Bijlagen Bijlage 1
Inventarisatie beschermde flora en fauna 2011
Bijlage 2
Ontheffing Flora- en faunawet
Bijlage 3
Specifieke magneetveldzone Kema
Bijlage 4
Reactie Tennet magneetveldsterkte
Bijlage 5
Retailpark Almere Poort, context en effecten
Bijlage 6
Advies parkeren
Bijlage 7
Akoestisch onderzoek
Bijlage 8
Besluit hogere grenswaarden Almere Poort
Bijlage 9
onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 10
Berekening groepsrisicoUwplan Olympiakwartier
Bijlage 11
VerantwoordingsplichtGroepsrisco Uwplan Olympiakwartier
Bijlage 12
Preadvies Waterschap Olympiakwartier
Gemeente Almere ex art. 11 WRO uitwerking Almere Poort, Olympiakwartier, 1e fase 20 mei 2014
1
Almere Poort Inventarisatie beschermde flora en fauna 2011 Eindrapportage, 7-12-2011
F.M. van Groen V. Nederpel
2011
Opdrachtgever Gemeente Almere
Van der Goes en Groot Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau G&G-rapport 2011-20 (deelrapport)
Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau
Hazenkoog 35-A 1822 BS Alkmaar
Bovendijk 35-G 2295 RV Kwintsheul
www.vandergoesengroot.nl
Almere Poort
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................... 5 1.1 1.2 1.3
Aanleiding tot het onderzoek.....................................................................................................................5 Doel van het onderzoek ..............................................................................................................................5 Ligging van het onderzoeksgebied ............................................................................................................6
2 Methode ...................................................................................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3 4 5 6
Flora.............................................................................................................................................................7 Vissen...........................................................................................................................................................7 Ringslang.....................................................................................................................................................7 Broedvogels .................................................................................................................................................8 Vleermuizen ................................................................................................................................................9 2.5.1 Overige zoogdieren .............................................................................................................................9
Flora en vegetatie..................................................................................................... 10 Vissen ........................................................................................................................ 11 Ringslang .................................................................................................................. 12 Broedvogels............................................................................................................... 13 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Jaarrond beschermde broedvogels .........................................................................................................13 Rode Lijst ..................................................................................................................................................13 Soorten van Categorie 5...........................................................................................................................13 Niet-broedvogels .......................................................................................................................................13 Soortbesprekingen....................................................................................................................................13
7 Zoogdieren................................................................................................................ 16 7.1 7.2
Vleermuizen ..............................................................................................................................................16 Overige zoogdieren...................................................................................................................................17
8 Conclusie en aanbevelingen .................................................................................... 19 9 Literatuur ................................................................................................................. 21 Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5.
Verspreidingskaarten beschermde flora ............................................................................................23 Verspreidingskaarten beschermde vissen ..........................................................................................28 Verspreidingskaarten broedvogels......................................................................................................30 Verspreidingskaarten vleermuizen .....................................................................................................52 Verspreidingskaart Bever ....................................................................................................................58
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
3
Almere Poort
4
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
1
Inleiding
1.1
Aanleiding tot het onderzoek
De gemeente Almere is een relatief jonge en snel groeiende gemeente. Als gevolg van deze dynamiek vinden regelmatig ruimtelijke ingrepen plaats. Bij ruimtelijke ingrepen is de gemeente, in het kader van de Flora- en faunawet, verplicht om onderzoek te (laten) doen naar het voorkomen van beschermde planten en dieren. De Gemeente Almere heeft aan Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Van der Goes en Groot opdracht verleend tot een flora- en faunaonderzoek in Almere Poort. In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd.
1.2
Doel van het onderzoek
zoogdieren. In 2002 en 2007 is Almere Poort al eerder door Ecologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Van der Goes en Groot onderzocht op het voorkomen van beschermde planten en dieren (DEN BOER & OOSTERBAAN, 2002 en VAN GROEN & SLUIS, 2007). De resultaten die in dit rapport worden gepresenteerd zijn een actualisatie van de destijds verzamelde gegevens. Onder invloed van onder meer biotoopveranderingen als gevolg van vegetatiesuccessie en/of ruimtelijke ontwikkelingen, het weer tijdens en voorafgaande aan de inventarisatieperiode en klimaatverandering treden voortdurend veranderingen op in de verspreiding en grootte van populaties van planten en dieren. Ook kunnen bovengenoemde zaken in overwinteringsgebieden van broedvogels invloed hebben op de aantallen in het broedgebied. Waar relevant zal in de tekst worden ingegaan op veranderingen ten opzichte van de eerdere inventarisaties in het voorkomen en de verspreiding van de geïnventariseerde soorten in Almere Poort.
Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het voorkomen en de verspreiding van beschermde flora en fauna in Almere Poort. Het gaat specifiek om de soortgroepen flora, vissen, de Ringslang, vogels en
±
Pampushout
Almere Stad IJmeer
Hogering
Almeerderzand
Almere Haven A6
Hollandse brug
Gooimeer
Muiderberg Zilverstrand
Figuur 1. Ligging van deelgebied Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
5
Almere Poort
6
1.3
Ligging van het onderzoeksgebied
In Figuur 1 is de ligging van het onderzoeksgebied aangegeven. De oppervlakte van het onderzochte gebied bedraagt 1021 ha. Het gebied wordt in grote lijnen begrensd door de A6 in het zuiden, de Hogering in het oosten, Pampushout in het noorden en het IJmeer in het westen. Almere Poort wordt doorsneden door de spoorlijn van Amsterdam naar Almere. Almere Poort bestaat globaal uit bos, opgespoten terrein, nieuwbouwwijken, bouwlocaties, bedrijventerreinen, een jachthaven, rietland, recreatiestrand en een ecozone tussen Pampushout en de A6. Er zijn twee bosgebieden te onderscheiden, Pampushout en Almeerderzand. Deze bossen zijn vrij jong en vaksgewijs aangeplant. Ze bestaan onder meer uit Beuk, Gewone es, Gewone esdoorn, lindes, populieren, wilgen, Zoete kers en Zomereik. Tussen de bospercelen zijn onderhoudspaden aanwezig, die in de loop van het voorjaar deels dichtgroeiden met ruigtekruiden. Het Almeerderzand is een bos met een afwisseling van naald en loofhout, van verschillende leeftijden. Vooral ten noorden van de spoorlijn is het opgespoten terrein deels volgebouwd met nieuwbouwwijken. Ook zijn hier enkele bouwterreinen aanwezig en liggen er enkele recent aangelegde parken en waterpartijen. Ten zuiden van de spoorlijn liggen grote delen van het opgespoten terrein nog braak. Wel zijn hier enkele grotere gebouwen aanwezig zoals een school. Hier en daar op het opgespoten terrein zijn rietlanden met opslag van struiken als diverse wilgen en kornoelje aanwezig. Brede waterpartijen doorsnijden het terrein. Langs de sloten bevinden zich flinke rietkragen, vaak met lisdoddes en jonge wilgen. In de groenstrook langs de A6 liggen enkele met rietkragen omzoomde plasjes. De begroeiing in deze zone bestaat vooral uit ruigte en een dichte struiklaag van vooral Rode kornoelje en Gewone vlier. Langs de A6 lagen enkele kleine maïsakkers. Het rietland in het zuiden van het gebied sluit aan op het Kromslootpark. De recreatiestranden Almeerderzand en Zilverstrand hebben een zandige bodem en zijn langs de binnenrand begroeid met een dichte struiklaag (roos, kornoelje, meidoorn en liguster). Langs de oever is hier en daar waterriet aanwezig. Daartussen bevinden zich kaal recreatiezand, schrale grasvegetaties en vrijstaande bomen.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
2 2.1
Methode Flora
Het gebied is volledig op aanwezige zwaar beschermde planten (tabel 2 en 3) geïnventariseerd (namen volgens VAN DER MEIJDEN, 2005). Bij de inventarisatie is gericht op biotoop geïnventariseerd. De aandacht heeft zich met name gericht op aanwezig rietland, opgespoten terreinen, oevers, bossen en aanplant. Beschermde soorten zijn op locatie gekarteerd. Voor de abundantie is de classificatie uit Tabel 1 aangehouden. De inventarisatie heeft plaatsgevonden op 2 juli. Tabel 1. Abundantieklassen voor florakartering. Abundantieklasse 1 2 3 4 5
2.2
Aantal exemplaren 1-5 6-25 26-50 51-500 501-5000
Vissen
Het doel van de visseninventarisatie was inzicht te krijgen in de aanwezigheid van beschermde soorten. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de meest recente versie van het protocol voor inventarisaties zoals is opgesteld door Gegevensautoriteit Natuur (GaN). Tabel 2. Abundantieklassen voor faunakartering. Abundantieklasse 1 2 3 4 5
Aantal exemplaren 1 2-5 6-10 11-20 >20
Driemaal is een steekproefsgewijze inventarisatie uitgevoerd in het onderzoeksgebied. In Tabel 3 zijn de bezoekdatums en de geleverde inspanning te vinden. Er is bemonsterd op locaties en in biotopen waar zich de hoogste trefkans voor de beschermde soorten voordoet. Bij de visseninventarisatie is gebruik gemaakt van een steeknet. Het vissen gebeurt zowel vanaf de oever als staande in het water, gekleed in een waadpak. Zodoende kan in het open water, onder de oevervegetatie en onder holle oevers gevist worden. Veel vissoorten houden zich schuil op dergelijke plaatsen. Tabel 3. Bezoekdatums, weersomstandigheden en opzet van het vissenonderzoek in Almere Poort in 2011. Datum
Tijd
Weer (Bewolking/Wind/ Temperatuur (°C))
15 juli
7:15-15:15
2/8 / NW2 / 10-20 / droog
7 sept
9:15-16:30
27 sept
11:00-17:00
Opzet
Eén persoon met electrovisapparaat en steeknet Eén persoon met 4/8 / W5 / 18 / droog electrovisapparaat 0/8 / NNW1 / 23 / Eén persoon met droog electrovisapparaat
Naast het steeknet is de methode ‘elektrisch vissen’ gebruikt. Hierbij wordt al staande in het water een elektrisch spanningsveld gecreëerd met behulp van een installatie die op het lichaam gedragen wordt. Door het spanningsveld worden vissen verdoofd en onbewust gestimuleerd om naar het speciaal hiervoor ingerichte vangnet te zwemmen. Het toepassen van deze methode is ook effectief in water met veel obstakels (bijvoorbeeld afval, takken of grote hoeveelheden vegetatie). Ook laten juist de snellere, grotere en vrij zwemmende exemplaren zich makkelijker vangen. Uiteraard zijn eventuele zichtwaarnemingen van bijvoorbeeld Snoek en Karper meegenomen in de resultaten. Doordat deze inventarisatie deels in de (na-) zomer is uitgevoerd kunnen er eenzomerige exemplaren van de wat grotere en vrijzwemmende soorten worden gevangen. De ligging van de bemonsterde trajecten in het onderzoeksgebied staan aangegeven op de verspreidingskaarten van de aangetroffen beschermde vissen in Bijlage 2. De determinatie vond plaats in het veld. Alle vangsten en waarnemingen zijn op veldkaarten ingetekend. Daarbij is de classificatie uit Tabel 2 aangehouden.
2.3
Ringslang
Het onderzoek naar het voorkomen van de Ringslang heeft alleen in deelgebied Almere Poort plaatsgevonden. Er zijn twee veldbezoeken uitgevoerd (11 april en 2 juni). Bij dit onderzoek gaat het om het waarnemen van Ringslangen die zich opwarmen in de zon. De Rijke groeiplaats van Moeraswespenorchis in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
7
Almere Poort
8 dagen waarop het onderzoek is uitgevoerd waren dan ook zonnige dagen zonder dat de temperatuur al te snel opliep. Omdat de slangen tijdens dergelijke weersomstandigheden dan wat meer tijd nodig hebben om het lichaam op temperatuur te krijgen, zijn ze relatief lang waarneembaar. Later in het jaar als de omgevingstemperatuur snel oploopt verdwijnen Ringslangen al snel in de vegetatie of tussen de basaltblokken langs de dijk. Tevens is het zo dat Ringslangen de dijklichamen vaak als overwinteringsplaats gebruiken en in het voorjaar kort langs dergelijke biotopen verblijven, waarbij paringen kunnen plaatsvinden. Na dit korte verblijf langs de dijk trekken de dieren vaak landinwaarts om de eieren te leggen en voedsel te zoeken (o.a. Groene kikkers). De methode om Ringslangen te zoeken bestaat uit het voorzichtig naderen van open plaatsen tussen ruigtekruidenvegetatie en/of tussen de basaltblokken langs de dijk. Op deze manier kan men de dieren “betrappen” tijdens hun opwarmperiode en vervolgens karteren. Voor de kaarten is de classificatie uit Tabel 2 aangehouden.
2.4
Broedvogels
Het doel van het broedvogelonderzoek was inzicht te krijgen in relatieve aantallen en de verspreiding van jaarrond beschermde soorten, vogelsoorten uit categorie vijf waarvan inventarisatie gewenst is (lijst LNV 2009, zie ook §2.4.6 in hoofdrapport) en Rode Lijst-soorten. De geïnventariseerde soorten en de categorie waaronder ze vallen staan vermeld in Tabel 4 (namen volgens BIJLSMA ET AL., 2001). Een aantal soorten vallen in twee categorieën. De jaarrond beschermde soorten Huismus en Gierzwaluw zijn niet geïnventariseerd. De inventarisatie is uitgevoerd conform de landelijk gebruikelijke methodiek zoals uitgebreid beschreven in (VAN DIJK, 2011). Van Buizerd, Havik, Sperwer, Boomvalk, Ransuil en Kerkuil zijn zoveel mogelijk ook de nesten gelokaliseerd. Op grond van de te inventariseren soorten en de beste inventarisatietijd is per biotoop het aantal benodigde bezoekrondes bepaald. Vanwege het beperkte aantal te inventariseren soorten kon in enkele biotopen volstaan worden met minder dan vijf bezoeken. Tijdens de inventarisatie naar beschermde flora zijn enkele aanvullende waarnemingen verzameld. Hieronder wordt per biotoop de gevolgde werkwijze nader toegelicht. Bos (5 bezoekrondes) Om nesten van reigers, roofvogels en kraaien (Blauwe reiger, Buizerd, Sperwer, Havik, Zwarte kraai en eventueel Torenvalk) op te sporen zijn in april de bossen voorafgaand aan het in blad komen van de
Van der Goes en Groot
Tabel 4. Geïnventariseerde vogelsoorten in Almere Poort in 2011 met vermelding van categorie (JBS = jaarrond beschermd, RL = Rode Lijst, 5 = categorie 5), zie tekst. Naam
Categorie Naam
Categorie
Roerdomp
RL
Veldleeuwerik
Woudaap
RL
Oeverzwaluw
5
5
Boerenzwaluw
RL, 5
Blauwe reiger
RL
Havik
JBS
Huiszwaluw
RL, 5
Sperwer
JBS
Graspieper
RL
Buizerd
JBS
Gele kwikstaart
RL
Nachtegaal
RL
Torenvalk
5
Boomvalk
JBS, RL
Zwarte roodstaart
Kwartelkoning
RL
Gekraagde roodstaart
Tureluur
RL
Snor
Zomertortel
RL
Spotvogel
Koekoek
RL
Grauwe vliegenvanger
Kerkuil
JBS
Baardman
Bosuil
5
Matkop
Ransuil
JBS, RL
IJsvogel
5
Wielewaal
Grote bonte specht
5
Zwarte kraai
Kleine bonte specht
5
Kneu
Boomklever
5 5 RL RL RL, 5 RL 5 RL 5 RL
bomen tweemaal doorzocht. Dit is ook een goede periode voor de inventarisatie van spechten, Matkop en Boomklever. Half mei, eind mei en rond half juni zijn vervolgbezoeken afgelegd. Tijdens deze laatste drie bezoeken zijn gevonden nesten (van roofvogels) gecontroleerd en zijn zomergasten als Boomvalk, Koekoek, Zomertortel, Gekraagde roodstaart, Grauwe vliegenvanger, Spotvogel en Wielewaal geïnventariseerd. Waterlopen (3 bezoekrondes) Waterlopen zijn geïnventariseerd op de aanwezigheid van de IJsvogel (april en mei). In juni is een vervolgbezoek afgelegd en is gezocht naar nesten van Boerenzwaluw (onder bruggen). Moeras (4 bezoekrondes) Moerasgebieden (westzijde van het Kromslootpark) zijn viermaal in de vroege ochtend bezocht (driemaal in april en mei en éénmaal in juni). Doelsoorten waren hier met name Roerdomp, Koekoek, Baardman en Snor. Akkers en braakliggend terrein (3 bezoekrondes) Om Rode Lijst-soorten die op akkers en braakliggende terreinen broeden te inventariseren (Veldleeuwerik, Graspieper en Gele kwikstaart) hebben eind mei en in juni gericht twee inventarisatierondes plaats gevonden. De Oeverzwaluw is bij deze rondes meegenomen. Ook in april heeft in dit biotoop een inventarisatieronde plaatsgevonden.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Bouwterrein/Nieuwbouw/Bedrijventerrein (2 bezoekrondes) Nieuwbouwlocaties en bedrijventerreinen zijn in mei en juni onderzocht op de aanwezigheid van Zwarte roodstaart. Waarnemingen van Kneu en Huiszwaluw zijn meegenomen. In totaal zijn in de periode april t/m juni vier bezoeken uitgevoerd, vanaf een half uur voor zonsopgang. In de ochtenduren is de zangactiviteit van de meeste zangvogelsoorten het hoogst en worden dus de meeste waarnemingen gedaan. Tijdens het onderzoek naar vleermuizen en amfibieën zijn waarnemingen van relevante ’s nachts actieve vogelsoorten meegenomen. Het weer beïnvloedt de activiteit van vogels. Bij harde wind, neerslag, lage en ook hoge temperaturen zijn vogels minder actief. Geprobeerd is dergelijke omstandigheden tijdens de veldbezoeken zoveel mogelijk te vermijden. Tijdens de bezoeken waren de weersomstandigheden over het algemeen gunstig. De bezoekdatums staan in Tabel 5. Tabel 5. Bezoekdatums broedvogelinventarisatie Almere Poort in 2011 (N = nachtronde). Bezoek 1 2 3 4 5 N1 N2
Datum 13 en 15 april 29 en 30 april en 1 mei 17 en 18 mei 27 en 31 mei 30 juni en 1 juli 11 mei 14 en 15 juni
Na het digitaliseren van alle geldige waarnemingen zijn deze met behulp van een door Van der Goes en Groot ontwikkeld programma geclusterd tot territoria, waarbij de SOVON-criteria (VAN DIJK, 2011) werden gehanteerd. Vervolgens zijn deze territoria gecontroleerd. Resultaat van de clustering is per soort een stippenkaart met alle aangetroffen broedvogelterritoria.
2.5
muisvakberaad (VLEERMUISVAKBERAAD, 2011). Alleen het westelijk deel van plangebied Almere Poort is onderzocht op vleermuizen. Het geïnventariseerde gebied staat op de verspreidingskaarten in Bijlage 4 aangegeven. Het overige gebied is in 2010 op vleermuizen geïnventariseerd. Voorafgaand aan het veldwerk is nagegaan welke vleermuissoorten redelijkerwijs of mogelijk te verwachten zijn binnen het onderzoeksgebied. Bekende verspreidingsgegevens en de aanwezigheid van voorkeurshabitat binnen het plangebied en de directe omgeving zijn hierbij betrokken. De te verwachte soorten zijn; Ruige dwergvleermuis, Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en mogelijk Watervleermuis, Meervleermuis en Gewone grootoorvleermuis. Door middel van veldwerk zijn de daadwerkelijke aanwezigheid en verspreiding van vleermuizen in het plangebied onderzocht. Door te zoeken naar verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden zijn de gebiedsfuncties voor de aanwezige vleermuissoorten in kaart gebracht. Overdag kunnen (potentiële) vleermuisverblijven in gebouwen of bomen worden vastgesteld, waarbij soms ook sporen van gebruik zichtbaar zijn. Het feitelijke terreingebruik door vleermuizen is ’s nachts onderzocht door middel van surveilleren en posten met gebruik van batdetectors. Veel waarnemingen worden in het veld geïnterpreteerd. Er zijn drie bezoeken volbracht in de periode juni tot en met augustus 2011. In Tabel 6 zijn de bezoekdatums, weersomstandigheden, opzet en de geleverde inzet per bezoek weergegeven.
2.5.1
Overige zoogdieren
Waarnemingen van zoogdieren als Egel, Bever, Wezel en Hermelijn en waarnemingen die wijzen op de aanwezigheid van deze zoogdieren (zoals uitwerpselen en vraatsporen) zijn genoteerd. Al deze soorten zijn moeilijk te inventariseren.
Vleermuizen
Het doel van het vleermuisonderzoek is om een globale indruk te krijgen van de aanwezigheid en de verspreiding van vleermuizen in het onderzoeksgebied. Omdat de onderzoeksvraag verschilt met een standaard protocolonderzoek naar gebiedsfuncties, is afgeweken van de richtlijnen uit het protocol voor vleermuisinventarisaties, zoals dat is opgesteld door het VleerTabel 6. Overzicht en informatie van de veldbezoeken ten behoeve van het vleermuisonderzoek in Almere Poort in 2011. Datum
Tijd
14 juni 15 juni 2 augustus 2 september 5 september
22:15-05:00 22:30-04:30 22:00-05:30 20:45-03:00 20:45-01:30
Weersomstandigheden (Bewolking / Wind / Temperatuur (°C)) 1/8 / stil / 8-15 /droog 3/8 / stil / 17-10 / droog 4/8 / stil / 23-18 / droog 3/8 / stil / 19-17 / droog 6/8 / W7 / 14-10 / enkele spetters
Van der Goes en Groot
Opzet
Inzet
Terreingebruik en zwermactiviteit
Eén persoon met batdetector
Terreingebruik en zwermactiviteit
Eén persoon met batdetector
Terreingebruik en baltsactiviteit
Eén persoon met batdetector
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
9
Almere Poort
10
3
Flora en vegetatie
In Almere Poort zijn vijf beschermde soorten planten uit Tabel 2 en 3aangetroffen, waarvan vier orchideeën. In Tabel 7 wordt een overzicht gegeven van de aangetroffen soorten. De verspreiding van deze planten binnen het onderzoeksgebied is weergegeven in Bijlage 1. Tabel 7. Vastgestelde soorten beschermde planten met indicatie van abundantie in Almere Poort in 2011. Soort Wilde marjolein Moeraswespenorchis Vleeskleurige orchis Brede orchis Rietorchis
Aantal Enkele 1000-den Enkele Enkele 1000-den
Beschermd x x x x x
Hieronder wordt het voorkomen van de aangetroffen beschermde planten uit tabel 2 en 3 besproken. Daarbij wordt een relatie gelegd met het voorkomen van deze soorten elders in Nederland. Tevens worden enkele karakteristieke uiterlijke en ecologische kenmerken van elke soort genoemd (WEEDA, 1985-1994). Wilde marjolein Op een opgespoten terrein werden langs een weg twee groeiplaatsen van Wilde marjolein gevonden. Het voorkomen op deze locaties berust op verwildering. In 2007 is deze soort niet in het gebied gevonden. Wilde marjolein komt het meest voor in de zuidelijke helft van Nederland. In West-Nederland is het voorkomen van de Wilde marjolein vaak terug te voeren op uitzaaiing in wegbermen of op ontsnapping uit tuinen waar deze aromatische plant veel wordt aangeplant Van nature groeit de Wilde marjolein op zonnige, vrij droge plaatsen op matig voedselrijke bodem.
Moeraswespenorchis In het westen van het Kromslootpark is in een rietland, op een oud tracé van een fietspad, een groeiplaats van Moeraswespenorchis gevonden. Een groot aantal exemplaren was aanwezig in een schraal grasland tussen de A6 en de spoorlijn in het zuidwesten van het gebied. Op deze plaats groeien grote aantallen orchideeën, met name Rietorchis maar ook kleine aantallen van de Vleeskleurige orchis en de Brede orchis. Op beide hierboven genoemde locaties is het aantal Moeraswespenorchissen flink toegenomen ten opzichte van eerder jaren. Nieuw is de vestiging van de soort in de berm van de A6. Hier werd een kleine groeiplaats ontdekt bij het begin van de Hogering. Een andere nieuw groeiplaats bevindt zich in het Almeerderzand. De Moeraswespenorchis bloeit in het midden van de zomer en heeft kruipende wortelstokken, waardoor ze vaak groepsgewijs groeit. In Nederland is deze orchidee zeldzaam. Het meest komt ze voor op de Waddeneilanden, in de Noordhollandse duinen en plaatselijk in het Deltagebied. De Moeraswespenorchis heeft een voorkeur voor plaatsen met een dunne humuslaag waar de vegetatie vaak nog een pionierkarakter heeft zoals in jonge duinvalleien. Vleeskleurige orchis Enkele exemplaren van de Vleeskleurige orchis werden aangetroffen in het al eerder genoemde schrale grasland tussen de A6 en de spoorlijn. Vergeleken met 2007 zijn hier minder exemplaren gevonden, net als in 2002. De Vleeskleurige orchis is een vrij kleine lichtgroene plant die tegen het einde van de lente bloeit met lichtroze, vleeskleurige bloemen of donker roodpaarse bloemen. Deze orchidee is een indicator van vochtige basenrijke plaatsen. Het meest groeit ze in jonge vochtige duinvalleien. In Nederland groeit de Vleeskleurige orchis voornamelijk in het Deltagebied, op de Waddeneilanden en in Noordwest-Overijssel. Elders is ze zeldzaam. Brede orchis Een enkele Brede orchis werd aangetroffen in het al eerder genoemde schrale grasland tussen de A6 en de spoorlijn. De soort was hier ook in 2007 aanwezig. De Brede orchis is een gedrongen donkergroene plant die in het midden van de lente bloeit met meestal paarsrode bloemen. Deze orchidee groeit op zonnige, grazige en vochtige plaatsen. Vaak staat Brede orchis op plaatsen waar kalkrijk grondwater uittreedt. Vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw is deze soort sterk achteruit gegaan in Nederland. Tegenwoordig groeit de Brede orchis nog het meest in extensieve hooilanden in natuurgebieden.
Groeiplaats van Wilde marjolein in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Rietorchis Net als in 2002 en 2007 zijn op tientallen plaatsen in het zuidwesten van het gebied Rietorchissen aangetroffen. Hier zijn groeiplaatsen bij met vele honderden exemplaren. Ten opzichte van eerdere inventarisaties zijn kleine verschuivingen zichtbaar. Zo was een groeiplaats aan het Almeerderstrand uit 2007 nu verdwenen. In de berm van de snelweg A6 werden in 2011 juist meer Rietorchissen aangetroffen. De Rietorchis is één van de meest algemene orchideeënsoorten van Nederland. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in West-Nederland. Ze gedijt vooral onder vochtige, matig voedselrijke omstandigheden. In verlandingssituaties is de Rietorchis de meest voorkomende orchidee. De Rietorchis bloeit in de voorzomer met roze tot paarsrode bloemen. Ze heeft behoefte aan een zonnige tot licht beschaduwde standplaats die zomers niet mag uitdrogen.
4
Vissen
Een overzicht van de aangetroffen vissen staat in Tabel 8. Er zijn 16 vissoorten gevangen. Van de vastgestelde soorten zijn Kleine modderkruiper en Rivierdonderpad beschermd. De verspreidingskaarten van de beschermde vissen zijn te vinden in Bijlage 2. Tabel 8. Vastgestelde soorten vissen met bijbehorende indicatie van de aantallen in Almere Poort in 2011. Soort Karper Blankvoorn Ruisvoorn Pos Brasem Driedoornige stekelbaars Vetje Kleine modderkruiper Snoek Rivierdonderpad Tiendoornige stekelbaars Paling Winde Zeelt Baars Zwartbekgrondel
Aantal Enkele 10-tallen Enkele Enkele 10-tallen Enkele 10-tallen 10-tallen 10-tal 10-tal 10-tallen Enkele Enkele Enkele 10-tallen Enkele
Beschermd
x (HR II) x (HR II)
Hieronder wordt het voorkomen van de aangetroffen beschermde ofwel anderszins interessante vissen besproken. Er worden daarbij enkele karakteristieke uiterlijke en ecologische kenmerken van de vissen genoemd. Kleine modderkruiper In Almere Poort is de Kleine modderkruiper op tien monsterlocaties aangetroffen. Hoewel bij de vorige inventarisatie in 2007 deze soort niet werd vastgesteld lijkt de Kleine modderkruiper nu algemeen voor te komen. Ook de redelijk nieuwe wateren in de
Van der Goes en Groot
Groeiplaats van Rietorchis in Almere Poort.
toekomstige woonwijk in het noordelijk deel van het gebied zijn inmiddels gekoloniseerd. Behalve binnendijks zijn ook Kleine modderkruipers aangetroffen op zandige oevers van het IJmeer. De Kleine modderkruiper is een vissoort met een voorkeur voor een zandige bodem en enige modderlagen in de nabijheid. Daarnaast is een goed ontwikkelde water- en oevervegetatie in combinatie met een glooiend verloop van de oever zeer gunstig voor deze soort. De Kleine modderkruiper staat in Tabel 2 van de Flora- en faunawet en bijlage II van de Habitatrichtlijn. Rivierdonderpad In Almere Poort is de Rivierdonderpad op vijf locaties langs de oevers van het IJmeer gevangen. De vindplaatsen liggen bij verharde oevers, het voorkeurshabitat van de Rivierdonderpad. Ook deze beschermde soort is bij de inventarisatie van 2007 niet gevonden. Dit heeft te maken met de methode ‘elektrisch vissen’ die in 2007 niet en in 2011 wel is gebruikt. De Rivierdonderpad is een kleine vis van gemiddeld 12 cm lang, zonder duidelijke schubben. De brede, platte kop met brede bek en dicht bij elkaar staande ogen bovenop de kop zijn kenmerkend. De vissoort houdt van stromende wateren met een grindige en/of stenige bodem. Vetje Het Vetje is op enkele plekken in Almere Poort aangetroffen. De vindplaatsen betreft zowel de (geïsoleerde) wateren in het centrale deel van het gebied als een zandig stuk oever van het IJmeer. In 2007 is het Vetje niet aangetroffen in het gebied. Het Vetje heeft een voorkeur voor vegetatierijke wateren. Onder gunstige omstandigheden zoals een dichte vegetatie of in afgesloten wateren zonder roofvissen, kan soms een ware ‘explosie’ in het aantal Vetjes ontstaan. Door een korte levensduur kunnen de aantallen ook weer sterk afnemen bij ongunstige omstandigheden.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
11
Almere Poort
12 Het Vetje is een kleine karperachtige soort die staat vermeld op de Rode Lijst als kwetsbare soort in Nederland. Winde De Winde is in Almere Poort op twee locaties aangetroffen langs de oevers van het IJmeer. In beide gevallen maken de dieren waarschijnlijk gebruik van de verharde oever om te schuilen tussen de basaltblokken. In 2007 is de Winde niet aangetroffen in het gebied. De Winde is een stromingsminnende soort met een voorkeur voor groter, vegetatierijk water. De soort heeft een afgeplat, gestroomlijnd lijf met een sterke staart en rood aangelopen vinnen. De Winde staat vermeld op de Rode Lijst als Gevoelige soort in Nederland. Zwartbekgrondel Langs de IJmeerdijk, ter hoogte van de kruising met het Muiderzandpad, werden zes Zwartbekgrondels gevangen. Het betrof dieren van verschillende leeftijden. Het gaat hier om een nieuwe soort voor Flevoland. De waarneming van de Zwartbekgrondel is bevestigd als eerste in Flevoland door Arthur de Bruin, projectleider visonderzoek van RAVON. De Zwartbekgrondel is een van de uitheemse grondelsoorten die de laatste jaren een opmars maakt in ons land. De soort is oorspronkelijk afkomstig uit de Zwarte Zee en de Kaspische Zee. De soort is
vermoedelijk in Nederland terecht gekomen via ballastwater van schepen. De laatste jaren wordt deze soort, naast nog enkele uitheemse soorten, in toenemende mate aangetroffen in de grote wateren in Nederland. Het is nog niet bekend wat de ecologische gevolgen zijn van de aanwezigheid van deze exoot.
5
Ringslang
Tijdens de inventarisatiebezoeken in 2011 zijn geen Ringslangen aangetroffen, hoewel Almere Poort op het oog geschikt lijkt voor de Ringslang. Zo is sprake van een gevarieerd gebied met bosranden, waterpartijen en open grazige vegetaties. Ook prooien in de vorm van amfibieën zijn voorhanden. De reden voor het ontbreken van de Ringslang zou kunnen zijn dat er geen goede verbindingen met potentiële bronpopulaties zijn. Ook bij de inventarisatie van 2002 en 2007 werden geen Ringslangen vastgesteld in het gebied.
De Zwartbekgrondel, een nieuwe soort voor Flevoland.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
6
Broedvogels
In totaal zijn van 22 van de geïnventariseerde soorten 412 territoria vastgesteld (zie Tabel 9). De verspreidingskaarten van de vastgestelde broedvogels zijn te vinden in Bijlage 3. In Tabel 9 is ook het aantal vastgestelde territoria in 2007 en 2002 vermeld. Tabel 9. Aantal territoria van broedvogels in Almere Poort in 2011, 2007 en 2002 met vermelding van categorie (JBS = jaarrond beschermd, RL = Rode Lijst, 5 = categorie 5). Soort Havik Sperwer Buizerd Torenvalk Boomvalk Zomertortel Koekoek IJsvogel Grote bonte specht Veldleeuwerik Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Graspieper Gele kwikstaart Nachtegaal Zwarte roodstaart Gekraagde roodstaart Snor Spotvogel Grauwe vliegenvanger Matkop Boomklever Wielewaal Zwarte kraai Kneu Aantal soorten Aantal territoria
2011 3 1 7 2
7 23 17 193 7 84 3 2 6 9 2 4 2 3 2 4 22 9 22 412
2007
2002
9
4
4 9 17 40 233 2 5 26 11 7
1 7 1 5 2 22 24 18 425
1 4 5 1 6 6 99
6 1 1
2 5 2 8 24 16 175
Categorie JBS JBS JBS 5 JBS, RL RL RL 5 5 RL 5 RL, 5 RL, 5 RL RL RL 5 5 RL RL RL 5 RL 5 RL
De in de verspreidingskaarten weergegeven territoriumstippen liggen meestal op de locatie van de waarneming met de hoogste broedzekerheidscode binnen de datumgrenzen. Vaak is sprake van meerdere waarnemingen die samen een territorium vormen. De stip geeft meestal niet de locatie van een eventueel nest aan. Het gebied rondom de territoriumstip dat voldoet aan de eisen die de desbetreffende soort aan zijn leefgebied stelt is onderdeel van het territorium. De grootte van het territorium hangt af van de soort en de kwaliteit van het leefgebied.
6.1
Jaarrond beschermde broedvogels
De verblijfplaatsen van drie van de aangetroffen broedvogelsoorten zijn jaarrond beschermd. Het betreft Havik, Sperwer en Buizerd. De Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I heeft een (indicatieve) lijst opgesteld van vogelsoorten waarvan de nesten jaarrond bescherming genieten.
Van der Goes en Groot
Havik, Sperwer en Buizerd zijn op deze lijst opgenomen omdat ervan wordt uitgegaan dat zij doorgaans niet of nauwelijks in staat zijn om zelf een nest te bouwen (cat 4, zie ook §3.2.2.6 in het hoofdrapport).
6.2
Rode Lijst
Van de 22 vastgestelde broedvogels komen er twaalf voor op de ‘Rode Lijst van de Nederlandse Broedvogels’ (VAN BEUSEKOM ET AL, 2005). Het betreft de Koekoek (kwetsbaar), de Veldleeuwerik (gevoelig), de Boerenzwaluw (gevoelig), de Huiszwaluw (gevoelig), de Graspieper (gevoelig), de Gele kwikstaart (gevoelig), de Nachtegaal (kwetsbaar), de Spotvogel (gevoelig), de Grauwe vliegenvanger (gevoelig), de Matkop (gevoelig), de Wielewaal (kwetsbaar) en de Kneu (gevoelig).
6.3
Soorten van Categorie 5
Dit zijn vogelsoorten die niet jaarrond zijn beschermd maar waarvan inventarisatie wel gewenst is. Van deze soorten zijn de verblijfplaatsen alleen dan beschermd als ‘zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen’. Van deze categorie zijn de volgende soorten in Almere Poort aangetroffen: Torenvalk, Grote bonte specht, Oeverzwaluw, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Zwarte roodstaart, Gekraagde roodstaart, Grauwe vliegenvanger, Boomklever en Zwarte kraai.
6.4
Niet-broedvogels
Van enkele geïnventariseerde soorten voldeden de verzamelde waarnemingen niet aan de criteria voor het vaststellen van een geldig territorium. Het betreft de Boomvalk (territoriale vogel op 31 mei in Pampushout), de Ransuil (een jagende vogel op 11 mei, in oostelijk deel van gebied), de IJsvogel (éénmaal een exemplaar op 15 april in Pampushout) en de Tapuit (op twee plaatsen een territoriale vogel op 18 mei). Behalve Blauwe reigers werden ook regelmatig foeragerende Purperreigers en Grote zilverreigers waargenomen. Bijzonder was een éénmalige waarneming van een Krekelzanger op 17 mei.
6.5
Soortbesprekingen
Per vogelsoort wordt hieronder de verspreiding en de ontwikkeling van het aantal broedparen in Almere Poort nader toegelicht.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
13
Almere Poort
14 Bij een vergelijking van de resultaten van broedvogelinventarisaties uit verschillende jaren is het goed om te beseffen dat veranderingen in het aantal vastgestelde territoria te maken kunnen hebben met jaarinvloeden (zoals het weer en de voedselsituatie), landschappelijke veranderingen en de landelijke trend. Daarnaast kunnen waarnemersinvloeden optreden wanneer door verschillende mensen is geïnventariseerd. In vergelijking met 2007 is het aantal soorten uit de geïnventariseerde groep toegenomen terwijl het aantal territoria licht gedaald is. Soorten die alleen in 2011 werden vastgesteld zijn Havik, Sperwer, Torenvalk, Gekraagde roodstaart en Boomklever. Soorten die eerder wel werden vastgesteld maar niet in 2011 zijn Boomvalk (2002), IJsvogel (2002), Zomertortel (2007 en 2002) en Snor (2007). Het aantal territoria van de geïnventariseerde groep broedvogels lijkt na een forse toename van 2002 op 2007 sindsdien gestabiliseerd. Havik In Almere Poort werden in 2011 drie territoria van de Havik vastgesteld. Twee territoria lagen in Pampushout. Van beide territoria werd ook het nest gevonden. Een derde territorium was aanwezig in Almeerderzand. In 2007 werd geen enkel territorium van de Havik vastgesteld. Sperwer In de bossen van Almeerderzand werd in 2011 een territorium van de Sperwer vastgesteld. Het nest werd niet gevonden. In 2007 werd geen enkel territorium van deze soort in Almere Poort gevonden. Buizerd In 2011 werden zeven territoria van de Buizerd vastgesteld in Almere Poort, tegen negen in 2007. Van alle territoria werd het nest gevonden. In Pampushout lagen vier nesten. Twee nesten bevonden zich aan de rand van het Almeerderzand en tot slot werd een nest gevonden in de ecozone tussen Pampushout en de A6.
De Grote bonte specht doet het goed in Almere Poort.
Torenvalk In 2011 waren twee territoria van de Torenvalk aanwezig. Eén stel had zijn nest gebouwd onder een viaduct van het spoor. Hier werden eind juni vier juvenielen gezien. In 2007 ontbrak de Torenvalk als broedvogel in Almere Poort. Koekoek Verspreid over het gebied werden zeven territoria vastgesteld. In 2007 waren nog negen territoria aanwezig. Grote bonte specht Met 23 territoria is de stand van de Grote bonte specht toegenomen ten opzichte van 2007 (17 territoria). Waarschijnlijk houdt de toename verband met het ouder van de bossen in het gebied. In 2002 ging het om slechts zes territoria. Sinds 1990 is de landelijke stand met 50% toegenomen. De toename in Almere Poort is nog veel groter geweest. Veldleeuwerik Met 17 territoria is de stand van de Veldleeuwerik ruim gehalveerd vergeleken met 2007. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het deels bebouwen van het gebied. Ook kan vegetatiesuccessie een rol spelen in de geconstateerde afname. Vergeleken met de zeven territoria uit 2002 is de stand nog steeds goed te noemen. Oeverzwaluw Verspreid over Almere Poort werden acht kleine kolonies van de oeverzwaluw gevonden. In het totaal ging het om 193 nesten. Wellicht gaat het bij een deel van de nesten om vogels die na verstoring/mislukking een tweede broedpoging waagden. In 2007 werden nog meer nesten gevonden (233), in 2002 duidelijk minder (99). Boerenzwaluw Op twee plaatsen werden territoria van de Boerenzwaluw vastgesteld. Bij de jachthaven ging het
Kolonie van Oeverzwaluw in Almere Poort.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Gekraagde roodstaart In Pampushout waren in 2011 twee territoria van de Gekraagde roodstaart aanwezig. Bij eerdere inventarisaties werd de soort niet vastgesteld. Ook elders in Nederland is de soort de laatste jaren toegenomen.
De Boomklever is met twee territoria voor het eerst vastgesteld in Almere Poort.
om een kleine kolonie van 6 paar. De soort neemt voorzichtig toe in Almere Poort. Huiszwaluw In het totaal werden 84 nesten van de Huiszwaluw gevonden in 2011. Bij de jachthaven bevonden zich de meeste nesten (48). Ook in de nieuwbouwwijken van Almere Poort waren enkele kleine kolonies aanwezig. Vergeleken met 2007 is de Huiszwaluw sterk toegenomen. In 2002 kwam de soort zelfs helemaal nog niet tot broeden in Almere Poort. Graspieper In 2011 werden drie territoria van de Graspieper vastgesteld, veel minder dan de 26 van vier jaar geleden. Het bebouwen van het gebied in combinatie met vegetatiesuccessie zal de oorzaak zijn van de achteruitgang. Overigens werd in 2002 geen enkel territorium gevonden van deze soort in Almere Poort. Gele kwikstaart Met twee territoria bereikte de Gele kwikstaart de laagste stand van de drie onderzochte jaren. Deze soort broedt rond Almere voornamelijk op akkers en die zijn er nauwelijks meer in Almere Poort. Nachtegaal Alle vastgestelde territoria van de Nachtegaal liggen in het zuidwesten van het gebied, in de struwelen van het Almeerderzand en het Zilverstrand. Met zes territoria in 2011 is de stand van de Nachtegaal vergeleken met 2007 redelijk stabiel. In 2002 werd slechts één territorium vastgesteld. Zwarte roodstaart Dankzij de bouwactiviteiten in Almere Poort bereikte de Zwarte roodstaart een recordstand. Er werden negen territoria vastgesteld, waarvan 1 bij de Hollandse brug. De andere territoria lagen op de bouwterreinen ten noorden van de spoorlijn.
Van der Goes en Groot
Spotvogel In de buurt van het Zilverstrand werden vier territoria van de Spotvogel vastgesteld. In 2002 werden zeven territoria gevonden, toen ook twee in Pampushout. De landelijke stand van de Spotvogel is met name in de jaren negentig gehalveerd. De laatste jaren is de stand stabiel. Grauwe vliegenvanger Zowel in Pampushout als het Almeerderzand was een territorium van de Grauwe vliegenvanger aanwezig. In 2007 werd slechts één territorium gevonden, in 2002 geen enkele. Matkop Alleen in het noordoostelijk deel van Pampushout waren drie territoria van de Matkop aanwezig. In 2007 werden ook twee territoria in de bossen van Almeerderzand gevonden. Boomklever De Boomklever is met twee territoria voor het eerst vastgesteld in Almere Poort. Naar verwachting zal deze soort in de ouder wordende bossen de komende jaren verder toenemen. Ook de landelijke trend is positief, met een verdubbeling van het aantal sinds 1990. Wielewaal De Wielewaal bereikte met vier territoria een goede stand in Almere Poort. Bij eerdere inventarisaties in 2002 en 2007 werden steeds maar twee territoria vastgesteld. Zwarte kraai Verspreid over het gebied werden 22 territoria van de Zwarte kraai vastgesteld. Met 22 territoria is de stand van de Zwarte kraai gestabiliseerd ten opzichte van 2007, ondanks het ouder worden van de bossen. Mogelijk heeft de vestiging van de Havik hier mee te maken. Kneu In 2011 werden verspreid over het gebied negen territoria van de Kneu vastgesteld, veel minder dan in 2002 en 2007. Oorzaak van de achteruitgang is waarschijnlijk vegetatiesuccessie in combinatie met het bebouwen van de ruderale terreinen van Almere Poort.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
15
Almere Poort
16
7 7.1
Zoogdieren Vleermuizen
In Almere Poort zijn zes soorten vleermuizen vastgesteld. In Tabel 10 staan de aangetroffen soorten. De verspreidingskaarten van de aangetroffen vleermuizen staat in Bijlage 4. Tabel 10. Vastgestelde soorten vleermuizen met bijbehorende indicatie van de aantallen in Almere Poort in 2011. Soort Watervleermuis Meervleermuis Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Rosse vleermuis Laatvlieger
Aantal Enkele Enkele 10-tallen 100-den Enkele Enkele
Beschermd x (HR IV) x (HR II en IV) x (HR IV) x (HR IV) x (HR IV) x (HR IV)
Er werden vooral foeragerende vleermuizen waargenomen. Daarnaast zijn drie verblijfplaatsen van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Per soort wordt hieronder het voorkomen van de aangetroffen vleermuizen in Almere Poort kort toegelicht. Door de globale opzet van het onderzoek is het mogelijk dat niet alle verblijfplaatsen in Almere Poort gevonden zijn. Watervleermuis De Watervleermuis is op een drietal wateren in het zuidoostelijk deel van Almere Poort waargenomen. Het betrof enkele dieren die boven waterpartijen foerageerden. Naast locaties in de ecozone Pampus ging het ook om redelijk nieuwe wateren daar in de buurt. De Watervleermuis is een algemene soort in Nederland. De Watervleermuis bewoont vooral holle bomen en foerageert bijna uitsluitend boven plasjes, vijvers en sloten. Zij jaagt op insecten die vlak boven of op het wateroppervlak verblijven. In bosarme gebieden worden Watervleermuizen ook wel op kerkzolders aangetroffen. In de winter stellen Watervleermuizen heel andere eisen aan hun verblijf dan in de zomer. Ze overwinteren vooral in ondergrondse ruimten waar een constant milieu heerst met een hoge luchtvochtigheid. De winterverblijfplaatsen liggen over het algemeen niet ver van de zomerverblijven. Meervleermuis In Almere Poort is éénmaal een langsvliegende Meervleermuis waargenomen. Het dier vloog vanaf het IJmeer over een watergang langs Pampushout in oostelijke richting. Ook is tijdens een ander bezoek een foeragerende Meervleermuis waargenomen in dezelfde hoek van het gebied. De Meervleermuis is één van de grotere vleermuissoorten van Nederland. Het is een honkvaste soort met een directe binding met waterrijke gebieden.
Van der Goes en Groot
Ze foerageren boven grote wateroppervlakten waarbij ze hun wendbare vlucht gebruiken om hun voedsel te verzamelen van het wateroppervlak en langs de oevers. Hun voedsel bestaat uit pluimmuggen en schietmotten. De Meervleermuis leeft ’s zomers in grote kolonies, die bijna uitsluitend in gebouwen gehuisvest zijn. Als onderkomen gebruiken ze zowel kerkzolders als ruimten in gewone huizen. De kraamkolonies bestaan in de regel uit enkele honderden dieren. Kolonies verplaatsen zich gedurende het seizoen één of enkele malen, vaak over enige honderden meters. Ze overwinteren in koele, vochtige ruimten met een constante temperatuur van enkele graden boven nul. Een groot deel van de Europese populatie van de Meervleermuis komt voor in Nederland. In internationaal opzicht wordt deze soort bedreigd. Ruige dwergvleermuis Foeragerende Ruige dwergvleermuizen werden waargenomen langs bosranden, boven paden tussen bospercelen en boven waterpartijen. Oevers, ruige bermen en struwelen zijn de voornaamste jachtgebieden. Het aantal waargenomen Ruige dwergvleermuizen is veel lager dan het aantal aangetroffen Gewone dwergvleermuizen in Almere Poort. Op een onderzoeksnacht met sterke westenwind zijn een aantal dieren jagend aangetroffen tussen de boomkruinen van een, qua karakter, open perceel met populieren. In de nazomer werden negen baltsterritoria van de Ruige dwergvleermuis vastgesteld. Hoewel de soort bij voorkeur zijn baltsroep laat horen vanuit één plek zijn geen daadwerkelijke baltsverblijven aangetroffen. De Ruige (of Nathusius’) dwergvleermuis is in ons land jaarrond een algemeen verspreide soort, met name ten noorden van de grote rivieren. Het leefgebied is zeer divers, maar de grootste aantallen bevinden zich in bosrijk of parkachtig gebied. Ruige dwergvleermuizen gebruiken uiteenlopende (tijdelijke) verblijfplaatsen, zoals: boomholten, bastspleten, nestkasten, spouwmuren, houtstapels en kelders. Hoewel de soort in ons land ook ’s zomers verspreid wordt waargenomen, bevinden kraamkolonies zich vooral in Noorden Oost-Europa (slechts één keer in ons land). In de baltsperiode roepen de mannetjes, meestal vanuit één plek, de vrouwtjes. Hiermee trachten de mannetjes de vrouwtjes te overtuigen om bij hun in te trekken en een baltsverblijf te vormen. Gewone dwergvleermuis De Gewone dwergvleermuis maakt in Almere Poort op ongeveer dezelfde wijze gebruik van het landschap als de Ruige dwergvleermuis. Beide soorten werden vaak op dezelfde plaatsen waargenomen en maakten gebruik van dezelfde foerageergebieden en landschapselementen. De Gewone dwergvleermuis is de meest voorkomende vleermuissoort in Almere Poort. Er zijn veel foeragerende dieren waargenomen, vooral langs oevers, ruige bermen en struwelen. Het grote aantal
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
(nieuwe) watergangen en bosschages zorgt klaarblijkelijk voor een rijk aanbod aan insecten. Op geen van de foerageerplaatsen was sprake van een grote concentratie van dieren. Op een onderzoeksnacht met sterke westenwind zijn een aantal dieren jagend aangetroffen tussen de boomkronen van een, qua karakter, open perceel met populieren. In het gebied was sprake van één duidelijke vliegroute waar onder andere de Gewone dwergvleermuis gebruik van maakte. In kleinere aantallen lijken dieren vanuit het westelijk deel van Almere Stad het gebied via de Pinasweg te bereiken. In de nazomer en het najaar is de baltsperiode van de Gewone dwergvleermuis. In deze periode zijn 18 baltsterritoria van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen in Almere Poort. Bij drie hiervan was ook sprake van daadwerkelijke baltsverblijven in gebouwen. De Gewone dwergvleermuis is de meest verspreide en talrijkste vleermuissoort in Nederland. Deze soort is hoofdzakelijk gebouwbewonend, waarbij het gehele jaar vooral spouwmuren en besloten ruimtes achter betimmeringen en daklijsten worden gebruikt. Nachtelijk zwermgedrag rond een verblijfplaats in voorjaar en zomer duidt op de aanwezigheid van (kraam)kolonies. Door de verborgen leefwijze gedurende de winterperiode zijn overwinterende dieren vaak onvindbaar. Een sterke aanwijzing voor dergelijke winterverblijven zijn de aanwezigheid van paargezelschappen die gedurende de baltsperiode in de nazomer en herfst rond verblijfplaatsen kunnen worden waargenomen. In de baltsperiode vliegen mannetjes van de soort roepend door hun territorium. Op deze manier trachten ze de vrouwtjes te overtuigen om zich bij hun aan te sluiten. Zo kan een baltsverblijf ontstaan. Jachtgebieden bevinden zich overwegend in besloten tot halfopen landschap binnen enkele kilometers van de (zomer)verblijven. De jachtgebieden worden vanaf de verblijfplaatsen bereikt via vaste en veelal beschutte vliegroutes (bomenlanen, boszomen, watergangen, e.d.). Rosse vleermuis In Almere Poort zijn regelmatig jagende Rosse vleermuizen waargenomen. Hierbij werd gebruik gemaakt van oeverbegroeiingen, ruige bermen en kruidenrijk braakliggend terrein. Bij een stevige westenwind werden een aantal foeragerende Rosse vleermuizen aangetroffen tussen boomkruinen. Tussen het westelijk deel van Almere Stad en het onderzoeksgebied bevond zich een vliegroute van onder meer de Rosse vleermuis. De Rosse vleermuis is één van de grootste vleermuissoorten van Nederland. De Rosse vleermuis jaagt graag boven open en waterrijke landschappen. Het voedsel bestaat uit grote insecten zoals kevers en nachtvlinders, maar ook grote zwermen dansmuggen vormen geschikt voedsel. Geschikte foerageergebieden kunnen op grote afstand liggen van de verblijfplaatsen.
Van der Goes en Groot
Een voorbeeld hiervan zijn foerageervluchten van minstens 10 km naar de Oostvaardersplassen (KAPTEYN, 1995). De Rosse vleermuis is een boombewonende soort waarbij zowel de winter- als zomerverblijven bestaan uit boomholten. De soort heeft een duidelijke voorkeur voor kolonies in Zomereik en Beuk. In het najaar kunnen Rosse vleermuizen gebruik maken van alternatieve verblijfplaatsen in de vorm van vleermuiskasten. Laatvlieger Op diverse plekken in Almere Poort zijn Laatvliegers waargenomen. Er zijn zowel langsvliegende als foeragerende dieren waargenomen. Foeragerende Laatvliegers werden vooral waargenomen langs ruige bermen en kruidenrijk braakliggende terrein. Bij een onderzoeksnacht met sterke westenwind zijn een aantal foeragerende Laatvliegers waargenomen tussen de boomkruinen van een, qua karakter, open perceel met populieren. Tussen het westelijk deel van Almere Stad en het onderzoeksgebied bevond zich een vliegroute van onder meer de Laatvlieger. Deze vliegroute vormt de verbinding tussen het foerageergebied in Almere Poort en vermoedelijke verblijfplaatsen in Almere Stad. De Laatvlieger komt in ons land algemeen verspreid voor rond dorpen in agrarisch gebied, parken, tuinen en stadsranden. De soort staat in Nederland bekend als jaarrond uitsluitend gebouwbewonend. Kraamkolonies worden vooral aangetroffen op (kerk)zolders, in spouwmuren of achter gevelbekleding, waarbij dieren vaak weggekropen zijn tussen balken en in spleten. Een populatie bewoont veelal een netwerk van verblijven, waarbij relatief vaak van plaats wordt gewisseld. Overwinterende dieren worden meestal in kleine groepjes aangetroffen, mogelijk in dezelfde gebouwen als waarin zich de zomerverblijven bevinden. Laatvliegers foerageren na het uitvliegen eerst kort in sociale groepen nabij de kolonieplaats. Daarna zoeken ze afzonderlijk de open jachtgebieden op, veelal gelegen in kleinschalig agrarisch gebied dat rijk is aan vochtige graslanden. Hierbij kunnen relatief grote afstanden worden afgelegd.
7.2
Overige zoogdieren
Enkele malen werd een Egel gezien. In Pampushout is éénmaal een dode bosspitsmuis gevonden. Langs de aanwezige waterpartijen in de eco-zone tussen Pampushout en de A6 werd langs de Brikweg viermaal een Bever gezien. Daarnaast zijn hier ook verse beversporen aangetroffen. De beverwaarnemingen in Almere Poort zijn terug te vinden op de verspreidingskaart in Bijlage 5.
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
17
Almere Poort
18 Een enkele keer is een Haas gezien. Ook het Konijn komt voor in het gebied, met name bij het Almeerderzand. Tijdens de diverse onderzoeken werden Vos en Ree regelmatig waargenomen in Almere Poort. De meeste dieren werden gezien in de bospercelen en de open velden in het gebied. De Vos is ook in de bebouwde kom van Almere Poort gezien.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
8
Conclusie en aanbevelingen
Tijdens de inventarisatie zijn beschermde soorten aangetroffen (zie Tabel 11). Tabel 11. Aangetroffen beschermde en bedreigde soorten (uitgezonderd broedvogels, zie daarvoor Tabel 9) in Almere Poort in 2011. FF = Flora- en faunawet, met vermelding van beschermingsregime (1 = vrijgesteld van verboden (algemene soorten), 2 = overig, 3 = streng beschermd (HR IV/ bijlage 1 AMvB en broedvogels), JBS = vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten); HR = Habitatrichtlijn, met vermelding van de bijlage; RL = Rode lijst, met vermelding van categorie (GE = gevoelig, KW = kwetsbaar, BE = bedreigd, EB = ernstig bedreigd, VNW = in het wild verdwenen); zie verder VAN DUUREN ET AL. (2003). Nederlandse naam
FF
HR
RL
Planten 2 2 2 2 2
Wilde marjolein Moeraswespenorchis Vleeskleurige orchis Brede orchis Rietorchis
KW KW KW
Vissen KW GE
Vetje Winde Kleine modderkruiper Rivierdonderpad
2 2
II II
Vogels 3 JBS JBS JBS
Alle aangetroffen soorten Sperwer Havik Buizerd Zoogdieren Egel Bosspitsmuis Watervleermuis Meervleermuis Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Rosse vleermuis Laatvlieger Haas Konijn Bever Vos Ree
1 1 3 3 3 3 3 3 1 1 3 1 1
IV II, IV IV IV IV IV
KW KW
II, IV
GE
♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde soorten planten, vissen, vogels en zoogdieren vastgesteld. ♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde planten uit tabel 2 gevonden (zie Tabel 11). Het gaat om Moeraswespenorchis, Vleeskleurige orchis, Brede orchis en Rietorchis (Wilde marjolein is aangeplant of verwilderd en dus niet beschermd). Als (negatieve) effecten van de ruimtelijke ingreep worden verwacht dan dient een ontheffingsaanvraag te worden ingediend, waarin passende mitigerende en compenserende maatregelen worden beschreven (zie §2.8 in het hoofdrapport).
Van der Goes en Groot
♣ In het plangebied zijn broedvogels vastgesteld. Voor de aanwezige broedvogels dienen de werkzaamheden waarbij nesten verstoord of vernield kunnen worden, buiten het broedseizoen plaats te vinden. Een ontheffing is voor deze broedvogels dan niet nodig. Het broedseizoen loopt ruwweg van maart tot en met juli. ♣ In het gebied zijn daarnaast broedvogels aangetroffen waarvan de verblijfplaatsen jaarrond zijn beschermd. Het betreft Sperwer, Havik en Buizerd. Als (negatieve) effecten van de ingreep op de verblijfplaatsen van deze soorten worden verwacht, dient een ontheffing te worden aangevraagd. In de ontheffingsaanvraag dienen passende mitigerende en compenserende maatregelen te worden beschreven (zie §2.8 in het hoofdrapport). Wanneer in een ontheffingsaanvraag kan worden aangetoond dat de verstoorde vogels naar alternatieve, gelijkwaardige (eventueel aan te bieden) nestgelegenheid in de directe omgeving kunnen uitwijken, zal ontheffing niet nodig zijn omdat geen van de verboden van de Flora- en faunawet wordt overtreden. ♣ In het onderzoeksgebied zijn beschermde vissen uit tabel 2 gevonden. (zie Tabel 11). Het gaat om Kleine modderkruiper en Rivierdonderpad. Als (negatieve) effecten van de ruimtelijke ingreep te worden verwacht dan dient een ontheffingsaanvraag te worden ingediend, waarin passende mitigerende en compenserende maatregelen worden beschreven (zie §2.8 in het hoofdrapport). ♣ In het plangebied zijn drie baltsverblijven van de Gewone dwergvleermuis aangetroffen. Indien er werkzaamheden worden verricht aan gebouwen waarin de vleermuizen zijn aangetroffen, dan dient een ontheffingsaanvraag te worden ingediend, waarin passende mitigerende en compenserende maatregelen worden beschreven (zie §2.8 in het hoofdrapport). Zorgplicht Voor alle beschermde soorten (alle regimes) geldt de zorgplicht (zie §2.4.1 in het hoofdrapport). Teneinde de zorgplicht na te leven kan men voorafgaand aan de werkzaamheden de volgende praktische richtlijnen hanteren: ♣ Alle aanwezige vegetatie of bodemmateriaal (takken, stronken) kan gefaseerd verwijderd worden. Dit geeft bodembewonende dieren de kans om in de nabijgelegen omgeving een ander leefgebied te benutten; ♣ Om schade aan vissen en amfibieën te beperken moeten de werkzaamheden aan wateren en oevers zoveel mogelijk worden uitgevoerd in de periode augustus tot en met oktober in verband met de perioden van voortplanting en overwintering. ♣ Nieuwe wateren moeten zoveel mogelijk worden aangelegd voorafgaand aan het dempen van be-
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
19
Almere Poort
20 staande. Uit de te dempen wateren kunnen beschermde amfibieën (alle stadia) of vissen weggevangen worden door de wateren af te dammen en het waterniveau te verlagen. Deze dieren kunnen vervolgens worden overgebracht naar een geschikt water in de nabije omgeving. Natuurbeschermingswet 1998 Deelgebied Almere Poort ligt naast Natura 2000gebied Markermeer & IJmeer. Afhankelijk van de aard van de plannen zal mogelijk een aparte effectstudie moeten worden gedaan naar de gevolgen van het desbetreffende plan voor de beschermde waarden van het Natura 2000-gebied (zie §2.7 in het hoofdrapport).
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
9
Literatuur
BEUSEKOM, R. VAN, HUIGEN P., HUSTINGS F., DE PATER, K. & THISSEN J. (RED.), 2005. Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Tirion uitgevers B.V., Baarn. BOER W. DEN & B. OOSTERBAAN, 2002. Beschermde flora en fauna rond Almere: Almere-Poort, Inventarisatie 2002. G&G-rapport 2002-11 (deelrapport), Van der Goes en Groot, Alkmaar. BIJLSMA, R.G., HUSTINGS F. & C.J. CAMPHUYSEN, 2001. Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht. BRIGGS, B. & D. KING, 1998. The Bat Detective. A fieldguide for bat detection. Stag Electronics, West Sussex. BROEKHUIZEN, S., B. HOEKSTRA, V. VAN LAAR, C. SMEENK & J.B.M. THISSEN (RED.), 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. 3e herziene druk. Utrecht. CREEMERS, R.C.M., & J.C.W. VAN DELFT (RAVON, RED.), 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland - Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. KNNV Uitgeverij, Utrecht. CREEMERS, R.C.M., 1996. Bedreigde en kwetsbare reptielen en amfibieën in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Nijmegen. CUR, 1999. Natuurvriendelijke oevers: Fauna (red. H. Hollander). Hoofdstuk 6 Monitoring en evaluatie, pp. 76-105. Publicatie 203, Stichting CUR, Gouda. DIJK A.J. VAN & A. BOELE, 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. DUUREN, J. VAN, G.J. EGGINK, J. KALKHOVEN, J. NOTENBOOM, A.J. VAN STRIEN & R. WORTELBOER (eindredactie), 2003. Natuurcompendium 2003. Natuur in cijfers. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg en Heerlen, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven (RIVM) en Wageningen (DLO). GRIMMBERGER, E., 2001. Gids van de Vleermuizen van Europa. Tirion, Baarn. GROEN, F.M. VAN & D. SLUIS, 2007. Almere Poort, Inventarisatie beschermde flora en fauna 2007. G&G-rapport 2007-34 (deelrapport), Van der Goes en Groot, Alkmaar. HOLLANDER, H. & P. VAN DER REEST, 1994. Rode lijst van bedreigde zoogdieren in Nederland (basisdocument). Utrecht. KAPTEYN, K., 1995. Vleermuizen in het landschap. Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Pro-
Van der Goes en Groot
vincie Noord-Holland, Noordhollandse Zoogdierstudiegroep, Het Noordhollands Landschap, Haarlem. LANGE, R., P. TWISK, A. VAN WINDEN & A. VAN DIEPENBEEK, 1994. Zoogdieren van West-Europa. Utrecht. LENDERS, H.J.R., C.C.H. MARIJNISSEN & R.P.W. H. FELIX, 1993. Waarnemen en herkennen van amfibieën en reptielen in het veld. 4e druk. Stichting RAVON, Nijmegen. LIMPENS, H., K. MOSTERT & W. BONGERS (RED.), 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen: onderzoek naar verspreiding en ecologie. Utrecht. MEIJDEN, R. VAN DER, 2005. Heukels’ Flora van Nederland. 23e druk. Wolters–Noordhoff, Groningen. MEIJDEN, R. VAN DER, B. ODÉ, C.L.G. GROEN, J.P.M. WITTE & D. BAL, 2000. Bedreigde en kwetsbare vaatplanten in Nederland: basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Gorteria 26: 85-208. NIE, H.W. DE & G. VAN OMMERING, 1998. Bedreigde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport nr. 33, IKC Natuurbeheer, Wageningen. NIE, H.W. DE, 1997. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. 2e herziene druk. Doetinchem. NIE, H.W. DE, 1997. Beschermde en kwetsbare zoetwatervissen in Nederland. Voorstel voor een rode lijst. Nieuwegein. NÖLLERT, A, C. NÖLLERT, 2001. Amfibieëngids van Europa. TIRION Uitgevers bv, Baarn. RAVON WERKGROEP MONITORING, 1997. Handleiding voor het monitoren van amfibieën in Nederland. Stichting RAVON, Nijmegen. SDU UITGEVERS, 2002-2007. Flora- en faunawet, bewerkt en toegelicht door mr. L. Boerema, M.A. Huber, mr. drs. D. van der Meijden, J.A.M. van Spaandonk & mr. A.S. Vreugdenhil. Koninklijke Vermande, Den Haag. SIERDSEMA, HENK, 1995. Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens in het beheer van bos- en natuurterreinen. SOVON-onderzoeksrapport 1995/04. Staatsbosbeheerrapport 1995-1. SOVON VOGELONDERZOEK NEDERLAND, 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. – Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. STORTELDER, A.H.F., SCHAMINÉE, J.H.J. & P.W.F.M. HOMMEL, 1999. De vegetatie van Nederland. Deel 5: Plantengemeenschappen van ruigten, struwelen en bossen. Opulus Press, Uppsala/Leiden. TWISK, P., A. VAN DIEPENBEEK & J.P. BEKKER, 2009. Veldgids Europese zoogdieren. KNNV Uitgeverij,
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
21
Almere Poort
22 Utrecht. VLEERMUISVAKBERAAD (NETWERK GROENE BUREAUS, ZOOGDIERVERENIGING VZZ EN GEGEVENSAUTORITEIT NATUUR). Vleermuisprotocol 2011, 30 maart 2011. WEEDA, E.J., 1985, 1987, 1988, 1991, 1994. Nederlandse oecologische flora: Wilde planten en hun relaties. Deel 1, 2, 3, 4 en 5. IVN, VARA en VEWIN, Amsterdam. WISMEIJER, H., 2002. Zoogdieren van Europa. ANWB bv/ TIRION Uitgevers bv, Baarn.
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
Bijlage 1. Verspreidingskaarten beschermde flora
# Y # Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Wilde marjolein # Y
1-5 6-25 # Y Y # 26-50 Y # 51-500 501-5000
# Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
23
Almere Poort
24
# Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Brede orchis # Y
1-5 6-25 # Y Y # 26-50 Y # 51-500 501-5000
# Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# Y # Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Vleeskleurige orchis # Y
1-5 6-25 # Y Y # 26-50 Y # 51-500 501-5000
# Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
25
Almere Poort
26
# Y
# Y # Y
#
Y Y #Y # #Y
# Y # Y #Y Y # # Y # Y #Y# Y #Y #Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Moeraswespenorchis # Y
1-5 6-25 # Y Y # 26-50 Y # 51-500 501-5000
# Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# Y
# Y
# Y
# Y
# #Y #Y Y
# Y # #Y Y # Y Y #
# Y
# Y # Y # Y #Y # Y # Y # #Y Y Y # # Y # Y Y Y # # Y # Y # # Y # Y # # #Y Y #Y #Y Y # Y # Y # Y # Y # Y # Y # Y #Y Y #Y Y # #Y Y #Y #Y#Y## # Y#Y#Y#Y # # Y # Y#Y Y # Y
# Y
# #Y Y
#Y # Y
# Y
# Y
# Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Rietorchis # Y
1-5 6-25 # Y Y # 26-50 Y # 51-500 501-5000
# Y
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
27
Almere Poort
28
Bijlage 2. Verspreidingskaarten beschermde vissen
# Y
# Y # Y
# Y
# Y # Y
# Y # Y
Y #
# Y
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Kleine modderkruiper # Y
# Y
Y #
Y #
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
# Y
1 2-5 6-10 11-20 >20
bemonsterd traject
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# Y
Y #
Y #
# Y
±
Y #
Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Rivierdonderpad # Y
# Y
Y #
Y #
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
# Y
1 2-5 6-10 11-20 >20
bemonsterd traject
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
29
Almere Poort
30
Bijlage 3. Verspreidingskaarten broedvogels
nest
nest
# A
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Havik
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Sperwer
1 territorium
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
31
Almere Poort
32
nest
nest
# A
# A
nest
# A nest
# A
nest nest
# A
# A
# A nest
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Buizerd
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A # A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Torenvalk
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
33
Almere Poort
34
# A
# A
# A
# A
# A
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Koekoek
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A # A # A
# A # A
# A
# A
# A # A
# A # A
# A
# A
# A # A # A # A # A
# A # A # A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Grote bonte specht
23 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
35
Almere Poort
36
# A
# A # A
# A
# A
# A # A
# #A A # A # A
# A
# A # A
# A # A # A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Veldleeuwerik
17 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
61
# A # A
29
# A
11
9
# A # A 3
# A
# A 8
59
# A 13
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Oeverzwaluw
193 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
37
Almere Poort
38
# A
# A 6
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Boerenzwaluw
7 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
3
# A #A A #
18
# A # A
8
4
# A # A
3
2 23 17
# #A #A A # A 5
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Huiszwaluw
84 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
39
Almere Poort
40
# A
# A # A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Graspieper
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Gele kwikstaart
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
41
Almere Poort
42
# A
# A
# A # A
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Nachtegaal
6 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A A #
# A # A # A
# A # A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Zwarte roodstaart
9 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
43
Almere Poort
44
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Gekraagde roodstaart
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A # # A A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Spotvogel
4 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
45
Almere Poort
46
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Grauwe vliegenvanger
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Matkop
3 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
47
Almere Poort
48
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Boomklever
2 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A
# A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Wielewaal
4 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
49
Almere Poort
50
# A
# A # A # A # A
# A # A
# A
# A
# A
# A
# A
# A # A # A # A
# A # A A #
# A # A # A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Zwarte kraai
22 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
# A
# A # A
# A
# A
# A
# A # A
# A
Almere Poort
0
0,5 km
±
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Van der Goes en Groot
Verspreidingskaart 2011
# A
Kneu
9 territoria
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
51
Almere Poort
52
Bijlage 4. Verspreidingskaarten vleermuizen
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Watervleermuis H !
foeragerend
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort
Meervleermuis H !
foeragerend
< !
langsvliegend
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
53
Almere Poort
54
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort
Ruige dwergvleermuis H !
© Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
# I 0
0,5 km
Van der Goes en Groot
foeragerend baltsend
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Gewone dwergvleermuis H !
Foeragerend
# I
Baltsend
< !
Langsvliegend
>
Baltsverblijf
vliegroute 0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
55
Almere Poort
56
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Rosse vleermuis H !
Foeragerend
< !
Langsvliegend vliegroute
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
Almere Poort
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
Laatvlieger H !
Foeragerend
< !
Langsvliegend vliegroute
0
0,5 km
Van der Goes en Groot
Almere Poort geïnventariseerd gebied 2011
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
57
Almere Poort
58
Bijlage 5. Verspreidingskaart Bever
beversporen
# A
beverwaarneming
# A
beverwaarneming
# beverwaarneming A # beversporen A # A
# A
beverwaarneming beversporen
# A
± Verspreidingskaart 2011 Almere Poort © Dienst Kadaster en openbare registers, Apeldoorn
0
Bever # A
Bever (sporen of waarneming)
0,375 km
Van der Goes en Groot
ecologisch onderzoeks- en adviesbureau 2011-20 (deelrapport)
40560174-TDC 06-56231A
Specifieke magneetveldzone nabij hoogspanningslijnen in de gemeente Almere
Arnhem, 22 februari 2006 auteurs I. Tannemaat, M.A.M. Beerlage KEMA T&D Consulting
In opdracht van Gemeente Almere Dienst Stedelijke ontwikkeling Afdeling milieubeleid
KEMA Nederland B.V. Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem Postbus 9035, 6800 ET Arnhem T (026) 3 56 91 11 F (026) 3 89 24 77
[email protected] www.kema.com Handelsregister Arnhem 09080262
© KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden.
Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming van KEMA Nederland B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren (elektronische kopieën inbegrepen) van het document of een gedeelte daarvan. Het is verboden om dit document op enige manier te wijzigen, het opsplitsen in delen daarbij inbegrepen. In geval van afwijkingen tussen een elektronische versie (bijv. een PDF bestand) en de originele door KEMA verstrekte papieren versie, prevaleert laatstgenoemde. KEMA Nederland B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.
-3-
40560174-TDC 06-56231A
INHOUD blz.
SAMENVATTING
4
1
Inleiding
5
2
Uitgangspunten
6
3 3.1 3.2 3.3
Berekeningsresultaten Algemeen Modellering Resultaten specifieke magneetveldzones
7 7 7 7
4 4.1
Magnetische velden en gezondheidseffecten Referentieniveaus van ICNIRP en de Gezondheidsraad
9 9
4.2
Nieuw advies van de Nederlandse overheid omtrent wonen bij hoogspanningslijnen
11
Conclusie
13
5
Bijlage A
Mast 38- 50 380 kV-hoogspanningslijn Diemen-Lelystad-Ens
14
Bijlage B
Specifieke magneetveldzones voor velden tussen de masten 38 en 50
15
-4-
40560174-TDC 06-56231A
SAMENVATTING De gemeente Almere heeft KEMA verzocht om de specifieke magneetveldzones te berekenen voor de eerste tien velden vanaf het Gooimeer voor de 380 kV-hoogspanningslijn Diemen-Lelystad-Ens. Deze berekeningen zijn uitgevoerd conform de handreiking van het RIVM, behorende bij het in oktober 2005 door het Ministerie van VROM uitgebrachte advies omtrent hoogspanningslijnen. Het Ministerie van VROM adviseert om bij de vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen zoveel mogelijk te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in de specifieke magneetveldzone rond bovengrondse hoogspanningslijnen. Op basis van door TenneT aangeleverde detailinformatie van de hoogspanningslijn zijn de specifieke magneetveldzones berekend met behulp van een aantal softwarepakketten. De velden waarvoor de specifieke magneetveldzones zijn berekend betreffen die tussen de masten 38 en 50. Hieruit resulteerden de waarden voor twaalf magneetveldzones. Voor de velden tussen de masten 38 en 40 bedraagt de specifieke magneetveldzone aan de zijde van het zwarte circuit 110 meter en aan de zijde van het witte circuit 120 meter. Voor de velden tussen de masten 40 en 50 bedraagt de specifieke magneetveldzone 110 meter aan de zijde van het zwarte circuit en 125 meter voor de zijde van het witte circuit.
-5-
1
40560174-TDC 06-56231A
INLEIDING
In oktober 2005 heeft het Ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) een brief aan de Nederlandse gemeenten, provincies en elektriciteitsbedrijven gezonden met het nieuwe beleid ten aanzien van magneetvelden rond hoogspanningslijnen (hs-lijnen). Voor de gemeente Almere is dit aanleiding geweest om aan KEMA te verzoeken om de specifieke magneetveldzones van de hs-lijn Diemen-Lelystad-Ens voor de eerste tien velden vanaf het Gooimeer vast te stellen. Voor de berekende specifieke magneetveldzone geldt dat de magnetische veldsterkte veroorzaakt door deze lijnen buiten de zone kleiner is dan 0,4 µT. Deze rapportage geeft de resultaten van de door KEMA uitgevoerde berekeningen van de specifieke zones weer en geeft een achtergrondbeschouwing van gezondheidsaspecten door magnetische velden. Hierin wordt tevens het huidige advies van het Ministerie van VROM beschouwd.
-6-
2
40560174-TDC 06-56231A
UITGANGSPUNTEN
De berekeningen zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten: offerte d.d. 25 november 2005 met als onderwerp “Berekening specifieke zone DiemenLelystad”, KEMA-document TDC 05-54708A e-mail van 6 december 2005 van de heer C. Stuurman met een offerteaanpassing betreffende het aantal te berekenen velden en een prijsaanpassing advies van het Ministerie van VROM met betrekking tot hoogspanningslijnen met als kenmerk SAS/2005183118 bijlage 1 bij brief met advies met betrekking tot hoogspanningslijnen: “Nadere uitwerking van het advies van de Staatssecretaris van VROM met betrekking tot bovengrondse hoogspanningslijnen” handreiking van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor het berekenen van de specifieke 0,4 microTesla zone in de buurt van bovengrondse hoogspanningslijnen de veldsterkten zijn berekend op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld, conform het advies van het Ministerie van VROM -
de bodemweerstand is gesteld op 50 Ohm/meter de berekeningen zijn uitgevoerd met de volgende software pakketten: EFC-400 – Magnetic and Electric Field Calculation, versie 5.04 van Narda Safety Test Solutions CDEGS, versie 11.3.118 van Safe Engineering Services & Technologies ltd. ATP, versie oktober 2004 van European EMTP – ATP Users Group (EEUG).
De magnetische veldsterkte wordt uitgedrukt in Ampère per meter (A/m); de eenheid microTesla (µT) is de eenheid van de magnetische fluxdichtheid. In de praktijk wordt echter de magnetische fluxdichtheid beschouwd als maat voor de sterkte van het magnetische veld. Om verwarring te voorkomen wordt in dit rapport over magnetische veldsterkte gesproken (uitgedrukt in µT), daar waar de fluxdichtheid bedoeld wordt.
-7-
3
BEREKENINGSRESULTATEN
3.1
Algemeen
40560174-TDC 06-56231A
Alle voor de berekeningen van de specifieke zone benodigde gegevens zijn verkregen van TenneT. Deze informatie omvat: de ontwerpstroom, zoals die vermeld zal gaan worden in het capaciteitsplan 2005-2012 de fasevolgorde of klokgetallen van de circuits de geleidergegevens van fasen en bliksemdraden de mastbeelden die zijn toegepast in het berekende gedeelte van de lijn. De ontwerpstroom van de hoogspanningslijn is door TenneT bepaald op 3000 A per circuit.
3.2
Modellering
Het magnetisch veld wordt veroorzaakt door de stromen in de fasen- en bliksemgeleiders. Om de stromen in deze geleiders te kunnen vaststellen zijn op basis van de mastbeelden en de spanveldenschema’s de hs-lijn tussen de stations Diemen, Lelystad en Ens gemodelleerd. Met behulp van de softwaretools en de inputparameters is de hs-lijn doorgerekend en zijn de grootten en de fasehoeken van de stromen in de fasen en bliksemdraden per spanveld tussen twee masten bepaald. Op basis van de grootte en de bijbehorende fasehoeken van de stromen in de fase- en bliksemgeleiders zijn de specifieke magneetveldzones voor de spanvelden tussen de masten berekend.
3.3
Resultaten specifieke magneetveldzones
Voor de velden tussen de masten 38 en 50 zijn de specifieke magneetveldzones berekend. Voor de berekende resultaten wordt verwezen naar bijlage B. In de tabellen zijn voor ieder spanveld tussen de masten, de stromen en de fasehoeken in de fase- en bliksemgeleiders gegeven. Tevens is per circuit (zwart en wit) de afstand tussen het hart van de hs-lijn en de 0,4 µT-grens gegeven. Overeenkomstig de handreiking van RIVM is de waarde afgerond voor het vaststellen van de specifieke magneetveldzone. Deze waarde is onderaan in de tabel vermeld. In de onderstaande tabel 1 is het overzicht van de specifieke magneetveldzones gegeven voor de spanvelden tussen de masten 38 en 50.
-8-
Tabel 1
40560174-TDC 06-56231A
Resumé specifieke magneetveldzones velden 38-50
Spanveld tussen de masten
Circuit Zwart [m]
Circuit Wit [m]
Spanveld tussen de masten
Circuit Zwart [m]
Circuit Wit [m]
38 - 39
110
120
44 - 45
110
125
39 - 40
110
120
45 - 46
110
125
40 - 41
110
125
46 - 47
110
125
41 - 42
110
125
47 - 48
110
125
42 - 43
110
125
48 - 49
110
125
43 - 44
110
125
49 - 50
110
125
Geconcludeerd kan worden dat voor de velden tussen de masten 38 en 40 de specifieke magneetveldzone 110 en 120 meter bedraagt. Voor de velden 40 en 50 bedraagt de specifieke magneetveldzone 110 en 125 meter.
-9-
4
40560174-TDC 06-56231A
MAGNETISCHE VELDEN EN GEZONDHEIDSEFFECTEN
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de referentieniveaus (ook wel “adviesgrenswaarden” genoemd) van verschillende instanties, gericht op blootstelling van de bevolking aan 50 Hz magnetische velden, bijvoorbeeld van hoogspanningslijnen. Daarnaast wordt kort ingegaan op de vraag of langdurige blootstelling aan relatief zwakke magnetische velden (boven 0,4 µT) van hoogspanningslijnen leukemie bij kinderen kan veroorzaken. Deze vraag veroorzaakt ook in Nederland veel onrust bij mensen die in de buurt van hoogspanningslijnen wonen en werken. Tevens wordt aangegeven wat het huidige beleid van de Nederlandse overheid is met betrekking tot bebouwing bij hoogspanningslijnen.
4.1
Referentieniveaus van ICNIRP en de Gezondheidsraad
Om mensen te beschermen tegen acute effecten van sterke elektrische en magnetische velden, hebben verschillende instanties adviezen uitgebracht over de maximaal toegestane stroomdichtheid in het lichaam (basisbeperkingen) en de daaraan gekoppelde praktisch toepasbare referentieniveaus voor elektrische en magnetische velden. Omdat in de praktijk elektrische velden goed kunnen worden afgeschermd (door bijvoorbeeld muren) èn ze niet met ziekten in verband worden gebracht, blijft dit rapport beperkt tot magnetische velden. ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection) is een internationale commissie die adviseert aan internationale overheden en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) over de blootstelling van mensen aan elektrische en magnetische velden. In 1998 heeft ICNIRP een advies gepubliceerd over deze kwestie. Het advies van ICNIRP is in 1999 overgenomen door de Raad van de Europese Unie als aanbeveling aan haar lidstaten. De Commissie ELF elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad adviseert de Nederlandse overheid over blootstelling aan (elektrische en) magnetische velden. In het advies van de Gezondheidsraad, gepubliceerd in maart 2000, zijn tevens de voorstellen van ICNIRP voor basisbeperkingen en referentieniveaus in beschouwing genomen. De referentieniveaus van de Gezondheidsraad wijken op een aantal punten licht af van die van ICNIRP, maar liggen wel in dezelfde ordegrootte. In tabel 2 zijn de door ICNIRP en de Gezondheidsraad voorgestelde referentieniveaus voor blootstelling van de algemene bevolking aan 50 Hz magnetische velden weergegeven.
- 10 -
Tabel 2
40560174-TDC 06-56231A
Voorgestelde referentieniveaus ter voorkoming van acute effecten
Referentieniveaus 50 Hz
Magnetische veldsterkte [µT]
ICNIRP referentieniveau algemene bevolking
gehele lichaam
100
gehele lichaam
120
alleen ledematen *
360
Gezondheidsraad referentieniveau algemene bevolking
* De Gezondheidsraad gaat er vanuit dat ledematen een hogere stroomdichtheid kunnen verdragen dan de rest van het lichaam. Bij blootstelling van uitsluitend ledematen aan een magnetisch veld staat de Gezondheidsraad dan ook een hogere veldsterkte toe. ICNIRP maakt dit onderscheid niet.
Bovengenoemde adviezen zijn opgesteld ter voorkoming van acute effecten van sterke velden. Bij veldsterkten lager dan deze referentieniveaus is het optreden van dergelijke acute effecten uitgesloten. ICNIRP en de Gezondheidsraad hebben tevens gekeken naar effecten die kunnen optreden bij langdurige blootstelling aan zwakke velden (i.e. beneden de referentieniveaus). De resultaten van een aantal epidemiologische studies (bevolkingonderzoeken) wijzen op een mogelijke verdubbeling van de kans op leukemie bij kinderen wanneer de blootstelling aan magnetische velden van hoogspanningslijnen gemiddeld hoger is dan circa 0,4 µT. Dit mogelijke risico wordt echter niet ondersteund door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar een biologisch/medisch mechanisme: er is geen verklaring hoe magnetische velden leukemie kunnen veroorzaken of verergeren. Een oorzakelijk verband is dus niet aangetoond. Voor magnetische velden is voor andere ziekten of aandoeningen geen enkele consistente epidemiologische of laboratoriumwetenschappelijke aanwijzing gevonden. Voor elektrische velden is geen enkele epidemiologische of laboratoriumwetenschappelijke aanwijzing gevonden, met welke ziekte of aandoening dan ook. Zowel ICNIRP als de Gezondheidsraad zien in de resultaten van het tot nu toe uitgevoerde onderzoek onvoldoende aanleiding om hun referentieniveaus te verlagen: zij vinden de epidemiologische aanwijzingen ten aanzien van leukemie bij kinderen te onzeker.
- 11 -
4.2
40560174-TDC 06-56231A
Nieuw advies van de Nederlandse overheid omtrent wonen bij hoogspanningslijnen
In oktober 2005 heeft staatssecretaris Van Geel van het Ministerie van VROM een brief met verklarende bijlage gestuurd aan gemeenten, provincies en elektriciteitsbedrijven in Nederland. In deze brief wordt het nieuwe advies van de Nederlandse overheid met betrekking tot hoogspanningslijnen uiteengezet. Dit advies luidt (citaat uit de brief): “Op basis van het voorgaande adviseer ik u om bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microTesla (de magneetveldzone).” Dit advies geldt voor de combinatie van: + nieuwe situaties: nieuwe woningen/scholen/crèches/kinderdagverblijven bij bestaande
+ +
+
hoogspanningslijnen of nieuwe hoogspanningslijnen bij bestaande woningen e.d. “Nieuwe situaties” zijn vaststellingen of wijzigingen in streek- of bestemmingsplannen of tracés van hoogspanningslijnen blootstelling van kinderen (0 tot 15 jaar): dit geldt voor “gevoelige bestemmingen”. Gevoelige bestemmingen zijn woningen, scholen, crèches en kinderdagverblijven langdurige blootstelling: dit geldt voor de hierboven genoemde gevoelige bestemmingen. Andere locaties waar kinderen verblijven gelden niet als gevoelige bestemmingen; dit zijn bijvoorbeeld sportvelden, speeltuinen, zwembaden e.d. bovengrondse hoogspanningslijnen: het advies geldt alleen voor bovengrondse hoogspanningslijnen, niet voor andere magneetveldbronnen zoals ondergrondse hoogspanningskabels, het distributienet (distributiekabels, onderstations en transformatorhuisjes), elektrische apparaten en velden van zendinrichtingen (mobiele telefonie, radio en televisie).
Voor alle andere situaties houdt de Nederlandse overheid de aanbeveling van de Europese Commissie uit 1999 aan. Dit houdt in dat voor alle andere situaties het referentieniveau van ICNIRP (100 µT) wordt gevolgd (zie tabel 2).
- 12 -
40560174-TDC 06-56231A
De magneetveldzone is de strook grond die zich aan beide zijden langs de hoogspanningslijn uitstrekt en waarbinnen de magnetische veldsterkte gemiddeld over een jaar hoger dan 0,4 µT is of in de toekomst kan worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in twee typen zones rond een hoogspanningslijn: de indicatieve zone: dit is de breedte van de magneetveldzone op basis van een aantal conservatieve aannamen (de vanuit magneetveldoogpunt voor de Nederlandse situatie meest ongunstige mastvorm, masthoogte, capaciteit (stroomsterkte) en continue belasting. de specifieke zone: dit is de breedte van de magneetveldzone die berekend is voor een specifieke lijn, dus met de juiste kenmerkende eigenschappen van de lijn. Omdat de stroomsterkte over een jaar varieert, is bij het advies van VROM een handreiking gevoegd waarmee de specifieke magneetveldzone berekend kan worden. Volgens het advies van de staatssecretaris moeten de ontwerpstroomsterkten van iedere hoogspanningslijn in Nederland ingediend zijn bij de Directie Toezicht Energie (DTe), in de vorm van een Capaciteitsplan 2005-2012. Verwacht wordt dat deze gegevens medio 2006 publiekelijk beschikbaar zullen zijn. Voor de berekening van de specifieke magneetveldzone van een 380 kV- of een 220 kVhoogspanningslijn moet als uitgangspunt voor de stroomsterkte 30% van de hierboven genoemde ontwerpstroomsterkte worden gehanteerd. Voor de specifieke magneetveldzone van een hoogspanningslijn in een regionaal net (150 kV, 110 kV of 50 kV) moet worden uitgegaan van 50% van de ontwerpstroomsterkte.
- 13 -
5
40560174-TDC 06-56231A
CONCLUSIE
Op basis van de informatie van TenneT zijn de specifieke magneetveldzones berekend voor de velden tussen de masten 38 en 50 van de 380 kV-hoogspanningslijn Diemen-LelystadEns. De specifieke magneetveldzone voor de velden tussen de masten 38 en 40 bedraagt voor de zijde van het zwarte en witte circuit respectievelijk 110 en 120 meter. Voor de velden tussen de masten 40 en 50 bedraagt voor circuit zwart de specifieke magneetveldzone 110 meter en voor circuit wit 125 meter. Voor meer nauwkeurige waarden van de 0,4 µT-grens met bijbehorende stromen in de fasen- en bliksemgeleiders wordt verwezen naar bijlage B.
- 14 -
40560174-TDC 06-56231A
Bijlage A MAST 38- 50 380 KV-HOOGSPANNINGSLIJN DIEMEN-LELYSTAD-ENS
Circuit Zwart
Circuit Wit
Mast 50
Mast 38
- 15 -
40560174-TDC 06-56231A
Bijlage B SPECIFIEKE MAGNEETVELDZONES VOOR VELDEN TUSSEN DE MASTEN 38 EN 50 ZWART Veld mast 38 - mast 39
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.19
-169.62
898.82
-173.64
Stroom in fase 2
926.98
66.04
901.81
64.66
Stroom in fase 3
887.23
-56.95
898.88
-54.99
Bliksemdraadstroom
103.13
70.83
66.37
28.96
Veldlengte [m]
400
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
25.21
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 39 - mast 40
-107.2
118.6
-110
120
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.25
-169.60
898.85
-173.62
Stroom in fase 2
926.98
66.06
901.80
64.68
Stroom in fase 3
887.27
-56.93
898.95
-54.97
Bliksemdraadstroom
104.17
70.71
67.32
29.41
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
26.94
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 40 - mast 41
-107.0
119.0
-110
120
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.32
-169.58
898.87
-173.60
Stroom in fase 2
926.97
66.09
901.80
64.71
Stroom in fase 3
887.32
-56.90
899.02
-54.94
Bliksemdraadstroom
105.65
70.87
68.13
29.33
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m] 0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
20.94
-108.4
120.6
-110
125
- 16 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART Veld mast 41 - mast 42
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.38
-169.55
898.90
-173.58
Stroom in fase 2
926.97
66.11
901.80
64.73
Stroom in fase 3
887.36
-56.88
899.09
-54.92
Bliksemdraadstroom
107.07
71.06
68.87
29.26
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.94
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 42 - mast 43
-109.2
121.8
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.45
-169.53
898.93
-173.55
Stroom in fase 2
926.97
66.13
901.80
64.75
Stroom in fase 3
887.40
-56.85
899.15
-54.89
Bliksemdraadstroom
107.97
71.05
69.58
29.73
Veldlengte [m]
375
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.94
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 43 - mast 44
-109.2
122.0
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.51
-169.51
898.95
-173.55
Stroom in fase 2
926.96
66.16
901.80
64.75
Stroom in fase 3
887.44
-56.83
899.22
-54.89
Bliksemdraadstroom
108.33
70.85
70.31
30.69
Veldlengte [m]
365.47
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
15.67
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
-109.2
122.4
-110
125
- 17 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART Veld mast 44 - mast 45
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.57
-169.49
898.98
-173.53
Stroom in fase 2
926.96
66.18
901.80
64.78
Stroom in fase 3
887.48
-56.81
899.29
-54.87
Bliksemdraadstroom
107.67
70.26
71.22
32.65
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.37
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 45 - mast 46
-109.2
122.8
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.64
-169.47
899.01
-173.51
Stroom in fase 2
926.96
66.20
901.80
64.80
Stroom in fase 3
887.53
-56.78
899.36
-54.85
Bliksemdraadstroom
109.86
71.00
71.33
31.61
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 46 - mast 47
-109.2
123.0
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.70
-169.45
899.03
-173.49
Stroom in fase 2
926.96
66.23
901.80
64.82
Stroom in fase 3
887.57
-56.76
899.43
-54.82
Bliksemdraadstroom
110.53
71.13
71.72
32.10
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m] 0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
14.27
-109.0
123.2
-110
125
- 18 -
40560174-TDC 06-56231A
ZWART Veld mast 47 - mast 48
[A]
WIT
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.77
-169.43
899.06
-173.47
Stroom in fase 2
926.96
66.25
901.80
64.85
Stroom in fase 3
887.61
-56.74
899.50
-54.80
Bliksemdraadstroom
111.15
71.30
72.02
32.60
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 48 - mast 49
-109.0
123.4
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.83
-169.40
899.09
-173.45
Stroom in fase 2
926.95
66.28
901.80
64.87
Stroom in fase 3
887.65
-56.71
899.57
-54.77
Bliksemdraadstroom
111.71
71.50
72.23
33.11
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m]
14.27
0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
Veld mast 49 - mast 50
-109.0
123.6
-110
125
ZWART
WIT
[A]
[°]
[A]
[°]
Stroom in fase 1
885.90
-169.38
899.11
-173.42
Stroom in fase 2
926.95
66.30
901.80
64.90
Stroom in fase 3
887.70
-56.69
899.64
-54.75
Bliksemdraadstroom
112.21
71.74
72.35
33.65
Veldlengte [m]
385
Min. hoogte geleider bij 10°C [m] 0,4 µT grens [m] Specifieke zone [m]
14.27
-108.8
123.8
-110
125
Reactie_Tennet_dd_1_februari_2008_magneetveldsterkte.txt -------------------------------------------------------------------------------Van: Jong, Cees de [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 1 februari 2008 14:28 Aan: Jong A (Albert) Onderwerp: uw brief d.d 27 november 2007;kenmerk dso/2007/4976ds Geachte heer Jong, Hierbij bevestig ik ons telefonisch overleg met als resultaat a.. Berekening magneetveldzone tussen mast 41 en 43 hoeft niet te worden aangepast ( zie brief Kema) b.. Berekening voor Fantasiestrand tussen masten 53 en 54 is niet nodig is een bestaande situatie waar 0,4 Tesla niet aan de orde is zolang het Bp niet wordt aangepast.
Met vriendelijke groet, TenneT TSO
B.V.
C. de Jong Hoofd Grondzaken Afd: ION GRZ Tel: 026-3731256 Fax: 026-3731295 e-mail:
[email protected] internet: www.tennet.org ******************************************************************************** ****************** All information contained in this message is confidential and privileged to us and may not be distributed or copied to any person other than the addressee without our prior written consent. If you receive this information unintentionally, please inform us immediately. Although every effort has been made to ensure that all information displayed in this email is accurate and complete, we cannot accept any liability whatsoever for any errors, inaccuracies or omissions or for any loss resulting directly or indirectly from the recipient's reliance on this information. ******************************************************************************** ******************
Pagina 1
Retail Park Almere Poort Context en effecten
Zoetermeer, juni 2011 Versie 3
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Het concept Retail Park
6
2.1
Omschrijving
6
2.2
Referentiecentra
6
2.3
Plein Westermaat Hengelo
7
2.4
Conclusies voor Retail Park Almere Poort
8
3
De context van de marktontwikkelingen
10
3.1
Inleiding
10
3.2
De ontwikkeling van internetshoppen
11
3.3
Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging
12
3.4
De conjuncturele ontwikkeling
13
3.5
Overcapaciteit winkelruimte
13
3.6
Relevantie voor Almere
13
4
De detailhandel van Almere
15
4.1
Inleiding
15
4.2
De aanbodontwikkeling 2000 - 2011
15
4.3
Branchering aanbod Almere
15
4.4
Voorbereiding detailhandelsnota Almere
18
5
Almere Poort
20
5.1
De ontwikkeling van het stadsdeel
20
5.2
Thematische retail in Olympiakwartier Oost
20
5.3
Retail Park Almere Poort
21
5.4
Marktpotentie Retail Park Almere Poort
22
5.5
Economische effecten
22
6
Conclusies
24
6.1
Hoofdvragen
24
6.2
Context van de ontwikkeling van het Retail Park in Almere
24
6.3
Context van de marktontwikkeling
25
6.4
Marktruimte van het retail park Almere
26
6.5
Economische effecten van het Retail Park Poort
26
Bijlage I
Ontwikkeling aanbod winkelaanbod 2000-2010
27
Bijlage II Uitbreidingsplannen 2009 - 2015
29
Bijlage III PDV – GDV locaties in aanbouw
30
Bijlage IV Plannen voor PDV – GDV locaties
31
Bijlage V
33
Bepaling marktruimte Almere 2011
Bijlage VI Voorbeeldbranches binnen thema sport, spel en vrije tijd
35
3
4
1
Inleiding
Eind maart 2011 hebben de Gemeente Almere, Dura Vermeer Vastgoed en TCN bekend gemaakt in 2011 het Retail Park Almere Poort te ontwikkelen. Dit Retail Park bestaat uit 30.000 m² bvo winkels en 5.000 m² horeca en leisure. Omdat er nogal wat bezwaren worden verwacht heeft de Gemeente Almere behoefte aan een ruimtelijke onderbouwing van het Retail Park Almere Poort. Om die reden heeft de Gemeente aan Henk Gianotten van Panteia een advies plus een onderbouwing gevraagd. Het advies zal moeten aangeven in welke context het Park wordt ontwikkeld, welke marktruimte daarvoor aanwezig is en welke effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van de gemeente Almere (en eventueel op de regio) zijn te verwachten. De hoofdvragen van de gemeente luiden als volgt: − in welke context wordt het Retail Park Almere Poort ontwikkeld? Tot deze context behoort zowel het beleidskader, het concurrentieveld in de regio als de conceptuele invulling van het plan voor het Retail Park; − welke marktruimte is daarvoor aanwezig? − Wat zijn de effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van de gemeente Almere? − Hoe past de ontwikkeling van het Retail Park in de algemene economische ontwikkeling, met name ook met het oog op de ontwikkeling van de detailhandelsbestedingen, demografische ontwikkeling en de internetontwikkeling? Het advies betreft niet de haalbaarheid of de gewenste branchering van het Retail Park. De omvang en het thema ‘sport, spel en vrije tijd’ van Retail Park Almere Poort zijn opgenomen in het bestemmingsplan van Almere Poort (maart 2007). In dit kader heeft de Gemeente Almere een privaatrechtelijke overeenkomst met TCN om het Retail Park in Almere Poort te ontwikkelen. Vervolgens is het aan de ontwikkelaars om tot invulling van het Retail Park te komen binnen het thema ‘sport, spel en vrije tijd’.
5
2
Het concept Retail Park
2.1
Omschrijving Een Retail Park is een centrum van grootschalige winkels, meestal gevestigd op een goed bereikbare locatie aan de rand van de stad en bestemd voor doelgericht consumentenbezoek. Omdat een Retail Park appelleert aan gemak, beschikt het behalve over een uitstekende bereikbaarheid over ruime parkeergelegenheid en voldoende ruimte voor laden en lossen voor de winkels. De kern van het aanbod bestaat doorgaans uit de branches elektronica, wonen, sport en speelgoed. Aan de bezoekers wordt ook horecagelegenheid geboden. Verwacht mag worden dat het Retail Park in Poort de koopkrachttoevloeiing naar Almere zal vergroten.
2.2
Referentiecentra 2 . 2 . 1 C o nc en tra t ie s g ro ots cha l ig e d eta i l ha n de l Retail Parken zijn concentraties van grootschalige winkels ook wel behorend tot de traditionele PDV-branches (wonen, doe-het-zelf, tuincentra) of tot de dagelijkse sector (megasupermarkt). Branches die ook steeds vaker op perifere clusters zijn te vinden zijn sport & spel, bruin- en witgoed en huishoudelijke artikelen. Als gevolg van het huidige detailhandelsbeleid zijn de verschillen tussen PDV- en GDV-locaties aan het vervagen. Retailparken (of vergelijkbare concentraties van grootschalige winkels) zijn onder meer gevestigd in Rotterdam (Megastores Alexandrium II omvang ca 23.000 m² wvo en Woonmall Alexandrium III ca 52.000 m² wvo), Maxis Muiden (ca 20.000 m² wvo), Plein Westermaat in Hengelo (ca 24.700 m² wvo) met Ikea (ca 23.000 m² wvo), Retail Park Roermond (ca 37.000 m² wvo), Woonboulevard Breda (ca 32.000 m² wvo), Alkmaar Overstad (ca 77.000 m² wvo), Vaanpark Barendrecht met IKEA (ca 38.000 m² wvo) en Reijerwaard en Cornelisland Barendrecht (ca 38.000 m² wvo). De verschillen in omvang van dergelijke winkelconcentraties wordt overwegend bepaald door de hoeveelheid winkelmeters in de woonbranche. 2 . 2 . 2 R e f er en t ie g eg ev en s Van grootschalige retailconcentraties zijn beperkt referentiegegevens beschikbaar: − Woonboulevard Breda herbergt voornamelijk woonzaken (waaronder IKEA en Prénatal) en keukenwinkels, aangevuld met electronicawinkels (BCC, de Harense Smit en Media Markt). Van de bezoekers woonboulevard Breda komt 45% uit Breda, 20% uit West-Brabant, 17% uit de rest van Brabant, 6% uit Zuid-West Nederland excl. West Brabant, 9% uit overig Nederland en 2% uit België (Economische Barometer Breda, 2005). De helft van de bezoekers aan de woonboulevard komt er slechts één of enkele keren per jaar. Van alle bezoekers verblijft 87% er minder dan 2 uur. Van alle bezoekers combineert 21% een bezoek aan de woonboulevard met een bezoek aan de binnenstad. Het bezoekmotief is overwegend doelgericht op een bepaalde winkel (IKEA, Media Markt of BCC) en mindere mate woonwinkelen. De winkeliers noemen als sterke punten van de woonboulevard de bereikbaarheid en het parkeergemak en de aanwezigheid van trekkers;
6
− Maxis Muiden heeft een omvang van ca. 15.000 m² wvo, waarvan ca 6.000 in de dagelijkse sector en 9.000 m² wvo in de niet-dagelijkse sector. Vanwege het uitgebreide dagelijkse aanbod is het jaarlijkse aantal bezoekers hoog (5 miljoen bezoekers; Retail Structuurvisie Gooi- en Eemland, 2006). Meer gegevens zijn beschikbaar van retail park Plein Westermaat in Hengelo. Vooral ook vanwege het kort geleden beschikbaar gekomen koopstroomonderzoek Overijssel.
2.3
Plein Westermaat Hengelo Plein Westermaat in Hengelo is eveneens door TCN ontwikkeld en heeft een omvang van ca 48.000 m² wvo, waarvan 23.000 m² wvo in beslag wordt genomen door de belangrijkste trekker IKEA. Het Retail Park is hoofdzakelijk gericht op woninginrichting, sport en spel en electro. Er zijn op Westermaat winkels in de woonbranche (IKEA, Prenatal en Beter Bed), doe-het-zelf (Praxis), bruin- en witgoed (Media Markt en BCC), sport en spel (intertoys en Toys XL), een McDonald en een fitnesscentrum (Fit for Free) gevestigd. Het Plein ligt aan de noordkant van de A1 en is in 2004 geopend. Aan de zuidzijde van de A1 ligt een PDVcluster met onder meer vestigingen van Leen Bakker, Brugman Keukens, Kwantum, Meubel Direct, Carpetright en Kwantum. Vooral de IKEA zorgt voor een hoge toevloeiing van bestedingen naar Hengelo. Voor de niet-dagelijkse aankopen is de koopkrachtbinding 71% en de toevloeiing 54% (Koopstroomonderzoek, 2010). Vooral voor de artikelgroepen woninginrichting (70%) en electro (65%) is de toevloeiing naar Hengelo hoog. Voor huishoudelijke artikelen is de binding 52%. De belangrijkste herkomstgebieden van de toevloeiing zijn Enschede en Almelo. Van de totale toevloeiing naar Hengelo uit Duitsland in de niet-dagelijkse sector kwam in 2005 87% voor rekening van Plein Westermaat (KvK Hengelo). Het Plein is zeer goed bereikbaar vanuit de regio. Volgens een ouder onderzoek uit 2004 combineert 20% van de Duitse bezoekers een bezoek aan Westermaat met een bezoek aan de binnenstad van Hengelo (Architectuur Lokaal, nr 48 maart 2005). Volgens het meest recente koopstromenonderzoek Overijssel (Provincierapport Overijssel, september 2010) heeft de komst van Plein Westermaat zowel effecten gehad op het verzorgingsgebied van deze stad Hengelo zelf als op dat van de omliggende steden. Het Plein heeft vooral het draagvlak van de Gemeente Hengelo vergroot. Na de centra van Zwolle, Enschede, Apeldoorn en Emmen is Plein Westermaat het vijfde koopcentrum van Overijssel. De omzet van Westermaat is in het koopstroomonderzoek 2010 geschat op € 145 miljoen (in 2005 € 142 miljoen) en overtreft daarmee de omzet van de binnenstad van Hengelo (€ 106 miljoen in 2010 en € 197 miljoen in 2005). In Hengelo zijn de bestedingen in de binnenstad (evenals in andere binnensteden van Overijssel) in de afgelopen vijf jaar afgenomen. Als verklarende factoren worden hiervoor in het koopstroomonderzoek de verschuiving van kooporiëntatie naar winkellocaties buiten het centrum, naar middelgrote kernen, en een minder grote toevloeiing vanuit Duitsland genoemd. In 2009 is de vloerproductivitet van IKEA door DHV geraamd op € 2.700 per m² (DHV, juni 2009). De omzet van IKEA Hengelo kan van hieruit geraamd worden op ruim € 62 miljoen per jaar. Uitgaande van een omzet van € 145 miljoen per jaar van heel Westermaat, bedraagt de omzet van Westermaat exclusief IKEA circa € 83 miljoen op jaarbasis. Hiervan uitgaande zou Westermaat exclusief IKEA een (zeer hoge) vloerproductiviteit behalen van 3.360 euro per m². Volgens
7
marktbronnen trekt Westermaat jaarlijks 3,5 miljoen bezoekers. Dit betekent dat de gemiddelde besteding per bezoeker bij IKEA € 17,71 per jaar bedraagt en in het overige retail park € 23,71 per jaar. In de niet-dagelijkse sector komt 46% van de omzet van de detailhandel in Hengelo van inwoners van Hengelo. Van de omliggende gemeenten hebben Enschede (9%), Hof van Twente (7%), Borne en Almelo (beiden 6%), Oldenzaal (4%), Dinkelland en Berkelland (beiden 3%), Haaksbergen, Rijssen-Holten, Deventer en Wierden (allen 2%) en Tubbergen, Hellendoorn, Twenterand en Losser (allen 1%) gezamenlijk een omzetaandeel van 50%. De resterende omzet (rond 5%) komt van elders. Dit betekent dat 46% van de omzet uit de eigen stad komt, 46% uit de regio binnen een straal van 30 autominuten en maximaal 8% uit een gebied op een reisafstand van meer dan 30 autominuten.
2.4
Conclusies voor Retail Park Almere Poort Uit de referentiebeelden blijkt, dat retail parken ruim 90% van de omzet verkrijgen uit een gebied met een straal van maximaal 30 autominuten rond de locatie. Ongeveer de helft van de omzet komt uit de eigen gemeente. Wanneer deze referentiegegevens ook voor Almere worden aangehouden, kan Almere – met 191.495 inwoners in 2011 – als het primaire verzorgingsgebied worden gezien. Door Locatus (Haalbaarheidsanalyse Almere Olympiakwartier, december 2007) is het secundaire verzorgingsgebied binnen een straal van 30 autominuten van Retail Park Almere Poort in kaart gebracht (zie figuur 1). Hierbij is door Locatus rekening gehouden met de concurrentie vanuit Amsterdam in westelijke richting en met de partiële oriëntatie van inwoners van Biddinghuizen en Zeewolde op Almere. Binnen dit secundaire verzorgingsgebied wonen iets meer dan 1 miljoen inwoners. Figuur 1
8
Secundair verzorgingsgebied Retail Park Almere Poort
De gemiddelde besteding kan worden geraamd op een bedrag van rond € 24, per bezoeker, per jaar. Retail parken met een IKEA of een ruim aanbod in de dagelijkse sfeer zullen jaarlijks meer bezoekers aantrekken, dan retail parken die hierover niet kunnen beschikken. De ontwikkelaars gaan uit van anderhalf tot 2 miljoen bezoekers per jaar, waarvan de helft afkomstig is uit Almere en de andere helft uit het secundaire verzorgingsgebied. Bij 2 miljoen bezoekers en een gemiddelde besteding van 24 euro per bezoek, bedraagt het omzetpotentieel 48 miljoen euro per jaar. Een bezoekersaantal van 2 miljoen per jaar zou betekenen dat inwoners van Almere gemiddeld genomen iets meer dan 5 keer per jaar een bezoek brengen aan het retail park in Poort en inwoners uit het secundaire verzorgingsgebied gemiddeld één keer per jaar. Een lager bezoekersaantal dan het geval is bij de retail parken in Muiden en Hengelo is plausibel vanwege de afwezigheid van de dagelijkse sector en IKEA. Toch lijkt het aantal bezoekers van anderhalf tot 2 miljoen per jaar aan de lage kant. Hier zal in hoofdstuk 4.4 verder op worden ingegaan.
9
3
De context van de marktontwikkelingen
3.1
Inleiding
Nieuwe projectontwikkelingen moeten vandaag de dag meer en beter in de context van de marktontwikkelingen worden beoordeeld. Uit een recent rapport Reail2020 van Q&A (2010, pagina 20) is het volgende citaat: ‘Als in 2020 een vijfde, een kwart of wel meer van alle detailhandelsaankopen via het internet zijn weg naar de consument vindt, gaat dit zijn weerslag krijgen op het aantal winkels. Je hebt immers niet meer winkels nodig voor minder handel. Ten opzichte van vandaag kan dit zomaar betekenen dat je zo’n 20% minder winkels nodig hebt in een binnenstad.’ Het onderzoek van Q&A leidde in de pers tot veel aandacht. Overwegend werd het verband gelegd tussen de groei van de internetaankopen en het verdwijnen van vierkante meters verkoopvloeroppervlakte. Zo berichtte De Stem op 22-112010 in een interview met Q&A-onderzoeker Quix en CBW/Mitex-voorzitter Meerman dat ‘de sector nog minstens een vijfde van de omzet verliest aan internetshops’. En verder over de binnensteden dat ’de hoofdwinkelstraten blijven bestaan, maar de zaken in de aanlooproutes vertrekken’ en dat ‘gemeentebesturen er goed aan doen een streep te halen door alle nieuwbouwplannen.’ Hoe moet hier tegenaan worden gekeken en welke nuanceringen kunnen worden aangebracht? Het betreft behalve de internetontwikkeling de volgende achterliggende problematieken: − Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging; − De conjunctuur; − Het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte. Hieraan voorafgaand kunnen 2 andere – meer algemene nuanceringen worden gegeven. In de eerste plaats is bij ontwikkelingen als vergrijzing, overcapaciteit van winkelruimte, omzetverlies en leegstand, altijd sprake van grote regionale verschillen. Wat zich in het Zuiden van het land voordoet hoeft helemaal niet te gelden voor het Westen, Noorden of Oosten van het land. Ook zijn er vaak verschillen tussen steden of winkelgebieden. Zo kunnen sterke steden meer hebben dan zwakke steden. In de tweede plaats moet bij alle toekomstvoorspellingen bedacht worden dat er een groot verschil is tussen scenario’s en prognoses. Een prognose geeft op een bepaald moment in de tijd een beeld van de meest waarschijnlijke toekomst. De bewering dat in 2020 het marktaandeel van de internetverkopen in de detailhandelsomzet 20% zal zijn, is een prognose. Met scenario’s naar de toekomst kijken gaat anders. Bij scenario’s wordt rekening gehouden met een set van mogelijke toekomsten. Welke toekomst werkelijkheid wordt is onzeker, maar wordt mede bepaald door de onderliggende dimensies van de scenario’s. Scenario’s hebben altijd enkele dimensies. Die dimensies worden bijvoorbeeld in geval van de toekomst van internetshoppen bepaald door het antwoord op de vraag: “Wat bepaalt het marktaandeel van internetwinkels in 2020?” Twee belangrijke variabelen zullen daarop van invloed zijn: het consumentengedrag (bijvoorbeeld de ontwikkeling naar conveniencegericht versus experiencegericht winkelen) en het winkeliersgedrag (cross-channel wel versus niet succesvol). Afhankelijk van posities in deze dubbele dichotomie zou het internetaandeel in de detailhandelsbestedingen in 2020 kunnen variëren tussen bijvoorbeeld 6 en 20%. Belangrijk is, dat scenario’s laten zien dat de detailhandelssector zelf van invloed is op de toe-
10
komstige ontwikkeling. Ook laten scenario’s zien dat andere stakeholders van invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling. Zo kunnen gemeenten veel bijdragen aan het genot dat consumenten ervaren tijdens een dagje winkelen in de binnenstad. Ook de toepassing van technologische oplossingen in fysieke winkels draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de winkels.
3.2
De ontwikkeling van internetshoppen
De technologische ontwikkeling – waaronder internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen en boodschappen doen. Winkelen is 24 uur per dag mogelijk, via meerdere kanalen en de afhankelijkheid van fysieke winkels verdwijnt. Consumenten zullen meerdere kanalen naast elkaar gebruiken waarbij de real time digitale kanalen een groot deel van de informatiefunctie gaan overnemen. Daarnaast zullen er vele nieuwe technologische toepassingen worden ontwikkeld die evenzeer de mogelijk hebben om in store de functie van fysieke winkels te vergroten en de winkelfunctie te versterken. In 2010 was de internetomzet ruim € 8 miljard. In 2009 was dat € 6,5 miljard en voor het gemak wordt dit wel 8½ % van de detailhandelsomzet genoemd. Nu komt van die internetbestedingen meer dan de helft voor rekening van reizen (2,3 miljard), verzekeringen (0,5 miljard) en abonnementen (0,6 miljard). Deze dienstencategorieën worden niet meegerekend in de detailhandelsomzet van ruim € 83 miljard in 2009. Indien hiermee wel rekening wordt gehouden, was het marktaandeel van Internet in de detailhandelsbestedingen in 2009 rond 4%. Er zijn grote verschillen per sector. Van de dagelijkse sector wordt een half procent via Internet gekocht, van huis- en tuinartikelen 1,8%, van kleding en schoenen 3½, van boeken, CD’s en games 10% en van bruin- en witgoed 17%. Vooral de bestedingscategorieën boeken, CD’s en games en bruin- en witgoed zijn gevoelig voor internetaankopen. Internationaal gezien vertoont het internetshoppen een behoorlijke groei. Qua groei is Nederland met Duitsland en het VK koploper. In Duitsland is het aandeel van internetshoppen in de totale detailhandelsbestedingen (in 2010) 4,7% en in de Verenigde Staten 4,2%. Een aantal bestedingscategorieën is (ook internationaal gezien) minder gevoelig voor internetaankopen: levensmiddelen, tuinartikelen, woninginrichtingartikelen en in mindere mate kleding en schoenen. Vanaf het begin van de internetontwikkeling ruim 10 jaar geleden was al duidelijk welke kant het op zou gaan. Vooral homogene merkartikelen (zoals elektronica, waarvoor alleen de prijs een differentiërend productkenmerk is) en producten met een hoog informatiegehalte, zoals boeken, beeld- en geluidsdragers en reizen verkopen goed via Internet. Wanneer – bijvoorbeeld voor het jaar 2020 - percentages van 20% worden genoemd als internetaandeel in de detailhandelsbestedingen, moet dit gezien worden als marktaandeel in de non-food verkopen, dus in de niet-dagelijkse bestedingen. Het blijft lastig dit soort voorspellingen te beoordelen. Dit blijkt ook uit eerdere voorspellingen. Maurice de Hond voorspelde al rond 1998 dat in 2008 zo’n 40% van de detailhandelsomzet via internet zou gaan. Het Ruimtelijk Planbureau verwachtte in 2007 dat in 2012 een aandeel van de onlineverkopen in de detailhandelsomzet van 10% behaald zou worden. Locatus (Vastgoedmarkt, 25 januari 2011) verwacht overigens voor 2020 een internetaandeel in de detailhandelsverkopen van iets meer dan 8%.
11
Welke kantekeningen zijn hierbij te maken? Ten eerste dat bij het toekomst voorspellen vandaag de dag ook andere ontwikkelingen een rol spelen, bijvoorbeeld die van de nanotechnologie, mobiel internet, augmented reality, het eBook etc. Vast staat dat als gevolg van al deze ontwikkelingen de winkelfunctie verandert. Rationeel gezien zijn er veel redenen om op Internet te kopen, 24 uur beschikbaar oriëntatie- en betaalgemak, eenvoudige zoekmachines etc. Dus er zal een steeds groter beroep worden gedaan op de emotionele en sociale belevingswaarde van winkelen. Merk- en productbeleving, try and buy etc. Door de technologische ontwikkelingen zullen fysieke kanalen steeds meer worden geïntegreerd met mobiel, Internet en social media. De informatiefunctie zal steeds meer verdwijnen naar digitale media. Wat blijft is dat fysiek winkelen geen noodzaak is. Anders dan het geval is bij boodschappen doen, moeten consumenten niet winkelen, ze willen graag winkelen. Maar dat kan alleen als er wordt gezorgd voor een aantrekkelijk winkelaanbod. De dienstensector biedt voor de detailhandel nog veel groeimogelijkheden. Van alle verkopen in fysieke winkels bestaat minder dan 5% uit dienstenverkoop. Op Internet is dit 50%. Niet voor niets gaat DReizen reizen verkopen in supermarkten. Evenzo gaan Amerikaanse nonfoodretailers steeds meer food verkopen in hun winkels. Dit betekent dat niet alleen retailers maar ook retaillocaties zoals binnensteden steeds meer food- en dienstenverkoop zullen accommoderen. Evenzo leidt de technologieontwikkeling tot het ontstaan van compleet nieuwe of het vergroten van bestaande markten. De traditionele fotospeciaalzaak is verdwenen maar rond de digitale fotografie hebben zich grote markten ontwikkeld. Dit geldt evenzeer voor (mobiele) telefonie, tablets etc. De technologische ontwikkelen zal blijvend zorgen voor een enorme dynamiek in bestedingspatronen en in winkel- en productaanbod.
3.3
Vergrijzing en bedrijfsbeëindiging
Volgens Locatus leidt de Nederlandse retail meer onder vergrijzing dan onder Internet (Vastgoedmarkt, 25 januari 2011). Hierbij kan in een adem bevolkingskrimp worden genoemd. Wat betreft vergijzing en krimp zijn de regionale verschillen groot. Bevolkingskrimp treedt volgens de prognoses vooral op in de randen van Nederland. In het noordoosten van Groningen, het zuiden van Limburg en het zuiden van Zeeland is nu al sprake van krimp en deze zal de komende decennia voortzetten. Als groeistad zal Almere de komende decennia weinig van bevolkingskrimp merken. Integendeel, volgens het middenscenario van de bevolkingsprognose van rond de 190.000 inwoners in 2011 naar rond 320.000 inwoners in 2030. Van vergrijzing mag verwacht worden dat deze zich in Almere later zal voordoen dan in de rest van het land. Vergrijzing zal wel invloed hebben op het bestedingspatroon. Globaal genomen besteden 65-plussers evenveel geld als 65-minners aan hun woning en woninginrichting. Maar zij besteden ongeveer half zoveel aan kleding, schoenen en sportartikelen. Bezien vanuit de bevolkingsontwikkeling, bieden de regio’s rond Almere, als onderdeel van de Noordvleugel van de Randstad nog groeipotentieel voor koopkrachttoevloeiing. Een ander mogelijk gevolg van vergrijzing is groei van het aantal ondernemers dat het bedrijf beëindigt. Volgens MKB Nederland zullen in de komende tien jaar 15.000 bedrijven per jaar ter overname worden aangeboden. De meeste bedrijven komen te koop in de sectoren detailhandel en de zakelijke dienstverlening. De belangrijkste drijfveren achter deze aanbiedingsgolf zijn de vergrijzing, de groei van zelfstandig ondernemerschap en serieel onder-
12
nemerschap (MKB Dossier, 2010). Deze ontwikkeling biedt ook kansen aan Almere als moderne stad, waarin ruimte wordt geboden in broedplaatsen voor moderne retail (bijvoorbeeld internetbedrijven en ecommerce-gebonden bedrijvigheid, winkels aan huis) en aan creatieve en innovatieve ondernemers.
3.4
De conjuncturele ontwikkeling
Het Centraal Planbureau en het toenmalige Ruimtelijk Planbureau hebben in 2006 vier scenario’s ontwikkeld voor de mogelijk toekomstige ontwikkeling van Nederland. Voor het toenmalige Ministerie van VROM waren deze scenario’s een belangrijke basis voor het maken van beleid. In 2010 zijn deze scenario’s herijkt door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Volgens deze scenario’s wordt voor de periode 2011-2015 een economische groei van gemiddeld 1,75 procent per jaar voorspeld. Voor de langere termijn is een sterker herstel denkbaar.
3.5
Overcapaciteit winkelruimte
Op dit moment is 46% van de retailruimte aanwezig op perifere locaties, 39% in hoofdwinkelgebieden (waaronder binnensteden) en 15% in ondersteunende winkelgebieden. Deze verdeling is al een jaar of 10 min of meer hetzelfde. Uitbreidingen van winkelmeters hebben relatief gezien in de afgelopen 10 jaar in gelijke mate plaats gevonden voor de drie typen winkellocaties. Er wordt (vaak terecht) geklaagd over de grote hoeveelheid winkelmeters die de afgelopen jaren is toegevoegd. Voor een groot deel is de vernieuwing en modernisering de dynamiek van de detailhandel wel ten goede gekomen, zeker wanneer uitbreidingen hebben bestaan uit waardevolle en onderscheidende winkelgebieden. Wat vaak ontbreekt is het plaatsen van de uitbreidingen in een structuurvisie waarin ook de gevolgen van de uitbreidingen voor de bestaande voorraad worden beoordeeld. Door de NRW (2010) is het standpunt ingenomen dat waar nodig afscheid moet worden genomen van meters, die niet meer aan de wensen van de consument voldoen: ‘Een integrale kijk op de attractiviteit en samenhang van winkelgebieden is noodzakelijk, waarbij ook naar de b- en c-milieus moet worden gekeken. In de detailhandelstructuurvisies moet ruimte worden gecreëerd voor dynamiek en attractiviteit. Dat kan betekenen dat verbetering en uitbreiding van bestaande meters op de ene plek hand in hand moet gaan met afbouw en sanering van slechte meters op andere plekken. In veel regio’s zijn moeilijke keuzes te maken. De keuzes, bijvoorbeeld voor functiewijzing van winkelgebieden, moeten gepaard gaan met flankerend beleid, met wet- en regelgeving en een daarbij behorend instrumentarium. Er zijn instrumenten die op het niveau van de functionele regio kunnen worden ingezet, zoals ‘zoet en zuur’-afspraken met ontwikkelaars, ontwikkelingsfondsen, verplaatsingsfondsen en saneringsfondsen.’1
3.6
Relevantie voor Almere
In recente perspublicaties is aandacht gegeven aan een rapport van Q&A waarin een forse teruggang van het aantal winkelmeters in Nederland wordt voorspeld.
1
Dynamiek van Winkelmeters – Van meer naar betere meters, NRW Taskforce dynamische winkelgebieden, 2010.
13
De technologische ontwikkeling – waaronder Internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen en boodschappen doen. Op de verwachte behoefte aan winkelmeters zijn ook andere problematieken van invloed, waaronder vergrijzing en bedrijfsbeëindiging, de conjunctuur en het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte. Ten aanzien van de te verwachten ontwikkelingen zullen zich grote regionale verschillen voordoen. Niet alleen de winkeliers, maar ook andere stakeholders als de gemeente kunnen een stimulerende en faciliterende rol spelen om te zorgen voor een sterke cross-channel winkelstructuur. De gemeente Almere zal alert moeten blijven op de technologische ontwikkelingen (monitoring), bedrijfsbeëindigingen moeten volgen, leegstand moeten managen, (nieuw) ondernemerschap moeten stimuleren en faciliteren en waar nodig verouderde winkelmeters moeten saneren. Voor de ontwikkeling van Retail Park Poort betekent de onvoorspelbaarheid van de internetontwikkeling, dat rekening moet worden gehouden met alternatieve bestemmingen van de gebouwen op het moment dat de marktomstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld een woon- en werkbestemming (zie ook hoofdstuk 5.3). De schaal van het Retail Park is voldoende om regionale trekkracht uit te oefenen, maar wel onder de eis van innovatie. Daarbij zouden onderdelen als educatie, presentatie, training, demonstratie, merkbeleving, show & tell en experience hun plaats moeten krijgen. Er zou moeten worden ingespeeld op de veranderende functies die aan fysieke winkels onder invloed van het internetwinkelen moet worden toegekend. Ook voor toekomstgerichte stadsdistributie zou – ten behoeve van de ontlasting van de stad en het verbeteren van de bereikbaarheid – plaats kunnen worden ingeruimd evenals voor het afhalen en retourneren van internetaankopen.
14
4
De detailhandel van Almere
4.1
Inleiding Almere heeft een klassieke hiërarchisch opgebouwde detailhandelsstructuur met enkele typische kenmerken van een new town, waaronder circa 20 solitaire supermarkten. De structuur bestaat uit een stadscentrum, twee stadsdeelcentra (Buitenmere in Almere Buiten en het stadsdeelcentrum in Almere Haven), enkele supermarktcentra, één buurt- en één wijkcentrum in Almere Stad, enkele locaties voor grootschalige en perifere detailhandel (waaronder Doemere in Almere Buiten) en 4 warenmarkten. De detailhandel in Almere heeft vooral een lokale verzorgingsfunctie, waarbij het Stadshart het centrale punt is in de verzorgingsstructuur.
4.2
De aanbodontwikkeling 2000 - 2011 In 2000 bedroeg het totale aanbod winkelvloeroppervlakte in Almere 112.035 m² wvo. In 2011 beschikt Almere over 279.986 m² wvo detailhandel. Het totale aanbod in Almere is in het afgelopen decennium (2000 tot 2011) met rond 168.000 m² wvo toegenomen, een stijging van 150% (zie bijlage I). Van deze toename kwam 7% voor rekening van de dagelijkse sector en 93% van de nietdagelijkse sector. De uitbreiding van het winkelaanbod heeft vooral plaatsgevonden in Buiten (+ 130%), het Stadshart (+ 275%) en Stad-overig (+ 125%). In diezelfde periode 2000-2011 nam het aantal inwoners van Almere met ruim 30% toe tot 191.495 inwoners in 2011. Dit betekent dat het niveau van winkelvoorzieningen in Almere in het afgelopen decennium fors is verhoogd. Dit komt tot uitdrukking in het verloop van het aantal m² wvo per inwoner. Voor heel Almere nam het aantal vierkante meter per inwoner van 2000 tot 2011 toe van 0,78 tot 1,47.
4.3
Branchering aanbod Almere Om de structuur van het aanbod in kaart te brengen is uitgegaan van de gebruikelijke manier om branches te clusteren (zie tabel 1). Tabel 1
Clustering branches in de detailhandel
Dagelijks
Recreatief
Doelgericht (PDV)
levensmiddelen
warenhuis
doe-het-zelf
persoonlijke verzorging
kleding en mode
wonen
schoenen en lederwaren
tuincentra
juwelier en optiek huishoudelijk en luxe plant en dier antiek en kunst hobby en media detailhandel overig bruin- en witgoed sport en spel auto en fiets
15
In 2011 bedroeg dit aanbod voor heel Almere 279.986 m² wvo. Daarvan is 55.505 m² wvo dagelijkse detailhandel, 94.856 m² wvo recreatieve detailhandel en 109.158 m² wvo doelgerichte detailhandel. In de dagelijkse sector bleef dit kengetal in het afgelopen decennium min of meer constant (0,29 m² wvo per inwoner) terwijl zich in de niet-dagelijkse sector een toename heeft voorgedaan (van 0,50 tot 1,07 m² wvo per inwoner). De leegstand bedraagt op dit moment 0,11 m² wvo per inwoner. Tabel 2
Ontwikkeling detailhandelsaanbod per branche
Branche Levensmiddelen Persoonlijke verzorging Totaal dagelijks Warenhuis
2008
2010
2011
40.379
45.021
48.051
5.682
6.378
7.454
46.061
51.399
55.505
9.716
8.702
9.025
30.037
31.180
32.312
6.626
6.366
7.218
Juwelier en optiek
2.024
2.234
2.182
Huishoudelijk
7.092
6.946
8.714
Plant en dier
5.279
1.854
1.854
107
107
107
Kleding en mode Schoenen en lederwaren
Antiek en kunst Sport en spel
10.786
10.535
11.616
Hobby
1.826
2.789
2.789
Media
3.915
4.139
4.006
10.562
12.472
8.727
Auto en fiets
2.631
2.877
3.242
Overig
7.590
7.590
7.320
Bruin- en witgoed
Niet verdeeld Buiten
2.100
Niet verdeeld ‘t Circus
9.600
Totaal recreatief
98.191
109.491
99.112
Tuincentra
20.450
24.787
25.142
Doe het zelf
25.089
26.807
26.757
Wonen Totaal doelgericht Leegstand Totaal Almere
59.685
57.515
53.003
105.224
109.109
104.902
13.760
8.362
20.467
263.236
278.361
279.986
Ten opzichte van de 7 andere grote steden is de relatieve leegstand (7,3%) in Almere laag. Voor Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Den Haag is deze gemiddeld meer dan 10%. Voor Amsterdam, Tilburg en Utrecht 8-10%. Gemiddeld voor de 8 grote steden bedraagt de leegstand 10,6%. Het niet-dagelijkse aanbod bestaat uit het recreatieve aanbod en het doelgerichte aanbod (PDV). Bij het recreatieve aanbod is het aanbod in de segmenten sport en spel, bruin- en witgoed, autoaccessoires en fietsen inbegrepen. Reden hiervoor is dat dit aanbod zich grotendeels (nationaal gezien) in winkelcentra bevindt
16
en dat juist in Almere van veel menging van deze branches met het recreatieve en sprake is, met name in het Stadshart1. Tabel 3
Distributieve ruimtebepaling 2010 en 2011 Dagelijks
Recrea-
Doelge-
Leeg-
tief
richt
stand
Totaal
Aantal inwoners 2010
188.480
188.480
188.480
188.480
Aantal inwoners 2011
191.495
191.495
191.495
191.495
2010
2.457
1.730
757
2.457
2011
2.344
1.684
785
4.831
2010
7.244
3.500
1.246
3.420
2011
7.431
3.500
1.310
3.516
2010 (1.000 €)
463,2
326,1
142,7
932,0
2011 (1.000 €)
448,9
322,4
150,3
921,6
98
96
95,4
98,4
1
10
5
2010 (1.000 €)
458,5
347,9
143,3
949,7
2011 (1.000 €)
444,4
343,9
151,0
939,2
2010
63.192
99.266
115.248
277.706
2011
60.447
99.497
107.875
259.519
2010
51.399
109.491
109.109
8.362
278.361
2011
55.505
99.112
104.902
20.467
279.986
2010
- 11.793
+10.225
- 6.139
- 7.707
2011
- 4.942
- 385
- 2.973
- 8.300
Bestedingen/hoofd (€)
Vloerproductiviteit (€/m²)
Bestedingspotentieel
Koopkrachtbinding (%) Koopkrachttoevloeiing (%) Omzet na toe- en afvloeiing
Haalbaar aanbod (m²)
Gevestigd aanbod (m²)
Overcapaciteit (+) excl. leegstand
Overcapaciteit (+) incl. leegstand
1
2010
- 655
2011
+12.167
Bij dit soort indelingen wordt niet uitgegaan van locaties, maar van branches. Van de bruin- en witgoedzaken ligt 74% in winkelcentra, 23% verspreid en 3% op grootschalige concentraties. Van de fietsen-, sport- en speelgoedwinkels ligt 1% op grootschalige concentraties en van de autoaccessoirehandel 4%. Door Strabo werd in 2006 de normatieve vloerproductiviteit van Media Markt geraamd op 6.000 €/m². Volgens Strabo behaalt Media Markt de hoogste vloerproductiviteit op een perifere locatie. Dit pleit ervoor dit aanbod niet als PDV maar als GDV te beschouwen (Buvelot en Van der Weerd, 2006).
17
De uitbreiding van het aanbod in 2010 (met name in Stad en Buiten) heeft in combinatie met de toegenomen leegstand geleid tot een min of meer gelijk aanbod in 2011 ten opzichte van 2010. Met name in het segment bruin- en witgoed is sprake geweest van een afname van het aanbod. Tabel 3 presenteert de aansluiting van de huidige (2011) verhouding van vraag naar en aanbod van detailhandel in Almere ten opzichte van de situatie in 2010. In 2010 is de marktruimte voor geheel Almere geschat 7.707 m² wvo (zie tabel 3). Hier stond 8.362 m² wvo leegstand tegen over. Op dit moment bedraagt de leegstand 20.467 m² wvo en de marktruimte 8.300. Uit tabel 3 kan geconcludeerd worden dat de toename van de leegstand zich voornamelijk in de recreatieve en doelgerichte sector heeft voor gedaan. De verschillen die zich tussen beide jaren voordoen zijn overigens niet alleen het gevolg van aanbod- en vraagveranderingen, maar ook van bijgestelde ramingen van HBD en CBS. Een meer gedetailleerde uitwerking van de vraag- en aanbodverhouding en van de beschikbare marktruimte op brancheniveau is opgenomen in bijlage V.
4.4
Voorbereiding detailhandelsnota Almere De detailhandelsnota 2004 is de laatste vastgestelde nota van Almere. Een opvolger is nog niet gereed. Wel is een opvolger van de nota in concept opgesteld (versie 22 maart 2010). Aan deze conceptnota ligt een Ontwikkelingsvisie Almere ten grondslag (Gianotten 2010). De in het Retail Park Almere Poort geplande detailhandelsbranches zijn zowel in de concept detailhandelsnota 2010 als in de ontwikkelingsvisie ondergebracht in het segment recreatieve detailhandel. Globaal kunnen (met betrekking tot de recreatieve detailhandel) de bevindingen in de ontwikkelingsvisie van 2010 als volgt worden samengevat: -
In de periode 2010 – 2015 wordt zowel in de bestaande als in de nieuwe stadsdelen - winkelruimte toegevoegd aan de bestaande voorraad. Bijlage II bevat een overzicht dat dateert van 2010. Op dat moment ging het tot 2015 om 116.670 m² wvo, waarvan 28.110 m² wvo in de dagelijkse sector en 88.560 m² wvo in de recreatieve sector. Inmiddels blijken een aantal voornemens (voor zover er al sprake van is) pas na 2015 gerealiseerd te worden;
-
Ook in de omliggende provincies zijn nogal wat PDV-GDV-ontwikkelingen in aanbouw (zie bijlage III; bron NEPROM 2011) en in de planning (zie bijlage IV; bron NEPROM 2011);
-
Volgens het bestemmingsplan wordt in Poort ca. 46.480 m² wvo recreatieve detailhandel. Een te groot aanbod recreatieve detailhandel buiten het Stadshart kan de bestaande problemen van het Stadshart vergroten;
-
Het gemiddelde bindingspercentage van de stadsdelen (buiten Stad zelf) bedraagt op dit moment 35 - 40%. Dit betekent dat 35 - 40% van alle recreatieve inkopen van de inwoners van Almere buiten Stad, in Stad worden gedaan. Naarmate de relatieve aantrekkelijkheid van het Stadshart toeneemt, zal de eventuele overcapaciteit (en bijgevolg leegstand) vooral in de Stadsdelen terecht komen. Als de relatieve aantrekkelijkheid van de detailhandel in de stadsdelen toeneemt, is het omgekeerde het geval;
-
Er zou een restrictief beleid moeten worden gevoerd ten aanzien van de detailhandelsontwikkeling in de nieuwe stadsdelen. Voor het komende
18
decennium zal Almere vooral moeten investeren in de kwaliteit van de voorzieningenstructuur, vooral ook in het Stadshart. In de concept detailhandelsnota (maart 2010) wordt naar aanleiding hiervan opgemerkt, dat conform het programmaplan Stadscentrum 2009 het stadscentrum van Almere gezien dient te worden als hèt centrale winkelcentrum van héél Almere. En voorts, -
dat de verschillende (nieuwe) winkel- c.q. projectgebieden als Stadscentrum, Haven, Buiten, Poort, Hout en Pampus qua detailhandelsontwikkelingen en volumes niet op zichzelf beschouwd dienen te worden, maar juist ook, als onderdelen van de gehele detailhandelsstructuur van Almere;
-
dat alleen dan kansrijke (grootschalige en/of thematische) initiatieven/winkelconcepten op detailhandelsgebied worden geaccommodeerd als deze een duidelijke meerwaarde voor Almere en de regio opleveren; het zal in dergelijke gevallen veelal gaan om combinaties van detailhandel, horeca en leisure;
-
dat vernieuwende concepten buiten het stadscentrum aanvullend dienen te zijn op de functie van het centrale stadscentrum.
Tot nu toe is het Stadshart van Almere gezien als hèt centrum van Almere. Gezien de branchering van het Retail Park Poort en de omvang mag een behoorlijke aantrekkingskracht op de bevolking van heel Almere worden verwacht en dus in zekere mate concurrerend voor het Stadshart. Het retail park kan dus de positie van het Stadshart verzwakken. Anderzijds is het retail park ook een versterking van de retailstructuur van Almere omdat het de koopkrachttoevloeiing van buiten de stad aanzienlijk vergroot.
19
5
Almere Poort
5.1
De ontwikkeling van het stadsdeel Almere Poort is het nieuwe stadsdeel van Almere, dat wordt ontwikkeld in het gebied tussen Almere Stad en de Hollandse Brug. In 2011 moet het inwoneraantal van Poort de grens van 6.000 passeren. In het middenscenario (bij een nieuwbouw van 2.000 woningen per jaar) zal Poort in 2019 ruim 26.000 inwoners tellen. Het stadsdeel Poort wordt gezien als de toekomstige strandstad van de Randstad. Volgens het bestemmingsplan moeten de ligging aan het water, het buitendijkse strand in combinatie met de woonboulevard en het leisureprogramma in het kustgebied het gebied een eigen, onderscheidende identiteit geven. Het plan voor Almere Poort is te verdelen in een noordelijk en een zuidelijk deel. De structuur in het zuidelijk deel is opgebouwd uit een waaier, het noordelijk deel bestaat uit een rechthoekige raster. De beide delen worden aan elkaar gekoppeld door de groenzone Cascadepark. Een belangrijk onderdeel van de structuur van Almere Poort wordt gevormd door de hoofdverkeersstructuur. Almere Poort kan worden opgedeeld in 5 deelgebieden. Een van de deelgebieden is het Olympiakwartier. Het Retail Park is gepland aan de oostzijde van het Olympiakwartier. De Westzijde van het Olympiakwartier wordt voorzien van een stadsdeelcentrum.
5.2
Thematische retail in Olympiakwartier Oost Volgens het basisprogramma in het bestemmingsplan Poort is in Olympiakwartier (maart, 2007) is (minimaal) 27.000 m² thematische detailhandel, 15.000 m² detailhandel en 3.000 m² ‘horeca en een hotel en dergelijke’ opgenomen. In de vigerende detailhandelsnota (Detailhandel in Almere, 2004) staat over het sporten leisurecluster in het Olympiakwartier: “Uit het onderzoek voor de detailhandelsnota is naar voren gekomen dat in de periode tot 2010 het realiseren van ca. 20.000 m2 b.v.o. detailhandel vooralsnog haalbaar zou zijn als onderdeel van een sport- en leisurecluster, daarbij uitgaande van Almere als verzorgingsgebied. Wanneer de plannen meer concreet zijn uitgewerkt (invulling, realisatieperiode) worden deze beoordeeld op toegevoegde waarde aan de hand van het toetsingskader.” Overigens is de onderbouwing van deze constatering niet direct uit de detailhandelsnota 2004 te herleiden. Wel bevat de detailhandelsnota 2004 de conclusie dat de (harde) uitbreidingsplannen niet-dagelijks aanbod in Almere voor de periode tot 2004-2010 min of meer in overeenstemming zijn met de uitbreidingsruimte. De ontwikkeling van de thematische retail in Almere Poort is in de nota 2004 gerubriceerd onder de zachte plannen. Inmiddels heeft de Gemeente Almere besloten het Retail Park in Poort te ontwikkelen, ook vanwege reeds gemaakt afspraken met de ontwikkelaars. Daarbij zullen eventuele consequenties voor andere retaillocaties in Almere (waaronder het Stadshart) moeten worden geaccepteerd. Overwegingen die hierbij een rol spelen zijn de volgende: -
Het onderscheidend motief van ‘kopen in Retail Park Almere’ ten aanzien van kopen in andere retailconcentraties, waaronder het Stadshart, Doe Mere etc;
20
-
De belangstelling van de markt voor vestiging in Retail Park Almere Poort;
-
De mogelijkheid om meer regionale koopkracht naar Almere te trekken;
-
De uitstraling van het project, die waarde toevoegt aan de aantrekkingskracht van heel Almere.
Het retail park in Poort onderscheidt zich van andere winkelgebieden in Almere door de schaal van de winkels, de thematisering (sport, spel en vrije tijd) en het concept (grootschalige retail in combinatie met leisure en horeca). Voor een overzicht van de Gemeente Almere van voorbeelden van passende branches bij het thema wordt verwezen naar bijlage VI. Uitgesloten zijn supermarkten en modespeciaalzaken (mode uitsluitend in aanvulling op sport en spel).
5.3
Retail Park Almere Poort De beoogde locatie van het Retail Park is het Olympiakwartier in Almere Poort, een zichtlocatie langs de snelweg A6, tussen Almere en de noordelijke Randstad. De thematische invulling van het park is gericht op sport, spel en vrije tijd. Het park moet een hoogwaardig voorzieningenniveau krijgen en een impuls geven aan de werkgelegenheid in Almere en in de regio (800 werkzame personen). De start van de bouw staat gepland voor medio 2011. Begin 2013 moet het Retail Park worden geopend. In het Retail Park gaan zich twaalf tot veertien grootschalige winkels vestigen, waarvan de grootste ruim 7.000 vierkante meter beslaat. Ook zullen zich enkele horecabedrijven vestigen en wordt er een 45 meter hoge toren gebouwd die vanaf de Hollandse Brug al te zien moet zijn. Het winkelcentrum moet beeldbepalend voor Almere worden en (volgens de ontwikkelaars) jaarlijks anderhalf tot twee miljoen bezoekers trekken. De beoogde doelgroep is afkomstig uit een gebied binnen een straal van 30 autominuten. Minstens de helft van de bezoekers moet van buiten de regio komen. Met het Retail Park wordt ingespeeld op twee consumentmotieven. Retail Park Almere Poort wil in de eerste plaats een bijzondere belevenis voor haar bezoekers zijn. Zo worden verschillende evenementen georganiseerd. Er moet een compleet aanbod worden geboden op het gebied van sport, spel en vrije tijd. Het (doelgericht) winkelen in het Retail Park moet een belevenis zijn, ook als antwoord op internetwinkelen. Met de ontwikkeling van het Retail Park moet volgens de ontwikkelaars worden ingespeeld op de beleveniseconomie. Dit wordt versterkt door de aansluiting van het thema van het Retail Park op het thema van het Olympiakwartier. Ook de horeca en leisure, de inrichting en het gebruik van de buitenruimte en de faciliteiten sluiten aan op het centrale thema. In de tweede plaats is de invulling van het Retail Park juist gericht op het doen van doelgerichte aankopen, waarbij gemak, volledigheid en bereikbaarheid voorop staan. De invulling van het park is niet gericht op het doen van de dagelijkse boodschappen (een supermarkt is niet toegestaan) of op vergelijkend winkelen (waarbij meerdere winkels worden bezocht). Met de invulling van het Retail Park wordt erop gemikt dat consumenten langer verblijven dan bij een bezoek aan een PDV-locatie, maar korter dan bij een bezoek aan een stadscentrum of stadsdeelcentrum. De verlenging van de verblijfsduur moet vooral mogelijk worden gemaakt door de aanvullende horeca en voorzieningen, de inrichting van het Retail Park en de context. Er wordt vanuit gegaan dat door bezoekers één of maximaal twee winkels worden bezocht. In de regio wordt vooral gemikt op bezoekers vanuit de westkant van Amsterdam en Het Gooi. In westelijke richting wordt onder andere de con-
21
currentie aangegaan met Maxis Megastores in Muiden. Richting Het Gooi is minder concurrerend aanbod aanwezig. Het retail park moet ook de concurrentie aangaan met internet. Vanwege de onzekerheid op langere termijn wat betreft de houdbaarheid van het concept worden de gebouwen zodanig uitgevoerd dat zij in de toekomst een andere functie kunnen krijgen (woon- en/of werkbestemming).
5.4
Marktpotentie Retail Park Almere Poort Het Retail Park heeft een bruto winkelvloeroppervlakte van 30.000 m² bvo. Tabel 4 presenteert een tentatieve invulling van het Retail Park. Tabel 4
Branchering Retail Park Almere Poort
Branche
bvo
wvo
Omzet/m²
Omzet
incl. BTW
incl. BTW
m²
m²
€
mln €
Sport en spel
5.700
4.650
2.270
10,6
Bruin- en witgoed
5.800
4.730
6.128
29,0
Huishoudelijk
4.800
3.920
2.544
10,0
Wonen
12.260
10.000
1.310
13,1
Totaal
30.000
23.300
2.690
62,7
Gebruik makend van de normatieve vloerproductiviteit (bron: HBD, 2010) kan een raming gemaakt worden van de omzet van het retail park. In tabel 4 is de totale omzet geraamd op 62,7 miljoen euro per jaar. In hoofdstuk 2.4 is – uitgaande van een gemiddelde besteding van 24 euro/bezoeker en volgens opgave van de ontwikkelaars 2 miljoen bezoekers/jaar – de omzet geraamd op 48 miljoen euro per jaar. Daarbij is de kanttekening gemaakt dat een gemiddelde opkomst van inwoners van Almere van iets meer dan 5 keer per jaar en van inwoners uit het secundaire verzorgingsgebied van één keer per jaar aan de lage kant lijkt. Daarom zal verder worden uitgegaan van een omzetverwachting voor het retail park van 50 tot 60 miljoen euro/jaar. Voorts wordt ervan uitgegaan dat 10% van de omzet (5 tot 6 miljoen euro) afkomstig is van inwoners uit een (tertiair) verzorgingsgebied op meer dan 30 autominuten van het retail park en vervolgens € 23-27 miljoen (45% van de omzet) afkomstig is van inwoners van Almere (primair verzorgingsgebied) en eveneens € 23-27 miljoen van inwoners uit het secundair verzorgingsgebied tot 30 autominuten.
5.5
Economische effecten 5 . 5 . 1 W e rk ge l e ge nh e id se ff ec te n De vestiging van een retail park in Almere Poort heeft zowel positieve als negatieve economische effecten. Positief is een koopkrachttoevloeiing van 28 tot 33 miljoen van buiten de regio naar Almere. Bij een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 270.000 €/fte levert het retail park een werkgelegenheid op van 185 tot 225 full time arbeidsplaatsen per jaar. Dit levert jaarlijks een hoeveelheid extra werkgelegenheid voor Almere van 85 tot 100 full time arbeidsplaatsen.
22
5 . 5 . 2 O mz e te ff ec te n Behalve positieve effecten zijn er ook negatieve effecten. Er zal onder andere verdringing optreden van omzet bij de bestaande detailhandel in Almere. Tabel 5 Branche
Sport en spel
Verdingingseffecten Retail Park Almere Huidig
Markt-
Aanbod
Omzet
Omzet-
Bruto-
Netto-
aanbod
ruimte
retail
Almere
(+)
park
detail-
claim
omzet-
omzet-
handel
Retail
effect
Almere
effect
Park Poort
(-)
(-)
m²
m²
m²
€ 1.000
€ 1.000
%
%
11.616
- 44
4.650
38,0
3,9–4,6
10-12
10-12
Bruin- en witgoed
8.727
- 232
4.730
51,9
10,6–12,5
20-24
21-25
Huishoudelijk
8.714
+1.999
3.920
22,2
3,7–4,3
17-19
8-9
Wonen
53.003
+3.559
10.000
84,4
4,8-5,6
6-7
4-5
Totaal
82.060
+5.282
23.300
196,5
23,0-27,0
12-14
9-11
In Almere is er (afgezien van leegstand) in de betrokken branches een marktruimte van 5.282 m² wvo. Het bruto-omzeteffect houdt geen rekening met de (positieve of negatieve) marktruimte; het netto-omzeteffect houdt hier wel rekening mee. Marktruimte dempt het directe omzeteffect van het retail park op de bestaande detailhandel. In tabel 5 is het netto omzeteffect het negatieve effect op de omzet van de bestaande detailhandel waarbij rekening is gehouden met de aanwezige onder- of overcapaciteit van het aanbod. Gemiddeld genomen is het effect voor de betrokken branches -9 tot -11%. Het grootst is het effect op de bruin- en witgoedbranche (-21 tot -25%) waar de aanbodcapaciteit in Almere met meer dan 50% wordt vergroot. Bij deze berekeningen is geen rekening gehouden met leegstand en met geplande ontwikkelingen in Almere (zie bijlage II) en in de secundaire en tertiaire verzorgingsgebieden (zie bijlagen III en IV).
23
6
Conclusies
6.1
Hoofdvragen Het advies in dit rapport betreft niet de haalbaarheid of de gewenste branchering van het Retail Park. De omvang en het thema ‘sport, spel en vrije tijd’ van Retail Park Almere Poort zijn opgenomen in het bestemmingsplan van Almere Poort (maart 2007). In dit kader heeft de Gemeente Almere een privaatrechtelijke overeenkomst met TCN om het Retail Park in Almere Poort te ontwikkelen. Vervolgens is het aan de ontwikkelaars om tot invulling van het Retail Park te komen binnen het thema ‘sport, spel en vrije tijd’. In de inleiding zijn de vraagpunten als volgt geformuleerd: − in welke context wordt het Retail Park Almere Poort ontwikkeld? Tot deze context behoort zowel het beleidskader, het concurrentieveld in de regio als de conceptuele invulling van het plan voor het Retail Park; − Hoe past de ontwikkeling van het Retail Park in de algemene economische ontwikkeling, met name ook met het oog op de ontwikkeling van de detailhandelsbestedingen, demografische ontwikkeling en de internetontwikkeling? − welke marktruimte is daarvoor aanwezig? − Wat zijn de effecten van de ontwikkeling van het Retail Park op de detailhandelstructuur van de gemeente Almere? Onderstaand zullen deze hoofdvragen achtereenvolgens worden beantwoord.
6.2
Context van de ontwikkeling van het Retail Park in Almere − Retail Park Almere Poort appelleert aan gemak, beschikt behalve over een uitstekende bereikbaarheid en zichtbaarheid over ruime parkeergelegenheid. De kern van het aanbod bestaat uit de branches elektronica, wonen, sport en speelgoed. Aan de bezoekers wordt ook horecagelegenheid geboden. Verwacht mag worden dat het Retail Park in Poort de koopkrachttoevloeiing naar Almere zal vergroten; − In Almere wordt in het komend decennium, zowel in de bestaande als in de nieuwe stadsdelen van Almere nogal wat winkelruimte toegevoegd aan de bestaande voorraad. Ook in de omliggende provincies zijn nogal wat PDV-GDVontwikkelingen in aanbouw of staan in de planning; − In de concept detailhandelsnota van Almere (maart 2010) wordt opgemerkt, dat conform het programmaplan Stadscentrum 2009 het stadscentrum van Almere gezien dient te worden als hèt centrale winkelcentrum van héél Almere. In deze context kan het retail park in Almere Poort enerzijds gezien worden als een ontwikkeling die de positie van het Stadshart verzwakt. Anderzijds kan de ontwikkeling ook worden gezien als een versterking van de retailstructuur van Almere omdat het de koopkrachttoevloeiing van buiten de stad vergroot; − Op dit moment omvat het aanbod voor heel Almere 279.986 m² wvo. Daarvan is 55.505 m² wvo dagelijkse detailhandel, 94.856 m² wvo recreatieve detailhandel en 109.158 m² wvo doelgerichte detailhandel. De leegstand bedraagt in Almere 20.467 m² wvo en de marktruimte 8.300 m² wvo. Met als kanttekening dat de leegstand groter is dan de marktruimte. De toename van de leegstand in het afgelopen jaar heeft zich voornamelijk in de recreatieve en doelgerichte sector voor gedaan.
24
6.3
Context van de marktontwikkeling − Nieuwe projectontwikkelingen moeten vandaag de dag meer en beter in de context van de marktontwikkelingen worden beoordeeld. Het betreft behalve de internetontwikkeling de problematiek rond vergrijzing en bedrijfsbeëindiging, de conjunctuur en het probleem van de overcapaciteit van winkelruimte; − De technologische ontwikkeling – waaronder internet en mobiel – zal de komende jaren veel invloed hebben op de wijze waarop consumenten winkelen en boodschappen doen. Vast staat dat als gevolg van deze ontwikkeling de winkelfunctie verandert. Rationeel gezien zijn er veel redenen om op Internet te kopen, 24 uur beschikbaar oriëntatie- en betaalgemak, eenvoudige zoekmachines etc. Dus er zal een steeds groter beroep worden gedaan op de emotionele en sociale belevingswaarde van winkelen. Merk- en productbeleving, try and buy etc; − Als groeistad zal Almere de komende decennia weinig van bevolkingskrimp merken. Integedeel, volgens het middenscenario van de bevolkingsprognose van rond de 190.000 inwoners in 2011 naar rond 320.000 inwoners in 2030. Vergrijzing zal wel invloed hebben op het bestedingspatroon. − Bezien vanuit de bevolkingsontwikkeling, bieden de regio’s rond Almere, als onderdeel van de Noordvleugel van de Randstad nog groeipotentieel voor koopkrachttoevloeiing; − De ontwikkelingen bieden ook kansen aan Almere als moderne stad, waarin ruimte wordt geboden in broedplaatsen voor moderne retail (bijvoorbeeld internetbedrijven en ecommerce-gebonden bedrijvigheid, winkels aan huis) en aan creatieve en innovatieve ondernemers; − Overcapaciteit van winkelruimte betekent dat uitbreiding van bestaande meters op de ene plek hand in hand moet gaan met afbouw en sanering van slechte meters op andere plekken. In veel regio’s zijn moeilijke keuzes te maken. De keuzes, bijvoorbeeld voor functiewijzing van winkelgebieden, moeten gepaard gaan met flankerend beleid, met wet- en regelgeving en een daarbij behorend instrumentarium. Er zijn instrumenten die op het niveau van de functionele regio kunnen worden ingezet, zoals ‘zoet en zuur’-afspraken met ontwikkelaars, ontwikkelingsfondsen, verplaatsingsfondsen en saneringsfondsen etc; − Voor de ontwikkeling van Retail Park Poort betekent de onvoorspelbaarheid van de internetontwikkeling, dat rekening moet worden gehouden met alternatieve bestemmingen van de gebouwen op het moment dat de marktomstandigheden dit noodzaken, bijvoorbeeld een woon- en werkbestemming; − De schaal van het Retail Park is voldoende om regionale trekkracht uit te oefenen, maar wel onder de eis van innovatie. Daarbij zouden onderdelen als educatie, presentatie, training, demonstratie, merkbeleving, show & tell en experience hun plaats moeten krijgen. Er zou moeten worden ingespeeld op de veranderende functies die aan fysieke winkels onder invloed van het internetwinkelen moet worden toegekend. Ook voor toekomstgerichte stadsdistributie zou – ten behoeve van de ontlasting van de stad en het verbeteren van de bereikbaarheid – plaats kunnen worden ingeruimd evenals voor het afhalen en retourneren van internetaankopen.
25
6.4
Marktruimte van het retail park Almere − In het bestemmingsplan van het Olympiakwartier Almere Poort (maart, 2007) is (minimaal) 27.000 m² detailhandel en 3.000 m² ‘horeca en een hotel en dergelijke’ opgenomen; − Eventuele consequenties van de vestiging van het retail park in Poort voor andere retaillocaties in Almere (waaronder het Stadshart) worden door de gemeente Almere geaccepteerd; − Het Retail Park Poort heeft een bruto winkelvloeroppervlakte van 30.000 m² bvo; − Uit de referentiebeelden blijkt, dat retail parken ruim 90% van de omzet verkrijgen uit een gebied met een straal van maximaal 30 autominuten rond de locatie. Ongeveer de helft van de omzet komt uit de eigen gemeente. Wanneer deze referentiegegevens ook voor Almere worden aangehouden, kan Almere – met 191.495 inwoners in 2011 – als het primaire verzorgingsgebied worden gezien; − Op basis van vraag- en aanbodgegevens is uitgegaan van een omzetverwachting voor het retail park van 50 tot 60 miljoen euro/jaar. Daarvan is 5 tot 6 miljoen euro afkomstig van inwoners uit een (tertiair) verzorgingsgebied op meer dan 30 autominuten van het retail park, vervolgens € 23-27 miljoen (45% van de omzet) afkomstig van inwoners van Almere (primair verzorgingsgebied) en eveneens € 23-27 miljoen van inwoners uit het secundair verzorgingsgebied tot 30 autominuten.
6.5
Economische effecten van het Retail Park Poort − De vestiging van een retail park in Almere Poort heeft zowel positieve als negatieve economische effecten; − Positief is een koopkrachttoevloeiing van 28 tot 33 miljoen van buiten de regio naar Almere; − Bij een gemiddelde arbeidsproductiviteit van 270.000 €/fte levert het retail park een werkgelegenheid op van 185 tot 225 full time arbeidsplaatsen per jaar. Dit levert jaarlijks een hoeveelheid extra werkgelegenheid voor Almere van 85 tot 100 full time arbeidsplaatsen; − Het negatieve effect op de omzet van de bestaande detailhandel waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige onder- of overcapaciteit van het aanbod is gemiddeld genomen -9 tot -11%. Het grootst is het effect op de bruinen witgoedbranche (-21 tot -25%) waarvan de aanbodcapaciteit in Almere met meer dan 50% wordt vergroot; − Deze negatieve effecten doen zich gemiddeld genomen in gelijke mate voor, voor alle winkels in de desbetreffende branches in Almere. Aangenomen is namelijk dat heel Almere tot het primaire verzorgingsgebied van het retail park behoort. Van deze effecten op de grotere centra in Almere (Stadshart, Doemere, Buitenmere) zal geen structuurverstoring uitgaan. Wel kunnen zij leiden tot faillissementen van individuele winkels; − Bij deze berekeningen is geen rekening gehouden met leegstand en met geplande ontwikkelingen in Almere en in de secundaire en tertiaire verzorgingsgebieden.
26
.
Bijlage I Ontwikkeling aanbod winkelaanbod 2000-2010 Figuur I.1
Ontwikkeling m² wvo totale aanbod per stadsdeel 2000 – 2010 (incl. leegstand)
100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2000
2001
2002 Haven
Figuur I.2
2003 Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006
2007
Buiten
2008
Poort
2009
2010
Hout
Ontwikkeling m² wvo dagelijks per stadsdeel (2000 – 2010)
20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2000
2001
2002 Haven
2003 Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006 Buiten
2007
2008
Poort
2009
2010
Hout
27
Figuur I.3
Ontwikkeling m² wvo niet-dagelijks per stadsdeel (2000 – 2010)
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0 2000
2001
2002 Haven
28
2003 Stad
2004
2005
Stadscentrum
2006 Buiten
2007
2008
Poort
2009 Hout
2010
Bijlage II Uitbreidingsplannen 2009 - 2015
Stadsdeel
segment
plannen
realisatie
plannen
2009-2015
in 2009
2010-2015
Haven Stadsdeelcentrum
dagelijks
400
0
400
De Wierden
dagelijks
1.200
0
1.200
dagelijks
1.600
0
1.600 1.200
Stad Korte Promenade Noorderplassen
dagelijks
1.200
0
‘t Circus
recreatief
9.600
9.600
0
Metropool
recreatief
4.800
0
4.800
Noorderplassen
recreatief
400
0
400
Blok 5.2
recreatief
12.800
0
12.800
Buiten BuitenMere/Blok 9,13 en 14
dagelijks
5.240
2.370
2.870
Buiten Oost
dagelijks
2.240
0
2.240
Van Eesterenplein
dagelijks
320
0
320
BuitenMere (HEMA)
recreatief
2.100
2.100
0
Koppelgebied/Blok 9 en 14
recreatief
11.520
0
11.520
Buiten Oost
recreatief
560
0
560
BuitenMere
recreatief
9.240
0
9.240
Europakwartier
dagelijks
1.200
1.200
0
Homeruskwartier
dagelijks
2.240
0
2.240
Columbuskwartier
dagelijks
2.000
0
2.000
Olympiakwartier West
dagelijks
9.600
0
9.600
Almere strand
dagelijks
1.040
0
1.040
Europakwartier
recreatief
6.160
0
6.160
Olympiakwartier Oost
recreatief
24.000
0
24.000
Olympiakwartier West
recreatief
4.800
0
4.800
Almere strand
recreatief
11.520
0
11.520
Poort
Hout Hout Noord
dagelijks
3.400
0
3.400
Hout Noord
recreatief
2.760
0
2.760
29
Bijlage III PDV – GDV locaties in aanbouw
Provincie
Stad
Project
Type
Branches
Metrage
Noord
Amsterdam
Westerpoort fase 2
Nieuwbouw
Huis tuin
18.000
PDV
keuken
Holland WC Oostpoort
Nieuwbouw
18.000
GDV Zaandam
Bruynzeelfabrieken
Herontwikkeling
20.000
GDV Utrecht
30
Amersfoort
Eemplein
Centrum
15.000
Bijlage IV Plannen voor PDV – GDV locaties
Provincie
Stad
Project
Type
Noord Holland
Amsterdam
Centrumgebied Noord
Nieuwbouw volumineus
Amsterdam
Food Center
Groothandelsmarkt
Amsterdam
Getz
Themacentrum
Amsterdam
Houthavens
Nieuwbouw PDV
Amsterdam
Sport Plaza
Nieuwbouw
Alkmaar
Overstad overig
Nieuwbouw PDV
25.000
2027
Alkmaar
Shopping Mall
Regionale Mall
55.000
2016
Castricum
WC Geesterduin
Nieuwbouw PDV
16.500
2012
Haarlem
Slachthuisbuurt
Nieuwbouw volumineus
5.000
2012
Hoorn
Run Shopping Center
Uitbreiding RSC
25.000
n.n.b.
Zaandam
Zuiderpoort
Uitbreiding PDV
21.600
n.n.b.
Utrecht
Utrecht
Ikea
Uitbreiding
20.000
n.n.b.
Gelderland
Apeldoorn
Omnisportcentrum
Nieuwbouw PDV-GDV
12.000
2012
Harderwijk
Thema wonen en vt
Uitbreiding PDV
15.000
n.n.b.
Harderwijk
Waterfront
Nieuwbouw VT
Overijssel
Branches Food
Metrage
Oplevering
23.000
2018
16.000
n.n.b.
21.000
n.n.b.
5.000 Sport
Wonen
Wonen en VT
Kampen
Thema Melmerpark
Nieuwbouw PDV-GDV
Zwolle
Ikea Zwolle
Nieuwbouw
Zwolle
Spoolderwerk
Nieuwbouw PDV
Wonen
31
20.000
2018 n.n.b.
5.000
2016
25.000
2012
32.000
2012
20.000
2014
32
Zuid Holland
Flevoland
Zwolle
Woonboulevard
Nieuwbouw PDV
Wonen
25.000
2014
Alphen Rijn
Factory Outlet fase 1
Nieuwbouw FOC
Mode, sport etc.
21.000
n.n.b.
Alphen Rijn
Factory Outlet fase 2
Uitbreiding FOC
Mode, sport etc.
10.000
n.n.b.
Leiderdorp
Ikea Bospoort
Nieuwbouw
22.000
n.n.b.
Zoetermeer
FOC, PDV, GDV
Nieuwbouw Bleizo
60.000
n.n.b.
40.000
2025
Almere
Hout Noord A6 Park
Thematisch volumineus
Almere
Poort Olympia West
Thematisch GDV
Wonen
30.000
2016
Almere
Poort Olympia Oost
Thematisch GDV
30.000
2012
Zeewolde
Themacentrum
Nieuwbouw PDV-GDV
22.000
n.n.b.
Bijlage V Bepaling marktruimte Almere 2011
Omzet
Omzet
Beste-
Beste-
Beste-
Omzet-
Omzet
Omzet
Omzet
Haal-
Locatus
Over(+)
per
incl.
dingen
dingen
dingen
Mutatie
2011
2011
2011
baar
2011
onder(-)
hoofd
BTW
per
inwoners
na toe-
2010
incl.
per m²
per m²
aanbod
capaci-
inwoner
Almere
en af-
(%)
BTW
(excl.
(incl.
2011
teit 2011
Almere
2009
vloeing
BTW)
BTW)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
excl. BTW (0) Totaal dagelijks
(1)
(9)
(10)
(11)
2.210
2.380
2.344
448,9
444,3
+ 1,1
449,2
6.900
7.431
60.447
55.505
- 4.942
110
131
127
24,3
25,9
+ 2,3
26,5
2.520
3.542
7.480
9.025
+ 1.545
Mode, kleding, schoenen
590
702
681
130,4
139,1
- 0,3
138,7
2.580
3.627
38.241
39.530
+ 1.289
Juwelier, huishoudelijk, fiets
190
226
219
41,9
44,7
+ 3,0
46,0
1.810
2.544
18.098
16.099
- 1.999
Sport, spel, hobby, media
250
298
288
55,2
58,8
+ 2,3
60,2
2.330
3.275
18.367
18.411
+ 44
Bruin- en witgoed
220
262
254
48,6
51,9
+ 0,3
52,1
4.360
6.128
8.495
8.727
+ 232
Overig
100
119
115
22,0
23,5
+ 2,3
24,0
1.940
2.727
8.816
7.320
- 1.496
1.460
1.738
1.684
322,4
343,9
+ 1,1
347,5
2.490
3.500
99.497
99.112
- 385
70
83
80
15,3
15,4
- 2,0
15,1
570
678
22.260
25.142
+ 2.882
Doe-het-zelf
230
274
266
50,9
51,2
- 4,1
49,1
1.420
1.690
29.053
26.757
- 2.296
Wonen
380
452
439
84,1
84,4
- 4,3
80,8
1.200
1.428
56.562
55.003
- 3.559
Totaal doelgericht
680
809
785
150,3
151,0
- 4,0
145,0
1.101
1.310
107.875
104.902
- 2.973
4.350
4.927
4.831
921,6
939,2
+ 0,3
941,7
2.900
3.516
267.819
259.519
- 8.300
20.467
+20.467
4.350
4.927
4.831
921,6
939,2
+ 0,3
941,7
2.900
3.516
267.819
279.986
+12.167
Warenhuis
Totaal recreatief Tuincentra
Subtotaal Leegstand Totaal
33
Toelichting bij tabel Kolom
Toelichting
0
Bron HBD (2010), Omzetkengetallen ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek
1
BTW voedingsmiddelen 6%, overige productgroepen 19%
2
Correctie voor relatieve inkomen inwoners Almere: dagelijks (x 2457/2495), recreatief (x 1730/1783) doelgericht (x 757/780)
3
Totale bestedingen in miljoen € (incl. BTW) van 191.494 inwoners van Almere in 2011
4
Binding en afvloeiing in %: dagelijks (98/1), recreatief (96/10) en doelgericht (95,4/5)
5
Mutatie 2010 t.o.v. 2009. Bron CBS, persbericht 13 mei 2011. Tuincentra geschat; warenhuizen, sport en overig berekend
6
Omzetraming miljoen € (incl. BTW) op basis van besteding in 2010 en aantal inwoners in 2011
7
Bron: HBD (zie kolom 0)
8
BTW voedingsmiddelen 6%, overige productgroepen 19%; vloerproductiviteit recreatief: 3.500 €/m²(x 3500/2490)
9
Kolom (6)/(9)
10
Bron: Locatusonline.com, juni 2011
11
Kolom (10) - (9)
Bijlage VI Voorbeeldbranches binnen thema sport, spel en vrije tijd
Volgens opgave van de gemeente op basis van het bestemmingsplan (niet limitatief). Sport en bodycare Buitensport en outdoor Watersport Rijwielen Sportspecialty Sport (incl. sport modisch) Campingsport Hengelsport Dierenspeciaalzaak Baby/kind Drogist en parfumerie Persoonlijke verzorging Lifestyle (mode, schoenen, lederwaren, optiek) Spel (communicatie en edutainment) en vrije tijd Speelgoed Modelbouw/vliegers Electronica Bruin- en witgoed Wonen/woninginrichting Huishoudelijke artikelen Kookstudio/winkel Boekhandel Muziekinstrumenten Beeld- en geluidsdragers Foto/film Software en games Autoelectronica en automotive Kantoorartikelen Doe-het-zelf/bouwmarkt Tuincentrum
35
Ten behoeve van het uitwerkingplan In het retailpark is een veelvoud van functies van detailhandel mogelijk. Het mag verwacht worden dat er ook een menging van functies zal komen. Om die reden wordt er voor de parkeernorm gekozen voor een gemiddelde van de CROW parkeerkencijfers die mogelijk in dit gebied kunnen vestigen. De bron voor de te gebruiken parkeerkencijfers waarop de parkeerbalans gebaseerd wordt, is de CROW publicatie ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ uit 2012. Almere is volgens het CBS een categorie 2 gemeente, sterk stedelijk. Het gebied is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Om die reden wordt er gesteld dat het in de ‘schil centrum’ ligt. De parkeernorm voor de detailhandel is gebaseerd op de onderstaande tabel.
Parkeerkencijfers per 100m2 bvo schil centrum
aandeel bezoekers
min.
max.
gem.
Bruin- en witgoedzaken
4,8
6,3
5,6
92%
Woonwarenhuis/woonwinkel
1,3
1,8
1,6
91%
Bouwmarkt
1,5
2
1,8
87%
Winkelboulevard
3,2
3,7
3,5
94%
2,7
3,5
3,1
Gemiddelde:
Voor de gedachte horeca en leisure formules zijn geen parkeerkencijfers voorhanden waarop een parkeernorm gebaseerd zou kunnen worden. Hiervoor wordt daarom de parkeernorm voor detailhandel uit het bestemmingsplan gebruikt. In de normering en aanwezigheidspercentages voor de Topsporthal zitten zowel de breedtesporthal als de topsporthal. De breedtesporthal zal tijdens grootschalige evenementen niet in gebruik zijn voor andere activiteiten. Hetzelfde geldt andersom, als de breedtesporthal in gebruik is, dan zal er geen groot evenement zijn. Bij de gebiedsontwikkeling moet met behulp van een dynamische parkeerbalans bijgehouden worden hoe de ontwikkeling van parkeerbehoefte en parkeeraanbod is. Zo kan er wanneer nodig bijgestuurd worden. Het resultaat uit de parkeerbalans is als volgt:
parkeerrealisatie TOP‐sporthal Retail Zwembad totaal
theoretische parkeervraag 663 1294 104 2061
Parkeervraag op maatgevend moment In het plan 663 0 1227 1391 78 104 1968 1495
In het plangebied is een tekort aan parkeerplaatsen, 473 stuks, op het maatgevende moment (zaterdag middag). Op de westelijke kavel naast de Topsporthal ligt een reservering voor een parkeergarage. Hierin zit ook het parkeren voor het zwembad. Door monitoring van de parkeercapaciteit i.r.t. de parkeervraag kan bepaald worden wanneer van deze reservering gebruik gemaakt moet worden. Het bovenstaande theoretische tekort kan op basis van de situatie dan worden opgelost.
Parkeerbalans Olympiakwartier Almere Planonderdeel Topsporthal
Omvang 3315
eenheid zitplaatsen
parkeernorm eenheid 0,2 per zitplaats
benodigd aantal parkeerplaatsen Normering volgens 663 CROW
Retail Park Olympiakwartier PDV horeca/leisure bedrijfswoningen Zwembad zwembad 2 sporthallen
Aanwezigheidspercentages gebruikers Topsporthal Retail Park Olympiakwartier detailhandel horeca/leisure bedrijfswoningen Zwembad zwembad 2 sporthallen Parkeerbehoefte per voorziening per moment Topsporthal Retail Park Olympiakwartier detailhandel horeca/leisure bedrijfswoningen Zwembad zwembad 2 sporthallen Totale parkeerbehoefte per dagdeel totale parkeercapacteit
33000 5500 3
m2 bvo m2 bvo stuks
525 1700
m2 bassin m2 bvo
100 m2 bvo 100 m2 bvo per woning
10 3
100 m2 bassin 100 m2 bvo
koopavond 90%
1023 267 4
Special (CROW) bestemmingsplan Almere Poort bestemmingsplan Almere Poort
53 51
CROW CROW
ochtend 30%
middag 50%
avond 100%
30% 30% 100%
70% 70% 100%
20% 100% 100%
70% 100% 100%
100% 75% 100%
0% 100% 100%
0% 75% 100%
30% 30%
100% 50%
50% 100%
30% 90%
75% 75%
50% 50%
75% 75%
zaterdagmiddag 100%
zaterdagavond 90%
zondagmiddag 85%
199
332
parkeerbehoefte koopavond zaterdagmiddag zaterdagavond zondagmiddag 663 597 663 597 564
307 80 4
716 187 4
205 267 4
716 267 4
1023 200 4
0 267 4
0 200 4
16 15 621
53 26 1317
26 51 1216
16 46 1646
39 38 1968
26 26 920
39 38 846
1495
1495
1495
1495
1495
1495
1495
874
178
279
‐151
‐473
575
649
ochtend
middag
Overschot / tekort
parkeerrealisatie TOP‐sporthal Retail Zwembad totaal
3,1 4,85 1,35
theoretische parkeervraag 663 1294 104 2061
avond
Parkeervraag op maatgevend moment In het plan 663 0 1227 1391 78 104 1968 1495
473 theoretisch tekort
Bepaling parkeernorm detailhandel
Parkeerkencijfers per 100m2 bvo schil centrum
aandeel bezoekers
min.
max.
gem.
4,8
6,3
5,6
92%
Woonwarenhuis/woonwinkel
1,3
1,8
1,6
91%
Bouwmarkt
1,5
2
1,8
87%
Winkelboulevard
3,2
3,7
3,5
94%
2,7
3,5
3,1
Bruin- en witgoedzaken
Gemiddelde:
Uitgangspunten Almere valt onder de CROW categorie 'sterk stedelijk' De locatie bevindt zich in de 'schil centrum' vanwege de goede OV‐bereikbaarheid
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling
Akoestisch onderzoek Uitwerkingsplan Akoestisch onderzoek Olympiakwartier, AlmereKustzoPoort
Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon (036) 539 99 11 Fax (036) 539 99 12 www.almere.nl
ne Almere Haven weg- en railverkeerslawaai Bestemmingsplan De Laren
Datum 29 april 2013 Kenmerk DSO/Ruimte/2013/AO004 Auteur A.M. Kraaijeveld Versie 1.1 Pagina 1/19
Inhoud Inhoud 2 1.
Inleiding
3
2. 2.1 2.2
Wettelijk kader Algemeen Wegverkeerslawaai Normen wegverkeerslawaai Voorwaarden voor ontheffing Artikel 110g Wet geluidhinder Railverkeerslawaai Algemeen Normen railverkeerslawaai Cumulatie
4 4 5 5 5 5 6 6 6 7
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4
3.1 3.2 3.3 3.4
Bestemmingsplan, beschikking hogere waarden, Wegaanpassingsbesluit A1/A6, Tracébesluit A6 en Tracébesluit OVSAAL Bestemmingsplan Almere Poort en beschikking hogere waarden Wegaanpassingsbesluit A1/A6 Tracébesluit A6 Tracébesluit OVSAAL
8 8 9 10 11
4. 4.1 4.2 4.3
Uitgangspunten en onderzoeksopzet Ligging plangebied en relevante wegen Berekeningen en Rekenmodel Verkeersgegevens
13 13 14 15
5.
Resultaten en beoordeling wegverkeerslawaai
17
6.
Conclusie
18
3
Bijlage(n) 1.
Begrippen
2.
Overzicht van het rekenmodel
3.
Invoergegevens rekenmodel
4.
Rekenresultaten
Pagina 2/19
1.
Inleiding In opdracht van het gebiedsteam Poort & Hout is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor het uitwerkingsplan Olympiakwartier in Almere Poort. In het op 5 februari 2009 in werking getreden bestemmingsplan Almere Poort hebben centrumgebied Olympiakwartier West, centrumgebied Olympiakwartier Oost en kantoorgebied Olympia Officepark een uit te werken bestemming. In het bestemmingsplan zijn op globaal detailniveau de akoestische gevolgen in het plangebied onderzocht. Voor geheel Almere Poort zijn vervolgens voor ca. 4.000 woningen hogere waarden in verschillende geluidsbelastingklassen vastgesteld voor zowel weg- als spoorweglawaai. Om bouwtitel te verkrijgen en de gewenste ontwikkeling van het gebied daadwerkelijk te kunnen realiseren is het nodig een uitwerkingsplan te maken. Het uitwerkingsplan omvat de gebieden Olympiakwartier West en centrumgebied Olympiakwartier Oost. In deze twee gebieden wordt het mogelijk gemaakt om in totaal 1.380 woningen te realiseren tot een hoogte van 45 meter, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om lokaal tot een hoogte van 90 meter te bouwen. In en om het plangebied bevinden zich gezoneerde verkeerswegen en een spoorlijn waardoor op grond van de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. In dit rapport is de werkwijze en de resultaten van dit onderzoek weergegeven. In hoofdstuk 2 is het wettelijk kader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in het bestemmingsplan Almere Poort en de vastgestelde hogere waarden die gelden in het plangebied. De onderzoeksopzet en de uitgangspunten voor de berekeningen, waaronder de verkeersgegevens zijn weergegeven in hoofdstuk 4. De resultaten van de geluidberekeningen en beoordeling zijn opgenomen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn de conclusie weergegeven. In bijlage 1 worden de begrippen uitgelegd. De figuren zijn opgenomen in bijlage 2 en de invoergegevens in bijlage 3. In bijlage 4 zijn de rekenresultaten opgenomen.
Pagina 3/19
2.
2.1
Wettelijk kader
Algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een weg. De breedte van de geluidzone voor wegverkeer is geregeld in artikel 74 Wgh en is afhankelijk van het aantal rijstroken van de weg en het type weg ( binnenstedelijk of buitenstedelijk). Buiten de zones worden geen eisen gesteld. Een weg is niet zoneplichtig indien er sprake is van: • ligging binnen een woonerf; • een maximum snelheid van 30 km/uur.
Tabel 2.1 geeft een overzicht van de breedte van de geluidszones in verschillende situaties. Tabel 2.1: Breedte van geluidszones stedelijk gebied Soort gebied
Stedelijk gebied
Buitenstedelijk gebied
Aantal rijstroken
1 of 2
3 of 4
1 of 2
3 of 4
5 of meer
Zonebreedte [m]
200
350
250
400
600
Voor railverkeer geldt er een zone op grond van artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder. Ter plaatse van Almere Poort geldt een zone van 600 m vanwege de Flevolijn. Binnen de zone van dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidbelasting op de binnen de zone geprojecteerd geluidsgevoelige bestemmingen. Bij het berekenen van de geluidbelasting wordt de Lden waarde in dB bepaald. De Lden waarde is het energetisch en naar tijdsduur van de beoordelingsperiode gemiddelde van de volgende waarden: • het geluidsniveau in de dagperiode (tussen 7.00 en 19.00 uur); • het geluidsniveau in de avondperiode (tussen 19.00 en 23.00 uur) + 5 dB; • het geluidsniveau in de nachtperiode (tussen 23.00 en 07.00 uur) + 10 dB.
Pagina 4/19
2.2
Wegverkeerslawaai
2.2.1
Normen wegverkeerslawaai
Artikel 82 tot en met 85 van de Wet geluidhinder geven nadere uitleg over de geluidbelasting in zogenaamde “Nieuwe situaties” (er dient een bestemmingsplanprocedure te worden gevolgd). De voorkeurswaarde bedraagt 48 dB. Is de geluidbelasting lager dan 48 dB dan legt de Wet geluidhinder geen restricties op aan het plan. Wordt deze overschreden dan kan door het college van burgemeester en wethouders een hogere waarde worden vastgesteld. Als de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde, kan de gemeente ontheffing verlenen indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeurswaarde van 48 dB, op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Voor nog niet-geprojecteerde woningen in een stedelijk gebied gelden de volgende normen: • Voorkeurswaarde: 48 dB • Maximale ontheffingswaarde: 63 dB • Maximale ontheffingswaarde (vervangende nieuwbouw): 68 dB.
2.2.2
Voorwaarden voor ontheffing
Het vaststellen van hogere waarden is mogelijk in die gevallen waarin de toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de te verwachten geluidsbelasting tot 48 dB onvoldoende doeltreffend zal zijn, dan wel bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige landschappelijke of financiële aard. Als voorwaarde geldt bovendien dat een geluidsniveau van 33 dB of minder binnen de betreffende woningen (geluidsgevoelige ruimten) in alle gevallen moet zijn gewaarborgd. 2.2.3
Artikel 110g Wet geluidhinder
Artikel 110g van de Wet geluidshinder biedt de mogelijkheid het resultaat van berekening en meting van de geluidbelasting vanwege wegverkeer met maximaal 5 dB te verlagen alvorens de waarden te toetsen aan de (voorkeurs)waarden. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.4 en artikel 3.5 van het ‘Reken en meetvoorschrift geluid 2012’. Op basis van dit voorschrift mag voor wegen met een representatieve snelheid van 70 km/uur of
Pagina 5/19
meer, een aftrek van 2 dB worden toegepast en voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/uur 5 dB. Akoestisch relevant jaar Bij het berekenen van de geluidsbelasting moet worden uitgegaan van de geprognosticeerde verkeerscijfers in het maatgevende jaar: het akoestisch relevante jaar. Tenzij de geplande ontwikkelingen aanleiding geven tot een duidelijk maatgevend jaar, wordt uitgegaan van de situatie (tenminste) 10 jaar na plandatum. Op deze wijze wordt bij de berekeningen rekenschap gehouden met de autonome groei van het verkeer. Omdat Almere op termijn zal groeien is voor de berekeningen uitgegaan van het akoestisch relevante jaar 2030. Voor dit jaar is een milieumodel opgesteld op basis van het verkeersmodel voor het jaar 2030 waarbij ontwikkelingen zoals de Schaalsprong en de verdubbeling van de A6 zijn meegenomen. De verkeersgegevens zijn ontleend aan dit gemeentelijk milieumodel (geactualiseerd in 2012).
2.3
Railverkeerslawaai
2.3.1
Algemeen
De Wgh is alleen van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone. Op grond van artikel 1.4a van het Besluit geluidhinder geldt er ter plaatse van Almere Poort een zone van 600 m vanwege de Flevolijn. 2.3.2
Normen railverkeerslawaai
Artikel 4.9 tot en met 4.12 en artikel 5.3 van het Besluit Geluidhinder geven nadere uitleg met betrekking tot de geluidbelasting in "Nieuwe situaties". De zogenaamde voorkeurswaarde voor woningen bedraagt 55 dB. Is de geluidbelasting lager dan 55 dB dan legt de Wet geluidhinder geen restricties op aan het onderhavige plan. Wordt deze voorkeurswaarde overschreden dan dient een hogere waarde te worden vastgesteld. Indien de geluidbelasting lager is dan de maximale ontheffingswaarde, kan een ontheffing worden verleend indien maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde van 55 dB, op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Voor nog niet-geprojecteerde woningen, gelden de volgende normen: • Voorkeurswaarde : 55 dB • Maximale ontheffingswaarde : 68 dB.
Pagina 6/19
2.4
Cumulatie In artikel 110f van de Wet geluidhinder is aangegeven dat met het vaststellen van een hogere waarde rekening moet worden gehouden met het cumulatieve effect vanwege verschillende geluidbronnen. Hierbij worden alleen geluidbronnen meegenomen waarvan de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde overschrijdt. Op basis van artikel 1.4 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 is in hoofdstuk 2 van bijlage I een speciale rekenmethode opgenomen voor de berekening van de gecumuleerde geluidbelasting, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in dosiseffect relaties van de verschillende geluidbronnen. Voor de toepassing van deze rekenmethode moet de geluidbelasting bekend zijn van elke bron, berekend volgens het voor de betreffende bron geldende voorschrift. De in gevolge artikel 110g van de Wet geluidhinder bij wegverkeerslawaai toe te passen aftrek wordt bij deze rekenmethode niet toegepast. In de Wet geluidhinder, noch het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, is aangegeven wanneer sprake is van een onaanvaardbare gecumuleerde geluidsbelasting. Dit is ter beoordeling staat van het bevoegd gezag.
Pagina 7/19
3
Bestemmingsplan, beschikking hogere waarden, Wegaanpassingsbesluit A1/A6, Tracébesluit A6 en Tracébesluit OVSAAL
3.1
Bestemmingsplan Almere Poort en beschikking hogere waarden Het bestemmingsplan Almere Poort is grotendeels een globaal bestemmingsplan. Dit houdt in dat bestemmingen zeer globaal zijn weergegeven. De ligging van geluidsbronnen en geluidsgevoelige bestemmingen kan daarbij niet worden exact worden aangegeven. De visie voor geluid en geluidhinder zijn vastgelegd in de “Geluidsnota Almere Poort” van juni 2002. Op basis van de geluidsnota is een aanvraag voor hogere waarden ingediend bij de provincie Flevoland en heeft de provincie op 14 oktober 2003 een beschikking hogere grenswaarden vastgesteld. In de beschikking zijn voor een vastgesteld aantal woningen per geluidsbelastingsklasse voor weg- en railverkeer hogere waarden vastgesteld. Een hogere geluidsbelasting wordt aanvaardbaar geacht nadat er een consciëntieuze afweging heeft plaatsgevonden tussen bron-, overdracht- en ontvangermaatregelen. In de beschikking is een onderverdeling aangegeven voor het aantal beschikbare woningen waaraan een hogere waarde mag worden toegekend per gebied, per bron en geluidbelastingklasse. Voor het gebied Olympiakwartier ziet het er als volgt uit: Tabel 2.2: overzicht afgegeven hogere waarden beschikking provincie Flevoland Gebied Wegverkeer
wegverkeer
railverkeer
Zowel weg- als railverkeer
49-53
54-58
49-53
54-58
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
railverkeer
56-58
59-63
64-68
56-58
59-63
64-68
dB
dB
dB
dB
dB
dB
Olympiakwartier west
31
72
35
78
116
42
42
20
Olympiakwartier oost
34
76
49
112
145
6
6
15
65
148
84
190
251
48
48
35
Totaal aantal woningen Olympiakwartier
Pagina 8/19
Voor geheel Almere Poort is daarnaast een percentage van ca. 10% aan woningen opgenomen in de post onvoorzien. Met het toepassen van hogere waarden worden de voorwaarden in acht genomen die volgen uit het gemeentelijke geluidbeleid (artikel 3 lid 11 van het bestemmingsplan Almere Poort). Uit de geluidsnota Almere Poort en het daarbij behorende akoestisch onderzoek blijkt dat bij het bepalen van het aantal benodigde hogere waarde woningen er geen rekening is gehouden met de geluidsbelasting van de A6. Uit de inventarisatie bleek destijds dat ter plaatse van geprognotiseerde woningen in Almere Poort in het prognosejaar werd voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder.
3.2
Wegaanpassingsbesluit A1/A6 Op 27 augustus 2009 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, op basis van artikel 9, eerste lid Spoedwet wegverbreding, het Wegaanpassingsbesluit vastgesteld voor de aanpassing van de A1 en de A6, waarbij voor het verkeer richting Almere de vluchtstrook tussen de aansluiting Muiderslot op de A1 en de aansluiting Almere Stad West op de A6 wordt ingericht als spitsstrook, inclusief de verbindingsweg A1/A6 in het knooppunt Muiderberg. Uit het akoestisch onderzoek bleek dat de geluidsbelasting van de A6 ter plaatse van Olympiakwartier de voorkeurswaarde overschreed en zijn hogere waarden vastgesteld. In tabel 2.3 zijn deze weergegeven. Tabel 2.3: vastgestelde hogere waarden Wegaanpassingsbesluit
Pagina 9/19
3.3
Tracébesluit A6 Op 21 maart 2011 is het Tracébesluit weguitbreiding SchipholAmsterdam-Almere (SAA) door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Dit Tracébesluit heeft betrekking op de wijziging van bestaande wegen en knooppunten in de corridor Schiphol-AmsterdamAlmere. Het gaat hierbij om (delen van) de A9, de A2, de A10-oost, de A1 en de A6 en de knooppunten Holendrecht, Badhoevedorp, Diemen, Amstel, Muiderberg en Almere. Met het vaststellen van het Tracébesluit en daarmee de hogere waarden voor nieuwbouw in Almere Poort, komen de vastgestelde hogere waarden uit het Wegaanpassingsbesluit A1/A6 te vervallen. De systematiek bij het opstellen van een akoestisch onderzoek in het kader van een Tracébesluit maakt het niet mogelijk om gebiedsgericht hogere waarden te verlenen. Om een passende oplossing te verkrijgen is in het Tracébesluit hier als volgt mee omgegaan. Voor het berekenen van de geluidsbelasting in de zone van de A6 zijn zeven waarneempunten in Almere Poort gelegd. Deze zeven waarneempunten representeren in totaal 233 woningen met een hogere waarde op diverse hoogtes. Deze waarneempunten zijn vervolgens in het Tracébesluit als hogere waarde vastgesteld. De vastgestelde hogere waarden zijn in bijlage 3a van het Tracébesluit aangegeven bij het adres ‘Almere Poort’. In onderstaande afbeelding is de locatie van deze waarneempunten weergeven.
Pagina 10/19
De waarneempunten 2, 4 en 5 liggen ten westen van de spoorbaan en vertegenwoordigen woningen in Olympiakwartier west. De waarneempunten 3, 6, 7 en 9 vertegenwoordigen woningen in Olympiakwartier oost. In tabel 2.4 wordt een overzicht gegeven van de vastgestelde hogere waarden die beschikbaar zijn voor Olympiakwartier vanwege de A6. Voor Olympiakwartier zijn in totaal 233 woningen met een hogere waarde beschikbaar vanwege de A6. Tabel 2.4: vastgestelde hogere waarden Tracébesluit SAA t.b.v. Olympiakwartier
Hoogte/Lden 49 50 51 52 53 54 55 56 Totaal 1,5 7,5 16,5 25,5 34,5 43,5 52,5 70,5 88,5 Totaal
3.4
31 1 1 1
10 1 10 9 8 14 1
16 10 11 10 11 1 12 14 4
6 11 11
6 6 17 34 12 41 51 12 26 28 29
10 58 41 21 33 19 17 17 17 233
Tracébesluit OVSAAL Op 23 november 2011 is het Tracébesluit OVSAAL vastgesteld. Ten behoeve van het Tracébesluit is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Voor nog in vullen gebieden waar volgens het bestemmingsplan Almere Poort geluidsgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd worden maatregelen getroffen zodat overal de toename ten opzichte van de voormalige toekomstprognose wordt weggenomen. In het kader van het Tracébesluit zijn hogere waarden vastgesteld. Met het treffen van geluidmaatregelen wordt bewerkstelligd dat de toekomstige situatie gelijk is aan de akoestische situatie volgens het bestemmingsplan Almere Poort. Dit betekent dat de vastgestelde hogere waarden in stand blijven. Het aantal hogere waarden die voor het bestemmingsplan zijn vastgesteld, zijn integraal overgenomen, met dien verstande dat de aantallen woningen per geluidsklasse zijn gecorrigeerd voor de woningaantallen waarvoor reeds een bouwvergunning was verleend. Daarnaast zijn de geluidswaarden omgezet naar de actuele dosismaat Lden door een aftrek van 2 dB toe te passen.
Pagina 11/19
Voor geheel Almere Poort zijn voor de niet ingevulde delen de volgende aantallen woningen per klasse vastgesteld: -
klasse 56-58 dB: 802
-
klasse 59-63 dB: 622
-
klasse 64-68 dB: 375
Aangezien in Olympiakwartier nog geen woningen zijn gerealiseerd, zijn voor Olympiakwartier west en oost de in de beschikking van de provincie Flevoland aangegeven hogere waarde woningen voor railverkeer beschikbaar zoals vermeld in tabel 2.2 in paragraaf 3.1, inclusief een post onvoorzien van 10%.
Pagina 12/19
4.
Uitgangspunten en onderzoeksopzet
4.1
Ligging plangebied en relevante wegen In figuur 3.1 en 3.2 is de ligging van het plangebied Olympiakwartier west en oost weergegeven. Ten noorden liggen de gebieden Europakwartier west en oost en het industrieterrein Lagekant, ten oosten ligt de Elementendreef, ten zuiden het gebied zakenpoort en te westen de Poortdreef. Door het gebied loopt van noord naar zuid de Flevolijn. Figuur 3.1: Ligging plangebied Olympiakwartier west en oost
f ee
Olympia we
tdr or Po
g
Figuur 3.2: globale indeling Olympiakwartier west en oost
Olympia we
g
Olymp ialaan
Pagina 13/19
De volgende verkeerswegen in en om het gebied hebben een geluidszone die volgens de Wet geluidhinder (Wgh) ook in het plangebied liggen: Railverkeer: Flevolijn Wegverkeer: A6 Busbaan Elementendreef Olympialaan Pierre de Coubertinlaan Poortdreef Winterspelenlaan
4.2
Zonebreedte 800 m 600 m 200 m 350 m 200 m 200 m 350 m 200 m
Berekeningen en Rekenmodel Er is een rekenmodel gemaakt voor het berekenen van de geluidsbelastingen vanwege de relevante gemeentelijke wegen. Met dit model zijn de poldercontouren bepaald, dat wil zeggen dat er geen rekening is gehouden met toekomstige afscherming door gebouwen. Voor het uitvoeren van de berekeningen is gebruik gemaakt van het computerprogramma Geomilieu V2.13. Voor wegverkeerslawaai zijn de berekeningen uitgevoerd overeenkomstig Standaard rekenmethode II zoals beschreven in bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. Hierin is voorgeschreven dat met alle factoren die van belang zijn rekening gehouden wordt, zoals afstandsreducties, reflecties, afschermingen, bodem- en luchtdemping, helling- en kruispuntcorrecties, hoogteligging van de weg, enzovoorts. Voor wegverkeer dient rekening te worden gehouden met de samenstelling van het verkeer, wegdektype en rijsnelheid. De gehanteerde invoergegevens zijn in de volgende paragraven weergegeven. De geluidsbelastingen in o.a. Olympiakwartier vanwege de Flevolijn en de A6 zijn onderzocht in het kader van het Tracébesluit OVSAAL en het Tracébesluit SAA. In de paragraven 3.3 en 3.6 zijn de resultaten van deze onderzoeken besproken. Vanwege het globale karakter van het bestemmingsplan is er geen toegevoegde waarde om de geluidsbelastingen vanwege deze twee bronnen wederom te bepalen. Er wordt verwezen naar de genoemde onderzoeken.
Pagina 14/19
De cumuleerde geluidsbelasting wordt in dit onderzoek niet onderzocht. Zoals in hoofdstuk 3 is beschreven zijn er voor het plangebied al hogere waarden vastgesteld.
4.3
Verkeersgegevens Wegverkeer De in het onderzoek gehanteerde verkeersgegevens voor de gemeentelijke wegen zijn verstrekt door de afdeling Verkeer & Vervoer van de gemeente Almere voor het jaar 2030. In deze cijfers zijn de ontwikkelingen van de Schaalsprong meegenomen. De verkeersgegevens zijn afgeleid uit het verkeersmodel zoals in 2012 is verschenen. In tabel 3.1 zijn de gehanteerde verkeersgegevens van de relevante wegen weergegeven.
Pagina 15/19
Tabel 3.1: Overzicht verkeersgegevens Wegvak
Etmaalintensiteit
Wegdek 2030
Snelheid
Periode
[km/u]
(lmvt/mzw/zw)*
[%]
2030 GRA**
Busbaan (ten noorden
Uurintensiteit
50
Olympiakwartier)
Ten westen spoorbaan
300,00
dag
3,4
avond
14,3
0/100/0 87/13/0
Ten oosten spoor-
800,00
nacht
0,4
dag
3,4
avond
14,3
baan
0/100/0
Busbaan Evenwijdig aan
GRA**
50
500,00
0/100/0
spoorbaan door Olympiakwartier Elementendreef
Olympialaan
87/13/0 4.183,00
3.702,00
GRA**
GRA**
50
nacht
0,4
0/100/0
dag
6,3
95,6/2,8/1,6
avond
4,2
89,7/0,9/0,5
nacht
0,9
96,1/2,6/1,3
50
7,1 dag
Pierre de Coubertin-
GRA**
Poortdreef – spoorbaan
97,7/1,3/1,1
nacht
0,5
96,7/1,8/1,5
7,1 dag avond
2,7
99,2/0,4/0,4
nacht
0,5
dag
6,3
96,8/2,1/1,2
avond
4,2
99,0/0,6/0,3
nacht
0,9
97,2/1,9/1,0
dag
7,1
97,7/1,3/1,0
avond
2,7
97,8/1,3/0,9
nacht
0,5
96,8/1,9/1,3
3.345,00
99,2/0,4/0,4
Spoorbaan - Elementendreef
4.654,00
Poortdreef
24.992,00
Winterspelenlaan
2,7
50
laan
97,6/1,3/1,1
avond
5.632,00
98,9/0,6/0,6 GRA**
GRA**
50
50
* m.v.t. = motorvoertuigen (licht, middelzware en/of zwaar) ** GRA = geluidsreducerend asfalt, reductie min. 3 dB t.a.v. referentie wegdek conform bestemmingsplan Almere Poort
Pagina 16/19
5.
Resultaten en beoordeling wegverkeerslawaai In figuur 4.1 zijn de geluidcontouren weergeven van de gezoneerde wegen op een waarneemhoogte van 10 m, exclusief de A6. Uit de figuur blijkt dat de geluidsbelasting langs de randen van het plangebied hoger is dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Langs de Poortdreef ligt ter plaatse van de eerstelijns bebouwing de geluidsbelasting in de klasse 53 – 58 dB. Aan de noordzijde zorgt met name de Pierre de Coubertinlaan voor een geluidsbelasting in de klasse 48 – 53 dB. De busbaan ten noorden en door het plangebied heeft een beperkte invloed op de geluidsbelasting. De 48 dB contour van de Elementendreef ligt ook over de eerstelijns bebouwing. Hier zijn echter geen geluidgevoelige functies gepland maar een retailpark. Aan de zuidzijde van het plangebied geeft de Olympialaan ten slotte een geluidsbelasting op de eerstelijns bebouwing in de klasse 48 – 53 dB. In Olympiakwartier oost geeft de Winterspelenlaan van noord naar zuid een hogere geluidsbelasting dan 48 dB op de eerstelijnsbebouwing. In de bijlage 4 zijn de resultaten van de berekeningen in de vorm van contouren op diverse waarneemhoogten van 5 tot en met 40 meter weergegeven. Figuur 4.1: geluidcontouren gezoneerde wegen op 10 m hoogte in 2030 (incl. 5 dB aftrek ex. art. 110g Wet geluidhinder)
Pagina 17/19
6.
Conclusie
Het uitwerkingsplan betreft een globaal plan waarin de locatie van toekomstige woningen niet vastligt. Uit het onderzoek blijkt dat de geluidniveaus in het plangebied van verschillende wegen en de Flevolijn boven de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder liggen. De geluidsbelastingen in Olympiakwartier vanwege de A6 zijn onderzocht in het kader van het Tracébesluit SAA. De volgende aantallen hogere waarde woningen per geluidsniveau zijn vastgesteld:
Hoogte/Lden 49 50 51 52 53 54 55 56 Totaal 1,5 7,5 16,5 25,5 34,5 43,5 52,5 70,5 88,5 Totaal
31 1 1 1
10 1 10 9 8 14 1
16 10 11 10 11 1 12 14 4
6 11 11
6 6 17 34 12 41 51 12 26 28 29
10 58 41 21 33 19 17 17 17 233
In het kader van het Tracébesluit OVSAAL zijn de geluidsbelastingen vanwege de Flevolijn onderzocht. In dit besluit zijn ook hogere waarden vastgesteld voor woningen per geluidsbelastingklasse in Olympiakwartier. Daarnaast gelden er de beschikbare hogere waarden voor wegen met uitzondering van de A6 op grond van de beschikking hogere grenswaarden van de provincie Flevoland. Samengevat zijn voor Olympiakwartier de volgende hogere waarden beschikbaar, exclusief een post van 10% onvoorzien: Gebied Wegverkeer
wegverkeer
railverkeer
Zowel weg- als railverkeer
49-53
54-58
49-53
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
64-68
56-58
59-63
64-68
railverkeer
56-58
59-63
54-58
dB
dB
dB
dB
dB
dB
Olympiakwartier west
31
72
35
78
116
42
42
20
Olympiakwartier oost
34
76
49
112
145
6
6
15
65
148
84
190
251
48
48
35
Totaal aantal woningen Olympiakwartier
Pagina 18/19
In dit onderzoek zijn voor de relevante gezoneerde wegen, met uitzondering van de A6, de geluidcontouren bepaalt op waarneemhoogtes van 5 tot 40 meter. Hieruit blijkt dat op de bebouwingsvlakken de geluidsbelasting vanwege de Poortdreef, Pierre de Coubertinlaan, Elementendreef, Olympialaan en Winterspelenlaan op diverse locaties hoger is dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Bij de nadere invulling van het plangebied dient gedetailleerd onderzoek te worden uitgevoerd. Voor iedere omgevingsvergunning voor een geluidgevoelige bestemming dient een onderzoek te worden uitgevoerd waarin de geluidsbelastingen van de relevante bronnen wordt bepaald en waaruit blijkt op welke wijze wordt voldaan aan de geluidsvereisten die volgen uit het bestemmingsplan en de Tracébesluiten. Bij de projectie van geluidsgevoelige bestemmingen en wegen moet een consciëntieuze afweging worden gemaakt van de wijze waarop door bron-, overdrachtmaatregelen of maatregelen bij de ontvanger de geluidsbelasting zo laag mogelijk kan worden gehouden. Er wordt getoetst of wordt voldaan aan de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere waarden zoals deze gelden op grond van het bestemmingsplan Almere Poort en de bijbehorende beschikking hogere grenswaarden, het Tracébesluit OVSAAL en het Tracébesluit SAA. Van de beschikbare en toegekende hogere waarden wordt een administratie bijgehouden. Met het toepassen van hogere waarden worden de voorwaarden in acht genomen die volgen uit het gemeentelijke geluidbeleid (artikel 3 lid 11 van het bestemmingsplan Almere Poort). Bij het uitwerken van het bouwkundig ontwerp van de woningen dient rekening te worden gehouden met de benodigde karakteristieke geluidwering van de gevel.
Pagina 19/19
Bijlagen
Bijlage 1: begrippen
begrippen In deze bijlage wordt een omschrijving gegeven van de volgende begrippen: - het equivalent geluidsniveau - de Lden waarde - de voorkeursgrenswaarde - de hogere waarde (of ontheffingswaarde) - artikel 110g Het equivalent geluidniveau Het equivalent geluidniveau is het energetisch gemiddelde geluidniveau over een periode (tijd). Voor het bepalen van het equivalent geluidsniveau gaat de Wet geluidhinder uit van 3 perioden: - dagperiode (7.00 uur – 19.00 uur); - avondperiode (19.00 uur – 23.00 uur); - nachtperiode (23.00 uur – 7.00 uur). Lden-waarde Door de EU is in het kader van de implementatie van de “richtlijn omgevingslawaai” een nieuwe wijze van berekening van de geluidbelasting voorgeschreven (Lden-waarde). De naam staat voor: level – day – evening – night. Deze nieuwe dosismaat heeft als eenheid de dB. Het betekent een soort gemiddeld geluidniveau, waarbij in de avond 5 dB als straftoeslag wordt bijgeteld en in de nacht 10 dB. Voorkeursgrenswaarde De voorkeursgrenswaarde is de geluidbelasting die voor de verschillende bestemmingen op basis van de Wet geluidhinder in ieder geval toelaatbaar wordt geacht en waarvoor ook geen geluidsreducerende voorzieningen hoeven te worden getroffen. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB en voor railverkeerslawaai 55 dB. Hogere waarde De maximale hogere waarde, is de maximaal door Burgemeester en Wethouders verleende hogere waarde op geluidgevoelige bestemmingen. Boven deze ontheffingswaarde is bouwen van geluidsgevoelige locaties niet mogelijk tenzij er afdoende maatregelen worden getroffen, en de binnenwaarde wordt gerespecteerd. Artikel 110g De berekende geluidbelasting dient te worden getoetst aan bovenstaande normen na aftrek van Artikel 110g Wet geluidhinder. Dit artikel houdt rekening met het stiller worden van het verkeer. Deze aftrek bedraagt: - 2 dB voor wegen waar de maximumsnelheid gelijk is aan, of hoger is dan 70 km/uur; - 5 dB voor overige wegen. De aftrek mag alleen worden toegepast bij het toetsen van de geluidsbelasting aan de normstelling en niet bij het bepalen van het binnenniveau (artikel 3.4 Reken en Meetvoorschrift geluid 2012).
Bijlage 2: overzicht rekenmodel
Bijlage 3: Invoergegevens rekenmodel
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam Grid 1
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Omschr. Olympiakwartier
Geomilieu V2.13
Hoogte 10,00
Maaiveld 0,62
DeltaX 25
DeltaY 25
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Omschr. Elementendreef Busbaan Busbaan Busbaan Busbaan
ISO H ------
ISO M ------
Hdef. Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Type Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
Cpl False False False False False
Cpl_W 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB
Elementendreef
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
Elementendreef Elementendreef Elementendreef Elementendreef Elementendreef
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
Elementendreef Elementendreef Elementendreef Elementendreef
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
Poortdreef
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
------
------
-------
Elementendreef Elementendreef
Poortdreef
Pierre de Coubertinlaan
Geomilieu V2.13
Hbron 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Helling 0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
--
Absoluut
Intensiteit
Wegdek W0 W0 W0 W0 W0
V(MR(D)) 50 50 50 50 50
V(MR(A)) 50 50 50 50 50
V(MR(N)) 50 50 50 50 50
V(MRP4) 50 50 50 50 50
V(LV(D)) 50 50 50 50 50
V(LV(A)) 50 50 50 50 50
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
False
1.5 dB
0,75
0
W0
50
50
50
50
50
50
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
V(LV(N)) 50 50 50 50 50
V(LVP4) 50 50 50 50 50
V(MV(D)) 50 50 50 50 50
V(MV(A)) 50 50 50 50 50
V(MV(N)) 50 50 50 50 50
V(MVP4) 50 50 50 50 50
V(ZV(D)) 50 50 50 50 50
V(ZV(A)) 50 50 50 50 50
V(ZV(N)) 50 50 50 50 50
V(ZVP4) 50 50 50 50 50
Totaal aantal 11195,00 2340,00 2276,00 2276,00 2276,00
%Int(D) 6,30 7,10 7,10 7,10 7,10
%Int(A) 4,22 2,70 2,70 2,70 2,70
%Int(N) 0,94 0,51 0,51 0,51 0,51
%IntP4 ------
%MR(D) ------
%MR(A) ------
%MR(N) ------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
9189,00 11159,00 9210,00 11159,00 4183,00
6,51 6,30 6,30 6,30 6,31
3,49 4,22 4,22 4,22 4,20
1,00 0,94 0,94 0,94 0,94
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
4183,00 13053,00 13053,00 13053,00 25425,00
6,31 6,29 6,29 6,29 6,31
4,20 4,24 4,24 4,24 4,18
0,94 0,94 0,94 0,94 0,94
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
4656,00 6504,00 4656,00 6504,00 28286,00
6,30 6,30 6,30 6,30 6,29
4,22 4,22 4,22 4,22 4,24
0,94 0,94 0,94 0,94 0,94
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
44638,00 31329,00 44638,00 28286,00 24992,00
6,32 6,30 6,32 6,29 6,30
4,17 4,21 4,17 4,24 4,23
0,94 0,94 0,94 0,94 0,94
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
24992,00 29046,00 29046,00 29046,00 31329,00
6,30 6,30 6,30 6,30 6,30
4,23 4,21 4,21 4,21 4,21
0,94 0,94 0,94 0,94 0,94
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
31329,00 3470,00 3470,00 2234,00 5334,00
6,30 7,10 7,10 7,10 7,10
4,21 2,70 2,70 2,70 2,70
0,94 0,50 0,50 0,51 0,50
------
------
------
------
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
4614,00
7,10
2,70
0,50
--
--
--
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
%MRP4 ------
%LV(D) 96,47 96,64 96,55 96,55 96,55
%LV(A) 98,95 96,72 96,63 96,63 96,63
%LV(N) 96,92 95,30 95,17 95,17 95,17
%LVP4 ------
%MV(D) 1,75 2,01 2,07 2,07 2,07
%MV(A) 0,53 1,97 2,02 2,02 2,02
%MV(N) 1,60 2,82 2,90 2,90 2,90
%MVP4 ------
%ZV(D) 1,79 1,34 1,38 1,38 1,38
%ZV(A) 0,52 1,31 1,35 1,35 1,35
%ZV(N) 1,48 1,88 1,93 1,93 1,93
%ZVP4 ------
MR(D) ------
MR(A) ------
MR(N) ------
MRP4 ------
LV(D) 680,32 160,48 155,96 155,96 155,96
LV(A) 467,65 61,03 59,31 59,31 59,31
LV(N) 101,99 11,30 10,98 10,98 10,98
LVP4 ------
------
95,88 96,46 96,33 96,46 95,55
98,67 98,94 98,90 98,94 98,66
95,72 96,91 96,78 96,91 96,07
------
2,08 1,75 2,08 1,75 2,84
0,61 0,53 0,63 0,53 0,87
1,95 1,60 1,90 1,60 2,60
------
2,03 1,79 1,59 1,79 1,61
0,72 0,52 0,46 0,52 0,47
2,33 1,49 1,32 1,49 1,33
------
------
------
------
------
573,18 678,06 558,99 678,06 252,08
316,66 466,10 384,25 466,10 173,28
87,57 101,66 83,80 101,66 37,79
------
------
95,55 97,31 97,31 97,31 94,79
98,66 99,20 99,20 99,20 98,42
96,07 97,64 97,64 97,64 95,40
------
2,84 1,56 1,56 1,56 3,18
0,87 0,47 0,47 0,47 0,98
2,60 1,42 1,42 1,42 2,91
------
1,61 1,14 1,14 1,14 2,03
0,47 0,33 0,33 0,33 0,60
1,33 0,94 0,94 0,94 1,69
------
------
------
------
------
252,08 799,18 799,18 799,18 1521,41
173,28 549,36 549,36 549,36 1045,82
37,79 119,81 119,81 119,81 228,09
------
------
96,61 96,35 96,61 96,35 97,03
98,99 98,91 98,99 98,91 99,11
97,04 96,82 97,04 96,82 97,38
------
1,67 1,81 1,67 1,81 1,88
0,51 0,55 0,51 0,55 0,57
1,53 1,65 1,53 1,65 1,72
------
1,72 1,84 1,72 1,84 1,08
0,50 0,54 0,50 0,54 0,31
1,43 1,53 1,43 1,53 0,90
------
------
------
------
------
283,27 394,80 283,27 394,80 1727,63
194,72 271,38 194,72 271,38 1187,58
42,47 59,19 42,47 59,19 259,01
------
------
94,50 96,07 94,50 97,03 96,78
98,33 98,82 98,33 99,11 99,04
95,14 96,53 95,14 97,38 97,16
------
3,37 2,47 3,37 1,88 2,07
1,04 0,76 1,04 0,57 0,63
3,09 2,26 3,09 1,72 1,89
------
2,12 1,46 2,12 1,08 1,15
0,63 0,43 0,63 0,31 0,33
1,77 1,21 1,77 0,90 0,95
------
------
------
------
------
2664,10 1896,85 2664,10 1727,63 1522,95
1831,30 1303,89 1831,30 1187,58 1046,88
399,40 284,38 399,40 259,01 228,32
------
------
96,78 96,09 96,09 96,09 96,07
99,04 98,82 98,82 98,82 98,82
97,16 96,55 96,55 96,55 96,53
------
2,07 2,48 2,48 2,48 2,47
0,63 0,76 0,76 0,76 0,76
1,89 2,27 2,27 2,27 2,26
------
1,15 1,42 1,42 1,42 1,46
0,33 0,42 0,42 0,42 0,43
0,95 1,18 1,18 1,18 1,21
------
------
------
------
------
1522,95 1759,01 1759,01 1759,01 1896,85
1046,88 1209,14 1209,14 1209,14 1303,89
228,32 263,71 263,71 263,71 284,38
------
------
96,07 99,23 99,23 97,21 97,56
98,82 99,24 99,24 97,28 97,61
96,53 98,90 98,90 96,09 96,56
------
2,47 0,38 0,38 1,27 1,18
0,76 0,37 0,37 1,25 1,15
2,26 0,53 0,53 1,79 1,65
------
1,46 0,40 0,40 1,51 1,27
0,43 0,39 0,39 1,48 1,24
1,21 0,56 0,56 2,12 1,78
------
------
------
------
------
1896,85 244,46 244,46 154,15 369,35
1303,89 92,96 92,96 58,62 140,46
284,38 17,22 17,22 10,86 26,01
------
--
98,18
98,23
97,44
--
0,84
0,82
1,19
--
0,97
0,95
1,37
--
--
--
--
--
321,57
122,29
22,65
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 MV(D) 12,32 3,35 3,35 3,35 3,35
MV(A) 2,52 1,24 1,24 1,24 1,24
MV(N) 1,68 0,33 0,33 0,33 0,33
MVP4 ------
ZV(D) 12,60 2,23 2,23 2,23 2,23
ZV(A) 2,46 0,83 0,83 0,83 0,83
ZV(N) 1,56 0,22 0,22 0,22 0,22
ZVP4 ------
LE (D) 63 83,20 76,75 76,67 76,67 76,67
LE (D) 125 90,11 83,70 83,63 83,63 83,63
LE (D) 250 96,33 89,89 89,83 89,83 89,83
LE (D) 500 102,27 95,81 95,72 95,72 95,72
LE (D) 1k 108,55 102,21 102,10 102,10 102,10
LE (D) 2k 105,08 98,75 98,64 98,64 98,64
LE (D) 4k 98,31 91,98 91,87 91,87 91,87
LE (D) 8k 88,50 82,10 82,02 82,02 82,02
12,46 12,32 12,06 12,32 7,49
1,96 2,52 2,47 2,52 1,53
1,78 1,68 1,64 1,68 1,02
------
12,15 12,60 9,22 12,60 4,24
2,31 2,46 1,80 2,46 0,83
2,13 1,56 1,14 1,56 0,53
------
82,69 83,19 82,33 83,19 79,11
89,66 90,10 89,29 90,10 86,18
96,00 96,32 95,55 96,32 92,60
101,71 102,26 101,37 102,26 98,06
107,88 108,54 107,69 108,54 104,30
104,43 105,07 104,23 105,07 100,87
97,67 98,30 97,46 98,30 94,11
87,99 88,49 87,67 88,49 84,48
7,49 12,80 12,80 12,80 51,10
1,53 2,62 2,62 2,62 10,45
1,02 1,74 1,74 1,74 6,96
------
4,24 9,33 9,33 9,33 32,61
0,83 1,82 1,82 1,82 6,38
0,53 1,16 1,16 1,16 4,04
------
79,11 83,46 83,46 83,46 87,24
86,18 90,32 90,32 90,32 94,35
92,60 96,33 96,33 96,33 100,90
98,06 102,58 102,58 102,58 106,14
104,30 109,10 109,10 109,10 112,22
100,87 105,62 105,62 105,62 108,80
94,11 98,84 98,84 98,84 102,06
84,48 88,80 88,80 88,80 92,59
4,90 7,42 4,90 7,42 33,56
1,00 1,52 1,00 1,52 6,86
0,67 1,01 0,67 1,01 4,57
------
5,05 7,55 5,05 7,55 19,24
0,99 1,48 0,99 1,48 3,76
0,63 0,94 0,63 0,94 2,39
------
79,33 80,88 79,33 80,88 86,88
86,23 87,81 86,23 87,81 93,80
92,42 94,05 92,42 94,05 99,89
98,42 99,94 98,42 99,94 105,96
104,73 106,20 104,73 106,20 112,47
101,25 102,74 101,25 102,74 109,00
94,48 95,97 94,48 95,97 102,22
84,64 86,19 84,64 86,19 92,24
95,13 48,85 95,13 33,56 32,58
19,45 9,99 19,45 6,86 6,66
12,97 6,66 12,97 4,57 4,44
------
59,91 28,78 59,91 19,24 18,08
11,72 5,63 11,72 3,76 3,54
7,43 3,57 7,43 2,39 2,24
------
89,77 87,69 89,77 86,88 86,43
96,91 94,70 96,91 93,80 93,38
103,50 101,02 103,50 99,89 99,54
108,65 106,68 108,65 105,96 105,49
114,69 113,01 114,69 112,47 111,95
111,28 109,56 111,28 109,00 108,49
104,53 102,79 104,53 102,22 101,72
95,12 93,05 95,12 92,24 91,79
32,58 45,48 45,48 45,48 48,85
6,66 9,30 9,30 9,30 9,99
4,44 6,20 6,20 6,20 6,66
------
18,08 26,07 26,07 26,07 28,78
3,54 5,10 5,10 5,10 5,63
2,24 3,23 3,23 3,23 3,57
------
86,43 87,34 87,34 87,34 87,69
93,38 94,36 94,36 94,36 94,70
99,54 100,68 100,68 100,68 101,02
105,49 106,34 106,34 106,34 106,68
111,95 112,67 112,67 112,67 113,01
108,49 109,22 109,22 109,22 109,56
101,72 102,46 102,46 102,46 102,79
91,79 92,71 92,71 92,71 93,05
48,85 0,93 0,93 2,02 4,45
9,99 0,34 0,34 0,75 1,65
6,66 0,09 0,09 0,20 0,45
------
28,78 0,98 0,98 2,40 4,80
5,63 0,36 0,36 0,89 1,78
3,57 0,10 0,10 0,24 0,48
------
87,69 77,40 77,40 76,44 80,06
94,70 83,98 83,98 83,27 86,86
101,02 89,19 89,19 89,30 92,79
106,68 96,77 96,77 95,59 99,23
113,01 103,70 103,70 102,01 105,74
109,56 100,17 100,17 98,52 102,25
102,79 93,36 93,36 91,74 95,47
93,05 82,74 82,74 81,75 85,37
2,76
1,02
0,28
--
3,19
1,18
0,32
--
79,16
85,88
91,59
98,40
105,05
101,54
94,75
84,48
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (A) 63 80,37 72,52 72,44 72,44 72,44
LE (A) 125 87,00 79,46 79,39 79,39 79,39
LE (A) 250 92,36 85,63 85,57 85,57 85,57
LE (A) 500 99,70 91,59 91,49 91,49 91,49
LE (A) 1k 106,56 98,01 97,89 97,89 97,89
LE (A) 2k 103,03 94,54 94,43 94,43 94,43
LE (A) 4k 96,23 87,77 87,66 87,66 87,66
LE (A) 8k 85,70 77,87 77,79 77,79 77,79
LE (N) 63 74,73 65,74 65,67 65,67 65,67
LE (N) 125 81,62 72,81 72,74 72,74 72,74
LE (N) 250 87,73 79,26 79,21 79,21 79,21
LE (N) 500 93,84 84,69 84,60 84,60 84,60
LE (N) 1k 100,24 90,86 90,75 90,75 90,75
LE (N) 2k 96,76 87,43 87,32 87,32 87,32
LE (N) 4k 89,98 80,67 80,57 80,57 80,57
78,84 80,36 79,51 80,36 76,15
85,50 86,98 86,16 86,98 82,85
91,00 92,35 91,55 92,35 88,36
98,14 99,68 98,83 99,68 95,42
104,91 106,54 105,70 106,54 102,27
101,39 103,02 102,18 103,02 98,75
94,59 96,22 95,38 96,22 91,95
84,17 85,69 84,86 85,69 81,51
74,64 74,72 73,88 74,72 70,65
81,60 81,61 80,81 81,61 77,69
87,96 87,72 86,95 87,72 84,01
93,67 93,83 92,95 93,83 89,64
99,77 100,22 99,38 100,22 95,99
96,31 96,74 95,91 96,74 92,54
89,56 89,97 89,13 89,97 85,78
76,15 80,91 80,91 80,91 84,09
82,85 87,51 87,51 87,51 90,82
88,36 92,73 92,73 92,73 96,43
95,42 100,26 100,26 100,26 103,33
102,27 107,21 107,21 107,21 110,11
98,75 103,68 103,68 103,68 106,60
91,95 96,87 96,87 96,87 99,81
81,51 86,26 86,26 86,26 89,44
70,65 75,05 75,05 75,05 78,74
77,69 81,89 81,89 81,89 85,82
84,01 87,79 87,79 87,79 92,27
89,64 94,21 94,21 94,21 97,68
95,99 100,81 100,81 100,81 103,89
92,54 97,32 97,32 97,32 100,46
85,78 90,54 90,54 90,54 93,70
76,54 78,03 76,54 78,03 84,28
83,16 84,66 83,16 84,66 90,90
88,50 90,04 88,50 90,04 96,18
95,88 97,35 95,88 97,35 103,62
102,75 104,20 102,75 104,20 110,57
99,22 100,67 99,22 100,67 107,04
92,42 93,87 92,42 93,87 100,23
81,88 83,36 81,88 83,36 89,64
70,88 72,42 70,88 72,42 78,47
77,75 79,31 77,75 79,31 85,36
83,83 85,45 83,83 85,45 91,35
90,00 91,52 90,00 91,52 97,59
96,42 97,89 96,42 97,89 104,18
92,93 94,41 92,93 94,41 100,70
86,16 87,64 86,16 87,64 93,92
86,56 84,84 86,56 84,28 83,77
93,31 91,51 93,31 90,90 90,41
98,96 96,94 98,96 96,18 95,72
105,79 104,14 105,79 103,62 103,10
112,56 111,01 112,56 110,57 110,03
109,05 107,49 109,05 107,04 106,50
102,26 100,69 102,26 100,23 99,70
91,91 90,20 91,91 89,64 89,13
81,27 79,24 81,27 78,47 78,01
88,37 86,22 88,37 85,36 84,93
94,86 92,44 94,86 91,35 90,99
100,18 98,27 100,18 97,59 97,10
106,36 104,70 106,36 104,18 103,66
102,93 101,24 102,93 100,70 100,18
96,18 94,47 96,18 93,92 93,40
83,77 84,51 84,51 84,51 84,84
90,41 91,18 91,18 91,18 91,51
95,72 96,60 96,60 96,60 96,94
103,10 103,80 103,80 103,80 104,14
110,03 110,68 110,68 110,68 111,01
106,50 107,16 107,16 107,16 107,49
99,70 100,36 100,36 100,36 100,69
89,13 89,86 89,86 89,86 90,20
78,01 78,90 78,90 78,90 79,24
84,93 85,88 85,88 85,88 86,22
90,99 92,09 92,09 92,09 92,44
97,10 97,93 97,93 97,93 98,27
103,66 104,36 104,36 104,36 104,70
100,18 100,91 100,91 100,91 101,24
93,40 94,13 94,13 94,13 94,47
84,84 73,19 73,19 72,21 75,83
91,51 79,77 79,77 79,04 82,63
96,94 84,95 84,95 85,04 88,53
104,14 92,56 92,56 91,37 95,01
111,01 99,50 99,50 97,80 101,54
107,49 95,96 95,96 94,31 98,04
100,69 89,16 89,16 87,53 91,26
90,20 78,53 78,53 77,52 81,15
79,24 66,06 66,06 65,42 68,99
86,22 72,69 72,69 72,34 75,90
92,44 78,07 78,07 78,64 82,09
98,27 85,39 85,39 84,47 88,08
104,70 92,23 92,23 90,65 94,37
101,24 88,70 88,70 87,18 90,89
94,47 81,90 81,90 80,42 84,13
74,94
81,65
87,34
94,18
100,85
97,33
90,54
80,25
68,01
74,82
80,79
87,17
93,64
90,15
83,37
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (N) 8k 80,05 71,09 71,01 71,01 71,01
LE P4 63 ------
LE P4 125 ------
LE P4 250 ------
LE P4 500 ------
LE P4 1k ------
LE P4 2k ------
LE P4 4k ------
LE P4 8k ------
79,93 80,04 79,22 80,04 76,03
------
------
------
------
------
------
------
------
76,03 80,40 80,40 80,40 84,10
------
------
------
------
------
------
------
------
76,20 77,74 76,20 77,74 83,84
------
------
------
------
------
------
------
------
86,63 84,61 86,63 83,84 83,38
------
------
------
------
------
------
------
------
83,38 84,27 84,27 84,27 84,61
------
------
------
------
------
------
------
------
84,61 71,39 71,39 70,71 74,30
------
------
------
------
------
------
------
------
73,32
--
--
--
--
--
--
--
--
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Omschr. P. de Coubertinlaan
Olympialaan
Zakenpoort Olympialaan
Geomilieu V2.13
ISO H ------
ISO M ------
Hdef. Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Type Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
Cpl False False False False False
Cpl_W 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB
Hbron 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
Helling 0 0 0 0 0
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Verdeling Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
dB dB dB dB dB
------
------
Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False False False
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
-2,32 --2,32
----
Absoluut Absoluut Absoluut
Intensiteit Intensiteit Intensiteit
False False False
Wegdek W0 W0 W0 W0 W0
V(MR(D)) 50 50 50 50 50
V(MR(A)) 50 50 50 50 50
V(MR(N)) 50 50 50 50 50
V(MRP4) 50 50 50 50 50
V(LV(D)) 50 50 50 50 50
V(LV(A)) 50 50 50 50 50
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
dB dB dB dB dB
0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
0 0 0 0 0
W0 W0 W0 W0 W0
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 30 30
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
1.5 dB 1.5 dB 1.5 dB
0,75 0,75 0,75
0 0 0
W0 W0 W0
50 50 50
50 50 50
50 50 50
30 30 30
50 50 50
50 50 50
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
V(LV(N)) 50 50 50 50 50
V(LVP4) 50 50 50 50 50
V(MV(D)) 50 50 50 50 50
V(MV(A)) 50 50 50 50 50
V(MV(N)) 50 50 50 50 50
V(MVP4) 50 50 50 50 50
V(ZV(D)) 50 50 50 50 50
V(ZV(A)) 50 50 50 50 50
V(ZV(N)) 50 50 50 50 50
V(ZVP4) 50 50 50 50 50
Totaal aantal 5334,00 4654,00 3345,00 4654,00 3345,00
%Int(D) 7,10 7,10 7,10 7,10 7,10
%Int(A) 2,70 2,70 2,70 2,70 2,70
%Int(N) 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
%IntP4 ------
%MR(D) ------
%MR(A) ------
%MR(N) ------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
500,00 820,00 820,00 300,00 300,00
3,35 3,35 3,35 3,35 3,35
14,25 14,25 14,25 14,25 14,25
0,35 0,35 0,35 0,35 0,35
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
300,00 300,00 300,00 300,00 300,00
3,35 3,35 3,35 3,35 3,35
14,25 14,25 14,25 14,25 14,25
0,35 0,35 0,35 0,35 0,35
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
820,00 820,00 820,00 3702,00 5432,00
3,35 3,35 3,35 7,10 7,10
14,25 14,25 14,25 2,70 2,70
0,35 0,35 0,35 0,50 0,50
------
------
------
------
50 50 50 50 50
50 50 50 30 30
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 30 30
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 50 50
50 50 50 30 30
9161,00 5432,00 3702,00 4829,00 2909,00
7,10 7,10 7,10 7,10 7,10
2,70 2,70 2,70 2,70 2,70
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
------
------
------
------
50 50 50
30 30 30
50 50 50
50 50 50
50 50 50
30 30 30
50 50 50
50 50 50
50 50 50
30 30 30
4829,00 5632,00 4829,00
7,10 7,10 7,10
2,70 2,70 2,70
0,50 0,50 0,50
----
----
----
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
%MRP4 ------
%LV(D) 97,56 98,60 99,20 98,60 99,20
%LV(A) 97,61 98,63 99,21 98,63 99,21
%LV(N) 96,56 98,02 98,86 98,02 98,86
%LVP4 ------
%MV(D) 1,18 0,66 0,39 0,66 0,39
%MV(A) 1,15 0,65 0,38 0,65 0,38
%MV(N) 1,65 0,94 0,55 0,94 0,55
%MVP4 ------
%ZV(D) 1,27 0,74 0,41 0,74 0,41
%ZV(A) 1,24 0,72 0,40 0,72 0,40
%ZV(N) 1,78 1,04 0,59 1,04 0,59
%ZVP4 ------
MR(D) ------
MR(A) ------
MR(N) ------
MRP4 ------
LV(D) 369,35 325,71 235,59 325,71 235,59
LV(A) 140,46 123,86 89,59 123,86 89,59
LV(N) 26,01 22,94 16,59 22,94 16,59
LVP4 ------
------
------
87,72 87,72 87,72 87,72 87,72
------
------
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
12,28 12,28 12,28 12,28 12,28
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
------
------
------
------
------
------
------
------
------
------
62,50 102,50 102,50 37,50 37,50
------
------
------
------
87,72 87,72 87,72 87,72 87,72
------
------
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
12,28 12,28 12,28 12,28 12,28
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
------
------
------
------
------
------
------
------
------
------
37,50 37,50 37,50 37,50 37,50
------
------
------
---97,62 98,13
87,72 87,72 87,72 97,68 98,17
---96,66 97,36
------
1,00 1,00 1,00 1,30 1,00
12,28 12,28 12,28 1,27 0,97
1,00 1,00 1,00 1,83 1,40
------
---1,08 0,88
---1,05 0,86
---1,52 1,23
------
------
------
------
------
---256,50 378,38
102,50 102,50 102,50 97,54 143,89
---18,06 26,65
------
------
98,23 98,13 97,62 97,73 98,91
98,28 98,17 97,68 97,78 98,93
97,51 97,36 96,66 96,81 98,45
------
0,88 1,00 1,30 1,31 0,47
0,86 0,97 1,27 1,28 0,46
1,24 1,40 1,83 1,85 0,66
------
0,89 0,88 1,08 0,96 0,63
0,87 0,86 1,05 0,93 0,61
1,25 1,23 1,52 1,34 0,89
------
------
------
------
------
638,75 378,38 256,50 335,00 204,27
242,91 143,89 97,54 127,39 77,68
44,98 26,65 18,06 23,59 14,39
------
----
97,73 98,06 97,73
97,78 98,10 97,78
96,81 97,26 96,81
----
1,31 1,13 1,31
1,28 1,10 1,28
1,85 1,59 1,85
----
0,96 0,82 0,96
0,93 0,80 0,93
1,34 1,15 1,34
----
----
----
----
----
335,00 391,98 335,00
127,39 149,06 127,39
23,59 27,60 23,59
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 MV(D) 4,45 2,20 0,93 2,20 0,93
MV(A) 1,65 0,82 0,34 0,82 0,34
MV(N) 0,45 0,22 0,09 0,22 0,09
MVP4 ------
ZV(D) 4,80 2,43 0,98 2,43 0,98
ZV(A) 1,78 0,90 0,36 0,90 0,36
ZV(N) 0,48 0,24 0,10 0,24 0,10
ZVP4 ------
LE (D) 63 80,06 79,00 77,26 79,00 77,26
LE (D) 125 86,86 85,67 83,84 85,67 83,84
LE (D) 250 92,79 91,20 89,07 91,20 89,07
LE (D) 500 99,23 98,28 96,62 98,28 96,62
LE (D) 1k 105,74 105,04 103,55 105,04 103,55
LE (D) 2k 102,25 101,52 100,01 101,52 100,01
LE (D) 4k 95,47 94,73 93,21 94,73 93,21
LE (D) 8k 85,37 84,32 82,60 84,32 82,60
0,17 27,47 27,47 10,05 10,05
8,75 14,35 14,35 5,25 5,25
0,02 2,87 2,87 1,05 1,05
------
------
------
------
------
55,18 77,33 77,33 72,96 72,96
63,92 86,07 86,07 81,71 81,71
71,99 94,13 94,13 89,77 89,77
71,86 94,01 94,01 89,64 89,64
75,29 97,44 97,44 93,07 93,07
73,22 95,37 95,37 91,01 91,01
66,78 88,93 88,93 84,56 84,56
61,13 83,28 83,28 78,91 78,91
10,05 10,05 10,05 10,05 10,05
5,25 5,25 5,25 5,25 5,25
1,05 1,05 1,05 1,05 1,05
------
------
------
------
------
72,96 72,96 72,96 72,96 72,96
81,71 81,71 81,71 81,71 81,71
89,77 89,77 89,77 89,77 89,77
89,64 89,64 89,64 89,64 89,64
93,07 93,07 93,07 93,07 93,07
91,01 91,01 91,01 91,01 91,01
84,56 84,56 84,56 84,56 84,56
78,91 78,91 78,91 78,91 78,91
27,47 27,47 27,47 3,42 3,84
14,35 14,35 14,35 1,27 1,43
2,87 2,87 2,87 0,34 0,38
------
---2,83 3,38
---1,05 1,25
---0,28 0,34
------
77,33 77,33 77,33 78,40 79,86
86,07 86,07 86,07 85,22 86,61
94,13 94,13 94,13 91,13 92,34
94,01 94,01 94,01 97,57 99,08
97,44 97,44 97,44 104,13 105,75
95,37 95,37 95,37 100,64 102,25
88,93 88,93 88,93 93,86 95,46
83,28 83,28 83,28 83,73 85,19
5,70 3,84 3,42 4,50 0,96
2,12 1,43 1,27 1,67 0,36
0,57 0,38 0,34 0,45 0,10
------
5,77 3,38 2,83 3,27 1,29
2,14 1,25 1,05 1,22 0,48
0,58 0,34 0,28 0,33 0,13
------
82,10 79,86 78,40 79,49 76,82
88,82 86,61 85,22 86,30 83,44
94,51 92,34 91,13 92,17 88,82
101,34 99,08 97,57 98,66 96,15
108,02 105,75 104,13 105,27 102,98
104,51 102,25 100,64 101,78 99,45
97,72 95,46 93,86 94,99 92,65
87,42 85,19 83,73 84,83 82,14
4,50 4,50 4,50
1,67 1,67 1,67
0,45 0,45 0,45
----
3,27 3,27 3,27
1,22 1,22 1,22
0,33 0,33 0,33
----
79,49 80,02 79,49
86,30 86,79 86,30
92,17 92,55 92,17
98,66 99,23 98,66
105,27 105,91 105,27
101,78 102,40 101,78
94,99 95,62 94,99
84,83 85,36 84,83
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (A) 63 75,83 74,78 73,05 74,78 73,05
LE (A) 125 82,63 81,45 79,62 81,45 79,62
LE (A) 250 88,53 86,96 84,83 86,96 84,83
LE (A) 500 95,01 94,07 92,41 94,07 92,41
LE (A) 1k 101,54 100,84 99,34 100,84 99,34
LE (A) 2k 98,04 97,32 95,81 97,32 95,81
LE (A) 4k 91,26 90,52 89,00 90,52 89,00
LE (A) 8k 81,15 80,10 78,38 80,10 78,38
LE (N) 63 68,99 67,76 65,92 67,76 65,92
LE (N) 125 75,90 74,51 72,56 74,51 72,56
LE (N) 250 82,09 80,27 77,96 80,27 77,96
LE (N) 500 88,08 86,98 85,24 86,98 85,24
LE (N) 1k 94,37 93,60 92,07 93,60 92,07
LE (N) 2k 90,89 90,10 88,55 90,10 88,55
LE (N) 4k 84,13 83,31 81,75 83,31 81,75
74,75 76,90 76,90 72,54 72,54
82,67 84,81 84,81 80,45 80,45
89,95 92,10 92,10 87,73 87,73
92,85 95,00 95,00 90,63 90,63
98,81 100,96 100,96 96,59 96,59
95,65 97,80 97,80 93,43 93,43
88,95 91,10 91,10 86,73 86,73
80,46 82,61 82,61 78,24 78,24
45,37 67,52 67,52 63,15 63,15
54,11 76,26 76,26 71,90 71,90
62,18 84,32 84,32 79,96 79,96
62,05 84,20 84,20 79,84 79,84
65,48 87,63 87,63 83,26 83,26
63,41 85,56 85,56 81,20 81,20
56,97 79,12 79,12 74,75 74,75
72,54 72,54 72,54 72,54 72,54
80,45 80,45 80,45 80,45 80,45
87,73 87,73 87,73 87,73 87,73
90,63 90,63 90,63 90,63 90,63
96,59 96,59 96,59 96,59 96,59
93,43 93,43 93,43 93,43 93,43
86,73 86,73 86,73 86,73 86,73
78,24 78,24 78,24 78,24 78,24
63,15 63,15 63,15 63,15 63,15
71,90 71,90 71,90 71,90 71,90
79,96 79,96 79,96 79,96 79,96
79,84 79,84 79,84 79,84 79,84
83,26 83,26 83,26 83,26 83,26
81,20 81,20 81,20 81,20 81,20
74,75 74,75 74,75 74,75 74,75
76,90 76,90 76,90 74,18 75,64
84,81 84,81 84,81 80,99 82,38
92,10 92,10 92,10 86,88 88,09
95,00 95,00 95,00 93,35 94,87
100,96 100,96 100,96 99,93 101,55
97,80 97,80 97,80 96,43 98,04
91,10 91,10 91,10 89,65 91,25
82,61 82,61 82,61 79,51 80,97
67,52 67,52 67,52 67,30 68,70
76,26 76,26 76,26 74,22 75,54
84,32 84,32 84,32 80,39 81,52
84,20 84,20 84,20 86,37 87,84
87,63 87,63 87,63 92,74 94,34
85,56 85,56 85,56 89,27 90,85
79,12 79,12 79,12 82,50 84,07
77,88 75,64 74,18 75,27 72,61
84,60 82,38 80,99 82,07 79,22
90,27 88,09 86,88 87,93 84,59
97,12 94,87 93,35 94,44 91,94
103,81 101,55 99,93 101,06 98,77
100,30 98,04 96,43 97,57 95,24
93,51 91,25 89,65 90,78 88,44
83,20 80,97 79,51 80,61 77,93
70,93 68,70 67,30 68,38 65,56
77,74 75,54 74,22 75,30 72,24
83,68 81,52 80,39 81,44 77,85
90,09 87,84 86,37 87,46 84,83
96,60 94,34 92,74 93,87 91,53
93,11 90,85 89,27 90,40 88,01
86,33 84,07 82,50 83,63 81,22
75,27 75,80 75,27
82,07 82,57 82,07
87,93 88,31 87,93
94,44 95,01 94,44
101,06 101,70 101,06
97,57 98,20 97,57
90,78 91,41 90,78
80,61 81,14 80,61
68,38 68,87 68,38
75,30 75,74 75,30
81,44 81,76 81,44
87,46 87,99 87,46
93,87 94,49 93,87
90,40 91,01 90,40
83,63 84,23 83,63
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Invoergegevens: grid en wegen Model: Groep:
Naam
Geluidsmodel 2030 - Wegverkeer - Almere - Olympiakwartier ho=10m Olympiakwartier - Almere Poort (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
LE (N) 8k 74,30 73,08 71,25 73,08 71,25
LE P4 63 ------
LE P4 125 ------
LE P4 250 ------
LE P4 500 ------
LE P4 1k ------
LE P4 2k ------
LE P4 4k ------
LE P4 8k ------
51,32 73,47 73,47 69,10 69,10
------
------
------
------
------
------
------
------
69,10 69,10 69,10 69,10 69,10
------
------
------
------
------
------
------
------
73,47 73,47 73,47 72,62 74,02
------
------
------
------
------
------
------
------
76,25 74,02 72,62 73,72 70,87
------
------
------
------
------
------
------
------
73,72 74,21 73,72
----
----
----
----
----
----
----
----
Geomilieu V2.13
29-4-2013 15:21:06
Bijlage 4: Rekenresultaten
Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling
Onderzoek luchtkwaliteit
Akoestisch onderzoek KustzoUitwerkingsplan ne AlmereAlmere HavenPoort Olympiakwartier, Bestemmingsplan De Laren
Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon (036) 539 99 11 Fax (036) 539 99 12 www.almere.nl
Datum 26 juni 2013 Kenmerk DSO/Ruimte/2013/OL001 Auteur A.M. Kraaijeveld Versie 1.1 Pagina 1/12
Inhoud 1. 2. 3. 3.1 3.2 4 5. 6.
Inleiding Wettelijk kader Uitgangspunten, onderzoeksopzet en beoordeling Ligging plangebied en relevante wegen Opzet onderzoek en beoordeling Berekeningen en Rekenmodel Resultaten Conclusie
Bijlage(n) 1.
Etmaalintensiteiten 2020
2.
Resultaten berekeningen per wegvak voor 2014, 2020 en 2024
Pagina 2/12
3 4 6 6 8 9 12 12
1.
Inleiding In opdracht van het gebiedsteam Poort & Hout is een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit voor het uitwerkingsplan Olympiakwartier in Almere Poort. Op 15 maart 2007 is door de raad van de gemeente Almere het bestemmingsplan Almere Poort vastgesteld. In dit plan hebben onder andere het centrumgebied Olympiakwartier West, centrumgebied Olympiakwartier Oost en kantoorgebied Olympia Officepark een uit te werken bestemming. In het plan is de luchtkwaliteit onderzocht met in achtneming van de bepalingen van het Besluit luchtkwaliteit 2005 (BLK 2005). Getoetst is of uitwerking van het plan mogelijk is binnen de in dit besluit aangegeven kaders. Uit de toetsing blijkt dat er op basis van het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen belemmeringen zijn voor de voorgenomen activiteiten in het plangebied. Om bouwtitel te verkrijgen en de gewenste ontwikkeling van het gebied daadwerkelijk te kunnen realiseren, is het nodig een uitwerkingsplan te maken. Het uitwerkingsplan omvat een deel van het gebied Olympiakwartier West. Voor het uit te werken plangebied dient te worden aangetoond dat luchtkwaliteit geen belemmering vormt. In hoofdstuk 2 is het wettelijk kader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de onderzoeksopzet en de uitgangspunten voor de berekeningen. In Hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijze van berekenen en het rekenmodel. De resultaten van de berekeningen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 en in hoofdstuk 6 zijn tenslotte de conclusie weergegeven.
Pagina 3/12
2.
Wettelijk kader Het bestemmingsplan Almere Poort is vastgesteld op 15 maart 2007 met in achtneming van de bepalingen van het Besluit luchtkwaliteit 2005(3) (Blk 2005). Hierin is getoetst of uitwerking van het plan mogelijk is binnen de in dit besluit aangegeven kaders. Op 11 oktober 2007 is de Wijzigingswet wet milieubeheer in werking getreden en is het Besluit luchtkwaliteit 2005 ingetrokken. Ingevolge artikel V van deze wet zijn titel 5.2 van de Wet milieubeheer, bijlage 2 van die wet en de op titel 5.2 berustende bepalingen niet van toepassing op een voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet met toepassing van artikel 7 van het Besluit luchtkwaliteit 2005 vastgesteld besluit. Aangezien het bestemmingsplan Almere Poort is vastgesteld voordat de Wijzigingswet is vastgesteld, brengt het overgangsrecht mee dat het Blk 2005 van toepassing voor het uitwerkingsplan. Besluit luchtkwaliteit 2005 Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is gebaseerd op regels van de Europese Unie (EU). Het doel van het Besluit luchtkwaliteit is mensen te beschermen tegen risico’s van luchtverontreiniging. Het bevat luchtkwaliteitsnormen voor zwaveldioxide (SO ), stikstofdioxide (NO ), stikstof2
2
oxiden (NO ), fijn stof (PM ), lood (Pb), koolmonoxide (CO) en benx
10
zeen (C H ). Het besluit geeft aan op welke termijn de normen gelden 6
6
en gehaald moeten worden en welke bestuursorganen verantwoordelijk zijn voor het halen van die normen. Meetregeling luchtkwaliteit 2005 Deze regeling regelt hoeveel fijn stof van natuurlijke oorsprong mag worden afgetrokken van de fijn stof-concentraties in de lucht. Dit wordt wel de 'zeezout-aftrek' genoemd. De meetregeling is tegelijkertijd met het Blk 2005 in werking getreden.
Pagina 4/12
Belangrijkste normen In de gemeente Almere zijn alleen de jaargemiddelde norm voor NO en 2
de 24-uurgemiddelde norm voor PM van belang. De normstelling op 10
grond van het BLK 2005 en op grond van de luchtkwaliteitseisen in titel 5.2 van de Wet milieubeheer zijn gelijk. De normen zijn als volgt: (Artikel 15) Voor stikstofdioxide (NO2) gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens: a. 200 microgram per m³ als uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal achttien maal per kalenderjaar mag worden overschreden, en b. 40 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie, uiterlijk op 1 januari 2010. (Artikel 20) Voor zwevende deeltjes (PM10) gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens: a. 40 microgram per m³ als jaargemiddelde concentratie; b. 50 microgram per m³ als vierentwintig-uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal vijfendertig maal per kalenderjaar mag worden overschreden.
Pagina 5/12
3.
Uitgangspunten, onderzoeksopzet en beoordeling
3.1
Ligging plangebied en relevante wegen In figuur 3.1 is de ligging van Almere Poort weergegeven in figuur 3.2 de ligging van het uitwerkingsplan Olympiakwartier en in figuur 3.3 is de benaming van de straten te zien. Wat betreft de luchtkwaliteit zijn voor het plangebied met name de Elementendreef en de Olympialaan van belang. Daarnaast ligt ten zuiden van Almere Poort de A6. Figuur 3.1: Ligging plangebied Olympiakwartier west en oost
Pagina 6/12
Figuur 3.2: globale indeling Olympiakwartier west en oost
Figuur 3.3: Overzicht straatnamen
Pagina 7/12
3.2
Opzet onderzoek en beoordeling Aangezien het hier om een uitwerking gaat van een vigerend bestemmingsplan, dient te worden getoetst of de luchtkwaliteit binnen de kaders van het moederplan blijft. Door het uitvoeren van een berekening van de luchtkwaliteit kan worden aangetoond dat de grenswaarden zoals opgenomen in het BLK 2005 niet zullen worden overschreden.
Pagina 8/12
4
Berekeningen en Rekenmodel De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 stelt in artikel 70 representativiteiteisen voor de berekening van concentraties nabij een weg. Een aantal relevante eisen worden in de volgende paragrafen belicht. Representatief voor een straatsegment van minimaal 100 m2 Bij toetsing bij wegen moeten concentraties, voor zover mogelijk, op een zodanig punt bepaald worden dat het rekenpunt representatief is voor een straatsegment (een lengte) van 100 meter. Hiervan is af te leiden dat in het geval van een kruisende weg het representatieve rekenpunt met de hoogste concentraties op minimaal 50 meter van de as van deze kruisende weg ligt. Maximale afstand tot de wegrand Voor het bepalen van de concentraties stikstofdioxide en fijn stof geldt een maximale afstand van 10 meter vanaf de wegrand. Het rekenpunt op een andere afstand leggen is toegestaan als daarmee een representatiever beeld wordt verkregen: 1. hiervan is sprake als de afstand van de wegrand tot de gevels kleiner is dan 10 meter van de weg. Er mag dan gerekend worden met de werkelijke afstand; 2. dit kan het geval zijn bij de aanwezigheid van een geluidsscherm. Het wordt dan aanbevolen te rekenen achter het scherm; 3. dit kan ook het geval zijn als de blootstelling op een projectlocatie wordt onderzocht. Praktische toepassing van de eisen Voor de wegbreedte wordt uitgegaan van een minimale breedte van 4 meter. Tenzij anders gemotiveerd komt het rekenpunt voor stikstofdioxide en fijn stof dan op 12 meter uit het hart van de weg te liggen. Rekenpunt In dit onderzoek zijn luchtkwaliteitberekeningen uitgevoerd voor één rekenpunt. Rekenjaren Het RIVM verwacht dat de emissiefactoren van wegverkeer zullen afnemen en ondanks een toename van het wegverkeer met enkele procenten per jaar de concentraties stikstofdioxide en fijn stof zullen afnemen tot 2020. Tot en met 2020 zijn emissiefactoren vastgesteld. Voor bere-
Pagina 9/12
keningen na het jaar 2020 worden de emissiefactoren voor het jaar 2020 gebruikt. De planperiode bedraagt 10 jaar, als rekenjaren zijn de jaren 2014, 2020 en 2024 aangehouden. Rekenmodellen De ministeriële regeling Beoordeling luchtkwaliteit 2007 bevat voorschriften en rekenregels om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen. Conform het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit is voor modelberekeningen langs wegen het rekenmodel bepaald op grond van kenmerken van de bebouwing in de omgeving en kenmerken van de weg. Het hier gaat om de bepaling van concentraties luchtverontreinigende stoffen op een relatief korte afstand tot de wegas in een situatie met bebouwing langs de weg. Er is niet of nauwelijks sprake van een hoogteverschil tussen de weg en de omgeving, langs de weg bevinden zich geen afschermende constructies en de weg is vrij van tunnels. De situatie voldoet aan het toepassingsbereik van Standaardrekenmethode 1. Er is gebruik gemaakt van de meest actuele versie van het programma Promil Spatial (V3.06.01) van Goudappel Coffeng. Dit model werkt met de meest recente gegevens over de ontwikkeling van emissiefactoren en achtergrondconcentraties. Uitgangspunten, rekenmethodiek en parameters voor het rekenpunt De luchtkwaliteit in het plangebied wordt beïnvloed door: •
de achtergrondconcentratie;
•
bedrijven: in de directe omgeving van het plangebied zijn geen luchtrelevante bedrijven gelegen;
•
lokaal wegverkeer; de Elementendreef is de drukste weg(en) in de directe omgeving. In dit onderzoek is uitgegaan van de worstcase situatie dat de invloed van het wegverkeer in het plangebied gelijk is aan die van de invloed van wegverkeer op de Elementendreef, nabij die weg. De intensiteit op de Elementendreef staat in dit onderzoek representatief voor de maximale verkeersemissies in het plangebied;
Pagina 10/12
Invoergegevens De verkeersgegevens zijn afkomstig van verkeersmodellen van de gemeente Almere. Het basisjaar voor het verkeersmodel is 2010. De relevante wegen in en rond het plangebied waren in 2010 niet voor verkeer geopend. De etmaalintensiteiten voor het jaar 2014 zijn verkregen door extrapolatie van de intensiteiten uit het verkeersmodel 2020. Hierbij is gerekend met een jaarlijkse afname van 3% per jaar. Door extrapolatie van de verkeersintensiteiten van het jaar 2020 zijn de verkeersintensiteiten van het verkeersmodel 2024 verkregen. Hierbij is gerekend met een verkeerstoename van 3% per jaar. In onderstaande tabel zijn de etmaalintensiteiten weergegeven voor de jaren 2014 en 2020. Wegvak
Etmaalintensiteiten 2014
2020
2024
8.532
10.243
11.528
4.038
4.848
5.456
Elementendreef: ten zuiden Olympialaan
11.518
13.282
15.564
Olympialaan
5.608
6.696
7.577
P. Coubertinlaan
4.785
5.744
6.465
Winterspelenlaan
5.187
6.228
7.010
Elementendreef: ten noorden van P. de Coubertinlaan Elementendreef: tussen P. de Coubertinlaan en Olympialaan
Pagina 11/12
5.
Resultaten In bijlage 2 zijn de resultaten weergegeven van de luchtkwaliteit zoals berekend met het model van Promil Spatial voor de jaren 2014, 2020 en 2024. Voor alle wegvakken en voor alle jaren blijkt dat ruimschoots voldaan wordt aan de normen voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10).
6.
Conclusie Op basis van de voorgaande paragrafen wordt geconcludeerd dat na de vaststelling van het uit te werken plan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof niet worden overschreden. Er wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen, zodat deze de realisering van het plan niet in de weg staan.
Pagina 12/12
Bijlagen
Bijlage 1: Etmaalintensiteiten 2020
2
14
38
2305 27
06
38 90
2948
06
6 28
5
59 26
5108
74
2625
4385
48 8 4
5176
3 24 0 1
7 47611 2 9 7 3 32440420 382698
48 8 4 7 7 410672404 2 382938 2
8 82 3 18 82 3 1
1 96 4 3
138
28
10774047 4 328293862 2
09
662 6
66 26
0 882 71 529940647974 3 4 2338631 2 2109 9
21
24 277
6
6
24 79
6944994 3
84 49 6907
8820
6 53
9
277
6 85
7 59 3 21 90647973
65 8 65 8
65 9
27
29 70
3426 1 721
9483
13 475
26
24 79 6
00 1 563 0
1746
3 31328 4751
111
31328
43
600
5
4276
Etmaalintensiteiten 2020 Verkeersmodel Almere
258 2
2529 2861
1445 6
0
0
6 15
08
8 45
605
4563 5 176
4563
68
10 68 0
968 968
28
23 62
11 10
10
44 57
1607
449
6228
1
8
99
42
21
1
746
5
0 82 11
8 42
2779 4224 4224 2779
17 92
778
255
2
6397
2539
881
5 65 23 68 22
180
05 62
0 18
924
1390
12 23
96
1399
1
89 23
58
75 112
7759
5987
5 877
79 102
60
0 577
7958455 5
49
883
26 66 Datum Model Company Gemeente Almere
Bijlage 2 Resultaten berekeningen per wegvak voor 2014, 2020 en 2024
Elementendreef ten noorden P.de Coubertinlaan
26-6-2013 14:34:53 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coebertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 4266 OphFac = 4266 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 4266 1,000 CnstFac = 4266 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,7) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 26,9 0 1074188574 4 16,8 7 130540436 3 1,5 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 26,9 0 16,8 7 1,5 0
859,7
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
859,7
1,41 0,314
1,41 0,314 16,8
15,4
25-6-2013 16:54:14 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 5121 OphFac = 5121 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 5121 1,000 CnstFac = 5121 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 21,0 0 1074188574 4 15,7 5 118907880 3 1,4 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 21,0 0 15,7 5 1,4 0
871,2
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
871,2
1,47 0,308
1,47 0,308 19,8
18,1
26-6-2013 15:34:44 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten noorden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 5764 OphFac = 5764 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 5764 1,000 CnstFac = 5764 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 21,5 0 1074188574 4 15,8 6 144496892 3 1,4 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 21,5 0 15,8 6 1,4 0
901,1
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
901,1
1,58 0,309
1,58 0,309 22,3
20,4
Elementendreef tussen P.de Coubertinlaan en Olympialaan
21-6-2013 16:01:12 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef
(c) 2005 Goudappel Coffeng
ten zuiden P. de Coubertinlaan
Wegvak
34517-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13954164836380_0001
Wegvaklengte
200,3
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2016 OphFac = 2016 Dag 6,36 0,0 89,8 6,9 3,3 0
1,000
RijlFac =
Avond 4,04 0,0 96,8 2,2 1,0 0
Nacht 0,94 0,0 90,8 6,4 2,8 0
Rechterzijde 2016 1,000 CnstFac = 2016 Dag Avond 6,39 3,95 0,0 0,0 86,1 95,4 9,4 3,1 4,5 1,4 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,7) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 21,9 0 1074188574 4 16,1 6 141377536 3 1,4 0
1,00 Ve 9,3 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 21,9 0 16,1 6 1,4 0
695,4
Nacht 0,94 0,0 87,4 8,8 3,8 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
695,4
0,84 0,303
0,84 0,303 6,5
7,2
25-6-2013 16:55:22 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef tussen
(c) 2005 Goudappel Coffeng
P. de Coubertinlaan en Olympialaan
Wegvak
34517-36468, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13938244835013_0001
Wegvaklengte
219,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2424 OphFac = 2424 Dag 6,39 0,0 86,1 9,4 4,5 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,95 0,0 95,4 3,1 1,4 0
Nacht 0,94 0,0 87,4 8,8 3,8 0
Rechterzijde 2424 1,000 CnstFac = 2424 Dag Avond 6,36 4,04 0,0 0,0 89,8 96,8 6,9 2,2 3,3 1,0 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 18,3 0 1074188574 3 15,2 5 119088212 3 1,3 0
1,00 Ve 25,4 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 18,3 0 15,2 5 1,3 0
742,2
Nacht 0,94 0,0 90,8 6,4 2,8 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
742,2
1,01 0,303
1,01 0,303 8,9
8,0
21-6-2013 16:23:07 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
van de P. de Coubertinlaan
Wegvak
34517-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13954164836380_0001
Wegvaklengte
200,3
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2728 OphFac = 2728 Dag 6,36 0,0 89,8 6,9 3,3 0
1,000
RijlFac =
Avond 4,04 0,0 96,8 2,2 1,0 0
Nacht 0,94 0,0 90,8 6,4 2,8 0
Rechterzijde 2728 1,000 CnstFac = 2728 Dag Avond 6,39 3,95 0,0 0,0 86,1 95,4 9,4 3,1 4,5 1,4 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 17,5 0 1074188574 3 15,0 5 137062164 3 1,3 0
1,00 Ve 9,3 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 17,5 0 15,0 5 1,3 0
707,4
Nacht 0,94 0,0 87,4 8,8 3,8 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
707,4
0,89 0,302
0,89 0,302 8,7
9,6
Elementendreef ten zuiden Olympialaan
26-6-2013 15:39:21 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 5759 OphFac = 5759 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 5759 1,000 CnstFac = 5759 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,7) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 28,9 0 1074188574 4 17,2 7 147472384 3 1,5 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 28,9 0 17,2 7 1,5 0
939,1
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
939,1
1,69 0,319
1,69 0,319 22,7
20,9
26-6-2013 15:42:43 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 6641 OphFac = 6641 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 6641 1,000 CnstFac = 6641 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 22,2 0 1074188574 4 16,0 6 133562368 3 1,4 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 22,2 0 16,0 6 1,4 0
941,9
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
941,9
1,72 0,311
1,72 0,311 25,7
23,5
26-6-2013 15:44:07 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Elementendreef ten zuiden
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Olympialaan
Wegvak
34501-36512, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Elementendreef
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13973384837962_0001
Wegvaklengte
297,6
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde hoofddreef
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde hoofddreef
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 7782 OphFac = 7782 Dag 6,40 0,0 84,8 10,2 4,9 0
1,000
RijlFac =
Avond 3,92 0,0 95,0 3,4 1,6 0
Nacht 0,94 0,0 86,3 9,5 4,2 0
Rechterzijde 7782 1,000 CnstFac = 7782 Dag Avond 6,37 4,01 0,0 0,0 88,2 96,2 8,0 2,6 3,8 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 23,1 0 1074188574 4 16,2 6 143147008 3 1,4 0
1,00 Ve 36,6 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 2,0 2,0 2,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 23,1 0 16,2 6 1,4 0
995,0
Nacht 0,94 0,0 89,4 7,4 3,2 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
995,0
1,92 0,312
1,92 0,312 30,2
27,6
P.de Coubertinlaan
26-6-2013 14:53:28 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 P. de Coebertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2392 OphFac = 2392 Dag 7,09 0,0 91,3 6,9 1,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 91,5 6,8 1,7 0
Nacht 0,52 0,0 88,1 9,5 2,4 0
Rechterzijde 2392 1,000 CnstFac = 2392 Dag Avond 7,09 2,69 0,0 0,0 90,6 90,8 7,5 7,3 1,9 1,8 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,9) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 21,8 0 1074188574 4 16,1 6 132136960 3 1,4 0
1,00 Ve 16,1 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 21,8 0 16,1 6 1,4 0
707,9
Nacht 0,52 0,0 87,2 10,3 2,6 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
707,9
0,89 0,304
0,89 0,304 7,7
7,9
25-6-2013 16:52:26 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 P. de Coubertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2872 OphFac = 2872 Dag 7,09 0,0 91,3 6,9 1,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 91,5 6,8 1,7 0
Nacht 0,52 0,0 88,1 9,5 2,4 0
Rechterzijde 2872 1,000 CnstFac = 2872 Dag Avond 7,09 2,69 0,0 0,0 90,6 90,8 7,5 7,3 1,9 1,8 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,6) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 17,4 0 1074188574 3 15,0 5 117205728 3 1,3 0
1,00 Ve 16,1 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 17,4 0 15,0 5 1,3 0
711,8
Nacht 0,52 0,0 87,2 10,3 2,6 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
711,8
0,91 0,302
0,91 0,302 9,0
9,2
21-6-2013 16:18:56 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 P. de Coubertinlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36512-36634, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympiakwartier
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13958454837395_0001
Wegvaklengte
104,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 3232 OphFac = 3232 Dag 7,09 0,0 91,3 6,9 1,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 91,5 6,8 1,7 0
Nacht 0,52 0,0 88,1 9,5 2,4 0
Rechterzijde 3232 1,000 CnstFac = 3232 Dag Avond 7,09 2,69 0,0 0,0 90,6 90,8 7,5 7,3 1,9 1,8 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,6) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 17,5 0 1074188574 3 15,0 5 136708096 3 1,3 0
1,00 Ve 16,1 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 17,5 0 15,0 5 1,3 0
721,7
Nacht 0,52 0,0 87,2 10,3 2,6 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
721,7
0,95 0,303
0,95 0,303 10,2
10,4
Olympialaan
26-6-2013 14:54:36 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2804 OphFac = 2804 Dag 7,09 0,0 88,7 9,1 2,3 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 88,9 8,9 2,2 0
Nacht 0,52 0,0 84,7 12,3 3,1 0
Rechterzijde 2804 1,000 CnstFac = 2804 Dag Avond 7,09 2,71 0,0 0,0 94,0 94,2 4,8 4,7 1,2 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,7) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 22,4 0 1074188574 4 16,2 6 132251648 3 1,4 0
1,00 Ve 26,4 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 22,4 0 16,2 6 1,4 0
723,8
Nacht 0,51 0,0 91,7 6,6 1,6 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
723,8
0,94 0,305
0,94 0,305 10,0
8,5
25-6-2013 16:27:33 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 3348 OphFac = 3348 Dag 7,09 0,0 88,7 9,1 2,3 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 88,9 8,9 2,2 0
Nacht 0,52 0,0 84,7 12,3 3,1 0
Rechterzijde 3348 1,000 CnstFac = 3348 Dag Avond 7,09 2,71 0,0 0,0 94,0 94,2 4,8 4,7 1,2 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-1,7) (-5,5) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 22,9 0 1074188574 4 16,2 6 84715776 3 1,4 0
1,00 Ve 26,4 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 22,9 0 16,2 6 1,4 0
741,4
Nacht 0,51 0,0 91,7 6,6 1,6 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
741,4
1,01 0,306
1,01 0,306 11,9
10,1
21-6-2013 16:17:11 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Olympialaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36468-36469, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Olympialaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13928004834537_0001
Wegvaklengte
67,4
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 3789 OphFac = 3789 Dag 7,09 0,0 88,7 9,1 2,3 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,69 0,0 88,9 8,9 2,2 0
Nacht 0,52 0,0 84,7 12,3 3,1 0
Rechterzijde 3789 1,000 CnstFac = 3789 Dag Avond 7,09 2,71 0,0 0,0 94,0 94,2 4,8 4,7 1,2 1,2 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-0,4) (-5,2) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 18,0 0 1074188574 3 15,1 5 136560640 3 1,3 0
1,00 Ve 26,4 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 18,0 0 15,1 5 1,3 0
740,0
Nacht 0,51 0,0 91,7 6,6 1,6 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
740,0
1,02 0,303
1,02 0,303 13,2
11,2
Winterspelenlaan
24-6-2013 11:58:45 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2014 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 2594 OphFac = 2594 Dag 7,10 0,0 96,4 2,9 0,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,68 0,0 96,4 2,8 0,7 0
Nacht 0,51 0,0 94,9 4,1 1,0 0
Rechterzijde 2594 1,000 CnstFac = 2594 Dag Avond 7,10 2,68 0,0 0,0 95,4 95,5 3,7 3,6 0,9 0,9 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-2,5) (-5,6) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 20,7 0 1074188574 4 16,0 6 133480448 3 1,4 0
1,00 Vc 0,0 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 20,7 0 16,0 6 1,4 0
711,4
Nacht 0,51 0,0 93,6 5,1 1,3 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
711,4
0,92 0,304
0,92 0,304 7,5
7,7
26-6-2013 14:57:17 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2020 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 3114 OphFac = 3114 Dag 7,10 0,0 96,4 2,9 0,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,68 0,0 96,4 2,8 0,7 0
Nacht 0,51 0,0 94,9 4,1 1,0 0
Rechterzijde 3114 1,000 CnstFac = 3114 Dag Avond 7,10 2,68 0,0 0,0 95,4 95,5 3,7 3,6 0,9 0,9 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (16,4) (19,9) (633,0) (1,3) (-1,1) (-5,3) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 16,5 0 1074188574 3 14,9 5 130433024 3 1,3 0
1,00 Vc 0,0 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 16,5 0 14,9 5 1,3 0
714,4
Nacht 0,51 0,0 93,6 5,1 1,3 0
GES 3 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
714,4
0,95 0,302
0,95 0,302 8,7
9,0
24-6-2013 11:57:10 Blz: 1
PromilSpatial-Vs:3.06.0.1 Gemeente Almere SerieNr.:1DC1-2D00-DF86-21-3114
2024 Winterspelenlaan
(c) 2005 Goudappel Coffeng
Wegvak
36649-36651, Start/End 0/10000
Projectinformatie
Winterspelenlaan
t.o.v. afzonderlijke modaliteiten in deze variant factor naburige rijlijnen ingevuld geactualiseerde bomenfactor obv type en plantjaar nieuwe wegvakken standaard bomenfactor 1.00 gebaseerd op vkmodel "otalmere" 2020_uni en 2020 _OV_uni
Algemene opmerkingen Opmerkingen linkerzijde Opmerkingen rechterzijde
13908914836858_0001
Wegvaklengte
76,2
Series linkerzijde wegtype
Type linkerzijde buurtweg 2
Series rechterzijde wegtype
Type rechterzijde buurtweg 2
Snelheid voor geluid idem voor vrachtverkeer idem voor bussen idem voor trams
DAG 50 50 0 0
AVOND 50 50 0 0
NACHT 50 50 0 0
Opgeslagen intensiteit Ophoogfactoren (beide zijden) Etmaalintensiteit (gespiegeld) Gemiddeld uurpercentage Perc. motoren Perc. personenauto's Perc. midzwaar vrachtverkeer Perc. zwaar vrachtverkeer Uurintensiteit bromfietsen Wegtype
GCN achtergr.conc. Bijdrage extra bronnen Afstand wegas-wegrand [m] Expositieafstand NO2 [m] Expositieafstand PM10 [m] Expositieafstand Overig [m] Voetgangersklasse Parkeerbewegingen per 100m Busbaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig Luchtresultaten No2 PM10 So2 Co Benzeen Benz[a]pyreen CO2 in kg/km
Linkerzijde 3505 OphFac = 3505 Dag 7,10 0,0 96,4 2,9 0,7 0
1,000
RijlFac =
Avond 2,68 0,0 96,4 2,8 0,7 0
Nacht 0,51 0,0 94,9 4,1 1,0 0
Rechterzijde 3505 1,000 CnstFac = 3505 Dag Avond 7,10 2,68 0,0 0,0 95,4 95,5 3,7 3,6 0,9 0,9 0 0
1,000
4: Basistype (2) Bomenfactor Dubbeltellingcorrectie is toegepastSnelheidstype Stagnerend percentage No2(FNO2) PM10 Co So2 (21,5) (21,3) (633,0) (1,4) (-2,5) (-5,6) incl. 5,0 z.z. corr. (0,0) (0,0) Linkerzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Dek
Linkerzijde JaarG. #Grns GES 21,2 0 1074188574 4 16,1 6 139561388 3 1,4 0
1,00 Vc 0,0 Benzeen (0,6) (0,0)
Trambaan Links niet aanwezig Rechts niet aanwezig 98p.8h
Em/Etm
Benz[a]pyreen (0,3) (0,0) Rechterzijde 2,0 12,0 12,0 12,0 0 0,0 Wegas
Rechterzijde JaarG. #Grns 21,2 0 16,1 6 1,4 0
739,0
Nacht 0,51 0,0 93,6 5,1 1,3 0
GES 4 3
Dek
98p.8h
Em/Etm
739,0
1,04 0,305
1,04 0,305 10,1
10,4
Intern memo
Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail
[email protected] www.almere.nl
Aan
Projectgroep uitwerkingsplan Olympiakwartier Kopie aan
Archief afdeling Ruimte & Wonen Van
Gert Jan van de Bovenkamp
Berekening van het groepsrisico ten behoeve van het uitwerkingsplan Olympiakwartier
Datum 25 januari 2013 Kenmerk Definitief Pagina 1/11
1. Inleiding De gemeente Almere heeft de ambitie de nieuwe kern Almere Poort te ontwikkelen. Hiervoor is in 2007 een bestemmingsplan vastgesteld, het zogenaamde moederplan. Vervolgens is de stedenbouwkundige visie uitgewerkt tot een ontwikkelingsplan dat in 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het moederplan is vervolgens herzien primair vanwege juridisch technische aspecten. In 2010 heeft de gemeenteraad deze 1e herziening vastgesteld. Deze documenten worden nu juridisch uitwerkt tot een uitwerkingsplan, maar dan alleen voor het deelgebied Olympiakwartier1. In het kader van het op te stellen uitwerkingsplan voor dit deelgebied, is conform de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (hierna circulaire) de risicobenadering toegepast. Conform paragraaf 3.3 van de circulaire RNVGS:
kan bij het vaststellen van een omgevingsbesluit2 langs een spoorlijn die deel uitmaakt van het Basisnet Spoor, de berekening van het plaatsgebonden risico achterwege blijven;
dient bij het vaststellen van een omgevingsbesluit langs een spoorlijn, een beoordeling en verantwoording van het groepsrisico3 te worden gemaakt als bedoeld in paragraaf 4.3 van de circulaire. In dit geval mede op basis van een berekening van het groepsrisico4. Het doel van de berekening is, om een kwantitatieve indicatie te geven van de mogelijke gevolgen van het uitwerkings plan voor het groepsrisico in dit overwegend nog te bebouwen gebied.
Bij het berekenen van het groepsrisico dient te worden uitgegaan, van de voor het baanvak geldende transportgegevens (gebaseerd op een maximale benutting van de groeiruimte voor vervoer over deze transportas) en overige inputgegevens uit bijlage 4 van de circulaire. In dit memo wordt ingegaan op de veiligheidsrisico’s van het transport van gevaarlijke stoffen per spoor. Het gaat om de gevolgen buiten het doorgaande spoor. Wegtransport van gevaarlijke stoffen speelt geen rol in het gebied. In het plangebied zijn geen ondergrondse leidingen (druk hoger dan 16 kPa) met aardgas aanwezig. Evenmin zijn risicovolle inrichtingen aanwezig waarop het Bevi van toepassing is.
2. Huidige situatie In het plangebied (zie figuur 1) zijn op dit moment m.u.v. de topsporthal nog geen functies gevestigd.
3. Toekomstige situatie In figuur 2 staat een eindbeeld van het plangebied qua stedenbouwkundige structuur met bijbehorende functies. Voor een nadere toelichting hierop wordt hier verwezen naar het ontwikkelingsplan uit 2008.
1 2
Dus zonder het gebied Olympia Officepark uit het ontwikkelingsplan. De uitwerking van een bestemmingsplan wordt hieronder mede begrepen. Hiervoor geldt formeel geen
verantwoordingsplicht, maar dient bij de voorbereiding hiervan in het kader van een zorgvuldige (ruimtelijke) besluitvorming (= een goede R.O.) in de motivering te worden ingegaan op de mogelijke gevolgen van het besluit voor het groepsrisico. 3 Voor de verantwoording van het groepsrisico wordt verwezen naar het document ‘Verantwoordings plicht groepsrisico (VGR), (ontwerp) Uitwerkingsplan Olympiakwartier Almere Poort, februari 2013. 4 In dit geval kan niet worden volstaan met de vuistregels uit de concept Handleiding Risicoanalyse Transport (verder Hart).
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 2/11
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 3/11
Figuur 1: Huidige situatie plangebied met globale aanduiding plangrens (rood) [bron: AIK].
Figuur 2: Toekomstige situatie plangebied met functies (mogelijk eindbeeld) [bron: ontwikkelingsplan 2008].
4. Berekeningsmodel en berekeningswijze Het risico van het transport over het spoor is berekend met RBMII versie 2.2. RBMII is een gestandaardiseerde rekenmethodiek voor het bereken van de risico’s van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, over het spoor en over het water. Met RBMII kan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico berekend worden. Het rekenmodel geeft een algemeen toepasbare benadering, waarmee relatief snel en met een beperkte set invoergegevens het vervoer van gevaarlijke stoffen geanalyseerd kan worden. Voor de berekening zijn de volgende gegevens relevant: de transportintensiteit van gevaarlijke stoffen en de aard van deze stoffen; het aantal personen dat langs de route blootgesteld wordt aan de gevolgen van een mogelijk ongeval; de ongevalkans.
De berekeningen zijn conform de circulaire uitgevoerd in overeenstemming met de conceptversie van de Handleiding Risicoanalyse Transport (hierna: HART), uitgave november 2011.
5. Algemene uitgangspunten en modelparameters Bevolkingsinventarisatie De hoogte van het groepsrisico wordt bepaald door een tweetal aspecten: de jaarlijkse kans dat zich een ongeval voordoet met gevaarlijke stoffen; het aantal potentiële slachtoffers in de omgeving van de risicovolle activiteit. Voor de berekening van het groepsrisico is inzicht nodig in de personendichtheid (aan beide zijden) van het spoor ter hoogte van het plangebied. De personen dichtheid is te definiëren als het gemiddelde aantal personen, per functie, per planlocatie. Het doel is om een juist en volledig beeld te verkrijgen van de aanwezige bevolking op enig moment in het plangebied. Hiervoor is zowel de daadwerkelijk aanwezige bevolking als de redelijkerwijs te verwachten bevolking o.b.v. de ‘juridische ruimte’ in de geldende bestemmingsplannen van belang. Er is in dit geval uitgegaan van het maximale programma uit het moederplan inclusief de wijzigingen van de 1e partiële herziening (zie bijlage 1). Deze correcties zijn minimaal en bleken uiteindelijk niet significant voor de hoogte van het groepsrisico5. Binnen het plangebied liggen woningen, bedrijven, scholen, horeca, detailhandel, kantoren en een paar specifieke objecten. De aanwezigen zijn omgerekend naar blokken met gemiddelde personendichtheden aan de hand van aannames per functie. O.a. gebaseerd op PGS 1, deel 6, concept HART, de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico en gegevens uit de ANKER studie. Zie bijlage 1 voor de details. Vervolgens is het onderzoeksgebied op basis van het mogelijke eindbeeld in figuur 2 in verschillende blokken met verschillende functies onderverdeeld. Aan elk blok werd een personendichtheid gekoppeld. Ten behoeve van de modellering zijn de blokken na gevoeligheidsonderzoek weer samengevoegd tot grotere blokken. Er wordt een voldoende nauwkeurig rekenresultaat verkregen door uit te gaan van twee blokken (Olympiakwartier west en oost), waarbij het gemiddelde programma als één laag evenredig wordt verdeeld over deze twee delen6.
Modellering transportroute Het gaat hier om het spoortrajectnr. 40010 Weesp Hattem, ruwweg het spoorvak 40010 8 uit Bijlage 4 van de circulaire RNVGS. Aan weerszijden van het plangebied is ca. 1 kilometer transportroute gemodelleerd.
Verdere zijn de volgende specifieke uitgangspunten gehanteerd: 5
RBM2 bevat een rekenmethodiek die een ruwe benadering van het te verwachten risico geeft. Het is
een ordegrootte model. De modelonzekerheid in het berekende groepsrisico wordt uitgedrukt in factoren. Met een afwijking van een factor twee moet men rekening houden. 6 Uit eerdere berekening in 2007 (t.b.v. 1e concept uitwerkingsplan) en later in 2009 (eigen berekeningen n.a.v. Basisnet Spoor berekeningen door Rijk), bleek dat een verfijning van het rekenmodel niet tot nauwkeurigere rekenresultaten voor het groepsrisico leidde. Bovendien is de exacte verdeling (zowel over Olympiakwartier West als Oost, als over de diverse bouwblokken) niet in het moederplan (incl. 1e partiële herziening) en ook niet in dit uitwerkingsplan vastgelegd en daarmee flexibel. Voor de ligging van de bepalende GR kilometer maakt dit ook niet uit.
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 4/11
transportsnelheid is hoger dan 40 km/uur; in het traject bevinden zijn geen spoorwegovergangen; in het traject zijn geen wissels aanwezig; het transport van alle gevaarlijke stoffen, vindt voor 1/3 deel overdag en 2/3 deel in de avond en nacht plaats. Hierbij hoort een faalfrequentie van 2.772* 10 8 per wagenkilometer voor een traject zonder wissels.
Transportintensiteit Over de spoorlijn die door het plangebied in vindt momenteel geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Naar verwachting vanaf 2017, na realisatie van de OV SAAL korte termijn maatregelen, is één goederenpad over Flevolijn/Hanzelijn beschikbaar en zal er ook transport van gevaarlijke stoffen gaan plaatsvinden. De Flevolijn/Hanzelijn is onderdeel van het Basisnet Spoor. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico niet hoeft te worden berekend, maar dat kan worden uitgegaan van de veiligheidszone voor het betreffende traject. Verder dient bij het berekenen van het groepsrisico te worden uitgegaan, van de voor het baanvak geldende transportgegevens (gebaseerd op een maximale benutting van de groeiruimte voor vervoer over deze transportas) en overige inputgegevens uit bijlage 4 van de circulaire RNVGS.
Stofcategorie
Invloedsgebied 1%-letaliteitsafstand [m] volgens HART
Marktverwachting Prorail 2007 [beladen wagens/jaar]
Brandbare gassen (categorie A), bv LPG
460
1430
Giftige gassen (categorie B2), bv NH3)
995
910
Zeer brandbare vloeistoffen (categorie C3), bv benzine Giftige vloeistoffen(categorie D3), bv acrylnitril Zeer giftige vloeistof (categorie D4), bv flourwaterstof
35
5620
375
1110
4000
180
Volgens bijlage 4 van de circulaire RNVGS dienen met de volgende uitgangspunten te worden gerekend: rekenbreedte spoorbundel is 9 m; de warme/koude Bleve verhouding voor stof A: 0 en voor stof B2: 0,84 (als bonte trein ingevoerd in RBMII in de kolom ‘Aantal C3 wagons’); weerstation Soesterberg.
6. Resultaten De onderstaande scenario’s zijn doorgerekend. Het gaat hier vooral om de invloed van dit ontwikkelingsplan op het groepsrisico. Ook het effect van de maatregelen van het Basisnet Spoor zijn inzichtelijke gemaakt.
Bestaande situatie: er vindt nog geen transport van gevaarlijke stoffen plaats; Autonome situatie: bestemmingplan Almere Poort zonder Olympiakwartier, met transport van gevaarlijke stoffen vanaf 2013; Autonome situatie (met Basisnet Spoor): bestemmingplan Almere Poort zonder Olympiakwartier, plus Basisnet Spoor maatregelen; Toekomstige situatie: bestemmingplan Almere Poort met Olympiakwartier, plus Basisnet Spoor maatregelen.
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 5/11
Uitgebreide rapportages van de berekeningen staan in een aparte bijlage. Scenario
Groepsrisico
Ligging kilometer tarject met hoogste groepsrisico
Normwaarde*
Maximaal aantal slachtoffers
Bestaande situatie
-
-
-
Autonome situatie
7,4
5805
1433 - 2439
Autonome situatie met Basisnet Spoor
0,6
1956
1617 - 2613
Toekomstige situatie met Basisnet Spoor
0,7
1956
1543 - 2538
* Normwaarde: de maximale waarde van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. Een normwaarde > 1 betekent een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Bij deze normwaarde wordt tevens het daarbij horende aantal slachtoffers vermeld.
7. Conclusies In de autonome situatie is het groepsrisico ruim een factor 7 boven de oriëntatiewaarde. Door de Basisnet Spoor maatregel ‘warme bleve vrij’ samenstellen van treinen, daalt het groepsrisico fors tot ca. 0,6 x de oriëntatiewaarde. De toename van het groepsrisico ten gevolge van het onderhavige bestemmingsplan, bedraagt (slechts) een factor 1,17 tot ca. 0,7 x de oriëntatiewaarde.
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 6/11
BIJLAGE 1: Bevolkingsgegevens. Programma (ontwikkelingsplan 2008):
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 7/11
Bestemmingsplankaart en 1e partiële herziening:
Uitgangspunten: per woning of appartement is uitgegaan van een gemiddelde van 2,4 personen en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 50/100 %; voor kantoren is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 100/0 %; voor detailhandel is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 86/10 %; voor horeca is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 30 m2 b.v.o. en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 29/67 %; voor leisure is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 100 m2 b.v.o. en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 29/67 %. voor maatschappelijke voorzieningen (indien specifieke gegevens ontbreken) is uitgegaan van 1 werkzaam persoon per 100 m2 b.v.o. en een aanwezigheids percentage 74/31,4 %;
• •
Datum 25 januari 2013
Voor de ROC school is uitgegaan van 2.000 personen (op basis van Almerse gegevens) en een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 36/0 %. Voor de sporthal is uitgegaan van 1.000 personen een aanwezigheidspercentage dag/nacht van 74/31,4 %.
Kenmerk definitief Pagina 8/11
Zie tabel 3 voor de resultaten hiervan.
Specifieke objecten: Gebied in Almere_Poort
Bevolking
Toelichting
[p/ha] dag
[p/ha] nacht
Europakwartier Oost/west
100
144
Officepark Oost/West
1060
0
Cascadepark Oost/West
5
2,5
Homeruskwartier
120
60
Middenkant
80
0
Gemengd gebied wonen, werken, voorzieningen etc. Alleen kantoren, homogeen gebied op basis van programma ontwikkelingsplan. PGS1, kental woongebied, incidentele bebouwing PGS1, kental woongebied, stadsbebouwing met hoogbouw PGS1, kental industriegebied, hoge personendichtheid
Tabel 2
Resultaat (gemiddeld aantal personen per blok): Olympiakwartier
Aantal woningen of m2 bvo
Kental
Aanwezigheidspercentage
Aantal personen
Aantal personen
[%da g]
dagperiode
nachtperiode
[%nacht]
Kantoren
200000
30
100
0
6667
0
woningen
1380
2,4
50
100
1656
3312
Maatschappelijke voorzieningen
30000
100
29
66
87
198
Detailhandel
15000
30
86
10
430
50
Horeca
5000
30
29
66
48
110
Leisure
35000
100
29
66
102
231
Topsporthal
1000
74
31
740
310
ROC
2000
36
0
720
0
Reserve
65000
29
66
189
429
10638
4640
100
Totaal
Oppervlakte Olypiakwartier Oost [m2] Oppervlakte Olympiakwartier West [m2]
Tabel 3
211119
252
110
[p/ha]
109418
486
212
[p/ha]
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 9/11
Modellering bevolking: toekomstige situatie
BIJLAGE 2: Figuren toename groepsrisico en ligging bepalende kilometer groepsrisico.
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief
Autonome situatie:
Autonome situatie met Basisnet Spoor maatregelen:
Pagina 10/11
Toekomstige situatie:
Datum 25 januari 2013 Kenmerk definitief Pagina 11/11
Ligging bepalende kilometer en locaties met hoogte groepsrisico voor toekomstige situatie:
Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail
[email protected]
Verantwoordingsplicht groepsrisico (VGR)
Stadhuisplein 1Postbus 2001300 AE Almere Telefoon 14 036Fax (036) 539 99 12E-mail
[email protected]
(Ontwerp Uitwerkingsplan Olympiakwartier Almere-Poort
Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Auteur Gert-Jan van de Bovenkamp Versie Definitief Pagina 1/16
1
Verantwoordingsplicht
Het groepsrisico kent geen vaste norm, maar een oriëntatiewaarde. In het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de voor deze situatie relevante Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen, dient elke verandering van het groepsrisico verantwoord te worden. Deze verantwoordingsplicht geldt dus ook als het groepsrisico toeneemt, maar de fN#curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij de verantwoording dient de veiligheidsregio/regionale brandweer om advies gevraagd te worden. In de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn een aantal criteria aangegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordings# plicht. Deze beoordeling is kwalitatief in plaats van kwantitatief. Dit heeft te maken met het niet normatieve karakter van het groepsrisico. Elk criterium wordt afzonderlijk berekend en is moeilijk met elkaar te vergelijken. Van belang is uiteraard dat de meeste criteria zo positief mogelijk scoren. Deze criteria staan in tabel 8 (waar ‘inrichting’ staat dient in dit geval ‘transportroute’ gelezen te worden).
Bron: Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, versie 1.0 november 2007 (VROM e.a. ).
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 2/16
1. Aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied van de betrokken transportroute • Functie-indeling • Gemiddelde personendichtheid • Verblijfsduurcorrecties • Verschil tussen bestaande en nieuwe situatie Het plangebied omvat de deelgebieden Olympiakwartier West en Olympiakwartier Oost (artikelen 7 en 8 van het bestemmingsplan Almere Poort (hierna moederplan). Verder is de 1e partiële herziening uit 2010 juridish geldend1.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 3/16
Figuur 1: Bestemmingsplankaart moederplan en verbeelding 1e partiële herziening:
In het plangebied is het centrum voor top# en breedtesport, in het noordoosten van het Olympiakwartier, al gerealiseerd en in gebruik (2007). Ten behoeve hiervan zijn tijdelijke parkeervoorzieningen aangelegd. De stedenbouwkundige invulling van het gebied is (globaal) uitgewerkt tot een ontwikkelingsplan, dat in 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hieronder staat een (mogelijk) eindbeeld van het plangebied qua stedenbouwkundige structuur met bijbehorende functies. Voor een nadere toelichting hierop wordt hier verwezen naar het ontwikkelingsplan uit 2008.
Figuur 2: Toekomstige situatie plangebied met functies (mogelijk eindbeeld) [bron: ontwikkelingsplan 2008].
Door de ontwikkelingen in het plangebied neemt de personendichtheid toe ten opzichte van de huidige situatie. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal uiteindelijk aanwezige aantal personen in de diverse functies direct naast het spoor. Bepalend voor het groepsrisico zijn de functies in een zone tot ca. 200 m vanaf het spoor.
1
Niet tot het plangebied behoort de spoorlijnzone die het gebied doorsnijdt (artikel 25 bestemmingsplan Almere Poort). Deze heeft een directe bestemming, het plangebied heeft een nog uit te werken bestemming.
Voor de exacte wijze van modellering van de bevolking in de bestaande en nieuwe situatie, wordt verwezen naar paragraaf 5 en bijlage 1 van het memo ‘Berekening groepsrisico ten behoeve van het uitwerkingsplan Olympiakwartier’, januari 2013. Uitgangspunt is het in het ontwikkelingsplan neergelegde eindbeeld.2
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
2. De omvang van het groepsrisico • De omvang voor het van kracht worden van het besluit • De omvang na het van kracht worden van het besluit • De verandering van het groepsrisico ten gevolge van het besluit • De ligging van de groepsrisicocurve ten opzichte van de oriëntatiewaarde Het groepsrisico voor het plangebied is berekend met het risicoberekenings# programma RBMII versie 2.2. Zie het memo ‘Berekening van het groepsrisico ten behoeve van het Uitwerkingsplan Olympiakwartier’, januari 2013. De omvang van het groepsrisico in de bestaande situatie is nihil (want er vindt nog geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats). In de autonome situatie zal (volgens planning) vanaf 20173 vervoer van gevaarlijke stoffen gaan plaatsen vinden, hierdoor stijgt het groepsrisico tot ruim een factor 7 boven de oriëntatiewaarde. Door de Basisnet Spoor #maatregel ‘Warme BLEVE vrij’’ samenstellen van treinen, daalt het groepsrisico tot circa 0,6 x de oriëntatiewaarde. In de toekomstige situatie, ten gevolge van de ontwikkelingen in het plangebied, neemt het groepsrisico toe. De toename van het groepsrisico ten gevolge van het onderhavige bestemmingsplan, bedraagt ongeveer een factor 1,17 tot ca. 0,7 x de oriëntatiewaarde. Vanwege de verhoogde ligging van het spoor in de praktijk wijkt het werkelijke risico af van de met RBM2 berekende risico. Volgens de concept HART leidt dit mogelijk tot een geringe onderschatting van de risico’s. Verkeersdeelnemers4 worden niet meegenomen in groepsrisicoberekeningen. In een aanvullende berekening is het effect van het aantal overstappers op station Almere# Poort bepaald t.b.v. de preparatie door de brandweer. Worstcase uitgaande van 5% van de overstappers op station Utrecht#Centraal5, blijkt het groepsrisico en maximale aantal slachtoffers niet toe te nemen. Er is in dit plangebied geen sprake van cumulatie van externe veiligheidsrisico’s. Het spoor is hier de enige relevante risicobron. Zie ook de inleiding van hiervoor vermelde memo. 3. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico bij de transportroute Bronmaatregelen zijn in dit specifieke geval niet aan de orde. Het gaat om de toename van het groepsrisico ten gevolge van een omgevingsbesluit. 2
De exacte positionering van de blokken met functies is onzeker, maar dient plaats te vinden binnen de juridische bestemmingsplancapaciteit van het moederplan inclusief 1e partiële herziening. De uiteindelijke positionering en het tempo waarin het plangebied wordt ingevuld, bepaalt de (geleidelijke) toename van het groepsrisico en het uiteindelijke maximale groepsrisico ten gevolgen van dit plangebied. Uit berekeningen met RBM2 is gebleken, dat een preciezere modellering van de bouwblokken in Olypiakwartier tot ontwikkelingsplanniveau, niet tot een nauwkeuriger rekenresultaat leidt. Bovendien is voor de hoogte van het groepsrisico (en de ligging van de kilometer met het hoogste groepsrisico) het deelgebied Officepark direct ‘onder’ Olympiakwartier bepalend, vanwege het forse (bijna homogene) kantorenprogramma en de als gevolg hiervan hoge personendichtheid per oppervlakte-eenheid. 3 Na fysieke realisatie van de OV-SAAL, korte termijn infrastructurele maatregelen. 4 Hieronder worden personen (reizigers) verstaan op/in de transportroute zelf. 5 Op station Almere-Poort zijn dan overdag 540 personen en ’s nachts 76 personen volcontinue aanwezig.
Versie Definitief Pagina 4/16
In het kader van het Tracébesluit OV#SAAL, maatregelen korte termijn, traject Weesp#Lelystad, van eind 2011 en het Basisnet Spoor (definitief gereed augustus 2011), worden wel een aantal bronmaatregelen getroffen (zie verder bijlage 1 en 2): spoorontwerp resulterend in kruisingsvrije situaties, scheiden van verkeersprocessen en flankbeveiliging; ATB#vv of gelijkwaardige maatregel; aan seinen gekoppelde wissels; ‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen. Deze maatregelen verlagen de kans op een calamiteit aan de vervoerszijde, en zorgen mede voor een lager groepsrisico. Het effect van de maatregel ‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen op het groepsrisico, staat beschreven onder punt 2 en bedraagt ruwweg een factor 10. Van de overige maatregelen is nog geen goedgekeurd "kwantitatief (reken)effect" beschikbaar, waardoor de beperking van het groepsrisico als gevolg van deze maatregelen niet in de kwantitatieve berekeningen van het GR zijn meegenomen6.
4. De mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in het ruimtelijk besluit7 waaronder de stedenbouwkundige opzet en voorzieningen met betrekking tot de inrichting van de openbare ruimte Het gaat hier om een ‘groene wei’#situatie. Hierdoor zijn er mogelijkheden om door een ‘goede ruimtelijke ordening’ de toename van het groepsrisico te beperken (en tegelijkertijd de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid te verhogen genoemd onder punt 5 en 6). Ten eerste is (al in moederplan in artikel 3, lid 9 i.c.m. artikel 3 lid 2 van de 1e partiële herziening) vastgelegd: een ‘veiligheidszone#spoor’ van 30 m aan weerszijden van de spoorbaan8, waarbinnen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd9. Deze maatregel geldt ook voor dit uitwerkingsplan. In de verbeelding van het Uitwerkingsplan is deze zone op de kaart gezet. Ten tweede worden de onderstaande ontwerpregels10 in het uitwerkingsplan opgenomen (in moederplan alleen geregeld voor de gebieden met een directe bouwtitel via een Beschrijving in Hoofdlijnen i.c.m. Bijlage 4), omdat deze de toename van het groepsrisico verlagen (en de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid verhogen). Voor de helderheid het gaat om ontwerpwensen geen –eisen en zij vormen als het ware een ‘zorgplicht’ om kosteneffectief in een zo vroeg mogelijk stadium externe veiligheid aan de orde te laten komen bij de verdere planuitwerking van dit 6
Het kansreducerend effect van ATB-vv is in onderzoek bij het Rivm. Het rekenkundig effect is groot verondersteld in het onderzoek “Basisnet Spoor overzicht maatregelen doorgaand spoor” van 2009. Het voorkomen van kruisende rijwegen heeft volgens dit document eveneens een groot rekenkundig effect. In het document Advies van de Ad-hoc werkgroep Maatregelen in 2010, zijn deze gekwantificeerd tot respectievelijk een factor 1,23 en 1,18 lager groepsrisico. 7 Volgens de Circulaire RNVGS hoeven geen beperkingen aan het ruimtegebruik te worden gesteld in een gebied dat om meer dan 200 m van een tracé ligt, maar dat mag wel. 8 Ter plaatse van de bestemming Spoorwegdoeleinden, gemeten uit het hart van de buitenste twee sporen. 9 Wel geldt een vrijstellingsbevoegdheid (inclusief de voorwaarden waaronder) voor dit plangebied, om ten behoeve van de stationsomgeving (van Almere-Poort) in deze veiligheidszone beperkt kwetsbare objecten te realiseren vanwege zwaarwegende belangen op gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en economie (artikel 3 lid 9 i.c.m. artikel 25 lid 6 moederplan). Conform artikel 8 lid 4 van het moederplan, dient deze vrijstellingsbevoegdheid te worden opgenomen in het uitwerkingsplan. 10 Net als voor de gebieden met een direct bouwtitel, gelden deze ontwerpregels (ze zijn zacht, want gebaseerd op buitenwettelijke oriëntatiewaarde) en dus geen eis maar wens, ook voor de concrete inrichting van dit uitwerkingsplan en zijn daarom ook hierin opgenomen. Ze worden meegegeven aan concrete initiatieven van onwikkelende partijen in dit deelgebied.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 5/16
deelgebied. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid tussen de uiteindelijke bouwers/ontwikkelaars/initiatiefnemers in het gebied en de gemeente, om te bevorderen dat externe veiligheid zo vroeg mogelijk in het verdere planproces tot uiteindelijk bij de bouwvergunningverlening wordt betrokken en liefst ook toegepast.
Titel Verantwoordingsplicht
Ontwerpregels: 1. omgevingsgerelateerd: functies waarin doorgaans grote aantallen mensen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn (b.v. flats, kantoorgebouwen) bij voorkeur op grotere afstand van het spoor; functies voor mensen met lage zelfredzaamheid11, d.w.z. verminderde mobiliteit (zievoorbeelden hieronder), bij voorkeur buiten de 200 m; indien dit niet mogelijk is dan op zo groot mogelijk afstand van het spoor; (vlucht)wegen zijn gericht van het spoor af, bij voorkeur loodrecht op het spoor van het spoor af; geen blokkades in vluchtroutes (laten) ontstaan bij gefaseerde realisatie van bouwvolumes in het gebied; goede bereikbaarheid voor de hulpverleningsdiensten. 2. slim ontwerp van gebouwplattegronden: gebouwen indien mogelijk loodrecht op het spoor; functies met lage bezettingsgraad (sanitaire voorzieningen, gangen, aula etc.) bij voorkeur aan de spoorse kant; vluchtrichting het gebouw uit, van het spoor af, eventuele verzamelplaatsen aan de niet spoorse kant. Voor stedenbouwkundige voorbeelden ter inspiratie zie bijlage 3.
Kenmerk
Deze ontwerpregels worden door DSO meegegeven aan ontwikkelende partijen in het gebied. Hierbij worden deze partijen gewezen op hun (deel)verantwoordelijkheid voor de externe veiligheid, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid voor de uiteindelijk hierin verblijvende personen bij realisatie van hun bouwplan. Vervolgens wordt bij bouwvergunningverlening door Stadsbeheer, in een zo vroeg mogelijk stadium op bouwplanniveau, samen met de betreffende adviseurs (SB/VTH Fysieke veiligheid en de Brandweer Flevoland) geoptimaliseerd en afgestemd op gebiedsniveau (= een optimale aansluiting van gebouwniveau op de openbare ruimte). Het resultaat wordt met het bedrijf overeengekomen op vrijwillige/vrijblijvende basis en indien nodig privaatrechtelijk vastgelegd. Het effect van deze ruimtelijke maatregelen samen op de toename van het groepsrisico is niet met RBMII te berekenen. In algemene zin verkleinen ze het groepsrisico, maar van groter belang is, dat ze bijdragen aan een verbetering van de veiligheid (verhogen de bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid). Ten derde de vrijstellingsbevoegdheid uit het moederplan, om binnen de hiervoor genoemde veiligheidszone beperkt kwetsbare objecten te realiseren, is overgenomen in dit uitwerkingsplan (moet volgens artikel 7 lid 4 en artikel 8 lid 4 van het moederplan). De verantwoording over externe veiligheid vindt later in de tijd plaats, op het moment dat dit aan de orde is, en is aan procedurele en inhoudelijke eisen gebonden.
11
Voorbeelden van functies met een lage zelfredzaamheid d.w.z. verminderde mobiliteit: instellingen
voor basis en speciaal onderwijs, gezondheidsinstellingen, bejaardenhuizen, kinderopvang en dagverblijven, theaters, bioscopen, congresgebouwen, zalencentra en buurthuizen, kerken, crematoria en uitvaartcentra, stadion, gevangenissen en asielzoekerscentra.
Datum 7 februari 2013
Versie Definitief Pagina 6/16
5. De mogelijkheden tot voorbereiding op en bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval Pro-actie Preventie Preparatie Repressie/zelfredzaamheid
6. De mogelijkheden van personen die zich in het invloedsgebied van de inrichting bevinden om zichzelf in veiligheid te brengen Aan de Brandweer Flevoland zal advies worden gevraagd over de aspecten genoemd onder punt 5 en 6. Het (ontwerp) uitwerkingsplan zal hiertoe voor advies aan hen worden toegestuurd. Op basis van dit advies worden de punten 5 en 6 te zijner tijd in de procedure nader aangevuld en gemotiveerd.
7. De voor- en nadelen van andere mogelijkheden tot ruimtelijke ontwikkeling met een lager groepsrisico Extreme varianten waardoor het groepsrisico niet of in beperkte mate toeneemt zijn: • geen vervoer van gevaarlijke stoffen; • geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken in het hier bedoelde plangebied. Hieromtrent moet worden geconstateerd, dat hierover al ten tijde van de besluitvorming over het laten vervallen van de Noordoostverbinding (NOV) van de Betuwelijn en het Structuurplan Almere#Poort een maatschappelijke afweging heeft plaatsgevonden en besloten is dat beide ontwikkelingen moeten plaatsvinden.
8. De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst Ruimtelijke ordening: In middels is de circulaire aangepast o.a. n.a.v. het Basisnet#Spoor. Dit heeft een aantal consequenties voor externe veiligheid zoals nu opgenomen in de voorliggende combinatie van moederplan en uitwerkingsplan. Wat verandert er? Conform de vigerende circulaire geldt: voor dit spoortraject (40010: Weesp#Hattem) ter plaatse van trajectdeel 40010#8 een veiligheidszone van 1 m , gemeten uit het hart van de doorgaande spoorbundel (= midden van de infrastructuur). Volgens het (concept) Besluit transport routes externe veiligheid, is in deze zone de bouw, vestiging of aanleg van kwetsbare objecten niet toegestaan en van beperkt kwetsbare objecten alleen in uitzonderingsgevallen.12 een PlasbrandAandachtsGebied (PAG) van 30 meter zone aan weerzijden van de spoorlijn, gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf. Volgens het Basisnet Spoor, geldt voor deze zone geldt een bijzondere verantwoordingsplicht, speciaal gericht op het effect van een eventuele plasbrand, in combinatie met aanvullende bouweisen (via Bouwbesluit 2012 en daarbij behorende ministeriële regeling) voor nieuwe bebouwing (nieuw te bouwen bouwwerken) in deze zone.
12 Bij zwaarwegende belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ordening en economie (verder: gewichtige redenen). Of bij het opvullen van kleine open gaten in bestaand stedelijk gebied of vervangende nieuwbouw in het kader van herstructurering van stedelijk gebied.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 7/16
Wat betekent dit voor de nabije toekomst? In de toekomst bij herziening van het moederplan kan dichter op het spoor worden gebouwd binnen de 30 m zone, voorzien van een op de huidige verantwoordings# plicht groepsrisico aanvullende motivering waarom in deze zone wordt gebouwd13, maar dient de nieuwe bebouwing binnen het PAG te voldoen aan de aanvullende bouwvoorschrifteneisen in het Bouwbesluit. Maatregelen: Uit eerder in dit document aangehaald onderzoek door de Ad#hoc werkgroep maatregelen, blijkt dat: nog te treffen (spoorse)maatregelen ruimte kan bieden aan een vervoersgroei met een factor 1,5 tot 2. Voorwaarde is dat deze maatregelen ook kwantitatief in het rekenprotocol worden opgenomen; door het treffen van maatregelen aan spoormaterieel die uitgaan boven veiligheidsniveau zoals vereist in de (Europese) regelgeving (RID) meer ruimte mogelijk is. Andersom geredeneerd, al deze maatregelen kunnen mogelijk ook in de toekomst tot een aanvullende reductie van externe veiligheidsrisico’s leiden, zeker die maatregelen die een landelijk (= generiek) effect hebben zoals ETCS, Hotboxdetectie etc. Maar ook de toekomstige maatregelen op gebouwniveau voor nieuwe bouwwerken binnen de 30 m zone.
9. Conclusie verantwoordingsplicht groepsrisico
De gemeente acht op basis van alle maatregelen op de verschillende schaalniveaus (Basisnet Spoor, OV#SAAL korte termijn en de ruimtelijke maatregelen in dit uitwerkingsplan op gebiedsniveau) het totale te bereiken externe veiligheidsniveau aanvaardbaar. Zowel qua berekend ’groepsrisicoplafond’ (dat onder de oriëntatie# waarde ligt) als ten aanzien van de bestrijdbaarheid van een calamiteit op het spoor en de zelfredzaamheid van de personen in het plangebied op gebiedsniveau. De vele gemaakte (model)aannames (inclusief de in dit document beschreven beperkingen hierin) en de onzekerheden qua stedenbouwkundig eindbeeld voor dit plangebied (in de tijd), en de bewust gekozen ‘zachte sturing’ op bouwplanniveau, leiden niet tot een onderschatting van dit niveau (er is conservatief gerekend). De in de in de vorige alinea afgelegde verantwoording is voldoende robuust. Het ‘groepsrisicoplafond’ wordt vanwege een geleidelijke groei van dit plangebied pas naar verwachting op middellange termijn bereikt. De in dit uitwerkingsplan opgenomen ruimtelijke maatregelen en de maatregelen die bijdragen aan een grotere bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid op gebiedsniveau (qua hoofdstructuur) zijn geborgd. Net als de maatregelen ter verhoging van de bestrijdbaarheid en zelfred# zaamheid aan de spoorse kant volgens het TB OV#SAAL, korte termijn en de maatregelen uit het Basisnet Spoor. Een laatste optimalisering is nog mogelijk door wat nu met dit uitwerkingsplan vastligt, goed te laten aansluiten op de optimaliseringsmogelijkheden op bouw# planniveau. Hierbij is bewust gekozen voor een ‘zachte sturing’ door de gemeente. De mate van realisatie hiervan is primair een verantwoordelijkheid van de individuele bouwers/ontwikkelaars/eindgebruikers in het gebied. In elk geval heeft de mate van doelrealisatie hiervan, geen invloed op de in dit besluit afgelegde verantwoording.
13
Aanvulling op externe veiligheidsbeleid t.o.v. de huidige circulaire.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 8/16
Incidenten kunnen nu eenmaal ook op dit spoortraject gebeuren. Echter, de kans hierop is klein en de effecten voor het plangebied zijn beheersbaar. Binnen het vaste gegeven dat er een zeer kleine kans is op onbeheersbare gevolgen. Dit laatste is al aanvaard als onderdeel van het in 2010 respectievelijk 2012 vastgestelde ‘Regionaal risicoprofiel Flevoland’ en het ‘Beleidsplan 2011#2014’ van de Veiligheidsregio Flevoland.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 9/16
BIJLAGE 1: Beschrijving Tracébesluit OV-SAAL, maatregelen korte termijn, traject Weesp-Lelystad: Algemeen: De minster van I&M heeft eind 2011 dit besluit genomen. Het besluit gaat niet uit van spooraanpassingen ter hoogte van het plangebied Almere#Poort:
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 10/16
Maatregelen: In het kader van TB OV#SAAL, maatregelen korte termijn, traject Weesp–Lelystad, worden onderstaande maatregelen14 getroffen ten einde het groepsrisico te beperken: Spoorontwerp resulterend in kruisingsvrije situaties, scheiden van verkeersprocessen en flankbeveiliging. Installeren van ATB#vv of minimaal een andere gelijkwaardige maatregel. ATB#vv zorgt ervoor dat een trein automatisch remt indien deze ook bij lage snelheden door een rood sein rijdt. De ATB#vv wordt o.a. toegepast bij de in# en uittakkende sporen op de doorgaande sporen aan de oost# en westzijde van station Almere Centrum. Tevens worden hier aan seinen gekoppelde wissels toegepast, waardoor conflicterende standen onmogelijk zijn. Calamiteitenvoorzieningen ten behoeve van de hulpdiensten conform onderstaande tabel. Deze calamiteitenvoorzieningen zijn aangesloten op de bestaande infrastructuur. Daarnaast worden iedere 200 meter een baantoegang en bluswatervoorzieningen gerealiseerd. In geluidschermen worden aan de inzetzijde iedere 100 meter toegangsdeuren en bluswatervoorzieningen gerealiseerd. Aan de ontvluchtingszijde worden om de 200 meter vluchtdeuren aangebracht. Indien de baantoegang op een talud van meer dan 4 meter hoogte is gelegen, worden taludtrappen aangebracht. Bij bestaande openwater# voorzieningen worden opstelplaatsen gerealiseerd conform onderstaande tabel.
14
Deze maatregelen verlagen zowel de kans op een ongeval als de effecten, en zorgen dus ook voor een
lager groepsrisico. Van deze maatregelen was/is nog geen goedgekeurd "kwantitatief (reken)effect" beschikbaar, waardoor de beperking van het groepsrisico als gevolg van deze maatregelen niet in de kwantitatieve berekeningen van het GR kon/kan worden meegenomen.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 11/16
BIJLAGE 2: Beschrijving Basisnet Spoor: Algemeen: In de brief van 18 februari 2010 (Kamerstukken II, 30 373, nr. 40) zijn de richtinggevende kaders voor het Basisnet Spoor vastgesteld. Met de brief van 9 juli 2010 (Kamerstukken II, 30 373, nr. 42) hebben vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, IPO en VNG op hoofdlijnen hebben ingestemd met het Rijksontwerp Basisnet Spoor voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Met de brief van 15 augustus 2011 (kenmerk IenM/BSK#2011/94578), is de nadere verkenning van enige onderwerpen afgerond en de Tweekamer hierover geïnformeerd, waarmee het Basisnet Spoor definitief gereed is. E.e.a. is recent opgenomen in de gewijzigde circulaire RNVGS (= beleid) en zal vervolgens (wettelijk) worden vastgelegd in een wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wet basisnet) en het Besluit transportroutes externe veiligheid (BTEV). Bestuurlijke afspraken: Vooruitlopend hierop zijn ook de bestuurlijke afspraken gemaakt tussen de minister van I&M en de gemeente Almere uit 1999, eind 2011 gewijzigd. Ruimtelijk relevant zijn: de ‘oude’ veiligheidszone van 30 m vervalt; er geldt een veiligheidszone van maximaal 6 m gemeten ter weerszijden van de spoorbaan, gemeten vanuit het midden van de doorgaande spoorbundel; hier zijn geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan en nieuwe beperkte kwetsbare objecten alleen bij zwaarwegende belangen; verder geldt een plasbrandaandachtsgebied (met extra bouwkundige eisen via Ministeriële regeling bij Bouwbesluit 2012 voor nieuwe gebouwen) van 30 m, aan weerszijden van het spoor, gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf. Maatregelen: Er worden in het kader van het Basisnet Spoor, geen locatie specifieke maatregelen getroffen (deze maatregelen hebben alleen een lokaal effect). Voor het onderhavige spoortraject wordt, in het kader van het Basisnet Spoor, onderstaande generieke maatregel getroffen (deze maatregel werkt in het gehele spoorwegnet door): 1. ‘Warme BLEVE vrij’ samenstellen van treinen’. Door het creëren van voldoende afstand tussen tanks met brandbare gassen en tanks met zeer brandbare vloeistoffen, wordt de kans op het scenario ‘Warme BLEVE15’ aanzienlijk kleiner en nemen de risico’s fors af. Voor het onderhavige spoortraject is uitgegaan van 100% ‘Warme BLEVE vrij’ samengestelde treinen.
15
Het zogenaamde ‘Warme BLEVE scenario’ heeft een belangrijke invloed op het berekende risico (vooral op het groepsrisico), door het grote aantal slachtoffers dat in een bebouwde omgeving met dit scenario gepaard kan gaan. Dit scenario wordt meestal als ‘worstcase’ beschouwd, met een kans van optreden kleiner dan 10-6 per jaar.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 12/16
BIJLAGE 3: Stedenbouwkundige voorbeelden toepassing ontwerpregels. Stedenbouwkundige voorbeelden:
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 13/16
8. Functie met lage bezettingsgraad in de nabijheid van infrastructuur
Functie met lage bezettingsgraad in de nabijheid van infrastructuur
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 14/16
Vluchtwegen buiten gebouwen
Bij vorm van het gebouw rekening houden met drukeffecten
Indeling van het gebouw
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 15/16
Twee voorbeelden van veiligheidsgeïntegreerd ontwerpen:
In dit voorbeeld is een aantal functionele maatregelen getroffen, gecombineerd met constructieve en bouwkundige maatregelen. Zo vormt de parkeergarage (lage bezettingsgraad) in de veiligheidszone een buffer tegen calamiteiten (b.v. plasbrand) op het spoor. Daarnaast is brandwerendheid van de gevel langs het spoor verhoogd. Dit werkt effectief tegen de brandbelasting van een plasbrand. Het kantoorgedeelte (hoge bezettingsgraad) is zover mogelijk gerealiseerd buiten de veiligheidszone. Vervolgens is er rekening mee gehouden dat de liftschacht niet bezwijkt bij een plasbrand en daarom is deze zo ver mogelijk van de bron af gelegen. Nooduitgangen/vluchtwegen van de bebouwing zijn eveneens zo ver mogelijk gesitueerd om te voorkomen dat bij een mogelijke calamiteit op het spoor, de mensen in de richting van de calamiteiten vluchten.
Titel Verantwoordingsplicht Datum 7 februari 2013 Kenmerk
Versie Definitief Pagina 16/16
In dit voorbeeld is op stedenbouwkundigniveau de veiligheid in het ontwerp geïntegreerd door het kantoorgedeelte van het gebouw loodrecht op het spoor en het parkeergedeelte parallel aan het spoor te plaatsen. Hiermee wordt een kleiner oppervlak blootgesteld aan het effect van een calamiteit.
WATERSCHAP DATUM
BEHANDELD DOOR
9 april 2008
M. Swenne
ZUIDERZEE LA 'ND
~
DIRECT NUMMER
876
Gemeente ALM ERE De heer P Otten Postbus 200 1300 AE ALMERE
."""' ,0
~
Geachte heer Otten, ONDERWERP
Pré-advies Olympiakwartier
In het overleg d.d. 25 maart 2008 vraagt u om een wateradvies voor de ontwikkeling van het Olympiakwartier in Almere Poort. Naar aanleiding van het overleg dat u heeft gevoerd met de heer Hom en de heer Swenne van Waterschap Zuiderzeeland geven wij hierbij een pré-wateradvies voor dit plan.
ONS KENMERK
SWBL11322 BIJLAGEN
Aan de oostzijde van het plangebied is een gracht gepland om te voorzien in de benodigde waterberging. Indien ervoor gekozen wordt de watergang aan één zijde als kademuur in te richten, dan moet de waterberging die daarmee verloren gaat gecompenseerd worden. Dat kan bijvoorbeeld door extra wateroppervlak aan de andere zijde te realiseren.
UW BRIEF VAN
uw KENMERK
VERZONDEN
1 7 APR, 200B
Voor de waterkwaliteit in de gracht is het van belang om een goede doorstroming van de watergang te krijgen. Hiervoor adviseren wij de Muiderzandbeek te gebruiken. De beek dient dan middels een nieuw aan te leggen duiker onder de Pampusweg door aangesloten te worden op de gracht. Vooruitlopend op de benodigde keurontheffing delen wij u het volgende mee : De hiervoor genoemde duiker moet 2 meter breed en 1,5 meter hoog zijn. Onder de Pampusweg is reeds een duiker aanwezig . Deze kan in afwachting van verdere ontwikkelingen westelijk van de Pampusweg worden dichtgezet. De afmetingen van de gracht dienen minimaal te voldoen aan de volgende afmetingen : Bodembreedte Bodemdiepte Taludhelling
2.4 m 1.2m :11. :2
Voor vragen over dit wateradvies kunt u contact opnemen met de heer Swenne van Waterschap Zuiderzeeland (0320) 274 876 . HooQ'achtend, het college van Dijkgraaf en Heemraden, namens dit college, het hoofd van de afdeling Beleidsontwikkeling en -evaluatie,
ADRES WATERSCHAPSHUIS
Postbus 229 - 8200 AE Lelystad Lindelaan 20 - 8224 KT Lelystad www .zuiderzeeland .nl
T (0320) 274 911 F (0320) 247 919
[email protected]
1/2