplaatsen Gezien de verspreiding van vleermuizen in de gemeente Oostzaan, kan niet worden uitgesloten dat binnen de gemeente verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Vele typen gebouwen binnen de gemeente komen in aanmerking als verblijfplaats. Oude bomen met geschikte boomholtes zijn in het openbaar groen niet aangetroffen. Van de aanwezige vleermuissoorten in de gemeente is uitsluitend de ruige dwergvleermuis (voor het overgrote deel) een boom bewonende soort. De kans dat er oude bomen aanwezig zijn die geschikte holtes bevatten lijkt vrij klein, maar kan echter niet geheel worden uitgesloten. Vliegroutes en foerageergebied Vleermuissoorten kunnen sterk van elkaar verschillen in grootte en lichaamsbouw. Vooral de vorm van de vleugels varieert opvallend. Deze verschillen dragen ertoe bij dat elke soort op haar eigen manier en op haar eigen plek in het landschap kan jagen (Limpens e.a., 1997). Ieder soort gebruikt daarmee een ander deel van het landschap om te foerageren of te jagen. Aangezien vleermuizen gedurende de nacht foerageren is een sterke oriëntatie van het landschap noodzakelijk. Geschikte foerageer- of jachtgebieden zijn soms ver van elkaar gelegen. De vliegroute van vleermuizen tussen verblijfplaatsen en foerageergebieden (ook onderling) zijn dan ook, ter oriëntatie, veelal met elkaar verbonden door middel van herkenbare structuren in het landschap. Vleermuizen vliegen dan ook vaak langs lijnvormige landschapsstructuren zoals lanen, bomenrijen, vaarten of
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
59 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
kanalen. Iedere soort en kolonie heeft zo een eigen netwerk van vliegroutes en foerageergebieden binnen hun leefgebied.
Potentieel geschikt leefgebied voor vleermuizen. Vissen
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
60 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Zoals eerder gesteld is de gemeente Oostzaan een waterrijke gemeente. Het is dan ook te verwachten dat er vele vissen in de aanwezige wateren voorkomen. De te verwachten beschermde vissoorten in de gemeente Oostzaan zijn: • Bittervoorn (tabel 3) • Kleine modderkruiper (tabel 2) • Rivierdonderpad (tabel 2) • Paling (visserijwet) Andere beschermde vissoorten worden gezien de huidige verspreidingsgegevens en de aanwezige watertypen niet verwacht. Om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van genoemde beschermde vissoorten, wordt aanbevolen om een nader onderzoek uit te voeren. Gezien het huidige beeld kan er vanuit gegaan worden dat in de meeste watergangen binnen de gemeente bittervoorn en/of kleine modderkuiper voor kunnen komen. Daar waar een stenig ondergrond aanwezig is, oevers van stortsteen, basalt en/of betonelementen, kan worden verwacht dat rivierdonderpad voorkomt. Voor het vangen van beschermde vissoorten als Bittervoorn, Kleine modderkruiper, Rivierdonderpad, etc. in verband met inventariseren is een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Ook het inzetten van elektrisch vissen is aan vergunningen onderhevig. Amfibieën en reptielen Gezien de aanwezige watertypen en aan de hand van de huidige verspreidingsgegevens is het aannemelijk dat binnen de gemeente Oostzaan naast de algemeen voorkomende soorten (tabel 1) bastaardkikker, meerkikker, bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander de strikt beschermde rugstreeppad (tabel 3) en ringslang (tabel 3) voorkomen.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
61 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Waarnemingen van rugstreeppad per kilometerhok (bron: telmee.nl).
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
62 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Waarnemingen van ringslang per kilometerhok (bron: telmee.nl). Met betrekking tot deze strikt beschermde soorten is met name het buitengebied van de gemeente van belang als geschikt leefgebied c.q. zomerhabitat. Echter is het mogelijk dat met name in de trekperiode ook binnen de bebouwde kom exemplaren van rugstreeppad en ringslang kunnen worden aangetroffen. Voor de overwintering is het bekend dat ringslangen zich terugtrekken in compost-, mest- en bladhopen, maar ook in vermolmde boomstronken of holen in de grond dei hoger zijn gelegen dan het omringende zomerhabitat. Voor het natte veenweidegebied zou dit kunnen betekenen dat ringslangen overwinteren binnen of in de directe omgeving van de bebouwde kom. Teven is het ook mogelijk dat in de omgeving van de bebouwde kom geschikt ei-afzetplaatsen (broeihopen) zijn te vinden, dit zijn vaak compost- met of afvalhopen. Ook met betrekking tot rugstreeppad is bekend dat dieren, met name in poldergebieden, overwinteren in en om boerderijen (Creemers en van Delft, 2009). Verder kan de soort binnen de bebouwde kom worden aangetroffen waar een pionier situatie is ontstaan zoals een braakliggend bouwterrein. Overige soorten Uit de recente verspreidingsgegevens zijn met uitzondering van groene glazenmaker geen andere strikt beschermde soorten bekend uit de gemeente. De groene glazenmaker is een libel die met betrekking tot zijn voorkomen strikt is gebonden aan groeiplaatsen van krabbenscheer. Alleen op plaatsen waar krabbenscheer jaarlijks velden vormt komen in ons land populaties van deze soort voor. Zoals te zien in onderstaande figuur, is binnen een kilometerhok aan de westrand van de gemeente Oostzaan groene glazenmaker waargenomen. Onbekend is op welke locatie dit precies is,
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
63 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
om hoeveel exemplaren het gaat en of er sprake is van een populatie. Uit de landelijk verspreidingsgegevens (Dijkstra e.a., 2002) zijn er geen gegevens bekend van een populatie groene glazenmakers in of in de directe omgeving van de gemeente Oostzaan.
Waarnemingen van groene glazenmaker per kilometerhok (bron: telmee.nl). Andere strikt beschermde soorten worden aan de hand van de ligging en aard van de gemeente niet verwacht. Voor de strikt beschermde insecten, weekdieren of andere ongewervelde ontbreekt geschikt habitat binnen de gemeente.
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
64 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
BIJLAGE 3 AFSPRAKEN FORMULIER /ECOLOGISCH WERKPROTOCOL
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
65 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Afspraken formulier/Ecologisch werkprotocol Flora- en faunawet Oostzaan Locatie Datum Naam project Type werkzaamheden (aanvinken wat van toepassing is)
□ □
3.4.1
Slopen/renoveren/verbouwen bouwwerken
3.4.2
Dempen/verbreden/baggeren in het kader van achterstallig onderhoud waterlichamen
□
3.4.3
Verwijderen opgaande begroeiing, struweel, bosplantsoen, bomen en/of laanbeplanting en dood hout
□ □ □ □
3.4.4
Grondwerken (bouwrijp maken, afgraven, ophogen, in depot zetten)
3.4.5
Plaatsen van verlichting
4.4.1
Plaatsen, vervangen van hekwerk
4.4.2
Snoeien, kappen en vervangen van alleenstaande bomen / laanbeplanting
□ □ □ □ □
4.4.3
Snoeien, kappen en vervangen van bosplantsoen en struweel
4.4.4
Snoeien hagen, heesters en (rozen)struiken
4.4.5
Maaien kruidige vegetaties (o.a. bermen)
4.4.6
Maaien oevervegetaties en rietvelden
4.4.7
Schonen en baggeren van watergangen, vijvers en poelen
Wanneer heeft de inventarisatie plaatsgevonden?
Welke bronnen zijn geraadpleegd
Is er een deskundige geraadpleegd Zo ja wie
ja/nee
Wie heeft er geïnventariseerd/welk bureau?
Zijn er beschermde soorten uit Tabel 2 en 3 aangetroffen? Bij ‘ja’ vermeld de afspraken in onderstaand tabel
ja/nee
Zijn er nesten aangetroffen van vogels die jaarrond zijn beschermd? ja/nee Bij ‘ja’ vermeld de afspraken in onderstaand tabel
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
66 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Status: DEFINITIEF
Afspraken per soortgroep Planten (omcirkel wat van toepassing is) Solitaire plant, groep planten, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen):
Vleermuizen (omcirkel wat van toepassing is) Zomerverblijf, paarverblijf, winterverblijf, bomen met holen, vliegroute, foerageergebied, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen):
Overige Zoogdieren (omcirkel wat van toepassing is) Overwinteringslocatie, nestlocatie, leefgebied, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verjagen, mitigerende of compenserende maatregelen):
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
67 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet Status: DEFINITIEF
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Broedvogels (omcirkel wat van toepassing is) Nest in gebruik (in boom, struik of overige vegetatie), boom met holen, horsten van roofvogels, kolonie vogels, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verjagen/voorkomen van nestelen, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen):
Reptielen (omcirkel wat van toepassing is) Leefgebied, winterverblijf, broedhoop/eiafzetplaats, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen)::
Amfibieën (omcirkel wat van toepassing is) Voortplantingsgebied, trekroute, leefgebied, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, voorkomen van vestiging/ontstaan leefgebied, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen):
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
68 / 69
Project: Gedragscode Flora en faunawet
Steller: J.J.W.M. Buiks Datum: 6 Juni 2014 Versie: 02
Status: DEFINITIEF
Vissen (omcirkel wat van toepassing is) Voortplantingsgebied, leefgebied, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, verjagen, verplaatsen, mitigerende of compenserende maatregelen)::
Insecten (omcirkel wat van toepassing is) Leefgebied, voortplantingsgebied, waardplant, overig Soort(en): ……………………………. Locatie op kaart: ja/nee Aangewezen/gemarkeerd in het veld: ja/nee FF-wet Ontheffingsplichtig: ja/nee Ontheffing aanwezig: ja/nee
………………………………. ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Toelichting afspraken en periode werkzaamheden (ontzien, mitigerende of compenserende maatregelen):
Overige aantekeningen en afspraken
Opdrachtgever
Opdrachtnemer
Datum
Datum
Plaats
Plaats
Handtekening
Handtekening
Gedragscode Flora en fauna Oostzaan
69 / 69